LIED: 1. Tien kleine Mulderkes. 2. Ik heb een tante in Marokko. 3. Hé men, hé meid. 4. Een potje met vet. 5. Soep balle kiele. 6. Alle eendjes zwemmen in het water. 7. Berend Botje. 8. Het hondje van de bakker. 9. Banaan banaan, ’t Mulderke komt eraan. 10. Strontvlieg uit Suriname. 11. 1,2,3,4,5,6,7. 12. Oud Donald heeft een farm. 13. Cowboy Billy Boem. 14. Hoofd, schouders, buik en been. 15. Is stil aan de overkant. 16. Ik wil hopjesvla. 17. Yell. 18. Olé, olé, olé. 19. Houd er de moed maar in. 20. En we gaan nog niet naar huis. 21. Eén, twee in de maat 23. De Wandelaars 24. Melodie 25. Wij kinderen van ’t Mulderke 26. 1,2 in de maat 27. Toen onze mop een mopje was 28. Hoedje van papier 29. Fruitliedje 30. He Ho Captain Jack 31. Advocaatje ging op reis 32. Ik zag 2 beren 33. Catootje 34. Kortjakje 35. In Holland staat een huis 36. Zigeuner meisje 37. Twee emmertjes water halen 38. Op een klein stationnetje 39. Het is alweer voorbij dit jaar
Gemaakt door Christel en Els
1. TIEN KLEINE MULDERKES Tien kleine Mulderkes, die dansten in de regen, eentje viel er in de plas, toen waren er nog maar negen. Refrein: En van je hela, hela, hela, holala, hoi……enz. Negen kleine Mulderkes, die stonden op wacht, de een die schoot de ander dood, toen waren er nog maar acht. Refrein: Acht kleine Mulderkes, die stonden te beven, een bevroor er van de kou, toen waren er nog maar zeven. Refrein: Zeven kleine Mulderkes, die zaten op de fles, een viel er van die fles, toen waren er nog maar zes. Refrein: Zes kleine Mulderkes, die lachten zich stijf, eentje kwam er niet meer bij, toen waren er nog maar vijf, Refrein: Vijf kleine Mulderkes, dronken een glaasje bier, eentje slikte een glaasje in, toen waren en nog maar vier. Refrein: Vier kleine Mulderkes, die gingen ergens heen, eentje die kwam er niet meer terug, toen waren er nog maar drie. Refrein: Drie kleine Mulderkes, die zaten op de plee, eentje viel er van de plee, toen waren er nog maar twee.
Refrein: Twee kleine Mulderkes, die gingen ergens heen, eentjes kwam er niet meer terug, toen was er nog maar één. Refrein: Langzaam zingen: Dat ene kleine Mulderke, dat had je moeten zien, dat trouwde met een Mulderin, Weer gewoon zingen. Toen waren er zo weer Tien. Refrein:
2. IK HEB EEN TANTE IN MAROKKO Ik heb een tante in Marokko en die komt, hiep hoi, (2x) ik heb een tante in Marokko, een tante in Marokko, ’n tante in Marokko en die komt, hiep hoi. Refrein: Singing a ja jippie jippie jee, Hiep hoi, (2X) Singing aja jippie, aja jippie, A ja jippie jippie jee, Hiep hoi. En ze rijdt op twee kamelen als ze komt, hobbel de bobbel, (2x) en ze rijdt op twee kamelen, rijdt op twee kamelen, ze rijdt op twee kamelen als ze komt, hobbel de bobbel, hiep hoi. Refrein + hiep hoi, hobbel de bobbel. En ze schiet op twee pistolen als ze komt, pief paf, (2x) en ze schiet met twee pistolen, ze schiet met twee pistolen, en ze schiet met twee pistolen als ze komt, hiep hoi. Refrein + hiep hoi, hobbel de bobbel, pief paf. En we slachten wel twee varkens als ze komt, knor knor, (2x) en we slachten wel twee varkens, we slachten wel twee varkens, en we slachten wel twee varkens als ze komt, hiep hoi. Refrein + hiep hoi, hobbel de bobbel, pief paf, knor knor. En we drinken pure whisky als ze komt, klok klok (2x) en we drinken pure whisky, we drinken pure whisky, en we drinken pure whisky als ze komt, klok klok. Refrein + + hiep hoi, hobbel de bobbel, pief paf, knor knor, klok klok. En dan eten we ons buikje lekker rond, nou nou, (2x)
en dan eten we ons buikje, en dan eten we ons buikje, en dan eten we ons buikje lekker rond, nou nou. Refrein + hiep hoi, hobbel de bobbel, pief paf, knor knor, klok klok, nou nou. Maar dan brengt het treintje ons wel weer naar huis, tuut tuut, (2x) maar dan brengt het treintje, Maar dan brengt het treintje, maar dan brengt het treintje ons wel weer naar huis, tuut tuut. Refrein + hiep hoi, hobbel de bobbel, pief paf, knor knor, klok klok, nou nou, tuut tuut. 3. HÉ MEN, HÉ MEID. Hé men, (2x) Hé meid, (2x) wij lopen mee voor de gezelligheid, (2x) een voet achter een voet voor, (2x) iedereen opzij, want we moeten erdoor, (2x) 1-2-3-4, wij hebben lol en veel plezier, (2x) 5-6-7-8, wij gaan door tot diep in de nacht, (2x) spitskool bloemkool, rode kool, (2x) ’t Mulderke is de beste school. (2x) 4. EEN POTJE MET VET. Ik heb een potje met vet, al op een potje gezet, een potje potje potje potje vet, al op de tafel gezet enz…..
5. SOEP BALLE KIELE. Soep, soep, soep, balle, balle, balle, kiele, kiele, kiele, hoi, hoi, hoi, soep, balle, kiele, hoi, soep, balle, kiele, hoi, hoi, hoi.
6. ALLE EENDJES ZWMMEN IN HET WATER. Alle eendjes zwemmen in het water, fal de ral de rare, fal de ral de riere, alle eendjes zwemmen in het water fal de ral de ral de ral de ral de ra ra ra
7. BEREND BOTJE. Berend botje ging uit varen, met zijn scheepje uit Zuid-Laren, de weg was recht, de weg was krom, nooit kwam Berend Botje weerom, 1-2-3-4-5-6-7, waar is Berend Botje gebleven, hij is niet hier, hij is niet daar, hij is naar Amerika. 8. HET HONDJE VAN DE BAKKER. Het hondje van de bakker, (2x) had vies gedaan, (2x) hij was gaan zwemmen, (2x) zonder zwembroekje aan. Refrein: Van je hela, hela, hela, holala, hoi enz….. De knecht van de bakker, (2x) die zei vieze hond, (2x) mag jij wel zwemmen, (2x) in je blote kont, (2x) Refrein: Van je hela, hela, hela, holala, hoi enz….. 9. BANAAN, BANAAN, ’T MULDERKE KOMT ERAAN. Banaan, banaan, ’t Mulderke komt eraan, citroen, citroen, we worden kampioen. Olé, olé, olé, olé, we zijn ’t Mulderke, (2x) Olé, olé, olé, olé, we zijn ’t Mulderke, Olé. 10. STRONVLIEG UIT SURINAME. In het land van Suriname, holadijee – holadijoo, zat een strontvlieg op de ramen, holadijee – holadijoo, waar zat die strontvlieg naar te kijken, holadijee – holadijoo, naar een olifant die stond te zeiken, holadijee – holadijoo, waar is die strontvlieg nu gebleven, holadijee – holadijoo, al met de zeikstraal meegedreven, holadijee – holadijoo, op zijn grafsteen staat geschreven, holadijee – holadijoo, al met de zeikstraal meegedreven, holadijee – holadijoo. 11. 1,2,3,4,5,6,7. 1,2,3,4,5,6,7, zo gaat ie goed, zo gaat ie beter, alweer een kilometer, van mijn schoenen afgesleten, wat mijn moeder niet mag weten, anders krijg ik niks te eten en dan moet ik vroeg naar bed.
12. OUDE DONALD HEEFT EEN FARM. Oude Donald heeft een farm, hia-hia-ho en op zijn farm heeft hij een koe, hia-hia-ho met een moe-moe hier, en een moe-moe daar, hier een moe daar een moe, overal een moe-moe Oude Donald heeft een farm, hia-hia-ho. Oude Donald heeft een farm, hia-hia-ho en op zijn farm heeft hij een hond, hia-hia-ho met een waf-waf hier en een waf-waf daar, hier een waf, daar een waf, overal een waf-waf Oude Donald heeft een farm. Hia-hia-ho. Oude Donald heeft een farm, hia-hia-ho en op zijn farm heeft hij een kip, hia-hia-ho, met een tok-tok hier en een tok-tok daar hier een tok, daar een tok, overal een tok-tok Oude Donald heeft een farm, hia-hia-ho Oude Donald heeft een farm, hia-hia-ho en op zijn farm heeft hij een eend, hia-hia-ho met een kwak-kwak hier en kwak-kwak daar, hier een kwak, daar een kwak, overal een kwak-kwak Oude Donald heeft een farm, hia-hia-ho Oude Donald heeft een farm, hia-hia-ho en op zijn farm heeft hij een schaap, hia-hia-ho met een beh-beh hier en een beh-beh daar, hier een beh daar een beh, overal een beh-beh Oude Donald heeft een farm, hia-hia-ho Oude Donald heeft een farm, hia-hia-ho en op zijn farm heeft hij een kat, hia-hia-ho met een miauw-miauw hier en een miauw-miauw daar, hier een miauw, daar een miauw, overal een miauw-miauw Oude Donald heeft een farm, hia-hia-ho Oude Donald heeft een farm, hia-hia-ho en op zijn farm heeft hij een bij, hia-hia-ho met bzzz-bzzz hier en een bzzz-bzzz- daar, hier een bzzz, daar een bzzz, overal een bzzz-bzzz Oude Donald heeft een farm, hia-hia-ho 13. COWBOY BILLY BOEM. En wie rijdt er op z’n paard door de prairie, het is een Cowboy Billy Boem, door de boeven niet gevreesd, er is nooit in het wilde westen ’n Cowboy geweest, die zo dapper was als Cowboy Billy Boem.
En van je hotsie, knotsie, knetter, van je jippie, jippie, jee, maar zijn paard was zeer vermoeiend en die wou niet verder mee, maar hij moest de boeven vangen dus nam hij een ander beest, en nu mag je zelf bedenken wat dat voor ’n beest dat is geweest.
14. HOOFD, SCHOUDERS, BUIK EN BEEN. Hoofd schouders, buik en been, Hoofd schouders, buik en been, ogen, oren, puntje van je neus, Hoofd schouders, buik en been. 15. ’T IS STILL AAN DE OVERKANT. ’t ’t ’t ’t
Is stil aan de overkant, (4x) is stil aan de achterkant, (4x) is stil aan de zijkant, (4x) is stil aan de voorkant, (4x)
16. IK WIL HOPJESVLA. Ik wil hopjesvla, tralalalala, Ik wil hopjesvla, tralalalalala, Ik wil hopjevla, tralalalala, Want ik lus alleen maar hopjesvla, HOPJESVLA. Enz…. 17. OLÉ, OLE’, OLÉ. Olé, olé, olé, We zijn ’t Mulderke, Olé, olé, olé, We zijn ’t Mulderke, Olé !! 18. YEL. Geef ons een T, Geef ons een M Geef ons een U, Geef ons een L, Geef ons een D, Geef ons een E, Geef ons een R, Geef ons een K, Geef ons een E, Wat staat er dan: Allemaal: ‘T MULDERKE !!!!!!! 19. HOUD ER DE MOED MAAR IN. Houd er de moed maar in, Houd er de moed maar in. En als de pomp er uit is, pomp ‘m er dan weer in. En als de pomp kapot is gaan we naar de smid. En als de smid niet thuis is, gaan we naar zijn vrouw. En als zijn vrouw niet thuis is, gaan we naar de knecht. En als de knecht niet thuis is, gaan we naar de meid. En als de meid niet thuis is, gaan we naar de hond. En als de hond niet thuis is, gaan we naar de kat. En als de kat niet thuis is, gaan we naar de poes. En als de poes niet thuis is, gaan we naar de muis. En als de muis niet thuis is, gaan we weer naar huis.
En van je hela, hola, Houd er de moed maar in 2X houd er de moed maar in!
20. DRINKPOST: He ho wat een bof Onze drinkpost dat is lekker tof Lust nou wel een flinke slok Ranja, koffie, volle mok Lekker drinken, even rust Korte pauze is een must Gaan er direct weer tegenaan Zingen op het eindstreep aan Hela hela hela ho Hela, ja we zijn er zo
21. EN WE GAAN NOG NIET NAAR HUIS. En we gaan nog niet huis, nog langer niet, nog langer niet, en we gaan nog niet naar huis, want ons moeder is niet thuis. En als was ons moeder thuis, Dan gingen we niet, dan gingen we niet, En al was ons moeder thuis, Dan gingen we niet naar huis. Niet naar huis toe gaan, Niet naar huis toe gaan, Want de boeeel moet op zijn kop staan
22. 1,2 in de maat 1,2 in de maat Anders word de juffrouw kwaad, Maar de juffrouw word niet kwaad Want ze is van prikkeldraad
23. DE WANDELAAR Melodie (drie schuintamboers) Vijf wandelaars die kwamen van “t Mulderke 2x Van rom bom en die zijn niet dom Die kwamen van ’t Mulderke Eén van de vijf die kan geen tempo maken 2x Van je rom bom en dat was wel dom Die moest de strijd toen staken, rom bom Vier wandelaars die kwamen van ’t Mulderke 2x Van rom bom en die zijn niet dom Die kwamen van ’t Mulderke
Eén van die drie die liep maar steeds te vitten 2x Van je rom bom en die zijn niet dom De rest liet hem toen zitten Twee wandelaars die kwamen van ’t Mulderke 2x Van rom bom en die zijn niet dom Die kwamen van ’t Mulderke Eén van de twee die had zijn stem verloren 2x Van je rom bom en dat was wel dom Liet niets meer van zich horen, rom bom Eén wandelaar, zo’n eentje van ’t Mulderke 2x Van je rom bom nee die was niet dom Zo’n eentje van ’t Mulderke
24 MELODIE: ??? (Dit liedje word steeds harder gezongen) Overal waar we heen gaan (2x) Vragen de mensen (2x) Wie wij zijn (2x) En waar we vandaan komen ( 2X) Wij zijn van ‘t Mulderke (2X) Die kei-goeie Mulderke (2x) En als ze ons nog niet horen (2X) Dan gaan we nog harder! (2x) 25. MELODIE (Hondje van de bakker) Wij kinderen van ’t Mulderke (2X) Wij doen dit jaar ook mee (2X) Wij zijn weer met zovelen (2X) En we zingen wel voor twee (2X)
26. TOEN ONZE MOP EEN MOPPIE WAS Toen onze mop een mopje was Was hij aardig om te zien Nu gromt hij alle dagen en bijt hij bovendien. Waf woef, Waf woef, Waf woef, Waf woef,
was hij aardig om te zien Waf woef, Waf woef, Waf woef, Waf woef, En bijt hij bovendien.
27. HOEDJE VAN PAPIER Een, twee, drie, vier hoedje van, Een, twee, drie, vier, hoedje van Als het hoedje dan niet past Pak hem uit de glazen kast Een, twee, drie, vier hoedje van, Een, twee, drie, vier, hoedje van
hoedje van, papier.
hoedje van, papier.
28. FRUITLIEDJE Melody: hela hola houd er de moed maar in Banaan, banaan, ’t Mulderke komt eraan En prei en prei, we lopen in de rij In koor, in kool, we lopen lekker door. Hatsjé, hatsjé ’t Mulderke loopt mee Olé, olé ’t Mulderke is okë. Citroen, citroen we worden kampioen Kiwi, kiwi, en zeuren doen we nie En peer en peer en morgen gaan we weer En…………..en……………hij/zij loopt weer aan de top
29. HE HO LOOP NOU DOOR (melodie: he man he meid) He ho loop nou door 2x Mankeer je iets aan je oor 2x Alle kinderen opgelet 2x Wij gaan lekker laat naar bed 2x He ho loop nou door Luister maar eens met je oor Dit geld ook voor Pa en Ma Voor alle kinderen hiep hoera
30. HE HO CAPTAIN JACK He ho captain jack We lopen hier finaal voor gek Houd vooral het tempo bij Blijf niet achter volg mij He ho basisschool We slijten elke dag een zool We lopen wel een dag of vier En doen dat met veel plezier He ho kleuterklas Geef nog eens wat extra gas Iedereen mooi in de maat Kijk maar eens hoe dat gaat
2x 2x 2x 2x
He ho allemaal We maken lol en veel kabaal We gaan nu naar het einde toe Maar we zijn nog lang niet moe He ho we zingen hard Het hele eind vanaf de start En als we door de finish gaan Zullen daar veel mensen staan He ho de hele groep Krijgt een medaille en veel snoep We hadden veel lol met elkaar Dus maar weer tot volgend jaar
31. ADVOCAATJE GING OP REIS: Advocaatje ging op reis tier liere liere, Advocaatje gin op reis tier lire lom Met zijn hoedje op zijn arm tiere liere liere, Met zijn hoedje op zijn arm tier lire lom Bij een herberg bleef hij staan tiere liere liere, Bij een herberg bleef hij staan tier liere lom Stokvis kreeg hij bij het ontbijt tiere liere liere, Stokvis kreeg hij bij het ontbijt tier lire lom ’T graatje schoot hem in zijn keel tiere liere liere, ’T graatje schoot hem in zijn keel tier liere lom Dokter werd erbij gehaald tiere liere liere, Dokter werd erbij gehaald tier liere lom Maar de dokter was te laat tiere liere liere, Maar de dokter was te laat tier liere lom Zo ging advocaatje dood tiere liere liere, Zo ging advocaatje dood tier lier lom Zing nog eenmaal tot besluit tiere liere liere, Zing nog eenmaal tot besluit tiere liere lom
32. IK ZAG TWEE BEREN Ik zag twee beren broodjes smeren, oh dat was een wonder ’t was een wonder boven wonder, dat die beren smeren konden Hi hi hi ha ha ha, ik stond erbij en keek erna Ik zag twee slangen de was op hangen, oh dat was een wonder ’t was een wonder boven wonder, dat die slangen hangen konden Hi hi hi ha ha ha, ik stond erbij en keek erna Ik zag twee slakken koffers pakken, oh dat was een wonder ’t was een wonder boven wonder, dat die slakken pakken konden Hi hi hi ha ha ha, ik stond erbij en keek erna
Ik zag twee bijen auto rijen, oh dat was een wonder ’t was een wonder boven wonder, dat die bijen rijen konden Hi hi hi ha ha ha, ik stond erbij en keek erna Ik zag twee vossen samen hossen, oh dat was een wonder ’t was een wonder boven wonder, dat die vossen hossen konden Hi hi hi ha ha ha, ik stond erbij en keek erna Ik zag twee hazen bellen blazen, oh dat was een wonder ’t was een wonder boven wonder, dat die hazen blazen konden Hi hi hi ha ha ha, ik stond erbij en keek erna. Ik zag twee ganzen gezellig dansen, oh dat was een wonder ’t was een wonder boven wonder, dat die ganzen dansen konden Hi hi hi ha ha ha, ik stond erbij en keer erna
33. CATOOTJE En ik ben met Catootje naar de botermarkt geweest En zij kon maken wat ze wou Zij kon maken wat ze wou 3x En zij maakte van boter een dominee Een dominee pardoes In de kerrek zei de dominee in de kerrek zei de dominee Een domi dominee, een domi dominee En m’n zuster die heet Kee 3x En zij maakte van boter een wafelvrouw Een wafelvrouw pardoes Kom maar binnen, kom maar binnen, zei de wafelvrouw 2x Een wafel wafelvrouw, een wafel wafelvrouw En ze kon maken wat ze wou 3x En zei maakte van boter een toverheks Een toverheks pardoes ‘k zal je pakken ‘k zal je pakken, zei de toverheks De tover toverheks, de tover toverheks En mijn broeder die heet Lex 3x En zij maakte van boter een kastelein Een kastelein pardoes Eerst betalen eerst betalen, zei de kastelein En mijn broeder die heet Hein 3x
En zei maakte van boter een dikke meid Een dikke meid pardoes Lekker zoenen, lekker zoenen, zei de dikke meid 2x De dikke dikke meid, de dikke dikke meid En ik heb nog wel wat tijd 3x En zei maakte van boter een oude heer Een oude heer pardoes
Heel voorzichtig, heel voorzichtig, zei de oude heer 2x De oude oude heer, de oude oude heer En mijn zuster die heet Veer 3x En zijn maakte van boter een lichtmatroos Een lichtmatroos pardoes Mooie benen, mooie benen, zei de lichtmatroos 2x De licht de lichtmatroos, de licht de lichtmatroos En mijn zuster die heet roos 34. KORTJAKJE Altijd is Kortjakje ziek Midden in de week, maar zondags niet Zondags gaat ze naar de kerk Met haar boek vol zilverwerk Altijd is Kortjakje ziek Midden in de week, maar zondags niet
35. IN HOLLAND STAAT EEN HUIS In Holland staat een huis 2x In Hollans staat een huis ja ja Van je tingele tingela hop sa sa In Holland staat een huis 2x In dat huis daar woont een man 2x In dat huis daar woont een man ja ja Van je tingele tingela hop sa sa In dat huis daar woont een man 2x En die man die kiest een vrouw 2x En die man die kiest een vrouw ja ja Van je tingele tingela hop sa sa En die man die kiest een vrouw 2x En die vrouw die kist een kind 2x En die vrouw die kist een kind ja ja Van je tingele tingela hop sa sa En die vrouw die kist een kind 2x
36 ZIGEUNER MEISJE Zat een klein zigeunermeisjes, Huilend op een steen. Huilend huilend helemaal alleen Sta op meisje lief en droog je traantjes af Kies een kindje uit de kring Met wie je dansen mag
37 TWEE EMMERTJES WATER HALEN Twee emmertjes water halen Twee emmertjes pompen De meisjes op de klompen De jongens op hun houden been Rij maar door mijn straatje heen Van je ras ras ras Rijdt de Koning door de plas Van je voort voort voort Rijdt de Koning door de poort Van je erk erk erk Rijdt de koning door de kerk Van je één……twee…….drie
38. OP EEN KLEIN STATIONNETJE Op een klein stationnetje ’s Morgens in de vroegte Stonden zeven wagentjes Netjes op een rij En het machinistje Draaide aan het wieletje Hakke hakke puf puf weg zijn wij Op een klein stationnetje ’s Morgens in de vroegte Stonden zeven wagentjes Netjes op een rij En de conducteurtjes Gooiden met hun deurtjes Hakke hakke puf puf Weg zij wij
39. EINDLIED AVONDVIERDAAGSE. (Melodie: ’T is stil aan de overkant) Het is alweer voorbij dit jaar, we hebben het weer voor elkaar, we deden allemaal weer mee, we waren allen zeer tevree. De kinderen waren erg blij, ze liepen allen zij aan zij, ze zongen allen heel goed mee, de mensen klapten zeer tevree. Je weet nooit hoe het weer zal zijn, we vonden het lopen toch wel fijn, we danken ieder die heeft meegedaan, ouders die bij de kinderen staan. Er werd weer goed voor ons verzorgd, Juf en Meester hebben voor drank gezorgd.
de Ouderraad bedankt voor al het werk, mede hun staat onze school ook sterk. We wachten weer tot volgend jaar, dan staan we met z’n allen klaar, we schrijven ons dan ook weer in, we hebben dan ook weer zin. Lalaalalala, lalaalalalalala, Lalaalalalalala, Lalaalalalalala, Enz…..