Stadsbeheer
Hoe worden de weekmarkten in Almere gereguleerd?
Marktverordening Almere 2012 Welke spelregels gelden er op de markt?
Marktreglement Almere 2012 14 036
Hebt u vragen?
[email protected]
Wilt u reageren?
www.almere.nl/ ondernemen/marktbeheer
Meer informatie?
Marktverordening Almere 2012 Marktreglement Almere 2012
1
Inhoudsopgave Voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Marktverordening Almere 2012 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Hfd 1 - Algemene bepalingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Hfd 2 - Bepalingen over standplaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Hfd 3 - Straf-, overgangs- en slotbepalingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Algemene toelichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Artikelsgewijze toelichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Martkreglement Almere 2012 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Hfd 1 - Algemene bepalingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Hfd 2 - Bepalingen over standplaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Hfd 3 - Bepalingen over het gebruik van de standplaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . Hfd 4 - Overige bepalingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Hfd 5 - Slotbepalingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Algemene toelichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Artikelsgewijze toelichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
2
3 4 5 7 9 11 14 20 21 35 42 47 50 51 52
Voorwoord De markt, vroeger was je gulden er een daalder waard. Ook nu nog vindt de consument er tal van producten tegen aantrekkelijke prijzen. Daarmee vervult de markt een belangrijke rol in het aanbod van producten en trekt het publiek, ook naar de omliggende winkels. Belangrijke spelers in dit verhaal zijn de ambulante ondernemers; de marktkooplieden. Zij zorgen voor een aantrekkelijk aanbod en voor een goede sfeer; zij maken de weekmarkten in Almere tot een succes.
Ben Scholten, wethouder Economische Ontwikkeling en Cultuur
Als gemeente willen we ervoor zorgen dat onze weekmarkten in Almere Stad, Almere Buiten en Almere Haven aantrekkelijk en vernieuwend zijn. De manier waarop we dat doen, is vastgelegd in de Marktverordening en -Reglement 2012. Deze verordening is in overleg met de marktcommissie en de Centrale Vereniging Ambulante Handel (CVAH) tot stand gekomen, gebaseerd op een gezamenlijk belang: kwalitatief hoogwaardige markten waar het prettig kopen en verkopen is. Een markt waar diversiteit gewaarborgd blijft en (jonge) ondernemers voldoende kans en gelegenheid krijgen om een inkomen te verwerven. De verordening en het bijhorende marktreglement zijn zo opgesteld dat de markt voortdurend kan vernieuwen en verjongen. Voor vergunningen voor vaste standplaatsen geldt bijvoorbeeld een ‘proefperiode’ van een jaar. Zo krijgen we de tijd om te beoordelen wat voor vlees we in de kuip hebben. En vrijkomende standplaatsen gaan bij voorkeur naar aanbieders van producten die nog niet op de markt vertegenwoordigd zijn. Onze marktcoördinator en zijn marktmeesters zorgen voor de uitvoering van de verordening en het reglement. In die rol treden zij op als gastheren voor zowel de ambulante ondernemers als voor de bezoekers van de markt. Samen zorgen we ervoor dat we kunnen zeggen: Weekmarkten van Almere, van alle markten thuis!
3
MARKTVERORDENING ALMERE 2012 De raad van de gemeente Almere; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Almere; gelet op artikel 147, eerste lid, alsmede artikel 149 van de Gemeentewet; overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de markt(en); B E S L U I T: vast te stellen de volgende Verordening op de warenmarkt(en) voor de gemeente Almere 2012.
4
1. Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. Brancheindeling de indeling in (sub-)branches en het aantal marktkooplieden per branche; b. Dagplaats de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een meeloper, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen; c. Eigen materiaal onder eigen materiaal wordt verstaan een verkoopwagen of markavan (incl. een bijbehorende parasol); d. Markt de door het college ingestelde warenmarkt; e. Marktmeester de persoon die als zodanig is aangewezen door het college; f. Marktterrein de gehele openbare of publiek toegankelijke oppervlakte grond, die bij artikel 2 is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;. g. Standplaats de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel; h. Vergunninghouder de natuurlijke persoon aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een vaste standplaats; i. Vaste standplaats de standplaats die na één jaar van rechtswege wordt verlengd. j. Meeloper de natuurlijke persoon die in aanmerking wenst te komen voor de toewijzing van een dagplaats, en niet over een vergunning voor een vaste standplaats of standwerkerpas beschikt; k. Standwerker de natuurlijke persoon die in aanmerking wenst te komen voor een standwerkerplaats en niet over een vergunning voor een vaste standplaats of meeloperspas beschikt; l. Standwerken de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van een artikel; m. Standwerkerplaats de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken; n. Waarnemer degene die op basis van een ontheffing een standplaats inneemt voor een vergunninghouder van een vaste standplaats.
5
Artikel 2 Inrichting van de markt Het college bepaalt ten aanzien van de markt: a. de dagen en openingstijden; b. het aantal standplaatsen; c. de afmetingen van de standplaatsen; d. de opstelling en indeling van de markt; e. welke standplaatsen worden toegewezen als vaste standplaats, standwerkerplaats, dagplaats, bakplaats en voor eigen materiaal; f. een lijst met branches en subbranches; g. een maximum aantal vergunninghouders per subbranche.
Artikel 3 Instellen, afschaffen of veranderen van markten 1. Het college is bevoegd markten in te stellen, af te schaffen of te veranderen. 2. Het college kan op grond van dringende redenen, in afwijking van het eerste lid, besluiten dat de markt tijdelijk zal plaatsvinden op een andere dag, een ander tijdstip of op een andere plaats in overleg met Centrale Vereniging Ambulante Handel, bewoners en ondernemers vertegenwoordigd in de marktcommissie. 3. Het college is bevoegd te besluiten dat de markt niet zal plaatsvinden indien het daartoe dringende redenen aanwezig acht.
Artikel 4 Nadere regels Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.
Artikel 5 Voorschriften en beperkingen 1. Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist. 2. Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.
6
2. Bepalingen over standplaatsen Artikel 6 Standplaats Het is verboden een standplaats op een markt in te nemen zonder toewijzing daarvan door het college.
Artikel 7 Toewijzing standplaatsen Een standplaats wordt toegewezen als vaste standplaats, standwerkerplaats of dagplaats.
Artikel 8 Vereisten innemen standplaats 1. Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en die tevens aantoont dat hij persoonlijk voldoet aan de publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie Hoofdbedrijfschap Detailhandel en die een legale verblijfsstatus heeft. Voor zover het gaat om toewijzing van een vaste standplaats dient voor de toewijzing bovendien een aanvraag voor een vergunning te zijn ingediend bij het college, tenzij het gaat om een omzetting van een tijdelijke vergunning naar een vergunning voor onbepaalde tijd. 2. Indien een persoon, zoals genoemd in het eerste lid, zijn bedrijfsactiviteiten heeft georganiseerd in een rechtspersoon, wordt een standplaatsvergunning, meeloperpas of standwerkerpas op naam gesteld van deze persoon of een andere bij deze rechtspersoon betrokken persoon. Een standplaatsvergunning, meeloperpas of standwerkerpas wordt echter niet uitgegeven indien al een standplaatsvergunning, meeloperpas of standwerkerpas op naam is gesteld van een andere bij dezelfde rechtspersoon betrokken persoon. 3. Een persoon die zich in de periode van een jaar voorafgaande aan de indiening van de aanvraag om een vergunning aantoonbaar schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog op de markt komt niet in aanmerking voor een vergunning.
Artikel 9 Intrekking van een vergunning 1. Het college trekt een vergunning voor een vaste standplaats in: a. op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder; b. bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij op grond van artikel 10 van het Marktreglement van de gemeente Almere de vergunning wordt overgeschreven. 2. Het college kan een vergunning voor een vaste standplaats intrekken: a. bij arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder, 12 maanden
7
na de dag waarop de periode is begonnen die verband houdt met de arbeidsongeschiktheid, tenzij op grond van artikel 10 van het Marktreglement de vergunning wordt overgeschreven; b. indien een vergunninghouder zijn vaste standplaats voor een periode van 12 maanden of meer heeft laten vervangen in het kader van de regeling als bedoeld in artikel 11 van het Marktreglement. 3. Het college kan een vergunning voor een vaste standplaats intrekken: a. indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt; b. indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 8 genoemde vereisten. 4. Indien degene op wie een vergunning ingevolge artikel 10 van het Marktreglement van de gemeente Almere is overgeschreven, reeds vergunning heeft voor een andere vaste standplaats op dezelfde markt, wordt laatstgenoemde vergunning ingetrokken.
8
3. Straf-, overgangs- en slotbepalingen Artikel 10 Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunning Onverminderd het bepaalde in artikel 9 kan het college een vergunning voor een vaste standplaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of een persoon die hem bijstaat dan wel waarneemt: a. het bepaalde bij of krachtens deze verordening, de nadere regels of de voorschriften van de vergunning overtreedt; b. zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog; c. de aanwijzingen van de marktmeester niet opvolgt; of d. niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.
Artikel 11 Uitsluiting dagplaatshouder en standwerker Het college kan een meeloper of standwerker van de toewijzing van een dagplaats of standwerkerplaats voor 5 jaar uitsluiten, danwel in het geval van een meeloper voor ten hoogste 4 marktdagen of in het geval van een standwerker voor ten hoogste 1 jaar, indien deze: a. het bepaalde bij of krachtens deze verordening en de nadere regels overtreedt; b. zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog; c. de aanwijzingen van de marktmeester niet opvolgt; of d. niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.
Artikel 12 Onmiddellijke verwijdering Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een standplaatshouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen indien hij: a. het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt; b. zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog.
Artikel 13 Strafbepaling Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt bestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden bestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
9
Artikel 14 Toezichthouders Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen personen.
Artikel 15 Intrekking oude regeling De “Marktverordening Almere 2005”, vastgesteld op 14 april 2005, wordt ingetrokken.
Artikel 16 Overgangsbepalingen 1. Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de Marktverordening Almere 2005 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening, 2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Marktverordening 2005 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.
Artikel 17 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.
Artikel 18 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening Almere 2012. Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 10 januari 2013.
De voorzitter, A. Jorritsma-Lebbink
10
De griffier, J.D. Pruim
Toelichting Marktverordening Almere 2012 De Marktverordening Almere 2012 is net als de voorgaande Marktverordening Almere 2005 gebaseerd op een Modelverordening van de VNG, in casu de versie uit 2008. Deze is in overleg met het Centraal Overleg Marktaangelegenheden opgesteld. In deze Modelverordening was rekening gehouden met de mogelijkheid de markt te laten exploiteren (organiseren en beheren) door een organisatie, welke niet noodzakelijkerwijs deel uitmaakt van de gemeentelijke organisatie. De raad heeft er echter voor gekozen de organisatie en het beheer van de markten in de gemeente Almere vooralsnog onderdeel te laten blijven van de gemeentelijke ambtelijke organisatie. Ofschoon de structuur van het VNG-model min of meer is behouden, is er voor gekozen om op een aantal onderdelen voor afwijkende regels te kiezen, welke hierna verder zullen worden toegelicht. In de toekomst zal worden onderzocht of de huidige wijze van Marktbeheer nog past bij de kerntaken van de gemeentelijke organisatie.
Grondslag verordening Artikel 147 Gemeentewet geeft aan de raad de bevoegdheid verordeningen vast te stellen. In artikel 149 Gemeentewet is vervolgens vastgelegd dat de raad kan bepalen welke onderwerpen zij in het belang van de gemeente acht, en waarvoor zij verordeningen vaststelt. De Marktverordening beoogt de belangen van openbare orde, zedelijkheid en gezondheid, beperking van overlast, regulering van het woon- en leefklimaat en de (verkeers-)veiligheid binnen de gemeente te beschermen.
Inhoud In de Marktverordening zijn algemene bepalingen opgenomen, alsmede bepalingen die zien op de standplaatsvergunningen. Tot slot zijn bepalingen opgenomen met betrekking tot sancties en de overgangsbepalingen. Samenhang met andere verordeningen en wetgeving.
Andere ambulante handel In de gemeente Almere is de regulering van ander ambulante handel opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening, terwijl de weekmarkten worden geregeld in de Marktverordening. Door middel van een evenementenvergunning kunnen
11
braderieën e.d worden vergund. In de APV is opgenomen dat geen vergunning wordt verleend wanneer een vergunning is vereist op basis van de Marktverordening. Op deze wijze wordt voorkomen dat een met de marktverordening conflicterende vergunning op basis van de APV moet worden verleend, zoals bijvoorbeeld het geval kan zijn bij een ventvergunning, terrasvergunning of een standplaatsvergunning.
Vrijhouden van het marktterrein In de Wegsleepverordening Almere is onder andere bepaald dat op de door middel van een verkeersbesluit aangewezen terreinen (zoals nader geregeld in het Besluit wegslepen van voertuigen) een parkeerverbod geldt, op grond waarvan tot verwijdering van voertuigen kan worden overgegaan. De kosten hiervan zijn voor rekening van de overtreder. In de APV is een artikel opgenomen dat de burgemeester de bevoegdheid geeft op de marktterreinen aanwezige fietsen en bromfietsen te verwijderen.
Dienstenrichtlijn [Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt, PB L376/36, 27 december 2006] De Europese Dienstenrichtlijn is op 28 december 2006 in werking getreden met als doel de nog bestaande belemmeringen van het vrije verkeer van diensten op te heffen. Zo is over de vrijheid van vestiging (hoofdstuk 3) bepaald dat lidstaten de toegang tot of de uitoefening van een dienstenactiviteit in beginsel niet afhankelijk mag stellen van een vergunningstelsel (artikel 9). Ook voor gemeenten heeft dit gevolgen: zij moeten binnen 3 jaar door middel van een screening nagaan of hun regelgeving in overeenstemming is met de bepaling van de richtlijn en deze zonodig aanpassen. Voor de Modelmarktverordening 2008, welke als basis dient voor deze Marktverordening Almere 2011 heeft de VNG de screening gedaan. Allereerst is gekeken of de verordening een dienst regelt, die onder de reikwijdte van de Dienstenrichtlijn valt. Het begrip ‘dienst’ moet worden uitgelegd als ‘dienstverrichting welke gewoonlijk tegen vergoeding geschiedt’ en sluit hiermee aan bij artikel 50 EG en de interpretatie van het EG Hof van Jusititie. De modelmarktverordening 2008 (individuele vergunning) regelt de warenmarkt; het gaat dus om de verkoop van goederen. Derhalve bevat dit model geen bepalingen omtrent de toegang tot of de uitoefening van een dienst. Daarmee valt dit model
12
buiten de werkingsfeer van de Dienstenrichtlijn en hoeft er niet verder te worden gescreend. Dit oordeel werd in de uitspraak van de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam d.d. 1 december 2010 bevestigd, ook deze concludeerde dat goederen werden verkocht, en geen diensten (LJN:BO6007).
Verificatieplicht Vreemdelingenwet 2000 In het kader van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) dient bij de aanvraag om een vergunning een verblijfsrechtelijke toets plaats te vinden alvorens tot vergunningverlening wordt overgegaan. Artikel 9, tweede lid, van de Vw 2000 schept een verplichting om desgevraagd bij een aanvraag voor een beschikking anders dan op grond van de Vw 2000, een document te overleggen waaruit het rechtmatige verblijf blijkt. Bij de vergunningverlening met betrekking tot de markt dient een gemeente hier rekening mee te houden.
Aandachtspunten In de Marktverordening en het Marktreglement is gekozen voor een belangrijke wijziging in de verlening van de vaste standplaatsvergunningen. Vaste standplaatsvergunningen zullen niet direct voor onbepaalde tijd worden verleend. Dit geldt eens te meer voor nieuwe aanvragers, zij zullen in eerste instantie een standplaatsvergunning voor 1 jaar krijgen, welke vervolgens wordt verlengd voor onbepaalde tijd wanneer er geen sprake is van opgelegde sancties. Hiermee kan worden bereikt dat marktkooplieden na bovengenoemde periode kunnen worden beoordeeld op in hoeverre zij nog goed meedraaien op de markt. De toekenning van een vaste standplaats vindt plaats zonder dat er sprake is van voorrang op basis van anciënniteit, alleen branchevreemde producten kunnen met voorrang worden vergund. Hiermee kan worden voorzien in de constante vernieuwing van het aanbod op de weekmarkten. Dit zal geschieden op basis van een vastgesteld protocol. De dagplaatsen zijn nu bestemd voor de meelopers die over een meeloperspas beschikken. Ook deze meeloperspas dient jaarlijks te worden verlengd, en daarvoor zijn leges verschuldigd. Er is nadrukkelijk gekozen voor een beperkte Marktverordening, waardoor een aantal zaken nu is opgenomen in het Marktreglement in plaats van voorheen in de Marktverordening. Belangrijk onderdeel daarvan is een sanctietabel, zodat zoveel mogelijk duidelijk is wat de consequenties zijn van overtredingen van bepalingen uit de Marktverordening, het Marktreglement en andere regels.
13
Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 begripsomschrijvingen Hierin zijn een aantal in de verordening en reglement gebruikte begrippen gedefinieerd. De meest opvallende zijn de introductie van de meeloper en de waarnemer.
Artikel 2 Inrichting De bevoegdheid van het college om de dagen, terreinen, indeling en verdeling van de weekmarkten vast te stellen, is in dit artikel neergelegd.
Artikel 3 Naast de regeling van artikel 2 heeft het college de bevoegdheid om nieuwe markten in te stellen, markten af te schaffen of te veranderen. Als redenen hiervoor kan gedacht worden aan veranderde economische omstandigheden of ruimtelijke ontwikkelingen. Daarnaast kunnen dringende redenen, zoals de viering van Koninginnedag of de uitvoering van werkzaamheden op het marktterrein, het noodzakelijk maken dat het college voor de markt een andere dag, tijd of plaats vaststelt. Tenslotte kan in het geval van dringende redenen, met uitzondering van acute calamiteiten welke zijn geregeld in het Marktreglement, door het college worden besloten de markt niet te laten plaatsvinden
Artikel 4 Hierin is de bevoegdheid tot het vaststellen van nadere regels vastgelegd. Deze bevoegdheid maakt de vaststelling van het Marktreglement mogelijk, net als de vaststelling van beleidsregels. Beleidsregels versus nadere regels Aangezien vaak onduidelijkheid bestaat over het verschil tussen beide soorten regels volgt hieronder een korte uiteenzetting van beleidsregels en nadere regels. Het college kan beleidsregels opstellen ten aanzien van de gekregen bevoegdheden. Verder kan het college nadere regels stellen op grond van art. 3 van de modelmarktverordening. Voor alle duidelijkheid: beleidsregels zijn algemene regels omtrent de toepassing van bevoegdheden (zie de definitie in art. 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht). Nadere regels zijn algemene regels die te karakteriseren zijn als algemeen verbindende voorschriften. Beleidsregels kennen een inherente afwijkingsbevoegdheid in tegenstelling tot nadere regels. Op grond
14
van artikel 4:84 van de Awb dient een bestuursorgaan een uitzondering op een beleidsregel te maken indien bijzondere omstandigheden daartoe nopen. Dit wordt de inherente afwijkingsbevoegdheid van de beleidsregel genoemd. Hierdoor zijn beleidsregels flexibeler dan nadere regels (algemeen verbindende voorschriften). Immers, van nadere regels is geen afwijking mogelijk. Jurisprudentie Nadere regels worden opgevat als algemeen verbindende voorschriften. Zie bijvoorbeeld ABRS 4 juli 1994, JG 95.0133, m.nt. A.B. Engberts, AB (1994) 698 m.nt. R.M. van Male.
Artikel 5 Door aan een vergunning of ontheffing voorschriften en beperkingen te verbinden, kan een verfijning in de gewenste rechtstoestand worden aangebracht. De in het eerste lid genoemde belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist, zijn de gemeentelijke belangen van openbare orde, zedelijkheid en gezondheid, beperking van overlast, regulering van het woon- en leefklimaat en de veiligheid binnen de gemeente. Zie ook de inleiding bij deze toelichting onder Grondslag. Niet-nakoming van voorschriften die aan een vergunning/ontheffing verbonden zijn, kan grond opleveren voor intrekking van de vergunning/ontheffing of voor toepassing van andere bestuursrechtelijke sancties. De strafbepaling van artikel 13 is eveneens van toepassing.
Artikel 6 De toewijzing geeft het recht om een standplaats op de markt in te nemen. De standplaatshouder moet voldoen aan de voorschriften en beperkingen die aan de toewijzing zijn verbonden (artikel 5). De toewijzing is persoonlijk en niet overdraagbaar. De verkoop van waren op een markt dient uitsluitend te geschieden door degenen aan wie door het college een standplaats is toegewezen. Iedere andere wijze van verkopen op markten is verboden. Een uitzondering op deze regel kan worden gemaakt voor degenen, die de kooplieden van koffie, soepen en dergelijke voorzien. Jurisprudentie Met de verplichting de standplaats persoonlijk in te nemen strookt niet de gebruikmaking van een ontheffing om rond te gaan met koffie en dergelijke op het marktterrein. (ABRS 20 januari 1998, jbMarkten bladzijde 9)
15
Artikel 7 In dit artikel wordt omschreven welke typen standplaats kunnen worden toegewezen. De manier van toewijzing verschilt per type standplaats, hetgeen is uitgewerkt in het Marktreglement.
Artikel 8 Voor toewijzing van een standplaats is het vereiste van een handelingsbekwaam natuurlijke persoon opgenomen, die de leeftijd van 18 jaren heeft bereikt. Hiermee is dwingend vastgelegd dat alleen natuurlijke personen tot de markt worden toegelaten en wordt voorkomen dat rechtspersonen een overheersende positie op de markt kunnen innemen. Door de koppeling van de vergunning aan een natuurlijk persoon wordt een zo eerlijk mogelijke verdeling van alle marktstandplaatsen in Nederland bereikt. Uiteraard kan het wel zo zijn dat de natuurlijke persoon een onderneming drijft in de vorm van een rechtspersoon. Ook dan wordt de natuurlijke persoon (de bedrijfsleider) aangemerkt als vergunninghouder. Het is echter niet mogelijk de vergunning op naam van de rechtspersoon te stellen.
Artikel 9 Als de in het eerste lid genoemde gronden zich voor doen, wordt altijd tot intrekking van de vaste standplaatsvergunning overgegaan. In het tweede lid worden mogelijkheden tot intrekking (‘kan’ betekent: is bevoegd, dat wil zeggen is niet verplicht) genoemd ten aanzien van de vergunning.
Artikel 10 In artikel 10 worden de gronden genoemd op basis waarvan een vergunning voor een vaste standplaats kan worden ingetrokken of geschorst. De zinsnede ‘Onverminderd het bepaalde in artikel 9’ geeft aan dat ook de intrekking op grond van artikel 9 een punitieve sanctie is. Het artikel heeft een facultatief karakter. Het hangt van de omstandigheden af of tot intrekking of schorsing wordt overgegaan. In onderdeel d wordt ervan uitgegaan dat het niet betalen van marktgeld een grond kan zijn voor intrekking of schorsing van een standplaatsvergunning voor de markt. De uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 29 juli 1999 (JG 99.0184 m.nt. M. Geertsema) inzake het hoger beroep van S. Gonesh tegen de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam van 6 november 1998, vormt naar ons inzicht voldoende basis om deze intrekkings- of schorsingsgrond in het model op te nemen. De Afdeling overwoog in deze zaak dat ingevolge de Verordening op de straathandel van de gemeente Amsterdam een vergunning voor een vaste standplaats kan worden ingetrokken ‘wegens het niet voldoen aan verplichtingen die voor de vergunninghouder voortvloeien uit de voor die markt geldende heffingsverordening’. Het stond tussen partijen vast dat Gonesh ten tijde
16
van het nemen van de beslissing op bezwaar reeds gedurende langere tijd niet aan zijn uit de geldende heffingsverordening voortvloeiende betalingsverplichtingen had voldaan. Het dagelijks bestuur van het stadsdeel Zuidoost van de gemeente Amsterdam kon de aan Gonesh verleende vergunning derhalve intrekken. Het moge duidelijk zijn dat deze intrekkings- of schorsingsgrond niet lichtvaardig mag worden gebruikt. Het kan wel een oplossing bieden voor (notoire) ‘wanbetalers’. Voor alle duidelijkheid wijzen wij erop dat deze uitspraak zich naar ons inzicht alleen uitstrekt tot betalingsverplichtingen op basis van publiekrechtelijke regelingen. De vraag of intrekking of schorsing ook mogelijk is bij het niet nakomen van privaatrechtelijke betalingsverplichtingen (huur of pacht) blijft in deze uitspraak onbeantwoord. Jurisprudentie • ABRS 15 augustus 2001, JU 021011. Terechte voorwaardelijke tijdelijke schorsing van marktstandplaats wegens overtreding van Reglement weekmarkten Den Haag. Standplaatshouder is tevoren diverse malen gewaarschuwd. Opgelegde sanctie is niet onevenredig zwaar. Schorsingsregime is niet onverbindend wegens strijd met art. 156 Gemeentewet. • Vz. Rb.‘s-Gravenhage 28 maart 2007, LJN: BA2568, AWB07/2195. Schorsing van de marktvergunning in verband met vermeende bedreiging van een medewerker van de Dienst Stadsbeheer. Van in een telefoongesprek gebruikte bedreiging kan niet worden gezegd dat het belang van de openbare orde van de makrt in het geding was. In casu staat de schorsing niet in redelijke verhouding tot de gedane uitlatingen. • ABRS 30 maart 2001, AB 2001, 189 m.nt. L.D. De intrekking van een standplaatsvergunning op de Albert Cuypmarkt in Amsterdam voor een week is een maatregel met een punitief karakter die door de rechter op zijn evenredigheid dient te worden getoetst, doch de enkele omstandigheid dat de strafrechter betrokkene een taakstraf heeft opgelegd, leidt niet tot het oordeel dat het bestuursorgaan reeds daarom niet tot het opleggen van een maatregel mocht overgaan. De opgelegde maatregel moet zelfstandig op evenredigheid worden beoordeeld. De Afdeling neemt voor dat oordeel mede in aanmerking dat het bestuursorgaan een eigen taak heeft bij het handhaven van de rust en orde op de markt. Niet kan worden gezegd dat deze maatregel niet in een redelijke verhouding staat tot het wangedrag. Het geven van slechts een waarschuwing staat niet alleen niet in verhouding tot de ernst van de overtreding, maar maakt ook de handhaving van de verordening illusoir. • Indien het bestuursorgaan overweegt om de vergunning in te trekken of te schorsen, dient het daarbij te letten op het bepaalde in artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht. Zie Rechtbank Amsterdam 17 februari 1994, JB (1994) 58, inzake intrekken zonder horen ex artikel 4:8 Awb.
17
• Rb. Middelburg 1 september 2005, LJN: AU5267, AWB 04/932. Schorsing kan als een punitieve sanctie worden aangemerkt. Dit brengt met zich mee dat ten aanzien van de relevante feiten die aan de waarschuwingen ten grondslag liggen hoge eisen worden gesteld, zoals een deugdelijk sanctiebeleid. • ABRS 8 september 2004, LJN: AQ9962, rolnr: 200308336/1. Waarschuwingen al dan niet mondeling, gebaseerd op een op schrift gesteld en bekend gemaakt sanctiesysteem, worden aangemerkt als besluiten in de zin van de Awb.
Artikel 11 In artikel 10 is de intrekking of schorsing van een vergunning voor een vaste standplaats geregeld. Intrekking of schorsing ligt uiteraard minder voor de hand bij de andere typen standplaatsen, maar in de praktijk is het van belang gebleken om naast de bevoegdheid tot onmiddellijke verwijdering (artikel 12) ook een vergunninghouder van een dagplaats langduriger van de markt te kunnen verwijderen. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen indien een vergunninghouder voor een vaste standplaats op de vuist gaat met een dagplaatshouder. In dit artikel 11 is dan ook de mogelijkheid opgenomen om in de daarin genoemde gevallen de vergunninghouder voor maximaal vier marktdagen uit te sluiten van de toewijzing van een dagplaats. In de beschikking tot uitsluiting moet worden aangegeven om hoeveel dagen het gaat (maximaal vier) en om welke concrete dagen. Het in onderdeel d genoemde wordt opgenomen ter bestraffing van niet-betalende dagplaatshouders. Zie verder de toelichting onder artikel 10, onderdeel d.
Artikel 12 In artikel 125 van de Gemeentewet is bepaald dat ter uitvoering van wetten, algemene maatregelen van bestuur en provinciale en gemeentelijke verordeningen het gemeentebestuur de bevoegdheid heeft om bestuursdwang toe te passen. Dit artikel bevat voor het college de bevoegdheidsgrondslag om bestuursdwang toe te passen bij overtreding van de marktverordening en de daarop gebaseerde voorschriften. In de artikelen 5:21 tot en met 5:36 van de Awb worden regels over de besluitvorming omtrent en de toepassing van bestuursdwang (en dwangsom) gegeven. De in artikel 12 geregelde onmiddellijke verwijdering is een vorm van bestuursdwang, waarbij de spoedeisendheid als bedoeld in artikel 5:24, zesde lid, van de Awb wordt verondersteld. Achteraf dient dan het besluit tot het toepassen van bestuursdwang op papier te worden gesteld. Overigens is in artikel 5:23 van de Awb geregeld dat de bepalingen over bestuursdwang niet van toepassing zijn indien wordt opgetreden ter onmiddellijke handhaving van de openbare orde. Op grond van artikel 4:8 van de Awb dienen belanghebbenden bij toepassing van artikel 12 in beginsel in de gelegenheid te worden gesteld hun zienswijze (mondeling dan wel schriftelijk) kenbaar te maken. Artikel 4:11 Awb bepaalt dat dit horen niet nodig is in spoedeisende situaties.
18
Artikel 13 Ten aanzien van de in artikel 13 opgenomen strafbepaling geldt dat van overtreding alleen sprake kan zijn indien de verordening een ge- of verbodsnorm (een verplichtende norm) inhoudt. Tegen overtredingen van de in deze verordening opgenomen bepalingen, alsmede tegen handelingen die de orde op de markt op enigerlei wijze kunnen verstoren, verdient voor wat de organisatie betreft een administratieve afhandeling de voorkeur.
Artikel 14 In artikel 5:11 van de Awb wordt aangegeven dat onder toezichthouder wordt verstaan: een natuurlijk persoon, die bij of krachtens een wettelijk voorschrift is belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift. Een persoon die aangewezen is als toezichthouder beschikt in beginsel over alle in afdeling 5.2 van de Awb opgenomen bevoegdheden. Op grond van artikel 5:14 van de Awb kunnen deze bevoegdheden bij verordening of bij besluit van het college worden beperkt. In dit verband is tevens artikel 5:16a van de Awb van belang. Hierin staat beschreven dat een toezichthouder bevoegd is van personen inzage te vorderen van een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.
Artikel 15 In dit artikel is de intrekking van de oude Marktverordening Almere 2005 geregeld.
Artikel 16 Overgangsbepalingen Een overgangsregeling als hier opgenomen, achten wij noodzakelijk voor de rechtszekerheid van de betrokkenen. Verder is in artikel 9 van de verordening van 2005 opgenomen, dat inschrijving op een wachtlijst niet meer mogelijk is. Dit betekende een bevriezing van de wachtlijst en vanaf 2005 is de wachtlijst niet meer geactualiseerd. Met de nieuwe verordening kan deze wachtlijst dan ook komen te vervallen en is er gelet op de belangen geen overgangsrecht op dit onderdeel noodzakelijk. Het CVAH heeft in voorkomende gevallen een termijn van 5 jaar aangehouden waarna de wachtlijst kwam te vervallen.
Artikel 17 De inwerkingtreding wordt in dit artikel vastgesteld.
Artikel 18 De citeertitel zal zijn Marktverordening Almere 2012.
19
MARKTREGLEMENT ALMERE 2012 BEHORENDE BIJ MARKTVERORDENING ALMERE 2012 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere; gelet op artikel 160, eerste lid sub h, Gemeentewet, artikel 4 van de Marktverordening Almere 2012, de Algemene wet bestuursrecht; overwegende dat het wenselijk is nadere regels vast te stellen met betrekking tot uitvoering van de marktverordening en een ordelijk verloop van de markt(en); B E S L U I T: vast te stellen de volgende Nadere regels voor de warenmarkten in de gemeente Almere.
20
1. Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijving De in artikel 1 van de Marktverordening Almere 2012 gegeven begripsomschrijvingen zijn van overeenkomstige toepassing op deze nadere regels. Deze worden als volgt aangevuld: a. Marktverordening Marktverordening Almere 2012; b. Branchevreemd artikelen die niet op grond van verleende vergunningen voor een markt worden aangeboden op de desbetreffende markt; c. Marktcoordinator de persoon die als zodanig is aangewezen door het college;
Artikel 2 Inrichting van de markt 1. 2. 3. 4. 5.
Het college bepaalt ten aanzien van de markt op woensdag (Almere Stad): a. openingstijden van 9.00 tot 16.00 uur; b. locatie: Stadhuisplein en Stadhuispromenade. Het college bepaalt ten aanzien van de markt op donderdag (Almere Buiten): a. openingstijden van 9.00 – tot 16.00 uur; b. locatie: Globeplein, Rio de Janeiroplein en parkeerterrein Brasiliaplaats. Het college bepaalt ten aanzien van de markt op vrijdag (Almere Haven): a. openingstijden van 9.00 tot 14.00 uur; b. locatie: Markt en Brink. Het college bepaalt ten aanzien van de markt op zaterdag (Almere Stad): a. openingstijden van 9.00 tot 16.00 uur; b. locatie: Stadhuisplein en Stadhuispromenade. De begrenzing van de onder lid 1 tot en met 4 aangewezen marktterreinen staat aangegeven in de bij dit marktreglement behorende kaartbijlagen. 6. Het aantal standplaatsen voor de weekmarkt op woensdag in Almere Stad bedraagt: a. 215 vaste standplaatsen (860 meter); b. 8 dagplaatsen (32 meter) ten behoeve van meelopers; c. 2 standwerkerplaatsen (2 x 5 meter). 7. Het aantal standplaatsen voor de weekmarkt op zaterdag in Almere Stad bedraagt: a. 219 vaste standplaatsen (886 meter); b. 4 dagplaatsen (32 meter) t.b.v. meelopers; c. 2 standwerkerplaatsen (2 x 5 meter). 8. Het aantal standplaatsen voor de weekmarkt op donderdag in Almere Buiten bedraagt:
21
a. 77 vaste standplaatsen (311 meter); b. 1 standwerkerplaatsen (2 x 5 meter). 9. Het aantal standplaatsen voor de weekmarkt op vrijdag in Almere Haven bedraagt: a. 86 vaste standplaatsen (340 meter); b. 1 standwerkerplaats (1 x 5 meter). 10. De indeling van de in lid 6 tot en met lid 9 vastgestelde standplaatsen staat aangegeven in de bij dit marktreglement behorende kaartbijlagen. 11. Het college draagt zorg voor goed werkende elektra- en watervoorzieningen. 12. Het college draagt zorg, dat de aangewezen marktterreinen sneeuw en ijsvrij worden gehouden voor zover calamiteiten dit mogelijk maken.
Artikel 3 Branches, subbranches en maximum aantal vergunninghouders 1. Voor de markt op woensdag geldt de in de volgende tabel opgenomen (sub) branche indeling en maximum aantal vergunninghouders: BRANCHE
SUBBRANCHE
textiel
bovenkleding volwassenen (heren) bovenkleding volwassenen (dames) onder- en nachtkleding (volwassenen en kinderen) baby en kleuterkleding kinderkleding werkkleding Outdoor stoffen t.b.v. het vervaardigen van kleding buitenlandse kleding beenbekleding interieur ( bekleding ) /textiel interieur huishoudtextiel kleinvakartikelen aardappelen, groenten en fruit groenten Surinaams, enz. geringe eet- en drinkwaren, bestemd om ter plaatse te consumeren poelierswaren vis en viswaren brood, koek en banket chocolade, drop en suikerwerken stroopwafels en/of Luikse wafels
overige textiel levensmiddelen
22
MAXIMUM AANTAL VERGUNNINGHOUDERS 2 4 2 2 1 2 2 2 1 2 2 1 3 2 7 2 2 2 1 1
BRANCHE
SUBBRANCHE zuivelproducten traiteur vleeswaren bewerkt en als broodbeleg buitenlandse specialiteiten worstsoorten noten en verduurzaamde zuidvruchten reformartikelen kruiden en specerijen, thee en koffiesoorten rijsttafelartikelen biologische artikelen (met ekokeurmerk) diepvriesproducten
schoeisel, lederwaren schoeisel en reisartikelen tassen, koffers, portefeuilles en portemonnees lederwaren en lederen kleding horloges en sierraden uurwerken bijouterieën en edelstenen bezigheidsartikelen. speelgoed lectuur en posters wenskaarten en papierwaren hobbyartikelen verzamelobjecten kado geluid en beelddragers telefoon en accessoires computer / benodigdheden. rijwielen en onderdelen gereedschappen en motortechnische onderdelen Wol / handwerk verlichting huishoudartikelen glas, porselein en aardewerk koperwerk, tin e.d. Stofzuiger benodigdheden reinigingsartikelen en borstelwerk meubelen en kleinmeubelen Huishoudelijke artikelen
MAXIMUM AANTAL VERGUNNINGHOUDERS 2 1 1 2 1 1 1 1 1 1 2 1 3 2 1 2 3 2 2 1 1 3 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2
23
BRANCHE
SUBBRANCHE
flora / tuin en plantartikelen, bloemen
bomen, heesters, perkplanten, moestuinplanten
1
snijbloemen kamer- en tuinplanten diervoer en benodigdheden drogisterijartikelen rookartikelen sportartikelen verf behang en of tegels disposables huisdeco binnen / buiten haarmode
2 1 1 2 1 1 1 1 1 1
overige artikelen
MAXIMUM AANTAL VERGUNNINGHOUDERS
2. Voor de markt op donderdag geldt de in de volgende tabel opgenomen (sub) branche indeling en maximum aantal vergunninghouders: BRANCHE SUBBRANCHE MAXIMUM AANTAL VERGUNNINGHOUDERS textiel
overige textiel levensmiddelen
24
bovenkleding volwassenen (heren) bovenkleding volwassenen (dames) onder- en nachtkleding (volwassenen en kinderen) baby en kleuterkleding kinderkleding werkkleding Outdoor stoffen t.b.v. het vervaardigen van kleding buitenlandse kleding beenbekleding interieur ( bekleding ) /textiel interieur huishoudtextiel kleinvakartikelen aardappelen, groenten en fruit groenten Surinaams, enz geringe eet- en drinkwaren, bestemd om ter plaatse te consumeren poelierswaren vis en viswaren brood, koek en banket chocolade, drop en suikerwerken
1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
BRANCHE
SUBBRANCHE stroopwafels en/of Luikse wafels zuivelproducten traiteur vleeswaren bewerkt en als broodbeleg buitenlandse specialiteiten worstsoorten noten en verduurzaamde zuidvruchten reformartikelen kruiden en specerijen, thee en koffiesoorten rijsttafelartikelen biologische artikelen (met ekokeurmerk) diepvriesproducten
schoeisel, lederwaren schoeisel en reisartikelen tassen, koffers, portefeuilles en portemonnees lederwaren en lederen kleding horloges en sierraden uurwerken bijouterieën en edelstenen bezigheidsartikelen. speelgoed lectuur en posters wenskaarten en papierwaren hobbyartikelen verzamelobjecten kado geluid en beelddragers telefoon en accessoires computer / benodigdheden. rijwielen en onderdelen gereedschappen en motortechnische onderdelen Wol / handwerk verlichting huishoudartikelen glas, porselein en aardewerk koperwerk, tin e.d. stofzuiger benodigdheden reinigingsartikelen en borstelwerk meubelen en kleinmeubelen
MAXIMUM AANTAL VERGUNNINGHOUDERS 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
25
BRANCHE
flora / tuin en plantartikelen, bloemen
overige artikelen
SUBBRANCHE
MAXIMUM AANTAL VERGUNNINGHOUDERS
Huishoudelijke artikelen
1
bomen, heesters, perkplanten, moestuinplanten
1
snijbloemen kamer- en tuinplanten diervoer en benodigdheden drogisterijartikelen rookartikelen sportartikelen verf behang en of tegels disposables huisdeco binnen / buiten haarmode
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
3. Voor de markt op vrijdag geldt de in de volgende tabel opgenomen (sub)branche indeling en maximum aantal vergunninghouders: BRANCHE SUBBRANCHE MAXIMUM AANTAL VERGUNNINGHOUDERS textiel
overige textiel levensmiddelen
26
bovenkleding volwassenen (heren) bovenkleding volwassenen (dames) onder- en nachtkleding (volwassenen en kinderen) baby en kleuterkleding kinderkleding werkkleding Outdoor stoffen t.b.v. het vervaardigen van kleding buitenlandse kleding beenbekleding interieur ( bekleding ) /textiel interieur huishoudtextiel kleinvakartikelen aardappelen, groenten en fruit groenten Surinaams, enz. geringe eet- en drinkwaren, bestemd om ter plaatse te consumeren poelierswaren vis en viswaren brood, koek en banket
1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 2 1 2 1
BRANCHE
SUBBRANCHE chocolade, drop en suikerwerken stroopwafels en/of Luikse wafels zuivelproducten traiteur vleeswaren bewerkt en als broodbeleg buitenlandse specialiteiten worstsoorten noten en verduurzaamde zuidvruchten reformartikelen kruiden en specerijen, thee en koffiesoorten rijsttafelartikelen biologische artikelen (met ekokeurmerkt) diepvriesproducten
schoeisel, lederwaren schoeisel en reisartikelen tassen, koffers, portefeuilles en portemonnees lederwaren en lederen kleding horloges en sierraden uurwerken bijouterieën en edelstenen bezigheidsartikelen. speelgoed lectuur en posters wenskaarten en papierwaren hobbyartikelen verzamelobjecten kado geluid en beelddragers telefoon en accessoires computer / benodigdheden. rijwielen en onderdelen gereedschappen en motortechnische onderdelen Wol / handwerk verlichting huishoudartikelen glas, porselein en aardewerk koperwerk, tin e.d. stofzuiger benodigdheden reinigingsartikelen en borstelwerk
MAXIMUM AANTAL VERGUNNINGHOUDERS 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
27
BRANCHE
flora / tuin en plantartikelen, bloemen
overige artikelen
SUBBRANCHE
MAXIMUM AANTAL VERGUNNINGHOUDERS
meubelen en kleinmeubelen Huishoudelijke artikelen
1 1
bomen, heesters, perkplanten, moestuinplanten
1
snijbloemen kamer- en tuinplanten diervoer en benodigdheden drogisterijartikelen rookartikelen sportartikelen verf behang en of tegels disposables huisdeco binnen / buiten haarmode
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
4. Voor de markt op zaterdag geldt de in de volgende tabel opgenomen (sub) branche indeling en maximum aantal vergunninghouders: BRANCHE SUBBRANCHE MAXIMUM AANTAL VERGUNNINGHOUDERS textiel
overige textiel levensmiddelen
28
bovenkleding volwassenen (heren) bovenkleding volwassenen (dames) onder- en nachtkleding (volwassenen en kinderen) baby en kleuterkleding kinderkleding werkkleding Outdoor stoffen t.b.v. het vervaardigen van kleding buitenlandse kleding beenbekleding interieur ( bekleding ) /textiel interieur huishoudtextiel kleinvakartikelen aardappelen, groenten en fruit groenten Surinaams, enz geringe eet- en drinkwaren, bestemd om ter plaatse ter poelierswaren vis en viswaren
2 4 2 2 1 2 2 2 1 2 2 1 3 2 7 2 2
BRANCHE
SUBBRANCHE brood, koek en banket chocolade, drop en suikerwerken stroopwafels en/of Luikse wafels zuivelproducten traiteur vleeswaren bewerkt en als broodbeleg buitenlandese specialiteiten worstsoorten noten en verduurzaamde zuidvruchten reformartikelen kruiden en specerijen, thee en koffiesoorten rijsttafelartikelen biologische artikelen (met ekokeurmerk) diepvriesproducten
schoeisel, lederwaren schoeisel en reisartikelen tassen, koffers, portefeuilles en portemonnees lederwaren en lederen kleding horloges en sierraden uurwerken bijouterieën en edelstenen bezigheidsartikelen speelgoed lectuur en posters wenskaarten en papierwaren hobbyartikelen verzamelobjecten kado geluid en beelddragers telefoon en accessoires computer / benodigdheden. rijwielen en onderdelen gereedschappen en motortechnische onderdelen Wol / handwerk verlichting huishoudartikelen glas, porselein en aardewerk koperwerk, tin e.d. Stofzuiger benodigdheden
MAXIMUM AANTAL VERGUNNINGHOUDERS 2 1 1 2 1 1 2 1 1 1 1 1 1 2 1 3 2 1 2 2 2 1 1 1 2 1 2 1 1 1 1 1 2 1 1
29
BRANCHE
flora / tuin en plantartikelen, bloemen
overige artikelen
SUBBRANCHE
MAXIMUM AANTAL VERGUNNINGHOUDERS
reinigingsartikelen en borstelwerk meubelen en kleinmeubelen Huishoudelijke artikelen
1 1 2
bomen, heesters, perkplanten, moestuinplanten
1
snijbloemen kamer- en tuinplanten diervoer en benodigdheden drogisterijartikelen rookartikelen sportartikelen verf behang en of tegels disposables huisdeco binnen / buiten haarmode
2 1 1 3 1 1 1 1 1 1
Artikel 4 Strafrechtelijke sancties Het opleggen van strafrechtelijke sancties, als bedoeld in artikel 13, van de Marktverordening, is voorbehouden aan het Openbaar Ministerie en de strafrechter.
Artikel 5 Bestuurlijke sancties
1. Bij het opleggen van sancties als bedoeld in artikel 10 van de Marktverordening wordt de volgende sanctietabel gehanteerd. Overtreding
1 Te vroeg innemen standplaats (art. 25) 2 Te laat standplaats verlaten (art. 25) 3 Niet innemen standplaats tot sluitingstijd (art. 25) 4 Niet uitstallen van goederen tot sluitingstijd (art.25) 5 Niet voldoen aan legitimatieplicht (art. 24)
30
1e actie
1e sanctie
3e sanctie
1 marktdag schorsen 1 marktdag schorsen 1 marktdag schorsen
2e sanctie (bij herhaling na 1e sanctie) 2 markdagen schorsen 2 marktdagen schorsen 2 marktdagen schorsen
Schriftelijke waarschuwing Schriftelijke waarschuwing Schriftelijke waarschuwing Schriftelijke waarschuwing
1 marktdag schorsen
2 marktdagen schorsen
4 marktdagen schorsen
Schriftelijke waarschuwing
1 marktdag schorsen
2 markdagen schorsen
4 marktdagen schorsen
4 markdagen schorsen 4 markdagen schorsen 4 marktdagen schorsen
Overtreding
1e actie
1e sanctie
3e sanctie
1 marktdag schorsen
2e sanctie (bij herhaling na 1e sanctie) 2 markdagen schorsen
6 Niet aanwezig zijn van bedrijfsnaam aanduiding (art. 24) 7 Niet persoonlijk aanwezig zijn van de vergunninghouder (art. 21) 8 Niet afmelden wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden (art. 23) 9 Uitstallen van goederen buiten de aangewezen standplaats (art. 26) 10 Verkoop van artikelen in strijd met de vergunning (art. 36) 11 Niet zorgdragen voor de inzameling en afvoer van het afval (art. 28) 12 Niet zorgdragen voor het schoon opleveren van de standplaats (art. 28) 13 Niet voldoen van het marktgeld op de daarvoor vastgestelde termijnen 14 Wangedrag jegens de marktmeester 15 Wangedrag jegens derden 16 Bedrog
Schriftelijke waarschuwing Schriftelijke waarschuwing
1 marktdag schorsen
2 markdagen schorsen
4 marktdagen schorsen
Schriftelijke waarschuwing
1 marktdag schorsen
2 marktdagen schorsen
4 marktdagen schorsen
Schriftelijke waarschuwing
1 marktdag schorsen
2 marktdagen schorsen
4 marktdagen schorsen
Schriftelijke waarschuwing
1 marktdag schorsen
2 marktdagen schorsen
4 marktdagen schorsen
Schriftelijke waarschuwing
1 marktdag schorsen
2 marktdagen schorsen
4 marktdagen schorsen
Schriftelijke waarschuwing
1 marktdag schorsen
2 marktdagen schorsen
4 marktdagen schorsen
Schriftelijke waarschuwing
1 marktdag schorsen
2 marktdagen schorsen
Intrekken vergunning
-
2 marktdagen schorsen 2 marktdagen schorsen 4 marktdagen schorsen 1 marktdag schorsen
4 marktdagen schorsen 4 marktdagen schorsen Intrekken vergunning 2 marktdagen schorsen
Intrekken vergunning Intrekken vergunning
17 Niet opvolgen van aanwijzingen van de markmeester (art. 37)
Schriftelijke waarschuwing
-
4 markdagen schorsen
4 marktdagen schorsen
31
2. Bij het opleggen van sancties als bedoeld in artikel 11 van de Marktverordening wordt de volgende sanctietabel gehanteerd. Overtreding
1e actie
1e sanctie
1 Te laat standplaats verlaten (art. 25)
Schriftelijke waarschuwing
2 Niet innemen standplaats tot sluitingstijd (art. 25)
Schriftelijke waarschuwing
3 Niet uitstallen van goederen tot sluitingstijd (art. 25)
Schriftelijke waarschuwing
4 Niet voldoen aan legitimatieplicht (art. 24)
Schriftelijke waarschuwing
5 Niet persoonlijk aanwezig zijn van de dagplaatshouder (art. 21 )
Schriftelijke waarschuwing
Uitsluiten voor verloting standplaats voor 1 marktdag Uitsluiten voor verloting standplaats voor 1 marktdag Uitsluiten voor verloting standplaats voor 1 marktdag Uitsluiten voor verloting standplaats voor 1 marktdag Uitsluiten voor verloting standplaats voor 1 marktdag Uitsluiten voor verloting standplaats voor 1 marktdag Uitsluiten voor verloting standplaats voor 1 marktdag Uitsluiten voor verloting standplaats voor 1 marktdag
6 Uitstallen van goederen Schriftelijke buiten de aangewezen waarschuwing standplaats (art.26)
7 Verkoop van artikelen in Schriftelijke strijd met de verloting waarschuwing (art. 13)
8 Niet zorgdragen voor Schriftelijke de inzameling en afvoer waarschuwing van het afval (art. 28)
32
2e sanctie (bij herhaling na 1e sanctie) Uitsluiten voor verloting standplaats voor 2 marktdagen Uitsluiten voor verloting standplaats voor 2 marktdagen Uitsluiten voor verloting standplaats voor 2 marktdagen Uitsluiten voor verloting standplaats voor 2 marktdagen Uitsluiten voor verloting standplaats voor 2 marktdagen Uitsluiten voor verloting standplaats voor 2 marktdagen Uitsluiten voor verloting standplaats voor 2 marktdagen Uitsluiten voor verloting standplaats voor 2 marktdagen
3e sanctie
Uitsluiten voor verloting standplaats voor 4 marktdagen Uitsluiten voor verloting standplaats voor 4 marktdagen Uitsluiten voor verloting standplaats voor 4 marktdagen Uitsluiten voor verloting standplaats voor 4 marktdagen Uitsluiten voor verloting standplaats voor 4 marktdagen Uitsluiten voor verloting standplaats voor 4 marktdagen Uitsluiten voor verloting standplaats voor 4 marktdagen Uitsluiten voor verloting standplaats voor 4 marktdagen
Overtreding
1e actie
9 Niet zorgdragen voor Schriftelijke het schoon opleveren waarschuwing van de standplaats (art. 28) 10 Wangedrag jegens de marktmeester
Schriftelijke waarschuwing
11 Wangedrag jegens derden
Schriftelijke waarschuwing
12 Bedrog
Schriftelijke waarschuwing
13 Niet opvolgen van aanwijzingen van de marktmeester (art. 37)
Schriftelijke waarschuwing
1e sanctie
2e sanctie (bij herhaling na 1e sanctie) Uitsluiten voor verloting standplaats voor 2 marktdagen Uitsluiten voor verloting standplaats voor 4 marktdagen Uitsluiten voor verloting standplaats voor 4 marktdagen
Uitsluiten voor verloting standplaats voor 1 marktdag Uitsluiten voor verloting standplaats voor 2 marktdagen Uitsluiten voor verloting standplaats voor 2 marktdagen Uitsluiten voor verloting standplaats voor 4 marktdagen Uitsluiting voor Uitsluiting voor verloting voor verloting voor 1 marktdag standplaats voor 2 marktdagen
3e sanctie
Uitsluiten voor verloting standplaats voor 4 marktdagen
Uitsluiting voor verloting voor standplaats voor 4 marktdagen
3. Wanneer gedurende één kalenderjaar drie schriftelijke waarschuwingen zijn uitgebracht, zal in het geval van een nieuwe overtreding niet worden volstaan met een vierde schriftelijke waarschuwing, maar zal direct de volgens de tabel opgenomen sanctie worden opgelegd. 4. Ingeval niet reeds op basis van de voornoemde sanctietabellen is voorzien in de intrekking van een vergunning, zal de vergunning van een vergunninghouder die voor 4 marktdagen geschorst is geweest bij een eerstvolgende overtreding worden ingetrokken. 5. Indien een vergunninghouder van een dagplaats voor 4 marktdagen uitgesloten is geweest wordt deze bij een eerstvolgende overtreding voor 5 jaar uitgesloten.
33
Artikel 6 De Marktadviescommissie 1. Het college stelt een commissie van advies in, die tot taak heeft het college te adviseren inzake beleidsmarktaangelegenheden, waaronder in elk geval advisering over het wijzigen van dit marktreglement. 2. Met betrekking tot de samenstelling en werkwijze van deze marktcommissie gelden de volgende regels: a. In beginsel worden 1 maal per vier jaar verkiezingen gehouden, gelijktijdig met de gemeenteraadsverkiezingen; b. De marktcommissie bestaat uit 14 personen en is als volgt samengesteld: 1. de afdelingsmanager Vergunningen, Toezicht en Handhaving van de gemeente; 2. 2 ambtenaren, van de gemeente waaronder in ieder geval de marktcoördinator; 3. 2 vertegenwoordigers namens de woensdagmarkt; 4. 2. vertegenwoordigers namens de zaterdagmarkt; 5. 2 vertegenwoordiger namens de donderdagmarkt; 6. 2 vertegenwoordiger namens de vrijdagmarkt; 7. 1 vertegenwoordiger namens de brancheorganisatie CVAH, afdeling Flevoland; 8. 1 vertegenwoordiger namens de brancheorganisatie CVAH, afdeling Standwerkers. c. Op ad hoc basis kan de kramenzetter worden uitgenodigd om deel te nemen aan een vergadering van de marktcommissie; d. Op ad hoc basis kan een vertegenwoordiger van het bestuur van de Brancheorganisatie (CVAH) namens dat bestuur worden uitgenodigd om deel te nemen aan een vergadering; e. De marktcommissie komt in beginsel 4 keer per jaar bijeen; f. Elke maand vindt afzonderlijk een operationeel overleg plaats tussen de marktmeester en de vertegenwoordigers van desbetreffende weekmarkt. 3. De persoon genoemd in het vorige lid, onder b en 1, treedt op als voorzitter van de marktcommissie. 4. De personen genoemd in lid 2, onder b, nummers 3 tot en met 8, ontvangen na het bijwonen van een vergadering een uitrijkaart voor de parkeergarage.
34
2. Bepalingen over standplaatsen Artikel 7 Toewijzing vaste standplaatsen 1. Toewijzing van een vaste standplaats vindt plaats door de verlening van een daartoe strekkende vergunning door het college op aanvraag. 2. De wijze van toewijzen standplaatsen a. Vaste standplaatshouders binnen één (sub)branche worden evenredig verdeeld over de in dit marktreglement behorende kaartbijlagen aangegeven clusters. Indien alle clusters gevuld zijn met een standplaatshouder uit dezelfde (sub)branche, moet de volgende op basis van loting kiezen voor een cluster met het minste aantal standplaatshouders in dezelfde (sub)branche. b. Voor de (sub)branches waar het maximale aantal vergunninghouders is bereikt geldt een branchestop. c. De (sub)branches waar het maximum aantal vergunninghouders niet is bereikt kunnen worden aangevuld met gegadigden voor een vaste standplaats. Indien deze (sub)branches zijn aangevuld tot het maximum aantal dan geldt ook hiervoor een branchestop. d. Voor de (sub)branches waar het maximaal aantal vergunninghouders hoger is dan aangegeven in de indelingen zoals weergegeven in artikel 2, lid 6 tot en met lid 9, worden geen vergunningen voor de betreffende (sub)branches verleend totdat het aantal vergunninghouders niet meer wordt overschreden. e. Per vergunninghouder is slechts één branche/subbranche toegestaan. 3. Bij toewijzen van lege vaste standplaatsen wordt de volgende volgorde gehanteerd: a. Branchevreemde producten; b. Standplaatsverbetering op grond van anciënniteit: Aan het begin van elk jaar (januari) worden vaste vergunninghouders in de gelegenheid gesteld zich schriftelijk aan te melden om in aanmerking te komen voor standplaatsverbetering. Toewijzing zal geschieden op basis van anciënniteit. In geval van gelijke anciënniteit vindt tussen deze gegadigden een loting plaats. Alleen de geregistreerde kandidaten kunnen deelnemen aan de standplaatsverbetering; c. Standplaatsuitbreiding: Aan het begin van elk jaar (januari) worden vaste vergunninghouders in de gelegenheid gesteld zich schriftelijk aan te melden om in aanmerking te komen voor standplaatsuitbreiding. Toewijzing zal geschieden op basis van anciënniteit. In geval gelijke anciënniteit vindt tussen deze gegadigden een loting plaats.
35
Artikel 8 Inhoud vergunning vaste standplaats 1. Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval: a. de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder, en in geval artikel 8 lid 2 van de Marktverordening van toepassing is, tevens de inschrijving in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel en lidnummer Hoofdbedrijfschap Detailhandel; b. een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste standplaats met vermelding van het nummer en de afmetingen daarvan; c. de kraam of andere verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken; d. het soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de (sub-) branche waartoe de vergunninghouder behoort; e. de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend; f. dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor de inzameling en afvoer van zijn afval en dat hij zijn standplaats schoon oplevert; g. de wijze waarop de vergunninghouder zijn elektriciteit betrekt; h. welke kook-, bak- en verwarmingsapparatuur zijn toegestaan; i. de periode waarvoor de vergunning is verstrekt. 2. Aan de vergunning wordt een middel ter identificatie gehecht.
Artikel 9 Duur van de vergunning vaste standplaats 1. De vaste standplaatsvergunning wordt verleend voor één jaar. Als in dat jaar de in lid 3 genoemde weigeringsgronden niet zijn overtreden, wordt een vergunning verleend voor onbepaalde tijd. 2. In afwijking van artikel 7, lid 1, vindt het verlenen van de vaste standplaatsvergunning voor onbepaalde tijd ambtshalve plaats. 3. Het verlenen van een standplaatsvergunning voor onbepaalde tijd vindt niet plaats wanneer de navolgende overtredingen hebben plaatsgevonden: a. wangedrag jegens de marktmeester; b. wangedrag jegens derden; c. bedrog; d. twee keer in een kalenderjaar het marktgeld niet voor de vervaldatum is betaald; e. meerdere overtredingen als genoemd in de punten 1 t/m 12 van de sanctietabel.
36
Artikel 10 Overschrijving vergunning vaste standplaats 1. In geval van overlijden, of blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder, of ingeval van bedrijfs- of partiële bedrijfsbeëindiging kan de vaste standplaatsvergunning worden overgeschreven op de echtgenoot, zoon dochter of de geregistreerde partner of een andere achterblijvende persoon met wie hij duurzaam samenwoonde. 2. Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan de vergunning voor een vaste standplaats worden overgeschreven op een medewerk(st)er van de vergunninghouder indien hij/zij ten minste twee jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd. 3. Een vaste standplaatsvergunning kan op verzoek van de vergunninghouder worden overgeschreven op degene die op basis van een ontheffing als bedoeld in artikel 11 van deze regeling een standplaats heeft waargenomen voor minimaal twee jaar. 4. In geval van lid 1of lid 2 dient een verzoek tot overschrijving te worden ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder of nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.
Artikel 11 Waarneming van een vaste standplaats 1. Een vergunninghouder van een vaste standplaats kan het college ontheffing vragen om zijn vaste standplaats te laten waarnemen door een met naam genoemde persoon. 2. De waarnemer moet een handelsbekwaam natuurlijke persoon zijn die voldoet aan de vereisten genoemd in artikel 8 van de Marktverordening. 3. Ontheffing wordt verleend aan de vergunninghouder van een vaste standplaats. 4. Een vergunninghouder die zijn vaste standplaats laat waarnemen, is hoofdelijk aansprakelijk en verantwoordelijk voor de inrichting van de standplaats en voor de naleving van de Marktverordening en de nadere regels door de waarnemer. 5. Overtredingen van de Marktverordening en de nadere regels door de waarnemer worden aan de vergunninghouder toegerekend. Eventuele sancties worden aan de vergunninghouder opgelegd, en treffen tevens de waarnemer.
Artikel 12 Intrekking ontheffing waarneming Een verleende ontheffing wordt ingetrokken indien de daaraan ten grondslag liggende vergunning wordt ingetrokken op basis van de in artikel 9 van de Marktverordening genoemde situaties.
37
Artikel 13 Toewijzing dagplaats 1. Een dagplaats kan worden toegewezen door loting aan houders van een meeloperspas als bedoeld in artikel 14 van het Marktreglement die zich daarvoor op de dag zelf voor 8:00 uur aanmelden bij de markmeester. 2. Met betrekking tot de donderdag- en vrijdagmarkt geldt dat voor een branche waarvan de branchering volledig is gevuld met houders van een vergunning voor een vaste standplaats, slechts eens per vier weken loting voor een dagplaats plaatsvindt. 3. Met betrekking tot de woensdag- en zaterdagmarkt geldt dat voor een branche waarvan de branchering volledig is gevuld met houders van een vergunning voor een vaste standplaats, slechts eens per drie weken loting voor een dagplaats plaatsvindt. 4. Voor (sub)branches waarvan het aantal vaste standplaatshouders het aantal in de branchering overschrijdt vindt, in afwijking van het bepaalde in lid 2 en lid 3, in het geheel geen loting voor een dagplaats plaats. 5. Een dagplaats wordt eerst aangeboden aan de vaste standplaatshouder ter uitbreiding van zijn plaats met ten hoogste 1 kraam, onder de voorwaarde dat het in artikel 2 voor de betreffende markt aangegeven minimum aantal dagplaatsen beschikbaar blijft. 6. Aan de eerste ronde van de loting voor het in artikel 2 voor de betreffende markt opgenomen aantal dagplaatsen nemen ondernemers met branchevreemde producten deel of ondernemers die een product verkopen waarvan een vergunninghouder niet is verschenen. In de tweede ronde loten zij mee met de (sub)branche die al is toegewezen aan vaste standplaatshouders per branche, zoals vermeld in artikel 3 voor de betreffende markt. Bij die tweede loting wordt per dag ten hoogste 1 dagplaats toegewezen. 7. De loting voor dagplaatsen vindt plaats om 8.00 uur. 8. De loting geschiedt aan de hand van een willekeurig gekozen getal. Uitgifte van de plaatsen vindt vervolgens in volgorde van de loting plaats. De marktmeester wijst vervolgens de opengevallen plaatsen toe aan diegenen die zijn ingeloot, met een maximum van acht strekkende meter, afhankelijk van de beschikbare ruimte. De deelnemers aan de loting worden in volgorde van aanmelding door de marktmeester op een lijst genoteerd.
Artikel 14 Meeloper 1. Een meeloper dient te voldoen aan de eisen van artikel 8 van de Marktverordening. 2. Een meeloper wordt op zijn verzoek een meeloperpas verstrekt, met dien verstande dat indien een meeloper zijn bedrijfsactiviteiten heeft georganiseerd in een rechtspersoon, er maximaal 1 meeloperpas op naam gesteld van
38
deze persoon of een andere bij deze rechtspersoon betrokken persoon wordt verstrekt. 3. Een meeloperpas wordt voor 1 jaar verstrekt, en dient jaarlijks te worden verlengd door het indienen van een verzoek tot verlenging. 4. Voor de verstrekking en de verlenging van een meeloperpas zijn leges verschuldigd.
Artikel 15 Inhoud meeloperpas Een meeloperpas bevat in ieder geval: a. de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de meeloper; b. het soort artikel dat de meeloper mag verhandelen of de (sub)branche waartoe de meeloper behoort; c. de dag waarop deze zijn geldigheid verliest; d. het nummer van Hoofdbedrijfschap Detailhandel en de inschrijving in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel ingeval artikel 8 lid 2 van de Marktverordening van toepassing is; e. aan de meeloperpas wordt een middel ter identificatie gehecht.
Artikel 16 Toewijzing standwerkerplaats 1. De marktmeester wijst een standwerkerplaats toe door middel van loting. 2. Met het te verhandelen artikel, dat reeds op de betreffende markt is vertegenwoordigd, kan slecht een maal per vier weken worden ingeloot.
Artikel 17 Eisen standwerkerplaats 1. De standwerker kan zich laten bijstaan door maximaal één persoon. Hij meldt dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting. Beide standwerkers zijn aansprakelijk voor een juiste invulling van de standwerkerplaats. Beiden dienen ook de gehele dag daadwerkelijk als standwerker aanwezig te zijn. 2. De gegadigde mag maximaal één soort artikel verkopen. Het betreffende artikel kent maximaal 2 varianten, soorten en groepen. 3. Een standwerker met een artikel, dat binnen een straal van 100 meter van een vaste standplaatshouder met hetzelfde artikel dient te worden geplaatst, wordt uitgesloten van de loting. 4. Standwerken met artikelen die onderhevig zijn aan maatvoering is niet toegestaan. 5. De werkwijze van de standwerker en degene die hem bijstaat dient er op gericht te zijn publiek rond zich te verzamelen en het verzamelde publiek d.m.v. een
39
demonstratie aan te zetten tot aankoop van het artikel. 6. Het gebruik van meet en weegwerktuigen evenals het gebruik van prijskaarten is verboden; 7. Gedurende minimaal de helft van de tijd dat de markt geopend is moet daadwerkelijk demonstratie- of uiteenzetting gegeven worden. 8. Een standwerker mag iemand uit het publiek geen keuze uit het demonstratie artikel laten doen.
Artikel 18 Afmetingen standwerkerplaats
1. Een standwerkerplaats heeft een oppervlakte van maximaal 10 m2 en een maximale frontbreedte van 5 m1, waarvan maximaal 3 m1 gebruikt mag worden als verkoopruimte c.q. uitstalling. 2. Buiten de toegestane verkoopbreedte mogen geen goederen aan of onder de overkapping geplaatst of gehangen worden.
Artikel 19 Loting standwerkerplaats 1. Tot de loting wordt slechts toegelaten hij die in het bezit is van een standwerkerpas van de gemeente Almere. 2. Om aan genoemde loting mee te doen meldt een standwerker zich vóór 8:00 uur bij de marktmeester. 3. De marktmeester registreert de standwerkers in volgorde van aanmelding en neemt van de ingelote standwerkers gedurende de duur van de markt de standwerkerpassen in. 4. De loting geschiedt om 8:30 uur en aan de hand van een willekeurig gekozen getal, waarna uitgifte van de plaatsen in volgorde van de lotingslijst plaats vindt. 5. De marktmeester wijst vervolgens de standwerkerplaats toe aan diegenen die zijn ingeloot.
Artikel 20 Beoordeling van het standwerken 1. 2. 3.
Beoordeling van het standwerken geschiedt door de marktmeester. Het standwerken wordt beoordeeld op de volgende criteria: a. verkoopkunde van de standwerker, niet zijnde de behaalde omzet; b. presentatie; c. werklust; d. welsprekendheid; e. humor tot vermaak van het publiek. Het standwerken zal gedurende een marktdag minimaal drie keer worden beoordeeld. 4. Een beoordeling vindt als volgt plaats: a. voor elk onderdeel, als bedoeld in het tweede lid, wordt gemotiveerd
40
5.
6.
7.
8.
aangegeven of de standwerker hiervoor voldoende of onvoldoende scoort; b. indien voor drie of meer van de onderdelen als bedoeld in het tweede lid, voldoende wordt gescoord wordt de beoordeling als voldoende bestempeld. Is dit niet het geval dan wordt de beoordeling als onvoldoende aangemerkt. Indien ten minste twee van de drie beoordelingen als voldoende zijn aangemerkt, krijgt de standwerker voor die dag een positieve beoordeling. Is dit niet het geval dan krijgt hij een negatieve beoordeling. Een standwerker die een negatieve beoordeling heeft gekregen wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld en wordt voor de periode van één jaar uitgesloten van deelname aan de loting. In het geval een standwerker bij een beoordeling voor alle onderdelen, als bedoeld in het tweede lid, onvoldoende scoort, wordt dit direct als een negatieve beoordeling bestempeld en wordt de standwerker onmiddellijk van de markt verwijderd. Ook wordt hij voor een periode van één jaar uitgesloten van deelname aan de loting overeenkomstig het vorige lid. Indien bij een gezamenlijk optreden van twee standwerkers als bedoeld in artikel 17, lid 1, op een van beiden het hiervoor bepaalde in het zesde of zevende lid van toepassing is, worden beide standwerkers voor een periode van één jaar uitgesloten voor deelname aan de loting voor een standwerkerplaats.
41
3. Bepalingen over het gebruik van de standplaats Artikel 21 Persoonlijk innemen standplaats; bijstand 1. De houder van een standplaats is te allen tijde verantwoordelijk voor zijn standplaats en neemt deze persoonlijk in of hij mag zich op de standplaats door een nader te bepalen persoon uit zijn bedrijf laten waarnemen. 2. De houder van een standplaats mag zich op de standplaats doen bijstaan.
Artikel 22 Het aantal keren innemen van een vaste standplaats 1. De vergunninghouder van een vaste standplaats neemt ten minste 46 weken per jaar zijn plaats in, dit met inachtneming van het bepaalde in artikel 23. Vakantie als bedoeld in lid 4, van artikel 23 wordt geacht deel uit te maken van de maximaal toegestane verzuimdagen. 2. In geval van ziekte of bijzondere omstandigheden kan het college op schriftelijke aanvraag van de vergunninghouder hem ontheffing verlenen van de verplichting als bedoeld in het vorige lid. 3. Indien een vergunninghouder ontheffing is verleend als bedoeld in het vorige lid, dan heeft hij de mogelijkheid zich te laten vervangen.
Artikel 23 Afwezigheid van de vergunninghouder van een vaste standplaats 1. De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen, deelt dit minimaal 12 uur, voor aanvang van de desbetreffende markt mee aan de marktmeester ( behoudens bijzondere omstandigheden en ziekte). 2. Bij afwezigheid van de vergunninghouder wegens ziekte langer dan 1 week deelt de vergunninghouder dit schriftelijk mee aan de marktmeester. 3. Bij vakantie geeft de vergunninghouder vooraf aan hoe lang zijn afwezigheid duurt. Het is geoorloofd om in verband met vakantie voor een periode van maximaal vier aaneengesloten weken per kalenderjaar afwezig te zijn.
Artikel 24 Legitimatie en identiteit houder van een standplaats 1. Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient op eerste aanvraag van de marktmeester aan te tonen dat hij daartoe gerechtigd is. 2. De houder van een standplaats dient bij zijn standplaats duidelijk zichtbaar zijn naam en eventuele bedrijfsnaam, branche en kraamnummers aan te geven. Hiervoor zal door de gemeente een publicatiebord worden verstrekt.
42
Artikel 25 Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen 1. Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan 3 uur voor aanvang en meer dan 2 uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of goederen aan of af te voeren. 2. De houder van een standplaats is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Het college kan hiervan ontheffing verlenen. 3. Indien de vergunninghouder zijn vaste standplaats niet uiterlijk om 8:00 uur heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktmeester de standplaats op tijdig verzoek van de vergunninghouder voor hem beschikbaar houdt. 4. De houder van een standplaats is bij aanvang van de markt om 9:00 uur uitgestald en verkoopklaar, ter beoordeling van de marktmeester. Op- en afrijden met voertuigen is gedurende de openingstijden, genoemd in artikel 2, niet meer toegestaan. De standplaats dient gedurende de openingstijden, genoemd in artikel 2, uitgestald en verkoopklaar te blijven. Eerst na de openingstijden als bedoeld in artikel 2 is het toegestaan om in te pakken.
Artikel 26 Verzorging van de standplaats 1. Het is de vergunninghouder verboden meer ruimte in te nemen dan is toegewezen. Extra kramen kunnen slechts op de toegewezen standplaats worden geplaatst na toestemming van de marktmeester. 2. Het is de vergunninghouder verboden zonder toestemming van de marktmeester wijzigingen aan de standaard kraam aan te brengen. Eigen materiaal dient te allen tijde technisch inpasbaar te zijn. 3. Een standaard kraam bestaat uit 2 staanders, 1 bok, 2 houten balken, afdekzeil en standaard rokzeil (model Almere). Kooplieden welke een eigen bedrijfsrokzeil hebben kunnen ontheffing krijgen van de verplichting gebruik te maken van een standaard rokzeil (model Almere). 4. Het gebruik van parasols en afscheidingen welke niet bij de kraam of standplaats behoren is niet toegestaan. In bijzondere omstandigheden – waarbij de veiligheid of uiterlijk aanzien niet in het geding komt – kan de marktmeester toestemming verlenen voor het gebruik van deze zaken. Hiervoor dient wel een ontheffing te worden aangevraagd.
Artikel 27 Doorgang 1. Het is de standplaatshouder verboden de doorgang tussen de kramen en de loopruimte voor de standplaatsen op enigerlei wijze te hinderen of te belemmeren. 2. Als er geen gegarandeerd looppad is van 3 meter breed en 2,05 meter hoog mag men niet voor de staander uitpakken, ongeacht of gebruik wordt gemaakt van eigen materiaal.
43
Artikel 28 Verzorging van de standplaats 1. De houder van een standplaats dient: a. ervoor te zorgen dat zijn standplaats steeds een goed verzorgd en schoon aanzien biedt, zulks ter beoordeling van de marktmeester; b. tijdens de markt zelf zijn afval, verpakkingsmaterialen en dergelijke in te zamelen en na afloop van de markt af te voeren; c. voordat deze het marktterrein verlaat, de ondergrond (standplaats) en de onmiddellijke omgeving daarvan schoon, reukvrij en vetvrij achter te laten. 2. De houder van een standplaats aan wie toestemming is verleend voor geringe eet- en drinkwaren voor consumptie gereed te maken en te verkopen, dient aan de voorzijde van zijn standplaats voldoende afvalbakken te plaatsen, zulks ter goedkeuring van de marktmeester. 3. De houder van een standplaats die handel drijft in artikelen van een branche waaruit zou kunnen voortvloeien dat de ondergrond en omgeving van zijn standplaats vervuild raken, dient maatregelen te treffen om dit te voorkomen, zulks ter goedkeuring van de marktmeester.
Artikel 29 Algemene Brandveiligheidsnormen In het kader van brandpreventie gelden de volgende regels: a. elektrische verlichting dient zo te worden gemonteerd dat deze niet in aanraking kan komen met gemakkelijk brandbare stoffen; b. losse kabels, die in de looppaden op de grond liggen, moeten afgedekt worden met afdekmatten, zulks ter goedkeuring van de marktmeester; c. bij elke gelegenheid waar gebakken of gebraden wordt moet een doelmatig blusapparaat, alsmede een deksel voor afsluiting van de pan(nen) aanwezig zijn (bijvoorbeeld een schuimblusser met een vulling van ten minste 4 kg of een poederblusser met een vulling van ten minste 6 kg); de aanwezige brandblussers dienen goedgekeurd te zijn door een erkend keuringsbedrijf en voorzien te zijn van een geldige keuringssticker; d. een gaskomfoor of een elektrisch komfoor moet zijn opgesteld op een plaats van onbrandbaar materiaal dat de warmte slecht geleidt; e. een gaskomfoor moet door middel van een speciaal daarvoor bestemde rubberslang met metalen klemmen of koppelingen aan de gasfles(sen) zijn verbonden; f. gasflessen moeten voorzien zijn van een door de Dienst Stoomwezen erkend geldig keurmerk. De verbinding tussen de gasfles(en) en het gaskomfoor dient te bestaan uit een metalen leiding of een goedgekeurde GIVEG-slang met een maximale lengte van 10 meter. De slang dient met deugdelijke slangklemmen verbonden te zijn met de gasfles(en); g. gasflessen mogen slechts in dagvoorraad aanwezig zijn;
44
h. lege of niet in gebruik zijnde gasflessen moeten buiten een kraam of wagen zijn opgesteld. In gebruik zijnde flessen moeten op een goed geventileerde plaats zijn opgesteld; i. emballage en verpakkingsmateriaal mogen niet in of nabij open vuur aanwezig zijn; j. ballons met brandbaar gas gevuld mogen niet aanwezig zijn; k. het gebruik van vloeibare LPG is toegestaan; l. ondergrondse brandkranen dienen vrij gehouden te worden.
Artikel 30 Gebruik van elektra 1. De navolgende eisen worden gesteld: a. elektriciteitskabels dienen een nominale kerndoorsnede van tenminste 2,5 kubieke millimeter te hebben; b. de kabellengte dient maximaal 25 meter te bedragen, tenzij anders bepaald; c. het gebruik van bouwlampen en straalkachels is niet toegestaan. 2. Het is een houder van een standplaats zonder ontheffing van het college verboden: a. voor de verlichting van zijn standplaats gebruik te maken van andere dan elektrische verlichting; b. elektrische stroom van een ander te betrekken dan degene die door het college voor het leveren van elektriciteit is aangewezen.
Artikel 31 Geluidsapparatuur 1. Het is op de standplaats verboden gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid. 2. Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen onder door hen te stellen voorwaarden.
Artikel 32 Kook-, bak- en verwarmingsapparatuur 1. Het is de houder van een standplaats verboden bak- en kookinstallaties te gebruiken. 2. Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen onder door hem te stellen voorwaarden, en deze worden vermeld in de standplaatsvergunning. 3. Voor het plaatsen van verwarmingsapparatuur (op gas of elektriciteit) voor producten en personen dient toestemming van de marktmeester worden verkregen.
Artikel 33 Prijsaanduidingen Onverminderd het bepaalde in het Besluit prijsaanduiding goederen zijn de vaste standplaatshouder en de meeloper, in tegenstelling tot een standwerker,
45
verplicht om, indien de ten verkoop aangeboden goederen geprijsd worden, de prijsaanduiding zodanig aan te geven dat deze geen aanleiding tot misverstand kan geven en voor het publiek duidelijk leesbaar is.
Artikel 34 Weegapparatuur Indien goederen per maat of gewicht worden verkocht is de houder van een standplaats, onverminderd het bepaalde bij of krachtens de IJkwet, verplicht: a. ervoor te zorgen dat de gebruikte maat- of weegwerktuigen in deugdelijke staat verkeren; b. het weegwerktuig zodanig aan de naar het publiek gekeerde zijde van de standplaats te plaatsen dat het daarop bij weging aangegeven gewicht steeds voor het publiek duidelijk leesbaar is.
46
4. Overige bepalingen Artikel 35 Parkeren 1. Het is de houder van een standplaats toegestaan om op het marktterrein zijn voertuig te parkeren onder de volgende voorwaarden: a. het voertuig wordt achter de kraam geplaatst; b. het voertuig veroorzaakt geen hinder of beperkingen voor andere vergunninghouders; c. het geparkeerde voertuig wordt niet als extra ruimte voor het uitstallen van verkoopwaar gebruikt. 2. Voertuigen van meelopers mogen niet op het marktterrein worden geparkeerd.
Artikel 36 Verbod andere waren 1. Het is de vergunninghouder verboden andere waren aan te bieden of te verkopen dan waarvoor vergunning is verleend. 2. Het is verboden tweedehands goederen ter verkoop aan te bieden. 3. Het is een meeloper aan wie een dagplaats is toegewezen verboden andere waren aan te bieden dan vermeld op de hem verstrekte meeloperpas.
Artikel 37 Afbreken markt ten gevolge van bijzondere omstandigheden 1. Indien bij aanvang van de markt, of gedurende de tijdsperiode waarop de markt wordt gehouden, weersinvloeden, of calamiteiten e.d. de orde op de markt kunnen verstoren, of er direct gevaar dreigt voor de marktplaatshouder, het publiek en/of objecten op of in de nabijheid van het marktterrein, kan de burgemeester: a. de houder van een standplaats verplichten de noodzakelijk voorzorgsmaatregelen te treffen; b. beslissen de markt anders op te stellen c.q. in te richten; c. beslissen de markt niet te laten aanvangen of beslissen de markt onmiddellijk te beëindigen. 2. Van de in het vorige lid bedoelde situatie(s) is in ieder geval sprake indien: a. er voor aanvang van de markt sprake is van weersomstandigheden met windkracht 8 beaufort of meer, dan wel deze en andere weersomstandigheden op korte termijn worden voorspeld (zoals bijvoorbeeld hevige sneeuwval of ijzel); b. er tijdens de markt sprake is van snel verslechterende weersomstandigheden zodanig dat sprake is van storm of orkaankracht, dan wel deze weersomstandigheden op korte termijn, voor het einde van de markt, worden voorspeld;
47
c. de houder van een standplaats is indien een situatie zich voordoet als omschreven in dit artikel verplicht de aanwijzingen van de marktmeester onverwijld op te volgen.
Artikel 38 Innemen van een standplaats met eigen materiaal 1. Het is verboden met eigen materiaal een standplaats in te nemen op de warenmarkt. 2. Op verzoek van een vaste standplaatshouder kan het college ontheffing verlenen van het verbod in lid 1. 3. Het in het vorige lid vermelde verzoek omvat in ieder geval de volgende gegevens: a. een opgave van de lengte, hoogte en breedte van het eigen materiaal; b. een gedetailleerde tekening van het eigen materiaal; c. foto’s van het eigen materiaal. 4. Indien het eigen materiaal is voorzien van installaties waarin gekookt, gebakken, gebraden en/of gefrituurd kan worden, moet een bewijs van veiligheid van het te gebruiken eigen materiaal alsmede de te gebruiken apparatuur worden overgelegd met het maximale stroomverbruik van de aanwezige stroomvoorzieningen aan het eigen materiaal. 5. De toestemming wordt in ieder geval geweigerd indien: a. het eigen materiaal om technische of om praktische reden niet inpasbaar is binnen de beschikbare ruimte op de markt; b. het eigen materiaal niet voldoet aan de in artikel 39 genoemde eisen; c. het eigen materiaal - volgens de specificaties - te belastend is voor het stroomnet, mede gezien de reeds bestaande belasting door gebruikers van hetzelfde stroomnet, waardoor het risico bestaat dat het stroomnet wegens overbelasting uitvalt. 6. Indien het eigen materiaal leidt tot overlast, dient de vergunninghouder op aanwijzing van de marktmeester onverwijld maatregelen te treffen ter opheffing van de overlast. 7. Wijzigingen met betrekking tot het eigen materiaal waarvoor ontheffing op grond van lid 2 is verleend dienen schriftelijk ter kennis te worden gebracht aan het college. Indien sprake is van gewijzigde gegevens en materiaal, dient om een nieuwe ontheffing te worden verzocht.
48
Artikel 39 Eisen eigen materiaal Het eigen materiaal moet aan de volgende eisen te voldoen: a. het eigen materiaal mag in opgestelde toestand niet dieper zijn dan de kramenrij; b. uitklapbare toonbanken en/of vitrines mogen niet buiten de staanders van de kramenrij uitsteken; c. aan de zijkanten van het eigen materiaal mogen geen zeilen, kleppen of andere zaken zijn aangebracht die de doorgang aan de verkoopzijde verhinderen of het zicht op de naastgelegen verkoopgelegenheid beperken; d. het eigen materiaal dient een minimale (klep-)hoogte te hebben van 2.10 meter.
49
5. Slotbepalingen Artikel 40 Intrekken oude regeling Het “Marktreglement Almere 2005”, vastgesteld op 20 september 2005, wordt ingetrokken.
Artikel 41 Inwerkingtreding Dit reglement treedt in werking de dag nadat de Marktverordening Almere 2012 in werking is getreden.
Artikel 42 Citeertitel Deze nadere regels worden aangehaald als: Marktreglement Almere 2012. Almere, januari 2013, Het college van Almere, de secretaris, A.J. Grootoonk
50
de burgemeester A. Jorritsma-Lebbink
Toelichting Marktreglement Almere 2012 Met de vaststelling van de Marktverordening Almere 2012 is een nieuwe basis ontstaan voor de vaststelling van nadere regels in de vorm van een Marktreglement. Zeker nu er voor is gekozen in de Marktverordening een beperkt deel van de bevoegdheden vast te leggen, krijgt het Marktreglement meer betekenis voor de door het college uit te voeren bevoegdheden. Zo is er bijvoorbeeld voor gekozen de vaststelling van de locatie en tijden van de markten in het Marktreglement op te nemen. Verder zijn de bevoegdheden om sancties op te leggen naar aanleiding van overtredingen nu uitgewerkt in een sanctietabel. Hiermee is een duidelijke en dwingende regeling voorhanden, welke voor alle betrokkenen geen ruimte voor twijfel biedt.
Systematiek In het Marktreglement zijn allereerst de in hoofdstuk 1 de inrichting van de markt geregeld, gevolgd door (sub)branche indeling, de sanctietabellen en de regeling van de marktcommissie. Na dit algemene deel volgt in hoofdstuk 2 een meer specifieke regeling van de verschillende standplaatsen en de wijze waarop deze worden toegewezen. Vervolgens zijn in hoofdstuk 3 de verplichtingen van de standplaatshouders opgenomen, welke met name van belang zijn voor de mogelijke toepassing van de sanctietabellen. In hoofdstuk 4 zijn overige bepalingen opgenomen, en afgesloten met de slotbepalingen in hoofdstuk 5.
51
Artikelsgewijs toelichting Artikel 1 Aangezien het reglement een uitwerking is van artikel 4 van de marktverordening, is het wenselijk de gehanteerde begrippen hierbij aan te laten sluiten. Aanvullend daarop worden begripsomschrijvingen gegeven van “marktverordening” en “branchevreemd”. Bij branchevreemde producten gaat het om artikelen die niet nog niet op de markt verhandeld worden. Het gaat dan om producten die feitelijk nog niet op de betreffende markt verhandeld worden, ongeacht of deze behoren tot een in artikel 3 genoemde (sub)branche.
Artikel 2 In dit artikel is de inrichting van de weekmarkten. In lid 1 t/m 4 staan de tijdstippen en de locaties van de markten in Almere. In lid 6 t/m 9 is het aantal standplaatsen en geregeld.
Artikel 3 In artikel 3 is de indeling in (sub) branches geregeld en is het maximum aantal vergunninghouders bepaald.
Artikel 4 In dit artikel wordt aangegeven dat het opleggen van strafrechtelijke sancties is voorbehouden aan het Openbaar Ministerie en de strafrechter.
Artikel 5 In dit artikel wordt aangegeven op welke wijze het college gebruik maakt van de op grond van de artikelen 10 en 11 van de marktverordening gegeven bevoegdheid om bestuurlijke sancties op te leggen. In de Marktverordening Almere 2012 is, net als in de voorafgaande Marktverordening, opgenomen dat burgemeester en wethouders bevoegd zijn sancties op te leggen aan vergunninghouders en dagplaatshouders/ meelopers. De gekozen systematiek is een bekende en breed gebruikte tabel met daarin een stappenplan. Er is uitdrukkelijk geen formele betekenis toegekend aan mondelinge waarschuwingen, omdat anders discussie kan ontstaan wat de strekking is van mondelinge mededelingen aan vergunninghouders en meelopers door de marktmeester. Alleen een schriftelijke waarschuwing heeft consequenties die zijn vastgelegd in de sanctietabel. Deze schriftelijke waarschuwingen zijn op basis van de huidige jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak geen
52
zelfstandige besluiten waartegen bezwaar en beroep openstaat. Zij maken deel uit van de uiteindelijk opgelegde sanctie (AbRvS 18 januari 2006, 200409413). Als een sanctie wordt opgelegd zoals genoemd in de kolommen “1e sanctie”, “2e sanctie” of “3e sanctie” van de sanctietabellen worden opgelegd, dan is wel sprake van een besluit waartegen voor belanghebbenden bezwaar en beroep open staat. Een marktkoopman die zich geconfronteerd ziet met een dergelijke sanctie kan dus binnen zes weken nadat een de sanctie bekend is gemaakt een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en wethouders. De vaststelling van de tabel heeft tot gevolg dat niet kan worden afgeweken van de hierin vervatte volgorde. Vanwege de verschillende regimes die van toepassing zijn op vaste standplaatshouders en dagplaatshouders is voorzien in twee tabellen. In het 3e lid is een regeling opgenomen die er in voorziet dat een standplaatshouder die gedurende een jaar drie verschillende overtredingen heeft begaan, en daarvoor telkens ook schriftelijk is gewaarschuwd, bij een vierde overtreding een sanctie volgens de tabel krijgt opgelegd. Een dergelijke cumulatie is voor 1 jaar van toepassing, daarna begint men met een schone lei. Lid 4 regelt, dat na een 3e sanctie intrekking van een vergunning of uitsluiting voor verloting volgt. Lid 5 regelt de mogelijkheid tot een uitsluiting van 5 jaar.
Artikel 6 Ofschoon de marktadviescommissie in Almere al enige jaren functioneert als overlegorgaan, was deze nog niet geregeld in de Marktverordening 2005 of het Marktreglement Almere 2005. Door nu vast te leggen hoe deze marktadviescommissie is samengesteld, en ook haar taken te omschrijven, wordt de bestaande praktijk geformaliseerd. De marktadviescommissie heeft naast haar functie als overlegorgaan ook een adviesfunctie. Zij wordt gehoord wanneer sprake is van het wijzigen van het marktreglement en de toewijzing van nieuwe vaste standplaatsvergunningen. Daarnaast vinden in ieder geval ieder kwartaal bijeenkomsten plaats. Voor wat betreft de samenstelling van de marktadviescommissie verdient het de aandacht dat de vertegenwoordiger van de CVAH niet tevens vergunninghouder mag zijn. Zijn/haar positie als extern lid zou daarmee geweld aan worden gedaan, zeker nu namens de vergunninghouders al 8 vertegenwoordigers in de marktadviescommissie zijn opgenomen.
53
Hoofdstuk 2 In dit hoofdstuk wordt een onderscheid gemaakt tussen de toewijzing van een vaste standplaats en de dagplaats. De laatste krijgt geen vergunning, hem/ haar wordt een standplaats door loting voor de desbetreffende marktdag toegewezen. Deze is daarmee geen vergunninghouder, deze positie is alleen voor de vaste standplaatshouder weggelegd. De artikelen 7 t/m 12 zijn alleen op de vergunninghouders van toepassing.
Artikel 7 In dit artikel is geregeld dat de vaste standplaats wordt vergund aan een natuurlijke persoon, welke aan de eisen voldoet van artikel 8 van de Marktverordening Almere 2012. Daartoe dient een aanvraag te worden ingediend, welke kan worden toegewezen wanneer sprake is van een product dat nog niet op de markt wordt aangeboden (branchevreemd). Indien vervolgens nog niet alle beschikbare plaatsen binnen een branche zijn bezet kunnen vergunninghouders die daarvoor in het begin van het jaar hun belangstelling kenbaar hebben gemaakt in aanmerking komen ten behoeve van standplaatsverbetering. Daarbij speelt anciënniteit een rol. Bij gelijke anciënniteit bepaalt het lot. Als ook dan nog niet alle beschikbare plaatsen zijn bezit, kan toewijzing plaatsvinden in het kader van standplaatsuitbreiding. Ook daarvoor dienen gegadigden in het begin van het jaar zicht te hebben aangemeld en wordt op basis van anciënniteit toegewezen. Bij gelijke anciënniteit bepaalt ook hier het lot. De artikelen 2, 3 en 7 bepalen hoeveel kooplieden er binnen elke branche zijn toegestaan, en in hoeverre een aanvraag om een vaste standplaatsvergunning voor verlening in aanmerking komt. In het protocol van het tweede lid van artikel 7 wordt de wijze van toewijzen van de lege standplaatsen op de weekmarkten Almere geregeld. Doelstelling is dat een evenwichtige verdeling van de branches op weekmarkten wordt gerealiseerd. Dit is zowel in het belang van de koopman als de consument. Hiervoor wordt het clustermodel per weekmarkt ingevoerd. Dit houdt in dat de markten worden opgedeeld in twee of meer geografische clusters waarover de vaste standplaatshouders binnen één (sub)branche evenredig worden verdeeld. Indien alle clusters gevuld zijn met een standplaatshouder uit dezelfde (sub)branche, moet de volgende op basis van loting kiezen voor een cluster met het minste aantal standplaatshouders in dezelfde (sub)branche. De begrenzingen van de clusters zijn aangegeven in de bij het marktreglement behorende kaartbijlagen. In het derde lid van artikel 7 wordt ook de branchestop geregeld, wanneer het maximale aantal kooplieden in een branche is bereikt.
54
Artikel 8 De inhoud van de vaste standplaatsvergunning is geregeld in dit artikel. De meest opvallende component is de periode waarvoor de vergunning is verstrekt. Dit wordt verder geregeld in artikel 9 van het Marktreglement Almere 2012. Ook wordt een marktpas als middel van identificatie verstrekt.
Artikel 9 Een nieuw aspect voor een nieuwe vaste standplaatsvergunning is het feit dat aan nieuwe kooplieden de vergunning niet meer direct wordt verstrekt voor onbepaalde tijd. Door de introductie van vergunningperiode van 1 jaar, ontstaat een nieuw beoordelingsmoment voordat een vergunning voor onbepaalde tijd voor een vaste standplaats wordt verleend. Een slecht functionerende nieuwe koopman kan dan een verlenging worden geweigerd, zeker wanneer sprake is van sancties zoals in lid 3 is omschreven. Tegen een besluit de verlenging te weigeren staat bezwaar en beroep open. De verlenging behoeft niet te worden aangevraagd, maar zal door het college ambtshalve telkens worden beoordeeld.
Artikel 10 De overschrijving van de vaste standplaatsvergunning is een regeling die beoogt de continuïteit van de standplaatshouder te waarborgen. Vaak is immers sprake van een familiebedrijf, en kan met een overschrijving van de vaste standplaatsvergunning ingeval van overlijden ziekte of pensionering de exploitatie worden voortgezet door een meewerkend familielid. Hetzelfde is geregeld voor een medewerker die geen familiaire banden heeft met de vergunninghouder, maar wel samen met deze meer dan twee jaren de standplaats heeft ingenomen en geëxploiteerd. Nieuw is dat ook zonder dat sprake is van overlijden, ziekte of pensionering een vaste standplaatsvergunning kan worden overgeschreven, in dit geval op de naam van een waarnemer. Daarmee wordt de vaste standplaatsvergunning min of meer verhandelbaar, maar slechts onder zeer specifieke omstandigheden. Door de koppeling aan de waarnemer, een persoon die met ontheffing de vaste standplaats in neemt van de vergunninghouders (zie ook artikel 11 van het Marktreglement Almere 2012), is het pas na twee jaar op zijn vroegst mogelijk de vergunning over te laten schrijven.
Artikel 11 De waarnemer is een nieuw aspect in het Marktreglement Almere 2012. Vaste standplaatshouders kunnen hiermee hun bedrijfsvoering efficiënter maken, en zijn niet meer gedwongen elke week zelf de standplaats in te nemen. Gebleken
55
is dat hier behoefte aan bestaat, met name bij grotere ondernemingen die op meerdere markten staan. De vergunning wordt niet veranderd, er wordt alleen een ontheffing verleend van de verplichting de standplaats persoonlijk in te nemen. De vergunninghouder blijft ook verantwoordelijk voor alle verplichtingen van de standplaatshouders, waarschuwingen en sancties worden aan hem/haar opgelegd en strekken zich ook uit tot de waarnemers. De ontheffing is 1 jaar geldig, en kan worden verlengd op verzoek. Verlenging is niet aan de orde wanneer een schorsing is opgelegd in het voorafgaande jaar. Op deze wijze kan waarneming door een ongeschikte persoon snel weer ongedaan worden gemaakt.
Artikel 12 De ontheffing wordt ingetrokken, wanneer ook de daaraan ten grondslag liggende vergunning wordt ingetrokken op basis van de in artikel 9 van de Marktverordening genoemde situaties.
Artikel 13 De dagplaatsen worden volgens een strikt geregelde loting toegewezen. Deelname aan de loting is slechts mogelijk na inschrijving als meeloper, geregeld in artikel 13. Teneinde te voorkomen dat telkens dezelfde kooplieden een dagplaats toegewezen krijgen, kunnen de meelopers slechts een maal per 3 weken meeloten op de woensdag- en zaterdagmarkt, terwijl voor de donderdag- en vrijdagmarkt slechts een maal keer per 4 weken meegeloot mag worden.
Artikel 14 Kooplieden die in aanmerking willen komen voor een dagplaats moeten zich registreren als meeloper, en krijgen een meeloperspas voor 1 jaar uitgereikt indien zij voldoen aan de vereisten van artikel 8 van de Marktverordening Almere 2012. De meeloperspas kan worden verlengd, dit dient te worden verzocht door de houder van de meeloperspas. Aan de verstrekking en verlenging zijn leges verbonden.
Artikel 15 Op de meeloperspas staat vermeld met welke artikelen de meeloper wenst mee te loten. Er kan slechts een (sub)branche worden vermeld waarmee kan worden ingeloot.
Artikel 16 t/m 20 Wanneer standwerkerplaatsen worden toegewezen, is het gewenst dat dit zo objectief mogelijk gebeurt om de bekende en de minder bekende standwerkers een gelijke kans te geven. Daarom is in het eerste lid van artikel 16 bepaald dat de toewijzing geschiedt door loting. Het college dient van tevoren de manier van loting
56
vast te stellen. Het verdient daarbij aanbeveling hierbij voorrang te geven aan de marktkooplieden van wie is gebleken dat zij in de uitoefening van de markthandel uitsluitend en daadwerkelijk als standwerker plegen op te treden. Standwerkers met een artikel dat al op de betreffende markt feitelijk vertegenwoordigd is, kunnen slechts een maal per vier weken ingeloot worden. Gebleken is dat een sterke behoefte bestaat aan uniforme en duidelijke richtlijnen voor de toewijzing van standwerkerplaatsen, zowel bij de marktbeheerders als bij de marktgebruikers, in het bijzonder bij de standwerkers zelf. Deze groep kooplieden heeft een eigen wijze van werken. Bij de benadering van het publiek treden zij geheel anders op dan de zogenaamde stille kramers. Zij verhogen de levendigheid van de markt en maken deze daardoor aantrekkelijker voor het publiek. Teneinde verstarring tegen te gaan en om te voorkomen dat de standwerker, die jaar in jaar uit dezelfde plaats bezet, langzamerhand een stille kramer zou worden, wordt het in het algemeen ongewenst geacht aan deze categorie kooplieden vaste standplaatsen toe te wijzen. Dit standpunt wordt door de officiële landelijke organisatie van standwerkers (Stibesta) steeds met klem naar voren gebracht. Vooral ook omdat het werkterrein van de standwerkers zich over het gehele land uitstrekt, is het voorts gewenst, dat de regels voor de toewijzing van de standplaatsen aan deze bijzondere categorie kooplieden op alle markten in Nederland zo veel mogelijk gelijkluidend zijn. Een scherpe scheiding tussen de voor de stille kramers en de voor standwerkers bestemde standplaatsen dient te blijven bestaan. Belangrijk is voorts de in artikel 17, eerste lid opgenomen mogelijkheid om als koppel of duo een standwerkerplaats te kunnen betrekken. Uitdrukkelijk is hierbij echter de voorwaarde gesteld dat een duo zich tevoren als zodanig bij de marktmeester moet melden en dat een duo als één loting wordt aangemerkt. Jurisprudentie ARRS 26 juli 1991, JG 92.0124 m.nt. van L.J.J. Rogier, inzake sanctioneren van een standwerker. LJN: BR2018, Rechtbank Utrecht, SBR 10/40
57
Hoofdstuk 3 In dit hoofdstuk wordt het innemen en het gebruik van de standplaats nader geregeld.
Artikel 21 Oorspronkelijk was de verplichting de standplaats persoonlijk in te nemen opgenomen in de Marktverordening, maar er is nu voor gekozen dit onderdeel te maken van het Marktreglement. Van deze verplichting kan ontheffing worden verleend, zoals geregeld in artikel 22 van het Marktreglement.
Artikel 22 In dit artikel is het aantal weken vermeld dat de vergunninghouder de standplaats dient in te nemen, met de daarop mogelijke uitzonderingen. Het gaat daarbij zowel om ziekte als vakantie. Er is gekozen voor 46 weken, omdat op deze wijze sprake is van een totaal van 30 vrije dagen (6 weken), vergelijkbaar met een gemiddelde werkzame persoon in Nederland. Kortstondige ziekte (minder dan een week) wordt ook geacht daarvan onderdeel te zijn, voor langere perioden kan een vergunninghouder om ontheffing vragen, zoals in lid 2 is omschreven. Deze ontheffing kan tevens een waarnemer aanwijzen indien dat wordt verzocht. In een nog vast te stellen beleidslijn zullen beleidsregels worden vastgelegd voor de stukken die dienen te worden ingebracht bij een verzoek als bedoeld in lid 2 in verband met ziekte.
Artikel 23 Hierin is geregeld op welke wijze een vergunninghouder de marktmeester dient te informeren wanneer hij/zij de standplaats niet inneemt. In het geval van langdurige ziekte dient de vergunninghouder het college geregeld op de hoogte te houden van het verloop van de ziekte. Een verplichting van de vergunninghouder om een geneeskundige verklaring te overleggen is niet in de marktverordening opgenomen, omdat de KNMG-artsenfederatie (de beroeporganisatie voor artsen) haar leden ontraadt die informatievoorziening over hun patiënten te verstrekken. De federatie hanteert het standpunt dat van de behandelend arts, die een vertrouwensrelatie heeft met zijn patiënt, niet verwacht mag worden dat deze een onbevooroordeeld advies uitbrengt. Er bestaat geen wettelijke basis op grond waarvan het college de vergunninghouder zou kunnen verplichten een geneeskundige keuring te ondergaan. Het college kan de vergunninghouder wel aanbieden zich door bijvoorbeeld de GG&GD of Arbodienst te laten onderzoeken om zijn ziekte aan te tonen. De door vergunninghouders gewenste vakantieperiode is gemaximaliseerd op 4 aaneengesloten weken.
58
Artikel 24 Standplaatshouders dienen zich te kunnen legitimeren, en dienen ook duidelijk weer te geven onder welke naam zij hun waren aanbieden. Voor consumenten is het van belang dat duidelijk is van wie zij waren hebben gekocht.
Artikel 25 Het is van groot belang dat de markt vanaf het begintijdstip tot aan de vastgestelde sluitingstijd volledig bezet is. Zowel uit oogpunt van aantrekkelijkheid als ook de veiligheid is het ongewenst dat kooplieden later arriveren of voortijdig opbreken en met voertuigen over de markt bewegen. De marktmeester bepaalt of hij bij het te laat arriveren een standplaats beschikbaar houdt. Criteria zijn bijvoorbeeld de reden van het te laat arriveren (overmacht), maar ook de mogelijkheden de standplaats veilig te bereiken.
Artikel 26 De wijze waarop de standplaats wordt ingenomen met kraam en ander materiaal is hierin geregeld.
Artikel 27 Het is van belang dat de kramen goed toegankelijk zijn en de veiligheid van bezoekers is gewaarborgd.
Artikel 28 De standplaatshouder dient er voor zorg te dragen dat de door hem/haar ingenomen standplaats een schone en verzorgde aanblik heeft, dat het afval wordt verzameld en door de standplaatshouder wordt meegenomen.
Artikel 29 In dit artikel zijn een aantal wezenlijke veiligheidsnormen opgenomen met betrekking tot brand- en ontploffingsgevaar.
Artikel 30 Het gebruik van elektriciteit door een standplaatshouder wordt in dit artikel geregeld.
Artikel 31 Teneinde overlast door muziek en andere geluiden afkomstig van geluidsapparatuur te voorkomen, is voorzien in een verbod op het gebruik van geluidsapparatuur. Van dit verbod kan ontheffing worden verleend, bijvoorbeeld tijdens speciale marktdagen. Daarbij blijft uitgangspunt dat marktbezoekers geen hinder ondervinden van hinder ondervinden.
59
Artikel 32 Ter bevordering van de veiligheid is de aanwezigheid van kook-, bak- en verwarmingsapparatuur zonder een ontheffing verboden. Een dergelijke ontheffing staat vermeld op de vergunning voor een vaste standplaats. In het geval een houder van een dagplaats wordt de ontheffing geacht te zijn opgenomen in de toewijzing na loting.
Artikel 33 De marktbezoekers dienen op een duidelijke wijze te worden geïnformeerd over de gehanteerde prijzen.
Artikel 34 De gebruikte meet- en weegapparatuur dient te voldoen aan de daaraan door de IJkwet gestelde eisen, en dient op ook voor de bezoekers zichtbare wijze te zijn opgesteld.
60
Hoofdstuk 4 In de overige bepalingen is het parkeren geregeld, terwijl ook nog eens expliciet is vastgelegd dat slechts de op de vergunning vermelde artikelen mogen worden aangeboden. Ook is voorzien in de regeling voor het innemen van een standplaats met eigen materiaal en een calamiteitenregeling. Deze wordt in een nog vast te stellen beleidsregel (“stormprotocol”) verder ingevuld.
Artikel 35 De voorwaarden waaronder het voertuig van de standplaatshouder bij de standplaats mag worden geparkeerd, zijn in dit artikel opgenomen.
Artikel 36 In dit artikel is nog eens expliciet opgenomen dat geen andere artikelen mogen worden aangeboden dan waarvoor vergunning is verleend, dan wel op de meeloperspas is vermeld. Ook is het verbod op verkoop van tweedehandsgoederen opgenomen.
Artikel 37 In afwijking van de andere bevoegdheden in het Marktreglement en de Marktverordening is in casu de burgemeester alleen bevoegd een besluit te nemen tot het nemen van maatregelen, dan wel afgelasten van de markt. Daarmee wordt aangesloten bij het waarborgen van de openbare orde, bij uitstek de taak van de burgemeester. Deze bevoegdheid wordt in de praktijk in mandaat door de Teamleider Stadstoezicht uitgeoefend. De marktcoördinator en de marktmeester zijn daarbij degene die aangeeft dat er sprake is van zodanige omstandigheden dat de weekmarkt geen doorgang kan vinden. In lid 2 zijn de weersomstandigheden omschreven waaronder in ieder geval de weekmarkt geen doorgang kan vinden. Hierbij is zoveel mogelijk aangesloten bij objectiveerbare criteria. Wanneer sprake is van een calamiteit die om onmiddellijk ingrijpen vraagt, is de marktmeester bevoegd dwingende aanwijzingen te geven. Criteria Zeker bij weersvoorspellingen is het noodzakelijk daarvoor een betrouwbare bron te hanteren. Gezien het huidige aanbod, bestaat de kans dat er verschillen bestaan in de voorspellingen, en dat hierover discussie ontstaat. De Burgemeester zal daarom aan de hand van de gegevens van het KNMI bij aanvang van de markt bepalen in hoeverre er sprake is van de omstandigheden als bedoeld in het tweede lid. Ook wanneer er geen sprake is van windkracht 8 of meer, kan er sprake zijn van
61
lokale weersomstandigheden die het uit oogpunt van veiligheid noodzakelijk maken de weekmarkt af te gelasten. Dit is met name ter beoordeling aan de marktmeester ter plaatse. Het gaat om het waarborgen van de veiligheid van de bezoekers en marktkooplui.
Artikel 38 t/m 39 Voor het innemen van de standplaats met eigen materiaal is een aantal voorwaarden van toepassing, waarmee de veiligheid, het aanzicht en de toegankelijkheid kan worden gewaarborgd.
Artikel 40 t/m 42 Dit betreft de slotartikelen, waarmee een juridisch einde wordt gemaakt aan de voorafgaande regelingen en de formele naam is bepaald.
62
Kaartbijlagen De bij dit marktreglement behorende kaartbijlagen kunt u vinden op www.almere.nl/ondernemen/marktbeheer.
63
Meer informatie, bijlagen en aanvraagformulieren gerelateerd aan de weekmarkten van Almere, vindt u op www.almere.nl/ondernemen/marktbeheer
Colofon Dit is een uitgave van Gemeente Almere Dienst Stadsbeheer, Afdeling Vergunning, Toezicht en Handhaving Dit is een weergave van de Marktverordening Almere 2012 en het Marktreglement Almere 2012 zoals vastgesteld door de gemeenteraad en gepubliceerd in het gemeenteblad op 4 februari 2013.
64
Gemeente Almere Postbus 200 1300 AE Almere