Voorwoord Door Marc van Beijsterveldt Beste lezer, U bent het inmiddels misschien gewend: het herfstnummer van de Weko-wijzer is weer een dunnetje. Uiteraard zijn er een aantal uitspraken van de protestcommissie, deze keer van een toelichting voorzien door Simon de Wijs. Sytze Sietsma, de auteur van het CLBcursusboek, kwam bij het voorbereiden van de nieuwe druk een fout tegen in de imp/VP-tabel die bij viertallen wordt gebruikt. De officiële schaal blijkt gewijzigd te zijn en de NBB voert die daarom ook in. Ook Ton Kooijman levert weer een bijdrage in zijn rubriek "van de groene tafel". Het aantal vragen van lezers is nog niet zo erg groot, uw vragen zijn dus van harte welkom.
Dan heb ikzelf, op verzoek van de Weko, een verslag geschreven van mijn zomervakantie. Ik ben als wedstrijdleider bij een drietal internationale toernooien geweest en probeer u een indruk te geven van hoe het er daar aan toegaat. Ten slotte publiceren we alsnog de juiste antwoorden van het WL-examen die in nummer 94 ontbraken. We hebben ze wel direct op de website geplaatst, maar voor degenen die ze daar nog niet gevonden hebben nu dus alsnog op papier. Veel leesplezier gewenst.
Uitspraken van de Protestcommissie dat het bereikte eindcontract op grond daarvan dubieus was. De wedstrijdleider was echter van mening dat van de denkpauze geen duidelijke suggestie uitging en liet de score staan. Daarmee waren OW het niet eens. Met hun eigen slechte score (die tenslotte met name door de verzaking tot stand kwam) konden ze nog leven, maar ze vonden dat NZ toch zeker geen recht hadden op een goede score.
Protest 04-05 Tweede Divisie viertallencompetitie Spel 24 ♠ 85 W/♥ VB84 ♦ AV75 ♣ 743 ♠ H10972 ♠ B4 N ♥ 52 ♥ 10963 W O ♦ B842 ♦ H96 Z ♣ V5 ♣ HB102 ♠ AV63 ♥ AH7 ♦ 103 ♣ A986 Biedverloop: West Noord A 2♠ pas pas ....3♥ allen passen
Oost pas pas
Zuid doublet 3SA
De 2♠-opening was Muiderberg, het doublet beloofde "een opening" en het 3♥ was van 0 tot 10 punten. Het kansloze eindcontract werd gehaald omdat west in de tiende slag verzaakte. De over te dragen slag zorgde er daarmee voor dat het contract werd gehaald. Direct na deze beslissing brachten OW de denkpauze onder de aandacht van de wedstrijdleider en vonden
Voor dat standpunt had de protestcommissie begrip, want ze overwoog: dat de onbetwiste denkpauze van noord voor zijn 3♥-bod een ongeoorloofde inlichting bevat waarvan zuid in het verdere bieden (en evt. spelen) geen gebruik mag maken; dat de beslissing 3SA te bieden mogelijk is gesuggereerd door de ongeoorloofde inlichting en daarom niet is toegestaan; dat NZ zonder overtreding dus nooit 3SA zouden hebben gespeeld en daarom zeker geen recht hebben op de score behorend bij dat contract; dat daarom voor NZ de score wordt vastgesteld op basis van 3♥, waarin naar verwachting acht slagen zullen worden gemaakt; dat de score voor OW echter vastgesteld kan worden op het tafelresultaat omdat OW slechts door niet te verzaken reeds
Weko-wijzer 95
1
voldoende schadeloos zouden zijn gesteld voor de overtreding die door NZ in het bieden is begaan en hun slechte score dus gezien moet worden als ‘volgend op’, maar niet ‘veroorzaakt door’ de overtreding van NZ. en besliste vervolgens: de beslissing van de wedstrijdleider niet in stand te houden; voor NZ de score vast te stellen op 3♥ -1, NZ -50; voor OW de score vast te stellen op 3SA precies gemaakt door NZ, OW –400; het protestgeld te retourneren. Commentaar bij 04-05 Een protest met twee thema’s. Het eerste thema betreft de actie van zuid die volgt op een denkpauze van noord. De wedstrijdleider concludeert hier ten onrechte dat er geen suggestie uitgaat van die denkpauze. Wat noord precies heeft, wordt weliswaar niet duidelijk, maar wel dat het geen zeer minimale hand met 4-5 hartens is. Dit geval ligt overigens heel anders als 3♥ bijvoorbeeld 8-11 aan punten belooft. In dat geval is niet duidelijk welke kracht de denkpauze suggereert. Het tweede thema is de score van OW. Zij zijn in een positie geplaatst waarin ze normaal niet terecht zouden komen en dus wordt hen lang niet iedere fout aangerekend. Slechts bij een zeer grove fout – zoals hier de verzaking – kan besloten worden tot een splitscore. Protest 04-06 Districtsviertallencompetitie Hoofdklasse Spel 8 ♠ B6 W/♥ B10 ♦ AHV84 ♣ HB74 ♠ A1073 ♠ H2 N ♥ A653 ♥ HV972 W O ♦ 32 ♦ B107 Z ♣ 953 ♣ AV8 ♠ V9854 ♥ 84 ♦ 965 ♣ 1062
2
Biedverloop: West Noord – 1SA 3♥ 3♠ 4♥ doublet
Oost Zuid 2♥ 2♠ .... pas pas allen passen
1SA is "gewoon" 15-17 en 2♥ is echt. Volgens de verklaring van OW belooft dat ten minste vijftien punten, maar deze afspraak werd niet ondersteund door de systeemkaart. Toen west na de langzame pas nog 4♥ bood, vonden NZ dat dat mogelijk gebeurd was op basis van de denkpauze en ze vroegen de wedstrijdleider er eens naar te kijken. Deze was het met NZ eens; het is mogelijk dat de denkpauze overwaarde aangeeft (hoewel oost die volgens de OW-afspraak niet heeft, vanwaar dan de denkpauze?) en dat zou west ertoe hebben kunnen brengen nogmaals te bieden en hij wijzigde de score daarom in -150 voor NZ op basis van 3♠ -3. Het districtsprotestcomité was het met de WL eens en daarom kwamen OW in beroep bij de PK terecht, waarbij ze o.a. nog aanvoerden dat het vreemde doublet van noord toch ten minste voor zijn eigen risico zou moeten zijn. De PK, die wel begrip had voor wests bieden, vond toch dat door de ongeoorloofde inlichting 4♥ bieden niet meer toegestaan kon worden, maar had wel begrip voor het argument dat noord er niet zomaar mee weg kon komen. Ze overwoog daarbij dat de denkpauze van oost na noords 3♠bod, die ontbetwist is maar waarvan de duur helaas door de wedstrijdleider niet duidelijk is vastgesteld, voor west een ongeoorloofde inlichting bevat waarvan deze in het verdere bieden (en evt. spelen) geen gebruik mag maken; dat de westhand, door de kennelijke schoppenfit bij NZ, enorm is opgeknapt omdat een singleton schoppen in de oosthand daarmee zeer waarschijnlijk is; dat door OW is aangevoerd dat hun volgbiedingen na een 1SA-opening ten minste vijftien honneurpunten beloven, iets wat door hun systeemkaart niet wordt onderbouwd en ook overigens de commissie enigszins ongeloofwaardig voorkomt; dat daarom op grond van het vorige argument het 4♥-bod toch niet kan worden toegestaan;
Weko-wijzer 95
dat het technisch bijzonder slechte doublet door noord op 4♥ echter geheel voor rekening van NZ dient te komen.
en besliste vervolgens: de beslissing van het districtsprotestcomité niet in stand te houden; de score voor OW vast te stellen op 3♠ -3 door zuid, OW +150, zodat het resultaat van dit spel -7 imp voor OW is; voor NZ op deze +7 imp 4 imp in mindering te brengen, zijnde het verschil tussen het tafelresultaat als gevolg van het slechte doublet en het resultaat aan de andere tafel; het protestgeld te retourneren en het districtsprotestcomité in overweging te geven het betaalde protestgeld alsnog te retourneren. Commentaar bij 04-06 Allereerst de uitleg dat 2♥ 15+ belooft. Dit is een dusdanig afwijkende afspraak dat een arbiter dat niet als gegeven kan nemen wanneer dat niet door de systeemkaart wordt ondersteund. Het is dus geen kwestie van niet-geloven, maar eerder een van omgekeerde bewijslast bij dit soort afwijkende afspraken. Verder heeft west misschien een direct 4♥bod, maar geeft door zijn eerdere 3♥ aan dat niet zo te zien. Nu mag de denkpauze van partner hem niet alsnog het duwtje geven. Het opknappen van de hand door het 3♠-bod is daarvoor een te zwak argument. Het doublet van noord vond de PK dusdanig apart dat dat voor zijn eigen rekening bleef. Overigens vind ik persoonlijk het doublet nog niet fout genoeg om het met een splitscore te bestraffen.
Protest 04-07 Tweede Divisie viertallencompetitie Spel 7 ♠ 107 Z / Allen ♥ AB108 ♦ A3 ♣ VB1075 ♠ AH92 ♠ B86543 N ♥ HV54 ♥6 W O ♦ 1074 ♦ VB98 Z ♣ 93 ♣ 82 ♠V ♥ 9732 ♦ H652 ♣ AH64 Biedverloop: West Noord – – doublet 1♥ pas ? doublet doublet pas pas doublet
Oost Zuid – 1♣ 2♠ ? pas pas 3♥ 3♠ pas allen passen
Probleem op dit spel was dat het 2♠(sprong)bod werd uitgelegd als inviterend. NZ vonden het vreemd dat oost ook nog 3♠ bood na deze uitleg, nadat west 3♥ voor straf had gedoubleerd. De wedstrijdleider vroeg twee niet-betrokken spelers naar hun mening en beiden vonden dat, omdat de oosthand weinig verdediging heeft, het logisch was dat oost niet paste op wests doublet. Hij liet daarom de score staan maar NZ waren het daarmee niet eens en legden het spel voor aan de PK. Die overwoog: dat zowel oost als west hebben verklaard dat het 2♠-bod inviterend is; dat oosts hand niet in puntenkracht maar wel in speelsterkte aan deze omschrijving voldoet, zeker tegenover een hand waarin een vierkaart schoppen zeer waarschijnlijk is; dat door OW dus geen overtreding is begaan en het doublet van noord daarom geheel voor rekening van NZ dient te komen; dat de wedstrijdleider op voldoende zorgvuldige wijze, met raadpleging van in speelsterkte vergelijkbare spelers, tot zijn besluit is gekomen.
Weko-wijzer 95
3
en besliste daarom de beslissing van de wedstrijdleider in stand te houden; het protestgeld niet te retourneren. Commentaar bij 04-07 De ene inviterende kaart is de andere niet. OW hebben geen overtreding begaan, zodat daarmee de kous af is. Protest 04-08 Tweede Divisie viertallencompetitie Spel 17 ♠ V10872 N/♥ B53 ♦ 1095 ♣ 72 ♠ HB9 ♠ A4 N ♥ V874 ♥ AH1096 W O ♦ AH632 ♦ B4 Z ♣8 ♣ HB106 ♠ 653 ♥2 ♦ V87 ♣ AV9543 Biedverloop: West Noord – pas 4♣ 4♠
Oost 1♥ 5♥
Zuid 3♣ …A allen passen
Was 03-51 het laatste Ghestemgeval van 2003, al bij protest 04-08 diende het eerste van 2004 zich aan. Hier was het weer eens het 3♣-bod dat de oorzaak was van de onregelmatigheid. Het NZ-paar, dat al langer samenspeelt, had Ghestem met ingang van het seizoen van de kaart gehaald (de wedstrijd werd in januari gespeeld en het seizoen was dus al wel enkele maanden oud). Toen zuid 3♣ bood en west een minuut had nagedacht over zijn bieding en vervolgens met 4♣ op de proppen kwam, besloot noord alsnog te alerteren. Hij legde uit dat 3♣ de twee hoogst overgebleven kleuren beloofde (dus schoppen en ruiten). West wilde op basis van deze nieuwe informatie zijn bieding niet wijzigen. Noord dacht een goede fit te hebben en besloot 4♠ te bieden. Nu concludeerde oost uit wests 4♣-bod dat er voor OW een hartenfit zou zijn en hij bood daarom 5♥. Dat werd ook het eindcontract en er werden (na een veilige speelwijze) elf slagen gemaakt. 4
Toen na afloop van het spelen bleek dat zuid echte klaveren had, vroegen OW om een beslissing van de wedstrijdleider. Ze waren van mening dat ze bij goede uitleg 6♥ zouden hebben geboden (en gemaakt). De WL was het daarmee eens en wijzigde de score, zodat NZ naar de PK moesten om daar te proberen hun score hersteld te krijgen. De PK overwoog bij het nemen van haar beslissing het volgende: dat door noord een overtreding is begaan nu hij het 3♣-bod ten onrechte heeft gealerteerd en uitgelegd als (waarschijnlijk) Ghestem, waar het volgens de afspraken van NZ een echt (zwak) sprongvolgbod betreft; dat OW door deze verkeerde uitleg in hun bieden zijn gehinderd omdat met name west haar ruitenbezit door de veronderstelde ruitenlengte in zuid moet afwaarderen; dat het niet bieden van 6♥ echter ook gedeeltelijk toe te rekenen is aan de moeilijkheidsgraad van dit spel en het, naar het oordeel van de commissie, passieve 5♥-bod van oost; dat OW daarom slechts gedeeltelijk schadeloos worden gesteld voor het niet bereiken van 6♥. Dat leidde tot de volgende uitspraak: de beslissing van de wedstrijdleider niet in stand te houden; de score vast te stellen op 50% van de (imp-)score behorend bij 5♥ door oost, NZ –450 en 50% van de (imp-)score behorend bij 6♥ door oost, NZ –980; het protestgeld te retourneren. Commentaar bij 04-08 Een overtreding van de tegenstanders en daarna niet het optimale contract bereikt. In dat soort gevallen blijft de vraag over in hoeverre de overtreding met het resultaat te maken heeft gehad. Het blijft altijd een beetje masterminden en de PK bedacht hier dat OW zonder overtreding 50% kans hadden op succes. Bridge is geen exacte wetenschap en pogingen zoals hier om het als zodanig te behandelen komen altijd een beetje gezocht over.
Weko-wijzer 95
Protest 04-09 Tweede Divisie viertallencompetitie Spel 16 ♠ 87 W / OW ♥ AB95 ♦ A763 ♣ AV8 ♠ B954 ♠ AHV63 N ♥ H642 ♥ V83 W O ♦— ♦ V82 Z ♣ B10942 ♣ H6 ♠ 102 ♥ 107 ♦ HB10954 ♣ 753 Biedverloop: West Noord pas 1SA A 3♦ 2SA 4♠ ?? pas pas pas
Oost doublet 3♠ pas doublet
gebruik mag maken; dat de beslissing van zuid om 5♦ te bieden niet is beïnvloed door deze ongeoorloofde inlichting nu hij, door noords 3♦-bod, een zekere ruitenfit heeft en daarom ook geen verdediging tegen het 4♠-contract van OW.
en besliste daarom: de beslissing van de wedstrijdleider niet in stand te houden; de score op spel 16 vast te stellen op het tafelresultaat, 5♦! –2 door zuid, NZ -300; het protestgeld te retourneren.
Zuid 2♦ pas 5♦ allen passen
Dit geval ging niet over verkeerde uitleg of een denkpauze, maar had veel meer een technische achtergrond. 1SA was sterk, doublet ook (15+) en 2SA verplichtte partner 3♣ te bieden. Daarna spreekt alles voor zich. Na 4♠ vroeg noord om uitleg van het bieden waarna hij (in normaal tempo) paste. Toen zuid vervolgens met 5♦ redde, behield west zich zijn rechten voor, maar riep niet de WL. Later in de wedstrijd werd de WL toch ontboden omdat OW van mening waren dat het vragen van uitleg door noord voor zuid de reden zou kunnen zijn geweest om te redden. De WL was het daarmee eens en wijzigde de score in +620 voor OW op basis van 4♠ precies gemaakt. Daarmee waren NZ het niet eens - noord is toch gerechtigd om naar de betekenis van het bieden te vragen? De PK stemde daar mee in, maar ze overwoog toch: dat het noord weliswaar geoorloofd was na het 4♠-bod om uitleg te vragen van het bieden door OW, maar dat dit op een kritiek en daardoor ongewenst moment is gebeurd aangezien het niet waarschijnlijk was dat hij, afhankelijk van de uitleg, iets anders zou gaan doen dan passen en zijn partner mogelijk nog wel een beslissing te nemen had; dat het vragen om uitleg een ongeoorloofde inlichting kan bevatten waarvan zuid in het verdere bieden (en evt. spelen) geen
Commentaar bij 04-09 Vragen staat vrij, maar wanneer daarmee informatie overgebracht wordt, is dat niet vrijelijk te gebruiken. Vandaar dat OW terecht vraagtekens zetten bij de gang van zaken. Hier hadden NZ het geluk dat zuid een opgelegd 5♦ bod had, zodat de vraag geen consequenties heeft. Protest 04-10 Tweede Divisie viertallencompetitie Spel 12 ♠ V108542 W / NZ ♥ A5 ♦ H52 ♣ V4 ♠ A3 ♠ HB N ♥ HV10632 ♥ B87 W O ♦7 ♦ B10843 Z ♣ A1093 ♣ H85 ♠ 976 ♥ 94 ♦ AV96 ♣ B762 Biedverloop: West Noord Oost 1♥ 1♠ 2♥ 3♥ 3♠ …. pas 4♥ allen passen
Zuid 2♠ pas
Een eenvoudig geval. Oost heeft een denkpas, west biedt nogmaals. Mag dat of mag dat niet: de WL vond van niet en dus moesten OW naar de PK om gelijk te krijgen. Die had op bridgetechnische gronden begrip voor het 4♥bod, maar moest gezien de ongeoorloofde inlichting én het feit dat het niet ieders keus zal zijn om 4♥ te bieden toch beslissen dat het niet meer mocht.
Weko-wijzer 95
5
Ze deed dat met de volgende overwegingen: dat de onbetwiste denkpauze van oost na noords 3♠-bod voor west een ongeoorloofde inlichting bevat waarvan deze in het verdere bieden (en evt. spelen) geen gebruik mag maken; dat er enig begrip bestaat voor wests beslissing alsnog 4♥ te bieden maar dat dit bod toch niet kan worden toegestaan omdat niet uitgesloten kan worden, ook gezien het eerdere bieden, dat het is gedaan op basis van de ongeoorloofde inlichting. en besloot daarom de beslissing van de wedstrijdleider in stand te houden; het protestgeld niet te retourneren. Commentaar bij 04-10 Dit geval vertoont veel gelijkenissen met 04-06. Ook hier heeft de PK, op bridgetechnische gronden, begrip voor het 4♥-bod, maar staat het toch niet toe vanwege de suggestie van de denkpauze. In beide gevallen legt zij zich neer bij het oordeel van de wedstrijdleider die meestal beter in staat is het niveau van de spelers in te schatten. Wanneer de beslissing close is, probeert de PK de wedstrijdleider te volgen, vooral op dit soort punten. Protest 04-11 Tweede Divisie viertallencompetitie Spel 27 ♠ AH105 Z/♥3 ♦ B9742 ♣ A62 ♠ 973 ♠ VB6 N ♥ HVB92 ♥ 8764 W O ♦ H105 ♦ AV6 Z ♣ B9 ♣ 853 ♠ 842 ♥ A105 ♦ 83 ♣ HV1074 Biedverloop: West Noord — — pas 1♦ 2♥ 3♣ pas pas pas 4♦ allen passen 6
Oost — pas 3♥ doublet pas
Zuid pas 1SA 3SA .... pas 5♣
NZ boden een wel heel lichte 3SA en dat dat kansloos was bleek uit het doublet van oost. Zuid nam een denkpauze en besloot zijn partner te laten beslissen. Die had er weinig moeite mee: tegenover de gelimiteerde zuidhand zal 3SA er vrijwel nooit inzitten en dus bood hij 4♦, door zuid gecorrigeerd naar 5♣. OW waren van mening dat de denkpauze van zuid noord geholpen had bij zijn beslissing en vroegen de WL naar het spel te kijken. Deze oordeelde dat na de denkpauze 4♦ niet meer mocht en schreef bovendien dat hij de overtredende partij in protest wilde laten gaan. Die deed dat, ook om vast te laten stellen dat ze mogelijk geen overtredende partij was, en vond bij de PK gehoor. Die overwoog namelijk: dat de onbetwiste denkpauze van zuid na oosts doublet voor noord een ongeoorloofde inlichting bevat waarvan deze in het verdere bieden (en evt. spelen) geen gebruik mag maken; dat het voor noord, gezien zijn beperkte honneurkracht en partners gelimiteerde 1SA-bod, ook zonder de ongeoorloofde inlichting duidelijk is dat 3SA een kansloos contract moet zijn; dat noords beslissing om na het doublet 4♦ te bieden daarom niet beïnvloed is door de ongeoorloofde inlichting en dus moet worden toegestaan. en besloot vervolgens: de beslissing van de wedstrijdleider niet in stand te houden; de score op spel 27 vast te stellen op het tafelresultaat, 5♣ door noord, NZ +400; het protestgeld te retourneren. Commentaar bij 04-11 Ja, en ook hier een denkpauze die ongeloofde informatie overdraagt. Noord was echter al in het bezit van die informatie (namelijk dat ze te weinig punten hadden voor 3SA) en hoeft niet in 3SA te blijven zitten. Bij twijfelgevallen, zoals bij 04-06 en 04-10, wordt de overtreder dus gestraft, maar in duidelijke gevallen, zoals hier en bij 04-09, komt de overtreder met de schrik vrij.
Weko-wijzer 95
De Imp-WP tabel en de site van de WBF door Sytze Sietsma Tijdens het bijwerken van de CLB-cursus voor het nieuwe seizoen stuurde ik een hoofdstuk waarin nogal wat gewijzigd was naar een van de meelezers. Ik kreeg een mail terug waarin hij onder andere vroeg of ik de Imp-WP tabel wel had vergeleken met de officiële tabel van de WBF. Wat een onzin. Ik heb de tabel gewoon overgenomen van Hans de Jager (het oude TCL-boek) en Hans kennende is dat echt wel in orde. Bovendien, de WBF kennende, maakt die zich niet druk over dit soort details. Om een en ander zeker te weten, ben ik eens op de WBF-site gaan grasduinen om te kijken of daar wel een tabel gepubliceerd is. Tot mijn verbazing stond er inderdaad een tabel op de WBF-site. Tot mijn nog grotere verbazing bleek dat de nieuwe WBF-tabel op twee punten afwijkt van de tabel van Hans. Om te beginnen heeft Hans de oude tabel iets aangepast om daarmee de bruikbaarheid te vergroten. Waar de WBF-tabel spreekt van een tabel voor 24 spellen en een tabel voor 28 spellen, maakte Hans daar 22-25 en 26-29 van. Handig voor mensen die een wedstrijd van 28 spellen spelen en twee spellen moeten annuleren, dan weten zij welke tabel ze moeten gebruiken. (Bij het jeugd-EK dat in juli in Praag werd gespeeld, moesten door een dupliceerfout in een wedstrijd twee spellen worden geannuleerd en zodoende werd de wedstrijd niet over twintig maar over achttien spellen uitgerekend. De WBF - en dus ook de EBL - had daarvoor geen tabel beschikbaar. De Nederlandse tabel bracht ook daar uitkomst. MvB) De andere afwijking is serieuzer: de WBF heeft er een kolom bijgemaakt, namelijk de kolom voor tien spellen. Het is misschien zinnig als de Nederlandse lezers ook van deze wijziging op de hoogte zijn en voor het gemak wordt de hele tabel nog een keer gepubliceerd. In vergelijking met de publicatie van Hans bevat deze tabel twee wijzigingen:
de nieuwe kolom voor tien spellen is toegevoegd. bij de lage aantallen zijn de getallen voor de andere hoeveelheden iets aangepast om de getallen weer mooi te laten oplopen. Voor de lezer heb ik bovendien de aantallen van de WBF tabel laten staan. Terzijde. Ik heb de WBF-tabel niet precies overgenomen, want er staat een tikfout in. Bij een wedstrijd over 28 spellen heb je volgens de WBF bij 56-61 imp verschil met 25-5 gewonnen en bij 65-68 imp verschil met 25-4. Misschien denkt de WBF dat 62-64 impen verschil toch nooit voorkomt (overspelen misschien?). Het antwoord is simpel: bij 25-4 hoort 62-68 te staan. Intussen is er een probleem met de Nederlandse competities. De bridge- en boekenshop in Utrecht heeft de viertallenblocs natuurlijk op voorraad en dat zal bij de andere verkopers niet anders zijn. Daar staat de oude 10-13 kolom nog op. Het is niet de bedoeling dat in een competitie de ene helft de nieuwe tabel gebruikt en de andere helft de oude. Dit probleem is daarom voorgelegd aan de Weko en die heeft het volgende beslist. Om te beginnen moet een organiserende instantie zelf haar beslissingen nemen en in Nederland is dat bij bondswedstrijden (Tweede Divisie en hoger) de Weko. Voor de bondscompetities vanaf 2004-2005 wordt de WBF-tabel gebruikt. De districten wordt geadviseerd dit voor hun competities ook te doen en soepel om te gaan met rekenfouten vanwege het gebruik van oude viertallenblocs. Clubs wordt geadviseerd uiterlijk per 1 september 2005 over te gaan naar de nieuwe tabellen, maar er wel voor te zorgen dat in een interne competitie altijd dezelfde tabellen worden gebruikt.
Weko-wijzer 95
7
WBF Imp-WP tabel 2003 Aantal spellen
8
Uitslag
8
10
12
14
16
20
24
28
32
36
40
48
(6-8)
(9-10)
(11-12)
(13-14)
(15-17)
(18-21)
(22-25)
(26-29)
(30-33)
(34-37)
(38-43)
(44-50)
15-15
0- 1
0- 1
0- 1
0- 2
0- 2
0- 2
0- 3
0- 3
0-
16-14
2- 5
2- 6
2- 6
3- 7
3- 7
3- 8
4- 9
4-10
4- 10
4- 11
4- 11
5- 12
17-13
6- 8
7- 9
7- 9
8-10
8-11
9-12
10-14
11-15
11- 16
12- 17
12- 18
13- 20
18-12
9-11
10-12
10-12
11-14
12-15
13-16
15-19
16-20
17- 22
18- 23
19- 25
21- 28
19-11
12-14
13-15
13-16
15-18
16-19
17-21
20-24
21-25
23- 28
24- 29
26- 32
29- 36
20-10
15-17
16-18
17-20
19-22
20-23
22-26
25-29
26-31
29- 34
30- 36
33- 39
37- 44
21- 9
18-20
19-21
21-24
23-26
24-27
27-31
30-34
32-37
35- 40
37- 43
40- 46
45- 52
22- 8
21-23
22-25
25-28
27-30
28-31
32-36
35-39
38-43
41- 46
44- 50
47- 53
53- 60
23- 7
24-26
26-29
29-32
31-34
32-36
37-41
40-45
44-49
47- 52
51- 57
54- 60
61- 68
24- 6
27-29
30-33
33-36
35-38
37-41
42-47
46-51
50-55
53- 58
58- 64
61- 68
69- 76
25- 5
30-33
34-37
37-40
39-43
42-46
48-53
52-57
56-61
59- 65
65- 71
69- 76
77- 84
25- 4
34-37
38-41
41-45
44-48
47-52
54-59
58-64
62-68
66- 73
72- 79
77- 84
85- 93
25- 3
38-41
42-45
46-50
49-54
53-58
60-65
65-71
69-76
74- 82
80- 88
85- 93
94-102
25- 2
42-45
46-50
51-55
55-60
59-64
66-72
72-79
77-85
83- 91
89- 97
94-102
103-112
25- 1
46-50
51-55
56-61
61-66
65-71
73-79
80-87
86-94
92-100
98-106
103-112
113-123
25- 0
51 +
56 +
62 +
67 +
72 +
80 +
88 +
95 +
101 +
107 +
113 +
124 +
3
0-
3
0-
3
0-
4
Van de groene tafel door Ton Kooijman 1) Van Ben Schelen: ’Inzake de omschrijving conventie is er een discussie gaande, die te maken heeft met de definitie van het begrip conventie. Het begon met het voorbeeld Muiderberg dat niet conventioneel zou zijn omdat het de bereidheid toonde het contract te spelen in de genoemde speelsoort. Als men dit standpunt zou aanhangen zou een Roman Overcall en vele volgbiedingen op een 1Sa opening van Multi Landy, DONT, Lionel, Astro, Aspro, e.d. opeens niet meer conventioneel zijn. Dan blijft er naast het informatiedoublet niet veel meer over.’ Het is heel moeilijk gebleken om een sluitende omschrijving van ‘conventie’ te geven en de huidige rammelt. Maar de door Ben Schelen aangehaalde discussie lijkt me toch overbodig. Wellicht is de vertaling van de spelregels deels de verklaring voor de onduidelijkheid. In het Engels zeggen we: ‘…a meaning other than willingness to play …..’, wat vertaald is met: ….een betekenis overbrengt die afwijkt van de bereidheid om….’ . Dit lijkt mij een ietwat sterkere omschrijving dan de Engelse. In ieder geval is algemeen de interpretatie geaccepteerd dat een bieding die naast het noemen van een kleur die echt is nog andere kleuren aangeeft als conventioneel moet worden beschouwd. In het Engels zou er dus misschien moeten staan: ‘ .. a meaning other than just the willingness to play…… Laten we ons geen zorgen maken: alle door Ben genoemde afspraken, en nog vele daarnaast, zijn conventies. 2) Uit de Bridge Laws Mailing List (BLML) Internationaal is er een discussie ontstaan rondom overtredingen waarbij iemand een bieding voor de beurt doet die niet geaccepteerd wordt. In dat geval komt er dus geen andere bieding voor in de plaats. De vraag is nu of we dan nog met artikel 16C te maken hebben. Want daar staat: ‘ingeval een bieding of spelen ingetrokken wordt en door een andere vervangen……’ . Omdat er geen vervangende bieding is, zou dit artikel niet van toepassing zijn. Wat een goede lezers zijn er toch. De tekst is inderdaad gebrekkig, en dat geldt ook voor de originele Engelse tekst, die wel
iets meer ruimte laat, maar blijkbaar ook onduidelijkheden oproept. Tenslotte is de discussie rondom de Engelse tekst ontstaan. Voor alle duidelijkheid: 16C1 en 16C2 zijn van toepassing als er sprake is van ingetrokken handelingen, zoals de kop van artikel 16, die jammer genoeg geen officiële status heeft, aangeeft. 3) van Marcel den Broeder: Verdediging tegen Dutch Doubleton: - NB De Weko heeft op 3 april 2002 besloten dat een 1♣-opening die gedaan kan worden op een doubleton in een overigens natuurlijk systeem (vijfkaart hoog, vierkaart ruiten) in het kader van deze regeling als een NIETnatuurlijke opening moet worden beschouwd. Oftewel: een verdediging op BS-basis is toegestaan (BS staat voor Bruine sticker conventie, TK); "Een volgbod na een natuurlijke kleuropening op éénniveau dat niet ten minste een vierkaart in een bekende kleur belooft tenzij dat sterk is." En nu kom ik bij mijn punt: Ik poneer nu dat de 1♣-opening in Dutch Doubleton (met in 68,3% van de gevallen "13 punten) te beschouwen is als een sterke opening (een heer of meer honneurkracht dan een hand met gemiddelde speelsterkte). Aangezien volgens de regulering: "Geen van de voorgaande beperkingen is van kracht als het gaat om conventionele verdedigingen tegen sterke conventionele openingen (zoals een Precisie 1♣-opening) of verdedigingen tegen Hoogst Ongebruikelijke Methoden of Bruine Sticker-conventies." En "sterk" is in de regulering duidelijk omschreven (Heer of meer etc.) Bij Precisie 15/16/17+ al naar gelang welk systeem en kaartwaardering. Bij Dutch doubleton geldt de ondergrens van sterk n.l. 13+, die dus qua verdediging gelijkgesteld kan worden aan een sterke 1♣-opening. Het lijkt misschien muggenzifterij, maar voor het ontwerpen van een verdediging tegen Dutch Doubleton is het m.i. wel van belang aangezien de verdediging tegen een *sterke* onnatuurlijke opening op 1-niveau iets meer speelruimte geeft dan tegen een niet-sterke. Betreft het uitgerekende percentage van 68,3% voor de 1♣- opening in DD = "13":
Weko-wijzer 95
9
Sec gezien niet eens van belang denk ik, daar in een precisie systeem met 1♣ tevens een zwakke SA bevattend, de 15+ hand relatief veel minder voorkomt. Edoch de opening/het systeem zelf blijft Precisie. Reden temeer om bovengenoemd percentage in Dutch Doubleton te vertalen als zijnde 1♣ = 13 punten. Wat een huisvlijt vindt er toch plaats. Strikt genomen betreft deze vraag niet de spelregels zelf, maar aanvullende bepalingen en daarin zijn mijn bevoegdheden tot interpretatie beperkt. Eerlijk gezegd begrijp ik de vraag niet goed. De Weko heeft bepaald dat de 1♣-opening die met een tweekaart in klaveren gedaan kan worden als conventioneel moet worden beschouwd. En dan geldt de beperking van de bruine sticker conventie in het volgbod niet meer. Dus waarom nog zo moeilijk gedaan? De vraagsteller heeft al wat hij wil: tegen deze 1♣-opening bestaan geen beperkingen voor het volgbod. Toch nog even iets over het begrip "sterk". In de omschrijving ‘sterk conventioneel’ heeft dat een andere betekenis dan bij de volgbiedingen. Alleen bij de volgbiedingen, met dus de vraag of eventueel sprake is van een bruine sticker conventie, heeft "sterk" de betekenis van een heer of meer boven een gemiddelde hand. Terzijde: herinnert u zich nog hoe de WBF ooit een gemiddelde hand heeft omschreven? Dat was een hand met een kaart van elke rang, er moest dus een 2, 3 tot en met heer, aas inzitten. Dat leverde op dat een hand met dertien schoppen een gemiddelde hand was. Die omschrijving is nu aangepast, maar ik verklap nog niets. Leuke vraag om zelf met een definitie te komen. Dat is nog niet zo gemakkelijk. 4) alweer een internationale discussie. NZ is een gemengd paar met de man in noord (een sterke speler) en zuid (de vrouw) veel zwakker. Zuid is leider geworden (dom hoor!) en oost komt voor de beurt uit. De WL wordt geroepen en nadat deze begonnen is met de uitleg, zegt noord dat hij het spel wel gaat spelen. Wat moet er nu gebeuren? We weten allemaal dat zuid zelf de beslissing over de voortgang dient te nemen, zonder overleg. Dus is er sprake van een overtreding. Moet de WL nu zuid opdragen de leider te 10
zijn? Dan heeft ze trouwens nog steeds een paar keuzes te maken. Laten we de zaak eens tamelijk formeel benaderen, ik heb ontdekt dat de spelregels vaak heel behulpzaam zijn. Je kunt zeggen dat zuid de ongeoorloofde informatie heeft dat noord van mening is beter als leider te kunnen optreden. En die informatie mag zuid niet gebruiken. De WL dient de beslissing af te keuren als er een redelijk alternatief is. Bij gelijkwaardige partners zal dat alternatief er vrijwel altijd wel zijn: zelf spelen. Zeker met de mogelijkheid gebruik te maken van de strafkaart en de beperkingen die daarbij horen. Maar hier is zuid veel zwakker dan haar partner en dan is de keuze snel gemaakt: natuurlijk laat ze haar partner het spel afspelen. Dus is er geen redelijk alternatief, ze mag haar partner laten spelen. De vraag is trouwens wat de WL aan tafel nu precies moet doen. Volgens mij aan zuid vertellen wat hierboven beschreven is en vervolgens de gemaakte keuze accepteren, met de mededeling dat OW na het spel mogen aangeven benadeeld te zijn. Precies dezelfde benadering als na een denkpauze dus. Overigens geldt dan ook hier dat bij gelijkwaardige partners de WL na het spelen de hand van zuid en de bieding zal moeten bestuderen. 5) Nog een vraag van Ben Schelen naar aanleiding van een antwoord dat hij via de BLML had gekregen (van ene Sven). Sven beweerde dat de dummy altijd naar een verzaking van de leider kon vragen, ook betreffende eerdere slagen. Ben dacht dat zoiets niet kon, maar liet zich overtuigen met onderstaand argument: Het antwoord van Sven was dat hij mij (Ben) wel kan volgen, MAAR dat in Art.42B1 geen tijdslimiet is gegeven: dus mag dummy het altijd nog doen. Wat moeten we daar nu weer mee? We gaan er dacht ik als vanzelfsprekend van uit dat dergelijke vragen alleen maar de lopende slag kunnen betreffen. Zie ook artikel 43B2 dat alleen maar toegepast kan worden tijdens de slag waarin verzaakt wordt. Alweer een fundament aan gruzels? Ik ben van mening dat het zo’n vaart niet loopt en wijs daarvoor op het gebruik van de zinsnede: ‘…een kaart in de voorgespeelde
Weko-wijzer 95
kleur..’ in 42B1. Dat kan per definitie toch alleen maar de lopende slag betreffen? (Lees verder, ik ga mezelf binnen drie regels tegenspreken.) Let wel op de consequentie van deze exegese. Als de leider verzaakt en de tegenspelers de slag winnen en daarna in de volgende slag voorspelen, is de dummy te laat om nog naar een mogelijke verzaking te vragen als deze voorgespeelde kaart niet in de kleur van de net gewonnen slag is. Althans volgens
42B1. Leuk hè? Maar gelukkig hebben we met enige inventiviteit 42B2 nog. Als de dummy op dat moment naar een mogelijke verzaking vraagt, probeert hij het voldongen worden van die verzaking te voorkomen. Is dat niet een op zichzelf staande onregelmatigheid? Of ga ik nu wat al te ver in het oprekken van de spelregels? Ik wacht uw vragen en opmerkingen af:
[email protected]
Een zomer vol bridge Door Marc van Beijsterveldt Al een aantal jaren vul ik een gedeelte van mijn zomervakantie met arbitreren bij internationale jeugdkampioenschappen. Het ene jaar wordt het viertallen-EK gehouden, in andere jaren het WK paren (meestal samen met het internationale jeugdkamp) en het WK voor viertallen. Zo was ik in de afgelopen jaren o.a. op Bali, in Rio de Janeiro, in Hamilton (Canada) en op diverse plaatsen in Europa. Dit jaar was er niet alleen een EK in Praag maar ook een nieuw evenement: het WK individueel voor jeugdspelers, een WK voor aspirantenviertallen en daaraan gekoppeld het jeugdkamp van de Amerikaanse bond. Omdat ik bovendien uitgenodigd was als wedstrijdleider bij het open EK in Malmö spendeerde ik deze zomervakantie dus een week of zes aan bridge. Daarvan onderstaand een verslag.
Half juni begon het EK in Malmö (in het zuiden van Zweden). Sinds de Oresundbrug is aangelegd, is dit gedeelte van Zweden uitstekend bereikbaar via Kopenhagen en de vrijdag voor het toernooi verzamelde zich een grote aantal Nederlandse bridgers, supporters en medewerkers aan het toernooi op Schiphol en Zestienhoven. Na een voorspoedige reis kwamen we in een druilerig Malmö aan en helaas zou het weer tijdens het toernooi niet
geweldig zijn. Dat is niet erg, je zit het grootste gedeelte van de dag binnen, maar omdat het hotel op een flink kwartiertje fietsafstand van de speelzaal stond, was dat ver genoeg om flink nat te worden. Als een van de eerste dingen schaften we dus een regenpak aan. Gelukkig waren er fietsen; het openbaar vervoer was niet slecht maar je was toch al vlug een half uur onderweg en het door de organisatie geregelde busje zat altijd vol en vertrok bovendien veel te vroeg. Het EK wordt gespeeld in drie categorieën: open, vrouwen en senioren. Het aantal daadwerkelijk deelnemende teams viel nogal tegen in vergelijking tot het aantal dat vooraf was aangemeld en daarom waren er teveel wedstrijdleiders. Het programma voor de vrouwen (de senioren begonnen sowieso al enkele dagen later) was zodanig dat er vaak maar twee wedstrijden werden gespeeld. De 34 open teams zaten daarom enkele keren te spelen met ong. 15 arbiters in de open en gesloten kamer en dat is toch wel érg ruim. Er werd gespeeld in een grote congreshal (zoiets als de RAI of het MECC in Maastricht waar in 2000 de Olympiade was). Door middel van enkele meters hoge schotten was die in compartimenten verdeeld. Een belangrijk gedeelte van de hal was gereserveerd voor het jaarlijkse Zweedse zomerfestival dat t.g.v. het EK een maand vervroegd was. Daarom waren er steeds zoveel mensen aanwezig dat het dragen van de badge nu echt verplicht was. Die worden altijd de eerste dag uitgedeeld en na drie dagen zie je er geen meer. Hier was dat niet mogelijk want zonder badge kwam je er niet in.
Weko-wijzer 95
11
Wat de resultaten van de Nederlandse teams waren, hebt u inmiddels in het septembernummer van BRIDGE kunnen lezen. Enkele arbitrages behandelde ik al in 'Arbitrage' in hetzelfde nummer. Mocht u dat nog niet gelezen hebben: zeker het verhaal over de gesplitste score na een (te laat) betwiste claim is curieus. Een ander geval dat veel discussie opleverde, lag als volgt: Spel 13 N / Allen
♠ VB965 ♥ V109 ♦ 83 ♣ 932
♠ H103 ♥ H76542 ♦9 ♣ 1085
♠ A872 ♥— W O ♦ VB107 Z ♣ AVB76 ♠4 ♥ AB83 ♦ AH6542 ♣ H4
West — pas pas
N
Noord pas pas pas
Oost 1♣ doublet pas
Zuid 2♥ redoublet
In de wedstrijd Zweden - Engeland volgde de Zweedse zuidspeler met 2♥. Dat betekent 4+ harten met een langere lage kleur (het kan nog gekker, hoewel dit al wel een vrij bijzondere afspraak is). Oost hield de bieding open waarop zuid redoubleerde om een (hele) goede hand aan te geven. Toen ging het mis: wests pas toonde de bereidheid om 2♥ geredoubleerd te spelen, maar het werd niet gealerteerd. De vraag is of dat moet, de pas toont immers de bereidheid het laatst geboden contract te gaan spelen, maar noord voelde zich toch benadeeld toen het bieden afgelopen bleek en hij riep de wedstrijdleider. Die wist ook niet goed wat hij ermee aan moest en besloot de hoofdwedstrijdleider te roepen. De wedstrijd werd stilgelegd en na een kwartiertje was er een beslissing: de pas had moeten worden gealerteerd. Omdat het bieden nog terug kon kreeg noord een nieuwe beurt en het bieden ging verder:
12
West — pas pas pas pas
Noord pas pas 2SA pas pas
Oost 1♣ doublet doublet doublet
Zuid 2♥ redoublet 3♦ pas
Dit contract ging slechts één down maar vermoedelijk zou 2♥ wel wat meer down gegaan zijn, zodat NZ goed wegkwamen. OW waren het met de gang van zaken echter niet eens en gingen in protest. Dat werd afgewezen en de score bleef dus staan. Overigens is er een opvallende parallel met een enkele maanden geleden door de Nederlandse PK behandeld protest: moet de pas na 2♦ (multi) - doublet worden gealerteerd? Bij de meeste paren is het forcing (partner, bied je hoge kleur) maar moet het worden gealerteerd als het ruitens toont en dus in principe bedoeld is om te spelen? De PK overwoog toen (zie de vorige Weko-wijzer) dat de ruitens tonende pas inderdaad gealerteerd moet worden en dat is in lijn met de in bovenstaand geval door het appeal committee genomen beslissing. Ook een vreemd geval was het volgende. Spel 1 N/-
♠ 982 ♥ 87 ♦ AV6 ♣ AB1075
♠ AH73 ♥ 10632 ♦ B74 ♣ 84
♠4 ♥ VB95 W O ♦ H10952 Z ♣ V92 ♠ VB1065 ♥ AH4 ♦ 83 ♣ H63
West — pas pas
N
Noord pas 2♣ 4♠
Oost pas doublet pas
Zuid 1♠ 2♠ pas
Het 2♣-bod was Drury; het geeft i.h.a. een schoppenfit met inviterende waarden aan en vraagt partner of hij een derdehandsje heeft of toch de manche wil spelen. Het werd echter zodanig onduidelijk gealerteerd ("uiteraard" alerteert niemand op dit niveau op de juiste manier, door het op de tray leggen van een alertkaart, maar door het wijzen naar het biedkaartje o.i.d.) dat oost dat niet zag en hij
Weko-wijzer 95
dacht daarom dat het echt was. Zijn doublet was dus als take-out bedoeld maar partner west, aan de andere kant van het scherm, had het alert door zuid wel gezien en voor hem betekende het doublet daarom een klaverenkleur. West startte daarom klaveren en zuids enige probleem was daarmee opgelost, het contract werd eenvoudig gemaakt. De wedstrijdleider oordeelde dat noord op een niet-ongebruikelijke manier had gealerteerd, dat oost dat wel gezien maar niet begrepen had en liet daarom de score staan. OW waren niet gelukkig met deze situatie en besloten in protest te gaan. Het protestcomité stelde vast dat noord zich er niet van had vergewist dat oost het alert begrepen had (daar gaat het tenslotte allemaal om). Het comité overwoog de diverse mogelijkheden (hartenstart mogelijk gemaakt, ruitenstart waarschijnlijk down en klaverenstart altijd gemaakt) en besloot een gewogen score te geven: in twee van de drie gevallen tien slagen en in een van de drie gevallen negen slagen en dus één down. Twee jaar geleden, tijdens het WK paren in Montreal, vestigde ik al eens de aandacht op de gigantische hoeveelheid spellen die moet worden gedupliceerd. Ook hier was dat weer zo, en het was nog wel een viertallentoernooi: 36.000 borden in de loop van twee weken. De gebruikte borden waren niet erg handig; ze waren slecht te stapelen en bovendien vielen de kaarten er nogal makkelijk uit. Toen er ook nog een (kartonnen) doos scheurde, was er dus behoorlijk wat uit te zoeken ... Vooral tijdens de eerste dagen zaten er nog regelmatig jokers tussen de kaarten. Dat de dupliceermachine dat überhaupt accepteert vind ik wel verwonderlijk. Het record aantal jokers kwam in handen van een Ier; in een wedstrijd vond hij in vijf van de twintig spellen een extra kaart. Na een weekje werk op het bondsbureau stond het tweede kampioenschap voor de deur: twee jeugdwedstrijden in de USA. Omdat de ticketprijzen in het weekend erg gunstig waren en ik nog nooit in New York was geweest, besloot ik enkele dagen eerder te vliegen. Uiteraard ging ik even kijken in het hotel waar op dat moment de zgn. summer nationals werden gespeeld en waar later in de week, in een klein bijzaaltje, ook het jeugd individueel WK zou worden gespeeld. Toen
bleek dat de Amerikaanse wedstrijdleider die het aspiranten WK zou leiden niet beschikbaar was werd ik gevraagd of ik dat maar even over wilde nemen. Tsja, je zegt moeilijk nee en dus heb ik van New York maar weinig gezien behalve de binnenkant van het Hilton hotel. Dat aspiranten WK werd voor de eerste keer gehouden. Er deden zes teams mee: Israel, Polen en Noorwegen als beste drie van het vorige EK in Torquay (waar Nederland vierde werd en zich dus net niet plaatste), twee VSteams en Canada. In de andere delen van de wereld is bridge voor deze leeftijdscategorie (t/m 20 jaar) nog niet voldoende ontwikkeld maar de bedoeling is wel over twee jaar een volwaardig WK te organiseren met deelname uit alle WBF-zones. Het toernooi verliep erg rustig. Er waren slechts een of twee arbitrages maar die zijn de moeite van het vermelden niet waard. De uitslag was bijzonder: winnaar Polen haalde maar liefst 121 uit 5 en dat is waarschijnlijk een in een internationaal kampioenschap nog zelden of nooit vertoond gemiddelde. Op de dag dat dit kampioenschap eindigde begon 's avonds het WK individueel voor jeugdspelers. Het toernooi lijkt bedacht om het aantrekkelijk te maken de oceaan over te steken omdat deelname gecombineerd kan worden met het ACBL-jeugdkamp dat ook eens in de twee jaar gehouden wordt. Tijdens het viertallentoernooi was al goed nagedacht over het te gebruiken schema, op basis van het aantal vooraf aangemelde deelnemers. Helaas valt op de dag zelf de hele opzet in duigen. Uiteraard zijn er enkele deelnemers die zich niet hebben aangemeld (en als ze duizenden kilometers hebben gereisd kun je ze moeilijk weigeren) maar nog meer wel aangemelde spelers blijven gewoon weg. Als tot overmaat van ramp wegens een zware storm alle vliegvelden worden gesloten en enkele deelnemers niet de eerste zitting maar wel de overige zittingen zullen spelen lijkt de chaos compleet. Wat te doen met 112 spelers in de eerste zitting als je al zeker weet dat het de tweede t/m de vierde zitting zeker 116 zullen zijn? De oplossing was toevallig heel simpel: 116 spelers is precies 29 tafels en aangezien dat een priemgetal is, is er geen probleem. In dat geval werkt het schema altijd als je bijvoorbeeld noord laat zitten, oost 1 omhoog, zuid 2
Weko-wijzer 95
13
omhoog en west 3 omhoog laat gaan. Er werd barometer gespeeld (er waren inderdaad 30 sets spellen gedupliceerd) en het schema was daarmee dus direct in orde. Je kunt theoretisch dan 29 ronden spelen en hebt dan iedereen ontmoet. Omdat er drie spellen per ronde werden gespeeld kon er ook aan tafel nog worden gewisseld: iedereen speelde dus precies één spel met elke partner. Het probleem is nog de spelers die in jouw richting spelen want die kom je natuurlijk niet tegen. Dat is ook de oplossing voor de eerste zitting: stop alle 28 noord/oost/zuid/westspelers in een groep (je hebt dus vier groepen van zeven tafels) en laat die op dezelfde manier spelen (want 7 is een priemgetal!). Het enige bezwaar is dan dat in de eerste zitting slechts 21 spellen gespeeld konden worden, maar gezien de tijd die verloren ging bij het opstarten vond niemand dat erg.
Veel arbitrages zijn er ook hier niet geweest. Verkeerde uitleg komt al helemaal niet voor omdat iedereen uiteraard hetzelfde (simpele) systeem moest spelen. Blijven slechts technische arbitrages over en die zijn niet zo interessant om hier te melden. Wat wel nog problemen gaf, was het berekenen van de uitslag. Ik gebruikte het oude maar trouwe rekenprogramma Pairs en dat heeft zoveel mogelijkheden dat er eigenlijk niet iets kan gebeuren wat niet opgelost kan worden. Totdat enkele ronden voor het einde een speler een verkeerd spel op tafel legde en niemand dat in de gaten had ... Dat betekent dus dat vier spelers in de volgende ronde dat spel niet meer kunnen spelen en dat betekent dan weer dat 4x4 spelers geen score op dat spel kunnen halen. Dat werd door de WL in de zaal opgelost door enkele spelers te verplaatsen en complete tafels te maken met spelers die het spel nog wel konden spelen. Hij schreef dat helaas niet al te secuur op en "uiteraard" zijn de spelers zelf erg slordig met het noteren van hun nummer op de scoreslip. Dat duurde een uurtje voor het allemaal uitgezocht was. Het probleem werd nog verergerd doordat in dezelfde ronde een speler die niet bij bovenstaande betrokken was aan de verkeerde tafel ging zitten en daar al aan het spelen was. Uiteindelijk is het vrijwel 100% 14
gereconstrueerd, maar de einduitslag duurde wel wat langer dan normaal. Toevallige bijkomstigheid was nog dat tijdens de laatste ronden de tussenstand niet meer gepubliceerd kon worden. Laat dat nu juist vaak tot discussie leiden: moet je dat überhaupt wel of juist niet doen? Ertegen pleit o.a. dat je paren de kans geeft in de laatste ronden nog wat te "schieten" om te proberen omhoog te komen. Een argument ervoor is bijvoorbeeld dat bij vrijwel elke sportwedstrijd de tussenstand bekend is; een voetbalteam dat niet genoeg heeft aan een gelijkspel zal in de laatste minuten van de wedstrijd ook alles op alles zetten om alsnog te scoren. Nadat de rook was opgetrokken bleek een van de twee Nederlandse deelnemers, Meike Wortel uit Diemen, op een derde plaats geeindigd te zijn - zowaar een fraai resultaat. Dat betekent dan dat het Wilhelmus zal worden gespeeld bij de prijsuitreiking want bridgers hebben de vreemde gewoonte naar drie in plaats van naar één volkslied te willen luisteren. Helaas, geen Wilhelmus. Van Oppen en Rebattu die bij een EK paren in de jaren tachtig een medaille wonnen, luisterden verbaasd naar "een karretje op de zandweg reed" en hier werd een flater geslagen door het spelen van het volkslied van de Nederlandse Antillen. Het Wilhelmus stond op de CD onder de P van Pays Bas en kon daarom niet worden gevonden. Toen men wél de Dutch Antilles tegenkwam, dacht iemand dat dat wel hetzelfde volkslied als dat van Nederland zou zijn ... Na afloop van het toernooi ging een groot gedeelte van de deelnemers door naar het ACBL-jeugdkamp. Daarvoor was een ruimte gevonden op de campus van een universiteit zo'n 50 km ten noorden van New York, op een fraaie heuvel aan de hier enkele kilometers brede Hudsonrivier. Dagelijks werd een tweetal bridgewedstrijden gehouden waarbij het de bedoeling was dat elke deelnemer met een partner uit een ander land speelt. Misverstanden genoeg tijdens het bieden, maar gezien het karakter van de wedstrijd wordt de soep meestal niet zo heet gegeten en het aantal arbitrages was dan ook weer zeer beperkt. Mijn taak bestond er dus uit om snel een schema te verzinnen voor een steeds wisselend aantal paren want niet iedereen speelt altijd mee. Wonderlijk genoeg kwam dat vrijwel altijd netjes uit en kon een
Weko-wijzer 95
Mitchell worden gespeeld (zonder loopbriefjes, gewoon OW één omhoog en de spellen één omlaag). Na afloop nog even uitrekenen en klaar is Kees. Op zondagmiddag vloog ik terug naar Nederland. Maandag was voldoende om over de jetlag heen te komen en zodoende was ik dinsdag weer op het bondsbureau, dit keer voor slechts vier dagen want op 1 augustus begon in Praag het EK voor jeugdviertallen. Bij het organiseren van het eerste EK, dat in 1968 ook in Praag werd gehouden, speelde André Boekhorst nog een belangrijke rol. Het toernooi was net op tijd afgelopen, een week later viel de Sowjet-Unie binnen.
In 1994 (Papendal) werd voor het eerst een apart toernooi voor aspiranten gehouden en deze keer was er weer iets nieuws: een apart "meisjes"-toernooi. Als bridge nog ooit een echt Olympische sport moet worden, zal er in op sexe gescheiden afdelingen moeten worden gespeeld. De huidige splitsing in open en vrouwen zal moeten worden vervangen door de mannen en vrouwen echt apart te houden en daar zal dit alvast een voorschot op geweest zijn. Dat betekende natuurlijk wel dat het toernooi wat groter werd, maar dat werd opgelost door de meisjes gedurende de eerste dagen te laten spelen en daarna pas de aspiranten want daaraan doen altijd minder landen mee dan bij de junioren en dus zijn ook minder ronden nodig. Er werd gespeeld in een bijzonder fraaie zaal in Jugendstil-stijl die zeer geschikt bleek voor een bridgewedstrijd van deze omvang. Er wordt, net als bij het open EK, een round robin gespeeld en wie aan het eind de meeste punten heeft is kampioen. Dat lijkt eerlijk, maar heeft een belangrijk bezwaar: de teams voor wie de punten op het laatst niet meer zo interessant zijn, spelen misschien niet meer op vol vermogen en dat kan andere landen
duperen. Let wel: ik beschuldig niemand, maar in Malmö waren in de laatste ronden enkele opmerkelijke uitslagen en dat gebeurde ook hier. Het Poolse aspirantenteam, dat al zeker was van de overwinning, moest in de laatste ronde tegen Israel dat tweede stond. Deze wedstrijd eindigde in maar liefst 25-1 (!) voor Israel en dat maakte het voor Nederland, dat derde stond, dus onmogelijk nog een plaats te klimmen. Als een dergelijke wedstrijd in het begin gespeeld wordt zal de uitslag waarschijnlijk heel anders zijn. Dat pleit voor het spelen van knock-outwedstrijden na afloop van de round robin (met een carryover), maar dat heeft weer het bezwaar dat de teams die uitgeschakeld zijn niet meer kunnen spelen. Op die manier gaat het
toernooi vaak als een nachtkaars uit, kijk bijvoorbeeld naar de Olympiade of het WK waar vaak tijdens de laatste dagen nog maar enkele teams aanwezig zijn. Tijdens jeugdwedstrijden zijn er eigenlijk altijd veel arbitrages. Het gaat vaak om onervaren spelers of om paren die eigenlijk te moeilijke afspraken gebruiken en die dus regelmatig weer vergeten zijn. Wat bijvoorbeeld te zeggen van een speler die na de 1♥-opening van zijn partner 1SA biedt (dat belooft vier of meer schoppens) terwijl hij die helemaal niet heeft? De tegenstanders waren op die manier natuurlijk uit hun schoppenfit gepraat en als je zoiets elementairs al verkeerd doet, kun je het maar beter niet afspreken.
Weko-wijzer 95
15
Een goed voorbeeld van de onervarenheid van de spelers is ook het volgende spel. Spel 18 O / NZ
♠ 1097 ♥ 53 ♦ V532 ♣ B975
♠ AHB42 ♥ AV ♦ B10864 ♣B
♠ V865 ♥ B109642 W O ♦— Z ♣ AHV ♠3 ♥ H87 ♦ AH97 ♣ 106432
West — 2♠ 4SA 6♦ pas
Een aantal andere arbitrages is nog goed geschikt als opgave bij het schriftelijk of praktijkexamen voor WL's en die houd ik dus nog even in portefeuille.
N
Noord — pas pas pas pas
Oost 1♥ 4♦ 5♦ 6♠ pas
Zuid pas pas pas doublet
Het bieden is eigenlijk simpel; 2♠ is sterk en 4♦ bedoeld als splinter, maar door west begrepen als sterk met harten én ruiten en dus ook zo uitgelegd aan zuid. Omdat 6♦ op een ruitenfit lijkt, besloot deze het eindcontract te doubleren, er vast van overtuigd ten minste twee ruitenslagen te gaan maken. Na de uitkomst, met de renonce in de dummy, werd de WL geroepen. Wat te doen? Er is natuurlijk verkeerde uitleg, maar aan de andere kant is het bieden zó vanzelfsprekend dat je toch mag verwachten dat zuid een beetje na blijft denken. De beslissing was dan ook om het doublet niet te annuleren, maar een score vast te stellen op basis van 1/3 6♠ contract en 2/3 6♠! contract.
16
Terug uit Praag werd de zomer afgesloten met twee weken vakantie op een fraaie camping in de buurt van Triëst. Veel aan het strand, leuke dingen bezoeken (waaronder het kasteel in Duino, op de foto hierboven), maar ook nog bridge: de eerste week met z'n drie-en, met een dummy waarbij steeds één extra kaart wordt omgedraaid en je moet bieden wat je met díe dummy denkt te halen. De tweede week waren we met zijn vieren en hebben we geboerenbridged.
Weko-wijzer 95
Antwoorden wedstrijdleidersexamen 15 mei 2004 1.
Artikel 16A. West heeft weliswaar ongeoorloofde informatie, maar zou ook zonder de denkpauze altijd 4♠ geboden hebben. Er is daarom geen overtreding geweest en de score blijft staan.
2.
Artikel 70. Het speelplan van de leider is het enige normale en bovendien heeft de leider het ook al voorbereid. De wedstrijdleider staat de claim toe en de leider maakt 5♦ contract (elf slagen).
3.
4.
Artikel 73E of artikel 73F2. Noord mag niet een denkpauze nemen om een dergelijk elementair signaal te overwegen. Dat wordt gezien als een incorrecte poging tot misleiding (overtreding). De poging is gelukt en oost-west gaan down (nadeel). Oost valt in een parenwedstrijd deze speelwijze niet kwalijk te nemen (oorzakelijk verband niet doorbroken). De score wordt vastgesteld op 3SA +1. Artikel 16A of 73F1. West is de kapitein van de bieding en oost heeft een logisch alternatief na de ongeoorloofde informatie, want hij kan passen. De keuze voor 6♦ is onloochenbaar gesuggereerd door de denkpauze. Omdat 6♦ wordt gemaakt is er nadeel. En dit kan noordzuid niet worden aangerekend. De score wordt vastgesteld op 5♦ +1. Het type geval staat ook wel bekend als ‘Hesitation Blackwood’.
5.
Artikel 64C. Volgens de regeling van artikel 64A zou maar één slag overgedragen worden. Dit is niet voldoende, omdat de verzaking het speelplan van oost heeft beïnvloed. Zonder de verzaking zou oost pas de derde schoppen hebben genomen en daarna de klaveren hebben gesneden. Voor de veiligheid zal oost na de klaveren gespeeld te hebben, de harten slaan en daardoor tien slagen maken. De score wordt vastgesteld op 3 SA +1.
6.
Artikel 40A of 73E. Geen probleem, een zuiver geval van een psych. De score blijft staan.
7.
Artikel 73F1. Na de ongeoorloofde informatie had zuid geen 4SA meer mogen bieden, omdat hij in pas een logisch alternatief heeft (overtreding), maar er is geen nadeel, omdat 4♥ onmaakbaar is. De score blijft gehandhaafd.
8.
Artikel 40C. Er is een verkeerde uitleg en dat is een overtreding. Er is geen nadeel, want het spel zou hetzelfde verder gegaan zijn als de uitleg correct was geweest. Noord-zuid hebben weliswaar een slechte score, maar de oorzaak daarvan ligt in een blunder (4♣ van zuid) die plaatsvond voordat de overtreding gebeurde. De score blijft staan.
9.
Artikel 75D2 en 12C2. Oost is verplicht een foutieve uitleg van de partner te verbeteren, zodra hij de leider is en voor de uitkomst. Het gegeven excuus is onvoldoende. Met de juiste uitleg zal zuid een andere redenering maken voor hij terugspeelt. Het voordeel van de twijfel gaat naar de niet overtredende partij en de score wordt gewijzigd in 6♥ -1.
10. Artikel 16C2. Voor de overtredende partij is informatie uit ingetrokken handelingen van de niet overtredende partij ongeoorloofde informatie. Zuid heeft geen beslissing in klaveren, want slaan is technisch veruit het beste (combineert met mogelijke schoppensnit als klaveren niet lopen). Het snijden in klaveren is een overtreding. Oost-west zijn hierdoor benadeeld en daar konden ze niets aan doen. De score wordt gewijzigd in 3SA +1 en noord-zuid krijgen 1WP straf. 11. Zuid mag geen gebruik maken van de informatie dat noord niet weet wat 4♣ betekent (artikel 16A). Biedverloop 1: na het 6♣ bod van noord is 6SA opgelegd omdat er toch al slem gespeeld wordt en 6♣ nauwelijks beter kan zijn dan 6SA en daarom geoorloofd. Zuid weet ook door het 6♣ bod zelf dat noord hem niet begrijpt. Biedverloop 2: na het 4♠ bod niet: zuid weet nog steeds niet of er een fit is en er zijn twee azen weg als 4♠ het antwoord is op Gerber. De wedstrijdleider stelt o.g.v. artikel 73F1 de score vast op 4SA +2. 12. O.g.v. artikel 64B3 wordt de verzaking niet bestraft en er gaan geen slagen over. De leider staat nog twee slagen af en de score wordt 5♣ -1. Let op dat artikel 64C niet van toepassing is, omdat de niet-overtredende partij niet benadeeld is. 13. O.g.v. artikel artikel 16C mag west geen gebruik maken van informatie die voortkomt uit een ingetrokken handeling van de partner en dat geldt ook bij strafkaarten die worden opgenomen. Zeker na ♥A bij zuid, waardoor het lijkt of partner west ♥V heeft is het een goed alternatief om harten door te spelen. Resultaat: 3SA C.
Weko-wijzer 95
17
14. Artikel 16A en 73F1. De denkpauze maakt duidelijk dat west geen standaarddoublet heeft: er zal in wests kaart iets zijn dat doublet niet opgelegd maakt. Dat kan heel goed het ontbreken van een vierkaart harten zijn. Ook: het kan ook heel goed zware overwaarde zijn en dan is het nog belangrijker dat oost zijn punten aangeeft. Beide argumenten van oostwest suggereren 3SA, terwij 4♥ een goed alternatief is. De wedstrijdleider stelt de score vast op 4♥ precies gemaakt (tien slagen). Ook vaststellen van de score op 3♠ dbl -2 of -3 is goed gerekend. 15. De eerste vraag is hoeveel slagen oost haalt in 1SA. Als oost na een schoppenstart met harten begint komt hij waarschijnlijk tot vijf slagen, als hij met klaveren begint komt hij waarschijnlijk tot vier slagen. Beide antwoorden worden goed gerekend:
18. Artikel 68D. Door de claim is het spelen afgelopen. Artikel 9A2b1. Na afloop van het spelen mag de blinde de wedstrijdleider ontbieden. Artikel 63A3. Een speler van de overtredende partij heeft geclaimed en daardoor is de verzaking voldongen geworden. Artikel 64A2. De slag waarin verzaakt is, is niet gemaakt door de overtreder en hij maakt later ook geen slag met een schoppen. Oost-west maken wel twee van de laatste vijf slagen en moeten er één van overdragen. Resultaat: 4♥ +1. 19. Artikel 16A. Oost heeft weliswaar ongeoorloofde informatie, maar zou zonder deze informatie ook altijd 5♠ geboden hebben. Er is daarom geen overtreding geweest en de score blijft staan.
20. Artikel 68, 69A en 70. Door zijn opmerking heeft oost geclaimd. Hiertegen mogen zowel de leider als de voormalige blinde protesteren. Omdat noord protesteert Gewogen Score Neventafel Verschil Imp Gewicht voordat er op het volgende Imp spel door noord of zuid +1600 of +1780 of +18 of +9.0 of +180 50% geboden is, is het protest op +1000 +1180 +15 +7.5 tijd. Omdat oost-west -200 +180 -20 -1 50% -0.5 machteloos zijn tegen de +8.5 of Totaal gewogen IMP: voorgestelde speelwijze, +7.0 wordt de claim afgewezen en het protest van noord 16. Artikelen 16A, 40C en 73F1. Oost heeft tijdens toegewezen. De wedstrijdleider stelt de score het biedverloop verkeerde uitleg gegeven en vast op 6SA contract (twaalf slagen). dat is een overtreding. Noord-zuid zijn echter tijdens het bieden niet benadeeld en voor de uitkomst is de uitleg gecorrigeerd, zodat zij tijdens het spelen over juiste informatie beschikten. Er is dus geen nadeel voor noordzuid. Noord heeft ongeoorloofde informatie gegeven door zijn opmerkingen en die suggereren wellicht waarden in klaveren. Zuid heeft een redelijk alternatief met een hartenuitkomst en oost-west zijn benadeeld. Met harten uit, kan de leider een schoppen duiken en hij heeft al acht slagen (krijgt er zeker één cadeau). Nu is klaveren na niet meer gesuggereerd en een kleine klaveren zal het contract doen sneuvelen. De arbitrale score wordt 3SA-1. 17. Artikel 60B. De leider moet uit de hand spelen en ♠A is een grote strafkaart. Als de leider in harten oversteekt wordt ♠A verplicht weggedaan en de leider neemt de schoppensnit. Hij geeft alleen nog een ruiten af en maakt nog zeven slagen. Hij had er al drie en maakt in totaal tien slagen (precies contract).
18
Weko-wijzer 95
21. 1 3 3 3 3 3 3 3
8 7 6 5 4 3 2 1
2 3 3 3 3 3 3
3 3 3 3 3 3
4 3 3 3 3
5 3 3 3
6 3 3
7 3
8
22. Tafel 1 2 3 4 5 6 7 8
8 Verbeek 4 Jaspers 1 Borm 7 Velda
team 2 de Walle 5 Pokerface 3 Weerkamp 6 Rutten
23. U verdeelt de 98 paren over 14 lijnen. In iedere lijn zit 1 paar MK - 1e divisie 2e divisie - hoofdklasse 2 paren 1e klasse 2 paren Lager dan 1e klasse 2 paren U komt niet precies uit en moet 1 hoofdklassepaar en twee lager-dan-1e-klasse paren toevoegen aan de categorie 1e klasse. Bovendien zorgt u ervoor dat de 10 Tweede Divisie paren niet bij elkaar in een lijn zitten. 24. Datumscore noord-zuid: -1440 / 6 = -240
Nederlandse Bridge Bond Paar nr
1 2
Datum: Contract NZ -6-19-
Resul taat
OW Arb
Groep: Score NZ G-200
OW
Spelnr.
16 IMP -2 +1
3
2SA
4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
-12Arb -8-7-16-17-14-5-18-11-4-
16 17 18 19
-10-13-2-
+1
+150 -200
-1-
G+ +100
4♠
-3 +1
-1
-100 -650 -620 -130
2♠ 2♠ 2♣
+3 +1 +2
4♠ 4♠
+1 C
2♠
+3
+2 +8 -8 -9 -9 +3
+200 +140 +130 -150
-1 -3 -3 +3
+650 +620 -140
+9 +9 +3
+200
-1
20
Weko-wijzer 95
19
25.
1e avond IMP Aant spel +22 24 -15 20 +35 24
Alice en Alphons Bonnie en Bas Clarissa en Carel
2e avond IMP Aant spel +16 20 +7 24 +14 20
3e avond IMP Aant spel -5 24 +1 24 +47 20
GIMP
rang
+33/68 = +0,49 -7/68 = -0,10 +96/64 = +1,50
2 3 1
26. Sp
Contract Wij Zij
Res
+3
17
2♠ 3♠
18
4♥
C
16
-2
Score Wij
Zij
200 100 420 Totaal IMP:
Totaal IMP
T
score
IMP
T
score
IMP
T
Score
IMP
+5
2
-620
3
-140
-150
2
+50
3
-90
-2 +5
4
+7
+9 +2
4
+100
-2 0
-30
2
+50
-10
3
+50
-10
4
+50
-10
-18
27. A
niet: natuurlijk en geen echt ongebruikelijke betekenis B wel: transfers na 1SA alleen niet als het een openingsbod was (en er geen volgbod was) C wel: als een natuurlijk bod een zeer ongebruikelijke sterkte heeft D niet: doubletten nooit E wel: de pas is conventioneel F onderdeel is vervallen G wel: 4♣ is een alerteerbare conventie en vierniveau is alerteerbaar in de eerste biedronde, gerekend vanaf de opening. 28. Nederlandse Bridge Bond Frequentiestaat FreScore quentie
+130 +50 -170 -200 -300 -420 -450 -500 -590 -650 -690 -800 G+/G+ G-/G-
1 3 1 1 6 12 11 4 2 1 1 1
Spel nr.
24
Matchpunten NZ OW
86-0 82-4 78-8 76-10 69-17 51-35 28-58 13-73 7-79 4-82 2-84 0-86
72.2
17.8
(92/88 x (69 + 1)) -1 = 72.2 (92/88 x (17 + 1)) -1 = 17.8
20
Weko-wijzer 95