„Uilen"; oorspronkelijke houtsnede door Henri Leeuw.
DE MUZIEK. MODELLEN VOOR DF. IN ZANDSTEEN GEHOUWEN FRIEZEN IN DEN VOORGEVEL VAN „DE VEREEXIGING" TE NIJMEGEN, DOOR HENRI LEEUW.
HENRI LEEUW +, DOOR HUIB LUNS. Henri Leeuw teekende, schilderde, boet- Haag of in de onmiddellijke nabijheid dier seerde, lithografeerde, was etser en hout- steden, maar te Nijmegen. Hij zat niet in het snijder, maakte 'n goede bouwkundige bestuur van vereeniging of federatie en aan teekening en was zijne vrienden-litera„thuis" op elk gebied toren heeft hij nooit der kunstnijverheid. artikelen over zijn En zij die hem gewerk of over zijn perkend hebben, weten soon in de pen gedat hij op het gebied geven, en vooral dit: der sierende kunsten hij „vergastte" het zich met verbluffende liollandsche tentoontechnische vaardigstellingspubliek niet heid bewoog, en zij, altijd op de zelfde die hem van héél dingen. dichtbij hebben gadeDit laatste vooral geslagen, weten dat schijnt bij ons 'n achter die vaardigheid ,,conditio sine qua een verbijsterend fijne non" te zijn voor de eruditie cnpenctrante beroemdheid. kennis school. Hij was Nu eens toonde hij een encyclopcdistische een frissche buitenkenner der kunstgestudie in sterk lumischiedenis en heeft nistischen trant, dan met helderen blik HENRI LEEUW. KRIJTTEEKEN1NG DOOR HUII! LUNS, 1 9 1 1 . weer zond hij forsche moderne richtingen dierkrabbels in krijt, verkend. En toch kennen slechts weinigen in dan weer een figuraal basrelief, om daarna den lande zijn oeuvre. Er stondgeen altaartje eene collectie houtsneden te toonen. Wij herinvoor hem in het „Pantheon des camarades" neren ons duidelijk de lachende verontwaaren de „adoration mutuelle" van onze decora- diging, waarmede hij vertelde dat 'n criticus teurs en nijverheidskunstenaars heeft hij geschreven had: „Henri Leeuw moest altijd niet genoten. Hoe kon 't ook ? In de eerste roofvogels teekenen"; wordt niet 'nmensch plaats woonde hij niet in Amsterdam, den net zoo lief idioot vóórdat hij veroordeeld LVII. Elseviers No. 6.
26
370
HENRI LEEUW f.
PORTRET VAN DEN' BEELDHOUWER LEEUW SR. SCHILDERIJ IN' OLIEVERF, DOOR IIENKI LEEUW.
wordt tot een dergelijke galeiboevenloopbaan! Henri Leeuw had 'n onverzadiglijke belangstelling voor alles wat er te doen was op het breede terrein der kunsten en zijne gesprekken waren daar de levendige refleksen van. Hij kon b.v. een gesprek beginnen over den opzetteugel van het Assyrischc paard, op de reliefs van Korsobad, draaide daarna, indien hij een goeden partner had, naar de muziek van Debussy en 'n Russisch ballet af, om te zwenken naar harnassementen in het Museum te Weenen, a fond in te gaan op 'n geciseleerd en geëmailleerd stuk byouterie van Laliquc en langs zonderlinge wendingen in het gesprek te eindigen met aan de hand van teekeningetj es toe te lichten, dat afwateringsbuisjes in hardsteenen raamdorpels eigenlijk onzinnige dingen zijn. Zonder dat hij iets professoraals had, zullen
allen die Henri Leeuw hebben gekend, getuigen vol dankbaarheid hem te gedenken vooral ook om de onbaatzuchtigheid waarmede hij, redc-rijk, vakkundige hulp gaf aan allen die met hem omgingen. Hij gat zonder eenige overdrijving den indruk alles te hebben gezien en alles te hebben gehoord. Hij behoorde tot hen die niet alles behoeven te leeren om het kennen ('t ware 'n wanhopige zaak door middel van studie zich eigen te maken wat hij wist en kon). Hierin was hij misschien niet modern. Wij schijnen doorgaans meer dan wij zijn: Henri Leeuw was héél veel meer dan hij scheen.
*
*
*
En nu 'n beetje „theorie du milieu": Als jongens groeiden hij en zijn broeder
HENRI LEEUW f.
371
SLEEPERSPAARDEN (ROTTERDAM). OLIEVERFSTUDIE DOOR HENRI LEEUW.
Oscar, de bouwmeester, in ecne zeer bijzonder artistieke omgeving op. Hun vader, de oude heer Leeuw, was in zijn dagen een beeldhouwer van veel talent die de gave heeft gehad, dat wat hij in zijn lange leven (90 jaar) had gedaan en gezien in zijn kinderen over te brengen. Henri Leeuw kon vertellen van Violet Ie Due of Bocswelwalt, die „papa" gekend had, of het kennissen van hém waren. Hij vertelde van papa die kapiteelen hakte in de „chapele de Dreux" en die er bij was dat de ramen van Ingres werden gesteld, of hij, Henri, er zelf bij geweest was. En iemand die niet heel goed oplette, zou uit de gesprekken afleiden dat hij zelf bij de revolutie van '48 in Parijs op de barricade gestaan had. Wij hebben den ouden heer Leeuw niet gekend. Maar reeds uit de mcoie teekening van Paul Rink of de olieverfportrettcn van Henri Luyten zien wij dat de patriarchale verschijning sterk den indruk geeft van een buitengewoon mensch. Op de olieverfstudie
van Henri, hierbij gereproduceerd geeft de beeldhouwer Leeuw Sr. ook het typisch beeld van den begaafden, „artisan", die uit zijne fransche studie en werkjaren had gehouden de overgave aan den aibeid en het gewetensvolle streven naar volmaakt handwerk, dat blijkbaarnergenszootevinden is als bij den „wuften" franschman. Het was vaak een heel aardig gezelschap dat zich in den huize Leeuw bijeenvond, er waren de oudere: Prof. Maurice en Everbeck, de jongere vrienden: Paul Rink en Henry Luyten, de Bock, Briët en van der Valk en Breit ner. De architecten Limburg en van Straten kwamen er aan huis, de litteratoren dr. Prinsen en Poelhekke en de componist Heydt behoorden tot de vriendenkring. Er waren er veel meer die zich in dat intelligente milieu thuis voelden. Aan de opvoeding en opleiding van zijn oudsten zoon Henri heeft de beeldhouwer, die een stevig criticus was, zonder eenige schoolschheid, maar met veel overleg gewerkt.
372
HENRI LEEUW j -
GIEREN. GEKLEURDE TEEKENING, VOORSTUDIE VOOR EEN HOUTSNEDE, DOOR HENRI LEEUW.
Reeds heel jong liet hij hem teekeningen copieeren, oude prenten nateekenen, of plaatjes van Violet-le-Duc, of wel hij liet hem studeeren naar de prachtige voorwerpen van kunstnijverheid die het huis Leeuw iets museumachtigs gaven. Geen wonder dat Henri nog geen 20 jaar, in staat bleek voor het werk van Prof. Everbeck, krijt- en penteekeningen te maken naar brokken Holl. Renaissance. In die dagen haalde hij de Middelbare Teekenacten en begon hij onderwijs te geven. Eerst even aan een burgerschool te Warfum en toen aan de H.B.S. te Nijmegen, aan vak-teekenschool en aan privaat leerlingen. Onder die leerlingen zou zijn jongere neef, Louis Raemaekers, zeker vol dankbaarheid getuigen hoe veel hij in dit opzicht aan Henri verschuldigd is. Ware hij. indertijd ingegaan op Everbeck's voorstel naar Aken te komen om er een
plaats te krijgen als professor aan de Technische Hochschule, dan was zonder twijfel zijn loopbaan heel anders geweest, mogelijk was meer eer en officieele erkenning zijn deel geweest. Maar, wat waren dat nu juist twee zaken waar hij zich in het geheel niet om bekommerde! Wat hij het hoogste stelde in het leven, genoeg'lijke omgang in zijn familie en met gedevoucerde vrienden, gezellige praat of intelligente gesprekken, afwisselend werk op allerlei gebied der kunsten, dat heeft hij gehad. Hij was de trouwe en opgewekte medewerker van zijn broer Oscar, den architect, en daar deze belangrijke opdrachten heeft gehad, was er voor Henri steeds interessant werk. Meubels heeft hij gedetailleerd, ijzerwerk ontworpen, voor den steenhouwer heeft hij werkteekeningen gemaakt, of modellen geboetseerd voor den beeldhouwer. De „School voor Kunst, Techniek en Ambacht"
OLIFANT.
KRIJ'l'KRAHWa IX liK RO I TERDAMSCHE DIERGAARDE, DOOR HENRI LEEUW.
HENRI LEEUW f.
375
DE DANS (1I0LL. RENAISSANCE EN LOUIS XV). FRAGMENT VAN DK WANDSCHILDERINGEN IN ,J>E KLEINE CONCERTZAAL VAN „DE VEREENIGING" TE NIJMEGEN, DOOR HENRI LEEUW.
te 's-Hertogcnbosch bezit van Henri Leeuw fraaie groote cartons voor gebrandschilderd glas, 'n St. Hubertus Jacht, voor het traj penhuis van de villa te Mook. Heel goed werk heeft hij geleverd voor de tentoonstelling van 1900 te Parijs, toen hij met Joseph Cuypers een „intérieur d'artiste" ontwierp waar interessant houtsnijwerk in werd aangebracht. Belangrijk en blijvend werk heeft, hij kunnen verrichten toen Oscar den opdracht kreeg tot het bouwen van het concertgebouw ,,dc Vereeniging" te Nijmegen. Dat werd •een monument dat veel grootere steden -dan Nijmegen haar kunnen benijden. De groote figurale friezen in de voorgevel heeft hij gemodelleerd — zij zijn bij dit artikel afgebeeld — forse lic brokken bouw beeldhouw werk sieren de torenachtige trappavillioens, fijne origineele kapiteelversieringen vindt men er in de koffiekamer, houten kronen voor •electriseh licht van geestige vinding hangen in de groote concertzaal, maai zijn meest geslaagde arbeid zijn de decoratieve schilderingen in de kleine concertzaal. De schrijver van dit artikel heeft het geluk gehad dit werk met Henri Leeuw te hebben kunnen deelen. De drie grootste paneelcn zijn van Henri, die trouwens de richting en den geest van het heele werk heeft aangegeven. De .geschiedenis van de muziek is er verbeeld
in tafreelen van levensgroote figuren in een goudkleurig camaien op 'n paarsblauwe fond. De paneelen hadden een uitgangspunt kunnen vormen voor nog belangrijker arbeid, die hem in uitzicht was gesteld. Door zijn versierenden arbeid heen heeft Leeuw altijd „buiten" geschilderd, jaarlijks trok hij in de lente de boomgaard in om bloeiende appelboomcn te schilderen. Midden in den zomer maakte hij koebcesten op het land in volle zon en geen herfst liet hij voorbijgaan zonder olieverfschetsen naar bloeiende brem van de hei te hebben medegebracht. Merkwaardig in dit werk was de impulsieve kracht die uit den voordracht sprak en de zich jaarlijks meer bewust wordende, stage evolutie naar het licht. In zijn buitenstudies was Henri Leeuw luminist met iets ,,belgisch" in zijn palet. Jaarlijks werd de schildering meer direct en de gevallen eenvoudiger en zijn laatste studie, 'n stukje tuin vol bloemen achter zijn huis, is vol heerlijke klanken van puur licht. In de laatste jaren heeft hij zich vooral doen kennen als teekenaar van dierstudies en als grafiker; hij was in ongelooflijk korten tijd een zeer bedreven houtsnijder geworden. Hij had in zijn eenvoudige krijtkrabbels dat „velouté" dat eigenlijk zoo weinigen bezitten en zijn decoratieve zin hielp hem
376
HENRI LEEUW f.
die krabbels om te zetten in frissche composities voor houtsnedcn, die met veel gevoel voor het „blok" in elkander werden gezet en geestig-nerveus werden gesneden. Eerst leeuwen en tijgers, daarna roofvogels, waren zijn meest gezochte modellen. Een fraaie roofvogel in 3 blokken werd op de Vierjaarlijksche te Rotterdam in 1917 voor het Museum Boymans aangekocht. En zien wij naar de teekening der condors hierbij gereproduceerd, dan is het duidelijk wat mooi werk wij nog van hmn wachtende waren. Vol weemoed denken dan ook zij"n vrienden aan de fraaie krabbels en teekeningen d'e
hij gedurende zijn ziekte nog in zijn atelier had opgehangen om ze altijd voor oogen te hebben: „want daar moet ik altijd nog houtsneden naar maken". Denken wij met weemoed aan zijn onvoltooide werk, met diepe smart denken vele zijner vrienden aan den mensch Henri Leeuw, zoo goed als zijn naaste familieleden zullen zij hem nooit vergeten, hem dankbaar blijven voor zijn onbaatzuchtige vriendschap en als een fijn kunstenaar zal hij in hun heugenis blijven voortleven. 's-Hertogenbosch, Oct. 1918.
MEISJESHÜSTE. BEEI.DWF.RK DOOR HENRI LEEUW.