Kennisbundeling verbetert VTGM parenteralia
Zes ziekenhuisapotheken slaan handen ineen door Marc de Leeuw - 22-01-2013 Zes ziekenhuisapotheken hebben hun krachten gebundeld en werken samen aan een veiliger gebruik van parenteralia. De ziekenhuisapothekers delen met elkaar de opgedane kennis, zodat ze het wiel niet telkens opnieuw hoeven uit te vinden. Samenwerking en uitwisseling van ervaringen leiden tot betere en efficiëntere zorgverlening. Met die gedachte in het achterhoofd besloten zes ziekenhuisapotheken twee jaar geleden nauwer te gaan samenwerken. Daarbij hadden ze een mooi aanknopingspunt. Er is namelijk gebleken dat het voor toediening gereedmaken (VTGM) van geneesmiddelen – in de praktijk vaak door verpleegkundigen op de afdeling – lang niet altijd vlekkeloos verloopt. Uit onderzoek uitgevoerd door de ziekenhuisapotheek van het Maastricht Universitair Medisch Centrum bleek bijvoorbeeld dat, als verpleegkundigen deze bereidden, 8,8% van de geteste bouillonzakjes besmet was met microorganismen. Voerden apothekersassistenten deze bereiding uit, dan was het aantal besmettingen nul. Dit voorbeeld onderstreept dat ziekenhuisapotheken een belangrijke rol kunnen spelen om de kans op fouten bij het voor toediening gereedmaken
van geneesmiddelen te verkleinen. Zo wordt ook het risico op schade bij de patiënt kleiner. Neem daarbij de introductie van het thema High Risk Medicatie: klaarmaken en toedienen van parenteralia in 2009 in het VMS veiligheidsprogramma. Dit item werd onderdeel van dit programma omdat de meeste medicatiefouten bleken op te treden bij parenterale geneesmiddelen. De urgentie hiervan werd verder onderstreept door een richtlijn die de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers en de Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland in 2009 uitbrachten voor gereedmaken en toedienen van parenteralia. Dat alles deed de ziekenhuisapotheken uit de zes Santeon-ziekenhuizen besluiten hun samenwerking meer handen en voeten te geven en het VTGMproces bij parenteralia zowel veiliger als efficiënter te maken. Pilotprojecten Dit leidde tot drie pilotprojecten die begin 2011 gelijktijdig van start gingen. Het eerste project richtte zich op het op voorraad klaarmaken van de meest gebruikte parenteralia door de ziekenhuisapotheken. In het tweede project maken apothekersassistenten parenteralia voor toediening gereed in een apotheekruimte, bijvoorbeeld in LAF-kasten op de verpleegafdeling. Ten slotte werkten de ziekenhuisapotheken aan scholing van verpleegkundigen die in voorkomende gevallen parenteralia voor toediening moeten gereedmaken. De ziekenhuisapothekers begonnen hun gezamenlijke projecten met de focus op risicopatiënten en risicogeneesmiddelen. “Dat zijn bijvoorbeeld patiënten op de IC of op de afdeling hematologie. Door je te richten op de grote risico’s haal je meteen de grootste winst. Qua risicomiddelen zijn we begonnen met de verbetering van VTGM bij epidurale injecties, omdat dit een risicovolle toediening is”, zegt dr. Mirjam Crul, ziekenhuisapotheker in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG) in Amsterdam. “Inmiddels – we zijn nu twee jaar verder – zijn alle drie projecten vergaand gevorderd”, zegt dr. Ewoudt van de Garde, ziekenhuisapotheker in het St. Antonius Ziekenhuis in Utrecht/Nieuwegein. Samen met zijn collega’s Mirjam Crul en Ralph van Wezel, ziekenhuisapotheker in het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven, vertelt hij wat ze hebben bereikt. Ze spreken daarbij ook namens hun collega’s uit de andere drie Santeon-ziekenhuizen: Jan-Reindert Moes, Marien Pluim en Cheryl Chin Jem Sen. Qua opzet zijn de projecten niet nieuw. Met VTGM op de afdeling won het Maastricht Universitair Medisch Centrum in 2010 bijvoorbeeld al de Nationale Patiëntveiligheid Award. De zes ziekenhuisapotheken lieten zich hierdoor inspireren. Verder zijn overal in het land ziekenhuizen bezig met verbetering van de VTGM-processen. Wat uniek is, is de samenwerking tussen de zes ziekenhuizen en in het kielzog
daarvan de zes apotheken. “Op meerdere vlakken boeken we vooruitgang en tegelijkertijd dragen we de verworven kennis aan elkaar over, zodat niet elke apotheek het wiel opnieuw hoeft uit te vinden”, zeggen de drie ziekenhuisapothekers. Met name de samenwerking maakt een efficiënte uitvoering van de drie pilotprojecten mogelijk. Niet alle apotheken doen alle drie de projecten, maar twee van de zes apotheken richten zich op één project. De ervaringen die ze opdoen delen ze met de andere Santeon-ziekenhuisapotheken. “Uiteindelijk maken hierdoor alle zes de ziekenhuizen maximale snelheid bij alle drie de projecten.” Centrale VTGM Het OLVG en het St. Antonius Ziekenhuis trekken het project waarin de meest gebruikte parenteralia vanuit halffabrikaten centraal – in de apotheek – voor toediening gereed gemaakt worden. Het Catharina Ziekenhuis is daarmee inmiddels ook al bezig. De bereiding van de halffabrikaten gebeurt in het Catharina Ziekenhuis en in het Martini Ziekenhuis. Een voorbeeld van een halffabrikaat is noradrenaline 0,1 mg/ml literzak. “Het is goedkoper wanneer een ziekenhuis deze halffabrikaten bereidt voor alle zes ziekenhuizen, dan wanneer elk ziekenhuis dit afzonderlijk doet”, zegt Van Wezel. Binnen dit project wordt gefocust op frequent toegepaste parenteralia met een vaste concentratie. “Doordat deze zes ziekenhuizen bereid zijn tot standaardisatie, is veel mogelijk”, zegt Van de Garde. “Mocht een bepaalde concentratie verschillen tussen de ziekenhuizen dan hebben we deze afgestemd. Soms zijn daar puur farmaceutische redenen voor. Zo kwamen we er een tijdje terug achter dat furosemide 10 mg/ml in de koelkast kan uitkristalliseren. De concentratie is verlaagd naar 5 mg/ml zodat het nu wel geschikt is voor centrale VTGM.” “Met centraal en op voorraad voor toediening gereedmaken dek je per ziekenhuis zo’n 30% van de VTGM van parenteralia af. Uiteindelijk vindt 60% van de VTGM van parenteralia plaats op de afdeling door apothekersassistenten. We zijn in het Catharina Ziekenhuis gestart op de IC. De resterende 10% gebeurt door verpleegkundigen op bijvoorbeeld de spoedeisende hulp”, zegt Van Wezel. Het overgrote deel van VTGM bij parenteralia – 90% – gebeurt dus straks vanuit de apotheek. De kwaliteit van de overige 10% van deze handelingen wordt zo veel mogelijk geborgd door nascholing te geven aan de verpleegkundigen. De gewenste kwaliteitsverbetering van de parenteralia is daarmee compleet. “De nascholing, die is opgezet door het Catharina Ziekenhuis, is gebaseerd op de bestaande modules uit het OLVG, het Martini Ziekenhuis en aangevuld met
aanbevelingen uit de VTGM-richtlijn en het VMS-thema. Dit is een e-learning met filmpjes waarop verpleegkundigen kunnen zien hoe ze VTGM-handelingen moeten verrichten”, zegt Crul. Van de Garde vult aan: “Deze scholing is bedoeld voor alle verpleegkundigen die met VTGM te maken krijgen. In totaal, uitgesmeerd over de zes ziekenhuizen binnen Santeon, zijn straks zo’n 10.000 verpleegkundigen op dezelfde wijze geschoold. In hun persoonlijk dossier wordt deze scholing toegevoegd aan de lijst van bekwaamheden.” Slimme investering Naast scholing en VTGM op voorraad, levert ook VTGM van parenteralia op de verpleegafdeling door apothekersassistenten flinke voordelen op. Niet alleen het aantal met micro-organismen besmette parenteralia neemt af, ook kunnen de verpleegkundigen meer doen waar ze primair voor zijn opgeleid. “De verpleegkundigen zijn blij met dit project. Hun wordt werk uit handen genomen. Ze vinden VTGM van parenteralia niet het leukste onderdeel van hun werk; daarvoor zijn ze niet opgeleid. Nu komen ze zelfs met wensenlijstjes. Kun je dit of dat voor ons maken?”, zegt Crul. Voor VTGM op de afdeling is nodig dat er lokaal een geschikte ruimte aanwezig is. Van Wezel en Van de Garde treffen het. Hun ziekenhuizen zijn bezig met nieuwbouw. “In de nieuwbouw wordt er rekening mee gehouden dat voor elke verpleegafdeling een apotheekruimte is met LAF-kasten waarin apothekersassistenten voor de afdeling VTGM kunnen uitvoeren”, zegt Van de Garde. “Dat hoeft niet te betekenen dat op elke afdeling van het ziekenhuis een apotheekunit aanwezig is. Het kan ook zijn dat één apotheekunit meerdere afdelingen/verdiepingen tegelijk bedient”, voegt Van Wezel toe. Resultaten Welke resultaten in cijfers de samenwerking heeft opgeleverd, is moeilijk te zeggen, stelt Van de Garde. “Want we hebben geen nulmeting gedaan. Een feit is in elk geval dat het risico dat parenteralia niet steriel zijn, nihil is geworden nu deze onder gecontroleerde omstandigheden worden klaargemaakt. Uit onderzoek in andere ziekenhuizen weten we dat dat daarvoor niet zo was. Er is geen reden om aan te nemen dat het bij ons anders was. Ook de etikettering is enorm verbeterd en de kans op verwisseling sterk verlaagd.” Van Wezel heeft wel een aanwijzing. “In het Catharina Ziekenhuis is het aantal medicatiegerelateerde VIM-meldingen (Veilig Incidenten Melden) op de afdeling chirurgie met 32% afgenomen.” De voordelen zijn duidelijk: de verpleegkundigen zijn blij en het percentage besmette parenteralia is naar verwachting nul. “Met name de samenwerking
heeft ervoor gezorgd dat in de korte tijd van twee jaar in zes ziekenhuizen tegelijk een enorme kwaliteitsslag is gemaakt”, zeggen de drie apothekers. Ze stellen dat andere ziekenhuizen hun voorbeeld kunnen volgen. De Santeon-samenwerking beperkt zich niet tot parenteralia. “Santeon werkt met focusprojecten, nu dus op het gebied van parenteralia. Inmiddels zijn alweer nieuwe focusprojecten gestart op het gebied van klinische beslisregels en farmaco-epidemiologie”, zegt Van de Garde.
Santeon-ziekenhuizen nemen elkaars over
best practice
Ziekenhuisapotheken uit de zes Santeon-ziekenhuizen werken nauw samen om de veiligheid van parenteralia te verbeteren. Santeon is een samenwerkingsverband tussen de volgende topklinische ziekenhuizen: Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG) in Amsterdam, St. Antonius Ziekenhuis Utrecht/Nieuwegein, Catharina Ziekenhuis in Eindhoven, Martini Ziekenhuis in Groningen, Canisius Wilhelmina Ziekenhuis (CWZ) in Nijmegen en Medisch Spectrum Twente (MST) in Enschede. De samenwerking tussen de apotheken komt rechtstreeks voort uit de samenwerking tussen de ziekenhuizen. Het doel is uitwisseling van kennis en het bereiken van meer efficiëntie. De website van Santeon maakt duidelijk hoe dit zit. “Als één ziekenhuis erin slaagt om relatief veel galblaasoperaties in dagbehandeling te doen, kunnen de andere ziekenhuizen dat voorbeeld volgen”, zo luidt een citaat van Hans Laupman, projectleider Santeon Financiële Benchmark. Als één ziekenhuis ergens in uitblinkt, dan wordt binnen Santeon bekeken welke ziekenhuizen zo’n best practice kunnen overnemen. Maar er is niet alleen de voorbeeldfunctie, ook is het mogelijk meer efficiëntie te bereiken door bijvoorbeeld een gezamenlijk inkoopbeleid. U kunt hieronder een reactie plaatsen van maximaal 300 woorden. Deze moet voldoen aan de richtlijnen, zie disclaimer. Indien u bent ingelogd met
[email protected] dan graag uw naam onderaan uw reacties vermelden. Wij plaatsen geen anonieme reacties. De redactie modereert uw reactie.