Uitkomsten Thema-avond Sociaal Domein Bunnik, 19 maart 2015 1. Vooraf Donderdagavond 19 maart jl. was er op het gemeentehuis van Bunnik een Thema-avond. De avond stond in het teken van de voorbereidingen van de lokale Beleidsagenda Sociaal Domein 2015-2018. De avond was informeel, informerend en oriënterend van karakter. Behalve ambtenaren waren aanwezig: leden van de gemeenteraad, van de Wmo-raad, van de (voormalig) Expertgroep Sociaal Domein en de verantwoordelijk wethouder. In totaal waren zo’n 35 mensen aanwezig. Het belangrijkste onderdeel van de avond bestond uit het in deelsessies met elkaar van gedachten wisselen over drie richtinggevende thema’s: • Sturen op doelstellingen, resultaten en effecten. • Kennis maken met en doordenken over het Centrum voor Elkaar. • Stimuleren en faciliteren van informele, niet-professionele hulp. Hieronder wordt verslag gedaan de uitkomsten/bevindingen uit elk van de deelsessies. Dit verslag is enerzijds bedoeld als een terugkoppeling aan de deelnemers van de avond en anderzijds als inhoudelijke input voor het vervolgproces. Aan het einde van deze notitie wordt kort aangegeven hoe (voor zover op dit moment bekend) het verdere proces van tot stand brengen van de Beleidsagenda er uit ziet. Voor het verslag is gebruik gemaakt van het ruwe materiaal: de opmerkingen, suggesties en aandachtspunten van de deelnemers, zoals die op flipovers, geeltjes en vragenformulieren is terecht gekomen. Dit betekent wel dat in de opsommingen van aandachtspunten onvermijdelijk sprake is van herhaling, tegenstrijdigheden en onduidelijkheden. 2. Sturen op doelstellingen, resultaten en effecten. Leidende vraag in deze deelsessie was: Het beleid van de gemeente op het sociaal domein is een succes als ……’’ In deze deelsessie konden deelnemers met groene stickertjes (hoge prioriteit) en rode (lagere prioriteit) weegfactoren aangeven. Op die punten waar deelnemers die stickers in betekenende mate hebben geplakt, wordt dat hieronder aangegeven. • • • • • • • • • • • • • • •
We weten wie ‘we’ is. Technisch. Sociale en culturele indicatoren (+ ‘norm’) (5 groene stickers). Eenzaamheid ouderen. Zijn minder inwoners eenzaam ? Monitoren of interne afspraken worden gevolgd Doen we de goede dingen en doen we die goed ? Wordt er daadwerkelijk bezuinigd t.o.v. voorgaande jaren ? Kijk over je eigen schaduw heen. Hoe monitoren. Mix in alle eenvoud: cijfers, ervaringen, verhalen, klachten, vergelijking met andere gemeenten. Gebruik maken van CvE, Wmo-raad, Sociaal Team, Krachtig Kromme Rijn, coöperaties, huiskamer(s) Kwantitatief: gebruik voorzieningen, wachtlijstgegevens, ontwikkeling cijfers leden. Kwalitatief: klanttevredenheid Maatschappelijke effecten komen niet alleen door gemeentelijk beleid. Niet te veel verschillende monitors. Beperk je bij monitoren Meten is weten (9 rode stickers) Budget monitor per thema. Kosten omhoog of kosten gedaald ? Contactmonitor CvE. RIVM-monitor Medisch: medicatie-analyse apotheek.
• • •
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Initiatieven: aantal burgerinitiatieven, succes daarvan, hoeveel inwoners geholpen, zelf aanwezig zijn in bunnikse maatschappij; je oor daar te luister leggen en zelf ervaren (10 groene stickers) Hoe worden stakeholders aan elkaar gekoppeld en is daar zeggenschap in.(4 rode stickers) Toegang: aantal keukentafelgesprekken, zijn de voorzieningen effectief in het vervullen van behoeften, kan de hulpvraag steeds gehonoreerd worden in technische zin, sluit behoefte aan bij aanbod, vallen er inwoners met zorgbehoefte buiten het aanbod; is er voor iedereen een oplossing (8 groene stickers) , wachttijden, aantal (her)indicaties (onjuiste indicaties) Aantal klachten en bezwaarprocedures Inzet van gemeente moet transparant zijn Teveel monitor is overkill, kostbaar en niet doeltreffend Bestaan er verschillen in de drie dorpskernen binnen de gemeente (14 rode stickers) Burger/cliënt-contact: heeft de burger centraal gestaan (5 groene en vier rode stickers), tellen en vertellen (vraag naar ervaringen van mensen) Meet of burgers na verloop van tijd inderdaad hun problemen kwijt zijn/opgelost is. Effectiviteit van interventies van CvE. Doelgroepen: cijfers bekend over aantallen eenzame mensen ? (en wat gaan we hieraan doen ?) Helpt de gemeente organisaties van senioren met huisvesting ? (5 rode en 1 groene sticker) Helpt de gemeente ouderen om langer vitaal te zijn, bijv. cursus valpreventie ? Hoeveel burgers zijn er met beginnende dementie ? Hoe worden/zijn zij begeleid en hoe Gaan alle kinderen/jongeren naar school ? Zij er thuiszittende,. Leerplichtige kinderen en wat doet de gemeente daaraan ? Aantal gezinnen met tweeverdieners en kleine kinderen < 4j. tellen, Vragen inventariseren Doelgroep: ouders met jonge kinderen; starten van ouderkoffie-ochtend heeft dat de kwaliteit van leven bevorderd ? Extra aandacht voort de kwetsbaren door hen ook zelf te benaderen i.p.v. alleen de hulpverleners en omgeving Hoe toegankelijk is het zorgaanbod en is dat voor elke doelgroep zo ? Stel iedere inwoner die is geholpen na 6 maanden één vraag: ‘Bent u goed op weg geholpen ?’ (of zoiets). Welbevinden: geen aanbod monitoring maar op uitkomst kwetsbare inwoners. Welbevinden is vergroot Mensen ervaren eigen regie bij ontvangen van ondersteuning. Sociaal netwerk is versterkt Uitgaan van ‘positieve gezondheid’ = regie + aanpassen aan lichamelijke, geestelijke en emotionele uitdagingen die het leven stelt Kunnen alle kinderen en jongeren sporten en wat doet de gemeenschap resp. het Jeugdsportfonds ? Helpt de sport om langer gezond te blijven ? In hoeverre draagt de sport bij aan preventie: jeugd, gezondheid, fit ouder worden
3. Kennis maken met en doordenken over het Centrum voor Elkaar In deze deelsessie ging het om de overkoepelende vraag ‘Hoe zouden we het Centrum voor Elkaar zich op termijn het liefst zien ontwikkelen, wat zijn daarbij belangrijke aandachtspunten ? Wat zijn de transformatiekansen voor het CvE ?’’ In deze deelsessie werd steeds eerste kort geïnventariseerd welke punten er leefden in de groep en konden de deelnemers vervolgens, door zich fysiek te bewegen in de ruimte, duidelijk maken hoe zij stonden ten opzichte van de stellingname van anderen. • • • •
Naamsbekendheid bij de inwoners vergroten. Naar buiten toe duidelijker maken wat het CvE te bieden heeft. Informatiepunt voor verschillende terreinen. Laagdrempelig, dicht bij huis (in alle kernen)
• • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Geen wachtlijst, direct hulp Gehoord worden. Goede deskundigheid. Meerdere disciplines aan tafel. Snelle indicaties Leren van casussen Besparing Eigen kracht van inwoners ontwikkelen Zelfredzaamheid stimuleren Mobiel team, rijdend Samen werken op gelijke voet Weg met generatiekloof Hulpbank Snelle match Ongelijkheid toepassen Maatwerk Durf ‘nee’ te zeggen Verbindingscentrum Pro-activiteit en eigenaarschap
4. Stimuleren en faciliteren van informele, niet-professionele hulp. De centrale vraag waar het in deze deelsessie over ging was ‘Wat moet de gemeente doen (of laten) om te bevorderen dat inwoners elkaar meer helpen en ondersteunen ?’ Bij dit thema kwamen vier aspecten n.a.v. deelvragen apart aan de orde: subsidies, vrijwilligerswerk, lokale initiatieven, oud worden in Bunnik. 4.1 Subsidies Deelvraag: ‘Moet het subsidiebeleid van de gemeente gericht zijn op ondersteuning van laagdrempelige toegang of op versterking en samenwerking van initiatieven ?’ (meeste post its op ‘versterking en samenwerking’; ook veel aangegeven varianten op: ‘het een doen en het ander niet laten’) ) • Gemeente dient laagdrempelige toegang tot algemene voorzieningen te subsidiëren en te ondersteunen, bijv. jongerenwerk, ouderenactiviteiten, bibliotheek, buurthuis met eigentijdse titel. • Durft de gemeente te experimenteren met basisinkomen, dan zijn toeslagen/kortingen niet meer nodig. • Herziening van subsidiebeleid, zodat nieuwe initiatieven ook in aanmerking kunnen komen. • Coach begeleidt tegelijkertijd de mensen om te achterhalen waar de dilemma’s dan wel keuzes liggen. • Ondergrens: ik vind dat kinderen/jongeren moeten kunnen deelnemen aan sport en cultuur. • Inkomensafhankelijk; alleen de arme mensen ondersteunen • Subsidie is middel, geen doel. Verstrek subsidie aan initiatieven die bijdragen aan de gekozen doelen. • Subsidie is niet gratis. • Alleen als het werkelijk helpt. Meerwaarde moet aantoonbaar zijn. • Vragers moeten gestimuleerd worden om toe te groeien naar maximale financiële eigen verantwoordelijkheid • Stimuleren dat organisaties en verenigingen samenwerken. • Kans om oude beleid te vernieuwen. • Subsidies moeten vooral gericht zijn op de invulling van waarden die we belangrijk vinden maar als gemeente niet zelf doen.
• •
Laagdrempelig om inwoners te stimuleren zelf met plannen te komen en ze niet af te schikken om zoiets te doen Subsidie voor wijken, buurten, dorpen. Laten die beslissen waar het naar toe gaat.
4.2 Vrijwilligerswerk Deelvraag: ‘Vrijwilligerswerk zou verplicht moeten worden voor iedereen. Waarom ?‘. • Ja leert mensen elkaar te helpen zonder tegenprestatie • Zeker niet verplichten; wel actief vrijwilligers werven en belonen, aantrekkelijk maken, organiseren van gezellige bijeenkomsten, verstreken van vrijwilligersnetwerk etc . • Wel stimuleren, uitventen hoe vrijwilligerswerk je sterker kan maken. Successtories. • Niet verplichten; werkt averechts, laat de positieve kanten zien, benadruk deze • Tijdelijke maatschappelijke stage voor (langdurig) werkzoekende • Vrijwilligerswerk werkt alleen als men gemotiveerd is. • Geen dwang, hoogstens drang. • Iedereen zou zich wel in gepaste mate geroepen moeten voelen • Vrijwilligerswerk komt te vaak op dezelfde mensen neer. Verenigingen kunnen stimuleren om vrijwilligerswerk te doen. Gemeente moet dit niet doen. • Risico: onverschilligheid breekt kern van vrijwilligerswerk af. 4.3 Lokale initiatieven Deelvraag: ‘De gemeente moet leidend zijn als het gaat om het organiseren van lokale initiatieven. Waarom ?’ • Ja, waarom niet ? • Stimulerende en faciliterende rol gemeente; snel oppakken, een trage reactie werkt ontmoedigend. Niet leidend wel ondersteunend. • Als gemeente even afwachten. Uitnodigen. Uitdagen. Open staan. • Initiatief door gemeente kan leiden tot passiviteit. Initiatieven juist door inwoners. • Gemeente alleen leidend bij uitzondering. • Rol gemeente: ondersteunen eigen kracht van initiatiefnemers. • Alleen gemeentelijke rol als het noodzakelijk is voor het realiseren van een publieke taak die niet anders vervuld kan worden. • Gemeente kan zelf organiseren als blijkt dat ‘zetje in de rug’ nodig is. Indien goed verlopend kan het misschien ‘zelfvoorzienend’ worden. • Moet vanuit behoefte van inwoners komen. Gemeente pas leidende rol als een lokaal initiatief met grote problemen kampt. • Gemeente werkt mee op basis van vragen van inwoners. 4.4 Oud worden in Bunnik Deelvraag: ‘Hoe gaan wij oud worden in Bunnik. Wat is daarvoor nodig ? ‘ • Gezond en sociaal ouder worden: netwerk, omzien naar elkaar, bewegingscontinuïteit. Promoten vanaf begin, dus niet pas als inwoners ouder worden. • Zolang mogelijk thuis. Aanpassing woning zonder regelgeving. • Versterken wijkinitiatieven: koffieochtenden, moestuintjes etc. • Actief blijven; rol voor huiskamer van Odijk. • Elke kern een laagdrempelig ontmoetingscentrum • Rol gemeente: voorzieningen laagdrempelig/financieel toegankelijk maken; activiteiten bevorderen en eenzaamheid tegengaan. • Inzetten op positieve gezondheid. • Maatwerk leveren = ongelijkheid toestaan. Oplossingen die passen bij de persoon = per definitie ongelijk. De regel is niet 100 %-leidend, bij schijnende gevallen ook uitzonderingsmogelijkheden • Al vroeg over nadenken: bouwen, groepswoningen, wijken, nu al de sterke organisaties voor ouderen opbouwen.
• • • •
Een levensloopbestendig dorp Mensen jong houden door ze te betrekken bij betekenisvolle activiteiten en dit binnen netwerken vorm geven. Aandacht voor ouderen met beginnende dementie. Bunnik dient groene gemeente te blijven.
5. Vervolgproces Aan het einde van de thema-avond bedankt wethouder Eijbersen alle deelnemers van harte. Hij schetst kort het proces dat nu volgt om in het najaar tot vaststelling van de Beleidsagenda in de Gemeenteraad te komen. Het eerstvolgende relevante moment is het bespreken van een discussienota in de Gemeenteraad. Hiervoor wordt gemikt op 21-5 Open Huis. De uitkomsten van vanavond zullen daar zoveel mogelijk bij worden betrokken. Via de griffie is vernomen dat de Gemeenteraad van plan is binnenkort een avond te organiseren waarop clubs en verenigingen in het sociaal domein zich aan de Raad kunnen presenteren. Op verschillende onderwerpen zullen daarnaast in de verdere voorbereidingen op de Beleidsagenda inhoudelijke slagen moeten worden gemaakt, waarbij zeker ook gelegenheid wordt gecreëerd voor inbreng van inwoners en lokale, maatschappelijke participanten. De Gemeente wil het komende jaar vaker ‘naar buiten en in gesprek’ ten behoeve van de beleidsagenda. Over de precieze vorm waarin en momenten waarop beraadt de gemeente zich nog. ---------------------------------------------------