De laatste der Zesveeweeoërs Door DVS en Claudia von Luxembourghe OP EEN DAG LIEP TRAMMO OVER STRAAT. Samen met Vlerik en Spichael. Toen kwamen zij Flaspar tegen en renden heel hard, gillend weg. (Heel hard… en gillend… dus niet heel hard gillend!). Maar… aan de andere kant van de straat, of de wereld, wat op hetzelfde neerkomt, in ieder geval… op de plek waar zij naartoe rende… stond: Baike! Baike Maltussen! En toen pleegden Trammo, Vlerik en Spichael een moord. Op Baike. En vervolgens op de stoeptegel naast haar, gewoon, uit principe en schuldgevoel. Ondertussen, dus ondertussen niet onder en tussen, was Flaspar bezig zijn trots te herbouwen door naar Darmen te gaan en haar ten huwelijk te vragen. Darmen zei: (natuurlijk) “ja.” Maar ze meende het (natuurlijk) niet. Dus, enkele weken later, was er een vrolijke trouwdag waarop iedereen aanwezig was, behalve Baike, want die was dood. Ook Darmen ontbrak, want ze meende het (natuurlijk) niet. Maar verder was iedereen er. Ook de grote boze meneer Naarsma, die groot en boos was. En vooral boos dan… ook wel groot natuurlijk, maar in het bijzonder vooral erg boos. En weet je waarom? Nee? Nou, ik ook niet. In ieder geval was iedereen erg vrolijk, vooral door de grote voorraad drank die toch wel op moest, maar niet om het feit dat Darmen niet was komen opdagen. Dus toen stonden heel veel mensen bij de grote voorraad drank, die vooral groot was en ook voornamelijk uit drank bestond. Hier werden enkele vrijpostigheden uitgesproken. Zoals het moment waarop Steemily tegen Varleen zei dat ze eigenlijk helemaal geen Flomas heette… Dat deed zij als volgt: “Ik heet eigenlijk helemaal geen Flomas!” Dit shockeerde Varleen natuurlijk enorm. Ze ging gelijk uithuilen bij haar goede vriend Banil. Dit shockeerde Banil natuurlijk enorm, hij ging meteen uithuilen bij de grote voorraad drank. Die ondertussen minder groot was geworden, door toedoen van enkele vrijpostige mensen, die de drankvoorraad met alle plezier kleiner wilden maken, zoals Deur en Tremily. De voorraad bestond echter nog steeds voornamelijk uit drank. De dag erna. Iedereen had een fucking kater, en de meeste mensen waren nog steeds geshockeerd doordat deze (of gene) bij hem (of haar) uit was komen huilen (of schreien). De drankvoorraad was inmiddels met de grond gelijk gemaakt, voornamelijk door Flaspar, die er namelijk het statiegeld voor op wilde halen. Dit deed hij dus ook. En haalde voor het statiegeld dat hij ervoor kreeg een nieuwe Mercedes en nog een voorraad drank. Toen hij vrolijk met zijn Mercedes het tuinpad opreed, reed hij per ongeluk enkele vrolijke feestgangers, die erg vrolijk waren door toedoen van een zekere enorme voorraad drank, van de vorige dag aan. Dit waren Beline, Westher en Kyvette. En boven andere (zij had mazzel) ook Groyce. Die knoopte natuurlijk meteen een verwoed gesprek aan met Flaspar, voornamelijk over zijn niet-bruid Darmen. Maar na enkele seconden bedacht zij zich en wilde ze niet langer met een moordenaar in één auto (zelfs een Mercedes) zitten. Flaspar echter, was veel te tevreden met zijn Mercedes en zijn voorraad drank, die weliswaar kleiner was dan de vorige, maar toch genoeg was om Flaspar erg tevreden te laten schijnen, en liet daarom Groyce verwijderen uit zijn Mercedes, mede om zijn drankvoorraad groter en voor zichzelf te houden. (De vorige zin was bedoeld om meneer van der Krand te laten kotsen). Tot dusverre had niemand de opnieuw aangevulde drankvoorraad en de Mercedes van Flaspar
opgemerkt. Echter toen Groyce luid gillend de kamer binnenkwam en vermoord werd door enkele mensen die hun kater boven Groyce stelden, was de Mercedes al gauw opgemerkt. En daarmee Flaspar, en zijn drankvoorraad natuurlijk ook. Trammo was de eerste die er wat van zei. “Er wat van!” riep hij uit. “ER WAT VAN!!! ER WAT VAN!!!” fluisterde hij daarna. Toen werd hem vriendelijk en onder enkele moorddreigingen verzocht om zijn bek te houden. Maar doordat Trammo zonder dit door te hebben en zeker niet met opzet een eeuwenoude Erwatvan-vloek had opgewekt, begon plotseling de gehele groep katerdragers te dansen en “ER WAT VAN” te gillen. Vooral bij Kobin was dit heel grappig, want ze kon niet gillen, aangezien ze haar stem was kwijtgeraakt bij de overmatige en overdadige drankconsumptie van de vorige avond. Ook bij Lobin was het erg amusant, gezien hij zijn vermogen om te dansen was verloren bij de overmatige en overdadige drankconsumptie van de vorige avond. (Wees niet bevreesd, binnen een dag zou hij dat vermogen weer terugwinnen – als hij dan nog zou leven tenminste.) Toen besloot Stick, vanwege zijn voorgestelde en eigenlijk helemaal niet overmatige en overdadige drankconsumptie, om weer te gaan doen alsof hij overmatig en overdadig drank ging consumeren. Dit, echter, kon Flaspar niet waarderen en hij pakte zijn kruisboog (die onder zijn minder grote drankvoorraad, die continu slenkte, lag) en schoot de arme, oh sorry, en schoot de vervelende nare rotjongen helemaal dood en aan flarden. Dit, echter, konden veel mensen wel waarderen en velen besloten daarom dit te gaan vieren door de minder grote, en eigenlijk niet groot genoege voorraad drank van Flaspar te gaan consumeren. Dit, echter, stelde Flaspar niet op prijs, maar… helaas… hij had nog maar twee pijlen op zijn kruisboog. Hiermee schoot hij op Vlieske en Weva. Maar gezien Vlieske en Weva gezamenlijk boven op Krank vielen, velde hij met twee pijlen twee mensen en één dwerg, wat erg knap was van Flaspar. Ook dit kon de vrolijke feestgangers weinig schelen, aangezien hun aandacht meer op de minder grote drankvoorraad dan op de grote drankvoorraad van de vorige avond gevestigd was. Degenen die de drankvoorraad het eerst bereikten waren Queline en Putger. Putger sloeg Queline echter met een rechtse hoek tegen de vlakte, die eigenlijk helemaal niet zo vlak was, want het was de achterklep van een Mercedes, en hij was zojuist besprongen door een woeste menigte die op zoek was naar alcoholische nuttigingsmiddelen. Toch sloeg Putger Queline daar tegen, tegen die niet-vlakke vlakte dus. Queline, die op haar achterhoofd terecht kwam, verloor hierdoor haar gezichtsvermogen en liep met open ogen een afgrond in. Die afgrond was een ander effect van de eeuwenoude erwatvan-vloek. Maar dat is een ander verhaal. Dus terwijl Queline nog viel en dit niet echt doorhad, aangezien ze haar gezichtsvermogen verloren had, was Putger druk bezig om zijn zojuist veroverde drankvoorraad, die maar bleef slenken, te verdedigen tegen de horde feestgangers en Flaspar. En een Mercedes. En een dikke lelijke man die toevallig voorbijkwam met een kruiwagen met nagekeken proefwerken en zich, vlak voordat hij in de pasgecreëerde afgrond viel, voorstelde als meneer LeFranc. Toen besloot het merendeel van de nog aanwezige en vooral de nog levende feestgangers dat zij nog meer geld nodig had voor drank, toen er toevallig een Arabische sultan voorbijkwam die nog enkele mensen nodig had voor zijn harem. En hiervoor grote bedragen aanbood. Gezien het een biseksuele sultan was, boden enkele jongens en meisjes, met name Tarleen, Varleen en Banil, zich aan aan hem. Toen kwam er een rivaliserende sultan aan, ook Arabisch, en die zocht mensen voor zijn Jihad-leger tegen de eerste sultan. “Het werk is heel eenvoudig,” zei hij, “en je werkt maar drie seconden per jaar. Het enige dat je hoeft te doen is jezelf opblazen bij mijn nemesis, die andere rivaliserende sultan, en al zijn medewerkers in de ontploffing meeslepen!” Hiervoor meldde Cørn, Wastiaan en
Nenneth zich aan. En enkele seconden later zagen de overgebleven feestgangers en Flaspar en de rivaliserende arabier de zes voorgenoemden door de lucht vliegen, althans… enkele ledematen van de zes voorgenoemden. Toen raakte meneer LeFranc de grond. Zijn kruiwagen brak zijn val en zijn rug en vooral de rug van Queline, die weliswaar niet meer leefde, maar toch haar rug brak. Daarna sloot de kloof zich weer aangezien kruiwagens uitstekende remedies zijn tegen de voorgenoemde erwatvan-vloek. Blair en Cadeleine huppelden weg van de plaats des onheils, geschokt over zulk een natuurgeweld. Ook de Mercedes van Flaspar haastte zich als een haas ervandoor. Kennelijk nog een neveneffect van de erwatvan-vloek. Terwijl een tornado, die niet erg alomtegenwoordig zijn in deze regio van de wereld, Blair en Cadeleine opzoog, viel het Flaspar op dat een tornado, die niet erg alomtegenwoordig zijn in deze regio, Blair en Cadeleine opzoog. Wat hem nog meer in het oog sprong, was dat tornado’s eigenlijk helemaal niet zo alomtegenwoordig zijn in deze regio. Dit interesseerde hem echter ‘geen reet’. Dat zei hij dan ook tegen m’Bobin en Chutger, op de volgende manier: “Het interesseert me geen reet dat tornado’s eigenlijk helemaal niet alomtegenwoordig zijn in deze regio.” M’Bobin en Chutger begrepen hem niet echt en zeiden dit dan ook. “Ik begrijp je niet,” zei M’Bobin. “Ja!” zei Chutger vlak daarna. Ondertussen was Spichael naar de Walbert Zeijn gelopen om van het opgestreken geld van zijn betreurde ex-vrienden en ex-feestgangers meer drank te kopen, niet om het verdriet te verdrinken, maar voornamelijk om de kater te verdrinken en de overgebleven mensen die hij toch niet mocht. Hij begon tijdens het aanleggen van zijn nieuwe drankvoorraad een gedicht te schrijven, over iets wat hij in een ver verleden (ongeveer gisteren) had gezien, en wat hij niet helemaal, en trouwens ook niet half, maar er ongeveer tussenin, begreep. Hij schreef het nog-niet-wereldberoemde gedicht: De trouwtaart Wie ben je Dat je zo aan me denkt Zonder dat dat eigenlijk kan Terwijl tornado’s helemaal niet zo alomtegenwoordig zijn in deze regio van de wereld Wie ben je Dat er zoveel slagroom In je Hebt? Terwijl tornado’s helemaal niet zo alomtegenwoordig zijn in deze regio Van de wereld Spichael Leway Dit gedicht, wat Spichael zo even schreef terwijl hij een enorme drankvoorraad aan het aanleggen was van het geld van wijlen zijn vrienden en medefeestgangers, was niet internationaal erkend, zeker niet omdat Spichael enkele seconden nadat hij het gecomponeerd had overreden werd door een
vliegtuig, aangezien hij in z’n dichtdrang zomaar een landingsbaan opgedwaald was. Dit kwam niet alleen door zijn afwezigheid tijdens zijn dichtdrang, maar ook omdat twee mensen, namelijk Smonique en Kilena, hadden besloten om vlak voor zijn looppad even heel gauw een landingsbaan aan te leggen. Spichael kon dus, in zijn onbewuste staat, zich er niet van bewust zijn dat er opeens een landingsbaan zou zijn, en gezien hij niet erg oplette, omdat hij een geweldig gedicht aan het schrijven was – dat helaas nooit internationale faam zal genieten – werd hij dus aangereden. Door een vliegtuig. De piloot van het vliegtuig was hierdoor zo van slag dat hij, in zijn doorgeslagen dwaasheid, de riem van de passagier van stoel 4B pakte, en Kilena eraan ophing. Smonique trouwde kort daarna met de piloot, én met de passagier van stoel 4B. Hiervoor moesten zij echter naar een land waar polygamie is toegestaan volgens de wet, en toen zij dat probeerden explodeerde het vliegtuig, omdat de riem van stoel 4B ontbrak, terwijl dit een belangrijke schakel was voor het opstartproces van het desbetreffende type vliegtuig. Toen besloot het overgebleven deel van de feestgangers, die de vorige avond overmatig en overdadig veel drank geconsumeerd hadden, een levende kerststal te maken. Dit vooral omdat de kleinere drankvoorraad van Flaspar, die zich in de Mercedes had bevonden, samen met Putger, nu weggeraasd was in de vorm van een haas. Putger was in dat proces trouwens op vreemde wijze opgelost in een wolk zure regen. Ook een neveneffect van de erwatvan-vloek. Bij deze levende kerststal die de overgebleven feestgangers wilden oprichten, ondanks dat Putger zojuist was opgelost in een wolk zure regen, moest een os, een ezel en zevenentwintighonderdenvierenvijftig schapen aanwezig zijn. Bij dit proces werd Straniëlle verpletterd door een overdreven aanwezigheid van zevenentwintighonderdenvierenenvijftig schapen. En dat terwijl uiteindelijk maar zeventwintighonderdendrieënvijftig schapen zich letterlijk schuldig gemaakt hadden aan haar dood, want dat ene overgebleven schaap zat toch op de rug van de ezel, en was daardoor niet in staat om misdaden als moord en doodslag te plegen. Zeker niet op Straniëlle, die tegen de tijd dat hij doorhad dat hij dat niet kon, tóch al verpletterd was door de overdreven aanwezigheid van zevenentwintighonderdendrieënvijftig schapen. Ook de os bleek voor enkele problemen te kunnen zorgen. Deze os had namelijk, in het proces van zijn ballen verliezen aan enkele balsnijdende toreadors, besloten om carnivoor te worden en dit moest helaas uitgevonden worden in het proces van het verliezen van de ballen van Vlerik. Hierdoor overleed voorgenoemde arme jongen aan een inwendige bloeduitstorting, die al snel uitwendig werd toen een misplaatste hoorn van de os hem in zijn longen trof. Zijn testikels waren toen al verorberd door de voormalige stier. Toen kwam Ghesper aangeslenterd, gezien hij geen zin had om te huppelen, noch om te sprinten, te rennen, hard te lopen, te snelwandelen, te kruipen of op enige andere manier zich voort te bewegen zonder hulpmiddelen. Hij slenterde dus langzaam naar de stier toe, en daagde deze uit voor een potje memory zonder spelregels. De stier, die eigenlijk natuurlijk een os was, maar het niet erg vond (en nog steeds niet erg vindt) om als stier aangesproken te worden, omdat hij een stier meer waarde vindt hebben dan een os, en eigenlijk liever een stier zou zijn dan de os die hij is, accepteerde de uitdaging, maar speelde vals bij de eerste zet. Maar, Ghesper, die zelf voor had gesteld dat er geen spelregels zouden zijn, vond dat natuurlijk helemaal niet erg, en zette zijn koning vier zetten naar voren, niet geheel overeenkomstig met de spelregels van memory, maar dat hoefde aldus ook niet, dankzij het voorstel van voorgenoemde Ghesper. Plots kwam Ghesper, die op het moment een spelletje memory zonder spelregels aan het spelen was met de voormalige stier, die door Ghesper
aangesproken werd als stier, en niet als de os die hij eigenlijk was, erachter dat hij in een wolvenklem zat. Deze wolvenklem was, niet conform de spelregels van memory, maar dat hoefde natuurlijk ook niet, geplaatst door de os, die het zo prettig vond om stier genoemd te worden. De os had aldus gewonnen en sloot de wolvenklem aan op een stroomkabel die hij net uit de lucht had geplukt. Natuurlijk had de os beschermende kledij gedragen tijdens het uit de lucht plukken van de stroomkabel die uiteindelijk tot de pijnlijke dood van Ghesper, die reeds in een wolvenklem zat, als na-effect van een verloren spelletje memory zonder regels dat hij begonnnen was doordat hij nog enigszins onder invloed was van het verorberen van een deel van de nieuwe minder grote maar toch behoorlijk overmatige en overdadige drankvoorraad, want als de os dat niet gedaan had, was hij eerst zelf geëlektrocuteerd, en dat was absoluut niet zijn bedoeling, want de eigenlijke bedoeling was om Ghesper te elektrocuteren en hem alzo uit zijn lijden, door de wolvenklem, te verlossen. Ondertussen waren veel van de vrouwelijke feestgangers aan het bakkeleien over wie Maria mocht zijn in het levende kerststalletje dat zij hadden besloten op te richten nadat zij niet meer wisten wat te doen, omdat de kleinere drankvoorraad in de Mercedes – die in een haas veranderde – verdwenen was toen de Mercedes in een haas veranderde. Vooraanstaand bij het voorgenoemde waren, Iranda, Katyana, Xominique en Splirsten, omdat zij allevier vonden dat zij het meest recht hadden om Maria te spelen, zij het allemaal om verschillende redenen. Wat ze niet wisten, aangezien ze te druk bezig waren met het bakkeleien over het feit wie Maria mocht spelen in het voorgenoemde kerststalletje, was dat er achter hun sinds korte tijd een boze buurvrouw stond met een op benzine lopende kettingzaag, van het bekende Italiaanse merk Sega Electrica, en die buurvrouw had een inmense hekel aan gebakkelei van mensen die graag Maria wilden spelen in een levende kerststal. Dit leidde tot het directe verlies van enige hoofden, behalve dat van Xominique, die de kettingzaag in haar buik kreeg en zo een langzame maar toch pleziervolle (voor de buurvrouw tenminste) dood stierf, en dat van de buurvrouw die de voorgenoemde kettingzaag hanteerde, na afloop nog steeds in haar handen had, en totale macht uitvoerde over de kettingzaag in het algemeen en de beweging van de kettingzaag in het bijzonder. Het voorgenoemde gebeurde allemaal onder de ogen van de ezel en Zarisa, die toen haar Gothic neigingen maar besloot de vrije loop te laten nemen en zelfmoord pleegde door een samoeraizwaard in haar oor te steken. Menige mensenmassa gelooft tot op vandaag de dag dat zij eigenlijk het voorgenoemde samoeraizwaard aanzag voor een wattenstaafje, maar hier is geen fossiel bewijs voor gevonden, ook niet in de jaren die volgden, en zelfs niet in de jaren die volgden op de jaren die volgden. De ezel, die dit hele schouwspel met hoongelach beschouwde, werd er behoorlijk moordlustig van. En besloot dit gevoel te uitten op Wim en Yyrthe. Ezels kunnen behoorlijk opgewonden raken van het uiten van moordlustige hoongevoelens, zeker als ze die moordlustige hoongevoelens uiten op vrouwelijke feestgangers die de dag ervoor een overmatige en overdadige hoeveelheid drank geconsumeerd hebben. En daarom besprong de moordlustige ezel eerst Wim, die onder zijn gewicht (natuurlijk) bezweek en het helaas niet meer na kon vertellen, als ze zoiets vreemds überhaupt al na had wíllen vertellen, en daarna probeerde de ezel zijn opgewondenheid te stuiten op de reeds van schrik op de hobbelige grond gevallen medefeestganger van Wim, Yyrthe dus, maar helaas slaagde de ezel daar niet in en explodeerde zijn hart met zulk een gigantisch kabaal dat de schokgolf van de klap de arme Yyrthe permanent verdoofde en haar bovendien van het leven beroofde. Dit gaf zo’n gigantische teringzooi dat de hele meute voormalige feestgangers, die nu dus geen feest meer vierden en daarom niet meer het recht hebben zich feestgangers te noemen, vertrok van deze afschuwelijke plek waar Wim en Yyrthe en natuurlijk de ezel de dood zojuist hadden gevonden, te
vertrekken. Zij gingen op zoek naar de haas die eigenlijk een Mercedes met aan boord een minder grote, maar toch nog behoorlijke drankvoorraad, was. Dit vond Kladassa wel een goed idee, aangezien haar geloof haar verbood aan dingen zoals levende kerststallen mee te doen. Helaas had ze niet veel tijd om dit te vertellen aan de voormalige feestgangers om haar heen, want op dat moment besloot God dat hij eigenlijk een verschrikkelijke hekel heeft aan Jehova’s en, beïnvloed door een zekere erwatvan-vloek, besloot om zomaar alle Jehova’s een verschrikkelijke, maar toch etisch verantwoorde, en vooral estethisch verantwoorde dood in te jagen. Hij stuurde namelijk allemaal genetisch gemuteerde engelen af op de bron van het Jehovadom, namelijk… Kladassa, en de genetisch gemuteerde engelen begonnen aan haar haar te trekken, maar eindigde met niets meer dan haar haar in hun handen. Niemand kon duidelijk vaststellen wat er nou gebeurde, maar de meest gangbare theorie is dat ze haar gewoon opgegeten hebben, en haar haar (natuurlijk) niet lekker vonden. Maar de hemelen waren nog niet klaar met het teisteren van de aarde. De reeds eerder genoemde Spichael, die dankzij verscheidene voormalige feestgangers, met name Kilena en Smonique, op een landingsstrip van een vliegtuig de dood in gejaagd was door een landend vliegtuig, besloot dat hij eigenlijk nog niet zijn taak op aarde had volbracht, namelijk het leven zuur maken van L’Arnal, die hij ook wel als koosnaampje ‘Bookeprook’ had gegeven, en nadat het leven zuur was gemaakt wilde hij ook nog het leven van bovenstaande L’Arnal in zijn geheel wegnemen. Voordat hij dit gedaan had, zou hij niet kunnen rusten, zo concludeerde de dode, kennelijk nog steeds onder invloed van een gigantische overmatige en overdadige consumptie van de grote drankvoorraad van de avond ervoor. L’Arnal bevond zich op dat moment als enige van de eerder beschreven feestgangers nog bij het geïmproviseerde levende kerststalletje, samen met een schaap. Dit vond het schaap absoluut niet leuk, en niet alleen omdat hij zijn zeventwintighonderdendrieënvijftig medeschapen mistte, maar vooral omdat hij L’Arnal maar een Bookeprook vond. Dit schaap was namelijk gehersenspoeld door de herinnering aan Spichael en kreeg aldus onweerstaanbare moordneigingen jegens L’Arnal, en voerde die op de hieropvolgende wijze uit: hij begon met het zeggen van “Arnolio!” en plaatste toen zijn rechtervoorpoot in de mond van de Spaanse homo, waardoor deze, omdat hij toevallig verkouden was, niet meer in staat was zuurstof op te nemen via zijn orale opening. Dit leidt in de meeste gevallen tot een snelle pijnvolle dood, met veel plezier voor de moordenaar, en dit geval was geen uitzondering op de regel. Daarom verliet Spichael het brein van het schaap en daalde af naar het vagevuur om daarna voor zeven maal zeventig jaar te drenken en te druipen in de diepten van de hel, lachend om de dood van L’Arnal. De overmatige en overdadige drankconsumptie van de vorige avond bleek Bluus niet goed te bevallen, omdat hij, reeds vele seizoenen geleden, een allergie had ontwikkeld voor alcohol, maar één die hij, voor deze ene gelegenheid, wel wilde negeren. Dus nu moest hij, op een zeer nare en vervelende wijze erachter komen dat men een allergie niet zo makkelijk negeert. Hij explodeerde aldus en annihileerde in dit proces ook Geur die vlak naast hem lag dank zij haar onverklaarbare maar toch trouwe liefde voor hem. Dit, echter, werd gezien (en natuurlijk ook enigszins gehoord, geroken, gevoeld en een weinig geproefd) door Pfennifer, die eigenlijk heel stilletjes verliefd was op Geur, maar zich daar nooit voor uit durfde te spreken. Toen zij zag hoe haar onbeantwoorde liefde opgeblazen werd door een Bluus die zijn allergieën voor alcoholische dranken had genegeerd en zich te goed had gedaan aan een overdadige en overmatige drankconsumptie, besloot zij om uit woede en onmacht en vooral pure wanhoop maar van het dak te springen. Boven op Uodger, die door dit
proces een weliswaar snelle, maar toch een vooraf niet voorspelbare dood stierf. Dit werd beschouwd door Spoost, die er behoorlijk om moest lachen, nog behoorlijk onder invloed van een aanzienlijk grote drankconsumptie van de vorige avond. Het vervelende bij het lachen van Spoost was alleen dat er yoghurt uit zijn oren spoot; dit kan echter niet en dus ontstond er een odd-space reactie en werd Spoost de ruimte in gezogen – ofwel geblazen, dat is nooit zeker geworden – waar het ten eerste, behoorlijk veel te warm is en ten tweede, behoorlijk zuurstofarm is, dit beide door het ontbreken van zwaartekracht en daarmee ook een atmosfeer en hier kon zelfs de grote hoeveelheid alcohol, die de vorige avond was geconsumeerd, hem niet helpen. Ondertussen was de troep minder vrolijke ex-feestgangers aanzienlijk geslonken tot het formaat van een troepje minder vrolijke ex-feestgangers, en hun vrolijkheid daalde en daalde ook aan één stuk door, voornamelijk door het verlies van meerdere vrienden en natuurlijk een groot aantal medeminder-vrolijke-ex-feestgangers, waarvan het einde hierboven beschreven en geclarificeerd is. Broraya en Steemily waren dit net met elkaar aan het bespreken, toen Lobin weer ten tonele verscheen en hun beide ten dans vroeg, met de bedoeling ze heel hard uit te lachen als ze dit zouden accepteren, want, als mede-minder-vrolijke-ex-feestgangers, zouden ze toch moeten weten dat Lobin reeds enkele uren geleden het vermogen om te dansen al verloren had. Trammo, die het tafereel gadesloeg, begon al inwendig te gniffelen, omdat hij het snode plan van Lobin natuurlijk al láng doorzag, gezien zijn buitengewoon hoge intelligentie hem altijd in dit soort dingen te hulp schoot, zelfs wanneer hij nog leed onder de na-effecten van een overdagdige en overmatige drankconsumptie. Broraya vroeg aan Trammo waarom hij lachte: “Waarom lachte je?” maar Trammo was niet van plan zijn kleine geheimpje aan de grote klok te hangen. De grote klok liep trouwens tóch al achter en werd daarom door enkele vrolijke bouwvakkers, die overigens niet onder de invloed waren van een overdadige en overmatige drankconsumptie ter gelegenheid van een trouwerij die zich nooit heeft voltrokken, opgeblazen en de grote wijzer doorboorde de ongelukkige Platjana, die zich gewoon op het verkeerde moment op de verkeerde plaats bevond, namelijk de plaats waar de grote wijzer van de dito klok zich op dat moment zou gaan bevinden. Maar dat had bar weinig te maken met het feit dat Broraya nog geen antwoord had gekregen op haar stompzinnige onbeschofte vraag aan Trammo, die hij om zijn eigen redenen niet beantwoordde. Trammo stak Broraya neer. Gewoon, uit principe, en vooral omdat hij een mes in z’n hand had en zich ondertussen ergerde aan de stompzinnigheid en de onbeschoftheid van Broraya, die hem de vraag “Waarom lachte je?” had durven stellen, terwijl dat toch een stompzinnige en onbeschofte vraag was, waarvan het niet behoorlijk was om die aan een hooggeplaatst en intelligent iemand als Trammo te stellen. Steemily was geschokt, maar liep samen met Lobin gauw weg, omdat ze hier niets mee te maken wilde hebben. Dit zei ze dan ook. “Ik wil hier niets mee te maken hebben!” zei Steemily. Lobin, die het voorval verkeerd begreep, begreep het voorval verkeerd en dacht dat Steemily met hem wilde dansen, toen hij begon te vrezen voor zijn eigen leven besloot hij maar om Steemily in een katapult te plaatsen en die dan vervolgens af te vuren. Dit overleefde de betreurde Steemily natuurlijk niet, maar omdat de katapult een bereik had van plusminus een kilometer was de kans niet groot dat ze iemand anders zou raken, ware het niet dat Lobin de katapult verkeerd had afgesteld en deze recht omhoog schoot, zodat Steemily, die eigenlijk geen vlieg (of Lobin) kwaad had willen doen, bovenop Lobin belandde en hem dusdanig tegen de grond sloeg dat hij nooit meer een danspas zou kunnen zetten. Hij zou sowieso vrij weinig passen kunnen zetten, gezien hij niet bepaald levend meer was, in tegenstelling tot de vorige avond, toen hij zich nog tegoed deed aan een overdadige en overmatige drankconsumptie, samen met
zestig andere feestgangers. Op datzelfde moment was Sthanuel een polonaise aan het dansen in zijn eentje, en hij had er nog lol in ook, vreemd als hij was. Kennelijk was hij ofwel nog onder de invloed van de wel eens eerder genoemde gigantische drankvoorraad van de avond ervoor, danwel onder de invloed van de verschrikkelijke erwatvan-vloek die eerder op de dag door Trammo in het werk gezet was, slechts door het zachtjes fluisteren van “ER WAT VAN! ER WAT VAN!” Hoe dan ook, Sthanuel danste vrolijk over straat, alwaar hij Ranuela en Jelwin tegen kwam, die afgedwaald waren van de steeds kleiner wordende groep voormalige feestgangers van de vorige avond, toen er een trouwerij had plaats moeten vinden, wat dus duidelijk niet gebeurd was, maar de pret niet mocht drukken, en gezien Ranuela en Jelwin nog steeds op zoek waren naar de in een haas veranderde Mercedes van Flaspar besloot Sthanuel om ze maar niet uit te nodigen om mee te dansen in zijn eenmanspolonaise (die dan natuurlijk geen eenmanspolonaise meer zou zijn, maar eerder een tweemans,eenvrouwspolonaise) omdat hij dacht dat ze dat toch niet zouden willen. Ranuela had dat echter wel degelijk gewild, en samen met Jelwin, die nog steeds enigszins onder invloed was van de overmatige en overdadige drankconsumptie van de vorige avond, alsmede van een joint die hij net had opgerookt, liep zij dreigend op Sthanuel af en gaf hem een kaakslag waardoor hij knock out op de grond lag, waarop Jelwin hem in zijn onbegrip en mentale afwezigheid in stukjes sneed en voerde aan een langsvliegende meeuw, die er eigenlijk helemaal geen trek in had, maar voor de beleefdheid maar een hapje meeat. Ranuela vond dit niet erg bepaald vriendelijk van Jelwin, maar omdat hij al jarenlang zo goed bevriend was met haar, besloot zij om hem niet te vermoorden, althans… niet zelf: ze sleurde hem mee naar de dierentuin alwaar ze hem in de leeuwenkuil wierp. Spijtig voor haar, belandde de arme jongen in het water, en verdronk, voordat er ook maar één leeuw een hap uit hem had kunnen nemen. Ranuela, wiens oordelingsvermogen kennelijk ook onder de invloed was van de eerder geconsumeerde overdadige en overmatige drankvoorraad, wijtte dit aan de leeuwen, en sprong de kooi in (niet in het water, zo slim was ze nog wel) en trapte de eerste de beste leeuw op zijn staart. Kort hierna was zij niet langer lid van de voormalige feestgangers die eerder in de week, de dag ervoor om precies te zijn, een trouwerij hadden willen vieren, maar bij gebrek aan een bruid zich maar te goed hadden gedaan aan een gigantisch grote drankvoorraad, bij elkaar gehaald door Flaspar, die het liefst de bruidegom had willen zijn, maar dit bij gebrek aan bruid toch wat lastig vond. Ondertussen waren Deur en Tremily druk op Flaspar aan het inpraten, om hem te overtuigen dat de de vorige avond geconsumeerde overmatige en overdadige drankvoorraad nodig bijgevuld moest worden. Flaspar was hier totaal niet tevreden mee, aangezien de voorgenoemde Deur en Tremily de voornaamste reden waren van de inslinking van de overmatige en overdadige drankvoorraad van de vorige avond. Na een half uur lang het inpraten van Deur en Tremily te hebben aangehoord had hij er meer dan genoeg van en zei dit dan ook: “Dit dan ook!” Hij greep naar zijn degen en rijgde Deur als een kip aan het spit, hoewel Deur helemaal geen kip was, eerder een mens, maar dit feit zal ongetwijfeld verklaard kunnen worden aan de hand van de door Trammo gestartte erwatvan-vloek, die eerder op de dag reeds door Trammo gestart was. Tremily keek geschokt en vooral verlekkerd toe en besloot heel hard weg te rennen. Flaspar, die het onmiskenbare gestamp direct hoorde, sloop er hard rennend achteraan en sloopte zijn gesluip door hard te rennen, gezien hij zichzelf niet in staat achtte om hard rennend te sluipen. Hij haalde de hard stampende Tremily al snel in, gezien die erg
traag was, omdat zij zich voornamelijk concentreerde op het hard stampen, en daarmee zich een stuk minder concentreerde op het hard vooruitkomen, iets wat zij dus beter niet had kunnen doen, want Flaspar zat achter haar aan met een degen, waar een kip die eerst Deur was aan gerijgd was, waardoor vreemdgenoeg de vergelijking met een kip aan een spit was gemaakt, als indirecte invloed van voorgenoemde erwatvan-vloek. Flaspar vond het echter helemaal niet leuk dat zíjn degen voor spit uitgemaakt werd, terwijl het hem echter helemaal niets kon schelen dat Deur in een kip veranderd was. Hij greep daarom zijn spit, ik bedoel zijn degen, en slingerde de kip, die eens Deur genoemd werd, naar het hoofd van Tremily. Hij miste, maar gezien zijn op een spit lijkende degen uit zijn hand vloog en tegen een nogal instabiele muur terechtkwam werd Tremily bedolven door voorgenoemde muur. Plus een degen, gelijkend op een spit, maar dit bracht niet echt veel schade extra toe, gezien Tremily al dood was gegaan aan het zich bevinden onder een instortende muur. Memke en Ona hadden intussen de verloren gewaande haas, die eens de Mercedes van Flaspar en de daarin bevindende tweede minder grote drankvoorraad van Flaspar was geweest, gelocaliseerd, en probeerde hem uit de dagen voor een potje Catan, hopend dat hij dan spontaan terug zou veranderen in een Mercedes met een grote drankvoorraad. Dit, echter, sloeg natuurlijk nergens op, en dat probeerde de haas dan ook aan Memke en Ona duidelijk te maken. Toen kwam er een verdwaalde Japanner aan die verdwaald was, en bovendien ernstig verward door een mus die in zijn oor zat, als neveneffect van de erwatvan-vloek in combinatie met de odd-space reaction die Spoost geactiveerd had door het uit zijn oren laten komen van yoghurt, en de Japanner dacht dat hij zich boven Pearl Harbour bevond en dat het ongeveer 7 december 1941 was, en hij voerde, uit principe en onmacht en vooral vanwege zijn lege kerosinetank, een kamikaze-aanval uit te voeren op het eerste wat hij zag, namelijk Memke, Ona en de in een haas veranderde Mercedes die ooit aan Flaspar toebehoord had. De voormalige Mercedes ging er echter voor de tweede maal als een haas vandoor, en behoorde hierdoor nu tot de selecte groep van tweemaal in een haas veranderde Mercedessen, een groep die tot nu toe door hem alleen gevormd werd, hierbij de ernstig geschrokken Memke en Ona, en de verdwaasde Japanner, die er ook niks aan konden doen, achterlatend en snel vergetend, hen alleen latend om vreedzaam te sterven onder de wrakstukken van een neergestort Japans vliegtuig. Flaspar en Trammo liepen daar toevallig allebei langs, hoewel in tegenstrijdige richting – ze liepen op elkaar af, maar draaiden allebei negentig graden toen zij ongeveer op gelijke hoogte kwamen en liepen hierdoor parallel – en begonnen, na gezien te hebben hoe Memke, Ona en een verdwaasde Japanner zichzelf hadden laten verpletteren onder het vliegtuig van de hiervoor genoemde verdwaasde Japanner, een discussie over het nut van verdwaasde Japanners en of ze wel danwel niet actief stemrecht zouden mogen krijgen in Hongarije en onder welke situaties dan wel (bijvoorbeeld wel of niet een Hongaars paspoort; wel of niet een Hongaars accent; wel of niet een Hongaarse oudoom; wel of niet een Hongaarse baby-kangoeroe; etc. etc.) maar de discussie begon Trammo al gauw te vervelen, en hij stelde voor om samen een vlieger te maken uit alleen maar biologische onderdelen, een voorstel dat Flaspar wel erg intrigeerde, en hem inspireerde, en hij kwam dan ook al snel aanzetten met de onderdelen, te noemen: één boomstam; één eikenblad; één pakje biologische kaas van de Walbert Zeijn; twee schapenwollen truien met ruitjespatroon; en één M’Bobin. Trammo, die de meest technische van de twee ooit-eens-lang-geleden-feestgangers was, en bovendien al bijna van de na-effecten van de overmatige en overdadige drankconsumptie van de afgelopen avond genezen was, onderscheidde zich van Flaspar door de biologische vlieger, die zij GFT I hadden besloten te noemen, in elkaar te zetten, om kort daarna een bouwtekening te maken, en een
stappenplan, en opnieuw te beginnen. Na enkele minuten was hij klaar en verveelden Flaspar en Trammo zich, omdat ze de afgelopen tijd zoveel moord en doodslag hadden aanschouwd dat één enkele vlieger hun niet bijzonder lang kon boeien, en om die eenvoudige reden besloten zij om niet eens uit te testen of GFT I wel zou vliegen, hoewel zij nog een – eerlijk gezegd nog eenvoudigere – reden hadden, namelijk: grote donkere wolken trokken zich samen in de lucht, een bijzonder weerverschijnsel voor deze tijd van het jaar, maar daar keken Flaspar en Trammo na de tornado, iets wat eigenlijk helemaal niet zo alomtegenwoordig is in deze regio van de wereld, van eerder op de dag, niet eens van op. Dit, echter, werd níet opgemerkt door Chutger, die toevallig aan kwam lopen, omdat hij op zoek was naar M’Bobin, die hij al niet meer gezien had sinds Flaspar haar geschaakt had om haar te gebruiken als onderdeel van GFT I, de biologische vlieger; een project van de combinatie Trammo en Flaspar, een combinatie die vaak op vreselijke, verschrikkelijke en vooral heel erg biologische resultaten uitdraaide; en toen Chutger zag wat er met M’Bobin gebeurd was, kon hij maar op één gedachte komen: “Vliegeren!” dacht hij dan ook, en hij raapte de vlieger op, wachtte op een harde windvlaag, die behoorlijk vaak voorkwamen in het onweer dat zojuist begonnen was, en werd drie seconden nadat project GFT I geslaagd was, en de vlieger het luchtruim gekozen had, jammerlijk getroffen door een bliksemschicht die aangetrokken werd door het enige hoge voorwerp in de weidse omgeving, namelijk: GFT I, een project van de combinatie Trammo en Flaspar, een combinatie die vaak op vreselijke, verschrikkelijke, en vooral heel erg biologische resultaten uitdraaide, in dit geval dus de natuurlijke dood van twee minder vrolijke voormalige feestgangers, die zich beiden de vorige avond tegoed hadden gedaan aan een overmatige en overdadige drankconsumptie op de minder geslaagde trouwerij van Flaspar en Darmen, die vooral niet geslaagd was omdat Darmen niet op was komen dagen, hetgeen een huwelijk wat lastig maakte, gezien voor een huwelijk toch minstens twee personen nodig zijn. Drie kan ook, maar daarvoor moet je naar een land waar polygamie toegestaan is, en dat kan nogal gevaarlijk uitlopen, zoals het geval was met Smonique, de piloot van het vliegtuig dat Spichael ten gronde gericht had, en de passagier van stoel 4B die om een onduidelijke reden zijn riem kwijt was geraakt, waardoor het opstartmechanisme van het vliegtuig waar de riem van stoel 4B dusdanig verstoord was, dat het luchtschip opstarten gelijk stond aan een gigantische explosie veroorzaken. Hoe dan ook, de bliksemschicht had M’Bobin en Chutger dusdanig beschadigd dat hun primaire levenssystemen in zoverre mate aangetast waren – het hart klopte niet meer; de huid was grotendeels gedesintegreerd; de meeste organen waren verschroeid of verbrand – dat ze het bewustzijn verloren en nooit meer zouden herwinnen. Ondertussen hadden enkele van de nog overgebleven vrolijke feestgangers, die ondertussen erachter kwamen dat ze niet echt meer in meervoud aanwezig waren en dat een goede reden vonden om niet meer vrolijk te zijn en feest te vieren, namelijk Aul en Schwagen, een roerig debat over het feit of de onlangs gestorven vrolijke feestgangers en Baike het niet of wel verdienden om te sterven, aangezien zij géén Duitsers en, als klap op de vuurpijl, geen neonazi’s waren. Na een roerig debat, waarbij het er eigenlijk op neer kwam dat beide Aul en Schwagen het met elkaar eens waren, op het feit na dat Schwagen een absoluut tegenovergesteld idee had over de ethische waarden van nazi’s en neonazi’s, besloot ten eerste Schwagen zijn sensuele gevoelens tegenover Tsjrabi te uiten, die hem hierop, uiteraard, doodsloeg, mede omdat zij geen neonazi was en het laatste debat van Aul en Schwagen niet helemaal begrepen had en tot de conclusie was gekomen dat Schwagen tegen mensen was die geen neonazi’s waren, wat natuurlijk helemaal niet zo was en ook omdat zij helemaal niet geïnteresseerd was in de sensuele gevoelens van Schwagen en daar liever niet mee geconfronteerd werd, iets wat de gemiddelde normaal denkende mens zich uiteraard goed voor kan
stellen. Hiermee was Aul het eigenlijk wel eens, omdat hij vond dat alle mensen die tegen neonazi’s waren eigenlijk wel dood moesten, dit bleek ook wel uit het voorgenoemde, en tevens laatste debat van wijlen Schwagen, een debat tussen Aul en Schwagen en Aul applaudiseerde luid voor Tsjrabi en sloeg uit enthousiasme een brievenbus op zijn hoofd kapot, iets wat Tsjrabi niet helemaal begreep en zij besloot daarom om maar gewoon door te lopen alsof ze niks gezien had – iets wat theoretisch niet geheel in overeenstemming was met de waarheid – en Aul langzaam doodbloedend achterliet, tevens de eland negerend die uit zijn hersenen kroop en op haar afstormde, een neveneffect van de eerder voorgekomen odd-space reaction die veroorzaakt werd door Spoost toen hij yoghurt uit zijn oren liet komen (hoewel er ook theorieën bestaan dat het een laat neveneffect zou kunnen zijn van de erwatvan-vloek die Trammo had uitgesproken nadat hij ontdekte dat Flaspar extra drank had ingeslagen, om een eerder vergane gigantische drankvoorraad in ere te herstellen) en de eland zag Tsjrabi aan voor een concurrent, die ook uit was op zijn doel: de haas die ooit eens de Mercedes van Flaspar was geweest, maar jammerlijk in een haas veranderd was, en later nogmaals in een haas veranderd was, terwijl Memke en Ona verpletterd werden onder een vliegtuig van een verdwaasde Japanner. De voorgenoemde eland, die zichzelf graag Robert trachtte te noemen, maar dit niet kon aangezien hij geen spraakvermogen had, dit, niet als neveneffect van de erwatvan-vloek of oddspace, maar simpelweg omdat hij een eland was en een postzegelverzameling had, met een opmerkelijke meerderheid van postzegels uit 1903, beet Tsjrabi in haar neus. Dit vond zij niet erg leuk, aangezien zij erg gesteld was op haar neus, en zij schopte de eland, die zichzelf voor zou stellen als Robert, in het geval dat hij ooit spreekvaardig zou zijn, in zijn ballen. Dit werd, zoals elke mannelijke eland die zichzelf zo graag Robert zou willen noemen, maar dit simpelweg niet kan omdat hij een eland is zich wel voorstellen, niet gewaardeerd door de eland die graag met Robert werd aangesproken, maar dit niet duidelijk kon maken aangezien hij geen spraakvermogen bezat. Hij nam Tsjrabi dan ook op zijn gewei, en plette haar tegen een muur. Vervolgens, nadat hij van dit obstakel verlost was, rende hij weer achter zijn primaire doel aan, namelijk: de haas die hiervoor een haas was, en daarvoor de Mercedes was van Flaspar, en een gigantische overmatige en overdadige, maar minder grote dan de vorige avond, drankvoorraad had. En terwijl de haas, die vroeger een Mercedes was, hard wegvluchtte voor een achtervolgende eland, die alleen achter hem aan zat omdat hij op zoek was naar het geheim van spraakvermogen en dacht dat de haas die ooit een Mercedes was het antwoord had, en dus helemaal niet – zoals de voormalige Mercedes dacht – achter hem aanzat vanuit puur seksuele initiatieven, lag Knara op de uitkijk, op zoek naar iets wat licht in de duisternis zou brengen. Dat vond ze op het moment dat Candy, die ernstig onder invloed was van een overmatige en overdadige drankvoorraad die zij eerder deze week, vorige avond om specifiek te zijn, had genuttigd en achterovergeslagen, van haar gezicht afstapte, en ze recht in de zon keek en daar een acute blindedarmontsteking van kreeg, iets wat tot op de dag van vandaag niet verklaard is, net zoals de vraag wat Candy in godsnaam op het gezich van Knara deed. Toen, omdat ze tenslotte een goed en liefdadig mens was, Candy handmatig de blindedarm van Knara trachtte te verwijderen, raakte zij verstikt in voorgenoemde blindedarm, en nog wat andere darmen, zoals de endeldarm, en de twaalfvingerige darm (die maar elf vingers had – dáár zat hem het probleem) en natuurlijk de slokdarm. Dit zorgde ervoor dat zowel Candy, die hierdoor niet voldoende lucht kon krijgen om haar lichaam actief en operationeel te houden, als Knara, die enkele scheurtjes en breuken in haar darmen had opgelopen dankzij de vakkundige toepassing van kennis van Candy, een meest pijnlijke dood stierven, en zelfs in de hel (waar zij Spichael ontmoette die net aan zijn zeven maal zeventig jaar drenken en druipen begon) elkaar nog
haatten, tot in het einde der tijden. Ondertussen zochten Pisa en Kobin een veilig heenkomen in een oud schuurtje, omdat zij niet het slachtoffer wilden worden van odd-space, de erwatvan-vloek of de moordneigingen van Flaspar. Wat zij echter niet wisten, was dat dit eerder al het veilig heenkomen was van een lief schattig oud vrouwtje dat in haar vrije tijd geregeld heksenpraktijken uitvoerde, en het plotse binnenstormen van Kobin en Pisa niet kon waarderen; bovendien was ze op het moment naakt, dus ze schaamde zich dood, aangezien ze oud en uitgelubberd was. Hieropvolgend besloot ze om een tijdpoort te openen en Pisa en Kobin direct naar 2376 voor Christus te sturen, waar zij de rest van hun tijd zouden kunnen slijten. Eenmaal aangekomen, en nadat het tot hen doorgedrongen was dat zij in het jaar 2376 voor Christus waren, raakten zij behoorlijk in paniek en vroegen ze zich af hoe ze in vredesnaam terug moesten komen, of, in het waarschijnlijkere geval dat ze simpelweg niet terug kónden, hoe ze in vredesnaam moesten overleven in een wereld die ongeveer 4380 jaar van de plek waar ze de dag ervoor – in hun beleving – een gigantische, overdadige en vooral overmatige drankvoorraad hadden geconsumeerd, samen met een heleboel andere feestgangers, die, op twee na, allemaal gestorven waren. Het antwoord echter, stond hen op het moment te bekijken, dat waren namelijk een stel holbewoners, waarvan eentje, waarschijnlijk doordat een deel van de erwatvan-vloek ook mee was gekomen door het tijdportaal waar Kobin en Pisa door gezonden waren door een lief schattig oud naakt vrouwtje, dat in haar vrije tijd heksenpraktijken uitvoerde, vreemdgenoeg een straatnieuwsverkoper was en direct, hen op hun kleren beoordelend, vermoedde dat zij wel een hoop geld op zak zouden hebben. Dit, echter, bleek geheel onterecht, gezien Kobin de dag ervoor een groot deel van de gigantische overmatige en overdadige drankvoorraad aan Flaspar had geschonken, bij wijze van bruidsgeschenk, en Pisa, de arme meid, had van al haar geld nieuwe slippers en een bijpassende string gekocht bij een dure winkel, die zij weliswaar nu aanhad, maar daar geen direct voordeel uit putte, aangezien het niet echt baat om nieuwe slippers en een bijpassende string te dragen wanneer een holbewonende straatnieuws-verkoper je aanvalt omdat je vertikt hem geld te geven, terwijl je dit keer écht geen geld bij je had. Dit gebeurde namelijk meteen nadat Kobin en Pisa de holbewonende straatnieuws-verkoper en zijn kameraad inlichtte over hun financiele status. De holbewonende straatnieuws-verkoper begreep uit hun woedende gebaren dat zij eigenlijk zijn gehele straatnieuws-collectie in brand wilden steken, en gezien zij het vuur nog niet kenden, besloot hij maar om Pisa aan te vallen met een vuursteen, waarmee hij, doordat hij langs haar prachtige nieuwe slippers kwam, toevallig ook het vuur uitvond. Wat hij jammerlijk genoeg niet wist, was dat de kleren van Pisa licht ontvlambaar waren, ze waren namelijk van nylon, en dus brandde ze al gauw als een fakkel. Wat de arme prehistorische dagbladventer ook over het hoofd zag – simpelweg omdat hij niet zo gewend was aan zowel vuur als het materiaal nylon – was dat je als mens niet zo dicht met je lange smerige vieze luizenbaard in de buurt van een brandend meisje met nieuwe slippers en een bijpassende string moet komen, omdat je lange smerige vieze luizenbaard dan een brandende lange smerige vieze luizenbaard wordt, en dit gaat gepaard met helse pijnen, en een grote uitstraling van licht. Dit gebeurde dus ook op het moment dat de straatnieuwsverkopende holbewoner te dicht bij Pisa kwam en zijn baard vlam vatte en tevens (net als Pisa) begon te branden als een fakkel. Kobin vond dit geen oogstrelend tafereel en besloot haar gatling-gun uit haar handtasje te halen en samen met al de holbewoners een potje Russisch roulette te gaan spelen. Dit was erg grappig, gezien zij niet, zoals de spelregels het voorschrijven, alle kogels op één na uit het vuurwapen verwijderde, maar juist de magazijnen helemaal volpropte, en zelf als laatste aan de beurt was, waardoor iedereen al dood was, en zij, pienter als ze was, ophield met het spelletje. Helaas werd ze vervolgens
aangevallen door een sabeltandtijger en was er in de hele omgeving geen man meer over om haar te beschermen, gezien alle mannen in de buurt zichzelf hadden opgeofferd aan een Russisch roulettespel dat zij eerder voorgesteld had. Zo stierf zij in stukken gescheurd in de kaken van een beest dat al duizenden jaren dood was voordat zij geboren zou worden. Ook Pisa stierf voor haar eigen geboorte, maar vond hiervoor, brandend, geen speciaal gevoel, vooral omdat ze het compleet negeerde, en meer lette op het feit dat ze in de fik gezet was en brandde als een fakkel, dankzij haar nieuwe nylon slippers en de bijpassende string die zij van haar laatste geld aangeschaft had, ter gelegenheid van de trouwerij van Flaspar en Darmen, die in haar herinnering nooit plaats had gevonden, hoewel er bij wijze van substitutie toch een overmatige en overdadige drankconsumptie had plaatsgevonden. Intussen – hoewel dat woord natuurlijk al z’n betekenis verliest wanneer je het hebt over tijdreizen, dus beter gezegd – ongeveer tien minuten na het moment waarop een lief schattig oud naakt vrouwtje dat in haar vrije tijd heksenpraktijken uitvoerde Kobin en Pisa naar het verleden had gestuurd om ze te laten sterven door toedoen van een pyromane straatnieuwsverkopende holbewoner en een hongerige sabeltandtijger, liepen Trammo en Flaspar nog steeds over straat, peinzend over het verlies van zoveel mede-ex-niet-meer-zo-vrolijke-feestgangers, die allemaal zinloos naar een trouwerij gekomen waren die niet doorging door afwezigheid van de bruid, waarop iedereen zich maar tegoed deed aan een gigantische overmatige en zeker overdadige drankvoorraad, die later volledig verdwenen was, maar door Flaspar in ere hersteld en in een Mercedes gezet die later in een haas zou veranderen en iedereen voor een dilemma zou stellen. Toen stierf Trammo uit ouderdom en liep Flaspar in zijn eentje verder, nog steeds verder peinzend over de erwatvan-vloek, die de meest vreemde dingen had veroorzaakt, en of hij nou Groyce, Trammo of zichzelf daarvoor verantwoordelijk moest stellen, en vooral over of het nou wel zo nodig was geweest om samen met Trammo, die geestelijk niet geheel in orde was, een biologische vlieger te maken en of ze hem niet beter GFT II hadden kunnen noemen, gezien GFT I helemaal niet lekker klinkt. Zo liep Flaspar over straat totdat hij op het tuinpad kwam waar de avond ervoor een trouwerij plaats had moeten vinden, iets wat geëscaleerd was in een situatie die voor veel onrechtvaardige vroege eindes van een groot aantal ex-minder-vrolijke-feestgangers had gezorgd. En toen, nadat achtereenvolgens Baike, Beline, Westher, Kyvette, Groyce, Stick, Vlieske, Weva, Krank, Queline, Cørn, Wastiaan, Nenneth, Tarleen, Varleen, Banil, Blair, Cadeleine, Spichael, Kilena, Smonique, Putger, Straniëlle, Vlerik, Ghesper, Iranda, Katyana, Splirsten, Xominique, Zarisa, Wim, Yyrthe, Kladassa, L’Arnal, Bluus, Geur, Pfennifer, Uodger, Spoost, Platjana, Broraya, Steemily, Lobin, Sthanuel, Ranuela, Deur, Tremily, Memke, Ona, M’Bobin, Chutger, Schwagen, Aul, Tsjrabi, Candy, Knara, Kobin, Pisa en Trammo gesneuveld waren bij het uitvoeren van hun dagelijkse bezigheden, kwam daar, op dat tuinpad waar de trouwerij de dag ervoor plaats had moeten vinden, en alwaar weliswaar een grote drankvoorraad geconsumeerd was, maar helaas niet een trouwerij had plaatsgevonden, Darmen aanlopen, in haar bruidsjurk, ervan overtuigd dat zij vandaag zou trouwen, en niet de dag ervoor; ook niet de dag erna trouwens. De dag dáárna, dácht ze al niet eens aan, net als de vorige week, de opvolgende week, en willekeurig welke dag uit het jaar 1974. Flaspar zag haar aankomen, terwijl hij peinsde over het verlies van al zijn goede vrienden, en het andere, veel grotere deel van de voormalige feestgangers; en natuurlijk ook over het verlies van zijn eerste gigantisch grote drankvoorraad, zijn tweede minder grote, maar toch aanzienlijke drankvoorraad, en zijn nieuwe Mercedes, die tegenwoordig als haas door het leven ging door die vervloekte erwatvan-vloek die Trammo had uitgesproken. Maar, toen Flaspar Darmen daar zag staan, beeldschoon in haar
prachtige bruidsjurk, met een zilveren diadeem in haar haar en twee verschillende sokken aan haar voeten – wat goed te zien was gezien zij haar schoenen was vergeten – toen schrok hij op uit zijn gepeins. En hij keek de reden dat negenenvijftig onschuldige feestgangers, meneer LeFranc, een Arabische sultan, een ezel, een verdwaasde Japanner en een hele prehistorische volksstam onnodig gestorven waren, recht in de ogen en hij sprak de legendarische woorden: “Hoi!” waarop hij Darmen naar de keel vloog. Darmen begreep Flaspars bedoelingen echter niet goed en dacht dat hij haar wilde omhelzen – wat natuurlijk logisch was, gezien Darmen dacht dat ze met Flaspar zou gaan trouwen vandaag – maar, helaas, dit, echter, was niet Flaspars intentie. Integendeel. Flaspar sloot zijn grote handen hardhandig om het tere nekje van de nietsvermoedende Darmen, en Darmen, die wel vreemder gewend was, liet dit allemaal toe, in goed vertrouwen. Vlak voordat zij stierf in de handen van haar bruidegom dacht ze nog eventjes: “Huh? Ik snap er niks van!” maar omdat ze dat niet als laatste gedachte wilde hebben besloot ze om het eindige nog maar niet met het eeuwige te verwisselen, zelfs na haar dood niet, en haar geest trad uit haar lichaam en pakte een erg geestige vlammenwerper en flambeerde Flaspar. Ja. Echt. Daarna verliet zij het bewustzijn samen met haar net-niet-echtgenoot. Aldus stierf de laatste der feestgangers, de laatste van het roemrijke geslacht der Zesveeweeoërs, dat zich jarenlang gemanifesteerd had door middel van hun gigantische kennis en dergelijke onzin waar niemand wat aan had. En meneer Kwale – ook wel bekend als de Duivel – zag dat het goed was…