Concept-Uitvoeringsagenda New Towns – Almere Datum: 28 oktober 2009
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
1
Inhoudsopgave pagina
1. Inleiding
3
2. Almeerse context
7
3. Uitvoeringsagenda 10 3.1 Sociale stijging en onderwijs Businesscase I: vergroot ontwikkelingskansen voor kinderen en jongeren 11 Businesscase II: koester sociaal kapitaal, organiseer maatschappelijke participatie 18
10
3.2 Vanzelfsprekende veiligheid 25 Businesscase I : veiligheid en jeugd 29 3.3 Fysieke preventie in wijken 34 Businesscase I :fysieke acupunctuur openbare ruimte, toelichting 34 35
Businesscase II: versterken en vernieuwen van het (zelf) beheer, toelichting
3.4 Bruisende centrumvoorzieningen Businesscase I: Schipperplein
37 37
Bijlage 1 Wijkbeschrijvingen
39
Bijlage 2 Nadere Uitwerking businesscase 3.1.I en 3.1.II Sociale stijging en onderwijs 46 Bijlage 3 Nadere uitwerking businesscase 3.3.I Fysieke acupunctuur openbare ruimte 51 Nadere uitwerking businesscase 3.3.II Versterken en vernieuwen van het (zelf) beheer 57 Bijlage 4 Vernieuwingsaanpak de Wierden 59 Bijlage 5 Nadere uitwerking businesscase 3. 4. I, Schipperplein 62 Bijlage 6. Overzicht vragen aan het Rijk 64
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
2
1. Inleiding Hoe 5 steden groeiden tot 100.000+ steden Almere, Apeldoorn, Ede, Haarlemmermeer en Zoetermeer zijn 100.000+ steden die allemaal explosief zijn gegroeid sinds de Tweede Wereldoorlog. Deze groei is door een aantal dominante maatschappelijke en beleidsmatige trends veroorzaakt (zie ook Buitenwijk Reijndorp e.a. 1998). Tot het midden van de jaren ‘60 van de vorige eeuw veranderde de Nederlandse maatschappij in rap tempo. Het waren de jaren van wederopbouw waarin de welvaart van huishoudens enorm groeide. . Hand over hand nam ook de individualisering, emancipatiemogelijkheden, consumptiegedrag en mobiliteit toe. De toenemende mobiliteit van de bevolking was de motor achter de suburbanisatietrend die toen ontstond. In korte tijd werd de woonlocatie van huishoudens sterker bepaald door bereikbaarheid dan door nabijheid van bijvoorbeeld de arbeidsplaatsen van de leden van het huishouden. De gemeenten Zoetermeer (49%), Haarlemmermeer (36%), Ede (50% ) en Apeldoorn (32%) groeiden tussen 1945 en 1960 enorm hard. Ede en Zoetermeer verdubbelden zelfs in 15 jaar, in onderstaande tabel wordt de fasering van de groei per stad duidelijk: Almere fase sprongsgewijze groei inwonertal: 1960-1990 1990-2010 2010-2030
max. +168% + 84%
Apeldoorn
+ 42% + 6% + 3%
Ede
Haarlemmerme er
+ 66% + 17% + 7%
Zoetermeer
+ 118% + 46% + 25%
+ 994% + 30% 4%
Het woningbouwprogramma werd vanaf dit moment in alle vijf de steden gekenmerkt door het bouwen van (veelal grondgebonden) woningen voor gezinnen. Een uitzondering hierin is Zoetermeer met een hoge mate gestapelde woningbouw. Met de eerste Nota Ruimtelijke Ordening kwam tussen 1950 en 1960 de moderne Nederlandse ruimtelijke ordening tot volle bloei. Het beleidsconcept ‘gebundelde deconcentratie’ werd geïntroduceerd. Deze beleidsambitie was de basis voor de toekomstige groei van Zoetermeer, Haarlemmermeer en Almere. Het onvermogen van provincies (o.a. Gelderland en Utrecht) om de groei van niet-groeikernen af te remmen en de praktijk die vaak toch weerbarstiger bleek dan de mooie prognoses, had als gevolg dat de steden Ede en Apeldoorn bleven (door)groeien. In deze steden droeg natuurlijke aanwas van de bevolking sterker bij tot groei van de steden dan in Zoetermeer, Haarlemmermeer en Almere, maar was tegelijkertijd sprake van een grote instroom vanuit de rest van Nederland. Er werd gewerkt met planstempels waarin de wijkgedachte was terug te vinden, maar deze planstempels zijn één van de hoofdoorzaken van de eenzijdige en identiteitloze opbouw van veel van de wijken binnen de vijf gemeenten; allemaal programmatisch gelijk wat betreft aard, omvang en ruimtelijke samenstelling (strikte functiescheiding). Op haar beurt leidt deze eenzijdigheid weer tot een gebrekkig imago, staat de binding van mensen aan hun woonomgeving vaak onder druk en is nauwelijks sprake van een (wijk)economie. In de loop van de jaren 60 werd volop ingezet op de productie van eengezinswoningen en het stimuleren van eigenwoningbezit. Door de dan tot volle wasdom gekomen welvaart ontstond een suburbanisatiestroom van sociaaleconomisch krachtige mensen naar de nieuwbouwlocaties. De periode 1970-1990 zijn de hoogtijdagen van de groeikernen.1 In 1977 kreeg een aantal gemeenten in de nabijheid van grote steden de status van groeikern: ‘een kern die een sterke groei moet doormaken, vooral ten behoeve van een nabijgelegen (grote) stad, indien deze groei exponentieel groot is in vergelijking met de omvang van die kern zelf’, zoals geformuleerd in de Verstedelijkingsnota. Almere, Haarlemmermeer en Zoetermeer maakten onderdeel van dit verstedelijkingsprogramma. Overigens was de speciale aandacht van het rijk voor de groeikernstatus van korte duur, want nog geen tien jaar later werden de groeikernen al weer als gewone gemeenten behandeld. Daarmee stopte na verloop van enige jaren niet alleen het 1
De tekst in deze paragraaf is grotendeels ontleend aan het essay dat Arnold Reijndorp, hoogleraar aan de Han Lammers leerstoel ( UVA/INTI), samen met Stefan Metaal schreef voor het symposium “De vernieuwing van de Nieuwe Stad”. Een in 2008 door de gemeenten Capelle aan den Ijssel, Nieuwegein en Spijkenisse georganiseerd symposium over de vernieuwingsopgave in groeikernen. De tekst is niet van toepassing op Apeldoorn en Ede. Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
3
gezamenlijk optrekken naar het rijk, maar kwam er ook een eind aan de uitwisseling van ervaringen. Een belangrijk gegeven in de snelle uitbouw van de nieuwe steden is dat deze zich voltrok in de eerste helft van de jaren tachtig, een periode van economische recessie. De groei moest worden gerealiseerd tegen het economische tij in. Met als gevolg dat de woningvoorraad relatief goedkoop is gebouwd, de omgeving schraal aangelegd, het voorzieningen niveau beperkt en de bevolking overwegend laag opgeleid. Overigens zijn dezelfde kernmerken terug te vinden in wijken van Apeldoorn en Ede. Met de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening en de VINEX zette de omvangrijke groei van deze steden vanaf midden jaren ’90 gewoon voort. Van groei naar beheer Deze vijf steden staan voor de opgave zich door de stedelijke vernieuwing te verduurzamen. Niet alleen in termen van ecologische of fysieke duurzaamheid, maar juist op sociaal gebied (binding en sociaal verband) en economisch (werken in de wijk, waardebehoud gebouwde omgeving).Daarbij willen zij niet in de extremen te vervallen, zoals we die de afgelopen 15 jaar hebben gezien in de stedelijke vernieuwing. Grootschalige sloop van wijken of transformaties van de stad staan niet op het programma, want de noodzaak en middelen daarvoor ontbreken. Zo’n aanpak, een preventieve stedelijke vernieuwingsaanpak, is echter nog onontgonnen terrein binnen de stedelijke planning. Nederland is een land dat goed is in bouwen, zo hebben we bewezen na 1945. Deze steden zijn daarvan het levende bewijs. Maar we zijn nog steeds niet heel bekwaam in het beheren van wat we hebben. Het laten versloffen van het sociaal en fysiek beheer is, zowel in de stadsvernieuwing als herstructurering, in de afgelopen decennia in heel wat gevallen de aanleiding geweest voor de uiteindelijke vernieuwingsoperaties. Juist deze steden kunnen de laboratoria zijn voor de stedelijke vernieuwing van de toekomst, want zij staan er relatief goed voor. Kansen en bedreigingen zijn nog veel meer met elkaar in evenwicht zijn. In hun uitvoeringsagenda’s presenteren de vijf 100.000+ steden hoe zij deze preventieve vernieuwingsopgave in de periode 2010-2014 ter hand willen nemen. Zij willen de kraamkamer worden voor de stedelijke vernieuwaanpak van toekomst. De ontwikkelingsgeschiedenis van de vijf steden heeft geleid tot een gelijkvormigheid van inhoud en vorm tussen de gemeenten en dit zorgt voor een vernieuwingsopgave in alle vijf de steden. Wanneer naar de ontwikkelingen op sociaal-economisch en –maatschappelijk gebied wordt gekeken, wordt duidelijk dat de economische situatie relatief gunstig is en de steden veelal zijn ontdaan van zeer diepzittende sociale problematiek. Daar staat tegenover dat de dynamiek niet altijd even positief is. Een trend is die van een gebrekkige diversiteit, in aanwezige huishoudens, in inkomens, in voorzieningen, in woningaanbod, et cetera. Trends die bij het uitblijven van een antwoord kunnen leiden tot een neerwaartse spiraal en verdere verslechtering van de identiteit en imago. Alle steden willen de aantrekkelijkheid van hun stad waarborgen en vergroten en de mogelijkheden van sociale stijging faciliteren. Hiermee wordt bedoeld dat de inwoners in de bestaande stad zich kunnen ontplooien en een stapje verder kunnen komen in de maatschappij De steden hebben nu te weinig mogelijkheden om kansrijke jongeren aan zich te binden: vaak moeten zij voor deze stap verder naar een andere stad. Alhoewel de eenvormigheid zich in alle steden profileert staan de steden in essentie allemaal voor de opgave om zichzelf te vernieuwen, wetende dat ze te maken hebben met een compleet andersoortige vernieuwingsopgave dan die we hebben leren kennen in de afgelopen 15 jaar. New Town-verkenningen Het besef dat veel steden die na 1945 snel zijn gegroeid zich geplaatst zien voor een omvangrijke en bovendien andersoortige vernieuwingsopgave, begint ook langzaam door te dringen in de landelijke politiek. Op 5 december 2007 heeft de Tweede Kamer de motie Ortega (31200 XVIII, 30) aangenomen. Daarin verzoekt de kamer aan de regering om “in de geest van de motieAdelmund, het huidige overleg met de G31, het IPO en de VNG over de evaluatie van het Grotestedenbeleid en over de contouren van het stedelijk beleid na 2009 te verbreden met de vijf 100.000-plusgemeenten die nu (nog) geen deel uitmaken van het Grotestedenbeleid (Haarlemmermeer, Almere, Apeldoorn, Ede en Zoetermeer)”2. De minister heeft op 6 december in een brief aan de kamer aangegeven positief tegenover de motie te staan (Kamerstuk 31200 XVIII, 40, blz. 7). De VNG ondersteunt bij brief van 8 januari 2008 de lijn van het rijk. Zij geeft daarbij enkele
2
De verwijzing is naar motie Adelmund 21062, 131. Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
4
criteria aan die volgens haar van belang zijn bij de bepaling welke steden zouden moeten worden betrokken bij het toekomstig stedenbeleid: • Steden met aanzienlijke omvang • Grootschalige investeringsopgave (verleden, heden, toekomst) • Objectief waarneembare sociale, economische en maatschappelijke problemen of achterstanden • Aanwezigheid van een preventieve opgave • Regionale functie (centrumgemeente). Sinds de indiening van de motie Ortega is er in goed partnership tussen de vijf betrokken gemeenten en het ministerie van VROM gewerkt. Bovendien is de voorzitter van de vijf gemeenten aanwezig geweest bij het bestuurlijk overleg in maart 2008 tussen het rijk en de G4, de G27, IPO en VNG. Naar aanleiding van de motie Ortega is de positie en de (toekomstige) problematiek van de New Towns (Haarlemmermeer, Almere, Apeldoorn, Ede en Zoetermeer) in beeld gebracht. Het onderzoek naarde specifieke aspecten van New Towns is gebaseerd op drie bestanddelen: de stadsfoto, een analyse van de Leefbaarometer en eigen onderzoek van de vijf betrokken gemeenten. Op basis van dit onderzoek kan worden geconcludeerd dat de vijf steden momenteel relatief goed presteren. Op stedelijk niveau hebben de onderzochte steden ook te maken met problemen zoals: • Bruisende Centrumvoorzieningen en stadscentra: Het niveau van stedelijke voorzieningen houdt de groei van de bevolking niet bij. (Hogere) onderwijsinstellingen worden node gemist. Daarnaast kan het gaan om culturele voorzieningen, maar ook om opvanghuizen voor daklozen en verslaafden. • Wijken van waarde: Het is de ruimtelijke tegenhanger van het centrum: de grote nieuwe wijken zijn soms zeer saai en gelijkvormig. • Stad van nieuwe kansen voor de volgende generatie: sociale stijging voor alle inwonetrs, voldoende kwalitatief onderwijs en werkgelegenheid om de migratie van jongeren uit de steden te voorkomen. • Vanzelfsprekende veiligheid:: de leefbaarometer laat zien dat hoewel het in de New Towns nog redelijk veilig is, de onveiligheid en vooral de jongerenoverlast snel toeneemt. Er zijn overigens ook volop kansen. Groei geeft een dynamiek waarin innovatie mogelijk is. De bevolking, bedrijven en instellingen, bestuur en ambtelijk apparaat, zijn ingesteld op vernieuwing. Er heerst een pioniers mentaliteit. Een open houding om samen met andere partners te zoeken naar nieuwe oplossingen voor bovenlokale vraagstukken. Dat vertaalt zich in samenwerkingsverbanden op regionaal, landelijk en ook internationaal niveau. De trots en kennis die in Nederland is opgebouwd rond de waterwerken kan ook verbreed worden naar de nieuwe steden als wij er gezamenlijk in slagen daar goed voorbeeldgedrag te kunnen laten zien. In de wereld worden vele nieuwe steden gebouwd. De vijf steden kunnen daarvoor hun gezamenlijke kennis en expertise inzetten. Uitvoeringsagenda: preventie en beheer Op basis van de verschillende analyses en de onderkende stedelijke problematiek zijn de vijf Ortega-gemeenten betrokken bij het Nieuwe Stedenbeleid. Het nieuwe stedenbeleid vanaf 2010 heeft een themagerichte aanpak en richt zich voor de New Towns op preventie en beheer. Uit drie door VROM mede geïnitieerde analyses, namelijk de stadsfoto, de leefbaarometer en eigen aanvullend onderzoek blijkt de noodzaak de gebleken neerwaartse spiraal in o.m. de aantrekkelijkheid van de stad voor het “human capital” om te buigen door beleidskeuzes die langjarige inspanningen vereisen. De discussie met de maatschappelijke partners is van groot belang om met de rijksoverheid in de loop van het jaar tot een uitvoeringsagenda te kunnen komen. Deze vormt de input voor de uiteindelijk te maken afspraken. Met de brief “Stedenbeleid vanaf 2010” heeft het kabinet de contouren van het nieuwe stedenbeleid op hoofdlijnen geschetst. In de brief ‘Stedenbeleid vanaf 2010’ zijn de volgende kaders gesteld: • Decentraal om maatwerk beter mogelijk te maken, waaronder innovatieve aanpakken, en de Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
5
• • •
interbestuurlijke lasten te verminderen. Selectief: Focus op hardnekkige knelpunten, zowel voor wat gebieden (wijkaanpak) als thema’s (ontkokering in relatie tot cumulatie-probleem-gezinnen, krimp en newtown); het kunnen zowel fysieke, als sociaal-economische thema’s betreffen. Actief; Rijk is betrokken bij experimenten (met name gericht op innovatieve aanpakken) en vent deze ook uit. Vanuit partnerschap kan Rijk steden aanspreken: actieve agendering van kansen en problemen. Partnerschap: De relatie tussen Rijk en steden kenmerkt zich door partnerschap. Samen richten ze zich op complexe vraagstukken. Beide leveren oplossing.
Het nieuwe stedenbeleid vanaf 2010 kent 4 onderdelen: 1. Decentralisatie van het huidige GSB met behoud van de verworvenheden (mogelijkheid integrale aanpak, meerjarige zekerheid en prestatieafspraken op hoofdlijnen). Decentralisatie leidt tot aantal decentralisatie-uitkeringen die voortkomen uit de BDU SIV en een decentralisatie-uitkering ISV. 2. Uitvoeren van het Wijkactieplan, inclusief aandacht voor de 40+ wijken. 3. Derde investeringstijdvak ISV (2010-2014). 4. Uitvoeren van een themagerichte aanpak van complexe opgaven: gezamenlijk met steden verkennen en oplossen van vraagstukken: new towns, krimp, multi-probleemgezinnen ed. Ervaringen en goede voorbeelden ‘uitventen’. De vijf steden zullen bij nieuwe uitkeringen van het rijk worden betrokken zoals dat ook recent is gebeurd met de leefbaarheidsgelden. De navolgende uitvoeringsagenda omvat een preventieplan (dat verder wordt) uitgewerkt in businesscases. De uitvoeringsagenda bevat een concreet maatregelpakket met een zakelijk karakter voor de stedelijke vernieuwing in de 5 steden voor de periode 2010-2014. Uit de uitvoeringsagenda komt naar voren welke doorbraken per thema worden gerealiseerd en tegelijk maken de business cases duidelijk welke allianties nodig zijn met het rijk, tussen de gemeenten onderling en op lokaal niveau.
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
6
De inhoudelijke thema’s in deze uitvoeringsagenda’s zijn: Centrumvoorzieningen en stadscentra, grote woonwijken, sociale stijging en veiligheid in de wijken. De thema’s zijn gekozen op basis van de verschillende onderzoeken, gesprekken met VROM en de rondetafelgesprekken die hebben plaatsgevonden. Dit is een uitvoeringsagenda, voor ieder thema wordt uiteindelijk afzonderlijk bekeken hoe aan te sluiten bij het landelijke beleid. Voor sociale stijging wordt een aanvraag ingediend via de weg van de “BDU SIV”, veiligheid maakt aanspraak op gelden vanuit het veiligheidsfonds en voor de fysieke aanpak wordt subsidie aangevraagde uit het preventiebudget van VROM/WWI. Belangrijk voor het slagen van de uitvoeringsagenda is de bereidheid van het rijk soepel om te gaan met regelgeving die de uitvoering in de weg staat. Voor de langere termijn denken de vijf steden graag mee over invulling van de zogenaamde sleutelprojecten. Per thema is een aantal businesscases geformuleerd. Sommige businesscases hebben het karakter van experimenten, anderen zijn heel concreet en uitvoeringsgericht. Belangrijke principes voor de businesscases zijn: • Van curatief naar preventief • De burger is aan zet: van consumenten naar producent • Ondernemer betrekken bij de publieke zaak • Netwerksamenwerking van instellingen • Bevorderen van publiek ondernemerschap via het belonen van waardecreatie en van verminderde collectieve afwenteling • Verkorting van collectieve geldstromen waardoor verband tussen inspanning en resultaat inzichtelijk wordt. Bovendien wordt rond ieder thema wordt een leergemeenschap opgericht die de projecten steunt en evalueert. Het doel van de leergemeenschap is er voor te zorgen dat goede projecten navolging krijgen, fouten worden verbeterd en ervaringen worden opgebouwd en gedeeld. Belangrijk is bij deze aanpak te leren zien welke projecten het meest kansrijk zijn, wat de gevolgen zijn voor de rolverdeling tussen de diverse partijen en wat de te verwachten (maatschappelijke) kosten en baten zijn. Deze aanpak is open. Andere New Towns worden nadrukkelijk uitgenodigd deel te nemen. Het rijk wordt naast financiering en ruimte voor experimenten gevraagd mee te doen en denken aan dit leerproces en de voorwaarden voor samenwerking te scheppen Het gaat hierbij om de inzet van expertise, het organiseren van bijeenkomsten en inhoudelijke begeleiding van de gezamenlijk uit te voeren business cases.
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
7
2. Almeerse context Van overloopgemeente naar grote stad In de Tweede Nota over de Ruimtelijke Ordening (1966) besloot het Rijk tot de ontwikkeling van Almere. Van meet af aan was het de bedoeling om een stad van 250.000 inwoners te bouwen. Almere moest, naast het tegengaan van de ongebreidelde suburbanisatie en bouwen in open en groene ruimten, zorgen voor gevarieerde woonmilieus en het op gang helpen van de stadsvernieuwing (in Amsterdam). In 1976 betrokken de eerste 24 huishoudens hun nieuwe woning in De Werven in Almere Haven. De eerste groeifase van Almere viel samen met het groeikernenbeleid van de Rijksoverheid. De ontwerpfilosofie van kleinschaligheid, humaan en menselijk bouwen drukken in de eerste 10 jaar nadrukkelijk een stempel op Almere. Met de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening (1988) en Vierde Nota Extra (1992) kreeg Almere opnieuw een belangrijke taak toebedeeld in woningbouwproductie en door de VINEX groeide de stad verder door. De meerkernige opzet uit het structuurplan van 1983 bood de mogelijkheid om steeds te bouwen overeenkomstig de dan geldende maatschappelijke en economische eisen en in het tempo dat op dat moment werd verlangd. Uitzonderingen zijn Overgooi, Noorderplassen-West en Vogelhorst, maar deze pasten wel weer binnen de in gang gezette kwaliteitsslag. Met de VINEXtaakstelling verschoof de aandacht van kwantiteit naar kwaliteit. Met eindigen van de VINEX/VINAC omstreeks 2010 is invulling gegeven aan de structuurplannen uit 1983 en 2003. Daarmee eindigt de groei van Almere waarschijnlijk niet, want Almere staat aan de vooravond van een nieuwe groeiopgave: de schaalsprong. De schaalsprong is de verdere (door)groei van Almere naar 350.000 inwoners. Op verzoek van het Rijk heeft Almere onderzocht hoe de stad kan groeien met 60.000 woningen en 100.000 arbeidsplaatsen. De groei moet zorgen voor de ingrediënten zodat een complete stad kan ontstaan. En dat is nodig, want de sociaaleconomische en –maatschappelijke ontwikkeling van de stad vraagt om aandacht en de verdubbeling van de stad in slechts twintig jaar tijd heeft effecten op de bestaande wijken. Almere staat voor de ambitieuze opgave: én groeien én versterken en vernieuwen van bestaande wijken. Een opgave die ook duidelijk zal doorklinken in de uitvoeringsagenda van Almere. Staat van de stad en wijkvernieuwing Almere is uniek en wordt goed gewaardeerd door haar inwoners. Het ruimtelijke, sociale en culturele profiel van de stad heeft in de afgelopen 30 jaar vorm gekregen door allerlei factoren, waarvan de overloop uit Amsterdam en economie en arbeidsmarkt van de Noordvleugel belangrijke zijn. In 30 jaar is, over de keper beschouwd, een kwalitatief goede stad gebouwd waar mensen prettig suburbaan kunnen wonen. Veel Almeerders hebben werk en de meeste (basis)voorzieningen zijn aanwezig. Wijkpeilingen laten ook zien dat veel bewoners hun woning en woonomgeving waarderen. De waardering is ook stabiel, al vinden veel Almeerders dat het onderhoud van de stad achterblijft en dat de stad onveiliger wordt. Op het gebied van veiligheid weet Almere haar relatief gunstige positie te behouden, maar er zijn punten van zorg. Almere is geen tekentafelmodel meer, maar een middelgrote stad met een ontluikende kwetsbaarheid. Trends en ontwikkelingen openbaren zich in volle omvang in buurten en wijken. Ook Almeerse wijken hebben te maken met problemen op het gebied van criminaliteit, verslavingsproblemen, dak- en thuisloosheid, vereenzaming, et cetera. Wijken moeten niet alleen worden onderhouden (fysieke veroudering en ‘schoon, heel en veilig’), maar moeten, om concurrerend te blijven en leefbaarheidsproblemen te voorkomen, ook worden aangepast. De aanpak van specifieke huishoudens vereist veelal een integrale (vaak ook keten-)aanpak van onderwijs, integratie, participatie, jeugdzorg, criminaliteit en veiligheid. Ook onze partners maken zich zorgen over de vitaliteit van de bestaande stad. Zij zien de emancipatiemachine die Almere was haperen, selectieve in- en doorstroom en steeds grotere problemen met mensen op het gebied van werk, schulden, schooluitval en stress. Deze sociale en maatschappelijke ontwikkelingen vallen op veel plekken samen met een (zichtbare) veroudering van de woonomgeving. En dat is niet gek, want veel wijken zijn 25-30 jaar oud en de openbare ruimte wordt vandaag de dag anders gebruikt dan deze ooit bedoeld is. Problemen op het gebied van integratie, leefbaarheid en overlast openbaren zich juist in de openbare ruimte. In de openbare ruimte en op het gebied van voorzieningen ligt voor de stad een Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
8
belangrijke culturele opgave (levendigheid, ontmoeten, et cetera). Maar dit is een omvangrijke opgave, want grote delen van Almere zijn 25-30 jaar oud. De woningvoorraad vraagt minder aandacht, maar deze zal in de loop van de komende 10 jaar wel meer aandacht moeten krijgen. Veel wijken kennen een gebrekkige woningbouw- en woonmilieudifferentiatie waardoor zij slecht zijn toegerust op nieuwe ontwikkelingen. De noodzaak om de concurrentiekracht van wijken op peil te houden wordt door de voorgenomen schaalsprong alleen groter. Nieuwe woonmilieus zorgen voor doorstroom in de bestaande stad, want Almeerders maken graag wooncarrière. Ten eerste zorgt de doorstroom voor een versnelde veroudering van wijken. Ten tweede is de doorstroom vaak selectief, want de uitstroom bestaat uit succesvolle (draagkrachtige) huishoudens en de instroom uit huishoudens (uit de regio) met een lagere sociaal-economische positie. Met name wijken die nu al vatbaar zijn voor selectieve instroom zullen dat blijven. Almere wil de eerste Nederlandse stad worden waar grootschalige sloop en nieuwbouw als gevolg van sociale problemen voorkomen kan worden, ook al zet de schaalsprong de concurrentiekracht van wijken sterk onder druk. Versterken concurrentiekracht wijken Om over genoeg concurrentiekracht te beschikken en de diversificatie van de bevolking aan te kunnen, moeten de kwaliteiten van wijken maximaal benut worden, sociaal, economisch, functioneel en esthetisch. Door toepassing van sociale en ruimtelijke acupunctuur moeten wijken gaan excelleren in het “faciliteren van het dagelijks leven”. Er moet geïnvesteerd worden in de mensen, de functies, gebouwen en werkgelegenheid. Hierover zijn de gemeente en partners in de stad (corporaties, onderwijs, welzijn/zorg en politie) het eens. Dat laat onverlet, en dat moet zeer nadrukkelijk worden gezegd, dat Almere op stedelijk niveau staat voor majeure opgaven op het gebied van economie (werkgelegenheid), kwaliteit van het onderwijs en bereikbaarheid. Opgaven waarvoor de oplossingen grotendeels op stedelijk niveau gevonden moeten worden, maar die de situatie in wijken wel beïnvloeden. Via de gebiedsprogramma’s werkt Almere samen met haar partners aan het preventief versterken van wijken, al gebied de eerlijkheid dat sommige aanpakken curatief van aard zijn. Doelstelling van de gebiedregie is dat gebieden zich ontwikkelen op basis van de kansen, problematiek en marktpotentie van die gebieden zelf, zonder daarvoor grootschalige ruimtelijke ingrepen te plegen. Wij noemen dit natuurlijke vernieuwing. In onze aanpak staat de sociaal-economische ontwikkeling voorop en is fysiek faciliterend. Gewenste veranderingen krijgen vorm door samenwerking tussen bewoners, corporaties, het maatschappelijk middenveld en ondernemers, en ideeën en initiatieven blijven daar waar ze thuishoren, bij hun eigenaar in de gebieden. Daarbij is het belangrijk om goed oog te houden voor de probleempockets in wijken, want veel problemen concentreren zich in deelgebieden, terwijl een veel groter gebied er last van heeft. In verschillende wijken gaat de vernieuwingsaanpak veel verder dan “schoon, heel en veilig”. Om deze wijken leefbaar te houden moet de vernieuwing zich daar in een heel ander tempo voltrekken dan de hiervoor beschreven natuurlijke vernieuwing. 10 Almeerse wijken verkeren in de gevarenzone, waarvan er 3 integraal vernieuwd worden, namelijk De Wierden in Almere Haven, de Bouwmeesterbuurt in Almere Buiten en de Stedenwijk in Almere Stad-West. Doel van de Integrale Wijkaanpak is: een gezamenlijk en op elkaar afgestemde aanpak van alle bij de wijk betrokken partijen, gericht op het fundamenteel versterken van het algemene toekomstperspectief van (individuele) bewoners, de woon-, werk- en leefomgeving, de woningen en het imago van de buurt. En met succes, want de leefbaarometer wijst uit dat deze (experimentele) aanpak waarmee wij 5 jaar geleden zijn begonnen in deze 3 wijken is aangeslagen, want de leefbaarometer laat een positieve dynamiek zien voor de periode 2006-2009. De aanpak slaat aan! Beheer en preventie in Almere: een schaalsprong in wijkaanpakken Hoe gaat Almere de preventie- en beheeropgave verder gaat uitbouwen? Wat Almere met deze uitvoeringsagenda duidelijk wil maken is dat het er van overtuigd is dat het samen met haar partners en het ministerie van VROM/WWI in meer wijken negatieve ontwikkelingen op gebied van leefbaarheid succesvol kunnen aanpakken. Voor onze 3 wijken die integraal vernieuwd worden, zijn de middelen, hoewel lastig, beschikbaar, maar dit geldt niet voor de andere 7 aandachtswijken. De gemeente Almere en lokale partners, samenwerkend in de gebiedsteams van de stadsdelen, willen ook de 7 andere wijken preventief vernieuwen. Alle partners in de stad Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
9
weten van elkaar dat de middelen, menskracht en denkkracht daarvoor grotendeels ontbreken. Met de uitvoeringsagenda willen wij duidelijk maken dat wij in de komende jaren, naast de 3 prioriteitswijken, de preventieve vernieuwing ook gaan inzetten in andere wijken. Dit willen wij doen door heel gericht, op een acupunctuurachtige wijze, te werken aan de sociaaleconomische, sociaal-maatschappelijke en ruimtelijke kwaliteit in wijken. Daarbij gebruik makend van de best practices van onszelf en elders uit Nederland. We willen de experimentele aanpak waarmee we al bezig zijn, uitrollen naar meer aandachtwijken. De andere aandachtswijken waar wij aandacht aan willen besteden zijn: - Centrum, De Hoven en De Werven in Almere Haven - Staatsliedenwijk, Kruidenwijk, Waterwijk en Danswijk in Almere Stad - Molenbuurt, Oostvaardersbuurt en Eilandenbuurt in Almere Buiten. In de aanpak van deze wijken zullen wij voortborduren op de 3 integrale wijkaanpakken. Compleet nieuwe experimenten zullen remmend werken in dit toch nog fragiele proces. Bovendien sluit zo’n werkwijze aan bij de adviezen van de VROM-raad en de RMO. Beide adviesorganen van het Rijk houden in recente adviezen een krachtig pleidooi om in de stedelijke vernieuwing te werken met een gerichte aanpak en niet zozeer een wijkgerichte aanpak. Almere boekt nu al successen door dichtbij de inwoners van wijken te werken aan de vernieuwing van wijken, maar de aanpak van meer wijken is een complexe opgave en gaat de draagkracht van Almere te boven. Almere is zich er als jonge stad echter ook terdege bewust van haar eigen verantwoordelijkheid. Ja, de stad is jong, maar Almere is er van bewust dat het beheerniveau op het niveau van een middelgrote stad moet liggen en de organisatie moet daar op toegerust zijn. Ja, Almere weet ook dat het versneld moet leren hoe het efficiënt en effectief de stad vernieuwt. En ook zal dit bijna altijd een coproductie zijn met de bevolking en lokale partners. Almere werkt de opgave op het gebied van preventie en beheer uit langs de lijnen van sociale stijging en onderwijs, veiligheid en jongeren en preventief fysiek beheer. Het geld uit bijvoorbeeld het 40+ budget van het ministerie van Wonen, Werken en Integratie, maar ook uit de andere subsidietrajecten willen wij inzetten om onze vernieuwingsaanpak op korte termijn uit te rollen in verschillende andere Almeerse aandachtswijken. Een volumesprong in wijkaanpakken. Zo willen wij op de terreinen van werken, leren, integratie en veiligheid het woon- en leefklimaat in stand houden en waar nodig voorzien van nieuwe impulsen. In de kwantiteit zit ons inziens ook een deel van de innovatie. Wanneer het de Almeerse partners en het Rijk lukt om met bescheiden bedragen de preventieve aanpak opnieuw uit te rollen, dan is dit een radicaal andere uitkomst dan de stedelijke vernieuwing van de laatste 15 jaar. Stimulansen, dwarsverbanden en samenhang Het mag duidelijk zijn dat het preventiebudget slechts een fractie is van het totale bedrag dat nodig is om de wijken te kunnen vernieuwen. Voor de onderhandelingen met het kabinet over de schaalsprong Almere zijn de kosten voor de fysieke vernieuwing geschat op €75 miljoen. Op basis van de goede ervaringen in de 3 prioriteitswijken is Almere overtuigd van het nut van het preventiebudget: extra inzet zorgt gelijk voor een verbetering in het leefklimaat. Almere boekt nu al successen door dichtbij de inwoners van wijken te werken aan de vernieuwing van wijken, maar de aanpak van meer wijken is een complexe opgave en gaat de draagkracht van Almere te boven. . Deze stelling wordt ondersteund in het onderzoeksrapport van Cebeon “ontwikkeling van de financiele positie van Almere zonder schaalsprong” werd het volgende geconstateerd: “geschoond voor incidentele componenten is er in 2010 in totaliteit sprake van een structureel tekort aan algemene middelen”……in de toekomst zijn extra structurele uitgaven nodig voor vervanging ( groot onderhoud) en de realisatie van voorzienieningen, die vanwege wegvallende geldstromen uit de algemene middelen zullen moetn worden gefinancierd” . Almere gaat ervan uit dat door de preventieve aanpak de kosten voor beheer, onderhoud, en probleemoplossing tbv de leefsituatie veel lager zullen zijn dan de cutatieve aanpak in een ( te ) laat stadium. Voor de volledigheid is het ook nog goed op te merken dat Almere, o.a. via EFRO-subsidies, ook zoekt naar extra investeringsmiddelen voor de 3 prioriteitswijken. Ondanks dat de uitvoeringsagenda met haar thema’s op zichzelf zijn uitgeschreven, zijn de Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
10
agendaonderdelen op deze uitvoeringsagenda in samenhang met elkaar bekeken en uitgewerkt. Dat komt ook door de manier waarop ons is gevraagd de stedelijke vernieuwingsagenda te verwoorden. Een pleidooi voor een acupunctuurachtige aanpak betekent nooit dat ontwikkelingen/initiatieven losgezongen mogen raken van een groter geheel. De verwevenheid met het bredere perspectief, andere disciplines en het handelen van partners stond en staat niet ter discussie. En de rode draad, ook qua fysiek aanpak, is het vraagstuk van de sociale stijging. Mensen moeten meedoen, geactiveerd worden en zich verbonden voelen met de wijk en met elkaar. De hoofdboodschap van de uitvoeringsagenda is besproken met verschillende directeuren en bestuurders van maatschappelijke partners in de stad. Zij onderschrijven de analyse en werkwijze voor de stedelijke vernieuwingsopgave.
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
11
3. Uitvoeringsagenda 3.1 Sociale Stijging en onderwijs Achtergrond De Almeerse ontwikkeling op sociaal-economisch gebied is aanbeland op een kantelpunt, want de ontwikkelingen op sociaal-economisch gebied zijn niet positief. Redenen waarom Almere de sociale en economische aspecten van de stad zo nadrukkelijk op de voorgrond plaatst. Als “one issue-stad” loopt de stad risico’s, omdat de eenzijdigheid van woningvoorraad en bevolking zorgt voor selectieve aantrekkingskracht en een gebrekkige maatschappelijke, economische en culturele dynamiek. Almere huisvest voornamelijk upper middle class en lower middle class huishoudens, het opleidingsniveau van Almeerders is lager dan gemiddeld in Nederland en neemt af. Door het gebrek aan aantrekkingskracht loopt het aanwezige human capital terug, terwijl dit human capital een belangrijke drager is voor de vitaliteit van een stad. Dit onderstreept gelijk het belang van de sociaal-economische ontwikkeling. In de stadsfoto van Almere wordt over bovenstaande onder meer vermeld : “De meest omerkelijke conclusie uit de stadsfoto is dat de voorraad menselijk kapitaal in Almere – afgemeten aan het aandeel hoogopgeleiden en de omvang van de creatieve klasse – in 1998 nog hoger was dan gemiddeld in de steden die zich verenigd hebben in de G27, terwijl die voorraad menselijk kapitaal in 2008 lager was dan gemiddeld in die traditionele steden. In diezelfde periode was de bevolkingsgroei in Almere het grootst van alle Nederlandse steden.“ Uit de meest recente cijfers blijkt het volgende: Tabel 1.1.9:
Onderwijsdeelname in leerjaar 3 voor Almere en Nederland (bron: Cfi).
schoolsoort
Almere Nederland
praktijkonderwijs
3%
3%
4%
4%
5%
3%
Vmbo totaal:
66%
63%
62%
57%
55%
52%
Lwoo
19%
18%
20%
18%
17%
12%
Basisberoepsgericht
8%
6%
7%
5%
6%
5%
Kaderberoepsgericht
19%
15%
15%
13%
12%
11%
Theoretisch (en Gemengd)
20%
24%
20%
21%
20%
24%
Havo en Vwo totaal:
31%
34%
34%
39%
40%
44%
Havo
15%
17%
17%
18%
19%
21%
Vwo
16%
17%
17%
20%
20%
23%
aantal (=100%)
2.513
2.678
2.781
2.727
2.808
202.071
Urgentie Almere staat aan het begin van een enorme opgave: de verdubbeling van de stad tot een inwoner aantal van 350.00 inwoners. In dit bestek gaat het te ver om alle randvoorwaarden die hiervoor vereist zijn te noemen. Duidelijk zal zijn dat de kwaliteit van de bestaande stad, ook voor wat betreft de “kwaliteit” van de huidige inwoners, hun niveau, leefstijl, zelfredzaamheid e.d. om verbetering vraagt. Gegeven het feit dat vanaf 2010 de grote uitbreiding start zal de urgentie om de negatieve trend te keren duidelijk zijn. Juist nu de gezamenlijke inspanningen van de gemeente en haar maatschappelijke partners voorzichtig de eerste vruchten lijkt af te werpen, iis het van belang op stevig door te kunnen gaan op de ingeslagen weg.
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
12
Naast het gemiddeld lagere opleidingsniveau in het voortgezet onderwijs zijn verder de volgende, onderwijsgerelateerde, negatieve trends gesignaleerd: • de prestaties van de basisschoolleerlingen zijn gemiddeld genomen lager dan landelijk, Drie op de tien basisscholen staan in verband hiermee onder verscherpt toezicht van de onderwijsinspectie. Overigens heeft het onderwijs sinds een jaar of twee een stevige aanpak hierop ontwikkeld, die positieve effecten lijkt te hebben. De komende jaren vraagt dit echter over de hele linie nog alle hands aan dek. • Zowel uit onze de stadsfoto Almere, maar ook uit eigen gegevens ( Sociale Atlas 2009 ) blijkt dat 10 % van de jongeren in Almere een lager opleidingsniveau heeft dan de volwassenen. Dit is een ooverleg vindt nog plaatserkelijke ontwikkeling, die landelijk niet gesignaleerd wordt. De stijging van het hogere opleidingsniveau van de beroepsbevolking is landelijk 6%, terwijl dit in Almere daalde met 4 %. Daarentegen steeg in Almere het middelbaar opleidingsniveau tot 51% tegenover 45 % landelijk. De daling van het aantal laagopgeleiden verloopt in Almere weer langzamer dan landelijk. • Het risico op voortijdig schoolverlaten wordt door de onderwijsinspectie geschat op 1.5 keer zo hoog als landelijk, maar inmiddels daalt dat risico behoorlijk, zo blijkt uit de laatste VSV monitor (2009). Almere heeft opdracht gegeven tot een (nader) onderzoek naar de negatieve trends. Sociale stijging voltrekt zich overigens niet alleen via het onderwijs, maar kent meerdere domeinen: Naast leren en, in het verlengde daarvan werken, zijn ook de domeinen ontplooiing, wonen en veiligheid onderwerp van interventie om de ontwikkelingsmogelijkheden van bewoners in Almere te vergroten. Het domein Wonen wordt vooral uitgewerkt in de businesscase Beheer en Preventie: de fysieke aanpak. De andere domeinen komen aan de orde binnen het thema sociale stijging. Doorbraak en allianties Almere wil langs de verschillende domeinen de sociale stijging van inwoners in de bestaande stad stimuleren. Hier is met de maatschappelijk partners in de stad een eerste aanzet voor gemaakt. Ook ambtelijk en bestuurlijk is hiervoor veel steun. De aanpak loopt via diverse lijnen l, waarbij de samenwerking op het snijvlak van onderwijs, werk, maatschappelijke participatie en zorg cruciaal is. Het integratiekader van zo’n samenhangende investering is daar waar dat kan, de wijk; dit is immers het schaalniveau waar mensen het makkelijkst een eerste stap (kunnen) zetten op weg naar sociale stijging. Daar waar dat beter past wordt ook de schaal van het stadsdeel of een cluster van wijken (b.v. voor culturele ontplooiing), of de stad (b.v. voor hoger onderwijs) als uitgangspunt genomen. In de al bestaande wijkaanpakken zijn steeds allianties gesmeed die passen bij de opgave per wijk en de betrokkenheid van maatschappelijke organisaties bij de wijk. Vaak zijn de maatschappelijke organisaties niet op wijkniveau georganiseerd. Wel zijn ze altijd gemotiveerd en in staat om op wijkniveau maatwerk te leveren, passend bij de vraag en de (unieke) mogelijkheden op wijkniveau. Kenmerkend voor de Almeerse integrale wijkaanpak is dat het startpunt ligt, ook in sociaal opzicht bij het behouden en versterken van de sterke kanten van de wijk: De bestaande sociale structuren, aanwezige . ‘natuurlijke hulpbronnen’ en kracht van de wijk zijn de basis waarop verder gebouwd wordt. In die zin kun je spreken van preventief sociaal beheer waarbij daar waar nodig gericht één of meerdeere instrumenten worden ingezet, passend bij de vraag uit de betreffende wijk. Altijd nemen bewoners zelf een cruciale rol in de Integrale Wijkaanpak. Soms vervullen ze de ambassadeursrol, soms functioneren ze als kritisch geweten,, soms zijn ze een inspirerend voorbeeld voor andere buurtbewoners en vaak zetten ze zich vrijwillig in om onderdelen van de aanpak tot een succes te maken. De businesscases Bij de uitwerking van de businesscases is gewerkt aan de hand van twee doelgroepen, die overigens ook weer alles met elkaar te maken hebben: Jeugd (van 0 tot 24 jaar) en volwassenen (24+). De businesscases zijn opgebouwd rond de instrumenten die binnen Almere ontwikkeld zijn en worden . In bijlage 2 zijn enkele voorbeelden opgenomen van in een specifieke wijk ontwikkelde of ingezette aanpakken ter illustratie. In de nadere uitwerking zullen de businesscases ondermeer verrijkt worden met de kennis en informatie die ons is aangereikt tijdens de dialoogsessies met het Rijk.
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
13
Businesscase 1: Vergroot de ontwikkelingskansen voor kinderen en jongeren Achtergrond Zoals al eerder aangegeven, blijken Almeerse jeugdigen in opleidingsniveau achter te blijven bij hun leeftijdsgenoten in Nederland. Dat manifesteert zich helder in de uitstroomgegevens van de middelbare school. Dit gegeven vormt een risico voor zowel de optimale ontwikkeling van individuele jongere als van de stad. Een preventieve aanpak van deze problematiek begint vroeg en dicht bij huis. Bovendien is het een opgave die meerdere invalshoeken kent en waarvoor gebruikt kan en moet worden van verschillende preventiestrategieën. De integrale wijkaanpak vormt een uitstekend kader waarbinnen de verschillende preventiestrategieën bepaald en op elkaar afgestemd worden. Er zal daarbij altijd sprake zijn van een mix van collectieve en individueel gerichte aanpakken. Ter illustratie: Om betere opleidingsniveaus te realiseren is het van belang dat de kwaliteit van het onderwijs in het algemeen op orde is. Daarnaast is het zaak dat een jeugdige zo min mogelijk beperkt wordt in zijn ontwikkeling door individuele factoren. Het basisonderwijs heeft een sterke kwaliteitsimpuls nodig. Zoals uit de informatie van de onderwijsinspectie blijkt, is het met de kwaliteit matig gesteld. Er is geen scherp inzicht in de kwaliteiten en zorgbehoeftes van de leerlingen en te weinig systematische analyse van de vorderingen en het effect van onderwijsprogramma’s. De resultaten van leerlingen van een fors aantal basisscholen aan het eind van de basisschool zijn onder het Nederlands gemiddelde. Een schrale troost is dat de tendens wel aansluit bij een van de conclusies van de commissie Dijsselbloem: een achteruitgang in de beheersing van rekenen en taal. Ook in het voortgezet onderwijs openbaren zich zorgwekkende ontwikkelingen, zoals een groot aantal voortijdige schoolverlaters, een te kleine doorstroom naar het vwo en een hoog percentage aan leerlingen dat leerwegondersteunend onderwijs nodig heeft. Als eerste stap op weg naar beter onderwijs heeft Almere in samenspraak met de schoolbesturen een ‘Lokaal Educatieve Actieagenda 2008-2012’ ontwikkeld. In deze agenda worden vier programma’s benoemd, met daar aan gekoppeld zes actiepunten, die de kwaliteit van het basisen voortgezetonderwijs in vier jaar tijd zichtbaar moeten verbeteren. Deze vier programma’s zijn: 1. Kwaliteitsimpuls zwakke scholen; 2. goede overgang van basis naar voortgezet onderwijs; 3. Naadloze overgang van VMBO naar MBO; 4. onderzoek, analyse en monitoring. Bij deze eerste, belangrijke, stap kan het niet blijven. Ook het rijk kan een bijdrage leveren aan het oplossen van deze onderwijsproblematiek door – mede in het licht van de aanbevelingen van de commissie Dijsselbloem – de kwaliteitsaanpak op de meest zwakke scholen te ondersteunen en middelen beschikbaar te stellen om de resultaten van die aanpak te verbreden en te generaliseren naar kennis van en methoden voor effectieve interventies en aanpakken om de kwaliteit van het (basi) onderwijs daadwerkelijk en duurzaam te verbeteren. Ook zou het interessant zijn om te onderzoeken of er , buiten de onderwijsinhoudelijke aspecten, andere, sociaal/economische aspecten wellicht specifiek zijn voor Almere die een van aantoonbare invloed zijn op de kwaliteit van het onderwijs en/of de opbrengsten van het onderwijs. Kinderen en jongeren moeten de kans krijgen zich optimaal te ontwikkelen in en vanuit hun directe leefomgeving. Op die manier kunnen zij zich aan hun stad verbinden en vormen zij een belangrijk deel van het sociaal kapitaal van Almere. Hieronder volgt een overzicht van de verschillende mogelijke instrumenten die ingezet kunnen worden om de ontwikkelingskansen van kinderen en jongeren te vergroten. Dit wil niet zeggen dat alle instrumenten in iedere prioriteitswijk zullen worden ingezet. De kracht van de integrale wijkaanpak zit hem, ook in sociaal opzicht, in het ‘op acupunctuur-achtige wijze’ inzetten van het juiste instrument in de betreffende wijk. Bepalend daarbij zijn de vraag uit de wijk, maar ook de specifieke mogelijkheden en kansen die de wijk heeft. Kwaliteitsaanpak zwakke scholen Achtergrond De tegenvallende opbrengsten van het Almeerse onderwijs en de bevindingen van de Onderwijsinspectie, zaosl hierboven geschetst Ambitie Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
14
In twee jaar tijd hebben alle Almeerse basisscholen die op dit moment (sept. 09) onder verscherpt toezicht staan van de Onderwijsinspectie deze positie verbeterd, zodanig dat zij alle onder het basisarrangement vallen. Evt. andere scholen die in de loop van deze twee jaar extra toezicht nodig hebben zijn in traject genomen voor eenzelfde kwaliteitsaanpak. In de eerste twee jaar van de aanpak wordt, naast de directe interventies in de betreffende scholen, gewerkt aan veralgemenisering van de opgedane kennis en ervaring tot duurzame kennis en methoden voor het onderwijs. Deze kennis zal ingezet worden en verspreid worden op alle niveaus: bij de schoolbesturen, de scholen en met name de leerkrachten zelf, de onderwijsondersteuningsorganisaties, de PABO etc. Organisatie De projectorganisatie draait op de spil van de aanpak: het expertteam dat de scholen bezoekt en samen met het team en de directeur de analyse en het verbeterplan maakt. Dit expertteam wordt logistiek en organisatorisch ondersteund door een projectgroep, bestaande uit ambtenaren van de gemeente en medewerkers van de schoolbesturen. De onderwijsinspectie en de onderwijsondersteuningsorganisaties zullen het project volgen. De kennis en vaardigheden die in het project gebracht worden door het expertteam worden wetenschappelijk begeleid, gevolgd en waar nodig bijgestuurd vanuit de meest actuele wetenschappelijke inzichten m.b.t. effectieve interventies door de Universiteit van Twente. Het geheel valt onder sturing van de stuurgroep Lokaal Educatieve Agenda, bestaande uit gemeente en schoolbesturen. Het ministerie van Oc&W heeft aagegven met on in gesprek te willen over deze problematiek en aanpak Financiering Projectuitvoering en –organisatie 1,2 miljoen – gemeente Almere Uitvoering verbeterplannen – schoolbesturen, evt, ondersteund met schoolbegeleidingsmiddelen van de gemeente Wetenschappelijke begeleiding – worden momenteel nog middelen voor gezocht Tijdslijn Het project is in september 2009 van start gegaan en loopt t/m augustus 2012 De Brede School Achtergrond In de verschillende wijkaanpakken hebben de Brede Scholen een centrale rol; niet in de eerste plaats als gebouw maar veel meer als centraal samenwerkingsverband. In de eerste plaats wordt via de school een groot deel van de wijkbewoners bereikt. Naast kinderen en hun ouders, komen ook andere (oudere) buurtbewoners in beeld via activiteiten die door en in de brede scholen georganiseerd worden. Hoe steviger het samenwerkingsverband is, hoe meer er mogelijk wordt en hoe minder belangrijk de grenzen van de individuele organisaties blijken te zijn. Bovendien kan in bredeschoolverband meer aandacht van de school uitgaan naar het onderwijs zelf omdat andere organisaties, binnen of buiten school, de verantwoordelijkheid op zich nemen voor de zorg- en hulpverlening aan kinderen en hun ouders of een aantrekkelijk pakket aan binnen- of buitenschoolse activiteiten op het gebied van sport, cultuur en/of vrije tijd. Ambitie Alle signaalwijken (dit is een nieuwe term: eerder spraken we over aandachtswijken) verdienen een Brede School, afgestemd op de mogelijkheden en vragen in de wijk. Hierbij staat de ontwikkeling van kinderen in de wijk centraal; niet alleen cognitief, maar ook sociaal-emotioneel en met oog voor de talenten en mogelijkheden van ieder kind. De school kan zo optimaal investeren op haar primaire taak: het geven van goed onderwijs. Verder vormt de Brede School ook het hart van de zorgstructuur rondom kinderen en hun omgeving. Hiervoor is een zorgcoördinator beschikbaar en zijn er heldere afspraken gemaakt met de ketenpartners op dit terrein. Daarnaast biedt de Brede School ook mogelijkheden aan ouders en andere buurtbewoners. In de gebouwen van de Brede School wordt de mogelijkheid geboden voor activiteiten op het terrein van ontmoeting, ontplooiing en vrije tijdsbesteding voor de wijk. Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
15
De verschillende betrokken organisaties stemmen hun pedagogisch en didactisch beleid zo veel mogelijk op elkaar af en werken met doorgaande leerlijnen, bij voorkeur voor kinderen van 2,5 tot 18 jaar. Organisatie Afhankelijk van de mogelijkheden en vraag in de wijk kunnen verschillende partners deel uit maken van een Brede Schoolsamenwerkingsverband. Naast onderwijsinstellingen (al dan niet van meerdere denominaties) zijn eigenlijk altijd de welzijnsstichting (peuterspeelzaalwerk en buitenschoolse activiteitencoördinatie) en een organisatie voor kinderopvang (kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang) partners. Verder kunnen de jeugdgezondheidszorg, culturele organisaties of sportverenigingen partners zijn. Voor het gebruik van de gebouwen van het samenwerkingsverband buiten schooltijden blijkt een beheerder die integraal verantwoordelijk is voor alle inroostering, beheer en klein onderhoud een cruciale succesfactor. Ook voor de regie is een combinatiefunctie nodig. Voor een toelichting hierop wordt verwezen naar bijlage 3. Financiering Afhankelijk van de mate waarin de betrokken gebouwen nu al geschikt zijn om ook buiten schooltijd gebruikt te worden door derden, zijn mogelijk aanpassingen nodig aan het gebouw (extra tussendeur, ontsluiting, aanpassing van alarm, en dergelijke). Kosten: gemiddeld €100.000 per nieuwe Brede School Per Brede School zijn verder de volgende kosten per jaar aan de orde: • Activiteitencoördinatie (16 uur per week) € 25.000 • Activiteitenbudget / Specifieke kosten € 15.000 • Regie brede school (combinatiefunctie, 8 uur per week) € 15.000 • Integraal beheer (18 uur per week) € 25.000 • (de overige benodigde 18 uur worden gedekt door de samenwerkingspartners of corporaties) Bij de brede scholen in de signaalwijken hoort een extra voorziening voor kinderen met beperkte (financiële) mogelijkheden en ontwikkelingskansen: de dagarrangementen. Dit is een welzijnsvoorziening: kinderen worden in een huiskamer opgevangen en kunnen deelnemen aan activiteiten. De dagarrangementen zijn een belangrijke pijler binnen de sociale cohesie in de buurt.. Kosten per brede school, bij 3 groepen van 15-20 kinderen, voor-, tussen- en naschools € 150.000. Daarnaast maakt de gemeente ook ondersteunings- en organisatiekosten, voor inzet stedelijk consulent, waarborging kwaliteit, inzet bibliotheek, evaluatie e.d. Kosten bij 9 brede scholen per jaar: € 120.000 Benodigde middelen bij 15 (zie hieronder onder tijdslijn) brede scholen, prijspeil 2009: Activiteitencoördinatie: € 375.000 Activiteitenbudget: € 225.000 Regie Brede School : € 225.000 Dagarrangementen: € 900.000 Integraal beheer: € 375.000 Ondersteuning/organisatie: € 200.000 totaal € 2.300.000 Dekking op dit moment voor 9 Brede Scholen Brede Schoolbeleid gemeente Dagarrangementen 450.000 Combinatiefuncties Eigen middelen partners jaar per school totaal Dekking Rijk (claim) voor 9/10 brede scholen )
€ 420.000 per jaar € 250.000 per jaar in 2009 en 2010, daarna € € 130.000 per jaar € OVERLEG VINDT NOG PLAATS
per
€ 800.000 in 2009 en 2010, daarna € 1.000.000 € 400.000
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
16
Hier zal tzt een aanvraag voor worden gedaan ikv Rijksregeling Brede Scholen Tijdslijn 2009: Doorontwikkelen 9 Brede Scholen in bestaande Integrale Wijkaanpakken 2010: Uitbreiding met 1 Brede Schoolsamenwerkingsverband (vanuit Combinatiefuncties) 2011: Uitbreiding met nog eens 2 Brede Schoolsamenwerkingsverbanden 2012: Uitbreiding met 2 Brede Schoolsamenwerkingsverbanden 2013: Uitbreiding met 1 Brede Schoolsamenwerkingsverband. Het Oké-zorgnetwerk in Almere Achtergrond De gemeente Almere heeft in 2005 met een scala aan maatschappelijke partners een samenwerkingsmodel en denkkader ontwikkeld, het zogenoemde Oké-punt en de Almeerse Zorgpiramide voor de zorg aan jeugd. De genoemde basisstructuur - als drager voor de 5 WMO-functies rondom opvoeden en opgroeien van kinderen en ondersteuning van ouders - omvat de volgende elementen: • Een fysiek punt voor ouders en jongeren waar ze terechtkunnen voor vragen bij opvoeding en opgroeien, het OKé-punt, gekoppeld aan 15 gezondheidscentra verdeeld over Almere; (Informatie en adviesfunctie voor ouders en jongeren) • Afspraken over netwerksamenwerking tussen maatschappelijke partners op de domeinen zorg, onderwijs, veiligheid en welzijn; • Het Almeerse opschalingsmodel: dit houdt in dat er een procescoördinator ingeschakeld wordt wanneer 4 of 5 professionals betrokken zijn bij een kind of een gezin; deze functionaris coördineert het proces van signalering tot en met coördinatie van interventies, evaluatie en afschaling; wanneer desondanks het proces van hulpverlening stokt, kan een brandpuntfunctionaris met doorzettingsmacht worden ingeschakeld; • Uitbreiding van aantal én capaciteit van beschikbare interventies en programma’s, zo veel mogelijk bewezen effectief of veelbelovend, voor niet-geïndiceerde hulp en ondersteuning van jongeren en gezinnen; • Afspraken over integrale scholing op vroegsignalering en gespreksvoering met ouders en netwerksamenwerking op stadsdeelniveau en met integrale samenstelling van deelnemers; • Inzet op communicatie en netwerkversterking voor professionals, o.a. middels een jaarlijkse werkconferentie. Gemeente en maatschappelijke partners hebben bovenstaande afspraken belegd in het Actieplan Almere Ketenzorg Jeugd; dit Actieplan is uitgevoerd en verder ontwikkeld en in de jaren 2006-2008. Belangrijke procesvoorwaarde was het gegeven dat al werkende weg deze nieuwe werkwijze en manier van samenwerken in de praktijk werd beproefd en al doende ook bijstelling en evaluatie plaatsvond. Gelijktijdig werd medio 2008 een proces van herijking van het integrale Jeugdbeleid gestart om opnieuw te kijken welke prioriteiten voor de eerstkomende vijf jaar op het brede thema Jeugd dienden te worden benoemd. De gemeente trok dit proces in nauwe samenwerking met maatschappelijke ketenpartenrs. Ambitie De gemeente en de maatschappelijke partners in de domeinen zorg, onderwijs, veiligheid en welzijn hebben actief de omslag gemaakt naar inzet op vroegsignalering en preventie. Hierdoor zullen op den duur minder kinderen, jongeren en gezinnen een beroep doen op zwaardere vormen van hulp en ondersteuning. Integrale aanpak op de leefdomeinen van jongeren is het devies vanuit de principes: - van curatief naar preventief; - de burger is aan zet; - netwerksamenwerking van maatschappelijke partners, lokale en provinciale overheid. Deze omslag ondersteunt de gekozen preventiestrategieën van vanzelfsprekende veiligheid en wijken van waarde. (nieuwe vormen van preventie, betere signalering door samenwerking van instellingen en integrale aanpak in sociaal en fysiek domein; ontwikkeling sociale acupunctuur in wijken en opzetten van collectief particulier opdrachtgeverschap). Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
17
De basisvoorzieningen voor kinderen en jongeren op orde brengen zodat zij gezond en kansrijk kunnen opgroeien, een startkwalificatie behalen en een actieve plek in de samenleving verwerven. Door integrale aanpak en integraal jeugdbeleid versterking van de inzet op onderdelen om sociale stijging, minder hulpbehoevendheid en versterking van eigen kracht in te zetten. Om de meerwaarde van deze innovatieve werkwijze te realiseren, hebben de maatschappelijke partners en de gemeente grote behoefte aan vrije ruimte, los van bestaande, veelal verkokerde wet- en regelgeving en financiële verantwoordingskaders. Partners en gemeente willen deze integrale aanpak en samenwerking via gemeenschappelijke voorzieningen en gezamenlijke programma’s daadwerkelijk gestalte te geven. Twee voorbeelden: Vier instellingen op het gebied van residentiële geïndiceerde Jeugdzorg, Jeugd-GGZ, straf- en civielrechtelijke jeugdzorg en speciaal voortgezet onderwijs voor cluster 3 en 4 leerlingen hebben een overeenkomst gesloten om de toekomstige voorziening voor gesloten jeugdzorg (civielrechtelijk) gezamenlijk te bouwen en een geïntegreerd programma te bieden aan de jongeren die hier tijdelijk verblijven. Bindende noemer is het concept van een duurzame jeugdzorg, zowel qua gebouw als qua behandeling, onderwijs en begeleiding van jongeren naar een zelfstandige plek in de maatschappij. Momenteel lopen de betrokken organisatiesj echter aan tegen belemmeringen om deze ambitie te realiseren omdat bestaande wet- en regelgeving en financieringsvoorwaarden niet geënt zijn op een integrale aanpak. Ander voorbeeld: Almere heeft zeer weinig zelfstandige vormen van speciaal onderwijs, omdat hiervoor destijds geen toestemming werd verleend. Vooruitlopend op landelijke ontwikkeling is in Almere via het experiment van de Stichting Gewoon Anders (SGA = een samenwerkingsverband tussen bijna alle schoolbesturen in Almere) inzet gepleegd op het plaatsen van leerlingen binnen het reguliere onderwijs met aanvullende ondersteuning en begeleiding. In het kader van Passend Onderwijs is opnieuw door schoolbesturen en organisaties op het gebied van jeugdzorg en jeugdhulpverlening bekeken welke mogelijkheden er zijn om pilots Passend Onderwijs te starten, die naadloos aansluiten op de ontwikkelde Oké-netwerksamenwerking en de ambitie tot een integrale aanpak. Hier speelt met name een belemmerende rol dat vanwege de specifiek situatie in Almere de bekostiging van vormen van speciaal onderwijs via het SGA-model minder gunstig uitpakt dan in gemeenten met een traditioneel opgebouwd speciaal onderwijs. Ook hier hebben gemeente in haar verantwoordelijkheid voor passende onderwijshuisvesting en de andere partners op onderwijs en zorg dringend behoefte aan een bekostigingsstructuur, die enerzijds recht doet aan het experimentele karakter, anderzijds de risico’s van deze proeven van Passend Onderwijs niet eenzijdig op schoolbesturen en gemeente afwentelt. De rode draad bij deze voorbeelden is de behoefte om samen met het rijk te onderzoeken hoe deze innovatieve samenwerkingsvormen en een integrale aanpak daadwerkelijk gerealiseerd kunnen worden binnen de beschikbare financiële kaders maar met een maximale regelruimte qua verantwoording en wet- en regelgeving. Organisatie De organisatie van het integraal jeugdbeleid is belegd bij de betrokken gemeentelijke diensten en de belangrijkste maatschappelijke partners met een trekkersrol voor de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. In het programma Jeugd worden de doelstellingen uit de programmabegroting van de raad geïntegreerd met de 5 prioriteiten van het herijkte jeugdbeleid (2009). Daarnaast vindt er voor 3 aandachtswijken een gebiedsgerichte vertaling plaats op het thema Jeugd. Momenteel wordt deze aanpak nog verder ontwikkeld als onderdeel van een werkwijze waarbij maatschappelijke vraagstukken via een integrale benadering en samen met partners in de stad worden beantwoord. Op strategisch, tactisch en operationeel niveau vindt er overleg plaats over Jeugd als breed thema in een gezamenlijke setting van gemeente en maatschappelijke partners. Deze overleggen op de drie niveaus sturen op borging van het Oké-zorgnetwerk, op implementatie van coördinatie van zorg en het opschalingsmodel, op de Okézorgnetwerksamenwerking én op de verbindingen tussen de domeinen zorg, onderwijs, veiligheid Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
18
en welzijn. De ontwikkeling van de 5 prioriteiten binnen het integraal jeugdbeleid van de gemeente Almere heeft plaatsgevonden in de Kerngroep Jeugd (strategisch niveau) en de Adviesgroep Jeugd (tactisch niveau). Dit betreft een innovatieve werkwijze en een samenwerking die leidt tot het gezamenlijk benoemen van doelstellingen en beoogde resultaten en het ontwikkelen van indicatoren om deze resultaten periodiek aan af te meten. Tegelijkertijd vindt er een wisselwerking met de professionals in de dagelijkse praktijk plaats (o.a. via de werkgroep Jeugd op operationeel niveau) en wordt er een vertaalslag gemaakt van het integraal jeugdbeleid en de prioriteiten jeugd naar een gebiedsgerichte aanpak in drie aandachtswijken. Hierbij is continue aandacht geboden voor communicatie en benoemen van bestaande afspraken en werkwijze, zeker omdat in een New Town als Almere organisaties blijvend nieuw personeel aantrekken, die meegenomen dienen te worden in een succesvolle aanpak. De gemeente spreekt de maatschappelijke partners aan op het zelf verantwoordelijkheid nemen voor de aanpak van maatschappelijke opgaven. Het faciliteren en ondersteunen van dit proces is een taak van de gemeente; tegelijkertijd is de afspraak dat niet alleen de gemeente het voortouw neemt bij het ontwikkelen van een gezamenlijke visie en aanpak voor vraagstukken op de domeinen zorg, onderwijs, veiligheid en welzijn. Financiering De beschikbare financiën worden ingezet op: - de wettelijke verplichtingen voor de jeugdgezondheidszorg van 0 – 19 jaar en logopedie; - de informatie- en adviesfunctie voor ouders en 0ngeren via de OKépunt, website en Okételefoon; - coördinatie van zorg via de jgz-organisaties en via bekostiging van de nieuwe functies van procescoördinatoren (1,8 fte) en brandpuntfunctionaris (0,75 fte); - aanbod van lichte en middelzware vormen van zorg, ambulante hulpverlening en ondersteuning van gezinnen; - jeugd maatschappelijk werk en schoolmaatschappelijk werk In totaal gaat het om een inzet van € 6.987.600,-. op de 5 functies Jeugd binnen de wet maatschappelijke ontwikkeling. De gemeente bekostigt uit eigen gemeentelijke middelen € 2.140.000,-.; Het rijk betaalt € 4.847.500,-. via de brede doeluitkering jeugd en gezin. Uiteraard omvat het totale integrale jeugdbeleid ook andere financieringsbronnen via gemeentelijke middelen en rijksuitkeringen; deze zijn in het bovenstaande niet opgenomen. Tijdslijn In 2010 vindt een verdere doorontwikkeling plaats brede thema Jeugd; belangrijke elementen hierin zijn het borgen van de bestaande afspraken en werkwijze op tactisch en vooral ook operationeel niveau en het versterken van het draagvlak bij de werkers in de praktijk van alledag. Geïnvesteerd zal worden in de kwaliteitsverbetering van de zorgstructuur in het MBO . Daarnaast zal onderzocht worden hoe met name aan de doelgroep LVB, licht verstandelijk beperkten, en aan gezinnen met een geringe sociale redzaamheid , langdurige vormen van stut en steun kunnen worden geboden zonder deze mensen levenslang afhankelijk te maken van anderen. Verder wordt in 2010 gewerkt aan definiëren van concrete resultaten van de prioriteiten in het programma jeugd en daaraan gekoppelde indicatoren benoemen; het opschalingsmodel wordt geëvalueerd en de meerwaarde geborgd. 2011- 2014 Uitvoering van de bestuurlijke programma’s en het programma jeugd; de doelen en inhoud daarvan zijn afhankelijk van de uitkomsten van de gemeenteraadsverkiezingen.
Leren in de wijk Achtergrond De woonwijken van Almere kenmerken zich door een karig voorzieningenaanbod, zowel Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
19
maatschappelijk als commerciëel. Hierdoor laat de levensigheid te wensen over en ontbreken (voldoende0 mogelijkheden voor ontmoeting. Tegelijkertijd kent Amere een bovendemiddeld percentage VMBO- en MBO-leerlingen die in het kader van hun opleiding in de wijk werkervaring kunnen op doen. Ambitie Leerllingen houden binding met hun wijk en hun stad en dragen tegelijkerttijd bij aan het voorzieningenaanbod doordat zij functies in stand houden die niet commerciëel te exploiteren zijn en werkgevers leggen in een vroeg stadium contact met potentiële medewerkers. Organisatie Op dit moment zijn er al concrete voorbeelden in Almere van leerwerkbedrijven. Het ROC is een cruciale partner bij de ontwikkeling hiervan. De vorm van het leerwerkbedrijf is sterk afhankelijk van de opleidingen van het ROC in combinetie met de vraag en/of mogelijkheden in de wijk. Voorbeelden zijn: • Een buurtrestaurant als onderdeel van een multifunctionele accommodatie waarin ook een brede school en een vrijetijdscentrum zijn ondergebracht, Sanmenwerking met de welzijnsstichting. • Activiteiten begeleiding op de playgrounds in samenwerkingmet de VMBO school, de welzijnsstichting en de stichting Talent in Opleiding Daarnaast zijn er tal van mogelijkheden die nog verder uitgewerkt kunnen worden, bij voorbeeld op het terrein van de opleiding Orde & Veilighrid in combinatie met toezicht in de wijk of Welzijn & Begeleiding in combinatie met het activiteitenaanbod in de wijken. Financiering Omdat het hier maatwerk betreft, kan niet in algemene zin aangegven worden wat de leerwerkbedrijven kosten.. In de praktijk wordt een combinatie gemaakt van reguliere middelen vanuit het ROC, en de andere samenwerkingspartners en een deel subsidie vanuit de gemeente. Tijdslijn 2010 2011 2012 2013
Uitbreiding met 1 leerwerkbedrijf Uitbreiding met 1 leerwerkbedrijf Uitbreiding met 1 leerwerkbedrijf Uitbreiding met 1 leerwerkbedrijf
Talentontwikkeling Achtergrond Zoals uit de inleidende tekst van het thema Sociale Stijging al blijkt, heeft Almere een duidelijke opgave op het terrein van het verbeteren van de leerresultaten van haar leerlingen. In eerste instantei gaat de aandacht daarbij uit naar het wegwerken en voorkomen van achterstanden. Daarnaast kent Almere ook leerlingen die meer dan gemiddeld getalenteerd zijn. Deze leerlingen vragen net zo goed om een aanbod dat recht doet aan hun mogelijkheden en behoeften. Ambitie De leerlingen met een hoog IQ (>130) zijn in de praktijk niet zelden ‘onderpresteerders’ die soms ook gedragsproblemen laten zien in de klas. Dit komt voor een belangrijk deel doordat binnen het reguliere onderwijs te weinig ruimte is om een aanbod te doen wat aansluit bij de behoefte van deze leerlingen. Vandaar dat in Almere gestart wordt met zogenaamde ‘Lenardoklassen’ gekoppeld aan een reguliere basisschool. In de Leonardoklas (onder-, midden- en bovenbouw) krijgen kinderen in groepen van maximaal 15 leerlingen, onderwijs van speciaal getrainde leerkrachten.. Het onderwijs sluit aan bij de interesses en nintelligentie van de leerlingen . Op deze manier kunnen kinderen met bijzondere talenten zich in hun eigen stad naar vermogen ontwikkelen. Organisatie De Almeerse Scholengroep kiest ervoor om op verschillende basisscholen, verdeeld over de stad, Leonardoklassen te starten. Voor de uitwerking van dit onderwijsconcept wordt nauw samengewerkt met de Leonardostichting. Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
20
Financiering De Almeerse Scholengroep (ASG) heeft hiervoor een subsiedie aanvraag gedaan bij het Rijk die gehonoreerd is, Medio 2010 start de ASG met dit aanbod Verlengde schooldag / Zomerschool Achtergrond In 2006 is een start gemaakt met een geleidelijke invoering van de nieuwe gewichtenregeling (op basis van opleidingsachtergrond van de ouders, de component etniciteit speelt geen rol meer). Vanaf het schooljaar 2010- 2011 wordt volledig uitgegaan van de nieuwe gewichtenregeling. Vanaf 2006 zijn nadelige gevolgen voor scholen deels gecompenseerd. De compensatieregelingen gelden in schooljaar 2010-2011 voor het laatst. De invoering van de nieuwe gewichtenregeling heeft voor het Almeerse basisonderwijs grote gevolgen. In een brief van het ministerie van OCW/staatsecretaris Sharon Dijksma van 13 februari 2009 wordt Almere met name genoemd als stad die aan middelen moet inboeten. Behalve al bestaande compensatieregelingen heeft het ministerie van OCW met ingang van schooljaar 2009-2010 een subsidieregeling onderwijstijdverlenging basisonderwijs in het leven geroepen. Deze regeling is bedoeld om achterstand op het taal- en rekngebied bij achterstands- en onderpresterende leerlingen op te heffen door verlenging van de effectieve onderwijstijd . Deze onderwijstijd moet door bevoegde leerkrachten gegeven worden. De projecten die in het kader van deze regeling ingediend zijn moeten duurzaam positieve effecten op de prestaties van de deelnemende leerlingen teweeg brengen.
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
21
Ambitie Verbeteren van taal- en rekenprestaties d.m.v. vergroten van effectieve leertijd tijdens of na schooltijd/binnen het curriculum. Verhogen van de motivatie van leerlingen Organisatie De Zomerschool wordt ontwikkeld door een projectleider die aangesteld is bij de Almeerse Scholen Groep. De zomerschool zal voor het eerst worden uitgevoerd in de zomer van 2010 en richt zich op ongeveer 110 leerlingen van 4 basisscholen in Almere Haven en ongeveer 120 leerlingen van 5 basischolen in Almere Buiten. Alle leerlingen komen uit de groepen 6, 7 en 8. In beide projecten neemt de lokale school voor Voortgezet Onderwijs deel met het oog op een het bereiken van een soepele overgang tussen po en vo. De Verlengde Schooldag wordt ook georganiseerd door een proiect leider van de Almeerse Scholengroep en wordt uitgevoerd met drie basisscholen uit Almere Stad west in nauwe samenwerking met de lokale voschool. Financiering Uit de regeling Experimtenen Onderwijstijdverlenging: 1,7 miljoen euro voor een periode van 2009 t/m 2013 voor de zomerscholen 2, 3 miljoen euro voor 2009 t/m 2013 voor de verlengde schooldag. Tijdslijn de projecten lopen van het scholljaar 2009/2013 tot en met het schooljaar 2012/2013, Schooljaar 2009/2010 wordt voor een deel besteed aan de uitwerkign avn de projecten. Verwachte start uitvoering Verlengde Schooldag: januari 2010, zomerschool: zomer 2010. Jongerenbemiddeling Achtergrond Jongeren zijn in de Almeerse woonwijkwn vaak nadrukkelijk aanwezig. Vaak niet eens in de eerste plaats door wat ze doen, maar vooral omdat ze met meer zijn en het fijn vinden om buiten rond te hangen. Dit leidt nog al eens tot overlast gevoelens vij andere, vaak volwassen, buurtbewoners. De communicatie tussen jongeren en andere bewoners, maar ook tussen (groepen) jongeren onderling, verloopt niet altijd voorspoedig Ambitie De welzijnsstichting de Schoor leidt jongeren op tot jongerenmemiddelaar: Zij krijgen een gedegen training waarin gespreksvaardigheden en de methodiek van het bemiddelen centraal staan. De jongeren zijn, na certificering, beschikbaar om te bemiddelen in conflicten waarbij jongeren(groepen) betrokken zijn. Jongeren bemiddelen altijd in aanwezigheid van de projectleider jongerenbemiddeling en opereren altijd in een duo. Wanneer het gaat om een probleem tussen volwassenen en jongeren wordt vaak samengewerkt met buurtbemiddeling. Jongerenbemiddelaars kunnen alleen op initiatief van (jongeren)bewoners worden ingezet zijn onpartijdig en helpen jongeren hun kant van het conflict te verwoorden en oplossingen te vinden. Hierdoor leveren zij een bijdrage aan de sociale kwaliteit in de wijk. De jongerenbemiddelaars zelf vergroten hun eigen sociale vaardigheden en kwalificeren zich beter voor opleiding of baan. Organisatie Jongerenbemiddelaars werken onder begeleiding van een coördinator. Deze coördinator zorgt voor de werving en training van de jongerenbemiddelaars en is hun eerste aanspreekpunt. Bij de coördinator komen ook alle aanvragen voor bemiddeling binnen. De coördinator beoordeeld of een aanvraag geschikt is voor bemiddeling en zorgt voor de samenstelling van een koppel bemiddelaars dat het best past bij de vraag. Jongerenbemiddelaars voeren, altijd in aanwezigheid van de coördinator eerst een gesprek met de aanvragende partij. Daarna volgt een gesprek met de tweede partij en tot slot volgt het bemiddelingsgesprek. De coördinator is verantwoordelijk voor de nazorg. Jongerenbemiddeling kent m’t buurtbemiddeling één stuurgroep waarin de Schoor, de gemeente, de corporaties en de politie vertegenwoordigd zijn. Financiering Tijdslijn: Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
22
Stewards Sinds schooljaar 2008/2009 maakt scholengemeenschap de Meergronden gebruik van leerlingenstewards bij de surveillance in de pauzes en tijdens schoolfeesten. De leerlingen kiezen vrijwillig voor deze taak. Leerlingen worden voor aanvang van hun stewardtaak getraind in het omgaan en aanspreken van medeleerlingen door een professionele trainer. Daarnaast krijgen ze een BHV training. De leerlingen worden begeleid door de vaste surveillant van De Meergronden. Dit schooljaar zijn ruim 40 stewards actief. Ze komen uit alle afdelingen van de school. De samenwerking tussen de stewards, of het nu BBL leerlingen of VWO leerlingen zijn, is goed. Ze helpen elkaar, spreken elkaar ook aan en zorgen gezamenlijk voor een prettige sfeer in school en op het schoolplein. Dit schooljaar onderzoeken we of de stewards ook hun taak in het centrum van Almere Haven mogen en kunnen doen. De school is op eigen initiatief met dit project gestart en draagt de volledige kosten. De stewards worden niet betaald maar ontvangen soms een kleine attentie (gratis toegang tot schoolfeesten, een mooie pen) en krijgen na hun taak wat te eten en te drinken. De kosten voor De Meergronden bestaan uit: - Loonkosten vaste surveillant en begeleider (incl. werkgeverslasten) 40.000 p.j. - Begeleiding, organisatie en verantwoordelijkheid door afdelingsleider (S12) 60 uur p.j. - Kosten training 3.500 p.j. - Kosten BHV training 4.100 p.j. - Kleding stewards (polo’s en jassen inclusief bedrukken) 1.730 - Fiets surveillant 450 Regels waar de steward op toeziet Voor een prettige sfeer in de school zien de stewards toe op de handhaving van de kanjerregels, gedrag, respect, verbaal of fysiek geweld, netheid, roken, verbod gebruik mobiele telefoons, stalling fietsen en brommers, gebruik alcohol en drugs, verbod dragen van wapens. Wat vragen wij van het Rijk - de nieuwe gewichtenregeling voor de verdeling van het budget voor-en vroegschoolse educatie heeft door het wegvallen van de ethniciteit een negatief gevolg voor veel Almeerse scholen. Daarnaast heeft de compensatieregeling voor armoedecompensatiegebieden onvoldoende werking in Almere, omdat door de gespreide woningbouw inwoners met lage inkomens niet of nauwelijks in grote clusters, of scholen zich juist niet in dat gebied bevinden. In de nieuwe regeling lopen scholen hierdoor aanzienlijke budgetten mis. Beter lijkt de compensatuieregeling armoedecumulatiegebieden niet te koppelen aan scholen, maar op stedelijk niveau te bekijken. - de bekostigingsregeling voor schooluitval aan te passen op de effecten van sterk groeiende steden. ffskipp - het bestaand budget voor Gezond in de Stad ook open te stellen voor Almere en de andere Ortegagemeenten. - de verdelingscriteria van het gemeentefonds voor het budget realisatie scholenbouw houden onvoldoende rekening met de pieken van leerlingen in het basionderwijs in sterk groeiende steden. - de kwaliteitsaanpak op de meest zwakke scholen te ondersteunen en middelen beschikbaar te stellen om de resultaten van die aanpak te verbreden en te generaliseren naar kennis van en methoden voor effectieve interventies en aanpakken om de kwaliteit van het (basi) onderwijs daadwerkelijk en duurzaam te verbeteren. Ook zou het interessant zijn om te onderzoeken of er , buiten de onderwijsinhoudelijke aspecten, andere, sociaal/economische aspecten wellicht specifiek zijn voor Almere die een van aantoonbare invloed zijn op de kwaliteit van het onderwijs en/of de opbrengsten van het onderwijs.
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
23
Businesscase 2: Koester sociaal kapitaal, organiseer maatschappelijke participatie Het principe ‘mensen maken de stad’ is wellicht het belangrijkste principe als het om stedelijke transformatie gaat. Maar vaak komen in die processen mensen op de laatste plaats. Alle aandacht gaat uit naar zichtlijnen, bouwmassa’s, grondprijzen, infrastructuur, bvo’s enz. Natuurlijk, ook stedenbouwkundigen en architecten weten dat er uiteindelijk levende mensen zullen wonen, werken en bewegen in de virtuele wereld van de maquette en de (digitale) tekentafel.
Bij de schaalsprong die Almere mogelijk gaat maken geldt het principe des te meer, omdat deze vorm van transformatie nadrukkelijk de hele stad ten goede moet komen. In deze sociale agenda wordt een aantal voorstellen daarvoor ontwikkeld. Als een rode draad daardoor heen loopt de ambitie om Almeerders hierbij te betrekken. Niet zozeer als insprekers – hoewel deze fase ongetwijfeld ook zal aanbreken – maar als partners. Zoals het stimuleren van initiatieven die de kwaliteit en leefbaarheid in de eigen woonomgeving verbeteren, waarbij buurtbewoners zelf de zeggenschap hebben en verantwoordelijkheid dragen. Dat kan variëren van het particulier opdrachtgeverschap bij het bouwen van de eigen woning tot medezeggenschap in het wijkbeheer stimulering om mensen in zichzelf en hun kinderen te laten investeren. Zoals het uitdagen van de ‘elite’ in Almere om met ideeën en inzet van hun netwerken bestaande of nieuwe vormen van culturele activiteiten verder te ontwikkelen. Niet alle bewoners zijn daar op voorhand even goed voor toegerust. Ook hier geldt weer dat de integrale wijkaanpak een goed kader biedt waarbinnen mensen zich kunnen ontwikkelen op de participatieladder van ‘ thuis voelen’, via ‘mee doen’ naar ‘initiatief nemen’. Afhankelijk van de mogelijkheden van bewoners(groepen), zijn er verschillende aanpakken die kunnen worden ingezet:. Hieronder volgt een overzicht van mogelijke instrumenten en methodieken. Het Activeringcentrum Achtergrond In de Almeerse signaalwijken wonen relatief veel mensen in een uitkeringssituatie die niet participeren aan hun leefomgeving. In de Integrale Wijkaanpak is een methodiek ontwikkeld die met succes jde bewoners met een grote afstand tot de arbeidsmarkt weet te bereiken en te activeren. Ambitie Het doel van het activeringscentrum is om werkzoekenden/bewoners met een grote afstand tot de arbeidsmarkt maatschappelijk te laten participeren door deelname aan het Activeringscentrum. De insteek is in eerste instantie het verrichten van niet-betaalde activiteiten in de wijk. Uitgangspunt hierbij is voor en door wijkbewoners. Deelname is tijdelijk, met een maximumtermijn van een jaar. Uiteindelijk is het doel doorstroming naar stages, vrijwilligerswerk, reguliere re-integratietrajecten of eventueel betaald werk. Verder draagt het activeringscentrum bij aan doelstellingen die in de sfeer van de WMO liggen: vergroting van de leefbaarheid en de sociale cohesie in de wijk. Door het scholingstraject maken de wijkbewoners (zelf wonend in de prioriteitswijken) een persoonlijke groei door en doen ervaring op met werken. Het doorstromen naar reguliere re-integratietrajecten komt daarmee dichterbij. In de tussentijd doen de wijkbewoners waardevolle dingen in de wijk. Denk aan kleine klusjes in het openbaar gebied, maar ook bij mensen thuis. Zoals helpen met boodschappen doen of met de honden wandelen. Op deze manier worden ze weer actief betrokken bij de samenleving en wordt een bijdrage geleverd aan de leefbaarheid in de wijk. Uiteindelijk wordt er naar gestreefd dat de wijkbewoners de regie over hun leven weer in eigen hand nemen en volop meedoen in en voor de Almeerse samenleving. In eerste instantie richt deze aanpak zich op uitkeringsgerechtigden vanuit de Sociale Dienst, uiteindelijk kunnen alle bewoners met een activeringsvraag of –behoefte bij het activeringcentrum terecht. Organisatie Projectstructuur: Er is een aantal overleggen rond het Activeringscentrum: • Wekelijks overleg tussen deelnemer en klantmanager. Hierin wordt de voortgang besproken en vastgelegd in een voortgangsverslag; • Inhoudelijk overleg tussen klantmanagers en teamleider. Dit vindt elke twee weken plaats. Hierin wordt de dagelijkse gang van zaken besproken; • Projectgroepoverleg. Hieraan nemen de klantmanagers, de projectleider WMO, Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
24
•
vertegenwoordigers van de woningcorporatie en van de afdeling Brein en de kwartiermaker van Radar deel; Projectgroep Integrale Wijkaanpak . Dit overleg vindt elke zes weken plaats en heeft betrekking op alle zaken in het kader van integrale aanpak van de betreffende wijk. Een vertegenwoordiger van Sociale Zaken neemt daaraan deel. Onder andere de voortgang van allerlei projecten, waaronder het activeringscentrum, komt hier aan de orde. Aan dit overleg neemt een groot aantal partijen deel: naast de gemeente, de politie, corporaties, gezondheidszorg, de welzijnsstichting, vertegenwoordigers vanuit het onderwijs e.d.
Financiering Het activeringcentrum vraagt om een centraal gelegen accommodatie in de wijk met kantoorruimte, cursusruimte en een spreekkamer. Afhankelijk van de mogelijkheden in de wijk is hiervoor een incidenteel budget nodig van gemiddeld € 17.500 per jaar per centrum en structureel € 265.000 per jaar per centrum. De activeringscentra worden gefinancierd uit het P-budget (Wdeel). Tijdslijn 2009: Uitbreiding naar tweede en derde wijk in Almere 2010: 2011: 2012: 2013: Integraal Netwerk Achtergrond De wijken die in aanmerking komen voor een Integrale Wijkaanpak, kenmerken zich door een relatief grote groep bewoners in een kwetsbare positie. Zij hebben vaak problemen op meer dan één terrein. Daardoor zijn er meerdere organisaties op het terrein van hulp- en dienstverlening betrokken bij deze bewoners, soms zonder dat zij het van elkaar weten. Deze situatie leidt tot verwarring bij de betreffende bewoner(s) en inefficiënte, ineffectieve hulp- en dienstverlening. Om deze situatie te verbeteren, is, in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning een methodiek ontwikkeld waarbij signalering van, en hulp- en dienstverlening aan mensen die te maken hebben met meervoudige problemen integraal wordt aangeboden onder regie van een netwerkcoordinator. Ambitie De hulp- en dienstverlening aan mensen met meerdere problemen wordt snel en doelmatig georganiseerd en gecoördineerd met als doel dat bewoners zo snel en zo veel mogelijk de regie op hun eigen leven (terug) kunnen nemen. Op het niveau van 1 of meerdere signaalwijken is een Integraal Netwerk actief onder aanvoering van een coördinator. Dat wil zeggen dat 21 organisaties op het terrein van welzijn, zorg en / of wonen hun signalen over bewoners waar zij zich zorgen over maken, inbrengen bij de coördinator van het betreffende gebied. Deze zorgt ervoor dat de juiste partijen betrokken worden per klant en wijst, in geval van complexe problematiek, één partij aan die de eindverantwoordelijkheid neemt voor de hulp- en dienstverlening aan de betreffende persoon. De coördinatie van het Integrale Netwerk wordt geleverd door of de welzijnstichting, of vanuit de gezondheidszorg. De coördinatoren treffen elkaar regelmatig voor scholing en intervisie. Uitgangspunt bij de coördinatie is dat steeds gekeken wordt of per klant een welzijnsaanbod volstaat of dat er (ook) zorg geboden wordt. In de praktijk blijkt namelijk dat achter 80% van de zorgvragen eigenlijk een welzijnsvraag schuilt. Organisatie 21 organisaties op het gebied van welzijn zorg en of wonen hebben begin 2008 een convenant ondertekend waarin zij zich medeverantwoordelijk verklaren voor het functioneren van het Integrale Netwerk. Het Integrale Netwerk is geen organisatie maar een samenwerkingsverband met de coördinator als spin in het web. Veel van de signalen worden telefonisch ingebracht en gecoördineerd. Dit bevordert een slagvaardige werkwijze in het belang van de bewoner. Voor die signalen waar de coördinator meerdere organisaties moet spreken om gezamenlijk de juiste Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
25
aanpak te kunnen bepalen, worden ‘ronde tafel’ gesprekken georganiseerd. De 21 organisaties zijn, op afroep van de coördinator, beschikbaar voor deze gesprekken. Ook wanneer een traject met een persoon wordt afgesloten, wordt dat gemeld bij de coördinator.
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
26
Financiering Coördinatie, 16 uur per netwerk voor 4 netwerken Gemeente Projectleiding 16 uur Gemeente 3 netwerken en PL samen ongeveer 100.000 Scholing Deelname aan de Integrale Netwerken 21 organisaties Dekking Rijk (claim) Uitbreiding coördinatie met 4 netwerken Tijdslijn 2009: Uitbreiding van 3 naar 4 Integrale Netwerken 2010: Uitbreiding met 1 netwerk 2011: Uitbreiding met 1 netwerk 2012: Uitbreiding met 1 netwerk 2013: Uitbreiding met 1 netwerk Achter de Voordeuraanpak Achtergrond In het kader van de Integrale Wijkaanpak wordt vaak ingezet op (preventieve) renovatie van de meest kwetsbare woningcomplexen. Hiervoor wordt door de corporatie altijd een technisch woonwensenonderzoek gedaan. Dit woonwensenonderzoek is de aanleiding om ook een onderzoek te doen naar de wensen van bewoners op het gebied van (ondersteuning bij) persoonlijke ontwikkeling. Dit onderzoek gebeurt middels een persoonlijk interview aan de hand van een (beknopte) vragenlijst die in het kader van de WMO ontwikkeld is. Het bereik met deze methode is hoog: In het eerste experiment met deze aanpak zijn 178 van de 192 adressen daadwerkelijk bezocht, 87% van de bewoners heeft zich akkoord verklaard met de renovatieplannen (waarvan 5% niet bereikt is), 18 huishoudens zijn doorgeleid naar het Integrale Netwerk, 33 huishoudens hadden behoefte aan specifieke activiteiten waar vanuit de Buurtontmoetingsruimte (zie hierna) op ingespeeld wordt. Deze positieve resultaten rechtvaardigen de tijdsintensieve aanpak; een gemiddeld interview kost 50 minuten + de tijd om de gegevens te verwerken en om te zetten in acties.. Ambitie Alle bewoners van te renoveren corporatiewoningen zijn bezocht en hebben de mogelijkheid gehad om middels een interview waarin verkend is of er behoefte en/of aanleiding is, ondersteuning te krijgen bij de persoonlijke ontwikkeling. Met deze aanpak wordt methodisch gewerkt aan de mogelijkheid voort (kwetsbare) bewoners om zich verbonden blijven voelen met hun wijk en hen de mogelijkheden te bieden om zich verder te ontwikkelen. Door deze persoonlijke aanpak, neemt het draagvlak voor de preventieve stedelijke vernieuwing toe. Verder vormt dit instrument een uitstekende basis voor een gericht armoedeaanpak (: Armoede hotspotsaanpak” zie bijlage 2) maar ook voor de innovatie van het bestaande aanbod op het terrein van wonen, welzijn en zorg Organisatie In deze aanpak wordt samengewerkt tussen de corporaties, de welzijnsstichting, de Gemeente en het Integrale Netwerk. De corporatie stemt de planning van de woonwensenonderzoeken af met de welzijnsstichting en de gemeente. In koppels van corporatiemedewerker en opbouwwerker worden alle adressen van te renoveren woningen bezocht en wordt de WMO vragenlijst afgenomen. Waar nodig of gewenst wordt naar aanleiding van het interview doorgeleid naar passende zorg of dienstverlening (via het Integrale Netwerk) of aanbod op het gebied van activering en ontplooiing. De interviewers krijgen ter voorbereiding een training. Financiering Inzet corporatie medewerkers Corporatie Inzet opbouwwerk Welzijnsstichting/ Training interviewers Inzet Integraal Netwerk (regulier) Dekking Rijk (claim) Uitbreiding aanpak naar 3 andere wijk.
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
Gemeente (extra)
27
Tijdslijn 2009: Uitbreiding Achter de Voordeuraanpak in derde wijk 2011: Uitbreiding met 1 wijk 2013: Uitbreiding met 2 wijken De exacte planning is afhankelijk van de renovatieplannen van corporaties in de wijken. -
Thuisadministratie Achtergrond De opzet van het project ‘Thuisadministratie’ is om mensen thuis individuele begeleiding te geven (van vrijwilligers en stagiaires) bij het opzetten van hun financiële administratie. Het project ‘Thuisadministratie’ richt zich op mensen die de grip op hun financiën dreigen te verliezen of al verloren hebben. Mensen met schuldenproblematiek zullen worden doorverwezen naar het BBA (Budget Bureau Almere). Het beoogde resultaat is dat een klant na de begeleiding in staat moet zijn zelfstandig of met behulp van derden (geen hulpverlening) een gezonde financiële administratie te voeren. Het achterliggend idee is dat een zorgvuldig bijgehouden financiële administratie bijdraagt aan het voorkomen van schulden, danwel ergere schulden voorkomt. Een belangrijke taak hierbij is het tegengaan van niet-gebruik van financiële voorzieningen. De klant zal daartoe invulhulp aangeboden krijgen bij het aanvragen van voorzieningen.
-
Ambitie De doelen van het project zijn: 1. Ten eerste is het project gericht op het bieden van kort/langdurige administratieve ondersteuning om te voorkomen dat mensen in financiële problemen raken. Het gaat hierbij om het ordenen en/of op orde houden van de administratie en het bieden van hulp bij het aanvragen van voorliggende voorzieningen. 2. Ten tweede is het project gericht op het gedurende korte tijd bieden van administratieve ondersteuning aan personen in een problematische schuldsituatie. Het gaat hierbij om het ordenen van de administratie, het aanvragen van voorliggende voorzieningen en het invullen van het aanvraagformulier van de financiële schuldhulpverlener. 3. Ten derde is het project gericht op het tegengaan van niet-gebruik van financiële voorzieningen. Het streven is om de bestaande financiële voorzieningen zo maximaal mogelijk te doen toekomen aan huishoudens die daarvoor in aanmerking komen (met name voor ouderen). 4. Tot slot zal het project, als nevendoel, een signalerende functie hebben. Daar waar andere, meervoudige of complexe problematiek wordt gesignaleerd zal worden doorverwezen naar specifieke hulpverlening. De Doelgroep De doelgroep van het project bestaat uit de burgers van de gemeente Almere. Deze doelgroep is onder te verdelen in vier subgroepen: 1. Klanten zonder problematische schuldsituatie en leerbaar (kortdurende hulpverlening) 2. Klanten zonder problematische schuldsituatie en niet leerbaar (langdurige hulpverlening) 3. Klanten in een problematische schuldsituatie ( kortdurende hulpverlening) 4. Klanten die moeite hebben met het invullen van formulieren (kortdurende hulpverlening) Organisatie Opdrachtgever van het project ‘Thuisadministratie’ is de gemeente Almere. Er zal binnen het project gewerkt worden met de vrijwilligersorganisatie vereniging Humanitas en met het Gilde. De coördinator van het project zal in dienst komen bij Humanitas. Zowel het Gilde als Humanitas willen samenwerken binnen dit project. Bij de sollicitatieprocedure voor de coördinator zullen daarom beide organisaties vertegenwoordigd zijn. Financiering en tijdslijn Voor het eerste jaar (2008) van het project ‘Thuisadministratie’ is er een budget van € 100.000,beschikbaar gesteld. Uit dit budget wordt de opstart van het project ‘Thuisadministratie’ bekostigd, alsmede de kosten van Stade Advies (implementatie van de projecten) en de KWIZ (bestandsanalyse).
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
28
Voor de betrokken organisatie (Humanitas) en voor kosten voortvloeiend uit de implementatie van het project is in 2008 € 38.588,38 beschikbaar. Voor de overige jaren ziet het beschikbare budget er als volgt uit:
Beschikbaar budget
2008 € 38.000
2009 € 100.000
2010 € 100.000
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
2011 € 50.000
29
Buurtontmoetingsruimte Achtergrond Almere heeft een schraal voorzieningenniveau op het gebied van ontmoeting en ontplooiing. In 2009 zijn er op ruim 185.000 inwoners in 38 wijken, 14 multifunctionele accommodaties beschikbaar, waarvan 2 als onderdeel van een Brede School(samenwekingsverband). In de praktijk blijkt dat aanbod niet (voldoende) aan te sluiten bij de behoefte van bewoners om in hun directe woon- en leefomgeving (kleinschalige) ontmoeting- en activiteitenruimte beschikbaar te hebben. In Almere wordt die behoefte nog verstekt door haar stedenbouwkundige opzet waarbij wijken vaak scherp van elkaar gescheiden worden door hoofd verkeerswegen, groene buffers of vaarten waardoor, zeker voor ouderen en jeugd, een sterke oriëntatie op de eigen wijk bestaat. Ambitie Juist bij de Integrale wijkaanpak is zo’n laagdrempelige, in het hart van de wijk gesitueerde, ruimte het bruisende middelpunt te zijn. Hier kunnen bewoners van verschillende leeftijd en culturele achtergrond terecht voor ontmoeting en activiteiten (die ze voor een belangrijk deel zelf organiseren), hier worden bewoners als vrijwilliger actief of vinden er een stage- of werkervaringsplek, (bij voorbeeld via het Activeringscentrum) en hier kunnen bewoners terecht met hun vragen en ideeën over de plannen voor de wijk doordat de corporatie, de gemeente, het opbouwwerk en de wijkagent er op gezette tijden een wijkspreekuur houden. Buurtontmoetingscentra worden niet als zodanig gebouwd, maar door bewoners en partners in de Integrale Wijkaanpak gemaakt: Het gaat vaak om ruimtes in de wijk die oorspronkelijk een andere functie hadden (bedrijfsruimte, winkelruimte) die door de corpratie beschikbaar wordt gesteld tegen maatschappelijk tarief en door bewoners met ondersteuning van het opbouwwerk wordt omgetoverd tot ‘huiskamer van de buurt’. Hiermee krijgt bewonersbetrokkenheid en de kwaliteit van samenleven in de wijk letterlijk vorm en voor veel bewoners fungeert de buurtontmoetingsruimte als springplank voor sociale stijging: Vanuit het zelfvertrouwen dat bewoners ontwikkelen als ze actief worden in de buurt, blijkt het makkelijker te worden om een volgende stap te zetten: Van de 18 vrijwilligers die bij de eerste buurtontmoetingsruimte betrokken waren, zijn er in het eerste jaar 2 hun eigen bedrijf begonnen, is er 1 weer een opleiding gaan volgen en heeft er 1 betaald werk gevonden. Organisatie De buurtontmoetingsruimte wordt, zoals hierboven al geschetst, door veel partijen gedragen. Meestal stelt de betrokken corporatie de ruimte tegen maatschappelijk tarief beschikbaar. De welzijnsstichting verzorgt het beheer, coördineert de programmering en ondersteunt waar nodig bewoners en activiteiten in het kader van een additionele opdracht vanuit de gemeente. Daarnaast zet zij ook een deel van haar reguliere uren in. Verder leveren tal van andere organisaties een bijdrage, afhankelijk van de vraag of behoefte van de wijk. Zo verzorgt het ROC cursussen voor volwassenen in de wijk, bijvoorbeeld voor taalonderwijs, maar zet ook stagiaires in vanuit verschillende MBO-opleidingen. Het voortgezet onderwijs verzorgt verwendagen voor ouderen of biedt wijkeettafels aan, het kunstencentrum organiseert van hier uit kunstzinnige projecten in de wijk maar er zijn ook buurtbewoners die hun talenten inzetten en bij voorbeelddworkshops of cursussen aanbieden voor buurtbewoners. Financiering Huisvesting (huur) Inrichting Beheer en programmering
€ € 25.000 € 50.000
corporatie en gemeente gemeente gemeente en de welzijnsstichting
Tijdslijn 2011: Uitbreiding met 1 buurtontmoetingsruimte 2013: Uitbreiding met 2 buurtontmoetingsruimten De exacte planning is afhankelijk van de renovatieplannen van corporaties in de wijken Buurtbemiddeling Achtergrond Buurtbemiddeling wordt in Almere ingezet op initiatief van bewoners. Hoewel corporaties, politie, Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
30
opbouwwerkers en wijkregisseurs van de gemeente zeker een rol hebben bij het onder de aandacht van bewoners brengen van deze mogelijkheid om een (dreigend) conflict met de buren bespreekbaar te maken, moeten bewoners zelf de stap naar buurtbemiddeling zetten. Net als jongerenbemiddeling wordt buurtbemiddeling door goed getrainde vrijwilligers uitgevoerd. Ook hier komen aanvragen voor buurtbemiddeling bij de coördinator buurtbemiddeling binnen die beoordeelt of de vraag geschikt is voor buurtbemiddeling. De coördinator zorgt voor een duo dat vervolgens zelfstandig het gesprek met de vragende partij aangaat. Hoewel de methodiek lijkt op die van jongerenbemiddeling, werken buurtbemiddelaars zelfstandig en worden zij meestal ingezet bij (dreigende) conflicten tussen 2 huishoudens en minder bij conflicten tussen groepen. Lang niet altijd zijn een gesprek met partij 1, partij 2 en het bemiddelingsgesprek van een bemiddelingsverzoek nodig om van een gelaagd e afronding te kunnen spreken. Vaak zien bewoners in de loop van het eerste of tweede gesprek zelf al mogelijkheden om, zonde buurtbemiddelaars, het gesprek met de buren aan te gaan aan de hand van de tips van de bemiddelaars. Ook hier geldt weer dat bemiddelaars onpartijdig zijn en bewoners in staat stellen eigen oplossingen te bedenken voor hun problemen met de buren. Ambitie Buurtbemiddeling vergroot het zelfoplossend vermogen van (groepen) bewoners en verbeterd het sociale klimaat in de wijk. Doordat buurtbemiddelaars bij voorkeur zelf bewoners van Almere zijn, wordt daarmee ook het proces van sociale stijging bevorderd. Organisatie De coördinator buurtbemiddeling zorgt voor werving en training van de bemiddelaars en koppelt bemiddelingsverzoeken aan een duo van bemiddelaars dat zo goed mogelijk aansluit bij de bemiddelingsvraag. Gemiddeld zijn circa 25 bemiddelaars beschikbaar. Financiering Kosten: Personeel €39.263 Organisatiekosten (inc deskundigheidsbevordering vrijwilligers €23.650 Totaal €62.889 Baten Gemeente (reguliere subsidie: €29.586 Corpraties €31.464 Totaal: €61.050 Tijdslijn Vanaf 2011 is, gezien de groei van de stad, uitbreiding van formatie nodig om meer vrijwilligers aan te kunnen trekken en meer meldingen in behandeling te kunnen nemen. Het budget zal naar verwachting met 25% moeten worden opgehoogd tot €77.000. Sociaal café Achtergrond De Sociale café’s komen voort uit de wens van uitvoerende professionals in het brede maatschappelijke veld om beter van elkaar te weten wat de ander doet, om elkaar beter te kennen. Het doel daarvan is het versterken van de sociale infrastructuur. Beter gezamenlijk kunnen inspelen op ploblemen en kansen in de wijk. De sociale café’s zijn een plek waar signalen ingebracht worden en waar praktische en creatieve oplossingen ontstaan voor zaken die de wijk aan gaan. De Sociale café’s zijn geboren in Almere Haven tijdens de Wmo-ontwikkelpilot in 2007/8. Dat eerste SC was erg succesvol en werd ervaren als uiterst nuttig. De gemeente verspreid deze methodiek nu over de rest van de stad, mede op verzoek van professionals in andere wijken/stadsdelen. Ook de nieuwe SC’s slaan aan en kennen een hoge opkomst. De Sociale Café’s zijn niet van de Gemeente, ze zijn van de professionals in een gebied. Ambitie In de komende jaren zal heel Almere gedekt worden door SC’s. Niet elk SC heeft dezelfde omvang, noch geografisch, noch qua inwonertal. De ontwikkeling van de SC’s gaat vrij organisch en de omvang past zich aan aan de situatie in een gebied. De gemeente is over het algemeen initiator en voorzitter van nieuwe SC’s maar altijd is het doel om de professionals zelf Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
31
verantwoordelijk te maken. Organisatie Eén keer per 2 maanden ontmoeten de professionals uit een wijk of stadsdeel elkaar om elkaar te informeren over de ontwikkelingen die zich in de organisaties en in de wijk voordoen. Het betreft professionals uit onder andere de gezondheidszorg, onderwijs, welzijnswerk, maatschappelijke dienstverlening, corporaties, vrijwilligerswerk. De bijeenkomst duurt 2 uur en in het eerste uur worden op een gestructureerde wijze ontwikkelingen, trends en signalen uitgewisseld . Er kunnen (hulp) vragen kunnen gesteld worden. Bv “Wie weet nog hoe ik vrijwilligers kan krijgen voor een project, wie heeft op dinsdagavond nog een ruimte beschikbaar, ik zie steeds meer kinderen zonder eten op school komen.” Het gaat nooit over individuele cliëntsituaties. Er vindt uitwisseling van ideeën plaats en er worden verbindingen tussen initiatieven en organisaties gelegd . Vaak is er in dit eerste uur een medewerker van een organisatie die wat meer vertelt over een specifiek project. In het tweede uur, dat buiten werktijd valt, ligt de nadruk op netwerken, gebruik maken van elkaar om nog een afspraak te maken en even een idee te toetsen. De lijnen zijn dan, onder het genot van een drankje uiterst kort en de resultaten verrassend. Financiering Locatie: geen wordt door een maatschappelijke partner betaald Secretariaat: bij gebiedssecretaris en gebiedsspecialist onder gebracht Consumpties en representatie: 1500, - per jaar worden bekostigd door de gemeente Tijdslijn 2008: Sociaal café in Almere haven 2009 Sociaal café Poort .Stadscentrum,Almere Buiten. Literatuurwijk, Stedenwijk, Danswijk 2010 uitbreiding in Stad West: en Oost Wat vragen wij van het Rijk - met Almere mee te denken, deskundigheid in te brengen e.d. m.b.t. de mogelijke uitrol van de huidige drie activeringscentra naar andere wijken of probleemcumulatiegebieden in een mogelijk innovatieve lichtere vorm, waarbij een integrale (WWB/WMO/wijkbeheer) en acupuntuurachtige aanpak leidend is. Deze inzet hangt overigens af van de evaluatie van de pilot “activeringscentrum” die Almere momenteel met enkele andere gemeenten samen uitvoert .
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
32
3.2 Vanzelfsprekende Veiligheid De agenda voor het thema Veiligheid bestaat uit 1. een beschrijving van de uitgangssituatie van de 5 New Towns in het algemeen en van de gemeenten Almere (+ andere gemeenten die meedoen aan dit thema invullen) in het bijzonder 2. nieuwe beleidsaccenten voor de toekomst 3. het preventieplan: een voorstel voor de uitwerking van een aantal projecten die specifiek op dit thema betrekking hebben. Het betreft innovatieve aanpakken die gedeeld worden door de verschillende gemeenten. Projecten die niet gedeeld worden staan vermeld in de afzonderlijke uitvoeringsagenda’s per gemeente De agenda voor het thema Sociale stijging bestaat uit: - een beschrijving van achtergrondinformatie (5 New Towns) - een beschrijving van het urgentie niveau per gemeente - het preventieplan: businesscases Hierbij moet worden aangetekend dat ondanks dat de thema’s Veiligheid en Sociale Stijging apart zijn uitgewerkt er wel een er een sterke relatie is: een sociaal krachtigere samenleving is ook vaak een veiligere samenleving en vice versa en beide thema’s dragen bij aan de leefbaarheid in (oudere) wijken. Dit geldt overigens ook voor de thema’s voorzieningenniveau, kwaliteit leefomgeving, evenwichtige bevolkingssamenstelling en jongerenproblematiek en onderwijs. Alle thema’s die binnen de uitvoeringsagenda zijn uitgewerkt hebben een nauwe relatie met elkaar. Achtergrond Algemeen In Almere wordt een Integraal Veiligheidbeleid uitgevoerd. Uitgangspunt daarbij is dat het veiligheidsbeleid de gehele veiligheidketen bestrijkt: van pro-actie tot nazorg. Integrale veiligheid betekent samen werken aan de verbetering van de lokale veiligheid, onder regie van de gemeente en met een samenhangend pakket van activiteiten of maatregelen. Bij veiligheid gaat het om sociale en fysieke veiligheid, om objectieve en subjectieve veiligheid. In onderstaand overzicht is het totale veiligheidsterrein weergegeven (Kernbeleid Veiligheid , VNG), bestaande uit vijf veiligheidsvelden met ieder hun eigen veiligheidsthema's. Veiligheidsvelden Veilige woon- en leefomgeving
Bedrijvigheid en veiligheid
Jeugd- en Veiligheid
Veiligheidsthema’s binnen velden Overlast tussen bewoners/botsende leefstijlen Verloedering/kwaliteit woonomgeving Onveiligheidsgevoelens Huiselijk geweld Geweld op straat Woninginbraak Voertuigcriminaliteit Overige veelvoorkomende voorkomende vormen van criminaliteit Drugs- en alcoholoverlast Winkelcentra Bedrijventerreinen Uitgaan/horeca Toerisme en onveiligheid Grootschalige evenementen Overlastgevende jeugdgroepen Criminele jeugdgroepen Alcohol en drugs Individuele criminele jongeren Veilig in en om de school 12-minners
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
33
Fysieke veiligheid
Verkeersveiligheid Brandveiligheid gebouwen Risico’s gevaarlijke stoffen /externe veiligheid Risico’s natuurrampen Risico’s infectieziekten Radicalisering Terrorisme Georganiseerde criminaliteit Organisatiecriminaliteit Bestuurlijke integriteit
Integriteit en veiligheid
Elke gemeente heeft binnen het Integraal Veiligheidsbeleid haar eigen speerpunten geformuleerd op basis van de probleemanalyse (criminaliteitscijfers en veiligheidsgevoelens (monitor) van hun stad. Hieronder volgt een beknopte weergave van de speerpunten en aanpak van de verschillende gemeenten. Beleid De gemeente Almere heeft een stevig integraal veiligheidsbeleid. Samen met de partners (politie, OM, welzijninstellingen, justitiële instellingen, woningbouwcorporaties, het onderwijs en het bedrijfsleven) wordt onder regie van de gemeente hard gewerkt aan een Veilig Almere. Uitgangspunt daarbij is dat het veiligheidsbeleid de gehele veiligheidketen bestrijkt: van pro-actie tot nazorg. Het veiligheidsbeleid van de gemeente Almere is thema(delict)gericht opgezet. De speerpunten waaraan wordt gewerkt zijn: jeugdoverlast, risicojongeren, veelplegers, geweld, veiligheid op bedrijventerreinen, veiligheid gebouwde omgeving en toezicht- en handhaving. Aan elke thema is een concrete doelstelling gekoppeld. In Almere is een “dorps”gevoel van veiligheid in de wijken en het veiligheidsniveau in het stadscentrum is hoog, ondanks de groei van de stad.
Missie:
ER-doelen: Groter veiligheidsgevoel van burgers in Almere
Minder jeugdoverlast
Minder jeugdcriminaliteit
Fysieke veiligheid
Sociale veiligheid
Minder veelplegers Toezicht en handhaving Is verbeterd Minder geweldsdelicten
Er is een betere beveiliging van bedrijventerreinen
Veiligheidsaspecten in gebouwde omgeving en infrastructuur zijn beter geborgd
SMART- doelen Inspanningen in projecten en activiteiten
Instrumentarium Aan elke doelstelling zijn een aantal instrumenten gekoppeld die bijdragen aan de doelstelling. Enkele concrete voorbeelden van het Almeerse instrumentarium zijn: - In elk stadsdeel zijn veiligheidsmanagers actief. Deze veiligheidsmanagers zijn de voorpost in de wijk en het aanspreekpunt voor inwoners van het stadsdeel, oftewel de ‘linking pin’ tussen bewoners, gemeente en de veiligheidspartners. - In elk stadsdeel is onder voorzitterschap van de veiligheidsmanager een Jeugd Interventie Team actief. Deze teams bestaan uit de jeugd-/wijkagent, de jongerenwerker, Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
34
-
-
-
maatschappelijk werker en een leerplichtambtenaar en hebben tot doel de bestrijding van jeugdoverlast in de wijken. Aan de hand van de Beke-groepsindeling wordt per groep een plan van aanpak opgesteld. Daarnaast zijn in elke wijk toezichthouders van de gemeente actief. Om een veilige woon – en leefomgeving te bewerkstelligen heeft de gemeente in samenwerking met betrokken partners verschillende plan van aanpakken geïmplementeerd: zo is er een plan van aanpak overvalcriminaliteit, vandalisme, keurmerk veilig ondernemen bedrijventerreinen en winkelgebied, politie keurmerk veilig wonen, het convenant Veilige School en convenant Veiligheid in het Openbaar Vervoer. Tevens zijn er in de wijken buurtpreventie- en buurtbemiddelingsprojecten opgestart. Om geweld tegen te gaan is o.a. het project Dadergerichte Aanpak Geweldplegers gestart. Deze aanpak vindt zijn basis in het veiligheidshuis Almere. Het Veiligheidshuis is ontstaan uit de behoefte om succesvolle, bestaande samenwerkingsverbanden te intensiveren. Het veiligheidshuis is een lokaal samenwerkingsverband tussen de gemeente, zorg, politie, onderwijs en OM en gericht op een integrale, persoonsgerichte aanpak om de veiligheid te bevorderen. In het Veiligheidshuis werken verschillende organisaties letterlijk onder een dak samen. Hierdoor vindt vrijwel doorlopend informatie-uitwisseling plaats over zorg- en risicojongeren, veelplegers en geweldplegers. Tussen de verschillende partners worden op persoonsniveau afspraken gemaakt over de aanpak. Tot slot is er sprake van een uitgebreid pakket aan bestuurlijke handhavingmaatregelen, bestaande uit onder andere: coffeeshopbeleid, messenverbod, alcoholverbod, hennepconvenant, tijdelijk huisverbod.
Nieuwe beleidsaccenten binnen het thema Veiligheid Zoals al eerder genoemd, staat de Gemeente Almere voor een ‘Schaalsprong’, een toename van 186.000 inwoners in 2009 naar ongeveer 350.000 inwoners in 2030. Mede daarom heeft het College van B&W van de gemeente Almere besloten tot een onderzoek naar criminaliteit en veiligheid in Almere. Doel van dit onderzoek was om de ontwikkeling van het criminaliteitsbeeld sinds 1984 in kaart te brengen. Behalve een retrospectieve analyse diende het onderzoek eveneens om de kenmerken van de toekomstige veiligheidsontwikkelingen tot 2030 te verkennen en de organisatorische en beleidsmatige opgaven in kaart te brengen. De overkoepelende conclusie van het rapport ‘Criminaliteit en Veiligheidsbeleid in Almere, 19842030’ is dat Almere een relatief gunstige veiligheidspositie inneemt ten opzichte van steden van vergelijkbare omvang en deze waarschijnlijk ook zal behouden. Meer specifiek signaleert het onderzoek de volgende trends en ontwikkelingen: Bevindingen criminaliteitsontwikkelingen 1984-2007 • • • • • •
Het criminaliteitsniveau In Almere blijft onder het landelijke gemiddelde. Vermogensdelicten zijn in aantal gedaald, maar het aantal geweldsdelicten, gewelddadige vermogensdelicten, vernieling, delicten tegen openbare orde, verkeersmisdrijven en opiumwetdelicten is in deze periode toegenomen. Gemiddeld genomen voelen de inwoners van Almere zich veilig in hun stad en in hun eigen buurt. De aangehouden daders komen voor 75-80% uit Almere. Criminaliteit in Almere is vooral een probleem dat gerelateerd is aan de jeugdige bevolking. Daarnaast zien we een oververtegenwoordiging van verdachten uit diverse allochtone groepen, vooral Antillianen en in iets mindere mate Marokkanen en Surinamers. Hondenpoep, rommel op straat, te hard rijdend verkeer en vernieling van straatmeubilair zijn de meest gesignaleerde buurtproblemen door Almeerders. \
Bevindingen toekomstverkenning 2008 -2030 •
Almere behoudt in de toekomst de relatief gunstige veiligheidspositie. De criminaliteit zal wel toenemen, maar blijft onder het niveau van vergelijkbare steden. Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
35
• • • •
De jeugdproblematiek blijft aandacht vragen. Naarmate de stad groter wordt en langer bestaat zullen er duurzamere criminele netwerken ontstaan. De oudere buurten in de stad waar nu al sprake is van een concentratie van problemen vragen ook de komende jaren om aandacht. Nieuwe buurten en gebieden in aanbouw zijn extra kwetsbaar voor met name vermogenscriminaliteit.
Nieuwe beleidsaccenten Het onderzoek formuleert drie belangrijke langetermijntrends die niet alleen intensivering van beleid maar vooral ook innovatie vergen. Dit zijn een toename van de geweldsproblematiek, verharding en verdieping van overlast- en criminaliteitsproblematiek bij jongeren en een toename van midden- en georganiseerde criminaliteit. 3
3
Zowel geweld als midden- en georganiseerde criminaliteit vallen buiten het bereik van deze agenda. Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
36
Aanbevelingen Het onderzoek heeft geleid tot 28 concrete aanbevelingen, gericht op de thema’s: organisatie van het veiligheidsbeleid, intensivering van beleid, nieuwe beleidsaccenten, informatiehuishouding & monitoring en communicatie over criminaliteit en (on)veiligheid. Een groot deel van de aanbevelingen kunnen binnen bestaande capaciteit/budgetten worden uitgevoerd. Dit zijn met name de aanbevelingen gericht op de organisatie en communicatie van veiligheidsbeleid Andere aanbevelingen – met name die op het gebied van nieuwe beleidsaccenten en informatiehuishouding zullen extra personele of financiële middelen vragen.
Preventieplan Veiligheid en jeugd Doorbraak Ondanks het reeds stevige veiligheidsbeleid van de vijf New Towns is er een noodzaak voor organisatorische verbetering, intensivering van beleid en nieuwe beleidsaccenten. Met name op de thema’s: verharding en verdieping van de jeugdoverlast- en criminaliteit, criminele subculturen en informatiehuishouding (thema’s aanvullen door gemeenten) Jeugd; verharding en verdieping van de overlast- en criminaliteit en criminele subculturen De verharding en verdieping van de overlast en met name criminaliteitsproblematiek bij jongeren vraagt een nieuwe oriëntatie. Naarmate de stad langer bestaat zal de relatieve omvang van deze groep („gewoontecriminelen‟) met een actieve criminele carrière namelijk groter worden. Aangezien door deze daders vaak veel en ernstige delicten worden gepleegd, kan dit doorwerken in zowel de aard als de omvang van de criminaliteit, dit laatste temeer omdat aanwas „van onderaf‟ (de zogenoemde 12-minners) een serieuze ontwikkeling vormt. Het is niet ondenkbaar dan onder ‘oudere’ jongeren meer stabiele criminele subculturen en milieus ontstaan. Vanuit het gezichtspunt van openbare orde is een systematischer en geïntegreerde aanpak van first offenders, meerplegers en veelplegers van belang. Informatiehuishouding, evaluatie en monitoring De aanpak van jeugdoverlast- en criminaliteit, begint bij een goede probleemanalyse. De uitwisseling van expertise en informatie tussen beleidsverantwoordelijken en –uitvoerders in de stadsdelen, tussen de verschillende stadsdelen, tussen het stadhuis en de stadsdelen, evenals in het stadhuis tussen verschillende thematisch dan wel doelgroepspecifiek georiënteerde diensten of afdelingen zou systematischer en consequenter vorm moeten krijgen. Dat is enerzijds een kwestie van eenduidige en transparante sturing en organisatie, anderzijds van inhoudelijke betrokkenheid. Het verzamelen, analyseren, interpreteren en toepassen van informatie, op basis van voortdurende en consequente monitoring van verbanden tussen bevolkingsontwikkeling, sociaal-economische ontwikkeling en (fysieke en sociale) stadsontwikkeling die samenhangen met criminaliteitsontwikkelingen, verdient een impuls. Belangrijke instrumenten hiervoor, zoals de Veiligheidsmonitor, zijn deels al beschikbaar. Een laatste aspect van informatiehuishouding en monitoring betreft het ontbreken van een heldere evaluatiesystematiek en –discipline. Veiligheidspartners hebben vaak een slechte informatiepositie wat betreft de effecten en resultaten van beleid, maatregelen en instrumenten.
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
37
Businesscase I Veiligheid en Jeugd Doel: -
Tegengaan van verharding en verdieping van de jeugdoverlast- en criminaliteit en criminele subculturen Betere informatievoorziening
Uitgangspunten daarbij zijn - Niet zozeer nieuwe proeftuinachtige pilot projecten maar intensiveren van in de stad reeds bestaande en effectieve instrumenten danwel implementeren van ‘best practises uit andere gemeenten. - Projecten dienen gezamenlijk de hele keten te bestrijken: van preventie tot repressie en nazorg - Allianties: om aan de slag te gaan met de nieuwe beleidsaccenten en de informatiehuishouding wordt aangesloten bij bestaande netwerken van veiligheidspartners. Veiligheidshuizen en de veiligheidsnetwerken in de stadsdelen/wijken vormen daarvoor een goede basis. De trend verharding en verdieping van overlast- en criminaliteitsproblematiek bij jongeren staat centraal bij het preventieplan. Daarnaast is een belangrijk thema de informatiehuishouding: weten wat de hotspots zijn, waar de criminele jongeren zich bevinden, wat hun achtergrond is. De aanpak De aanpak richt zich op 5 sporen: 1. Intensiveren preventieprojecten 2. Intensivering toezicht 3. Intensivering persoonsgerichte aanpak (VHA) 4. Aanpak vandalisme 5. Cameratoezicht Almere Buiten Daarnaast wordt t.b.v. de informatiehuishouding een overkoepelend managementinformatiesysteem ontwikkeld, waarin de doelstellingen van de projecten (incl indicatoren en prestatieafspraken) worden vermeld en waarin zichtbaar wordt of de ingezette maatregelen het gewenst effect bereiken (punt 6). 1. Intensiveren preventieprojecten Hierbij valt te denken aan: - Campagne goedburgerschap Minister Ter Horst heeft met de publicatie “Verantwoordelijk burgerschap. Een kwestie van geven en nemen”, de aftrap gegeven voor een brede discussie over verantwoordelijk burgerschap. Respect, betrokkenheid bij elkaar, gerichtheid op de toekomst en inzet voor de samenleving zijn de vier belangrijkste elementen van burgerschap. Deze elementen dragen bij aan de leefbaarheid en veiligheid in de stad. Doel is een breed gedragen campagne rondom het thema ‘respect’, als manier om sociale problemen in de samenleving aan te pakken. - Buurtpreventie projecten uitbreiden In Danswijk, Almere Stad, is een buurtpreventieteam actief. Dit is het eerste buurtpreventieteam in Almere. Het team is een initiatief van de bewoners zelf. De gemeente Almere ondersteunt met kleding en apparatuur, betaald uit het wijkbudget. Het doel van buurtpreventie is het voorkomen van problemen in de wijk, meer controle in de wijk en daarmee een betere sociale samenhang. Daarnaast werken de patrouilles van het team preventief tegen (kleine) criminaliteit. Het team let op inbraak- en brandbeveiliging, verdachte situaties, verlichting in de wijk, onveilige plekken en verkeersveiligheid. Het team is nu sinds juli 2008 actief en de resultaten zijn zichtbaar. De criminaliteitscijfers dalen, alle lantaarnpalen in de buurt werken en de onveilige plekken zijn of Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
38
worden aangepast. Door huis aan huis acties zijn bewoners zich meer bewust van inbraak- en brandbeveiliging. Buurtpreventie is een bekend begrip in de wijk geworden. Uitbreiding naar andere, nader te bepalen wijken, is gewenst. - Preventieteam uitbreiden Bedrijventerrein De Steiger en de Veluwsekant zijn in resp. 2008 en 2009 gecertificeerd (Keurmerk Veilig Ondernemen Bedrijventerreinen). De ambitie voor 2010 is om 4 extra bedrijventerreinen te certificeren. Als er in 2010 een uitbreiding wordt gepland van het aantal terreinen dat voor certificering gaat, zal het budget daarop moeten worden aangepast. - Voorlichting loverboys, drugs- en alcoholoverlast Voorlichting op scholen is een belangrijk middel om kinderen bewust te maken van de gevaren van drugs- en alcoholgebruik, loverboys etc. In het convenant Veiligheid op Scholen (2 november 2006) is afgesproken dat de politie, in overleg met de schoolleiding , voorlichting en advies zal geven aan bijvoorbeeld de schoolleiding, ouders, leerkrachten en leerlingen inzake het voorkomen van vandalisme en criminaliteit. N.a.v. de kerntakendiscussie bij de politie heeft de politie besloten niet meer puur preventief voorlichting te geven op scholen maar alleen nog naar aanleiding van concrete incidenten voorlichting te geven. Indien scholen behoefte hebben aan voorlichting op scholen over bijvoorbeeld drugs- en alcoholproblematiek, moet er dus naar een alternatieve partij gezocht worden die goede voorlichting kan geven (vb HALT / commerciële partij). 2. Intensivering toezicht: toezichthouders, straatcoaches / gezinsbezoekers Straatcoaches & gezinsbezoekers Stand van zaken De aanpak van jeugdoverlast is een van de speerpunten van het Veiligheidsbeleid van de gemeente Almere. In Almere zijn met de shortlist methodiek 17 jeugdgroepen geïdentificeerd. Het gaat om 12 hinderlijke groepen en 5 overlastgevende. Daarnaast is in het onderzoek ‘Criminaliteit en veiligheid’ geconstateerd dat criminaliteit in Almere vooral een probleem is dat gerelateerd is aan de jeugdige bevolking. Op dit moment worden de jeugdgroepen in Almere aangepakt door de Jeugd Interventie Teams die onder leiding staan van de Veiligheidsmanagers. Risicojongeren en veelplegers worden besproken in het Veiligheidshuis waar een persoonsgerichte aanpak wordt geformuleerd. Gewenste situatie Wat door de JIT’s wordt gemist zijn ‘vliegende brigades’ van toezichthouders (liefst straatcoaches) die flexibel en probleemgericht kunnen worden ingezet op het moment dat het reguliere toezicht en ambulant jongerenwerk niet toereikend is en problemen dreigen te escaleren. Daarnaast blijkt uit gesprekken met de veiligheidspartners dat ouders vaak nog onvoldoende op de hoogte zijn van de overlast die hun kinderen veroorzaken en te weinig bij de aanpak van groepen jongeren (of individuen binnen de groep) worden betrokken. Een goede aanvulling op de Jeugd Interventie Teams zijn dan ook probleemgericht en flexibel in te zetten straatcoaches en gezinsbezoekers die moeilijk aan te spreken en te bereiken jongeren aanpakken en direct confronteren met hun overlastgevend gedrag. De straatcoaches komen vaak zelf uit de doelgroep en spreken de jongeren aan in hun eigen taal. Ze treden gezaghebbend op als dat nodig is. Zijn nemen een andere positie in dan ambulant jongerenwerk omdat het opbouwen van een vertrouwensband niet een prioriteit is voor de straatcoaches en dus repressiever kunne optreden. Daarnaast zijn zij op flexibeler tijdstippen in te zetten. Bij voortdurend overlastgedrag gaan gezinsbezoekers op bezoek bij de ouders van deze jongeren om hen te confronteren met het gedrag van hun kinderen op straat en hen te wijzen op hun verantwoordelijkheid. Interventies zijn afspraken over naar school gaan, stage lopen, werk zoeken of psychische bijstand zoeken. Hierdoor worden ouders medeverantwoordelijk gemaakt voor het gedrag van hun kinderen. Samen worden controleerbare afspraken gemaakt over school, werk en gedrag op straat. Er wordt geen verhoging van de structurele capaciteit voorgesteld, maar inhuur van flexibel in te zetten straatcoaches en gezinsbezoekers. Dit past ook binnen de aanbeveling in het rapport Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
39
Fijnaut van een meer wijk- en probleemgerichte inzet van toezichthouders. Beoogd resultaat - Minder overlast door jongeren (bron: meldingen overlast bij politie + veiligheidsmonitor) - Meer doorverwijzen naar activiteiten - Contact met ouders van probleemjongeren (gezinsbezoek) Toezichthouders Stand van zaken Op dit moment wordt het toezicht op straat georganiseerd vanuit verschillende organisaties waardoor er versnippering van capaciteit optreedt en de herkenbaarheid van dit “blauw” op straat niet eenduidig is. Daarnaast wordt het cameratoezicht, mede door deze versnippering, onvoldoende benut. Door de geringe omvang van de inzet per stadsdeel is het effect van toezicht moeilijk meetbaar. Er zijn geen resultaatafspraken tussen het stadsdeel en het SVA. Ook zijn er geen 0-meting en/of effectmetingen afgesproken. De lopende inzetafspraken voor 2009 van het SVA binnen het programma Veiligheid betreffen: • De inzet van toezichthouders in de 5 stadsdelen (preventief in de wijk, bij playgrounds en skateparken, toezicht bij opening en sluiting basisscholen, supermarkten etc) • Toezicht door Jongeren (werkgelegenheidsproject voor jongeren tussen 16-23 jaar die niet naar school gaan en geen baan hebben) • Het preventieteam / keurmerken (woninginbraakpreventie en adviezen i.h.k.v het Keurmerk Veilig Ondernemen). • Inzet van Toezicht in stadshart (o.a. evenementen, hangplekken) • Onbenoemde inzet (evenementen, controle uitvoering taakstraffers en werkstraffers, ondersteuning bij crises) Deze vorm van preventief toezicht vormt de essentiële basis voor de gehele veiligheidsketen. Echter Almere is qua oppervlakte en aantal inwoners de laatste jaren snel gegroeid, terwijl het aantal toezichthouders niet evenredig is meegegroeid. Voorjaar 2009 is het besluit genomen de stichting veiligheidszorg Almere (SVA) om te vormen tot een gemeentelijke toezichtdienst. In aanloop daartoe zijn in juni 2009 de producten van het SVA beschreven en geïnventariseerd. Voor 2009 worden meer gedetailleerde resultaatafspraken gemaakt met de SVA over de inzet van toezichthouders. Daarnaast zal er een 0-meting en een tweede meting op één van de inzetprojecten plaats vinden. Dit om inzicht te krijgen in de resultaten en effecten van toezicht en handhaving en om een zo efficiënt en effectief mogelijke inzet te genereren in het toekomstige bedrijf stadstoezicht. De gemeentelijke toezichtdienst streeft naar een efficiënte, effectieve, meetbare werkwijze. Men richt zich op integraal toezicht en -handhaving met (meer) BOA bevoegdheden. Gewenste situatie Op basis van een goede probleemanalyse zal het reeds beschikbare budget al dan niet worden verhoogd. Beoogd resultaat - beter veiligheidsgevoel - minder sociale overlast - minder fysieke verloedering Financiële consequenties: voor extra toezicht door straatcoaches, gezinsbezoekers en mogelijk extra toezichthouders/boa’s, is een bedrag begroot van 850.000 euro. 3. Intensivering persoonsgerichte aanpak (Veiligheidshuis) Een van de aanbevelingen uit het rapport Fijnaut is ‘Organiseer het Veiligheidshuis als operationeel en informatieknooppunt ter bevordering van de sociale veiligheid: geen veredelde telefooncentrale, maar een netwerkorganisatie’. Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
40
Stand van Zaken Op dit moment is het veiligheidshuis vooral geconcentreerd op het thema nazorg en de twee ketenoverleggen (jeugd en veelplegers). Er is nog niet overal een natuurlijke verbinding met de zorgketen georganiseerd. De aanpak van de doelgroepen is vooral sectoraal georganiseerd (of vanuit de zorg of vanuit justitie). De link die er is tussen nazorg en de aanpak van veelplegers (qua informatiedeling) is wel een mooi voorbeeld van hoe fysieke samenwerking ook echt tot nieuwe aanpakken kunnen leiden. In die zin zijn er in het afgelopen jaar vanuit de praktijk een aantal successen ontstaan. Dit neemt niet weg dat er nog veel meer mogelijk is en dat vooral de verbreding van strafrechtelijke aanpak naar ‘risico en zorg’ een belangrijke uitdaging is om verder invulling te geven. Op het moment dat dit georganiseerd wordt, kan het veiligheidshuis ook veel meer de spil worden, op een wijze zoals Fijnaut dit in zijn rapport weergeeft. Gewenste situatie De ambitie is door te groeien naar een intersectoraal model. De crux is dat personen die een ketenoverstijgende aanpak (combinatie van de justitie en zorgketen) behoren te krijgen ook daadwerkelijk zo aangepakt gaan worden. Justitie- en zorgpartijen maken een integraal persoonsgebonden plan van aanpak en spreken daarin met elkaar af ‘wie op welk moment wat doet’. Daarin is het belangrijk dat gekeken wordt naar het behaalde effect en in welke mate de inspanningen daarin een bijdrage hebben geleverd. Uitbreiding van het aantal ‘trajecten’ is gewenst en ook wordt gestreefd om meer en op meer structurele basis partners in het Veiligheidshuis te krijgen (zoals de Raad voor de Kinderbescherming, reclassering, maar ook vaker politie en OM aanwezig). Gelet op de toename van het aantal betrokken (en te betrekken) partners is meer huisvestingsruimte nodig voor het Veiligheidshuis. Belangrijk is ook dat er dan in het Veiligheidshuis een informatiesysteem is dat in staat is om personen te volgen en dat er ook managementinformatie verkregen kan worden uit het systeem. Qua informatievoorziening lopen een aantal ontwikkelingen. Een daarvan is dat JCO-support wordt uitgerold en een ander is dat Almere inmiddels kennis heeft gemaakt met CoOS (Utrecht) en PIX (Brabant). Crux van het systeem is dat het niet nodeloos ingewikkeld wordt gemaakt en dat het vooral verbindingen kan aanbrengen met bestaande systemen. Beoogd resultaat - minder overlast en criminaliteit door (risico)jongeren - meer integrale persoongerichte plan van aanpakken - betere integrale informatievoorziening Financiële consequenties Voor het verkrijgen van een deugdelijk ketenoverstijgend systeem is een investeringsbedrag nodig. V.w.b. de dekking van de benodigde investering moet ook met het OM bekeken worden hoe zij vanuit haar subsidie een bijdrage kan leveren aan het ketenbrede systeem. Basisvoorwaarde voor een goede invulling van het intersectorale model is dat ook partijen gezamenlijk zitting hebben in het veiligheidshuis. Gelet op de toename van het aantal betrokken (en te betrekken) partners is meer huisvestingsruimte nodig voor het Veiligheidshuis. Het huidige budget is hiertoe niet toereikend. Er is voor bovenstaande een extra investeringsbudget van 500.000 euro begroot. 4. Aanpak vandalisme Stand van zaken Vandalisme geeft veel mensen een onveilig gevoel. Omgevingen met veel vuil op straat, graffiti, kapot- of beklad straatmeubilair vermijden zij liever. Het schoon en heel houden van de omgeving geeft een veiliger gevoel én bevordert een leefbare (binnen-)stad. In Almere vinden jaarlijks veel vernielingen plaats. In 2007 vonden er in Almere t.o.v andere Nederlandse gemeenten de meeste vernielingen plaats per 1000 inwoners (CBS gegevens). Er is op basis van de politiecijfers wel een dalende trend te constateren: Vernielingen c.q. zaakbeschadigingen 2007 2008
2009
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
41
3379
3134 (2219 t/m juli)
1856 (t/m juli)
In het huidige programma Veiligheid heeft de aanpak van vandalisme een belangrijke plek. De aanpak (o.a. acties op hotspots om schades terug te dringen, voorlichting op scholen, acties m.b.t. tegengaan van schades aan abri’s, pilot graffiti aanpak in Haven) heeft haar vruchten afgeworpen, er is sprake van een daling van het aantal vandalismemeldingen, maar het probleem is nog niet verholpen. Voor de aanpak van Vandalisme zijn incidentele middelen ingezet welke vervallen per 1 januari 2010. Gelet op de vandalismecijfers blijft de aanpak van vandalisme van groot belang. De Van Montfrans- en leefbaarheidsmiddelen geven de mogelijkheid om de aanpak toch voort te zetten. Gewenste situatie In 2010 en 2011 voortzetten van de vandalismecoördinatie en uitvoering van een plan van aanpak vandalisme. Het accent zal wijzigen t.o.v. het huidige programma Integrale Veiligheid. Binnen het veiligheidsbeleid zal het accent gaan liggen op de aanpak van vandalisme in de openbare ruimte en op een integrale aanpak. Het onderdeel gemeentelijke gebouwen wordt in de lijn ondergebracht. Het gereserveerde budget is bestemd voor: - Aanpak hotspots per stadsdeel (door middel van een integrale aanpak, gezamenlijk met betrokken partners) - Graffitifonds (een verzekering voor particulieren en ondernemers. Wanneer graffiti wordt geconstateerd is een telefoontje naar de gemeente voldoende. De coördinator van de gemeente zorgt ervoor dat er door de politie proces verbaal wordt opgemaakt. Het streven is om voor de leden van het fonds elke melding van graffiti binnen 2 werkdagen door een gespecialiseerd bedrijf kosteloos te laten verwijderen. Voor discriminerende teksten geldt zelfs een maximale verwijderingtijd van 24 uur. - Overige preventieactiviteiten (zoals voorlichting, campagnes etc) - Formatie voor coördinatie van bovenstaande. Beoogd resultaat - Minder vandalisme - Verhoging veiligheidsgevoel 5. Cameratoezicht Stand van zaken In april 2008 is in het stadscentrum gestart met cameratoezicht. Cameratoezicht is een aanvulling op politietoezicht en wordt pas toegepast wanneer is aangetoond dat reeds genomen veiligheidsmaatregelen onvoldoende effect hebben. Het is bijna altijd een onderdeel van een uitgebreid pakket maatregelen gericht op het terugdringen van de onveiligheid in een bepaald gebied. Er zijn al een aantal mooie resultaten geboekt, en verdachten aangehouden n.a.v. het cameratoezicht. In 2008 zijn in het centrum van Almere Buiten de meeste overvallen van heel Almere gepleegd. De reden hiervoor is dat het centrum van Buiten gemakkelijk benaderbaar is, er relatief kleine winkels zijn en er minder toezicht is dan in het stadshart. Ook in 2009 is het centrum van Almere Buiten opnieuw opgeschrikt door ernstige incidenten, zoals overvallen en een ramkraak. Daarnaast wordt in het centrum van Almere Buiten veel overlast ervaren van jongerengroepen. Uit de laatste wijkpeiling blijkt dan bijna een kwart (23%) van de bewoners van almere Buiten zich wel eens onveilig voelt op straat in de eigen buurt en 16 % in het lokale winkelgebied. Dit is meer dan gemiddeld en correspondeert met het hoge aantal incidenten dat de politie hier registreert. Gewenste situatie Gelet op de positieve ervaringen met het cameratoezicht in Almere Stadscentrum en het huidige criminaliteit- en overlastniveau in Almere Buiten is het gewenst om het cameratoezicht uit te breiden naar het Centrum van Almere Buiten. Cameratoezicht zal in Almere Buiten – net als in het Stadshart – eem onderdeel zijn van een uitgebreid pakket maatregelen.
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
42
Het beoogd resultaat is: - minder sociale- en fysieke overlast - daling aantal overvallen, geweld en vermogensmisdrijven - beter veiligheidsgevoel - verhogen pakkans 6. Monitoringssyteem (ICT ondersteuning) Achtergrond Het verzamelen, analyseren, interpreteren en toepassen van informatie, op basis van voortdurende en consequente monitoring van verbanden tussen bevolkingsontwikkeling, sociaal-economische ontwikkeling en (fysieke en sociale) stadsontwikkeling die samenhangen met criminaliteitsontwikkelingen, verdient een impuls. Belangrijke instrumenten hiervoor, zoals de Veiligheidsmonitor, zijn deels al beschikbaar. Een laatste aspect van informatiehuishouding en monitoring betreft het ontbreken van een heldere evaluatiesystematiek en –discipline. Veiligheidspartners in Almere hebben een slechte informatiepositie wat betreft de effecten en resultaten van beleid, maatregelen en instrumenten. Ambitie De gemeente Almere heeft de ambitie om gekoppeld aan het nieuwe Veiligheidsplan 2010-2014 een nieuw digitaal evaluatie en monitoringssysteem in te richten. Beoogd resultaat Doel van dit systeem is tweeledig. Ten eerste moet het systeem inzicht geven in het criminaliteitsniveau van de stad en de ‘harde’ politiecijfers koppelen aan de informatie die vaak ‘in hoofden’ van toezichthouders op straat aanwezig is. De gebiedsscan kan hiervoor een goede basis zijn. Daarbij moet een koppeling plaatsvinden met de gegevens van subjectieve onveiligheid en ervaren slachtofferschap die voorkomen uit de Veiligheidsmonitor. Het tweede doel van de monitor is om managementinformatie te genereren, zodat gestuurd kan worden op output (prestaties van interne en externe partners) en outcome (resultaat, een lager criminaliteitsniveau.
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
43
3.3 Fysieke preventie in grote woonwijken Businesscase I: Fysieke acupunctuur openbare ruimte Achtergrond Zoals geschetst staan veel Almeerse wijken aan de vooravond van een nieuwe periode in hun ontwikkeling. Ook de fysieke toestand van wijken vraagt om aandacht, want de stad wordt ouder en ouderdomsverschijnselen slaan toe. Zoals ook eerder aangegeven telt de omvang van de opgave daarin zwaar mee. Voor jonge wijken geldt vaak dat het niet gaat om ouderdomsverschijnselen, maar knelpunten die ontstaan door een mismatch tussen ruimtelijke structuur of inrichting en de gebruikers. In beide gevallen leidt het tot een achteruitgang in de beleving en waardering en ligt, ook al gaat het om kleine zaken en jonge wijken, een achteruitgang van de leefbaarheid op de loer. Van het concreet aanpakken van knelpunten, hoe klein soms ook, gaat een enorme preventieve werking uit, zo leert de ervaring. In de lopende wijkaanpakken wordt gewerkt vanuit de gedachte “eerst de mensen dan de stenen” en dit zal Almere ook in de toekomst blijven doen. Ook kleinere fysieke acupunctuur waarover in de businesscases wordt gesproken past altijd in een samenhangend beeld op het grotere geheel en in alle gevallen is sprake van een dwarsverband met zaken op sociaal gebied of op het gebied van veiligheid. Maar – het mag niet worden onderschat – de toegevoegde waarde van fysieke ingrepen kan enorm zijn. Denk bijvoorbeeld aan icoonwerking, eigentijdse ontmoetingsplekken met een groter bereik en een gemêleerde bezoekersgroep en trots en eigenwaarde van bewoners omdat de omgeving die mooi en aantrekkelijk is. Door bewoners in de cockpit te zetten, kan dit alleen maar worden versterkt. De openbare ruimte neemt een specifieke plek in binnen de wijkvernieuwing. De openbare ruimte heeft niet alleen een faciliterende rol, maar is een zelfstandige op gave. Juist de openbare ruimte wordt een belangrijke plek toegedicht in de concurrentiekracht van wijken, want een attractieve openbare ruimte toegesneden op de wensen en behoeften, draagt in belangrijke mate bij aan (het gevoel van) leefbaarheid en (sociale) veiligheid. De fysieke kenmerken van de openbare ruimte spelen in de stedelijke samenleving een belangrijke rol omdat het een essentiële conditie vormt voor de stad om als zodanig te functioneren. Maar een snelle scan van de stad wijst uit dat sprake is van een eenduidige, maar ook eenzijdige vormgeving en materialisering, omdat technisch (beheer) en/of verkeerskundige criteria leidend zijn geweest in het ontwerp. Knelpunten zijn o.a.: gebrek aan oriëntatiemogelijkheden, versleten straatmeubilair, ontbreken van mogelijkheden hangjeugd een plek te geven en de inrichting. Ook het parkeren neemt binnen de openbare ruimte uiteraard een zeer belangrijke plek in, want het autobezit en –gebruik is enorm gegroeid en het parkeergedrag houdt de gemoederen in heel wat buurten en wijken bezig. Voor de volledigheid is wel goed aan te geven dat Almere zoveel mogelijk zonder sloop te werk wil gaan, maar dat Almere zich bewust is van het feit dat een steeds groter deel van de woningvoorraad toe is aan onderhoud en door de veranderende bevolkingssamenstelling nagedacht zal moeten worden over kleinschalige vernieuwingen binnen de woningvoorraad. Er is bijzonder weinig diversiteit in woonmilieus in de bestaande stad. 93% van de woningen ligt in een woonmilieu dat vrijwel louter uit wonen bestaat. Daarnaast baart het onderhoud van koopwoningen zorgen. Door de hele stad heen zijn meer en meer koopwoningen slecht onderhouden. Het gespikkelde eigendom van (grondgebonden) woningen draagt niet bij aan een voortvarende aanpak van het onderhoud. Urgentie De urgentie voor de fysieke aanpak wordt zichtbaar in het lijstje met wijken waar Almere aan de slag wil met het preventiebudget. Het lijst bestaat uit wijken uit de jaren zeventig, maar ook uit wijken die ver na 2000 zijn gebouwd. De bescheiden budgetten waarmee openbare ruimten zijn aangelegd en de zich snel voltrekkende veranderingen in de bevolkingssamenstelling hebben hun uitwerking. Het maakt niet uit wanneer een wijk is aangelegd, de veranderingen laten zich voelen. Het keuzemotief van nieuwkomers spitst zich meer en meer toe op de woning en men kijkt zodoende anders naar hoe de woning en woonomgeving gebruikt zouden moeten worden. Hierop zijn de meeste Almeerse wijken niet toegesneden en zonder de aanpak van meer openbare ruimten met meer kwaliteit blijft de concurrentiekracht fragiel. Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
44
Doorbraak en allianties De tijd dat er in de stedelijke vernieuwing sterk fysieke georiënteerd was, is –gelukkig – voorbij. Toch moet de stedelijke planning oppassen dat fysieke vernieuwing g een besmet onderwerp wordt of dat een omkering plaatsvindt waarbij fysieke zaken het sluitstuk vormen van het proces. Dat is onverstandig want fysieke vernieuwing kan enorme impulsen geven aan wijken. De waarde van een mooi gebouw, zoals een mooie school, of een fantastische ontmoetingsplek kunnen van intrinsieke waarde zijn voor een buurt. Hiervoor werd bijvoorbeeld al gesproken over icoonwerking en eigenwaarde van bewoners. Meer kunnen doen, en dan gaat het primair om de openbare ruimte, kan de smeerolie zijn waardoor ook partners bereid zijn zich te verbinden aan een plek. Denk aan de vernieuwing van woningen aan een groenstrook of openen van een kindercrèche als de openbare ruimte maar voldoet. Op veel plekken in de stad zijn de intenties om impulsen te geven er vaak wel, maar ontbreekt het aan smeerolie om tot een gezamenlijke aanpak te komen. Op haar beurt dragen al die kleine doorbraken bij aan betere verstandhoudingen tussen, vooruitgang en het signaal dat de vernieuwing zich als een inktvlek uitdijt over de stad. Ambities Voor deze businesscase zijn de volgende ambities geformuleerd: Ad. 1: Veilige verbinding Molenbuurt – centrum Ad. 2: Impuls openbare ruimte Eilandenbuurt Ad. 3: Creëren van ontmoetingslocaties jongeren in , Kruidenwijk, Waterwijk, Stedenwijk Ad. 4: Herinrichting stadswerfpark Ad. 5: Speelplekken Ad. 6: Verbetering pleinen: Botplein, Leeuwardenplein, ’s Hertogenboschplein, schoolplein Al Imam Stedenwijk Ad. 7: Continuering verbeterslagen centrumgebied Haven Ad. 8: Tijdelijke huisvesting startende ondernemers (broedplaatsen voor ondernemerschap) Voor de uitwerking van de businesscases wordt verwezen naar bijlage 3 van de gemeentelijke uitvoeringsagenda. Businesscase II: versterken en vernieuwen van het (zelf)beheer Achtergrond Het veranderende bewoningspatroon leidt tot andere eisen aan de woonomgeving. Er is in toenemende mate sprake is van een mismatch tussen (de diverser wordende) vraag en de monofunctionele woonwijken (die hoofdzakelijk uit eengezinswoningen bestaan). De monofunctionele buurten en woningvoorraad zijn niet toegerust op andere huishoudensvormen dan reguliere gezinnen. Ook de woonomgeving vraagt om aandacht, want mensen trekken zich door hun individualistische leefstijl steeds meer terug op de eigen kavel en achter hun schutting of voordeur. De betrokkenheid bij de woonomgeving verminderd en dit stelt de spankracht van de woonomgeving in deze wijken verder op de proef, want de wijken zijn daar vaak niet voor ontworpen. Voor steeds meer mensen vormt de buurt waarin zij wonen slechts een klein deel van hun leefwereld en veel van de sociale contacten spelen zich daarom elders af. De afstandelijke houding t.o.v. de buurt. Het zijn vaak de oudkomers die de afbrokkelende netwerken in een buurt als negatief ervaren. Lastig is het wel, want veel wijken vragen om een zekere mate van betrokkenheid. Dat geldt voor wijken 1970-1980, maar ook voor latere wijken. In specifieke delen is sprake van een veel sterkere achteruitgang door de aanwezigheid van HAT-eenheden en concentraties van probleemgezinnen. Overigens wordt de toenemende heterogeniteit in de buurt niet als vervelend of kwalijk ervaren, maar op blokniveau pleiten bewoners zelf voor meer homogeniteit in leefstijl. In een blok waar veel diverse leefstijlen bij elkaar wonen, kan men dat zien als “de teloorgang van de buurt.” De afnemende betrokkenheid uit zich, zoals ook in businesscase I verwoord, niet alleen tot de woonomgeving. Ook het onderhoud van de woningen neemt af. En dat terwijl een groot deel van de woningen nu en in de komende jaren toe is aan onderhoud. Met de corporatiewoningen gaat dit vaak wel goed, de opgave spitst zich toe op de koopwoningvoorraad en wijken met een gespikkelde eigendomssituatie. De financiën om hun woning op te knappen ontbreekt vaak, niet iedereen doet mee, wat lastig is bij grondgebonden woningen door het ontbreken van VvE’s, zelfs Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
45
als mensen een scherp aanbod krijgen van corporaties om mee te doen aan een al lopende renovatie. Het achterblijven van het onderhoudsniveau vormt een directe bedreiging voor de aanblik van wijken, en daarmee aantrekkelijkheid en imago. Met speciale programma’s op het gebied van communicatie en financieringsregelingen zal het inzicht moeten groeien dat onderhoud noodzakelijk is en een pre, ook voor mensen zelf, om een buurt aantrekkelijk te houden. De betrokkenheid Voor de volledigheid is wel goed aan te geven dat Almere zoveel mogelijk zonder sloop te werk wil gaan, maar dat Almere zich bewust is van het feit dat een steeds groter deel van de woningvoorraad toe is aan onderhoud en door de veranderende bevolkingssamenstelling nagedacht zal moeten worden over kleinschalige vernieuwingen binnen de woningvoorraad. Er is bijzonder weinig diversiteit in woonmilieus in de bestaande stad. 93% van de woningen ligt in een woonmilieu dat vrijwel louter uit wonen bestaat. Daarnaast baart het onderhoud van koopwoningen zorgen. Door de hele stad heen zijn meer en meer koopwoningen slecht onderhouden. Het gespikkelde eigendom van (grondgebonden) woningen draagt niet bij aan een voortvarende aanpak van het onderhoud.
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
46
De uitdaging is de komende jaren verder te gaan met het ontwikkelen van instrumentarium die er voor zorgt dat de wijken in de New Towns hun waarde en aantrekkelijkheid behouden. En die, denkend vanuit nieuwe werkelijkheid, prikkels uitdelen waardoor de betrokkenheid bij de eigen woning en woonomgeving weer meer body krijgt. Wijken van waarde is de gemeenschappelijke noemer. Urgentie Bewoners moeten meer betrokken raken/zijn bij hun woning en woonomgeving en daarin investeren. Met een nieuwe groeiopgave in het vooruitzicht en een reeds kwetsbare concurrentiekracht is een status quo in deze wijken niet genoeg. Naast de genoemde sociale programma’s en strategieën kan in de acupunctuur zich richten op verleidingsstrategieën om bewoners in hun woning te laten investeren (“ik verbouw mijn huis in Almere”). Ook broedplaatsachtige gebouwen in wijken en op binnenstedelijke werklocaties zijn instrumenten. Zulke gebouwen sluiten bovendien goed aan bij het aanwezige ondernemerskarakter van Almere. Doorbraak en allianties Zelfredzaamheid en zelforganisatie, publiek ondernemerschap, alsmede onderlinge waardering en waardevorming zijn kernwoorden in deze benadering. Bij een succesvolle uitvoering van deze projecten moet het mogelijk zijn dat New Towns in staat zijn met weinig of zonder financiële hulp van de rijksoverheid toekomstige problemen aan te pakken en toekomstwaarde te creëren. De belangrijkste effecten die verwacht worden zijn een afname van de kosten van het onderhouden van het publieke domein, en toename van de waarde van het publieke domein. Maar er kunnen ook waardevolle immateriële neveneffecten optreden, zoals de bewustwording van te verwachten kansen en problemen, nieuwe perspectieven op het eigen gebied, en eigen mogelijkheden om de situatie aan te passen. Er moeten in volume en kwaliteitsniveau echt stappen gezet worden om een signaal af te geven dat de bestaande stad aandacht krijgt. Wanneer Almere beschikt over de financiële middelen om een volumesprong te maken in het aantal openbare ruimten dat kan worden aangepakt, betekent an sich al een doorbraak. Ook kan een toename van het aantal (zelfopgezette) organisatie die van bewoners die betrokken zijn of willen worden bij hun woonomgeving als een doorbraak. Op dat gebied bestaat weinig dynamiek en realisatie van enkele voorbeelden kan in positieve zin een precedentwerking hebben. Het zou ook zorgen van een verbreding van het instrumentarium, naast VvE’s, mandeligheid, et cetera. De bewoners en ondernemers van Almere zouden, denkend volgens de inzet in de pilot Ons Belang in de Haarlemmermeer, meer medeproducent moeten zijn van hun eigen pand en de publieke ruimte. Dat betekent dat hij of zij direct profiteert van minder afwenteling en van de extra opbrengsten die eigen investeringen in de publieke ruimte met zich meebrengen. Voor woningen bestaat al collectief particulier opdrachtgeverschap (en bij appartementen verenigingen van eigenaren). Voor de publieke ruimte moet dat nog een vorm worden gevonden. Voor de woningvoorraad zou het een doorbraak zijn wanneer mensen actief aan de slag gaan met hun woning. De projecten zijn in potentie een goede stimulans voor de wijk economie. Als het loont je in te spannen voor publieke projecten genereert dat ook werkgelegenheid. In de al wijkaanpakken zal telkens maatwerk geleverd moeten worden. De gemeente heeft zelf de regierol in de openbare ruimte. Voor de aanpak woningvoorraad zijn de bewoners en corporaties belangrijk. Maar ook andere coalities zoals met werkvoorziening, lokale bouwbedrijven en kleine ontwikkelaars kunnen worden ingezet om vernieuwingsstrategieën en –uitvoering te organiseren. Ambities Voor deze businesscase zijn de volgende ambities geformuleerd: Ad. 1: Voortzetting fysieke en sociale beheer in De Werven door de Alliantie Ad. 2: Hofjesgesprekken fysieke vernieuwing Ad. 3: Inpassing/Toepassing Ons Belang op 2 plekken Ad. 4: Informatiebureau en investeringsfonds particuliere woningverbetering
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
47
Voor de uitwerking van de businesscases wordt verwezen naar bijlage 3 van de gemeentelijke uitvoeringsagenda.
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
48
3.4 Bruisende Centrumvoorzieningen Businesscase I: Bruisend centrum Achtergrond Met de realisatie van het Masterplan van OMA heeft niet alleen het stadshart, maar heel Almere een grote sprong voorwaarts gemaakt. Het nieuwe Stadshart heeft Almere is als zelfstandige, eigenzinnige, grote stad op de kaart gezet. Ook voor de Almeerders zelf is het Stadscentrum van grote betekenis, juist in de ontwikkeling van sociale samenhang in de Almeerse samenleving. Het verbindt de verschillende, autonome stadsdelen en heeft Almere als totale stad ‘een geheel eigen hart gegeven’. Een eigen Almeerse icoon, toonbeeld van Almeerse identiteit: eigenzinnig, groots, gedurfd, innovatief. Een centrum wat past bij een stad van 200.000 inwoners. Hoewel grote delen van het Almeerse centrum nog geen 25 jaar oud zijn, is er sprake van economische veroudering. Ondanks alle inspanningen wil het Stadshart maar niet gaan bruisen. Een echte binnenstad heeft een sterk dynamisch winkelcentrum nodig, compleet met sfeervolle pleinen, horeca, culturele voorzieningen, werkgelegenheid en dienstverlening en niet te vergeten een stadhuis. Een binnenstad moet ruimtelijk en functioneel een eenheid vormen. De samenhang tussen het oude stadscentrum, nieuwe Stadshart en Weerwater is onvoldoende. Tegelijkertijd is duidelijk geworden dat Almere in de komende 25 jaar zal verdubbelen. De gemeente Almere en het rijk hebben in oktober 2007 intentieafspraken gemaakt over de groei van Almere met nog eens 60.000 woningen en 100.000 arbeidsplaatsen. Najaar 2009 wordt de finale besluitvorming verwacht. Deze groei zal zich voornamelijk in de nieuwe stadsdelen Pampus en Oost voltrekken. Des te prominenter dringt de vraag zich op hoe het Stadscentrum in deze schaalsprong mee kan ontwikkelen en haar betekenis van stedelijk hart van Almere wordt versterkt, met name op het gebied van uitgaan, cultuur, toerisme, onderwijs, winkelen, werken en stedelijk wonen. Uitgangspunt hierbij is dat de verdere ontwikkeling van het Stadscentrum een kwalitatieve bijdrage levert aan het realiseren van de gestelde doelen van de schaalsprong. Ambitie De eerste ambitie voor het Stadscentrum is dat het ook in de toekomst het overkoepelende centrum voor de stad. Vanuit een krachtige doorontwikkeling van het huidige centrumgebied, zal deze zich op termijn om het Weerwater uitbreiden: het Weerwater centraal. Vanuit de strategie van de ontwikkeling van een meerkernige stad ontstaat ruimte voor meerdere stedelijke knooppunten en voorzieningencentra in de stad. Deze zullen in programmering en hiërarchie echter niet concurrerend, maar juist aanvullend op elkaar zijn. Ambitie twee is het versterken van het stadscentrum in de regio: tot op heden heeft het Stadscentrum geen regionale uitstraling van betekenis. Het is primair vooral een shoppingcentre voor de stad zelf. Daarbij ondervindt het concurrentie van de stadsdeelcentra Haven en Buiten. En ook het centrum van Almere Poort zal in de toekomst kunnen uitgroeien tot een geduchte concurrent van het stadscentrum. Het centrum biedt onvoldoende onderscheidende en aantrekkelijke voorzieningen en attracties om in de regio een rol van betekenis te kunnen spelen. Sterker nog: we zien juist dat er eerder koopkracht weglekt naar omliggende shoppingcentra zoals: Amsterdam Centrum en Villa Arena, Gooi/Hilversum, Bataviastad, De achilleshiel van het succes van het Stadscentrum zal uiteindelijk bepaald worden door de mate waarin het Stadscentrum zich een stevige positie in de regio kan verwerven. Niet louter als aantrekkelijk shoppingcentre, maar ook als cultureel hart, aantrekkelijk uitgaanscentrum, grootstedelijke publieke functies, als ook een markant en aantrekkelijk cluster van onderwijs- en zorgvoorzieningen en een tot de verbeelding sprekend zakencentrum. Daarbij moet sprake zijn van een optimale bereikbaarheid van het Stadscentrum. Zowel met de auto, OV, fiets, voetganger als over het water. Het station vervult hierbij een sleutelrol met de inpassing van de nieuwe Stichtselijn, IJmeerlijn,verdubbeling Flevospoor en uiteindelijk een dienstregelingsvrije OV-regeling. Kortom: een alzijdige oriëntatie en bereikbaarheid vanuit en naar het Stadscentrum. Het stadscentrum moet het symbool zijn van de Almeerse identiteit. In elke New Town is de Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
49
zoektocht naar ‘de identiteit van de stad’ een telkens terugkerend thema. Almere vormt hierin geen uitzondering. Het nieuwe stadscentrum is van wezenlijke betekenis in deze Almeerse zoektocht. Het is voor veel Almeerders een heuse icoon en tegelijkertijd een verbeelding van de Stad en waar zij voor staat. De schaalsprong levert een belangrijke bijdrage aan die verdere inkleuring van de identiteit van Almere. In deze toekomstige versterking van identiteit ontwikkelt het Stadscentrum zich verder tot symbool van Almeerse identiteit.
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
50
Urgentie Bij het opstellen van het gebiedsprogramma voor het stadscentrum is gekozen voor een benadering uit 3 verschillende invalshoeken: (1) de economische vitaliteit, (2) de sociaal-culturele vitaliteit en (3) de ruimtelijke vitaliteit. De economische vitaliteit is daarbij tevens de ‘onderlegger’, de drager van het programma. Deze drie invalshoeken worden gezien als de randvoorwaarden voor een goed functionerend stadscentrum. Heel veel lukt en er dienen zich ook telkens initiatieven en kansen aan die hun weg vinden naar het stadscentrum. De dagelijkse praktijk leert echter ook dat een evenwichtige ontwikkeling die rekening houdt met alledrie de invalshoeken, wel vaak vraagt om balanceerwerk. Voortdurend dreigt één van invalshoeken ‘weg te klappen’ en daarmee ligt voortdurende de dreiging op de loer dat de geleidelijke ontwikkeling wordt verstoord. Daardoor dreigt voortdurend terugval en kunnen kansrijke initiatieven of samenwerkingen verloren gaan of teniet worden gedaan. Positieve energie dreigt daarmee weg te vloeien, terwijl kleine speldenprikken voor korte(re) perioden zouden meewerken aan realiseren van het lange termijn perspectief. Doorbraak en allianties Het is voor Almere een enorm succes dat het stadscentrum zo’n vitaal onderdeel van de stad is. Het zou een doorbraak zijn wanneer het lukt om het lukt die vitaliteit te behouden en zelfs langzaam op hetzelfde niveau als dat van andere middelgrote steden te brengen. Voor een New Town zou dat, zelfs internationaal, een enorm succes zijn en Almere is die weg ook ingeslagen. De alliantie om het stadshart tot een succes te maken is breed: vastgoedeigenaren, bewoners, winkeliers, NS-vastgoed. Ambities Voor deze businesscase zijn de volgende ambities geformuleerd: Ad. 1: Doorontwikkeling Schipperplein Ad. 2: Stimulering kleinschalig aanbod centrumgebied Almere Voor de uitwerking van de businesscases wordt verwezen naar bijlage 5 van de gemeentelijke uitvoeringsagenda.
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
51
Bijlage 1: Wijkbeschrijvingen Typering aandachtswijken Bouwmeesterbuurt De Bouwmeesterbuurt is de op een na oudste wijk van Almere Buiten en is medio jaren-80 ontwikkeld en opgeleverd. De bijna 4400 bewoners van de Bouwmeesterbuurt wijken qua etniciteit niet veel af van het Almeerse gemiddelde, maar qua huishoudenssamenstelling is wijkt de buurt wel af. Er wonen relatief weinig gezinnen, veel senioren (15%) en veel alleenstaanden (30%), allemaal kenmerkend voor een wijk van bijna 25 jaar oud. De Bouwmeesterbuurt is gesitueerd rondom het Van Eesterenplein, een groot groen plein met vier kwadranten. Op het zuidwestelijke kwadrant bevindt zich een bescheiden winkelcentrum. Andere voorzieningen in de Bouwmeesterbuurt zijn drie basisscholen en een gezondheidscentrum. De opzet met kwadranten is ook doorgevoerd in de woonbebouwing van de wijk. In oost-west richting doorsnijdt de busbaan de wijk. De twee noordelijke kwadranten bevatten alleen koopwoningen, in de twee zuidelijke zijn de meeste woningen een huurwoning. Nu is ruim 34% van de woningen in bezit van een corporatie (één in deze wijk), het aantal koopwoningen is, mede door verkoop van voormalige sociale huurwoningen, inmiddels gestegen tot boven de 65%. De Bouwmeesterbuurt is zeer ruim van opzet. De hoofdzakelijk rijenwoningen staan te midden van een groene openbare ruimte. Deze is echter aan groot onderhoud toe na bijna 25 jaar. Dat geldt zowel voor de staat waarin het groen verkeert, als de gebruiksmogelijkheden die niet meer aansluiten bij de behoeften van de veranderde bevolkingssamenstelling (met name jongeren en senioren). De randen van de wijk kennen bijzondere groenkwaliteiten. Dat geldt zowel voor de noordzijde (moerasachtig) westzijde (oever Lage Vaart) als zuidzijde (Polderpark). Alleen aan de oostzijde is dat minder het geval, daar zijn recentelijk bedrijven ontwikkeld. Zowel op individueel als op collectief niveau is in de Bouwmeesterbuurt een aantal negatieve ontwikkelingen waar te nemen. Zo ligt het aantal huishoudens dat afhankelijk is van bijstand met 6% boven het Almeerse gemiddelde (5%). In de kwadranten met de goedkoopste woningen zijn zogenaamde pocket of poverty ontstaan. Eind 2006 gaven de bewoners van de Bouwmeesterbuurt hun wijk het rapportcijfer 5,8 (Almere 6,8). Ook het rapportcijfer voor de omgang tussen culturen ligt met 6,1 achter op het gemiddelde (6,9). De Leefbaarometer laat een aantal alarmerende tendensen zien. In een derde deel van de wijk scoort de leefbaarheid neutraal tot zelfs negatief (hetgeen niet veel voorkomt in Almere). 30% van de bewoners voelt zich soms of vaak onveilig (gemiddeld 17%) en de netheid van de woonomgeving krijgt het rapportcijfer 4,2. Molenbuurt De Molenbuurt is de oudste wijk van Almere Buiten en kent ruim 1600 woningen, hoofdzakelijk eengezinswoningen in een suburbane opzet. De woningen en het wijkontwerp zijn typerend voor de jaren-80. Driekwart van de woningen is een rij. Oorspronkelijk was het aandeel huurwoningen van corporaties meer dan 50%. Door verkoop is het nu gedaald tot 45%. Vergeleken met andere wijken in Almere is de gemiddelde WOZ-waarde van woningen in de Molenbuurt met € 153.000 laag. De openbare ruimte in de Molenbuurt is ruim van opzet en in 2005 door middel van groot onderhoud helemaal opgeknapt. De Molenbuurt kent twee, ruimtelijk van elkaar gescheiden delen. Bewoners ervaren deze scheiding ook. Ten westen van de busbaan die de wijk doorsnijdt, bevinden zich (voormalige) sociale huurwoningen. Aan de oostkant van de busbaan bevinden zich hoofdzakelijk koopwoningen. Aan de zuidkant van de wijk bevinden zich in beide delen etagewoningen die in eigendom zijn van een andere corporatie. Aan de westkant van de wijk, aan de dreef, bevindt zich een strook met bedrijven die ook tot de Molenbuurt behoort. De bevolking van de Molenbuurt neemt langzaam af tot 2020. Er wonen nu relatief veel gezinnen met oudere kinderen en voor Almeerse begrippen veel senioren. Naast de woning zelf is voor bewoners de nabijheid van het centrum van Almere Buiten de belangrijkste reden om in de Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
52
Molenbuurt te gaan wonen of er te blijven. Ook kent de wijk een veelheid aan voorzieningen, waaronder vier basisscholen, een buurtcentrum en een jongerencentrum. De meeste voorzieningen hebben een bovenwijkse functie. De Molenbuurt ziet zich geconfronteerd met twee negatieve ontwikkelingen: de sociaaleconomische positie van de bewoners en de leefbaarheid. Zo heeft 49% van de huishoudens in de Molenbuurt een laag inkomen (landelijk gezien) en ligt het gemiddelde inkomen per huishouden onder het Almeerse gemiddelde. Daarmee verband houdend is het aantal huishoudens dat (langdurig) werkloos is hoger. Met name het aantal huishoudens in de bijstand is met 9% beduidend hoger dan in de rest van Almere (5%). Het aantal minima laat een nog ernstiger cijfer zien, 29% van de huishoudens verkeert in die situatie. Voor 7% is dat langdurig. Kwetsbare huishoudens wonen geconcentreerd in de huurwoningen aan de west- en zuidzijde van de wijk. In de Leefbaarometer van het Ministerie van VROM laat de leefbaarheid de ontwikkeling ‘matig positief’ zien. Dat is gemiddeld in de wijk, het zuidelijk deel, zowel bij de huurwoningen als de koopwoningen, is afgezakt naar ‘matig’. Bewoners geven dit zelf ook aan als probleem. Het aantal afvaldumpingen is groot en op diverse plekken neemt de overlast die buren van elkaar ervaren ernstige vormen aan. Tegelijkertijd neemt het aantal meldingen over beide zaken af. Uit bewonersgesprekken blijkt angst voor represailles de achterliggende reden voor het niet melden van overlast. Eilandenbuurt De Eilandenbuurt is één van de nieuwste wijken van Almere Buiten en is samen met de Oostvaardersbuurt een belangrijk deel van de Almeerse bouwopgave uit de VINEX-periode. De wijk is in de eerste jaren van dit decennium opgeleverd. Net als in andere wijken uit die periode is veel aandacht besteed aan de architectuur van de woningen. Voor de openbare ruimte is dat veel minder het geval en de openbare ruimte is dan ook een van de zorgpunten van de Eilandenbuurt in het instandhouden van de leefbaarheid. Het bijzondere element in de Eilandenbuurt is de Bouwexpo 2001 die zich in het zuidelijke deel bevindt. In deze derde Almeerse Bouwexpo is het thema Gewild Wonen. Daarbij konden bewoners in hoge mate hun woning mee ontwerpen en indelen. Het resultaat daarvan is een bonte verzameling architectuuriconen, die tezamen met de kleurrijke Regenboogbuurt architectuurtoeristen van tot over de landsgrenzen trekt. In de Bouwexpo staan alleen koopwoningen. Ondanks de suburbane locatie zijn dat ook betrekkelijk veel meergezinswoningen. Aan de noord- en westzijde van de wijk bevinden zich de regulier ontwikkelde woningen. Hieronder bevindt zich een groot aantal (sociale) huurwoningen, die alle eigendom zijn van één corporatie. Ook bevindt zich hier een klein bedrijventerrein dat nog in ontwikkeling is. Op een deel van het bedrijventerrein zijn inmiddels woningen gebouwd. Het centrum van de wijk wordt gevormd door De @rchipel, de eerste Brede School van Almere. Dit gebouw kent naast schoollokalen tevens eens sportzaal en een aantal andere ruimten waar onder andere een bibliotheek, creatief educatiecentrum de Kunstlinie en een buurtontmoetingsruimte gevestigd zijn. Andere voorzieningen, zoals bijvoorbeeld een supermarkt, ontbreken in de wijk, deze worden ontwikkeld in de ten noorden van de Eilandenbuurt gelegen Indische buurt. Daar bevindt zich tevens een NSstation. De Eilandenbuurt heeft voor Almeerse begrippen weinig groene openbare ruimte. Datzelfde geldt voor speelruimte. In de loop der jaren zijn allerlei verbeteringen toegepast waardoor het aantal speelvoorzieningen is toegenomen maar bewoners ervaren nog steeds het tekort. De spaarzame groene ruimte is op een aantal plaatsen beter ingericht maar de oppervlakte is niet eenvoudig te vergroten. Een aantal straten in het regulier ontwikkelde deel baart de gemeente en corporatie al een tijd zorgen. In de Eilandenbuurt is al een concentratie van kwetsbare huishoudens ontstaan. De kwetsbaarheid uit zich onder andere op sociaal vlak (burenruzies, beperkte zelfredzaamheid), economisch (lage inkomens, schuldenproblematiek) en criminaliteit (incidenten in de wijk). Berichtgeving in de media heeft bijgedragen aan een imagoprobleem van de wijk, dat al een behoorlijk hardnekkig karakter heeft bereikt. Een ander probleem waar de Eilandenbuurt zich Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
53
geconfronteerd mee ziet, is de verkooptijd van woningen. Een groot aantal Almeerders verhuist om de paar jaar door naar een volgende koopwoning. Huizenprijzen leken alleen maar te kunnen stijgen, waardoor veel mensen financiële risico’s namen. Na het opleveren van de Eilandenbuurt stokte deze ontwikkeling waardoor de wijk nu hoog scoort met de gemiddelde verkooptijd van woningen, de gemiddelde vraagprijs daalt en het aantal woningen dat langdurig te koop staat toeneemt. Een aantal grote koopwoningen wordt inmiddels verhuurd aan grote aantallen buitenlandse werknemers, hetgeen zijn weerslag heeft op de parkeersituatie en leefbaarheid in de wijk. Oostvaardersbuurt De Oostvaardersbuurt is een van de nieuwere wijken van Almere. Net zoals in andere Almeerse VINEX-wijken is bij de ontwikkeling van de wijk het accent gelegd op architectuur van woningen en in mindere mate op het ontwerp en de omvang van de openbare ruimte. De Oostvaardersbuurt kent een kleine 2000 woningen, waarvan een groot deel een koopwoning is. Meer dan een vijfde deel van de woningen is een vrijstaande of geschakelde woning en dat is voor Almeerse begrippen veel. Kenmerkend voor de jonge wijk zijn er veel gezinnen met kinderen. Ook scoort de Oostvaardersbuurt hoog op het percentage niet-westerse allochtonen, dat 39% bedraagt (Almeerse gemiddelde 26%). Van de eerste bewoners van de Oostvaardersbuurt, gekomen tussen 1999 en 2003, is een aanzienlijk deel inmiddels reeds doorverhuisd. Zo verhuisde in 2008 15% van de huishoudens uit de wijk die op dat moment nog geen 8 jaar oud was. De aantrekkelijkheid van de wijk lijkt af te nemen. De oorzaken daarvan zijn deels bekend. Zo ervaren de bewoners een tekort aan voorzieningen. Daarnaast zijn in het verleden op een aantal plaatsen in de wijk conflicten ontstaan tussen buren en straten. De vrees bestaat dat in de Oostvaardersbuurt eenzelfde situatie gaat ontstaan als in het noordelijk deel van de Eilandenbuurt. Voor een aantal bewoners heeft de Oostvaardersbuurt dus niet aan de verwachtingen voldaan. Zo is de supermarkt, die gepland staat in de aangelegen Indische buurt, tot op heden nog niet gerealiseerd. Tevens worden ontmoetingsplekken in de wijk gemist, zowel in de openbare ruimte als in gebouwde voorzieningen. Bij een groot deel van de woningen in de Oostvaardersbuurt is parkeren op eigen terrein gerealiseerd. In de meeste van die straten ontbreken stoepen. Kinderen missen daarom speelruimte op de stoep, direct bij huis en in voortuinen. Veel kinderen zijn zodoende aangewezen op het schoolplein van de centraal gelegen basisschool De Egelantier. Naast het tekort aan voorzieningen en speelruimte is in de Oostvaardersbuurt te merken dat de zorg van bewoners voor hun buurt afneemt. In toenemende mate is zwerfvuil te constateren in de openbare ruimte. Daarnaast neemt het aantal afvaldumpingen toe. Tenslotte is ook het op straat sleutelen aan auto’s een gebruik dat in de wijk veelvuldig voorkomt. Ring rond Haven Centrum Almere Haven heeft vier aandachtswijken De Wierden, De Hoven, De Werven en Centrum Haven. Voor de Wierden is in 2007 een samenwerkingsverband gesloten tussen gemeente en woningbouwcorporaties om integraal te werken aan de verbetering van de wijk. Ook andere partners zoals de welzijnsorganisaties en het onderwijs zijn intensief bij deze aanpak betrokken. Voor het centrumgebied van Haven, met name het deel waar de ondernemers gevestigd zijn, is een gezamenlijke aanpak ingezet van de vastgoedeigenaren, de ondernemers en de gemeente om de uitstraling van het gebied te verbeteren. Voor het noordelijk deel van het centrumgebied (hoofdzakelijk wonen) en de aangrenzende wijken De Hoven is nog geen sprake van een gezamenlijke aanpak. Overigens wordt De Werven al wel vernieuwd door woningcorporatie De Alliantie en deze aanpak geldt als voorbeeld voor de aanpak van De Hoven. Uit analyses van de afzonderlijke gebieden blijkt dat deze gebieden als risicowijk te bestempelen zijn en dat fysieke, sociale en veiligheidsmaatregelen nodig zijn om te voorkomen dat dit achterstandwijken worden. Omdat het noordelijk deel van het centrumgebied, de Hoven en de Werven fysiek aan elkaar grenzen wordt voor een aanpak gepleit die zich richt op het totale gebied rond Haven Centrum. Het gehele gebied heeft in de leefbaarometer 2008 de waarde “matig” . Het draagvlak voor samenwerking met de partners die ook in deze gebieden actief zijn, is in principe aanwezig. De uitwerking van de visie wordt samen met de bewoners Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
54
opgepakt. In de Hoven bestaat het woningvoorraad voor een zeer groot gedeelte uit sociale huurwoningen (63%). De gemiddelde economische waarde van de woningen is laag. Veel van deze woningen zijn etagewoningen en zijn relatief klein. De wijk vergrijst gestaag en de jongste leeftijdsgroepen tot 18 jaar zijn ondervertegenwoordigd. Er wonen veel alleenstaanden in de wijk en minder gezinnen met kinderen dan gemiddeld, waaronder wel relatief veel eenoudergezinnen. Het aandeel allochtonen in de wijk neemt steeds verder toe en is groter dan gemiddeld. De bewoners van de Hoven voelen zich minder veilig in de wijk dan gemiddeld en ervaren meer dreiging. Het aantal geregistreerde sociale en geweldsincidenten ligt hoger dan gemiddeld. Het zelfredzaam vermogen van de wijk is kleiner dan gemiddeld en de kans dat de wijk zich in sociaal economisch opzicht verbetert is klein. De wijk heeft een groene uitstraling. Fysiek is sprake van achterstallig onderhoud aan openbare ruimte en voorzieningen. De wijk telt twee basisscholen en een peuterspeelzaal. (bron: sociale analyse 2007) De kenmerken van de Werven zijn grotendeels vergelijkbaar met die van de Hoven: veel huurwoningen met een lage economische waarde en een groot aandeel kwetsbare groepen. Het aandeel langdurige minima huishoudens ligt hoger dan in de rest van Almere. Bewoners voelen zich onveilig in de wijk en zijn van mening dat de buurt verloedert. In 2006 is door de woningcorporatie die het grootste gedeelte van de woningen bezit een plan opgezet om de leefbaarheid te vergroten. De ingrepen richten zich op woningverbetering, de aanpak van de openbare ruimte, verfraaiing van de wijk en het stimuleren van de ontmoetingsfunctie. Hoewel het achterstallig groot onderhoud hiermee nog niet is aangepakt, heeft de wijk wel een beter aanzien gekregen. In de wijk is tijdelijk een ontmoetingscentrum voor bewoners gerealiseerd dat voorziet in een behoefte. (bron: sociale analyse 2006). Woningcorporatie de Alliantie heeft zich succesvol ingezet voor het vernieuwen van de woningvoorraad. De koers die is ingezet moet kracht bijgezet worden. In het centrum bestaat een groot deel van het woningbestand uit sociale huur en de opbouw van de bevolking is ongewoon. Er wonen zeer veel ouderen en alleenstaanden met en zonder kinderen in de wijk. De bewoners hebben minder te besteden dan de gemiddelde Almeerders en de werkloosheid in het gebied is hoog. Ook is het percentage vroegtijdig schoolverlaters beduidend hoger dan gemiddeld. In 2007 was er een sterke perceptie dat het centrumgebied verloedert. Door de integrale aanpak van het winkelgedeelte (verfraaiing, aanpak puien, aanpak graffiti, aanpak branchering) is er het afgelopen jaar verbetering te constateren in dit deel. Het woongedeelte kenmerkt zich door een minimale uitstraling, veroorzaakt door achterstallig onderhoud, slechte achterkanten en verzakte en niet onderhouden binnenhoven. (bron: sociale analyse 2007) De Wierden De Wierden kent relatief veel sociale huurwoningen (69%) met een lage economische waarde. De bevolkingssamenstelling wijkt aanzienlijk af van die van Almere als geheel. Er wonen relatief weinig gezinnen met kinderen in de wijk (24% vs. Almere 58%), het aandeel eenoudergezinnen (16%) is zeer hoog en er wonen relatief veel ouderen in de wijk (14%). Een huishouden in de Wierden heeft gemiddeld minder te besteden in dan een huishouden in Almere. 40% van de inwoners moet rondkomen van een minimuminkomen. Het aandeel allochtonen stijgt. De jeugd in de Wierden is kwetsbaar. Er is sprake van aanzienlijke onderwijsachterstanden. Op een aantal plekken in de wijk bevinden zich armoedehotspots. Veel bewoners staan buiten het arbeidsproces (8% vs. Almere 5%) en leven geïsoleerd, buiten de samenleving. De eenzijdige woningvoorraad in de wijk bemoeilijkt ingroei van nieuwe en doorgroei van bestaande bewoners De wijk heeft dringend behoefte aan groot onderhoud van verharding en groen. De bewoners zijn van mening dat hun buurt verloedert. De leefbaarheid gaat sterk achteruit. Volgens de politie is veel sprake van sociale incidenten. In 2007 is gestart met de integrale wijkaanpak van de Wierden, een samenwerkingsverband van twee woningbouwcorporaties, De Alliantie en Ymere, en de gemeente. De aanpak met als motto ‘Bouwen voor en door de buurt’ richt zich op vijf kernopgaven: de jeugd staat centraal, Armoede de deur uit, Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
55
Ontmoet elkaar in de Wierden, Iedereen doet mee en Wonen naar wens. Gestart is met de sociaal maatschappelijke opgave. In het hart van de wijk staat een brede school met ontmoetingsruimte ‘het Wierdendok’ als belangrijk onderdeel. Hier worden dagarrangementen aangeboden, activiteiten georganiseerd voor en door bewoners en treffen bewoners elkaar. Daarnaast wordt ingezet op activering van bewoners. Met de opgestelde ruimtelijke visie (in concept gereed) wordt ingezet op maatregelen om het toekomstperspectief van de wijk en de bewoners te verbeteren. De bestaande woningvoorraad wordt verbeterd, er wordt aanvullende woningbouw gepleegd, er wordt ingezet op een nieuw voorzieningencluster en door groot onderhoud wordt de openbare ruimte aantrekkelijker gemaakt. In de integrale wijkaanpak voor de Wierden spelen de volgende concrete maatregelen: 1. Sociale stijging/Onderwijs a. (Scholen als) ontmoetingscentra in de wijk b. Uitbouw activeringscentrum c. Inburgering in de wijk d. Aanpak Armoedehotspots 2. Veiligheid/Jongeren a. Ster van de Wierden 3. Preventie/fysiek beheer a. Ruimtelijke visie b. Schoon, heel, veilig Voor een uitgebreidere beschrijving van de wijkaanpak De Wierden wordt verwezen naar bijlage 3. Waterwijk Waterwijk heeft de komende jaren op een aantal terreinen extra aandacht nodig. Het is een ruim opgezette, rustige woonwijk met een voor Almere zo kenmerkende groenblauwe-structuur en weinig doorgaande wegen. Het kent een weinig gedifferentieerde woningvoorraad. Driekwart is in eigendom van de bewoners, 22% is in handen van woningbouwcorporaties, wat voor Almeerse begrippen laag is. Het aandeel modale inkomens is relatief groot. De problemen die zich voordoen in de wijk hebben te maken met de kwaliteit van de fysieke ruimte en de lage participatiegraad van bewoners. De identiteit van deze (woon)wijk is, mede door de monotone uitstraling, erg vlak en weinig onderscheidend. De mogelijkheden om deze wijk naar de toekomst toe vitaal te houden liggen dan ook op de sociale samenhang, aanpak van de openbare ruimte en het toevoegen van iconen en het versterken/creëren van een identiteit. Voor al dit biedt de wijk door de ruime opzet en groenblauwe-structuur kansen, mits deze verzilverd worden. Meer urgente problemen ontstaan wanneer de bewoners in financieel zwaar weer komen te zitten. Het grote aantal koopwoningen en het modale inkomen (op gezinsniveau) zorgen voor specifieke problemen bij economische recessie. Vergrijzing is een van de punten waar Waterwijk mee te maken gaat krijgen komende jaren. Om dit te accommoderen is een meer gevarieerd aanbod van woningen nodig en dient het zorgaanbod mee te groeien. Jeugdoverlast concentreert zich op enkele plekken,vaak in de slechtere delen van de wijk. Het Botplein is een winkelcentrum waarvan de opzet zeer gedateerd is; de openbare ruimte is sleets en gaat hand in hand met overlast door weinig kwalitatieve horeca en criminaliteit. Verbeteren van de identiteit en uitstraling van de wijk door het aanpakken van slechte locaties in de openbare ruimte waar overlast voorkomt. Met name Botplein vergt fysieke herstructurering. Daarnaast investeren in zowel meer handhaving en als meer voorzieningen voor jongeren om de relatief grote overlast terug te dringen. Daarnaast inzetten op het benutten en vergroten van ruimtelijke kwaliteit en creëren van nieuwe iconen. Danswijk Typerend voor de kleurrijke Danswijk is dat er relatief veel koopwoningen en rijtjeshuizen staan en dat het voorzieningenniveau laag is. De wijk moet het doen zonder een gezondheidscentrum en Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
56
een buurtcentrum. De woningen vallen vaak in de economische middenklasse. En het gemiddelde perceeloppervlakte is klein in vergelijking met de rest van Almere. Het aandeel zorgwoningen in de wijk is gemiddeld. Maar in de toekomst zal door de vergrijzing de behoefte aan zorgwoningen toenemen. Volgens bewoners laat de netheid van de omgeving in Danswijk te wensen over. Ook vinden zij dat er meer parkeervoorzieningen en meer groen moeten komen. Jongeren die voor overlast zorgen zijn ook een punt van aandacht. Basisschoolleerlingen en jongeren in Danswijk zijn relatief kwetsbaar omdat zij vaker een risico op (leer)achterstand lopen. Deze kwetsbare groepen moeten we in de gaten houden. In de toekomst zal de groep ouderen groeien en daarmee de behoefte aan zorgwoningen. Om in die behoefte te voorzien, moeten er meer zorgwoningen komen. Verder liggen er in het noordwesten van Danswijk een paar armoedeplekken die extra inzet van het professionele netwerk vragen. De wijk kent relatief groot aantal (zelfstandige)ondernemers. Deze zitten echter vaak verstopt in de eigen woning of werken op locatie. Lopende verbindende projecten uitbouwen waarbij buurtgevoel, identiteit en sociale cohesie centraal staan. De wijk kent een met partners opgezette light-aanpak waarbinnen door slim schakelen en verknopen van activiteiten en middelen wordt samengewerkt. Hier wordt door alle partijen in geïnvesteerd, maar kent (budgettaire) grenzen. Dit baart zorgen, omdat de continuïteit in het gedrang is. Het continueren van een ruimte in de wijk en het programmeren werkt en zal moeten worden gecontinueerd. Tussen de Vaarten Tussen de Vaarten is een wijk met veel koopwoningen, en een krap stedelijk ontwerp waardoor er weinig (kwalitatief hoge) openbare ruimte aanwezig is. De wijk is verdeeld in noord en zuid door de spoorweg, en vormt daardoor en door de grootte geen eenheid. Identiteit en binding van de bewoners aan de wijk zijn slecht ontwikkeld. De wijk ligt aan de buitenrand van Almere Stad en wordt gescheiden van Almere buiten door een brede vaart. De uitstroom uit deze wijk is, mede door de betaalbare woningen, groot naar o.a. nieuwe uitleggebieden toe waardoor sociale cohesie lastig tot stand komt. In diverse delen van de wijk zijn concentraties van achter-devoordeur problematieken (pockets of poverty) met name in Tussen de Vaarten noord. Inzoomen op ‘pockets op poverty’ en tegelijkertijd voorkomen dat er problemen ontstaan voor de eveneens kwetsbare (kopers)klasse. Daarnaast de wijkeconomie stimuleren om voorzieningen en arbeidsplaatsen te ondersteunen. Identificeren met een goed bereikbare woningmarkt met een rustige, maar centrale ligging in Almere. Verbinden van Noord en Zuid. Monitoren van schoolgaande jeugd om tijdig problemen te kunnen signaleren en voorkomen. De jeugd door middel van ontmoetingsplaatsen en (sport)activiteiten, o.a. op scholen, meer binden aan de buurt en overlast verminderen. Een cumulatie van problemen kan hier worden voorkomen. Stedenwijk Stedenwijk is een van de oudste wijken van Almere Stad en is opgeleverd begin 80-jaren en ligt op een bijzondere plek in de stad: direct grenzend aan het stadscentrum en het Weerwater. De bijna 10.000 inwoners wijken qua samenstelling en sociaal economische positie af van de gemiddelde Almeerse wijk. Het aandeel allochtonen is met bijna 47% relatief hoog, er wonen minder gezinnen met kinderen en ouderen (55+) en alleenstaanden zijn met elk ruim een derde oververtegenwoordigd in de wijk. Er zijn opvallend veel (30%) eenoudergezinnen met kinderen in de leeftijd tot 17. De positie van de jeugd in deze wijk baart ernstige zorgen: 52% van de kinderen (0-4 jr.) wordt aangemerkt als risicokind, 40% van de kinderen die op de Brede School Stedenwijk komt heeft geen voorschoolse voorziening bezocht en worden veel meer 5 tot 12-jarigen gerekend tot achterstandsleerling. Voorts heeft 39% van de 5 tot 12-jarigen een niet optimale gezondheid, verlaat een bovengemiddeld aantal 12 tot 17-jarigen voortijdig school zonder een startkwalificatie, is een bovengemiddeld aantal jongeren betrokken bij delicten, overlast en vandalisme, en telt Stedenwijk meer dan een gemiddeld aantal tienermoeders en -vaders. Veel van deze kinderen groeien op in een armoede situatie. De wijk kent vier concentratiegebieden (pockets of poverty), 26% van de huishoudens behoort tot de ‘ minima’ en bijna de helft van de huishoudens heeft een laag inkomen. Doordat veel bewoners buiten het arbeidsproces of de samenleving zijn komen te staan verkeren Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
57
velen in een sociaal isolement of dreigen daarin terecht te komen. Bewoners beoordelen hun wijk -in toenemende mate- negatief. Op sociaal vlak worden door hen de ‘ betrokkenheid met de buren’ , de ‘ omgang tussen culturen’ en de algehele ‘ toekomstverwachting van de wijk’ worden als zeer ongunstig beoordeeld. De bewoners oordelen negatief over de leefbaarheid van de wijk. De wijk vertoont de typische kenmerken van de 80-jaren ‘bloemkoolwijken’, introvert en met weinig attractieve plekken en ruimte voor ontmoeting. De wijk is toe aan groot onderhoud en een herinrichting van binnenplaatsen en pleinen. De fysieke verloedering van de wijk draagt mede bij aan een negatief oordeel van bewoners over de veiligheid en het gebrek aan sociale contacten. Er is sprake van een mismatch in het woningaanbod. Het huidige eenzijdige woningaanbod van kleine rijenwoningen sluit niet aan bij de potentie van de locatie nabij het Stadscentrum. Starters en senioren en meer stedelijk georiënteerde mensen willen graag wonen in de wijk maar vinden geen passend aanbod. Uitgangspunten wijkaanpak Stedenwijk: • Wonen: bieden van kansen aan (meer) stedelijk georiënteerde woningzoekenden door een grotere variatie aan woonmilieus. • Werken: stimuleren van ondernemerschap en economie in de wijk die bijdragen aan levendigheid en profilering van de Stedenwijk. • Ontmoeting: Stimuleren van activiteiten en voorzieningen en een inrichting van de openbare ruimte passend bij de vraag van de bewoners • Stijging soc.- economische ladder: Stimuleren van persoonlijke ontwikkeling en tegengaan/voorkomen van sociale achterstanden door extra aandacht voor bewoners die in een maatschappelijk kwetsbare situatie zitten en voor ondernemers met groeikwaliteiten. • Stralen: profiteren van het bijzondere (‘eigen’ & situering) van de wijk waardoor de wijk een sterk en aantrekkelijk profiel krijgt. Staatsliedenwijk Anders dan in de andere centrumrandwijken in de stad is de woningvoorraad in de Staatsliedenwijk eenzijdig en bestaat uit overwegend (ca. 80% van de 1200 woningen) kleine, meergezinswoningen met lage huren en waar mensen over het algemeen niet heel lang wonen. Het is een typische doorgangswijk. De wijk is opgeleverd medio jaren 80 en is een van de oudste wijken van Almere Stad. De wijk wordt doorsneden door een busbaan en begrensd door dreven waardoor sprake is van een geïsoleerde ligging en tweedeling van de wijk. De ‘harde’ fysieke en functionele scheiding met het hoogwaardige stads- en kantorencentrum competeert dit beeld. Genoemde woningvoorraad brengt een type huishoudens met zich meebrengt met een lager sociaaleconomisch profiel. In dat opzicht vertoont de wijk een vrij constant zorgelijk beeld, mede door de concentratie van kwetsbare groepen. Van de ca. 2500 inwoners is 52% van allochtone afkomst wat het hoogste percentage van Almere is. De wijk heeft ondanks een daling nog steeds het hoogste percentage bijstandsgerechtigden en werklozen. Bijna de helft (44%) van de huishoudens behoort tot de minima. Veel van deze groepen zijn geconcentreerd in het midden en noordoosten van de wijk. De jeugd in deze wijk is kwetsbaar: bijna de helft van de kinderen groeit op in eenoudergezinnen. Er is sprake van een bovengemiddelde schooluitval en ruim 50% van het aantal basisschoolleerlingen heeft leerachterstanden. De combinatie van snelle bevolkingswisselingen met sociaaleconomische achterstand en daarbij genomen de grote etnische diversiteit creëert een atmosfeer van anonimiteit die bijdraagt aan verloedering van de wijk. De objectieve en beleefde onveiligheid in de wijk completeren dit beeld. De wijk heeft een bovengemiddeld aantal veiligheidsincidenten. In dit verband wordt ook wel gesproken over de ‘ kruitvatindicator’: langdurige werkloosheid of armoede in een economisch kansrijke omgeving (afgezien van de kredietcrisis) geeft een verklaring voor de frustratie van mensen over hun economische achterstandspositie, waardoor zij meer geneigd zijn overlast en onveiligheid te veroorzaken. Ook de Leefbaarometer van VROM geeft aan dat de wijk matig scoort en op sommige locaties een zeer Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
58
negatieve ontwikkeling heeft doorgemaakt (in 2002-2006). Bewoners beoordelen de leefbaarheid en de kwaliteit van hun woning eveneens negatief. Met name de sociale kwaliteit en de omgang met buren worden zeer negatief beoordeeld. In 2003 is al een wijkaanpak uitgevoerd met het accent op fysiek maatregelen (openbare ruimte en veiligheid) en enige sociale projecten om de cohesie in de wijk te verhogen. Anno 2009 kent de wijk nog dezelfde sociaal economische problemen, is de veiligheidsbeleving en het imago van de wijk onverminderd slecht. De angst bestaat dat de wijk in een negatieve spiraal belandt waarbij alleen die bevolkingsgroepen zich vestigen die een leefstijl hebben die passen bij de verloedering van de wijk. Met een economische recessie is de verwachting dat in deze wijk de gevolgen zich sterk zullen doen gelden. Kruidenwijk Kruidenwijk is in veel opzichten, zoals bevolkingssamenstelling, inkomen en registraties door gemeente en politie, een vrij gemiddelde Almeerse wijk. Echter binnen de wijk zijn er ruimtelijk gezien concentraties van kwetsbare groepen (armoede, langdurig werklozen etc.) waar extra aandacht nodig is. Het zijn schoolvoorbeelden van pockets of poverty. De bewoners zelf vinden dat hun wijk verloedert en : er is sprake van een grote achterstand in het fysiek beheer. Analyse wijst op een instroom van bevolkingsgroepen met een heel ander normbesef tav het gebruik van de openbare ruimte en omgang buren. Bewoners voelen zich niet veilig. Ook op sociaal gebied gaat het niet erg goed in de wijk; de betrokkenheid bij de buren is laag en men zet zich weinig in voor de buurt. De Kruidenwijkers zijn ontevreden over hoe de wijk zich in het afgelopen jaar heeft ontwikkeld en ze hebben weinig vertrouwen in de toekomst van de buurt (bron: bewonersavonden juni 2009). Met name de jeugd, en dan vooral de allochtone jeugd, is een kwetsbare bevolkingsgroep in Kruidenwijk die aandacht nodig heeft. Het grote aandeel jongeren in de wijk zorgt in de vorm van een groot aantal jeugdgroepen bovendien voor vrij veel overlast, wat ook een verklaring is voor de algemene ontevredenheid van de bewoners. Verbetering van de sociale cohesie in de wijk zal hoogstwaarschijnlijk een positiever oordeel onder de bewoners over hun sociaal-ruimtelijke woonomgeving tot gevolg hebben. Onvrede komt eveneens voort uit de uitzichtloze situatie (armoede, geen werk etc) van kwetsbare groepen, zoals minimahuishoudens, ouderen en niet-westerse Kruidenwijkers. Deze groepen zullen actiever benaderd moeten worden om hun sociaal economische positie te verbeteren. Het draait om sociale interventies, maar met het groot onderhoud in 2011 voor de deur is de wens de al lopende light-aanpak te kunnen uitbouwen en in het groot onderhoud meer wensen van bewoners te kunnen inwilligen/verwezenlijken dan met het huidige budget kan. Juist het maken van kwaliteitssprongen in de openbare ruimte draagt bij aan een positiever oordeel van bewoners, zo leren de ervaringen.
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
59
Bijlage 2 Nadere Uitwerking Businesscases 3.2.I Vergroot de ontwikkelingskansen voor kinderen en jongeren en 3.2.II, Koester sociaal kapitaal , organiseer maatschappelijke participatie Sociale acupunctuur in de wijken De instrumenten die in businesscase 3.2.I en II beschreven worden kunnen in alle wijken ingezet worden. Dat betekent niet dat ze ook inderdaad allemaal in alle wijken nodig of gewenst zijn. Op basis van gedeelde analyses en doelstellingen die per wijk door de betrokken maatschappelijke organisaties en bewoners gemaakt worden, volgt een keuze voor de instrumenten die, in samenhang, het meest kunnen betekenen voor de betreffnde wijk. Voor veel wijken moet die analyse nog gemaakt worden. Toch willen we, met een paar concrete voorbeelden, vast illustreren wat dat voor (delen) van de wijk kan betekenen: Combinatiefuncties Achtergrond Vanaf 2009 krijgt Almere de kans om mee te doen aan de Rijksregeling ‘Impuls Brede Scholen Sport en Cultuur.’ Deze regeling, voor 60 % gefinancierd door de gemeente en voor 40% door het Rijk (VWS en OCW), heeft als doel om meer brede scholen te realiseren, sportverenigingen te versterken, een dagelijks sport- en bewegingsaanbod op en rond scholen te stimuleren en de kennismaking met kunst en cultuur te bevorderen. De regeling voorziet in het realiseren van 17,5 combinatiefuncties in 2009, oplopend naar 38,2 combinatiefuncties vanaf 2012. Voor de combinatiefuncties geldt de volgende verdeling: Sector percentage fte Nederland primair onderwijs 34% 850 voortgezet onderwijs 10% 250 sportsector 50% 1250 cultuursector 6% 150 2500
fte Almere 13 4 19 2,2 38,2
De door het rijk gewenste verdeling in 2012 is een leidraad voor Almere, maar geen keurslijf. Het rijk benadrukt het belang van lokaal maatwerk, en Almere gebruikt de regeling om haar eigen doelen te behalen. Het behalen van het aanbevolen aantal fte per sector is geen eerste prioriteit maar wel de intentie. De gewenste verdeling in 2012 is de leidraad, ook in de jaren die daaraan voorafgaan. Dat houdt in dat het aantal combinatiefuncties per sector anders kan groeien dan in bovenstaand schema. Het totaal aantal fte per jaar is wel een hard gegeven Een combinatiefunctionaris heeft altijd meer dan 1 werkveld en combineert op die manier bij voorbeeld onderwijs met sport of cultuur. Ambitie Voor Almere biedt het inzetten van combinatiefuncties de mogelijkheid om structureel de band tussen sportinstellingen – en verenigingen, culturele organisaties en het onderwijs te verbinden en te stimuleren in het belang van het ontwikkelingsperspectief van haar jeugd,.zonder dat dat een extra belasting betekent voor de scholen. Hierdoor kan de school volop blijven inzetten op het verbeteren van de schoolopbrengsten en krijgen kinderen en jongeren de kans om zich te ontwikkelen op sportief en cultureel gebied: Combinatiefunctionarissen kunnen kinderen en jongeren een rijke leeromgeving bieden met maximale ontplooiingsmogelijkheden. Het zijn bruggenbouwers tussen onderwijs, sport, cultuur, kinderopvang en welzijn. Uitgangspunten Impuls Almere Voor de Impuls brede scholen, sport en cultuur in Almere gelden de volgende uitgangspunten: De combinatiefuncties zijn geen doel op zich maar een middel om de Almeerse doelen op het gebied van bredeschoolontwikkeling, sportstimulering, cultuurparticipatie en vrijetijdsbeleid voor schoolgaande kinderen en jongeren (4-18 jaar) te verwezenlijken. Er wordt voortgebouwd op de ervaring met bestaande combinatiefuncties in Almere. Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
60
Succesvolle combinatiefuncties worden in aantal uitgebreid; tijdelijke worden omgezet in structurele. Eén combinatiefunctionaris wordt zoveel mogelijk binnen eén buurt/wijk/stadsdeel ingezet. De combinatiefuncties dragen bij aan de ontwikkelingskansen van de Almeerse jeugd. Doordat er een verbinding wordt gelegd tussen het aanbod vanuit de school en daarbuiten, in de wijk of bij verenigingen of instellingen, wordt ook de binding van de jeugd aan de stad gestimuleerd. Dat hiervoor veel enthousiasme bestaat, zowel bij instellingen en verenigingen als bij onderwijsinstellingen voor primair en voortgezet onderwijs, blijkt wel uit het feit dat zowel voor 2009 als voor 2010, het aantal aanvragen de beschikbare capaciteit overstijgt. Organisatie Projectteam De regie ligt bij de gemeente. Bij DMO wordt een projectteam opgezet. Het projectteam heeft als taak om draagvlak in het veld te creëren, nieuwe combinatiefuncties op te zetten (taakprofielen opstellen e.d.), te adviseren over het werkgeverschap en de betrokken beleidsadviseurs ondersteunen bij het maken van de subsidieafspraken met de uitvoerende organisaties. Voor de beleidsadviseurs die betrokken zijn bij de uitvoering is urenuitbreiding nodig. In 2011 en 2012 kan het projectteam ingekrompen worden, omdat het accent voor uitvoering van de regeling meer bij de beleidsadviseurs komt te liggen. Eind 2012 is de regeling geïmplementeerd en wordt het projectteam ontbonden. De regeling is structureel en gaat door in 2013 en verder als onderdeel van het reguliere beleid. 2009/2010 Opdrachtgever:
teammanager Vrije Tijd
Projectteam:
projectleider D/E 20 u.p.w. coördinator aanvragen 18 u.p.w. teamvertegenwoordiger VT of LW 8 u.p.w. administratieve ondersteuning 3 u.p.w. Taken projectteam: dagelijkse leiding project, verantwoording naar bestuur, organiseren van interne en externe overleggen, communicatie intern en extern, bewaking doelen project, monitoring, instructie en inhoudelijke ondersteuning betrokken beleidsadviseurs. Inzet regulier:
beleidsadviseur brede school po 3 u.p.w. beleidsadviseur brede school vo 2 u.p.w. beleidsadviseur sport 5 u.p.w. beleidsadviseur cultuur 2 u.p.w. beleidsadviseur SKS (o.a. WMO & jeugd) 3 u.p.w. De inzet regulier is bestemd voor deskundigheidsbevordering, deelname aan overleg en het voorbereiden/ opstellen van subsidiebeschikkingen. inzet totaal: 64 u.p.w. 1,8 fte De teams Leren en Werken (brede school) en Vrije Tijd (sport, cultuur en recreatie) zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Impuls. Voorgesteld wordt om uit één van deze teams een algemeen projectleider (ca. 0,55 fte) te benoemen, en uit het andere team een vertegenwoordiger (ca. 0,2 fte). Een coördinator aanvragen wordt aangesteld met de taak om organisaties te matchen en te helpen met het indienen van aanvragen. Met name sportverenigingen zullen deze ondersteuning nodig hebben. Het projectteam zal eenmaal per 2 weken overleggen. Een werkgroep van de betrokken beleidsadviseurs, accounthouders gebieden en andere relevante gemeentemedewerkers komt ca. 6 keer per jaar bijeen, onder voorzitterschap van de projectleider. De projectkosten worden geschat op € 120.000: € 100.000 voor formatie; € 20.000 organisatiekosten.
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
61
Monitoring De monitoring van de Impuls is een belangrijk item, zowel voor de gegevens die landelijk van belang zijn, en door de VNG zullen worden opgevraagd, als voor de Almeerse beleidsdoelen. De projectleider is verantwoordelijk voor de monitoring van de voortgang Impuls in Almere. Financiering en tijdlijn. Deze wordt nog nader uitgewerkt
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
62
Steun voor kwetsbare bewoners Eilandenbuurt Achtergrond • Concentratie kwetsbare bewoners in ‘7 straten’ op sociaal vlak (burenruzies, beperkte zelfredzaamheid), economisch (lage inkomens, schuldenproblematiek) en criminaliteit (incidenten in de wijk) • Hulpeloosheid draagt mede bij aan buurtconflicten, strijd tussen straten Ambitie • Mensen krijgen tegelijkertijd individuele en collectieve hulp • Meer zelfredzaamheid en leren samen te leven • Elkaar leren kennen en elkaar leren aanspreken • Inzet stadsmarinier, gezinscoaches, straatcoaches • Vlottrekken beheer Brede School @rchipel • Triangel kwaliteit verbeteren tot dé buurtontmoetingsplek in de buitenlucht • Vanuit @rchipel en Triangel sociaal programma en activiteiten organiseren • Activering van bewoners uitbreiden naar Eilandenbuurt • Buurtbemiddeling • Jongerenbemiddeling • Programmering playground Evenaar voor jongeren Organisatie • Sociaal programma door De Schoor en Goede Stede • Bij elkaar betrekken bewoners op straatniveau • Buurtbemiddelaars • Jongerenbemiddelaars • Almeerse Scholengroep Financiering € 175.000 Tijdslijn 2009 – 2012 continue inzet Begrip tussen buren Achtergrond De (veelal uit Amsterdam afkomstige)bevolking van het eerste uur van de Molenbuurt was niet homogeen, maar die bewoners hadden over het algemeen wel bepaalde gezamenlijke waarden. Zo stond het netjes houden van de buurt, de straten, de voortuinen en de aanblik van het woonkamerraam, hoog in het vaandel. In de loop der tijd is een groot aantal mensen uit de Molenbuurt verhuisd en de nieuwkomers (autochtoon en allochtoon) die daarvoor in de plaats kwamen hebben doorgaans andere waarden. Zij zijn meer gericht op het leven buiten de buurt en de woning meer een verblijfplaats. Het netjes houden van de buurt is voor deze groep minder van belang. Het verschil in leefstijlen en waarden leidt in de dagelijkse praktijk tot conflicten, die soms een individueel karkater hebben en soms een collectief karakter. Ambities • Mensen kunnen en durven elkaar aan te spreken; • Mensen durven te melden (bij gemeente, politie etc); • Mensen komen met elkaar in contact en houden rekening met elkaar; • Bewoners van het eerste uur accepteren dat tijden veranderen; • Met het systeem van woonruimteverdeling wordt de instroom in de wijk positief beïnvloed; • Gezinscoaches en straatcoaches versterken de kracht van mensen; • Mensen voelen zich gesteund door de continue inzet van instanties: tegen asociaal gedrag wordt gelijk opgetreden, zwerfvuil wordt gelijk opgeruimd, de openbare ruimte wordt schoongehouden; • Instanties zijn zichtbaar in de wijk, via een wijkmeester die opruimt, meldt en mensen Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
63
aanspreekt, in samenwerking met de politie. Organisatie • Activering door activeringscentrum • De Schoor: gezinscoaches/straatcoaches • Politie-inzet • Wijkmeester • Scholen Financiering 4 x € 40.000 = € 160.000 Tijdslijn 2009 – 2012 continue inzet -
Aanpak Armoedehotspots De Wierden In Almere is een aantal wijken kwetsbaar te noemen. In die wijken worden extra programma’s opgezet om ook in de toekomst vitaal en leefbaar te blijven. In Almere Haven zijn dit de oudste wijken. Hier wonen, vergeleken met andere wijken, meer mensen die moeilijkheden ondervinden om optimaal te participeren in de samenleving. De meest kwetsbare wijken in Haven zijn De Wierden, De Werven, De Hoven en het centrum van Haven. Uit de verschillende onderzoeken die uitgevoerd zijn is gebleken dat in de Wierden een viertal plekken is aan te wijzen waar het op ook financieel gebied niet goed gaat: de zogenaamde hotspots. In deze delen van de wijk is de financiële situatie van de bewoners beduidend minder dan in andere delen van de wijk en Almere. Er komen relatief meer schulden voor en het inkomensniveau is laag. In het kader van integrale wijkaanpak heeft ook DSZ toegezegd inzet te plegen, met name op het terrein van de (arbeids-) participatie en het bestrijden van de armoedeproblematiek. Een gericht plan van aanpak is momenteel in ontwikkeling. Het is het doel om nog in 2009 met de uitvoering te starten.l Financiën Voor de uitvoering van de aanpak in De Wierden is budget beschikbaar gesteld. Na evaluatie zal bekeken worden of de aanpak ook in andere gebieden binnen de gemeente ingezet zat worden.
-
Aanpak Wijkgerichte inburgering Danswijk In de Lokale inburgeringsagenda heeft het college aangegeven te willen experimenteren met een wijkgerichte aanpak van inburgering. De visie achter wijkgerichte inburgering is onder meer dat de wijk een ideale vindplaats is voor inburgeraars die nog stappen moeten ondernemen om actief te worden en de taal beter machtig te worden. Door activiteiten op wijkniveau te ondernemen wordt de drempel om deel te nemen aan inburgeringsprogramma’s lager dan nu ervaren wordt. In 2009 zullen we voor de doelstellingen inburgering nog vooruit kunnen met de inburgeraars die bij de gemeente bekend zijn. Daarna zullen we op een andere manier moeten gaan werken; het vindplaatsgericht werven en motiveren van inburgeraars. Planning Op dit moment wordt het actieplan wijkgerichte inburgering in de Danswijk vorm gegeven. Start wijkgerichte inburgering in de Danswijk: oktober 2009. Na evaluatie zal worden bekeken of deze aanpak ook in andere gebieden in de gemeente ingezet kan worden.
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
64
Financiën PM Impulsen wijkeconomie Danswijk Achtergrond De Danswijk huisvest relatief veel ondernemers (met name ZZP-ers) die grotendeels hun activiteiten vanuit huis ontplooien. Om de noden en wensen van deze met name jonge en/of startende ondernemers te inventariseren is vanuit het netwerk van professionals in de wijk een actief samenwerkingsverband ingericht met de Kamer van Koophandel. De pilot in de Danswijk behelst - samen met een pilot in Amersfoort - in landelijk opzicht een vernieuwende aanpak, omdat het focust op het bieden van concrete voorzieningen die op afroep beschikbaar zijn, zonder dat de doelgroep geacht worden hun thuisbasis in te ruilen voor een bedrijfsverzamelgebouw. Ambitie De ambitie is om het voor de ondernemers in de wijk beter mogelijk te maken hun onderneming aan huis verder uit te bouwen c.q. te professionaliseren. Achtergronddoelstelling daarbij is dat de in sociaal opzicht een relatief zwakke wijk gebaat is bij economische activiteiten en bij mogelijkheden zich veder te ontwikkelen (sociaal, kennis). Ook de economische netwerkfunctie wordt met deze pilot stevig verbreed. Organisatie Woningcorporaties, politie, welzijnsstichting, onderwijs en gemeente. Financiën incidentele en structurele kosten in de vorm van de huur van een representatieve ruimte (plm € 18.000) en eenmalige inrichtingkosten en ontwikkeling van de gewenste voorzieningen (€ 20.000)..
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
65
Bijlage 3: Nadere uitwerking businesscase 3.3.I Fysieke acupunctuur openbare ruimte Businesscase I: Fysieke acupunctuur openbare ruimte Ad. 1: Veilige verbinding Molenbuurt – centrum Achtergrond De Molenbuurt is een wijk in de gevarenzone. Bewoners van de Molenbuurt noemen, naast hun woning, de nabijheid van het centrum met zijn winkel- en vervoersvoorzieningen de belangrijkste locatiekwaliteit. De groenstrook, die loopt van de Polderdreef tot de Meridiaan, fungeert met zijn huidige inrichting als barrière in plaats van als verbinding. Zeker nu het centrum wordt vergroot en verbeterd in kwaliteit, is het van belang de Molenbuurt daarmee te verbinden. In zekere zin geldt dat twee kanten op, omdat het buurthuis en de scholen een bovenwijkse functie hebben. Ambities •
Veilige, goed verlichte verbinding voor langzaam verkeer;
•
Aantrekkelijke groene strook voor verblijven, ontmoeten en om aan te wonen; een gebied dat mensen aantrekt in plaats van afstoot;
•
Het schoonmaken (baggeren) van de gracht tussen de groenstrook en het centrum en onderhouden en verbeteren van de bruggen;
•
Opknappen van buurtcentrum De Wieken (beter toegankelijk en impuls uitstraling);
•
Aansluiting van noordelijk deel centrum Buiten op de route.
Organisatie Welzijnsorganisatie De Schoor, basisscholen, landschapsbeheer Flevoland, woningcorporatie Goede Stede en Place2B. Zij de co-financiers van de aanpak. Deze businesscase is een schoolvoorbeeld van acupunctuur. Het combineert verschillende opgaven, waarbij het allemaal draait om een preventieve versterking van de leefbaarheid. Almere zal in de 2e tranche 40+ wijken vragen om geld om co-financiering. Daarnaast hoopt Almere ook op kennisinzet vanuit het Rijk op het gebied van veiligheid en risicomanagement rond centrumgebieden. In de veiligheidsopgave van de stad zijn de centrumgebieden speerpunten, want zo blijkt uit onderzoek, dat zijn hot spots. Juist bij veiligheid speelt de fysieke kant een belangrijke rol. Op dit punt vragen wij het Rijk om kennisdeling en signalering van en toeleiding naar trajecten/processen die gaan over dit onderwerp. In de eerste dialoogsessie “wijken van waarde” bleek bij de verschillende ministeries een grote bereidheid te bestaan om na te denken welke cases elders uit Nederland als voorbeeld kunnen dienen. Almere vraagt op dit punt dan ook om meer vervolgsessies, want het kan ons denken versterken. (Ook omdat het ook voor de opgave centrumvoorzieningen zo’n belangrijk onderwerp is.) Financiering De gemeente is bezig met het samenstellen van het financiële plaatje. Naast de openbare ruimte wordt er geïnvesteerd in maatschappelijk vastgoed. Het gevraagde bedrag aan het Rijk is dan ook indicatief. Het zal gaan om een bedrag van ca. €200.000. Tijdslijn 2009 – 2010 Inrichtingsplan groenstrook, Wipmolenweg en noordelijk deel centrum 2010 renovatie gebouwen voorbereiden 2010 openbaar gebied inrichtingsplan uitvoeren 2011 gebouwen renoveren
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
66
Ad. 2: Impuls openbare ruimte Eilandenbuurt Achtergrond Eilandenbuurt is een versteende buurt met weinig groene openbare ruimte, waarvan een deel ook nog een verwaarloosde uitstraling heeft, met name in het deel waar de huurwoningen zich bevinden. Dit zet de betrokkenheid en leefbaarheid onder druk. Ambitie •
Openbare ruimte echt attractief maken (groen erbij moeilijk, beter beheer en ook stenen openbare ruimte impuls)
•
Alle doelgroepen aan bod laten komen (niet alleen kinderen) en dit gezamenlijk doen. Speelplekken inrichten op groep 5 – 10 jaar
•
Triangel als gezamenlijke buurtontmoetingsplek in de buitenlucht
Organisatie Grotere inzet Stadsbeheer (verhoging kwaliteitsniveau) en bewoners (denken mee, maar beheren ook mee) Almere schuift de Eilandenbuurt naar voren als pilot, want deze businesscase leent zich daar voor. De Eilandenbuurt is een relatief jonge buurt, maar kwaliteitsarm en met de nodige sociale problemen. Met een goede 0-meting kunnen we volgen wat de effecten zijn van een vroegtijdige aanpak van een, ons inziens, kwetsbare buurt. Wij zien het Rijk, en dan met name VROM/WWI, als de partner in zo’n pilot. Financiering De gemeente maakt voor de komende jaren M€10 vrij om (extra) kwaliteitsinvesteringen te kunnen doen in de 3 aandachtswijken. Voor het preventiebudget 40+ schuiven wij deze businesscase naar voren. Indicatie van gevraagd bedrag aan Rijk: € 250.000 Tijdslijn 2009 – 2010 Studie en inrichtingsplan openbare ruimte 2011 Uitvoering
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
67
Ad. 3: Creëren van ontmoetingslocaties jongeren in , Kruidenwijk, Waterwijk, Stedenwijk Achtergrond In genoemde wijken zijn groepen jongeren die zorgen voor overlast en voor een gevoel van onveiligheid bij buurtbewoners. De openbare ruimte is hier nog onvoldoende toegesneden op deze groep gebruikers: er zijn te weinig geschikte plekken waar deze jongeren zich kunnen ophouden zonder dat zij daarbij tot last zijn voor de wijk. Ook doen zich situaties voor van ontmoetingsplekken die toe zijn aan opwaardering (b.v. trapveld in Kruidenwijk). In laatstgenoemde wijk is er veel overlast bij een winkelcentrum en voelen bezoekers/bewoners zich onveilig; ter plaatse zijn weinig of geen alternatieven voor ontmoeting voor deze groep. Met de ontwikkeling van een Jongeren OntmoetingsPlek (JOP) in de nabijheid van deze supermarkt wordt beoogd deze groep een aantrekkelijker alternatief te bieden. In Waterwijk zal met de aanleg van een playground forser worden geïnvesteerd omdat hier de problematiek van overlastgevende groepen (2 JITgroepen) groter is. In Stedenwijk bestaat een zeer groot tekort aan ontmoetingsplekken. In de periode 2009-2013 zal ingezet worden op de realisatie van 8 ontmoetingsplekken en een aanvullende, substantiële ontmoetingsplek. De gemeente zal hier samen met jongeren invulling aan geven Ambitie •
Uitbreiden ontmoetingslocaties voor jongeren
•
Verhogen attractiviteit openbare ruimte voor jongeren
•
Terugdringen overlast en vandalisme jongerengroepen
•
Verbeteren leefbaarheid woonwijk en buurtcentrum
Tijdens de dialoog met de departementen is uitgebreid stilgestaan bij participatie, integratie en betrokkenheid bij de buurt. Het belang en specifiekheid van de opgave werden breed gedeeld. Er is afgesproken aan integratie verder te spreken in extra sessie. Almere is hier een groot voorstander van. De hierboven geformuleerde opgaven van ontmoeten, sporten en hangen nauw samen met opgaven op het gebied van participatie, integratie en betrokkenheid. Wat ook hier weer interessant is concrete investeringen aan te grijpen om te zien in hoeverre dit nu bijdraagt aan het vergroten van de binding en leefbaarheid. Projecten •
Jongeren OntmoetingsPlek (JOP) - Kruidenwijk
•
Upgrading trapveld – Kruidenwijk
•
Aanleg playground – Waterwijk
•
8- ontmoetingsplekken voor 10 – 40 jongeren en een aanvullende substantiële ontmoetingsplek - Stedenwijk
Inverdien effecten •
verbetering van leefbaarheid en aantrekkingskracht wijk
•
kostenbesparing vandalisme
•
versterking economisch functioneren buurtcentrum (Kruidenwijk)
Organisatie Gemeente trekt in deze projecten nauw op met partners als Schoor, politie, corporatie (Danswijk), eigenaar buurtcentrum Kruidenwijk. Wij zien het Rijk, en dan met name VROM/WWI, als de partner in zo’n pilot. Financiering en tijdslijn •
JOP – Kruidenwijk : gevraagd bedrag: € 55.000,- (investering € 90.000/ eigen dekking € 35.000 ). Planning: 2010 realisatie
•
Upgrading trapveldje – Kruidenwijk : gevraagd bedrag € 15.000,- (investering € 30.000,-/eigen dekking 15.000,-) Planing: 2010 realisatie);
•
Playground – Waterwijk . Gevraagd bedrag nog niet bekend PM
•
8 ontmoetingsplekken/ 1 substantiële. Gevraagd bedrag € 350.000,- (investering € 800.000,-/ eigen dekking € 450.000 , Planning: 2009 start realisatie 2 ontmoetingsplekken; daarna jaarlijks -tot 2013- start/realisatie van ca. 2 locaties
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
68
Ad. 4: Herinrichting stadswerfpark Achtergrond Het stadswerfpark is een jaar geleden voor een deel heringericht. In 2010 gaan we deze herinrichting afmaken. Ambitie Punt van aandacht is het creëren van volwaardige ontmoetingsplekken voor zowel jong en oud, waarbij voldoende ruimte is voor de leeftijdsgroepen afzonderlijk maar ook voor juist ontmoeting tussen leeftijdsgroepen. Op dit moment is het park sociaal onveilig en functioneert ten dele als hangplek voor risicojeugd. In overleg met politie en corporaties wordt ingezet om juist het park zo aantrekkelijk te maken dat ontmoeting voor alle groepen een feest wordt in het park en het toezicht op het park te vergroten (zowel sociaal als ook repressief (politie). Dit o.a. door programmering en toezicht op de aan te leggen playground, etc. Door de herinrichting direct aan te laten sluiten bij de wensen en initiatieven van omwonenden, hier vervolgens een actieve programmering op te zetten en te zorgen voor het afsluitbaar maken van de nieuwe ‘binnen- en werktuinen’ zullen specifieke en doelgroepgerichte openbare ruimtes aan de buurt worden toegevoegd. Over de resultaten hiervan (ontwerp, gebruik, producten, werkgelegenheid) zal actief gecommuniceerd worden. Ambities •
Volwaardige ontmoetingsplek voor zowel jong en oud
•
Park dat door 60% van de omwonenden regelmatig wordt bezocht.
•
Afname meldingen overlast in het park met 50% (vanaf het tweede jaar na de start van de programmering)
•
Programma op de playground voor tenminste alle middagen in de week.
•
Toezicht op het park
Tijdens de dialoog met de departementen is uitgebreid stilgestaan bij participatie, integratie en betrokkenheid bij de buurt. Het belang en specifiekheid van de opgave werden breed gedeeld. Er is afgesproken aan integratie verder te spreken in extra sessie. Almere is hier een groot voorstander van. De hierboven geformuleerde opgaven van ontmoeten, sporten en hangen nauw samen met opgaven op het gebied van participatie, integratie en betrokkenheid. Wat ook hier weer interessant is concrete investeringen aan te grijpen om te zien in hoeverre dit nu bijdraagt aan het vergroten van de binding en leefbaarheid. Organisatie Welzijnsorganisaties De Schoor en Sciandri, gemeente Almere (beheer en programmering), politie, corporaties. Wij zien het Rijk, en dan met name VROM/WWI, als de partner in zo’n pilot. Financiering Totale investeringen: €150.000 aanleg playground Aanpassingen aan de groenstructuur in het park pm (net afgerond) Programmering playground €35000 jaarlijks €50.000 uitbreiding speelhaven beheer en onderhoud jaarlijks €65.000 Totale dekking: Aanleg playground €150.000 Aanpassingen groen: pm Programmering playground €35000 jaarlijks Beheer en onderhoud jaarlijks €65.000 Voorlopig tekort gekapitaliseerd: €750.000 Het belang van playgrounds wordt in Almere breed onderkend. We zijn trots op alle plekken die reeds gerealiseerd zijn en we zijn blij met de positieve uistraling en invloed van dit soort plekken. Maar we willen meer. Zeker op dit punt zullen we het Rijk dan om een bijdrage leveren. Tijdslijn Planvorming en realisering 2010 Programmering 2010-2014
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
69
Ad. 5: Speelplekken Achtergrond Speelplekken en playgrounds spelen een belangrijke rol in het binden van de oudere jeugd aan het stadsdeel/de wijk. In sommige wijken blijkt dat bij de bouw weinig formele en informele speelruimte in de wijk is gecreëerd. Hierdoor kan de jeugd weinig naar buiten en ontstaan de sociale samenhang tussen jongeren veel moeilijker. Ook heeft de oudere jeugd te weinig speel- sport en ontmoetingsplekken in de buurt, waardoor makkelijk een overlastsituatie ontstaat. De grote speelplekken worden met programma (sport- en spelbegeleiding) ingericht, zodat een optimaal resultaat wordt behaald, zowel in het activeren van inactieve jeugd als het betrekken van overlast gevende jongeren. De velden kunnen ook onder schooltijd door scholen voor sport en spel activiteiten worden ingezet. Aanleg of verbetering van speelplekken is gekoppeld aan een aanpak van de omgeving of het organiseren van activiteiten. Ambities Het realiseren van een bovenwijkse sportvoorziening/playground in elk stadsdeel Tijdens de dialoog met de departementen is uitgebreid stilgestaan bij participatie, integratie en betrokkenheid bij de buurt. Het belang en specifiekheid van de opgave werden breed gedeeld. Er is afgesproken aan integratie verder te spreken in extra sessie. Almere is hier een groot voorstander van. De hierboven geformuleerde opgaven van ontmoeten, sporten en hangen nauw samen met opgaven op het gebied van participatie, integratie en betrokkenheid. Wat ook hier weer interessant is concrete investeringen aan te grijpen om te zien in hoeverre dit nu bijdraagt aan het vergroten van de binding en leefbaarheid. Organisatie Gemeente, corporaties, scholen, bewoners/jongeren, politie. Wij zien het Rijk, en dan met name VROM/WWI, als de partner in zo’n pilot. Financiering De kosten zijn opgenomen in de businesscases voor de plekken die aangepakt worden, zoals de Eilandenbuurt, stadswerfpark en Oostvaardersbuurt. Tijdslijn Zie andere businesscases.
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
70
Ad. 6: Verbetering pleinen: Botplein, Leeuwardenplein, ’s Hertogenboschplein, schoolplein Al Imam Stedenwijk Achtergrond Pleinen vormen belangrijke ontmoetingsplekken voor een buurt, met name wanneer hier ook nog buurtvoorzieningen zijn gesitueerd. Door hun functie en ligging hebben ze de potentie het hart te zijn van de wijk. Deze potentie wordt op het Botplein (Waterwijk), ’s Hertogenboschplein, Leeuwardenplein en het schoolplein van de Al Imamschool (alle in de prioriteitswijk Stedenwijk) momenteel onvoldoende benut. Het Botplein en het ’s Hertogenboschplein zijn beide buurtcentra en bieden op dit moment een trieste en sombere aanblik en zijn een trekpleister voor hangjongeren. Er is sprake van overlast, criminaliteit en plaatselijk leegstand. Bezoekers voelen zich hier niet welkom en veilig. Het Leeuwardenplein is gelegen midden in een buurt die volledig wordt gerenoveerd; aan het plein ligt een school. Hetzelfde geldt voor het plein van de Al Imam school; ook hier zal een renovatie gaan plaatsvinden om het plein een bredere functie te geven. Beide pleinen moeten een impuls krijgen zodat het tot een ontmoetingsplek wordt voor de hele buurt, jong en oud. Invulling van de pleinen zal in nauw overleg plaatsvinden met de buurtbewoners. Ambitie •
Plein als levendig knooppunt in de wijk
•
Verhogen attractiviteit openbare ruimte
•
Terugdringen overlast en vandalisme jongerengroepen
•
Verbeteren leefbaarheid woonwijk en buurtcentrum
Tijdens de dialoog met de departementen is uitgebreid stilgestaan bij participatie, integratie en betrokkenheid bij de buurt. Het belang en specifiekheid van de opgave werden breed gedeeld. Er is afgesproken aan integratie verder te spreken in extra sessie. Almere is hier een groot voorstander van. De hierboven geformuleerde opgaven van ontmoeten, sporten en hangen nauw samen met opgaven op het gebied van participatie, integratie en betrokkenheid. Wat ook hier weer interessant is concrete investeringen aan te grijpen om te zien in hoeverre dit nu bijdraagt aan het vergroten van de binding en leefbaarheid. Organisatie Welzijnsorganisatie, De Schoor, Almeerse scholengroep, twee woningbouwcorporaties. Wij zien het Rijk, en dan met name VROM/WWI, als de partner in zo’n pilot. Financiering •
Botplein: gevraagd bedrag €200.000 (totale investering € 400.000/ eigen dekking € 200.000,-)
•
s’ Hertogenboschplein: gevraagd bedrag € 250.000 (totale investering € 800.000/ eigen dekking € 550.000,-)
•
Leeuwardenplein
•
Al Imam schoolplein: gevraagd bedrag € 50.000 (totale investering €100.000/ eigen dekking €50.000)
gevraagd budget € 150.000,- (totale investering €350.000,-/ eigen dekking €200.000,-)
Tijdslijn •
Botplein: 2010: start inrichtingsplan en realisatie in 2011
•
s’ Hertogenboschplein: idem.
•
Leeuwardenplein: idem
•
Al Imam schoolplein: idem
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
71
Ad. 7: Continuering verbeterslagen centrumgebied Haven Achtergrond Door gezamenlijke aanpak van vastgoedeigenaren, ondernemersvereniging en gemeente is het centrumgebied van Haven de afgelopen 2 jaar enorm verbeterd . Dit zit in samenwerking in branchering en investeringen in het aantrekkelijker maken van het openbaar gebied (hanging baskets) en het investeren in het vastgoed. Ambitie Om de aantrekkelijkheid ook voor de toekomst te waarborgen is het van belang dat deze aanpak gecontinueerd wordt en daarnaast is het van belang dat de aantrekkingskracht en het imago wordt versterkt. Dit kan niet zonder impulsen in de openbare ruimte, o.a. het verbeteren van de bewegwijzering naar en ook in het centrum en het aanpakken van de openbare ruimte rondom de winkelstraat, parkeerhoven, etc. Daarnaast is het van belang om het imago te verbeteren, enerzijds door kwaliteit in het winkelaanbod te bieden (dit is nu sterk verbeterd door de samenwerking in branchering) anderzijds door gerichte commerciële en marketingactiviteiten. Wij vragen vanuit Almere ook om ondersteuning met kennis. Doorontwikkeling van dit soort gebieden is een nieuwe opgave in Almere. Door haar betrokkenheid bij veel vernieuwingsopgaven elders in Nederland hopen wij in het Rijk ook een partner te vinden die ons helpt best practices aan te wijzen en ons wijst op innovatieve processen. Financiën PM (Voor het op orde brengen en herinrichten van de parkeerhoven wordt een plan van aanpak opgesteld. Op dit moment is dit plan in voorbereiding. Kosten zijn nu nog niet helder. Kosten voor bewegwijzering, etc zijn ook nog niet inzichtelijk. In het najaar 2009 wordt een housewarming georganiseerd in het centrum van Almere Haven door ondernemersvereniging en vastgoedeigenaren om tot actieplannen op de verschillende onderdelen te komen. Deze actieplannen moeten dan financieel vertaald worden.) Tijdslijn 2009: opstellen actieplannen 2010 - 2012: uitvoeren actieplannen
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
72
Ad. 8: Tijdelijke huisvesting startende ondernemers (broedplaatsen voor ondernemerschap) Achtergrond Wijkeconomie heeft de grootste bijdrage geleverd aan de banengroei in Haven in de afgelopen jaren. Dit stadsdeel doet ook volop mee als broedplaats voor nieuw ondernemerschap, zoals Almere als geheel zich als kampioen startende bedrijven mag profileren. Uit onderzoek blijkt dat bereikbaarheid van (betaalbare) bedrijfshuisvesting een aandachtspunt is.4 Op stadsdeelniveau is de ambitie van de gemeente starters, mits het talent en de ambitie er is, te begeleiden naar doorgroei en de daarbij passende (ruimere) huisvesting. Hierbij ligt de focus op huisvesting op de bestaande kleine bedrijfsconcentraties in de wijken, waaronder de kleine bedrijventerreinen De Paal en Ambachtsmark. Zodoende staat voor De Paal en Ambachtsmarkt revitalisatie op de agenda waarbij uitdrukkelijk aandacht zal uitgaan naar huisvesting van doorgroeiende starters. Een ander in stadsdeel Haven gelegen bedrijventerrein, De Steiger, staat komende jaren een grote verandering te wachten. Dit gebied met wat grootschaliger bedrijfspanden grenst aan de A6 en het Weerwater, een zone waar in de structuurvisie een hoogstedelijke ontwikkeling voorzien is. Een ontwikkeling waar De Steiger met transformatie naar een meer gemengd milieu (werken, voorzieningen en wonen) op de langere termijn deel van uit zal gaan maken. Op kortere termijn is er ook al sprake van verandering. De nieuwe ontsluiting van Haven aan de verbrede A6 wordt vanaf 2012 door dit terrein aangelegd. Deze ontwikkelingen hebben op dit moment een verlammende uitwerking op het functioneren van het bedrijventerrein. Ondernemers zullen niet geneigd zijn te investeren in hun bedrijfshuisvesting zonder lange termijn perspectief, en een aantal ondernemers is zelfs al weggetrokken. Lege en slecht onderhouden bedrijfspanden op De Steiger zijn het gevolg van deze ontwikkeling. Een neerwaartse spiraal ligt in het verschiet en deze moet gekeerd worden. Te meer omdat deze ontwikkeling niet alleen uitstraling heeft op De Steiger, maar ook op de aangrenzende woonwijk De Marken. Ambitie Om de neerwaartse spiraal van de ontwikkeling van De Steiger tegen te gaan en op korte termijn (in afwachting onder andere van revitalisatie van bedrijfsterreinen De Paal en Ambachtsmark) ook concreet betaalbare huisvestingskansen te bieden aan doorgroeiende starters willen wij tijdelijke huisvesting van startende ondernemers faciliteren op De Steiger. Ongebruikte panden worden weer gebruikt en het terrein wint aan levendigheid wat bijdraagt aan de leefbaarheid op De Steiger. Voor doorgroeiende starters komt betaalbare bedrijfshuisvesting beschikbaar. Organisatie De bedrijven op De Steiger zijn georganiseerd in Bedrijfskring De Steiger, onderdeel van de overkoepelende Vereniging Bedrijfskring Almere (VBA). Samen met de bedrijfskring en de Kamer van Koophandel zal gemeente kleinschalige herinrichting en verhuur van leegstaande panden en informatievoorziening organiseren. Net als bij de centrumontwikkelingen, vraagt Almere het Rijk op dit punt van de broedplaatsen om partnership. Door het overzicht dat het Rijk heeft en alle contacten die het heeft kan het Almere helpen meedenken over regelingen, programma’s, best practices en leggen van contacten. VROM/WWI, maar ook zeker OC&W, uit oogpunt van cultuurparticipatie en –verbreding, en EZ zijn belangrijke ministeries voor kennisdeling en in het toeleiden van Almere naar regelingen en samenwerkingsverbanden. Financiering Uitgaande van stimuleringssubsidie voor de herinrichting en verhuur van leegstaande panden aan doorgroeiende startende ondernemers, financiering van organisatie en informatievoorziening worden de kosten van het realiseren van tijdelijke ondernemershuisvesting op De Steiger geraamd op €300.000 voor een periode van 2009-2013. Op het budget voor de planvorming na, ontbreekt het budget. Om een indicatie te geven om welke bedragen het gaat, is het bedrag opgenomen. Nogmaals wordt ook gewezen op de gewenste kennisinzet van het Rijk om op dit punt vooruitgang te boeken. Tijdslijn 2009: Start gesprekken met vastgoedeigenaren 2010: Eerste 2 leegstaande panden ingericht en in gebruik 2011: Uitbreiding met 2 leegstaande panden 2012: Uitbreiding met 2 leegstaande panden 2013: Uitbreiding met 2 leegstaande panden
4
De huisvesting van startende en doorstartende bedrijven in Almere, knelpunten, wensen en kansen, Strabo, augustus 2008 Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
73
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
74
Nadere uitwerking businesscase 3.3.II Versterken en vernieuwen van het (zelf)beheer Businesscase II: versterken en vernieuwen van het (zelf)beheer Ad. 1: Voortzetting fysieke en sociale beheer in De Werven door de Alliantie Achtergrond In de Werven doet woningcorporatie de Alliantie sinds 2006 het fysieke en sociale beheer van het grootste delen deel van de wijk. Het dagelijks onderhoud en het aanzien van de wijk is enorm verbeterd en er is een (tijdelijke) ontmoetingsruimte gerealiseerd. Het experiment loopt binnenkort af. Ambitie Inzet is om deze succesvolle aanpak te continueren. Binnenkort wordt een atelier georganiseerd waarbij met het maatschappelijk middenveld wordt uitgewerkt hoe deze aanpak kan worden gecontinueerd en succesvolle onderdelen hiervan kunnen worden geïncorporeerd in standaard afspraken. Dit wordt gelijk niet alleen voor de werven maar teven voor een deel van de hoven en het noordelijk deel van het centrum bezien. Aandachtspunten hierbij zowel fysieke aanpak als sociale problematiek. Het Rijk wordt gevraagd om inzet van haar kennis op het gebied van stedelijke vernieuwing en herstructurering. Dit is hard nodig, want de Rijksoverheid, heeft in het verleden veel kennis opgebouwd op het gebied van woningverbetering. Door haar betrokkenheid bij veel vernieuwingsopgaven hopen wij dat Rijk als kennispartner met ons wil optrekken om zo de kennis op te bouwen hoe wij jonge wijken (versneld) kunnen vernieuwen. Maar ook hopen wij dat het Rijk, ook financieel, het opzetten van voorlichting, studies naar innovatieve (verbeter)processen en financieringsarrangementen ondersteunt. Almere wil dan ook mn. in gesprek met de ministeries van financiën en VROM om te kijken of tijdelijke aanpassing van fiscale regimes in bepaalde gebieden mensen triggert om te investeren in hun woning. Misschien kan Almere een pilot status krijgen. Het ligt in de lijn der verwachting dat dan ook vragen op het gebied van bouwkundige regels en welstands boven komen drijven. Het meedenken van VROM is dan noodzakelijk. Ten aanzien van de financieringsstrategieën is al de afspraak gemaakt dat we hier samen met mee verder gaan, te beginnen met een werksessie om samen het onderwerp verder te verkennen. Financiën PM (Afhankelijk van de uitkomsten van het atelier. ) Tijdslijn PM (Afhankelijk van de uitkomsten van het atelier. )
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
75
Ad. 2: Hofjesgesprekken fysieke vernieuwing Achtergrond Spreken over de fysieke aanpak ligt soms heel gevoelig. Maar ten aanzien van de vernieuwing van laat-naoorlogse woonwijken (>1970) weten professionals vaak helemaal niet wat mensen aangepast willen zien in hun woonomgeving. Er wordt veel verondersteld en er is nog maar weinig onderzocht en getoetst. Omdat we vooraf weten dat de woningvoorraad van deze wijken grotendeels in stand blijft, hoeft zo’n fysieke studie ook minder beladen te zijn. Ambitie Aan de hand van beeldstudies (collages) in 3 buurten met bewoners in gesprek raken over het wel en wee van een buurt en de wenselijkheid fysieke maatregelen te treffen. Dit om inzicht te krijgen in de waardering van de woonomgeving en omvang en aard van mogelijke maatregelen. Dit levert belangrijke informatie op voor bijvoorbeeld buurtbeheerconstructies en gewenste inspanningen van gemeentezijde. In ieder geval is bekend dat in de Bouwmeesterbuurt het idee speelt om actieve samenspraak met omwonenden te zorgen voor herinrichting en actief beheer en onderhoud van deze nieuwe ‘binnen- en werktuinen’. Onder actief beheer wordt verstaan het organiseren van activiteiten in deze nieuwe ‘binnentuinen’ voor specifieke doelgroepen. Hiermee wordt werkgelegenheid gecreëerd (participatie met bewoners, herinrichting en vooral organiseren van activiteiten) en zal de nu nog anonieme openbare ruimte veranderen in activiteitenplekken voor specifieke doelgroepen (kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen). In de nieuwe ‘binnen- en werktuinen’ zullen ook plekken voor economische activiteiten verkend worden, zoals kassen voor groente en fruit, ateliers voor kunstenaars, collectieve werkruimten voor zzp-ers in de directe omgeving. Financiën Gevraagd bedrag: 3*15.000 euro = 45.000 euro De totale investering is hoger en de gemeente probeert via het Fonds Bestaande Stad een even groot bedrag vrij te maken om dit experiment uit te voeren. Tijdslijn Per direct en afronding in 2010.
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
76
Ad. 3: Inpassing/Toepassing Ons Belang op 2 plekken Achtergrond De normale manier van werken ten aanzien van de gebouwde omgeving is curatief. Dat wil zeggen dat na het tot stand komen van een gebied men over het algemeen pas in actie komt als er problemen zijn. Voor de vastgoedbeheerder zijn dat leegstand of technische problemen. Voor de overheid zijn dat overlast of klachten van de bewoner en gebruikers. De ervaring leert dat deze manier van werken aan de ene kant praktisch is. Er wordt alleen geld uitgegeven als het nodig is. Maar aan de andere kant is het weinig stimulerend en zorgt er niet voor dat een gebied zich toekomst gericht ontwikkelt. Bovendien is het vaak moeilijk om aan genoeg geld te komen. Dingen blijven zoals het is tot dat er een probleem wordt geconstateerd. Interventie in de fase van een potentieel probleem is in kosten en aandacht echter vele malen geringer dan in de fase van een manifest probleem. Naarmate een probleem groter wordt, neemt de inzet aan middelen exponentieel toe. Preventie is het nemen van doelbewuste initiatieven die anticiperen op risico. Preventie operationeel maken verloopt anders als bij probleemgericht werken . Bij probleemgericht werken wordt een deskundige gevraagd het probleem op te lossen. Bij preventief werken is degene die het risico gaat beperken, de betrokkene zelf. Anders gezegd: Gezond blijven doe je zelf; als je ziek wordt ga je naar de dokter. Gezond blijven is daarom een andere activiteit dan genezen. De patiënt moet doen wat de dokter zegt. De gezonde individu bepaalt zelf wat goed voor hem of haar is. Het gezond houden en maken van de woonomgeving moet dus zoveel mogelijk voortkomen uit initiatieven van de bewoners zelf. Preventie in het publieke domein via een bedrijfsmatige aanpak is nieuw en zal geleerd moeten worden. Daarom bestaat de uitvoeringsagenda uit een aantal proefprojecten. De proefprojecten vormen een leerproces om deze aanpak op grotere schaal toe te passen. Onderdeel van het traject is daarom het opstellen van een leeragenda. De doelen en uitgangspunten van de preventieve aanpak alsook de verdere uitwerking komt hierna aan de orde. Ambitie Ons Belang behelst het gezamenlijk bedrijfsmatig regelen van specifiek benoemde belangen in een woonbuurt. De activiteiten die door deze organisaties worden uitgevoerd, zullen worden omarmd als zij de som van de waarde van alle woningen verhoogt. Voorbeelden van onderwerpen voor gezamenlijke regeling zijn de kwaliteit van de woning en de woonomgeving, de afvalverwijdering, het gebruik van energie, het parkeren, het waterbeheer, het ontwikkelen en beheren van speelgelegenheid rond de woning en het groot onderhoud van woningen. Het proefproject Ons Belang zou moeten bestaan uit een aantal deelprojecten. Dit onderwerp is nadrukkelijk aan de orde geweest in de dialoogsessie “Wijken van waarde”. In vervolgsessies met OCW over onderwijs en cultuur, met EZ en WWI Integratie/inburgering is afgesproken dat zij met hun kennis vanuit de wijkaanpak de uitvoering van de businesscase zullen verrijken.. Opzet De proefprojecten worden samen met een aantal gemeenten uitgevoerd. De voornaamste institutionele spelers voor het thema Woning en Woonomgeving zijn naast de gemeente: de woningcorporatie, de welzijnsorganisatie en de nutsbedrijven. Aan deze partijen wordt meedenken en meewerken gevraagd. Met hun deelname geven zij aan, naar zichzelf, elkaar en de burgers, dat zij hun rol willen veranderen zodra duidelijk is dat dit voor hen toekomstige voordelen oplevert. Deelnemende partijen wordt gevraagd hun inzet in de vorm van deskundigheid en middelen te leveren om het project te faciliteren. Daar staat tegenover dat de deelnemende partijen al werkende weg de meest praktische werkwijze ontdekken en, dat zij direct betrokken zijn bij de uiteindelijke vormgeving van die werkwijze. Zodra er duidelijkheid is over de deelname en inzet van betrokken spelers wordt een kwartiermaker gezocht die als aanjager voor de diverse projecten moet functioneren. De kwartiermaker gaat op zoek naar projectvoorstellen en maakt duidelijk binnen welke context de projecten moeten opereren. De kwartiermaker functioneert als aanjager van de projecten. Daarnaast wordt een themamanager aangesteld die toeziet op de inhoudelijke kwaliteit van de projecten. De institutionele partijen zijn zowel deelnemer in de proefprojecten als ook vormen zij klankbord voor de kwartiermaker. Zij zorgen er samen voor dat projecten gefaciliteerd worden. Het resultaat van de proefprojecten betreft: Voorstellen voor de organisatie en financiering van bewonersprojecten Voorstellen voor het faciliteren van externe deskundigheid en innovatiekracht Voorstellen voor de organisatie van institutionele partijen Voorstellen voor de regelgeving Financiën Indicatie is dat het bij 1 project gaat om een bedrag tussen de 75.000 en 100.000 euro. Deze pilot die is geïnitieerd door de gemeente Haarlemmermeer en Almere sluit zich hier graag bij aan. Ook onze partners in de stad geven in hun manifest ‘Werken aan Almere’ aan verder te willen gaan in het ontwikkelen/stimuleren van betrokkenheid van bewoners bij hun directe leefomgeving. Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009 Tijdslijn Bij voldoende financiering kan gestart worden met het project.
77
Ad. 4: Particuliere woningverbetering Achtergrond De concept Structuurvisie Almere 2.0 zet in op een ecologisch, sociaal en economisch duurzame stad die bijdraagt aan de ontwikkeling van de noordelijke Randstad en de metropoolregio Amsterdam. Hier ligt de kans om Almere toonaangevend te laten zijn in (inter)nationaal opzicht door geslaagde experimenten op het gebied van duurzaamheid grootschalig te implementeren, Almere 2.0 als een (inter)nationaal praktijklab. Als er één onderwerp is waarmee Almere een voorbeeldfunctie kan ontwikkelen, dan is het wel het voorkomen van grootschalige herstructurering van woongebieden. Almere is al volop bezig met het vernieuwen van wijken. Anders dan gangbaar kreeg de sociale vernieuwing daarin voorrang, gevolgd door de vernieuwing van de openbare ruimte. In de komende jaren zal ook de aandacht voor de woningvoorraad moeten toenemen; de fysieke vernieuwing zal daardoor een integraler karakter krijgen. De Almeerse woningcorporaties Goede Stede met Stedenwijk Noord en De Alliantie in De Werven zijn al enkele jaren bezig met woningrenovatie. Hun inspanningen zijn succesvol, maar leren ook dat het al een complexe en omvangrijke (investerings)opgave is. Het gespikkeld bezit en verkochte corporatiewoningen waarvan de eigenaren niet kunnen investeren, legt een enorme druk op zo’n vernieuwingsproces en op de toekomstige waardeontwikkeling en energiezuinigheid van de woningen. De complexiteit van woningverbetering en woningrenovatie zal alleen maar toenemen omdat het aandeel koopwoningen toeneemt. In de huidige vernieuwingswijken hebben de corporaties de meeste woningen in bezit hebben. Met het aan snee komen van andere wijken zal het corporatiebezit afnemen en krijgen particuliere eigenaren een belangrijke rol in het vernieuwingsproces van wijken. Zij zijn degenen die moeten gaan investeren in de verbetering van de woningvoorraad. In situaties met het reeds genoemde gespikkelde bezit neemt de complexiteit alleen maar verder toe. Daarmee ontstaat een complexe opgave op het vlak van financiering en informatievoorziening. Een voor Almere nieuw onderdeel in de vernieuwingsopgave. Ambitie Almere wil verduurzamen en dat betekent ook voorbereid zijn op de omvangrijke opgave van particuliere woningverbetering. Maar Almere is wel een stad waar liever verhuizen naar een nieuwe woning dan te investeren in hun bestaande woning. Het vernieuwen, aanpassen en verbeteren van je bestaande woning zit niet echt in het DNA van Almeerders. Ook blijft woningverbetering uit door een gebrek aan investeringsmogelijkheden van mensen. De overwaarde is beperkt of afwezig, omdat het bijvoorbeeld gebruikt is voor andere zaken dan de woning, of mensen kunnen simpelweg niet meer lenen op basis van hun inkomen. De verbetering en/of aanpassing van kan ook als positief bijeffect hebben dat daardoor de woonduur toeneemt en daarmee binding/cohesie en leefbaarheid. Ondanks dat de rek op dit vlak beperkt is, zal Almere verleidingsstrategieën moeten uitdenken om mensen te bewegen (overwaarde) te investeren in de verbetering van hun woning. Voorlichting over de meerwaarde, investeringen in voorzieningen en in groen en openbare ruimte kunnen de verleidingstactiek ondersteunen. Op financieel gebied kan ene prikkel ontstaan wanneer wijken als investeringsgebieden aangewezen kunnen worden. In zo’n investeringsgebied zou dan een lager fiscaal regime kunnen gelden waardoor investeringen aantrekkelijker zijn. Ook energiebesparing kan een rol spelen in de verleidingsstrategie. In de toekomst zullen de woonlasten voor een veel groter deel bestaan uit energiekosten. Nu investeren, kan op termijn een voordeel opleveren. Naast de financiële mogelijkheden is goede informatievoorziening voor en tijdens woningverbetering nodig, omdat mensen anders niet weten waar ze moeten beginnen. Mensen moeten erop worden gewezen wat particuliere woningverbetering inhoudt, en wat ze er eigenlijk mee opschieten. Het informeren en verleiden zouden de stimulans moeten zijn om met zachte hand verbetering af te dwingen (zoals aanpak Gemeente Rotterdam in Charlois). In het kader van informatievoorziening is, zo leren de ervaringen, één gemeentelijk aanspreekpunt belangrijk. Ook is het nodig om te voorzien in expertise en kosten van het voorwerk, zoals onderzoek, advies, bouwplan. Mensen zien hier vaak tegenop, mede om de beperkte financiële armslag. De kosten van advies over bouwplannen en dergelijk kunnen worden gefinancierd uit een gemeentelijk verleidingsfonds, waarin bijvoorbeeld wordt gekozen voor subsidie of een zachte lening. Opzet De opzet van de particuliere woningverbetering draait om: •
verbetering van een particuliere woning wordt bij voorkeur gefinancierd door particulieren zelf, met als hulpmiddel een zachte, laagrentende lening (met geld van de gemeente) – in principe geen subsidie dus.
•
Er moet een constructie komen voor het verstrekken van zachte leningen aan particulieren de meest voor de hand liggende partij. In de optiek van de gemeente denken wij wel aan een revolving fund voor particuliere woningverbetering, vervolgens te gebruiken voor specifieke projecten. De gemeente bepaalt grotendeels de voorwaarden van de lening.
•
mensen vooraf verleiden/stimuleren met informatie tot woningverbetering: waarom is het nodig en (financieel)
•
interessant? (gemeente). investeren in de woonomgeving Concept-uitvoeringsagenda GSB/New(gemeente/corporatie). Towns Almere 28 oktober 2009 de kosten van (bouwkundig) advies kunnen voor particulieren een drempel zijn om de woning te gaan verbeteren. Daarom: subsidie geven of zachte lening mogelijk maken door gemeente voor bouwkundig advies, etc. (uit een zogenaamd verleidingsfonds).
78
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
79
Bijlage 4: Vernieuwingsaanpak De Wierden 1 De Wierden verbeteren: waarom? Niets aan de hand… Kijk eens naar deze foto, genomen op een prachtige zomerdag. Dit is wat De Wierden zo bijzonder en aantrekkelijk maakt. Dit is waarom bewoners zo van De Wierden houden: het groen, het water, de rust en de ruimte. …maar er zijn tóch ergernissen Deze foto laat een andere, veel minder mooie kant van De Wierden zien. De belangrijkste ergernissen en problemen die bewoners aan ons hebben verteld: - beheer en onderhoud van de wijk - gedrag van medebewoners - steeds meer dezelfde soort bewoners: mensen met een laag inkomen en een lage opleiding, die niet altijd even betrokken zijn bij de wijk - gebrek aan voorzieningen in de wijk - veel dezelfde soort woningen: weinig keus voor jonge mensen en senioren Dáárom: een verbeterplan voor De Wierden Bewoners vinden De Wierden dus een prachtige wijk, maar vinden ook: onze wijk kan op diverse punten wel verbetering gebruiken. Daarom hebben wij een verbeterplan gemaakt. Dit plan richt zich op 5 onderwerpen: 1. Meer kansen voor de jeugd 2. Armoede de deur uit 3. Ontmoet elkaar in De Wierden 4. Wonen naar wens 5. Iedereen doet mee (in de wijk, in de maatschappij) Actie per onderwerp Per onderwerp ondernemen we actie. Sommige acties zijn al snel gestart: denk aan het Wierdendok, aan de bestrijding van jongerenoverlast en het Activeringscentrum. Andere acties gaan binnenkort beginnen: het groot onderhoud bijvoorbeeld. En weer andere acties hebben een langere tijd nodig. Een van die acties is de verbetering van De Wierden op ruimtelijk gebied: de woningen, het openbaar gebied, voorzieningen en bereikbaarheid. Hieronder gaan wij hier dieper op in. 2 De maatregelen Wij zetten in op de volgende maatregelen: a. Groot onderhoud + Keer op keer werd het groot onderhoud van De Wierden uitgesteld, tot grote ergernis van bewoners. In 2008 is gestart met de eerste werkzaamheden: de riolering, aanleg van glasvezel en aanpak van de oeverbeschoeiingen. Binnenkort begint het groot onderhoud van de bestrating, de bomen en plantsoenen en containeropstelplaatsen in de Hoek-, Kim- en Zandwierde. In 2010 starten de werkzaamheden in de rest van de wijk. Het groot onderhoud is vooral technisch van aard. Om de kwaliteiten van De Wierden te versterken (‘versterk wat goed is!’) is méér nodig. Daarom voegen we extra’s toe, zodat de wijk nóg mooier wordt en er meer plaats is voor ontmoeting. Er wordt bijvoorbeeld een wandelroute – bedacht door bewoners- aangelegd, er komen ontmoetingsplekken in het groen, aanlegsteigers langs het water en extra parkeerplaatsen. Ofwel: groot onderhoud met een grote plus. b. Verbetering van bestaande woningen Veel bewoners zijn tevreden met hun woning, maar geven ook aan: mijn woning is aan verbetering toe. Stap voor stap is al begonnen met het renoveren van woningen, zowel van binnen (badkamer, toilet, keuken) als van buiten (nieuwe schilderbeurt, afsluiting portieken). Hier gaan we Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
80
de komende jaren mee door. Maar er kan nog meer verbeterd worden. Daarom bekijken we ook hoe we de gevels en de uitstraling van een deel van de woningen kunnen verfraaien. Kleurrijker, aantrekkelijker, minder eentonig. Ook willen we investeren in duurzaamheid, waarmee we verwachten de energielasten te verlagen. Een deel van de woningen wordt ingrijpend verbeterd. Dit gebeurt nadat de huidige huurders zijn verhuisd. Deze woningen worden na de verbetering verkocht voor een betaalbare prijs. Aan huidige bewoners die graag een woning willen kopen, of aan nieuwe bewoners die de wijk wegens gebrek aan keuze vaak links lieten liggen. c. Gerichte toewijzing van huurwoningen Bewoners uit De Wierden die zich inschrijven voor een (andere) huurwoning in de wijk, moeten meestal maar afwachten of zij als eerste aan de beurt zijn. Als er nu huurwoningen vrijkomen, stromen daar immers vaak kwetsbare bewoners in. Hierdoor wordt de bewonerssamenstelling steeds eenzijdiger en kunnen bewoners die dat willen, lang niet altijd in de wijk blijven wonen. Daarom willen we starten met een proef, waarbij bewoners uit De Wierden voorrang krijgen op woningen in hun eigen wijk. Dit geldt zowel voor bestaande als voor nieuwe woningen. Zo kunnen we de instroom van kwetsbare bewoners terugdringen. En zo kunnen bewoners die gehecht zijn aan De Wierden in hún wijk blijven wonen. d. Voorzieningen in Haven West Brede School De Wierwinde groeit uit haar jasje. De kleine Albert Heijn maakt een verloederde indruk. Het Wierdendok en het Buurtatelier aan de Kimwierde bieden diverse activiteiten, maar veel bewoners geven aan behoefte te hebben aan méér voorzieningen. Daarom ontwikkelen we diverse voorzieningen in Haven West. Een totaal nieuw gebouw, waarin zijn ondergebracht: - een nieuwe brede school (De Wierwinde verhuist) - een nieuwe supermarkt (Albert Heijn aan de Oldewierde sluit) - activiteiten op het gebied van kunst en cultuur - ruimtes voor bedrijvigheid (in eerste instantie voor ondernemers uit De Wierden) - sport- en vrijetijdsvoorzieningen (in combinatie met Sportpark De Wierden) - waarschijnlijk een nieuw gezondheidscentrum (Gezondheidscentrum West zou dan verhuizen) - en wellicht ook woningen e. Nieuwbouw In De Wierden staan veel van dezelfde soorten woningen. Wie dat wil, kan lang niet altijd doorverhuizen naar een woning die bij hem/haar past. En wie nu nog niet in De Wierden woont, kiest meestal niet bewust voor De Wierden, maar uit nood. Daarom worden niet alleen de bestaande woningen aangepakt, maar komen er ook nieuwe woningen. Woningen die nu nog niet of nauwelijks in De Wierden te vinden zijn, zoals appartementen voor senioren en woningen voor starters. Er worden niet alleen duurdere huur- en koopwoningen gebouwd, maar ook (luxe) sociale woningen én betaalbare koopwoningen. Zo is er niet alleen meer keus voor de huidige bewoners, maar wordt De Wierden ook aantrekkelijk voor toekomstige bewoners. 3 Wat betekent dat? Het pakket aan maatregelen op het gebied van woningen, voorzieningen en de openbare ruimte betekent dat er veranderingen gaan optreden. De Wierden is letterlijk en figuurlijk in beweging: een nieuw centrum van voorzieningen Door de verouderde en over de wijk verspreide voorzieningen te verplaatsen en te clusteren in een nieuw hart voor De Wierden en voor heel Haven West, ontstaat een prachtige nieuwe ontmoetingsplek. Een plek waar je altijd wel even naartoe moet en wil. Voor de gezelligheid, om te sporten of om boodschappen te doen. Voor een steuntje in de rug of het volgen van een cursus. Het nieuwe centrum is er voor iedereen. Dat zorgt voor: nieuwbouw op vrijkomende ruimte Door het nieuwe centrum, komen de plekken waar de school, de supermarkt, het Wierdendok en – waarschijnlijk- het gezondheidscentrum nu nog staan, vrij. Deze plekken kunnen benut worden voor Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
81
nieuwe woningen en een aantrekkelijke openbare ruimte midden in de wijk. Het is niet de bedoeling om het oude ‘hart’ van de wijk vol te bouwen. Daar moet ook nog plek zijn voor een aantrekkelijke openbare ruimte, waar kinderen kunnen spelen en volwassenen een ommetje maken. Dat zorgt voor: nieuwbouw op andere plekken Op verschillende plekken in de wijk worden nieuwe woningen gebouwd. Woningen die nu nog niet in De Wierden te vinden zijn. Betaalbaarheid van deze woningen vinden wij heel belangrijk. Zo kunnen bewoners die dat willen, immers doorstromen naar zo’n nieuwe woning.
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
82
Dat zorgt voor: verbetering van bestaande woningen Door de verhuizing van bewoners naar de nieuwe woningen, komen er woningen vrij. Veel van deze woningen worden –nadat de bewoners verhuisd zijn- gerenoveerd en verhuurd of verkocht aan nieuwe bewoners. Uit De Wierden (bijvoorbeeld volwassen kinderen die nu nog thuis wonen) of aan mensen die nu nog niet in de wijk wonen. En ook hier zetten we weer in op het betaalbaar houden van de woningen, bijvoorbeeld door bewoners een korting op de koopprijs aan te bieden. Dit gaat samen met: verbetering van de openbare ruimte Aan het ‘gewone’ groot onderhoud wordt iets extra’s toegevoegd, zodat De Wierden nog mooier wordt. Het groen en het water zijn er dan niet alleen om naar te kijken, maar kunnen ook ‘gebruikt’ worden. Om te spelen, om elkaar te ontmoeten, om van te genieten. De door bewoners voorgestelde 4 Hoe ziet de wijk er straks uit? We werken toe naar een nieuw toekomstbeeld, waarin de prachtige ligging van De Wierden veel meer benut wordt. De Wierden wordt de Wierden a/h meer. Een wijk met een uitgesproken eigen karakter, sfeer en uitstraling. De ligging aan het Gooimeer is ook diep in de wijk merkbaar. In de architectuur van de bestaande en nieuwe woningen bijvoorbeeld. In het straatbeeld en de openbare ruimte, door het gebruik van materialen die u doen denken aan wonen aan de kust. En door een aantrekkelijke route naar het Gooimeer wordt de wijk ook letterlijk verbonden met het water. Het toekomstbeeld ‘de Wierden a/h meer’ is niet van de een op de andere dag gerealiseerd. Stap voor stap, in een periode van zo’n 10 jaar, zal De Wierden uitgroeien tot de Wierden a/h meer. Op de volgende pagina ziet u hoe de wijk er in 2022 zou uitzien. Let wel: dit is een voorstel dat wij nog verder moeten uitwerken en onderzoeken. Het is geen plan dat al geheel vaststaat. De maatregelen die wij in deze ‘folder’ voorstellen, kunnen nog wijzigen. Het is ook een kostbaar plan, waarvoor wij nog de nodige financiën moeten vinden. En er moet nog meer afstemming met de ontwikkeling van Sportpark De Wierden plaatsvinden. Rekenen, tekenen, nadere afspraken maken: ‘werk in uitvoering’ dus! Het kaartje geeft daarom alleen in grote lijnen aan wat de plannen zijn. De precieze veranderingen kunnen nog niet uit dit kaartje worden afgeleid. de Wierden a/h meer in 2022…een wijk met: een gevarieerd aanbod van woningen… …waardoor bewoners binnen de wijk ‘wooncarrière’ kunnen maken: bewoners die dat willen, kunnen doorstromen naar een woning die (beter) bij hen past en …waardoor nieuwe, meer draagkrachtige doelgroepen bewust kiezen voor een woning in De Wierden (sociale) voorzieningen… …waar bewoners –jong en oud- elkaar graag willen ontmoeten …waar zij een boodschap doen, sportief zijn of een kopje koffie drinken en …waar zij zich verder kunnen ontplooien een openbare ruimte… …die niet alleen mooi, maar ook gevarieerd is …die prettig is om in te vertoeven en …die ervoor zorgt dat bewoners (nog) trotser zijn op hún wijk
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
83
Bijlage 5 Nadere uitwerking businesscase 3.4.I Schipperplein Businesscase I: Bruisend centrum Ad. 1: Schipperplein Achtergrond Moderne centra kunnen niet langer zonder een onderscheidende positionering met activiteiten in de sfeer van leisure en horeca. Niet alleen ter ondersteuning van het goed functioneren van het kernwinkelapparaat maar juist ook ter positionering van een compleet stadshart, om aantrekkelijk te zijn voor verschillende doelgroepen en om levendigheid en kwaliteit van een gebied te waarborgen. Een stadscentrum met een attractieve openbare ruimte en een goede programmering aan functies in de sfeer van kunst, cultuur, horeca, vermaak en uitgaan functioneert als trekker voor diverse doelgroepen. Doelgroepen als hoger opgeleiden en hogere inkomens die Almere vanuit sociaal-economisch perspectief hard nodig heeft. Het Schipperplein had een onderscheidend en versterkend element kunnen zijn van het kloppende Stadshart van Almere, maar het kampt met problemen als leegstand en beperkt gebruik van de openbare ruimte. Ambitie Het Schipperplein moet een icoon van Almere worden. Een aantrekkelijk, levendig plein waar verschillende culturele voorzieningen hun plek vinden. Deze programmering moet iets toevoegen aan Almere en een bijdrage leveren aan het positioneren van het Stadshart als verblijfs-, winkel- en uitgaansgebied voor uiteenlopende doelgroepen. Het kan de concurrentiekracht van Almere versterken. Om het plein een eigen herkenbare identiteit te geven is een samenhangend cluster van functies nodig. Cultuur en culturele voorzieningen kunnen de katalysator voor dit gebied zijn. Een specifieke doelgroep verbindt zich aan dit gebied en staat borg voor een continuïteit en kwaliteit aan bezoekers. Zowel fysieke als functionele maatregelen zijn nodig. Leegstand moet gevuld worden met cultureel gerichte voorzieningen, zowel maatschappelijk als functioneel. Er moeten aanpassingen gedaan worden aan de inrichting van de openbare ruimte. De ondergrond van het plein (organische bobbles) moet geschikt gemaakt worden voor bijvoorbeeld terrassen en expositieruimten. Het plein moet sterker gekoppeld worden met het Weerwaterplein (en haventje) om het gebied meer identiteit te geven. Het realiseren van deze maatregelen vraagt om een goede afstemming tussen gemeente, ondernemers en eigenaren. Deze partijen vinden elkaar in de stuurgroep voor het Stadscentrum. Ook hoopt Almere op kennisinzet vanuit het Rijk op het gebied van cultuurverbreding, ruimtelijk kwaliteitsbeleid en fiscale regelingen. Financiering Voor het Schipperplein gaat het om de volgende bedragen: Totale investering herinrichting openbare ruimte
€1.000.000
Eigen investering gemeente
€500.000 (hier moet nog dekking voor gevonden worden)
Voorlopig tekort
€500.000
Totale investering vrijhouden vastgoed
€250.000
Eigen investering gemeente Voorlopig tekort
€125.000 (hier moet nog dekking voor gevonden worden) €125.000
Voor het gevraagde bedrag aan het Rijk geldt dat Almere eerst het volledige financiële plaatje rond wil hebben. De bovengenoemde bedragen worden genoemd om zo een eerste indicatie af te geven van de orde van grootte van bedragen. Naast financiën doet Almere ook met name een beroep op het Rijk om mee te denken over programma’s, stimuleringsregelingen of mogelijkheden om fiscaal voordeel te krijgen wanneer geïnvesteerd wordt in cultuur(ruimte).
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
84
Ad. 2: Stimulering kleinschalig aanbod centrumgebied Almere Achtergrond In het centrum gebied van Almere ontbreekt het aan goedkope en vooral kleine bedrijfs- en winkelruimtes voor ondernemers. Waar in oude steden deze goedkope, oude voorraad (B en C locaties) vaak in aanloopstraten naar het centrum zitten beschikt Almere niet over dergelijke locaties. De huidige huren in het centrum zijn nog te hoog waardoor sprake is van leegstand. Bij gebrek aan betaalbaar aanbod wijken deze kleine startende detaillisten uit naar bedrijventerreinen in Almere. Dit is niet alleen voor de bedrijventerreinen een ongewenste situatie maar vooral voor het nieuwe centrum van Almere. Juist een aanbod met particuliere, kleinschalige winkels draagt in de praktijk bij aan de vitaliteit en aantrekkelijkheid van een centrumgebied. Ambitie •
betaalbare huisvestingskansen bieden aan doorgroeiende starters
•
versterken diversiteit en daarmee verhogen aantrekkingskracht centrum
Organisatie Vastgoedpartijen, gemeente en winkeliersvereniging, Financiering •
stimuleringssubsidie aan vastgoedeigenaren voor verhuur van leegstaande panden aan (doorgroeiende) startende ondernemers,
•
financiering van organisatie en informatievoorziening
Indicatie van gevraagd bedrag € 250.000 (totale investering € 750.000/ eigen dekking € 500.000). Almere hoopt in het Rijk een belangrijke kennispartner te hebben die met Almere kan meedenken over de (on)mogelijkheden van stimulering van kleinschalig winkelaanbod. Tijdslijn Planning : start voorbereiding gesprekken vastgoedeigenaren 2009, effectuering en aanpassing panden 2010-2013.
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
85
Bijlage 6 Overzicht vragen aan het Rijk 1.
2.
3. 4. 5. 6.
7.
Steun voor onze visie dat we met een acupunctuur aanpak samen met maatschappelijke partners en met de bewoners ( jeugd en volwassenen) de sociale stijging kunnen bevorderen en de neerwaartse spiraal kunnen ombuigen. Deze visie komt sterk naar voren in de vijf businesscases die de sociale, fysieke en veiligheidsaanpak beschrijven en tips hoe we onze aanvraag voor de 2e tranche 40+ wijken conform deze visie en binnen de criteria kunnen vormgeven. De nieuwe gewichtenregeling voor de verdeling van het budget voor-en vroegschoolse educatie heeft door het wegvallen van de ethniciteit een negatief gevolg voor veel Almeerse scholen. Daarnaast heeft de compensatieregeling voor armoedecompensatiegebieden onvoldoende werking in Almere, omdat door de gespreide woningbouw inwoners met lage inkomens niet of nauwelijks in grote clusters, of scholen zich juist niet in dat gebied bevinden. In de nieuwe regeling lopen scholen hierdoor aanzienlijke budgetten mis. Beter lijkt de compensatieregeling armoedecumulatiegebieden niet te koppelen aan scholen, maar op stedelijk niveau te bekijken. De bekostigingsregeling voor schooluitval zodra mogelijk aan te passen op de effecten van sterk groeiende steden. het bestaand budget voor Gezond in de Stad ook open te stellen voor Almere en de andere Ortegagemeenten. De verdelingscriteria van het gemeentefonds voor het budget realisatie scholenbouw houden onvoldoende rekening met de pieken van leerlingen in het basisonderwijs in sterk groeiende steden. de kwaliteitsaanpak op de meest zwakke scholen te ondersteunen en middelen beschikbaar te stellen om de resultaten van die aanpak te verbreden en te generaliseren naar kennis van en methoden voor effectieve interventies en aanpakken om de kwaliteit van het (basi) onderwijs daadwerkelijk en duurzaam te verbeteren. Ook zou het interessant zijn om te onderzoeken of er , buiten de onderwijsinhoudelijke aspecten, andere, sociaal/economische aspecten wellicht specifiek zijn voor Almere die een van aantoonbare invloed zijn op de kwaliteit van het onderwijs en/of de opbrengsten van het onderwijs. met Almere mee te denken, deskundigheid in te brengen e.d. mbt. de mogelijke uitrol van de huidige drie activeringscentra naar andere wijken of probleemcumulatiegebieden in een mogelijk innovatieve lichtere vorm, waarbij een integrale (WWB/WMO/wijkbeheer) en acupuntuurachtige aanpak leidend is. Deze inzet hangt overigens af van de evaluatie van de pilot “activeringscentrum” die Almere momenteel met enkele andere gemeenten samen uitvoert .
Concept-uitvoeringsagenda GSB/New Towns Almere 28 oktober 2009
86