Twello
! N E DAG morgenisgroen.nl
vrijdag 29 januari 2016 15.30 uur tot 20.30 uur
zaterdag 30 januari 2016 10.00 uur tot 12.30 uur
AOC Oost
Directeur Ben ter Haar:
“We doen wat we zeggen” “We zitten in de lift” zegt Ben ter Haar. “In 2012 hadden we 550 vmbo-leerlingen, nu zitten we op 860.” Sinds 2013 is hij directeur van AOC Oost Twello.
van blijvend belang. We willen een veilige school zijn met duidelijke regels. Dat wordt zeer gewaardeerd, zeker door de leerlingen en hun ouders. We proberen altijd goed te luisteren naar ouders. We vragen regelmatig wat ze van dingen vinden en nemen kritiek serieus. Wij hebben respect voor onze leerlingen en ouders, maar verwachten ook dat zij dat voor ons hebben. Een goede basis voor samenwerking, toch?
We proberen altijd goed te luisteren naar ouders.
Het gaat zo goed dat de school zich voor komend schooljaar gedwongen ziet een leerlingenstop in te voeren. “We willen gewoon niet meer leerlingen plaatsen. De snelle groei kan dan een keerzijde krijgen. We willen bovenal onze kwaliteit op peil houden. Bovendien willen we onze kleinschaligheid behouden. We willen een veilige school zijn met duidelijke regels.
Voldoende tijd en aandacht voor onze leerlingen blijft belangrijk voor ons. Maar dan moet je ze wel zoveel mogelijk persoonlijk kennen. En dat wordt moeilijk als je school te snel groeit.” Vandaar dat wij als AOC Oost ervoor kiezen gecontroleerd te groeien.” Normen en waarden Naast kennis en competenties brengt AOC Twello haar leerlingen uiteraard waarden en normen bij. Ter Haar: “Dat is
Duurzaamheid AOC Twello huist in een nieuw schoolgebouw. “De locatie is best luxe te noemen, en dat maakt onze school extra aantrekkelijk”, meent Ter Haar. In het gebouw is veel aandacht besteed aan duurzaamheid. De school beschikt bijna over de ‘groene vlag’, een internationaal keurmerk voor duurzame scholen. Er wordt gebruik gemaakt van warmtekracht koppeling, groene wanden om het CO2-gehalte in de lucht te verminderen en zoveel mogelijk duurzame materialen. Ter Haar: “We hebben een ecoteam opgezet waarin vmbo- en mbo-leerlingen zitten, die concreet bezig zijn met duurzaamheid (zie ook elders in deze krant, red.). Je zou het misschien niet verwachten, maar dit onderwerp leeft onder onze leerlingen. We proberen ze ook kritisch naar hun eigen gedrag te laten kijken. Waarom na een half jaar al weer een nieuwe smartphone kopen? Gewoon slecht voor het milieu. Het is leuk om te zien hoe dat de leerlingen aan het denken zet.”
OPEN DAGEN Twello
morgenisgroen.nl
Gluren bij de buren De school is ook dit jaar actief met het project ‘Gluren bij de buren’. Zo zijn er contacten met het bejaardencentrum in de buurt. “Onze leerlingen gaan er op bezoek om te helpen. Anderzijds nemen de bewoners een kijkje bij ons. Ze worden rondgeleid door onze leerlingen en maken bijvoorbeeld samen bloemstukken.” Connect2Uganda Internationaal is AOC Twello ook actief. “We hebben momenteel een project in Bukomansimbi in Oeganda. Iedere twee jaar gaan leerlingen daarheen en verrichten er allerlei werkzaamheden, zoals schooltuinen aanleggen en les geven in bijenteelt. Met de Oegandese leerlingen wisselen ze ervaringen uit over hun eigen culturen. Zeer leerzaam. Er zijn plannen om er in de toekomst stagiaires naar toe te sturen om mee te helpen met het landbouwonderwijs. Voor dit project zijn we een samenwerkingsverband aangegaan met de gemeente Deventer, Hogeschool Windesheim uit Zwolle, LTO Veluwe, Rabobank Salland en twee NGO’s. Dit heeft geresulteerd in de stichting Connect2Uganda.” Succeservaringen Ons motto is: Zeg wat je gaat doen en doe wat je zegt. Dat en ons voortdurend streven naar een goede kwaliteit is volgens ons een van de sleutels van succes. We streven ernaar dat ook onze leerlingen succesvol zijn, dat de docenten succes hebben en dat het bedrijfsleven content met ons is, omdat we ze goede vakmensen leveren. Als dat lukt, kunnen we pas tevreden zijn.”
VMBO MBO
Twello
29 januari 30 januari
“AOC Oost Twello staat voor kwaliteit. Deze kwaliteit uit zich in goede lessen, een strakke organisatie en voldoende aandacht voor de individuele leerling. Om dit te kunnen waarborgen willenwe niet te groot worden. Al een aantal jaren mag onze school zich verheugen in een grote populariteit onder ouders en leerlingen. Daar zijn we natuurlijk heel erg blij mee, maar het dwingt ons wel om een maximum te stellen aan het aantal leerlingen dat we kunnen opnemen. We zijn dit jaar verrast door het grote aantal aanmeldingen dat zich al opgeeft voor het schooljaar 2016-2017. Dat aantal is zodanig dat we het maximum nu al bereikt hebben. Concreet betekent dit dat je je nog wel kunt aanmelden, maar dat deze aanmeldingen op een wachtlijst komen. We werken met het principe van wie het eerst komt, wie het eerst maalt. Aanmelden Aanmelden voor het schooljaar 2017-2018 is niet eerder mogelijk dan vanaf 1 januari 2017. Heeft het dan nog zin om naar de open dagen te komen? Jazeker, want de open dagen van AOC Oost in Twello zijn namelijk ook gewoon leuk om te bezoeken en wanneer je nu in groep 7 zit is het goed om je alvast te oriënteren.” Inschrijven voor het mbo is wel mogelijk.
vmbo
LOOPBAANBEGELEIDER ALIE DE HAAS:
“Dat is leuk, met pubers gericht kijken naar hun toekomst” “Het gaat niet alleen om het behalen van een diploma, maar om wat leerlingen er in de toekomst mee doen. Daarbij moeten ze zo goed mogelijk worden begeleid.” Dat zegt Alie de Haas, coördinator LOB (Loopbaan, Oriëntatie en Begeleiding) en decaan. Waarom is begeleiding belangrijk? “De arbeidsmarkt verandert in rap tempo. De tijd dat mensen hun hele leven hetzelfde beroep uitoefenden, is voorbij. Tegenwoordig moet je flexibel zijn. Daar moet je leerlingen op voorbereiden, ze moeten ook kunnen switchen van beroep.” Tour Tijdens de vmbo-opleiding staat loopbaanbegeleiding centraal. Driekwart van de leerlingen stroomt uit naar sectoren buiten groen, zoals zorg en techniek. Daar wordt rekening mee gehouden bij excursies. “In klas 1 bezoeken de leerlingen voornamelijk groene bedrijven, bijvoorbeeld een bloemenzaak. In klas 2 kunnen ze kiezen tussen verschillende ‘Tours’: Tour de voeding, Tour de zorg, Tour de techniek, Tour de groen. Per fiets bezoeken ze een zorginstelling, installatiebedrijf, fietsenmaker, garage of horecabedrijf. Zo kunnen ze zich breed oriënteren.” Stage Belangrijk onderdeel van loopbaanbegeleiding is de stage. “De leerlingen zoeken zelf hun stage-adres uit. Wat komt er allemaal bij kijken? Welke eigenschappen vraagt dit? Past dat bij mij? In klas 2 hebben de leerlingen al een snuffelstage, ze lopen dan een dag mee op een bedrijf/instelling.
Ze leren hier al nadenken over werk. Op de terugkomdag maken ze een collage, die ze met elkaar bespreken. Door deze onderlinge uitwisseling brengen ze elkaar op ideeën.” In klas 3 en 4 gaan leerlingen meer op stage. Na afloop schrijven ze een verslag en leren ze hun gedachten op een rij zetten. De leerlingen zoeken zelf hun stage-adres uit. Ze leren daarbij na te denken over een beroep.
Ook wordt het besproken in verschillende lessen. Wat gebeurt er als een leerling een stage helemaal niks vindt? “Dat is niet erg. Integendeel, daar leren ze juist van! Je leert wat je niet ligt. Dat bevordert reflectie.” Ouders Ook ouders worden betrokken bij het loopbaanproces. “Nieuw is een speeddate avond waarbij ouders iets vertellen over hun beroep in een groepje met drie leerlingen. Erg leuk. En in klas 4 gaan leerlingen speeddaten met oud-leerlingen over hun vervolgopleiding en horen ze het verhaal uit de eerste hand van leeftijdgenoten, ook negatieve dingen.” Enthousiast Wat maakt het vak van loopbaanbegeleider aantrekkelijk? “Met pubers gericht kijken naar hun toekomst, is gewoon leuk. Daar
word ik enthousiast van. Ik hou ook van organiseren. En ach, wat is er nou boeiender dan op zo’n speeddate oud-leerlingen bezig te zien. En dan ook nog te horen dat ze vroeger zo goed door ons begeleid zijn. Daar doe je het toch voor?!”
Ik kan iets moois voor mensen maken.”
Geert: “Je leert hier dingen die je je hele leven van pas komen.”
Na het vmbo kun je nog alle kanten op Ben je niet bang voor vieze handen? En hou je van ‘groen’? Kom dan gerust naar het vmbo op AOC Twello. Ook als je straks niet in de groene sector verder wilt. Geert ging de techniek in, Romy bleef. “Ik had wel iets met groen”, vertelt Geert Kolb (16). “Daarom ben ik na twee jaar vmbo in Deventer eens gaan kijken bij het AOC in Twello.” Cameraman “Een paar vrienden gingen er naartoe en waren erg enthousiast. Toen ik daar voor een gesprek kwam, snapte ik dat direct. Wat een prachtig schoolgebouw. En de sfeer die er hangt. Ik heb me direct opgegeven en heb hier Groene Ruimte gedaan. Ik zag mezelf niet als hovenier of zo, maar ik heb geen moment spijt gehad van deze
opleiding. Je leert hier dingen die je je hele leven van pas komen. Ik heb altijd interesse gehad in techniek en was vaak bezig met camera’s. De ontwikkelingen op dat gebied gaan razendsnel, dat ging me steeds meer ging boeien. Daarom heb ik na het vmbo voor de opleiding av-specialist gekozen. Ik zit nu op het Deltion College in Zwolle en hoop straks als cameraman aan de slag te kunnen”, aldus Geert. “Ik ben hier na de basisschool direct naartoe gegaan”, vertelt Romy Reusken (18) uit Terwolde. “Ik heb vmbo-gl gedaan en doe nu Bloem & Design, niveau 3. Ik volg de bbl-opleiding, dus ik
werk vier dagen in een bloemenzaak en ga één dag per week naar school. Ik werk hier in Twello. Dat bevalt me prima.” Bloemist “Ik kan iets moois voor mensen maken. Ze hebben soms een vaag idee wat ze willen en ik maak daar iets concreets van. Het liefst bind ik boeketten. Dat gaat snel en je ziet gelijk een mooi eindresultaat. Ik kan nu al drie mooie boeketten in een kwartier maken! Na mijn opleiding hoop ik ook bij een bloemist werk te vinden. Een eigen zaak is niets voor mij.
Dan moet je aan zoveel verschillende dingen denken. Laat mij maar met klanten omgaan en mooie boeketten maken. Ik heb bewust voor deze school gekozen, omdat ze hier praktijkvakken geven. Ook heb ik hier aan de groei van mezelf kunnen werken. Daarbij heb ik veel aan de loopbaanverkenning gehad.”
vmbo
Annet Scholten over Passend Onderwijs
“We proberen problemen vóór te zijn” Vroeger gingen leerlingen die niet uit de voeten konden in het reguliere onderwijs naar het speciaal onderwijs. Een mooie oplossing die onbetaalbaar werd. Daarom besloot de overheid Passend Onderwijs in te voeren. Het speciaal onderwijs blijft alleen beschikbaar voor leerlingen die absoluut niet terecht kunnen in het reguliere onderwijs. Andere leerlingen, met een minder ernstige hulpvraag, moeten een plekje vinden in het gewone vervolgonderwijs. Om dat mogelijk te maken is Passend Onderwijs opgezet. We plakken geen etiketje op kinderen, maar kijken welke ondersteuning ze nodig hebben. Ondersteuning op maat Annet Scholten houdt zich daar als ondersteuningscoördinator van AOC Oost mee bezig. “Om Passend Onderwijs mogelijk te maken hebben wij een Expertise Punt opgezet en teamondersteuning in het leven geroepen. Bij de intake wordt bekeken of een leerling extra hulp nodig heeft. Leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben begeleiden wij gericht, zodat zij zo snel mogelijk op eigen kracht mee kunnen draaien. We plakken geen etiketten van autisme of pdd-nos. We kiezen ook niet voor aparte klassen. Via ons Expertise Punt bieden we ondersteuning op maat. Onze begeleiding is erop gericht dat de leerling uiteindelijk zonder hulp verder kan.” Hoe moeten we ons dat voorstellen? “Je hebt bijvoorbeeld leerlingen die hun tijd niet goed in kunnen delen en hun huiswerk niet zelf kunnen organiseren. Die helpen wij heel gericht op die punten. Of leerlingen
die zich onveilig voelen. Die begeleiden we net zo lang tot ze zelf naar de klas urven te gaan. Soms is de begeleiding intensief, anderen zijn al geholpen doordat ze zich moeten aanmelden en afmelden. Als een leerling eenmaal z’n draai heeft gevonden, schroeven wij de begeleiding terug.” Pro-actieve benadering De nieuwkomers op het vmbo worden pro-actief benaderd. Annet: “We proberen problemen vóór te zijn. Voorzien we problemen met een leerling, dan overlegt de team-ondersteuner met de mentor. Eventueel betrekken we de schoolmaatschappelijk werker en de orthopedagoog er bij. Vervolgens stellen we een begeleidingstraject op. Veel ouders zoeken een veilige plek voor hun kind en komen bij onze school uit, omdat we een goede zorgstructuur hebben.” De teamondersteuner ondersteunt ook de docent. “Als ouders, kind en school goed samenwerken, levert dat het beste resultaat op”, legt Annet uit. “Vroeger kreeg je op basis van het aantal leerlingen een zak geld, waarmee je de begeleiding moest regelen. Nu kijken we zelf wat een leerling nodig heeft. We krijgen minder geld, maar het beschikbare geld wordt beter besteed.”
Gewoon naar school met pdd-nos
“In het begin moest ik me elke morgen melden” Op het AOC krijgen kinderen met leer- en gedragsproblemen de kans mee te draaien in het regulier onderwijs. Als jij zo’n leerling bent, dan praat je daar liever niet over, maar Dylan (14) wil wel iets over zichzelf vertellen. “Ik heb geleerd dat ik niet op anderen moet letten.” Geen probleem, we noemen hem Dylan. Hij heeft pdd-nos en ervaart problemen in het omgaan met anderen. Ook heeft hij HMS,
Annet Scholten: “Ouders die een veilige plek voor hun kind zoeken, komen vaak bij onze school uit.”
een afwijking waardoor je arm of been zomaar uit de kom kan schieten. Dylan: “Op de basisschool ging het al mis. De kinderen in mijn groepje gedroegen zich niet goed. Ik deed mee en kreeg vaak straf. Groep 7 en 8 heb ik in het speciaal onderwijs gedaan.” Maar hoe moest het verder?
Valse start Dylan houdt van dieren en koos voor AOC Twello. Helaas maakte hij een valse start. “Van september tot en met december moest ik vanwege mijn rug op mijn buik op een matje liggen. Ik werd daar heel depressief van. En toen ik weer naar school kon, zag ik er tegen op om iedereen weer te zien. Omdat ik pdd-nos heb, vat ik dingen soms anders op. Soms ben ik ineens verdrietig en dan weer heel blij. Of soms heel druk en dan weer heel stil. Ik heb m’n klasgenoten verteld wat ik heb en dat ze daar niet bang voor hoeven te zijn. Hier op school word ik geholpen om mee te draaien in de groep. Ik leer dat ik niet op anderen moet letten en dat je best doen genoeg is. En dat ik om hulp moet vragen, als dat nodig is.” “Mijn moeder heeft heel veel voor mij gedaan. Toen ik op m’n buik moest liggen, overhoorde ze mij en schreef ze op wat ik als huiswerk moest maken. Later bracht ze mij naar school en haalde mij weer op. Zonder haar was het niet gelukt zo ver te komen.” Expertise Punt “In het begin moest ik me elke morgen melden op het Expertise Punt. Nu niet meer. Ik werk met een opbouwschema.
Ik kan steeds meer en langer gewoon functioneren in de groep!” Ruth Huiskamp, de vaste begeleider van Dylan, zit bij het gesprek en beaamt dat: “Je bent echt vooruit gegaan. Daar mag je best trots op zijn! Voor ons was het ook spannend. We hebben weleens gedacht: “Als dat maar lukt…” De school telt ongeveer vijftig leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, twintig ervan begeleidt Ruth. “Zoals het er nu uitziet, hoeft Dylan zich binnenkort niet meer bij het Expertise Punt te melden. Dan houdt mijn begeleiding op. Die wordt overgenomen door de mentor, net zoals bij alle andere leerlingen.” “Later wil ik graag in een dierentuin werken.” Volgend jaar mag Dylan een richting kiezen. “Dat wordt Dierverzorging. Ik heb een hond en konijnen en een waterschildpad en vissen. Later wil ik graag in een dierentuin werken.”
vmbo
SPECIAAL ECO-TEAM VMBO- EN MBO-LEERLINGEN
Op naar een duurzame school! De internationale organisatie Eco-Schools heeft als doel op school bezig te zijn met duurzaamheid. Docent natuurkunde Henri Kerkdijk stuurt het Ecoteam aan. “Hoe ga je met de wereld om met het oog op de toekomstige aardbewoners?” “We zijn begonnen met het scheiden van afval”, vertelt Kerkdijk “Op een keer hebben we al ons afval uitgespreid op de grond. Nou, we bleken vooral veel plastic vuilnis te produceren. Toen hebben we verschillende bakken aangeschaft en die met leerlingen en docenten samen feestelijk in gebruik genomen. Inmiddels hebben we het bronzen certificaat van Eco-Schools gehaald en gaan we nu voor zilver. Onze volgende stap is duurzaamheid integreren in de lessen. In mijn lessen praat ik bijvoorbeeld over welke energiebesparende systemen we op school hebben, zoals zonnepanelen, een sedumdak, koude/warmtekoppeling en automatisch uitschakelende verlichting.” Eco-team Het Eco-team, bestaande uit vmbo- en mbo-leerlingen, is een jaar bezig. Zij bekijken wat er nog duurzamer kan op school. “Het gaat om bewustwording”, zegt Kerkdijk. “Dat in 2060 de fossiele energiebronnen uitgeput zijn als we zo doorgaan, is voor leerlingen een ver-van-m’n-bedshow. Liever vertel ik over de planten in onze school die zorgen voor een betere koolstofdioxide-verdeling. De school is het gebouw waarin we les geven, maar is ook onderdeel van ons onderwijs.
Het Eco-team is het dak op geweest om de zonnepanelen en het sedumdak van dichtbij te bekijken en ze kunnen beter dan ik uitleggen hoe de koude/warmtekoppeling werkt.” Kranen met sensor Wouter de Brie (14) derde klas Dierverzorging en Yorg Viscaal (15), derde klas Groene Ruimte, zijn lid van het Eco-team. Waarom? Wouter: “Thuis scheiden wij afval en ik ben opgegroeid met het belang van duurzaamheid. Op de Dag van de Duurzaamheid liet het Eco-team met allerlei acties zien hoe onze school een groene school wil zijn. Dat sprak mij aan en daarom heb ik me opgegeven voor het Eco-team. We moeten zuinig zijn op de natuur. Plastic en blik moet je niet weggooien, maar hergebruiken. En je moet kritisch blijven op wat je doet. Wij hebben bijvoorbeeld waterkranen die automatisch stoppen. Dat is mooi, maar kranen met een sensor zijn beter, die stoppen direct als je klaar bent met handen wassen.”
Het Eco-team is het dak op geweest om de zonnepanelen en het sedumdak van dichtbij te bekijken
Luchtdrogers Yorg is er nog maar pas bij het Eco-team. “Wouter vroeg mij of ik op de Dag van de Duurzaamheid uitleg wilde geven bij de bijenkas. Dat was geen probleem, want ik heb thuis zelf een kas. Die dag hebben we ook verteld over de cookstove, een soort oven die gemaakt is als voorbereiding ons project in Oeganda (zie ook elders in deze krant, red). De mensen koken op een houtvuur binnen een cirkel van stenen.
Door de wind gaat er veel warmte verloren. Met de cookstove kunnen ze veel efficiënter hout stoken.” Heeft het Eco-team al veel bereikt op school? Yorg: “We hebben bijvoorbeeld de papieren handdoekjes bij de toiletten laten vervangen door luchtdrogers. Dat scheelt afval. We moeten leren bewust met de aarde om te gaan. Ook volgende generaties moeten hier goed kunnen leven.”
vmbo
De vmbo-leerwegen
Gezondheid, creativiteit, activiteit, leven en groene techniek:
Met veel groene doevakken
Vijf groene werelden
Op het vmbo, dus ook op AOC Oost, krijg je vakken als Nederlands, wiskunde en aardrijkskunde. Het diploma van AOC Oost is dan ook een gewoon vmbo-diploma. Maar vanaf de eerste klas heb jij wél veel groene vakken, zoals dieren, bloemen, planten, voeding, groene omgeving en techniek. Aan het eind van het tweede jaar stap je de leerweg in die het beste bij je past. Welke leerwegen zijn er?
Vandaag bouwen aan de groene wereld van morgen, dat is al jaren het motto van AOC Oost. Morgen is groen. Dat zal zo blijven, maar de inrichting van het onderwijs zal flink op de schop gaan. Per 1 augustus 2016 gaat het roer om. “Groen 2.0 staat centraal in het nieuwe groene onderwijs”, aldus twee bevlogen directeuren, René Vijn (locatie Doetinchem) en André Hoeben (locatie Almelo).
Basisberoepsgerichte Leerweg (BB): vooral praktijk Deze leerweg past bij jou als je praktisch bent ingesteld en graag met je handen werkt. Natuurlijk krijg je ook theorievakken, maar er is veel afwisseling en je hoeft niet steeds uit boeken te leren. Met BB kun je doorstromen naar niveau 2 en soms naar niveau 3 van het mbo. Kaderberoepsgerichte Leerweg (KB): praktijk en een beetje theorie Als je graag leert door praktisch bezig te zijn, kies je voor de kaderberoepsgerichte leerweg. Je bent bezig met de praktijk, maar volop ondersteund door de theorie. Doorstroming naar niveau 3 en soms naar niveau 4 van het mbo is mogelijk. Gemengde Leerweg (GL): theorie en een beetje praktijk De gemengde leerweg is een combinatie van denken en doen. Heb je weinig moeite met leren en weet je al een beetje welke richting je op wilt? Dan is de gemengde leerweg iets voor jou. Je stroomt meestal door naar niveau 3 of niveau 4 van het mbo of naar het havo.
Theoretisch diploma Het vmbo groen is niet alleen geschikt voor de praktisch ingestelde leerling. Met de gemengde leerweg (GL) behaal je een meer theoretisch diploma. Soms is het mogelijk om via de staatsexamencommissie het diploma theoretische leerweg (TL) te behalen, bijvoorbeeld als je naast de gemengde leerweg voor één (of meer) extra vak(ken), zoals Duits, economie of natuur-/ scheikunde, geslaagd bent. Dit kan omdat de theorievakken van de GL en de TL exact hetzelfde zijn qua inhoud en zwaarte. Het TL-diploma biedt de mogelijkheid te kiezen voor het mbo of het havo. Passend onderwijs Alle kinderen hebben recht op een passend plekje in ons onderwijssysteem. Ook onze kinderen met een leerstoornis of andere handicap moeten kunnen rekenen op extra ondersteuning en zorg, zodat zij zich binnen hun mogelijkheden zo breed mogelijk kunnen ontwikkelen. Om ook hun passend onderwijs te kunnen bieden, werkt AOC Oost samen met andere scholen in de regio.
Kortom, er is heel veel mogelijk binnen het vmbo groen.
Sommige beroepsprogramma’s in de bovenbouw van het vmbo bestaan al twintig jaar. Van overheidswege is daarom bepaald dat het vmbo moet moderniseren en beter moet aansluiten op het mbo en het bedrijfsleven. Het aantal profielen is teruggebracht tot tien. Er staan dus grote veranderingen op stapel voor het vmbo. En dat is koren op de molen van René Vijn en André Hoeben: “AOC Oost biedt straks één profiel aan en dat is groen. Een vernieuwend onderwijsprogramma, gericht op de toekomst.” Vijn enthousiast: “Vaardigheden, competenties en kennis worden steeds belangrijker. Er zal meer aandacht zijn voor technologie, met in de lokalen 3d printers en iPads. Wij gaan leerlingen opleiden voor banen in 2030.” Onderwijsvisie Het groene profiel bestaat uit een gemeenschappelijk deel, een profieldeel en een vrij deel. Het gemeenschappelijke deel is voor ieder profiel gelijk. Denk aan de vakken Nederlands, Engels, Maatschappijleer 1, lichamelijke opvoeding en tenminste één kunstvak. Het profieldeel kan per profiel verschillen. En in het vrije deel kiezen leerlingen vier beroepsgerichte keuzevakken. Eén jaar lang heeft AOC Oost zich gebogen over zijn visie op onderwijs en hoe invulling te geven aan dit vrije deel. Er wordt ingezet op loopbaanoriëntatie en begeleiding (LOB), vaardigheden, competenties en duurzaamheid. Vijf werelden Wat is de meest ingrijpende en tot de verbeelding sprekende onderwijsvernieuwing? Hoeben: “De beroepsgerichte programma’s worden vervangen door de ‘vijf werelden’, waarmee de leerlingen in het vrije deel kennismaken: de gezonde, creatieve, actieve, levende en groene technische wereld. Deze sluiten aan bij de interesses van de leerlingen en zijn ingericht rond ons thema ‘morgen is groen’.
Een groen beroep? Wat denk je hiervan?!
Je leert bij ons voor al door te doe n en te ervare n.
boswachter, landmeter, bodemonderzoeker, milieucoördinator, boomkweker, watermanager, bloembollenteler, dierenartsassistent, manege-instructeur, bedrijfsleider paardensportzaak, hondentrimmer, medewerker dierenpension, hoefsmid, ijsmaker, productontwikkelaar, groentekweker, veehouder, tuinbouwadviseur, chef versafdeling, monteur landbouwwerktuigen, loonwerker, medewerker weg- en waterbouw, bloemist, decorateur, keurmeester snijbloemen, greenkeeper, jachthavenmedewerker, hovenier, medewerker recreatiepark, begeleider sport en spel, medewerker architectenbureau, ontwerper speel- en recreatievoorzieningen, winkelmanager, verkoper dierenwinkel, medewerker groothandel en logistiek, vertegenwoordiger, zelfstandig ondernemer, medewerker zorgboerderij, aromatherapeut, schoonheidsspecialist, activiteitenbegeleider, arbo werkplekadviseur, ...
Bij de actieve wereld moet je denken aan het groene domein in de volle breedte: outdoor-activiteiten en sporten in het groen.” Lacht: “Maar ook een drankje drinken in het groen. Recreatie dus.” Vijn vult aan: “De levende wereld draait om planten, dieren, mensen en verzorging. En wat moeten we denken bij de groene technische wereld? “Een technische benadering van groen. Denk aan klimaatbeheersing in kassen, aan voedingstechniek. Er zit enorm veel techniek in groen” Sapfabriek en dakterras De leerlingen krijgen thematisch onderwijs. “Geen in stukjes geknipt onderwijs”, benadrukt Vijn. “We laten het hele verband zien, de hele keten: van zaadje naar karbonaadje, van producent naar consument.” Hoeben: “Neem het thema ‘de sapfabriek’. We beginnen bij de productie van vers sap en eindigen bij de verkoop. Of het thema ‘dakterras’. Wat komt er kijken bij het in de markt zetten van een dakterras? Leerlingen doorlopen het hele traject: van ontwerp en productie tot verkoop. Niet elk aspect zal een leerling waarderen, maar door ervaringen leren ze.” Banen van morgen In ‘de werelden’ is volop aandacht voor de ‘21st century skills’, leerlingen worden voorbereid op banen van morgen. “Onze bedoeling is dat leerlingen zichzelf leren kennen, ontdekken waar ze goed in zijn”, stelt Vijn. “Ze leren keuzes maken en werken aan hun persoonlijke ontwikkeling. Hun nieuwsgierigheid wordt geprikkeld. Niets mooier dan dat de bel gaat en leerlingen roepen: ‘Nee hè, nu al?!’ En Hoeben besluit: “Wij bereiden leerlingen voor op een keuze-proces, zodat ze de juiste keuze maken voor een mbo-opleiding. Wij dragen er zorg voor dat ze goed afgeleverd worden op het mbo. Gelukkige leerlingen, die willen wij zien.”
“De vijf werelden sluiten aan bij de interesses van de leerlingen”
mbo
Bezoek van alle studenten Dierverzorging en Dierenartsassistent aan Animal Inside Out Op 8 december 2015 zijn alle studenten Dierverzorging/Dierenartsassistenten (60 personen) en de docenten Dierverzorging uit Twello afgereisd naar Het Natuurmuseum Fryslân in Leeuwarden. De bus was te klein, dus is een 10-tal studenten en een docent met een groepskaart met de trein naar Leeuwarden gegaan. ANIMAL INSIDE OUT is een tentoonstelling van Dr. Gunther von Hagens, bekend van BODY WORLDS over de anatomie van mensen is over de hele wereld te zien geweest (ook in Amsterdam), die heeft inmiddels miljoenen bezoekers getrokken. Animals Inside Out is zijn volgende project: een tentoonstelling, waarin dieren de hoofdrol spelen. Deze tentoonstelling is dit jaar voor het eerst in Nederland te zien, een primeur voor het Natuurmuseum Fryslân! De tentoonstelling laat de studenten ‘ontdekken’ van de complexe biologie, zoölogie en fysiologie van tientallen verschillende dieren, groot en klein, gewoon en bijzonder. Bij Animals Inside Out word je neegenomen op een anatomische safari langs de meest bijzondere diersoorten. Elk dier is nauwgezet geconserveerd via het unieke proces van plastinatie dat uitgevonden is door Dr. Von Hagens. Van geit tot giraf, van olifant tot paling en van octopus tot struisvogel, bezoekers ontdekken vorm en functie van bekende en exotische dieren. “Duidelijke informatie en interessant om te zien”. Je ziet er hoe dieren er onder hun huid uitzien. Te zien is bijvoorbeeld het bloedvatenstelsel van een haai, de spieren, botten en het zenuwstelsel
van bijvoorbeeld olifanten, koeien en haaien. Een topstuk is de olifant Samba van 6 bij 3,5 meter groot. De olifant is aan een hartkwaal is doodgegaan. Een natuurlijke oorzaak dus, net zoals de andere dieren in de tentoonstelling. De meeste dieren zijn afkomstig van dierentuinen, die de dieren hebben gegeven als ze doodgaan. De studenten hebben die als zeer welkome aanvulling ervaren op hun boekenkennis. Het “echt” spreekt veel meer tot de verbeelding. De anatomische boeken en lessen komen tot leven tijdens deze onvergetelijke ervaring.
“We vonden de olifant en de giraffe het leukst”. Femke & Lotte,
mbo
Ben Kupers
Snel een baan met groene mbo opleiding “Morgen is groen”, citeert Ben Kupers het motto van AOC Oost. “Wij leiden mensen op voor morgen, mensen die straks de groene samenleving maken.” Wij spreken met de algemeen directeur mbo over groen, toekomstbestendig onderwijs. Dat klinkt goed, mensen opleiden die straks de groene samenleving maken, maar hoe doet AOC Oost dat precies? Kupers: “Dat doen we samen: studenten, docenten en bedrijven. Allereerst kijken we waar studenten goed in zijn. Eén van onze belangrijkste kernwaarden is namelijk: respect voor talent. Het is prachtig als iemand een mooi schilderij kan maken, maar dat talent heeft hij niet nodig voor een groen beroep. Wil hij creatief, gestructureerd en gepassioneerd werken in bijvoorbeeld tuinaanleg, voeding of paardenfokkerij, dan kan hij bij ons terecht, wij hebben daar allerlei opleidingen voor.” Kok? Stel iemand wil kok worden of vergeten groentes kweken. Is het AOC dan het juiste adres. “Nee”, zegt Kupers. “Wij bieden geen horeca-opleiding. Onze studenten kunnen wel aan het werk in de voedselbranche, in productiebedrijven zoals Campina en Bolletje. En voor groenten kweken verwijzen we door naar onze collega’s van de Groene Welle in Zwolle om de doodeenvoudige reden dat we daar te weinig aanmeldingen
voor krijgen. Omgekeerd verwijst de Groen Welle ook weer door naar ons voor MBOopleidingen die zij niet in huis hebben.” Natuur en duurzaamheid Bij AOC Oost is respect voor de natuur een vereiste. Kupers: “Hier leer je met je hoofd, je hart en je handen. Onze studenten zijn doeners, praktijkmensen, die respectvol omgaan met de natuur. En de focus ligt daarbij op duurzaamheid. Dat zit als het ware in de haarvaten van ons onderwijs. De groene ruimte is voor ons allen van belang. Iedereen is ermee bezig, van tuinaanleg en veilige voeding tot wegenaanleg en waterbeheer. Je kunt dus zeggen dat wij door in te zetten op duurzaamheid, toekomstbestendig onderwijs bieden.” Praktijk Bij AOC Oost wordt veelvuldig samengewerkt met het bedrijfsleven. “In de praktijk leren ze het meeste. Op school simuleren we daarom vaak praktijksituaties, zodat onze studenten onder begeleiding kunnen oefenen in een zo echt mogelijke, veilige situatie.
Xmas inspiration by nature
Niks is recht toe recht aan, alles mag anders Rode kerststerren verwelkomen de bezoeker bij de ingang van de Deventer Lebuïnuskerk. Wie de serene kerkruimte betreedt, wacht een aangename verrassing. In dit middeleeuwse decor geen gezellige kerststukjes, maar uitbundige, fraai vormgegeven arrangementen. Dit is: Xmas inspiration by nature. ”Sanne wijst naar een opvallend arrangement dat bestaat uit diverse statafels, in verschillende hoogtes, grillige vormen, met bladen van piepschuim, beplakt met handgeschept papier, ingenieus met elkaar verbonden door een web van koordelastiek. Talloze steekbuisjes met roze, witte en paarse anturium, traditionele en papieren kerstballen, en groene kerstmaterialen zorgen voor kleur en een kerstsfeer. “Kijk, zo’n groot object is echt aanwezig, hier staat iets. Dit ontwerp is van stylist Geertje Stienstra. Vijftien AOC Oost studenten van alle locaties hebben hieraan meegewerkt.”
Sanne van Essen is eerstejaars Bloem & Design in Twello. Enthousiast leidt ze ons langs de spectaculaire arrangementen. Xmas inspiration by nature roept niet meteen een kerstgevoel op, zo zonder herdertjes, engeltjes en overdadig kerstgroen. “Dat klopt”, beaamt Sanne. “Het gaat om de sfeer, om de aanloop naar kerst, maar ook om wat daarna komt. Dat maken we zichtbaar met winterkleuren en natuurlijke materialen zoals wol, hout, bamboe, takken, bladeren, bloemen.” “Met onze arrangementen maken we een statement, namelijk dat het anders mag. Het hoeft niet recht-toe-recht-aan of standaard te zijn. Het gaat om het gevoel dat je krijgt als je binnenkomt en zoiets ziet.
Arrangeur Ingrid Lenderink is de vormgeefster van een object middenin de kerk. “Dit krijgt veel bekijks”, heeft Sanne gemerkt.
Ben Kupers: “De focus ligt op duurzaamheid. Dat zit als het ware in de haarvaten van ons onderwijs.”
Ze leren opdrachten uit te voeren die reëel zijn, werkelijk zo voorkomen in de praktijk”, aldus Kupers. “Ze krijgen zeker niet minder theorie dan vroeger, maar de theorie spitsen we veel meer toe op de praktijk. En we overleggen met de bedrijven over wat hun toekomstige medewerkers nodig hebben aan kennis en vaardigheden. We leiden onze studenten op voor nu, maar ook over vijf jaar moeten ze verder kunnen.” Arbeidsmarkt Wat zijn je kansen voor de arbeidsmarkt met een AOC-diploma? “Die schat ik heel hoog in voor bijna al onze opleidingen”, weet Kupers stellig. “Behalve misschien dierverzorging. In kennels en dierenwinkels zijn niet veel banen, maar in de paardenhouderij en als dierenartsassistente paraveterinair ben je daarentegen zo aan de slag. Gelukkig krijgt iedere mbo-student hier wel zoveel mee, dat ze er ook elders mee aan het werk kunnen. Een grote groep studenten gaat werken, een klein deel stroomt door naar het hbo. In ieder geval zijn weinig van onze mbo-studenten lang werkloos.”
“De mensen vinden het erg mooi. Je kunt er omheen wandelen en tussendoor lopen. Aan alle kanten is iets te zien. Het is een soort gang tussen twee muren van boomstammetjes, die opgevuld zijn met uiteenlopende materialen en vormen. Het object is in tweevoud neergezet. De ene muur is opgevuld met sisaltouw, koperkleurige flesjes met boeketjes bloemen, de andere muur met decoraties van hout, gedroogde berenklauw, dennenappels, cosmos en dergelijke. De opdracht was: laat zien wat je allemaal kunt doen met natuurlijke materialen.” Nog een groot, in het oog springend object dat veel bewondering oogst, is een enorme witte kerstbal, geflankeerd door een vijftal grote witte gestyleerde bloemen. “Dit arrangement is van Stijn Simaeys. In de bal is touw verwerkt, opgevuld met witte Lysianthus in steekbuisjes” legt Sanne uit. “Die laag sneeuw onder de bal is een vacht van gevilte wol. Mooi materiaal, hè? Kijk, het is ook gebruikt voor de bloemen; die zijn gevormd uit kippengaas met gevilte witte wol en poedersneeuw. Het hart is een biedermeier boeket van Lysianthus.”
Voor alle 200 AOC Oost-studenten Bloem & Styling stond afgelopen november in het teken van het kerstevent ‘Xmas inspiration by nature’, in de Lebuïnuskerk te Deventer. Maar liefst dertien toparrangeurs en stylisten onder wie Pim van den Akker en Hanneke Frankema (beiden bekend van tv!) verzorgden diverse workshops voor studenten én docenten. Onder hun leiding creëerden ze de prachtigste arrangementen, die ook voor publiek werden geëxposeerd. Teamleider Bloem & Styling Jan ter Horst: “We organiseren elk jaar een event waar de studenten kunnen laten zien wat ze in huis hebben. Het is een prachtige gelegenheid om ons vak te promoten.”
mbo
Gerben Kleine Haar over opleiding Veehouderij
“Volop werkgelegenheid door onder andere schaalvergroting” “De mineralenkringloop wordt steeds meer een hot item,” concludeert Gerben Kleine Haar, teamleider Loonwerk en Veehouderij. “De boer moet daar rekening mee houden. En ook met wat de consument ervan vindt.” Het melkquotum is verleden tijd. Kan de melkveehouder nu onbeperkt uitbreiden? “Uitbreiden kan, maar niet onbeperkt. Voor het melkquotum komt als het ware een ‘mineralen-quotum’ in de plaats. Hoe zich dat precies zal ontwikkelen, is lastig te voorspellen”, denkt Kleine Haar. “De ontwikkeling van gescheiden mestafval, het scheiden van poep en pies, zal belangrijker worden. Maar ook hoe je je dieren voedt, hoe je denkt over beweiding. Hoe meer je een gesloten kringloop tot stand kunt brengen, hoe beter het is. Voor het milieu, maar ook voor je bedrijf.” Milieu en consument Het milieu maar ook de consument vraagt aandacht van de boer. De veehouder leeft niet in een eigen wereld. “Hij heeft steeds meer rekening te houden met de wensen van consumenten”, constateert Kleine Haar. “Die willen bio-melk of een schoon stukje vlees. Hun wensen kun je niet achteloos naast je neerleggen. De consument heeft altijd gelijk, dus je moet op zijn wensen inspelen.” Om zijn bedrijf rendabel te houden is de veehouder van nu bezig met schaalvergroting. Iets wat steeds meer kennis vraagt. Kleine Haar: “De helft van onze afgestudeerde mbo-4 studenten veehouderij gaat door naar de HAS. Daar doen ze het goed!
Een nieuwe ontwikkeling is dat steeds meer havisten bij ons de 3-jarige mbo-4 opleiding doen en dan pas doorstromen naar de HAS. Ze hebben voldoende algemene kennis, zoals talen, economie en scheikunde, maar missen specifieke vakkennis en vakervaring. Die doen ze bij ons op.” Niveau 4: best pittig! “Veehouderij op niveau 4 is best pittig”, vindt Kleine Haar, “Je wordt klaargestoomd voor het ondernemerschap. Daar komt heel wat bij kijken. Je moet inzicht krijgen in hoe de economie in elkaar zit, je moet een toekomstvisie voor je bedrijf kunnen opzetten, je moet aan zelfreflectie doen - hoe zit ik in elkaar, wat zijn m’n sterke en zwakke kanten.”
Volop werkgelegenheid De werkgelegenheid ontwikkelt zich uitstekend in deze branche. Hoe komt dat? Kleine Haar: ”Onder andere door de schaalvergroting die momenteel plaats vindt. Veel boeren kunnen het niet meer alleen af. Ze hebben medewerkers nodig, met name op niveau 2 en 3. Het merendeel van de mbo-studenten kiest voor de richting melkveehouderij, maar in de varkens- en pluimveesector is nog meer werkgelegenheid.”
Gerben Kleine Haar: “Een aantal docenten bij ons is zelf boer. Zij kennen de praktijk van alledag.”
Veel stages Bij Veehouderij wordt veel aandacht besteed aan stages. Kleine Haar: “Je leert makkelijker met je neus bovenop de praktijk. Daarom gaan onze studenten veel op stage, binnen en buiten de regio, ook altijd bij een boer met een melkrobot, en acht weken naar het buitenland. Ook van groot belang zijn stages in de ‘periferie’, bij bijvoorbeeld een voederleverancier, een accountant, een agrarisch adviesbureau. Dan leer je van een andere kant naar het veebedrijf te kijken.”
Loonwerk
“Meer dan voldoende werkgelegenheid op niveau 3 en 4’ “Tegenwoordig ligt de focus vooral op de teelt en de dienst, niet op de techniek, zoals vroeger”, legt Gerben Kleine Haar uit. Die verschuiving ziet hij duidelijk in het loonwerk. AOC Oost past haar opleidingen daarop aan. “We zijn dit schooljaar gestart met een opleiding op mbo-niveau 4. Medewerkers in een loonwerkbedrijf moeten kunnen plannen, relaties onderhouden, uitvoerige kennis hebben van de bodemgesteldheid en de boer deskundig kunnen adviseren”, aldus Kleine Haar. “De loonwerker van vandaag moet uit de cabine komen en met de klant overleggen over de inhoud van de te leveren dienst. Communicatie speelt een belangrijke rol. Dat vraagt meer van de loonwerker en daar passen wij onze opleiding op aan.”
Ze zijn groter, ingewikkelder, computergestuurd. Ze kosten makkelijk 1 à 2 ton. Daar moet veilig en zorgvuldig mee omgegaan worden. GPS-besturing komt steeds meer voor in onze sector. Nu al kunnen twee trekkers naast elkaar werken, waarvan er één bemand is. Straks zullen wellicht onbemande machines op het land werken. En drones brengen de bodemkenmerken in kaart. Daarop wordt dan bijvoorbeeld de bemesting aangepast: op het ene deel van de akker meer strooien, op het andere deel minder.”
High tech op de akker Kleine Haar ziet nog steeds dat er voldoende uitzicht is op werk in deze sector. Op niveau 2 (de man of vrouw in de cabine) wat minder, op niveau 3 en 4 meer dan voldoende. Kleine Haar: “We noemden onze opleiding vroeger ‘Mighty Machines’. De techniek stond centraal. Maar de machines zijn ondergeschikt geworden.
Twee richtingen De loonwerk-opleidingen kunnen worden gevolgd in Almelo en Doetinchem. De laatste krijgt zelfs het predicaat ‘Cumela Academie’ van de brancheorganisatie van loonwerkbedrijven en hoort daarmee bij de eerste drie van Nederland. De opleiding kent twee richtingen: agrarisch loonwerk en cultuurtechnisch loonwerk (het onderhoud van niet-agrarische gronden, zoals bermen en sportvelden). Voor beide richtingen wordt stage gelopen bij de boer en in de cultuurtechniek, zodat de studenten beide leren kennen.
“We noemden onze opleiding vroeger ‘Mighty Machines’. De techniek stond centraal. Maar de machines zijn ondergeschikt geworden aan de dienst.”
Gerben Kleine Haar: “De loonwerker van de toekomst is gesprekspartner voor de agrariër.”
mbo
Jan ter Horst, teamleider Bloem & Styling:
“Wij verwerken wat de natuur te bieden heeft” “We zijn continu bezig met productontwikkeling, designontwikkeling, mode en trends”, zegt Jan ter Horst, teamleider Bloem & Styling. Van zijn studenten verwacht hij vooral: passie en creativiteit.
“Mijn ouders runden een tuincentrum, dus het bloemenvak zit als het ware in mijn genen”, vertelt Jan Ter Horst. “Prachtig vond ik het. Nadat ik het diploma Meester Bloemsierkunst had gehaald, heb ik jaren in het familiebedrijf gewerkt. Ondertussen gaf ik ook les bij AOC Oost. Dat vond ik zo leuk dat ik de docentenopleiding heb gevolgd en fulltime ben gaan lesgeven.” Inspiratie Tegenwoordig is hij voor alle AOC Oostlocaties de teamleider van het werkveld Bloem & Styling, dat de richtingen Bloem & Design en Design & Styling omvat. Wat is het verschil tussen die twee? Ter Horst: “Er is veel overlap, zo’n 70 % van de lessen zijn hetzelfde. Alleen werk je bij Bloem & Design wel met bloemen en bij Design & Styling nauwelijks. Met de eerst opleiding word je bloemist of medewerker in een bloemenzaak of tuincentrum. Bij de tweede ben je meer bezig met ontwerpen van producten en styling van vooral natuurproducten. Je wordt etaleur, designer of stylist. Ook zien we veel studenten doorstromen naar de kunstacademie of andere creatieve HBO opleidingen. Natuur en groen, dat zijn voor het hele werkveld dé inspiratiebronnen. Het is de rode draad in onze lessen. En op alle mogelijke manieren integreren we duurzaamheid in ons onderwijs.”
Groene ruimte op het mbo:
Veel praktijkactiviteiten en leren samenwerken Alle groene onderwijsactiviteiten op het mbo worden uitgevoerd door één team met één werkveldleider: Hans Kroekenstoel. “Dat is wel zo efficiënt. Je hoeft het wiel maar één keer uit te vinden.” Elke groendocent heeft een plaats in het team en houdt zich vaak bezig met meerdere disciplines. Hij staat voor de klas, verzorgt de onderdelen groen in de praktijk, bezoekt de stagebedrijven en geeft cursussen via het cursusbureau op de bedrijven. Bijvoorbeeld een cursus veilig werken langs de weg. “Onze accountmanager is altijd onderweg om te inventariseren wat er in de regio speelt. Het project ‘Baanbrekend landschap’ is daar uit voortgekomen; mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt kunnen daarbij herintreden in de groene sector, de scholing verzorgen wij.” Voortdurend vernieuwd “Onze studenten werken graag buiten. Sommigen specialiseren zich in het klein groen, zij willen hovenier worden. Anderen geven de voorkeur aan groot groen en komen terecht in het gemeentelijk of landschappelijk groen.” AOC Oost heeft een eigen studentenbedrijf, waar men kan oefenen in de rol van uitvoerder van een project voor een externe opdrachtgever. “Studenten krijgen dan te maken met ontwerpen en begroten, werk voorbereiden en begeleiden van een project. Vervolgens gaan ze dat ook doen op het stagebedrijf.” Kroekenstoel is erg te spreken over de mbo-opleiding. “In overleg met het bedrijfsleven wordt het groene onderwijs voortdurend vernieuwd. Dat geldt voor niveau 1, 2, 3 en 4.
Er zijn veel praktijkactiviteiten op school, waarbij studenten moeten samenwerken. En een deel van de schoolweek is stage op het bedrijf, waar ze alle seizoenen meemaken.” Trends Trends gaan niet aan het team voorbij. Drones bijvoorbeeld. “Zo’n drone vliegt over een groot project en maakt opnames die je kunt koppelen aan digitale kaarten. Je hoeft dus niet meer door het hele gebied te lopen om te kijken welk onderhoud je moet plegen. We gaan ze aanschaffen om in te zetten in ons onderwijs.”
Kostbaar materiaal Weinig bloemen bij Design & Styling? Maar wat dan wel? “We verwerken echt alles wat de natuur biedt en ook hergebruiken we van alles en nog wat”, legt Ter Horst uit.
“Waardeloos materiaal kennen we niet, zelfs afval is voor ons bruikbaar materiaal.” De studenten moeten dus wel creatief zijn. “Zeker”, beaamt Ter Horst. “Maar ze moeten vooral veel passie hebben, enthousiasme en liefde voor dit vak. En dan is het mooi meegenomen als ze een goed gevoel hebben voor kleur, compositie en vormgeving. Uiteraard is er tijdens de lessen ook veel aandacht voor klantencontact en sociale vaardigheden.” 3D-printer Om de studenten zoveel mogelijk voor te bereiden op de arbeidsmarkt wordt nauw samengewerkt met bedrijfsleven en brancheorganisaties. Ter Horst: “Alle partijen hebben belang bij continuïteit. Er moeten immers steeds opnieuw vakbekwame mensen door ons afgeleverd worden. We zijn dan ook continu bezig met productontwikkeling, designontwikkeling, innovatie, mode en trends. Dit jaar experimenteren we bijvoorbeeld voor het eerst met een 3D-printer. Gastdocenten uit het bedrijfsleven verzorgen lessen en onze docenten worden bijgeschoold door toparrangeurs. Op open dagen laten de studenten het publiek zien wat ze kunnen. Ook organiseren we jaarlijks een groot event waarin bedrijfsleven, docenten en studenten samenwerken. Dit schooljaar hebben we dat heel groots aangepakt met ‘Xmas inspiration by nature’ in Deventer (zie ook elders in deze krant, red.)”
Jan ter Horst: “Waardeloos materiaal kennen we niet. Zelfs afval is voor ons bruikbaar materiaal.”
Hans Kroekenstoel: “Leerlingen houden niet van stampwerk en met deze app wordt leren leuker”
Een andere ontwikkeling is een app van de brancheorganisatie waarmee studenten elke dag enkele plantennamen leren. “Ze houden niet van ‘stampwerk’ en met deze app wordt leren leuker, er zit een soort wedstrijdelement in.” Groen staat volop in de belangstelling, dat is wel duidelijk, besluit Kroekenstoel. “In het verleden werd het belang van groen nog wel eens onderschat. Nu is er sprake van de economische meerwaarde van groen. Ook groenbeleving hoort daar natuurlijk bij.”
mbo
Dick van der Meijden, teamleider Voeding:
“AOC Oost leidt breed inzetbare en gekwalificeerde voedingsoperators op” “Wist je dat de voedingsindustrie de grootste industrietak van Nederland is? En dat hier in de regio grote producenten gevestigd zijn?” Dick van der Meijden, teamleider Voeding, somt er een aantal op en eindigt het rijtje met: “Die zitten allemaal te springen om vakmensen!”
“Grolsch, Bolletje, Johma, Friesland Campina, Bonfait, Aviko, Zwanenberg… en zo kan ik nog wel even doorgaan. Allemaal moderne foodbedrijven met volop werkgelegenheid. Door de steeds verdergaande automatisering en innovatie zijn operators nodig met een goede opleiding, op niveau 3 en 4, en op hbo-niveau. Daar vragen de bedrijven naar.” Food-operators Ook het ROC leidt operators op. Wat is het verschil met het AOC? “Het ROC leidt procesoperators op, echt technische mensen; wij leiden food-operators op, mensen die affiniteit hebben met voeding. Maar we doen ook dingen samen met het ROC. Als je bijvoorbeeld bij Bolletje aan de verpakkingslijn werkt, dan is dat meer techniek dan voeding.”
Kennis en innovatiekracht Onze voedingsindustrie heeft een sterke, internationale positie met toekomst, is Van der Meijden van mening. “Wij moeten het niet hebben van lage lonen, maar van kennis en innovatiekracht. Het is niet zomaar dat er in China vraag is naar Nederlandse babyvoeding. Daarom moeten we onze kennis op peil houden. De bedrijven doen dat ook zelf door hun medewerkers bij te scholen naar niveau 3 en 4. Wij als AOC Oost zorgen ervoor dat onze studenten met een breed kwalificatiedossier van de opleiding komen. Kwaliteitscontrole, productontwikkeling, middle management, operating, al die zaken komen aan bod in de opleiding. Onze studenten zijn dus breed inzetbaar. Wij leiden geen bierbrouwers of kaasmakers op, maar wel gekwalificeerde voedingsoperators die na een korte interne opleiding op niveau aan de slag kunnen.”
Dick van der Meijden: “Je bent ook heel concreet met voedsel bezig.”
bereiden van salades voor winkels. Daar komt productontwikkeling en laboratoriumwerk bij kijken. In de Gezonde kantine op onze scholen leren de studenten samen producten te bedenken, te bereiden en te verkopen. Dan ben je heel concreet met voedsel bezig, met ingrediënten, voedselveiligheid, hygiëne en kostprijs.”
Ambachtelijk De opleiding is ook breder geworden in die zin dat naast het industriële ook het ambachtelijke aspect meer aan bod komt. Van der Meijden: “Denk daarbij aan de cateringsector die snel groeiend is, aan de maaltijdverzorging voor bijvoorbeeld ouderen, maar ook aan het ontwikkelen en
Gert Meijer, teamleider mbo werkveld Dier:
“Onderwijs dat opleidt voor een beroep is zó leuk”
“Wij streven er naar dat de bovenregionale uitstraling en kwaliteit van de opleiding Paard gewaarborgd blijven.”
“Dit is een vreselijk leuke school met veel kwaliteiten. Zoveel talenten, zoveel enthousiasme. In mijn functie gaat het er onder meer om al die talenten in te zetten.” Aan het woord is Gert Meijer, interim teamleider mbo werkveld Dier en onderwijsman in hart en nieren. Een breed scala aan mensen die een schat Learning by doing, daar is Gert Meijer een aan praktijkervaring meebrengen en een groot voorstander van. En dat is tegelijk hart hebben voor onderwijs.” ook de reden dat hij zo enthousiast is over beroepsonderwijs. “Onderwijs dat opleidt Kwaliteitsslag voor een beroep is zó leuk. Zorg dat je een Wat is er nu mooier voor mbo-leerlingen gepassioneerde gek voor de klas krijgt en dan om les te krijgen van mensen uit de de rest komt vanzelf”, lacht hij. “Doe leuke praktijk, wil Meijer maar zeggen. “Het is dingen met leerlingen, dan gaat het vanzelf nogal een verschil of een docent alleen goed.” theorie overbrengt of uit eigen ervaring put.” Docenten ontwikkelen zelf hun lesPassie en praktijk stof en wisselen hun ervaringen uit met Gelukkig zijn er bij AOC Oost volop gepascollega’s. “Er is veel onderling overleg. We sioneerde docenten te vinden. Meijer somt zijn namelijk bezig met een kwaliteitsslag op: “We hebben hier een marketingdodie in augustus rond moet zijn”, legt Meijer cent met een eigen bedrijf, een vroegere uit. veearts die docent is geworden, een oud dierenarts die het zo leuk vond om stagi“De mbo-opleidingen Dierverzorging en aires te begeleiden dat hij vervolgens het Paraveterinair zijn te vinden op de drie onderwijs in is gegaan, een docent die alles locaties Twello, Doetinchem en Enschede; weet over herpeten - dat zijn slangen en die moeten er hetzelfde uit gaan zien. Dat hagedissen, en als hij begint te vertellen is goed voor de ontwikkelkracht, uitstraraak je vanzelf geboeid, iemand die ‘wild ling, teambuilding en uniforme kwaliteit life management’ heeft gedaan en nu diervan deze opleidingen. Ook worden voor de verzorging geeft en ga zo maar door. opleiding Paard in Enschede alle nieuwe “De mbo-opleidingen ontwikkelingen opgenomen in het onderDierenverzorging en Paraveterinair wijsprogramma. Wij streven er naar dat in Twello, Doetinchem en de bovenregionale uitstraling en kwaliteit Enschede, moeten er hetzelfde uit gewaarborgd blijven.” Aan de teamleiders gaan zien.” de schone taak om deze kwaliteitsslag in goede banen te leiden. Voor Gert Meijer is dit allesbehalve een straf. “Al die ervaringen, het enthousiasme en zoveel kwaliteiten, die gaan we goed benutten.”
Groei•
Werken aan groen vakmanschap in de VHG Brancheopleiding De VHG Brancheopleiding is een vaktechnische deeltijdopleiding voor werkenden in de groensector. Of voor mensen die in de toekomst in de sector willen gaan werken en niet beschikken over een vakdiploma. In drie jaar wordt de deelnemer in de avond-uren door Groeipunt, onderdeel van AOC Oost, opgeleid voor het hoveniersdiploma dat wordt uitgegeven en erkend door Branchevereniging VHG. De vakopleidingen die aandacht besteden aan theorie en praktijk en geen algemene vakken als Nederlands, Engels en wiskunde bevatten, worden door de deelnemers volop benut én gewaardeerd. “Toen bij mijn huidige werkgever het takenpakket veranderde, kwam er meer ruimte om na te denken over wat ik nu écht leuk vind. En dat is groen en tuinieren. Ik zou graag tuinontwerper zijn, maar hoe word je dat? Je kunt wel een tuin tekenen, maar als je niet weet wat je erin zet ... Toen ben ik op internet gaan zoeken naar een passende opleiding en kwam ik bij de VHG Brancheopleiding uit’ vertelt Tobi Brinkman die de opleiding aankomend hovenier en hovenier in één jaar volgt. Hij werkt bij Blom Opleidingen waar hij verantwoordelijk is voor IT, Faciliteit en Kwaliteit en loopt in het kader van de brancheopleiding op zaterdag stage bij Scholten Hoveniers in Markelo.
Dat is prettig. Op mijn stageadres doe ik alle klussen mee. De variatie in het werk, het buiten zijn, het voelt allemaal heel goed en gezond ook. Ik heb nu geen last meer van mijn rug, dat had ik op·kantoor altijd wel. Ik ben nu aan het onderzoeken ‘Het is zó leuk, welke toekomstmogelijkheden dat het niet zwaar valt’ er voor mij zijn in de groensector. Eerst deze opleiding afronden en dan de vervolgopleiding voor vakbekwaam hovenier doen. Daarin komt ook tuinontwerpen aan bod!” Grofweg kent de opleiding twee soorten cursisten. De ene helft bestaat uit cursisten die al bij een hovenier werken maar nog niet gediplomeerd zijn of hun kennis willen opfrissen. De andere helft is uit andere branches afkomstig en wil zich omscholen. Jeroen Zijlmans, beleidsmedewerker VHG, schetst in een artikel dat onlangs in Tuin en Landschap verscheen het voordeel van deze avondopleiding voor instromers, ten opzichte van een reguliere dagopleiding. “Wanneer je ouder bent dan twintig, moet je je afvragen of je kiest voor een mboopleiding waar een aanzienlijk deel van de tijd op gaat aan algemene vakken én je een dag loonderving hebt, of dat je kiest voor de vakopleiding die alleen gaat over het vak, in de avonduren plaatsvindt en waarbij je erg gemotiveerde klasgenoten hebt.”
Tobi: ‘De combinatie van twee opleidingen in één jaar, naast mijn huidige baan is pittig, maar het is zó leuk dat het niet zwaar valt. De leerstof is gemakkelijk in de praktijk te brengen en de docent is heel enthousiast. Met hem en de andere deelnemers werk je op een volwassen manier samen.
De vakopleiding kent diverse niveaus. Aan het eind van ieder jaar ontvangen cursisten een certificaat, na drie jaar het diploma Vakbekwaam Hovenier.
www.groeipunt.nl
Hieronder de vakken per niveau 1. Aankomend hovenier: Plantenkennis, Bodemkunde, Bemestingsleer, Aanleg- en onderhoudswerkzaamheden. 2. Hovenier: Landmeten Waterpassen, Begroten en werkplannen, Planten kennis, Toegepaste beplantingsleer, Algemene vakkennis, Basishandelingen tuintekenen, Basishandelingen techniek van de aanleg. 3. Vakbekwaam hovenier: Verdieping toegepaste beplantingsleer, Verdieping begroten en werk plannen, Verdieping algemene vakkennis, Specialisatie aanleg: Techniek van de aanleg (complexe aanlegwerkzaamheden), Veilig werken met bosmaaier en motorkettingzaag of de specialisatie Tuinontwerpen: Ontwerpen tuinen, Beplantingsplannen, Begrotingen, Presentatietechnieken.
Er wordt ook gewerkt met gastdocenten. Regelmatig komen er mensen uit de praktijk langs zoals een fruitboomkweker, een schrijver van tuinboeken of een specialist op gebied van dak- en gevelgroen. Aansluitend aan het diploma Vakbekwaam hovenier is sinds kort de brancheopleiding voor Aankomend projectleider mogelijk. Deze opleiding duurt twee jaar. Project voorbereiden - Planvorming, denk aan beheerplannen en ontwerpen - Bestekken, calculeren, werkvoorbereiden Project uitvoeren - Projectorganisatie en projectuitvoering - Kwaliteitszorg, personeelsbeleid - Bodem- en beplantingsleer
Meer informatie is te vinden op onze website www.groeipunt.nl. U kunt ook telefonisch contact opnemen met Groeipunt, telelefoon 088 2620700.
AOC Oost
Beleef groen onderwijs bij AOC Oost Morgen is groen bij AOC Oost. Wij leiden de mensen op die straks de groene samenleving maken. De vakmensen die zorgen voor gezond eten, die het landschap kleuren of die richting geven aan hergebruik. Want morgen is immers groen. In de vertrouwde wereld van AOC Oost leer je daarom vandaag hoe dat in de toekomst kan. Je ruikt de bloemen, voelt de dieren en proeft het voedsel. Je werkt aan nieuwe technieken en ontdekt nieuwe mogelijkheden voor jezelf en je omgeving. In de praktijk van vandaag bouw je aan de groene wereld van morgen. Met een beroepsopleiding van AOC Oost ben je klaar voor de groene toekomst. De werkgelegenheid in de groensector neemt de komende jaren toe. Morgen ligt er dus een uitdagende baan op jou te wachten! Vandaag beleef je groen onderwijs in een omgeving waarin je jezelf kunt zijn en iedereen elkaar kent. Welke locatie je ook kiest, bij AOC Oost weet je ‘mijn morgen is groen!’
Opleidingen AOC Oost verzorgt (Voorbereidend) Middelbaar Beroepsonderwijs - dus vmbo en mbo - voor natuur, voeding en leefomgeving. De AOC-opleidingen lopen uiteen van de meest praktische vmbo-opleiding tot Het Groene Lyceum, waar je in 6 jaar een mbo-diploma kunt behalen. Ook biedt het AOC diverse groene mboopleidingen. Verder verzorgt AOC Oost in company bedrijfsopleidingen en advies vanuit het opleidingscentrum Groeipunt.
In de praktijk van nu werk je aan de groene wereld van morgen
Groeipunt laat mensen en bedrijven groeien Een bedrijf dat wil groeien moet z’n medewerkers laten groeien. Groeipunt helpt daarbij. Groeipunt adviseert, geeft cursussen en verzorgt bedrijfsopleidingen op maat voor elke groene beroepsgroep. Werkplek-leren en ‘coaching on the job’ zijn specialiteiten van Groeipunt. Met hulp van Groeipunt leren mensen efficiënt te werken, kwaliteit te leveren en zich flexibel op te stellen. Dat draagt ook bij aan hun motivatie, hun werkhouding en hun instelling. En dat alles levert het bedrijf heel veel rendement op.’
Vijf locaties AOC Oost heeft vijf vestigingen: Almelo, Borculo, Doetinchem, Enschede en Twello. De vmbo-opleidingen worden in alle vijf plaatsen gegeven. Het Groene Lyceum kan in Almelo en Doetinchem worden gevolgd. Voor een mbo-opleiding kun je terecht in Almelo, Doetinchem, Enschede en Twello. Een geschikte vervolgopleiding vind je dus altijd in de buurt. Bij AOC Oost werken 550 mensen en volgen ruim 5600 leerlingen, studenten en deelnemers onderwijs. Het College van Bestuur en de Centrale Services zijn gevestigd in Lochem.
Open dagen
Open dagen vmbo
Open dagen mbo
Open dagen
Kom, zie en beleef!
Almelo
Almelo
Het Groene Lyceum
woensdag 27 januari 2016 15.00 tot 20.00 uur
vrijdag 22 januari 2016 van 16.00 tot 20.30 uur zaterdag 23 januari 2016 van 10.00 tot 13.00 uur
De open dagen van AOC Oost oogsten alom veel lof. Wie gewoon eens langskomt om te “snuffelen” aan één van de opleidingen, wil vaak meteen al wel blijven. Kom dus gerust en beleef onze groene wereld. Kijken kost niks, toch!?
Bornerbroeksestraat 348 7609 PH Almelo Tel. 0546 834210
Borculo woensdag 20 januari 2016 14.30 tot 17.00 uur en 18.30 tot 21.00 uur
Ruurloseweg 35 7271 RS Borculo Tel. 0545 259 910
Doetinchem woensdag 20 januari 2016 14.00 tot 16.30 uur en 18.00 tot 21.00 uur Gezellenlaan 14 7005 AZ Doetinchem Tel. 0314 375 980
Enschede vrijdag 29 januari 2016 van 16.00 tot 20.30 uur zaterdag 30 januari 2016 van 10.00 tot 13.00 uur Hengelosestraat 481 7521 AG Enschede Tel. 053 480 46 00
Twello vrijdag 29 januari 2016 van 15.30 tot 20.30 uur zaterdag 30 januari 2016 van 10.00 tot 12.30 uur
Meester Zwiersweg 4 7391 HD Twello Tel. 0571 27 16 70
Bornerbroeksestraat 348 7609 PH Almelo Tel. 0546 834210
Almelo woensdag 27 januari 2016 15.00 tot 20.00 uur
Bornerbroeksestraat 348 7609 PH Almelo Tel. 0546 834210
Doetinchem
Doetinchem
vrijdag 29 januari 2016 14.00 tot 21.00 uur
woensdag 20 januari 2016 14.00 tot 16.30 uur en 18.00 tot 21.00 uur
Gezellenlaan 16 7005 AZ Doetinchem Tel. 0314 375 980
Enschede vrijdag 29 januari 2016 van 16.00 tot 20.30 uur zaterdag 30 januari 2016 van 10.00 tot 13.00 uur
Gezellenlaan 14 7005 AZ Doetinchem Tel. 0314 375 980
Colofon
Hengelosestraat 481 7521 AG Enschede Tel. 053 480 46 00
vrijdag 29 januari 2016 van 15.30 tot 20.30 uur zaterdag 30 januari 2016 van 10.00 tot 12.30 uur
Realisatie: Mijnen Media b.v. Terborgseweg 32 7064 AE Silvolde Tel. 0315 - 341888
[email protected] www.mijnen.nl
Projectleider: Edwin Hurrebrink Gerrie Nijenhuis Oplage: ruim 100.000 exemplaren
Twello
Meester Zwiersweg 4 7391 HD Twello Tel. 0571 27 16 70
Verspreiding in: Gemeente Voorst (Twello, Voorst, Wilp, Teuge, Terwolde, Klarenbeek, Nijbroek, Empe, Bathmen) Geheel Apeldoorn en geheel Deventer, Vaassen, Emst, Epe, Gorssel en daarnaast in een ruime regio onder basischool- leerlingen groep 8, en leerlingen van het voortgezet onderwijs. Redactie: Topic Creatieve Communicatie Mariska Savelkoel-Varenbrink Medewerkers AOC Oost Fotografie: Willem van Walderveen, Mariska Savelkoel-Varenbrink Medewerkers AOC Oost Opmaak AOC Oost pagina’s: Willy Sikkink Diane Agteresch - Kreijkes