1
Vensters
Samengesteld door Marc Mulders Kunsthal KAdE heeft kunstenaar Marc Mulders (Tilburg, 1958) gevraagd om de openingstentoonstelling in het nieuwe Eemhuis in Amersfoort samen te stellen. De schilder toont recent werk en plaatst dat in dialoog met werk van andere kunstenaars. In het werk van Marc Mulders komen twee polen aan de orde: de poëzie, het licht en het vergezicht, maar ook de begrenzing en de duisternis. Beide aspecten komen terug in de tentoonstelling. Zowel in zijn eigen werk als in de keuze van werk van de andere kunstenaars. Van Mulders is een selectie te zien uit zijn oeuvres op glas, doek en papier. De kunstenaars komen uit verschillende generaties: de recente kunstgeschiedenis, generatiegenoten van Mulders, jonge opkomende kunstenaars en net afgestudeerden. Onder hen diverse abstract werkende kunstenaars. Voor het eerst wordt nadrukkelijk dit element in het oeuvre van Mulders geaccentueerd. Robbert Roos Hoofcurator Kunsthal KAdE
3
In dit boekje staan citaten van Marc Mulders over alle deelnemende kunstenaars. Hij vertelt waarom hij de kunstenaar bewondert, hoe de kunstenaar hem inspireert of waarom hij zo van het werk houdt.
Marc Mulders: “Ik heb heel duidelijk voor deze expositie een bepaalde klank en sfeer voor ogen. Bij al die kunstenaars heb ik specifiek werk gekozen waarvan ik denk dat het in het totaal past. Eerst kies ik de kunstenaar omdat ik het werk prachtig vind en daarna heb ik in hun vocabulaire, in hun oeuvre, juist die werken gekozen die zich goed kunnen verhouden met hun collega’s in de door mij beoogde sfeer.”
4
De door Marc Mulders geselecteerde kunstenaars zijn: Erik Andriesse (NL, 1957-1993) Balthasar Burkhard (CH, 1944-2010) Tessa Chaplin (NL, 1991) Toshio Enomoto (JP, 1947) Anne Forest (VS/NL, 1983) Bram Hermens (NL, 1979) Volker Hüller (DE, 1976) Natasja Kensmil (NL, 1973) Wolfgang Laib (DE, 1950) Couzijn van Leeuwen (NL, 1959) Jan Koen Lomans (NL, 1978) Fiona Mackay (UK, 1984) Kenneth Noland (VS, 1924-2010) Jan Schoonhoven (NL, 1914-1994) Maaike Schoorel (NL, 1973) Alexander van Slobbe (NL, 1959) Social label* (met ontwerp van Piet Hein Eek) Josine Timmer (NL, 1982) Bram van Velde (NL, 1895-1981) Geer van Velde (NL, 1898-1977) Evi Vingerling (NL, 1979) Reinoud van Vught (NL, 1960) Ronald Zuurmond (NL, 1964)
5
Grote zaal
Social label in Tilburg met ontwerp van Piet Hein Eek
Volker Hüller, DE, 1976
MM: “Naast het macabere komt in het werk van Volker Hüller ook het feestelijke aan bod, het voodoo element. Ik geloof in liturgie, een ‘Heilige handeling’. In de leegte die ontstond na de jaren 60 zijn we een maatschappij geworden zonder liturgie, zonder celebratie en initiatie. We zijn de zingeving achter het feestvieren kwijt. De echte redenen, de echte bewieroking. Ik vind het mooi dat de kunstenaar zijn werk een liturgisch randje kan geven, dat er een seance of ritueel uitgevoerd wordt.”
Fiona Mackay, UK, 1984
MM: “Ik ben gefascineerd dat zij - wars van de overheersende trend om naar een foto te schilderen - helemaal geconcentreerd in detail naar het licht en tegenlicht zoekt. Zoals in de traditie van de Amerikaanse abstractexpressionisten en Geert en Bram van Velde. Het zinderende licht, allerlei stadia van lichtgradaties en ervaringen in de natuur worden gesublimeerd op doek middels een eigen handschrift.”
6
MM: “De tafels zijn gemaakt door Social label. Die maken naar ontwerp van Piet Hein Eek banken en tafels. Piet Hein Eek heeft zijn ontwerpen afgestaan en levert daarmee een bijdrage aan hun wereld. Dat is ontroerend. Ik vind dat dat een plek moet hebben in een expositie zoals ik die nu maak. Daar kan iedereen een appel eten en is het ‘museum’ zo niet een begrenzing, maar fungeert het even als dorpsplein bij een kerk of kathedraal, de genereuze topografie bij uitstek.” Erik Andriesse, Gitaarvis, 1989, houtsnede, 140x70 cm, collectie T. Sas
Mackay en Martin van Zomeren, Amsterdam
Evi Vingerling, Zonder titel, 2012, gouache op doek, 210x160 cm, courtesy de kunstenaar
Fiona Mackay, Scented Letter, 2013, textielverf op doek, 130x100 cm, courtesy Fiona Mackay en Martin van Zomeren, Amsterdam
Fiona Mackay, The Tourist, 2013, textielverf op doek, 175x135 cm, courtesy Fiona Mackay en Martin van Zomeren, Amsterdam
Volker Hüller, Waiting for the Moon, 2011, handgekleurde etsen, 180x148,5 cm, courtesy de kunstenaar en Grimm Gallery Amsterdam
Fiona Mackay, Orchard, 2013, textielverf op doek, 175x135 cm, courtesy Fiona Mackay en Martin van Zomeren, Amsterdam
Marc Mulders, Hemelsblauw, 2014, 35 schalen, emailverf, gebrandschilderd, gefused floatglas, collectie T. Sas
Fiona Mackay, From the surf to the sea to the shore, 2013, textielverf op doek, 175x135 cm, courtesy Fiona
In het midden: Tafels en banken van Social label naar een ontwerp van Piet Hein Eek.
7
Kabinet 1
Jan Koen Lomans, NL, 1978
MM: “Een fantastische kunstenaar die een etherische wereld weet te creëren door heel experimenteel en poëtisch om te gaan met textiel. Als het ware schept hij hele mooie huiden, vellen. Het is bijna een uittreden uit de fysieke natuur; hij maakt er een nieuwe topografie, een nieuwe landkaart van.”
Bram van Velde, Zonder titel, 1948, olieverf op doek, 92x73 cm, particuliere collectie
Josine Timmer, Zonder titel, 2014, inkt op papier, 165x150 cm, courtesy de kunstenaar
Marc Mulders, Le jardin d’eau 01.07.12, 2012, olieverf op doek, 110x290 cm, collectie Th.M. de Boer en R.J. Sark, Amsterdam
Jan Koen Lomans, Untitled, 2014, gesmolten polyester op doek, 113,5x22 cm, courtesy de kunstenaar Jan Koen Lomans, Untitled/Transition I II III, gesmolten polyester op doek, 113x33 cm, courtesy de kunstenaar
Evi Vingerling, Zonder titel, 2013, gouache en acrylverf op doek, 145x115 cm, courtesy de kunstenaar
Evi Vingerling, NL, 1979
MM: “Haar werk heeft een bepaalde soberheid en nederigheid die je ook terug ziet in de Chinese schilder- en tekenkunst van vroeger. Waarbij ze eerst heel aandachtig naar de natuur kijken en pas na een uur ‘toeslaan’ met het penseel. Dat proef ik ook bij deze schilderijen. Ze vertoeft heel lang in een bepaalde ruimte met een bepaalde lichtsituatie en dat kan ze in een kleine tijdspanne prachtig vertalen, neerschrijven met verf.”
8
9
Kabinet 2
Erik Andriesse, NL, 1957-1993
MM: “Wij waren bevriend. Hij zat op De Ateliers, zat midden in de scene, maar werd met argusogen aangekeken omdat hij als een tovenaar zat te tekenen. We gingen samen naar het dode dierenhuis in Artis om dieren na te tekenen. We waren eigenlijk hele ambachtelijke, traditionele kunstenaars in die hardcore conceptuele wereld op dat moment. Hij stond al op zijn twaalfde op de voorkant van De Telegraaf, hij was een wonderkind. Hij zat midden in de scene, maar tegelijkertijd op de periferie. We waren brothers in crime. Wij delen de liefde voor de natuur. Erik Andriesse kon het realistisch en ik doe het abstract.”
Tessa Chaplin, NL, 1991
MM: “Bij haar komt naast de fabuleuze virtuose toets ook het feeërieke, het sprookjesachtige, naar boven. Bijna zoals bij het werk van Henri Rousseau. Bijna ook een soort Alice in Wonderland sfeer, maar dan zo in de serieuze abstracte traditie gewortelde schilderkunst, dat het Alice voor grown up kunstliefhebbers is geworden.”
10
Maaike Schoorel, NL, 1973
MM: “Het gaat om de melodie zoeken, die heel celebraal is. Ik vind het van een grootheid getuigen dat zij met zo weinig zo’n etherisch oppervlak kan creëren. Dat is klasse. Ik ben fan van haar en wil iets terugzingen als ik voor haar doek sta.”
Maaike Schoorel, De Meditatieruimte, 2011, olieverf op doek, 170x135 cm, courtesy Maaike Schoorel en Gallery Stigter van Doesburg, Amsterdam
Marc Mulders, Papegaaitulpen, olieverf op doek, 1994, 40x50 cm, collectie T. Sas Tessa Chaplin, Zonder titel, 2012, olieverf op papier, 253x300 cm, courtesy de kunstenaar
Marc Mulders, Japanese Stonegarden 20.03.14, 2014, olieverf op doek, 60x70 cm, collectie T. Sas
Erik Andriesse, Irissen, 1991, ingekleurde ets op papier, 63x90 cm, collectie T. Sas
Evi Vingerling, Zonder titel, 2013, gouache en acrylverf op doek, 150x180 cm, courtesy de kunstenaar
11
Kabinet 3 Bram van Velde, NL, 1895-1981 & Geer van Velde, NL, 1898-1977 MM: “Bram en Geer van Velde hebben mij altijd heel erg geïnspireerd. Ik kan niet tekenen, ik kan niet realistisch werken, dus ik heb altijd gezocht naar de abstrahering van bijvoorbeeld een doornenkroon of een bloem. Na de Tweede Wereldoorlog hebben kunstenaars met hun handen in het haar gezeten, want we kunnen het niet meer realistisch afbeelden, er is een verschrikkelijkheid gebeurd. Waar moeten we als kunstenaars ons heil zoeken? Toen is de abstractie echt tot gang gekomen. Maar de abstractie kun je niet uit je hoofd toveren. Ja sommigen kunnen dat, zoals Schoonhoven, maar dat is weer later. Op dat moment hadden ze nog een houvast met de realiteit nodig. Dat stilleven of de natuur hebben ze kunnen abstraheren. Ik heb me altijd in die wereld thuis gevoeld, maar in de jaren 80/90 was dat not done. Maar dan kijk je iets verder terug en dan zoek je steun bij grotere jongens voor jou en dan dacht ik: ja ze kunnen mij wel gek vinden, maar vroeger deden ze het ook en ik vind het prachtig, dus ik doe het wel. Het zijn een soort steunpilaren.”
12
Bram van Velde, Zonder titel, 1966, gouache op papier op doek, 108x76 cm, particuliere collectie
Geer van Velde, Zonder Titel, 1963, olieverf op doek, 146x134 cm, particuliere collectie
Geer van Velde, Zonder titel, 1962-1964, olieverf op doek, 50x50 cm, particuliere collectie
Marc Mulders, Japanese stone Garden 10.03.2014, 2014, olieverf op doek, 50x60 cm, collectie T. Sas
Marc Mulders, Zonnebloemen 01.10.13, 2013, olieverf op doek, 70x150 cm, privécollectie Amstelveen
Bram van Velde, Corsica, 1930, olieverf op doek, 100x81 cm, particuliere collectie
Geer van Velde, Zonder titel, 1957-1958, olieverf op doek, 67,5x73 cm, particuliere collectie
13
Kabinet 4
schaduwwerking - gelijk een goudkleurige honingraat – bovenzinnelijk verschijnt.”
Wolfgang Laib, DE, 1950
MM: “Prachtige transcedentale wereld van stuifmeel. Laib past in het rijtje Joseph Beuys en herman de vries, allemaal kunstenaars die vanuit een tuiniermentaliteit hun ding doen. Hij verzamelt stuifmeel en maakt daar een soort van mandala van. Als je uitlegt hoe dit eruit ziet, dan lijkt het een effectje, maar als je het ziet is het fantastisch.”
Kenneth Noland, VS, 1924-2010
Marc Mulders, Le jardin d’eau 29.12.12, 2012, olieverf op doek, 110x250 cm, collectie T. Sas
In het midden: Wolfgang Laib, Blütenstaub von Kiefern, 1993, stuifmeel van de grove den, variabele maten, Collectie De Pont Museum of Contemporary Art, Tilburg
Kenneth Noland, Via Sheen, 1968, acrylverf op doek, 148,5x386 cm, collectie Museum Boijmans van Beuningen, Rotterdam Jan Schoonhoven, Reliëf 70-38, 1970, papiermaché/ witte latex, particuliere collectie
MM: “Een feest om in dit schilderij de ‘hoopvolle’ horizon te ontdekken, om te turen naar het tegenlicht, kortom om zelf het schilderij te vervolmaken. Net als bij Laib is er een mandala-idee, maar dan uiteengeblazen. Het stuifmeel en deze ‘uiteengeblazen mandala’ vormen voor mij tezamen één grote transparante vormloze, energieke ‘bellenblaasbel’...”
Jan Schoonhoven, NL, 1914-1994
MM: “Met papiermaché was hij steeds in de weer zoekend naar een ‘welbehagen’ op het ‘doek’, naar een aangename ordening. Schoonhoven is voor mij een groot kunstenaar, omdat hij op het platte vlak een ordening aanbrengt die in het witsel en de 14
15
Gang bij kabinetten
Bram Hermens, NL, 1979
MM: “Bram Hermens kan fabelachtig goed tekenen. Hij woont in een flat met allerlei aquaria en reptielen. Hermens heeft een soort van science fiction tic, maar super realistisch. Er is altijd een combinatie van mythologie en militarisme aanwezig in zijn werk. Dit werk is voortgekomen uit het project Stilleven.”
Alexander van Slobbe, NL, 1959
MM: “Ik heb een keer voor zijn modeshow in Parijs heel veel op zijn stoffen getekend en geaquarelleerd en ook op het vilt van Claudy Jongstra. Alexander van Slobbe had ons gevraagd voor zijn collectie, Claudy leverde het vilt aan, daar maakt Alexander de jurk van en ik ging er weer op schilderen. Dat was fantastisch. Vier jaar geleden gaf Alexander allerlei jurken aan mij van heel fijn zijde, daar heb ik met inkt dieren op gemaakt. Dat ging weer terug naar Alexander en daar is hij op gaan borduren, samen ben je soms zo veel ‘sterker’.”
waarop Timmer een schors of een atmosfeer natekent, is een meditatieve arbeid om een nieuwe orde op papier te creëren. Hier is het denk ik meer de huid van de natuur die zij opzoekt en natekent en bij Schoonhoven is het meer het programma over de natuur, de wetmatigheid, het goddelijk plan.” Marc Mulders, Witte schotse Haas VII, 1997, aquarel, 150x100 cm, collectie T. Sas
Bram Hermens, Le Tigris Ligris, Schalen, 2014, courtesy Frank van der Linden
Marc Mulders, Japanese Stonegarden 22.04.2014, 2014, olieverf op doek, 40x30 cm Japanese Stonegarden 24.04.2014, 2014, olieverf op doek, 40x30 cm Japanese Stonegarden 26.04.2014, 2014, olieverf op doek, 40x30 cm Collectie T. Sas
Marc Mulders, Vanitas, 2010, glas, emailverf, collectie Museum Boijmans van Beuningen Rotterdam Josine Timmer, Zonder titel, 2014, aquarel en inkt op papier en canvas, board, 7 tekeningen, diverse formaten, courtesy de kunstenaar Alexander van Slobbe, Orson + Bodil, Marc Mulders, Jurk, 2009, zijde en olieverf, Collectie Centraal Museum, Utrecht
Marc Mulders, Ornamentations on entrances, doors and windows, for churches and mosques. Part one, 2014, gezandstraald glas, collectie T. Sas
Josine Timmer, NL, 1982
MM: “Je kunt het in verband brengen met Schoonhoven, in die zin dat er een soort monnikenarbeid wordt beoefend. De manier 16
17
Kleine bovenzaal
Balthasar Burkhard, CH, 1944-2010
MM: “Wat maakt deze foto beter dan een andere natuurfoto? Ik denk dat de fotograaf in alle nederigheid zijn werk heeft gedaan. Heel vaak gaat kunst mis als je veel te geforceerd iets moois wilt maken of te conceptueel. Bij het bouwen van kathedralen bouw je als metselaar, met velen, mee aan een groot totaal. Zo is het met kunstenaars ook. Je bouwt samen aan iets groots. Daarnaast ben je ook rentmeester van de schepping, je draagt bij aan het behoud van de schepping. Dat is een nederige arbeid, net als tuinieren. Dat is wat ik vaak proef in de kunst die ik goed vind, het is vaak vanuit een nederigheid en verantwoordelijkheidsbesef ontstaan, niet vanuit een moedwilligheid of om de pose. Dat je jezelf en je werk niet ‘poseert’ of ‘etaleert’ maar je werk opvat als een heel logische en terloopse arbeid en zo verspreidt.”
Toshio Enomoto, JP, 1947
MM: “Er zijn maar heel weinig - en dan voornamelijk Japanse - fotografen die bijna vanuit een zen-mentaliteit een prachtige natuurfoto kunnen maken. Ik vind fotografie heel vaak te plat. Heel veel fotografie is legitiem voor in de National Geographic, maar niet als kunst. Hier is toch een betovering gemaakt door de fotograaf waardoor 18
het bijna een aura krijgt, bijna een religieuze wending. Het gaat voor mij ook meteen over het hiernamaals.”
Couzijn van Leeuwen, NL, 1959
MM: “Couzijn van Leeuwen is een groot voorbeeld van het type kunstenaar die het als zijn taak ziet om de schoonheid en kwetsbaarheid van de natuur te verdedigen. En bij Couzijn is die attitude altijd genereus, nooit is er een drammerig politiek moraal vingertje. Vanuit de schepping en de schoonheid van de vruchten of de groenten en het proces daarna, de vergankelijkheid, maakt hij kleine stilleventjes. Niet met pen en penseel, maar met schaar en zijn handen, door te scheuren boetseert hij opnieuw dieren uit het omhulsel, uit de schil. Dat is voor mij tovenarij. Je moet dat met een enorme tederheid doen, want het is heel broos materiaal. Hij zegt heel veel over de kwetsbaarheid van de natuur en over hoe de natuur in het geding is in onze overkapitalistische maatschappij. Maar er is geen politiek slogan met zijn werk tot stand gekomen. Er is een groot dichtwerk tot stand gekomen. Dit is een groot dichtwerk op deze tafel. Een groot rijmwerk wat ons allemaal zal beroeren, omdat het ons iets zegt over hoe we zelf ook op de lagere school met dingetjes hebben mogen knutselen. Wat we helaas allemaal weer op een bepaald moment verliezen, omdat we in een heel ander keurslijf terechtkomen. Het heeft een soort van Cobra tic. Zoals Cobra de kindertekeningen omarmden, dat element zit ook in van Leeuwens werk. Het is een feest om te ontdekken.” 19
Natasja Kensmil, NL, 1973
MM: “Natasja Kensmil heeft een mooi eigen idioom. Een avontuur van kijken naar het morbide maar dat zo weten weer te geven en de toeschouwer zo weten te verleiden door een virtuoze penseeltoets en een bezwerend verfritme. Een schedel komt alleen tot rust als je ‘m tot rust hebt gemaand als schilder. De obsessie van de schilder heeft ervoor gezorgd dat het - op zich macabere onderwerp tot rust komt in het doek, zodat jij het als toeschouwer kunt bekijken en geen braakneigingen krijgt. Als je wat zij schildert in het echt zou tonen dan zou je wel achteruit deinzen. Dat is de kracht van de schilderkunst. Je kunt in wezen alles schilderen, van perversiteiten tot geweld. Alleen als het niet goed is, val je door de mand, je moet het wel sublimeren.”
20
Couzijn van Leeuwen, Boven en onderwereld, 2013, piepschuim, handgeschept papier, karton, 230x200x20 cm, courtesy de kunstenaar
Toshio Enomoto, Cherry tree woods in Yoyogi Park after a spring storm, Tokyo, 1994, barietdruk, 40x50 cm, Collectie Huis Marseille Museum voor Fotografie, Amsterdam
Balthasar Burkhard, Chlönthal, 2001, Gelatin silver print, 262x127 cm, Collectie Huis Marseille Museum voor Fotografie, Amsterdam
Toshio Enomoto, Weeping Cherry Trees by Katsuma Yakushi Hall in Takato, Ina, Nagano, 2007, barietdruk, 40x50 cm, Collectie Huis Marseille Museum voor Fotografie, Amsterdam
Natasja Kensmil, Imago Mortis, 2012, olieverf op doek, 200x200 cm, courtesy Galerie Paul Andriesse
Balthasar Burkhard, Japan, 2005, barietdruk, 300x140 cm, Collectie Huis Marseille Museum voor Fotografie, Amsterdam
Marc Mulders, Pietà nr. 1, 1988, olieverf op doek, 160x220 cm, collectie De Pont Museum of Contemporary Art, Tilburg
Couzijn van Leeuwen, Schillenbeesten, 2011heden, schillen van groenten en fruit, work in progress vanaf 2011, courtesy de kunstenaar
Toshio Enomoto, Cherry blossoms in Yoyogi Park enduring a spring wind, Tokyo, 1990, barietdruk, 40x50 cm, Collectie Huis Marseille Museum voor Fotografie, Amsterdam
21
Kleine benedenzaal
Anne Forest, VS/NL, 1983
MM: “Zij maakt hele vreemde doeken van vermenselijkte dieren. Als kunstenaar kruip je in de psyche van het dier. Ik hou heel erg van Duitse kunstenaars als Albrecht Dürer en Lucas Cranach. Het werk van Forest doet mij aan Cranach denken. Forest kijkt naar het werk van oude meesters, naar de poses van de regenten in de zeventiende eeuw. Daar gaat het heel erg om de psyche. De gelaagdheid die wij mensen aannemen middels de grimas en façades, daar gaat haar werk over en dat projecteert ze in de poses, de uitdrukking en ‘de weirdheid’ van de dieren.”
een issue. Er zit een enorme gevoeligheid op alles aanhoren, regisseren en inklaren. Die nadenkendheid verpakt hij in zijn schilderijen door heel geïsoleerd mensen te schilderen, alsof het feestje net voorbij is. Er zijn ook vaak slingers geschilderd. Hier zijn de slingers uitgesneden. Dit kun je alleen maar maken als je een beetje bezeten bent. Dat is iets wat ik verlang en wat je bijna niet hebt als je - te braaf - naar een foto werkt en ook niet als je een keurig abstract schilder bent. Vanwege de obsessie heb je een waarachtig pad, dan ben je echt met de inhoud bezig. Dan hoef je geen concessies te doen.”
Reinoud van Vught, NL, 1960
MM: “Reinoud is al 30 jaar mijn schildersmaatje, wij hebben samen gespard op de judomat, in De Ateliers en in elkaars werk ingegrepen. Wij hebben samen gekeken naar de betovering van de natuur, al weer meer dan 30 jaar…”
Ronald Zuurmond, NL, 1964
MM: “Hij schildert altijd over zichzelf. Eigenlijk zijn al zijn werken zelfportretten. Dat existentialisme, wie ben ik en waar bevind ik mij dan? Bij hem lijkt zijn ‘zijn’ elke seconde 22
23
Ronald Zuurmond, Stilleven, 2013, collage, 77x58 cm, courtesy de kunstenaar
Marc Mulders, collages, De Ark, Noirs Desseins, Bloemhart, Descent into Limbo, Apokalypse Now, The Joker, 2014, courtesy de kunstenaar
Marc Mulders, Bevroren Rozen II, 1993, olieverf op doek, 80x70 cm, collectie T. Sas
Marc Mulders, Erik Andriesse en Guido Geelen, Zonder Titel, 1992, beschilderd keramiek, 120x50x40 cm, collectie T. Sas
Marc Mulders, Gevild Konijn, 2009, olieverf op doek, 80x40 cm, collectie T. Sas
Marc Mulders, Pauw/ Passion, 2004, aquarel, 75x100 cm, collectie T. Sas
Ronald Zuurmond, Meisje, 2013, collage op doek, 140x120 cm, courtesy de kunstenaar
Marc Mulders, Studie Apocalypse, 2006, aquarel, 65x50 cm, collectie T. Sas
Anne Forest, Amy, 2013, acrylverf op tapijt, 111x80 cm, courtesy de kunstenaar
Marc Mulders, Gehangen Fazant, 2009, olieverf op doek, 80x40 cm, collectie T. Sas
Ronald Zuurmond, Zonder Titel, 2014, collage op doek, 200x140 cm, courtesy de kunstenaar
Anne Forest, Galina & Wiremu, 2013, olieverf op doek, 47x22 cm, privécollectie Konecnik – Rooke
Anne Forest, Clovis & Ludek, acrylverf op tapijt, 2013, 120x154 cm, collectie T. Sas
Gang bij vitrines Marc Mulders, Vlinders, 2012-2014, aquarel, 60x50 cm (6 stuks), collectie T. Sas
Marc Mulders, Vanitas, 2010, glas emailverf, 12,5x55,4 cm, collectie Museum Boijmans van Beuningen, Rotterdam
Vazen: Bram Hermens, Zonder titel, 2007, project Stilleven/ Frank van der Linden
Marc Mulders, 3 vazen, wit en roze glas, met kikkers en zwanen, 2008, Leerdams glas, gebrandschilderd, collectie T. Sas
Bram Hermens, Zonder titel, 2007, project Stilleven/ Frank van der Linden
Marc Mulders, 2 vensters, 2010, gebrandschilderd glas, collectie T. Sas
Marc Mulders, Vaas, 2007, project Stilleven/ Frank van der Linden
Marc Mulders, Zonnebloemen, aquarellen, 2012 – 2014, 60x50 cm (6 stuks), collectie T. Sas
Bram Hermens, Zonder Titel, 2007, project Stilleven/ Frank van der Linden
Marc Mulders, Vensters voor KAdE, aquarellen, collage, 2014, collectie T. Sas
In het midden: Couzijn van Leeuwen, Holiday Island, 2013, piepschuim, plastic, 100x84x55 cm, courtesy de kunstenaar
Reinoud van Vught, Z.T., 2006, acrylic on linen, 200x100 cm, collectie T. Sas Ronald Zuurmond, Stilleven, 2013, collage, 77x58 cm, courtesy de kunstenaar
24
25
Verhef uw redelijke blik, gebruik uw ogen als mens; richt uw aandacht op de hemel en de aarde, op de rijk getooide hemel, de vruchtbare aarde; op de vogels die vliegen, op de vissen die zwemmen, op de kiemkracht van het zaad, op de regelmaat van de seizoenen; richt uw aandacht op de werken en zoek naar de Bewerker; houd uw oog gericht op wat gij ziet en zoek Degene die gij niet ziet. Geloof in Hem die gij niet ziet, terwille van datgene wat gij wel ziet. […] Augustinus 354-430 n.Chr. Uit: Augustinus, 4 augustus, Van Schepsel naar Schepper, p. 421 Augustinus-Brevier
26
27
Tentoonstelling Vensters in Kunsthal KAdE Samengesteld door Marc Mulders 3 mei – 31 augustus 2014 © Kunsthal KAdE www.kunsthalkade.nl