Doetinchem
! N E DAG vmbo/Het Groene Lyceum:
woensdag 21 januari 2015
14.00 uur tot 16.30 uur en 18.00 uur tot 21.00 uur
morgenisgroen.nl
mbo:
vrijdag 23 januari 2015 14.00 uur tot 21.00 uur
vmbo
Vernieuwing binnen het vmbo:
Thematisch, groen onderwijs Volgend cursusjaar verandert het vmbo. De beroepsgerichte programma’s worden vernieuwd: ze worden eenvoudiger, duidelijker en sluiten beter aan op de actualiteit. Het totale vmbo wordt ingedeeld in tien profielen, elk profiel heeft profiel- en keuzedelen. AOC Oost biedt straks één profiel aan: het groene profiel. Binnen dit profiel vinden we de oude vakken terug. René Vijn, locatiedirecteur van AOC Oost locatie Doetinchem, vertelt: “Basisvakken als Nederlands, Engels en rekenen zijn voor elke leerling gelijk. Maar daarnaast zijn er in totaal dertien keuzedelen binnen het groene profiel. Voorbeelden zijn: het houden van dieren, het groene machinepark, tuinontwerp & tuinaanleg en bloemwerk.” Alle groene vakken zijn met elkaar verbonden en vallen samen onder de noemer ‘duurzaam ondernemen in het groen’. “Wij vinden het belangrijk om de leerlingen bij te brengen wat een duurzame maatschappij inhoudt. We leren hen dat onze omgeving kwetsbaar is. En dat de mensen die na ons komen, de aarde ook nog moeten gebruiken. Daarom moeten we behoedzaam te werk gaan als het gaat om ons milieu.”
Excursies Elke school is volledig vrij in de indeling en toepassing van de veranderingen. “Bij de eerstejaars staan de profiel- en keuzedelen één dagdeel per week op het programma, in de bovenbouw een hele dag. We proberen ook in de vorm van het onderwijs te variëren, de klassen gaan op excursies en bezoeken bedrijven. In de toekomst wordt het zelfs mogelijk om technische keuzedelen van andere scholen te kiezen.” Nog steeds bestaat de mogelijkheid om in zes jaar een vmbo- én mbo-opleiding afronden. Leerlingen van Het Groene Lyceum kiezen alleen twee profieldelen in plaats van vier.
Ondernemerschap Alle onderdelen worden thematisch aangepakt, vertelt Vijn. “Daardoor worden de leerlingen veel breder opgeleid. Een vak als economie wordt ook aangeboden in het groene pakket. Meestal is een agrariër ook ondernemer, dus moet hij wel iets weten over ondernemerschap.” Hij laat een schema zien. “We beginnen bij de groene productie. Dan komen achtereenvolgens transport, opslag en beheer aan bod. We eindigen bij de verkoop.”
Kernen Naast de keuzevakken, heeft de vmboopleiding drie vaste kernen: competenties, loopbaanbegeleiding en professionele kennis en vaardigheden. “We streven ernaar dat elke leerling erachter komt wat hij leuk vindt en waar zijn kwaliteiten liggen. Loopbaanbegeleiding wordt heel belangrijk, het is de rode draad door de schoolperiode; elke leerling houdt een dossier bij van zijn vaardigheden en competenties en samen werken we toe naar een toekomstig beroep. De derde kern houdt in dat een leerling goed voorbereid wordt op het werkende leven. Hij moet kennis hebben van technieken en gereedschappen, over innovatie en het doen van onderzoek.” Landelijk zijn de vmbo-scholen verplicht om in 2016 te beginnen met het vernieuwde onderwijs. “We zijn er klaar voor.”
René Vijn: “Loopbaanbegeleiding wordt heel belangrijk, het is de rode draad door de Schoolperiode.”
Vader Theo Jansen over AOC Oost vmbo Doetinchem:
“Gebruik gewoon je boerenverstand bij de schoolkeuze voor je kind” Theo Jansen heeft een eigen bedrijf: hij runt een groothandel in groene bouwstoffen en levert onder andere aan hoveniers, stratenmakers en gemeentelijke overheden. Hij is vader van dochter Marieke, leerling van AOC Oost. De 14-jarige Marieke zit in het derde jaar van de gemengde leerweg. Haar interesse gaat uit naar dieren en horeca. Volgens vader Theo had ze als kind altijd al iets met dieren. “Vooral paardrijden is haar hobby. Momenteel rijdt ze met de volwassenen mee op een groot paard. We zien wel wat ze later gaat doen. Van leraren krijgt ze verschillende adviezen, maar ze zal zelf de keuze moeten maken. Marieke heeft het in ieder geval goed naar haar zin op school. Ze gaat er elke dag met plezier heen en voelt zich thuis in de klas. Ze haalt goede cijfers.”
Lekker nuchter
“Marieke gaat elke dag met plezier naar school. Ze voelt zich thuis in de klas en haalt goede cijfers”
Waarom viel de keuze op AOC Oost? “De open dag gaf de doorslag. Wat ons hier aansprak was de nuchtere instelling. Gewoon je boerenverstand gebruiken bij je schoolkeuze, daar gaat het om. Het is inderdaad een goede keuze gebleken. We zijn heel tevreden over AOC Oost. Je wordt betrokken bij de school en goed op de hoogte gehouden van de vorderingen van je kind. Alles heel inzichtelijk. Kort en duidelijk. Daar houd ik van.”
Luister naar het kind Wat adviseert u ouders met een kind in groep 8? “Luister naar de wensen van het kind. Ga niet teveel druk uitoefenen, zo van: mijn kind moet naar de havo of het vwo. Dat gebeurt nog veel te vaak. Kies liever voor de weg van de geleidelijkheid. Desnoods doen ze er een jaar langer over. Dat is niet erg. Pas je aan aan het tempo van het kind.” “De nuchtere instelling van AOC Oost sprak ons aan”
vmbo
Theo Verwaaijen, docent VAP:
Lucretia Antink, medewerker Bureau Leerlingen Zaken (BLZ):
“Leerlingen leren kritisch te kijken naar producten”
“Het centrale meldpunt voor leerlingen en ouders/ verzorgers”
Met verve vertelt Theo Verwaaijen over zijn vakgebied: “Als docent Verwerking Agrarische Producten (VAP) laat ik onze leerlingen kennismaken met producten van agrarische herkomst. Het leuke is dat ze zelf op onderzoek uitgaan. We hebben laatst zelf tzatziki gemaakt!” Hier en daar zal VAP een andere invulling krijgen, verwacht Verwaaijen. “Er zal een verdieping en verbreding aangebracht worden in profiel- en keuzedelen, zoals voeding, levensmiddelentechnologie, bloem en design, en plant en dier. Het examenprogramma zal verbreed worden.”
De leerlingen gaan bijvoorbeeld naar de supermarkt om te onderzoeken of een kant en klaar maaltijd gezond is. Ze kijken naar de verhouding service/kwaliteit, naar de etalage. Kortom, ze leren kritisch te kijken naar producten.”
Van horeca tot transport Waar komen de leerlingen die VAP kiezen eigenlijk te werken? “Zij kunnen in verschillende branches aan de slag”, vertelt Verwaaijen. “Denk aan de horeca, zorg en welzijn, bakkerijen, slagerijen en slachterijen, supermarkten, groot- en detailhandel, techniek en transport. De uitstroom is ook zeer divers. De meeste leerlingen zoeken een baan in de sector zorg en welzijn, anderen komen terecht in de logistiek, detailhandel en voedingsmiddelenindustrie.”
Voor Lucretia Antink, onderwijsassistent, is elke dag bij AOC Oost in Doetinchem weer een verrassing. Vier dagen per week is zij één van de aanspreekpunten van BLZ. Het centrale meldpunt in de school voor leerlingen, docenten en ouders. “Ik heb een hartstikke leuke, afwisselende baan!” Een dag op BLZ begint met diverse telefoontjes en bezoek van leerlingen die te laat op school komen. “Ziekmeldingen moeten voor 9:00 uur doorgegeven worden. Doktersbezoeken of andere afmeldingen kunnen telefonisch, via mail of briefje doorgegeven worden. Voelt een leerling in de loop van de dag zich niet lekker dan gaat de leerling eerst naar BLZ. BLZ neemt contact op met ouder(s)/ verzorger(s) en overlegt of de leerling naar huis mag/kan.
Waar zijn ze? Alle informatie over absenten wordt nauwkeurig ingevoerd in magister, het leerlingvolgsysteem. Rond 10.00 uur belt Lucretia de ouders van de leerlingen die zonder kennisgeving afwezig zijn. Zijn ze thuis? Wat is er loos? Voor spijbelen en te laat komen volgt een sanctie “Wij vervullen een signalerende rol. We communiceren met ouders, leerlingen en docenten en houden het ziekteverzuim in de gaten. Zien we een patroon in het verzuim, dan melden wij dit bij het expertisecentrum. Het doel is om het verzuim zo laag mogelijk te houden. We zijn ook verplicht het te melden bij de leerplichtambtenaar als het verzuim om welke reden dan ook oploopt.” BLZ vervult een signalerende rol waarbij een goede communicatie met leerling en ouder/verzorger van groot belang is!
Over VAP
“De leerlingen verwerken grondstoffen tot eetbare eindproducten”
Hoe ziet een les VAP er eigenlijk uit? “De leerlingen maken kennis met producten van agrarische herkomst. Stapsgewijs en volgens een vaste werkwijze verwerken ze grondstoffen tot eetbare eindproducten. Daarbij letten ze op veiligheid en milieu, hygiëne, verpakking en conservering. Ook leren ze over voedingswaarden, etikettering en kostprijsberekening.” Maar daar blijft het niet bij. “Ze gaan zelf op onderzoek uit”, vertelt Verwaaijen enthousiast. “Theorie wordt meteen praktijk.
Ruiken, proeven, beoordelen Ook vormt ‘organoleptiek’ een vast onderdeel van de les. “Elke les doen we een smaaktest. Bij organoleptiek gaat het om ruiken, proeven, beoordelen. Laatst hebben de leerlingen bijvoorbeeld zelf tzatziki gemaakt met komkommer, knoflook en yoghurt. Zo komen ze er achter wat nodig is om dit zelf te maken en hoeveel het in de winkel kost. Ze krijgen een idee van waarde. En ze merken: vers is lekkerder, beter en voedzamer!”
Docent techniek Eefje Rosmuller:
“Bij ons kun je lekker met je handen werken” Een vrouwelijke techniekdocent. Dat helpt om de meisjes te interesseren voor het vak, denkt Eefje Rosmuller. “Automatisch gaan meiden ervan uit dat het een jongensvak is. Totdat ze zien wie er voor de klas staat.” De technieklessen bedenken we zelf. In haar lessen zijn geen boeken aanwezig. “Het is de bedoeling dat we echt praktisch bezig gaan. Met hout, kunststof en metaal. Natuurlijk verwachten we wel dat ze aan het eind van het jaar enige gereedschapskennis hebben. En dat ze iets weten over de verschillende technieken die we hebben gebruikt.”
Plantenpers Wat de leerlingen maken, varieert van een plantenpers tot een spaarpot, een verstekbakje of een sieradenkistje. “Al maken de jongens daar natuurlijk een spijkerkistje van”, lacht Rosmuller. “Het leuke is dat de maaksels niet alleen in het technieklokaal blijven, maar de hele school doorgaan. De plantenpers wordt bij het vak Beeldende Vorming gepersonaliseerd, door middel van houtsnijwerk of linodruk. En daarna wordt hij in gebruik genomen in de biologieles.” “En als ik kijk naar de derdeklassers, dan zijn de meiden net zo goed in motorentechniek als de jongens.”
Vacatures Techniek is voor veel vmbo-ers een leuk vak, denkt Rosmuller. “De meeste leerlingen houden er niet van om dertig uur per week op een stoel te zitten. Bij ons kunnen ze lekker met hun handen werken.” En als ze echt geïnteresseerd zijn in het vak, is er goed nieuws. In de Achterhoek zijn veel vacatures binnen de technische sector, weet Rosmuller. “Er komen er zelfs steeds meer bij. Monteurs, metaalbewerkers, en ook de landbouw vraagt om mensen met technische kennis voor het onderhoud van machines.”
Meiden en jongens Dat dit typische jongensberoepen zijn, veegt Rosmuller van tafel. “In het derde leerjaar is agrarische techniek een keuzevak. En als ik kijk naar de derdeklassers, dan zijn de meiden net zo goed in motorentechniek als de jongens.” In de klas is het vooral ook gezellig. “Een goede sfeer is belangrijk. Alleen dan leren de leerlingen iets. Meestal staan ze te popelen aan het begin van de les: mevrouw, kunnen we nou beginnen?”
vmbo Joke Groeneboer, coördinator Expertisepunt:
“Wij geven vorm aan de ondersteuning binnen school” “Ik sta volledig achter de visie van AOC Oost dat hulp in de klas moet plaatsvinden.” Aan het woord is Joke Groeneboer (53), coördinator bij het Expertisepunt. “Dat vraagt meer vaardigheden van de docent. En wij zijn er om hen te ondersteunen.”
Stage lopen op het vmbo
“Leuk, een klepelmaaier met hydraulische arm!” Voor het eerst ontvangt Bert te Winkel, melkveehouder in Ruurlo, een stagiair van AOC Oost op zijn bedrijf. “Het bevalt heel goed. Kevin doet het uitstekend.” Het bedrijf van Te Winkel behoort met zestig stuks melkvee tot een echt familiebedrijf. “In 1987 zijn we met de ruilverkaveling hier gekomen”, vertelt Bert te Winkel (44). “Mijn opa is er destijds bij in getrouwd. Nu staat de derde generatie Te Winkel aan het roer.”
Niet afwijzend Joke Groeneboer begon haar carrière in het speciaal onderwijs, op een ‘lomschool’, een school voor speciaal onderwijs. Ze werd intern begeleider in het basisonderwijs en werkte later als ambulant begeleider. Ze heeft kortom veel scholen in de regio van binnen gezien. Drie jaar geleden heeft ze de overstap gemaakt naar AOC Oost. Als zorgcoördinator vmbo maakt ze deel uit van het Expertisepunt, de centrale plek in school waar docenten terecht kunnen met hulpvragen.
Afgelopen jaar werd Te Winkel benaderd door Kevin Bretveld (15), leerling 4e jaar vmbo, voor een stageplek. “Mijn vrouw en ik hebben het er wel eens over gehad. We staan er niet afwijzend tegenover. Onze drie kinderen worden ook ouder en je hoopt dat als zij zover zijn, er ook een bedrijf openstaat voor hen.” Hij voegt eraan toe: “En Kevin woont hier in de buurt, ik kende zijn ouders wel.”
Van dyslexie tot TOM-traject Bij het Expertisepunt werken een aantal betrokkenen uit verschillende expertise gebieden: onderwijskundige, orthopedagoog, tomcoaches, teamondersteuners, ambulant begeleiders, jeugd maatschappelijk werk en dyslexie ondersteuners. “Het Expertisepunt geeft advies wat nodig is om de ondersteuning aan de leerling, klas of docent binnen school vorm te geven”, legt Groeneboer uit. “Als een docent bij ons aanklopt met een hulpvraag, kijken wij welke expertise ingezet moet worden.” En wat er nodig is om de leerling verder te helpen en de docent te ondersteunen .Somt op: “Dyslexie, orthopedagogiek, jeugd maatschappelijk werk, teamondersteuning of TOM-coaching (Traject Op Maat). De ene keer volstaat basisondersteuning, denk aan extra ondersteuning in de vorm van ondersteuning richting de docent in de klas , coachgesprekken en een plan van aanpak, de andere keer is er intensieve ondersteuning nodig. Daarbij kun je denken aan een TOM-traject, een aanpak waarbij ook de ouders van een leerling intensief betrokken zijn. De leerling staat centraal. We bekijken welke extra’s we kunnen inzetten, als ondersteuning op weg richting een diploma zodat de leerling zijn diploma haalt.”
Zo’n 20 dagen loopt Kevin stage bij Te Winkel. Voor de zomervakantie is hij een volle week geweest, vanaf september is hij één dag per week bij Te Winkel te vinden. “Kevin is van huis uit veel gewend”, legt Te Winkel uit. “Zijn ouders hebben een boerderij met koeien, varkens en een loonwerktak. Normaal gesproken steek je veel tijd en energie in een stagiaire, maar bij Kevin is dat eenvoudig. We pakken alle voorkomende werkzaamheden op. Ik had bijvoorbeeld nog een stuk straatwerk liggen, waar ik tegenaan zat te kijken. Die klus hebben we nu mooi met zijn tweeën geklaard.”
Te Winkel: “Normaal gesproken moet je tijd en energie steken in een stagiaire, maar bij Kevin is dat eenvoudig.”
Melken en trekker rijden
Anders dan thuis
Vandaag, een mooie oktoberdag, is Kevins stagebegeleider Jan van Beek op bezoek in Ruurlo. Kevin laat zijn docent de stallen zien en daarna komen de heren binnen voor een kop thee met een plak koek. Hoe bevalt zijn stage tot nu toe? “Het gaat goed”, vertelt Kevin. “Ik mag veel doen. Helpen met melken, af en toe op de trekker rijden. Het gaat hier wel anders dan bij mij thuis. Ik vraag aan Bert wat zijn werkwijze is en dan kan ik vergelijken.”
Wat gaat er anders? “Wij geven de kalveren ’s middags geen melk, hier gebeurt dat wel. Ook is er een ander voersysteem, met een heel pak dat tussen het hek wordt geplaatst. Ik had niet gedacht dat de dieren het zo goed zouden opeten.” “En wat dacht je van de klepelmaaier met hydraulische arm?” lacht Te Winkel. Kevin: “Die machine was voor mij nieuw. Leuk, om met die machine te maaien. Met zo’n arm kom je veel verder!”
Kevin: “Ik mag veel doen. Helpen met melken, af en toe op de trekker rijden.”
Stage lopen bij een bloembinderij
Bo: “Ik heb hier de techniek met de korenschoof geleerd” Aan de Vordenseweg in Hengelo bevindt zich Bloembinderij Groot Roessink. Een bedrijf met een bijzondere historie en een vrolijke, nuchtere baas. De 16-jarige Bo Sanders heeft het geluk dat ze hier terecht kon als stagiaire. “Bloemschikken leer je pas echt door het veel te doen.” Dat het middelgrote tuincentrum Groot Roessink met de keurig gerangschikte stellingen vol plantjes, tuindecoratie en een gedeelte met verse bloemen ooit een boerenbedrijf is geweest, is lastig voor te stellen. “Toch is het zo”, lacht eigenaar André Groot Roessink (49). “Mijn ouders hebben in 1973 het melkveebedrijf voortgezet, nadat mijn oom plotseling was overleden. Dat wil zeggen: mijn opa en moeder runden de boerderij, want mijn vader was uitvoerder in de bouw.”
“We moeten er voor zorgen dat we leerlingen met dezelfde behoefte clusteren.”
Anjers Wel was het vader Groot Roessink die met het idee kwam om er bloemen bij te gaan doen. “We zijn met anjers begonnen. Dat liep goed, er kwam meer vraag naar andere bloemen en zo ontwikkelde het bedrijf zich. De bloemenafdeling werd steeds groter, het melkveebedrijf steeds kleiner.” Groot Roessink rijdt twee keer per week in alle vroegte naar de veiling om verse bloemen in te kopen en af te leveren bij collega bloemisten. Een gedeelte gaat naar zijn eigen zaak. “Wij bedienen het middenklasse segment. Van concurrentie hebben we hier weinig last.”
Geluk Sinds kort loopt Bo Sanders (16), 4e leerjaar vmbo kader, stage bij Groot Roessink. “Eerst had ik een stageplek in Arnhem, maar er was geen begeleiding, dus moest ik een ander adres zoeken. Alles in en rondom Arnhem zat vol. Gelukkig was er wel een plekje bij Groot Roessink. Eén dag per week kom ik hier naar toe met de bus.” Groot Roessink:
Hot item: passend onderwijs Hot item is momenteel het passend onderwijs. AOC Oost bereidt zich hier al enkele jaren voor. Joke: “We zijn twee jaar geleden al een andere koers gaan varen met het oog op passend onderwijs. Het is zaak dat we toegerust zijn op leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte.” Nuchter: “Iedereen loopt wel met een etiketje rond. We moeten er voor zorgen dat we leerlingen met dezelfde behoefte clusteren en ondersteunen. In het basisonderwijs gebeurt dat al. Het is alleen de vraag hoe de docent dit gaat managen.” Aan het Expertisepunt de schone taak om tools te ontwikkelen voor de docenten en hierin te helpen waar nodig. “Passend onderwijs zal een meerjarenplan worden. Als we kleine stapjes maken, dan komen we er wel!”
Straatwerk
“Docenten met een hulpvraag kunnen bij het Expertisepunt terecht”
“Bo belde mij zelf. Dat vind ik belangrijk, want dat zegt iets. Leerlingen moeten niet te bleu zijn, dat werkt niet”
Korenschoof Bo heeft het uitstekend naar haar zin in Hengelo. “Het werk dat ik mag doen is veel breder dan bij een bloemist. Ik heb hier de techniek van de korenschoof geleerd.” Ze legt uit: “Dan maak je een boeket dat moet kunnen blijven staan als je het neerzet. Zoiets leer je pas door het veel te doen. Ook moet je een idee hebben van kleuren en niet te veel dure bloemen gebruiken. Ik verzorg vooral veel bestellingen, want daar heb ik iets meer de tijd voor.”
AOC Oost: leuke school Na dit jaar gaat Bo naar het mbo. Met plezier kijkt ze terug op haar tijd op AOC Oost. “Theorie en praktijk worden goed afgewisseld. Het is er streng, maar ook gestructureerd. Ik vind het een leuke school met leuke leerlingen.”
vmbo
Arend Bruggink, docent Lichamelijke Opvoeding:
Bob te Lindert, oud-leerling en topsporter:
“Onze leerlingen zijn sterk”
“Ik denk met veel plezier terug aan de AOC Oostsporttoernooien”
Zes jaar geleden ging Arend Bruggink, docent Lichamelijke Opvoeding (LO) aan de slag op AOC Oost. Hij verwachtte er niet zo’n sportieve cultuur aan te treffen. Het tegendeel bleek waar. “Onze leerlingen willen graag leuke, nieuwe dingen doen.”
Bob te Lindert is 16 jaar en woont in Varsseveld. Momenteel volgt hij de opleiding MiddenkaderEnginering aan het Graafschap College in Doetinchem. Voor die tijd bezocht hij AOC Oost vmbo in Doetinchem, waar hij koos voor de richting Groen-Techniek.
Al gauw kwam Arend Bruggink erachter dat AOC Oost-leerlingen bepaald geen slappelingen zijn. “Als er een WK touwtrekken bestond, dan zou een aantal van hen zich hier ongetwijfeld voor plaatsen” lacht hij. “Ze zijn zo sterk!” In het eerste jaar krijgen de leerlingen vier uur gym per week, daarna twee uur. Tot de herfstvakantie en na de voorjaarsvakantie sporten ze buiten, de rest van het schooljaar gaan ze naar de zaal. “Ik geef het liefst buiten les. Sporten in de open lucht is wezenlijk anders dan in een lokaal.”
Klimmen en klauteren
Doetinchemse Scholen Toernooien
Met de klimwand in het gymlokaal worden de technieken voor klimmen en klauteren geoefend. Bruggink is er blij mee: “Ik had de wand graag nog groter gehad, maar deze is ook al mooi. Het is de enige sport waarbij je de hoogte in gaat. Kinderen moeten elkaar zekeren. Dat vereist samenwerking en vertrouwen. Ook leren ze op deze manier hun grenzen aangeven. Als iemand niet verder wil, moet je dat respecteren. Of juist aanmoedigen om door te gaan; dat kan soms ook goed zijn.” Zo’n klimwand is vaak wel even wennen, heeft Bruggink gemerkt. “In eerste instantie vinden de meeste leerlingen het toch wel spannend. Gaan ze eenmaal bezig, dan zijn ze om!”
Per leerjaar vinden er gedeeltelijk onder schooltijd een aantal toernooien plaats, bijvoorbeeld voor basketball, voetbal, volleybal en softbal. “Het gaat erom dat ze samen, in competitie, sporten en hun krachten meten”, legt Bruggink uit. “De beste teams gaan door en vertegenwoordigen AOC Oost op de Doetinchemse VO Scholen Toernooien”. Doordat we aan dit initiatief meedoen, beoefenen we op school meer sporten. De sectie LO heeft zich daar hard voor gemaakt, zodat de leerlingen zien hoe groot de keuze is op sportgebied.”
“Aan mijn gymlerares heb ik veel gehad”
“Het gaat erom dat ze samen, in competitie, sporten en hun krachten meten”.
Lars Kuster, 4e leerjaar vmbo (kader-beroeps):
“Ik dacht altijd dat paardrijden iets voor meisjes was.” Je bent jong en je bent gek op paarden. Natuurlijk ga je dan naar AOC Oost! Lars Kuster (16) uit Stokkum is al in het vierde leerjaar aanbeland en heeft het nog steeds prima naar zijn zin op AOC Oost. “Ik ben topsporter en moet wel eens een les overslaan. Daar doet school gelukkig niet moeilijk over.” Lars’ ouders zijn altijd actief geweest in de paardensport. Tot zijn elfde had Lars zelf hier weinig interesse in. Hij vertelt: “Ik dacht altijd dat paardrijden iets voor meisjes was. In de stal van de vriend van mijn moeder zag ik veel jongens rondlopen. Ik heb een maand lang gezeurd om een pony en op mijn elfde ben ik begonnen.” Lars legt uit dat het gebruikelijk is om via pony’s de paardensport te leren kennen. Hij zorgde ervoor dat hij zo gauw mogelijk kon overstappen naar de paarden omdat hij daar meer toekomst in zag.
Hardlopen Wat niet iedereen weet, is dat Bob naast zijn opleiding topsport bedrijft. Hij is lange- en middellange-afstandsloper (800 en 1500 meter en 3, 5 en 10 km) en is opgenomen in de nationale selectie. Dit jaar werd hij derde op het NK met de 3 km. Hij traint 5 keer per week, waaronder één keer op Papendal in Arnhem. “Op AOC Oost doe je veel praktische ervaring op”
Geselecteerd voor Rabotalentenplan Lars had talent. Na twee maanden reed hij zijn eerste wedstrijden. In 2013 deed hij mee met de selectie van regio Gelderland en mocht hij door naar de landelijke selectie. Een handjevol jongens werd geselecteerd voor het Rabotalentenplan. Deze ruiters worden getraind door de bondscoaches. Lars: “Ik doe er alles aan om een zo goed mogelijke springruiter te worden. Elk weekend ga ik op concours en vier à vijf keer per jaar rijd ik op internationale concoursen. Ik hoop dat ik later ook internationale wedstrijden kan blijven rijden. Daar zal ik ander “Op AOC Oost heb je een paar uren praktijkles in de week. Dan kun je lekker met je handen bezig zijn”
Hij heeft er een leuke tijd gehad. “Ik had het bijzonder naar mijn zin, maar niet alles verliep altijd optimaal. Ik zat in een moeilijke klas, maar ja, wat wil je, met 17 jongens. De ene leraar kon beter met ons omgaan dan de ander. Sommigen namen alles misschien wat te serieus op. Maar het is gelukkig allemaal goed gekomen. We hebben het gered. En dan kun je tevreden terug kijken.” Over AOC Oost is hij zonder meer positief. “De opleiding is praktijkgericht. Elke donderdag had je stage. Je deed dus heel veel praktische ervaring op.”
Leuk, sporttoernooien van AOC Oost
werk naast moeten hebben, bijvoorbeeld in de handel met paarden. Of misschien kan ik het bedrijf van mijn vader overnemen. Volgend jaar wil ik naar het mbo. Waarschijnlijk ga ik naar de Johan Cruijff Academie in Nijmegen. Ik wil economie studeren. Dat zal ik later nodig hebben voor de handel.”Maar eerst staat het vmbo-examen nog voor de deur. “Ik had een niveau hoger
gekund, maar dat heb ik niet gedaan. Dat zou meer huiswerk betekenen en daar heb ik geen tijd voor. Elke dag rijd ik een aantal paarden na schooltijd.” Lars kijkt terug op een leuke schoolperiode. “Op AOC Oost krijg je hulp, goede uitleg en een paar uur praktijkles in de week. Dan kun je lekker met je handen bezig zijn.” En hij besluit: “Ik kan niet de hele dag in een lokaal zitten!”
Heb je voor je sportprestaties iets aan AOC Oost gehad? “De interesse voor hardlopen had ik als kind al. Maar de sportactiviteiten op AOC Oost betekenden wel een stimulans voor mij. Ik had een goede gymlerares, Liset Jansen, aan wie ik veel heb gehad. Ik vond niet alle sporten even leuk, hoor. Voetbal vond ik niks, trefbal weer wel. Verder denk ik natuurlijk met veel plezier terug aan de sporttoernooien die op school werden georganiseerd. Ik was best wel fanatiek. Ik wil voortdurend beter worden, wat bereiken, die drive heb ik altijd gehad. Dat heb je ook nodig in de topsport.”
vmbo
Ralph Aalderink heeft nu al weer zin in Doetinchem On Stage Al op de lagere school wist Ralph: ik wil met dieren werken, het liefst met honden. Daarom wilde hij naar AOC Oost. Wel moet hij elke dag 14 km fietsen, maar samen met twee vrienden is dat best te doen.
Weet u nog wat u wilde worden toen u 12 of 13 was? Ja? En? Bent u het ook geworden? Kiezen was vroeger al moeilijk en is tegenwoordig met een enorme hoeveelheid opleidingen en beroepen niet bepaald eenvoudiger geworden. Scholen besteden daarom veel aandacht aan het kiezen van een vakkenpakket en vervolgopleiding. Op school kun je alleen op papier wat meemaken. Daarom organiseren AOC Oost en Metzo College al enkele jaren samen Doetinchem On Stage, een groot beroepskeuzeproject voor leerlingen in leerjaar 1 en 2. Door dit project komen leerlingen en docenten van het vmbo in contact met het bedrijfsleven. Leerlingen, scholen en bedrijven bouwen hiermee aan hun netwerk. Doetinchem On Stage zorgt ervoor dat leerlingen gaan nadenken over hoe zij zich zelf het beste kunnen presenteren en hoe je je eigen netwerk onderhoudt. Doetinchem On Stage begint voor leerlingen met het ontwerpen van een visitekaartje en een mooie slogan. Ook maken zij hun persoonlijke droomtop-3. Vervolgens volgt er een netwerktraining. Dit alles is een voorbereiding op het Beroepenfeest. Het bedrijfsleven nodigen wij vooraf uit op 28 januari voor een netwerkbijeenkomst om zo hen op een creatieve manier te vertellen over de organisatie van Doetinchem On Stage. Het Beroepenfeest zal zijn op 25 februari in stadion de Vijverberg. Tijdens het Beroepenfeest ontmoeten de leerlingen en het bedrijfsleven elkaar. De leerlingen gaan matches maken met hun droomberoep. Het persoonlijk contact met deze professionals is een belangrijke aanvulling op het
keuzeproces van leerlingen. Drie weken na het Beroepenfeest gaan de leerlingen een kijkje nemen in de keuken van het bedrijf/ droomberoep naar keuze. Echt een stukje van het werk doen is immers niet te vergelijken met er over lezen of horen? Mogen dromen over een beroep, verliefd worden op een vak, weten wat je moet doen om dat te bereiken. On Stage levert zo een bijdrage aan de beroepsoriëntatie van jongeren en de binding tussen het onderwijs en het bedrijfsleven. Bedrijven, zzp’ers, ondernemers en organisaties uit de regio zijn onmisbaar hiervoor. Meer informatie of de mogelijkheid aan te melden is te vinden op
www.doetinchemonstage.nl
Projectorganisatie: Carol Heij, Zianne Looman en Erica Cramer Bornemann.
“Ook onderhoudsmonteurs kunnen dus voor het Waterschap werken.” Inmiddels zit Ralph in leerjaar 2 van het vmbo en ook dit jaar gaat hij naar het beroepenfeest van Doetinchem On Stage. Met plezier kijkt hij terug op vorig jaar. “Het was een leuke ervaring. Ik heb allerlei mensen gesproken, waaronder Jan Kuiperije van het Waterschap, en ook drie afspraken voor de doedag gemaakt.” De eerste afspraak was op de Anton Tijdinkschool in Terborg. “Na een kopje thee kregen we een rondleiding. Ik heb het bedrijf van a tot z gezien.”
vond plaats bij de Landmacht. Op het Metzo College werd door een aantal militairen een groot oefenparcours aangelegd voor de jonge rekruten. “We moesten rennen en klimmen. En met een masker op moesten we over het richeltje lopen, zonder te vallen. Ik was een keer het snelste. Maar ik denk dat het leger niets voor mij is, veel te streng. Wel heb ik geleerd dat je nooit moet opgeven. Gewoon doorzetten, je kunt meer dan je denkt en er is altijd een weg.”
Waterschap
Honden
Daarna volde het Waterschap Rijn en IJssel. “Dat het Waterschap zo nauw samenwerkt met de gemeente, was nieuw voor mij.” Een touringcar bracht de leerlingen naar een werkplaats van het Waterschap waar de onderhoudsbusjes stonden. “De beken netjes maaien, is een taak van het Waterschap. Dus als de maaiers kapot zijn, moeten ze zo snel mogelijk gerepareerd worden. Ook onderhoudsmonteurs kunnen dus voor het Waterschap werken.” De derde afspraak
Wat Ralph later wil gaan doen, weet hij eigenlijk al lang: op de dierenambulance rijden, of met honden werken. Maar toch heeft hij weer zin in Doetinchem On Stage. “Dit jaar ga ik opnieuw naar het Waterschap, even kennis opfrissen. En ik ben nieuwsgierig naar de politie. Wat moet je doen in een noodsituatie bijvoorbeeld? Dat leer je allemaal als je agent bent. En ik wil afspraken maken bij de luchtmacht, de marine of toch weer het leger...”
Van te voren wordt de leerlingen natuurlijk wel verteld hoe ze een gesprek kunnen aangaan op de beursvloer. “Het hele jaar door zijn er voorbereidende activiteiten:
bijvoorbeeld een netwerktraining in de klas. Centraal staat de vraag: hoe presenteer je jezelf? Een hand geven en jezelf netjes voorstellen, daar begint het mee.”
Femke Oostendorp over loopbaanbegeleiding en Doetinchem On Stage:
“Durf te dromen is ons motto” Wat kun je en wat vind je leuk? Dat vraagt decaan Femke Oostendorp regelmatig aan leerlingen op AOC Oost. In het kader van LOB (loopbaanbegeleiding) begeleidt ze hen bij het maken van de juiste keuzes gedurende hun vmbo opleiding. “Aan het begin van hun schoolcarrière schrijven sommige leerlingen wel zeven of acht beroepen op, waar ze affiniteit mee hebben. Dat lijstje proberen we in de loop van de jaren in te korten.”
Loopbaanbegeleiding LOB wordt telkens belangrijker, denkt Oostendorp. “De mbo-scholen stellen hogere eisen aan nieuwkomers en switchen tussen twee opleidingen heeft grote financiële gevolgen. Tijdig - voor 1 maart - aanmelden voor een vervolgopleiding is een must. Want steeds vaker is er sprake van beperkte toelating.” Vanaf het begin worden leerlingen stapsgewijs voorbereid op het maken van keuzes. Welke richting, welke praktijkvakken en welke vervolgopleiding heeft bijvoorbeeld hun voorkeur. “Wij helpen hen zich daar op te oriënteren. Door het bezoeken van open dagen, workshops te volgen op het mbo, en de juiste stage te kiezen. Want zeg nou zelf, paarden zijn leuk, maar is dat voor je hobby of wordt dat je beroep?”
Doetinchem On Stage Om hen daarbij te helpen, organiseert de school elk jaar – in samenwerking met het Metzo College - ‘Doetinchem On Stage’. Alle eerste- en tweedeklassers maken een droombanen top drie. En op de beroepenfeest ontmoeten zij deze beroepsbeoefenaars. De school probeert aan alle wensen tegemoet te komen. “‘Durf te dromen’, is ons motto’. Dus wil een leerling de advocatuur in, dan zorgen we dat er een advocaat aanwezig is. Daar doen we niet moeilijk over. Het belangrijkst is dat de leerling ook een beeld krijgt van de weg er naar toe. Op het beroepenfeest mogen ze afspraken met de bedrijven maken voor een bezoek. Zo kunnen ze in de praktijk zien wat het betekent om hovenier of administrateur te zijn.” “Centraal staat de vraag: hoe presenteer je jezelf? Een hand geven en jezelf netjes voorstellen, daar begint het mee.”
vmbo Naar het vmbo
De vmbo-leerwegen
Je voelt je snel thuis op AOC Oost
Met veel groene doevakken
Na groep 8 kun je kiezen voor het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs, het vmbo. Heb je een beetje groene vingers, ben je graag buiten, ben je handig met machines, met verwerking van voedingsmiddelen of hou je van dieren? Leer je graag in een groene omgeving? In moderne lokalen met dieren, planten of machines om je heen? Dan zit je goed op AOC Oost. vmbo-groen, zoals we onze opleidingen kortweg noemen, biedt jou een perfecte voorbereiding op het mbo. Door het brede aanbod aan vakken kun je ook naar alle overige sectoren van het mbo doorstromen. Naast groen, zijn dat techniek, zorg & welzijn en economie. Met vmbo-groen kun je in de toekomst dus alle kanten op. We zeggen niet voor niks ‘morgen is groen’!
Van zaadje tot karbonaadje In het Groene Profiel houden we ons niet alleen bezig met aparte leervakken of kennis over losse producten. Het gaat vooral om de samenhang in een keten. Denk bijvoorbeeld eens aan een simpel zaadje dat je in de grond stopt en verzorgt. Het zaadje groeit uit tot een plant, wordt verwerkt tot veevoer, een varken smult ervan en uiteindelijk ligt er een smakelijke karbonade bij de slager. Van zaadje tot karbonaadje zeg maar. Hoeveel schakels in de keten van producent naar consument zijn er nodig geweest voordat die karbonade op jouw bord is beland?
Op het vmbo, dus ook op AOC Oost, krijg je vakken als Nederlands, wiskunde en aardrijkskunde. Het diploma van AOC Oost is dan ook een gewoon vmbodiploma. Maar vanaf de eerste klas heb jij wél veel groene vakken, zoals dieren, bloemen, planten, voeding, groene omgeving en techniek. Aan het eind van het tweede jaar stap je de leerweg in die het beste bij je past. Welke leerwegen zijn er?
Basisberoepsgerichte Leerweg (BB): vooral praktijk Deze leerweg past bij jou als je praktisch bent ingesteld en graag met je handen werkt. Natuurlijk krijg je ook theorievakken, maar er is veel afwisseling en je hoeft niet steeds uit boeken te leren. Met BB kun je doorstromen naar niveau 2 en soms naar niveau 3 van het mbo.
Kaderberoepsgerichte Leerweg (KB): praktijk en een beetje theorie Als je graag leert door praktisch bezig te zijn, kies je voor de kaderberoepsgerichte leerweg. Je bent bezig met de praktijk, maar volop ondersteund door de theorie. Doorstroming naar niveau 3 en soms naar niveau 4 van het mbo is mogelijk.
Gemengde Leerweg (GL): theorie en een beetje praktijk De gemengde leerweg is een combinatie van denken en doen. Heb je weinig moeite met leren en weet je al een beetje welke richting je op wilt? Dan is de gemengde leerweg iets voor jou. Je stroomt meestal door naar niveau 3 of niveau 4 van het mbo of naar het havo.
De praktijk
Theoretisch diploma Het vmbo groen is niet alleen geschikt voor de praktisch ingestelde leerling. Met de gemengde leerweg (GL) behaal je een meer theoretisch diploma. Soms is het mogelijk om via de staatsexamencommissie het diploma theoretische leerweg (TL) te behalen, bijvoorbeeld als je naast de gemengde leerweg voor één (of meer) extra vak(ken), zoals Duits, economie of natuur-/ scheikunde, geslaagd bent. Dit kan omdat de theorievakken van de GL en de TL exact hetzelfde zijn qua inhoud en zwaarte. Het TL-diploma biedt de mogelijkheid te kiezen voor het mbo of het havo.
Passend onderwijs Alle kinderen hebben recht op een passend plekje in ons onderwijssysteem. Ook onze kinderen met een leerstoornis of andere handicap moeten kunnen rekenen op extra ondersteuning en zorg, zodat zij zich binnen hun mogelijkheden zo breed mogelijk kunnen ontwikkelen. Om ook hun passend onderwijs te kunnen bieden, werkt AOC Oost samen met andere scholen in de regio.
Kortom, er is heel veel mogelijk binnen het vmbo groen.
Een groen beroep? Wat denk je hiervan?! Dierverzorger Paardrijinstructeur Bloemist Boswachter Hovenier Medewerker zorgboerderij Boomkweker Loonwerker
Leren in de échte wereld Kennis haal je niet alleen uit boeken. Leren in de échte wereld, dat vinden we op onze school belangrijk. Binnen en buiten de school krijg je praktische opdrachten. De computer is daarbij natuurlijk onmisbaar. Op een praktische wijze leer je dieren verzorgen, planten en bloemen kweken, producten tot voedingsmiddelen verwerken en de mooiste boeketten samenstellen. Maar ook hoe je dieren, planten en producten aan de man brengt. Bij alles wat je leert en doet, is samenwerken en communiceren belangrijk. Je doet mee aan praktische projecten en excursies. Je maakt kennis met beroepen in de groene sector, maar ook in de sectoren zorg&welzijn, techniek en economie. Het gaat er ons om dat je een bewuste keuze kunt maken voor een vervolgopleiding.
Bodemonderzoeker Milieucoördinator Medewerker weg- en waterbouw Veehouder Landmeter Medewerker dierenspeciaalzaak Productontwikkelaar Kwaliteitscontroleur Medewerker tuincentrum Plantenteler Medewerker op een kinderboerderij Houder van een dierenpension Hondentrimmer Dierenartsassistent Groentekweker Monteur landbouwwerktuigen Decorateur
Komen dus! Wedden dat je blijft!?
Medewerker recreatiepark
HGL
Praktische route naar het hbo
Het Groene Lyceum (HGL) Binnenkort ben je klaar op de basisschool. Maar wat ga je daarna doen? Al eens aan Het Groene Lyceum gedacht? Voor wie?
Hoe ziet een dag eruit?
Het Groene Lyceum is geschikt voor alle leerlingen die het niveau van het vmbo makkelijk aankunnen, die bovendien graag de blik op het hbo richten en daarbij wel praktisch bezig willen zijn. Wanneer jouw basisschool aangeeft dat je meer aankunt dan vmbo gemengde leerweg, kun je ook met een specifieke intakeprocedure toegelaten worden. Dus, ben je praktisch ingesteld, houd je van buitenschoolse activiteiten en heb je een beetje affiniteit met groen, dan is Het Groene Lyceum perfect voor jou!
Je werkt vaak vanuit een vast lokaal. Daar staat je laptop en daar start je de dag. De docenten komen meestal bij jou in het stamlokaal binnen. Vier dagen in de week volg je lessen volgens het lesrooster. Één dag in de week noemen we projectdag. Dat is een praktische dag waar een thema aan verbonden is, zoals lifestyle, gezondheid, lente, feesten en tradities. Op de projectdag pas je dat wat je geleerd hebt toe: de praktijk stuurt de theorie. In leerjaar 1 loop je al een paar dagen mee met een bedrijf naar keuze om kennis te maken met het bedrijfsleven en met het stage lopen. Vanaf leerjaar 2 beginnen we met een oriënterende stage.
Wat is Het Groene Lyceum? Ben jij op zoek naar praktisch onderwijs, maar dan wel op een hoog niveau? Dan past Het Groene Lyceum goed bij jou. We werken veel in de praktijk en doen regelmatig (buitenschoolse) projecten. Het is wel keihard werken en het studietempo is hoog. Kun jij ons aan?
Op weg naar het hbo Het Groene Lyceum kun je zien als een voorloper op het hoger beroepsonderwijs (hbo). Al vanaf het begin, in de eerste klas van Het Groene Lyceum, werken we toe naar het hbo. Je begint meteen met onderzoek en leren in de praktijk, bijvoorbeeld met (buitenschoolse) projecten. Daarna bestaat in sommige gevallen de mogelijkheid om in 9 jaar tijd twee scholen afgerond te hebben: Het Groene Lyceum en straks het hbo. Dat klinkt ver weg, maar juist bij jouw schoolkeuze moet je soms ook wat verder vooruit kijken. Dat is belangrijk voor je toekomst. Daarom leggen we je uit wat je allemaal met Het Groene Lyceum kunt doen!
Almelo en Doetinchem Het Groene Lyceum vind je in Almelo en in Doetinchem, op de locaties van AOC Oost. Je herkent ons meteen: met een eigen logo en eigen lokalen zijn we een eigen school binnen AOC Oost. Of je nou in Almelo of in Doetinchem naar school gaat, ons onderwijs is grotendeels hetzelfde. Maar de locaties zijn natuurlijk wel verschillend. Zowel de locatie Almelo als Doetinchem ligt dicht bij het station; lekker makkelijk!
Persoonlijke begeleiding Op Het Groene Lyceum krijg je een persoonlijke studiecoach. Die begeleidt jou zodat je het hoge studietempo aankan. Je hebt regelmatig een gesprek met je coach waarin onder andere de 18 competenties voor de groene sector aan bod komen. Dat klinkt ingewikkeld, maar het gaat vooral om vragen als ‘Waarom doe ik iets en wat ga ik doen om beter te worden?’
Dit zijn enkele competenties uit leerjaar 1: • samenwerken, • presenteren, • onderzoeken, • leren, • plannen en organiseren, • contact maken met anderen, • instructies volgen Zo’n gesprek over competenties gaat dus ook over je persoonlijke ontwikkeling. Iedereen heeft een persoonlijk ontwikkelingsplan en je beantwoordt samen met je coach verschillende leervragen. We hebben ook een studie-loopbaan begeleider waarmee je gedurende de opleiding steeds meer te maken krijgt. Hij kijkt met je mee en adviseert je over je studie en beroepskeuze.
Deze vakken krijg je in het eerste jaar op Het Groene Lyceum: Nederlands, Engels, Duits, wiskunde, biologie, natuur & scheikunde, sport & bewegen, mens & maatschappij, kunstvakken, economie. En natuurlijk is er volop tijd en aandacht voor groene vakken (dieren, bloemen, planten, voeding, groene omgeving en techniek. Ook doe je mee aan allerlei projecten.
Zelfstandig werken Op Het Groene Lyceum verwachten we veel zelfstandigheid. Je neemt zelf de regie en zoekt dingen zelf uit. Je neemt initiatief en durft beslissingen te nemen. Je staat open voor anders leren en durft een kritische blik te werpen op jezelf. Dat klinkt pittig, maar vaak doe je dit op de basisschool al en op Het Groene Lyceum breiden we dat langzamerhand uit. Hierbij helpt de coach jou natuurlijk!
Praktisch aan de slag Bij Het Groene Lyceum ga je aan de slag met (buitenschoolse) projecten die gericht zijn op verrijking, verdieping en verbreding. Je past opgedane kennis direct toe in de praktijk en je maakt al vroegtijdig kennis met het bedrijfsleven via stages, onderzoek en excursies.
Snel opleidingstraject Je kunt na zes jaar Het Groene Lyceum naar bijna alle vormen van het hbo. Met een goede overstap en de juiste instelling ben je in de meeste gevallen nog maar drie of vier jaar met je hoger beroepsopleiding bezig. De inhoud en kwaliteit van je opgebouwde portfolio zijn daarbij van belang.
Groen hbo heeft de toekomst Nu kiezen voor Het Groene Lyceum en straks voor het hbo is een slimme zet. De groene sector heeft veel toekomst: de agrofood- en tuinbouwsector zijn een van de belangrijkste motoren van de economie. Hier in Nederland, maar ook wereldwijd. Want de wereldbevolking groeit en daarmee ook het aantal monden om te voeden.
Om effectief meer voedsel te produceren is kennis nodig en Nederland is daarin een van de toonaangevende landen. De economie heeft met name behoefte aan afstudeerders op hbo-niveau. Het Groene Lyceum sluit daar uitstekend op aan.
Ben je enthousiast geworden over Het Groene Lyceum? Kijk dan voor meer informatie eens op:
www.aoc-oost.nl/het-groene-lyceum daar vind je een korte film over onze school of neem contact op met een van onze studiebegeleiders, we helpen je graag!
We zien je graag op onze Open Dagen: de data staan verderop in deze krant en op onze website www.hetgroenelyceum.nl Tot dan!
HGL
Kevin Nieuwenhave, afgestudeerd aan Groene Lyceum:
“Het is de bedoeling dat je hogerop komt” Met bijna alleen maar zevens studeerde Kevin Nieuwenhave in 2014 af aan het Groene Lyceum in Doetinchem. Nu staat hij te popelen om aan zijn vervolgopleiding te beginnen. “Ik ga International Business and Management Studies doen aan de HAN (Hogeschool van Arnhem en Nijmegen).”
“Op de basisschool werd er één of twee keer per jaar een voorlichtingsbijeenkomst georganiseerd voor ouders”, vertelt Kevin (19), woonachtig in Doetinchem. “Op een van die bijeenkomsten sprak mijn vader een leraar van het AOC. Vervolgens hebben we twee keer een open dag bezocht en is de keuze
“Je kunt leren wat je wilt, de praktijk is 180 graden anders.”
op het Groene Lyceum gevallen.” Het advies voor Kevin luidde vwo, maar dat zag hij niet zitten. “Alleen maar lessen volgen, theoretische kennis opdoen, dat is niets voor mij. Ik ben graag praktisch bezig.” Het Groene Lyceum bood die mogelijkheid. “Ik heb bij verschillende bedrijven stage gelopen. Op de havo was dat nooit gebeurd.” Graafmachinemachinist Kevins familie had een grondverzetbedrijf. Zijn jongensdroom was dan ook ‘graafmachinemachinist’ worden. Eenmaal op het Groene Lyceum kwam hij op andere gedachten. “Onze coaches en mentoren hamerden erop dat we goed moesten nadenken wat we zelf graag wilden. Zij zorgden er voor dat we stage konden lopen in onze eigen interessegebieden. Tijdens de contacturen vonden er competentiemetingen plaats en deden we beroepskeuzetesten. Bij mij kwam naar voren dat ik geschikt was voor een leidinggevende functie. Op het Groene Lyceum word je niet opgeleid tot loonwerker. Het is de bedoeling dat je hogerop komt.” Groene Lyceum, prima keuze “Als je iets met je handen wilt doen, groen georiënteerd bent en geen zin hebt om continu in een klaslokaal te zitten, dan is het Groene Lyceum een prima keuze. Na een jaar kun je altijd nog switchen, mocht het niet bevallen.” Kevins devies: “Je kunt leren wat je wilt, de praktijk is 180 graden anders.”
Willem Lukassen over studiereis naar Berlijn:
Leerlingen op Het Groene Lyceum doen onderzoek
“Leerlingen krijgen meer begrip voor ons buurland”
“We proberen de leerlingen zo goed mogelijk voor te bereiden op het hbo”
Derde jaars vmbo leerlingen en HGL leerlingen gaan aan het eind van het schooljaar op studiereis. Een studiereis naar Berlijn. Daar zijn de meeste leerlingen wel voor te porren. Derdejaars leerlingen van Het Groene Lyceum gaan aan het einde van het schooljaar per trein naar Berlijn. “Je kunt naar boven en daar heb je een prachtig zicht over de stad.” De tweede dag maakt de klas een fietstocht met een Nederlandstalige gids. Centraal staan de muur en de DDR-periode. “De leerlingen hebben de val van de muur niet meegemaakt en weten er weinig vanaf. Ze vallen van de ene verbazing in de andere. Begrijpen niet hoe dat heeft kunnen gebeuren.”
Sachsenhausen en Berliner Zoo
“Ze vallen van de ene verbazing in de andere. Begrijpen niet hoe dat heeft kunnen gebeuren.”
Willem Lukassen, docent techniek, gaat mee als één van de begeleiders. Hij vertelt over het programma: “Het liefst beginnen we op de eerste dag met een bezoek aan de Reichstag. Via beeld en audio krijg je daar een mooi beeld van Berlijn. Maar de laatste keer dat we er waren, konden we er niet in. Uit veiligheidsoverwegingen, omdat Angela Merkel in het gebouw aanwezig was.” Dan hebben de docenten uiteraard een plan B: de Siegessäule die in het hart van een stervormige verkeersader staat.
Een bezoek aan het concentratiekamp Sachsenhausen mag ook niet ontbreken. Middels een audiotour wandelt elke leerling zelf door het kamp. “Ze vinden dat spannend, en het brengt veel gesprekken op gang.” Om het zware programma af en toe te onderbreken, is er ook tijd voor een BBQ en een avondje bowlen. En een bezoek aan de Berliner Zoo. “Ja, we blijven natuurlijk wel een groene school. Bij slecht weer gaan we naar het museum ‘Story of Berlin’, maar ik moet zeggen dat de leerlingen nog liever in de stromende regen door de dierentuin lopen.” Aan het eind van de reis hebben de leerlingen hun mening over Duitsers vaak bijgesteld. Lukassen: “Ze hebben meer begrip gekregen voor ons buurland. ‘Er is zóveel gebeurd daar’, zeggen ze dan. Onder de indruk gaan ze naar huis. Dat is precies de bedoeling van zo’n studiereis.”
‘In hoeverre kan een melkrobot een boer helpen.’ Dit is één van de onderzoeksvragen die leerlingen van Het Groene Lyceum in hun derde leerjaar hebben geanalyseerd. Omdat onderzoek doen nieuw is voor hen, hielden zij zich eerst bezig met een proefonderzoek. Na de herfstvakantie werd het serieus. Simone Rissewijck kan er alles over vertellen. Als coach begeleidt ze de leerlingen gedurende hun onderzoek. “Derdejaars leerlingen kiezen eerst een begeleider binnen de school. Dat kan iedereen zijn; een gymdocent, de conciërge of iemand van de administratie. Samen stellen ze een onderzoeksvraag op. Bijvoorbeeld: In hoeverre zijn de leerlingen van HGL (1 t/m 4) tevreden met het gymmateriaal? In hoeverre kan het AOC Oost binnen het huidige locatie een duurzame uitstraling uitstralen naar de ouders van de leerlingen? Hoe kun je voor de leerlingen van HGL een economische les aantrekkelijk maar ook leerzaam maken?
“Vorig jaar wilde Bakker Bart iets weten over de beeldvorming van hun klanten. Binnen het bedrijf verkeerde men in de veronderstelling dat hun klanten niet wisten dat hun brood vers gebakken wordt in de bakkerszaak. Gelukkig wisten de klanten dat wel. En de scouting wilde een tuin aanleggen binnen een bepaald budget en bepaalde eisen. Over zulk soort dingen mogen de leerlingen zich dan buigen.” De leerlingen krijgen een beoordeling en als bonus mogen ze hun onderzoek presenteren in het Amphion theater. Voor de school en voor hun opdrachtgever.
Rissewijck: “Op Het Groene Lyceum worden de leerlingen klaar gestoomd voor het hbo Dat leerlingen het opstellen van een dergelijke onderzoeksvraag moeilijk vinden, leert de ervaring. Daarom krijgen ze een mini-college over deze vraag van een onderzoeksbureau. Rissewijk: “Het steekt heel nauw. De vraag moet niet te breed zijn, en de doelgroep moet exact in beeld worden gebracht.”
Bakker Bart De vierdejaars leerlingen doen hun onderzoek buiten de school. Bij een bedrijf bijvoorbeeld of de gemeente Doetinchem. De leerlingen zoeken zelf een opdrachtgever, in groepjes of alleen.
Rissewijk: “Op Het Groene Lyceum worden de leerlingen klaar gestoomd voor het hbo. Ook daar krijgen ze met onderzoek te maken, dus wij proberen ze al zo goed mogelijk voor te bereiden.”
mbo
Een mbo-opleiding van
MBO-directeur Ben Kupers:
AOC Oost biedt kansen
“Onze studenten komen redelijk snel aan de bak”
Morgen is groen!
Aan mbo-opleidingen van AOC Oost studeren zo’n 1.400 studenten. “In de groene beroepen blijft de werkgelegenheid behoorlijk op peil,” concludeert directeur Ben Kupers.
Met een beroepsopleiding van AOC Oost ben je klaar voor een groene toekomst. Met een mbo-groen diploma ligt er ook voor jou een uitdagende baan in het verschiet, want de werkgelegenheid in de groensector ontwikkelt zich positief. Met AOC Oost weet je: ‘mijn morgen is groen!’
Modern onderwijs Kies je voor AOC Oost, dan kies je voor aantrekkelijk, modern onderwijs. We werken altijd vanuit praktijksituaties. En we maken gebruik van jouw persoonlijke talenten, zodat jij op de voor jou best mogelijke manier kunt leren. Dat doen we het liefst op bedrijven of met behulp van bedrijven. In Nederland, maar ook in het buitenland! Je zult ontdekken dat je meer in je mars hebt dan je zelf misschien denkt. Bij ons kun je de dingen doen waar je goed in bent en die je leuk vindt.
Verschillende niveaus De opleidingen van AOC Oost worden gegeven op verschillende niveaus. Voor elk niveau gelden andere toelatingseisen. Het advies van je vorige school speelt overigens ook een rol bij de toelating. Als je je hebt aangemeld, nodigen we je uit voor een intakegesprek om samen na te gaan of jouw keuze de juiste is en welke leerweg het beste bij je past.
Doorstromen naar het hbo Met een mbo BOL opleiding op niveau 4 kun je doorstromen naar het Hoger Beroepsonderwijs (hbo). Voor veel richtingen is het niet alleen de leukste, maar ook de beste voorbereiding op het hbo. Dat blijkt uit de ervaringen van veel studenten die dit al gedaan hebben.
De maatschappij verandert en het onderwijs verandert mee. “De minister vindt dat wij meer lessen moeten geven,” vertelt Kupers en daar heeft hij een dubbel gevoel bij: “Meer lessen is op zich prima, maar onze studenten zijn vooral gebaat bij praktijklessen. Daarom proberen we zoveel mogelijk praktijk in de extra lessen in te bouwen.”
Harder studeren, eerder werken Een andere verandering is de ombouw van mbo-opleidingen van vier naar drie jaar. Kupers: “Voor de meeste opleidingen lukt dat wel, maar voor Dierenartsassistent Paraveterinair niet. De opleiding tot dierenartsassistent is een hoog-specialistische opleiding; die blijft vierjarig. Voor de overige opleidingen geldt dat we meer lessen in minder jaren stoppen. Dat betekent dat er meer huiswerk gemaakt moet worden in de eigen tijd. De studiebelasting wordt dus wat zwaarder, maar wij denken dat de studenten dat best aan kunnen. Studenten moeten meer doorpakken. Er zit ook een positieve kant aan deze zaak: je bent een jaar eerder klaar en kunt dus ook een jaar eerder aan het werk.”
Alle mbo-ers komen aan de bak Het aantal mbo-studenten aan AOC Oost blijft al een aantal jaren redelijk stabiel, “Ben Kupers: Wij doen nu veel meer aan studie- en loopbaanbegeleiding” zo’n 1400. “De arbeidsmarkt is nog steeds gunstig voor de groene mbo-opleidingen,” Dat is vervelend voor dat moment, maar Verder maken de instromende studenten stelt Kupers tevreden vast. ”In de sector op de langere termijn alleen maar positief. een ‘intaketoets’. Die toets geeft belangBloem loopt de werkgelegenheid iets terug, Als je terecht komt in een vak dat echt bij rijke informatie: welk niveau heb je en past in de sector Dierverzorging blijft die aardig je past en waar je goed voor opgeleid bent, jouw profiel wel bij de opleiding die je wilt gelijk en in de sector Voeding is er nog is dat best een jaartje extra waard. Veel kiezen?” volop werkgelegenheid. In de praktijk blijkt belangrijker vind ik dat studenten daardoor dat onze studenten redelijk snel aan de bak niet gedemotiveerd raakt.” komen. Niet allemaal direct in de baan waarContact houden voor ze opgeleid zijn, maar je hebt werk en “Ook na de studie houden we contact je staat immers nog maar aan het begin van met onze studenten. Hebben ze een baan Arbeidsmarktrelevantie je carrière.” gevonden? En zo niet, kunnen we ze nog Nu het economisch allemaal wat moeilijker helpen bij het zoeken naar werk? gaat, wordt het belangrijk goed te kijken Kunnen we nog wat voor ze doen, bijvoornaar de ‘arbeidsmarktrelevantie’ van een Studie- en Loopbaanbegeleiding beeld met een aanvullende cursus, waaropleiding: kun je er werk in vinden? “Daar “Wij doen nu veel meer aan studie- en loopdoor ze makkelijker een baan vinden? Want letten we dus extra scherp op bij studie- en baanbegeleiding dan vroeger. Logisch, want al je nog geen 27 bent, heb je nog recht op loopbaanbegeleiding. We geven er aan het er moeten ook veel eerder dan vroeger stuaanvullende scholing.” begin van de opleiding ook extra informatie diekeuzes maken. Je wilt ook graag weten over. of je in een bepaald beroep past, voordat je voor een studierichting kiest. Natuurlijk kun je ook tijdens je studie nog switchen, maar De studiebelasting wordt dus wat zwaarder, maar wij denken dat de dat wil je liever voorkomen. Moet je toch studenten dat best aan kunnen. tussentijds switchen dan kan het zijn dat je een jaar langer met je opleiding bezig bent. Studenten moeten meer doorpakken.
Meer kans op werk dankzij Groeipunt Iedereen tussen de 23 en 27 jaar die werkloos is en graag een opleiding wil volgen om meer kansen op de arbeidsmarkt te hebben, heeft recht op scholing. Daarvoor kun je terecht bij Groeipunt van AOC Oost. Daar kun je cursussen en opleidingen in de groene sector volgen. En binnen die groen sector valt nog heel wat te kiezen: van bloemen en planten tot dierverzorging, van Voedingsmiddelentechnologie tot Groentechniek. Neem eens een kijkje op de site:
www.aoc-oost.nl/groeipunt
mbo
Kies mbo groen! Wereldwijd groeit de aandacht voor (duurzaam) groen. Bij AOC Oost kun je terecht voor diverse groene mbo-opleidingen. In heel wat verschillende beroepen kun je ermee aan de slag. BOL of BBL: beroepsopleidende leerweg of beroepsbegeleidende leerweg Met je VMBO-diploma kun je naar het MBO. De meeste opleidingen van AOC Oost kun je via BOL of BBL volgen. BOL staat voor beroepsopleidende leerweg. Je gaat gemiddeld de helft van de tijd naar school en de helft van de tijd heb je beroeps praktijk vorming (BPV) op een bedrijf. Daar leer je het vak in de praktijk. BBL staat voor beroepsbegeleidende leerweg. Je bent maar een of twee dagen per week op school. Daarnaast heb je voor minimaal 24 uur per week een baan in de betreffende sector, bij een erkend BPV-bedrijf. Zo’n bedrijf zoek je zelf uit en je sluit met het bedrijf een arbeidscontract af. Wij helpen je daar natuurlijk bij als dat nodig is.
MBO
De MBO-opleidingen bij AOC Oost Veehouderij Nederland is een toonaangevend land als het om veehouderij gaat. Het volledig gemechaniseerd melk- en fokbedrijf waar jij aan de slag gaat, helpt die naam hoog te houden. Bijna alles gaat er digitaal en nieuwe ontwikkelingen haal je meteen binnen. Jouw koeien leveren veel melk en je stieren winnen prijzen. En natuurlijk heb je veel oog voor het welzijn van je dieren. Handel, beleid en verzorging vormen de basis van je vak. Als veehouder ben je verantwoordelijk voor een groot aantal dieren: rundvee, varkens, pluimvee, geiten, paarden of schapen. Je verzorgt ze goed. Daarbij weeg je kosten en baten af . Ook kun je goed omgaan met landbouwmachines en computers. En natuurlijk moet de zaak draaien; je zult zakelijk instinct nodig hebben. De opleiding Veehouderij helpt je goed op weg.
Loonwerk Hoe zou Nederland eruit zien zonder graafmachines, shovels en tractoren? Waarschijnlijk als een groot moeras. Kijk naar onze polders, wegen, landbouwgronden en kanalen. Die worden met supersterke machines aangelegd, onderhouden en bewerkt. Het geeft een kick om met die extreme krachten te werken. Maar je moet wel weten wat je doet. Je hebt technisch inzicht nodig, doorzettingsvermogen en zelfstandigheid. Wie met deze eigenschappen in de wereld van de grote machines stapt, kan straks letterlijk bergen verzetten! Als loonwerker zorg je ervoor dat de machinerie draait en dat er op tijd wordt gepoot en geoogst. Je hebt oog voor de gewassen waarmee je werkt; als de maïs er anders bij staat dan je had verwacht, wil jij weten waarom. Je klust een ochtend aan je combine, geniet na het oogsten van de ondergaande zon en drinkt na je klus nog wat met je klant. Je vindt het mooi om over je vak te praten en om je klanten verder te helpen. De opleiding Loonwerk bereidt je goed voor op dit vak.
Plantenteelt (inclusief sierteelt) In de groenteteelt, sierteelt en boomteelt werk je in de buitenlucht of in moderne kassen met computergestuurde klimaatcontrole. Het gaat om zeer verschillende producten: bloembollen, bomen, zomerbloemen, snijbloemen, potplanten, vaste planten enzovoort. Als teler werk je zorgvuldig. Je hebt oog voor de kwaliteit van het product en voor de veiligheid van jezelf, je omgeving en je collega’s. Je werkt mee in de teelt en houdt je bezig met de techniek op het bedrijf, de machines, robots en gereedschappen. Je bent gericht op de oogst; die wordt verkocht op een veiling of via de groothandel.
Op een veredelingsbedrijf moet je zaaien, stekken en planten vermeerderen, zodat andere kwekers de plant verder op kunnen kweken. Je speelt voortdurend in op veranderende omstandigheden. Als medewerker teelt moet je kennis en inzicht hebben in de verschillende onderdelen van de teelt en de schakels in de keten. Je werk is complex omdat er veel techniek en automatisering bij komt kijken.
Dierverzorging Doe je dierverzorging, dan vind je dieren geweldig. Of het nu puppies zijn of jonge alligators, stoere werkpaarden of jonge dolfijnen. Je bent niet bang om vies te worden en als je beslissingen neemt, staat het belang van de dieren voorop. Hebben ze iets onder de leden, dan zie je dat meteen. Hygiëne is belangrijk om ziektes te voorkomen. Dus als de stal, het hok of het aquarium een keertje extra schoongemaakt moet worden, dan doe je dat gewoon. Je zorgt ervoor dat de dieren het altijd goed hebben. Als dierenverzorger ben je, samen met je collega’s, verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van het bedrijf waar je werkt. Dat kan een asiel, afdeling van een dierentuin, dierenwinkel, kinderboerderij, manege, dolfinarium of dierenartspraktijk zijn. Bij AOC Oost leer je van alles over dieren, zoals verzorging (van het juiste voedsel en het lekker borstelen van het dier tot het knippen van de nagels), diergedrag en veilig en hygiënisch huisvesten van dieren. Ook leer je hoe je de kosten voor voer en verzorging berekent en de regels waaraan je je moet houden. Met je diploma Dierverzorging op zak kun je terecht bij bedrijven waar dieren een hoofdrol spelen.
Dierenartsassistent paraveterinair Dieren zijn er niet alleen om te aaien of om naar te kijken. Soms moeten ze geholpen worden en dat is precies wat jij graag wilt doen. In een dierenartsenpraktijk komen allerlei dieren over de vloer die zorg nodig hebben: een pup die zijn eerste inentingen krijgt, een zenuwachtige fret, een kat met een ontstoken tekenbeet of een gewonde hond die aangereden is. En je weet dat je tijdens je werk flink vies kunt worden of een knauw kunt krijgen. Als dierenartsassistent heb je een verantwoordelijke taak: je assisteert de dierenarts. Zo help je bij het maken van röntgenfoto’s, bij het afnemen van bloed, bij het maken van echo’s of het in slaap brengen van dieren die geopereerd moeten worden. Ook beheer je de voorraad diergeneesmiddelen. Natuurlijk zorg je dat de telefoon wordt aangenomen en dat de rekeningen worden verstuurd. En is de arts niet aanwezig, dan verleen jij eerste hulp.
mbo Maar wat als bijvoorbeeld een huisdier niet meer geholpen kan worden en zijn kleine baasje ontroostbaar is? Dan sla jij je arm om het jongetje heen. Want naast de medische taken ben jij het eerste aanspreekpunt voor het baasje. Dat vraagt mensenkennis, want de nieuwe eigenaar van een pup reageert natuurlijk heel anders dan zo’n jongetje dat afscheid moet nemen van zijn huisdier. Met je MBO- opleiding ben je breed opgeleid en weet je hoe je met de dieren en hun baasjes om moet gaan.
Paardenhouderij Een toppaard wordt bij jouw gestald. Samen met je collega zorg je ervoor dat het een topper blijft. Dat kan betekenen dat je hem ook berijdt. Wat een droom! Maar even leuk is het om gewoon in een manege te werken en daar de paarden te verzorgen. En wat dacht je van lesgeven? Kinderen, maar ook volwassenen, leren met die prachtige dieren om te gaan? Weet je wat ook gaaf is? Bedrijfsleider worden. Bij een stoeterij, een hengstenfokkerij, een manege of een handelsbedrijf. Met de opleiding Paardenhouderij ben je goed op je taak voorbereid.
Natuur & groene ruimte hovenier, groenvoorziener, cultuurtechnicus, bos- en natuurbeheerder. Stel je de wereld eens voor zonder gras, bloemen, bomen, sloten… In een beroep in de natuur & groene ruimte ben je actief in de aanleg en het onderhoud van parken, tuinen, natuurterreinen, sportterreinen. Het is maar net waar je voorkeur naar uitgaat. Je bent creatief en kunt ook goed volgens een plan werken. In de opleiding natuur & groene ruimte leer je hoe je de natuur en groene leefomgeving inricht en beheert. Je leert hoe je een houten bruggetje maakt en een pad verhardt, hoe je een vistrap aanlegt, hoe je bomen verplaatst en snoeit, hoe je een voetbalveld onderhoudt, hoe je de werkzaamheden van deze groene projecten moet plannen, hoe je de kosten berekent en wat er verder allemaal bij komt kijken. Met je diploma natuur & groene ruimte op zak kun je terecht bij een hoveniersbedrijf, als greenkeeper bij een golfterrein of als groenmedewerker bij een gemeente. Je kunt doorgroeien naar een managementfunctie. Ook bij advies- en ontwerpbureaus in de branche kun je aan de slag.
Bloem & Design De opleiding Bloem & Design is echt iets voor creatieve mensen. Bloem & Design staat voor schitterende kleuren, verse bloemen, creativiteit en natuurlijke materialen. Je leert mooie boeketten en ander bloemwerk maken.
En ook hoe je iets aantrekkelijk presenteert. Verder leer je klanten deskundig te adviseren. Je werkt samen met collega’s, maar soms ook zelfstandig. Je hebt lef, bent ondernemend en werkt met de nieuwste trends op het gebied van bloemen, planten en interieur. Met deze opleiding kun je aan de slag in een bloemenwinkel, binderij, maar ook in een tuincentrum. Met een diploma niveau 3 of 4 kun je zelfs je eigen winkel beginnen.
Design & Styling De natuur, het gebruik van natuurlijke materialen, hergebruik van bestaande materialen, kwaliteit en duurzaamheid vormen de rode draad door deze opleiding. Een stylist stimuleert de verkoop of creëert een passende sfeer voor klanten of bezoekers. Tijdens de opleiding Design & Styling leer je een (winkel-)interieur, exterieur, een stand of evenement verleidelijk en aantrekkelijk aan te kleden. Je ontwikkelt inspirerende ideeën en maakt die visueel. Voor je ideeën en ontwerpen is de natuur steeds je inspiratiebron. Je speelt in op moderne trends in wonen en lifestyle. Je leert schetsen en ontwerpen. Je leert je ontwerpen presenteren en organiseren. Je leert hoe je de kosten berekent. Je houdt je ogen open en bezoekt tentoonstellingen, beurzen en (buitenlandse) steden. Je werkt hard aan je kennis van technieken, moderne talen, marketing, merken, vormgevers en ontwerpers. Je werkt individueel of samen. Met de opleiding Design & Styling doe je een belangrijke stap in de goede richting.
Voeding Stel, je werkt als voedingsmiddelentechnoloog bij een sausenfabriek. De smaak van de ketchup wijkt ineens af. Je legt het proces stil en zorgt dat de ingrediënten weer goed gemengd worden. Of drie medewerkers bellen af voor de ploegendienst. Geen probleem voor jou, want je weet door snel te handelen hoe je de productie door kunt laten gaan. Of je werkgever wil een nieuwe sportdrank produceren en jij wordt betrokken bij de voorbereidingen. Spannend. Door jouw inbreng zien de flesjes die van de lopende band rollen er fantastisch uit en is het product lekker, veilig én gezond. Als voedingsmiddelentechnoloog heb je een belangrijke zelfstandige functie. Je zorgt dat voedsel goed, lekker en veilig wordt verwerkt. Kan er iets verbeterd worden, dan weet jij hoe. Je kunt snel ingrijpen en bent niet bang om drastische maatregelen te nemen. Je plant de productie en zorgt dat die planning wordt gehaald. Je rapporteert naar je baas en geeft zelf leiding als dat nodig is. De MBO opleiding Voeding bereid je er optimaal op voor.
mbo
Robert Geessink, oud student en stagiaire hbo:
“Ik zie nu hoeveel werk er zit in het onderwijs”
Jinte Verstegen, 2e jaars student mbo, niveau 3:
“Doe mij maar aardappels” Als jongetje was Jinte Verstege niet weg te branden bij een akkerbouwbedrijf even verderop. Na schooltijd, in de weekends en in de vakanties was hij er te vinden. Niet gek dus, dat dit ‘buitenkind’ zich op en top thuis voelt op AOC Oost. “Toen ik zes of zeven was, ging ik al kijken bij akkerbouwbedrijf Minkhorst in Hummelo”, vertelt de nu 17-jarige Jinte Verstegen – blond, goedlachs en enthousiast – uit Doesburg. “Ik hing daar vaak over het hek om te kijken. Maar op een keer net iets te dicht bij de spuit, waarmee de gewassen bespoten werden, en daarom mocht ik mee op de trekker. Ieder vrij moment was ik er te vinden. Ik ging mee het land op en mocht helpen in de schuur. Zo ben ik bij Minkhorst terechtgekomen.” Toen hij wat ouder was, raadden zijn ouders hem aan om te vragen of hij er betaald werk kon verrichten. Dat was akkoord. Inmiddels kent hij alle ins en outs van het bedrijf.
Het vmbo doorliep Robert Geessink op AOC Oost in Borculo, voor het mbo kwam hij naar AOC Oost in Doetinchem en nu is hij als stagiaire terug op zijn nest. “Ineens zijn mijn oud- docenten mijn collega’s. Dat is wel even wennen.” Bij de Stoas in Wageningen volgt Robert Geessink (22) zijn opleiding voor docent in de groene sector. “Ik word opgeleid tot kennismanager en vakspecialist veehouderij. Tegenwoordig woon ik op mezelf in Arnhem, maar ik ben opgegroeid in Eibergen waar mijn ouders een melkveebedrijf hebben. Het is een familiebedrijf dat mijn overgrootouders ooit begonnen zijn. Mijn broer en zus hebben geen interesse in het bedrijf. Als iemand het zou overnemen, ben ik het. Mijn ouders zouden dat wel waarderen. Ik zou de vierde generatie zijn.”
Leuk, aardappels! Jinte stroomde na het vmbo door naar het mbo. Hij koos voor de opleiding Loonwerk. Over een stageplek hoefde hij zich niet druk te maken. “Ik werk al zes jaar bij dit akkerbouwbedrijf en loop er nu ook stage. Op dit moment drie dagen per week, maar in de winter worden dat er twee.” Had hij geen ervaring willen opdoen bij een ander bedrijf? “In grote lijnen doen dit soort bedrijven hetzelfde en ik heb niet zoveel met maïsteelt bijvoorbeeld. Doe mij maar aardappels. Dat is het belangrijkste gewas van Minkhorst. Ze verbouwen wel wat maïs, bieten en graan, maar de aardappels vind ik het leukst, want van begin tot einde ben je met dit gewas bezig.”
Kleine school, prettige sfeer Vooralsnog vindt Geessink het leuk om terug te zijn op AOC Oost. “Het is een kleine school met een prettige sfeer. Docenten kennen hun leerlingen. Voor mij is het goed om de school nu ook eens van een andere kant te bekijken. Ik zie nu hoeveel werk er zit in het onderwijs. Ik heb ontdekt dat er een visie achter het lesaanbod zit en waarom het in een bepaalde volgorde aangeboden wordt.” Geessink blijft onverminderd enthousiast over AOC Oost: “Kinderen die ervan houden om met groen, natuur en dier bezig te zijn, komen hier aan hun trekken. Je kunt zelf vorm geven aan je opleiding door bepaalde stages te doen en zo een netwerk op te bouwen.”
Loonwerk Op de loonwerkersopleiding op AOC Oost heeft Jinte veel geleerd waar hij nu profijt van heeft. “Bij plantenkunde leer je veel over gewassen en welke ziektes er kunnen ontstaan. Ik had nog wel meer plantenkennis op willen doen. Bijvoorbeeld: hoe krijg je zo mooi mogelijke maïs? Tegen welke ziektes moet je spuiten?” Maar al met al kan Jinte iedereen die geïnteresseerd is in loonwerk een opleiding aan AOC Oost aanbevelen. “Je leert er de basistechnieken, de leraren zijn leuk en de opleiding is goed geregeld. En wat ik ook prettig vind, je hebt bijna nooit tussenuren!”
“Als klein jongetje reed ik al mee op de trekker”
Docent bloem Eelkje Krabbenborg begeleidt catwalkshow:
“Als de rozen breken, heb je een probleem”
Niet alleen maar boer zijn Boer ben je fulltime, zeven dagen per week. Dat is Geessink zich terdege bewust. Toch ziet hij het niet voor zich dat hij alleen maar bezig zou zijn in het melkveebedrijf. “Ik heb graag mensen om mij heen. Ik kan niet zeven dagen per week thuis zitten. Maar je kunt je bedrijf wel zo inrichten dat je er andere dingen naast doet. Bijvoorbeeld lesgeven als docent veehouderij. Ook zou ik het leuk vinden om aan de slag te gaan als bedrijfsadviseur, vertegenwoordiger of accountmanager. Bij de banken willen ze graag mensen uit de groene sector hebben. Voor deze organisatie zou ik graag de boer op gaan.” “Kinderen die ervan houden om met groen, natuur en dier bezig te zijn, komen hier aan hun trekken”
“Op AOC Oost leer je de basistechnieken, de leraren zijn leuk en de opleiding is goed geregeld.”
De leerlingen van Bloem & Design en Design & Styling bereiden zich gedurende het studiejaar voor op het project Catharinakerk. Een grootse show in de Catharinakerk met diverse opdrachten. In een persoonlijk gesprek inventariseren ze de wensen van de klant - een acteur - om die vervolgens uit te werken. Van de derdejaars wordt nog meer verwacht, zij krijgen de opdracht om een groot bloemwerk te maken. Hoe verder je komt, hoe abstracter de opdrachten. In het laatste jaar worden de leerlingen creatief uitgedaagd. Materialen regelen ze zelf. Met een beetje geluk sponsort het stagebedrijf en anders kunnen ze naar de groothandel.”
Docent Eelkje Krabbenborg begeleidt de leerlingen Bloem & Design en Design & Styling. “We leren hen op school zelfstandig hun technieken en kennis in te zetten. Voor het Project Catharinakerk, een examenonderdeel, moeten ze de theorielessen toe kunnen passen en individueel een bloemstuk vervaardigen. Een mooi voorbeeld is het toepassen van verschillende kleurcontrasten. Welke kleuren passen goed bij elkaar en welke niet.”
Project Catharinakerk In april vindt Project Catharinakerk plaats. Enkele maanden van te voren krijgen alle leerlingen een specifieke opdracht. “In het eerste jaar beginnen we voorzichtig met een bloemstuk. De tweedejaars maken bruidswerk.
Als de voorbereidingen afgerond zijn, wordt de expositieweek ingeluid. In de kerk maken de leerlingen hun opdracht. Als bonus krijgen ze een verrassingsopdracht met een tijdslimiet. “Dat vinden ze spannend. Hun creativiteit en stressbestendigheid worden op de proef gesteld.” Maar al wordt het uiterste van de leerlingen gevraagd, toch is het vooral ook een gezellige week, vindt Krabbenborg. Dan wordt het avond. Het werk is gedaan, de beoordeling en normering zijn achter de rug. Het feest kan beginnen. Familie, vrienden en stagebegeleiders stromen toe voor de show. Elke leerling toont zijn creatie, op een zelfgekozen choreografie en begeleid door muziek.
Feest Dan wordt het avond. Het werk is gedaan, de beoordeling en normering zijn achter de rug. Het feest kan beginnen. Familie, vrienden en stagebegeleiders stromen toe voor de show. Elke leerling toont zijn creatie, op een zelfgekozen choreografie en begeleid door muziek. Van bloemstuk tot meubel, van bloemig object tot fototentoonstelling. Krabbenborg is enthousiast over de creativiteit en de eindresultaten. “Maar”, benadrukt ze, “het kan natuurlijk mis gaan, en het blijft wel een examenonderdeel.” Waar moeten we dan aan denken? “Als de rozen breken bijvoorbeeld. Dan heb je echt een probleem. Of oncontroleerbare zenuwen veroorzaken dat een techniek opeens vergeten wordt.” Maar gelukkig is dat alles niet onoverkomelijk. Een onvoldoende mag je altijd herkansen.
mbo
Van het mbo naar het hbo
Iris Menting: “Ik heb veel gepraat met mijn mentor en decaan” Van het mbo naar het hbo. Als je het kunt en wilt, moet je het zeker doen. Dat advies kreeg Iris Menting van haar mentor en decaan op AOC Oost, toen ze voor de keuze stond om te gaan werken of verder te leren. “Ik ben begonnen op het mbo met niveau 2”, vertel Iris Menting (25) uit Geesteren (Gld). “Vervolgens ben ik doorgeschoven naar niveau 3 en 4 in de richting dierenartsassistent veterinair. Toen ik vorig jaar bijna klaar was met mijn opleiding, vond ik het moeilijk om iets te kiezen.”
Iets betekenen voor mensen Tijdens haar stage als dierenartsassistente merkte ze, dat ze de omgang met mensen miste. “Ik was wel met dieren bezig”, legt Iris uit, “maar dat was maar een klein deel van het vak. De zakelijke afwikkeling, het afrekenen van een dure operatie, was mijn taak. Ik voelde me meer een verkoper.”
Ondernemerschap in de veehouderij
“De beste ondernemer kent zichzelf, zeggen ze” Zeb Lassche (19), Sjoerd Messing (20) en Menno Snelting (22) zijn bijna klaar met hun mbo-opleiding veehouderij (niveau 4). Zeb en Sjoerd gaan thuis een bedrijf overnemen. Voor Menno zijn de opties nog open.
Deze ervaring maakte Iris duidelijk welke kant zij op wilde. “Ik wil echt iets kunnen betekenen voor mensen. Daar vind ik voldoening in.”
Niet uitgeleerd Een logische stap zou een baan of opleiding in de zorg zijn. Iris koos voor het laatste. Daar gingen wel diverse gesprekken met haar mentor en decaan aan vooraf. Iris: “Mijn mentor was ervan overtuigd dat ik op mijn plek zou zijn op het hbo. Zij zei: ‘Ik hoor jou dingen vragen die anderen niet bedenken’. Daar had ze gelijk in: ik ben breed geïnteresseerd. Zelf had ik ook niet het gevoel dat ik uitgeleerd was, maar dat er meer in me zat. Ik heb veel met haar gepraat. Daarna ben ik naar mijn decaan gegaan. Met haar heb ik alles op een rij gezet. Door antwoord te geven op vragen als ‘wat vind je zelf het belangrijkste’ heb ik duidelijkheid gekregen over wat me te doen stond.”
Het hbo, leuk en interessant Toch bleef Iris tot op het laatst twijfelen. “Vier dagen van tevoren heb ik me ingeschreven voor de hbo opleiding verpleegkunde aan het Saxion. Toen pas had ik de knoop doorgehakt.” Inmiddels woont ze op kamers in Enschede en is ze een paar maanden op weg. Ze is voorzichtig enthousiast: “Op het hbo gaat alles veel sneller, de docenten gaan dieper in op de stof. Binnenkort heb ik mijn eerste toetsen, dan zal blijken of ik het aankan. Maar tot nu toe vind ik het leuk en interessant.”
Oud-leerling Thomas Hogenkamp runt mobiele kinderboerderij Thomas Beestenbus
“Bedrijven anno 2014 willen graag mensen met praktijkervaring”
Waarom hebben ze gekozen voor deze opleiding? Zeb: “Ik vind het belangrijk dat ik goed geschoold ben. Bij een overname komt heel wat kijken. Als je goed bent voorbereid, kan dat alleen maar in je voordeel werken.” Sjoerd: “En moet je bijvoorbeeld naar de bank om geld los te krijgen, dan maak je meer kans als je een goed verhaal hebt.” Gedurende hun opleiding hebben ze het meest geleerd van de stages, vinden de jongens. Zeb: “Vooral als ze het daar anders doen dan thuis, we hebben er in totaal wel zeven gehad.” Menno: “Vaktechnisch leer je zo het meest. Maar in ons derde leerjaar kregen we op school veel economie. Dat leer je niet van je stagebegeleider hoor.”
Duurzaam ondernemen
AOC Oost Tijdens de opleiding veehouderij op niveau vier komen ook thema’s als optimaliseren van de veehouderij en ondernemerschap aan de orde. Menno: “Ach, al die competenties en vragen over hoe je in elkaar zit, daar zitten we niet echt op te wachten. Maar ja, de beste ondernemer kent zichzelf, zeggen ze. Dus het is toch wel goed dat het gebeurt.” “Als ondernemer moet je dingen durven”, zegt Sjoerd. “Mogelijkheden zien. Het is prettig dat we daar ook iets over leren.” Menno: “Het is niet meer zo dat je je geld verdient met het melken van een paar koeien.” Zeb: “De regelgeving wordt anders en de burgers gaan zich ermee bemoeien. De emissie-eisen veranderen ook in 2020. Als je een oude stal hebt, kun je gedwongen worden om een nieuwe te bouwen.” Sjoerd: “Het melkquotum gaat eraf en per ha mag je zoveel liter melk produceren. Ik vind dit niet goed. Boeren met veel geld en grond kunnen uitbreiden straks, boeren zonder geld die wel goed ondernemen, niet.”
In het derde leerjaar werkten ze aan het project ‘Duurzaam ondernemen’, waarbij ze in groepjes de financiële kant van een veehouderij inventariseerden. In het vierde jaar doen ze dat nog eens, maar nu alleen, en voor hun eigen bedrijf. Sjoerd: “Doel is om alle financiële kerngetallen van het thuisbedrijf onder de loep te Toekomst nemen. Die getallen geven antwoord op Plannen hebben de jonge ondernemers vragen: Hoe draai je financieel? Zijn er genoeg. Sjoerd wil een nieuwe ligboxstal uitbreidingsmogelijkheden?” Zeb: “Aan het voor melkkoeien laten bouwen. “De oude eind van het jaar gaan we naar de bank. We stal voldoet niet aan de eisen. De nieuwe houden ons verhaal en krijgen te horen wat wordt groter. De vergunningen zijn er al, de bank ervan vindt. Ook bespreken we de binnenkort gaan we naar de bank.” toekomstplannen tot 2020: Zijn die reëel of Zeb wil uitbreiden. “M’n broer en ik willen niet?” van 90 naar 150 koeien. Daar hoort ook een Wat gebeurt er met deze cijfers? Zeb: “Thuis nieuwe stal bij.” En een robotmelker? Zeb: op tafel leggen en bespreken. Misschien “Een robot heeft een hoge kostprijs. Daar dat we er wat mee kunnen. Maar ik ben wordt de boekhouder niet blij van. Naast de nog niet zover dat ik in investeringskosten zijn er het bedrijf stap. Als mijn “Boeren met veel geld en grond veel onderhoudskosten.” cijferlijst goed genoeg is, Sjoerd: “Da’s voor luie kunnen uitbreiden straks, ga ik volgend jaar naar boeren. Nee hoor, je moet boeren zonder geld die wel goed ondernemen, niet.” het hbo.” Menno: “Ik weet doen wat je leuk vindt.” nog niet wat ik ga doen Menno: “En als je graag op hierna. Maar ik laat me niet aansturen, ik de tractor zit, is zo’n robot een optie. Niet bepaal liever zelf.” voor mij, ik houd van melken.”
Thomas Hogenkamp (23) is oud-leerling van AOC Oost in Doetinchem en heeft een wel heel bijzonder initiatief genomen: vanaf oktober vorig jaar is hij namelijk gestart met het runnen van een mobiele kinderboerderij.
Voor zijn mobiele kinderboerderij houdt Thomas onder andere ezels, alpaca’s, dahomey stier, schapen, frieze paarden, pony’s, konijnen, kippen, ganzen eenden en kalkoenen. Met behulp van trailers worden de dieren vervoerd naar de gewenste locatie. Zo is Thomas present bij bedrijfsfeesten, scholen, verzorgingstehuizen, instellingen voor gehandicapten en kinderfeestjes. In no time wordt ter plekke een decor uit de grond gestampt, variërend van twee tot honderd vierkante meter.
Jong en oud is enthousiast Loopt het? Thomas: “Het gaat voortreffelijk. Mensen reageren heel enthousiast. Kinderen mogen op ezels rijden, en allerhande dieren worden geknuffeld. Ik vind het altijd weer verbazingwekkend wat zoiets bij bijvoorbeeld gehandicapte mensen losmaakt. Zij gaan heel intensief met deze dieren om en komen helemaal tot rust. Leuk om te zien. En ouderen herkennen natuurlijk veel van vroeger, vooral als ze zelf van de boerderij komen. In november 2013 zijn we begonnen met een nieuw initiatief:
Het presenteren van levende kerststallen in kerken tijdens de mis of kerstmarkten. Binnen 14 dagen waren wij volgeboekt voor de kerst van 2014.
Eerst vmbo, daarna mbo Thomas heeft eerst vmbo Veehouderij gedaan op AOC Oost in Doetinchem. Daarna stroomde hij door naar het mbo, waar hij koos voor Dier en Verzorging. Heeft dit je keuze voor je huidige beroep definitief bepaald? “Voor een deel wel, ja. Ik heb als kind altijd al iets met dieren gehad en je zou kunnen zeggen dat ik in die keuze verder gestimuleerd ben.”
Goed en geduldig Hoe kijk je terug op je periode bij het AOC? “Heel positief. Ik vond de begeleiding heel fijn. Je wordt steeds op een goede manier geholpen. Ook als het even niet lukt, hebben ze alle tijd voor je en ze hebben geduld met je. Dat heb ik zeer gewaardeerd. Het is een opleiding waar je veel praktijkervaring opdoet. En dat is iets wat bedrijven anno 2014 denk ik heel graag willen.”
mbo Han Smeets, docent dierverzorging:
“Projectdagen voor goede doelen maken leerlingen wereldwijzer” Tijdens de projectdagen halen AOC Oost leerlingen geld op voor goede doelen. Een van de drijvende krachten hierachter is docent dierverzorging Han Smeets. “Als leerlingen zelf in actie komen, draagt dit bij aan hun maatschappelijke bewustwording.” Twee keer in het jaar vinden projectdagen plaats in het kader van het vak ‘leren, loopbaan en burgerschap’. “Hiermee willen we leerlingen meer wereldwijs maken”, legt Han Smeets uit. “Afgelopen jaar organiseerden we twee projectdagen over gezond leven. We bezochten een biologisch melkveebedrijf en een varkenshouderij, zodat leerlingen konden kennismaken met bedrijven die bewust met duurzaamheid omgaan.”
Patat van Aviko
Stage in de jungle van Suriname
“Je moet niet bang zijn voor spinnen en slangen” In het derde leerjaar mogen de mbo’ers voor stage naar het buiteland. België of Nieuw-Zeeland, het maakt niet uit. Als het maar over de grens is. De oude koffieplantage Reynsdorp in de dorpsgemeente Bakkie te Suriname was het stageadres van Dylan. Gevonden via internet. Het is een resort in aanbouw. De plannen zijn groots: een museum, een historische bibliotheek en een conferentieruimte.
Kokosnoten en bananen “De Surinaamse vrouw van een Nederlandse man had een groot stuk jungle geërfd, een voormalig slavendorp. Het dorpje is via een kreek verbonden met de zee, waardoor vroeger de koffie naar de zee getransporteerd werd. Die kreek was helemaal dichtgeslibd, maar is nu weer open en in gebruik. Er zijn vakantiehuisjes gebouwd en een klein restaurant. Ook worden er kokosnoten en bananen verkocht.” De enige manier om in het dorp te komen is per boot, op drie uur vaarafstand van Paramaribo. De gasten zijn divers: mensen die er even uit willen, Surinamers op doorreis en toeristen.
Nachtje strand Dylan voerde onderhoud uit aan de kreek. Voornamelijk klei verwijderen en maaiwerk. “Met 30 graden en een grote bosmaaier op mijn rug, was dat best pittig.” Die kreek is ondiep, je moest precies weten waar de stronken liggen. En de tijd in de gaten houden. Het water was maar een aantal uren per dag bevaarbaar. Dan werd het laagtij en kon je niet meer terug. “We hebben wel eens een nachtje op het strand moeten slapen, omdat we de tijd waren vergeten tijdens het krabbenvangen.”
Wennen “Ik moest wennen aan de manier van werken. Dat kon alleen van 7.00 tot 12.00 uur, daarna werd het te warm. En als de mensen ’s middags geen zin meer hadden, bleef het werk wel liggen tot de volgende dag.” Lachend: “Terug in Nederland moest ik dus ook weer wennen.”
De andere twee dagen stonden in het teken van drie goede doelen: Alpe d’HuZes (KWF Kankerbestrijding), een waterputtenproject in Ethiopië en een chimpansee-opvang in Sierra Leone. Smeets: “We hebben geprobeerd voor de verschillende opleidingsrichtingen een aansprekend goed doel te vinden en zijn op deze drie uitgekomen. De leerlingen mochten zelf bedenken hoe ze geld binnenhalen. Sommigen verkochten aardappelen, anderen
Toch raadt hij anderen aan om naar Suriname te gaan. “Gewoon doen. Je moet alleen niet bang zijn voor spinnen en slangen. Van een bepaald soort slang zeggen ze daar: ‘Als die je bijt, kun je beter je ouders gaan bellen. Dat overleef je niet.’ Ik deed een keer de deur achter me dicht, toen er iets tussen zat. Dat was er één! Ik ben gaan eten en toen ik terugkwam, bewoog hij niet meer. Wat een geluk!”
Ga in je eentje Een buitenlandstage geeft een andere kijk op wat je van plan bent, vindt Dylan. Hij gaat de hbo-opleiding tropische bosbouw volgen, geïnspireerd door zijn stage. Dat hij uiteindelijk in het buitenland terecht zal komen, sluit hij niet uit. “Die kans zit er dik in.” Dylan wil andere studenten adviseren om vooral in je eentje te gaan. Dan heb je niemand om op terug te vallen en ontmoet je sneller mensen.” ‘Als die slang je bijt, kun je beter je ouders gaan bellen. Dat overleef je niet.’
“Onze leerlingen bepalen zelf hoeveel hun diploma waard wordt” haalden lege flessen op. Ook was er een groep die op school gesponsorde patat van Aviko verkocht. Daar leren ze veel van. En het zet hen aan het denken: het is niet vanzelfsprekend dat je gezond bent en hier leeft.” Het resultaat mocht er ook zijn: in twee dagen tijd werd maar liefst €4500 opgehaald.
Reddingshonden Smeets geeft al vijftien jaar les op AOC Oost. Onze sectie heeft direct praktijklessen ingevoerd. Een aantal collega’s zijn bezig met dieren in de praktijk. Zo heeft de een een kleindierfokkerij, de ander een geitenboerderij. Zelf ben ik al 25 jaar actief met reddingshonden. Die leid ik op. Mijn honden sporen vermiste personen op. Onlangs ben ik met hen naar Panama geweest om die vermiste meisjes te zoeken. Dat is heel leuk om met mijn leerlingen te bespreken. Reuze spannend vinden ze dat.”
Uitdaging “Ik hou ervan om de leerlingen uit te dagen, ze net iets meer te laten doen dan ze verwachten”, lacht Smeets. “Moeten ze op stage? Blijf niet te dichtbij, maar ga eens naar het buitenland. Er zijn leerlingen die in Amerika, Malawi en Zambia zijn geweest. Als school leveren wij maatwerk. Maar de leerlingen bepalen zelf hoeveel hun diploma waard wordt: door zoveel mogelijk goede en leuke dingen te doen.”
Melkveehouder J.H. Wentink:
“Leerlingen begeleiden past helemaal bij mij” J.H. Wentink heeft een melkveebedrijf met 130 melkkoeien in Wijnbergen, vlakbij Doetinchem. Het familiebedrijf bestaat al meer dan 100 jaar. Wentink stelt zijn boerderij tevens beschikbaar als stageplaats voor leerlingen van het vmbo en studenten van het MBO. Meisjes doen het goed De leerlingen verrichten op het bedrijf alle “Ik heb nog maar twee jongens gehad, met voorkomende werkzaamheden die horen bij wie ik veel moeite had, omdat ze totaal niet dit beroep, zoals: melken, voeren van het gemotiveerd waren en zich negatief opstelvee, grasmaaien, schudden en administraden. Ze zijn later ook van school gegaan”, altie. Wentink vindt het leuk om leerlingen dus de melkveehouder. te begeleiden. “Dit “Altijd weer verrassend als ik iets van “Wat mij verder opvalt, past helemaal bij mij. de stagiaires leer” is dat meisjes, die met Ik ben best wel sociaal 10 procent ver in de ingesteld en vind het minderheid zijn, het stukken beter doen dan leuk met jongeren om te gaan en hen wat jongens. Ze zijn veel gemotiveerder en ook te leren. En soms komt het voor dat ik van fanatieker.” hen leer. Dat is altijd weer een verrassende ervaring.” In het diepe gegooid Hoe kijkt u aan tegen de begeleiding vanuit Omgangsvorm, gedrag en motivatie AOC Oost? “De inzet is goed.” Toch ziet Bent u niet veel tijd kwijt aan begeleiding? Wentink nog wel een verbeterpunt. “Op “Dit hangt sterk af van de leerling zelf. Somhet vmbo hebben de leerlingen stramien migen hebben meer ervaring, bijvoorbeeld waar zij zich aan moeten houden tijdens omdat ze thuis een boerenbedrijf hebben, hun stage. Op het mbo worden ze meer los anderen niet. Maar over het algemeen zijn gelaten. Dat moet ook natuurlijk, ze moeten de lasten en de baten wel in evenwicht. zelfredzaam worden. Maar ik vind dat die Soms ben je wel eens een hele ochtend overgang wat vloeiender zou kunnen. De kwijt als je met een leerling allerlei zaken mbo studenten worden als het ware in een moet bespreken, maar dat haal je dan de keer in het diepe gegooid. De studenten volgende dag wel weer in. Ook moet je nageven dit zelf ook aan, dus ik denk dat daar tuurlijk een leerling beoordelen. Niet alleen wat beter naar gekeken moet worden.” praktisch, in hun werk, maar ook sociaal, hun omgangsvorm, gedrag en motivatie. Ik vind het altijd weer geweldig als ik deze “Meisjes doen het stukken beter dan jongens. Ze zijn veel gemotiveerder en oud-leerlingen later tegenkom, en dan zie ook fanatieker.” hoe ze inmiddels zelf een succesvol boerenbedrijf runnen.”
Groei• Kans gegrepen Jeremy (26): “Tot m’n zestiende heb ik de hoveniersopleiding gedaan. Ik heb er met de pet naar gegooid. Jammer. Een einddiploma heb ik niet gehaald, wel certificaten. Na mijn schoolperiode heb ik allerlei soorten werk gedaan, van uitzendbureau tot ziekenhuis. Maar opeens lukte het niet meer om werk te vinden. Ik liep al een jaar bij huis. Toen kreeg ik de kans mee te draaien in dit project. Ik ben nu ouder en wijzer. Deze kans heb ik met beide handen gegrepen!” Lekker buiten werken Sander (24): “Na de havo ben ik begonnen aan een hbo-opleiding voor grafisch vormgever. Maar die heb ik nooit afgemaakt. Ik heb jaren lang in kraakpanden gewoond en moest daardoor vaak verhuizen. Werk vond ik zo nu en dan via uitzendbureaus. Sinds drie jaar woon ik in Enschede. Het bevalt me prima in Twente. Ik was net op het AOC begonnen met de hoveniersopleiding op niveau 2. Toen hoorde ik via de gemeente dat ik aan dit project mee kon doen. Een niveau hoger en de opzet zie ik helemaal zitten: ’s winters naar school en zomers werken. Vooral het buitenwerk spreekt me aan.” Ik heb direct ja gezegd! Mikel (19): “Nadat ik mijn vmbo-diploma heb gehaald, ging het wat minder goed met mij. Mijn moeder was uit het zicht verdwenen en mijn vader overleed. Ik het begin had ik het al druk genoeg met alles regelen. Maar toen kwam ik zonder werk thuis te zitten. Zo nu en dan had ik parttime werk, maar ik wil natuurlijk graag fulltime werken. Bij de gemeente vroegen ze me of ik geen interesse had om iets in het groen te doen. Ik heb direct ja gezegd! Nu heb ik weer een doel en kan ik straks zelf mijn geld verdienen. Ik wil niet meer de hele dag thuis zitten. Het werk bevalt me veel beter dan ik gedacht had. We werken samen in een leuke groep, er is nooit onenigheid. En over twee jaar kan ik hovenier zijn. Dat zie ik helemaal zitten!”
Werken in het groeiseizoen, leren in het winterseizoen “Hoe meer de jongens in de winter leren, hoe meer profijt zij er de rest van het jaar van hebben. En de hoveniersbedrijven ook, want zij kunnen ze in het groeiseizoen volledig inzetten.” Aan het woord is voorzitter Bas van Swigchem van TRI groei in groen, samen met Herbert de Witte van AOC Oost initiators van het project. We zijn te gast bij Farwick Hoveniers in Enschede. Al sinds jaar en dag zijn AOC Oost en TRI-leerlingen hier van harte welkom. De partijen met wie we aan tafel zitten zijn: Bas van Swigchem, voorzitter TRI groei in groen Noordoost-Nederland, (samenwerkingsverband leerbedrijven in de groene sector), Erik Bloemberg, adviseur Leerwerkloket Twente, Eric Snippert, Farwick Hoveniers en Herbert de Witte, accountmanager van AOC Oost.
“En wat ook heel belangrijk is: ze hebben in die twee jaar een stuk ervaring opgedaan. Door de combinatie van theoretische- en praktische vorming, op verschillende bedrijfstypes, worden dit de vakmensen voor de toekomst. Onmisbaar voor de continuïteit in de sector en derhalve met een prima toekomstverwachting. Het is een prachtig voorbeeld van participatie. Vier werelden komen hier bij elkaar: bedrijfsleven, onderwijs, Leerwerkloket en gemeenten.
Diploma en ervaring Van Swigchem; De doorstroom in de groene sector is zeer minimaal op dit moment. De economische crisis, het imago van het vakgebied en het tekort aan arbeidskrachten zijn daar onder andere de oorzaak van. Daarnaast zullen de komende tijd ca. 600 vakbekwame medewerkers uit de groenbedrijven wegvloeien vanwege de pensioengerechtigde leeftijd. Wij willen de instroom in onze sector behouden. Onze bedrijfstak moet natuurlijk wel in tact blijven. Het is een sterk veranderende branche, waarin vakmensen altijd nodig blijven.” De groene sector heeft veel potentie: natuur, milieu en leefomgeving worden steeds belangrijker in het dagelijks leven.
Twee jaar werk Eigenlijk gaat het om de reguliere bbl-opleiding, maar dan in een nieuwe, tweejarige opzet: leren in het winterseizoen, werken in het groeiseizoen. De lessen vinden plaats in december, januari en februari. In de overige maanden werken de deelnemers bij een hoveniersbedrijf. Voor alle partijen is deze aanpak een win-winsituatie. Snippert: “Voor Farwickis het heel belangrijk dat we alle handen in het groeiseizoenvolledig kunnen inzetten. Vanaf maart kun je ze bijna niet missen en is het heel vervelend als ze een dag in de week naar school moeten. Het sterke punt is juist dat ze in de winter, als er minder werk is, op school zitten.” Ook gemeenten varen er wel bij. Van Swichem: “De leerlingen komen vanaf maart voor de duur van de opleiding in dienst bij TRI. Zij hebben vanaf dat moment een betaalde baan voor de duur van de opleiding. TRI zet de leerlingen uit bij die bedrijven die passen bij de interesse van de deelnemers. Dat kan zijn een hovenier met veel particulier aanlegwerk maar net zo goed een groenvoorzieningsbedrijf of gemeentelijke groendienst. Een keer per leerjaar wordt er gewisseld van bedrijf om ook kennis te maken met de andere bedrijfstypen in de sector. En willen ze hierna doorstromen naar een hoger opleidingsniveau, dan kunnen ze gewoon bij TRI blijven.”
Om te zorgen dat de groenbedrijven medewerkers hebben als er veel werk is en omdat er in slappe tijden minder handjes nodig zijn, hebben AOC Oost en TRI de winteropleiding in het leven geroepen, verklaart Herbert de Witte. Echter, bij gebrek aan instroom en doorstroom zijn we gaan zoeken naar andere mogelijkheden. Daarbij hebben wij in ons netwerk aangeklopt bij het Leerwerkloket Twente. Bloemberg legt in een notendop het project uit. “Jongeren in een werkloosheids-situatie komen via dit project in een leerwerksituatie”, “De Twentse gemeenten attenderen het Leerwerkloket op potentiële leerlingen. Wij proberen hen vervolgens geplaatst te krijgen op de Winteropleiding. Na een scholingstraject dat verzorgd wordt door AOC Oost, komen ze vanaf april aan het werk bij TRI groei in groen die de leerlingen onderbrengt bij diverse groenbedrijven, zoals Farwick hoveniers. Ze zijn twee jaar verzekerd van werk en na afloop hebben ze ook nog een mbo-diploma op zak.” “Dat klopt, dan zijn ze vakbekwaam hovenier op niveau 3”, beaamt Herbert de Witte.
Voortraject van vijf weken Landelijk gezien is het de derde keer dat de Winteropleiding georganiseerd wordt, in Twente is het de eerste keer. De Witte: “Wij willen wel weten wie we binnen halen. Daarom doen ze eerst mee aan een voortraject van vijf weken op een project dat leerbedrijf Farwick heeft aangeboden. De deelnemers werken onder leiding van een praktijkbegeleider van een van de TRI-lidbedrijven. Op die manier toetsen we de deelnemers aan de normen en waarden van het reguliere bedrijfsleven.
Blij met de Winteropleiding tot hovenier “Het is voor de eerste keer dat we dat we in Twente dit project draaien”, vertelt Henry Oost. “De jongens gaan van december tot en met februari naar school en vanaf maart gaan ze werken op leerwerkplekken bij hoveniersbedrijven.” Als ze hun best doen, zijn ze over twee jaar vakbekwaam hovenier op niveau 3. Henry is zelf werkzaam bij Dolmans Landscaping met vestigingen in Borculo en Beilen. “Zelf heb ik een aantal jaren pabo gedaan. Binnen ons bedrijf hebben wij veel ervaring met het werken met SW’ers en wajongers. TRI zocht een praktijkbegeleider in het oosten en voor de Winteropleiding heeft Dolmans mij
gedetacheerd bij TRI. ”Ik vind dit fantastisch leuk werk. De jongens zijn enthousiast en leergierig en willen graag leer aannemen.” De deelnemers aan het project zijn jonge kerels die door studieproblemen of door andere omstandigheden achterop zijn geraakt en blij zijn met deze tweede kans.
Henry: “Sommigen zitten al langere tijd in de WW of in de bijstand. Die moeten weer leren op tijd te zijn en afspraken na te komen. Ik kijk goed wat ze kunnen. Zijn ze technisch? Spreekt werken in het groen hen aan? Kunnen ze het niveau aan? Dit is een fantastisch leuke groep. Ze zijn sociaal naar elkaar toe en zijn vast van plan deze kans te grijpen!”
Het voorschakeltraject wordt bekostigd door de gemeenten. We maken ze in deze vijf weken arbeidsfit, want vanuit een werkloosheidssituatie moeten ze eerst weer leren functioneren in het bedrijfsleven. En we bekijken of ze voldoende geïnteresseerd zijn in het groene vak. Is dat laatste niet het geval, dan krijgt een deelnemer wel een dossier mee, dat een goed beeld van hem geeft. Daarmee kan hij verder. Wij kunnen hem dan namelijk advies geven waarvoor hij wel geschikt is.” Motiveringsballen De deelnemers zijn supergemotiveerd, weet Bloemberg. “Vanuit de gemeente en het UWV pushen we hen heel erg. In deze vijf weken van het voortraject zijn ze vrijgesteld van alle verplichtingen, zoals sollicitatieplicht, en kunnen ze zich helemaal op hun dagelijkse werkzaamheden richten. Normaliter moet je haast dreigen met sancties, maar deze jongens zitten in een positieve flow; ze krijgen veel positieve waardering. Voor het welslagen hangt ook veel af van de manier waarop er met de jongens omgegaan wordt.” Daar is de uitvoerder van Farwick het roerend mee eens. “Inderdaad is waarderingvan belang, vooral ook vanuit de werkgever. Geef die jongens een gehaktballetje en zie wat zulke motiveringsballen doen voor hun inzet. Maar de leerlingen mogen er geen potje van maken. Wij stoppen energie in hen en we willen er ook wat voor terugzien: een glimlach, plezier in het werk, enthousiasme. Dan kunnen vakmensen bij ons hun pensioen halen. Alleen goeie jongens en meiden blijven over.” Aanmelden voor de Winteropleiding? Groeipunt, AOC Oost, Hoeflingweg 9, 7241 CJ Lochem, tel. 0573 – 222 066 e-mail
[email protected], Of neem contact op met accountmanager Herbert de Witte, e-mail:
[email protected], tel.: 06 - 53 98 46 69. Als bedrijf (eco-erkend) geïnteresseerd? TRI groei in groen Noordoost-Nederland. Bas van Swigchem, tel.: 06-20390042, www.trigroeiingroen.nl.
Groeipunt laat mensen en bedrijven groeien
Groeipunt is onderdeel van AOC Oost Groeipunt AOC Oost, Hoeflingweg 9, 7241 CJ Lochem, 0573 – 222 066,
[email protected] www.groeipunt.nl
AOC Oost
Beleef groen onderwijs bij AOC Oost Bij AOC Oost beleef je groen onderwijs: je ruikt de bloemen, voelt de dieren, proeft het voedsel en werkt aan schone techniek. In de praktijk van nu werk je aan de groene wereld van morgen. Groen heeft de toekomst. Wil je straks een uitdagende groene baan? Met een groene beroepsopleiding ben je goed voorbereid. En bij AOC Oost weet je: mijn morgen is groen! Opleidingen AOC Oost verzorgt (Voorbereidend) Middelbaar Beroepsonderwijs - dus vmbo en mbo - voor natuur, voeding en leefomgeving. De AOC-opleidingen lopen uiteen van de meest praktische vmbo-opleiding tot Het Groene Lyceum, waar je in 6 jaar een mbo-diploma kunt behalen. Ook biedt het AOC diverse groene mboopleidingen. Verder verzorgt AOC Oost in company bedrijfsopleidingen en advies vanuit het opleidingscentrum Groeipunt. In de praktijk van nu werk je aan de
Groeipunt laat mensen en bedrijven groeien Een bedrijf dat wil groeien moet z’n medewerkers laten groeien. Groeipunt helpt daarbij. Groeipunt adviseert, geeft cursussen en verzorgt bedrijfsopleidingen op maat voor elke groene beroepsgroep. Werkplek-leren en ‘coaching on the job’ zijn specialiteiten van Groeipunt. Met hulp van Groeipunt leren mensen efficiënt te werken, kwaliteit te leveren en zich flexibel op te stellen. Dat draagt ook bij aan hun motivatie, hun werkhouding en hun instelling. En dat alles levert het bedrijf heel veel rendement op.’
Vijf locaties AOC Oost heeft vijf vestigingen: Almelo, Borculo, Doetinchem, Enschede en Twello. De vmbo-opleidingen worden in alle vijf plaatsen gegeven. Het Groene Lyceum kan in Almelo en Doetinchem worden gevolgd. Voor een mbo-opleiding kun je terecht in Almelo, Doetinchem, Enschede en Twello. Een geschikte vervolgopleiding vind je dus altijd in de buurt. Bij AOC Oost werken 550 mensen en volgen ruim 5600 leerlingen, studenten en deelnemers onderwijs. Het College van Bestuur en de Centrale Services zijn gevestigd in Lochem.
groene wereld van morgen
Open dagen
Open dagen vmbo
Open dagen mbo
Open dagen
Kom, zie en beleef!
Almelo
Almelo
Het Groene Lyceum
woensdag 28 januari 2015 15.00 tot 20.00 uur
vrijdag 30 januari 2015 van 16.00 tot 21.00 uur zaterdag 31 januari 2015 van 10.00 tot 13.00 uur
De open dagen van AOC Oost oogsten alom veel lof. Wie gewoon eens langskomt om te “snuffelen” aan één van de opleidingen, wil vaak meteen al wel blijven. Kom dus gerust en beleef onze groene wereld. Kijken kost niks, toch!?
Bornerbroeksestraat 348 7609 PH Almelo Tel. 0546 834210
Borculo woensdag 21 januari 2015 14.30 tot 17.00 uur en 18.30 tot 21.00 uur Ruurloseweg 35 7271 RS Borculo Tel. 0545 259 910
Doetinchem woensdag 21 januari 2015 14.00 tot 16.30 uur en 18.00 tot 21.00 uur Gezellenlaan 14 7005 AZ Doetinchem Tel. 0314 375 980
Enschede vrijdag 30 januari 2015 van 16.00 tot 20.30 uur zaterdag 31 januari 2015 van 10.00 tot 13.00 uur Hengelosestraat 481 7521 AG Enschede Tel. 053 480 46 00
Twello vrijdag 30 januari 2015 van 15.30 tot 20.30 uur zaterdag 31 januari 2015 van 10.00 tot 13.00 uur Meester Zwiersweg 4 7391 HD Twello Tel. 0571 27 16 70
Almelo woensdag 28 januari 2015 15.00 tot 20.00 uur
Bornerbroeksestraat 348 7609 PH Almelo Tel. 0546 834210
Bornerbroeksestraat 348 7609 PH Almelo Tel. 0546 834210
Doetinchem
Doetinchem
vrijdag 23 januari 2015 14.00 tot 21.00 uur
woensdag 21 januari 2015 14.00 tot 13.30 uur en 18.00 tot 21.00 uur
Gezellenlaan 14 7005 AZ Doetinchem Tel. 0314 375 980
Gezellenlaan 14 7005 AZ Doetinchem Tel. 0314 375 980
Enschede vrijdag 30 januari 2015 van 16.00 tot 20.30 uur zaterdag 31 januari 2015 van 10.00 tot 13.00 uur Hengelosestraat 481 7521 AG Enschede Tel. 053 480 46 00
Colofon
Realisatie:
Twello vrijdag 30 januari 2015 van 15.30 tot 20.30 uur zaterdag 31 januari 2015 van 10.00 tot 13.00 uur
www.mijnen.nl Projectleider: Edwin Hurrebrink Oplage:
Meester Zwiersweg 4 7391 HD Twello Tel. 0571 27 16 70
Mijnen Media Terborgseweg 32 7064 AE Silvolde Tel. 0315 - 341888
[email protected]
Gerrie Nijenhuis ruim 100.000 exemplaren
Verspreiding in: Doetinchem, Gaanderen, Didam, Zevenaar, Doesburg, Angerlo, Hoog Keppel, Laag Keppel, Drempt, Hummelo, Zelhem, Hallo, Wehl, Kilder, Beek, Loerbeek, Zeddam, Stokkum, ’s Heerenberg, Lengel, Azewijn, Braamt, Westendorp, Silvolde, Terborg, Ulft, Gendringen, Varsseveld, Etten, Heelweg, Sinderen, Varsselder Veldhunten, Netterden, Megchelen, Voorst, Breedenbroek, Aalten, De Heurne, Steenderen, Hengelo Gld, Keijenborg en de gemeente Winterswijk e.o. Redactie:
Fotografie:
Topic Creatieve Communicatie Medewerkers AOC Oost Erica Cramer Bornemann Willem van Walderveen,
Jan Henk Pasman Dick Langwerden Erica Cramer Bornemann Opmaak AOC Oost pagina’s: Willy Sikkink Diane Agteresch - Kreijkes