KJV 2013-2014 (GROEP 1) De steltenloper / Mattias De Leeuw (door Ann Van de Sompel)
Auteursinfo
Mattias De Leeuw werd geboren in 1989 in Antwerpen. Hij studeerde illustratieve vormgeving aan Sint-Lucas in Antwerpen, waar hij les kreeg van o.a. Geert Vervaeke en Sebastiaan Van Doninck. In 2010 won hij de Picturale van Ronse voor jong talent en werd hij laureaat bij Goed voor druk van De Leeswelp en de Vlaamse Illustratoren Club, waardoor hij zijn eerste stappen in de wereld van het illustreren kon zetten. Het woordeloze De steltenloper, zijn debuut als kinderboekauteur/illustrator, was zijn eindwerk op Sint-Lucas. Daarna verscheen het boek De zeepridder, een verhaal voor eerste lezers van schrijfster Kristien in ’t Ven over een atypische ridder die naast van vechten ook van poetsen houdt. Samen met Edward Van de Vendel maakte hij Dertien rennende hertjes, een dik leesboek voor 9-10 jarigen boordevol tekeningen. De zeepridder en Dertien rennende hertjes zijn dit jaar ook allebei genomineerd voor de KJV, in groep 2 en 3. Mattias is een veelzijdig illustrator, die het liefst van al verhalen op papier creëert. Hij tekent kinderboeken, maar werkt ook freelance voor kranten en tijdschriften (o.a. Weekendknack, Nest, De Standaard). Zijn tekeningen karakteriseren zich door spontane verftoetsen die hij combineert met zwierige lijnen. Hier kan je een kijkje nemen in het atelier van Mattias De Leeuw:
http://www.pencilsandpenselen.com/2012/08/28/at-home-mattias-de-leeuw/#more-725 Magazinski maakte een reportage over Mattias De Leeuw, naar aanleiding van de Boekenpluim die hij in het voorjaar van 2013 won voor De steltenloper. In de reportage zie je hem in zijn atelier en vertelt hij over zijn werk: http://www.youtube.com/watch?v=vYjhKb_I5lQ Kort samengevat Een jongeman maakt van zijn kleine houten huisje metershoge stelten en trekt de wijde wereld in. Hij loopt hoog boven de toppen van een enorm dennenbomenbos, waadt door de eindeloze diepte van de oceaan… Hij komt terecht in een oerwoud, bij de cowboys en de indianen in de Grand Canyon waar alles knaloranje kleurt. Hij brengt de nacht door in een hangmat bij de heksen, in het licht van de volle maan. Via het skigebied komt hij op de Noordpool terecht waar alles ijzig blauw is. Hij reist verder naar de drukke stad waar hij al zijn nieuwe vrienden tegenkomt. Zijn ze hem gevolgd? Ze brengen in elk geval leven in de brouwerij… Overal waar de steltenloper komt is het druk, druk, druk. Tijdens zijn fantastische reis door de wereld ontmoet hij de gekste figuren: snorkelaars, apen, heksen, pinguïns, olifanten, zeemeerminnen… En op het einde? Dan komt hij weer veilig thuis. Zoveel rijker, wijzer, fleuriger en kleuriger als voorheen. Het boek De steltenloper is een leuk en fris boek. In zijn gedurfde en geslaagde tekenstijl waarin hij ruw en fragiel en kracht en gevoel combineert, schept Mattias De Leeuw een fantasievol verhaal zonder woorden. Het verhaal kwam tot stand met een klas 5-6 jarige kinderen. Mattias schreef hen brieven vanuit het personage de steltenloper. De kinderen konden mee fantaseren over het verhaal en de plekken waar hij naartoe zou gaan. Al deze gegevens heeft Mattias gebundeld om er een woordeloos verhaal mee te maken. Hij werkte het verhaal al tekenend uit en werkte het op basis van schetsen en tekeningen af. Over het einde heeft hij lang nagedacht. Iemand anders in zijn huisje laten wonen terwijl hij op reis ging, vond hij nogal cliché. Daarom koos hij voor een meer poëtisch, open einde waarin hij zijn huis opnieuw opbouwt en kleurt met alle kleuren die hij zag gedurende zijn reis. Thema’s Reizen, ontdekken Vooraf Ga met de juryleden – voor je het boek toont – in gesprek over op reis gaan:
Wie is al eens op reis geweest? Waar ben je naartoe geweest? Hoe ben je er heen gegaan? Heeft al eens iemand gereisd met de boot, het vliegtuig, de auto, met de fiets? Wat doe je als je op reis gaat?
Tijdens het voorlezen, kijken en ontdekken Ga samen met de juryleden op ontdekking. Vertel dat dit een boek is over een man die ook op reis gaat. Laat de juryleden de prenten in zich opnemen. Luister naar hun commentaar, waar je bij een tweede keer kijken op kan inspelen. Zorg dat het boek steeds ter beschikking ligt van de juryleden, zodat ze op vrije momenten het boek verder kunnen ontdekken. Na de ontdekkingstocht Bekijk het boek nog een keer, bespreek nu prent na prent. De cover Vouw het boek helemaal open en zie hoe de cover doorloopt op de achterzijde.
Waar zit de steltenloper? Wie hangt er boven hem? Merk op dat hij boven de bomen zit. (cfr. perspectief) De takken van de bomen lijken op handen en vingers…
De steltenloper zit in zijn huisje en kijkt naar buiten
Is hij blij? Hoe zie je dat? Zou hij zich vervelen? Is hij eenzaam? Zou er buiten veel te beleven zijn?
Het dennenbomenbos
Wat zie je? Welke bomen zijn het? Er staat een blokhut. Zou dit het huisje zijn van die man op de eerste pagina? Wie zou in het hutje willen wonen? Of er op vakantie willen gaan? Er is niemand in het bos.
De steltenloper maakt zijn stelten
Wat doet die man? Er komt een eekhoorn kijken naar zijn timmerwerk. Wat zou hij maken? Wie heeft al eens op stelten gelopen? Of loopklossen? Was dat moeilijk? Deze stelten zijn wel heel hoog. Zie je het mandje in de boom?
De steltenloper verlaat het bos
De man gaat met zijn stelten op stap. De eekhoorn rent hem achterna. Zou hij hem volgen? Waar gaat de steltenloper naartoe? Hoe zie je dat? (vuurtoren – zee – gocart – auto met rubberboot op het dak – iemand ligt te zonnen – iemand laat een vlieger op – de omheining van de duinen)
De oceaan
Waar is de steltenloper nu? Is de eekhoorn gevolgd? De steltenloper kijkt met zijn gezicht in het water onder water. Wat ziet hij? (diepzeeduiker oog in oog met een vis – vissen - waterschildpadden – zeepalingen – een gezonken schip met zeemeerminnen – krab – octopussen – zeeanemonen – zeewier) Wie merkt de golven van de oceaan op? Wie heeft het rubberbootje gezien? Waar kijkt de steltenloper naar?
Het oerwoud
Wat denk je, waar is de steltenloper nu terecht gekomen? Welke dieren zie je allemaal? Waar zit de steltenloper? Heeft hij het naar zijn zin? Wie ziet de slingerende aap boven de krokodillen? Wie ziet de olifanten? Wie ziet de apenschommel? Van wie zijn de sporen? De bomen lijken op touwladders met handen, die naar de hemel rijken… Wie ziet de graafmachine? Wat doet die?
Het woud wordt gekapt
Zie je de graafmachine opnieuw? Wat doen die mannen? Eén man zaagt zelfs een stuk van de stelt van de steltenloper. Wat gebeurt er? Wat doen de apen? Waar zal de steltenloper terecht komen? Wie ziet de totempaal? Zijn er ook indianen? Wat doen ze? Er is een kloof in de rotsen. Welke dieren zouden er wegrennen? Waarom?
De Grand Canyon
Laat de juryleden afbeeldingen zien van de Grand Canyon bij zonsopgang of zonsondergang (zoek via Google afbeeldingen). Welke kleur heeft die? Vertel dat de Grand Canyon een heel brede en diepe kloof in het noorden van de Amerikaanse staat Arizona is. Wat zie je? Wie zie je? Wat doet de steltenloper? Wat doen de indianen met zijn stelten? Zie je de indiaan met zijn lasso? Zie je de cowboys? Zie je opnieuw de rendieren? Waar zouden ze naartoe rennen? Voor wie zouden ze op de vlucht zijn?
Nacht bij volle maan
Wie ziet de steltenloper? Waar ligt hij? Zijn stelten zijn nu de palen voor zijn hangmat. Hoeveel heksen zie je? Wat doen ze? Er lijkt een huisje op de maan te staan. Of is het een kerk? Kan dat? Zie je de toppen van de Grand Canyon of zijn het andere (berg)toppen? Wie ziet het kruis? Lopen er rendieren door de wolken of zijn het schapen? Zie je de witte stippen in de wolken?
Het skigebied
Zie je de steltenloper? Wat doet hij? Waarvoor gebruikt hij zijn stelten nu? Wie ziet de skilift? De skiër die afdaalt? De skiër die slalomt? Wie ziet de bergbeklimmers en wat hebben ze bij? Wie ziet het groepje mensen onderaan? Wie zijn ze? Wat doen ze?
Van het skigebied naar de Noordpool
Zie je opnieuw het schaapje op de stelten? Waar brengt de steltenloper het naartoe? Waar gaat hij naartoe? Zie je ijsbeer en de pinguïns? Zou hij niet van de ijsblok glijden?
De Noordpool
Wie woont er op de Noordpool? De eskimo’s vangen vis in een wak in het ijs en drogen vis.
Een pinguïn wil van de vis eten en wordt terechtgewezen. Wie ziet de hondenslee? Weet je dat zo’n honden Husky’s noemen? Eskimo’s en ijsberen schaatsen samen op het ijs. Er wordt hockey gespeeld. Een eskimo doet een circusact met een pinguïn. Hoeveel iglo’s zie je?
De stad
Waar is de steltenloper nu terechtgekomen? Hoe zie je dat? Wie zie je? (andere steltenlopers – een fanfare …) Herken je iemand? Waar zag je die eerder? Zijn ze de steltenloper gevolgd?
Afscheid van zijn vrienden
Is de olifant ontsnapt? Waar is hij naartoe? Waar zou de steltenloper naartoe gaan? Zouden de pinguïn en de olifant meegaan? Wat gebeurt er allemaal in het blauwe flatgebouw? Zie je de twee tunnels onder de gebouwen? Zoek de heksen – houthakkers – octopus – zeemeermin…
Terug in het dennenbomenbos
Waar zou de steltenloper nu zijn? Hoe weet je dat? (dennenbomen – vuurtoren – rubberbootje…) Het heeft gesneeuwd. Blader terug naar de prent waarop de steltenloper voor het eerst het bos verlaat. Is het daar ook winter? Kunnen de juryleden de seizoenen ontdekken in het boek? (dennenbomenbos: lente / oerwoud: zomer / Grand Canyon: herfst / het skigebied en de Noordpool: winter)
De steltenloper komt weer terug in zijn bos
Wat denk je dat de steltenloper aan het doen is? (zie pagina links) Wat heeft hij gedaan? (zie pagina rechts)
De steltenloper zit in zijn huisje en kijkt naar buiten
Vergelijk deze prent met de eerste prent van het boek. Zijn huisje is geschilderd in de kleuren die hij op reis tegenkwam. Kijk eens naar de poten van de tafel. Ziet de steltenloper er vrolijker uit? Aan wat zou hij denken?
Op wereldreis Waar ging de steltenloper overal naartoe? Neem een wereldbol en toon op de bol de verschillende plaatsen waar de steltenloper geweest zou kunnen zijn. De oceaan Er zijn 5 verschillende oceanen op de wereld : de Stille of Grote Oceaan, de Atlantische Oceaan, de Indische Oceaan, de Noordelijke IJszee en de Zuidelijke IJszee. Al die oceanen zijn met elkaar verbonden en vormen samen één grote massa zout water.
Het oerwoud Een oerwoud, jungle of rimboe is een bos dat zonder tussenkomst van mensen is ontstaan, en dat meestal veel soorten dieren en planten herbergt. Tropische regenwouden komen voor langs de evenaar. Het grootste komt voor in Zuid-Amerika, zoals het Amazoneregenwoud, en in Brazilië. Verder in het midden van Afrika, Zuidoost-Azië (in Indonesië en Maleisië) en in Australië. Zoek op Google afbeeldingen voor een impressie. De Grand Canyon Zoek op Google afbeeldingen naar foto’s van de Grand Canyon bij zonsopgang of zonsondergang. Toon die aan de juryleden, bespreek de kleur. Vertel dat de Grand Canyon een zeer brede en diepe kloof is in het noorden van de Amerikaanse staat Arizona.
Skigebieden Skigebieden vind je in veel landen: Oostenrijk – Frankrijk – Duitsland – Zwitserland – Italië – Andorra – Tsjechië – Liechtenstein – Noorwegen – Slovenië – België – Bulgarije – Canada – Spanje – Zweden – Slowakije – Turkije – Verenigde Staten. Hier zie je ze in kaart gebracht: http://www.wintersporters.be/skigebieden/kaart Noordpool Met de Noordpool of het Noordpoolgebied wordt ook vaak het gehele gebied ten noorden van de Noordpoolcirkel (66° 33'NB) bedoeld, de zogenaamde Arctis. De Noordpool, en een groot gebied eromheen, is bedekt met ijs. Dit is echter geen landijs zoals op Antarctica en Groenland, maar zee-ijs. Dit zee-ijs is gemiddeld tussen de 1 en 4 meter dik en bestaat uit bevroren oceaanwater. Zelf op wereldreis gaan Als je toegang hebt over een sportzaal kan je met de juryleden zelf een wereldreis maken door verschillende turntoestellen te gebruiken:
De steltenloper vertrekt: parcours afleggen op loopklossen De Oceaan: springen vanop een plint op de blauwe mat Het oerwoud: De apen slingeren: slingeren aan de touwen De steltloper zit op een boomtak: zittend op een balk voortschuiven door je verder te trekken met je handen De Grand Canyon: langs een diepe kloof lopen: evenwicht oefenen op de Zweedse banken (breed vlak of omgedraaid, smalle balk) Skigebied: een klim en een afdaling maken: Zweedse bank op hoogte aan een sportraam hangen, zijwaarts klimmen en via een tweede Zweedse bank naar beneden glijden. Noordpool: van ijsschots naar ijsschots springen: springen van hoepel naar hoepel
Geheugenspelletje Ik ga op reis en ik zie… De juryleden vullen dit zinnetje aan met attributen die ze gezien hebben in het boek (een dennenboom – een huisje – een vuurtoren – een rubberbootje…). Ieder komt om de beurt aan het woord en herhaalt eerst wat de persoon voor hem zei, voor hij iets nieuws aan de lijst toevoegt. Ik ga op reis en … is mijn vriend Dit spelletje heeft hetzelfde principe als het voorgaande, alleen mogen de juryleden nu enkel personen, dieren of fantasiefiguren opnoemen (eekhoorn – zeeschildpad – octopus – zeemeermin – aap – olifant – indiaan – cowboy – heks…)
Details nader bekijken Maak van twee A5-bladen letters L van ongeveer 2 cm dik. Leg de twee letters zodanig dat je een passe-partout krijgt. Die leg je op een tekening. Je kan de passe-partout groter en kleiner maken door de twee helften te verschuiven. Op die manier kan je een detail van de grote tekening van dichtbij bestuderen. Raadsel Neem een willekeurige plaat in het boek. Een jurylid kiest een detail en geeft tips over wat hij in zijn hoofd heeft, aan de hand van het zinnetje “ik zie, ik zie wat jij niet ziet en het is…” Hij geeft telkens één tip. Na hoeveel tips raden de anderen wat hij bedoelt? Dit spelletje kan veelvuldig herhaald worden met dezelfde of met een andere prent. Perspectief De steltenloper bekijkt zijn hele reis vanuit vogelperspectief, dit wil zeggen dat hij alles van bovenaf bekijkt. Laat de juryleden op een stoel of op de tafel staan en maak hen bewust van deze manier van kijken. Laat hen ook eens kijken vanuit kikvorsperspectief, dat wil zeggen van onderuit. De juryleden gaan dicht tegen de grond zitten en kijken naar alles wat er rondom hen te zien is. Laat hen nu opnieuw naar het boek kijken. Wie weet wat de steltenloper telkens ziet? Gebruik eventueel een lat of denkbeeldige lijnen. Multifunctioneel De stelten van de steltenloper zijn multifunctioneel. Multifunctioneel betekent dat de stelten voor verschillende dingen kunnen gebruikt worden. Kunnen de juryleden opnoemen waar de steltenloper zijn stelten allemaal voor gebruikt? Wie kent er nog iets dat “mul-ti-func-tio-neel” is? Bijvoorbeeld: een stoel kan gebruikt worden om op te zitten, als opstapje, om iemand een plaats te geven, om iets af te bakenen… Een doek kan gebruikt worden als sjaal, laken, tafeltapijt, rok… Meer lezen: andere boeken zonder woorden
Monkie / Ingrid en Dieter Schubert De paraplu / Ingrid en Dieter Schubert De boomhut / Marije en Ronald Tolman (in 2010-2011 genomineerd KJV, groep 2)
Wist je dat
… Mattias De Leeuw het heel belangrijk vindt wat kinderen van zijn boeken vinden? … Mattias behalve illustrator ook een echte verhalenverteller is? … hij een grote liefde voor theater heeft? … er in maart en april 2014 een theatervoorstelling De steltenloper komt? … dat die theatervoorstelling een coproductie van de theaterhuizen De Maan en Nat Gras? … er bij de productie een mini-tentoonstelling hoort, waar het publiek op een speelse en kindvriendelijk manier kennis maakt met een heel aantal originelen en voorontwerpen van het boek.
Juryleden kunnen online op de KJV-boeken reageren. Ga naar www.kjv.be, klik op “Welke boeken moet ik lezen” en dan op de groep en het boek in kwestie. Op het prikbord op www.kjv.be kan je foto’s, prenten, filmpjes en andere reacties op de KJV en de boeken posten.