Vierde raadsrapportage Sociaal Domein 2015
Vierde Raadsrapportage Sociaal Domein 2015 Versie 1.2. Datum: 2 februari 2016
pagina 1 van 30
Inhoud 1 Inleiding......................................................................................................................................................... 4 2 Stand van zaken ten aanzien van de transformatie ................................................................................. 4 2.1 Toegang ................................................................................................................................................ 5 2.2
Inkoop .................................................................................................................................................. 6
2.3
Innovatie van het aanbod .................................................................................................................. 6
2.4
Kwaliteit ............................................................................................................................................... 7
3 Financiële situatie ......................................................................................................................................... 7 3.1 Getrouwheid en rechtmatigheid jaarrekening 2015 ....................................................................... 7 3.2
Bovenregionale risicodeling .............................................................................................................. 9
3.3
Toelichting financiële prognose ........................................................................................................ 9
4 Individuele voorzieningen ........................................................................................................................ 11 4.1 Bestuurlijk aanbesteden ................................................................................................................... 11 4.2
Ouderbijdrage jeugd ........................................................................................................................ 11
4.3
Kwantitatieve gegevens jeugd ........................................................................................................ 11 4.3.1
Aantal beschikkingen jeugd ........................................................................................................ 11
4.3.2
Samen Veilig Midden Nederland............................................................................................... 12
4.3.3
Financiële prognose Jeugd .......................................................................................................... 14
4.4
Toelichting op de gegevens over Wmo ........................................................................................ 15
4.5
Kwantitatieve gegevens Wmo ........................................................................................................ 16 4.5.1
Aantal beschikkingen Wmo ........................................................................................................ 16
4.5.2
Financiële prognose Wmo ........................................................................................................... 17
4.6
Werk en inkomen.............................................................................................................................. 18
4.7
Kwantitatieve gegevens Werk en inkomen................................................................................... 19
4.8
Passend onderwijs ............................................................................................................................ 20
5 Toegang ....................................................................................................................................................... 21 5.1 Sociale Dorpsteams........................................................................................................................... 21 5.2
Communicatie ................................................................................................................................... 21
5.3
Aantal voorzieningen ....................................................................................................................... 22
5.4
Klachten/bezwaren ........................................................................................................................... 23
5.5
Privacy ................................................................................................................................................ 23
6
Algemene voorzieningen .......................................................................................................................... 25
Vierde Raadsrapportage Sociaal Domein 2015 Versie 1.2. Datum: 2 februari 2016
pagina 2 van 30
6.1
Dorpsgericht Werken ....................................................................................................................... 25
6.2
Vraag en aanbod vrijwilligersactiviteiten ..................................................................................... 26
6.3
Sport en preventie ............................................................................................................................. 27
7 Monitoring en verantwoording................................................................................................................ 27 7.1 Inrichting van werkprocessen. ........................................................................................................ 27 7.2
Administratieve organisatie ............................................................................................................ 28
7.3
Ervaringen cliënten........................................................................................................................... 29
7.4
Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein ........................................................................................ 29
8 9 10
Regionale samenwerking .......................................................................................................................... 29 Rapportages in 2016 ................................................................................................................................... 30 Bijlagen ................................................................................................................................................... 30
Vierde Raadsrapportage Sociaal Domein 2015 Versie 1.2. Datum: 2 februari 2016
pagina 3 van 30
1
Inleiding
Voor u ligt de vierde rapportage over het eerste jaar van de transformatie in het sociale domein. Het jaar 2015 was vooral een overgangsjaar, waarin we de basis hebben gelegd voor de transformatie. Het jaar 2016 zal in het teken staan van verdere transformatie en innovatie. Het algemene beeld is dat we goed op weg zijn. De beleidsuitgangspunten die de raad in 2014 vaststelden, gaven een goed houvast. De basis die we in 2015 beoogden, staat er. Met onze integrale aanpak was de start ambitieus, maar hebben we na een jaar een voorsprong op veel gemeenten. Wij zijn immers al gestart met integraal werken binnen onze Sociale Dorpsteams. In deze rapportage ligt het accent op het vierde kwartaal. Vooruitlopend op het jaarverslag van de gemeente, geven we alvast een stand van zaken van waar we eind 2015 staan, zowel inhoudelijk als cijfermatig. In eerdere rapportages hebben wij al gemeld dat het verkrijgen van inzicht in de aard en omvang van de geleverde zorg uitermate complex is. Dit is een landelijk probleem en in nauw overleg met de accountant doen wij er alles aan om dit inzicht wel te krijgen. Wij gaven al eerder een waarschuwing af dat wij niet kunnen uitsluiten dat de jaarrekening 2015 op de onderdelen rechtmatigheid en getrouwheid mogelijk geen volledige goedkeuring krijgt van de accountant. Waarschijnlijk zal de accountant zijn oordeel onthouden over het Sociaal Domein, maar we streven er naar dat voor alle andere domeinen wel een oordeel over de getrouwheid en rechtmatigheid wordt gevormd.
2
Stand van zaken ten aanzien van de transformatie
We werken bij aan de transformatie vanuit het model van de piramide van eigen kracht. We vertaalden deze in de volgende werktermen: -
Betere preventie Minder zorgen, meer stimuleren Meer maatwerk Meer integraliteit Minder escalatie naar eerstelijns en tweedelijns zorg en ondersteuning Meer sturen op effectiviteit en efficiency
Vierde Raadsrapportage Sociaal Domein 2015 Versie 1.2. Datum: 2 februari 2016
pagina 4 van 30
We sturen hierop via het programma Transformatie van het sociale domein, dat is opgebouwd uit vier projecten: 1. Toegang: Waar kan inwoner in de toekomst terecht met zijn ondersteuningsvraag? Hoe richten we de ondersteuning integraal in? 2. Innovatie van het aanbod: Hoe vernieuwen we de ondersteuning? 3. Inkoop: Hoe kopen we in en bekostigen we? 4. Kwaliteit: Hoe borgen wij de resultaten en de kwaliteit van de ondersteuning?
We gaan bij elk project in op de innovatie die we eind 2015 bereikt hebben. 2.1
Toegang
Per 1 januari 2015 zijn in onze gemeente vijf Sociale Dorpsteams werkzaam. De teams werken domeinbreed en integraal. Ze zoeken in samenspraak met de cliënt / het gezin (en zijn begeleiders) oplossingen voor hun vragen om ondersteuning, in een combinatie van informele en formele zorg. Wat betreft formele zorg kunnen gezinnen kiezen voor zorg in natura of een persoonsgebonden budget. Uitgangspunt in 2015 was continuïteit van zorg bieden aan onze inwoners. De professionals in de sociale dorpsteams hebben een grote inspanning verricht om dat te bewerkstelligen. We kunnen constateren dat ze in hun opdracht geslaagd zijn. Het algemene beeld is dat onze inwoners in 2015 adequate hulp en ondersteuning hebben gekregen. Dat wil niet zeggen dat de inwoners niets van de transities gemerkt hebben. De transformatie is er ook op gericht dat inwoners minder een financieel beroep te doen op de overheid, wat vertaald is in een bezuinigingsopgave. Dat legde druk op de keukentafelgesprekken, die verder gingen dan kennis maken met de nieuwe cliënten en de huidige zorg continueren. Het sterkst was dit voelbaar in de herindicatiegesprekken voor de huishoudelijke hulp, waar een forse bezuiniging moest worden doorgevoerd. Daarnaast hadden onze inwoners veel problemen rondom de uitbetaling van persoonsgebonden budgetten (pgb’s) door de Sociale Verzekeringsbank. Dit lag buiten onze macht, we konden onze inwoners alleen zo goed mogelijk bijstaan in hun problemen. Dit kostte de sociale dorpsteams veel capaciteit. In 2015 was de werkwijze nog niet volledig integraal. In het werkveld werk en inkomen liepen eind 2015 nog pilots op het gebied van werk en schuldhulpverlening. Dit wordt in 2016 doorontwikkeld.
Vierde Raadsrapportage Sociaal Domein 2015 Versie 1.2. Datum: 2 februari 2016
pagina 5 van 30
De uitgebreide evaluatie van de sociale dorpsteams wordt in het eerste kwartaal van 2016 separaat aangeboden aan de raad.
2.2
Inkoop
In 2014 is besloten om voor de inkoop van de nieuwe hulp en ondersteuning regionaal samen te werken en ook het contractmanagement regionaal in te vullen. De regio heeft daarbij gekozen voor de methodiek van bestuurlijk aanbesteden. Die methode biedt maximale zorgcontinuïteit, doordat alle aanbieders die aan de kwaliteitseisen voldoen een contract kunnen krijgen met onze gemeente(n). Verder bevordert deze methodiek innovatie: door de grote keuzevrijheid voor cliënten staat de vraag centraal en niet het aanbod. De contracten die zijn afgesloten, zijn langjarig. Aanbieders kunnen gedurende het hele jaar inen uitstappen. Gemeenten, Wmo-raden, cliëntenorganisaties en aanbieder zijn in deze werkwijze in zorgtafels permanent met elkaar in gesprek over de invulling van de ondersteuning. Bij de contractering voor 2016 hebben we een volgende stap gemaakt in de innovatie van het aanbod. We hebben het contractmanagement regionaal belegd. Het is lokaal zaak om signalen van inwoners en uit de toegang door te geleiden naar de contractmanager. In het vierde kwartaal hebben we dit lokaal beter georganiseerd via afspraken tussen de lokale contractmanager, de teamleiders van de sociale dorpsteams en de huisartsen.
2.3
Innovatie van het aanbod
De basis voor innovatie van het aanbod ligt in goede informatie van de sociale dorpsteams (en de huisartsen) over de vraag naar ondersteuning. We hebben eind 2015 in de regionale stuurgroep samen met vertegenwoordigers van de Wmoraden en cliëntenorganisaties geconstateerd dat het accent in 2015 nog te veel lag op technische zaken en de innovatie nog onvoldoende tot stand is gekomen. Er zijn afspraken gemaakt over verbetering. Eind 2015 is een regionale werkgroep kwaliteit gestart, die de opdracht heeft om innovatie aan te jagen.
Vierde Raadsrapportage Sociaal Domein 2015 Versie 1.2. Datum: 2 februari 2016
pagina 6 van 30
2.4
Kwaliteit
Naast de regionale acties, die we op het gebied van kwaliteit hebben ondernomen, hebben we ook lokaal geïnvesteerd in kwaliteit. Zo hebben we in 2015 veel aandacht en tijd besteed aan deskundigheidsbevordering en training van de consulenten in de sociale dorpsteams. In het vierde kwartaal startten de controller in het sociale domein en de nieuwe projectleider Monitoring. Daarnaast is de werving gestart voor een kwaliteitsmedewerker, ter ondersteuning van de kwaliteit van de processen en de beschikkingen door de sociale dorpsteams.
3
Financiële situatie
3.1
Getrouwheid en rechtmatigheid jaarrekening 2015
Zoals in de algemene inleiding al is beschreven, lag de nadruk in 2015 op het continueren van de noodzakelijke zorg en het garanderen van levering daarvan door de zorgaanbieders, deels via bevoorschotting. In alle beleidsdocumenten die u heeft vastgesteld is dit het belangrijkste uitgangspunt geweest. Deze keuze was noodzakelijk omdat de decentralisatie van Rijk naar gemeenten per 1 januari 2015 met zoveel onduidelijkheden gepaard ging dat we feitelijk niet wisten wat we konden en moesten verwachten. Het gevolg was dat er in 2015 minder aandacht kon zijn voor de inrichting van de administratieve organisatie. We merken daarbij op dat dit niet alleen voor onze gemeente het geval is, maar dat dit geldt voor alle gemeente in Nederland. Wij verwijzen hierbij naar de onlangs verschenen publicatie van de VNG van 21 december 2015 en naar publicaties in landelijke dagbladen en de website van NBA accountants over dit onderwerp. De mindere aandacht voor de inrichting van de administratieve organisatie was ook het gevolg van de 1e prognoses die voor onze gemeente, met name op het onderdeel Jeugdzorg, forse tekorten lieten zien. In 2015 moesten wij, gezamenlijk met onze partners in de regio, dan ook vooral inzetten op het opheffen van deze tekorten. Hoewel er nog veel onzekerheden zijn met betrekking tot de financiële eindafrekening van de transities durven wij, op basis van de financiële overzichten die wij verderop in deze rapportage presenteren, zij het voorzichtig te stellen dat we daarin zijn geslaagd.
Vierde Raadsrapportage Sociaal Domein 2015 Versie 1.2. Datum: 2 februari 2016
pagina 7 van 30
In de 3e rapportage zagen wij ons genoodzaakt u te moeten melden dat wij er ernstig rekening mee houden dat voor 2015 door de accountant geen goedkeurende verklaring op de onderdelen getrouwheid en rechtmatigheid kan worden afgegeven. De afgelopen periode hebben wij gebruikt om meer inzicht te krijgen in de actuele situatie en dit versterkt alleen maar ons eerdere beeld dat het zeer onwaarschijnlijk is dat wij voor 2015 een goedkeurende verklaring op de genoemde onderdelen kunnen realiseren. Ons eerdere beeld wordt met name versterkt door het feit dat:
Zorgaanbieders uitsluitend verantwoording kunnen afleggen op een hoger abstractieniveau dan door ons wordt gevraagd. In het verleden was er onder andere bij de jeugdhulp sprake van een subsidierelatie en werden minder stringente eisen gesteld aan de wijze van verantwoording. Bovendien verantwoordden zij op een bovenregionaal niveau en niet per gemeente.
Per 1 januari 2016 een nieuwe landelijke standaard is ingevoerd in het berichtenverkeer (Berichtenstandaard 2.0). Alle, ook de nog niet ingediende declaraties over het jaar 2015, moeten vanaf 1 januari 2016 ingediend worden op basis van deze gewijzigde standaard. Deze standaard maakt veelal geen onderdeel uit van de systemen van de zorgaanbieders en daardoor wordt het proces van declareren, dat al niet soepel verliep, nog verder vertraagd.
Dat het proces van declareren niet soepel verliep hebben wij ook al eerder aan u gemeld en de oorzaken zijn naar ons idee meervoudig: 1. De complexiteit van de nieuwe wet- en regelgeving. 2. De regionale afspraak om in de aanloopperiode zorgaanbieders in de jeugdhulp te bevoorschotten, zodat de levering van zorg en het bestaan van de zorgaanbieders niet in gevaar zouden komen. Dit leidde er mede toe dat bij zorgaanbieders minder noodzaak aanwezig was om regelmatig te declareren. In het najaar van 2015 hebben wij besloten geen voorschotten meer te verstrekken. 3. De inspanning die het aanbieders kostte om hun administratie in te richten op het communiceren met de backoffices van de gemeentes waaraan ze zorg leveren. De zorgaanbieders moeten op basis van de contractuele afspraken vóór 15 maart 2016 een definitieve afrekening inleveren, voorzien van een goedkeurende accountantsverklaring. Om de continuïteit van zorg te garanderen hebben we afgesproken in 2015 ruimhartig te bevoorschotten. Daarom verwachten wij het gehele jaar 2016 nodig te hebben om de omvang van Vierde Raadsrapportage Sociaal Domein 2015 Versie 1.2. Datum: 2 februari 2016
pagina 8 van 30
de verstrekte voorschotten te beoordelen in relatie tot de geleverde zorg door de zorgaanbieders. Dit geldt overwegend voor de aanbieders op het terrein van jeugdhulp. Uiterlijk bij de jaarrekening 2016 verwachten wij u daarover definitief te kunnen informeren. Hoewel de kans op een goedkeurende accountantsverklaring naar ons idee dus zeer klein is, hebben wij het initiatief genomen om in overleg met onze regiopartners en onze accountants gezamenlijk de scenario’s te onderzoeken bij het uitblijven van een goedkeurende verklaring. Met de provincie hebben wij, mede namens onze regiopartners, contact opgenomen over de mogelijke gevolgen van een niet goedkeurende verklaring. Onze inzet was daarbij vooral gericht op het maken van eenduidige afspraken over de wijze waarop de provincie de jaarrekeningen van de individuele gemeenten op het onderdeel sociaal domein beoordeelt. De provincie heeft gemeld dat het ontbreken van een goedkeurende verklaring op dit onderdeel geen consequenties heeft en daarin geen reden ziet om een ander toezichtsregime te laten gelden. Uiteraard blijven de overige criteria (materieel evenwicht etc.) voor het bepalen van de aard van het toezicht wel gewoon van toepassing.
3.2
Bovenregionale risicodeling
Medio 2015 werden de eerste realisatiecijfers bekend over de realisatie van de cluster 1 jeugdhulp. Daarbij werd duidelijk dat het verschil tussen budget en uitgaven dat geraamd was voor onze gemeenten, geen papieren verschil was, maar realiteit. Dat leidde tot intensief overleg, enerzijds met het ministerie over de ontoereikendheid van het verdeelmodel, en anderzijds met de regio’s in de provincie. Nadat de Staatssecretaris in november voor 2016 een kasschuif toezegde van 4,8 miljoen voor onze regio, is over het resterende risico alsnog ook voor 2016 besloten tot een vorm van risicoverevening met de overige regio’s in de provincie Utrecht. Vervolgens is binnen de regio Zuidoost Utrecht het gesprek opgestart over risicoverevening voor de jaren 2015 en 2016. We verwachten dat 2016 het laatste jaar is dat bovenregionale risicodeling aan de orde is. In de regio is afgesproken dat zodra bekend is welk besluit de Staatssecretaris structureel neemt over de financiering van de cluster 1 jeugdhulp, een besluit wordt voorbereid over al dan niet delen van risico’s in de jaren vanaf 2017.
3.3
Toelichting financiële prognose
Hieronder wordt voor zowel voor de Jeugdhulp als voor de Wmo een financiële prognose gegeven over 2015. Deze prognoses laten op dit moment een positief financieel resultaat zien, Vierde Raadsrapportage Sociaal Domein 2015 Versie 1.2. Datum: 2 februari 2016
pagina 9 van 30
maar we willen hier toch nog een voorbehoud bij uitspreken. Wij willen de volgende kanttekeningen plaatsen: -
Een substantieel deel van de zorg is (nog) niet gefactureerd.
-
De bestanden met overgangscliënten zijn vervuild en niet compleet. We hebben nog steeds te maken met cliënten, die pas recent bij ons bekend zijn geworden. Het betreft bijvoorbeeld cliënten die door huisartsen naar zorg zijn verwezen.
-
Wij hebben het woonplaatsbeginsel bij cliënten uitgezocht. Het is bekend dat niet alle gemeenten het woonplaatsbeginsel hebben toegepast. Dit brengt het risico met zich mee dat we alsnog nieuwe cliënten toegewezen krijgen.
Het positieve resultaat voor Jeugdhulp bevat nog veel onzekere factoren. Voor de Jeugdhulp geldt dat: -
De cijfers voor de regionale Jeugdhulp zijn geprognotiseerd op basis van een uitvraag van gegevens, nog niet op basis van facturen. Pas als we alle facturen hebben, kunnen we, in ontbrekende gevallen, de woonplaatscheck toepassen.
-
Er is nog een besluit in voorbereiding over risicoverevening binnen onze regio dat effect kan hebben op de onderlinge verdeling. We hebben hiervoor al een bedrag in de prognose opgenomen.
-
Doordat Jeugdhulp in veel gevallen niet wordt toegewezen via de Sociale dorpsteams, maar via erkende verwijzers als huisartsen, jeugdartsen en medisch specialisten en gecertificeerde instellen, hebben we geen zekerheid of alle cliënten bij ons in beeld zijn. Hierover vinden ook gesprekken met de huisartsen plaats. Het zal pas duidelijk zijn of alle cliënten in beeld zijn als alle zorg is gefactureerd.
Het positieve resultaat voor de Wmo (voorheen Awbz) is aanzienlijk, terwijl wij bij alle overgangscliënten voor 2015 de zorg hebben gecontinueerd. Bovendien geldt dat: -
Sommige cliënten een voorziening nodig hebben die niet onder de Wmo valt, maar onder de Wet langdurige zorg (Wlz). Wellicht heeft dit op termijn opnieuw een extra korting in de rijksbijdrage tot gevolg. Ook zijn er in de bestanden cliënten die wel een indicatie hebben maar die deze indicatie niet (meer) verzilveren. Ook zijn sommige cliënten verhuisd of overleden.
-
De inkomsten aan eigen bijdragen via het CAK een onzekere factor vormen. De verwachting is dat het achterblijven van declaraties door zorgaanbieders ook inhoudt dat
Vierde Raadsrapportage Sociaal Domein 2015 Versie 1.2. Datum: 2 februari 2016
pagina 10 van 30
de zorgaanbieders hun declaraties niet of niet tijdig aan het CAK doorgeven. Daardoor kan het CAK de eigen bijdragen niet innen bij cliënten. -
De rijksbijdrage wordt de komende jaren verminderd, waardoor dit overschot op basis van een meerjarenprognose slechts tijdelijk van aard zal zijn (zie ook hoofdstuk 4.5.2)
4
Individuele voorzieningen
4.1
Bestuurlijk aanbesteden
In 2014 is besloten om voor de inkoop nieuwe hulp en ondersteuning regionaal samen te werken en ook het contractmanagement regionaal in te vullen. De regio heeft daarbij gekozen voor de methodiek van bestuurlijk aanbesteden. Hierop hebben wij in hoofdstuk 2 al een toelichting gegeven.
4.2
Ouderbijdrage jeugd
In de Jeugdwet was opgenomen dat voor zorg met verblijf een ouderbijdrage werd gevraagd, zoals tot 2015 alleen gebruikelijk was in de provinciale jeugdzorg. De raad besloot in het voorjaar van 2015 de inning op te schorten, in afwachting van een besluit van de Staatssecretaris over het continueren van deze bepaling. In het vierde kwartaal kwam het bericht dat de bepaling per 2016 geschrapt wordt. Voor 2015 worden de gemeenten hiervoor niet gecompenseerd. Er is een besluit voorbereid om de ouderbijdrage in 2015 niet te innen en reeds geinde ouderbijdragen terug te betalen (behoudens uitzonderingen op verzoek van de inwoner). We gaan hier uit van maatwerk.
4.3
Kwantitatieve gegevens jeugd
4.3.1
Aantal beschikkingen jeugd
In onderstaande tabel wordt het aantal beschikkingen voor jeugd weergegeven. •
De indeling is gebaseerd op de productindeling per deelovereenkomst. Onder de productgroep begeleiding vallen zowel ambulante zorgvormen als residentiële vormen.
Vierde Raadsrapportage Sociaal Domein 2015 Versie 1.2. Datum: 2 februari 2016
pagina 11 van 30
Hetzelfde geldt voor de deelovereenkomst behandeling. Hieronder valt alle jeugd-GGZ (ambulant en residentieel) en alle (oud-provinciale) jeugd- en opvoedhulp (ambulant en residentieel). •
Ook wanneer de jeugdbeschermer de jeugdige heeft verwezen naar jeugdhulp (een zogenaamde bepaling jeugdhulp), is dit nog niet altijd verwerkt in het systeem als zijnde een beschikking. Dit verklaart bijvoorbeeld waarom er nog geen jeugdzorgplus/gesloten jeugdhulp in bovenstaande tabel voorkomt.
•
De sterke toename van het aantal beschikkingen in het 4e kwartaal wordt verklaard door de herindicaties die in 2015 afgegeven zijn.
Tabel 1. Beschikte Jeugdhulp voorzieningen door Sociale dorpsteams t/m 4e kwartaal 2015 Kwartaal 1
Kwartaal Kwartaal Kwartaal 2 3 4
Totaal
Jeugd PGB Begeleiding Formeel
1
4
12
25
42
Jeugd PGB Begeleiding Informeel
0
3
12
7
22
Jeugd PGB beh/hulp Formeel
0
3
0
0
3
Jeugd PGB beh/hulp Informeel
0
0
0
0
0
Jeugd PGB Verblijf/VPT Formeel
0
1
3
3
7
Jeugd PGB Verblijf/VPT Informeel
0
0
1
1
2
Jeugd Pleegzorg
2
1
3
4
10
Jeugd ZIN begeleiding
9
8
14
18
49
Jeugd ZIN behandeling
39
90
111
143
383
Jeugd Jeugdzorgplus/gedwongen jeugdhulp
0
0
0
Jeugd Landelijke inkoop
1
0
6
1
8
162
202
526
Totaal
4.3.2
52
110
0
0
Samen Veilig Midden Nederland
Samen Veilig Midden-Nederland is in onze regio, de instelling die die kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering uitvoert (de zogenoemde ‘gecertificeerde instelling) . Veilig Thuis Utrecht, het advies- en meldpunt voor huiselijk geweld en kindermishandeling, en de SAVE-teams, jeugdadviesteams, maken onderdeel uit van Samen Veilig Midden-Nederland. Samen Veilig komt in beeld als er zorgen zijn over de veiligheid van een kind. Vierde Raadsrapportage Sociaal Domein 2015 Versie 1.2. Datum: 2 februari 2016
pagina 12 van 30
SVMN geeft per kwartaal een rapportage over de geleverde diensten. Wij hebben op dit moment slechts de beschikking over de cijfers tot en met het derde kwartaal 2015. De cijfers van de Utrechtse Heuvelrug zijn verdeeld over twee tabellen. In tabel 2 staat het aantal diensten die in het betreffende kwartaal aangeboden is. Het aantal begeleiding zonder maatregel en crisissituatie zijn in het derde kwartaal toegenomen. De overige diensten zijn in het derde kwartaal afgenomen, ten opzichte van de eerste twee kwartalen.
Tabel 2. Cijfers Utrechtse Heuvelrug van SVMN kwartaal 1, 2 en 3 – 2015 Product Samen Veilig Midden Aantal Aantal Nederland kwartaal 1 kwartaal 2 Consulteren / Consult SAVE 3 5 Begeleiding zonder maatregel 32 23 Triage 20 16 Crisis/Crisiszaak 12 3 AM(H)K onderzoek/ VT 6 4 onderzoek Save onderzoek 14 25
Aantal Kwartaal 3
Totaal 3 33 11 11
11 88 47 26
2
12
20
59
In tabel 3 staan aantallen over de lopende behandelingen. Tabel 3. Cijfers Utrechtse Heuvelrug van SVMN kwartaal 1, 2 en 3 - 2015 Product Samen Veilig Midden Nederland Aantal kwartaal 1 Machtiging gesloten Jeugdzorg/ Indiceren Jeugdzorg 1 plus (V)OTS / OTS eerste jaar 19 OTS 52 Voogdij 25 Jeugdreclassering traject & begeleiding 8 JR Samenloop ITB-harde kern 1
Aantal kwartaal 2
Aantal Kwartaal 3 1
2
27 50 28 5 2 1
24 45 27 10 1 0
De maatregelen binnen het gedwongen kader (dwang) zijn voor onze gemeente (en de hele regio Utrecht Zuidoost) significant hoger dan vooraf aangegeven. De reden hiervoor is dat er in binnen onze gemeente/regio relatief veel jeugdigen in een instelling verblijven. Daarnaast zijn er meer zaken binnen het preventieve kader (drang) opgevangen. De financiële consequenties hiervan zijn opgenomen in onderstaande prognose.
Vierde Raadsrapportage Sociaal Domein 2015 Versie 1.2. Datum: 2 februari 2016
pagina 13 van 30
4.3.3
Financiële prognose Jeugd
Tabel 4. Financiële prognose jeugd 2015 Onderwerp
Totaal
Realisatie op 31-12-2015
Verplichting
Lasten Aandeel Landelijk Arrangement Save* Jeugdzorg PGB (Boven) regionale afspraken* Solidariteit/ Risicodeling Specifieke expertise dorpsteams* Implementatiekosten Jeugdzorg* Apparaatskosten toegang, inclusief overhead Apparaatskosten uitvoering, inclusief overhead Totaal lasten
400.000 1.170.000 6.450.000 1.000.000 94.000 700.000 534.000 81.000 277.000 457.000 11.163.000
278.000 1.070.000 5.387.000 1.000.000 94.000 0 534.000 81.000 277.000 457.000 9.178.000
122.000 100.000 1.063.000 0 0 700.000 0 0 0 0 1.985.000
Baten Rijksbijdrage* Ouderbijdrage* Totaal baten
11.582.000 0 11.582.000
11.582.000 14.000 11.596.000
0 -/- 14.000 -/- 14.000
Voorlopig resultaat Jeugd
419.000 V
De cijfers in de kolom “Totaal” zijn gebaseerd op de prognoses die wij hebben ontvangen van de zorgaanbieders tot en met het 3e kwartaal en zijn geëxtrapoleerd naar een geheel jaar. De cijfers in de kolom “Realisatie op 31-12-2015” zijn gebaseerd op de bedragen die werkelijk zijn betaald en in de administratie zijn opgenomen. De kosten die aangeduid zijn met een * zijn nagenoeg hard. Voor de overig kosten geldt dat deze gebaseerd zijn op voorschotten waarbij verrekeningen nog mogelijk zijn. De cijfers in de kolom “Verplichting” geeft inzicht in de bedragen die wij op basis van de prognoses nog moeten betalen.
Vierde Raadsrapportage Sociaal Domein 2015 Versie 1.2. Datum: 2 februari 2016
pagina 14 van 30
Tabel 5: Meerjarige prognose Jeugdzorg bij gelijkblijvende realisatiecijfers.
Jaar
2016
2017
2018
2019
Lasten
11.163.000
11.163.000
11.163.000
11.163.000
Baten
8.859.000
7.971.000
7.513.000
7.522.000
Resultaat
2.304.000 N
3.192.000 N
3.650.000 N
3.641.000 N
Voor 2016 heeft de staatsecretaris, evenals in 2015, toegezegd opnieuw een zogenaamde kasschuif toe te passen. De hieruit voorvloeiende extra baten zijn nog niet in bovengenoemde cijfers opgenomen. Vanaf 2017 is toegezegd dat de berekening van de algemene uitkering wordt gecorrigeerd op basis van het werkelijke aanwezige aantal voogdijkinderen. Ook deze toezegging, die voor onze gemeente tot extra inkomsten leidt, is nog niet in deze cijfers opgenomen. Daarnaast hebben wij voor 2016 (boven) regionale afspraken gemaakt over solidariteit/ risicoverevening. In combinatie met de in de begroting opgenomen risicoreservering, € 500.000, verwachten wij dat het tekort voor Jeugdzorg in 2016 beperkt zal zijn Hoewel vanaf 2017 sprake is van een gewijzigde berekening van de algemene uitkering verwachten wij dat er meer nodig is om de gepresenteerd tekorten volledig op te heffen. Vanaf 2016 zetten wij dan ook maximaal in op innovatie om de transformatie vorm te geven. Hiervoor nemen wij vanaf 2016 extra bedragen op in de begroting.
4.4
Toelichting op de gegevens over Wmo
Bij de Wmo begeleiding zien we een sterke toename van het aantal beschikkingen in het 4e kwartaal. Dit wordt verklaard door de administratieve verlenging van de indicaties Begeleiding. Eind 2015 hebben alle cliënten hiervoor een beschikking gehad, zowel voor de Zorg in Natura hulp als voor de Pgb’s. Vanwege het gewijzigde beleid hebben we in de eerste twee kwartalen alle cliënten bezocht die huishoudelijke hulp hadden. Er zijn allemaal nieuwe beschikkingen afgegeven, wat het hoge aantal beschikkingen in de eerste helft van 2015 voor huishoudelijke hulp verklaard. Vierde Raadsrapportage Sociaal Domein 2015 Versie 1.2. Datum: 2 februari 2016
pagina 15 van 30
Zoals in eerder rapportages gemeld zijn er vele bezwaren binnen gekomen op deze beschikkingen. Tot nu toe zijn er naar aanleiding van de beslissingen op bezwaar twee beroepszaken bij de rechtbank aanhangig gemaakt. Van één zaak is onlangs een zitting geweest in verband met de aanvraag om een voorlopige voorziening. Hier is nog geen uitspraak door de rechtbank op gedaan. Een toelichting op het overschot van de nieuwe Wmo gelden, hebben wij in hoofdstuk 3.2. gegeven. De financiële prognose van de “oude” Wmo nemen wij mee in het voorstel over de Huishoudelijke Hulp dat wij u binnenkort aan zullen bieden. 4.5
Kwantitatieve gegevens Wmo
4.5.1
Aantal beschikkingen Wmo
Tabel 6. Beschikte WMO voorzieningen door Sociale Dorpsteam t/m 4e kwartaal 2015 Kwartaal 1 Huishoudelijke hulp (via pgb)
Kwartaal Kwartaal Kwartaal 2 3 4
Totaal
44
51
73
27
195
522
344
85
81
1032
Rollen
36
43
36
36
151
Urgenties/Gehandicapten Parkeerkaart
51
55
50
51
207
Vervoer
44
55
57
50
206
6
9
9
23
47
Begeleiding (via zorg in natura)
74
172
127
261
634
Wonen
34
37
25
27
123
Totaal
811
766
462
556
2595
Huishoudelijke hulp (via zorg in natura)
Begeleiding (via pgb)
Vierde Raadsrapportage Sociaal Domein 2015 Versie 1.2. Datum: 2 februari 2016
pagina 16 van 30
4.5.2
Financiële prognose Wmo1
Tabel 7. Financiële prognose Wmo 2015 Onderwerp
Totaal
Lasten Begeleiding en Dagbesteding PGB’s Sociale Verzekeringsbank WTcg/ CER* Mantelzorg* Cliëntondersteuning Mee* Specifieke expertise dorpsteams* Herindicaties Wmo* Innovatie Wmo* Implementatiekosten nieuwe Wmo* Apparaatskosten toegang, inclusief overhead Apparaatskosten uitvoering, inclusief overhead Totaal lasten
3.200.000 890.000 29.000 51.000 318.000 302.000 20.000 17.000 126.000 277.000 457.000 5.687.000
2.933.000 877.000 29.000 31.000 318.000 182.000 20.000 17.000 126.000 277.000 457.000 5.267.000
267.000 13.000 0 20.000 0 120.000 0 0 0 0 0 420.000
Baten Rijksbijdrage* Ouderbijdrage* Bijdrage Beschermd Wonen*
6.921.000 150.000 293.000
6.921.000 0 116.000
0 150.000 177.000
Realisatie op 31-12-2015
Verplichting
Totaal baten 7.364.000 Voorlopig resultaat Wmo
1.677.000 V
De cijfers in de kolom “Totaal” zijn gebaseerd op de prognoses die wij hebben ontvangen van de zorgaanbieders tot en met het 3e kwartaal en zijn geëxtrapoleerd naar een geheel jaar. De cijfers in de kolom “Realisatie op 31-12-2015” zijn gebaseerd op de bedragen die werkelijk zijn betaald en in de administratie zijn opgenomen. De kosten die aangeduid zijn met een * zijn nagenoeg hard. Voor de overig kosten geldt dat deze gebaseerd zijn op voorschotten waarbij verrekeningen nog mogelijk zijn. De cijfers in de kolom “Verplichting” geeft inzicht in de bedragen die wij op basis van de prognoses nog moeten betalen. 1
Waar hier over de Wmo wordt gesproken, gaat het over de nieuwe Wmo-gelden (voorheen Awbz) uit programma 13, tenzij anders vermeld.
Vierde Raadsrapportage Sociaal Domein 2015 Versie 1.2. Datum: 2 februari 2016
pagina 17 van 30
Tabel 8 Meerjarige prognose Wmo bij gelijkblijvende realisatiecijfers
Jaar
2016
2017
2018
2019
Lasten
5.687.000
5.687.000
5.687.000
5.687.000
Baten
6.551.000
6.388.000
6.138.000
6.065.000
Resultaat
864.000 V
701.000 V
451.000 V
378.000 V
Op basis van de realisatiecijfers 2015 lijkt het er op dat binnen de WMO middelen overblijven. Wij verwachten echter dat de vraag naar zorg in de komende jaren zal toenemen, onder andere vanwege de verdergaande vergrijzing en de extramuralisering. Verder verwachten we door de verbeterde laagdrempelige toegang bij de sociale dorpsteams meer aanvragen en dus meer kosten. In de begroting 2016 nemen wij dan ook extra middelen op voor innovatie om de noodzakelijke transformatie verder vorm te kunnen geven. In overeenstemming met de onlangs door u vastgestelde nota reserves en voorzieningen voegen wij eventuele overschotten toe aan de algemene reserve. 4.6
Werk en inkomen
In 2014 spraken de gemeenten2 die samen de Regionale Dienst Werk en Inkomen (RDWI) vormen af dat we inwoners voor Werk en Inkomen 1 gezin – 1 plan – 1 regisseur bieden en dat ondersteuning lokaal geboden wordt. De toegang tot inkomensondersteuning blijft regionaal. De RDWI heeft in 2015 de eerste maatregelen genomen om deze beweging – van regionaal naar lokaal, van aanbodgericht naar vraaggericht – te maken. Onder het motto “van bolwerk naar netwerk” werd een reorganisatie doorgevoerd. Met verschillende pilots is ervaring op gedaan met de nieuwe werkwijze, waaronder met de Pilot Werk die in onze gemeente is uitgevoerd. Eind 2015 werden lokale teams van werkcoaches gevormd die in 2016 lokaal gaan werken. We hebben in 2015 de ondersteuning voor minima ondergebracht in de Sociale dorpsteams. We sloten het Minimaloket in Doorn. De minimaconsulenten werken lokaal in de dorpen en leggen huisbezoeken af. Na de zomervakantie zijn we met in samenwerking met de RSD een pilot Schuldhulpverlening gestart. Hiermee kwamen we tegemoet aan de wens van uw raad om deze taak meer efficiënt en 2
De Gemeenschappelijke Regeling Dienst Werk en Inkomen (GR RDWI, verder RDWI) wordt gevormd door de gemeenten Bunnik, De Bilt, Wijk bij Duurstede, Zeist en de gemeente Utrechtse Heuvelrug.
Vierde Raadsrapportage Sociaal Domein 2015 Versie 1.2. Datum: 2 februari 2016
pagina 18 van 30
lokaal te organiseren. Schulden staan nooit op zichzelf, er is vaak veel meer aan de hand. Daarom hebben we enerzijds alle consulenten van de Sociale dorpsteams geschoold om geldproblemen te herkennen en hebben we anderzijds geïnvesteerd in preventie door in nauwe samenwerking met lokale ketenpartners te zoeken naar manieren om inwoners met schulden eerder te bereiken. Een concreet resultaat hiervan is dat we gestart zijn met de inloop Grip op Geldzaken in Driebergen. In september zijn we samen met de RDWI gestart met de Pilot Werk. Een werkcoach van de sociale dienst werkte lokaal en vraaggericht. De pilot is bijna afgerond. U wordt geïnformeerd over de resultaten. In januari boden we u het beleidsplan Ruggesteun en Vangnet, begeleiding naar Werk, ondersteuning Minima en Schuldhulpverlening aan. Daarin namen we op hoe we het domein Werk en Inkomen als integraal onderdeel van onze ondersteuning willen organiseren. BIGA In december zijn de raden van de gemeenten Bunnik, De Bilt, Wijk bij Duurstede, Zeist en onze gemeente akkoord gegaan met de overname van de BIGA Groep BV (verder: BIGA). Op 1 januari 2016 werd de overname daarmee een feit. In 2015 hebben we een begin gemaakt met het opstellen van enkele toekomstscenario’s voor dit sociale werkbedrijf. We ontwikkelen enkele daarvan in 2016 door. U stemde er mee in om De BIGA infrastructuur te gebruiken om naast WSW-medewerkers ook andere doelgroepen te begeleiden. 4.7
Kwantitatieve gegevens Werk en inkomen
In onderstaande tabel zijn het aantal inwoners eind 2014 en in augustus 2015 in de bijstand opgenomen. Definitieve cijfers voor 2015 en de financiële verantwoording worden opgenomen in het Jaarverslag 2015 van de RDWI, dat u afzonderlijk zal worden aangeboden. De cijfers voor Schuldhulpverlening en het verlenen van minimavoorzieningen worden eveneens opgenomen in het jaarverslag.
Vierde Raadsrapportage Sociaal Domein 2015 Versie 1.2. Datum: 2 februari 2016
pagina 19 van 30
Tabel 9. Aantal inwoners in de bijstand Personen jonger dan 21 jaar Personen 21 – 27 jaar Personen 27 – 65 jaar Elders verpleegden/verzorgden Krediethypotheek Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz), levensonderhoud starters Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte Werkloze werknemers (Ioaw) Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz) Totaal
4.8
2014 7 43 478 9 0
Aug. 2015 8 43 484 11 1
1
0
22
28
5
6
565
582
Passend onderwijs
In de 2e rapportage hebben we een terugblik gegeven op het eerste jaar passend onderwijs. In deze rapportage gaan we in op de ontwikkelingen in het 4e kwartaal. We hebben een monitoring uitgevoerd over de door het OOGO passend onderwijs vastgestelde afspraken over compensatiemaatregel AWBZ, thuiszitter, dyslexie en toegang tot jeugdhulp. We hebben geconstateerd dat de afspraken voor wat betreft het tijdstip van rapportering te ambitieus waren geformuleerd. Het bleek niet mogelijk om tussen juni en oktober een representatief onderzoek te houden onder de steakholders omdat deels de OOGO-afspraken nog niet waren uitgezet en deels omdat er nog niet voldoende ervaring was opgedaan met de gemaakte afspraken in de praktijk. De uitslag van de monitoring is dan ook niet representatief. Aan het eind van het schooljaar 2015/2016 worden de vragenlijsten nogmaals uitgezet. De resultaten van dit onderzoek presenteren we u na de zomer van 2016. In het OOGO passend onderwijs is afgesproken vraag en aanbod van onderwijs aan vluchtelingen in de regio Zuidoost Utrecht in kaart te brengen. Met de gemeenten De Bilt, Bunnik, Zeist, Wijk bij Duurstede, Utrechtse Heuvelrug en de samenwerkingsverbanden is gesproken over het onderwijsaanbod aan leerplichtige kinderen van bewoners van AZC’s, noodopvang en statushouders. Om flexibel te kunnen opereren heeft een regionale aanpak de voorkeur. De aansturing hiervan ligt bij het OOGO passend onderwijs. Scholengroep Amersfoort heeft het voornemen om met ingang van augustus 2017 de locatie De Sprong te sluiten. De Sprong is een cluster 4 school en heeft 103 leerlingen. Het wegvallen van De Vierde Raadsrapportage Sociaal Domein 2015 Versie 1.2. Datum: 2 februari 2016
pagina 20 van 30
Sprong heeft gevolgen voor het dekkend onderwijsaanbod in de regio. Wij zijn hierover in overleg met het samenwerkingsverband voortgezet onderwijs. De drie samenwerkingsverbanden hebben in het OOGO passend onderwijs een sfeerbeeld van 1 jaar passend onderwijs geschetst. De eerste indrukken zijn voorzicht positief, tegelijkertijd zijn er punten waar verbetering nodig is. Bijvoorbeeld op het terrein van afstemming met jeugdhulp en communicatie. In januari geven de samenwerkingsverbanden tijdens een regionale raadsinformatieavond een presentatie over de ervaringen van het eerste jaar passend onderwijs. Met de samenwerkingsverbanden brengen we de mogelijkheden voor het bieden van kleinschalig onderwijs in combinatie met zorg in kaart.
5
Toegang
5.1
Sociale Dorpsteams
De toegang tot individuele of maatwerkvoorzieningen loopt via de sociale dorpsteams. De consulenten gaan in gesprek met inwoners met een hulpvraag. Gezamenlijk bekijken zij wat de beste oplossing is voor deze hulpvraag. Soms betekent dit dat de consulent een individuele voorziening beschikt. (zie verder hoofdstuk 2). De werkwijze en de inrichting van de sociale dorpsteams hebben wij geëvalueerd. Deze evaluatie zal begin februari gereed zijn.
5.2
Communicatie
De website www.samenopdeheuvelrug.nl is ontwikkeld voor de informatie over de Sociale dorpsteams en dorpsgericht werken en is gericht op inwoners. Informatie over de veranderingen in de zorg, zorgvormen en zorgaanbieders zijn hierop terug te vinden. De website wordt steeds beter bezocht, zoals uit onderstaande tabel blijkt. Er is elk kwartaal weer een groot percentage nieuwe bezoekers.
Vierde Raadsrapportage Sociaal Domein 2015 Versie 1.2. Datum: 2 februari 2016
pagina 21 van 30
Tabel 10. Gegevens bezoek website www.samenopdeheuvelrug.nl 1e kwartaal aantal unieke bezoekers 3000
2e kwartaal 4000
3e kwartaal 4300
4e kwartaal 4600
4600
5200
6000
7000
5 >3 minuten 40
3 >2 minuten 27
3 >2 minuten 32
3 >2 minuten 37
herkomst via www.heuvelrug.nl (%)
25
40
29
15
herkomst via zoekmachines (%)
20
20
24
35
5
10
15
13
nb
67
67
63
aantal bezoeken gemiddeld aantal pagina's per bezoek gemiddelde duur van bezoek herkomst direct (%)
herkomst via social media of andere sites (%) nieuwe bezoekers (%)
Alle nieuwsberichten die we plaatsen op de website, plaatsen we ook in Gemeentenieuws. Dit gebeurt bijna wekelijks. 5.3
Aantal voorzieningen
In onderstaande tabel staan de actuele voorzieningen op peildatum, zoals bekend in ons systeem. Deze aantallen hebben betrekking op de maatwerkvoorzieningen en niet op het aantal cliënten. Een cliënt kan namelijk gebruik maken van meerdere voorzieningen. We zien dat het aantal Wmo-voorzieningen voor wonen, rollen en vervoer gedaald is, evenals de voorzieningen voor huishoudelijke hulp. Het laatste is het gevolg van ons nieuwe beleid. De Wmo-begeleiding en Jeugdhulp zijn gestegen. Wij kunnen op dit moment niet kwantificeren of en hoeveel de hulpvraag daadwerkelijk is gestegen. Een deel van de stijging wordt zeker ook verklaard door de gebrekkige aanlevering van overgangsklanten vanuit de Awbz en Jeugdwet. Een deel van deze klanten was aan het begin van het jaar bij ons nog niet bekend. Tabel 11 . Actuele voorzieningen op peildatum (bron: WMOned) 01-012015 Wmo Wonen rollen vervoer Wmo begeleiding Huishoudelijke hulp Jeugdhulp Totaal Vierde Raadsrapportage Sociaal Domein 2015 Versie 1.2. Datum: 2 februari 2016
31-12Verschil 2015
6569
6478
-91
631
811
180
1374
1227
-147
872
1114
242
9446
9630
184 pagina 22 van 30
5.4
Klachten/bezwaren
In 2015 zijn er in totaal voor het sociale domein 84 bezwaren ingediend. Deze aanzienlijke stijging ten opzichte van 2014 komt vooral vanwege het veranderende beleid met betrekking tot de wmohuishoudelijke hulp. Tabel 12 Aantal bezwaren Gegrond Gehandicapten parkeerkaart Wmo Jeugdhulp
7 1
Ongegrond
Niet ontvankelijk
Ingetrokken
1
1
7
46 1
11
In behandeling Aanhouden Doorzenden
Totaal
2 3+2+2 2
78 4
In 2015 zijn er 7 klachten gekomen over de dorpsteams. Deze klachten zijn afgehandeld volgens het klachtenprotocol. 5.5
Privacy
In het kader van het onderzoek van EY naar de werkprocessen binnen het Sociaal Domein is ook een privacy-scan gedaan. Daarbij is uitgegaan van de vereisten van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). De privacy-risico’s zijn in beeld gebracht en aan de hand daarvan zijn aanbevelingen gedaan. Hieronder geven we in hoofdlijnen de belangrijkste punten weer. Opstellen procedures, processen en handvest. Binnen het Sociaal Domein wordt gewerkt met het Privacy Protocol Sociaal Domein regio Utrecht Zuidoost en de Werkinstructie Privacy voor consulenten Servicepunten/Sociale dorpsteams. Naast deze documenten adviseert EY de processen en procedures en de reden van het verzamelen en verwerken van persoonsgegevens vast te leggen in een handvest. Verder wordt geadviseerd binnen de gemeente Utrechtse Heuvelrug een centraal meldingsregister op te stellen waarin alle verwerkingen van persoonsgegevens worden opgenomen en waarbij een eindverantwoordelijke wordt aangewezen, die er op toe ziet dat het register actueel blijft en het proces overziet en coördineert. Ook vraagt EY aandacht voor het afsluiten van bewerkersovereenkomsten met alle derde partijen, die persoonsgegevens bewerken. In de overeenkomsten moet onder andere aandacht Vierde Raadsrapportage Sociaal Domein 2015 Versie 1.2. Datum: 2 februari 2016
pagina 23 van 30
worden besteed aan de beveiligingseisen en verantwoordelijkheden van zowel de verantwoordelijke als de bewerker. Wij hebben met onze backoffice, ZorgLokaal, een bewerkersovereenkomst afgesloten. Bovenstaande punten spelen niet alleen binnen het Sociaal Domein, maar in de gehele gemeente. Deze adviezen zullen daarom worden verwerkt in het gemeentelijke privacybeleid, dat in 2016 vorm zal krijgen. Beveiliging van persoonsgegevens In het rapport vraagt EY aandacht voor het beveiligen van persoonsgegevens en adviseert een aantal beheersmaatregelen te nemen. Deze beheersmaatregelen zijn deels al opgepakt en de andere maatregelen zullen in 2016 geïmplementeerd worden. De informatiebeveiliging vindt plaats op de volgende niveaus: -
Technisch: Er wordt door de consulenten gewerkt met notebooks, die goed beveiligd zijn. De consulenten werken alleen op eigen (beveiligde) netwerken. Inmiddels is ook besloten tot de aanschaf van een systeem voor beveiligd mailen.
-
Procedureel: In het Privacy Protocol en de werkinstructie is vastgelegd hoe wordt omgegaan met privacygevoelige informatie. Het advies om deze instructie duidelijker te communiceren naar de consulenten in de Sociale Dorpsteams en te borgen via de teamleiders hebben wij inmiddels opgevolgd. Daarnaast hebben wij omschreven op welke wijze we omgaan met het verlies van notebooks en telefoons in het kader van de Wet meldplicht datalekken.
Communicatie naar cliënten In het advies van EY wordt het risico benoemd dat cliënten niet altijd op de goede manier worden geïnformeerd over de verwerking van persoonsgegevens. Ook hier moeten de consulenten van de Sociale Dorpsteams de Werkinstructie duidelijk volgen en zal hier beter op moeten worden toegezien. Delen van persoonsgegevens buiten de landsgrenzen EY adviseert in de contracten met derde partijen waarmee informatiebestandelen worden uitgewisseld te controleren waar de fysieke locatie is van de opslag van gegevens. Onze eigen gegevens en die van onze back-office, ZorgLokaal, worden op Nederlands grondgebied opgeslagen. Wij zullen in 2016 de contracten controleren.
Vierde Raadsrapportage Sociaal Domein 2015 Versie 1.2. Datum: 2 februari 2016
pagina 24 van 30
6
Algemene voorzieningen
6.1
Dorpsgericht Werken
De afgelopen twee jaar werkten we in de organisatie en in de dorpen met een pilot dorpsgericht werken. Daarin speelden de dorpscoördinator, het dorpsnetwerk en het dorpsbudget een belangrijke rol. Dorpsnetwerken In 2015 zetten de dorpscoördinatoren, samen met aanjagers vanuit de dorpen, de dorpsnetwerken in alle dorpen op. Deze dorpsnetwerken signaleren steeds voortvarender hiaten of mogelijkheden op het gebied van (sociale) leefbaarheid en algemene voorzieningen in het dorp. En gaan daar vervolgens zelf mee aan de slag, in combinatie met anderen (waaronder de gemeente). Een mooi voorbeeld hiervan is het Dorpsberaad Maarn/Maarsbergen, dat zelf aan de slag is gegaan met een dorpsgesprek en een daaruit voortvloeiende een prioriteitenlijst voor de komende 2 jaar wat betreft het oppakken van thema’s, die spelen in de dorpen (waaronder de toekomst van de Twee Marken). Ook in de ander dorpen nemen de dorpsnetwerken het initiatief voor de nieuwe dorpsagenda voor de komende jaren. Hiermee kan de gemeente de rol van facilitator steeds beter op zich nemen en aansluiten bij de wensen van de afzonderlijke dorpen. Lokale spelers in de transformatie Ook in het kader van de transformatie van het sociale domein speelt dorpsgericht werken een belangrijke rol. Waren we de eerste helft van 2015 nog vooral bezig met het inregelen van de decentralisaties, nu merken we dat er in de dorpen steeds meer wisselwerking ontstaat tussen sociale dorpsteams, dorpscoördinatoren, sociale makelaars en dorpsnetwerken. Dit moet zich nog verder ontwikkelen, maar de spelers op lokaal niveau weten elkaar inmiddels te vinden. Met als doel dat waar mogelijk informele zorg en algemene voorzieningen op heel laagdrempelig en lokaal niveau kunnen worden ingezet. Door elkaar over en weer te kennen en te informeren, vinden we passende oplossingen voor inwoners op het gebied van welzijn, zorg en leefbaarheid. Een mooi voorbeeld is het organiseren van een bijeenkomst voor ouderen met ouderdomsblindheid in Driebergen, nadat in het Sociaal Dorpsteam diverse individuele ouderen met deze klachten zich hadden gemeld. Dorpsbudget Vierde Raadsrapportage Sociaal Domein 2015 Versie 1.2. Datum: 2 februari 2016
pagina 25 van 30
Het dorpsbudget heeft in dorpsgericht werken een stimulerende en faciliterende functie. Hiermee lukte het ons om de dorpsnetwerken het afgelopen jaar een goede start te geven. Daarnaast werden allerlei plaatselijke initiatieven op het gebied van ontmoeting of verbinding geholpen om op te starten. Leuke voorbeelden zijn de Dorpssoep in Leersum, het Repair Café in Leersum, het Hart Veilig Project in alle dorpen (waardoor meer dan 800 vrijwilligers inzetbaar zijn om in een noodsituatie adequate hulp te verlenen), Heuvelrug Popconcert in Amerongen, diverse activiteiten in de buurt rondom Burendag in Doorn, een stratentoernooi in Maarn, het Maatje Mobiel project in Driebergen (waarbij vrijwilligers minder mobiele inwoners vervoeren), een digitale applicatie van BuurtWelzijn voor alle dorpen, waarbij vraag en aanbod in het kader van (sociale) leefbaarheid per dorp gematcht wordt etc. En natuurlijk alle andere projecten waarbij ontmoeting en verbinding op dorpsniveau gestimuleerd wordt, zoals de jaarlijkse activiteiten van de Oranjeverenigingen of de sportverenigingen. Evaluatie en visievorming Eind 2015 evalueerden we het dorpsgericht werken en deden aanbevelingen naar de toekomst toe. Deze evaluatie wordt in januari in de gemeenteraad besproken, evenals het te volgen traject inzake toekomstvisie.
6.2
Vraag en aanbod vrijwilligersactiviteiten
In december 2015 hebben wij aan Buurtwelzijn BV opdracht gegeven om een applicatie vraag en aanbod te leveren voor inwoners van de gemeente Utrechtse Heuvelrug. Deze applicatie heeft als doel om onbetaalde vraag en aanbod in de dorpen op het gebied van zorg, welzijn en leefbaarheid bij elkaar te brengen. Na een aanbestedingsprocedure kwam Mijnbuurtwelzijn als beste uit de bus. In de dorpen gebeurt veel op het gebied van vrijwilligerswerk. Inwoners willen graag iets met en voor elkaar doen. Toch is niet altijd bekend wie een vraag heeft en waar het aanbod ligt. Met de applicatie van Buurtwelzijn kunnen vraag en aanbod eenvoudig bij elkaar gebracht worden. BuurtWelzijn staat voor het bevorderen van samenredzaamheid in de buurt. De applicatie bestaat uit een website waar alles samenkomt. Inwoners kunnen daar hun hulpvraag stellen of hulp aanbieden. Zo kunnen inwoners elkaar helpen en voor elkaar zorgen. Dit vergroot de kracht in de buurt en verbindt inwoners aan elkaar. Het doel is dat dit op termijn bijdraagt aan de sociale samenhang en leefbaarheid in de dorpen.
Vierde Raadsrapportage Sociaal Domein 2015 Versie 1.2. Datum: 2 februari 2016
pagina 26 van 30
Het gebruik van de applicatie is voor inwoners volledig gratis. De komende periode wordt de applicatie per dorp verder ingevuld samen met de dorpsnetwerken, de dorpscoördinatoren en de sociaal makelaars. Hierbij wordt dan ook gekeken hoe zoveel mogelijk inwoners betrokken kunnen worden.
6.3
Sport en preventie
Als onderdeel van de transformatie hebben we de combinatie van sport en preventie verder uitgewerkt. Het Bureau Sportimpuls heeft integrale dorpssportteams in alle dorpen opgezet. Doel hiervan is de kwaliteit en zichtbaarheid van het sport- en beweegaanbod in de gemeente vergroten, waardoor alle inwoners gestimuleerd worden om daadwerkelijk in beweging te komen. Daarnaast zijn met verschillende partners de krachten gebundeld om gezamenlijk te komen tot de versterking van sport en bewegen en levert dit een structurele bijdrage aan onze gezondheids- en beweegdoelstellingen door een integrale aanpak op het gebied van welzijn, lifestyle en sport. Hiermee zijn we ook aangehaakt bij het landelijk preventieprogramma ‘Jongeren op Gezond Gewicht’ (JOGG). Door preventie en sport in alle dorpen op de kaart te zetten, verwachten we op termijn bij te dragen aan het verminderen van het beroep dat er gedaan wordt op de individuele voorzieningen.
7
Monitoring en verantwoording
7.1
Inrichting van werkprocessen.
In de kader van de transformatie zijn monitoring en verantwoording belangrijk om op proces, inhoud en financiën te kunnen sturen. Wij hebben daarom aan EY gevraagd onze werkprocessen in beeld te brengen en aan te geven op welke punten die verbeterd moeten worden. Daarnaast heeft EY een privacycheck gedaan, waarop we hierboven al zijn ingegaan. Als bijlage 1 hebben we de bevindingen van EY hierbij gevoegd. EY heeft de risico’s in de bedrijfsvoering in beeld gebracht en op grond daarvan een aantal actiepunten geformuleerd. Wij hebben deze beheersmaatregelen uitgevoerd of zullen dat op korte termijn doen. Hieronder geven we een overzicht van de belangrijkste actiepunten en de acties, die we daarop inmiddels hebben ondernomen. Op de privacymaatregelen is hierboven al ingegaan. Vierde Raadsrapportage Sociaal Domein 2015 Versie 1.2. Datum: 2 februari 2016
pagina 27 van 30
1. Beheersmaatregelen: -
Tijdens het klantcontact moet de identiteit van de cliënt officieel worden vastgesteld. We hebben dit in het werkproces en de werkinstructie opgenomen.
-
Er moet een beveiligde verbinding met de Expertpool gerealiseerd worden. We hebben de opdracht om een beveiligde e-mailomgeving te realiseren verstrekt.
2. Maatregelen borging rechtmatigheid en getrouwheid jaarrekening: -
Het normen- en toetsingskader is inmiddels aan u voorgelegd.
-
Verantwoordings- en controleafspraken met Zorg Lokaal. Wij zijn voortdurend in overleg met ZorgLokaal over dit onderwerp. In dit kader vindt op dit moment wekelijks overleg plaats met ZorgLokaal.
-
Verantwoordings- en controleafspraken met zorgaanbieders. Deze afspraken worden gemaakt in het kader van de regionale Zorg om Tafel- gesprekken en contracten.
7.2
Het interne controleplan is vastgesteld. Administratieve organisatie
Omdat wij de prioriteit hebben gelegd bij de continuïteit van zorg voor onze inwoners, kon er minder aandacht zijn voor de administratie organisatie. Hierdoor werd het moeilijk alle benodigde gegevens te genereren voor een kwantitatieve en kwalitatieve monitor. Wij hebben ook geconstateerd dat de gegevensbestanden, die wij bij de transitie van andere partijen hebben ontvangen, behoorlijk vervuild waren. Er is veel energie gestoken in diverse herstelacties. Wij verwachten het eerste kwartaal van 2016 zeker nog nodig te hebben om alle bestanden op orde te krijgen, zodat de betrouwbaarheid van de gegevens groter zal zijn. Ook de aansluiting van onze back-office (ZorgLokaal) op de front-office (de sociale dorpsteams) is niet optimaal. Wij zijn intensief in overleg met ZorgLokaal om dit op korte termijn te verbeteren. Wij zijn gestart met het optimaliseren van de administratieve organisatie, mede gebaseerd op de adviezen van EY, zodat de rechtmatigheid en doelmatigheid beter geborgd worden. Hierin zien wij ook een rol voor de nog aan te stellen kwaliteitsmedewerker. We willen door een verbeterde inrichting van ons administratieve systeem goed en tijdig gegevens voor monitoring kunnen genereren. Ook moet dit systeem het werkproces voor de sociale dorpsteams ten aanzien van doelgericht en resultaatgericht werken beter ondersteunen.
Vierde Raadsrapportage Sociaal Domein 2015 Versie 1.2. Datum: 2 februari 2016
pagina 28 van 30
7.3
Ervaringen cliënten
Een belangrijke indicator voor de kwaliteit van zorg is een cliëntervaringsonderzoek, dat met ingang van 2016 jaarlijks moet worden uitgevoerd. Zoals bekend hebben wij in 2015 al een dergelijk onderzoek uitgevoerd. Daaruit bleek dat de meeste cliënten ‘tevreden’ zijn over het keukentafelgesprek en met de geboden hulp, zorg of ondersteuning. We hebben geconstateerd dat de onderzoeksmethodiek niet optimaal was voor de doelgroep jeugd en zullen de onderzoeken voor 2016 hierop aanpassen. Naast het cliëntervaringsonderzoek hebben we regelmatig overleg met de Wmo-raad, het Gezinspanel en de Cliëntenraad voor minima over de transformatie en de rol en ervaringen van cliënten. 7.4
Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein
We maken gebruik van de Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein, die wordt gepubliceerd op www.waarstaatjegemeente.nl. Door de gestandaardiseerde aanlevering van gegevens kunnen niet alle lokale bijzonderheden hierin worden verwerkt. Wij hebben gevraagd of het mogelijk is een toelichting op de lokale situatie te geven binnen deze monitor. De aanlevering van de gegevens over 2015 zal eind januari 2016 plaatsvinden, waarna ze nog verwerkt moeten worden.
8
Regionale samenwerking
De regionale samenwerking wordt aangestuurd door de stuurgroep sociaal domein, waarin de portefeuillehouders op het sociale domein uit de vijf gemeenten zitting hebben. De portefeuille AWBZ lag bij onze gemeente. De grote regionale thema’s waren in 2015: -
Vraagstukken jeugdhulp Hierbij stonden met name centraal de afstemming van de bovenregionale besluiten (inkoop cluster 1, afspraken over risicoverevening bovenregionaal) en acties naar VNG en Rijk naar aanleiding van het tekort op budget voor de regionale jeugdhulp in 2015 en 2016. Op al deze dossiers leidde de regionale samenwerking tot resultaat.
-
Toekomst Biga groep
-
Inkoop en contractmanagement 2015 en 2016
-
Monitoring
-
Onderzoek naar efficiency in de backoffice taken (communicatie gemeenten-aanbieders).
Vierde Raadsrapportage Sociaal Domein 2015 Versie 1.2. Datum: 2 februari 2016
pagina 29 van 30
Het voorzitterschap van het regionale management platform en het daaraan gekoppelde secretariaat van de stuurgroep werd in 2015 verzorgd door onze gemeente. Ook vulden we projectleiderschappen in op het gebied van de inkoop van cluster 1 en monitoring. Medio 2015 constateerden de stuurgroep en de gemeentesecretarissen dat een extra inspanning nodig is om de samenwerking duurzamer in te richten. Daarover hebben enkele strategische bijeenkomsten plaatsgevonden over visie, innovatie en borging. In het vierde kwartaal hebben de vijf gemeentesecretarissen daarin de leiding genomen. Er wordt een programmamanager geworven om het proces te leiden.
9
Rapportages in 2016
In 2015 heeft u van ons in het kader van de transitie en transformatie vier rapportages ontvangen over de ontwikkelingen in het Sociale Domein. In 2016 zullen wij twee keer per jaar een rapportage uitbrengen. De financiële rapportage willen wij koppelen aan de bestuurlijk financiële rapportages en de inhoudelijke rapportages over de transformatie zullen afzonderlijk geleverd worden.
10
Bijlagen
1. Brief van EY d.d. 18-12-2015 inzake adviesopdracht procesinrichting 3 decentralisaties
Vierde Raadsrapportage Sociaal Domein 2015 Versie 1.2. Datum: 2 februari 2016
pagina 30 van 30