Uitgangspunten begroting 2016 en meerjarenraming 2017-2020 Primair Onderwijs Algemeen beeld primair onderwijs In de begroting voor 2015 was als doelstelling opgenomen de personele verplichtingen in het cursusjaar 2015-2016 te reduceren met 3 fte’s. Deze doelstelling is behaald. Daarnaast blijkt uit de raming 2015 een positief exploitatiesaldo van € 214.000. Dit batig saldo wordt meegenomen in de begroting 2016 en kan aangewend worden in de komende jaren. In het cursusjaar 2016-2017 zullen geen RDDF-plaatsingen plaatsvinden en vallen er geen gedwongen ontslagen. Gezien de ontwikkelingen heerst de verwachting dat er zelfs niet bezuinigd hoeft te worden op het personeelsbestand. In de begroting 2016 is om die reden geen formatiereductie opgenomen. Ten aanzien van de in september 2014 vastgestelde nieuwe CAO PO 2014-2015 kan worden gezegd dat de uitvoering ervan een groot effect heeft gehad op de invulling van het taakbeleid binnen de scholen. Het aantal leerlingen op de SCOPE basisscholen is gestabiliseerd. De verwachting is dat SCOPE in februari 2016 in aanmerking komt voor tussentijdse groei (aantal leerlingen per 1 oktober 2014 + 3% + 13. Is de uitkomst groter dan 98 leerlingen, dan heeft het bestuur recht op tussentijdse formatie-uitbreiding). Ingeschat wordt dat de basisscholen per 1 april 2016 voor plm. 20 leerlingen extra formatie tegemoet kunnen zien. Voor een deel zijn deze gelden al ingezet, omdat op een tweetal scholen het (grote) leerlingenaantal in een kleutergroep dit rechtvaardigde. Hier is dus sprake van voorfinanciering. Per 1 augustus 2015 is SCOPE scholengroep ‘eigenrisicodrager’ (ERD) van de kosten voor de vervanging van ziekte en rechtspositioneel verlof. De hierdoor op basis van historische gegevens verwachte besparing van ongeveer € 200.000 per jaar wordt toegevoegd aan de formaties van de scholen. Door wet- en regelgeving (Wet Werk en Zekerheid) worden besturen gedwongen om in grotere verbanden samen te werken op het terrein van vervangingen. De kosten voor het bestuur van SCOPE scholengroep bedragen € 50.000 en worden verkregen uit de besparing door het eigenrisicodragerschap. Uitgangspunten primair onderwijs Voor het begrotingsjaar 2016 wordt uitgegaan van de leerlingenaantallen op 1 oktober 2014 (schooljaar 2015-2016) en 1 oktober 2015 (schooljaar 2016-2017). Voor de daarop volgende jaren wordt uitgegaan van geprognosticeerde leerlingenaantallen. Een aantal onderzoeken naar het verloop van toekomstige leerlingenaantallen laten zeer tegenstrijdige uitkomsten zien. Het is om die reden raadzaam om niet van de resultaten van één onderzoek uit te gaan. Er zullen nieuwe prognoses worden opgesteld. Huisvesting Oranje Nassauschool Zwammerdam Het dorpsinitiatief om te komen tot een multifunctionele accommodatie (MFA) in Zwammerdam, heeft de gemeente eind 2011 doen besluiten een onderzoek in te stellen naar de realisering van een dergelijke MFA, hetzij in nieuwbouwvorm, hetzij in een
21
aanpassing van bestaande gebouwen. Deze accommodatie zou een combinatie van onderwijs, kinderopvang, dorps- en verenigingsactiviteiten moeten herbergen. Van de 4 te onderzoeken scenario’s heeft het CvB destijds gekozen voor nieuwbouw van de Oranje Nassauschool omdat de school, in overeenstemming met de afschrijvingstermijn van schoolgebouwen, over 10 jaar in aanmerking komt voor nieuwbouw. Het onderzoek is in oktober 2012 afgerond en in november van dat jaar gepresenteerd aan de verantwoordelijke vakwethouders van onderwijs en kleine kernen. De conclusie van het onderzoek luidde dat er geen budget beschikbaar was om het project te realiseren. Er is in 2013 wel een toezegging gedaan om binnen enkele jaren duidelijkheid te verschaffen over deze kwestie. Halverwege 2015 is dit project weer opgepakt in het overleg met de Belangenvereniging Zwammerdam en de gemeente om te komen tot een duurzaam voorstel. Het voornemen van de gemeente is om eind 2015 een document bij het College van B&W te hebben ingediend op grond waarvan de verdere ontwikkeling van de MFA zal kunnen plaatsvinden. Het CvB zal zich onverminderd inzetten voor vervangende nieuwbouw van de Oranje Nassauschool en bij de gemeente hiervoor een aanvraag indienen. Spreidingsplan primair onderwijs Als gevolg van een daling van het leerlingenaantal in de gemeente Alphen aan den Rijn met 2,6%, is onder regie van de gemeente door alle schoolbesturen, sport-, welzijn- en kinderopvangorganisaties in 2012 intensief gewerkt aan de opstelling van een spreidingsplan huisvestingsvoorzieningen primair onderwijs. Dit plan moet gaan voorzien in een adequaat en geoptimaliseerd (multifunctioneel) gebruik van schoolgebouwen. Na optimalisering in de wijk Kerk & Zanen ligt de focus nu op de huisvestingssituatie in de wijk rondom basisschool Het Baken, waarvan is geconstateerd dat de huidige huisvestingscapaciteit te klein is. Voor de rest van de huisvestingscapaciteit wordt nader onderzoek gedaan in verband met het feit dat er mogelijk een grotere daling is van het leerlingenaantal dan tot nu toe is voorzien. Onderhoud huisvesting PO Sinds 1 januari 2015 beschikt het bestuur ook over de middelen voor het groot onderhoud aan de buitenkant van de schoolgebouwen en de terreinen van het primair onderwijs. Het groot onderhoud aan de binnenkant van de schoolgebouwen is al sinds 1997 de verantwoordelijkheid van het bestuur. Voor de uitvoering van dit onderhoud is een voorziening opgebouwd die is gebaseerd op een meerjaren onderhoudsplan (MOP). Aan deze voorziening worden in 2016 ook de middelen voor het groot onderhoud aan de buitenkant van de schoolgebouwen toegevoegd. Het MOP biedt inzicht in het onderhoud van zowel de binnenkant als de buitenkant van de gebouwen. Het MOP beslaat een tijdvak van 10 jaren en wordt jaarlijks geëvalueerd en eventueel bijgesteld. De investeringen die noodzakelijk zijn, zijn opgenomen in de investeringsbegroting.
22
Toelichting primair onderwijs Leerlingenaantal Het aantal leerlingen bedraagt per 1 oktober 2015 2828 (excl. Prisma; 149 lln.) en is hiermee nagenoeg gelijk gebleven in vergelijking met deze peildatum in 2014. Deskundigheidsbevordering personeel Vanuit het budget voor personeels- en arbeidsmarktbeleid (PAB-budget, zie hieronder) worden de kosten voor na- en bijscholing van personeel betaald. De kosten bedragen ongeveer € 130.000 per jaar. De basisscholen dienen per jaar een plan in dat door de clusterdirectie wordt beoordeeld. De eind januari 2016 geplande personeelsdag voor het primair onderwijs maakt deel uit van de deskundigheidsbevordering. De kosten hiervan zijn begroot op € 22.000. Daarnaast is een bedrag van € 125.000 opgenomen waaruit diverse andere vormen van (bovenschoolse na)scholing worden bekostigd, zoals BHV en EHBO. Alle locaties van het primair onderwijs krijgen de beschikking over een AED. Hiervoor is een bedrag gereserveerd van € 45.000. BHV’ers en EHBO’ers worden nog geschoold in het gebruik van de AED. Indien noodzakelijk worden medewerkers gecoacht; ook deze kosten worden geboekt op het bovenschoolse nascholingsbudget. Alle scholen zijn een traject ingegaan om het beleid rondom sociale veiligheid goed neer te zetten. Dit betreft o.a. de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, de relatie met Veilig Thuis, grensoverschrijdend gedrag, intimiderend gedrag, seksuele intimidatie, enz. Budget voor personeels- en arbeidsmarktbeleid (PAB-budget) In de overgang naar de lumpsum financiering is een groot aantal separate budgetten samengevoegd onder de naam PAB-budget. Het gaat hierbij onder meer om subsidies voor nascholing, ouderschapsverlof, gratificaties maar ook voor bijv. schoolbegeleiding. Van dit budget wordt 40% toegevoegd aan de middelen voor de personeelskosten van de scholen. De overige 60% wordt centraal aangewend voor kosten in de personele sfeer en de schoolbegeleiding. Partnerschap in opleiding en ontwikkeling In 2010 is de vierjarige projectperiode van “Opleiden in de school” succesvol afgerond. De samenwerking tussen SCOPE basisscholen en de Marnixacademie in Utrecht wordt voor een periode van zes jaar voortgezet onder de naam “Partnerschap in Opleiding en Ontwikkeling”. De kosten van deze samenwerking worden gedragen door het Ministerie van OC&W, de Marnixacademie en SCOPE scholengroep. Binnen dit Partnerschap worden studenten opgeleid tot leerkracht basisonderwijs. De begeleiding en coaching van de studenten tijdens hun stages wordt verzorgd door mentoren van SCOPE scholengroep die hiervoor een opleiding hebben gevolgd.
23
Een tweede aspect is de samenwerking op het terrein van de schoolontwikkeling: zowel studenten als docenten van de Marnixacademie leveren hieraan hun bijdrage. Studenten werken in werkgroepen of commissies mee op het gebied van onderwijsontwikkeling en studenten en docenten denken en werken mee in leerwerkgemeenschappen. Drie ICO’s (interne coördinator opleidingen) van SCOPE zijn opgeleid om intern mentorencursussen te verzorgen, met als doel dat alle leerkrachten deze cursus hebben gevolgd en voldoende zijn toegerust om de Marnixstudenten adequaat te begeleiden. Dit doel is in 2014 bereikt. In het schooljaar 2015-2016 wordt een studiedag voor SCOPE-ICO georganiseerd en start de voorbereiding om te komen tot blijvende verdieping van het mentorschap. Elf SCOPE scholen zijn gecertificeerde opleidingsscholen van het Partnerschap. In schooljaar 2015-2016 meldt de laatste SCOPE basisschool zich aan voor visitatie die moet leiden tot certificering. Functiemix Het in 2008 tussen het Ministerie van OC&W, de vakbonden en de werkgevers, verenigd in de PO-Raad, gesloten convenant LeerKracht van Nederland, moest leiden tot meer leerkrachten in hogere salarisschalen, vergezeld van de toename van competenties bij deze leerkrachten. De salarisschalen voor leerkrachten in het primair onderwijs worden aangeduid met de letters LA, LB, LC. In 2008 was de verdeling in het basisonderwijs ongeveer 99% LA-leerkrachten en 1% LB-leerkrachten. In 2014 moet dit 58% LAleerkrachten, 40% LB-leerkrachten en 2% LC-leerkrachten zijn. In het (voortgezet) speciaal onderwijs is het streven 92% LB- en 8% LC-leerkrachten. De extra loonkosten zijn door het ministerie van OC&W vergoed in de mate waarin de doelstellingen van het convenant zijn gerealiseerd; het was daarmee dus geen onderdeel van de lumpsum financiering. Een peiling per 1 oktober 2015 liet zien dat de door de overheid bepaalde streefpercentages landelijk niet zijn behaald. Enerzijds is dit te wijten aan de bezuinigingen (het behoud van werkgelegenheid weegt voor veel besturen zwaarder dan de bevordering naar een hogere salarisschaal van “zittende” personeelsleden), anderzijds kiest SCOPE met nadruk ook voor kwaliteit. M.a.w.: niet de door de overheid vastgestelde streefpercentages zijn leidend maar de door SCOPE vastgestelde criteria om door te stromen naar een hogere lerarenschaal. Deze criteria zijn met instemming van de GMR vastgesteld in 2009. Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) SCOPE scholengroep participeert in een convenant met Op Maat en An Noer voor de vormgeving en uitvoering van VVE. De gemeente draagt de verantwoordelijkheid voor de 2en 3-jarigen, de scholen zijn verantwoordelijk voor de 4- en 5-jarigen. Dit betekent een voortzetting van extra bekostiging, o.a. voor de inzet van onderwijsassistenten. De subsidies voor onderwijsachterstanden staan onder grote druk. Om deze reden wordt het convenant steeds slechts voor één jaar verlengd. De gemeentelijke herindeling en de integratie van peuterspeelzaalwerk en kinderopvang spelen een rol bij de toekomstige vormgeving van VVE.
24
Tussenschoolse opvang (TSO) Sinds 2006 zijn schoolbesturen verantwoordelijk voor het verzorgen van overblijfmogelijkheden voor leerlingen. SCOPE scholengroep heeft de TSO niet uitbesteed maar verzorgt deze zelf. De organisatie wordt aangestuurd door twee bovenschoolse coördinatoren en een coördinator per school. De werkzaamheden worden verricht door vrijwilligers die hiervoor een vrijwilligersvergoeding ontvangen conform de fiscale regelgeving. Ouders betalen per overblijfmoment € 2,00. Deze vergoeding is, samen met de vergoeding door de rijksoverheid, kostendekkend voor de gehele TSO organisatie. Omdat SCOPE scholengroep vanaf 2013 geen subsidie voor scholing van overblijfmedewerkers meer van de rijksoverheid ontvangt, zal deze post, evenals de kosten voor de bewijzen van goed gedrag (VOG), in de separate TSO begroting moeten worden opgenomen. De begroting voor 2016 bedraagt ongeveer € 305.500 en is kostenneutraal. Buitenschoolse opvang (BSO) Wetgeving verplicht scholen om tussen 7:30 en 18:30 uur sluitende kinderopvang voor kinderen te bieden. SCOPE scholengroep heeft hiervoor een convenant gesloten met Junis. In 2013 is dit convenant aangepast en opnieuw vastgesteld. Het convenant wordt nu, op basis van een jaarlijkse evaluatie, steeds stilzwijgend verlengd. Er wordt gewerkt volgens het makelaarsmodel; de uitvoering wordt verzorgd door Junis. De scholen dragen slechts de exploitatiekosten van de ruimten die beschikbaar worden gesteld. De kosten hiervan worden niet separaat in beeld gebracht. Ondersteuning Passend Onderwijs De invoering van de Wet Passend Onderwijs heeft een aantal veranderingen in de organisatie teweeggebracht. Vanuit het Samenwerkingsverband Rijnstreek worden middelen naar de aangesloten besturen overgeheveld t.b.v.: coördinatie en uitvoering bepaalde ondersteuningsarrangementen; facilitering voor inzet en deskundigheidsbevordering van Intern Begeleiders; leerlingen in het basisonderwijs met een indicatie; projecten als ‘Octaaf’ (zorggroep JPS). Leerlingbegeleiding Vanwege het stopzetten in 2012 van gemeentelijke subsidie voor leerlingbegeleiding organiseert SCOPE scholengroep de leerlingbegeleiding zelf. Dit heeft tot het besluit geleid om eigen orthopedagogen aan te stellen die zorgdragen voor (handelingsgerichte) leerlingbegeleiding. Twee orthopedagogen zijn actief voor de leerlingbegeleiding en verrichten zelf ook onderzoekstaken. Met ingang van 2015 is met OnderwijsAdvies geen contract meer afgesloten. Er zullen vraaggericht verzoeken worden gedaan aan OnderwijsAdvies om onderzoeken te kunnen laten verrichten. Excellente leerlingen Voortvloeiend uit het project Excellente leerlingen (2009-2012) is het MIKpunt, (Materialen-, Informatie- en Kenniscentrum) in het leven geroepen. De coördinator van MIKpunt is een dagdeel per week beschikbaar om de bijbehorende werkzaamheden uit te voeren. In de bovenschoolse klas ‘Kaleidoscope’ krijgen hoogbegaafde kinderen van groep
25
4 t/m 8 een dagdeel per week aangepast onderwijs aangeboden. Twee leerkrachten werken twee dagen in Kaleidoscope. Kaleidoscope en MIKpunt zijn ondergebracht in de nieuwe dependance van De Rank aan de Nicolaas Beetsstraat. MIKpunt en Kaleidoscope hebben hun eigen website: www.mikpunt.scopescholen.nl. Tevens wordt met de Marnix Academie samengewerkt om het curriculum en de koppeling theorie-praktijk voor de PABO-studenten te versterken. Kinderen In Echtscheiding Situatie (KIES) KIES ondersteunt kinderen, hun ouders en de school bij de ervaringen en problemen die rondom een (echt)scheiding spelen en die veel invloed hebben op de sociale veiligheid en ontwikkeling van het kind. KIES verzorgt trainingen aan de zogenaamde KIES-coaches van de school die kinderen begeleiden die gevolgen ondervinden van een scheiding van hun ouders. De kosten van deze trainingen bedragen € 4.000. Prestatiebox De in de jaren 2012 t/m 2015 door OC&W verstrekte jaarlijkse doelsubsidie voor het opstarten van extra activiteiten ter verbetering van leerprestaties van leerlingen, deskundigheidsbevordering van medewerkers en directies en het ontwikkelen van een goed en effectief HRM-beleid, is in het met OC&W afgesloten bestuursakkoord voor de periode 2015-2020 gecontinueerd. Voor het kalenderjaar 2016 is het subsidiebedrag vastgesteld op € 235.000. Deze bijzondere bekostiging wordt op de SCOPE PO-scholen ingezet voor verbetering van de leeropbrengsten taal en rekenen, het project (hoog)begaafdheid (de opvolger van het project excellente leerlingen), het in stand houden van een zorgklas op één van de SCOPE basisscholen, de deskundigheidsbevordering van de directies en leerkrachten, het voeren van een goed en effectief HRM-beleid, het versterken van een professionele zorgstructuur op SCOPE niveau en de versterking van cultuureducatie. ICT-ontwikkelingen In 2014 is het ICT-beleidsplan 2014-2018 door het CvB goedgekeurd. De investeringsbegroting geeft aan welk bedrag de scholen kunnen aanwenden om de vervangingen te realiseren. Leidend hierbij is het SCOPE ICT-beleidsplan en zijn de school ICT-beleidsplannen waarin de onderwijskundige ontwikkelingen op de scholen een prominente rol spelen. Naast de reguliere vervangingen draait een aantal pilots, zoals werken met Chromebooks en het Snappetproject (tablets) op de GVP. Het positieve saldo van de afgelopen 4 jaren wordt binnen de nieuwe planperiode ingezet. Onderzocht zal worden of een nieuwe vorm van financiering mogelijk is met betrekking tot ICT-investeringen: van periodieke vervanging naar een vorm van investering op basis van voorfinanciering vanwege gemaakte onderwijskundige keuzes. De trend om nieuwsvoorziening vanuit de scholen steeds minder op papier te laten plaatsvinden, gaan scholen steeds verder doorvoeren in de vorm van digitale schoolnieuwsbrieven, rapporten en ouderportals met inzage in vorderingen van leerlingen.
26
Uitgangspunten begroting 2016 en meerjarenraming 2017-2020 Voortgezet Onderwijs Algemeen beeld voortgezet onderwijs Als we kijken naar de raming over 2015, zien we dat de in de begroting 2015 gestelde financiële doelstellingen ruimschoots zijn gehaald. In de raming 2015 zijn de loonkosten t/m oktober opgenomen, zodat een betrouwbaar positief beeld ontstaat van het financiële jaar 2015. Deze positieve ontwikkeling is ook zichtbaar voor 2016. Het leerlingenaantal dat als uitgangspunt heeft gediend voor de begroting 2015 (3304), komt nagenoeg overeen met het aantal op peildatum 1 oktober 2015. In de jaren na het cursusjaar 2017-2018 wordt in de begroting rekening gehouden met een daling van het leerlingenaantal als gevolg van krimp in de regio. Begrote formatieaanpassing Besloten is om de financiële ruimte voor de formatie in 2016 extra te laten groeien met € 210.000. Dit betekent voor het schooljaar 2016-2017 een groei van de formatie van € 500.000. De besluitvorming over hoe deze extra ruimte in de formatie zal worden ingezet, moet nog plaatsvinden binnen de directie en is mede afhankelijk van de uitkomsten van het nieuwe taakbeleid. Reservering Wet werk en zekerheid De nieuwe Wet Werk en Zekerheid (WWZ) versterkt enerzijds de rechtspositie van medewerkers met tijdelijke contracten, maar zou anderzijds het ontslagrecht makkelijker en overzichtelijker maken. Uit onderzoek blijkt echter dat rechters sinds de invoering van de nieuwe wet meer verzoeken tot ontslag afwijzen dan voorheen het geval was. Na de breuk in de arbeidsrelatie, die ten gevolge van de gerechtelijke procedure dikwijls ontstaat, ontvangt de werknemer in veel gevallen een hogere vergoeding dan de zogenaamde ‘transitievergoeding’. Ter dekking van eventuele financiële tegenvallers op grond van de WWZ is in de begroting hiervoor een bedrag opgenomen van € 200.000. Dit bedrag kan ook worden aangewend in het kader van personeelsbeleid voor het maken van individuele afspraken met werknemers. Masterplan Huisvesting Voortgezet Onderwijs Het in 2011 door de gemeenteraad unaniem aanvaarde Masterplan Huisvesting Voortgezet Onderwijs voorziet voor onze scholen voor VO in het volgende: — nieuwbouw Leerpark — algehele renovatie Lyceum — uitbreiding Lyceum (nieuwbouw) — nieuwbouw Topmavo — nieuwbouw sportaccommodatie Op basis van het ‘Programma van Eisen’ waaraan het nieuwe gebouw moet voldoen en de interpretatie/presentatie hiervan door een aantal architectenbureaus, is voor het Leerpark de keuze gevallen op Kraaijvanger architecten uit Rotterdam. Het nieuwe Leerpark zal worden gebouwd op de plek van de Rijnstreekhal, tegenover de ‘Baronie’. Voor het Lyceum en de Topmavo is de ontwerpopdracht verstrekt aan AGS Architekten uit Heerlen. De nieuwbouw van het Lyceum en de Topmavo, evenals de sportaccommodatie, zullen worden gerealiseerd aan de Tolstraat.
40
Voor beide projecten zijn inmiddels de definitieve ontwerpen vastgesteld. Volgens de aanvankelijke planning zou de procedure voor een bestemmingsplanwijziging vanaf het 4e kwartaal 2014 worden ingezet, waarna de bouwaanvraag kan worden ingediend. Deze procedure heeft tenminste een jaar vertraging opgelopen. De werkelijke opdrachtverleningen (gunning) kunnen echter pas worden gegeven nadat er een akkoord is met de gemeente omtrent de financiering (zie hieronder). De actuele stand van zaken met betrekking tot de nieuwbouw is te volgen op de website bouwprojecten van de SCOPE scholengroep (www.scopebouwprojecten.nl). Als gevolg van bezuinigingen bij de gemeente Alphen aan den Rijn wordt voor de financiering van het Masterplan Huisvesting Voortgezet Onderwijs van de betrokken schoolbesturen een verhoging van € 800.000 per jaar gevraagd ten opzichte van de eerder vastgestelde bijdragen van in totaal € 3.600.000. Gedurende de looptijd van de gemeentelijke financiering van 40 jaar komt dit neer op een totale extra eigen bijdrage van € 32.000.000 voor de drie schoolbesturen gezamenlijk. Van dit bedrag komt ruim 48% ten laste van SCOPE scholengroep. Een bedrag van dergelijke omvang kan niet uit eigen middelen worden gefinancierd. Het ministerie van Financiën verstrekt leningen aan onderwijsinstellingen tegen een aantrekkelijk rentepercentage. Samen met de kortere looptijd van deze lening (30 i.p.v. 40 jaar bij gemeentelijke financiering) en de lineaire vorm ervan kan mogelijk een substantieel deel van de bezuiniging van € 32.000.000 worden gerealiseerd. Voorwaarde voor het verkrijgen van deze lening is dat er voldoende onderpand is ter dekking van het risico van de geldverstrekker. In de huidige situatie is de gemeente economisch eigenaar van de onderwijshuisvesting. Er zal eerst eigendomsoverdracht van de gemeente aan de schoolbesturen moeten plaatsvinden voordat de huisvesting als onderpand kan dienen bij het aanvragen van een lening bij het ministerie van Financiën. Voor de schoolbesturen zijn de lasten bij aanvang van de lening hoog; over de gehele som moet rente worden betaald. Dit heeft als gevolg dat er een negatieve kasstroom ontstaat voor een periode van tenminste zeven jaar. Onderzoek naar de financiering van het verschil tussen het vaste bedrag dat van de gemeente wordt ontvangen als dekking voor de kapitaalslasten en de hogere aflossingsverplichtingen van de schoolbesturen moet uitwijzen of de overbrugging van deze periode mogelijk is. Bij een positieve uitkomst van dit onderzoek kan aan de gemeente het voorstel worden voorgelegd om over te gaan tot zgn. decentralisatie van de huisvesting. In verband met opnieuw opgelopen vertragingen in de besluitvorming is de verwachting helaas dat onze VO-scholen niet voor 2019 gebruik kunnen maken van nieuwe gebouwen. Daarom zijn in de raming voor 2018 en 2019 de hogere financieringskosten en alle bezuinigingen, gerelateerd aan het lagere energieverbruik en kleinere oppervlakten van de nieuwe gebouwen, verwerkt. In de raming van 2014, de begroting 2015 en de raming 2016 is de versnelde afschrijving van de eigen investeringen in de gebouwen die we gaan afstoten zichtbaar. Huisvesting Groene Hart Rijnwoude De huisvesting van Groene Hart Rijnwoude biedt te weinig capaciteit. Daarom wordt er gebruikgemaakt van enkele lokalen in de Johannes Post basisschool. Er is een onderzoek opgestart of de school recht kan hebben op een permanente uitbreiding.
41
Onderhoud huisvesting VO Er is sprake van achterstallig onderhoud in de VO-gebouwen vanwege de uitgestelde nieuwbouw. Deze situatie kan niet in stand blijven, waardoor er is besloten in 2016 extra investeringen in de investeringsbegroting op te nemen met betrekking tot hoogstnoodzakelijke verbeteringen en verfraaiingen. Uitstel van het onderhoud is niet langer toelaatbaar!
42