UITGANGSPUNTEN BEGROTING

1

UITGANGSPUNTEN BEGROTING 2006............................................................................. 3 1.1 UITGANGSPUNTEN EN ALGEMENE ONTWIKKELINGEN ........................................................... 3 1.1.1 Interne factoren....................................................................................................... 4 1.1.2 Externe factoren...................................................................................................... 6 1.2 DE BEGROTING 2006 EN DE MEERJARENRAMING 2006-2010 IN PERSPECTIEF..................... 8 1.2.1 Begroting 2006........................................................................................................ 8 1.2.2 Tarieven 2006 ....................................................................................................... 10

2

BEGROTING NAAR KOSTENSOORTEN EN DE VERMOGENSPOSITIE 2006 ............. 12 2.1 TOELICHTING OP DE KOSTENSOORTEN............................................................................. 12 2.1.1 Rente en afschrijvingen ........................................................................................ 13 2.1.2 Personeelslasten .................................................................................................. 14 2.1.3 Goederen en diensten van derden ....................................................................... 15 2.1.4 Goederen en diensten van Waterschapsbedrijf Limburg ..................................... 15 2.1.5 Kosten grondwatertaken ....................................................................................... 16 2.1.6 Bijdragen aan derden............................................................................................ 16 2.1.7 Toevoegingen aan voorzieningen/onvoorzien ...................................................... 16 2.2 TOELICHTING OP DE OPBRENGSTENSOORTEN .................................................................. 17 2.2.1 Financiële baten.................................................................................................... 17 2.2.2 Diensten/bijdragen van derden ............................................................................. 18 2.2.3 Interne verrekeningen ........................................................................................... 18 2.2.4 Waterschapsbelastingen....................................................................................... 19 2.3 FINANCIËLE POSITIE EN WEERSTANDSVERMOGEN ............................................................. 20 2.3.1 Reserves en voorzieningen .................................................................................. 20 2.3.2 Prognose balans 2006 .......................................................................................... 23 2.3.3 Risico’s.................................................................................................................. 23 2.3.4 Financiering .......................................................................................................... 23 2.4 TREASURYPARAGRAAF ................................................................................................... 24

3

BEGROTING 2006 NAAR BELEIDSVELDEN, PRODUCTEN EN INVESTERINGSPROJECTEN ............................................................................................ 25 3.1 ONDERSTEUNENDE PRODUCTEN EN DIENSTEN ................................................................. 25 3.1.1 Centraal management .......................................................................................... 26 3.1.2 Organisatiebeleid en –beheer............................................................................... 26 3.1.3 Personeelsbeleid en –beheer ............................................................................... 26 3.1.4 Kwaliteitszorg- arbeidsomstandigheden- en milieuzorgbeleid en –beheer .......... 26 3.1.5 Bestuurlijke en juridische zaken ........................................................................... 26 3.1.6 Concerncontrol en financieel beleid...................................................................... 27 3.1.7 Meerjarenraming en begroting.............................................................................. 27 3.1.8 Management- en bestuursrapportages................................................................. 27 3.1.9 Financiële informatieverstrekking en –voorziening............................................... 27 3.1.10 Jaarstukken........................................................................................................... 27 3.1.11 Informatie en Communicatie Technologie en Gegevensbeheer .......................... 28 3.1.12 Huisvesting ........................................................................................................... 28 3.2 BEGROTING NAAR BELEIDSVELDEN .................................................................................. 29 3.2.1 Toelichting op beleidsveld Planvorming ............................................................... 30 3.2.2 Toelichting op beleidsveld Aanleg en onderhoud van waterkeringen .................. 33 3.2.3 Toelichting op beleidsveld Inrichting en onderhoud van watersystemen ............. 35 3.2.4 Toelichting op beleidsveld Bouw en exploitatie zuiveringstechnische werken..... 39 3.2.5 Toelichting op beleidsveld Vergunningen en handhaving keur ............................ 40 3.2.6 Toelichting op beleidsveld Beheersing van lozingen............................................ 42 3.2.7 Toelichting op beleidsveld Heffingen en invordering ............................................ 43 3.2.8 Toelichting op beleidsveld Bestuur en communicatie........................................... 43 3.2.9 Toelichting op beleidsveld Grondwatertaken........................................................ 44

Waterschap Peel en Maasvallei

Beleidsbegroting 2006

3.3 TOELICHTING OP INVESTERINGSPROJECTEN W ATERSYSTEMEN, W ATERKERINGEN EN BEDRIJFSVOERING.......................................................................................................... 45 3.3.1 Investeringen in Watersystemen .......................................................................... 45 3.3.2 Investeringen Waterkeringen ................................................................................ 52 3.3.3 Toelichting op de Nieuwe investeringen Bedrijfsvoering 2006 ............................. 52 3.3.4 Ontwikkeling kapitaallasten 2006-2010 ................................................................ 54 3.3.5 Financieel overzicht meerjarenraming 2006-2010 ............................................... 56 BIJLAGEN BELEIDSBEGROTING 2006 (ZIE AFZONDERLIJK BOEKWERK) ..................... 57



1

UITGANGSPUNTEN BEGROTING 2006

In 2005 heeft het Algemeen Bestuur van het waterschap Peel en Maasvallei een “nieuwe” koers uitgezet. Met het uitbrengen van de nota Visie en Strategie voor waterbeheer in Noord1 en Midden-Limburg 2005-2010 zijn belangrijke accentverschuivingen aangebracht in het integraal waterbeheersplan 2004 –2007. Deze accentverschuivingen zijn ingegeven door de wens van het Algemeen Bestuur om een aantal scherpere keuzes te maken nu de consequenties van de Europese Kaderrichtlijn Water, het Nationaal Bestuursakkoord Water, de Wet op de Waterkeringen en het op gang komende reconstructieproces steeds duidelijker worden. Niet onbelangrijk daarbij is dat al deze ontwikkelingen tot lastenverzwaringen lijken te leiden, in een tijd van economische neergang. Het Algemeen Bestuur heeft haar verantwoordelijkheid genomen en via de nota Visie en Strategie keuzes gemaakt die enerzijds de ambitie van het Waterschap in standhouden, maar anderzijds ook getuigen van een bestuurlijke wens om de kosten zo laag mogelijk te houden. Leidraad hierbij was: concentreer je op je kerntaken; doe waar je goed in bent, doe de goede dingen en doe deze dingen goed. In juli 2005 is door het Algemeen Bestuur een uitgangspuntennota vastgesteld waarin de aanzet tot koerswijziging en doorrekening van de te verwachten externe en interne ontwikkelingen waren opgenomen. In de uitgangspuntennota is een stijging van het op te brengen belastingvolume voorspeld van 4,6%. Het Algemeen Bestuur heeft als opdracht voor het opstellen van de begroting 2006 meegegeven om te proberen de stijging van het belastingvolume zoveel mogelijk te laten aansluiten bij het inflatiepercentage. De begroting 2006 sluit op een gemiddeld stijgingspercentage van de waterschapslasten van 2,43%. Hiermee is zo goed mogelijk voldaan aan de opdracht van Algemeen Bestuur. De navolgende paragrafen geven een overzicht van de gehanteerde uitgangspunten, de einduitkomsten van de begroting 2006 en het meerjarenperspectief 2006-2010.

1.1

Uitgangspunten en algemene ontwikkelingen

De belangrijkste algemene ontwikkelingen en uitgangspunten die bij de samenstelling van de begroting 2006 en de meerjarenraming 2006-2010 zijn gehanteerd gesplitst in interne en externe factoren welke onderstaand zijn weergegeven. Ofschoon wij erkennen dat de strategische uitgangspunten bestuurlijk meer de aandacht verdienen dan de technische uitgangspunten, menen wij vanuit de begroting geredeneerd toch eerst de technische uitgangspunten aan de orde te moeten stellen. Verder kan nog worden opgemerkt dat de voorliggende uitgangspunten in overleg met het Waterschapsbedrijf Limburg en het Waterschap Roer en Overmaas tot stand zijn gekomen.

1 Zie: Nota Visie en Strategie voor waterbeheer in Noord- en Midden-Limburg 2005-2010 Waterschap Peel en Maasvallei


3

1.1.1

Interne factoren

De interne uitgangspunten luiden als volgt: •

Basis voor de begroting 2006 zijn de jaarrekening 2004, de vastgestelde begroting 2005 van het Waterschap Peel en Maasvallei inclusief de wijzigingen tot en met de vergadering van het Algemeen Bestuur van 27 april 2005, de uitgangspunten en bouwstenen zoals geformuleerd in het waterbeheersplan Waterschap Peel en Maasvallei vastgesteld op 18 februari 2004, alsmede de uitkomsten van de discussie over visie en strategie.

•

De begroting en de meerjarenraming moeten worden gepresenteerd volgens het gezichtspunt van de kosten en opbrengstensoorten (EMU-richtlijnen) en beleidsvelden (landelijke BBP-structuur van de Unie van Waterschappen).

•

De begroting en de meerjarenraming moeten voldoen aan geldende voorschiften zoals de comptabiliteitsvoorschriften en af te leiden zijn van de nieuwe ontwikkelingen binnen de overheid met betrekking tot begrotingen en jaarstukken.

•

Basis voor de salarisbegroting is de vastgestelde personeelsformatie per 1 mei 2005.

•

Berekening van de liquiditeitspositie. Het uitgangspunt is dat de aanslagoplegging - evenals voorgaande jaren - grotendeels door middel van één kohier zal plaatsvinden. Voor de berekening van de liquiditeitspositie wordt uitgegaan van aanslagoplegging per 31 maart 2006 (95%) en 30 november 2006 (5%). Indien deze data niet worden gehaald, heeft dit tot gevolg dat de liquiditeitspositie verslechtert wat een negatief effect zal hebben op de rentekosten.

•

De bedrijfsmatige activiteiten van de waterkwaliteitstaak als ook de volledige belastingheffing en -invordering voor de waterschapstaken zijn opgedragen binnen de gemeenschappelijke regeling aan het Waterschapbedrijf Limburg. De door de waterschappen hiervoor te betalen bijdrage wordt afhankelijk gesteld van de jaarlijkse begroting van het Waterschapsbedrijf Limburg. Deze bijdrage dient te worden beschouwd als een verplichte uitgave.



4

•

Voor de toerekening aan het individuele waterschap worden conform het bij de herziening van het waterschapsbestel vastgestelde kader de volgende verdeelsleutels gehanteerd: Toerekening aan Waterkwaliteit: Verdeelsleutel = aantal vervuilingeenheden per

Unit Zuiveringsbedrijf Limburg Unit Vergunningverlening en Handhaving Unit Waterschapsheffingen Unit Laboratorium

waterschapsgebied

Toerekening aan Waterkwantiteit / Kering: Unit Waterschapsheffingen

Verdeelsleutel = aantal aanslagen per Waterschap

De bepaling van de hoogte van het Wvo-tarief geschiedt door de waterschappen, die daartoe de door het Waterschapsbedrijf Limburg in rekening gebrachte kosten voor uitvoering van de waterkwaliteitstaak verhogen met de eigen waterkwaliteitskosten uit hoofde van het beheer van het watersysteem. •

Afschrijvingsmethodiek Voor nieuwe investeringen wordt het bestaande beleid gevolgd. Dit betekent dat voor nieuwe investeringen in 2006 en volgende jaren de navolgende afschrijvingstermijnen worden gehanteerd. Omschrijving

Afschrijvingstermijn

Civielbouwkundige werken

25 jaar

Elektromechanische werken

15 jaar

Waterstaatkundige werken

30 jaar

Gebouwen

30 jaar

Automatisering

≤ 5 jaar

Inventaris

10 jaar

Immateriële activa

≤ 10 jaar

Tractiemiddelen

≤ 10 jaar

Op percelen wordt afgeschreven indien deze onderdeel uitmaken van een waterstaatkundig werk. Indien percelen worden aangekocht om strategische reden wordt hierop niet afgeschreven, tot het moment dat dit (eventueel) onderdeel uit gaat maken van een waterstaatkundig werk. Op percelen waarop installaties of gebouwen staan wordt niet afgeschreven. Het voorgaande zijn richtlijnen voor groepen investeringen. Per individueel geval zal beoordeeld worden welke afschrijvingstermijn van toepassing is.



5

•

Doorberekening De doorberekening van de kosten vindt plaats volgens de landelijke BBPverrekeningssystematiek en over de diverse waterschapstaken.

•

Kwijtschelding/oninbaar Ten aanzien van kwijtschelding wordt de bestaande beleidslijn gevolgd. Met betrekking tot de oninbaarheid van belastinggelden wordt de lijn die is vastgesteld bij de begroting 2005, te weten een oninbaarheidspercentage van 0,5%, gehandhaafd voor 2006 en volgende jaren.

•

Post onvoorzien Het bestaande beleid wordt gecontinueerd. Het budget voor onvoorziene uitgaven bedraagt circa 0,4% van het begrotingstotaal.

1.1.2

Externe factoren

De externe uitgangspunten zijn - waar mogelijk - gebaseerd op de ramingen van het Centraal Planbureau (CPB) en de gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). •

Inflatie Uit het overzicht kerngegevens voor Nederland 2002-2005 van het CBS blijkt dat het consumentenprijsindexcijfer over de aangehaalde periode gemiddeld 2,52 % heeft bedragen. Gelet op het feit dat voor de jaren 2004 en 2005 het percentage lager was dan het aangehaalde gemiddelde lijkt een algemeen inflatiepercentage van 2,0 % voor de begroting 2006 realistisch. Ter vergelijking is ook gekeken naar de prognose die het CPB afgeeft voor “intermediair verbruik van de overheid”(dit is de gemiddelde prijsmutatie van de lopende aankopen van goederen en diensten; bijvoorbeeld energie, huisvesting, kantoorartikelen, uitzendkrachten). Het CPB voorspelt voor deze kosten een stijging van 1,5% in het jaar 2006. Na overleg met het CPB over een inschatting van de prijsontwikkeling in 2006 voor overheden, wordt het uitgangspunt van het waterschap om vast te houden aan een inflatiecorrectie van 2% per jaar als reëel beoordeeld; zeker wanneer deze prognose als een constante in het meerjarenperspectief wordt geplaatst. Voor de reguliere kosten wordt voor de begroting en meerjarenraming dan ook gerekend met een algemeen inflatiepercentage van 2,0%.

•

Salariskosten Naast de periodieke verhogingen wordt rekening gehouden met het volgende. De huidige CAO voor het waterschapspersoneel liep tot 1 juni 2004. Over de periode na 1 juni 2004 is landelijk gezien geen akkoord bereikt. Voor 2006 wordt gelet op de CAO-onderhandelingen voor de loonontwikkeling uitgegaan van 3,0%, te weten een structurele salarisverhoging van 1,25 % en een verhoging van de sociale lasten met 1,75 % als gevolg van hogere pensioenpremies en de invoering van de zorgverzekeringswet per 1-1-2006. Voor de jaren 2007-2010 wordt - naast de jaarlijkse periodiek verhogingen - conform de huidige meerjarenraming uitgegaan van een jaarlijkse stijging van 2,0%.



6

Op basis van voorgaande onderdelen is met betrekking tot de ontwikkeling van de kosten uitgegaan van onderstaande percentages. 2006

2007

2008

2009

2010

Kosten/inflatie

2%

2%

2%

2%

2%

Personeelskosten

3%

2%

2%

2%

2%

•

Rekenrente - Rente langlopende leningen De verwachting van de financiële instellingen is dat de rente op langlopende geldleningen voor het jaar 2006, gelet op de te verwachte economische groei en de daarmee samenhangende ontwikkelingen op de gelden kapitaalmarkt, enigszins toeneemt. Op grond van deze veronderstelling is voor langlopende leningen 5% gehanteerd. Voor de jaren 2007 en 2008 wordt gerekend met 5,5% en voor 2009 en 2010 met 6%. - Rente kortlopende leningen De verwachting van de financiële instellingen is dat de rente op kortlopende geldleningen voor 2006 enigszins toeneemt. Op grond van bovenstaande veronderstelling wordt voor kortlopende geldleningen (lees rekening-couranttekorten) 3,5% gehanteerd. Voor de meerjarenraming wordt een percentage van 4% gehanteerd dit in verband met het doorzetten van de verwachte economische groei. - Rente reserves en voorzieningen Over de reserves en voorzieningen wordt alleen rente bijgeschreven, ten laste van de exploitatie, wanneer koopkrachtbehoud noodzakelijk is. In de voorkomende gevallen zullen de inflatiepercentages als uitgangspunt dienen.

•

Investeringsniveau In 2004 is het waterbeheersplan Waterschap Peel en Maasvallei 2004-2007 vastgesteld. Dit beheersplan leidt, rekening houdende met de inspanningsverplichtingen zoals opgenomen in de Vierde Nota Waterhuishouding (NW4), het Provinciaal Omgevingsplan e

Limburg (POL); Waterbeleid 21 eeuw (WB21) en het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) tot een netto investeringsniveau van gemiddeld € 5.500.000 per jaar. Dit is conform de besluitvorming in de begroting 2005. Het totale beleid is op investeringsniveau concreet gemaakt in het concept meerjaren investeringsplan 2006 (MIP) dat u samen met de begroting ter vaststelling wordt aangeboden. Het meerjaren investeringsplan vormt de basis voor de berekende kapitaallasten in de begroting en de meerjarenraming. Om een gelijkmatige doorwerking te krijgen van de kapitaallasten in de tarieven, zal in de meerjarenraming uit worden gegaan van een gemiddeld netto investeringsniveau van € 5.500.000 per jaar. In jaren van afwijking van jaargemiddelde en/of het voortschrijdende jaargemiddelde zullen maatregelen worden getroffen om de gelijkmatige doorwerking in de tarieven te waarborgen. Een en ander in lijn van het IWBP en behandeling/besluitvorming rondom de nota Visie & Strategie.



7

1.2

De begroting 2006 en de Meerjarenraming 2006-2010 in perspectief

1.2.1

Begroting 2006

De financiële uitkomsten van de begroting 2006 op basis van voorgaande uitgangspunten kunnen als volgt worden weergegeven. Kosten / Opbrengsten

2006

Kosten Opbrengsten Heffingopbrengsten: · Waterkwantiteitsbeheer

€ €

14.285.259

·

Waterkeringszorg

€

718.570

·

Waterkwaliteitsbeheer

€

27.865.717

Correctie op heffingopbrengsten: Kwijtschelding -/-

€

438.276

€

211.100

Oninbaarverklaring

-/-

€

Overige opbrengsten Totale opbrengsten

€

€

48.077.559

€

48.077.559

42.869.545

649.376-

5.857.390

Exploitatieresultaat

€

-

Het totaal van de voor 2006 geraamde kosten bedraagt € 48.077.559 en is gelijk aan het totaal van de geraamde opbrengsten, waardoor een sluitende begroting 2006 wordt gepresenteerd. Deze sluitende begroting leidt tot de navolgende wijzigingen in de totale opbrengsten van de waterschapsbelastingen: •

Omslag voor de taak waterkwantiteit

•

Omslag voor de taak waterkering

•

Verontreinigingsheffing

+ 6,5% -/- 53,6% + 3,6%

De voornoemde percentages zijn niet representatief voor de individuele aanslagen en ook niet gelijk aan de tariefswijzigingen 2006 voor de te onderscheiden categorieën. Het belastingvolume stijgt als totaal met 2,43%. De daling van de omslag voor de taak waterkering ontstaat met name doordat in de begroting 2006 is rekening gehouden met het te ontvangen bedrag van € 3.000.000 inzake nadeelcompensatie waterkering. De begroting 2006 is er op gericht om de gestelde beleidsdoelen in de reeds vastgestelde beleidskaders te realiseren. De begroting is een vertaling van hoe door de inzet van middelen (in ruime zin), die doelen gerealiseerd moeten worden.



8

Er zal jaarlijks begrotingsruimte gecreëerd moeten worden om te kunnen blijven investeren teneinde de doelen ook daadwerkelijk te kunnen halen. 2 Uit het Meerjareninvesteringsprogramma 2006-2010 blijkt welke investeringen bij moeten dragen in de realisatie van de gestelde doelen. Er is sprake van interne en externe investeringen. De interne investeringen zijn voornamelijk gericht op de bedrijfsprocessen met als doel om de kwaliteit van de producten (output) te verbeteren en te waarborgen. De externe investeringen zijn gericht op concrete externe projecten. In de navolgende hoofdstukken zal hier nader op in worden gegaan. Nadat in 2004 de waterschapslasten fors waren verhoogd – dit betrof een inhaalslag na jaren ingeteerd te hebben op het vermogen – zijn de lastenverhogingen voor 2005 beperkt gebleven tot ca 2,5%. De tariefswijzigingen voor 2006 laten een uiteenlopend beeld zien. Enerzijds vanwege aangepaste actuele driejaargemiddelden voor de directe kostentoedeling volgens de vastgestelde kostentoedelingsverordening (waterkwantiteit), en anderzijds vanwege de inzet van de nadeelcompensatiegelden (waterkering). Daarnaast zijn er binnen de kwaliteitstaak een aantal externe ontwikkelingen die ons ten aanzien van de tariefsontwikkeling van de verontreinigingsheffing zorgen baren. We noemen de stijging van de energiekosten en de daling van het aantal vervuilingseenheden in ons beheersgebied. Met een extra inspanning hebben we de tariefsstijgingen voor 2006 zoveel mogelijk proberen te beperken. In hoofdstuk 2 vindt u een specificatie van de begroting 2006 naar kosten en opbrengsten. In hoofdstuk 3 vind u de toelichting op de activiteiten die wij in 2006 hebben gepland.

2 Zie bijlage I: MIP 2006-2010 Waterschap Peel en Maasvallei


9

1.2.2

Tarieven 2006

Voor opstelling van de begroting 2006 heeft de eerder opgestelde nota met uitgangspunten voor de begroting 2006-2010 gediend. Ten opzichte van de primitieve begroting 2005 zijn de netto kosten en basis voor het belastingvolume met € 1.016.000 (2,43%) gestegen. Bij de vaststelling van de uitgangspunten voor de begroting 2006 was uitgegaan van een stijging van het belastingvolume ter grootte van 4,6%. Een analyse op hoofdlijn van de wijzigingen levert het volgende beeld op: •

Taak waterkwantiteit.

In vergelijking met 2005 stijgt het belastingvolume met circa 6,5 procent. De stijging wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een stijging van de loonkosten, de kapitaallasten van het investeringsprogramma 2005 die voor het eerst volledig op de begroting drukken. Daarnaast nemen de lasten in vergelijking met 2005 toe vanwege de lasten van het investeringsprogramma 2006 en budgetverhogingen. Om de stijging van de kapitaallasten te beperken hebben wij een gedeelte van de saldi-/egalisatiereserve waterkwantiteit ingezet om diverse oude investeringen af te boeken om eenmalig een verlaging van de jaarlijkse kapitaallasten met circa € 200.000 te realiseren. Dit is een eenmalige afboeking die structureel een voordeel oplevert. De mogelijkheid hiertoe bestaat omdat de egalisatiereserve waterkwantiteit zich boven het afgesproken streefniveau bevindt (nota reserves en voorzieningen).

WATERKWANTITEIT

2004

2005

2006 % Wijziging 2006 vs 2005

€

22,19 €

22,66 €

22,81

0,66%

€

0,72 €

0,57 €

0,59

3,51%

€ € €

115,87 € 48,28 € 9,66 €

119,26 € 49,69 € 9,94 €

127,03 52,93 10,59

6,52% 6,52% 6,54%

Ingezetenen Per ingezetene (woonruimte) is het tarief Gebouwd Per schijf OZB (€ 2.268,-) is het tarief Ongebouwd klasse 1 klasse 2 klasse 3

Conform de kostentoedelingsverordening zijn de direct toe te rekenen kosten naar de te onderscheiden categorieën opnieuw berekend voor 2006. Het gaat hierbij om kosten die een rechtstreeks verband houden met de verschillende categorieën. We noemen verkiezingskosten (ingezetenen), bijdrage in WOZ-taxatiekosten gemeenten (gebouwd) en kosten van het kadaster (ongebouwd). De directe kostentoerekening voor de categorie ingezetenen is fors gedaald terwijl de directe kostentoerekening voor de categorie gebouwd fors is toegenomen.



10

• Taak waterkering. Het belastingvolume van de waterkering neemt af met 53,6%. Oorzaak hiervan is de inzet van de gelden die zullen worden ontvangen van de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat (bijdrage nadeel-compensatie). Door het aan de maat brengen van de saldi-/egalisatiereserve waterkering en de reserve voor de bestrijding van 1 hoogwatergolf conform de nota reserves en voorzieningen hebben wij de jaarlijkse storting van € 400.000 uit de waterkeringsbegroting kunnen laten vervallen. Daarnaast wordt over de periode 2006 – 2008 jaarlijks, middels een tariefverlaging, € 463.848 teruggeven aan de ingelanden, die waterkeringsheffing betalen. Hiermee is een bestuurlijke belofte ingelost. Ook de kapitaallasten voortvloeiende uit de investeringen gedaan in de Maaskades (€ 151.515) worden in de periode 2006-2008 gedekt uit de gelden van de nadeelcompensatie. WATERKERING

2004

2005

2006 % Wijziging 2006 vs 2005

€

36,36 €

36,16 €

16,69

-53,84%

€

1,04 €

0,80 €

0,36

-55,00%

€ € €

€ 612,55 € 12,76 €

€ 612,48 € 12,76 €

284,16 5,92

-53,61% -53,61%

Ingezetenen Per ingezetene (woonruimte) is het tarief Gebouwd Per schijf OZB (€ 2.268,-) is het tarief Ongebouwd Klasse 0 niet betalende klasse vanwege ontbreken belang Klasse 1 verharde oppervlakten ongebouwd, wegen ed. Klasse 2 overige oppervlakten ongebouwd

Door de inzet van de ontvangen gelden uit de nadeelcompensatie kunnen de tarieven waterkering met meer dan de helft worden verlaagd. Alleen de belastingplichtigen binnen het taakgebied waterkering zullen hiervan profiteren. • Taak waterkwaliteit. De stijging van het totale belastingvolume voor de taak kwaliteit bedraagt 3,64%. 2,2% hiervan vloeit voort uit de vastgestelde begroting 2006 van WBL. Als gevolg van een stijging van de energiekosten voor het WBL, zal via een begrotingswijziging het budget van de energiekosten met circa € 2,3 mln. worden verhoogd. WBL neemt hiervan zelf € 800.000 voor haar rekening en WRO en WPM samen € 1,5 miljoen. Voor WPM betekent dit “een energietoeslag” van € 522.000 aanvullend op de reeds vastgestelde WBL begroting. Omdat wij verwachten dat dit bedrag voor de helft een incidenteel karakter heeft, dekken wij de helft van deze extra energiekosten door een onttrekking aan de saldi-/egalisatiereserve kwaliteit. Wvo-HEFFING (KWALITEIT) Tarief per vervuilingseenheid (raming 2006: 580.000)

€

2004

2005

44,54 €

45,57 €

2006 % Wijziging 2006 vs 2005 48,04 5,42%

Per saldo resteert dan een door te berekenen “energietoeslag” in het Wvo-tarief van ca 1%. Het tarief van de Wvo-heffing stijgt met 5,42%. Deze stijging is het gevolg van stijging van de kosten conform de vastgestelde begroting WBL en de WPM “eigen” kwaliteitskosten (ca 2%), de doorberekening van de extra stijging van de energiekosten in het tarief (€ 261.000=1% tariefsstijging) en daarenboven de daling van de belastinggrondslag (-10.000 vervuilingseenheden) waardoor per vervuilingseenheid meer opgebracht moet worden (ca 2,4%). Waterschap Peel en Maasvallei


11

2

BEGROTING NAAR KOSTENSOORTEN EN DE VERMOGENSPOSITIE 2006

De begroting 2006 wordt naar 2 verschillende gezichtspunten gepresenteerd: •

een begroting naar kosten- en opbrengstensoorten conform de comptabiliteitsvoorschriften, beschreven in dit hoofdstuk.

•

Een begroting naar beleidsvelden en beleidsproducten conform de afspraken binnen de Unie van Waterschappen, beschreven in hoofdstuk 3.

2.1

Toelichting op de kostensoorten

Deze paragraaf geeft een korte toelichting op de kostensoorten binnen de exploitatiebegroting van het waterschap naar kosten- en opbrengstensoorten. Het overzicht ziet er als volgt uit:

Omschrijving kostensoort Code

Primitieve begroting 2005

Jaarekening 2004


41 4101 4102 4103 4100

Rente en afschrijvingen Externe rentelasten Interne rentelasten Afschrijvingen van activa Besparing kapitaallasten vanwege vervroegde afschrijving

3.494.432 1.042.730 44.801 2.406.901

4.512.088 1.436.302 282.178 2.793.608

5.438.801 1.673.536 409.945 3.555.320 -200.000

42 4201 4202 4203 4204 4205 4206

Personeelslasten Salarissen huidig personeel en bestuurders Sociale lasten (ABP, soc.verz.instell.) Rechtstr.uitkeringen aan huidig personeel en bestuur Overige personeelslasten Personeel van derden Uitkeringen aan voorm. personeel en bestuurders

7.511.265 5.833.119 1.118.465 2.441 471.802 57.010 28.428

8.194.931 6.327.630 1.210.557 2.500 399.144 200.000 55.100

8.987.499 6.696.507 1.330.452 2.500 701.490 200.000 56.550

43 4301 4302 4303 4304 4305 4306 4307 4308 4309 4310

Goederen en diensten van derden Duurzame gebruiksgoederen Overige gebruiksgoederen en verbruiksgoederen Energie Huren en rechten Leasebetalingen SLB en CBL Pachten en erfpachten Verzekeringen Belastingen Onderhoud door derden Overige diensten door derden

6.469.276 335.140 247.020 234.378 252.667 0 0 133.237 83.207 1.868.376 3.315.251

5.163.480 412.635 343.570 227.711 270.590 0 0 138.822 83.655 1.903.349 1.783.148

5.435.005 418.135 413.074 289.405 314.560 0 0 157.453 95.525 1.795.946 1.950.907

25.606.351 25.142.457 463.894

26.151.698 26.151.698 0

27.259.960 27.259.960 0

0 0

0 0

754.139 754.139

21.704

82.600 0 25.000 57.600

73.600 0 10.000 63.600

2.135.359 1.192.949 0 942.410

646.084 517.894 128.190

128.595 0 128.595

45.238.387

44.750.881

48.077.599

43a Goederen en diensten Waterschapsbedrijf Limburg 4310a Kosten Waterschapsbedrijf Limburg Verevening opbrengsten wvo met WRO 43b Kosten grondwatertaken 4310b Kosten grondwatertaken (excl. Interne doorberekeningen) 44 4401 4402 4403

Bijdragen aan derden Bijdragen aan bedrijven Bijdragen aan overheden Bijdragen aan overigen

21.704

45 Toevoegingen aan voorzieningen/onvoorzien 4501 Toevoeging aan voorzieningen 4502 Onvoorzien Rekening/begrotingsresultaat

Totaal kosten Waterschap Peel en Maasvallei


12

In de tabel worden, conform de comptabiliteitsvoorschriften, de primitieve begroting 2005 en e

2006 met elkaar vergeleken. In de primitieve begroting 2006 zijn de effecten van de 2 bestuursrapportage 2005 verwerkt.

2.1.1

Rente en afschrijvingen

De kosten van rente en afschrijving bedragen € 5.438.801. De afschrijvingskosten bedragen € 3.555.320, en de rentekosten € 2.083.481. Daarnaast is een stelpost opgevoerd voor de verlaging van de kapitaallasten door “oude investeringen” af te boeken (ter waarde van circa € 1,2 mln.) ten laste van de saldi-/egalisatiereserve waterkwantiteit. De mogelijkheid hiertoe bestaat omdat de saldi-/egalisatiereserve waterkwantiteit zich boven het afgesproken streefniveau bevindt (nota reserves en voorzieningen). Investeringen waar op termijn een vervangingsinvestering tegenover staat komen niet in aanmerking. Immers afschrijven is in wezen het reserveren van begrotingsruimte voor het plegen van vervangingsinvesteringen. Hiermee wordt voorkomen dat de bedrijfseconomische continuïteit en financiële stabiliteit wordt ondermijnd. De kosten van rente en afschrijving hebben hoofdzakelijk betrekking op voormalige en geplande investeringsprojecten in materiële activa. Het grootste gedeelte van het investeringsprogramma is gebaseerd op de projecten van het IWBP (gemiddelde omvang € 5.500.000 per jaar). De resterende investeringen zijn investeringen ten behoeve van de bedrijfsvoering en zijn van een meer beperkte omvang. De stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door de kapitaallasten van de investeringen in de uitbreiding van het waterschapshuis (lasten +€ 195.050), uitvoering van de IWBP-projecten (lasten € 494.262) alsook de lasten van de investeringen 1995/1996 in de Maaskades die in 2006 voor het eerst op de begroting drukken (lasten + € 151.515). Daarnaast zorgt het investeringsplan 2006 voor een toename van kapitaallasten van circa € 0,5 mln. in 2006. De jaarlijkse stijging van de kapitaallasten zal zich in de toekomst doorzetten. Mede doordat er elk jaar opnieuw geïnvesteerd wordt en dat de vrijvallende kapitaallasten uit oude investeringen zeer gering zijn (het opgeheven waterschap van vóór de bestelherziening heeft nooit zoveel geïnvesteerd en dus is de uiteindelijke vrijval van kapitaallasten ook gering). Investeringen worden in principe gefinancierd met langlopende geldleningen. De rentekosten worden, middels dezelfde systematiek als de afschrijvingskosten, verdeeld over de relevante producten. Het beleid van het waterschap is gericht op het financieren van activiteiten tegen zo laag mogelijke financieringskosten.



13

2.1.2

Personeelslasten

De geraamde bestuurs- en personeelslasten betreffen alle lasten die verband houden met het huidig en voormalig bestuur en personeel. Hierbij behoren het salaris met vaste toelagen van het personeel en bestuur, de uitkeringen en pensioenen ten behoeve van voormalig personeel en de daarop betrekking hebbende sociale lasten. Voorts behoren hiertoe de uitgaven die voortvloeien uit diverse vergoedingsregelingen. De personeelslasten worden in totaal geraamd op € 8.987.499,- (2005: € 8.194.931). Dit is een stijging van circa € 790.000 en valt als volgt te verklaren: •

stijging van salarissen & sociale lasten van bestuur en personeel (ca € 370.000);

•

inkrimping formatie afdeling Nieuwe Werken en Vergunningen (-1,1 fte ca € 39.000)

•

voorstel tot formatie uitbreiding van 1 fte voor een databeheerder afdeling Beleid, Onderzoek en Advies (€ 50.000);

•

vanuit de nota Visie en Strategie uitwerking van verzwaring van de waterkeringstaak

•

compensatie van de inzet voor de reconstructie (€ 50.000), die gedekt wordt uit de bestaande begroting voor tijdelijke inhuur;

•

opname van een structurele stelpost van € 300.000 voor organisatieontwikkeling;

•

overige daling per saldo € 17.500.

(€ 80.000);

Basis voor de salarisbegroting zijn de functies zoals vastgelegd in het functieboek van Waterschap Peel en Maasvallei. Voor 2005 was de formatie begroot op 146,33 fte (145,33 + 1 fte helpdesk). De begrote formatie 2006 komt rekeninghoudende met het voorgaande uit op 146,33 + 1fte data beheer + 1 fte vanwege verzwaring waterkeringstaak -/- 1,1 fte inkrimping afdeling Nieuwe Werken en Vergunningen = 147,23 fte. De geraamde salariskosten zijn echter gebaseerd op 143,23 fte’s vanwege het niet invullen van 4fte’s binnen de afdeling Onderhoud, Beheer en Toezicht. De salariskosten van alléén de vaste formatie (excl. voorstellen uitbreiding) zijn geraamd op € 5.775.507 ten opzichte van 2005 € 5.571.504. Dit is een stijging van 3,66%. Deze stijging is het resultaat van doorberekening van de 3% indexering voor de dekking van de gevolgen van de nog af te sluiten CAO (conform uitgangspunten), stijging van de periodieken ca 1,5% en de inkrimping van 1,1 fte en overige tezamen een afname van 0,84%. De sociale lasten van de vaste formatie zijn ten opzichte van de begroting 2005 toegenomen met € 121.578 tot € 1.260.310 (+10,7%). Oorzaak hiervan is dat met name de pensioenpremie ten opzichte van de primitieve begroting 2005 in werkelijkheid fors hoger lag dan in de primitieve begroting 2005 was geraamd. Dit komt erop neer dat indien nu de begroting 2006 wordt vergeleken met de raming 2005, de vergelijkingsbasis 2005 veel te laag is waardoor een niet reëel beeld ontstaat van de doorgerekende stijging. Voor de begroting 2006 zijn namelijk de werkelijke sociale lasten 2005 genomen die daarna conform afspraak zijn geïndexeerd. De totale gemiddelde stijging van de salarissen en sociale lasten van de vaste formatie bedraagt 4,85%.



14

2.1.3

Goederen en diensten van derden

De totale kosten van goederen en diensten van derden bedragen € 5.445.005,- en bestaan uit: •

De onderhoudskosten; het uitbestede onderhoud van waterlopen en waterkeringen.

•

De overige diensten door derden, zoals: juridische-, financiële-, technische advisering door derden, contributies, lidmaatschappen en bijdragen aan verenigingen (STOWA en Unie van Waterschappen).

Onderhoudskosten Door de afdeling Onderhoud, Beheer en Toezicht zijn een aantal maatregelen getroffen waardoor een besparing gerealiseerd kan worden op het onderhoud van watergangen e.d. (circa € 154.000). Verder is rekening gehouden met hogere beheerskosten vanwege de uitbreiding van het waterschapshuis. Overige diensten door derden Vanwege benodigde specialistische kennis wordt de uitwerking van een aantal beleidsnotities uitbesteed. Het gaat hierbij om beleidsnotities voor infiltratievoorzieningen, beekherstel, vispassages, waterbodembeheer en dergelijke. De kosten hiervan worden geraamd op € 90.000. Daarnaast zijn de contributies en lidmaatschappen (Unie van Waterschappen, Stowa, Waterschapshuis) toegenomen met € 60.000.

2.1.4

Goederen en diensten van Waterschapsbedrijf Limburg

Deze kostensoort betreffen de kosten van Waterschapsbedrijf Limburg. De kosten van het waterschapsbedrijf bedragen voor 2006 € 27.259.960. Dit is een stijging van € 1.108.262 ten opzichte van 2005 (€ 26.151.698). Een stijging van € 586.262 is conform de vastgestelde WBL begroting. Als gevolg van een stijging van de energiekosten voor het WBL, zal via een begrotingswijziging het budget van de energiekosten worden verhoogd met circa € 2,3 miljoen. WBL neemt hiervan zelf € 800.000 voor haar rekening. Een bedrag van € 1,5 miljoen wordt doorgeschoven naar WPM en WRO. Voor WPM betekent dit “een energie-toeslag” van € 522.000 aanvullend op de reeds vastgestelde WBL begroting. Omdat wij verwachten dat dit bedrag voor de helft een incidenteel karakter heeft, stellen wij voor om de helft van de energiekosten uit een onttrekking aan de saldi-/egalisatiereserve kwaliteit te dekken.



15

2.1.5

Kosten grondwatertaken

Met ingang van 2005 zijn de grondwatertaken van de Provincie overgenomen en ondergebracht in het projectteam grondwatertaken. Met de Provincie is een meerjarige overeenkomst gesloten waarbij er sprake is van een lumpsum financiering door de provincie. Om voortschrijdend inzicht te houden in de kostenontwikkeling en de specifieke dekking daarvan uit de lumpsum, zullen de activiteiten van het projectteam binnen een gesloten exploitatie plaatsvinden. Dit houdt in dat de kosten en baten van de activiteiten van het projectteam 1 op 1 met de specifieke lumpsum zullen worden verrekend. Een en ander via een egalisatievoorziening. Het geheel verloopt dus budgettair neutraal binnen de totale waterschapsbegroting. De directe kosten voor 2006 worden begroot op € 754.139. Voor de facilitering qua huisvesting, ICT en vanwege overheadkosten zal een bedrag van € 119.192 intern in rekening worden gebracht. De totale kosten bedragen voor 2006 derhalve € 873.331. De dekking van deze kosten vindt plaats uit de ontvangst van leges (€ 133.000) wegens vergunningverlening, ontvangst van de provinciale bijdrage 2006 (€ 718.264) en een onttrekking uit egalisatievoorziening grondwatertaken (€ 22.067). Zie voor de dekking van de kosten ook de toelichting bij de opbrengstsoorten.

2.1.6

Bijdragen aan derden

Dit betreft voornamelijk subsidies die het Waterschap verstrekt aan derden. Het merendeel van de subsidies heeft betrekking op de kwaliteitsmaatregelen in oppervlaktewater en de aanpak van diffuse emissie derden. De totale kosten van bijdragen aan derden bedragen € 73.600. Er is een bedrag van € 56.000 opgenomen als bijdrage aan de centrale organisatie van de vervolgfase Kaderrichtlijn Water. Een gedeelte van deze bijdrage wordt aangewend voor Maasbrede onderzoeken waarvan WPM ook voordeel heeft. Daarnaast is er een bijdrage aan de Stichting Dubo geraamd ter grootte van € 7.600 en een bijdrage van € 10.000 in gemeentelijke waterplannen. De Stimuleringregeling Aanpak diffuse bronnen derden is uit hoofde van de vastgestelde nota Visie en Strategie komen te vervallen. Ook de raming van de bijdrage in de kosten van baggeren door derden (2005: € 25.000) is komen te vervallen.

2.1.7

Toevoegingen aan voorzieningen/onvoorzien

Met de storting 2005 in de bestemmingsreserve voor de hoogwaterbestrijding van € 517.894,en de inzet van gelden uit de nadeelcompensatie is de noodzaak van het doen van een storting in de voornoemde reserve niet meer nodig. De raming is derhalve € 0. In de begroting is verder een post ter grootte van € 128.595,- opgenomen ter dekking van onvoorziene kosten, conform de in de nota Reserves en Voorzieningen gemaakte risicobeheersingsafspraken.



16

2.2

Toelichting op de opbrengstensoorten

Deze paragraaf geeft een korte toelichting op de opbrengstensoorten binnen de exploitatiebegroting van het Waterschap, opgenomen in onderstaand overzicht:

Omschrijving opbrengsten

Rekening 2004

Code 81 8101 8102 8103

Financiële baten Externe rentebaten Interne rentebaten Dividenden en bonusuitkeringen

82 Personeelsbaten 8201 Baten i.v.m. salarissen/sociale lasten 8202 Uitlening van personeel 83 8301 8302 8303 8304 8305 8306

Goederen en diensten aan derden Verkoop van grond Verkoop van duurzame goederen Verkoop van overige goederen Opbrengsten uit grond en water Huuropbrengsten uit overige eigendommen Diensten voor derden

84 Bijdragen van derden 8401 Bijdragen van overheden 8402 Bijdragen van overigen 85 8501 8502 8503 8505/6 8507 8508

Waterschapsbelastingen Opbrengst omslag gebouwd Opbrengst ingezetenenomslag Opbrengst omslag ongebouwd Opbrengst verontreinigingsheffing bedrijven en huish. Kwijtscheldingen Oninbaarverklaringen

86 8601 8602 8603

Interne verrekeningen Onttrekkingen aan voorzieningen Onttrekkingen aan reserves Geactiveerde lasten

Totaal opbrengsten

2.2.1



1.539.684 12.573 12.384 1.514.727

1.246.973 0 274.302 972.671

1.344.731 0 343.253 1.001.478

23.066 18.641 4.425

0 0 0

0 0 0

885.209 36.452 0 600 1.760 1.866 844.531

674.214 0 0 0 0 0 674.214

1.762.379 10.000 0 0 0 0 1.752.379

0 0 0

0 0 0

0 0 0

40.112.700 7.938.737 3.856.886 2.808.377 26.233.700 -402.000 -323.000

41.214.424 8.137.814 3.946.593 2.883.262 26.885.863 -429.839 -209.269

42.220.169 8.307.419 3.737.662 2.958.748 27.865.716 438.276211.100-

2.677.728 1.552.192 0 1.125.536

1.615.270 0 0 1.615.270

2.750.320 140.970 926.363 1.682.987

45.238.387

44.750.881

48.077.599

Financiële baten

De financiële baten bedragen € 1.344.731,-. Het overgrote deel hiervan is dividend van de Waterschapsbank. Deze raming is op basis van de gemiddelde uitkering van het dividend over de laatste jaren naar boven bijgesteld. De overige financiële baten betreffen de bespaarde rente vanwege interne financiering (reserves en voorziening). Er bestaat een verband met de kostensoort 4102 interne rentelasten. Het saldo tussen de interne rentekosten en –baten betreft de rentebijschrijving op de reserves en/of voorzieningen. Op basis van de nota reserves en voorzieningen wordt enkel rente bijgeschreven op de saldi-/egalisatiereserves tenzij koopkrachtbehoud van een reserve of voorziening gewenst is.



17

2.2.2

Diensten/bijdragen van derden

De opbrengsten bedragen € 1.752.379. Dit heeft betrekking op opbrengsten uit verkoop van goederen en de diensten voor derden. De baten uit diensten voor derden bestaat voornamelijk uit de bijdrage welke wordt ontvangen voor de muskus- en beverrattenbestrijding, en de opbrengsten uit leges en de bijdrage van de provincie in de grondwatertaken. Deze laatste leidt tot een stijging ten opzichte van 2005 ter grootte van € 718.264. De opbrengsten uit leges vanwege vergunningverlening grondwaterbeheer zijn geraamd op € 133.000.

2.2.3

Interne verrekeningen

Onttrekking aan voorzieningen De onttrekking aan voorzieningen bestaat uit een onttrekking aan de egalisatievoorziening grondwatertaken (€ 22.067) en een bedrag van € 118.903 welke wordt onttrokken aan de voorzieningen vanwege wachtgeld-/pensioenen IZA verplichtingen voormalig bestuurders. Volgens de voorschriften moeten deze laatste met ingang van 2006 uit een te vormen voorziening worden gedekt ter grootte van de toekomstige verplichting. Onttrekkingen aan reserves De onttrekkingen aan de reserves bestaan uit: Saldi-/egalisatiereserve waterkwaliteit €

261.000

Dekking kapitaallasten Maaskades

€

151.515

Belastingteruggave uit nadeelcompensatie

€

463.848

Zoals eerder aangeven zal via een begrotingswijzing het budget voor energiekosten WBL in totaal met € 2,3 mln. worden verhoogd in verband met de forse stijging van de energieprijzen. Een bedrag van € 522.000 hiervan komt voor rekening van WPM. Omdat wij ervan uitgaan dat ongeveer de helft van dit bedrag een incidenteel karakter heeft, onttrekken wij de helft van deze “energie toeslag” uit de saldi-/egalisatiereserve waterkwaliteit. Zoals het zich nu laat aanzien ontvangen wij een bedrag van € 3 mln. als nadeelcompensatie hoogwater. Wij doen het volgende voorstel voor de bestemming van dit bedrag: Nadeelcompensatie hoogwater

Gelden uit nadeelcompensatie (inclusief rentevergoeding)

Sanering eg reserve waterkering+op niveau nota reserves en voorzieningen Bestemmingsreserve hoogwaterbestrijding (kosten van 1 hoogwatergolf) Saldi-/egalisatieres. waterkwantiteit (had bijgedragen in kosten waterkering) Dekking kapitaallasten Maaskades 2006-2008

€ 3.000.000,00

€ € € €

263.000,00 400.000,00 500.000,00 445.454,00 € 1.608.454,00 -/-

Drie jaar lang, 2006-2008, belastingteruggave van afgerond € 463.848

€ 1.391.546,00 -/-

Nog te bestemmen gelden nadeelcompensatie

€



-

18

Als gevolg van het voorgaande wordt derhalve een bedrag € 151.515 en € 463.848 onttrokken aan de bestemmingsreserve nadeelcompensatie. Geactiveerde lasten Het betreft inzet van personeel die geboekt wordt op investeringsprojecten. Deze bedragen € 1.682.987. Het betreft de activering van uren van afdeling Nieuwe Werken en Vergunning die worden besteed aan de investeringsprojecten. Een bedrag van € 7.590 wordt vanwege het specifieke gebruik van dienstauto’s voor het inventarisatieproject WB-21 rechtstreeks toegerekend.

2.2.4

Waterschapsbelastingen

De waterschapsbelastingen bedragen € 42.220.169,-. De totale belastingopbrengsten zijn als volgt samengesteld: •

Omslag waterkwantiteit:

€ 14.143.821

•

Omslag waterkering:

€

•

Verontreinigingsheffing:

€ 27.364.893

711.455

Op de totale belastingopbrengst heeft een correctie plaats gevonden voor wat betreft kwijtschelding en oninbaarverklaring ten bedrage van € 649.376,-.



19

2.3

Financiële positie en weerstandsvermogen

2.3.1

Reserves en voorzieningen

In juli 2005 heeft het AB de nota reserves en voorzieningen WPM vastgesteld. De in deze nota opgenomen voorstellen tot herijking van reserves en voorzieningen is in de begroting 2006 geïmplementeerd en op basis van de huidige inzichten verder geactualiseerd. Het waterschap Peel en Maasvallei beschikt over de volgende reserves en voorzieningen: Reserves: •

Saldi-/egalisatiereserve kwantiteit (geraamde stand 1 januari 2006: € 2.869.242 positief).

•

Saldi-/egalisatiereserve keringen (geraamde stand 1 januari 2006: € 99.512 positief).

•

Saldi-/egalisatiereserve waterkwaliteit (geraamde stand 1 januari 2006: € 2.081.560 positief).

In de nota reserves en voorziening zijn normen opgenomen voor de gewenste hoogte van de saldi-egalisatiereserves. Streefniveau van de saldi-/egalisatiereserves is een hoogte van 7,5% van de nettokosten per taak, waarbij het minimum niveau is bepaald op 5% en het maximumniveau op 10%. Saldi-/egalisatiereserve Waterkwantiteit

Netto kosten Stand bij: Geraamde stand begroting 2006 5% 7,50% 10% 1-1-2006 € 14.285.259,00 € 714.263,00 € 1.071.394,00 € 1.428.526,00 € 2.869.242,00

Waterkering

€

1.333.933,00

Waterkwaliteit

€

28.126.717,00

€

66.697,00

€ 1.406.336,00

€

100.045,00

€ 2.109.504,00

€

133.393,00

€

99.512,00

€ 2.812.672,00

€

1.867.850,00

Op basis van het voorgaande kunnen we concluderen dat: •

de saldi-/egalisatiereserves waterkwantiteit circa € 1,8 mln. boven het streefniveau bevindt (mede vanwege de vrijval van de voorziening kosten WOZ vangnetregeling ca € 1,3 mln. alsmede de teruggave uit de nadeelcompensatiegelden € 0,5 mln.)

•

de saldi-/egalisatiereserve waterkering voldoet aan het streefniveau (door een dotatie uit de nadeelcompensatie gelden);

•

de saldi-/egalisatiereserve waterkwaliteit onder het streefniveau ligt maar nog altijd boven het minimumniveau.

Om een sluitende begroting 2006 te bereiken met een beperkte kostenstijging voor de taak waterkwantiteit wordt voorgesteld een bedrag van ca € 1,2 mln. aan de saldi-/egalisatiereserve waterkwantiteit te onttrekken om “oude” investeringen af te boeken om zodoende de kapitaallasten in de begroting 2006 en meerjarenraming te verlagen. Daarnaast zullen uit de saldi-/egalisatiereserve waterkwantiteit een aantal wettelijke voorgeschreven voorzieningen worden gevormd met betrekking tot wachtgeld-/pensioenen IZA verplichtingen voormalig bestuurders.



20

Om de reeds getroffen voorzieningen voor pensioenen IZA-verplichtingen op niveau te brengen zal een bedrag van € 382.484 onttrokken worden aan de reserve kwantiteit. Door deze maatregelen te treffen komt de reserve kwantiteit uiteindelijk uit tussen de 7,5% en 10% van de nettokosten en beweegt zich daarmee weer tussen de afgesproken marges. Uit de saldi-/egalisatiereserve waterkwaliteit zal in 2006 een bedrag van € 261.000 worden onttrokken ter dekking van het incidentele gedeelte van de “energie-toeslag”. Bestemmingsreserves •

Bestemmingsreserve nadeelcompensatiegelden (geraamde stand 1 januari 2006: € 1.837.000 positief).

•

Bestemmingsreserve hoogwaterbestrijding (geraamde stand per 1 januari 2006: € 400.000 positief).

•

Afkoppelfonds regenwater bebouwd gebied WPM aandeel (geraamde stand per 1 januari 2006: € 148.320)

•

Thema- en gebiedsgerichte plannen (geraamde stand per 1 januari 2006: € 20.002)

•

Limburgbrede projecten (geraamde stand per 1 januari 2006: € 13.287)

•

Reconstructie (geraamde stand per 1 januari 2006: € 85.000)

Uit de bestemmingsreserve nadeelcompensatie worden voor de periode 2006-2008 de bedragen ter dekking van de kapitaallasten Maaskades onttrokken en de belastingteruggaven ten gunste van de waterkeringstarieven. De bestemmingsreserve hoogwaterbestrijding is bedoeld ter dekking van de variabele kosten bij een hoogwatergolf. Conform eerder gemaakt afspraken is de noodzakelijke omvang bepaald op € 400.000. Doordat deze is gevormd uit de nadeelcompensatiegelden is de reguliere storting ten laste van de exploitatie waterkering komen te vervallen. Uit de bestemmingsreserve reconstructie zal in 2006 een bedrag van € 50.000 worden onttrokken om de inzet van eigen personeel ten behoeve van de reconstructie te compenseren. Voorzieningen: •

Egalisatievoorziening kosten grondwatertaken (geraamde stand per 1 januari 2006: € 380.136 positief)

•

Voorziening WOZ-kosten vangnetregeling 1999-2002 (geraamde stand per 1 januari 2006: € 100.000 positief)

•

Afkoppelfonds regenwater bebouwd gebied provinciale bijdrage (geraamde stand per 1 januari 2006: € 136.125 positief)

•

Voorziening wachtgelden voormalig bestuurders (geraamde stand medio 2006: € 175.173 positief)

•

Voorziening pensioenverplichtingen voormalig bestuurders (geraamde stand medio 2006: € 180.558 positief)

•

Voorziening IZA-verplichtingen voormalig bestuurders (geraamde stand medio 2006: € 269.163 positief)

•

Egalisatievoorziening kapitaallasten IWBP-projecten (stand 1 januari 2006: € 0)

Eventuele verschillen tussen kosten en opbrengsten met betrekking tot de grondwatertaken worden met de egalisatievoorziening verrekend. Waterschap Peel en Maasvallei


21

De voorziening WOZ-kosten zal bij het opmaken van de jaarrekening 2005 bijna in zijn geheel vrijvallen ten gunste van de saldi-/egalisatiereserve waterkwantiteit. Deze voorziening is in het leven geroepen ten behoeve van de afrekening van de kosten van de WOZ-taxaties. De omvang van deze voorziening is gebaseerd op de nota’s zoals die door de gemeenten zijn ingediend. Het overgrote deel van deze nota’s is inmiddels beoordeeld door de Waarderingskamer. Uit de uitspraken van de Waarderingskamer blijkt dat de declarabele kosten aanzienlijk lager liggen dan door de gemeenten berekend. In een aantal gevallen is door gemeenten beroep ingesteld tegen deze besluiten van de waarderingskamer. Nu de meeste nota’s betaald zijn resteert in de voorziening een bedrag van € 1,4 mln. Rekening houdend met de nog lopende beroepen, waarvoor een voorziening van € 0,1 mln. noodzakelijk is, valt de resterende € 1,3 mln. van de voorziening vrij. Deze is toegevoegd aan de saldi egalisatie reserve waterkwantiteit. Het bedrag dat nog in de voorziening resteert zal indien nodig aangewend worden voor de afhandeling van de lopende bezwaar-/beroepszaken. Met ingang van 2006 moet voor wachtgeld-/pensioenen IZA-verplichtingen betreffende voormalige bestuurders, een voorziening gevormd worden ter grootte van de verwachte toekomstige verplichting. Voor het bepalen van de toekomstige verplichting zijn standaard rekenmodellen gehanteerd. Tot en met 2005 zijn de jaarlijkse verplichtingen uit de reguliere exploitatie bekostigd. Vanwege de nieuwe regels zullen de kosten in de exploitatie 2006 worden gedekt door een onttrekking aan de betreffende voorziening (€ 118.903). In 2004 is het waterbeheersplan Waterschap Peel en Maasvallei 2004-2007 vastgesteld. Dit beheersplan leidt rekeninghoudende met de inspanningsverplichtingen zoals opgenomen in de Vierde Nota Waterhuishouding (NW4), het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL); Waterbeleid 21e eeuw (WB21) en het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) tot een netto investeringsniveau van gemiddeld € 5.500.000 per jaar. Het Meerjareninvesteringsprogramma vormt de basis voor de berekende kapitaallasten in de begroting en de meerjarenraming. Om een gelijkmatige doorwerking te krijgen van de kapitaallasten in de tarieven, zal in de meerjarenraming uit worden gegaan van een gemiddeld netto investeringsniveau van € 5.500.000 per jaar. In jaren van afwijking van jaargemiddelde en/of het voortschrijdende jaargemiddelde zal de onderuitputting van de kapitaallasten op jaarrekeningbasis met een egalisatievoorziening worden verrekend om een gelijkmatige doorwerking in de tarieven te waarborgen. De voorbedoelde voorziening verschijnt pas bij het opmaken van de jaarrekening 2006.



22

2.3.2

Prognose balans 2006

Als basis voor de berekening van de kapitaallasten voortvloeiende uit de in het verleden gedane investeringen is genomen de staat van vaste activa jaarrekening 2004 genomen (werkelijke uitgaven in 2004) en te nog te verwachten uitgaven investeringsprogramma 2004 en 2005.

2.3.3

Risico’s

Voor de uitvoering van onze taken hebben wij egalisatiereserves in het leven geroepen, waarmee wij op termijn tariefsschommelingen kunnen opvangen. Wij hebben geen voorziening getroffen voor het feit dat onze partners (rijks- en provinciale overheid) te kennen hebben gegeven minder geld beschikbaar te willen stellen voor de uitvoering van onze projecten. Wij blijven het ambitieniveau uit het IWBP nastreven door ons eigen aandeel op niveau te houden. Mocht onverhoopt blijken dat de financiering van onze projecten in gevaar komt dan stellen voor om op dat moment te besluiten tot herprioritering en/of temporisering.

2.3.4

Financiering

Het bedrag van de reserves en voorzieningen wordt aangewend ten behoeve van de financiering van investeringen. Dit levert een besparing op ten aanzien van de rentelasten. Indien reserves en/of voorzieningen worden aangewend, betekent dit een forse stijging van de rentelasten, er zal dan namelijk vreemd geld ( in de vorm van een geldlening) moeten worden aangetrokken, waarvan de rentekosten (aanmerkelijk hoger zijn) volledig ten laste van de exploitatie komen. Het teruglopen van de reserves en voorzieningen vermindert de renteopbrengst. Deze renteopbrengst wordt mede gebruikt als dekking van de begroting. In de eerst komende tijd zal deze bijdrage teruglopen en in de komende jaren als het weerstandsvermogen eventueel vergroot is en de benodigde reserves en voorzieningen weer oplopen.



23

2.4

Treasuryparagraaf

De Wet Financiering decentrale overheden ( Wet Fido) zoals die sinds 2001 geldt, heeft kort gezegd tot doel het bevorderen van een solide financiering en kredietwaardigheid van de decentrale overheden. Om die doelstelling te kunnen toetsen hanteert de wet twee instrumenten: •

De kasgeldlimiet ten behoeve van de beperking van het renterisico op korte (≤ 1 jaar) financiering.

•

De renterisiconorm ten behoeve van de beperking van het renterisico op lange ( > 1 jaar) financiering.

De kasgeldlimiet geeft de grens aan tot welk bedrag lagere overheden hun activiteiten met korte middelen mogen financieren. Voor waterschappen is die limiet bepaald op 23% van het begrotingstotaal. Elk kwartaal wordt de gemiddelde kortgeldschuld van de betreffende maanden getoetst aan de limiet. Voor Waterschap Peel en Maasvallei betekent dit voorschrift dat in 2006 de kortgeldschuld gemiddeld per kwartaal maximaal afgerond € 11.060.000 (23% van € 48.077.599) mag bedragen. Uitgangspunt voor het invoeren van een renterisiconorm is het streven naar een spreiding van looptijden van langgeldleningen met het oog op een beperking van renterisico's. Het bedrag aan aflossingen en het leningsbedrag dat in aanmerking komt voor renteherziening mag in het betreffende jaar de renterisiconorm niet overschrijden. Voor alle decentrale overheden is de renterisiconorm bepaald op 20% van de vaste schuld per 1 januari (= € 6.706.485). Het in 2006 op geldleningen af te lossen bedrag is € 1.818.150 en blijft derhalve ruim binnen de renterisiconorm van € 6.706.485. Gezien het feit dat de vaste geldleningen zijn aangegaan zonder de mogelijkheid tot renteherziening gedurende de looptijd, wordt een laag renterisico gelopen.



24

3

BEGROTING 2006 NAAR BELEIDSVELDEN, PRODUCTEN EN INVESTERINGSPROJECTEN

In dit hoofdstuk is de begroting onderverdeeld naar producten, beleidsvelden en investeringsprojecten. De projecten worden gepresenteerd in de vorm van het Meerjaren Investering Programma (MIP), weergegeven in bijlage I.

3.1

Ondersteunende producten en diensten

ondersteunende beheerproducten

Begroting

Begroting

Rekening

2006

2005

2004

1 2

Centraal management Organisatiebeleid en -beheer

261.592 198.706

250.673 232.710

225.644 162.549

3

Personeelsbeleid en –beheer

199.222

212.366

276.426

4

Kwaliteitszorg-, arbeidsomstandigheden- en milieuzorgbeleid en –beheer (KAM)

153.868

135.626

79.712

5 6

Interne voorlichting Algemeen- bestuurlijke en -juridische

150.727 275.088

102.755 283.395

91.931 252.294

7

ondersteuning Concerncontrol en financieel beleid

149.902

237.761

51.443

8

Meerjarenraming en begroting

105.155

61.727

124.883

9 Management- en bestuursrapportages 10 Financiële informatieverwerking en -voorziening

63.578 366.960

46.477 474.240

37.868 437.298

11 Jaarstukken 12 Informatiebeleid en automatisering

121.190 628.465

102.808 518.731

174.727 641.234

13 Centrale (geo)grafische informatie 14 Huisvesting

807.095 709.769 778.198 1.607.583 1.328.900 1.001.950

15 Interne faciliteiten: receptie, dienstauto’s en tractie

2.212.898 2.082.786 2.004.298 *

Totaal

7.302.029

6.780.724 6.340.455

De ondersteunende producten en diensten worden gemaakt en geleverd ter ondersteuning van de afdelingen bij hun werkzaamheden naar de buitenwereld en voor werkzaamheden van de leidinggevenden in het kader van de organisatiesturing en –beheersing. De kosten van de ondersteunende producten en diensten worden via de interne kostenverdeling toegerekend aan de verschillende afdelingen (kostenplaatsen) en/of externe producten. Deze kosten worden daarmee verwerkt in de kosten van de beleids- en beheersproducten. *

*

In de jaarrekening 2004 zijn de kosten van dienstauto’s en tractie abusievelijk niet meegenomen in de presentatie van de post Interne faciliteiten.



25

3.1.1

Centraal management

Dit product omvat de activiteiten die betrekking hebben op het op centraal niveau leiding geven aan het ambtelijk apparaat alsmede de (secretariële) ondersteuning daarvan.

3.1.2

Organisatiebeleid en –beheer

De doorontwikkeling die onze organisatie in 2006 onder leiding van de nieuwe secretarisdirecteur moet gaan maken, zal zijn effect hebben op het ondersteunende product organisatiebeleid- en beheer. Met name wordt aandacht besteed aan het formuleren van noodzakelijke beleidskaders. Naast de doorontwikkeling zal in 2006 een integriteitsbeleid opgesteld en geïmplementeerd worden. Dit project omvat méér dan alleen het opstellen en bekendmaken van regels op het gebied van integriteit. Bestuur en ambtelijk apparaat moeten zich bewust zijn van de noodzaak van integer handelen. Bij de invoering en uitvoering van dit project zal gebruik gemaakt worden van reeds ontwikkelde codes en van ervaringen die elders opgedaan zijn.

3.1.3

Personeelsbeleid en –beheer

Ook binnen dit product zal het effect zichtbaar worden van de doorontwikkeling van onze organisatie. Daarnaast zal de nieuwe CAO, de invoering van de Levensloopregeling en diverse andere ontwikkelingen op het vlak van pensioenen en sociale zekerheid capaciteit van de medewerkers vragen. Deze capaciteit zal deels op het administratieve vlak gevraagd worden en deels op het vlak van consulentschap richting management en medewerkers.

3.1.4

Kwaliteitszorg- arbeidsomstandigheden- en milieuzorgbeleid en –beheer

In verband met de ingebruikname van de uitbreiding van het waterschapskantoor wordt een nieuwe risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E) opgemaakt. Dit vormt de basis van een jaarplan Arbo. Tevens wordt de opstelling van een Arbo-beleidsplan afgerond. In het kader van de doorontwikkeling van de organisatie wordt voorzien in het maken van een start met kwaliteitszorg.

3.1.5

Bestuurlijke en juridische zaken

Buiten de dagelijkse bestuurlijke en juridische advisering en ondersteuning, zal in 2006 een start gemaakt worden met het invoeren van een systeem van juridische controlling. Beoogd wordt dit voor een vijftal primaire processen in te voeren. Daarnaast wordt de bestuurlijke en juridische antennefunctie geoptimaliseerd, met name in overleg met de afdeling BOA. Hiermee wordt beoogd tijdig in te kunnen spelen op ontwikkelingen in het kader van en ten gevolge van nieuwe en/of gewijzigde regelgeving.



26

3.1.6

Concerncontrol en financieel beleid

De zich ontwikkelende informatievraag vanuit de organisatie op het vlak van financiën legt een toenemende druk op de financieel consulenten. Met de invoering van het nieuwe financieel managementinformatiesysteem (Coda) per 1 januari 2006, wordt beoogd de informatieverstrekking te verbeteren.

3.1.7

Meerjarenraming en begroting

In 2005 is de aanzet gemaakt voor het maken van een omslag naar een outputgerichte begroting. Het begrotingsproces is hiertoe aangepast. De eerste resultaten hiervan zullen zichtbaar worden in de begroting 2007 en het daartoe te doorlopen proces.

3.1.8

Management- en bestuursrapportages

Beoogd wordt een betere afstemming te realiseren tussen de planning van de oplevering van de producten en de bestuurlijke planning. Dit is met name ook noodzakelijk nu het aantal vergaderingen van het Algemeen Bestuur terug gebracht is tot 4. De oplevering van de cijfers ten behoeve van de rapportages zal voor de eerste maal plaatsvinden via het nieuwe financieel managementinformatiesysteem.

3.1.9

Financiële informatieverstrekking en –voorziening

Na een intensieve voorbereiding zal per 1 januari 2006 het nieuwe financieel managementinformatiesysteem Coda operationeel zijn. Ook in 2006 zullen nog werkzaamheden verricht moeten worden om de invoering te vervolmaken. Het beschikbare budget voor de invoering van Coda biedt hiertoe ruimte. Het voornemen bestaat om in 2006 te starten met de voorbereiding voor het digitaliseren van de verwerking van facturen.

3.1.10 Jaarstukken In 2005 is een belangrijke verbetering in de totstandkoming van de jaarstukken gerealiseerd, waardoor de hiervoor benodigde capaciteit verminderd is kunnen worden. Hiermee is in de begroting 2006 rekening gehouden.



27

3.1.11 Informatie en Communicatie Technologie en Gegevensbeheer Een aantal ontwikkelingen op het vlak van ICT en informatievoorziening dienen opgepakt te worden. Gedoeld wordt hierbij op ontwikkelingen in het kader van het Regeringsvoornemen “De Andere Overheid” en ontwikkelingen op het vlak van Basisregistraties. Het project Inventarisatie gegevens WB21 zal in 2006 worden vervolgd. Daarnaast werpt de overgang van een landelijk gegevensinformatiesysteem binnen de waterschappen zijn schaduw vooruit. Op het vlak van ICT en Gegevensbeheer wordt nadrukkelijk bezien waar middels samenwerking (bijvoorbeeld Waterschapshuis en waterbeheerders in Limburg) voordelen bereikt kunnen worden. Voordelen in financiële zin, maar met name ook in kwalitatieve zin.

3.1.12 Huisvesting Eind 2005 wordt de uitbreiding van het waterschapskantoor in gebruik genomen. De uitbreiding van het waterschapskantoor gaat gepaard met een kostenstijging van circa € 312.000. De extra kapitaallasten ten gevolge van de uitbreiding van het waterschapskantoor bedragen circa € 200.000. Daarnaast zijn de budgetten voor energiekosten, verzekeringen en onderhoud verhoogd. Voor het team Facilitaire Zaken zijn met het oog op de uitbreiding van het gebouw de werkprocessen geoptimaliseerd. Tevens is voorzien in de opstelling van een meerjarenonderhoudsplan om een beter inzicht in de kosten van beheer en onderhoud te krijgen.



28

3.2

Begroting naar beleidsvelden

In deze paragraaf wordt de begroting 2006 weergegeven per onderscheiden beleidsveld. In de hier genoemde budgetten zijn de kosten van de ondersteunende producten en diensten (paragraaf 3.1) opgenomen. Ook zijn hierin de kapitaalslasten van eerdere investeringen voor de beleidsvelden verwerkt, zoals de investeringen in projecten Beekherstel. Dit laatste verklaart tevens de grote stijging van de kosten van het beleidsveld inrichting en onderhoud van watersystemen. De bedragen voor de WBL taakvelden (onder kolom 2006 WBL) zijn overgenomen uit de inmiddels met uw instemming vastgestelde WBL begroting 2006. Wel is al verwerkt de eerste begrotingswijziging van WBL voor de verhoogde energiekosten ter waarde van € 522.000. Nieuw opgenomen is het beleidsveld grondwaterbeheer als gevolg van de delegatie van deze taak medio 2005. Een opvallende stijging van het budget zit bij het vergunningenverlening en handhaving keur. Deze wordt verklaard door een juistere toerekening van de kosten naar producten. Er is sprake van een verschuiving van kosten tussen het product Onderhoud Watersystemen en het product Handhaving Keur. De relatief hoge stijging van de kosten voor het beleidsveld Bestuur en Communicatie wordt verklaard door een hogere inzet van eigen uren voor ondersteuning van het Bestuur en een hogere procentuele toerekening van kosten WBL aan dit product. Nr.

Beleidsveld

2.1

Planvorming

2.2

Aanleg en onderhoud van waterkeringen

2.3

Inrichting en onderhoud watersystemen

2.4

Bouw en beheer zuiveringstechnische werken

2.5

Vergunningverlening en handhaving keur

2.6

2004 Rekening

2005 Begroting

2006 Begroting

2006 WPM

2006 WBL

1.119.469

1.777.110

1.790.972

1.677.724

113.248

527.543

705.464

722.323

722.323

0

8.812.320

10.168.134

10.869.943

10.869.943

0

21.014.644

21.238.889

22.320.299

0

22.320.299

445.619

711.398

944.828

944.828

0

Beheersing van lozingen

1.659.750

1.657.303

1.664.930

61.805

1.603.125

2.7

Heffing en invordering

2.976.737

2.916.324

2.787.294

36.055

2.751.239

2.8

Bestuur en communicatie

1.926.811

2.171.019

2.342.619

1.974.906

367.713

0

0

873.331 -873.331

873.331 -873.331

0 0

Overige dekkingsmiddelen Totaal beleidsvelden

687.398 39.170.291

-131.218 41.214.423

-1.223.039 42.220.169

-1.327.375 14.960.209

104.336 27.259.960

Interne rentebaten Dividend / ov.opbr. Diensten voor derden Geactiveerde lasten) Onttrekking reserves / voorzieningen Rekeningresultaat Totaal exploitatie

24.957 1.578.470 844.532 1.125.536 1.552.192 942.410 45.238.388

274.302 972.671 674.214 1.615.270

343.253 1.001.478 1.762.379 1.682.987 1.067.333 0 48.077.599

Grondwaterbeheer Dekkingsmiddelen grondwater


44.750.880


29

In deze begroting zijn ten gevolge van eerdere bestuurlijke besluitvorming, zoals geformuleerd in de nota Visie en Strategie en het K+V onderzoek, de volgende aanvullende begrotingsposten opgenomen: •

stelpost organisatieontwikkeling:

•

verzwaring waterkeringstaak:

€ 80.000

•

databeheer (1,0 fte):

€ 50.000

•

bijdrage WIA en Waterschapshuis:

€ 25.000

•

calam0iteitenbestrijding:

€ 45.000

•

uit te besteden beleidsonderzoek / -evaluatie:

€ 90.000

•

aanschaf kwaliteitsmodules Sobek:

€ 13.000

3.2.1

€ 300.000

Toelichting op beleidsveld Planvorming

Het beleidsveld planvorming bestaat uit twee beleidsproducten, met de bijbehorende omschrijving: •

Eigen plannen: formuleren en vastleggen van het strategisch beleid van het Waterschap voor zowel de reglementaire beheerstaken: waterkeringszorg, watersysteembeheer en zuiveringsbeheer, als de wijze waarop op (dreigende) calamiteiten wordt gereageerd.

•

Plannen van derden: de activiteiten van het Waterschap gericht op het toetsen van, reageren op en beïnvloeden van de beleids(vormende) en ruimtelijke plannen van derden.

Nr.

Beleidsproduct

1 2

Eigen plannen Plannen van derden Totaal

Rekening 2004 388.987 730.482 1.119.469

Begroting 2005 1.005.022 772.088 1.777.110

Begroting 2006 1.054.621 736.351 1.790.972

WPM 2006 941.373 736.351 1.677.724

WBL 2006 113.248 113.248

1. Eigen plannen Waterbeheersplan Er wordt een tussenevaluatie van het Integraal waterbeheersplan 2004-2007 opgesteld. Het doel van deze evaluatie is tweeledig. Enerzijds wordt bekeken in hoeverre de geplande doelrealisatie ook daadwerkelijk zal worden gerealiseerd. Anderzijds vraagt de Kaderrichtlijn Water om een stroomgebiedbeheersplan. Wij stellen voor om de looptijd van het Integraal Waterbeheersplan met 2 jaar te verlengen en zo goed mogelijk te laten aansluiten op de eisen die de Kaderrichtlijn Water vanaf 2009 gaat stellen.



30

Thema- en gebiedsgerichte plannen Jaarlijks wordt bekeken welke thema’s uit het Integraal Waterbeheersplan nadere uitwerking dan wel bijsturing behoeven opgrond van nieuwe ontwikkelingen. In overleg met het Dagelijks Bestuur van WPM wordt een jaarprogramma opgesteld. Ter ondersteuning van met name het WB21 toetsproces en het proces van opstellen van de GGOR, wordt in 2006 gestart met het opstellen van een beheersgebieddekkend hydrologisch grond- en oppervlaktewatermodel. Dit proces wordt afgerond in 2007. Het model kan tussentijds echter al wel ingezet worden. In het model zullen de gegevens uit het inventarisatieproject WB21 direct verwerkt worden tot bruikbare informatie. De Europese Kaderrichtlijn Water schrijft voor dat watergangen in 2015 in een goede chemische en ecologische toestand dienen te verkeren. Dat wordt uitgewerkt in een beheersplan voor het stroomgebied van de Maas (2009). De totstandkoming van het stroomgebiedsplan voor de Maas wordt gezamenlijk opgepakt. Er is een projectbureau gevormd waar alle belanghebbenden in het stroomgebied van de Maas aan deelnemen en een bijdrage aan leveren. Onze bijdrage bedraagt € 56.000. Het projectbureau zal in 2006 waarschijnlijk een pilot uitvoeren in het Tungelroyse beekgebied. In de afgelopen jaren hebben wij veel ervaring opgedaan met het uitvoeren van projecten Beekherstel. Wij stellen voor om een evaluatie uit te voeren naar het rendement van de diverse uitgevoerde maatregelen. Op basis van deze evaluatie verwachten wij de uitvoering van projecten Beekherstel gerichter te kunnen sturen en een hoger rendement te kunnen realiseren. Gewenst Grond en oppervlaktewater regime (GGOR) In 2005 is de uitvoering van grondwatertaken gedelegeerd aan het Waterschap. De taken worden uitgevoerd door een projectgroep die zich bezig houdt met het geven van vergunningen, het handhaven ervan, het opstellen van het GGOR en het begeleiden van de implementatie ervan. Het deelproject GGOR levert in 2006 de volgende producten op: •

het opstellen van het GGOR voor 2 natuurgebieden;

•

een draaiboek voor GGOR natuur;

•

een voorstel voor de wijze waarop binnen het waterschap het opstellen van GGOR’s vorm moet worden gegeven alsmede de implementatie ervan.

Voor de twee natuurgebieden waarin diverse prioritaire natuurgebieden gelegen zijn, wordt in 2006 een uitgewerkte set van maatregelen opgesteld. Hiermee kunnen in de periode tot 2015 de GGOR’s gerealiseerd worden. Op basis van de ervaringen in de twee gebieden zal een besluit genomen worden over een structurele aanpak door middel van een doelgroepenteam landbouw. Het doelgroepenteam zal in 2006 tevens in het kader van Optimaal waterbeheer in de Landbouw stuwenplannen voorbereiden volgens de overeengekomen planning met de provincie. Ook verzorgen zij de instructie en coaching in het kader van Optimaal Waterbeheer in de Landbouw (OWL).



31

Calamiteitenplannen In 2006 wordt het calamiteitenplan aangepast aan de eisen die de Wet op de Waterkering hieraan stelt.

2. Plannen van derden Dit betreft de activiteiten van het waterschap gericht op het toetsten van, reageren op en beïnvloeden van de beleids(vormende) en ruimtelijke plannen van derden, zoals (strategische) plannen van EU, rijk, Provincie en gemeenten, alsmede de beoordeling van o.a. gemeentelijke wateren rioleringsplannen, plannen van belangenorganisaties en de voorbereiding van inbreng in reconstructieplannen. Watertoets In 2006 zal het proces van de watertoets verder worden geoptimaliseerd. Hierbij wordt ingezet op de grotere initiatieven en worden instrumenten ontwikkeld om de watertoets nog beter en efficiënter te laten verlopen. Zo zal onder andere een model worden ontwikkeld om infiltratievoorzieningen te dimensioneren. Gemeentelijke waterplannen In samenwerking met de gemeente Sevenum wordt een format ontwikkeld om te komen tot een compact en eenvoudig gemeentelijk waterplan, dat beter past bij de behoefte van kleinere gemeenten. Dit format zal vervolgens benut worden voor andere gemeenten met een vergelijkbare problematiek. Naar verwachting wordt in 2006 ook het waterplan Bergen opgestart.



32

3.2.2

Toelichting op beleidsveld Aanleg en onderhoud van waterkeringen

Het beleidsveld aanleg en onderhoud van waterkeringen bestaat uit een drietal beleidsproducten, met de bijbehorende omschrijving: •

Beheersinstrumenten waterkeringen: het opzetten, actueel houden en periodiek controleren van de beheersinstrumenten (legger, beheersregister, toetsing), om de staat van de waterkeringen zichtbaar te maken.

•

Aanleg en onderhoud waterkeringen: het aanleggen en het in stand houden van het waterkerend vermogen van de waterkeringen die in beheer zijn bij het waterschap (kapitaalslasten).

•

Dijkbewaking en calamiteitenbestrijding: het plan- en doelmatig bewaken van de waterkeringen in bedreigende situaties en het (doen of laten) treffen van maatregelen om de waterkerende functie te waarborgen evenals het beperken van de gevolgen van calamiteiten.

Nr.

Beleidsproduct

3

Beheerinstrumenten waterkeringen Aanleg en onderhoud van waterkeringen Dijkbewaking en calamiteitenbestrijding Totaal

4 5

Rekening 2004 46.498

Begroting 2005 61.853


WPM 2006 136.167

164.142

303.640

354.771

354.771

316.903

339.971

231.385

231.385

527.543

705.464

722.323

722.323

WBL 2006

0

3. Beheersinstrumenten waterkeringen De Wet op de waterkeringen zal per 1 januari 2006 ook voor ons waterschap van toepassing zijn. Alle kaden langs de Maas die nu op de legger van waterkeringen staan zullen als dijk/primaire waterkering worden aangemerkt. Wij krijgen vervolgens de zorg voor de dijkringen opgedragen. In de wet is een vijfjaarlijkse toets opgenomen, waarbij op kwaliteit en hoogte ten opzichte van de eenmaal per vijf jaar vast te stellen hoogwaternorm wordt getoetst. De wetswijziging leidt tot een taakverzwaring voor het waterschap. Op grond van deze wet zal een beheerplan waterkeringen, een adequate legger en beheerregister en een calamiteitenplan opgesteld worden. In 2006 zal een actieplan opgesteld wordt om te komen tot een adequate legger en een beheerregister. Ook zullen wij onze organisatie qua aansturing en kwalitatief en kwantitatief gaan aanpassen om aan de wettelijke criteria te kunnen voldoen. De organisatie wordt met 1fte uitgebreid.



33

4. Aanleg en onderhoud waterkeringen De Maaswerken werkt aan de verhoging van de Maaskaden bij Roermond, Venlo en Gennep. Het waterschap stuurt op de bestekken en houdt toezicht op de uitvoering. In 2006 zullen de demontabele dijken worden aangelegd. Voor het waterschap is met de uitvoering van deze taak 1,1 fte gemoeid. Deze inzet wordt door Maaswerken betaald. Nu het beheer en onderhoud van Maaskades in ons gebied per 1-1-2006 onder de werking van de Wet op de waterkeringen valt gelden strenge normeringen die aanmerkelijk verder gaan dan het beheer en onderhoud dat t/m 2005 heeft plaatsgevonden.

5. Dijkbewaking en calamiteitenbestrijding In 2006 richten wij ons op het voorbereiden van de calamiteitenorganisatie, zoals die vereist is ingevolge de Wet op de Waterkering. Het verhogen van de waterkeringen betekent dat het volume aan demontabele wanden toeneemt. Dit leidt tot extra inspanningen bij montage, opslag en transport van de demontabele waterkeringen voor en na Maashoogwater. Arbeidsomstandigheden zullen veranderen doordat staanders hoger worden en er meer schotbalken dienen te worden geplaatst. De huidige hoogwaterloods is te klein. Er is een capaciteitsuitbreiding nodig van 225% tot 2012. Rekening houdend met de reserveruimte voor de sluitkades na 2012 zou dit zelfs kunnen oplopen tot 287%. Uitbreiding op het terrein van de bestaande loods is niet mogelijk. Wij bereiden de verkoop van de oude loodsen en de bouw van een nieuwe loods voor. Wij verwachten deze activiteiten budgettair neutraal te kunnen realiseren, aangezien het Rijk deze investering zal dienen te financieren o.g.v. de Wet op de waterkering en wij de opbrengsten van de verkoop van de oude loodsen inzetten bij de bouw van de nieuwe loods. Tijdelijk zullen wij extra opslagcapaciteit moeten huren in afwachting van het gereedkomen van de nieuwbouw. In 2006 dient de nodige aandacht geschonken te worden aan de inrichting van de bestrijdingsorganisatie, de logistiek en het actualiseren van het calamiteitenplan Maashoogwater. De Wet op de waterkering verplicht het jaarlijks oefenen voor calamiteitensituaties. De aard en de omvang van de oefening dient aan de provincie te worden gerapporteerd. Daarnaast is een integrale oefening van de calamiteitenorganisatie gepland, waarbij alle nieuwe materialen worden getest en opgebouwd. Ook zal een beheersplan calamiteitenmaterieel opgesteld worden.



34

3.2.3

Toelichting op beleidsveld Inrichting en onderhoud van watersystemen

Het beleidsveld inrichting en onderhoud watersystemen bestaat uit een zestal beleidsproducten, met de bijbehorende omschrijving: •

Beheersinstrumenten watersystemen: het voorbereiden, op- en vaststellen evenals onderhouden van instrumenten die het beheer van watersystemen ondersteunen.

•

Aanleg, verbetering en onderhoud watersystemen: aanleg, verwerving en onderhoud van waterlopen en kunstwerken voor de passieve waterbeheersing, inclusief alle kwaliteitsmaatregelen in oppervlaktewater en voorzieningen verwante belangen die daarin worden getroffen.

•

Baggeren van waterlopen en saneren van waterbodems: verwijderen van baggeren saneringsspecie uit watersystemen en indien noodzakelijk dit milieuhygiënisch passend verwerken.

•

Beheer hoeveelheid water: het door middel van regulerende kunstwerken invloed uitoefenen op de hoeveelheid water, het oppervlaktewaterpeil en de waterkwaliteit in het watersysteem.

•

Calamiteitenbestrijding watersystemen: bestrijding van afwijkingen van de gewenste hoeveelheid water dan wel de kwaliteit of ecologische toestand daarvan, voor zover dat niet onder de normale bedrijfsvoering valt.

•

Monitoring watersystemen: het verzamelen, bewerken, verwerken, toetsen, analyseren en rapporteren van meetgegevens voor zowel het waterkwantiteits- als het waterkwaliteitsbeheer (met uitzondering van gegevens over de waterbodems).

Nr.

Beleidsproduct

6

Beheerinstrumenten watersystemen Aanleg, verbetering en onderhoud van watersystemen Baggeren van waterlopen en saneren van waterbodems Beheer hoeveelheid water Calamiteitenbestrijding watersysteem Monitoring watersystemen Totaal

7

8

9 10 11


Rekening 2004 72.501



WPM 2006 410.344

7.221.580

8.263.911

8.371.445

8.371.445

328

29.467

5.421

5.421

333.187

163.663

384.286

384.286

20.953

126.027

97.001

97.001

1.163.771

1.398.535

1.601.446

1.601.446

8.812.320

10.168.134

10.869.943

10.869.943


WBL 2006

0

35

6. Beheersinstrumenten watersystemen Het product beheersinstrumenten watersystemen bestaat uit het beheerregister, de legger en waterakkoorden. In 2006 wordt een waterakkoord met AA en Maas opgesteld. In 2005 is een nieuwe keur ontwikkeld met daaraan gekoppeld een nieuwe legger. De verboden uit de bestaande keur zijn aan een kritische beschouwing onderworpen en er is een eenduidiger zonering gerealiseerd. Om een goed beheer te kunnen voeren is tevens gekozen voor een onderscheid in primaire, secundaire en tertiaire wateren. In 2006 wordt het actualiseren van het beheerregister onderhanden genomen. Hiervoor zijn 960 uren extra geraamd. Daarnaast heeft een zorgvuldiger toerekening van kapitaallasten uit het verleden plaatsgevonden voor een bedrag van € 144.000. 7. Aanleg, verbetering en onderhoud watersystemen Aanleg en verwerving waterlopen Onze prioriteiten liggen bij de herinrichting van beken (met name Tungelroyse beek, Groote Molenbeek, Niers) en bij waterconservering (OWL). Wij werken vanuit een verankering met de streek (reconstructie) en werken steeds intensiever samen met reconstructieprojecten. Wij stemmen onze maatregelen zo goed mogelijk af met gebiedscommissies en proberen waar mogelijk win-win situaties te creëren. In de financiering van het herstelprogramma doen zich een aantal wijzigingen voor in zowel de rijksregelingen als ook de Europese regelingen. De rijksregelingen gericht op het landelijk gebied worden samengevoegd tot 1 regeling, namelijk het Investeringsfonds Landelijk Gebied (ILG). Deze regeling treed per 1-1-2007 in werking. In het kader van ILG moeten provincies 7-jarige contracten sluiten met de uitvoeringspartners. In 2006 zal dit convenant worden gesloten. Uitgangspunt blijft dat de (externe) uitvoeringskosten voor minimaal 50% worden gesubsidieerd. Onderhoud watergangen Het onderhoud en beheer van het watersysteem ligt vast in een onderhoudsplan. Het onderhoud ondersteunt het gewenst peilbeheer, onze waterconserverings- en ecologische doelstellingen. Daarnaast wordt zo kostenefficiënt mogelijk gewerkt. Het onderhoud is uitgewerkt in maaimethodieken per periode. Bij iedere maaimethodiek hoort een uniforme proces- en resultaatsbeschrijving. In 2005 is een onderhoudsmanagementsysteem aangeschaft. Met behulp van dit systeem wordt in 2006 e.v. het maaionderhoud verder geoptimaliseerd. In 2006 gaat de aandacht uit naar het afstemmen van maaimethodieken op de maaiperiode en het beperken van het aantal werkmethodieken. In de begroting 2006 is rekening gehouden met een efficiencywinst ten gevolge van deze maatregelen ter grootte van circa € 150.000 structureel. Nu in de nieuwe keur en legger gewerkt wordt met een primair, secundair en tertiair stelsel van watergangen zal het aantal watergangen in onderhoud en beheer op termijn afnemen. De aandacht zal gericht worden op het onderhoud en beheer van het primaire stelsel. Het secundaire en tertiaire stelsel zal op vrijwillige basis zoveel mogelijk worden overgedragen aan omliggende grondgebruikers. Hierdoor zal de aandacht verschuiven van onderhoud naar beheer.



36

Muskusratten- en Beverrattenbestrijding Muskusratbestrijding is een gedelegeerde taak van het Waterschap. Voor de uitvoering van de taak wordt jaarlijks een bijdrage ontvangen van de Provincie Limburg. Beverratbestrijding is een project van maximaal 5 jaar (2001-2006) met als doel de beverrat in Nederland volledig uit te roeien. De vergoeding voor beverratbestrijding is gebaseerd op het declareren van uren. Het Landelijk Coördinatiecentrum (LCC) voor muskusrattenbestrijding wijst voor de beverratbestrijding jaarlijks een hoeveelheid te declareren vangers toe. Het aantal toegewezen vangers is gestegen van 3 fte naar 7 fte. Verwacht wordt dat de toegewezen capaciteit voor 2006 8 fte zal zijn. De intensivering van de taak wordt opgevangen door het inzetten van uitzendkrachten. De vangsten per uur zijn maatgevend voor het resultaat. Landelijk wordt de norm van 0.25 muskusrattenvangsten per uur gehanteerd. Wij halen deze norm nog niet. Op dit moment worden er 0.31 muskusratten per uur gevangen. 8. Baggeren van waterlopen en saneren van waterbodems Wij bieden de mogelijkheid aan gemeenten om een bijdrage van WPM te vragen voor het verwijderen van ernstig verontreinigde baggerspecie. In de afgelopen 2 jaar heeft geen enkele gemeente van deze regeling gebruik gemaakt. Wij ramen dan ook geen bijdrage, maar trekken vooralsnog de regeling niet in. 9. Beheer hoeveelheid water Het doel van peilbeheer is verdrogings- en vernattingsbestrijding om het gewenste grondgebruik en de intrinsieke waarde van de watergang zo goed mogelijk te ondersteunen. Wij hebben gekozen voor een zgn. kritisch peilbeheer met kleine marges en willen precies de juiste hoeveelheid water leveren. Deze uitvoeringstrategie maakt een attent risicobeheer noodzakelijk. Dit betekent dat wij onze medewerkers hebben geïnstrueerd om zeer alert te zijn en daarnaast een klachtenlijn hebben ingevoerd. Ons streven is erop gericht om klachten binnen 48 uur te verhelpen. In ons gebied staan circa 1000 stuwen, waarvan circa 600 oude stuwen en circa 400 nieuwe stuwen (OWL) en 10 pompgemalen. Op dit moment is de onderhoudstoestand van deze objecten niet bekend. In 2006 wordt een stuwenplan opgesteld en de onderhoudstoestand in beeld gebracht. Via het stuwenboek wordt het peil gereguleerd en het toezicht op het functioneren van de stuw en de standen van de stuwen vindt plaats via geautomatiseerde dataverwerking. Ten gevolge van het project Optimaal waterbeheer in de landbouw (OWL) blijft het stuwenbestand groeien. Ook de invoering van het GGOR-regime heeft consequenties voor de werkwijzen met betrekking tot peilbeheer. Onze medewerkers zullen de agrariër op afstand begeleiden door 1 keer per 2 á 3 jaar bedrijfsbezoeken af te leggen. Het doelgroepenteam landbouw zal de agrariër bekend maken met het doel van optimaal waterbeheer in de landbouw. In 2006 willen wij een koppeling realiseren tussen de geautomatiseerde dataverwerking en het onderhoudsmanagementsysteem.



37

10. Calamiteitenbestrijding watersysteem In 2004 hebben wij een waterwachtdienst ingesteld. Deze functioneert naar behoren. 11. Monitoring watersystemen In 2006 wordt de onderzoeksvisie “Van Meten naar Weten” uitgewerkt en deels geïmplementeerd. Het accent binnen het waterschapsonderzoek wordt verlegd van (vooral) meten naar (meer) interpretatie en meer rapportage ten behoeve van de evaluatie en voorbereiding van beleid en uitvoering. Ook zal nadrukkelijk de integratie van kwaliteits- en kwantiteitsonderzoek voorop staan. Eén van de speerpunten in 2006 bestaat uit het opstellen van een integrale beleidsmonitor 2003-2005, waarin op basis van fysieke gegevens de uitwerking van het beleid wordt geëvalueerd. Ook wordt een stroomgebiedonderzoek van de Schelkensbeek uitgevoerd met als doel het inzicht in het integraal functioneren van het watersysteem op een kleiner schaalniveau te vergroten. Monitoring waterkwaliteit Met name het ecologisch en chemisch onderzoeksprogramma is geëvalueerd en wordt in 2006 uitgevoerd op basis van een nieuwe en meer onderbouwde opzet. Dit zal op de wat langere termijn ook gevolgen hebben voor het analyse pakket voor het laboratorium van WBL. Evenals in 2005 wordt het diatomeeënonderzoek uitbesteed, omdat dit specialistisch werk met de huidige formatie en de huidige faciliteiten niet in eigen huis kan worden uitgevoerd. Verder zal een deel van het macrofauna onderzoek worden uitbesteed om de geplande monitoringsprogramma’s te kunnen uitvoeren en om ruimte te creëren voor analyse en interpretatie van monsters. In 2006 wordt het monitoringsprogramma voor de Kaderichtlijn Water opgesteld en zullen diverse projecten aan een monitor worden onderworpen.



38

3.2.4

Toelichting op beleidsveld Bouw en exploitatie zuiveringstechnische werken.

Het beleidsveld bouw en exploitatie zuiveringstechnische werken bestaat uit een viertal beleidsproducten, met de bijbehorende omschrijving: •

Getransporteerd afvalwater: het door het bouwen, verwerven, beheren, onderhouden en bedienen van transportgemalen en –leidingen mogelijk maken dat afvalwater wordt getransporteerd.

•

Gezuiverd afvalwater: het door het realiseren, overnemen, beheren, onderhouden en exploiteren van rioolwaterzuiveringsinstallaties en IBA–inrichtingen zorgen dat het aangeboden afvalwater wordt gezuiverd.

•

Verwerkt slib: het door het realiseren, beheren, onderhouden en exploiteren van slibverwerkingsinstallaties zorgen dat het zuiveringsslib en de andere restproducten van een RWZI of IBA die voor een eindbestemming worden aangeboden tot een eindproduct worden verwerkt.

•

Afvalwaterbehandeling door derden: het laten verwerken van afvalwater uit het eigen beheersgebied door andere beheerders van rioolwaterzuiveringsinstallaties.

Nr.

Beleidsproduct

12

Getransporteerd afvalwater Gezuiverd afvalwater Verwerkt slib Totaal

13 14

Rekening 2004 5.165.406

Begroting 2005 4.979.171

Begroting 2006 5.347.318

10.942.056 4.907.182 21.014.644

11.299.236 4.960.482 21.238.889

13.103.591 3.869.390 22.320.299

WPM 2006

0

WBL 2006 5.347.318 13.103.591 3.869.390 22.320.299

De activiteiten die gericht zijn op dit beleidsveld worden uitgevoerd door de unit Zuiveringsbedrijf van het Waterschapsbedrijf Limburg en zie hiervoor de begroting van het Waterschapsbedrijf Limburg.



39

3.2.5

Toelichting op beleidsveld Vergunningen en handhaving keur

Het beleidsveld vergunningverlening en handhaving keur bestaat uit een drietal beleidsproducten, met de bijbehorende omschrijving: •

Keur: Maken en onderhouden van de verordening van het waterschap waarin de geen verbodsbepalingen zijn opgenomen ten aanzien van beheer, onderhoud en gebruik van de waterstaatkundige infrastructuur;

•

Vergunning en keurontheffing: regulering op basis van de Keur en andere waterstaatkundige weten regelgeving;

•

Handhaving Keur: toezicht en toepassen van (juridische) middelen gericht op het naleven van de Keur en andere waterstaatkundige weten regelgeving.

Nr.

Beleidsproduct

22 23

Keur Vergunningen en keurontheffingen Handhaving keur Totaal

24

Rekening 2004 17.209 262.071

Begroting 2005 60.053 420.077

Begroting 2006 68.110 390.378

WPM 2006 68.110 390.378

166.339 445.619

231.268 711.398

486.340 944.828

486.340 944.828

WBL 2006

0

22. Keur In 2005 hebben wij een nieuwe keur opgesteld en in procedure gebracht. Wij hebben ernaar gestreefd om zo min mogelijk te verbieden en onze ingelanden zoveel mogelijk ruimte te geven met betrekking tot het gebruik van de watergangen. Ook hebben wij met behulp van de legger de ligging en grenzen van de waterstaatswerken aangegeven en de onderhoudsplichtigen en onderhoudsverplichtingen aangewezen. Resultaat van de nieuwe keur is dat onze ingelanden minder vaak een vergunning of ontheffing nodig hebben om gebruik te kunnen maken van de watergangen. Ten behoeve van een consistente toepassing van de Keur worden beleidsregels vastgesteld. 23. Vergunningen en keurontheffingen Als gevolg van de nieuwe keur en legger hoeven geen vergunningen meer te worden verstrekt voor 600 km secundaire watergangen. In de nota Visie en Strategie is de verwachting opgenomen dat deze ontwikkeling tot een besparing van €100.000 structureel zou leiden. Het vaststellen van beleidsregels leidt tot een efficiencyslag in de vergunningverlening. Tegelijkertijd dienen vanaf 1-1-2006 meldingen van lozingen en onttrekkingen ook in behandeling genomen te worden en te worden geregistreerd. Met ingang van 1-1-2006 wordt 1,1 fte bezuinigd op de capaciteit van vergunningverlening. Een afname van het te verlenen aantal vergunningen leidt ook tot een afname van de leges opbrengsten. Daarnaast is in 2005 besloten om de legeskosten voor instellingen en verenigingen te verlagen. Verwacht wordt dat de legesinkomsten hierdoor met circa € 16.000 afnemen.



40

24. Handhaving keur Het jaar 2005 stond in het teken van de implementatie van het front- (regio’s) en backoffice (binnendienst). Op 1 juni 2005 is dit daadwerkelijk ingevoerd. Conform de afspraken in het inrichtingsplan wordt het eerstelijns toezicht door de regio’s uitgevoerd. In het verleden werden deze activiteiten verantwoord op het product Onderhoud watergangen. Per regio zijn circa 1.200 uren gepland. Voor de administratieve afhandeling van de binnengekomen meldingen zijn circa 2.200 uren gepland. Het totaal aantal geplande uren is gebaseerd op ervaringsgegevens van de afgelopen anderhalf jaar. In 2006 zullen wij een gericht toezichtbeleid gaan formuleren en onze handhaving niet langer ad hoc organiseren. In het verleden was het niet mogelijk om met de bestaande capaciteit naast het afhandelen van het grote aantal meldingen ook een gericht toezicht- en handhavingsbeleid op poten te zetten. Het toezicht en de handhaving zal op basis van de nieuwe keur worden vormgegeven. Wij zullen soepel blijven optreden bij overtredingen die ons bij de uitvoering van onze taak niet direct hinderen. De repressieve handhaving is opgedragen aan het Waterschapsbedrijf Limburg.



41

3.2.6

Toelichting op beleidsveld Beheersing van lozingen

Het beleidsveld beheersing van lozingen bestaat uit een drietal beleidsproducten, met de bijbehorende omschrijving: •

Wet verontreiniging oppervlaktewater (Wvo)-vergunningen en meldingen: regulering op basis van de Wvo en daaruit voortvloeiende of daarmee samenhangende regelgeving evenals daaraan gerelateerde overeenkomsten.

•

Rioleringsplannen en subsidies lozingen: advisering en toetsing van gemeentelijke rioleringsplannen en de beschikking op aanvragen tot een financiële bijdrage voor de sanering van ongewenste puntlozingen op oppervlaktewater, voor de aanleg van een IBA dan wel voor het afkoppelen van verhard oppervlak van de riolering. Aanpak diffuse emissies derden: activiteiten en projecten van waterschappen die uitsluitend zijn gericht op de aanpak van (vaak specifieke) diffuse emissies van derden.

•

Nr.

Beleidsproduct Totaal Wvo-vergunningen en meldingen Handhaving wvo Rioleringsplannen Aanpak diffuse emissies derden Totaal

25 26 27 28

Rekening 2004 445.619 445.740

Begroting 2005 711.398 514.732

Begroting 2006 944.828 493.115

WPM 2006 944.828

852.138 315.519 46.353

873.661 149.219 119.691

966.222 154.629 50.964

10.841 50.964

1.659.750

1.657.303

1.664.930

61.805

WBL 2006 0 493.115 966.222 143.788

1.603.125

De activiteiten die gericht zijn op dit beleidsveld worden uitgevoerd door de unit Vergunningen en handhaving van het Waterschapsbedrijf Limburg en zie hiervoor de begroting van het Waterschapsbedrijf Limburg. 27. Rioleringsplannen Gemeenten hebben een wettelijke verplichting gemeentelijke rioleringsplannen (GRP’s) op te stellen. Hierin wordt opgenomen hoe zij om willen gaan met hun zorgplicht. WPM en WBL zijn hierbij betrokken en zullen de gemeenten houden aan hun opdracht de overeengekomen basisinspanning te realiseren. Daarnaast zullen wij gemeenten vragen uitwerking te geven aan de WB21 uitgangspunten in hun GRP’s. De Kaderrichtlijn Water kent 2 sporen: •

Het terugdringen van het lozen van een dertigtal gevaarlijke stoffen.

•

Het uit watergangen weghalen van stoffen die de ecologische toestand van die watergangen bedreigen. e

Het 2 spoor houdt in dat extra ingezet wordt op het terugdringen van overstorten van de gemeentelijke rioleringsstelsels. Wij voeren zogenaamde OAS-studies (Optimalisatie Afvalwatersysteem Studie) uit. Deze studies hebben tot doel om riolering, afvalwaterzuivering en watersysteembeheer beter op elkaar en op de watersysteemeisen voortkomend uit de Kaderrichtlijn Water (KRW) af te stemmen tegen de maatschappelijk laagste kosten.



42

28. Aanpak diffuse emissies derden De Kaderrichtlijn Water schrijft voor dat een aantal schadelijke stoffen die een negatief effect hebben op de ecologische toestand van de watergang per 2015 zoveel mogelijk uit de watergang verwijderd of geweerd (o.a. via zuivering van afvalwater) dienen te worden. Een deel van deze stoffen is vaak afkomstig van diffuse bronnen. Het bestrijden van diffuse bronnen van verontreiniging door het waterschap is vrijwel onmogelijk en ineffectief. Wij hebben onze koers op dit punt dan ook verlegd van het (financieel) stimuleren van uitvoeringsprojecten naar het beïnvloeden van andere (hogere) overheden. Wij streven er naar om op de uitvoeringspraktijk gerichte reële en haalbare normen in de discussie te introduceren.

3.2.7

Toelichting op beleidsveld Heffingen en invordering

Dit beleidsveld bestaat uit twee beleidsproducten, met de bijbehorende omschrijving: •

Belastingheffing: Het opleggen van aanslagen en het afhandelen van verzoek-, bezwaar- en beroepsprocedures op het gebied van belastingaanslagen.

•

Invordering: Betalingsverwerking, kwijtschelding en (dwang)invorderingsmaatregelen op het gebied van belastingaanslagen.

Nr.

Beleidsproduct

29 30

Belastingheffing Invordering Totaal

Rekening 2004 2.325.241 651.496 2.976.737

Begroting 2005 2.150.129 766.195 2.916.324

Begroting 2006 2.056.068 731.226 2.787.294

WPM 2006 33.560 2.495 36.055

WBL 2006 2.022.508 728.731 2.751.239

De activiteiten die gericht zijn op dit beleidsveld worden uitgevoerd door de unit Waterschapsheffingen van het Waterschapsbedrijf Limburg (zie hiervoor de begroting van het Waterschapsbedrijf Limburg).

3.2.8

Toelichting op beleidsveld Bestuur en communicatie

Het beleidsveld bestuur en externe communicatie bestaat uit twee beleidsproducten, met de bijbehorende omschrijving: •

Bestuur: Alle activiteiten die gericht zijn op het besturen van het waterschap, waaronder de ondersteuning van het bestuur en de ambtelijke voorbereiding van bestuursvergaderingen.

•

Externe communicatie: de centrale en extern gerichte voorlichtende activiteiten van het waterschap.

Nr.

Beleidsproduct

31 32

Bestuur Externe communicatie Totaal


Rekening 2004 1.727.292 199.519 1.926.811

Begroting 2005 1.862.115 308.904 2.171.019

Begroting 2006 2.096.414 246.205 2.342.619


WPM 2006 1.728.701 246.205 1.974.906

WBL 2006 367.713 0 367.713

43

31. Bestuur Het betreft alle bestuurlijke activiteiten die door de bestuurders, inclusief de voorzitter en bestuursorganen van het waterschap ten behoeve van het waterschap worden ontplooid. De kostenstijging voor ondersteuning aan het bestuur is deels een gevolg van een intensivering van het geraamde aantal uren voor bestuursondersteuning (circa € 129.000) en deels een gevolg van de toerekening van kosten van WBL op dit product (circa € 138.000 extra t.o.v. 2005). 32. Externe communicatie Wij communiceren gericht met onze doelgroepen. In 2005 hebben wij hiervoor een vernieuwde website ontwikkeld. In 2006 gaan wij ons mediabeleid aanpassen aan de mogelijkheden die de nieuwe website biedt. Om meer agendasetting bezig te zijn, zal er extra aandacht worden besteed aan issue management. Dit betekent dat het onderhouden van perscontacten planmatiger wordt aangepakt. Ook het onderhouden van relaties met andere stakeholders staat hoog op de agenda. Het team Communicatie verwacht in 2006 meer ondersteuning te moeten leveren aan het bestuur. Aangezien de organisatie een veranderingstraject doorloopt zal ook meer advies gevraagd worden op het gebied van interne communicatie. In 2005 zijn de afspraken over het voeren van externe communicatie tussen WBL en WPM aangescherpt. Dit heeft ertoe geleidt dat in 2006 geen kosten van WBL worden toegerekend aan het product externe communicatie. In 2005 was nog een bedrag van circa € 80.000 toegerekend.

3.2.9

Toelichting op beleidsveld Grondwatertaken

In 2005 is de uitvoering van grondwatertaken gedelegeerd aan het waterschap. De taken worden uitgevoerd door een projectgroep die zich bezig houdt met het geven van vergunningen, het handhaven ervan, het opstellen van de GGOR en het begeleiden van de implementatie ervan. Het reguliere werk bestaat voornamelijk uit vergunningverlening en het beoordelen van meldingen. Daarnaast wordt de overgang van tijdelijke landbouwvergunningen naar permanente vergunningen voor de gebieden waarvoor een GGOR is opgesteld voorbereidt. Medio 2006 zullen voor het eerst permanente vergunningen worden verleend voor landbouwonttrekkingen. Dit zal plaatsvinden voor de gebieden waarvoor het GGOR en het e daaraan gekoppelde toetsingskader is vastgesteld. Dit leidt in de 2 helft van 2006 tot een toename van de inzet van personeel. De kosten hiervan worden vallen binnen de met de Provincie Limburg overgekomen lumpsum. In 2006 wordt een implementatieplan opgesteld, waarin aandacht voor personeel, werkprocessen, functieprofielen, digitaal handboek kwaliteit, milieu en Arbo en procesondersteunende voorzieningen wordt besteed. Ten aanzien van de handhaving zal een Service Level Agreement (SLA) met WBL worden opgesteld.



44

3.3

Toelichting op Investeringsprojecten Watersystemen, Waterkeringen en Bedrijfsvoering

In deze paragraaf worden de investeringsprojecten van het Waterschap Peel en Maasvallei toegelicht. De projecten zijn onderverdeeld in: •

Watersystemen: aanleg verbetering en verwerving van waterlopen en kunstwerken voor de passieve waterbeheersing inclusief alle kwaliteitsmaatregelen in oppervlaktewater en voorzieningen verwante belangen die daarin worden getroffen.

•

Waterkeringen: het aanleggen en het aanpassen van het waterkerend vermogen van de waterkeringen die in beheer zijn bij het waterschap.

•

Bedrijfseigen investeringen: investeringen ten behoeve van de bedrijfsvoering van het waterschap.

3.3.1

Investeringen in Watersystemen

In de begroting 2006 is, conform de gemaakte afspraken in de uitgangspuntennotitie een investeringsvolume opgenomen van gemiddeld € 5,5 mln. De projectprogrammering 2006 kent een netto investeringsvolume van € 3,2 mln. Het netto-investeringsvolume ziet op het saldo van uitgaven en inkomsten (subsidies) van investeringen in de jaarschijf 2006. Bij de berekening van de kapitaallasten wordt uitgegaan van een gemiddelde netto-investering van € 5,5 mln. De opdracht is aanvaard om bij projecten gemiddeld 50% van de bruto investerings-kosten via subsidies te verwerven. In het bijlagenboek vindt u een gedetailleerd overzicht van de meerjaren investeringen in projecten, inclusief een beschrijving van de nieuwe projecten die in 2006 in uitvoering worden genomen. In het navolgende bieden wij op hoofdlijnen inzicht in de stand van zaken rondom watersysteemprojecten. Hierbij maken wij onderscheid in reeds lopende projecten die niet worden toegelicht en de in de in 2006 nieuw op te starten projecten. Ook wordt een overzicht gegeven van de projecten die op de nominatie staan om in voorbereiding genomen te worden.



45

Lopende projecten Onze projecten zijn gerangschikt op basis van de thema’s uit het Integraal Waterbeheersplan. Hierover is geen verdere besluitvorming vereist, aangezien uw Bestuur besluiten tot uitvoering genomen heeft. Beekherstel Een deel van de waterlopen heeft een specifiek ecologische functie. Deze functie is toegekend aan wateren waar zich op korte of op langere termijn levensgemeenschappen zich kunnen ontwikkelen die er van nature thuis horen. Het betreft veelal de oorspronkelijke beken. Onderdeel van beekherstel is ook de zorg voor een hydrologisch herstel. Het huidige beleid is erop gericht om in 2015 een 300 km watergang met een specifiek ecologische functie in een zo natuurlijk mogelijke staat te herstellen. Accent in 2006 ligt op het voortzetten van herstel van watersystemen waar eerder reeds mee is begonnen zoals de watersystemen Groote Molenbeek (trajecten van de beek zelf en van zijbeken zoals Lollebeek), Oostrumse beek (zijbeken), Tungelroyse beek (i.c. Leukerbeek) en een aantal projecten waar reeds afspraken over zijn gemaakt, zoals over de Kabroeksebeek (bestrijden wateroverlast). 2006

BEEKHERSTEL

Bruto uitgaven

Groote Molenbeek herinrichting traject Meerlo-Wanssum Tungelroysebeek fase 2 Herinrichting Herinrichting Wilderbeek en Venlose Molenbeek Herinrichting Blakterbeek/Heesbeemden Herinrichting Elsbeek Herinrichting Eckeltsebeek Reconstructie/Gebiedprogramma's gehele beheersgebied Herinrichting Neerpeelbeek Totaal Beekherstel

€ € € € € € € € €

190.000 200.000 150.000 515.000 15.000 425.000 300.000 20.000 2.044.000

Waterbodems Hiertoe behoort het onderzoek naar en de sanering van sterk verontreinigde waterbodems. Dit speelt voor een belangrijk gedeelte in (het stroomgebied van) de Tungelroyse beek. 2006

TOTAAL WATERBODEMS Tungelroysebeek fase 2 Sanering. Totaal Waterbodems


Bruto uitgaven € €


600.000 600.000

46

Waterconservering

Herstel van natuurlijke/duurzame watersystemen begint met het vasthouden van water in de haarvaten. Maatregelen in dit kader moeten ervoor zorgen dat niet meer water wordt afgevoerd dan noodzakelijk is. 2006

TOTAAL WATERCONSERVERING Diverse projecten Optimaal Waterbeheer


Totaal Waterconservering

630.000 630.000

Wateraanvoer en –afvoer

WPM beschikt over een wateraanvoersysteem, waarbij water uit de Rijkskanalen kunnen worden ingelaten. Wateraanvoer geschiedt primair voor het op peil en watervoerend houden van de beken. Tot deze groep horen ook de maatregelen ter verbetering of herstel van de afvoerfunctie van de waterhuishoudkundige infrastructuur. 2006

TOTAAL WATERAANVOER / -AFVOER Herinrichting Oude Graaf en retentie-voorziening Sterkselse Aa Eeuwselseloop Diversen Totaal Wateraanvoer- / -afvoer

Bruto uitgaven

€ € € €

600.000 1.100.000 1.257.104 2.957.104

Het totaalbedrag voor Lopende projecten bedraagt hiermee: 2006

TOTAAL GENERAAL Totaal Beekherstel Totaal Venherstel en verdrogingsbestrijding Totaal Waterbodems Totaal Waterconservering Totaal Wateraanvoer- / -afvoer Totaal Waterretentie Totaal Rioleringsbeleid en difusse bronnen Strategische grondvoorraad Totaal lopende projecten


Bruto uitgaven € € € € € € € € €

2.044.000 600.000 630.000 2.957.104 6.231.104


47

Nieuwe projecten 2006

Het betreft projecten die in 2006 aan u ter besluitvorming worden voorgelegd en die in 2006 ten uitvoer worden gebracht. Een uitgebreide beschrijving van de nieuwe projecten 2006 vind u in het bijlagenboek.

Beekherstel

De nieuwe projecten betreffen beken waar de specifiek ecologische functie aan toegekend is. Daarnaast betreffen het beken die een bijdrage leveren aan het ecologisch herstel van de Groote Molenbeek, de Tungelroyse Beek en Niers, conform prioritering in het Integraal Waterbeheersplan. Ook zijn in onze planning de gemaakte afspraken met onze partners verwerkt. 2006

BEEKHERSTEL

Bruto uitgaven

Herinrichting Lollebeek Groote Molenbeek herinrichting Venloseweg-Spoorlijn Tungelroysebeek fase 3 t/m 6 Herinrinrichting Herinirichting bovenloop Groote Molenbeek,Boksloot Aalsbeek: Herinrichting Diversen Totaal Beekherstel

€ € € € € € €

125.000 105.000 400.000 200.000 10.000 335.000 1.175.000

Venherstel en verdrogingsbestrijding

Door dalende grondwaterstanden is verdroging van natuur opgetreden. De provincie heeft prioritaire natuurgebieden aangewezen waar met voorrang maatregelen moeten worden genomen voor herstel. Vennen vormen een zeldzaam watertype waardoor de bescherming en het herstel van de karakteristieke vengemeenschappen een hoge prioriteit heeft. Ook andere stilstaande wateren worden tot dit maatregeltype gerekend, zoals Maasmeanders. In 2006 wordt aan uw Bestuur een notitie Venherstel voorgelegd op basis waarvan opnieuw de prioriteit van dit thema zal worden bepaald. Derhalve zijn de meeste projecten Venherstel doorgeschoven naar 2007. Het project Lelieven-Noord kan niet worden uitgesteld, omdat er reeds afspraken zijn gemaakt met de stichting Limburgs Landschap omtrent onze bijdrage aan de projecten Venherstel in de Bergerheide. Het betreft het herstel van een aantal vennen in een gebied van circa 130 hectare, waarvan Lelieven, Wolfsven en Heereven (fase IV) de belangrijkste zijn. 2006

VENHERSTEL EN VERDROGINGSBESTRIJDING

Venherstel Lelieven-Noord Totaal Venherstel en verdrogingsbestrijding


Bruto uitgaven

€ €


75.000 75.000

48

Waterbodems

Over de uitvoering van dit project heeft reeds afzonderlijke besluitvorming plaatsgevonden. 2006

WATERBODEMS

Bruto uitgaven

Tungelroysebeek fase 3 t/m 6 Sanering.

€ €

Totaal Waterbodems

250.000 250.000

Waterconservering

Over de uitvoering van dit project heeft reeds afzonderlijke besluitvorming plaatsgevonden. 2006

WATERCONSERVERING

Bruto uitgaven

Optimaal Waterbeheer in de Landbouw 2006 e.v. Totaal Waterconservering

€ €

490.000 490.000

Wateraanvoer / -afvoer

In verband met de opgetreden wateroverlast is aan de uitwerking van het plan aanpassing Kabroeksebeek hoge prioriteit toegekend. 2006

WATERAANVOER / -AFVOER Aanpassing Kabroeksebeek (Saar) Sarsven/Banen Totaal Wateraanvoer Groote Peel fase 3 Diversen Totaal Wateraanvoer / -afvoer

Bruto uitgaven € € € € €

398.728 465.000 150.000 110.000 1.123.728

Het totaalbedrag voor nieuwe projecten 2006 bedraagt hiermee: 2006

TOTAAL GENERAAL Totaal Beekherstel Totaal Venherstel en verdrogingsbestrijding Totaal Waterbodems Totaal Waterconservering Totaal Wateraanvoer / -afvoer Totaal Waterretentie Totaal nieuwe projecten 2006


Bruto uitgaven € € € € € € €

1.175.000 75.000 250.000 490.000 1.123.728 3.113.728


49

Projecten in voorbereiding voor 2007 e.v.

In 2006 nemen wij een groot aantal projecten in voorbereiding. Het in voorbereiding nemen van deze projecten geschiedt op basis van het mandaat dat aan het Dagelijks Bestuur is verleend.

2006

BEEKHERSTEL

Bruto uitgaven

Loobeek en Afleidingskanaal; herinrichting Groote Molenbeek herinrichting A73-Spoorlijn Herinrichting benedenloop Roode beek Arcen Herinrichting Broekhuizer Molenbeek (Schuitwater-Maas) Herinrichting Lingsforterbeek Herinrichting Leukerbeek fase 2 Herinrichting Roggelsebeek traject Heibloem-Roggel Herinrichting Haelensebeek traject Heythuijsen-Nunhem Herinirichting Kwistbeek Herinrichting Schelkensbeek Herinrichting Benedenloop Panheelderbeek-Meggelveld Totaal Beekherstel

€ € €

150.000 45.378 50.000

€ €

50.000

€ €

50.000 345.378

2006

VENHERSTEL EN VERDROGINGSBESTRIJDING Diversen Totaal Venherstel en verdrogingsbestrijding


90.000 90.000

2006

WATERAANVOER / -AFVOER

Bruto uitgaven

Loobeek en Afleidingskanaal; saneren overstorten, aanleg buffers Buffer en vistrap schouwsmolen Buffers WB 21 Knelpunten WB 21 Knelpunten WB 21 Belfelderbroekloop Totaal Wateraanvoer Groote Peel fase 4 e.v. Diversen Totaal Wateraanvoer / -afvoer


€ €


90.000 90.000

50

Het totaalbedrag voor projecten in voorbereiding 2007 e.v. bedraagt hiermee: 2006

TOTAAL GENERAAL

Bruto uitgaven

Totaal Beekherstel Totaal Venherstel en verdrogingsbestrijding Totaal Wateraanvoer / -afvoer Totaal Rioleringsbeleid en difusse bronnen Totaal projecten in voorbereiding voor 2007 e.v.

€ € € € €

345.378 90.000 90.000 525.378

De totale investering voor de planperiode van het IWBP wordt geraamd op netto € 21,4 mln. (exclusief Wateraanvoer Groote Peel). Dit komt neer op een jaargemiddeld investeringsniveau van € 5,36 miljoen, hetgeen iets lager is dan het maximum van 5,5 miljoen, dat eerder door het bestuur als gemiddeld jaarvolume (maximum investeringsniveau) voor de planperiode van het beheersplan werd aangegeven. Maatregelcategorie uit IWBP

Netto-

Huidige

Inhoudelijk

Prognose

investering

raming

doel IWBP

doelrealisatie

IWBP 2004-

investeringen

2007 Beekherstel

8,7

11,0

Venherstel en verdrogingsbestrijding

2,8

0,6

•

Stilstaand water (vennen)

•

Verdroogd gebied

65 km

70 km

10-24

12

5

294 ha / 5 gebieden

Waterbodems Waterconservering (OWL) Wateraanvoer en -afvoer Waterretentie

1,2

0,8

12,5 km

11,5 km 44.614 ha

0,8

1,2

52.600 ha

3,7 *)

6,3

geen

0,1

0,0

< 175 ha

56 ha

0,1

160 * 2 km

0,5 ha

0 **)

geen

Rioleringsbeleid /diffuse bronnen (Bufferstroken, Afkoppelen, Beperken

2,7

overstorten) Bedrijfseigen investeringen

2,0

Overig

0

1,0 ***)

Totaal

22

20,9

*) **)

Exclusief wateraanvoer Groote Peel à 1,4 mln. (oorspronkelijke raming) Maken onderdeel uit van overige categorieën (bijvoorbeeld stuwen)

***)

Betreft o.a. strategische grondvoorraad, verzamelpost oude projecten

De prognose voor de doelrealisatie komt overeen met de doelstellingen van het IWBP. Voorgesteld wordt om in te stemmen met de investeringsplanning en de geprognosticeerde doelrealisatie.



51

3.3.2

Investeringen Waterkeringen

Wij hebben in 2006 geen nieuwe investeringen gepland.

3.3.3

Toelichting op de Nieuwe investeringen Bedrijfsvoering 2006

Onderstaand het overzicht van de nieuwe investeringen bedrijfsvoering, de uit voorgaande jaren doorgeschoven investeringen en de vervangingsinvesteringen. De vervangings- en bestaande investeringen worden niet toegelicht, aangezien besluitvorming hierover reeds heeft plaatsgevonden.

Naam investering 1.

Vervangen PC’s

2.

Inventarisatie WB21

3.

Vervanging TMX-centrale

4.

Automatische debiet meting Niers

5.

Opstellen actieplan

Vervangings-

Bestaande

investeringen

investeringen

Nieuwe investeringen

63.000 400.000 50.000 50.000 60.000

legger/beheerregister waterkeringen 6.

Ontwikkelingen ICT/GIS

50.000

7.

Implementatie informatiebeveiliging

10.000

8.

Voice logging

11.000

9.

Aanschaf Corsa Webz

10. Vervanging materieel

17.500 419.095

11. Huisvesting buitendienst

Budgettair neutraal

12. Implementatie OMS

75.000

13. Aanschaf industriële laptops

25.000

4. Automatische debietmeting Niers

Het product omvat het vervangen van het huidige eenvoudige meetstation op de grens tussen Nederland en Duitsland, door een modern geavanceerd station dat in alle gevallen (ook tijdens hoogwater) nauwkeurige meetwaarden (minder dan 5% onnauwkeurigheid) levert. Het station zal samen met het Niersverband gesticht, gefinancierd en onderhouden worden. 5. Actieplan Legger / beheerregister waterkeringen

De wet op de waterkeringen wordt waarschijnlijk begin 2006 van kracht. Hierbij zullen alle kaden langs de Maas die nu op de legger waterkeringen staan, als dijk worden aangemerkt en krijgen wij de zorg voor de dijkringen. Daarnaast zal een provinciale verordening van kracht worden, waarin wordt geregeld dat onze legger en het beheerregister aan bepaalde eisen moeten voldoen. In 2006 wordt in afstemming op de eisen van de provinciale verordening een actieplan opgesteld om te komen tot een adequate legger en een adequaat beheerregister.



52

6. Ontwikkelingen ICT en GIS

Diverse nieuwe wettelijke verplichtingen hebben hun invloed op ICT en GIS. Te noemen zijn: Digitale Uitwisseling Ruimtelijke Processen, Basisregistraties, Wet Kenbaarheid Publiekrechtelijke Beperkingen. Daarnaast staat het onderwerp “elektronische dienstverlening” hoog op de overheidsagenda en moet de overgang van GIS-ZES naar IRIS voorbereid worden. 7. Implementatie informatiebeveiliging

In 2005 is een onderzoek uitgevoerd naar de informatiebeveiliging. Hieruit zijn een aantal aanbevelingen voortgekomen die beveiliging van de informatie kunnen verbeteren. Deels betreft het maatregelen op het vlak van beheer van gegevens en informatie en anderzijds betreft het technische voorzieningen die getroffen moeten worden om de betrouwbaarheid en kwaliteit van gegevens beter te borgen. Met deze investering wordt met name ingezet op de technische voorzieningen die getroffen moeten worden. 8. Voice logging

Van de afdeling OBT heeft ons het verzoek bereikt om over te gaan tot een systeem waarmee gesprekken via de telefooncentrale automatisch kunnen worden opgeslagen. (usb, disc). Dit betreft dan met name gesprekken die tijdens calamiteiten gevoerd worden. De achterliggende gedachte hierbij is het kunnen terughoren van gesprekken die in verband met drukte niet meteen kunnen worden afgehandeld. Maar ook in het kader van “bewijsvoering” bij geschillen is deze mogelijkheid van nut. Realisering hiervan vergt een investering van € 11.000. 9. Aanschaf CorsaWebZ

Dit betreft een uitbreiding van het huidige DIVsysteem Corsa met een module die het mogelijk maakt Corsa via intranet te benaderen. Hiermee wordt de toegankelijkheid van de in Corsa aanwezige informatie vergroot en wordt de organisatie een middel in handen gegeven om werkvoorraadbeheersing en afdoening te volgen en informatie uit Corsa te generen. Met de aanschaf hiervan is een bedrag gemoeid van € 17.500. 11. Huisvesting buitendienst

In 2006 richten wij ons op het voorbereiden van de calamiteitenorganisatie op de veranderingen die de invoering van de wet op de waterkering met zich brengt. Het verhogen van de waterkeringen betekent dat het volume aan demontabele wanden toeneemt. Dit leidt tot extra inspanningen bij (de) montage, opslag en transport van de demontabele waterkeringen tijdens maashoogwater. Arbeidsomstandigheden zullen veranderen doordat staanders hoger worden en er meer schotbalken dienen te worden geplaatst. De huidige hoogwaterloods is te klein en voldoet niet aan de geldenden Arbo-normen. Er is een capaciteitsuitbreiding nodig van 225% tot 2012. Rekening houdend met de reserveruimte voor de sluitkades na 2012 zou dit zelfs kunnen oplopen tot 287%. Uitbreiding op het terrein van de bestaande loods is niet mogelijk. Wij bereiden de verkoop van de oude loodsen en de aankoop van een nieuwe loods voor, die groot genoeg is om de nieuwe hoogwatermaterialen te herbergen. De nieuwe materialen voor de bestrijding van hoog water komen op 1 augustus 2006 om de nieuwe bestrijdingsorganisatie op tijd voor het hoogwaterseizoen van de grond te kunnen krijgen. Wij verwachten deze activiteiten budgettair neutraal te kunnen realiseren, omdat de Maaswerken bereidt is een bijdrage te leveren en wij de opbrengsten van de verkoop van de oude loodsen inzetten bij de bouw van de nieuwe loods.



53

12. Implementatie OMS

Om de onderhoudprocessen binnen de afdeling OBT beter te kunnen beheersen en te sturen is het wenselijk deze processen te professionaliseren. In 2005 is hiervoor een onderhoudsmanagementsysteem aangeschaft. In 2006 wordt dit systeem geïmplementeerd en uitgerold over de regio’s. Dit geheel van maatregelen leidt tot een kwaliteitsimpuls in onderhoudswerkwijzen, waardoor het machinepark, de eigen uren, de aannemers en de bijbehorende administratieve organisatie efficiënter benut zullen worden en eventueel deels afgestoten kunnen worden. Vanaf eind 2006 beschikken we over voldoende informatie om middels benchmarking onze efficiency te kunnen beoordelen in relatie tot andere waterschappen en de aannemerij.

3.3.4

Ontwikkeling kapitaallasten 2006-2010

In deze paragraaf vind u een complete overzicht van de investeringen 2006-2010, inclusief de bijbehorende kapitaallasten voor deze periode.

Investeringen en kapitaallasten 2006-2010

De nieuwe investeringen 2006 in projecten Watersystemen, Projecten Waterkeringen en in Bedrijfsvoering, zijn in de vorige paragrafen op hoofdlijnen samengevat. Onderstaand volgen de investeringen en kapitaallasten in meerjarenperspectief. Voor de projectbeschrijvingen op detailniveau verwijzen wij u naar bijlage Ia t/m c.

INVESTERINGEN 2006 - 2010 Naam

KAPITAALLASTEN (€)

Bedrag

14 Projecten NWV

-

15 WB-21

B

€ € € € € € €

2006

5.500.000 5.500.000 5.500.000 5.500.000 5.500.000 100.000 100.000

PROJECTEN WATERSYSTEMEN € 27.700.000

€

2007

16 Maaskaden 1995/1996

€

1.818.181

PROJECTEN WATERKERINGEN €

1.818.181


2010

458.333 151.250

449.166 485.833 151.250

440.000 475.750 485.833 165.000

2.500

15.000 2.750

14.500 15.500

14.000 14.950

430.833 465.667 475.750 513.333 165.000 13.500 14.400

627.333

€ 1.116.250

€ 1.595.534

€ 2.078.483

140.000

€


Bedrag B

2009

137.500


2008

2006

2007

151.515

€

151.515

2008

148.485

€


148.485

2009

145.454

€

145.454

2010

142.424

€

142.424

54

139.394

€

139.394


2 3 4 5 6 7 8 9 10

11 12 13

Bedrag

Jaar

1 Vervangen PC’s

V 2006 2007 2008 2009 2010 Inventarisatie WB21 B 2006 2007 Vervanging TMX-centrale V 2006 Automatische debiet meting Niers N 2006 Opstellen actieplan legger/ beheerregister N 2006 waterkeringen Ontwikkelingen ICT/GIS N Implementatie informatiebeveiliging N 2006 Voice logging N 2006 Aanschaf Corsa Webz N 2006 Vervanging materieël V 2006 2007 2008 2009 2010 Huisvesting buitendienst N 2006 Implementatie OMS N 2006 Aanschaf industriële laptops B 2006 2009

BEDRIJFSVOERING

KAPITAALLASTEN (€) 2006

2007

BEDRIJFSVOERING PROJECTEN WATERSYSTEMEN PROJECTEN WATERKERINGEN TOTAAL GENERAAL


2009

2010

€ € € € € € € €

73.800 104.100 263.000 63.000 104.110 400.000 400.000 50.000

12.075

23.625 20.213

22.575 39.471 37.733

11.025 37.563 73.788 12.390

50.000 6.250

98.000 51.000 12.250

94.000 99.800 11.750

90.000 95.400 11.250

18.304 70.433 24.150 20.475 86.000 91.000 11.250

€

50.000

6.250

12.250

11.750

11.250

11.250

€ €

60.000 50.000

7.500 6.250

14.700 12.250

14.100 11.750

13.500 11.250

13.500 11.250

1.250 1.375 2.188 52.387

2.450 2.695 4.288 102.678 42.419

2.350 2.585 4.113 98.487 83.009 45.396

2.250 2.475 3.938 94.296 79.349 88.834 53.026

2.250 2.475 3.938 90.105 75.689 84.918 103.606 19.793

9.375

18.375

17.625

4.792

9.375

8.958

€ € € € € € € €

10.000 11.000 17.500 419.095 332.700 356.050 407.900 152.250 Budgetair neutraal € 75.000 € €

25.000 25.000

€

3.449.505

€

159.691

€

426.568


2008

605.452

€

16.125

4.375 4.917

9.583

717.751

€

766.095


Bedrag

2006

3.449.505 27.700.000 1.818.181

€ 32.967.686

€

16.875

€

2007

2008

2009

2010

159.691 140.000 151.515

426.568 627.333 148.485

605.452 1.116.250 145.454

717.751 1.595.534 142.424

766.095 2.078.483 139.394

451.206

€ 1.202.387

€ 1.867.156

€ 2.455.709

€ 2.983.972


55

3.3.5

Financieel overzicht meerjarenraming 2006-2010

De meerjarenbegroting 2006-2010 is gebaseerd op de raming 2006. Het meerjarenperspectief is berekend op basis van een inflatiepercentage van 2,0%. Waar mogelijk is rekening gehouden met de nota Visie en Strategie en de structurele en incidentele effecten in de ramingen 2006. Hierbij zij opgemerkt dat een meerjarenraming niet meer is dan het laten zien van een trend in de exploitatieontwikkeling op basis van de huidige inzichten. Ramingen OMSCHRIJVING

Ramingen

Ramingen

Ramingen

Ramingen

2006

2007

2008

2009

2010

2.1

Planvorming

1.790.974

1.826.795

1.863.331

1.900.598

1.938.610

2.2

1. Eigen plannen 2. Plannen van derden Aanleg en onderhoud van waterkeringen

1.054.622 736.352 722.323

1.075.715 751.080 786.769

1.097.229 766.102 852.504

1.119.174 781.424 919.554

1.141.558 797.052 937.945

2.3

3. Beheerinstrumenten waterkeringen 4. Aanleg en onderhoud van waterkeringen 5. Dijkbewaking en calamiteitenbestrijding Inrichting en onderhoud watersystemen

136.167 354.771 231.385 10.869.944

188.890 361.866 236.013 11.037.343

242.668 369.103 240.733 11.208.089

297.521 376.485 245.548 11.382.249

303.471 384.015 250.459 11.609.895

410.344 8.371.445

418.551 8.488.874

426.922 8.608.651

435.460 8.730.824

444.169 8.905.440

2.4

6. Beheerinstrumenten watersystemen 7. Aanleg, verbetering en onderhoud watersystemen 8. Baggeren van waterlopen en saneren van waterbodems 9. Beheer hoeveelheid water 10. Calamiteitenbestrijding watersysteem 11. Monitoring watersystemen Bouw en exploitatie zuiv.techn.werken

5.422 384.286 97.001 1.601.446 22.320.299

5.530 391.972 98.941 1.633.475 22.500.485

5.640 399.811 100.920 1.666.145 22.950.494

5.752 407.807 102.938 1.699.468 23.409.504

5.868 415.963 104.997 1.733.458 23.877.694

2.5

12. Getransporteerd afvalwater 13. Gezuiverd afvalwater 14. Verwerkt slib Vergunningverlening en handhaving

5.347.318 13.103.591 3.869.390 944.828

5.454.264 13.365.663 3.680.558 963.725

5.563.349 13.632.976 3.754.169 1.032.999

5.674.616 13.905.636 3.829.252 1.103.659

5.788.108 14.183.749 3.905.837 1.125.732

2.6

22. Keur 23. Vergunningen en keurontheffingen 24. Handhaving keur Beheersing van lozingen

68.110 390.378 486.340 1.664.930

69.472 398.186 496.067 1.698.228

70.861 406.150 555.988 1.732.193

72.278 414.273 617.108 1.766.837

73.724 422.558 629.450 1.802.174

2.7

25. Wvo-vergunningen en meldingen 26. Handhaving WVO 27. Rioleringsplannen en subsidies lozingen 28. Aanpak diffuse emissies derden Heffing en invordering

493.115 966.222 154.629 50.964 2.787.294

502.977 985.546 157.722 51.983 2.743.039

513.037 1.005.257 160.876 53.023 2.797.900

523.298 1.025.362 164.094 54.083 2.853.859

533.764 1.045.869 167.376 55.165 2.910.936

2.8

29. Belastingheffing 30. Invordering Bestuur en communicatie

2.056.068 731.226 2.342.619

1.997.189 745.850 2.389.472

2.037.133 760.767 2.437.262

2.077.876 775.983 2.486.008

2.119.433 791.503 2.535.728

31. Bestuur 32. Externe communicatie (Nog) niet producten toegerekende lasten

2.096.414 246.205 848.272

2.138.342 251.130 1.797.271

2.181.109 256.153 2.471.292

2.224.731 261.277 3.069.330

2.269.225 266.503 3.549.503

59.857 451.207 603.000 -226.792 -39.000

57.584 1.202.387 576.300 0 -39.000

55.311 1.867.156 587.825 0 -39.000

53.039 2.455.709 599.582 0 -39.000

37.957 2.938.972 611.574 0 -39.000

Algemene opbrengsten (niet BBP gerelateerd)

-1.544.731

-1.447.775

-1.600.397

-1.693.420

-1.979.791

Verlaging kapitaallasten agv vervroegde afschrijvingen Dividend NWB opbrengsten Onttrekking reserves en voorzieningen Vrijval kapitaallasten 2006-2009 (cumulatief) Algemene kosten (niet BBP gerelateerd)

-200.000 -1.001.478 -343.253 122.793

-200.000 -1.001.478 0 -246.297 406.808

-200.000 -1.001.478 0 -398.919 429.223

-200.000 -1.001.478 0 -491.942 1.060.316

-200.000 -1.001.478 0 -778.313 1.081.523

266.751

272.089

277.530

283.081

288.742

83.029 -876.363 438.276 211.100 42.869.545

84.690 -612.333 447.041 215.321 44.702.160

86.384 -610.302 455.983 219.628 46.174.890

88.111 0 465.103 224.021 48.258.494

89.873 0 474.406 228.502 49.389.949

4,27%

3,29%

4,51%

2,34%

44.702.160

46.174.890

48.258.494

49.389.949

Structurele lasten investeringsprogramma t/m 2005 Lasten investeringprogramma 2006-2010 Structurele verhoging budgetten begroting 2006 Incidentele onderuitputting investeringsplan 2006 Ombuiging 1,1 fte NWV

Onvoorzien Saldi kostenplaatsen (terugdraaien activering uren bedrijfsvoeringsinvesteringen) Storting/onttrekking reserves en voorzieningen Verwachte kwijtschelding 2005-2009 Verwachte oninbaarheid 2005-2009 Totale netto kosten en grondslag tariefsheffing Stijging totale netto kosten ten opzichte van voorgaande jaar (kan per taak afwijken!) Totale kosten voor tariefsberekening


42.869.545


56

BIJLAGEN BELEIDSBEGROTING 2006 (ZIE AFZONDERLIJK BOEKWERK) BIJLAGE I

MEERJARENINVESTERINGSPROGRAMMA 2006

BIJLAGE Ia

PROJECTENLIJST BEGROTING 2006 WATERSYSTEMEN

BIJLAGE Ib

INDIVIDUELE PROJECTBESCHRIJVINGEN NIEUWE INVESTERINGEN 2006 WATERSYSTEMEN

BIJLAGE Ic

INDIVIDUELE PROJECTBESCHRIJVINGEN NIEUWE INVESTERINGEN 2006 BEDRIJFSVOERING

BIJLAGE II

BELEIDSBEGROTING WPM 2006 NAAR REGLEMENTAIRE TAKEN

BIJLAGE III

EMU-SALDO

BIJLAGE IV

STAAT VAN PERSONEELSLASTEN 2006

BIJLAGE V

STAAT VASTE ACTIVA 2006

BIJLAGE VI

STAAT RESERVES EN VOORZIENINGEN 2006

BIJLAGE VII

STAAT VASTE GELDLENINGEN 2006

BJLAGE VIII

BEREKENING RENTE-OMSLAGPERCENTAGE

BIJLAGE IX

BEREKENING WATERSCHAPSLASTEN EN HEFFINGEN

BIJLAGE IXa

GEPROGNOTISEERDE TARIEVEN 2006



57

UITGANGSPUNTEN BEGROTING

Recommend Documents