Borculo
! G A D morgenisgroen.nl
woensdag 20 januari 2016 14.30 uur tot 17.00 uur 18.00 uur tot 21.00 uur
vmbo
Lucas Mercelina, 1e jaars vmbo kader gemengd
“Koken en onkruid wieden vind ik leuk”
Directeur Julia Beernink:
“Met je hoofd, vanuit je hart, met je handen aan het werk” Onderwijs is meer dan goede resultaten boeken voor taal en rekenen, vindt Julia Beernink, directeur van AOC Oost Borculo. “Onze opdracht is groter: wij bereiden onze leerlingen voor op de maatschappij. Die vraagt van ons dat we ons blijven ontwikkelen, een leven lang.” “Wij leren onze leerlingen dat ze bewust omgaan met de wereld om hen heen.”
Als enige uit groep 8 koos Lucas Mercelina uit Ruurlo voor AOC Oost in Borculo. “Ik vind het een leuke en gezellige school. De hele tijd met mijn neus in de boeken zitten is niets voor mij.”
Vijf werelden Volgend jaar gaan alle vmbo-scholen van sectoren naar profielen. “AOC Oost kent dan één profiel: het groene profiel, daarvoor wordt momenteel een aantrekkelijk onderwijsprogramma ontwikkeld. Leerlingen krijgen een beroepsgericht programma dat aansluit bij hun belevingswereld. Zij kunnen daarbij aangeven in welke wereld zij zich thuisvoelen: de gezonde, creatieve, actieve, levende of groene technische wereld. Daarnaast kunnen zij uit verschillende keuzevakken kiezen, bij die vakken gaat het vooral om verdieping van de stof.”
“Ik vond het wel spannend om helemaal alleen naar deze school te gaan, maar je maakt hier makkelijk vrienden”, vertelt Lucas. “Mijn klasgenoten zijn aardig. Er is een groepje jongens met wie ik veel omga.” Het bevalt hem tot nu toe prima op AOC Oost. “We hebben leuke vakken en de docenten zijn aardig. En ik werk graag met mijn handen.” Burrito’s, onkruid en huiswerk Plant en koken zijn de vakken waar Lucas het meeste plezier aan beleeft. Enthousiast: “Bakken en koken en lekkere dingen maken, daar hou ik van. Thuis sta ik ook soms in de keuken. Nederlandse en Mexicaanse gerechten zijn mijn specialiteiten. Van mijn moeder heb ik geleerd hoe je burrito’s maakt.” Ook buiten laat Lucas graag zijn handen wapperen. “Onkruid wieden, buiten bezig zijn, dat vind ik leuk. Het verschil met groep 8 en het vmbo is dat we nu veel meer boeken moeten meenemen. We hebben ook huiswerk. Niet echt leuk, maar ik doe het wel. En natuurlijk moet ik nu iets verder fietsen.” Kraanmachinist Na het vmbo wil Lucas naar Harderwijk voor de opleiding tot kraanmachinist. Als hij daaraan denkt, beginnen zijn ogen te glimmen. “Dat heb ik altijd al willen worden. Het graafwerk met een shovel vind ik geweldig. Mijn buurman heeft een stratenmakersbedrijf. Misschien kan ik wel bij hem werken.”
Een groene school is anders. “Dat zie je als je bij ons binnen loopt, je ruikt, proeft en voelt het. Wij werken met levende dieren en planten en zijn continu bezig met onze omgeving. Ik zeg wel eens: met je hoofd, vanuit je hart, met je handen aan het werk in een groene omgeving. Met het oog daarop proberen we een uitdagende leeromgeving te creëren, waarin leerlingen ondernemend en zinvol bezig kunnen zijn.” Duurzaam Bij AOC Oost heeft dat alles te maken met duurzaamheid, voeding en hergebruik. Thema’s die momenteel enorm in de belangstelling staan. “Wij leren onze leerlingen bewust om te gaan met de wereld om hen heen.” Duurzaamheid is meer dan afval scheiden en zonnepanelen plaatsen, stelt Beernink. “Het gaat ook om duurzame relaties.
Iedere week doen leerlingen een opdracht voor onze buren, woningstichting Pro Wonen. Ze gaan er naartoe, stellen zich voor, voeren een gesprekje. Dat vinden sommigen lastig, ze zouden liever mailen of appen. Ook stages hebben onder andere een sociaal doel. Ze moeten de handen uit de mouwen steken, maar dat ze zich weten te gedragen is net zo belangrijk. Als ze tijdens de pauze continu met hun telefoon bezig zijn, hebben ze op sociaal gebied nog wel wat te leren.” Ook wordt gestreefd naar duurzame relaties tussen leerlingen, docenten en ouders. “Als we elkaars kwaliteiten over en weer kennen en erkennen, kunnen we elkaar versterken. Door verwachtingen te formuleren en duidelijke afspraken te maken, over huiswerk bijvoorbeeld, kunnen we goede resultaten behalen.”
21st century skills Naast duurzaamheid is er in ‘de werelden’ volop aandacht voor loopbaan oriëntatie en begeleiding (LOB), competenties en ‘21st century skills’. “Met die laatste worden leerlingen voorbereid op banen van morgen. Zelfkennis is belangrijk, weten wat je voorkeuren zijn en waarom. Leerlingen leren samenwerken, probleemoplossend handelen, kritisch denken, communiceren en reflecteren. Deze competenties en vaardigheden zijn nodig om te functioneren in de maatschappij.” ICT ICT wordt als hulpmiddel steeds belangrijker. “Wij doen momenteel een proef rondom iPads in de klas. Het is een ideaal medium om dingen aan te leren en te oefenen. Ook telefoons worden ingezet, bijvoorbeeld om leerlingen snel te laten reageren op een stelling, waarvan de uitkomst vervolgens klassikaal wordt besproken. We kijken vooral naar functionaliteit en kiezen niet zomaar ergens voor omdat het modern is.”
Docente Nienke Wanders over het keurmerk Eco-school:
“Het gaat om de mindset van leerlingen en personeel” Naast de vele onderwijsvernieuwingen die in het schooljaar 2016/2017 worden doorgevoerd, staat onze school dit jaar voor nóg een uitdaging. “Een Eco-school worden”, meldt Nienke Wanders, docent biologie. “De intentieverklaring is getekend, maar voordat de groene vlag in de tuin staat, moet er nog hard gewerkt worden.” Het predicaat Eco-school is een internationaal keurmerk voor duurzame scholen. Een Eco-school kan zich op tien thema’s onderscheiden. “Voor het verwerven van de titel gaat een school zich minimaal met drie of vier thema’s bezighouden. Er is een speciale app ontwikkeld waarmee de leerlingen zelf hun voorkeur kunnen doorgeven.” ak t “Je ma elijk k k a hi e r m d e n ” n e i r v
Plan van aanpak Op de dag van de duurzaamheid hebben alle vijf AOC Oost vmbo-scholen de intentieverklaring ondertekend, waarmee ze beloven zich in te zetten voor het behalen van het keurmerk. Het plan van aanpak staat nog in de kinderschoenen. “Na de ondertekening konden de leerlingen zich aanmelden voor de werkgroep, er is plaats voor zeven volwassenen en tien leerlingen. Veel leerlingen zijn enthousiast.
Uit alle geledingen is er een afvaardiging: leerlingen, docenten, conciërges, leidinggevenden. De werkgroep maakt actiepunten en dan volgt het startsein.” Mindset “Als er scholen zijn die het keurmerk zouden moeten dragen, dan zijn wij dat wel als groene scholen”, vindt Nienke. “De thema’s waar we als school aan gaan werken zijn praktisch en haalbaar. Met een eenvoudige aanpak kunnen we het hoogste rendement behalen. Het belangrijkste voor ons is daarbij natuurlijk de mindset van leerlingen en personeel. Wij zijn pas tevreden als zij zich bewust zijn van hoe ze bezig zijn met hun omgeving en zich afvragen: ‘Welke druk leg ik met mijn gedrag op het milieu? En wat kan ik zelf doen om het goed te doen?.”
“Als er scholen zijn die het keurmerk zouden moeten dragen, dan zijn wij dat wel als groene scholen”
vmbo
Robbin Geurtsen, oud-leerling:
Els Geurtsen, moeder:
“De sfeer was goed. We
“Goede begeleiding op AOC Oost, super school”
hadden een leuke klas”
“AOC Oost is ons goed bevallen. Een super school. Ik zou er zo weer voor kiezen.” Aan het woord is Els Geurtsen, moeder van Robbin, Jeroen en Carmen.
“Ik weet niet anders dan dat ik boer wilde worden. Geen dag is hetzelfde, buiten op het land met de koeien, het werk… alles vind ik leuk”, vertelt Robbin Geurtsen (26) uit Ruurlo. Zo’n veertien jaar geleden zat hij in de schoolbanken op AOC Oost in Borculo. “Dat was een goeie tijd.”
”Robbin en Jeroen wilden van kleins af aan boer worden, net als hun vader.” De samenwerking tussen Robbin en Jeroen verloopt prima. “Het is goed dat ze allebei ook elders werken. Zo doen ze nieuwe ideeën op en nemen ze niet klakkeloos alles van hun vader over.”
Zijn vmbo kader-opleiding op AOC Oost kon Robbin op zijn sloffen aan. “Van huis uit wist ik al veel, omdat ik altijd meehielp in het bedrijf. Gek genoeg wisten sommige jongens die ook van een boerderij kwamen lang niet zoveel als ik. Ik weet niet waar dat aan lag. Natuurlijk hebben ze mij nog wel wat bij kunnen brengen.” Denkt even na: “Een stukje graslandkennis bijvoorbeeld.” Vrienden voor het leven Hoe kijkt hij terug op zijn schooltijd? “Het was wel anders dan op de basisschool. De lessen op AOC Oost spraken mij meer aan, want die hadden mijn interesse, waardoor mijn werkhouding ook beter was. Ook kon ik het goed vinden met de leraren.” In die periode zijn er vriendschappen voor het leven gesloten. “De eerste twee jaar heb ik doorgebracht in het oude gebouw. De sfeer was goed. We hadden een leuke klas. Ik heb er een goede kameradengroep aan over gehouden. Nieuwe stal, nieuwe woning? Na het vmbo volgde Robbin op het mbo in Doetinchem de richting Veehouderij en daarna een tweejarige deeltijdopleiding, de Associate Degree Ondernemerschap in Lochem, ontstaan uit een samenwerking tussen AOC Oost en CAH in Dronten. “Ik wilde nog wat bijleren. Deze opleiding was gericht op ondernemerschap en veehouderij. Daar heb ik veel aan gehad.” Inmiddels werkt hij samen met zijn broer op de boerderij, thuis in Ruurlo en op twee vaste andere adressen. “We doen buitenshuis ervaring op, maar op den duur willen we helemaal in het bedrijf komen. Vorig jaar is er een nieuwe stal in gebruik genomen. We kunnen nu 150 tot 160 koeien houden. Als de nieuwe stal vol zit, willen we verder uitbouwen.”
Beide zoons werken mee op de boerderij van de familie Geurtsen in Ruurlo en hebben daarnaast nog twee vaste werkadressen. “We hebben 105 melkkoeien”, vertelt Els. “Ons bedrijf is op dit moment te klein om onze beide zoons fulltime in dienst te nemen.”
“Zo nu en dan krijgen we een groep eersteklassers op bezoek die koeien komen scheren. Of ze belanden met een klasse-uitje bij ons om boerengolf te spelen. En Carmen is wel eens op een mbo voorlichtingsmiddag aanwezig om over haar schoolervaringen te vertellen.”
Inmiddels is het alweer elf, acht en vijf jaar geleden dat de zoons en dochter van Els Geurtsen AOC Oost in Borculo bezochten. Toch zijn de contacten nog altijd warm.
Boer in de dop Voor moeder Geurtsen is het nooit een vraag geweest voor welk vak haar zoons later zouden gaan kiezen.
Groen talent De jongste telg van het gezin was aanvankelijk niet van plan naar AOC Oost te gaan. “Carmen was nooit met groene dingen bezig. We hebben eerst bij een andere school gekeken, maar nog in de gang was het voor Carmen al duidelijk dat ze hier niet op haar plek was. Het voelde niet goed.” Carmen vond haar draai op AOC Oost. “Ze is heel creatief en maakt de mooiste bloemstukken. Op advies van meneer Jansen, haar bloemschikdocent, is ze verder gegaan op het mbo. Nu werkt ze vier dagen per week bij Bloemsierkunst Weenink in Groenlo en gaat ze één dag per week naar school.” Kind, ouders en school dichtbij elkaar “Kind, ouders en school staan dichtbij elkaar. Ouders worden op de hoogte gehouden van schoolse zaken, krijgen goede adviezen en de begeleiding van de kinderen is uitstekend.”
Eersteklasser Cis Klein Gebbinck:
“Misschien trouw ik wel met een boer” Lekker met je handen werken. Dat kan op AOC Oost in Borculo. Voor Cis Klein Gebbinck gaf dat de doorslag om voor deze school te kiezen. Niet echt om de hoek, maar wel super leuk. “Het is hier niet zo groot en veel mooier dan op de school bij ons in de buurt.”
“Ik had ook wel naar een school dichter bij huis kunnen gaan, maar daar deden ze niet zoveel met hun handen.”
En tegen die tijd komt er misschien ook wel een woning bij, want privé worden er minstens even serieuze plannen gemaakt!
Elke dag fietst deze vrolijke meid uit Vragender met een vriendin naar AOC Oost in Borculo. Het is een afstand van om en nabij twintig kilometer. Ze heeft het er graag voor over. “We zitten elke ochtend om zeven uur op de fiets. In één uur en een kwartier zijn we op school. Ik had ook wel naar een school dichter bij huis kunnen gaan, maar dat zag ik niet zitten. Daar deden ze niet zoveel met hun handen. Hier wel.” Ze somt een aantal vakken op: “Koken, Plant, Bloem, Dier en Verwerking agrarische producten (VAP). Tot nu toe zijn koken en Engels mijn lievelingsvakken. Ik ben niet zo goed in Engels, maar een andere taal leren vind ik wel heel leuk.” Gezellig Cis is bijzonder te spreken over de sfeer op school. “De mentoren en docenten zijn heel aardig. En mijn klasgenoten ook. Direct de eerste dag al zat ik gezellig te praten met een paar meisjes. Ik voelde me daardoor snel op mijn gemak.”
“Koken en Engels zijn mijn lievelingsvakken” “De lessen op AOC Oost spraken mij aan, die hadden mijn interesse.”
“Robbin en Jeroen wilden van kleins af aan al boer worden, net als hun vader.”
“De mentoren en docenten zijn heel aardig. En mijn klasgenoten ook.”
Helpen op de boerderij Cis’ broer heeft ook met veel plezier AOC Oost in Borculo bezocht. “Hij wil boer worden. Thuis hebben we een veehouderij. Ik vind het best wel leuk om mijn vader te helpen met melken, uitmesten van de paardenstal en schoonmaken van de hokken. Maar ik hoef niet perse het bedrijf over te nemen. Misschien trouw ik wel met een boer.” Ze lacht er hartelijk om. “Dat kan maar zo. We zien wel, eerst maar eens mijn school afmaken.”
vmbo
Loopbaan oriëntatie en begeleiding:
Vooroplopen in techniek
“Leerlingen moeten zichzelf kennen. Daar gaat het om”
Tweedeklassers bouwen zelf 3D-printer
Met de vernieuwing van het vmbo gaat LOB (Loopbaan oriëntatie en begeleiding) een steeds grotere rol spelen. Een gesprek met LOB-functionaris Freddy Vredegoor.
“In de groene wereld wordt techniek steeds belangrijker. Gelukkig hebben veel AOC Oost leerlingen interesse in techniek.” Aan het woord is techniekdocent John te Morsche.
“In ons projectonderwijs hielden we ons al bezig met loopbaanoriëntatie en loopbaanbegeleiding, dus het is niet helemaal nieuw voor ons” zegt Vredegoor, die docent mens en maatschappij is. “Onderwijs draait om meer dan alleen kennisvergaring. Wij streven er ook naar dat onze leerlingen hun competenties en vaardigheden ontwikkelen. Dat ze nadenken over: ‘Waar ben ik goed in? Wat vind ik leuk? Waarin wil ik mij verder ontwikkelen?’ Als leerlingen een opdracht inleveren, gaan ze eerst zelf reflecteren op het proces: hoe heb ik samen gewerkt, wat ging er goed, wat ging er niet goed, wat heb ik hiervan geleerd en wat ga ik de volgende keer anders aanpakken?” Ontwikkeling Waarom is het nodig dat leerlingen zich hiermee bezig houden? “De voortdurend veranderende maatschappij vraagt er om. Beroepen met de daarbij behorende werkzaamheden zijn in ontwikkeling, er komen steeds weer nieuwe bij. Als de leerlingen een duidelijk beeld hebben van wat ze kunnen en wat ze graag willen ontwikkelen, is de uiteindelijke studie- en beroepskeuze een stuk makkelijker. In het begin is dat lastig inschatten. Daarom ga je als mentor of coach met je leerlingen in gesprek, je houdt hen als het ware een spiegel voor, zodat ze zichzelf goed leren kennen. Want daar gaat het om: leerlingen moeten zichzelf kennen.”
Als leerlingen voor zichzelf een duidelijk beeld hebben van wat ze kunnen en wat ze willen ontwikkelen, is de uiteindelijke studie- en beroepskeuze een stuk makkelijker
Loopbaandossier LOB wordt geïntegreerd in het onderwijs. “Als er tijdens de lessen iets voorbij komt wat zich leent voor LOB, dan besteden we daar aandacht aan. Niet bij woordjes stampen, maar bijvoorbeeld wel bij het schrijven van een sollicitatiebrief. Alle docenten bekijken wat hun lessen kunnen bijdragen aan LOB. Alles wordt vastgelegd in een loopbaandossier en dat gaat mee naar het mbo.”
Stage “Stage-ervaringen zijn essentieel voor LOB”, weet Vredegoor. “Dan zie je pas echt of je iets kunt en of je het leuk vindt. Maar de leerlingen moeten zich wel proactief opstellen, dingen ontdekken en vragen stellen. Tuurlijk hebben ze niet altijd zin om een verslag te schrijven of zich bezig te houden met hun competenties. Aan ons, docenten dan ook de taak goed uit te leggen waarom dit belangrijk is. En dan, leert de ervaring, wordt het serieus genomen.”
Zorgcoördinator Berna Sijbolts:
“We willen een veilige school zijn voor alle leerlingen” “Met bijna 400 leerlingen is dit een relatief kleine school. De lijnen zijn kort en we kennen elkaar allemaal.” Daarmee schetst zorgcoördinator Berna Sijbolts al vast een paar belangrijke voorwaarden voor de ‘veilige school’, die AOC Oost Borculo wil zijn. Als wij bij haar kantoor arriveren, is Berna Sijbolts in gesprek met drie leerlingen. Na tien minuten verschijnt ze: “Sorry voor het wachten. Gistermiddag belde een moeder. Haar dochter zou zijn gepest door twee klasgenootjes. Ik heb de mentor gewaarschuwd, maar die is vandaag niet op school. Zoiets kan niet een dag wachten, vind ik, dus dit moest er even tussendoor.” En? Zijn jullie eruit gekomen, willen we natuurlijk weten. “Ja hoor, één meisje was zelfs in tranen. Ze hadden het helemaal niet zo bedoeld. Maar als je ziet, dat iemand verdrietig wordt door wat jij doet of zegt, dan ga je toch te ver?! Ja, dat vonden zij nu ook. De zaak is bijgelegd en ik heb zo’n idee dat dit met deze meisjes niet meer voor zal komen.” Mentor is spil Berna legt uit dat normaliter de mentor zulke problemen oplost. “Hij is de spil in ons zorgsysteem op school. Hij kent zijn leerlingen, weet van hun thuissituatie, ziet ze functioneren in de groep en kent hun cijfers. In verreweg de meeste gevallen lost hij samen met de leerling en ouders de problemen op, als die er zijn.” Zowel ouders als leerlingen kunnen altijd met de mentor contact opnemen, . Belangrijke rol conciërges “Er ontgaat onze conciërges niets”, vult Berna aan. “Zij zijn ‘onze oren en ogen in de school’. Zij zien de leerlingen de hele dag, juist ook buiten de klas.
Het valt hun bijvoorbeeld op als een leerling vaak alleen staat, afwijkend gedrag vertoont of niets eet. Ik vraag hun dan ook regelmatig of zij nog iets gezien hebben.” Leerling staat centraal Een klein deel van de leerlingen heeft meer aandacht en zorg nodig. “Juist omdat wij een kleine school zijn, kiezen ouders vaak voor AOC Oost Borculo. Zij zoeken een school waar persoonlijke aandacht voor hun kind is, waar het zich veilig kan voelen. Wij doen er alles aan om deze kinderen zoveel mogelijk in klasverband te laten functioneren.”
Ondersteuningsteam Speciaal voor kinderen die extra aandacht en begeleiding nodig hebben, is een ondersteuningsteam opgezet. In dit team zitten leerlingbegeleiders, docenten-ondersteuners, orthopedagoog, jeugdmaatschappelijk werker, jeugdarts en zorgcoördinator. Berna Sijbolts: “Niet alleen leerlingen hebben soms ondersteuning nodig, docenten hebben ook behoefte aan begeleiding, voor leerlingen die wat extra’s vragen. Daarom maakt ook een docentenondersteuner deel uit van dit team.” Aandacht voor elkaar “We hebben de zorg voor de individuele leerling hoog in het vaandel staan”, vat Berna het zorgsysteem van AOC Oost Borculo samen, “We hebben veel aandacht voor elkaar, want we willen dat iedereen, leerling én docent, zich hier op school prettig en veilig voelt.”
Wat kun je verwachten van het techniekonderwijs op AOC Oost? “We beginnen met gereedschapskennis, over hoe je bijvoorbeeld een hamer en een zaag gebruikt. Vervolgens kiezen de leerlingen een opdracht. Er staan voorbeelden klaar in het technieklokaal, met een beschrijving of een bouwtekening. Maar”, zegt te Morsche, “daar staat natuurlijk niet alles op, ze moeten ook nog een beetje zelf nadenken. De één weet hoe handig hij is en kiest een opdracht die bij hem past. Een ander mist dat inzicht en neemt iets wat veel te moeilijk is voor hem. Ze leren van deze ervaringen, een vorm van zelfreflectie die we heel belangrijk vinden. Leerlingen beoordelen zelf hun werk. Zij schrijven van te voren op waar ze op gaan letten bij de beoordeling. Bijvoorbeeld dat de afmetingen kloppen en dat het eindresultaat netjes moet zijn.” 3D-printer Ons land levert hoogstaande technische producten, ook internationaal. Voor de troepen uitlopen kunnen wij op het AOC Oost ook, dacht te Morsche. “Na de herfstvakantie zijn we daarom met een nieuw lesonderdeel begonnen: een 3D-printer bouwen. Die zag ik op een informatiedag voor techniekdocenten. Dat leek me prachtig voor in de klas. Ik ben erachteraan gegaan en gelukkig was er een budget beschikbaar.” Om de leerlingen mee te nemen in dit proces, worden de printers - geleverd als bouwpakket - in elkaar gezet door tweedejaars leerlingen. “Bouwen gebeurt tijdens projectdagen, waarbij de nadruk ligt op samenwerken, overleggen en rapporteren. Als de printers klaar zijn, worden ze ingezet in de lessen. Voor biologie en kunstzinnige vorming is zo’n printer heel geschikt. Om 3D-printers te kunnen gebruiken, krijgen de leerlingen ook les in programmeren. Speciaal voor het onderwijs zijn verschillende eenvoudige programma’s beschikbaar.” Best moeilijk De leerlingen mogen dan misschien niet allemaal even handig zijn, ze hebben wel plezier in techniek, weet te Morsche. “Laatst heeft een leerling een kruiwagentje van hout gemaakt, een plantenbak voor in de tuin. Z’n oma was er blij mee. En vlak voor de vakantie kwamen twee eersteklassers naar mijn lokaal voor een paar opdrachten om thuis mee aan de slag te gaan. ‘Als het moeilijk wordt, vragen we het wel aan opa’, zeiden ze.”
Berna Sijbolts: “Kinderen zoveel mogelijk in klasverband laten functioneren.”
De 3D-printers - geleverd als bouwpakket – worden in elkaar gezet door tweedejaars leerlingen.
vmbo
Nederlands Kampioenschap Bloem in Deventer:
Annemiek Koning, docent Bloem:
AOC Oost Borculo op eerste en tweede plek
“Van niets iets maken, dat is de uitdaging”
Vierdejaars leerlingen Bloem van AOC Oost Borculo gooiden hoge ogen op het Nederlands Kampioenschap (NK) Bloem op 15 oktober 2015. “Wij behaalden de eerste en tweede plek.” In totaal zestien vierdeklassers Bloem, verdeeld in twee groepen van acht, namen deel aan het NK Bloem in Deventer. Mandy van Rijn en Britt Scholten zaten in de ene groep, Lynn Klein-Bleumink en Illaniek ten Hagen in de andere. Illaniek legt uit wat de opdracht was: “We moesten een plantaardige wand bouwen van twee meter hoog en een halve meter diep. Het was de bedoeling om daarop iets te maken in het kader van de zintuigen: zien en voelen.”
“Ook na schooltijd hebben we er uren aan gewerkt.”
Kunstig oog en roze driehoek De groep van Illaniek en Lynn maakte een ondergrond van zilver gespoten eierdozen en decoreerden die met bloemen. Het geheel vormde een oog met wimpers. Het resultaat was goed voor een tweede plek. “Onze groep gebruikte kippengaas en papier-maché”, vertellen Mandy en Britt. “We losten warme lijm op in koud water waardoor er een soort netwerk ontstond in de vorm van een driehoek. Vervolgens hebben we gaten geboord in het papier-maché en er bloemen in gestoken. Onderin verwerkten we cactussen en bovenin zachte planten. Deze tegenstelling, hard en zacht, gebruikten we voor het zintuig ‘voelen’. De bloemen hadden een felle roze kleur en daarmee hadden we het zintuig ‘zien’ te pakken.” Dit kunstwerk werd nummer één. Naar de Deventer Schouwburg “We hebben er een maand over gedaan”, vertelt Lynn. “Ook na schooltijd hebben we er uren aan gewerkt.” Britt: “Wij hadden een voorsprong op de andere deelnemers, want wij hebben zes uur bloem in de week en daardoor meer tijd dan de landbouw brede scholen. Maar het werk van die andere scholen zag er ook niet zo verzorgd uit als dat van ons.” Mandy: “Via de app kregen we de uitslag binnen. Zondags was de prijsuitreiking in de Deventer Schouwburg. We mochten naar een voorstelling van Jan van Doesburg, een bekende bloemist die ook in het buitenland werkt.” Britt: “Hij vertelde over zijn werk en over wat hij maakt.” De meiden schieten in de lach. “Voor oudere mensen was het interessanter dan voor de jeugd”, legt Britt uit. “Maar het was wel echt leuk om alles rond zo’n NK eens mee te maken.”
Luuk ten Harkel (16):
Geen veehouder, wel professioneel danser “Thuis in Eibergen hadden we een veehouderij. Met alleen een grote en een kleine zus was ik dus beoogd opvolger van de boerderij. Met dat doel ging ik naar AOC Oost.”
Het ging anders. Al na het tweede jaar koos Luuk de richting gezelschapsdieren. “Ik had stages gedaan bij veehouders en vond het wel leuk om te doen, maar niet voor de rest van mijn leven.” In zijn vrije tijd was Luuk al jaren actief als danser. Twee keer per week bezocht hij hiphop lessen. Op het vmbo hoorde hij over een dansopleiding in Arnhem. Dat leek hem wel wat. “Mijn mentor begeleidde me, hij luisterde naar me en vond het hartstikke leuk. Mijn klasgenoten reageerden verschillend. De één vond het raar, de ander interessant.”
Kansen De dansopleiding in Arnhem is een mbo 4-opleiding van drie jaar. Je kunt er alle kanten op: urban stylen, hiphop, popping, krump, house, noem maar op. Er is een pittige selectieprocedure die bestaat uit drie onderdelen: aanleren van een choreografie, een gezamenlijke opdracht en een solo-optreden. Zo’n 60 à 70 studenten meldden zich aan, onder wie Luuk. Na zijn choreografie wachtte hem een enorme verrassing: “Ik hoefde niet terug te komen voor de twee resterende onderdelen, ik was meteen aangenomen.” Battlescene Luuk reist elke dag anderhalf tot twee uur heen én weer. “Dat is te doen, maar omdat de opleiding fysiek zwaar is, is het wel vermoeiend. Op zich zijn niet alle dagen lang, maar vaak blijven we nog wat oefenen of nemen we extra lessen.” Als danser heb je talloze mogelijkheden op de arbeidsmarkt. “Je kunt workshops geven, achtergronddanser worden bij musical, theater of tv.
Voor het vak Bloem krijgen de leerlingen op het vmbo in Borculo te maken met twee bevlogen docenten, Annemiek Koning en Ruth Teerds: “Samen zijn wij het gezicht van de vakrichting Bloem.” Kunnen de leerlingen een bloemstuk leveren of de aankleding van ons evenement verzorgen? Met die vraag worden Annemiek Koning en Ruth Teerds steeds vaker benaderd. “Heel leuk natuurlijk en we proberen ook zoveel mogelijk op deze aanvragen in te gaan. Zo krijgen de leerlingen te maken met opdrachten vanuit ‘echte’ praktijksituaties. Daar wordt het onderwijs alleen maar boeiender door”, vertelt Annemiek Koning. “Maar we maken wel altijd de afweging of deze opdrachten passen in ons onderwijsprogramma en of ze in het belang van de leerlingen zijn.” Snoeiafval hergebruiken Onlangs klopte de gemeente Borculo aan met een leuke opdracht voor de aankleding van een beursvloer. Annemiek: “Ook de bloemstukken op de tafels mogen we maken. Dat moet met gesloten portemonnee, waardoor onze creativiteit extra wordt geprikkeld. In het najaar werken we vaak met appeltakken, we kunnen ook materiaal uit de gemeentetuin gebruiken of we gaan snoeiafval verwerken. Hoe dan ook, we hergebruiken waardeloos materiaal en veranderen dat in iets waardevols. ‘Van niets iets’ maken, dat is de uitdaging.”
Workshop basisschool Op verzoek van een basisschool in Borculo verzorgden vierdejaars vmbo-leerlingen een workshop aan leerlingen van groep 7 en 8. Heel spannend vonden ze dat, volgens Ruth. “Ze moesten in kleine groepjes de kinderen helpen met een bloemstukje. Achteraf viel het allemaal mee en zeiden ze: ‘Die kinderen luisterden heel goed’.” Lacht: “Dan zie je ineens dat onze eigen stoere leerlingen echt niet zo stoer zijn als ze lijken.” Bloemstuk Pro Wonen Ook behoorlijk spannend vinden de vierdeklassers de contacten met Pro Wonen, de woningbouwcorporatie die gehuisvest is naast de school. “Elke week bezorgen ze daar zelf een vers bloemstuk voor op de balie. De afspraak is dat Pro Wonen het stuk beoordeelt op onder meer houdbaarheid en techniek. Dat vinden ze spannend, omdat het een realistische opdracht is. Ze oefenen dan tegelijk met klantcontact: iemand aankijken, groeten en een hand geven. Deze vaardigheden hebben ze uiteraard nodig als ze later in een bloemenzaak gaan werken of zelf een zaak willen beginnen.” En ze besluit: “Best lastig als je gewend bent om te communiceren via de app.”
En ook in de freestyle battlescene kun je ver komen als je goed bent.” Voor Luuk was de opleiding een schot in de roos. Maar hoe reageerden ze thuis? “De familie van mijn vader keek er raar van op. Dat vind ik niet gek, je gaat weg om boer te worden en komt terug als danser. Maar mijn moeder was erg positief en gelukkig heeft ook m’n vader er geen problemen mee. Tegen alle scholieren die twijfelen over hun eigen weg zou ik willen zeggen: als je iets echt wilt, ga er dan voor, ook al is het misschien een grote stap.” “In de freestyle battlescene kun je ver komen als je goed bent.”
vmbo
De vmbo-leerwegen
Gezondheid, creativiteit, activiteit, leven en groene techniek:
Met veel groene doevakken
Vijf groene werelden
Op het vmbo, dus ook op AOC Oost, krijg je vakken als Nederlands, wiskunde en aardrijkskunde. Het diploma van AOC Oost is dan ook een gewoon vmbo-diploma. Maar vanaf de eerste klas heb jij wél veel groene vakken, zoals dieren, bloemen, planten, voeding, groene omgeving en techniek. Aan het eind van het tweede jaar stap je de leerweg in die het beste bij je past. Welke leerwegen zijn er?
Vandaag bouwen aan de groene wereld van morgen, dat is al jaren het motto van AOC Oost. Morgen is groen. Dat zal zo blijven, maar de inrichting van het onderwijs zal flink op de schop gaan. Per 1 augustus 2016 gaat het roer om. “Groen 2.0 staat centraal in het nieuwe groene onderwijs”, aldus twee bevlogen directeuren, René Vijn (locatie Doetinchem) en André Hoeben (locatie Almelo).
Basisberoepsgerichte Leerweg (BB): vooral praktijk Deze leerweg past bij jou als je praktisch bent ingesteld en graag met je handen werkt. Natuurlijk krijg je ook theorievakken, maar er is veel afwisseling en je hoeft niet steeds uit boeken te leren. Met BB kun je doorstromen naar niveau 2 en soms naar niveau 3 van het mbo. Kaderberoepsgerichte Leerweg (KB): praktijk en een beetje theorie Als je graag leert door praktisch bezig te zijn, kies je voor de kaderberoepsgerichte leerweg. Je bent bezig met de praktijk, maar volop ondersteund door de theorie. Doorstroming naar niveau 3 en soms naar niveau 4 van het mbo is mogelijk. Gemengde Leerweg (GL): theorie en een beetje praktijk De gemengde leerweg is een combinatie van denken en doen. Heb je weinig moeite met leren en weet je al een beetje welke richting je op wilt? Dan is de gemengde leerweg iets voor jou. Je stroomt meestal door naar niveau 3 of niveau 4 van het mbo of naar het havo.
Theoretisch diploma Het vmbo groen is niet alleen geschikt voor de praktisch ingestelde leerling. Met de gemengde leerweg (GL) behaal je een meer theoretisch diploma. Soms is het mogelijk om via de staatsexamencommissie het diploma theoretische leerweg (TL) te behalen, bijvoorbeeld als je naast de gemengde leerweg voor één (of meer) extra vak(ken), zoals Duits, economie of natuur-/ scheikunde, geslaagd bent. Dit kan omdat de theorievakken van de GL en de TL exact hetzelfde zijn qua inhoud en zwaarte. Het TL-diploma biedt de mogelijkheid te kiezen voor het mbo of het havo. Passend onderwijs Alle kinderen hebben recht op een passend plekje in ons onderwijssysteem. Ook onze kinderen met een leerstoornis of andere handicap moeten kunnen rekenen op extra ondersteuning en zorg, zodat zij zich binnen hun mogelijkheden zo breed mogelijk kunnen ontwikkelen. Om ook hun passend onderwijs te kunnen bieden, werkt AOC Oost samen met andere scholen in de regio.
Kortom, er is heel veel mogelijk binnen het vmbo groen.
Sommige beroepsprogramma’s in de bovenbouw van het vmbo bestaan al twintig jaar. Van overheidswege is daarom bepaald dat het vmbo moet moderniseren en beter moet aansluiten op het mbo en het bedrijfsleven. Het aantal profielen is teruggebracht tot tien. Er staan dus grote veranderingen op stapel voor het vmbo. En dat is koren op de molen van René Vijn en André Hoeben: “AOC Oost biedt straks één profiel aan en dat is groen. Een vernieuwend onderwijsprogramma, gericht op de toekomst.” Vijn enthousiast: “Vaardigheden, competenties en kennis worden steeds belangrijker. Er zal meer aandacht zijn voor technologie, met in de lokalen 3d printers en iPads. Wij gaan leerlingen opleiden voor banen in 2030.” Onderwijsvisie Het groene profiel bestaat uit een gemeenschappelijk deel, een profieldeel en een vrij deel. Het gemeenschappelijke deel is voor ieder profiel gelijk. Denk aan de vakken Nederlands, Engels, Maatschappijleer 1, lichamelijke opvoeding en tenminste één kunstvak. Het profieldeel kan per profiel verschillen. En in het vrije deel kiezen leerlingen vier beroepsgerichte keuzevakken. Eén jaar lang heeft AOC Oost zich gebogen over zijn visie op onderwijs en hoe invulling te geven aan dit vrije deel. Er wordt ingezet op loopbaanoriëntatie en begeleiding (LOB), vaardigheden, competenties en duurzaamheid. Vijf werelden Wat is de meest ingrijpende en tot de verbeelding sprekende onderwijsvernieuwing? Hoeben: “De beroepsgerichte programma’s worden vervangen door de ‘vijf werelden’, waarmee de leerlingen in het vrije deel kennismaken: de gezonde, creatieve, actieve, levende en groene technische wereld. Deze sluiten aan bij de interesses van de leerlingen en zijn ingericht rond ons thema ‘morgen is groen’.
Een groen beroep? Wat denk je hiervan?!
Je leert bij ons voor al door te doe n en te ervare n.
boswachter, landmeter, bodemonderzoeker, milieucoördinator, boomkweker, watermanager, bloembollenteler, dierenartsassistent, manege-instructeur, bedrijfsleider paardensportzaak, hondentrimmer, medewerker dierenpension, hoefsmid, ijsmaker, productontwikkelaar, groentekweker, veehouder, tuinbouwadviseur, chef versafdeling, monteur landbouwwerktuigen, loonwerker, medewerker weg- en waterbouw, bloemist, decorateur, keurmeester snijbloemen, greenkeeper, jachthavenmedewerker, hovenier, medewerker recreatiepark, begeleider sport en spel, medewerker architectenbureau, ontwerper speel- en recreatievoorzieningen, winkelmanager, verkoper dierenwinkel, medewerker groothandel en logistiek, vertegenwoordiger, zelfstandig ondernemer, medewerker zorgboerderij, aromatherapeut, schoonheidsspecialist, activiteitenbegeleider, arbo werkplekadviseur, ...
Bij de actieve wereld moet je denken aan het groene domein in de volle breedte: outdoor-activiteiten en sporten in het groen.” Lacht: “Maar ook een drankje drinken in het groen. Recreatie dus.” Vijn vult aan: “De levende wereld draait om planten, dieren, mensen en verzorging. En wat moeten we denken bij de groene technische wereld? “Een technische benadering van groen. Denk aan klimaatbeheersing in kassen, aan voedingstechniek. Er zit enorm veel techniek in groen” Sapfabriek en dakterras De leerlingen krijgen thematisch onderwijs. “Geen in stukjes geknipt onderwijs”, benadrukt Vijn. “We laten het hele verband zien, de hele keten: van zaadje naar karbonaadje, van producent naar consument.” Hoeben: “Neem het thema ‘de sapfabriek’. We beginnen bij de productie van vers sap en eindigen bij de verkoop. Of het thema ‘dakterras’. Wat komt er kijken bij het in de markt zetten van een dakterras? Leerlingen doorlopen het hele traject: van ontwerp en productie tot verkoop. Niet elk aspect zal een leerling waarderen, maar door ervaringen leren ze.” Banen van morgen In ‘de werelden’ is volop aandacht voor de ‘21st century skills’, leerlingen worden voorbereid op banen van morgen. “Onze bedoeling is dat leerlingen zichzelf leren kennen, ontdekken waar ze goed in zijn”, stelt Vijn. “Ze leren keuzes maken en werken aan hun persoonlijke ontwikkeling. Hun nieuwsgierigheid wordt geprikkeld. Niets mooier dan dat de bel gaat en leerlingen roepen: ‘Nee hè, nu al?!’ En Hoeben besluit: “Wij bereiden leerlingen voor op een keuze-proces, zodat ze de juiste keuze maken voor een mbo-opleiding. Wij dragen er zorg voor dat ze goed afgeleverd worden op het mbo. Gelukkige leerlingen, die willen wij zien.”
“De vijf werelden sluiten aan bij de interesses van de leerlingen”
AOC Oost
Beleef groen onderwijs bij AOC Oost Morgen is groen bij AOC Oost. Wij leiden de mensen op die straks de groene samenleving maken. De vakmensen die zorgen voor gezond eten, die het landschap kleuren of die richting geven aan hergebruik. Want morgen is immers groen. In de vertrouwde wereld van AOC Oost leer je daarom vandaag hoe dat in de toekomst kan. Je ruikt de bloemen, voelt de dieren en proeft het voedsel. Je werkt aan nieuwe technieken en ontdekt nieuwe mogelijkheden voor jezelf en je omgeving. In de praktijk van vandaag bouw je aan de groene wereld van morgen. Met een beroepsopleiding van AOC Oost ben je klaar voor de groene toekomst. De werkgelegenheid in de groensector neemt de komende jaren toe. Morgen ligt er dus een uitdagende baan op jou te wachten! Vandaag beleef je groen onderwijs in een omgeving waarin je jezelf kunt zijn en iedereen elkaar kent. Welke locatie je ook kiest, bij AOC Oost weet je ‘mijn morgen is groen!’
Opleidingen AOC Oost verzorgt (Voorbereidend) Middelbaar Beroepsonderwijs - dus vmbo en mbo - voor natuur, voeding en leefomgeving. De AOC-opleidingen lopen uiteen van de meest praktische vmbo-opleiding tot Het Groene Lyceum, waar je in 6 jaar een mbo-diploma kunt behalen. Ook biedt het AOC diverse groene mboopleidingen. Verder verzorgt AOC Oost in company bedrijfsopleidingen en advies vanuit het opleidingscentrum Groeipunt.
In de praktijk van nu werk je aan de groene wereld van morgen
Groeipunt laat mensen en bedrijven groeien Een bedrijf dat wil groeien moet z’n medewerkers laten groeien. Groeipunt helpt daarbij. Groeipunt adviseert, geeft cursussen en verzorgt bedrijfsopleidingen op maat voor elke groene beroepsgroep. Werkplek-leren en ‘coaching on the job’ zijn specialiteiten van Groeipunt. Met hulp van Groeipunt leren mensen efficiënt te werken, kwaliteit te leveren en zich flexibel op te stellen. Dat draagt ook bij aan hun motivatie, hun werkhouding en hun instelling. En dat alles levert het bedrijf heel veel rendement op.’
Vijf locaties AOC Oost heeft vijf vestigingen: Almelo, Borculo, Doetinchem, Enschede en Twello. De vmbo-opleidingen worden in alle vijf plaatsen gegeven. Het Groene Lyceum kan in Almelo en Doetinchem worden gevolgd. Voor een mbo-opleiding kun je terecht in Almelo, Doetinchem, Enschede en Twello. Een geschikte vervolgopleiding vind je dus altijd in de buurt. Bij AOC Oost werken 550 mensen en volgen ruim 5600 leerlingen, studenten en deelnemers onderwijs. Het College van Bestuur en de Centrale Services zijn gevestigd in Lochem.
Open dagen
Open dagen vmbo
Open dagen mbo
Open dagen
Kom, zie en beleef!
Almelo
Almelo
Het Groene Lyceum
woensdag 27 januari 2016 15.00 tot 20.00 uur
vrijdag 22 januari 2016 van 16.00 tot 20.30 uur zaterdag 23 januari 2016 van 10.00 tot 13.00 uur
De open dagen van AOC Oost oogsten alom veel lof. Wie gewoon eens langskomt om te “snuffelen” aan één van de opleidingen, wil vaak meteen al wel blijven. Kom dus gerust en beleef onze groene wereld. Kijken kost niks, toch!?
Bornerbroeksestraat 348 7609 PH Almelo Tel. 0546 834210
Borculo woensdag 20 januari 2016 14.30 tot 17.00 uur en 18.30 tot 21.00 uur
Ruurloseweg 35 7271 RS Borculo Tel. 0545 259 910
Doetinchem woensdag 20 januari 2016 14.00 tot 16.30 uur en 18.00 tot 21.00 uur Gezellenlaan 14 7005 AZ Doetinchem Tel. 0314 375 980
Enschede vrijdag 29 januari 2016 van 16.00 tot 20.30 uur zaterdag 30 januari 2016 van 10.00 tot 13.00 uur Hengelosestraat 481 7521 AG Enschede Tel. 053 480 46 00
Twello vrijdag 29 januari 2016 van 15.30 tot 20.30 uur zaterdag 30 januari 2016 van 10.00 tot 12.30 uur
Meester Zwiersweg 4 7391 HD Twello Tel. 0571 27 16 70
Bornerbroeksestraat 348 7609 PH Almelo Tel. 0546 834210
Almelo woensdag 27 januari 2016 15.00 tot 20.00 uur
Bornerbroeksestraat 348 7609 PH Almelo Tel. 0546 834210
Doetinchem
Doetinchem
vrijdag 29 januari 2016 14.00 tot 21.00 uur
woensdag 20 januari 2016 14.00 tot 16.30 uur en 18.00 tot 21.00 uur
Gezellenlaan 16 7005 AZ Doetinchem Tel. 0314 375 980
Enschede vrijdag 29 januari 2016 van 16.00 tot 20.30 uur zaterdag 30 januari 2016 van 10.00 tot 13.00 uur
Hengelosestraat 481 7521 AG Enschede Tel. 053 480 46 00
Twello vrijdag 29 januari 2016 van 15.30 tot 20.30 uur zaterdag 30 januari 2016 van 10.00 tot 12.30 uur
Meester Zwiersweg 4 7391 HD Twello Tel. 0571 27 16 70
Gezellenlaan 14 7005 AZ Doetinchem Tel. 0314 375 980