KJV 2013-2014 (GROEP 1) De keizer kan niet slapen / Reine De Pelseneer en Claudia Verhelst (ill.) (door Ann Van de Sompel)
Auteursinfo
Reine De Pelseneer werd geboren in Zandhoven in 1982. Ze studeerde Germaanse Taal- en Letterkunde. Reine werkt halftijds als redactiemedewerker voor Velt vzw. Die job combineert ze met schrijven. Ze schrijft prentenboeken, verhalen voor eerste lezers, leesboeken en dichtbundels voor kinderen en volwassenen. Reine kan het schrijven niet laten. Als ze een poosje helemaal niets schrijft, wordt ze zenuwachtig en ongeduldig. Ze vindt het ontzettend boeiend dat je met een alfabet van slechts 26 verschillende tekentjes toch oneindig veel kanten op kunt. Zo sluipen er stiekem woorden, zinnen en personages in haar hoofd. En die moeten er ook weer uit! Dan neemt ze haar pen of kruipt ze achter de computer en verzint ze een verhaal of prutst ze aan een gedicht. Een hele tijd later kan je dan lezen wat ze geschreven heeft. Haar boek Brieven aan mijn kikkerprins werd in 2010-2011 genomineerd voor de KJV. Reine houdt van volle boekenkasten, mooie muziek, kikkers met een kroon, kattengespin, rozen, leeslintjes, lekker lang slapen en vegetarische keukenexperimenten. Meer weetjes over Reine vind je op haar website bij ‘Mijn abc’.
www.reinedepelseneer.be
Claudia Verhelst studeerde Toegepaste grafiek en illustratie aan het Sint-Lucasinstituut in Antwerpen. Sinds 1996 werkt ze als freelance illustrator. Ze illustreert boeken en werkt mee aan de kindertijdschriften van De Eenhoorn. Op woensdag en zaterdag geeft ze les in het jeugdatelier van de Academie en Vaktekenschool Temse aan kinderen van 6 tot en met 10 jaar. Net als haar 2 dochters, Kato (10) en Loes (8), zijn de kinderen waaraan ze les geeft een grote bron van inspiratie voor haar. Dat levert een leuke wisselwerking op. De kinderen leren van haar, en zij leert van hen. Claudia is een verzamelaar: ze verzamelt oud speelgoed, blikken dozen, boeken, servies met bloemetjes op… Ze gaat graag naar kringloopwinkels en rommelmarkten. Ook is ze gek op papiertjes, die ze in haar atelier bewaart. Als ze aan het tekenen gaat, duikt ze in die verzameling. Verder maakt ze plakboeken die haar inspireren, met afbeeldingen en fotootjes in die ze overal uit knipt. Ze bezoekt graag steden, is gek op de zee en houdt niet van de bergen. Het allerliefste tekent Claudia dieren, maar eigenlijk is ze bang van de meeste (maar dat is een geheimpje). Ze tekent en schildert het liefst met felle kleuren, met veel details en grapjes in de prenten.
http://claudiaverhelst.blogspot.be Kort samengevat Ver weg van hier woont keizer Li Fant. Hij heeft alles wat zijn hartje begeert. Hij is slim en rijk en heeft de mooiste spullen van de wereld. Maar hij heeft één groot probleem: hij kan niet slapen. Ster na ster en schaap na schaap heeft hij al geteld en dit tot de ochtend komt. Op een dag vraagt hij zijn onderdanen om hulp. Duizend dieren willen de keizer helpen. Zo doet Slang Fang een poging met zijn speciale thee, Ming Panda met een bijzondere lamp, Ping Pauw met een sprei van gouddraad en Oet Aap speelt een langzaam lied op zijn luit. Niets helpt echter, en de keizer is ten einde raad. Tot er een klein draakje aan zijn bed staat dat een slaapplaats zoekt. Het draakje duikt in het keizerlijke bed en dicht tegen hem aan valt de keizer in slaap. Het boek De keizer kan niet slapen is een hedendaags sprookje dat zich in het Verre Oosten afspeelt. Het is een verhaal van duizend-en-één-slapeloze-nachten en heeft een vertederend einde. De personages in het boek worden allemaal voorgesteld als dieren: de keizer is een olifant, er is een aap, een pauw, een panda… De dieren zijn gepersonifieerd: de olifant heeft een poes als huisdier, de dieren drinken thee, spelen muziek en slapen met knuffels. Het is dan ook heel gemakkelijk om je met de personages te identificeren. De tekst in dit boek is gedeeltelijk op rijm geschreven en leest vlot. De taal spreekt tot de verbeelding, bijvoorbeeld: ‘een vijver vol gekleurde vis, / een tuin die altijd anders is, / de grootste boom, de felste bloem, / een veld dat gonst van zoet gezoem, / bloesems, fruit, een wit konijn, / vlinders en een geurfontein, / rozen rood als edelsteen.’ Het gebruik van eindrijm en binnenrijm prikkelt het taalbewustzijn en daagt de lezer uit. De combinatie van rijm en de poëtische taal (‘geurfontein’, ‘thee die naar de sterren geurt’ en ‘woelen tot de ochtend ruist’) past perfect in het genre van een sprookje.
Belangrijke passages en nieuwe personages staan in een groter lettertype en in gouddruk – dat laatste geeft het boek nog meer oosterse en keizerlijke allure geeft. De rest van de tekst staat in het rood. De illustraties zitten vol details. Ze versterken de magie en bieden stof voor verbeelding. De klederdracht van de dieren is duidelijk Aziatisch geïnspireerd. Thema’s Sprookjes, keizer, slapen, draken, vriendschap, het Verre Oosten Vooraf Slapen gaan Ga met de juryleden in gesprek over slapen gaan. Sommige kinderen hebben het moeilijk om te gaan slapen en verzinnen allerlei dingen om het slapen uit te stellen. Wat helpt zijn slaaprituelen. Praat met de juryleden over hun slaapritueel en over wat zij doen om niet naar bed te moeten.
Wat doe je allemaal voor je gaat slapen? (Kleren uitdoen, wassen, pyjama aandoen, tanden poetsen, plassen, voorlezen…) Wat doe je als je naar bed moet maar er helemaal geen zin in hebt? Hoe lig je in je bed? (Op je rug, op je buik, in een bolletje…) Ben je bang in het donker? Blijft er een lichtje branden in je kamer? Slaap je meteen in? Als je niet kan slapen, wat doe je dan? Slaap je alleen op de kamer of samen met je broer of zus? Heb je een knuffel bij je in bed? Welke?
Nieuwsgierigheid wekken Bekijk samen met de juryleden de poster die je bij het boek krijgt en/of de prent in het boek (bij ‘Een vijver vol gekleurde vis’).
Kijk samen naar de prent. Wat zien de juryleden? Zoek tegenstellingen tussen bijvoorbeeld grote en kleine dingen, de rode en gouden tekst… Wijs de juryleden op de kroon van de olifant. Is dit een koning? Kan het ook iemand anders zijn? Een prins, een keizer… Laat de juryleden naar de kleren van de olifant kijken. Dragen wij ook zo’n kleren? Wie draagt zo’n kleren? Bekijk met de juryleden de prent tot in detail: de vogels, de bloesems, het witte konijn, de vijver met de vissen en de waterlelies… Wat staat er achter de boom? Wie ziet de gans met de oosterse hoed en snor? Wie ziet de drakenfontein? Wie herkent de bamboe? Wat doet de olifant? Zou alles op de prent (de vijver, de tuin, de boom…) van de olifant zijn? Zou de olifant een naam hebben? Kunnen de juryleden een naam verzinnen? Lees de tekst bij de prent voor en bedenk samen wat het probleem van de olifant zou kunnen zijn.
Voorlezen Lees het boek voor en geef de juryleden voldoende tijd om de tekst en de prenten op te nemen. Stap voor stap wordt alles duidelijk:
De olifant is een keizer. Hij heeft een naam en heet Li Fant. Hij heeft echt alles. Zijn probleem is dat hij niet kan slapen. …
Na het voorlezen Bekijk samen met de juryleden het boek opnieuw. Je kan nu uitgebreid stilstaan bij een aantal thema’s: Het Verre Oosten
Het boek krijgt een oosterse sfeer door de bloesemtak, het bloemenmotief op de kleding, het raam, het huis, de omheining (met telkens hetzelfde patroon), de stoel van de keizer, de oosterse beeldjes op de kast, het Chinese hoedje van de poes, de lampen van de panda, de snor van de panda, de lampionnen in de boom… Slang Fang schenkt allerlei soorten thee. Kennen de juryleden verschillende soorten thee, zoals melissethee, lindebloesemthee, pepermuntthee, bosbessenthee, rozebottelthee… Je kan een kleine proeverij organiseren en samen aan verschillende soorten ruiken, ervan proeven… Maak een Chinese hoed: teken de omtrek van een taartvorm over op dun karton, knip hem tot het midden in en maak er een hoedje van. Als je er stro op kleeft, lijkt het net echt. Van zwarte wol kan je een dikke vlecht maken en aan je hoed nieten. Met een oogpotlood maak je streepjes bij de ogen. De jongens kunnen elkaar een snor of een sikje tekenen, de meisjes zullen eerder kiezen voor een pruimenmondje en een blosje. Op het einde van dit werkmodel vind je beschrijvingen om zelf Chinese lampionnen te maken.
Chinees spleken: de Chinezen kennen geen ‘r’ in hun taal. Wanneer ze een ‘r’ proberen uitspreken, wordt dat een ‘l’. Daar kan je een spelletje van maken. Zoek zoveel mogelijk woorden met een ‘r’. Iemand speelt Chinees en herhaalt het woord, maar dan met een ‘l’. Wie het langst kan praten met een ‘l’ in plaats van een ‘r’ wint. Speel het drakenspel: de juryleden staan in een rij en leggen de handen op de schouders van wie voor hen staat. Zo zijn ze samen één grote draak. De spelleider zegt wie de kop en wie de
staart is. Op een welbepaald teken probeert de kop de staart te pakken. De kinderen mogen elkaar niet loslaten! Als de kop de staart heeft gepakt, schuift iedereen een plaats op en wordt het voorste kind de staart. Slapen gaan
Slaaprituelen in een beeldverhaal brengen: zie onderaan – foto’s 1 Slaaprituelen in de juiste volgorde plaatsen: zie onderaan – foto’s 2 Bedenk samen trucjes om te kunnen slapen… Zoek knuffels in het boek. Vraag de juryleden om tegen de volgende bijeenkomst hun knuffel mee te brengen (ofwel verwittig hen op voorhand, zodat iedereen bij deze bespreking zijn knuffel bij heeft) en vergelijk de knuffels met elkaar. Kijk naar grootte, kleur, pop of dier… Je kan ze ook sorteren. Speel een schaduwspel met de knuffels: span in een deuropening een laken. Maak de kamer waarin de toeschouwers (juryleden) zitten donker. Achter het laken zet je op twee tot drie meter afstand een lamp. Dicht bij het laken, toon je de knuffels. De juryleden raden welke knuffel het is en van wie. Ze kunnen ook zelf in profiel achter het laken gaan staan, terwijl de anderen raden wie er staat. De panda speelt luit: beluister luitmuziek via YouTube (zoek op ‘luit’ en je vindt een filmpje van Middeleeuwse muziek, luitmuziek uit de Renaissance, kasteelmuziek…). Word je hier rustig van? Wie valt ervan in slaap (of net niet)?
Vriendschap Praat of filosofeer met de juryleden over vriendschap:
Wat is dat vriendschap? Wanneer ben je met iemand bevriend? Waarom is iemand je vriend? Doe je meer voor een vriend dan iemand waarmee je niet bevriend bent? Moet iedereen je vriend zijn? Wat doe je met iemand die je vriend is?
Wist je dat
… Reine De Pelseneer en Claudia Verhelst al vaak met elkaar samenwerkten. … Claudia Verhelst een zelfgemaakt kerstkaartje naar Reine stuurde waar een olifant in oosterse kleding op stond. … die olifant op het kerstkaartje de eerste inspiratiebron was voor het verhaal over de keizer. … Reine en Claudia aan een nieuw prentenboek werken, deze keer hoogstwaarschijnlijk met een leeuw in de hoofdrol.
Juryleden kunnen online op de KJV-boeken reageren. Ga naar www.kjv.be, klik op ‘Welke boeken moet ik lezen’ en dan op de groep en het boek in kwestie. Op het prikbord op www.kjv.be kan je foto’s, prenten, filmpjes en andere reacties op de KJV en de boeken posten.
KJV 2013-2014 Groep 1 De keizer kan niet slapen / Reine De Pelseneer en Claudia Verhelst (ill.) Lampions maken met vindmateriaal 1. Chinese lampion Wat heb je nodig:
Een stuk stevig papier van ongeveer 40 x 40 cm Zijdepapier van ongeveer 40 x 30 cm Schaar Lijm Nietjesmachine
Hoe ga je te werk: Vouw het stevige papier doormidden. Knip vanaf de vouwlijn tot ongeveer 3cm van de rand. Op deze manier knip je steeds stroken van ongeveer 2cm. De twee uiteinden van het zijdepapier kleef aan elkaar zodat je een koker van ongeveer 30 cm hoog krijgt. Deze koker is de binnenkant van de lampion. Het geknipte gedeelte uit stevig papier is de buitenkant. Maak de binnen- en buitenkant vast aan elkaar. Je kan er een bodem in maken, maar dat hoeft niet. Maak bovenaan een touwtje vast aan de lampion. Klaar!
2. Lampion van een leeg drankkarton Wat heb je nodig:
Een leeg brik (melk of sinaasappelsap) Verf en penseel Schaar Nietjesmachine Stukje touw Zijdepapier Theelichtje
Hoe ga je te werk: Neem het brik en maak het goed schoon. Maak dan drie grote gaten in de zijkanten van het pak en één kleiner vak, vlak boven de onderkant. Zorg dat je ongeveer een centimeter van de randen blijft omdat anders het brik te slap wordt. Het kleine gat moet zo groot zijn dat je er een theelichtje door kan
aansteken. Bovenaan maak je een gaatje waar de warmte uit kan ontsnappen. Maak ook bovenaan gaatjes zodat je je lampion aan een touwtje kan ophangen. Nu kan je het brik aan de buitenkant schilderen en versieren met sterretjes, Chinese tekens… Aan de binnenkant van de drie gaten plak je zijdepapier. Op de bodem zet je een theelichtje.
3. Eierdooslampion Snij van twee eierendozen de bodems weg, bij het deksel moet je even kijken wat het leukste is om licht door te laten schijnen. Achter alle gaatjes kleef je zijdepapier. Niet of plak de dozen aan elkaar. Maak er een touwtje aan vast en klaar is je lampion.
4. Fleslampion Snijd de bovenkant van een plastic fles. Beplak de fles met snippers zijdepapier (laat ze elkaar overlappen, dit geeft een leuk effect). Maak bovenaan een touwtje vast aan de fles en zet er een lichtje in.
5. Lampion met krantenpapier en koudlijm (behangerslijm) Aan deze lampion moet je een paar dagen op voorhand beginnen knutselen omdat de lijm moet drogen. Voor een lampion met krantenpapier en koudlijm heb je het volgende nodig:
Een ballon Koudlijm (behangerslijm) Kranten – keukenrol – gekleurd papier
Verf en penselen Touw Theelichtje
Hoe ga je te werk: Blaas je ballon op tot de gewenste grootte van je lampion. Smeer hem in met koudlijm en breng een laag keukenpapier aan. Smeer dit geheel weer in met lijm en breng weer enkele lagen krantenpapier aan. Laat de ballon goed drogen als je hem wil schilderen. Je kan gekleurd papier op de laatste laag krantenpapier plakken. Wanneer het papier droog is, prik je met een speld de ballon lek. Prik of knip daarna gaten in de lampion en versier hem met leuke kleuren. Rijg een touwtje door de lampion en bevestig daarna het theelichtje.
6. Extra tips
Je kan alle lampions versieren met goudglitter en kwastjes onderaan. Dan krijgt alles een oosters tintje. Je kan in je lampion een theelichtje zetten. Als je dit te gevaarlijk vindt dan kan je een lampje met een batterij gebruiken.
KJV 2013-2014 Groep 1 De keizer kan niet slapen / Reine De Pelseneer en Claudia Verhelst (ill.) Foto’s 1: slaaprituelen in een beeldverhaal
KJV 2013-2014 Groep 1 De keizer kan niet slapen / Reine De Pelseneer en Claudia Verhelst (ill.) Foto’s 2: knip de foto’s uit en leg of plak ze in de juiste volgorde