Voorwoord Door Marc van Beijsterveldt Beste lezer, Een kerstnummer met voor elk wat wils. Zoals u gewend bent, beginnen we met de uitspraken van de protestcommissie. Aangezien het protesten van meer dan één vergadering zijn, is ook het commentaar door verschillende PKleden verzorgd. De nrs. 12 t/m15 zijn van mezelf, 16 t/m 21 werden geschreven door Jos Jacobs (die daarmee zijn zichzelf opgelegd schrijfverbod als oud-redacteur van de Wekowijzer gelukkig heeft opgeheven) en de kanttekeningen bij 22 t/m 27 zijn van Berry Westra. Zoals u weet, hebben de Nederlandse teams bij de Olympiade in Istanbul geweldig gepresteerd. Ton Kooijman was uiteraard weer "operations director" en hij gunt u een kijkje achter de schermen van dit toernooi. Zijn bijdragen aan dit blad is verder nog de inmiddels vaste rubriek "van de groene tafel".
Hans de Jager schreef een interessant artikel over het ontstaan van de imp-WP schaal. Dit naar aanleiding van een opmerking in de vorige Weko-wijzer waarin de geschiedenis geweld aan werd gedaan. Een oude rubriek, schema-thema, komt aan de orde in een schema voor een club waar men de rokers en niet-rokers zoveel mogelijk ter wille wil zijn. Ben Schelen bewerkte een multiplex-schema en daarmee is men uit de brand. Tot slot nog een stukje van Ton Kooijman over de interpretatie van spelregel 16C, n.a.v. een vergadering van de WBF-spelregelcommissie. Namens de Weko en de afdeling wedstrijdzaken van het bondsbureau wens ik u prettige feestdagen, een gezond en sportief 2005 en veel leesplezier.
Uitspraken van de Protestcommissie Protest 04-12 Districts Hoofdklasse parencompetitie Spel 14 ♠ A10864 O/♥ AB43 ♦ 73 ♣ 103 ♠ H92 ♠7 N ♥ 982 ♥ HV107 W O ♦ A862 ♦ 1094 Z ♣ 764 ♣ HB852 ♠ VB53 ♥ 65 ♦ HVB5 ♣ AV9 Biedverloop: West Noord – – pas 2♥ pas 2SA * pas 4♠
Oost Zuid pas 1SA doublet 2♠ pas … 3♠ allen passen
Oost doubleerde het 2♥-transferbod en zuid bood verplicht 2♠, daarmee gaf hij dus nog geen schoppenfit aan. Noords 2SA was slechts limiet en er was dus niet per se een hartendekking. Zuids 3♠ kwam na enige aar-
zeling en noord bood 4♠. Daarmee waren OW het niet eens, zij meenden dat zuids aarzeling het duwtje was geweest dat noord deed besluiten de manche te bieden. De WL noteerde dat zij zich "met het bod van 4♠ kon verenigen" en dus moesten OW hogerop. Omdat het een districtswedstrijd was, werd een districtsprotestcomité geformeerd. Dat besliste "unaniem" dat de score bleef staan, want "iedereen hoort met de noordhand 4♠ te bieden, denkpauze of niet". OW waren niet tevreden en legden het protest in beroep voor aan de PK. Helaas voor hen vonden ze ook daar geen begrip, de PK overwoog: dat de onbetwiste denkpauze van zuid voor noord een ongeoorloofde inlichting zou kunnen bevatten waarvan deze in het verdere bieden (en evt. spelen) geen gebruik mag maken; dat na een in tempo geboden 3♠ noord vrijwel zeker 4♠ zal bieden en dat bovendien niet duidelijk is waarover zuid heeft nagedacht voor zijn 3♠-bod, zodat er voor noord geen beperkingen zijn in zijn verdere bieden; dat door noord dus geen overtreding is begaan bij zijn beslissing nog 4♠ te bieden.
Weko-wijzer 96
1
en besliste daarom: de beslissing van het districtsprotestcomité in stand te houden; het protestgeld niet te retourneren. Commentaar Dit protest is een goed voorbeeld van een spel waarbij eerst gedacht is en daarna geboden, maar waar het onduidelijk is waarover dan wel is nagedacht. Hier kon zuid kiezen uit pas, 3SA, 3♠ of 4♠ want 2SA was limiet en dus niet forcing. Nadat de echte schoppenfit bekend werd was het voor noord niet moeilijk de manche te bieden, zijn hand is nu natuurlijk bijzonder opgeknapt. Een harde les voor OW. Mede omdat het districtsprotestcomité er ook al een beslissing over genomen had, werd ook het protestgeld ingehouden en dat is in zulke gevallen € 50,-. Bezint eer ge begint … Protest 04-13 Districtsviertallencompetitie Hoofdklasse Spel 26 ♠ HV632 O / Allen ♥ 53 ♦ A1073 ♣ 43 ♠ B9754 ♠ A10 N ♥ 108 ♥ AHB92 W O ♦ B954 ♦2 Z ♣ V2 ♣ AHB87 ♠8 ♥ V764 ♦ HV86 ♣ 10665 Biedverloop: West Noord – – 2♠ pas 3♦ pas
Oost 2♦* 3♣ 3SA
Zuid pas pas allen passen
Het biedverloop is conventioneel: 2♦ is een zwakke twee in harten óf een sterk tweekleurenspel. 2♠ is (waarschijnlijk) echt en 3♣ belooft nu de sterke variant, in klaveren en een tweede kleur. 3♦ vraagt en nu ging het mis want oost bood 3SA, hij dacht misschien dat 3♦ echt was en dan zijn alle kleuren gestopt. 3SA werd echter uitgelegd als mancheforcing met ruiten als tweede kleur (dat is logisch, als de tweede kleur een hoge kleur is, kan die ge2
woon geboden worden). Oost corrigeerde de uitleg niet en nu vonden NZ het juiste tegenspel niet. Na schoppenstart voor vrouw en aas speelde oost ruiten, door zuid genomen, waarmee hij de onduidelijkheid vergrootte. Zuid zag zijn partner bekennen (vreemd als je denkt dat de leider ook vijf ruitens heeft) en speelde toch maar harten na: dat gaf de leider de negende slag. NZ waren niet blij met de gang van zaken en vroegen de WL om zijn mening. Deze was het met hen eens en wijzigde de score naar 3SA -1. Omdat het ook hier een districtswedstrijd betrof, gingen OW naar het districts-PC maar vonden daar geen gehoor. Het PC was van mening dat de uitleg verkeerd was geweest en daarom had moeten worden gecorrigeerd, in welk geval NZ hoogst waarschijnlijk het goede tegenspel wel gevonden zouden hebben. OW waren het daarmee natuurlijk niet eens en gingen daarom in beroep bij de PK. Deze overwoog echter: dat, nu er kennelijk een verschil van mening bestaat tussen oost en west over de betekenis van de diverse biedingen, uitgegaan moet worden van verkeerde uitleg door west die door oost vóórdat zuid zijn gedekte uitkomst openlegde had moeten worden gecorrigeerd; dat het feit dat oost dit heeft verzuimd een overtreding van de spelregels is; dat oost door in de tweede slag een ruiten, zijn veronderstelde tweede kleur, uit de hand te spelen op een zeer laakbare manier heeft geprobeerd zijn werkelijke hand verborgen te houden nu het immers door de verkeerde uitleg duidelijk was dat NZ ervan uit zouden gaan dat hij zijn kleur aan het ontwikkelen was; dat het zuid daarom niet verweten kan worden dat hij de winnende verdediging niet heeft gevonden, ondanks het door OW aangevoerde argument dat noord in de eerste ruitenslag nog bekende en zuid daardoor kon weten dat oosts tweede kleur niet ruiten kon zijn; aan OW een straf op te leggen wegens oosts overtreding van de spelregels en zijn poging deze overtreding te verhullen door een speelwijze te kiezen die met de gegeven uitleg in lijn leek, maar daarvan af te zien in de hoop dat deze uitspraak aan duidelijkheid niets te wensen overlaat.
Weko-wijzer 96
en besliste dus om: de beslissing van het districtsprotestcomité in stand te houden; het protestgeld niet te retourneren. Commentaar Een merkwaardige zaak. OW spelen in een team dat kampioen in de Hoofdklasse is geworden. Je mag toch aannemen dat het geen slechte bridgers zijn, maar wat hier gebeurde wordt niet zelden vertoond. Een conventionele opening en zelfs het eerste bijbod, laat staan de verdere biedingen, konden al niet duidelijk worden omschreven. Toen oost hoorde dat zijn partner dacht dat hij ruitens had, liet hij dat maar zo en de tegenstanders kregen dus niet de ware aard van zijn hand te horen. Omdat de leider vervolgens zelf de ruiten aanviel, was de verdediging kansloos; het opgetrokken rookgordijn bleek zo dik dat er niet doorheen te kijken was. De PK was in het geheel niet gecharmeerd van het optreden van OW. Behalve dat de beslissing van het districts-PC werd bekrachtigd, hetgeen sowieso € 50,- kostte, ontkwam men maar net aan 1 WP straf. Moge ook dit voor de appellanten een wijze les zijn. Protest 04-14 Bondsklasse A vrouwenparencompetitie ♠ 932 Spel 3 ♥5 Z / OW ♦ HV652 ♣ H983 ♠ AV ♠ HB854 N ♥ AHV864 ♥ B92 W O ♦ AB93 ♦4 Z ♣4 ♣ B765 ♠ 1076 ♥ 1073 ♦ 1087 ♣ AV102
Biedverloop: West Noord – – 1♥ pas 2♥ pas 4♠ pas
Oost – 2♣ * 3SA 4SA
Zuid pas pas pas allen passen
Door het gebruikte tafelscherm ontstond een probleem over de uitleg van 2♣. Oost legde het zelf (aan noord) uit als mancheforcing,
eventueel een doubleton. West alerteerde niet en legde ook niet uit dat het iets bijzonders zou zijn. Zuid startte met ♠6 en de leider maakte twaalf slagen. Toen na afloop van het spel duidelijk werd dat noord verteld was dat 2♣ kort kon zijn, meldde zuid dat ze met die wetenschap mogelijk klaveren gestart zou zijn, in welk geval 4SA één down gaat. De WL zag daar wel wat in; volgens hem "kan het alert op 2♣ net het zetje zijn om wél met klaveren te starten" en hij besliste dus om 4SA -1 te laten noteren. OW gingen daartegen in protest omdat na het 3SA-bod het duidelijk is dat 2♣ echt geweest moet zijn. Voor dat standpunt vonden ze gehoor bij de PK want die overwoog: dat het 2♣-bod moet worden gealerteerd op grond van het feit dat het gedaan kan worden met slechts een driekaart klaveren; dat deze betekenis een op dit niveau zeer wijd verbreide afspraak is zodat, ondanks dat dit bod alerteerbaar is, niet te zwaar getild moet worden aan het ontbreken van het alert; dat in dit soort biedverlopen oost vaak juist een échte klaverenkleur zal hebben en de klaverenstart daarmee dus onaantrekkelijker wordt, zeker in een parenwedstrijd, omdat het vaak een slag zal kosten; dat NZ bovendien op het protestformulier hebben verklaard dat "het biedverloop erg raar was" en dat zuid, omdat zij aan de andere kant van het scherm zat dan de leider, vóór de uitkomst in de gelegenheid was navraag te doen naar de betekenis van de diverse biedingen zonder daarbij de leider ongewenst informatie te geven; dat zuids keuze niet met klaveren te starten daarom geheel voor haar eigen rekening dient te komen. en besliste daarom: de beslissing van de wedstrijdleider niet in stand te houden; de score vast te stellen op 4SA +2 door OW, NZ -690; het protestgeld te retourneren. Commentaar Voor de PK was dit een duidelijk geval. Hoewel de WL schreef dat wat hem betrof een alert voor zuid net het zetje had kunnen zijn om met klaveren te starten, was dat voor de PK juist niet zo, zie de 3e overweging. Daar valt verder weinig aan toe te voegen.
Weko-wijzer 96
3
Protest 04-15 Districtsviertallencompetitie Hoofdklasse Een protest zonder spelverdeling. Sinds een recente uitspraak van de Commissie van Beroep is de PK ook de instantie die beslist over het wel of niet terecht geven van een straf wegens te langzaam spelen of te laat komen. In dit geval was een team voor de laatste (centrale) avond van de competitie te laat verschenen, met name omdat één paar naar de verkeerde speelgelegenheid was gereisd (het voorafgaande jaar speelde het nog een klasse hoger - per abuis was men weer naar die zaal gegaan). Mede omdat de door de WL opgelegde straf, ondersteund door het district, er nu de oorzaak van was dat het team uit de Hoofdklasse degradeerde, besloot het clubbestuur de opgelegde straf bij de PK aan te vechten. De PK overwoog bij het nemen van haar beslissing het volgende: dat in het districtsboekje duidelijke informatie over de aanvangstijd van de centraal te spelen laatste ronde in de districtsviertallencompetitie ontbrak; dat het desondanks duidelijk was dat deze wedstrijd in het denksportcentrum te Nederpoort om 19.30 uur aan zou vangen; dat niet van belang is dat de wedstrijden daadwerkelijk mogelijk later begonnen zijn omdat niet de feitelijke maar de vastgestelde aanvangstijd van belang is bij het vaststellen van het feit of een team bij aanvang van de wedstrijd aanwezig is; dat door de wedstrijdleider daarom terecht art. 11 van het Competitiereglement is gebruikt bij het vaststellen van de toepasselijke straf voor het te laat komen van één van de paren van BC XYZ, aangezien niet wordt bestreden dat dit paar pas na 20.00 uur aanwezig was, maar dat hij ten onrechte de reglementaire straf heeft verminderd tot 5 WP en de boete zelfs helemaal niet heeft opgelegd; dat niet van belang is dat de wedstrijd desondanks tijdig werd beëindigd daar deze gebeurtenis het simpele feit van de eerdere overtreding (het te laat aanwezig zijn, waarna de wedstrijd op grond van art. 11 formeel opnieuw was vastgesteld) niet opheft; dat door appellant geen nieuwe argumenten zijn ingebracht die een reden zouden kunnen zijn de door het districtsbestuur ge4
nomen beslissing te herzien. Dat leidde tot de volgende uitspraak: de beslissing van het districtsbestuur te bekrachtigen; het protestgeld niet te retourneren. Commentaar Het bestuur van de betrokken vereniging ging m.n. in protest tegen de opgelegde straf omdat dat een druppel in de emmer teveel was: het betrokken team degradeerde daardoor uit de hoofdklasse. Nog wranger was de omstandigheid dat het paar dat te laat kwam al had aangekondigd het volgende seizoen voor een andere vereniging te gaan spelen en laat nou net dat team zich door de opgelegde straf wél in de hoofdklasse handhaven. Helaas, de PK had weinig begrip. Ondanks dat inderdaad in het officiële programma de speelgelegenheid per abuis niet was vermeld, was het in dit district al jaar en dag gebruikelijk op die bepaalde plaats de afsluitende ronde te spelen. Dat men naar de speelzaal van de tweede divisie reed, kwam natuurlijk geheel voor eigen rekening - daar wordt natuurlijk zeker geen hoofdklasse gespeeld omdat het óók nog in een ander district was. Protest 04-16 Clubparencompetitie Spel 13 ♠ 10872 N / Allen ♥ H1062 ♦ AV74 ♣6 ♠ A65 ♠ HVB3 N ♥ B54 ♥ V3 W O ♦ 1096 ♦ HB2 Z ♣ A753 ♣ V1098 ♠ 94 ♥ A987 ♦ 853 ♣ HB43 Biedverloop: West Noord – pas pas 2♣ ? doublet 2♦ doublet pas
Weko-wijzer 96
Oost Zuid 1SA pas pas pas pas 2♥ allen passen
Zuid had 2♣ desgevraagd uitgelegd als echt. Die uitleg was goed, maar noord kreeg de info dat zijn 2♣-bod niet was overgekomen zoals hij het had bedoeld. Toen noord 2♦ bood, kon zuid gratis 2♥ bieden; hij kon desgewenst naar 3♣ terug. 2♥ werd gedoubleerd gemaakt en OW riepen de WL. Deze vond dat noord met 2♣ zijn hand had verteld en dat 2♦ dus een geval was van gebruik maken van de ongeoorloofde inlichting die noord had gekregen door het horen van partners uitleg. De score ging naar 2♣ gedoubleerd drie down, 500 voor OW. Het clubprotestcomité, dat zoals het hoort dit geval eerst behandelde, was het met de wedstrijdleider eens. NZ gingen tegen deze beslissing in beroep, maar de PK was snel klaar met deze zaak. Zij overwoog: dat noord omdat zuid het 2♣-bod niet heeft gealerteerd een ongeoorloofde inlichting heeft ontvangen waarvan hij in het verdere bieden (en evt. spelen) geen gebruik mag maken; dat, vanuit noord gezien, zuid door zijn eerdere pas op het in noords ogen conventionele 2♣-bod een echte klaverenkleur heeft aangegeven; dat het mogelijk is dat noords beslissing om een andere speelsoort dan klaveren te zoeken (mede) is ingegeven door de ongeoorloofde informatie die hij eerder van zuid ontving, hetgeen volgens de spelregels (art. 16A) niet is toegestaan. en besliste daarom: de beslissing van de wedstrijdleider in stand te houden; het protestgeld niet te retourneren. Commentaar Het praktische punt is dat zuids pas op 2♣ klaveren aangeeft. Theoretisch bekeken is dit vrijwel een standaardvoorbeeld van wat niet mag. Noord weet dat er iets misgegaan is en neemt het liefst geen risico. Dat is begrijpelijk maar dat mag niet, en wel omdat noord aan die wetenschap is gekomen door het horen van de uitleg van zuid. Of de uitleg goed of fout was doet er niet toe; het gaat er alleen maar om dat noord, toen hij 2♣ bood, iets anders dacht dan zuid uitlegde.
Protest 04-17 Meesterklasse parencompetitie Spel 12 ♠7 W / NZ ♥ AV963 ♦ AH83 ♣ AV7 ♠ 9653 ♠ AHVB2 N ♥ HB42 ♥ 85 W O ♦ 94 ♦ B1062 Z ♣ 653 ♣ H10 ♠ 1084 ♥ 107 ♦ V75 ♣ B9842 Biedverloop: West Noord – 1♣ 2♠ 3♥ pas doublet
Oost Zuid 1♠ pas 3♠ pas allen passen
NZ spelen Precisie. Noord zegt dat hij dit bij het begin van de ronde met zoveel woorden heeft gezegd, zoals hij dat bij het begin van elke ronde deed, maar oost zegt dat hij dat niet heeft gehoord. Noord had ook 1♣ gealerteerd, maar oost had dat niet gezien, zegt deze. De pas van zuid op 1♠ is door noord schriftelijk uitgelegd als 0-7 p. Oost ging niettemin uit van een tweekleurenspel klaveren-harten bij noord. Het spelverloop is niet geheel bekend. Troefstart voor de boer, ruiten voor de vrouw van zuid en weer troef. Het spel ging twee down voor -300 maar was mogelijk maar één down gegaan als oost geweten had dat 1♣ sterk was, zo stelt hij. Er zijn te veel varianten om op te noemen. Oost stelde dat op noord de verplichting rust om zich ervan te vergewissen dat zijn alerts worden gezien door de schermmaat. Bovendien had hij wellicht anders afgespeeld. De WL handhaafde de score en OW gingen naar de PK. Deze overwoog: dat uit eerdere uitspraken van de protestcommissie duidelijk is dat de PK verwacht dat een speler ook in korte wedstrijden moeite doet om informatie beschikbaar te krijgen indien die voor zijn te nemen beslissingen relevant is; dat het door oost aangevoerde argument dat noord een geschreven uitleg van zuids eerste pas gaf die later werd gecorrigeerd niet juist is, aangezien er bewijsmateriaal
Weko-wijzer 96
5
beschikbaar is waaruit blijkt dat noord dit direct juist heeft uitgelegd; dat uit de samenhang van de beschikbare informatie (biedverloop, spelverloop en uitleg) eenvoudig duidelijk had kunnen worden dat de 1♣-opening wel sterk móest zijn en een tweekleurenspel vrijwel uitgesloten is. Relevante gegevens zijn onder andere de uitleg van de eerste pas door zuid en de (troef)start; dat van noord, omdat met schermen wordt gespeeld, in het vervolg wordt verwacht dat hij de daarvoor in aanmerking komende biedingen zoals de 1♣-opening niet alleen alerteert maar bovendien ook ongevraagd uitlegt, conform de tijdens deze wedstrijd van kracht zijnde aangepaste alerteerregeling in het schermreglement. en besloot daarom de beslissing van de wedstrijdleider in stand te houden onder verbetering van de gronden; het protestgeld te retourneren. Commentaar Twee dingen komen duidelijk naar voren. Als je een systeem speelt dat anders is dan wat gangbaar c.q. in de mode is, dan legt dat een extra zware alerteerverplichting op je schouders. Dit laat echter onverlet dat zeker op topniveau elke speler moeite moet doen om te weten te komen wat zijn tegenstanders aan het doen zijn. Alleen maar afwachten of er iets gealerteerd wordt, is duidelijk onvoldoende. De eigen logica van wat er op een spel gebeurt, is evenzeer relevant. Protest 04-18 Eerste Divisie parencompetitie Spel 8 ♠ A3 W/♥8 ♦ AV105 ♣ H86542 ♠ 10975 ♠ 864 N ♥ AV75 ♥ H10642 W O ♦ 82 ♦ 974 Z ♣ V73 ♣ B9 ♠ HVB2 ♥ B93 ♦ HB63 ♣ A10 6
Biedverloop: West Noord — 1♣ * pas 2♣ allen passen
Oost pas pas
Zuid 1♠ * 3SA
Hier was het probleem dat west stelde dat hij de alert op 1♠ (Walsh) niet had gezien. Omdat hij niet wist dat zuid langere ruitens kon hebben, had hij dus een keuze bij de uitkomst; had hij de juiste info gehad dan was hij wellicht met harten gestart, de downstart. Het spel werd nu met een overslag gemaakt. De WL zag geen verband tussen de uitkomstkeuze met het mogelijk ontbreken van de volledige Walsh-info en handhaafde de score. In protest overwoog de PK: dat er in dit geval geen sprake kan zijn van het gebruik van de Walsh-conventie aangezien de antwoordende hand 3SA heeft herboden; dat er in dergelijke gevallen dus juist geen vierkaart (of langer) in ruiten in de zuidhand zal zijn; dat het de commissie niet duidelijk is waarom zuid 1♠ heeft geboden; dat OW ook overigens niet benadeeld zijn aangezien de hartenstart in alle gevallen de normale start lijkt te zijn. en besloot vervolgens: de beslissing van de wedstrijdleider in stand te houden; het protestgeld niet te retourneren. Commentaar De belangrijkste overweging is natuurlijk de eerste. Langere ruitens hebben een lagere prioriteit dan de vierkaart hoog op een zwakke hand. Met sterke handen kan zuid bieden wat hij wil en dat dat hier aan de orde was, volgde uit het rebid van 3SA. Feitelijk doet het dus op dit spel niet ter zake of NZ Walsh spelen of niet; er is dus ook geen causaal nadeel voor OW.
Weko-wijzer 96
zal krijgen dan zijn vier slagen en dat hij die dus maar snel moet meenemen. Dat daaraan dan opeens een douceurtje vastzit is zuiver toeval.
Protest 04-19 Eerste Divisie parencompetitie Spel 9 ♠ AHB54 N / OW ♥ V65 ♦ A65 ♣ V9 ♠ V87 ♠ 932 N ♥ AH ♥ 9743 W O ♦ 108 ♦ 42 Z ♣ AH8742 ♣ B1063 ♠ 106 ♥ B1082 ♦ HVB973 ♣5 Biedverloop: West Noord — 1SA doublet 2♠ allen passen
Oost pas pas
Protest 04-20 Tweede Divisie parencompetitie Spel 2 ♠B O / NZ ♥ AV764 ♦ 72 ♣ AV1043 ♠ A952 ♠ HV1073 N ♥H ♥ 983 W O ♦ H8654 ♦ 103 Z ♣ B62 ♣ H98 ♠ 864 ♥ B1052 ♦ AVB9 ♣ 75
Zuid 2♣ 3SA
NZ spelen dat na doublet over 2♣ (of een transfer) het doen van een bod door openaar een stop in de gedoubleerde kleur aangeeft. Dat bleek ook in hun systeemboek te staan. Omdat west dacht dat noord dus wel ♣Vxx zou hebben speelde hij na uitkomst ♣B, genomen met de Heer, ruiten na zodat het contract met een overslag werd gemaakt in plaats van vier down ging. De WL handhaafde de score omdat de afspraak naar zijn mening juist was uitgelegd en er dus geen overtreding was. OW gingen in beroep, maar de PK overwoog: dat de wedstrijdleider aan de hand van de systeemnotities van NZ heeft vastgesteld dat door zuid de juiste uitleg is gegeven van het 2♠-bod; dat er derhalve geen sprake is van een overtreding; dat ook het bieden van 3SA door zuid er op wijst dat dit de juiste uitleg is; dat overigens niet ingezien kan worden hoe een ruitenswitch tot een voor OW beter resultaat zou leiden. en besloot vervolgens: de beslissing van de wedstrijdleider in stand te houden; het protestgeld niet te retourneren. Commentaar Het venijn zit hier in de staart. De laatste overweging maakt duidelijk dat west niet meer
Biedverloop: West Noord — — 1♦ 1♥ 2♠ 4♥ 4♠ doublet
Oost Zuid pas pas 1♠ 2♦ * ? … pas pas allen passen
Hier was het probleem dat NZ stelden dat oost na 4♥ uitleg van 2♦ had gevraagd, vervolgens geruime tijd had nagedacht en toen paste. Met die ongeoorloofde info op zak zou west 4♠ hebben geboden. West stelde dat er geen denkpauze van oost was geweest. Oost zelf stelde dat hij uitleg had gevraagd, toen één of twee seconden had nagedacht en vervolgens had gepast. De WL constateerde dat er geen overeenstemming was over de feiten. Hij vond wel dat een denkpauze op de oosthand niet vreemd zou zijn geweest en kwalificeerde de opmerking van west dat er geen denkpauze was geweest wel als vreemd. Hij veranderde de score in 4♥ gemaakt voor 620 voor NZ. Daartegen gingen OW in beroep. De PK overwoog dat de wedstrijdleider aan tafel heeft geoordeeld dat het op zijn minst aannemelijk was dat er voor de tweede pas door oost een denkpauze moet zijn geweest; dat deze denkpauze, of ten minste een variatie in tempo, een ongeoorloofde inlichting kan bevatten waarvan west in het ver-
Weko-wijzer 96
7
dere bieden (en evt. spelen) geen gebruik mag maken; dat in deze biedsituatie "pas" zeker een logisch alternatief is; dat het mogelijk is dat wests beslissing om nog 4♠ te bieden (mede) is ingegeven door de ongeoorloofde informatie die hij eerder van oost ontving, hetgeen volgens de spelregels (art. 16A) niet is toegestaan. en besloot daarom: de beslissing van de wedstrijdleider in stand te houden; het protestgeld te retourneren. Commentaar Een goed voorbeeld van mijn oude slogan: “De kaarten hebben nagedacht.” Het lijkt me dat voor oost het bieden van 4♠ vrijwel opgelegd is, terwijl west een probleem heeft wanneer oost (vlot) past. De WL heeft aan tafel geoordeeld dat er een denkpauze (variatie in tempo) is geweest en de PK kan daarin achteraf en op papier niet treden. Protest 04-21 Tweede Divisie parencompetitie Spel 14 ♠4 O/♥ HB1097652 ♦ 852 ♣9 ♠ B8632 ♠ HV10 N ♥4 ♥ V3 W O ♦ B10764 ♦ AV93 Z ♣ 32 ♣ AB64 ♠ A975 ♥ A8 ♦H ♣ HV10875
dat passen op 4♥ gedoubleerd een redelijk alternatief was en wijzigde de score in +690 voor NZ: 4♥ gedoubleerd +1. OW gingen in beroep, maar de PK overwoog dat het twijfelachtig is of de door OW gegeven uitleg van hun biedafspraken in deze situatie de juiste is, aangezien deze sterk afwijkend is van wat gangbaar is en niet op enige manier bewezen kan worden; dat juist door de eerste langzame pas van oost het langzame doublet de informatie over zou kunnen brengen dat het hier niet om een strafdoublet gaat aangezien juist volgens de verklaring van OW met een dergelijke hand direct na 3♥ al gedoubleerd zou zijn; dat de variatie in tempo door oost een ongeoorloofde inlichting kan bevatten waarvan west in het verdere bieden (en evt. spelen) geen gebruik mag maken; dat het mogelijk is dat wests beslissing om nog 4♠ te bieden mede is ingegeven door de ongeoorloofde informatie die hij eerder van oost ontving, hetgeen volgens de spelregels (art. 16A) niet is toegestaan; dat NZ niet verweten kan worden dat ze het 4♠-eindcontract niet hebben gedoubleerd, aangezien het bij bepaalde zitsels gemaakt kan worden. De beslissing was daarom: de beslissing van de wedstrijdleider in stand te houden; het protestgeld te retourneren. Commentaar De discussie binnen de PK ging met name over de vraag in hoeverre het niet doubleren van 4♠ een rol diende te spelen bij het vaststellen van een score voor NZ. Ofwel: OW zouden -690 krijgen want zij waren evident in overtreding, maar met een doublet hadden NZ misschien wel +800 verdiend. Omdat 4♠ echter veel minder down kan en zelfs gemaakt zou kunnen worden bij een ander zitsel werd het NZ niet ernstig aangerekend dat zij hadden afgezien van een doublet.
Biedverloop: West Noord Oost Zuid — — 1♣ pas pas 3♥ … pas 4♥ pas pas … doublet pas 4♠ allen passen OW stelden hier dat een doublet op 3♥ straf geweest zou zijn en dat dus een doublet op 4♥ info-achtig met een goede hand moest zijn. Het eindcontract van 4♠ ging maar liefst vier down; helaas is het afspel onbekend. Na raadpleging van een aantal spelers besliste de WL 8
Weko-wijzer 96
Protest 04-22 Meesterklasse parencompetitie Spel 2 ♠ B7 O / NZ ♥ 10632 ♦ AHB109 ♣ B5 ♠ V865432 ♠ A10 N ♥ H987 ♥ AV54 W O ♦V ♦ 87653 Z ♣ 10 ♣ 64 ♠ H9 ♥B ♦ 42 ♣ AHV98732 Biedverloop: West Noord — — 4♠ ... pas pas 5♣
Oost pas pas doublet
Zuid 3SA 4SA allen passen
3SA is gambling, volgens de systeemkaart zonder aas of heer; 4SA is to play. Het probleem is natuurlijk het doorbieden van zuid nadat de tray lang aan de NO-kant van het scherm was. Aangezien oost een gepaste hand heeft, ligt het voor de hand dat noord verantwoordelijk is voor de vertraging en dat levert dan een o.i. op voor zuid. Met een al eerder gelimiteerde hand nogmaals bieden ligt niet voor de hand en dus vroegen OW naar de mening van de WL. Die vond doorbieden niet voor de hand liggen en dus werd de score gecorrigeerd naar 4♠ dat precies zal worden gemaakt, NZ -420. Eigenlijk wilden NZ zich daar wel bij neerleggen omdat ze geen belang meer hadden bij de score op dit spel maar na afloop van de wedstrijd (dit was de laatste zitting) bleek dat de score op dit spel van invloed zou zijn op het wel of niet degraderen van OW. Gezien het belang voor de competitie gingen ze daarom toch naar de PK. Daar werd aangevoerd dat de feiten niet vaststonden, dat de denkpauze aan de verkeerde kant was vastgesteld en dat die niet een minuut zou zijn geweest. De PK overwoog bij haar beslissing: dat de wedstrijdleider aan tafel de feiten heeft vastgesteld en het op dat moment duidelijk was dat er aan de NO-kant van het scherm een vertraging is geweest; dat het wel vaststaat dat deze vertraging, die een ongeoorloofde informatie kan
bevatten, door noord is veroorzaakt zodat zuid gehinderd is in zijn verdere bieden; dat de wedstrijdleider aan ten minste een speler van vergelijkbaar niveau heeft gevraagd wat hij in deze situatie met de zuidhand zou bieden; de PK ook zelf nog tijdens behandeling van de zaak een aantal spelers van vergelijkbaar niveau heeft gevraagd wat hun volgende bieding over 4♠ zou zijn; dat een aanzienlijke aantal van de geraadpleegde spelers besloot te passen, zodat het mogelijk is dat het 4SA-bod werd beïnvloed door de ongeoorloofde inlichting en daarom niet kan worden toegestaan. De beslissing was daarom: de beslissing van de wedstrijdleider in stand te houden; het protestgeld te retourneren, mede in verband met het belang van dit protest voor het bepalen van de degraderende paren. Commentaar Zuid heeft een extra klaveren plus een schoppenstop over voor zijn gambling 3SA. Dat maakt 4SA zeker in paren alleszins verdedigbaar. Na een denkpauze bij partner gelden echter hogere eisen. Aangezien meerdere geraadpleegde meesterklassespelers pasten, moest de PK het bod wel afkeuren. Noords claim dat de feiten omstreden waren, werd door de PK niet gedeeld. Er was geen reden om aan de bevindingen van de wedstrijdleider te twijfelen. Protest 04-23 Tweede Divisie parencompetitie Spel 23 ♠ 753 Z / Allen ♥ B108 ♦ AVB87 ♣ 82 ♠ 62 ♠ HV9 N ♥ AV7542 ♥6 W O ♦ H6 ♦ 10953 Z ♣ VB6 ♣ AH1097 ♠ AB1084 ♥ H93 ♦ 42 ♣ 543
Weko-wijzer 96
9
Biedverloop: West Noord — — 1♥ pas 2 2♣ pas
Oost — 1♠ 1 2SA 3
Zuid pas pas allen passen
Ook eenvoudige lijkende biedverlopen kunnen nog erg conventioneel zijn, zo ook hier: 1♠ is een hand met 0-4 schoppen en 0-2 harten, 2♣ belooft een driekaart schoppen en 2SA is 1112 punten. 2SA ging twee down. Het probleem is niet de uitleg van het bieden, maar de uitleg van de tegenspelers. Zuid startte met ♠10, volgens de systeemkaart is dat eerste-derde-vijfde van boven, waarop noord ♠3 bijspeelde. Op de systeemkaart was niet duidelijk wat dat voor signaal zou zijn, maar zuid legde uit dat laag-hoog even is en oneven aan. De leider taxeerde nu het schoppenzitsel verkeerd, probeerde zijn contract te maken door ruiten naar de heer te spelen en eindigde dus twee i.p.v. één down. Toen bleek hoe de schoppenkleur verdeeld was, riep oost de WL. De leider was van mening dat hij benadeeld was door de vreemde uitleg van noords ♠3. De WL zag daar wel wat in en wijzigde de score naar 2SA -1 zodat NZ naar de PK moesten om hun goede score terug te krijgen. De PK was het eens met de door NZ aangevoerde argumenten en overwoog: dat uit de stukken niet duidelijk is geworden dat NZ een overtreding hebben begaan aangezien hun aan tafel gegeven uitleg aanvullend was op de afspraken die op de systeemkaart vermeld waren; dat het onmogelijk is om bij gebruik van een signaleersysteem waarbij een oneven kaart een aansignaal is met slechts 7-5-3 in die kleur een afsignaal te geven; dat de leider dus waarschijnlijk een minder kansrijk speelplan heeft gekozen op basis van een door hem getrokken conclusie na het zien van de noord gespeelde oneven schoppen; dat er daarom geen basis is voor ingrijpen in het aan tafel behaalde resultaat. Dat resulteerde dus in de beslissing: de beslissing van de wedstrijdleider niet in stand te houden; de score vast te stellen op het tafelresultaat, 2SA –2 door oost, NZ +200; het protestgeld te retourneren. 10
Commentaar Oost heeft alleen verhaal als hij door NZ verkeerd is voorgelicht omtrent hun signaleersysteem. Dat is nergens gebleken. Foutief of misleidend signaleren is uiteraard niet strafbaar. Protest 04-24 Tweede Divisie parencompetitie Spel 1 ♠ 9543 N/— ♥ 10 ♦ 75 ♣ A109864 ♠ V1076 ♠A N ♥ 8765 ♥ AB42 W O ♦ B642 ♦ A108 Z ♣V ♣ HB532 ♠ HB82 ♥ HV93 ♦ HV93 ♣7 Biedverloop: West Noord — pas pas ? arb.
Oost 1♣
1♦ 1 pas
pas doublet 2♣ 2 allen passen
1♠ 2♠
Zuid doublet
Ook hier nogal wat conventionele biedingen, maar het probleem ontstond omdat west te laat zijn partners 1♣-opening (2+) alerteerde; dat werd pas duidelijk toen noord naar de betekenis vroeg. NZ riepen de WL omdat het doublet een andere betekenis heeft na een conventionele 1♣-opening dan na een natuurlijke. Zuids doublet, dat mocht worden ingetrokken omdat noord nog niet geboden had (art. 21B1), geeft natuurlijk wel veel informatie (zo was het ook bedoeld); zuid heeft een opening met korte klaveren. Deze informatie is volgens art. 16C voor noord geoorloofd, maar voor OW niet. Aangezien zuid zijn bieding wijzigde, mocht nu ook west dat doen (art. 21B2) en hij bood 1♦ wat door oost werd gealerteerd en uitgelegd als Walsh; het ontkent dus meestal een vierkaart hoog, tenzij west zelf openingswaarden heeft. Noord bood 1♠ (waarmee hij overduidelijk gebruik maakte van de voor hem toegestane informatie), oost doubleerde om zijn sterke hand aan te geven, zuid gaf een (zeer)
Weko-wijzer 96
goede verhoging naar 2♠ aan maar noord zag er natuurlijk niets in hoger dan 2♠ te gaan zodat dat het eindcontract werd. Nadat het contract één down is gegaan, beklagen NZ zich over de in hun ogen risicoloze psyche van west die buiten het systeem 1♦ heeft geboden. Daardoor rekende de leider daar niet meer op een vierkaart harten, hetgeen betekent dat oost er dus vijf zou moeten hebben en dat, samen met de 1♣-opening, gaf hem een verkeerd beeld van het zitsel. De WL zag daar niets in. Hij vond dat west door de commotie van de arbitrage zich in het systeem vergist had en dat dat voor oost ook onbekend was zodat er niets aan de hand is. Naar zijn mening had oost gedaan wat hij moest doen door 1♠ te doubleren en kon niet van hem verwacht worden dat hij 2♠ nogmaals zou doubleren. Daarmee waren NZ het niet eens. Ze gingen daarom in protest bij de PK en die overwoog: dat het late alert van west op diens partners 1♣-opening een onregelmatigheid is waarvoor terecht de wedstrijdleider is ontboden; dat de wedstrijdleider op basis van art. 21B terecht aan zuid de mogelijkheid heeft gegeven zijn bieding te wijzigen nu de betekenis van oosts 1♣-opening door het late alert is veranderd; dat de ingetrokken maar desondanks beschikbare informatie op grond van art. 16C door de overtredende partij (OW) níet maar door de niet-overtredende partij (NZ) wél mag worden gebruikt; dat het 1♦-bod door west is toegestaan aangezien een speler vrij is van zijn afspraken af te wijken zolang niet blijkt dat zijn partner daarmee rekening houdt; dat na het late alert door OW dus verder geen overtreding is begaan en NZ dus niet benadeeld kunnen zijn aangezien de eerdere overtreding al als afgedaan kon worden beschouwd. En dat resulteerde in: de beslissing van de wedstrijdleider in stand te houden; het protestgeld niet te retourneren. Commentaar Een puinhoop. West vergeet de voorbereidende klaveren te alerteren. Wanneer hij dat alsnog doet, mag zuid zijn doublet (dat na een voorbereidende klaveren een andere beteke-
nis heeft) intrekken. West vergeet in de commotie dat hij Walsh speelt en biedt abusievelijk 1♦. Noord profiteert (reglementair!) van het initiële doublet door 1♠ te volgen. Het eindigt in 2♠. Na afloop beklaagt noord zich dat het 1♦ bod hem benadeeld zou hebben tijdens het spelen (helaas ontbrak het exacte spelverloop op het protestformulier. Kennelijk had de leider zijn contract kunnen maken als hij zich tijdig gerealiseerd had dat de hartens 4-4 zaten. Zowel de arbiter als OW merken op dat noord dit op eigen kracht had kunnen bedenken; oost kan immers gezien zijn bieden geen vijfkaart harten hebben). De arbiter constateert terecht dat er geen nadeel is. NZ gaan in protest en stellen dat het verdere bieden van OW mogelijk geinspireerd is geweest door de (voor hen illegale) wetenschap dat zuid openingskracht had. De PK deelde die mening niet. Oost heeft met het doublet op 1♠ zijn overwaarde getoond. De pas op 2♠ valt hooguit conservatief te noemen. OW hebben simpelweg geen overtreding begaan. Protest 04-25 Tweede Divisie parencompetitie Spel 23 ♠ AHV652 Z / Allen ♥ 872 ♦ V64 ♣3 ♠— ♠ B1098 N ♥ HB53 ♥ AV109 W O ♦ A1075 ♦ 982 Z ♣ 97652 ♣ AH ♠ 743 ♥ 64 ♦ HB3 ♣ VB1084 Biedverloop: West Noord Oost — — — ?? 1♠ pas ? doublet 2♠ … pas doublet allen passen
Zuid ?? 1SA * pas
1SA = forcing (6-11 ptn.) Hoewel op spel 23 zuid de gever is, begint het bieden op het protestformulier bij noord. Verder is er weinig uitleg nodig, de denkpauze was volgens oost "een lichte aarzeling van
Weko-wijzer 96
11
hooguit vijf seconden". Het contract ging één down en toen NZ na afloop van het spel zagen hoe zwak de westhand was, zetten ze vraagtekens bij het tweede doublet en vroegen de WL daarover te oordelen. Die had daar weinig moeite mee, d.w.z. hij keurde het onmiddellijk af omdat oost zelf al voor straf had kunnen doubleren, west bij zijn eerste doublet zijn nek al had uitgestoken en de aarzeling uiteraard een ongeoorloofde informatie bevat die west "over de drempel geholpen kan hebben". Daarmee waren OW het niet eens en ze gingen in protest bij de PK. Die maakte daarmee korte metten; het was waarschijnlijk een van de meest eenvoudige zaken die ooit behandeld is en er werd overwogen: dat de wedstrijdleider aan tafel heeft vastgesteld dat er vóór de tweede pas door oost een denkpauze of op zijn minst een variatie in tempo moet zijn geweest; dat dit een ongeoorloofde inlichting kan bevatten waarvan west in het verdere bieden (en evt. spelen) geen gebruik mag maken; dat het eerste doublet van west al als vrij agressief aangemerkt kan worden, zodat het na de ongeoorloofde inlichting niet in aanmerking komt om nogmaals te doubleren, zeker nu partner geen actie heeft ondernomen na 2♠. Het vervolg is duidelijk, de PK besloot: de beslissing van de wedstrijdleider in stand te houden; het protestgeld niet te retourneren. Commentaar Het doublet van west op 1SA (take-out op schoppen) is al agressief te noemen. Waar hij zijn tweede doublet vandaan haalt, is een raadsel. Met de vastgestelde denkpauze van oost is dit een hamerstuk.
12
Protest 04-26 Tweede Divisie parencompetitie Spel 9 ♠ HV95 N / OW ♥ V6 ♦ AH5 ♣ AV52 ♠ A62 ♠ B1084 N ♥ H432 ♥ B108 W O ♦ 863 ♦ 10942 Z ♣ H93 ♣ 87 ♠ 73 ♥ A975 ♦ VB7 ♣ B1064 Biedverloop: West Noord — 2♦ * pas 2SA ? pas pas
Oost pas pas pas
Zuid 2♥ * 3SA *
De beruchte Niemeijerconventie, in sommige kringen beter bekend als bierconventie, veroorzaakte dit protest. Nadat 3SA werd gealerteerd, vroeg west voor de zekerheid wat er aan de hand was en hem werd verteld dat zuid vijf schoppen en vier harten beloofd had. Ondanks die uitleg en een goede vierkaart schoppen besloot noord 3SA te gaan spelen omdat, zo verklaarde hij later, hij mag bieden wat hij wil en zijn keuze voor pas in paren zijn eigen beslissing is. Na de uitkomst komt de dummy niet overeen met de uitleg maar dat is nog geen overtreding. Zuid zag dat hij zelf leider zou worden in een eventueel hartencontract en verklaarde daarom afgezien te hebben van het onderzoeken van de hartenfit. Oost gooide tijdens het tegenspel een schoppen weg en toen na afloop bleek dat de leider een vierkaart schoppen had en daarom nu een extra overslag maakte, vroegen OW de WL het spel eens te bekijken. Deze besloot dat er geen overtreding was begaan; er worden veel fouten in dit biedverloop gemaakt en noord mag bieden wat hij wil. Daarmee waren OW niet tevreden en zij vroegen de PK om een oordeel. Die overwoog: dat niet duidelijk is wat de bestaande afspraak van NZ in deze situatie is omdat alleen de omschrijving "Niemeijer" op de systeemkaart daarvoor niet voldoende is;
Weko-wijzer 96
dat de uitleg van noord dat zijn partner een vijfkaart schoppen bezit, gecombineerd met zijn eigen bezit van een vierkaart schoppen én zijn beslissing op 3SA te passen té toevallig is om geloofd te worden; dat er dus zeer waarschijnlijk een andere, ongeoorloofde, bron van informatie is geweest die noord heeft doen besluiten te passen. Dat resulteerde in: de beslissing van de wedstrijdleider niet in stand te houden; de score vast te stellen op 3SA +1 door noord, NZ +430; het protestgeld te retourneren.
Commentaar De beruchte 2SA-3SA in het Niemeijer Systeem, waarvan je met een beetje table-presence doorgaans wel weet of de afspraak onthouden of vergeten is. Hier heeft noord om een of andere reden besloten dat partner de conventie was vergeten, maar de PK gelooft niet dat de inspiratie puur van boven is gekomen. Protest 04-27 Tweede Divisie parencompetitie Spel 5 ♠A N / NZ ♥ H6 ♦ V1084 ♣ HB9842 ♠ VB52 ♠ H107643 N ♥ V95 ♥ B4 W O ♦ HB6 ♦ 9753 Z ♣ A73 ♣5 ♠ 98 ♥ A108732 ♦ A2 ♣ V106 Biedverloop: West Noord — 1♣ doublet 2♣ * ... doublet pas pas doublet
Oost Zuid pas 1♦ * 3♠ 4♥ 4♠ pas allen passen
Ook hier weer conventionele biedingen na de 1♣-opening: 1♦ geeft ten minste vier hartens aan, 2♣ ontkent een driekaart (of langer) in harten. Het eerste doublet geeft volgens oost in principe een vierkaart schoppen aan. De rest spreekt voor zich, maar NZ hadden moeite met het 4♠-bod na het langzame ("optional") doublet. De WL vond dat wel in orde en raadpleegde daarvoor o.a. de frequentiestaat. Slechts één paar had 4♥ mogen spelen en het bezit van een hartenhonneur en het op eigen kracht bieden van zuid leidde niet tot de gedachte dat west ook nog wat in harten zou hebben, zo werd op het formulier genoteerd. Daarom bleef de score staan. NZ hadden daarover een ander idee en ze zochten het hogerop. De PK overwoog bij haar beslissing: dat de denkpauze van west een ongeoorloofde inlichting kan bevatten waarvan oost in het verdere bieden (en evt. spelen) geen gebruik mag maken; dat daarom beoordeeld moet worden of oosts 4♠-bod nog kan worden toegestaan; dat uit de frequentiestaat blijkt dat een overgrote meerderheid van spelers 4♠ heeft geboden, hoewel waarschijnlijk vaak in een ander biederverloop; dat het desalniettemin vaststaat dat het laten spelen van 4♥ met de oosthand geen optie is. En dat leidde tot het besluit: de beslissing van de wedstrijdleider in stand te houden; het protestgeld te retourneren. Commentaar Hoe evident is het 4♠ bod van oost? Het doublet van west na 1♣-pas-1♦ (toont hartens) is informatief voor ruiten en schoppen. Met de oosthand lijkt zelf spelen dan verre te prefereren boven tegenspelen. Vandaar dat het 4♠bod door de controle is gekomen.
Weko-wijzer 96
13
Istanbul 2004 Door Ton Kooijman Eind oktober en begin november werd in Istanbul de viertallen Olympiade gehouden, de opvolger van het toernooi dat vier jaar geleden zo succesvol in Maastricht werd georganiseerd. Turkije probeert al vele jaren een belangrijk bridgetoernooi binnen te halen en liet een paar jaar geleden, toen het Europees junioren kampioenschap in Antalya plaatsvond, zien dat het daar heel goed toe in staat is. Daarvoor was ik al eens in Izmir geweest om te kijken of daar een Europees kampioenschap viertallen gehouden kon worden. Mijn antwoord was dat het prima zou kunnen, ze hebben daar een prachtig congrescentrum. Maar de hotemetoten in de EBL toen vonden het te warm in Izmir in de zomer, dus dat is nooit doorgegaan. De laatste tien jaar ben ik twee keer in Istanbul geweest om daar een WL-cursus te geven, ook al een voorbeeld van de wens van de Turkse Bridge Federatie om de kwaliteit van het bridge te verhogen. De eerste keer had ik dertig toehoorders en ging het allemaal heel moeizaam omdat de meesten geen Engels verstonden of spraken. Dus moest een tolk elke zin van mij en elke vraag van hen eerst vertalen. De tweede keer had ik gelukkig te maken met een selectie die wel Engels sprak.
We zaten in een hotel dat qua afmetingen perfect paste, met een grote zaal van zo’n 2000 vierkante meter, het toneel inbegrepen. De ruimte erom heen was een beetje krap, maar dat werd ruimschoots gecompenseerd door een prachtig theater voor de vugraph. Elke ruimte had ook standaard een internetaansluiting, wat zo langzamerhand voor zo’n bridgetoernooi een must is. 14
Toen ik donderdagochtend de speelruimte betrad, was het eerste dat ik hoorde dat de twee trucks met bridgemateriaal, één uit Parijs en de andere uit Milaan, nog steeds bij de douane stonden. Die weigerde de vracht vrij te geven. De zaak lag tamelijk ingewikkeld omdat de Zweed Jannersten een bridgewinkel in het hotel zou hebben en zijn boeken en dergelijke in de Parijse truck zaten. De WBF kon volhouden dat alles drie weken later weer uitgevoerd zou worden, maar dat gold niet voor Jannersten. En in veel landen worden ook speelkaarten met achterdocht bekeken en daarvan zaten er zeker 10.000 stok bij de zending. Dan is het goed dat de contacten met hoge functionarissen goed zijn zodat enige druk uitgeoefend kon worden. Donderdag namiddag, na vier keer uitstel die dag, stonden er eindelijk een paar vrachtwagens voor het hotel. Overigens merk je dan ook als bridgegemeenschap dat de islam in zo’n land een enorme invloed heeft. Toen de eerste wagen uitgeladen was, was het ook zes uur geworden en mochten de sjouwers in deze Ramadan-maand eindelijk wat gaan eten. Dus pas ruim een uur later kon de rest worden binnengebracht. Overigens had veel van het materiaal nog best twee dagen bij de douane kunnen blijven want de grote zaal met ongeveer honderd bridgetafels kon pas vanaf zaterdagavond ingericht gaan worden. Eerst moest er op die avond de openingsceremonie gehouden worden. Daar was weliswaar dat prachtige theater voor beschikbaar, maar men verwachtte één of meer van de ministers en dat betekent in Turkije dat ook nog enige honderden mensen in hun gevolg opdraven en daar was het theater net te krap voor. Ik heb me er niet al te druk over gemaakt. Mijn stellige indruk was dat de Turken er zelf het allerbeste van wilden maken en dan komen zaken heus wel voor elkaar. We hadden alle tafels al wel opgebouwd en zodra de ministers verdwenen waren, begon een groep van zeker twintig jongeren op onze instructies de zaal in te richten. Voor middernacht was het klaar. Panos Gerontopoulos, een Griek, heeft aan zijn indrukwekkende lijst van missers bij WK’s en EK’s er in Istanbul weer een toegevoegd. Om mij onbekende redenen krijgt hij de ruimte
Weko-wijzer 96
om de technische staf rondom de informatievoorziening te regelen. Zo heeft hij al eens een lieve jongeman binnengehaald die foto’s van teams moest maken en daar met behulp van Panos een rotzootje van maakte. Bovendien hadden we al een voortreffelijke fotograaf. Deze keer had hij voor het evenwicht een jonge vrouw als lay-out editor uit Griekenland meegenomen en die bakte er werkelijk niets van. Het was de bedoeling om op de openingsdag ’s avonds het eerste bulletin uit te brengen met daarin onder andere het speelschema voor alle teams dat al wel op internet maar nog niet op papier stond. Alles bij elkaar een pagina of twaalf. Daarvoor moest het bulletin ’s middags om vier uur bij de drukker aangeleverd worden. ’s Avonds om elf uur was ze nog steeds aan het editen, zonder te weten waar ze mee bezig was en de volgende ochtend verscheen het eerste nummer met vier pagina’s, zonder de speelprogramma’s. Gelukkig had ik ’s middags in de captains meeting iedereen dat schema al gegeven. Er hebben ook nog nooit zoveel fouten in de bulletins gestaan als in Istanbul. De aanpak was om zoveel mogelijk de lay-out van de vorige dag te handhaven, dat spaarde uiteraard tijd, maar om dan het programma of de resultaten van de vorige dag ook weer op te nemen was toch niet afgesproken. Werkelijk absurd. Zoals ook al in Malmö bleek, krijgen internetbridgeproviders steeds meer ruimte om wedstrijden te volgen en te verslaan. Opnieuw waren BBO (een Amerikaanse bridgesite) en Ebridge (huizend in Israel) van de partij. BBO verzorgde de vugraph en daarnaast hadden ze capaciteit om nog twee andere wedstrijden te verslaan. E-bridge zorgde voor één wedstrijd. Om die wedstrijden te kunnen volgen, is er aan de tafel een internetaansluiting nodig, waarop een computer aangesloten wordt. In Istanbul hebben we op het toneel zes cabines gebouwd voor de zes tafels (drie wedstrijden) die gevolgd werden. Dat is een veel betere oplossing dan de tafels gewoon in de zaal te laten staan omdat er dan spelers langs kunnen lopen terwijl het spel op het scherm van de laptop staat. Maar het heeft ook een nadeel. We hadden niet genoeg ruimte om hiervoor extra tafels te gebruiken dus moesten de tafels in de speelzalen afhankelijk van de gekozen wedstrijden voortdurend omgenummerd worden. Als dat aan de late kant gebeurde,
lagen er al de dan verkeerde formulieren voor de volgende wedstrijd. Het waren BBO en Ebridge zelf die bepaalden welke tafels ze wilden volgen en zo nu en dan wilden ze dat op het laatste moment nog veranderen. Dat zorgde dan voor druk heen en weer rennen. BBO heeft een contract gesloten met de Italianen, wat inhoudt dat het open Italiaanse team altijd gevolgd wordt. Daar zit nog een interessante vraag aan vast: kun je een team onder andere omstandigheden laten spelen dan de overige teams? Naar mijn mening moet het antwoord ‘nee’ zijn. De indruk bij velen is dat zwakkere tegenstanders onder extra druk komen te staan als ze weten dat hun wedstrijd over de hele wereld wordt uitgezonden. Maar ik hoor ook geluiden dat het een nadeel voor het steeds gevolgde team kan zijn. Blijkbaar maakt niemand zich druk over dit aspect (behalve ik dan). Er zat nog een probleem aan vast: BBO is een commerciële club en probeert de kosten zo laag mogelijk te houden. Dus hadden ze een minimaal aantal mensen als operator in Istanbul. Dan wordt twee weken intensief wedstrijden volgen heel lang en dus lasten zij zo nu en dan een pauze in. Maar we hadden met de captains afgesproken dat bij een internetwedstrijd niet ook nog het opschrijven van het bieden en spelen nodig was, die informatie is dan immers via het internet beschikbaar. Als de operators onverwachts wegbleven, ging het dus mis. We hebben dan ook niet voor alle wedstrijden alle data beschikbaar. Zoals gezegd zorgde BBO ook voor de vugraph en dat ging op de bekende moeizame manier. Op elke tafel lag voor elke wedstrijd een bundeltje scoreslips, genoeg voor alle spellen. Die waren al gedeeltelijk ingevuld want als de recorder aan tafel vergeet om het tafelnummer in te vullen, is de informatie vervolgens onbruikbaar. Vervolgens verzamelen de caddies deze scoreslips en brengen ze naar een tafel waar drie personen de data in computers invoeren. We praten over 140 tafels waar elke acht à negen minuten een scoreslip klaarligt. Zo komen de scores beschikbaar voor de vugraphzaal. Als u zich realiseert dat er slordig, soms onleesbaar, en soms ook fout geschreven wordt en dat er bovendien zo nu en dan fouten worden gemaakt bij de invoer in de computer dan is het verbazingwekkend dat na twintig spellen sommige uitslagen in de vugraphzaal dezelfde zijn als op de offi-
Weko-wijzer 96
15
ciële scoreformulieren die de captains inleveren. Zoals het ook lang niet vanzelfsprekend was dat de twee officiële scoreformulieren van een wedstrijd hetzelfde imp-resultaat vertoonden. Ik schat dat ongeveer éénderde van de uitslagen niet klopte. Uitslaan is blijkbaar erg lastig. De invoer van deze gegevens in de computer is niet meer nodig als de vugraphwedstrijd afgelopen is, dus de elektronische data van veel wedstrijden blijken uiteindelijk niet compleet. Dat betekent ook dat het uitrekenen van een butler met deze gegevens heel ingewikkeld is. De result room heeft er vier dagen over gedaan om de gegevens wel compleet te krijgen en daarvoor werden dan de officiële scoreformulieren gebruikt. Het wordt tijd dat de procedure wordt verbeterd en de kans is groot dat we deze ellende voor het laatst gezien hebben. Ik probeer al jaren een bedrijf te interesseren in het ontwikkelen van een unit die de data invoert en radiografisch verzendt naar een computer en Bridgemate is nu zover. De kastjes die al op veel van onze clubs staan, zijn nu ook in een radiografische versie beschikbaar. Al het gedoe dat ik net beschreef wordt dan vervangen door het rechtstreeks invoeren van de scores. Dat kan door Noord gebeuren. Er worden in één klap tien mensen werkeloos en bovendien wordt de informatie veel betrouwbaarder. Bridgemate gaat nog verder. Er wordt nu ook een versie ontwikkeld waarbij het kastje alle biedingen en het spelen kan registreren en daarmee neemt het de hele recorderfunctie over. Dat is een heleboel werk en dat kan Noord natuurlijk niet doen, dus de captains blijven nodig, als ze een beetje slim zijn tenminste. De reikwijdte van deze ontwikkeling houdt ook in dat vanaf dat moment alle wedstrijden in een kampioenschap direct via internet over de gehele wereld te volgen zijn, want de data komen vrijwel in real time beschikbaar. Zolang de electriciteit niet uitvalt, wat in Istanbul niet vanzelfsprekend is zo bleek. Als ik dat (Ton bedoelt het invoeren van het scoringsysteem, MvB) eindelijk bereikt heb, ga ik op mijn lauweren rusten. Een altijd cruciaal element in deze kampioenschappen is het dupliceren van de spellen. Daar is zo nu en dan in het verleden wel eens iets in misgegaan en dat levert altijd gelijk 16
rampen op. Ik heb het dan vooral over het spelen van een verschillende set borden aan de twee tafels van een wedstrijd. Lang geleden kon dat niet, want de spellen werden toen gewoon aan tafel geschud en onderling uitgewisseld, zoals elk district zijn competitiewedstrijden viertallen speelt. Toen de dupliceermachine zijn intrede deed, liep dit systeem gewoon door. Weliswaar speelden alle wedstrijden dezelfde spellen maar er werd nog steeds uitgewisseld binnen een wedstrijd. Maar toen ontwikkelde de vugraph zich en konden de resultaten van alle wedstrijden gevolgd worden. En dat lukt uiteraard het beste als beide tafels zo goed als mogelijk tegelijk dezelfde spellen spelen. Dus worden er nu in Europese kampioenschappen evenveel sets borden gedupliceerd als er tafels zijn. Iedereen speelt zijn eigen set en dan zijn fouten in het dupliceren catastrofaal. Voor deze Olympiade was deze aanpak niet mogelijk. Er zouden dan ruim 80.000 borden gedupliceerd moeten worden en dat was fysiek onmogelijk. Dan is de simpelste manier om de ouderwetse aanpak te volgen en één set voor een wedstrijd te maken. Dat kost veel extra energie want de helft van de borden moet dan van de gesloten naar de open kamer, en de andere helft omgekeerd, gebracht worden. Bovendien moeten veel van de borden een kenmerk krijgen dat
Weko-wijzer 96
aangeeft aan welke tafel ze gespeeld worden. Maar ook voor de vugraph werkt het slecht, want als de open kamer met bord 1 begint, start de gesloten kamer met bord 11 (bij twintig borden per ronde) en dan is er dus geen vergelijking mogelijk in de eerste helft van de wedstrijd. Dus heb ik na lang aarzelen voor een andere aanpak gekozen, vertrouwend op de kwaliteiten van het dupliceerteam. We lieten twee naast elkaar staande tafels in de open kamer één set delen en zo ook in de gesloten kamer. Geen gedraaf tussen open en gesloten kamer meer, geen stickers voor de tafelaanduiding. Ik moest nog wel iets verzinnen om ervoor te zorgen dat de twee tafels van een wedstrijd met hetzelfde spel begonnen, voor het direct kunnen uitslaan zoals hierboven uitgelegd. Maar dat is, althans op papier, ook niet zo moeilijk. Als alle oneven genummerde tafels met spel 1 beginnen en alle even genummerde tafels met spel 11 gaat het vanzelf goed want tafel 17 in de open kamer correspondeert met tafel 17 in de gesloten kamer; dat vormt één wedstrijd. Dat uitwisselen tussen tafels had ik niet verder gedetailleerd. Misschien kunt u nu zelf uitrekenen hoeveel wedstrijden de mist in kunnen gaan als er één verkeerde set op de tafels wordt gezet. Ik kom op vier. Slapeloze nachten dus. Laat ik hier gelijk zeggen dat het allemaal goed is gegaan. De dupliceerkamer heeft werkelijk voortreffelijk gewerkt. Ze controleerden van elke set het eerste bord en het laatste en één of twee ergens in het midden. Omdat ik geen enkele print out van de handen wilde voordat de betreffende ronde gestart was, werd voor de controle bij de eerste set voor een ronde het schoppenbezit van de uitgekozen spellen genoteerd en vervolgens gekeken of dat bij elke set identiek was. Ik zorgde zelf voor de handen en gebruikte daarvoor Big Deal. Elke dag maakte ik op mijn laptop in de hotelkamer de sets voor twee dagen later aan. Omdat ik hoorde dat ook uit hotelkamers dingen ontvreemd konden worden, heb ik zelfs een password ingevoerd en gingen de diskettes in de kluis. Laptop meenemen vooruit, maar dan wel zo dat je er niets aan hebt. Naarmate de Nederlandse teams beter presteerden, voelde ik me minder op mijn gemak want naast de dupliceerkamer ben ik de enige die toegang tot de spellen heeft. Een aantal jaren geleden, in Peking ‘95 besprak ik
dit probleem met Baldi, een Italiaanse hoogleraar wiskunde die een prachtige vugraph heeft ontwikkeld met alles erop en eraan, dus ook een schudprogramma. We gebruikten dat toen en kwamen tot de conclusie dat het eigenlijk het beste was als de Italiaanse en Nederlandse teams zo snel mogelijk uitgeschakeld waren. Twee jaar eerder in Santiago was Frans Lejeune hoofd van de dupliceerstaf en werden de borden voor de finale pas een paar uur voor de wedstrijd gecreëerd en gedupliceerd. In dat stadium hebben we het over vier en twee sets, dus dan kan dat. Maar in de achtste finales gaat het nog om 32 sets en dan wordt zo’n aanpak griezelig. De Nederlandse teams hebben mij in Istanbul niet echt geholpen. Halverwege het toernooi toonde het daily bulletin de ranglijst van de drie toernooien en stonden zij alle drie fier bovenaan. De borden brengen ons bij de caddies. Turkije had ons er genoeg van toegezegd en dat klopte ook. De meesten waren student, dus over intelligentie niet te klagen. Maar toch leek het de eerste dag al helemaal fout te gaan. Ze wisten blijkbaar niet wat ‘odd’ en ‘even’ was en de borden lagen dus tamelijk willekeurig op de tafels, ze vergaten de scoreslips op te halen die we nodig hadden om de stand in een wedstrijd bij te houden, ze waren gewoon lui. Ik ben toen naar de president van hun federatie gegaan en heb mijn ongenoegen uitgesproken. Daarop werd er aan het eind van die dag een vergadering belegd waar ik ook voor werd uitgenodigd. Het gesprek vond in het Turks plaats en daar versta ik echt niets van, dus vroeg ik na enige tijd het woord in het Engels. Ik heb toen uitgesproken zeer teleurgesteld te zijn, vastgesteld dat iedereen veel beter kon en uitgelegd dat hun werk essentieel was voor het welslagen van het toernooi. Ze hebben het begrepen, want vanaf dat moment ging het fantastisch. Zelden zo’n behulpzame groep meegemaakt en dat heb ik in mijn slotwoord in het bulletin dan ook aan ze verteld. Later heb ik me gerealiseerd dat een deel van de verklaring gezocht moet worden in de start. Dezelfde mensen hadden ook al met de tafels gesjouwd maar het uitleggen van hun taken gedurende het toernooi was in een vloek en een zucht, vlak voor de start van de eerste ronde, gebeurd. Niet iedereen verstaat even goed Engels, niet iedereen begrijpt alles dan direct. Of
Weko-wijzer 96
17
net anders: niet iedereen begrijpt het waarom van de taken en dan gaan zaken makkelijk fout. Als zo’n scoreslip er een half uurtje later ook nog ligt, is het veel efficiënter om ze in groepjes van vier op te halen, toch? En waarom maakt het uit of je spellen op tafel 3 of 4 legt als je ze later dan weer naar de andere tafel moet brengen? Damiani was akkoord gegaan met het verzoek van de TBF om een achttal junior wedstrijdleiders in de WL-staf op te nemen. Dat was echt handig omdat ze in de organisatie ook een belangrijke rol konden spelen. As ik met het hotel iets te regelen had, deed ik dat via één van hen, want dan liep het veel makkelijker. Zo konden we ook de result desks aan het einde van iedere ronde goed bezetten. Bovendien was de ligging van de toiletten zodanig dat spelers daar via een gang met bezoekers naar toe moesten en er geen gesplitste toiletten voor de open en gesoten kamer waren. Dus hadden ze samen met de caddies ook een belangrijke begeleidende taak. De ervaring die je op deze manier opdoet - en dan heb ik het weer over de kerntaak als arbiter - is van veel betekenis voor je verder functioneren binnen het eigen land. Hoe ze als arbiter waren, weet ik overigens niet, daar had ik geen tijd voor. Eén van de moeilijke zaken bij elk WBF-toernooi is de overschakeling van de eerste naar de tweede week. Dan zitten de round robins erop en begint de knock out met de teams die zich daarvoor gekwalificeerd hebben. Maar even later begint ook de Swiss voor vele tientallen teams. Daarvoor wordt dan standaard de grote zaal gebruikt. Dus waar moeten de K.O.-tafels heen? We vinden natuurlijk altijd wel plek, maar het is wel eens behelpen. We hadden Sky TV op bezoek, dat een TV-film van drie kwartier opnam die dit najaar in een aantal afleveringen vertoond is. Dat kostte ook veel ruimte omdat ze de vugraphtafel in een zaal van 200 m2 wilden hebben. Normaal gesproken kun je daar in de KO zes tafels in kwijt. Het kwam erop neer dat één van de acht tafels uit de halve finales in de speelzaal bij de universiteitsteams moest worden geplaatst en ik had besloten dat afwisselend één van de acht nog spelende teams daar moest spelen. Dus ook de Amerikaanse vrouwen een keer en dan merk je wat voor draken het eigenlijk 18
zijn. Hoe haalde ik het in mijn hoofd hen bij de universiteitsteams te plaatsen? Dat was echt beneden hun waardigheid. Flauwekul natuurlijk maar ze vielen er ook Damiani mee lastig door hem ’s ochtends vroeg in zijn kamer te bellen. Die was dus aardig uit zijn humeur toen we elkaar bij het ontbijt spraken. Vervolgens hebben ze voortdurend geklaagd over het water dat niet koud genoeg was, over de temperatuur in de speelkamers en ga maar door. Werkelijk van geen enkel ander team heb ik dit soort geluiden gehoord. Ik vond het dan ook niet meer dan gerechtigheid toen de Russische vrouwen de finale wonnen. We hadden een recordinschrijving in de transnational mixed teams. En niet zomaar een record. In Maastricht hadden we iets van 70 teams, zoals ook de eerste keer in Rhodos. Nu hadden zich 130 teams aangemeld, waarvan haast de helft Turks, en was er nog een wachtlijst van Turkse teams. De formule is dat na vijftien ronden de bovenste vier teams halve finales gaan spelen. Ik wilde niet meer dan 134 teams laten meedoen, maar daarvoor moest ik echt voet bij stuk houden. De kwaliteit wil ook wat. Als je alle tafels dezelfde spellen wilt laten spelen, en daar vraagt iedereen om, moet er een redelijke afstand tussen de tafels zijn. Uiteindelijk speelden er 130 teams, dus mijn koppigheid werd beloond. We moesten trouwens nog een ander probleem oplossen, want het Franse Swissprogramma dat gebruikt werd, kon maar 120 teams aan. Damiani is dan zeer pragmatisch: dan moeten we de teams maar in twee groepen laten spelen en de twee hoogst eindigende teams kruisfinales laten spelen. Ik vond dat een slechte oplossing want de rangorde in een swiss is vaak toch al een loterij en dan is de geluksfactor bij een selectie van twee teams wel erg groot. Dus voelde ik dan meer voor het splitsen van de twee groepen halverwege en beide bovenste en onderste helften samenvoegen. Gelukkig kon de programmeur dit probleem op tijd oplossen. Trouwens toch een merkwaardige zaak, want ik kreeg in de loop van de eerste week wel vijf programma’s aangeboden die meer dan 120 teams aankonden. Tot slot nog wat zaken die met de wedstrijdleiders en hun beslissingen te maken hebben. Er zijn in het hele toernooi maar tien zaken bij het appeals committee terecht gekomen en
Weko-wijzer 96
daarmee wordt opnieuw duidelijk dat de aanpak die sinds een aantal jaren gebruikelijk is goed werkt. In alle gevallen waar het om een beoordeling gaat, meestal te vertalen in de vraag of er mogelijk gebruik is gemaakt van ongeoorloofde informatie, overleggen de arbiters onderling en vragen ze bovendien een aantal topspelers om hun mening. Zelfs van de tien gevallen die wel tot een verder beroep leidden, werden de meeste niet gehonoreerd. Dat gold niet voor een opzienbarende zaak waar het Nederlands open team bij betrokken was. Laten we eerst een half jaar terug gaan toen ik met Damiani op bezoek was in het hotel om het kampioenschap voor te bereiden. We hebben toen in het theater een microfoon geplaatst en zijn daar gaan schreeuwen om te kijken of in een aantal kamers er omheen dat geluid doordrong. Dat was niet het geval en dus konden we in die kamers de bridgetafels voor de vugraph plaatsen. Het moet niet zo zijn dat een goede of slechte beslissing aan de vugraphtafel tot gejuich of afkeuring in het theater leidt wat op hetzelfde moment aan tafel te horen is. U raadt het al, in de kwartfinale tegen Ierland kwam er een biedverloop langs waarbij Sjoert Brink heel goed 6♥ bood.
Dat leidde in de zaal tot enthousiast gejuich en geklap en je zag op het scherm dat Sjoert dat kon horen. Vervolgens nam zijn Ierse tegenstander, die ook iets gehoord had, uit met een profijtelijk 7♣-bod. Het Nederlandse team vroeg de wedstrijdleiding om het spel te annuleren, wat niet gebeurde. Men vond dat het
7♣-bod redelijk was. Aan de andere tafel was door de Ieren 5♥ gedoubleerd met een overslag gemaakt. Nederland ging in beroep. Dit is een vervelende toestand, zeker als je denkt dat het niet kan gebeuren. We hadden getest met alle mogelijke deuren dicht en natuurlijk had iemand deuren, ook die van de speelkamer zelf, open laten staan. Artikel 16 gaat hier over, althans zo lijkt het. Maar als u goed leest, dient de WL geroepen te worden zodra de OI opgevangen wordt. Dan heeft hij op dit niveau eigenlijk maar één mogelijkheid: het spel annuleren. Een slecht artikel dus omdat het helemaal geen rekening houdt met het resultaat aan de andere tafel en omdat niet geregeld is wat er moet gebeuren als men gewoon doorspeelt. Het appeal committee vond 7♣ niet zo vanzelfsprekend maar vond ook annuleren niet zo best, omdat 5♥! +1 nou niet echt een normaal resultaat is. Ze vroegen alle resultaten van het spel, dat zestien keer gespeeld was, op en bepaalden het butlerresultaat, wat de Ieren 4 impen opleverde. Een redelijke beslissing, lijkt me. De vugraph liet nog een bijzondere situatie zien. Ergens in het biedverloop had iemand 2♥ geboden en vervolgens was de tray naar de andere kant van het scherm geduwd. Nu was de WL geroepen en de toeschouwers zagen vervolgens dat de tray weer terugging en dat het 2♥-bod vervangen werd door 2♠. Pikant detail was dat ook dit een Nederlandse speler betrof met een Nederlandse WL. Niemand in de zaal begrijpt dan goed wat er aan de hand is. We zouden eigenlijk met een microfoon moeten werken waardoor de zaal mee kan genieten van de arbitrage. In dit geval had een tegenstander 2♦ geboden en dat uitgelegd als ruitens met harten. Maar aan de kant van onze speler werd die uitleg pas gegeven toen de tray met het 2♥-bod al doorgeschoven was. Dan is artikel 21B van toepassing, gaat de tray weer terug en mag de bieding alsnog vervangen worden. Maar zonder uitleg ziet dat er op het videoscherm raar uit. Istanbul was een prachtig kampioenschap. Natuurlijk staat Maastricht bovenaan, maar Istanbul komt heel dicht in de buurt.
Weko-wijzer 96
19
Winstpuntenschalen, vroeger en nu door Hans de Jager In de Weko-wijzer van herfst 2004 las ik een verhaal waarin mijn naam is verbonden aan de in ons land gangbare imp-WP tabel. In de eerste kolom van dat artikel heeft Sytze Sietsma het over "de tabel van Hans" en zegt hij dat "Hans de oude tabel iets (heeft) aangepast om daarmee de bruikbaarheid te vergroten". Allemaal te veel eer voor mij: ik heb die tabel en die aanpassing niet bedacht. Ik heb alleen in mijn cursusboek ten dienste van de lezers meegedeeld wat gezaghebbende instanties hadden besloten. Zoals een auteur van een recent geschiedenisboek niet zelf Egyptische hiërogliefen heeft ontcijferd en evenmin in de Slag bij Waterloo heeft meegevochten. Er is echter een landgenoot geweest die veel heeft bijgedragen aan de totstandkoming van de bekende winstpuntenschaal in relatie tot het aantal spellen en dat is Wim Wagner (1927-1991). Het interesseert de lezers van dit blad misschien te weten hoe die schaal er is gekomen - en dat geef ik hieronder weer. Tot 1960 zag de wereld van de viertallencompetities er eenvoudig uit: je kon een ontmoeting winnen (2-0) of verliezen (0-2), of je kon gelijkspelen (1-1). Die eenvoud geldt nog steeds in een groot aantal andere sporten waar competities worden gespeeld. Wat een gelijkspel is, kan in diverse delen van de wereld verschillend zijn geweest - we leefden destijds ook maar in een uithoek van de bridgewereld. In het wedstrijdreglement van de NBB lees ik dat in die tijd een gelijkspel inhield een Imp-saldo van niet meer dan een achtste deel van het aantal op de juiste wijze gespeelde spellen. Dus een verschil van vier Imps is gelijkspel in een wedstrijd van 32 geldige spellen, maar het is winst en verlies in een wedstrijd van minder spellen. Terzijde: de Imps (die toen gewoon matchpunten heetten) waren ongeveer het dubbele waard van tegenwoordig; pas sedert 1961 is internationaal een Impschaal in gebruik genomen die nagenoeg nog steeds geldt. De doorbraak Voor het eerst in 1960 - bij de Olympiade te Turijn - is een winstpuntenschaal toegepast waarin onderscheid tussen de nipte en de overtuigende winst tot uitdrukking kwam, de zgn. 4-0 schaal. Dat leidde een belangrijke 20
ontwikkeling in: ze vestigde de aandacht op het principe dat een juiste beoordeling van de speelsterkte van teams in een groep erbij gebaat is, wanneer grote overwinningen anders worden gehonoreerd dan kleine - en dat principe won spoedig aanhang. In 1961 werden te Torquay (Engeland) de Europese kampioenschappen gehouden en daar werd een 6-0 schaal geïntroduceerd en in de daarop volgende jaren vinden we bij internationale ontmoetingen ook winstpuntenschalen van 8-0 en 12-0. In Turijn waren de grenzen echter zodanig dat nagenoeg iedere overwinning 4-0 bedroeg. Bij een uitslag van 3-1 ging het om zo kleine verschillen dat we die tegenwoordig met 15-15 of 16-14 zouden belonen! Om een voorbeeld te geven hoe uitzonderlijk het was om iets anders dan 4-0 te boeken: het Nederlandse open team behaalde in de voorronde driemaal een 4-0 overwinning en leed zesmaal een 0-4 nederlaag; andere resultaten werden door ons team niet geboekt (en het was daarmee uitgeschakeld). Men had dus de behaalde winstpunten van de deelnemers door twee kunnen delen (4-0 wordt 2-0); dat zou nagenoeg op hetzelfde zijn neergekomen. Ook in Torquay was de uitslag bij een verschil van 21 Imps op een match van 48 spellen al 6-0. Het Nederlandse open team speelde er twaalf wedstrijden, waarvan er vier werden verloren en zowaar eenmaal een match door Nederland met 5-1 werd gewonnen. Ook in sommige andere schalen komt in het begin van de jaren zestig de volle winst het meest voor. Het streven om speciaal een uitslag als 2-2 of 3-3 (en later 4-4 of 10-10) te vermijden blijkt duidelijk uit de 7-0 schaal die in 1964 op de Olympiade te New York werd gehanteerd: bij precies evenveel Imps gaf het aantal scorepunten de doorslag of het 4-3 dan wel 3-4 werd. (Hoe het probleem van gelijkspel zou zijn beslist als ook het aantal scorepunten gelijk is, heb ik niet kunnen achterhalen.) Hieruit blijkt dat het principe om een resultaat waaruit in een voorronde of competitie geen (noemenswaardig) krachtsverschil te voorschijn komt als een gelijkspel te noteren, nog niet tot de organisatoren was doorgedrongen.
Weko-wijzer 96
De 8-0 schaal van de EBL-kampioenschappen te Warschau (1966) was al wat beter gekalibreerd: de volle winst werd bij 32 spellen pas bij een saldo van 33 Imps bereikt. (Het kalibreren van de winstpuntenschaal is het vaststellen welke Imp-saldi met de diverse aantallen winstpunten corresponderen.) Beter glijdende schalen Voor het eerst in 1968 werd bij de Olympiade te Deauville (Frankrijk) een winstpuntenschaal gebruikt die veel op de tegenwoordige lijkt: de zgn. 20-min 5 schaal. De winnaar kon niet meer dan twintig WP uit een match halen, voor de grote verliezer kon een verlaging tot vijf WP worden geleden. In feite waren het twee schalen, één voor twintig spellen per ontmoeting (open teams) en één voor 40 spellen (damesteams); alleen de kalibrering was verschillend. Twee jaar later (1970) wordt in Estoril (Portugal) bij de EBL-kampioenschappen eveneens de 20-min 5 schaal gehanteerd, waarvan de kalibrering voor 32 spellen nagenoeg dezelfde is als die voor 40 spellen in Deauville. Ook bij de wereldkampioenschappen in Taiwan (1971) en de Olympiade in Miami (1972) wordt volgens de schaal van Estoril gespeeld. Maar verscheidene andere internationale toernooien uit die tijd hanteren nog de 8-0 schaal van Warschau (1966), of een die er veel op lijkt. Nederland loopt achter Terwijl vermoedelijk in verscheidene Europese landen de landelijke competities min of meer gelijke tred hielden met de internationale ontwikkeling, of daarbij misschien wel het voortouw hadden genomen, bleef Nederland behoudend. Met veel voortvarendheid was in 1961 in het oktobernummer van BRIDGE al een winstpuntenschaal van 6-0 aangekondigd, "voorlopig alleen voor het competitiejaar 1961/62", maar dat bleek een vergissing te zijn. Het duurde in feite tot het seizoen 1965/66 eer de 2-0 werd vervangen door een 6-0 schaal. En ondanks aandringen van veel kanten besloot het Bondsbestuur pas in het seizoen 1973/74 tot de 20-min 5 schaal. Bovendien voorzichtig met de nieuwe ontwikkelingen: "De districten zijn bevoegd, in de 2e en 3e klasse de minpunten te laten vervallen.". Op den duur kregen de 20-min 5 schalen bij alle belangrijke toernooien de overhand, hoewel soms met afwijkende kalibrering, ook als per ontmoeting de gebruikelijke 32 spellen
werden gespeeld. Alleen het toekennen van de minpunten onderging later een kleine wijziging: min 2 t/m min 5 werd vervangen door min 1 t/m min 4 (de Imp-saldi bleven daarbij ongemoeid). Een verbetering die niet van invloed was op de toernooiresultaten, maar zinvol omdat publicaties in de krant het minteken en het koppelteken niet onderscheidden, werd pas bij het wereldkampioenschap in Warschau (1983) ingevoerd. (Als de krant twee uitslagen publiceerde als 17-3 en 20-3, wisten alleen insiders dat de laatste uitslag 20-min 3 had moeten luiden). Daartoe werd bij alle aantallen 5 WP opgeteld en zo kwam de tegenwoordige schaal tot stand.
Kleine aantallen spellen Voor de Swiss-wedstrijden die in de jaren zeventig populair werden, en andere korte ontmoetingen die op viertallenbasis werden uitgeslagen, hield men (en in sommige toernooien ook nu nog) vast aan de kleinere schalen, zoals 6-0 of 10-0. De berekeningswijze voor korte ontmoetingen volgens de zgn.
Weko-wijzer 96
21
Patton-telling, die nog sporadisch wordt gehanteerd, heeft eveneens de 6-0 schaal als basis behouden. Soms werd wel eens de 20-min 5 schaal die in een eerder toernooi voor 32 spellen bedoeld was, ongemotiveerd in een volgend toernooi toegepast bij matches van bijv. 24 spellen. Dat viel niet zo op, maar het had natuurlijk niet zo mogen zijn dat die schaal werd gebruikt bij ontmoetingen van zes spellen. Dat gebeurde namelijk tijdens de finale van het Nederlandse jeugdviertallenkampioenschap in 1974. Zonder de Weko of de toenmalige Werkgroep Toernooien er over te raadplegen, had de Commissie Jeugdbridge een finale vastgesteld voor zestien teams junioren, te spelen tijdens een weekend, in vijftien ronden van zes spellen volgens de gebruikelijke 20-min 5 schaal. Ondanks de vaak duidelijke krachtsverschillen was de kampioen niet verder gekomen dan een gemiddelde van 12,1 WP bij een gemiddelde van 10 WP. In het verslag van de wedstrijd in BRIDGE maakte de rapporteur de opmerking: "Men kan zich afvragen of de 20-0 schaal nog wel zinvol te hanteren is voor 6 of 8 spellen. Een probleem voor de WECO om zich eens over te buigen (?!)". Dat was voor Wim Wagner, destijds secretaris van de Weko, de directe aanleiding om zich in het probleem te verdiepen. Na bestudering van de uitslagen van diverse ontmoetingen waarvan het aantal spellen sterk uiteenliep, baseerde hij in een rapport van eind 1976 de oplossing van het gestelde probleem op de formule van Gauss voor toevallige afwijkingen. (Vermoedelijk kreeg hij bij die opvatting steun van zijn vriend Joosten.) De kern van de formule van Gauss is dat afwijkingen van het gemiddelde van een grootheid evenredig zijn met de vierkantswortel van het aantal afzonderlijke waarnemingen, dus hier het aantal spellen. Als het aantal spellen viermaal zo groot is, achtte Wagner de met een aantal winspunten corresponderende Impsaldi dus tweemaal zo groot. Uitgangspunt in zijn rapport uit 1976 was de hier te lande gebruikelijke winstpuntenschaal voor 32 spellen, zodat bij acht spellen de bijbehorende Imp-saldi gehalveerd werden (behoudens afronding). Aangezien de volle winst (20-0) bij 32 spellen behaald wordt bij een Imp-saldo van 50, werd dat bij acht spellen een Impsaldo van 25.
22
De ster van Wagner rijst Bij de Olympiade te Valkenburg (1980) had Wim Wagner de technische leiding en hij ontpopte er zich als een uitmuntend organisator. Daarvoor ondervond hij veel waardering bij Jaime ("Jimmy") Ortiz Patiño, in die tijd president van de WBF. Wat betreft de organisatie en regelgeving van internationale toernooien was in die tijd weinig eensgezindheid te bespeuren. Wim Wagner had naar aanleiding van de Valkenburgse Olympiade een aantal aanbevelingen gedaan. Wie op deze terreinen de latere verslagen van Kooijman in de Weko-wijzer leest, krijgt de indruk dat elke toernooi-gastheer weinig van zijn voorganger heeft geleerd. Op het gebied van de winstpuntenschalen boekte Wagner echter succes. Het was opgevallen dat er bij het Europese kampioenschap in Wiesbaden (West-Duitsland) en bij het wereldkampioenschap in Stockholm (om de zgn. Bermuda Bowl), beide in 1983 gehouden, vrij grote verschillen in de kalibrering bestonden, hoewel in beide toernooien matches van 32 spellen werden gespeeld. Zo werd in Wiesbaden de volle winst (20-0) bereikt bij een Imp-saldo van 49, in Stockholm was voor de volle winst (25-5) een Imp-saldo van 59 vereist. Mede naar aanleiding van dit onderscheid publiceerde Wagner een nieuwe editie van zijn onderzoekingen, waarin opnieuw de formule van Gauss centraal stond. Ditmaal was de schaal van Stockholm het uitgangspunt. Dankzij het gezag van J.O.P. en de vlijt van W.W. worden deze schalen (ook voor andere aantallen spellen dan 32) door de WBF en diverse lagere instanties tot op de huidige dag algemeen aanvaard. Of zijn er nu, zoals Sietsma kort geleden in de Weko-wijzer opmerkte, tekenen dat dit toch weer gaat veranderen? Nog enkele kanttekeningen Wagner publiceerde alleen de schalen voor aantallen spellen van acht t/m 48 die een viervoud zijn (waaraan toegevoegd veertien en weggelaten 44 spellen). In de praktijk komen we in Nederland wel eens andere aantallen tegen, o.m. doordat een bord wordt geannuleerd. De Weko heeft daarom al jaren geleden besloten om voor elk aantal van 6 t/m vijftig aan te geven welke "kolom" uit de tabel van Wagner wordt gebruikt - uiteraard alleen voor wedstrijden onder auspiciën van de NBB. Anders dan Sietsma suggereert ben ik voor die
Weko-wijzer 96
precisering niet in meerdere mate verantwoordelijk dan de andere Weko-leden uit die tijd. In de oude TCL-cursus (niet meer in de latere CLB-cursus) heb ik slechts de boodschap van de Weko overgebracht. Persoonlijk interesseert het me ook niet zo, of je bij 26 spellen Wagners kolom van 24 of 28 spellen gebruikt. Een laatste kanttekening betreft de wortelformule van Gauss. Die is ontleend aan de elementaire waarschijnlijkheidsrekening en is geldig voor uitkomsten die alleen op het toeval berusten. Maar zoals elke bridger weet, is het resultaat van een match afhankelijk van een aantal factoren die we in twee groepen kunnen samenvatten: krachtsverschil en toeval. En krachtsverschillen komen bij een viermaal zo groot aantal spellen niet tweemaal, maar viermaal zo sterk naar voren. Dat de wortel-formule niet precies klopte, bleek trouwens al uit
de destijds door Wagner verzamelde gegevens. We kennen allemaal de waarschuwing dat in het verleden behaalde resultaten geen garantie zijn voor de toekomst. Maar als het om de resultaten van achtereenvolgende spellen gaat, is er toch wel enige positieve correlatie. Een team dat op een eerste spel een slecht resultaat haalt, is vermoedelijk zwakker dan zijn tegenstander en zo'n zwak team zal op een volgend spel, gemiddeld genomen, ook minder goed scoren. En daarmee verliezen de veronderstellingen van de eenvoudige formule van Gauss hun geldigheid. Misschien heeft het wortelprincipe van Wagner, na meer dan twintig jaar als een axioma te zijn beschouwd, zijn langste tijd gehad en luidt de verandering die Sietsma signaleert een verbeterde waardering van de lange matches in. Want uit hoe meer spellen een ontmoeting bestaat, hoe minder die toevalsfactor overheerst.
Van de groene tafel door Ton Kooijman 1) Van Ben Schelen: Ben vraagt zich af waarom er in artikel 45C4b een verwijzing naar artikel 47E staat. Kan dat niet beter 47D zijn, is zijn suggestie?
O / NZ
♠ HB1086 ♥ AV5 ♦ A642 ♣3
Daar ben ik het volledig mee eens. Een andere oplossing is om helemaal niet te verwijzen, want het voegt eerlijk gezegd niet veel toe.
♠ V52 ♥8 ♦ HB98 ♣ H10754
♠ A4 ♥ 642 W O ♦ V1075 Z ♣ VB98 ♠ 973 ♥ HB10973 ♦3 ♣ A62
2) Hij heeft nog een kwestie: Jij (Ton dus) stelt dat in het algemeen 12C3 vooral voor de niet-overtredende partij moet worden gebruikt, om ervoor te zorgen dat deze redelijk schadeloos wordt gesteld, zonder dat ze gelijk een wereldscore ontvangt. Maar hoe zit het met de overtredende partij? De tekst van 12C3 legt geen beperking op. In het Gooi deed zich het volgende geval voor in de hoofdklasse viertallen:
West – 2SA pas
N
Noord – … pas 6♥
Oost Zuid pas pas 4♣ 4♥ allen passen
2SA is zwak met minstens 5-4 in de lage kleuren; noord heeft onbetwist duidelijk langer dan 10 sec. gedacht. Na afloop van 6♥ contract stellen OW het 4♥bod van zuid ter discussie, zuid zegt ALTIJD 4♥ te bieden, omdat hij vooraf heeft gepast en geen multi te hebben geboden vanwege zijn driekaart schoppen. Bovendien moet partner iets hebben: oost heeft gepast en west is zwak. Noord zegt er altijd nog in te komen na 4♣ en tweemaal pas. …….. (ingekort)
Weko-wijzer 96
23
Gaat noord na 4♣ en tweemaal pas in viertallen en kwetsbaar voor het downspelen van OW, of voor zelf -200 Vraag: Moet het PC voor de overtredende partij, ook na de flagrante overtreding vanzuid, 12C3 toepassen en de kans op doublet door noord op 100, 50 of 25% schatten? Antwoord: Ik ga niet in op de vraag of zuid nu 4♥ mag bieden. Maar als de WL beslist dat dit bod gesuggereerd kan zijn door de denkpauze van noord en dat passen een redelijk alternatief is, moet inderdaad nagegaan worden of Noord zelf de bieding zal openhouden. En als die kans reëel is, kan 12C3 zeker toegepast worden. Een dergelijke score op basis van verwachtingen kan niet worden berekend voor het 4♥-bod van zuid. De wedstrijdleider moet vaststellen of dat wel of niet is toegestaan. Zo niet, dan natuurlijk ook geen score waarbij dat voor de helft weer wel mag. Noord heeft geen ongeoorloofde informatie, dus een doublet van hem is niet aan dergelijke beperkingen onderworpen. 3) (van Ton Kooijman zelf, red.) Ik heb onder andere op Bridgeweb de vraag gesteld wat Nederlandse WL’s vinden van het idee om veel meer overtredingen aan te gaan pakken als het veroorzaken van ongeoorloofde informatie en dus volgens artikel 16. Een grote meerderheid is daar tegen, met als voornaamste argument dat een WL op de club grote moeite zal krijgen om goede beslissingen te blijven nemen. Automatische straffen hebben zo hun voordeel en worden bovendien in het algemeen zonder problemen geaccepteerd. Bedankt voor de reacties, goed voor de discussies in de WBF. 4)
Jos Janssen, die net (met genoegen) WL geworden is, stuurde me het volgende: Afgelopen week heb ik in voorbereiding op mijn examen aanstaande zaterdag (praktijkdag) nog maar eens een extra 'stage' gelopen. Op een gegeven moment deed zich het volgende voor: Er zitten twee paren te bieden in het eerste spel van een nieuwe ronde, als een derde paar zich aandient. Het paar dat verkeerd zat, had de spellen al gespeeld en kon dus vertrekken naar de juiste tafel en aan het andere paar 24
werd duidelijk gemaakt dat zij in het nieuwe biedverloop hun biedingen moeten herhalen etc. (15C). Volgens de aanwezige arbiter moet ik het paar ook aanbieden om het bord te annuleren en voor beide partijen G+ scoren. Ik kan dit niet in de spelregels vinden en het gaat ook een beetje tegen mijn gevoel in. Het bord wordt toch pas geannuleerd als de bieding op een of andere manier afwijkt? Graag hoor ik hoe jij hier over denkt. Antwoord: WL’s met genoegen hebben een goed gevoel. De WL zit er naast, het spel dient zo mogelijk gespeeld te worden. Het is goed er in dit verband op te wijzen dat ook het doen van een idiote bieding om er zeker van te zijn dat afgeweken wordt, niet is toegestaan. Dus het paar dat nieuw aan tafel komt mag niet 7SA bieden en dan om een gemiddelde plus vragen. Uiteraard zijn er wel subtielere methodes te bedenken, en dan wordt het lastiger oordelen. 5) Rob Zijlstra heeft het volgende: In Wekowijzer 88 geeft Frans Lejeune een verhandeling over hoe om te gaan met afwijkingen van de voorgeschreven distributie van een Muiderberg. Ik neem aan dat de rechtsbasis voor deze voorschrijving in art. 40D terug te vinden valt. In eerdergenoemde verhandeling geeft Frans aan dat een afwijking van de beloofde distributie behandeld dient te worden als verkeerde uitleg. In mijn optiek kun je dat op twee manieren uitleggen: 1. Het afwijken van een Muiderberg wordt gedefinieerd als een overtreding. Deze opvatting staat echter op gespannen voet met art. 40A en lijkt daarom rechtsgeldigheid te ontberen, omdat er m.i. geen rechtsgrond is om bestaande artikelen zoals 40A uit te schakelen middels aanvullende regelgeving zoals bijv. onder 40D. 2. Het afwijken van een Muiderberg wordt beschouwd als een impliciete partnership agreement, en dientengevolge als onjuiste uitleg beschouwd. Wederom botst dit met 40A; het is een gegeven recht om van wat voor conventie dan ook af te wijken zolang je partner dit maar niet verwacht. Op grond van welke rechtsbasis heeft de Weko bepaald dat iedere afwijking van een
Weko-wijzer 96
Muiderbergdistributie per definitie als onjuiste uitleg moet worden beschouwd? Antwoord: Dit is een lastige kwestie. Ik ben het met je eens dat lezing van artikel 40 tot de conclusies moet leiden die jij hierboven trekt. Artikel 40D is ooit opgeschreven om bepaalde conventies te verbieden of om voor te schrijven dat bepaalde conventies juist wel gebruikt moeten worden. Maar de laws committee van de WBF schijnt - ver voor mijn tijd - een veel ruimere interpretatie aan 40D gegeven te hebben, waarmee ze de mogelijkheid bood om bijvoorbeeld het psychen van (sterke) conventionele biedingen te verbieden. Iets dat naar mijn mening volstrekt in strijd is met de universele geldigheid van 40A. Onze eigen PK heeft het ooit verzonnen om een biedfout in Ghestem automatisch te bestraffen. Iets dergelijks schijnt ook in Italië te gebeuren. De Engelsen doen het weer anders. Ze willen eigenlijk de echte zwakke SA-opening uitbannen, die van 10-12 of 8-10. Dat kan niet, zelfs niet op grond van een kromme interpretatie van 40D. Dus hebben ze verzonnen dat na een dergelijke opening conventionele antwoorden verboden zijn, weer wel gebruik makend van 40D. In formele zin is dat geoorloofd, maar ook dat is eigenlijk een kronkel. De verklaring voor al deze aberraties is honorabel: het zo goed mogelijk speelbaar houden van het bridgespel en het tegengaan van situaties die voortdurend irritaties oproepen. Maar ik heb moeite met de inventiviteit waarmee principes opzij worden geschoven. Jij zegt dat afgeweken mag worden zolang de partner dat maar niet verwacht of er maar niet op reageert. Die uitspraak is niet juist. Er moet voldaan worden aan een tweede criterium: dat het niet te vaak gebeurt. Een speler kan zeggen dat hij er altijd van uitgaat dat zijn partner ook een lage kleur heeft, of dat zijn partner ten minste een vierkaart schoppen heeft na 1♣doublet, maar de tegenpartij heeft er recht op te weten dat een afwijking vaker voorkomt. Het gaat dus steeds om de vraag of zo’n afwijking iets heel bijzonders is. De Weko heeft haar wedstrijdleiders opgedragen die vraag standaard met ‘nee’ te beantwoorden en daarbij gebruik gemaakt van de ruimte die in artikel 75, tweede voorbeeld, wordt beschreven: zonder bewijs van een zeldzame afwijking zal de WL uitgaan van een verkeerde uitleg.
Ik ben dus van mening dat deze benadering conform de spelregels is. Maar als een paar alle spellen van de laatste twee jaar op tafel legt en aantoont dat dit de eerste keer is dat de vierkaart laag in de Muiderberg ontbrak, zou de WL de afwijking moeten accepteren, denk ik. Er is nog een aardige anekdote uit het Europees Juniorenkampioenschap toen dat in Nederland, op Papendal, werd gespeeld. Helgemö speelde voor Noorwegen en had met 2♣ geopend. Dat gaf beide hoge kleuren aan en beloofde vier tot acht punten (het kan wel net even anders zijn geweest, maar daar gaat het niet om). Hij bleek in een van de kleuren maar een driekaart te hebben. De tegenstanders voelden zich benadeeld. De WL deed niets maar het appeal committee bestrafte Helgemö, ook al had deze verklaard dat dit een uitzondering was en het bod echt twee vierkaarten beloofde. Heel Papendal viel over deze beslissing heen, ook al omdat met de beslissing eigenlijk gesuggereerd werd dat Helgemö niet eerlijk was. De voorzitter van het appeal committee is vervolgend alle records van de vorige wedstrijden gaan controleren in de hoop nog een voorbeeld te vinden. Dat lukte niet. Na het kampioenschap heeft de Noorse federatie een protestbrief naar de EBL geschreven. Daar zal wel niets mee gebeurd zijn. Het is een moeilijk onderwerp. 6)
Een zaak die op internet (bridgeweb) aan de orde is geweest Het biedverloop West Noord Oost Zuid – – 2♣ pas 2♦ ? pas pas pas 2♣ wordt gealerteerd en uitgelegd als mancheforcing, 2♦ wordt gealerteerd en uitgelegd als verplicht bod. West reageert niet op de pas van oost, ondanks vragende blik van zuid. Na de afsluitende pas verklaart oost - niet geheel onverwacht - dat 2♣ ook een zwakke twee in ruiten kan zijn. Arbiter erbij, die geeft zuid de gelegenheid zijn laatste pas te herroepen, maar zuid blijft bij zijn pas. (In de uitleg staat dat zuid bang is dat zijn doublet op 2♦ door noord als straf opgevat wordt, aangezien zijn hand met een direct doublet op 2♣ omschreven wordt als 2♣ ook een zwakke variant bevat.) In de discussie stelde iemand dat in geval zuid voor zijn laatste pas om uitleg had gevraagd
Weko-wijzer 96
25
en daardoor een oost met een sterk spel wakker maakt, deze alsnog zou mogen bieden. Dat is niet juist. Artikel 25B kan in zo’n geval alleen toegepast worden als oost op eigen kracht zijn biedfout ontdekt. Dat hoeft voor zuid dus geen reden te zijn de vraag niet te stellen. Is dit een situatie waarbij van een speler (zuid) verwacht mag worden dat hij actief nagaat wat er kennelijk mis is gegaan (bieden en uitleg komen niet overeen). Van elke speler mag verwacht worden dat hij actief aan het spel deelneemt. Maar wat dat hier inhoudt is minder duidelijk. Van elke speler mag ook verwacht worden dat hij de belangrijkste procedures kent. Dus behoort west als hij nu vaststelt een verkeerde uitleg te hebben gegeven dat onmiddellijk te melden. Als hij dat niet doet, is een vraag van zuid niet vanzelfsprekend. Dertig jaar geleden speelde ik met iemand die eens per jaar de 2♣-opening psychte, meestal als we net twee nullen hadden geïncasseerd (dat kwam niet zo vaak voor), en op weg naar de derde. Toen bestond de term ‘beschermde psyche’ nog niet. Bovendien heb ik begrip voor het verhaal van zuid: het spel kan inderdaad onbiedbaar zijn geworden dus komt een arbitrale score in overweging. 7)
Herman Derksen, DKL Rotterdam & Omstreken, vraagt het volgende: Na een 1SA-opening speelt men Jacobytransfers, maar het 2♠-bijbod op de 1SA-opening belooft echte schoppens (sterker dan na 2♥-transfer). Men heeft onderscheid gemaakt tussen: 1SA - 2♥ - 2♠ en 1SA en direct 2♠ bijbieden. Is nu het directe 2♠-bod (echt met sterkere schoppen dan via 2♥-transfer) alerteerbaar? Is nu daardoor ook weer het 2♥-bod (transfer naar schoppen, maar zwakker dan 2♠) alerteerbaar? Dat alerteren wil wat. En dat fröbelen ook. We hebben in de regeling afgesproken dat bij natuurlijke biedingen de sterkte in het algemeen geen reden is om te alerteren. Omdat een echt 2♠-bod als antwoord op 1SA niet alerteerbaar is, leidt dit tot de conclusie dat geen van beide biedingen gealerteerd hoeft te worden. Als we dit 2♠-bod wel gaan alerteren ontstaan er weer andere problemen, omdat tegenstanders ge26
neigd zullen zijn dat als een transfer voor klaveren te beschouwen. Dit antwoord is in de Weko besproken. 8) Rob Stravers: Ik heb een heerlijke vraag voor je: ♠– ♥– ♦432 ♣– ♠– ♠– N ♥– ♥– W O ♦765 ♦AH Z ♣– ♣V ♠42 ♥– ♦– ♣A Zuid zit in een schoppencontract en oost is aan slag. Zuid weet dat OW geen troeven meer hebben. Omdat OW onervaren spelers zijn voor wie het snel te vlug gaat, wil zuid niet claimen maar het spel gewoon uitspelen. Oost vervolgt met ♣V. Omdat zuid volledig op een ruitenvervolg rekent - en maar met een half oog kijkt - troeft hij de klaverenslag in met ♠2, legt dan achtereenvolgens ♠4 en ♣A op tafel en wil 4♠-contract noteren. OW stellen vast dat zuid verzaakte en vragen arbitrage. Wat zou de arbiter moeten besluiten? Twee down, omdat inderdaad sprake is van een voldongen verzaking en zuid de slag waarin hij verzaakte won? Of ‘contract’ omdat zuid alle slagen maakt als hij zich aan de spelregels houdt? In de Spelregels vind ik geen expliciete spelregel die zuid ruimte geeft om in dit geval ‘contract’ te noteren. Toch zou ik als arbiter in dit geval geen straf uitdelen. Daarbij voel ik mij gedekt door de tekst onder ‘De strekking van de spelregels:" De spelregels zijn niet in de eerste plaats bedoeld om te straffen maar veeleer om in geval van onregelmatigheden de schade te herstellen". Ja, ja. Dit geval van pragmatisch arbitreren kende ik nog niet. Ook al weer lang geleden waren er een paar toparbiters in Nederland die het dwaas vonden dat iemand groot slem kon maken met troef aas bij de tegenstanders als er verzaakt was. Zo ontstond het pragmatisch arbitreren. Maar ik dacht dat het uitgestorven
Weko-wijzer 96
was. Nee Rob, deze ellende moet zuid manmoedig dragen: de (niet-)straf voor een verzaking kent niet de uitzondering dat de leider pas
verzaakte nadat hij alle slagen had kunnen claimen. Insturen maar:
[email protected] of van Swietenstraat 24, 2801 AJ Gouda.
Schema Thema "En zij konden het roken niet laten" door Ben Schelen Als een club het roken niet kan afschaffen, wordt om het roken enigszins te regelen dikwijls voor een eigen vinding gekozen. De door de NBB aanbevolen rookregeling is in overleg met deskundigen op het gebied van airconditioning tot stand gekomen, maar wordt door de niet-rokers (NR) niet geaccepteerd omdat het - psychologisch gezien - geen rookverbod bevat anders dan de NR-sticker. Het blijft echter de beste methode omdat de afzuiging de in de rookronden ontstane rookstoten vaak maar langzaam kan wegwerken. Een club met ca 110 leden wil nu naast de NR-sticker een rookregeling invoeren waarbij in de oneven ronden niet mag worden gerookt. Daarenboven is het speellokaal op te delen in twee gedeelten waardoor ook nog over een NR-ruimte voor alle ronden kan worden beschikt. Er wordt in vier groepen A, B, C en D gespeeld. Gegeven is dat 45% van de leden rookt en dat 1/3 deel van de leden daar grote moeite mee heeft. Onbekend is hoeveel NR er per groep zijn en overigens wordt die verdeling beïnvloed door promotie/degradatie. De club vroeg mij om schema’s te maken voor 6x4 spellen die geschikt zijn voor twaalf, veertien en zestien paren waarbij zoveel mogelijk de niet-rokers zouden worden ontzien; in casu zoveel mogelijk niet-rokers in het NR-gedeelte tijdens de even (roken-) ronden. Als dat zou lukken, zijn er ook meer rokers (R) in het Rgedeelte tijdens de R-ronden. In een hele oude Wekowijzer (nr. 26) is een Mitchellschema gepubliceerd maar dat is vanwege het wisselen van de spellen voor die club niet geschikt. Daarom heb ik gekozen voor de multiplex Scheveningen-schema’s versie 1993 en de volgorde van de ronden veranderd. Door aldus het schema voor zestien paren te wijzigen in de volgorde 1, 4, 3, 5, 2 en 6 komen de paren 1, 4 en 6 tijdens de R-
ronden in het NR-gedeelte te spelen. Samen met de paren 13 en 16 zijn dus vijf van de zestien paren verzekerd van een NR-plaats tijdens de rookronden. De paren 5, 7, 10 en 14 hebben altijd nog twee R-ronden. Bij veertien paren en de volgorde 1, 4, 3, 6, 2 en 5 zijn er drie paren (de paren 6, 13 en 14) tijdens de R-ronden in het NR-gedeelte en de paren 1, 2, 5 en 7 gedurende twee R-ronden. Het schema van twaalf paren biedt minder mogelijkheden en met de volgorde 1, 4, 5, 6, 2 en 3 heeft alleen paar 1 een plaats in het NR-gedeelte tijdens de R-ronden en de paren 2 t/m 6 maar twee R-ronden. Zo zouden er ook plaatsen kunnen worden vastgesteld voor paren die beslist tijdens de even ronden willen roken. Onvermijdelijk blijft echter dat de tegenstanders een NR-sticker op de systeemkaart kunnen hebben. Op bovenstaand knip- en plakwerk valt best wat af te dingen. Wie wat beters weet mag het zeggen. Met een computerprogramma kan wellicht wat meer worden bereikt. Als een groot nadeel blijft over dat niet-rokers bij het wisselen het rokengedeelte van de zaal betreden waar nog snel de laatst mogelijke trekken aan de rookwaar worden gedaan. Het zal dan nog even duren voordat die rook is weggewerkt. Als ander nadeel kan nog worden genoemd het uitwisselen van de spellen tussen twee tafels in de rookronden. Dat zal dan kunnen worden gedaan door de speler die het minste last heeft van de rook. Een punt dat de aandacht vraagt van de wedstrijdleider tijdens de competitie is dat alle paren in een groep elkaar ongeveer evenveel keer ontmoeten. Dit is het zoveelste compromis om tegemoet te komen aan de wensen van de niet-rokers en rokers van een club. Als dan de sfeer (!) maar goed blijft.
Weko-wijzer 96
27
Van de WBF Laws Committee Door Ton Kooijman In artikel 16C wordt geregeld hoe om te gaan met informatie uit ingetrokken handelingen. De inleidende zin lijkt een beperking aan te geven door de toevoeging ‘en door een andere vervangen’. In de originele Engelse tekst zit die onduidelijkheid er ook in, maar is het makkelijker om tot een betere interpretatie te komen. Daar staat: A call or play may be withdrawn and another substituted, ……. De Laws Committee heeft in Istanbul vastgesteld dat het ‘may be’ in deze zin herhaald moet worden in ‘and another may be substituted, …. Voor de toepassing van artikel 16C is het dus niet nodig dat sprake is van een vervangende bieding (of kaart). Een voorbeeld: OW zijn kwetsbaar en noord is gever maar west opent de bieding voor de beurt met pas.
28
Dat wordt niet geaccepteerd en nu opent noord met 2♦ (multi). Voor oost is nu de informatie dat partner geen opening heeft ongeoorloofd, maar het feit dat west bij zijn eerste biedbeurt moet passen is natuurlijk wél geoorloofde informatie. Er ontstaat dus een interessant probleem als hij met bijvoorbeeld ♠HVT82 ♥8 ♦AB74 ♣V64 nu past. Als hij met ♠HVT8 ♥8 ♦AB74 ♣A642 past is dat geen probleem, want wat zou hij kunnen bieden? Een doublet met een partner die moet passen is uiteraard geen optie en zal door de wedstrijdleider dus ook niet worden toegestaan.