Eetstoornissen samengesteld door Els.
Inleiding Anorexia en Boulimia Nervosa komen voornamelijk voor bij vrouwen; ongeveer 5% van de patiënten is man. Anorexia komt voor bij 1.4 op de 1000 vrouwen. De schattingen voor boulimia zijn aanmerkelijk hoger: 4,5% van de vrouwen en 1,5% van de mannen zou hier aan lijden. De ziektes duren gemiddeld 7,5 jaar, met een spreiding van een half jaar tot dertig jaar. De weg naar genezing is vaak lang. Ongeveer 40% van de patiënten herstelt volledig, 40% herstelt gedeeltelijk en 20% herstelt niet. Ongeveer 10% van de patiënten overlijdt aan de gevolgen van deze ziektes. Naast deze eetstoornissen wordt ook nog gesproken over binge eating disorder of eetbuienstoornis. 1. Anorexia nervosa Voorbeeld 1 Zij is zestien maar lijkt amper twaalf. Haar gelaat is bleek en uitgemergeld. Zij geeft een slappe handdruk; de paarsblauwe vingers voelen koud aan. De ogen hebben een trieste glans als zij even opkijkt bij een vraag. Zij zegt niet veel, moeder zal het wel uitleggen, die stond erop dat zij kwam. Vader zit er stil en terneergeslagen bij. Hij knikt telkens als zijn vrouw, in haar betoog, bevestiging van haar verhaal vraagt. Moeder is ervan overtuigd dat het allemaal op school is begonnen, toen men haar “mollige Mieke” begon te noemen. Ze was toen wat zwaarder gebouwd dan haar klasgenootjes, maar echt dik kon je haar niet noemen. Haar borstontwikkeling poogde zij te verbergen, en toen zij haar eerste menstruaties kreeg was zij erg ziek. Zij wilde vermageren en begon minder te eten, vooral minder aardappelen en brood. De diëten in damesbladen hield zij zorgvuldig bij. Nu wil zij niet meer aan tafel komen. Zij eet alleen nog rauwe groenten en yoghurt. Moeder vraagt zich bezorgd af hoe ze dit volhoudt. Haar dochter maakt dagelijks een flinke wandeling en studeert zelfs tot middernacht. Haar schoolresultaten zijn ronduit schitterend, maar daar is zij zelf nooit tevreden over. Soms wil zij wel wat eten om moeder een plezier te doen, maar voelt zich dan opgezwollen als een kikker en gaat stiekem braken. Van die lastige menstruatie is zij nu verlost, maar zij heeft moeite met de stoelgang en neemt elke morgen laxeermiddelen. In haar schooltas zitten altijd fruit en koekjes, maar die raakt zij niet aan. Volgens moeder was ze een lief meisje, gehoorzaam en gedienstig, maar is zij nu koppig en eigenwijs. Hoe is het mogelijk dat ze zichzelf nog mooi vindt ook, vraagt ze zich vertwijfeld af. Naar de huisarts wil ze niet luisteren, en slechts onder dreigementen is zij meegekomen. Het meisje vraagt bits waarom ze al die vragen moet beantwoorden, ze is immers “niet ziek of gek”. (blz. 315) (blz. 314) De meest bestudeerde eetstoornis is anorexia nervosa. Hoewel de diagnose ervan, althans in haar “klassieke” vorm, betrekkelijk eenvoudig te stellen is, kunnen er problemen van afbakening bestaan ten opzichte van de nauw verwante en recent erg in de belangstelling staande boulimia nervosa. Anorexia nervosa is een misleidende omschrijving. Anorexie betekent immers letterlijk “gebrek aan eetlust”, wat als symptoom bij talrijke somatische aandoeningen en psychische stoornissen (m.n. depressies) kan voorkomen. In werkelijkheid gaat het bij anorexia niet om een eetlusttekort, maar om een door de persoon zelf onderdrukte eetlust en/of honger. Het is in essentie geen kwestie van ‘niet kunnen’ maar van ‘niet willen’ eten, zodat de anorexia-nervosapatiënt er meestal zelf niet over klaagt. Toch zullen veel patiënten, zeker in een verder gevorderd stadium, de stoornis beschrijven als “niet meer kunnen eten”, alsof iets hen ervan weerhoudt gewoon te eten en/of een normaal gewicht te handhaven. Je hebt twee types anorexia nervosa: Eerste type: Zuiver vasten (ook wel 'restrictieve type' genoemd): Je bereikt het gewichtsverlies enkel door te vasten en extra beweging. Deze patiënten worden bestempeld als klassiek: ze hebben geen eetbuien en braken of laxeren niet. Kenmerkend is een ijzersterke en volgehouden discipline in hun eetgedrag. Mits adequate begeleiding zijn de prognoses voor de behandeling van deze klassieke anorexia goed, vooral als de juiste diagnose wordt gesteld in een vroeg stadium.
Handboek psychopathologie, deel 1, basisbegrippen, Onder redactie van: prof. dr. W. Vandereycken, prof.dr. C.A.L. Hoogduin, prof. dr. Emmelkamp, 2000, Bohn Stafleu Van Loghum 1
Tweede type: Gemengde type (ook wel het 'eetaanval/purgeertype' genoemd): Hier gaat het niet alleen over vasten, ook heb je eetbuien die doorgaans stiekem verlopen en weinig tijd in beslag nemen. Daarna wordt dit dan ook weer uitgebraakt. De voorkeur van voedsel gaat dan voornamelijk uit naar zogenaamd verboden voedsel: erg calorierijk en vet voedsel. Patiënten beschrijven deze eetbuien vaak als "zich volproppen totdat de maag op barsten staat". Deze eetbuien gaan gepaard met een sterk gevoel deze eetdrang totaal niet onder controle te hebben (controleverlies). De drang naar eten is haast oncontroleerbaar. Ondanks deze eetbuien slagen de patiënten er toch in om door braken en laxeren hun gewicht bijzonder laag te houden. Patiënten met deze problematiek vertonen meestal een brede waaier van klachten en problemen. Ze zijn vaak depressief en / of maken grote stemmingsschommelingen door. Ook andere impulsen kunnen ze moeilijk bedwingen, waardoor het volgende probleemgedrag kan optreden: voedsel stelen, zichzelf pijnigen, woede-uitbarstingen, drugs slikken, verscheidene seksuele partners op korte tijd en dergelijke. Symptomen: * Opvallende vermagering en gewichtsverlies * Angst om dikker te worden * Een gestoorde lichaamsbeleving * De menstruatiestop * Perfectionisme en prestatiedrang * Emotionele veranderingen (veranderingen in de persoonlijkheid: zichzelf meer afsluiten voor anderen, kortaf zijn, liegen,...) * Interactieve veranderingen (veranderingen in contacten met vrienden en familie, meer ruzies of juist zichzelf afzonderen) Gevolgen en risico 's: * Hartproblemen: Hartkloppingen * Maag- en darmproblemen: Constipatie en buikpijn, pijn achter borstbeen (slokdarm) * Problemen met nieren en mineralenhuishouding: opgezwollen handen en voeten (oedeem) * Hormonale problemen: Stoppen van de menstruaties * Problemen door verandering in de stofwisseling * Problemen met huid, haren en tanden: Uitvallen van haar, slechte tanden * Problemen met het functioneren van de hersenen: concentratiestoornissen * Klachten bij gewichtstoename * vermoeidheid, verminderde energie en afnemende lichamelijke uithouding * motorische onrust, van angstige energie, geagiteerd en opgejaagd, slaapstoornissen * depressie, eenzaamheid * spierpijn en spierkrampen * Bloedonderzoek kan wijzen op: bloedarmoede, tekort aan witte bloedcellen, verhoogd holesterolgehalte, gestoorde levertesten, lage bloedsuikerspiegel, elektrolytenstoornissen, stoornissen in hormonale uncties DSM-criteria Dit zijn criteria van het Diagnostic and Statistical Manual, dat gehanteerd wordt door psychologen en psychiaters bij het stellen van diagnosen. Voor anorexia zijn volgende criteria in het boek opgenomen: Diagnostische criteria voor Anorexia nervosa (DSM-IV) •
• •
Weigering het lichaamsgewicht te handhaven op of boven een voor de leeftijd en lengte minimaal normaal gewicht [bv. gewichtsverlies dat leidt tot het handhaven van het lichaamsgewicht op minder dan 85% van het te verwachten gewicht; of het in de periode van groei niet bereiken van het te verwachten gewicht, hetgeen leidt tot een lichaamsgewicht van minder dan 85% van het te verwachten gewicht]. Intense angst in gewicht toe te nemen of dik te worden, terwijl er juist sprake is van ondergewicht. Stoornis in de manier waarop iemand zijn of haar lichaamsgewicht of lichaamsvorm beleeft, onevenredig grote invloed van het lichaamsgewicht, of lichaamsvorm op het oordeel over zichzelf of ontkenning van de ernst van het huidige lage lichaamsgewicht.
•
Bij meisjes, na de menarche, amenorroe, d.w.z. de afwezigheid van ten minste drie achtereenvolgende menstruele cycli. [Een vrouw wordt geacht een amenorroe te hebben als de menstruatie alleen volgt na toediening van hormonen [bv. oestrogeen].
Specificeer het type: Beperkende type: Tijdens de huidige episode van anorexia nervosa is betrokkene niet geregeld bezig met eetbuien of laxeren [d.w.z. zelfopgewekt braken of het misbruik van laxantia, diuretica of klysma's]. Eetbuien / purgerende type: Tijdens de huidige episode van anorexia nervosa is betrokkene geregeld bezig met eetbuien of purgerende maatregelen [d.w.z. zelfopgewekt braken of het misbruik van laxantia, diuretica of klysma's].
Voor de buitenwereld is het eerste wat opvalt natuurlijk het veranderende uiterlijk. Wanneer iemand op korte tijd veel vermagert, is dit niet weg te stoppen. Zelfs niet onder de meest verhullende kledij. Toch gaat het verder dan het uiterlijk en het lichamelijke… Sociale contacten worden verbroken, gevoelens vlakken af en de stemming wordt gedeprimeerder. Alles lijkt angst in te boezemen. Niet alleen het eten, maar ook de toekomst… Het hele verdere leven lijkt beangstigend. Kan ik wel aan de verwachtingen doen? Welke zijn volgens mij die verwachtingen van anderen? Vaak weten mensen zelf niet meer wat ze eigenlijk zelf willen, wat ze zelf aankunnen, wat hun eigen wensen en verlangens zijn… De (zogezegde) verwachtingen van anderen proberen ze zo perfect mogelijk na te streven. De lat wordt steeds hoger gelegd, nooit is het goed genoeg… Door die neiging naar perfectionisme wordt de angst voor het leven onder controle gehouden. Soms zelfs heel letterlijk: de controle wordt een dwang. De hele dag wordt gepland tot op de minuut, allerlei schema ’s dienen afgewerkt te worden. Het leven wordt een dwangmatige eigengebouwde hel… 2. Boulimia Nervosa Voorbeeld2 (blz. 318) Marina is een 27-jarige alleenwonende secretaresse. Zij heeft al zeven jaar problemen met haar voeding. Sinds een jaar heeft ze, na een zes jaar durende periode van anorexia nervosa, last van vreetaanvallen gevolgd door braken. Haar gewicht is weer normaal, maar zij probeert terug te keren naar haar anorexiaperiode. Toen voelde zij zich veel beter, terwijl zij zichzelf nu als een mislukkeling ervaart door al het vreten en braken. Om de eetbui van de avond tevoren te ‘herstellen’, probeert zij de hele dag te vasten. Zij gunt zich overdag nauwelijks de tijd om wat te eten en beperkt de maaltijden tot wat magere yoghurt, een boterham zonder beleg en een appel. Als zij ’s avonds thuiskomt, ruimt zij haar woning eerst uitvoerig op. Daarna stort zij zich op alles wat eetbaar is. Schrokkerig verorbert zij een boterkoek, een handvol kaaskoekjes, een blik erwten en worteltjes, zeven boterhammen met veel kaas en mayonaise, en drie repen chocolade. Dan gaat zij naar het toilet en met een vinger in de keel slaagt zij er snel in te braken. Zij voelt zich dan uitgeput en gaat naar bed. Diagnostische criteria voor boulimia nervosa (DSM-IV) 1. Herhaalde eetbuien, gekenmerkt door: a) het eten in een beperkt tijdsbestek (bijv. binnen een periode van 2 uren) van een hoeveelheid voedsel die duidelijk groter is dan de meeste mensen zouden eten in een vergelijkbare tijd; b) een gevoel van controleverlies over het eten op dat moment (bijv. het gevoel dat men niet kan stoppen met eten of geen vat meer heeft op wat of hoeveel men eet. 2. Herhaald compensatiegedrag bedoeld om gewichtsstijging te voorkomen: zelfopgewekt braken, gebruik van laxantia of diuretica, vasten of strikt dieethouden, energieke lichamelijke inspanningen. 3. De eetbuien en daarmee samenhangende compensatiegedragingen komen gemiddeld minstens tweemaal per week gedurende drie maanden voor. 4. De zelfbeoordeling wordt buitengewoon beïnvloed door lichaamsomvang en gewicht. 5. De stoornis komt niet uitsluitend voor tijdens episoden van anorexia nervosa.
Handboek psychopathologie, deel 1, basisbegrippen, Onder redactie van: prof. dr. W. Vandereycken, prof.dr. C.A.L. Hoogduin, prof. dr. Emmelkamp, 2000, Bohn Stafleu Van Loghum 2
Mensen met Boulimia hebben terugkerende periodes met eetaanvallen. De term 'boulimia' verwijst naar dit eetgedrag (de eetaanvallen). De term 'nervosa' verwijst naar de moeite die je doet om het gewicht toch laag te houden (door compensatie) en de onvrede met je eigen lichaam en jezelf te dik voelen. Hierin ligt dus de overlap met anorexia nervosa. Bij boulimia zijn de gewichtsschommelingen beperkter, er is dus geen drastisch gewichtsverlies zoals bij anorexia. Indien er wel een groot gewichtsverlies is en er is sprake van eetbuien, dan wordt door hulpverleners de diagnose anorexia gesteld (anorexia van het purgerende type). Ook hier zijn er twee types: * Het purgerende type: er is sprake van regelmatig (zelfopgewekt) braken of misbruik van laxeermiddelen of vermageringspillen. * Het niet-purgerende type: er is wel sprake van compensatiedrang door vasten of overmatige beweging, maar niet van (zelfopgewekt) braken of misbruik van middelen. Kenmerken van boulimia nervosa zijn: * in een korte tijdsspanne een grote hoeveelheid voedsel eten die duidelijk (= objectief gezien) groter is dan de meeste mensen in zo'n periode en onder dezelfde omstandigheden zouden kunnen verbruiken; * een gevoel van controleverlies tijdens de eetaanvallen: je hebt het gevoel dat je niet meer kan stoppen of niet kan controleren hoeveel je eet; * compenseren om gewichtstoename te vermijden (zelfopgewekt braken, misbruik van middelen, vasten of compensatiedrang door overmatig bewegen); * eetaanvallen en compensatiedrang komen regelmatig voor; * het zelfbeeld wordt voortdurend beïnvloed door de eigen kijk op lichaamsvorm en -gewicht; * in gedachten veel met eten bezig zijn (vb. eetbuien plannen); * de belangrijkste psychologische kenmerken zijn angst en depressie; * sociaal disfunctioneren op verschillende manieren: - goed functioneren op het werk, dagelijks herhaalde eetaanvallen gevolgd door braken - nauwelijks sociaal functioneren, het leven lijkt een en al chaos - controleverlies over eten als onderdeel van een impulscontrolestoornis waarbij ook sprake is van misbruik van alcohol en/of medicatie en zelfverwonding. Gevolgen van boulimia nervosa kunnen zijn: * menstruatiestoornissen: de menstruatie kan erg onregelmatig zijn of uitblijven * verstoring van het honger- en verzadigingsmechanisme: je voelt niet meer wanneer je honger hebt of wanneer je al vol zit (en voldoende hebt gegeten) * door het braken komen komt er maagzuur naar boven: dit tast het glazuur van het gebit aan en je speekselklieren zetten op * keelpijn en langdurige heesheid tgv braken * de vochthuishouding kan verstoord raken door het misbruiken van laxeer- en vochtafdrijvende middelen en dit kan als gevolg hebben: lage bloeddruk met klachten als duizeligheid, zwakte, een licht gevoel in het hoofd en flauwvallen * door het braken of het misbruik van laxeermiddelen kan een tekort aan kalium ontstaan, wat kan leiden tot nieren leverbeschadigingen, spierkrampen, hartritmestoornissen en hartstilstand * tekorten aan vitaminen en mineralen kunnen ontstaan, alsook bloedarmoede* door het regelmatig overeten, rekt de maag uit. In het ernstigste geval kan de maagwand scheuren door het plotselinge uitzetten van de maag. (Dit laatste komt echter niet zo vaak voor)* verslaving aan laxeermiddelen Er zijn niet enkel lichamelijke gevolgen, zoals hierboven vermeld. Een eetstoornis heeft ook invloed op het psychisch, relationeel en zelfs financiële welzijn. Mensen met boulimie ervaren hun onvermogen om een 'normaal' eetpatroon vol te houden als een persoonlijk falen en als een gebrek aan wilskracht. Ze voelen zich schuldig en wanneer ze er niet in slagen hun (ingebeelde, zelf vooropgestelde) ideaalgewicht te handhaven, voelen ze vaak een enorme walging tav zichzelf. Door die schaamte en uit angst om afgewezen te worden, zal iemand met boulimie heel veel moeite doen om de eetaanvallen, het braken, het laxeren en het compenseren verborgen te houden voor de omgeving. Zo leven velen jaren een dubbelleven, waarbij zelfs partners en goede vrienden niets weten over de eetproblemen... Leven met boulimia is dan een eenzame strijd. Voor de buitenwereld lijkt alles goed te gaan, de eetbuien zijn een 'hulpmiddel' om overeind te blijven.
Door het voortdurend in gedachten bezig zijn met eten en lichaamsgewicht, is het moeilijk om zich te concentreren op andere dingen zoals studeren of het onderhouden van relaties. Afspraken maken is moeilijk indien je niet op voorhand weet wanneer je een eetbui of serieuze darmkrampen zal hebben... Dus spreek je steeds minder met anderen af. Zo zorgt de boulimie ervoor dat je in een sociaal isolement geraakt (beetje bij beetje, heel langzaam sluipt het erin). Eten en laxeermiddelen kosten veel geld. Hierdoor raken mensen soms ook in financiële moeilijkheden, wat op zich ook weer het isolement groter maakt (want uitgaan kost geld). Soms wordt voedsel gestolen wanneer de financiële druk te groot is. 3. Eetbuienstoornis Naast anorexia en boulimia wordt vaak ook 'Binge Eating Disorder', ook wel eetbuienstoornis genaamd, als een ander eetprobleem gezien. Het lijkt in veel opzichten op anorexia en boulimia. De lichamelijke aspecten kunnen verschillen, maar de sociale en psychische achtergronden kunnen overeenkomsten vertonen. BED kan leiden tot gebrek aan essentiële stoffen (zoals vitamines, mineralen) en het uit balans raken van de natrium/kalium huishouding. BED is veel meer dan alleen soms een frustratie "wegeten". Het kan je hele leven overheersen en dan wordt het tijd om er iets aan te doen en steun en hulp te zoeken voor je probleem. Wetenschappelijk onderzoek naar binge-eating bestaat pas sinds de jaren '90. Tot die tijd ging men ervan uit dat mensen met overgewicht (obesitas) enkel een gewichtsprobleem hebben. Nu weten we dat een groot deel van hen eigenlijk een eetprobleem heeft. Deze eetstoornis is nog niet opgenomen in de Diagnostic and Statistical Manual (DSM-IV). Kenmerken van BED: * slank willen zijn en veel bezig zijn met gewicht (vb. jezelf meermaals wegen) * dagelijks voornemens maken over wat en hoeveel je zal eten, voortdurend in gedachten bezig zijn met eten * stemmingsschommelingen die samenhangen met je gewicht en wat je eet * wanneer je je rot voelt of wanneer je voor je gevoel toch al 'te veel' hebt gegeten, krijg je een eetbui, waarin je heel veel, vaak juist 'slecht' voedsel naar binnen werkt * je compenseert niet na een eetbui (dus: niet laxeren, overgeven, vasten, overmatig sporten) * een gevoel van controleverlies: hoezeer je ook je best doet, het lukt je niet te stoppen met eten of controle te krijgen op wat je eet * in gezelschap van anderen probeer je zo normaal mogelijk te eten * je geeft veel geld uit aan eten * lichamelijke verschijnselen: vermoeidheid, lusteloosheid, slapeloosheid, hoge bloeddruk, vochtophoping in de benen, depressieve gevoelens. Gevolgen van BED: De lichamelijke aspecten kunnen verschillen, maar de sociale en psychische achtergronden kunnen overeenkomsten vertonen met anorexia en boulimia. BED kan leiden tot gebrek aan essentiële stoffen (zoals vitamines, mineralen) en het uit balans raken van de natrium/kalium huishouding. Overgewicht verhoogt de kans op hart- en vaatziekten.
Binge Eating Disorder (Eetbuienstoornis) (De Binge Eating Disorder valt in de DSM-IV onder Appendix B, voorgestelde research criteria)
A. Recidiverende episodes van eetbuien. Een episode wordt gekarakteriseerd door beide volgende: (1) het binnen een beperkte tijd (bijvoorbeeld twee uur) eten van een hoeveelheid voedsel die beslist groter is dan wat de meeste mensen in eenzelfde periode en onder dezelfde omstandigheden zouden eten (2) een gevoel de beheersing over het eten tijdens de episode kwijt te zijn (bijvoorbeeld het gevoel dat men niet kan stoppen met eten of zelf kan bepalen wat of hoeveel men eet) B. De episodes van eetbuien gaan gepaard met drie (of meer) van de volgende criteria: (1) veel sneller eten dan gewoonlijk; (2) dooreten tot een ongemakkelijk vol gevoel is bereikt; (3) grote hoeveelheden voedsel verorberen zonder fysieke honger te voelen; (4) in eenzaamheid eten uit schaamte over de grote hoeveelheid voedsel, die gegeten wordt; (5) na het overeten walgen van zichzelf, zich depressief of erg schuldig voelen. C. Merkbaar ongenoegen over de eetbuien is aanwezig. D. De eetbuien komen gemiddeld ten minste twee dagen per week gedurende zes maanden voor. E. De eetbuien gaan niet gepaard met regelmatig inadequaat compensatoir gedrag (bijvoorbeeld zelfopgewekt braken; het misbruik van laxantia, vasten of overmatige lichaamsbeweging) en de stoornis komt niet uitsluitend voor tijdens het beloop van anorexia nervosa of bulimia nervosa.
4. Eetstoornissen niet anders omschreven In de DSM-IV is nog een bijkomende categorie opgenomen voor patiënten die noch aan de kenmerken van anorexia voldoen, noch aan die van boulimia. Vaak zijn het patiënten die niet alle kenmerken hebben. Of ze hebben een eetstoornis die minder bekend (maar daarom niet minder gevaarlijk) is, zoals orthorexia nervosa of purging (het eten kauwen en daarna uitspuwen, zonder het te hebben doorgeslikt).
5. Besluit Hoe sneller mensen hulp krijgen om van hun eetstoornis af te geraken, des te meer kans er bestaat dat ze er blijvend van genezen. Mensen met een eetstoornis, maar vooral met anorexia hebben een zeer gebrekkig ziekte-inzicht. Zij zien zelf geen problemen, alles loopt goed… Hoe magerder, des te beter… Wanneer de omgeving zich zorgen maakt, worden smoesjes of uitvluchten gebruikt of alles wordt gewoon glashard ontkend (omdat ze er zelf ook écht van overtuigd zijn dat alles wel in orde is). Het is toch belangrijk dat de omgeving aangeeft dat er bezorgdheid is en dat er op tijd wordt ingegrepen. Soms zitten mensen zo diep in hun eetstoornis dat zij niet zien hoe (levens-) gevaarlijk hun situatie is. Na verloop van tijd zit je zo vast in het rigide dagpatroon en het strenge dieet dat je jezelf oplegt… Je wereld is zo beperkt. Op zo’n momenten kan de wanhoop groot zijn. Depressieve gedachten en gevoelens maken het leven zwaar… En toch is er hoop. Je kan genezen van je eetstoornis. Je kan leren omgaan met de moeilijkheden die jou het leven zuur maken. Genezen kan, maar niet zolang je er alleen mee blijft zitten. De eerste stap naar genezing is dus: iemand in vertrouwen nemen en praten over hoe het écht met je gaat…
Bronnen: W. Vandereycken, C.A.L. Hoogduin en P.M.G. Emmelkamp, Handboek Psychopathologie, Deel 1 Basisbegrippen. Bohn Stafleu Van Loghum, Houten/Diegem 2000 Johan Vanderlinden, Boulimie en eetbuien overwinnen. Een gids voor patiënt, gezin en hulpverlener. Uitgeverij Lannoo, 2001 Myriam Vervaet, De Veilige Hel. Hoe anorexia en boulimia nervosa ontstaan en behandeld kunnen worden. Uitgeverij Houtekiet 2002 www.sabn.nl http://groups.msn.com/ANOREXIANERVOSABOULIMIANERVOSA/