Almelo
vmbo & Het Groene Lyceum opendag:
woensdag 28 januari 2015 15.00 tot 20.00 uur
morgenisgroen.nl
mbo opendag:
vrijdag 30 januari 2015 - 16.00 tot 21.00 uur zaterdag 31 januari 2015 - 10.00 tot 13.00 uur
vmbo
“Na een weekje was ik al gewend”
Directeur André Hoeben van AOC Oost locatie Almelo:
Het is Remy Langejans (12) ontzettend meegevallen op het vmbo. “Hier op school is een non-pestsfeer.”
“Kinderen die willen leren door doen…, welkom!”
Hij zag er behoorlijk tegenop om naar het vmbo te gaan. “Op de Open Dagen merkte ik wel dat er een fijne sfeer is op het AOC. Toch was ik wel zenuwachtig toen ik hier in augustus moest beginnen. Ik was bang vanwege al het nieuwe dat op je afkomt en ook vanwege de grotere kinderen.” Non-pestsfeer Hoezo bang voor de grotere kinderen? “Oudere kinderen”, zegt Remy openhartig. “Ik ben op de basisschool vier jaar lang gepest door een groepje oudere zittenblijvers die bij ons in de klas zaten. Maar ik ben nu in een fijne klas terecht gekomen. Niemand doet vervelend tegen elkaar. En de oudere kinderen doen je ook niks. Hier op school is een nonpestsfeer en een goed pestprotocol.”
Nieuwe dingen En al die nieuwe dingen waar hij zenuwachtig over was, zijn die ook meegevallen? Remy kiest zijn woorden zorgvuldig. “Ook dat was niet nodig geweest. Op het vmbo is het gewoon een beetje anders. Voor bijna elk vak krijg je een andere leraar, de lesuren zijn korter en het tempo is hoger, maar daar wen je wel aan. Gelukkig zijn de begin- en eindtijden wel ongeveer gelijk met de basisschool. Ik woon hier trouwens maar vijf minuten vandaan.” Kniepertjes Remy doet gl, gemengde leerweg. Waarom koos hij voor AOC Oost? “Ik ben altijd een dierenliefhebber geweest en ik wil niet altijd met mijn neus in de boeken zitten. Daarom vind ik de doe-vakken zoals dier en vap (verwerking agrarische producten) zo leuk. Bij vap hebben we laatst kniepertjes gemaakt met een wafelijzer en pannenkoeken gebakken. En bij techniek moesten we een letter of een cijfer maken uit hout. Dat doe ik graag, zelf dingen maken.”
Remy: “Hier op school is een non-pestsfeer en een goed pestprotocol.”
Remy is niet meer zenuwachtig Fijne school Remy heeft het duidelijk naar zijn zin. “Dat klopt”, beaamt hij. “Een fijne school, een fijne klas en fijne leraren. Na een weekje was ik al gewend. Die spaning voor de tijd was echt niet nodig geweest.”
Theorievakken Een school zonder theorievakken kan natuurlijk niet, weet Remy. “Leervakken heb je hier ook. Toen ik pas van de basisschool kwam, wist ik niet goed hoeveel tijd huiswerk kost. Zal ik een tip geven? Na schooltijd eerst even uitrusten en dan meteen aan je huiswerk beginnen, en niet eerst achter de computer gaan zitten. Dat is mij in het begin een keer overkomen. Maar ’s avonds laat huiswerk maken, valt tegen, want dan ben je niet fris meer.”
Kinderen voelen zich direct welkom op het AOC. Dat blijkt uit reacties van ouders, en ook uit een enquête. Het verwondert locatiedirecteur André Hoeben niet. “Het groene domein… dat is blijheid, vrolijkheid, kleur, diversiteit. Het geeft mensen een gevoel van vrijheid.”
Directeur André Hoeben André Hoeben (49) werkt al 19 jaar in het groene onderwijs, waarvan drie jaar in Almelo. Waarom voelen de leerlingen zich zo welkom op zijn school? “Dat heeft te maken met houding. Wij zijn een reguliere vmbo-school, maar ook bij ons melden zich leerlingen met bijvoorbeeld dyslexie. Onze houding is: dyslexie? Oké, kom binnen, wij gaan op zoek naar de beste oplossing. Alles draait om zorg hebben en zorg dragen. Dat zit er bij ons ingebakken, zorg voor mens, dier, plant en omgeving. Zorg voor wat leeft, anders gaat het dood”, filosofeert Hoeben. “Wij bieden beroepsonderwijs, niet enkel theoretisch onderwijs en geen keiharde kennisoverdracht. Hier kennen we de leerling en hebben we een band met hem. Ons kent ons. Een kind dat gekend wordt, voelt zich welkom en veilig. Maar dit is ook een gewone school, waar van alles en nog wat gebeurt en zich problemen voordoen. Kinderen moeten duidelijk weten wat wel en niet mag. Ook duidelijkheid biedt veiligheid.”
waterleiding moet lopen en verlichting aangelegd moet worden. Ook een campingbeheerder is iemand die overal verstand van moet hebben. Met een AOC-ondergrond kun je in zo’n beroep terecht. Daar bereiden wij onze leerlingen op voor.” Maar leerlingen dan die juist naar deze school komen, omdat ze op zo’n grote mobiele kraan willen rijden? “Die moeten even geduld hebben. Dat komt in een later stadium van de opleiding. Ons doel is onze leerlingen te enthousiasmeren voor de breedte van de groene wereld, zodat ze na het vmbo doorstromen naar het mbo in een doorlopende leerlijn. Het vmbo is algemeen vormend, je specialiseert je in het mbo. En dan komt die kraan.”
Ervaren, zien, voelen, proeven, ruiken Welke kinderen zijn hier het beste thuis? “Kinderen met een beroepsgerichte instelling, die willen leren door middel van doen, ervaren, zien, voelen, proeven, ruiken. Die tref je op alle niveaus, van vmbo tot havo. Met een puur theoretische leerstijl pas je hier niet. Verder moet je iets hebben met groen. Wij zijn een school met een groene identiteit. Dat is heel breed. Recreatie, voeding, duurzaamheid, energie, het valt er allemaal onder. We geven vakken als levensmiddelentechnologie en besteden aandacht aan design. Wie hovenier wil worden, krijgt les in traditionele technieken, maar ook over stadstuinen, daktuinen en hangende tuinen. Het bedrijfsleven bepaalt mede ons lesprogramma. De centrale vraag is: waar vragen consumenten om? In de toekomstige groene school leren we meer en meer denken in de keten. Van zaadje tot karbonaadje, zeg maar. Wat gebeurt er op de twee hoofdlijnen: van producent naar consument, van platteland naar stad.”
Samen optrekken Contact met ouders is van groot belang. Hoeben: “We willen graag dat ouders meedenken. Ouders, docenten en leerlingen vormen als het ware een driehoek, waarvan alle lijnen moeten kloppen. Zit het niet goed tussen ouders en kind, docent en leerling, of school en ouder, dan is die driehoek aangetast en loopt het met het kind ook niet goed op school. Overlegcommissies, ouderavonden, tien-minuten gesprekken, huisbezoeken, maar ook informele contacten blijven belangrijk. Onderlinge communicatie komt het kind ten goede. We moeten met elkaar optrekken.”
Ondernemer Ook ondernemerschap is een belangrijk thema. “Ondernemers zijn mensen die van alles moeten kunnen. Agrarische ondernemers hebben kennis van plant, dier en gewas, maar ook van economie, bedrijfsvoering, geld. Een hovenier werkt een tuinplan uit, maar weet ook hoe een
Je moet iets hebben met groen. Wij zijn een school met een groene identiteit. Dat is heel breed.
Ontdek jezelf Na al die jaren in het groene onderwijs is Hoeben nog even enthousiast. “Het groene domein… dat is blijheid, vrolijkheid, kleur, diversiteit. Het geeft mensen een gevoel van vrijheid. Zelf associeer ik dat weleens met barbecueën in de tuin. Heerlijk, buiten zijn, ruimte. Fantastisch om op een doemanier te kunnen leren. Ik zou zeggen, doe mee in onze groene wereld en ontdek jezelf. Wie ben ik, wat kan ik, wat wil ik.” Hier kennen we de leerling en hebben we een relatie met hem. Ons kent ons. Een kind dat gekend wordt, voelt zich welkom en veilig.
vmbo De leerlingen geven aan dat ze ‘enorm graag’ naar school gaan, de mentoren zijn ‘super tevreden’ en de ouders geven het project een ‘8+’.”
“De ouders geven ons een 8+” “Aandacht voor het kind, daar draait het om op school” zegt Ine Markerink (61), teamleidster BBL. Haar persoonlijke drive: “Ik wil onze leerlingen zoveel meegeven dat zij zich straks staande kunnen houden in de maatschappij.” Vier jaar geleden begon AOC Almelo met een speciale aanpak van BBL-leerlingen: het stamlokaal-project. De leerlingen krijgen grotendeels les van één docent, hun mentor, op een vaste plek, hun stamlokaal. Elders in deze uitgave leest u daarover meer. Kwetsbare groep “BBL-leerlingen vormen de meest kwetsbare groep in het onderwijs”, vertelt Ine. “Die sneeuwen vaak onder. Veel kinderen hebben een lwoo-indicatie. Zij hebben extra ondersteuning nodig, bijvoorbeeld vanwege een leerstoornis. Vaak hebben ze een uitval op het gebied van rekenen, begrijpend lezen, technisch lezen of spelling. Als docent heb je veel inlevingsvermogen, begrip en geduld nodig. Voor deze leerlingen krijgen we als school extra budget, dat we besteden aan het lesgeven in kleine groepen van maximaal 16 leerlingen.”
Leren in het stamlokaal
De eersteklassers hoeven niet voor elke les van lokaal en docent te wisselen. Ine: ”Dat schept een boel rust, duidelijkheid en een vaste structuur. De kinderen zijn niet meteen overgeleverd aan de chaos van het grote gebouw. Hun mentor geeft de theorievakken. Verder krijgen ze drie uur per week beroepsvakken van verschillende beroepsdocenten. In de eerste klas hebben ze 20 uur les in het stamlokaal, in de tweede 10 uur en in de derde is de beroepsdocent hun mentor; van hem krijgen ze dan 8 uur les in het beroepsvak en nog een uur mentorles.”
Uit een enquête onder leerlingen, docenten en ouders blijkt dat iedereen enthousiast is.
Ine Markerink, teamleidster Basisberoepsgerichte leerweg (BBL) verbeteren. In de eerste klas presteren ze beter. En ook gedragsmatig boeken we significant betere resultaten. In de tweede klas werden er nog weleens wat leerlingen uitgestuurd bij verschillende docenten, dat zijn er nu veel minder. Uit een enquête onder leerlingen, docenten en ouders blijkt dat iedereen enthousiast is.
Aandacht Maar er is ook een andere kant. “Soms vindt een leerling het best leuk om door de school te lopen. Sterker nog, sommigen hebben dat nodig. Die kunnen domweg niet op hun plaats blijven zitten. Als we dat merken, laten we ze lekker een rondje door de school wandelen. Want dat is nu het unieke van het stamlokaalproject: optimale aandacht voor het kind, ook dat kind. Daar draait alles om.”
Voordelen De voordelen zijn legio. “De kinderen worden niet zo snel afgeleid. Ze kunnen zich volledig richten op de lesstof, hun eigen groeiproces en het sociale gebeuren in de klas. Verder krijgen ze vier uur per week les in zelfstandig werken, verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen planning en leren studeren.” Wat zijn de ervaringen tot nog toe? “De resultaten zijn zo goed, dat we het nu niet alleen bij BBL zo doen, maar ook in de kaderklassen. De leerprestaties
Het gaat goed met Lotte Ze hebben het geweldig naar hun zin in het stamlokaal, de leerlingen van docent Jolien Täge (27). Ze willen ook allemaal wel hun verhaal vertellen. Maar dat is voorbehouden aan Lotte Slettenhaar (12) uit Wierden. Jolien is mentor van Lottes klas. Zij trekt het meeste met hen op. In het stamlokaal geeft zij bijna alle theorievakken. Het is elke dag genieten. “Dit is een prettige leeftijdsgroep.
We werken met kleine groepen. Zo leer je de kinderen snel kennen. Wat kunnen ze wel, wat kunnen ze niet, gaan ze vooruit? Dat heb je snel in beeld, dus je kunt ze
goed aansturen. Zij kennen mij, ik ken hen. Hebben ze hulp nodig, dan is het geen grote stap om naar mij toe te komen.” Jolien gaat bij alle leerlingen op huisbezoek. “Ons doel is dat een kind op de plek terecht komt die bij zijn mogelijkheden past. We overleggen met ouders en zo nodig met het zorgteam als een kind een specifiek hulpvraag heeft. Wat kunnen we zelf doen op school en \in de klas met hulp van het zorgteam en expertisepunt? Hoe pakken we dat aan? Zijn we op de goede weg? Ja, ik sta helemaal achter deze manier van lesgeven, geweldig.”
Docent Jolien Täge en leerling Lotte Slettenhaar
Kleine groep Ook Lotte heeft het naar haar zin. “Je hoeft na een les niet meteen je tafel op te ruimen en je tas in te pakken. Je mag gewoon blijven zitten voor de volgende les. Dat is veel rustiger.” Jolien vult aan: “Deze leerlingen kunnen zich vaak minder goed concentreren. Ze hebben rust en structuur nodig. Dat biedt deze werkwijze. Plotseling komen ze er achter wat ze kunnen. Ze worden nooit meer vergeleken met kinderen die op een ander niveau les krijgen, ze hebben in deze klas allemaal dezelfde boeken. Maar wel is elke leerling anders, dus bieden we verschillende manieren van leren aan. Samen zoeken we naar de methode die
hem het beste ligt. In mijn lessen zorg ik voor veel interactie met de leerlingen en ik stuur voortdurend bij. Dat kan alleen in zo’n kleine groep.” De kleine klas bevalt ook Lotte prima: “Je bent vaker aan de beurt. Je leert elkaar sneller kennen en maakt gauw vrienden. Er is niet zoveel lawaai. En mevrouw Täge praat ook heel rustig, ze heeft een fijne toon. In groep 8 kon ik niet goed rekenen, maar bij mevrouw Täge ging het meteen beter.” Betere prestaties “Klopt”, beaamt Jolien. “Het gaat heel goed met Lotte. Wij kijken altijd eerst naar wat een leerling kan. En Lotte blijkt allerlei dingen te kunnen zonder hulp. Bij mij in de klas zitten meer leerlingen die een leerachterstand hebben, dus is ze geen uitzondering zoals in groep 8, waardoor haar zelfvertrouwen groeit. Met rekenen ging ze zo hard vooruit dat ze al na een paar weken mocht gaan oefenen met moeilijkere leerstof. Voor andere kinderen geldt trouwens hetzelfde, de één doet het beter met Nederlands, een ander met wiskunde.” Lotte: “Aardrijkskunde vind ik nog wel moeilijk.” Op welke punten kan de school verbeteren volgens haar? “Ik zou het niet weten. Het is hier erg fijn. Op de open dag vond ik dit meteen al een leuke school.”
vmbo
Stoer: zelfgemaakte smoothies! McDonalds in Amerika is uit. ’t Stond laatst in alle kranten. Amerikaanse scholieren gaan nu voor een gezonde hap. Op het AOC doen ze dat al veel langer. Daar staan ze in de rij voor de super lekkere broodjes en smoothies van de Gezonde Schoolkantine. De Gezonde Schoolkantine
Geertje Schutter
Goede zorg voor alle leerlingen Geertje Schutter is zorgcoördinator voor vmbo en mbo. Eigenlijk heeft ze een hekel aan dat woord. ‘Ik leg het zelf zo uit dat wij ervoor zorgen dat onze leerlingen het onderwijs goed kunnen volgen. Dan heb ik het over álle leerlingen. We zijn een gewone school, met gewone leerlingen. We doen wat we kunnen om ze allemaal goed te laten werken.’ Later in het gesprek komt ze er nog eens op terug. AOC Oost wil alle leerlingen een goede leerloopbaan bieden. ‘Dat betekent dat we ons inzetten om iedereen een uitstekende opleiding te geven. Op heel veel manieren. Door goed en leuk les te geven en aansluiting te zoeken bij wat leerlingen aanspreekt. Door te zorgen voor afwisseling en een kleinschalige omgeving. Dus door de leerling in het middelpunt te zetten: wat heb jij nodig om een diploma te kunnen halen, om je eigen toekomst te bouwen?’ Sommige leerlingen hebben daar wat extra hulp bij nodig. Bijvoorbeeld omdat ze leren moeilijk vinden. Of omdat er belemmerende factoren zijn die vragen om begrip en aanpassingen. ’Daarvoor zoek ik oplossingen, dat is wat ik doe. Leraren die daarover vragen hebben, kunnen bij me komen. Leerlingen en ouders ook. Soms is dan helemaal niet veel nodig, is een beetje aandacht genoeg. Als we iedereen maar op de juiste plek krijgen. Dat heet dan wel zorg, maar het is eigenlijk heel gewoon.’ Juist dat beetje extra kan veel doen.
Leerlingen staan er voor in de rij “Broodjes, soep en smoothies”, somt onderwijsassistent Dennis Timmer (32) op. Dat zijn de drie producten die derdejaars vmbo-leerlingen Voeding twee keer per week zelf maken van verse ingrediënten. Al dat lekkers wordt vervolgens verkocht in de kantine. “Ze staan er allemaal voor in de rij, van klas 1 tot en met de conciërge en de directeur.” Het is duidelijk dat Dennis enthousiast is over ‘zijn’ project, de Gezonde Schoolkantine. Het draait dan ook al vier jaar
succesvol onder zijn leiding. “We moedigen kinderen aan tot een gezonde levensstijl. Daar hoort gezonde voeding bij.”
Hoe doe je dat, de patat-, pasta en pizza-generatie enthousiast maken voor gezond eten? “Ik laat ze proeven, proeven en nog eens proeven. Zo leren en ervaren ze wat lekker is. Ook variatie is belangrijk. Eten hoeft
Dennis Timmer met zijn leerlingen
helemaal niet eentonig of saai te zijn. Kijk eens hoeveel broodsoorten er zijn: speltbrood, meergranenbrood, pompoenbrood, volkorenbrood.
Rode smoothies van bijvoorbeeld aardbei, framboos en banaan vinden alle leerlingen mooi en lekker Elke week kiezen we een ander broodje. e ene keer met een tonijnsalade er op, de andere keer met gerookte kipfilet. Verder doet kleur ook veel. Rode smoothies van bijvoorbeeld aardbei, framboos en banaan vinden alle leerlingen mooi en lekker.” Maar het grootste geheim van de Gezonde Schoolkantine zit ‘m in het zelf doen, weet Dennis: “De recepten bedenken we samen. We nemen altijd verse producten van het seizoen. Soms uit de groothandel, soms uit de schooltuin, zoals sla of tomaten. Met de recepten en ingrediënten gaan ze aan het werk. Zo’n lekker broodje of soepje zelf maken, da´s pas echt stoer.” En de lekkerste tophit tot nu toe? Oeps, daar moet Dennis even over nadenken; ’t is namelijk allemaal even lekker. Nou vooruit: “Onze tomaten-ciabbatta met rosbief.”
vmbo Naar het vmbo
De vmbo-leerwegen
Je voelt je snel thuis op AOC Oost
Met veel groene doevakken
Na groep 8 kun je kiezen voor het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs, het vmbo. Heb je een beetje groene vingers, ben je graag buiten, ben je handig met machines, met verwerking van voedingsmiddelen of hou je van dieren? Leer je graag in een groene omgeving? In moderne lokalen met dieren, planten of machines om je heen? Dan zit je goed op AOC Oost. vmbo-groen, zoals we onze opleidingen kortweg noemen, biedt jou een perfecte voorbereiding op het mbo. Door het brede aanbod aan vakken kun je ook naar alle overige sectoren van het mbo doorstromen. Naast groen, zijn dat techniek, zorg & welzijn en economie. Met vmbo-groen kun je in de toekomst dus alle kanten op. We zeggen niet voor niks ‘morgen is groen’!
Van zaadje tot karbonaadje In het Groene Profiel houden we ons niet alleen bezig met aparte leervakken of kennis over losse producten. Het gaat vooral om de samenhang in een keten. Denk bijvoorbeeld eens aan een simpel zaadje dat je in de grond stopt en verzorgt. Het zaadje groeit uit tot een plant, wordt verwerkt tot veevoer, een varken smult ervan en uiteindelijk ligt er een smakelijke karbonade bij de slager. Van zaadje tot karbonaadje zeg maar. Hoeveel schakels in de keten van producent naar consument zijn er nodig geweest voordat die karbonade op jouw bord is beland?
Op het vmbo, dus ook op AOC Oost, krijg je vakken als Nederlands, wiskunde en aardrijkskunde. Het diploma van AOC Oost is dan ook een gewoon vmbodiploma. Maar vanaf de eerste klas heb jij wél veel groene vakken, zoals dieren, bloemen, planten, voeding, groene omgeving en techniek. Aan het eind van het tweede jaar stap je de leerweg in die het beste bij je past. Welke leerwegen zijn er?
Basisberoepsgerichte Leerweg (BB): vooral praktijk Deze leerweg past bij jou als je praktisch bent ingesteld en graag met je handen werkt. Natuurlijk krijg je ook theorievakken, maar er is veel afwisseling en je hoeft niet steeds uit boeken te leren. Met BB kun je doorstromen naar niveau 2 en soms naar niveau 3 van het mbo.
Kaderberoepsgerichte Leerweg (KB): praktijk en een beetje theorie Als je graag leert door praktisch bezig te zijn, kies je voor de kaderberoepsgerichte leerweg. Je bent bezig met de praktijk, maar volop ondersteund door de theorie. Doorstroming naar niveau 3 en soms naar niveau 4 van het mbo is mogelijk.
Gemengde Leerweg (GL): theorie en een beetje praktijk De gemengde leerweg is een combinatie van denken en doen. Heb je weinig moeite met leren en weet je al een beetje welke richting je op wilt? Dan is de gemengde leerweg iets voor jou. Je stroomt meestal door naar niveau 3 of niveau 4 van het mbo of naar het havo.
De praktijk
Theoretisch diploma Het vmbo groen is niet alleen geschikt voor de praktisch ingestelde leerling. Met de gemengde leerweg (GL) behaal je een meer theoretisch diploma. Soms is het mogelijk om via de staatsexamencommissie het diploma theoretische leerweg (TL) te behalen, bijvoorbeeld als je naast de gemengde leerweg voor één (of meer) extra vak(ken), zoals Duits, economie of natuur-/ scheikunde, geslaagd bent. Dit kan omdat de theorievakken van de GL en de TL exact hetzelfde zijn qua inhoud en zwaarte. Het TL-diploma biedt de mogelijkheid te kiezen voor het mbo of het havo.
Passend onderwijs Alle kinderen hebben recht op een passend plekje in ons onderwijssysteem. Ook onze kinderen met een leerstoornis of andere handicap moeten kunnen rekenen op extra ondersteuning en zorg, zodat zij zich binnen hun mogelijkheden zo breed mogelijk kunnen ontwikkelen. Om ook hun passend onderwijs te kunnen bieden, werkt AOC Oost samen met andere scholen in de regio.
Kortom, er is heel veel mogelijk binnen het vmbo groen.
Een groen beroep? Wat denk je hiervan?! Dierverzorger Paardrijinstructeur Bloemist Boswachter Hovenier Medewerker zorgboerderij Boomkweker Loonwerker
Leren in de échte wereld Kennis haal je niet alleen uit boeken. Leren in de échte wereld, dat vinden we op onze school belangrijk. Binnen en buiten de school krijg je praktische opdrachten. De computer is daarbij natuurlijk onmisbaar. Op een praktische wijze leer je dieren verzorgen, planten en bloemen kweken, producten tot voedingsmiddelen verwerken en de mooiste boeketten samenstellen. Maar ook hoe je dieren, planten en producten aan de man brengt. Bij alles wat je leert en doet, is samenwerken en communiceren belangrijk. Je doet mee aan praktische projecten en excursies. Je maakt kennis met beroepen in de groene sector, maar ook in de sectoren zorg&welzijn, techniek en economie. Het gaat er ons om dat je een bewuste keuze kunt maken voor een vervolgopleiding.
Bodemonderzoeker Milieucoördinator Medewerker weg- en waterbouw Veehouder Landmeter Medewerker dierenspeciaalzaak Productontwikkelaar Kwaliteitscontroleur Medewerker tuincentrum Plantenteler Medewerker op een kinderboerderij Houder van een dierenpension Hondentrimmer Dierenartsassistent Groentekweker Monteur landbouwwerktuigen Decorateur
Komen dus! Wedden dat je blijft!?
Medewerker recreatiepark
HGL
Praktische route naar het hbo
Het Groene Lyceum (HGL) Binnenkort ben je klaar op de basisschool. Maar wat ga je daarna doen? Al eens aan Het Groene Lyceum gedacht? Voor wie?
Hoe ziet een dag eruit?
Het Groene Lyceum is geschikt voor alle leerlingen die het niveau van het vmbo makkelijk aankunnen, die bovendien graag de blik op het hbo richten en daarbij wel praktisch bezig willen zijn. Wanneer jouw basisschool aangeeft dat je meer aankunt dan vmbo gemengde leerweg, kun je ook met een specifieke intakeprocedure toegelaten worden. Dus, ben je praktisch ingesteld, houd je van buitenschoolse activiteiten en heb je een beetje affiniteit met groen, dan is Het Groene Lyceum perfect voor jou!
Je werkt vaak vanuit een vast lokaal. Daar staat je laptop en daar start je de dag. De docenten komen meestal bij jou in het stamlokaal binnen. Vier dagen in de week volg je lessen volgens het lesrooster. Één dag in de week noemen we projectdag. Dat is een praktische dag waar een thema aan verbonden is, zoals lifestyle, gezondheid, lente, feesten en tradities. Op de projectdag pas je dat wat je geleerd hebt toe: de praktijk stuurt de theorie. In leerjaar 1 loop je al een paar dagen mee met een bedrijf naar keuze om kennis te maken met het bedrijfsleven en met het stage lopen. Vanaf leerjaar 2 beginnen we met een oriënterende stage.
Wat is Het Groene Lyceum? Ben jij op zoek naar praktisch onderwijs, maar dan wel op een hoog niveau? Dan past Het Groene Lyceum goed bij jou. We werken veel in de praktijk en doen regelmatig (buitenschoolse) projecten. Het is wel keihard werken en het studietempo is hoog. Kun jij ons aan?
Op weg naar het hbo Het Groene Lyceum kun je zien als een voorloper op het hoger beroepsonderwijs (hbo). Al vanaf het begin, in de eerste klas van Het Groene Lyceum, werken we toe naar het hbo. Je begint meteen met onderzoek en leren in de praktijk, bijvoorbeeld met (buitenschoolse) projecten. Daarna bestaat in sommige gevallen de mogelijkheid om in 9 jaar tijd twee scholen afgerond te hebben: Het Groene Lyceum en straks het hbo. Dat klinkt ver weg, maar juist bij jouw schoolkeuze moet je soms ook wat verder vooruit kijken. Dat is belangrijk voor je toekomst. Daarom leggen we je uit wat je allemaal met Het Groene Lyceum kunt doen!
Almelo en Doetinchem Het Groene Lyceum vind je in Almelo en in Doetinchem, op de locaties van AOC Oost. Je herkent ons meteen: met een eigen logo en eigen lokalen zijn we een eigen school binnen AOC Oost. Of je nou in Almelo of in Doetinchem naar school gaat, ons onderwijs is grotendeels hetzelfde. Maar de locaties zijn natuurlijk wel verschillend. Zowel de locatie Almelo als Doetinchem ligt dicht bij het station; lekker makkelijk!
Persoonlijke begeleiding Op Het Groene Lyceum krijg je een persoonlijke studiecoach. Die begeleidt jou zodat je het hoge studietempo aankan. Je hebt regelmatig een gesprek met je coach waarin onder andere de 18 competenties voor de groene sector aan bod komen. Dat klinkt ingewikkeld, maar het gaat vooral om vragen als ‘Waarom doe ik iets en wat ga ik doen om beter te worden?’
Dit zijn enkele competenties uit leerjaar 1: • samenwerken, • presenteren, • onderzoeken, • leren, • plannen en organiseren, • contact maken met anderen, • instructies volgen Zo’n gesprek over competenties gaat dus ook over je persoonlijke ontwikkeling. Iedereen heeft een persoonlijk ontwikkelingsplan en je beantwoordt samen met je coach verschillende leervragen. We hebben ook een studie-loopbaan begeleider waarmee je gedurende de opleiding steeds meer te maken krijgt. Hij kijkt met je mee en adviseert je over je studie en beroepskeuze.
Deze vakken krijg je in het eerste jaar op Het Groene Lyceum: Nederlands, Engels, Duits, wiskunde, biologie, natuur & scheikunde, sport & bewegen, mens & maatschappij, kunstvakken, economie. En natuurlijk is er volop tijd en aandacht voor groene vakken (dieren, bloemen, planten, voeding, groene omgeving en techniek. Ook doe je mee aan allerlei projecten.
Zelfstandig werken Op Het Groene Lyceum verwachten we veel zelfstandigheid. Je neemt zelf de regie en zoekt dingen zelf uit. Je neemt initiatief en durft beslissingen te nemen. Je staat open voor anders leren en durft een kritische blik te werpen op jezelf. Dat klinkt pittig, maar vaak doe je dit op de basisschool al en op Het Groene Lyceum breiden we dat langzamerhand uit. Hierbij helpt de coach jou natuurlijk!
Praktisch aan de slag Bij Het Groene Lyceum ga je aan de slag met (buitenschoolse) projecten die gericht zijn op verrijking, verdieping en verbreding. Je past opgedane kennis direct toe in de praktijk en je maakt al vroegtijdig kennis met het bedrijfsleven via stages, onderzoek en excursies.
Snel opleidingstraject Je kunt na zes jaar Het Groene Lyceum naar bijna alle vormen van het hbo. Met een goede overstap en de juiste instelling ben je in de meeste gevallen nog maar drie of vier jaar met je hoger beroepsopleiding bezig. De inhoud en kwaliteit van je opgebouwde portfolio zijn daarbij van belang.
Groen hbo heeft de toekomst Nu kiezen voor Het Groene Lyceum en straks voor het hbo is een slimme zet. De groene sector heeft veel toekomst: de agrofood- en tuinbouwsector zijn een van de belangrijkste motoren van de economie. Hier in Nederland, maar ook wereldwijd. Want de wereldbevolking groeit en daarmee ook het aantal monden om te voeden.
Om effectief meer voedsel te produceren is kennis nodig en Nederland is daarin een van de toonaangevende landen. De economie heeft met name behoefte aan afstudeerders op hbo-niveau. Het Groene Lyceum sluit daar uitstekend op aan.
Ben je enthousiast geworden over Het Groene Lyceum? Kijk dan voor meer informatie eens op:
www.aoc-oost.nl/het-groene-lyceum daar vind je een korte film over onze school of neem contact op met een van onze studiebegeleiders, we helpen je graag!
We zien je graag op onze Open Dagen: de data staan verderop in deze krant en op onze website www.hetgroenelyceum.nl Tot dan!
HGL
Een stoere school voor eigenwijsneuzen In 2014 studeerde Elise Reimink af van Het Groene Lyceum in Almelo met alleen maar goede cijfers. Volgens de school: Excellent. Na het behalen van haar diploma vertrok Elise voor vier weken naar Zweden, om vakantiewerk te doen op een familiepark. Hoe kom je daar zo terecht? “Vorig jaar zomer deed ik er mijn buitenlandstage voor school. Van beide kanten is het zo goed bevallen, dat ze me vroegen dit jaar terug te komen.” Elise komt uit Goor. Na de basisschool had ze niet zo’n trek in de reguliere middelbare school. “Het Groene Lyceum leek me wel interessant, 3 jaar vmbo, 3 jaar mbo en dan naar het hbo. Je hebt wel één jaar vertraging ten opzichte van de havo, maar je wordt veel breder opgeleid.” Zoals? “Projectmatig werken, onderzoeksvragen beantwoorden en jouw eigen competenties ontdekken. Handig, want op het hbo krijg je daar ook mee te maken. En veel stages natuurlijk.”
dingen gingen anders dan gepland. Maar ook daar leer je weer van. Mijn zusje doet de opleiding ook, en gelukkig is nu alles goed geregeld.” Destijds was de slogan: ‘Een stoere school voor eigenwijsneuzen’. “Nou, dat klopte precies als je naar mijn klas keek!” Het meeste plezier beleefde Elise aan de projectdagen. “Een paar weken hadden we onze eigen markt. Je mocht zelf weten wat je verkocht: bloemen, schilderijen, vogelhuisjes, tegeltjes, noem maar op. Vooral die laatste, in Delfts blauw, waren niet aan te slepen.” Elise specialiseerde zich in de richting bos- en natuurbeheer. “Ik ben een natuurfan, ik zat vroeger bij de scouting. Nu doe ik ruimtelijke ordening en planologie op het Saxion in Deventer. Wat ik ermee wil? Geen idee, eerst maar eens afstuderen.”
Toen Elise begon, stond Het Groene Lyceum in de kinderschoenen. Dat heeft ze gemerkt. “Er waren onduidelijkheden,
Isis: “Na een paar weken miste ik mijn oude klas. Ik realiseerde me toen pas dat weg ook echt weg is.”
Een dag uit het schoolleven van Isis Toen Isis van Vilsteren hoorde over Het Groene Lyceum, wist ze meteen: Dit is mijn school! “Normaal duurt vmbo plus mbo acht jaar, op HGL doe ik er 6 jaar over.” Isis (12) zit in HGL 1. De overgang van de basisschool is haar niet tegengevallen. “Ik had er zin in: alles nieuw, nieuwe kinderen, nieuwe school… Maar na een paar weken miste ik mijn oude klas. Ik realiseerde me toen pas dat weg ook echt weg is. Gelukkig voel ik me hier goed op mijn gemak. Dit is gewoon een leuke school.” Isis bouwt haar zinnen opvallend zorgvuldig. Geen wonder, in haar vrije tijd schrijft ze verhalen. “Die borrelen zomaar in mij op. Ik vind gezelschap fijn, maar hou ook van alleen zijn. Dan zit ik in mijn kamer, achter mijn laptop en schrijf ik.” Heb je daar wel tijd voor? “Doordeweeks heb ik het druk met school, maar het weekend is voor andere dingen.”
36 over 6
“Ik ben een natuurfan, ik zat vroeger bij de scouting.”
Hoe ziet jouw schooldag er uit? “Mijn wekker gaat om 36 over 6. Een echte hoor, want mijn telefoon moet beneden blijven. Ik blijf nog even liggen, kleed me aan, dan ontbijten, kat, konijnen en vissen voeren, brood
smeren en tas inpakken. Ik woon in Borne. ’s Winters nemen mijn vriendin en ik de trein,’s zomers de fiets. Da’s lekker fris. In de kantine wachten we op de bel van half 9. We krijgen altijd in hetzelfde lokaal les. Alleen op maandag zitten we beneden voor de praktijkvakken. In de kleine pauze eet ik een liga of een appel en in de middagpauze eten we brood en waaien we buiten even uit.”
Lange dagen Ben je vroeg thuis? “Nou, dat valt tegen, tegen vijf uur pas, behalve dinsdags. Ik word wel moe van die lange dagen. Na het avondeten doe ik huiswerk, 10 minuten of een uur, dat hangt ervan af. Ik wil hierna naar het hbo, dus ik moet echt aanpakken. Soms wil ik liever tv kijken, want elk kind is wel eens lui toch?”
“Soms ga ik liever tv kijken dan huiswerk maken, want elk kind is wel eens lui, toch?”
Nog even, Isis, hoe kom je aan die naam? ”Ja mooi hè? Op mijn geboortedag is een beeld uit de Atlantische Oceaan opgevist. De Egyptische godin Isis…”
mbo
Een mbo-opleiding van
MBO-directeur Ben Kupers:
AOC Oost biedt kansen
“Onze studenten komen redelijk snel aan de bak”
Morgen is groen!
Aan mbo-opleidingen van AOC Oost studeren zo’n 1.400 studenten. “In de groene beroepen blijft de werkgelegenheid behoorlijk op peil,” concludeert directeur Ben Kupers.
Met een beroepsopleiding van AOC Oost ben je klaar voor een groene toekomst. Met een mbo-groen diploma ligt er ook voor jou een uitdagende baan in het verschiet, want de werkgelegenheid in de groensector ontwikkelt zich positief. Met AOC Oost weet je: ‘mijn morgen is groen!’
Modern onderwijs Kies je voor AOC Oost, dan kies je voor aantrekkelijk, modern onderwijs. We werken altijd vanuit praktijksituaties. En we maken gebruik van jouw persoonlijke talenten, zodat jij op de voor jou best mogelijke manier kunt leren. Dat doen we het liefst op bedrijven of met behulp van bedrijven. In Nederland, maar ook in het buitenland! Je zult ontdekken dat je meer in je mars hebt dan je zelf misschien denkt. Bij ons kun je de dingen doen waar je goed in bent en die je leuk vindt.
Verschillende niveaus De opleidingen van AOC Oost worden gegeven op verschillende niveaus. Voor elk niveau gelden andere toelatingseisen. Het advies van je vorige school speelt overigens ook een rol bij de toelating. Als je je hebt aangemeld, nodigen we je uit voor een intakegesprek om samen na te gaan of jouw keuze de juiste is en welke leerweg het beste bij je past.
Doorstromen naar het hbo Met een mbo BOL opleiding op niveau 4 kun je doorstromen naar het Hoger Beroepsonderwijs (hbo). Voor veel richtingen is het niet alleen de leukste, maar ook de beste voorbereiding op het hbo. Dat blijkt uit de ervaringen van veel studenten die dit al gedaan hebben.
De maatschappij verandert en het onderwijs verandert mee. “De minister vindt dat wij meer lessen moeten geven,” vertelt Kupers en daar heeft hij een dubbel gevoel bij: “Meer lessen is op zich prima, maar onze studenten zijn vooral gebaat bij praktijklessen. Daarom proberen we zoveel mogelijk praktijk in de extra lessen in te bouwen.”
Harder studeren, eerder werken Een andere verandering is de ombouw van mbo-opleidingen van vier naar drie jaar. Kupers: “Voor de meeste opleidingen lukt dat wel, maar voor Dierenartsassistent Paraveterinair niet. De opleiding tot dierenartsassistent is een hoog-specialistische opleiding; die blijft vierjarig. Voor de overige opleidingen geldt dat we meer lessen in minder jaren stoppen. Dat betekent dat er meer huiswerk gemaakt moet worden in de eigen tijd. De studiebelasting wordt dus wat zwaarder, maar wij denken dat de studenten dat best aan kunnen. Studenten moeten meer doorpakken. Er zit ook een positieve kant aan deze zaak: je bent een jaar eerder klaar en kunt dus ook een jaar eerder aan het werk.”
Alle mbo-ers komen aan de bak Het aantal mbo-studenten aan AOC Oost blijft al een aantal jaren redelijk stabiel, “Ben Kupers: Wij doen nu veel meer aan studie- en loopbaanbegeleiding” zo’n 1400. “De arbeidsmarkt is nog steeds gunstig voor de groene mbo-opleidingen,” Dat is vervelend voor dat moment, maar Verder maken de instromende studenten stelt Kupers tevreden vast. ”In de sector op de langere termijn alleen maar positief. een ‘intaketoets’. Die toets geeft belangBloem loopt de werkgelegenheid iets terug, Als je terecht komt in een vak dat echt bij rijke informatie: welk niveau heb je en past in de sector Dierverzorging blijft die aardig je past en waar je goed voor opgeleid bent, jouw profiel wel bij de opleiding die je wilt gelijk en in de sector Voeding is er nog is dat best een jaartje extra waard. Veel kiezen?” volop werkgelegenheid. In de praktijk blijkt belangrijker vind ik dat studenten daardoor dat onze studenten redelijk snel aan de bak niet gedemotiveerd raakt.” komen. Niet allemaal direct in de baan waarContact houden voor ze opgeleid zijn, maar je hebt werk en “Ook na de studie houden we contact je staat immers nog maar aan het begin van met onze studenten. Hebben ze een baan Arbeidsmarktrelevantie je carrière.” gevonden? En zo niet, kunnen we ze nog Nu het economisch allemaal wat moeilijker helpen bij het zoeken naar werk? gaat, wordt het belangrijk goed te kijken Kunnen we nog wat voor ze doen, bijvoornaar de ‘arbeidsmarktrelevantie’ van een Studie- en Loopbaanbegeleiding beeld met een aanvullende cursus, waaropleiding: kun je er werk in vinden? “Daar “Wij doen nu veel meer aan studie- en loopdoor ze makkelijker een baan vinden? Want letten we dus extra scherp op bij studie- en baanbegeleiding dan vroeger. Logisch, want al je nog geen 27 bent, heb je nog recht op loopbaanbegeleiding. We geven er aan het er moeten ook veel eerder dan vroeger stuaanvullende scholing.” begin van de opleiding ook extra informatie diekeuzes maken. Je wilt ook graag weten over. of je in een bepaald beroep past, voordat je voor een studierichting kiest. Natuurlijk kun je ook tijdens je studie nog switchen, maar De studiebelasting wordt dus wat zwaarder, maar wij denken dat de dat wil je liever voorkomen. Moet je toch studenten dat best aan kunnen. tussentijds switchen dan kan het zijn dat je een jaar langer met je opleiding bezig bent. Studenten moeten meer doorpakken.
Meer kans op werk dankzij Groeipunt Iedereen tussen de 23 en 27 jaar die werkloos is en graag een opleiding wil volgen om meer kansen op de arbeidsmarkt te hebben, heeft recht op scholing. Daarvoor kun je terecht bij Groeipunt van AOC Oost. Daar kun je cursussen en opleidingen in de groene sector volgen. En binnen die groen sector valt nog heel wat te kiezen: van bloemen en planten tot dierverzorging, van Voedingsmiddelentechnologie tot Groentechniek. Neem eens een kijkje op de site:
www.aoc-oost.nl/groeipunt
mbo
Kies mbo groen! Wereldwijd groeit de aandacht voor (duurzaam) groen. Bij AOC Oost kun je terecht voor diverse groene mbo-opleidingen. In heel wat verschillende beroepen kun je ermee aan de slag. BOL of BBL: beroepsopleidende leerweg of beroepsbegeleidende leerweg Met je VMBO-diploma kun je naar het MBO. De meeste opleidingen van AOC Oost kun je via BOL of BBL volgen. BOL staat voor beroepsopleidende leerweg. Je gaat gemiddeld de helft van de tijd naar school en de helft van de tijd heb je beroeps praktijk vorming (BPV) op een bedrijf. Daar leer je het vak in de praktijk. BBL staat voor beroepsbegeleidende leerweg. Je bent maar een of twee dagen per week op school. Daarnaast heb je voor minimaal 24 uur per week een baan in de betreffende sector, bij een erkend BPV-bedrijf. Zo’n bedrijf zoek je zelf uit en je sluit met het bedrijf een arbeidscontract af. Wij helpen je daar natuurlijk bij als dat nodig is.
MBO
De MBO-opleidingen bij AOC Oost Veehouderij Nederland is een toonaangevend land als het om veehouderij gaat. Het volledig gemechaniseerd melk- en fokbedrijf waar jij aan de slag gaat, helpt die naam hoog te houden. Bijna alles gaat er digitaal en nieuwe ontwikkelingen haal je meteen binnen. Jouw koeien leveren veel melk en je stieren winnen prijzen. En natuurlijk heb je veel oog voor het welzijn van je dieren. Handel, beleid en verzorging vormen de basis van je vak. Als veehouder ben je verantwoordelijk voor een groot aantal dieren: rundvee, varkens, pluimvee, geiten, paarden of schapen. Je verzorgt ze goed. Daarbij weeg je kosten en baten af . Ook kun je goed omgaan met landbouwmachines en computers. En natuurlijk moet de zaak draaien; je zult zakelijk instinct nodig hebben. De opleiding Veehouderij helpt je goed op weg.
Loonwerk Hoe zou Nederland eruit zien zonder graafmachines, shovels en tractoren? Waarschijnlijk als een groot moeras. Kijk naar onze polders, wegen, landbouwgronden en kanalen. Die worden met supersterke machines aangelegd, onderhouden en bewerkt. Het geeft een kick om met die extreme krachten te werken. Maar je moet wel weten wat je doet. Je hebt technisch inzicht nodig, doorzettingsvermogen en zelfstandigheid. Wie met deze eigenschappen in de wereld van de grote machines stapt, kan straks letterlijk bergen verzetten! Als loonwerker zorg je ervoor dat de machinerie draait en dat er op tijd wordt gepoot en geoogst. Je hebt oog voor de gewassen waarmee je werkt; als de maïs er anders bij staat dan je had verwacht, wil jij weten waarom. Je klust een ochtend aan je combine, geniet na het oogsten van de ondergaande zon en drinkt na je klus nog wat met je klant. Je vindt het mooi om over je vak te praten en om je klanten verder te helpen. De opleiding Loonwerk bereidt je goed voor op dit vak.
Plantenteelt (inclusief sierteelt) In de groenteteelt, sierteelt en boomteelt werk je in de buitenlucht of in moderne kassen met computergestuurde klimaatcontrole. Het gaat om zeer verschillende producten: bloembollen, bomen, zomerbloemen, snijbloemen, potplanten, vaste planten enzovoort. Als teler werk je zorgvuldig. Je hebt oog voor de kwaliteit van het product en voor de veiligheid van jezelf, je omgeving en je collega’s. Je werkt mee in de teelt en houdt je bezig met de techniek op het bedrijf, de machines, robots en gereedschappen. Je bent gericht op de oogst; die wordt verkocht op een veiling of via de groothandel.
Op een veredelingsbedrijf moet je zaaien, stekken en planten vermeerderen, zodat andere kwekers de plant verder op kunnen kweken. Je speelt voortdurend in op veranderende omstandigheden. Als medewerker teelt moet je kennis en inzicht hebben in de verschillende onderdelen van de teelt en de schakels in de keten. Je werk is complex omdat er veel techniek en automatisering bij komt kijken.
Dierverzorging Doe je dierverzorging, dan vind je dieren geweldig. Of het nu puppies zijn of jonge alligators, stoere werkpaarden of jonge dolfijnen. Je bent niet bang om vies te worden en als je beslissingen neemt, staat het belang van de dieren voorop. Hebben ze iets onder de leden, dan zie je dat meteen. Hygiëne is belangrijk om ziektes te voorkomen. Dus als de stal, het hok of het aquarium een keertje extra schoongemaakt moet worden, dan doe je dat gewoon. Je zorgt ervoor dat de dieren het altijd goed hebben. Als dierenverzorger ben je, samen met je collega’s, verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van het bedrijf waar je werkt. Dat kan een asiel, afdeling van een dierentuin, dierenwinkel, kinderboerderij, manege, dolfinarium of dierenartspraktijk zijn. Bij AOC Oost leer je van alles over dieren, zoals verzorging (van het juiste voedsel en het lekker borstelen van het dier tot het knippen van de nagels), diergedrag en veilig en hygiënisch huisvesten van dieren. Ook leer je hoe je de kosten voor voer en verzorging berekent en de regels waaraan je je moet houden. Met je diploma Dierverzorging op zak kun je terecht bij bedrijven waar dieren een hoofdrol spelen.
Dierenartsassistent paraveterinair Dieren zijn er niet alleen om te aaien of om naar te kijken. Soms moeten ze geholpen worden en dat is precies wat jij graag wilt doen. In een dierenartsenpraktijk komen allerlei dieren over de vloer die zorg nodig hebben: een pup die zijn eerste inentingen krijgt, een zenuwachtige fret, een kat met een ontstoken tekenbeet of een gewonde hond die aangereden is. En je weet dat je tijdens je werk flink vies kunt worden of een knauw kunt krijgen. Als dierenartsassistent heb je een verantwoordelijke taak: je assisteert de dierenarts. Zo help je bij het maken van röntgenfoto’s, bij het afnemen van bloed, bij het maken van echo’s of het in slaap brengen van dieren die geopereerd moeten worden. Ook beheer je de voorraad diergeneesmiddelen. Natuurlijk zorg je dat de telefoon wordt aangenomen en dat de rekeningen worden verstuurd. En is de arts niet aanwezig, dan verleen jij eerste hulp.
mbo Maar wat als bijvoorbeeld een huisdier niet meer geholpen kan worden en zijn kleine baasje ontroostbaar is? Dan sla jij je arm om het jongetje heen. Want naast de medische taken ben jij het eerste aanspreekpunt voor het baasje. Dat vraagt mensenkennis, want de nieuwe eigenaar van een pup reageert natuurlijk heel anders dan zo’n jongetje dat afscheid moet nemen van zijn huisdier. Met je MBO- opleiding ben je breed opgeleid en weet je hoe je met de dieren en hun baasjes om moet gaan.
Paardenhouderij Een toppaard wordt bij jouw gestald. Samen met je collega zorg je ervoor dat het een topper blijft. Dat kan betekenen dat je hem ook berijdt. Wat een droom! Maar even leuk is het om gewoon in een manege te werken en daar de paarden te verzorgen. En wat dacht je van lesgeven? Kinderen, maar ook volwassenen, leren met die prachtige dieren om te gaan? Weet je wat ook gaaf is? Bedrijfsleider worden. Bij een stoeterij, een hengstenfokkerij, een manege of een handelsbedrijf. Met de opleiding Paardenhouderij ben je goed op je taak voorbereid.
Natuur & groene ruimte hovenier, groenvoorziener, cultuurtechnicus, bos- en natuurbeheerder. Stel je de wereld eens voor zonder gras, bloemen, bomen, sloten… In een beroep in de natuur & groene ruimte ben je actief in de aanleg en het onderhoud van parken, tuinen, natuurterreinen, sportterreinen. Het is maar net waar je voorkeur naar uitgaat. Je bent creatief en kunt ook goed volgens een plan werken. In de opleiding natuur & groene ruimte leer je hoe je de natuur en groene leefomgeving inricht en beheert. Je leert hoe je een houten bruggetje maakt en een pad verhardt, hoe je een vistrap aanlegt, hoe je bomen verplaatst en snoeit, hoe je een voetbalveld onderhoudt, hoe je de werkzaamheden van deze groene projecten moet plannen, hoe je de kosten berekent en wat er verder allemaal bij komt kijken. Met je diploma natuur & groene ruimte op zak kun je terecht bij een hoveniersbedrijf, als greenkeeper bij een golfterrein of als groenmedewerker bij een gemeente. Je kunt doorgroeien naar een managementfunctie. Ook bij advies- en ontwerpbureaus in de branche kun je aan de slag.
Bloem & Design De opleiding Bloem & Design is echt iets voor creatieve mensen. Bloem & Design staat voor schitterende kleuren, verse bloemen, creativiteit en natuurlijke materialen. Je leert mooie boeketten en ander bloemwerk maken.
En ook hoe je iets aantrekkelijk presenteert. Verder leer je klanten deskundig te adviseren. Je werkt samen met collega’s, maar soms ook zelfstandig. Je hebt lef, bent ondernemend en werkt met de nieuwste trends op het gebied van bloemen, planten en interieur. Met deze opleiding kun je aan de slag in een bloemenwinkel, binderij, maar ook in een tuincentrum. Met een diploma niveau 3 of 4 kun je zelfs je eigen winkel beginnen.
Design & Styling De natuur, het gebruik van natuurlijke materialen, hergebruik van bestaande materialen, kwaliteit en duurzaamheid vormen de rode draad door deze opleiding. Een stylist stimuleert de verkoop of creëert een passende sfeer voor klanten of bezoekers. Tijdens de opleiding Design & Styling leer je een (winkel-)interieur, exterieur, een stand of evenement verleidelijk en aantrekkelijk aan te kleden. Je ontwikkelt inspirerende ideeën en maakt die visueel. Voor je ideeën en ontwerpen is de natuur steeds je inspiratiebron. Je speelt in op moderne trends in wonen en lifestyle. Je leert schetsen en ontwerpen. Je leert je ontwerpen presenteren en organiseren. Je leert hoe je de kosten berekent. Je houdt je ogen open en bezoekt tentoonstellingen, beurzen en (buitenlandse) steden. Je werkt hard aan je kennis van technieken, moderne talen, marketing, merken, vormgevers en ontwerpers. Je werkt individueel of samen. Met de opleiding Design & Styling doe je een belangrijke stap in de goede richting.
Voeding Stel, je werkt als voedingsmiddelentechnoloog bij een sausenfabriek. De smaak van de ketchup wijkt ineens af. Je legt het proces stil en zorgt dat de ingrediënten weer goed gemengd worden. Of drie medewerkers bellen af voor de ploegendienst. Geen probleem voor jou, want je weet door snel te handelen hoe je de productie door kunt laten gaan. Of je werkgever wil een nieuwe sportdrank produceren en jij wordt betrokken bij de voorbereidingen. Spannend. Door jouw inbreng zien de flesjes die van de lopende band rollen er fantastisch uit en is het product lekker, veilig én gezond. Als voedingsmiddelentechnoloog heb je een belangrijke zelfstandige functie. Je zorgt dat voedsel goed, lekker en veilig wordt verwerkt. Kan er iets verbeterd worden, dan weet jij hoe. Je kunt snel ingrijpen en bent niet bang om drastische maatregelen te nemen. Je plant de productie en zorgt dat die planning wordt gehaald. Je rapporteert naar je baas en geeft zelf leiding als dat nodig is. De MBO opleiding Voeding bereid je er optimaal op voor.
mbo
“Ik kreeg alleen maar positieve reacties.” Mart Rozenkamp en negen klasgenoten moesten in het kader van de opleiding tot vakbekwaam hovenier zelfstandig een tuin aanleggen. Bij de oplevering waren ze er allemaal: vaders, moeders, stagebedrijven, klasgenoten, begeleiders en docenten.
Stephan Binnenmars is bijna klaar met de opleiding Voedingsmiddelentechnologie
“Je hebt straks een hele grote kans op werk” Voeding blijft, dus werk in de voedingsbranche blijft ook. Tot groot plezier van Stephan Binnenmars (21). Hij groeide op tussen de zuivelproducten. Na de havo begon hij aan MBO-Voeding. Stephan weet precies waarom hij voor deze opleiding heeft gekozen. “Da’s een stukje geschiedenis. Mijn opa was boer, dus als kind liep ik al tussen de koeien. En mijn vader werkte op een melkfabriek. Ik zit al m’n hele leven in de levensmiddelen-branche, kun je wel zeggen. Voor mij is dit dus een logische keuze. Ik word opgeleid tot voedingsmiddelentechnoloog. Een mooi vak vanwege alle nieuwe ontwikkelingen en inzichten op voedingsgebied. Ik kan straks bijvoorbeeld een baan zoeken in de productontwikkeling of op een laboratorium. In de avonduren ga ik een HBO-studie oppakken.” Stages Stephan zit in het vierde leerjaar. Wat heeft hij als het leukste en zinvolste ervaren op het AOC? Daar kan hij kort over zijn. “Het is een veelzijdige opleiding met voldoende theorie, veel praktijk en excursies. De ene keer doe je iets in een laboratoriumsituatie op chemisch gebied, de andere keer maak je roomboter of zuurkool of bezoek je een bedrijf. Verder krijg je alle ruimte en vrijheid in bijvoorbeeld de keuze van je stage. Je wordt daar heel zelfstandig van, omdat je alles zelf moet uitzoeken en regelen. Je hoeft daarbij nooit vast te lopen, want je kunt rekenen op ondersteuning vanuit school. De door school georganiseerde buitenlandexcursies in Denemarken en Duitsland zijn echt hoogtepunten van mijn studie geweest. In Denemarken bezochten we bijvoorbeeld een ontzettend strakke slachterij, waar ze voor de werknemers een sportschool en een sauna hadden. In die sauna konden ze de varkenslucht eruit zweten.” Mini-onderneming De eerste helft van dit schooljaar werkte Stephan samen met andere studenten in een mini-onderneming, waarin de geleerde theorie in praktijk gebracht moest worden. “Onze groep produceerde zelf een vruchtendrankje dat we in de markt moesten zetten. Daar komt van alles bij kijken, zoals kostprijsberekening, verkooptechnieken, communicatie, vergaderen, presenteren. Daar leer je een heleboel van.” In januari is Stephan begonnen aan het laatste deel van zijn studie. Hij houdt zich nu vooral bezig met een verbeteropdracht binnen een bedrijf. Hij besluit: “Wie interesse heeft in voeding, moet absoluut deze opleiding volgen. Het is een praktische keuze. Eten moet je altijd. Er blijft altijd werk in deze branche.”
“Ja dat was leuk”, herinnert Mart (19) zich. “Achter de school ligt een braak stuk grond, waar we allemaal een tuin hadden aangelegd. Bij de oplevering begonnen we daar met een kop koffie en wat social talk. Alle gasten liepen rond om te kijken en vragen aan ons te stellen. Het was een belangrijke oefenopdracht. Als je die niet haalt, kun je niet door. Iedere student stond bij zijn eigen tuin. Gelukkig kreeg ik alleen maar positieve reacties. ”
Ik ga eerst het hoogwerkerscertificaat en de drie klimcertificaten halen. En dan zie ik wel verder.
Alles zelf doen Wat kwam er zoal kijken bij het aanleggen van die tuin? Mart: “Eerst moest het stuk grond zwart gemaakt worden, onkruid wieden en egaal maken. Twee leerlingen van niveau 2 kwamen een dag helpen, zij hielpen met het uitgraven van de grond en aan- en afvoer van zand en stenen. De rest heb ik zelf gedaan, vanaf de allereerste schetsen tot en met het straten en de beplanting.” Envelop Ook was het Marts taak een planning te maken, een materialenlijst samen te stellen en de twee assistent-hoveniers aan te sturen. Het ging hem goed af. “Als ik een tekening gemaakt heb, zit het ontwerp helemaal in mijn hoofd. Dan is het alleen nog een kwestie van uitvoeren. Wat me tegenviel was het inschatten van de tijd die je nodig
Mart Rozenkamp moest een tuin aanleggen hebt. Het duurde langer dan ik gedacht had. Wat me juist meeviel, was het straten van een halfsteens pad en een vierkant envelop ingestraat terras. Bij envelop instraten maak je een soort visgraat motief op de hoeken. Daar komt een heleboel knipwerk aan te pas, maar het was veel minder gepuzzel dan ik verwacht had.” Bijscholen Mart behaalde zijn vmbo-diploma (gtl) op Reggesteyn in Rijssen. De overgang naar
AOC Oost verliep prima. “Ik had alleen maar theorie gehad. Qua praktijk heb ik hier heel erg veel geleerd, op school en ook op de stagebedrijven. Het is een prettige, goeie school. Ik ben niet van plan om hierna hbo te gaan doen. Ik ga aan het werk en wil me via cursussen verder bijscholen. Ik ga eerst het hoogwerkerscertificaat en de drie klimcertificaten halen. En dan zie ik wel verder. Misschien ga ik wel voor mezelf beginnen.”
mbo
Tien weken buitenlandstage in Zweden
Tamara: “Daar word je pas echt zelfstandig van” Vorig jaar vertelde Tamara Waakop Reijers (20) in deze krant dat ze voor haar buitenlandstage naar Zweden wilde. En dat gebeurde. Met een klasgenootje werkte ze van eind april tot begin juli in een bloemenbedrijf in Storfors. “Ik had het niet willen missen.” Tamara zit in het vierde jaar van de mboopleiding Bloem & Design. Tijdens de eerste twee jaar liep ze twee dagen per week stage bij een bloemist waar ze nu nog steeds zaterdags en in de vakanties werkt. In het derde jaar volgde de buitenlandstage. “Dubai leek me leuk, maar dat vonden mijn ouders niet zo’n goed idee. Amerika en Australië vielen af vanwege de kosten. Zweden trok me ook. We moesten zelf alles regelen, vervoer, geldzaken, huisvesting, verzekeringen, natuurlijk wel onder begeleiding van school. Je leert daar zóveel van, ik had het niet willen missen.”
Voor eigen rekening Een buitenlandstage wordt gestimuleerd door de school, vertelt Tamara, maar het is niet verplicht, want reis- en verblijfskosten zijn voor rekening van de student. Tamara: “Gelukkig heb ik mijn bijbaantje en mijn ouders hebben ook bijgedragen. Zij vinden buitenlandervaring ook belangrijk.”
Rustiger Wat zul je nooit vergeten? “Alles was anders, dat merk je vooral in het begin. De Zweden zijn rustiger, geduldiger. Wij kregen direct al de opdracht een rouwstuk te maken.
Tamara Waakop Reijers
Wat bleek? De bestelling was weken geleden al gedaan, want mensen die overlijden worden daar vaak pas na drie of vier weken begraven.” Wat Tamara ook opviel, waren de leeftijdgrenzen voor discobezoek en alcoholgebruik. “Die zijn veel strenger dan bij ons. We zijn daar trouwens maar één keertje uit geweest, Storfors is wat dat betreft niet zo’n spectaculair dorp.” Maar het meeste leerde ze van op eigen benen staan. “We moesten alles zelf doen. Wij woonden in een appartement van de eigenaar van het bedrijf. ’s Avond aten we met de familie mee, maar ontbijt en lunch regelden we zelf. Ook moesten we onze eigen rommel opruimen, schoonmaken, wassen, strijken en
Een buitenlandstage wordt gestimuleerd door de school, maar is niet verplicht, want reis- en verblijfskosten zijn voor rekening van de student.
vouwen. Er was geen moeder die dat voor ons deed. Daar word je zó zelfstandig van. Ik had geen heimwee, maar aan het eind wilde ik wel graag naar huis.”
Tip En het werk zelf? Was dat anders? “Dat was wel ongeveer hetzelfde, al was het
bloemenassortiment minder breed. Ook verkopen ze er meer cadeauartikelen en decoratiemateriaal.” Heb je een tip voor studenten die een buitenlandstage overwegen: “Het belangrijkste is: regel alles goed van tevoren.”
Een dag op het mbo met Lilian Lilian: “Tijdens de lesuren over vakkennis houden we ons bezig met dingen als wetgeving over kabels en leidingen, Arbo, gezondheid, welzijn en veiligheid.”
Lilian Heuker of Hoek (19), doet het derde jaar Natuur en Groene ruimte, niveau 4. Hovenier wil ze niet worden. “Ik doe liever het voorbereidende werk, het tekenen.” Hoe ziet haar schooldag eruit? “Heel verschillend. Zal ik de maandag maar nemen? Dan hebben we groene vakken. De avovakken hebben we op vrijdag.” Oké, laten we bij het begin beginnen. Je wekker gaat om… “Kwart voor zeven. Ik neem de tijd om te ontbijten en koffie te drinken. Om acht uur stap ik in de auto en twintig minuten later ben ik op school. Zit er een trekker voor me, dan duurt het langer.”
Gebeurt dat vaak? “Ik kom uit Oele. Bij ons op het platteland rijden er nog weleens trekkers op de weg, ja.” Hoe laat begint school? “Om half negen. De eerste twee uur hebben we vakkennis en houden we ons bezig met dingen als wetgeving over kabels en leidingen, Arbo, gezondheid, welzijn en veiligheid. Om de zes weken krijgen we een toets, waarna we ons weer zes weken verdiepen in een ander onderwerp.”
Ten slotte volgen nog een paar theorielessen. “De twintig minuten pauze om drie uur laten we schieten; dan kunnen we eerder naar huis. Best fijn na een lange dag. Maar een stagedag duurt net zo lang, hoor.”
Dan gaat de bel… “Ja, na het derde uur en na de pauze gaan we verder met coaching”.
Lilian over het mbo
Coaching? “Dat kun je vergelijken met het mentoruur op het vmbo. Je werkt zelfstandig aan een opdracht. Heb je vragen over je stage of bepaalde cursussen bijvoorbeeld, dan kun je daarover praten met je coach. In de coaching uren hebben we ook plantenkennis, voorbereiding op de buitenlandstage en de proef van bekwaamheid, die we in maart/ april afleggen.”
“Ik ben met goeie cijfers van het vmbo naar het mbo gegaan en toegelaten op niveau 4. Dat scheelt 2 jaar. Steeds meer meisjes volgen een groene opleiding, een trend volgens mij. Je kunt van de havo naar het hbo, maar mijn weg, via het mbo, heeft een groot voordeel: naast de theorievakken heb je al een belangrijk deel praktijk gehad. Je weet wat je wel en wat je niet kunt.”
Hoe lang heb je coaching? “Vier uur, tot kwart over 2. In de pauze van elf uur halen we even een kop koffie. Om één uur eten we brood en is er even tijd om een film te kijken op de laptop. Of we zitten zomaar wat te kletsen. Ik zit in een klas met jongens, heel gezellig. Jongens zeuren niet zo, met meisjes is er altijd wat. Dat gedram, daar hou ik niet van.”
Lilian Heuker of Hoek
mbo
Femke en Loes doen de versnelde opleiding mbo Veehouderij Hun achtergronden verschillen totaal. Femke komt van een melkveehouderij, Loes woont gewoon in de stad. Toch zijn ze het roerend met elkaar eens: veehouderij is een prachtig vak. Is dit wel meisjeswerk, vragen we als Femke Nieuwhuis en Loes Damink de loftrompet steken over de opleiding Veehouderij. Ze schieten tegelijk in de lach: “Tuurlijk! Waarom niet?” “Het is toch juist leuk als een meisje op een trekker zit,” zegt Loes. “We krijgen trouwens trekkerrijles op school, want we moeten verplicht ons trekkerrijbewijs halen.” Maar dat is natuurlijk niet het enige. Femke vult aan: “Op de boerderij zijn we veel met koeien bezig. Daarom moeten we op school ook ons melkdiploma halen.” Vakinhoudelijk Beide dames zitten in het derde leerjaar. Vakinhoudelijk vinden ze het een prima opleiding. Femke: “We krijgen les in veevoeding, melkwinning, graslandgebruik, heel praktisch allemaal. Maar we hebben ook avo-vakken, bedrijfseconomie en bedrijfskunde. Daarbij gaat het bijvoorbeeld over bedrijfsovername of verschillende rechtsvormen zoals een maatschap en een vof.”
Loonwerk
Bij agrarisch loonwerk werk je bij de agrarische klanten van het loonbedrijf, zoals veehouders. Daarnaast is er het cultuurtechnisch loonwerk (zoals bermonderhoud of werken voor het waterschap) en grondverzet. In deze branche heb je met aannemers te maken en overleg je met de uitvoerders. Loonwerk is erg gevarieerd: maaien van bermen, voorbereidende werkzaamheden voor nieuw aan te leggen wegen, onderhoud van natuurterreinen, onderhoud van groot groen voor bijvoorbeeld gemeenten. Voor veel leerlingen is deze opleiding geen eindstation. Sommige leerlingen behalen hun vrachtwagenrijbewijs en zijn zo breder inzetbaar of volgen een gespecialiseerde opleiding voor machinist grondverzetmachines.
Veel mogelijkheden Loes volgde eerst de opleiding Dierenartsassistente, maar hele dagen binnen werken was niks voor haar. “Daar kwam ik achter toen ik stage moest lopen op een boerderij. Ik vond dat zo leuk dat ik geswitcht ben. Al wist ik toen nog niet wat me precies te wachten stond.” Maar hoe kom je daar dan achter? “Loop eens een dag mee op school. Of op een boerderij. En denk goed na wat je met je diploma wilt vóór je een keuze maakt. Je hoeft niet per se een eigen bedrijf te hebben. Er zijn zoveel mogelijkheden: medewerker ki, bedrijfshulp, voerleverancier of voorlichter.” Vroeg opstaan, lange dagen Femke wil het bedrijf van haar ouders overnemen. “Deze opleiding is een goede voorbereiding. Je leert natuurlijk veel over koeien, maar ook over bedrijfsvoering. Tijdens de stages en thuis krijg ik ook heel wat mee.” Dus ook meiden kunnen rustig kiezen voor Veehouderij. Absoluut, vinden Femke en
vlnr: Loes en Femke Loes. “’t Is natuurlijk niet alleen maar leuk op een trekker rijden. Je moet ’t wel aankunnen, het blijft een zwaar, maar mooi vak. Vroeg opstaan, lange dagen maken, buiten werken…” aldus Femke.
“Dienstverlening van loonwerker gaat veel verder dan ‘trekker veur’n’” “Loonwerkers zijn er in allerlei soorten”, zegt docent loonwerk Han Busger op Vollenbroek (46). Al jaren geeft hij les aan leerlingen die loonwerker willen worden. Thuis runt hij een veehouderijbedrijf en in zijn vrije tijd is hij af en toe zelf werkzaam bij een loonwerker. “Jongens die heen en weer rijden met een trekker vol zand en dat wekenlang volhouden, blijven altijd nodig. Maar in het loonwerkbedrijf verandert alles, de techniek wordt ingewikkelder, machines worden complexer. Dus zijn er ook loonwerkers nodig met aanleg voor techniek. En verder is belangrijk dat loonwerkers goed kunnen communiceren, met elkaar en met de klant.” Maïsoogst Busger op Vollenbroek geeft een voorbeeld. “Een veehouder huurt een loonwerkbedrijf in voor de maïsoogst. Eén jongen is contact-
“Een loonwerker moet wel weten waar hij het over heeft”
persoon, die overlegt met de veehouder: welke percelen moeten het eerst, hoe wordt de mais in de sleufsilo opgeslagen. Hij stuurt de andere jongens aan en moet dus ook goed kunnen communiceren. Soms eten de loonwerkers ’s middags mee bij de familie van de veehouder. Dan moeten ze wel tafelmanieren kennen, zich netjes gedragen, kortom zich goed presenteren.” Puur dienstverlening Loonwerk is puur dienstverlening, aldus de docent. “‘Mais veur’n’ en ‘zand veur’n’ - ja dat vinden de leerlingen logisch. Maar machines onderhouden, schoonmaken en repareren, hoort dat er ook bij? ‘Dat doen ze toch in de werkplaats. Daar heb je toch een monteur voor.’ Nee dus, dat moeten ze zelf leren. Onze dienstverlening gaat verder dan ´trekker veur´n´.”
Docent loonwerk Han Busger op Vollenbroek
Goede loonwerkers kunnen hun handjes laten wapperen. “Maar ze moeten ook willen leren over hun vak. Veel jonge veehouders hebben een hbo-opleiding. Zij zijn de klanten van de loonwerkbedrijven. Een loonwerker die met deze veehouders overlegt, moet weten waar hij het over heeft”, zegt Busger op Vollenbroek. Loonwerkers moeten ook flexibel zijn. Ze verrichten steeds andere activiteiten op steeds wisselende bedrijven met steeds verschillende machines.”
En Loes besluit: “Maar ’s morgens doe je snel je haar vast, werkkleding aan en klaar. Geen gedoe met make-up en zo. Dat scheelt een boel tijd.”
Theorie van de praktijk Op het AOC krijgen de leerlingen les in ondermeer avo-vakken (rekenen, Nederlands en Engels), algemene techniek, onderhoudstechniek, metaalbewerking en ook wordt er heel wat gesleuteld. Busger haalt nog even de maïs aan: “Tijdens de opleiding krijgen de leerlingen ook een stukje theorie van de praktijk. Voordat er maïs gezaaid wordt, besteden we aandacht aan de theorie van het zaaien. Dan hebben we het bijvoorbeeld over de ‘maïspotter’, een misleidend woord, want mais poot je niet, die wordt gezaaid. In oktober helpen veel leerlingen met de maïsoogst. Daarna droogt het werk bij de BPV bedrijven op en kunnen we op school weer aan de slag met de theorie, bijvoorbeeld over de praktijk van het oogsten. Die periode gebruiken wij dus om hen theoretisch verder bij te spijkeren.”
Niveaus
Er is altijd een opleiding die past bij jouw capaciteiten Niveau 2: Niveau 3: Niveau 4:
medewerker onder toezicht vakbekwaam medewerker groen, grond en infra medewerker in coördinerende of leidinggevende functie (planning verzorgen, bedrijfsleider, in staat zijn aanbestedingen te verzorgen)
Groei• Kans gegrepen Jeremy (26): “Tot m’n zestiende heb ik de hoveniersopleiding gedaan. Ik heb er met de pet naar gegooid. Jammer. Een einddiploma heb ik niet gehaald, wel certificaten. Na mijn schoolperiode heb ik allerlei soorten werk gedaan, van uitzendbureau tot ziekenhuis. Maar opeens lukte het niet meer om werk te vinden. Ik liep al een jaar bij huis. Toen kreeg ik de kans mee te draaien in dit project. Ik ben nu ouder en wijzer. Deze kans heb ik met beide handen gegrepen!” Lekker buiten werken Sander (24): “Na de havo ben ik begonnen aan een hbo-opleiding voor grafisch vormgever. Maar die heb ik nooit afgemaakt. Ik heb jaren lang in kraakpanden gewoond en moest daardoor vaak verhuizen. Werk vond ik zo nu en dan via uitzendbureaus. Sinds drie jaar woon ik in Enschede. Het bevalt me prima in Twente. Ik was net op het AOC begonnen met de hoveniersopleiding op niveau 2. Toen hoorde ik via de gemeente dat ik aan dit project mee kon doen. Een niveau hoger en de opzet zie ik helemaal zitten: ’s winters naar school en zomers werken. Vooral het buitenwerk spreekt me aan.” Ik heb direct ja gezegd! Mikel (19): “Nadat ik mijn vmbo-diploma heb gehaald, ging het wat minder goed met mij. Mijn moeder was uit het zicht verdwenen en mijn vader overleed. Ik het begin had ik het al druk genoeg met alles regelen. Maar toen kwam ik zonder werk thuis te zitten. Zo nu en dan had ik parttime werk, maar ik wil natuurlijk graag fulltime werken. Bij de gemeente vroegen ze me of ik geen interesse had om iets in het groen te doen. Ik heb direct ja gezegd! Nu heb ik weer een doel en kan ik straks zelf mijn geld verdienen. Ik wil niet meer de hele dag thuis zitten. Het werk bevalt me veel beter dan ik gedacht had. We werken samen in een leuke groep, er is nooit onenigheid. En over twee jaar kan ik hovenier zijn. Dat zie ik helemaal zitten!”
Werken in het groeiseizoen, leren in het winterseizoen “Hoe meer de jongens in de winter leren, hoe meer profijt zij er de rest van het jaar van hebben. En de hoveniersbedrijven ook, want zij kunnen ze in het groeiseizoen volledig inzetten.” Aan het woord is voorzitter Bas van Swigchem van TRI groei in groen, samen met Herbert de Witte van AOC Oost initiators van het project. We zijn te gast bij Farwick Hoveniers in Enschede. Al sinds jaar en dag zijn AOC Oost en TRI-leerlingen hier van harte welkom. De partijen met wie we aan tafel zitten zijn: Bas van Swigchem, voorzitter TRI groei in groen Noordoost-Nederland, (samenwerkingsverband leerbedrijven in de groene sector), Erik Bloemberg, adviseur Leerwerkloket Twente, Eric Snippert, Farwick Hoveniers en Herbert de Witte, accountmanager van AOC Oost.
“En wat ook heel belangrijk is: ze hebben in die twee jaar een stuk ervaring opgedaan. Door de combinatie van theoretische- en praktische vorming, op verschillende bedrijfstypes, worden dit de vakmensen voor de toekomst. Onmisbaar voor de continuïteit in de sector en derhalve met een prima toekomstverwachting. Het is een prachtig voorbeeld van participatie. Vier werelden komen hier bij elkaar: bedrijfsleven, onderwijs, Leerwerkloket en gemeenten.
Diploma en ervaring Van Swigchem; De doorstroom in de groene sector is zeer minimaal op dit moment. De economische crisis, het imago van het vakgebied en het tekort aan arbeidskrachten zijn daar onder andere de oorzaak van. Daarnaast zullen de komende tijd ca. 600 vakbekwame medewerkers uit de groenbedrijven wegvloeien vanwege de pensioengerechtigde leeftijd. Wij willen de instroom in onze sector behouden. Onze bedrijfstak moet natuurlijk wel in tact blijven. Het is een sterk veranderende branche, waarin vakmensen altijd nodig blijven.” De groene sector heeft veel potentie: natuur, milieu en leefomgeving worden steeds belangrijker in het dagelijks leven.
Twee jaar werk Eigenlijk gaat het om de reguliere bbl-opleiding, maar dan in een nieuwe, tweejarige opzet: leren in het winterseizoen, werken in het groeiseizoen. De lessen vinden plaats in december, januari en februari. In de overige maanden werken de deelnemers bij een hoveniersbedrijf. Voor alle partijen is deze aanpak een win-winsituatie. Snippert: “Voor Farwickis het heel belangrijk dat we alle handen in het groeiseizoenvolledig kunnen inzetten. Vanaf maart kun je ze bijna niet missen en is het heel vervelend als ze een dag in de week naar school moeten. Het sterke punt is juist dat ze in de winter, als er minder werk is, op school zitten.” Ook gemeenten varen er wel bij. Van Swichem: “De leerlingen komen vanaf maart voor de duur van de opleiding in dienst bij TRI. Zij hebben vanaf dat moment een betaalde baan voor de duur van de opleiding. TRI zet de leerlingen uit bij die bedrijven die passen bij de interesse van de deelnemers. Dat kan zijn een hovenier met veel particulier aanlegwerk maar net zo goed een groenvoorzieningsbedrijf of gemeentelijke groendienst. Een keer per leerjaar wordt er gewisseld van bedrijf om ook kennis te maken met de andere bedrijfstypen in de sector. En willen ze hierna doorstromen naar een hoger opleidingsniveau, dan kunnen ze gewoon bij TRI blijven.”
Om te zorgen dat de groenbedrijven medewerkers hebben als er veel werk is en omdat er in slappe tijden minder handjes nodig zijn, hebben AOC Oost en TRI de winteropleiding in het leven geroepen, verklaart Herbert de Witte. Echter, bij gebrek aan instroom en doorstroom zijn we gaan zoeken naar andere mogelijkheden. Daarbij hebben wij in ons netwerk aangeklopt bij het Leerwerkloket Twente. Bloemberg legt in een notendop het project uit. “Jongeren in een werkloosheids-situatie komen via dit project in een leerwerksituatie”, “De Twentse gemeenten attenderen het Leerwerkloket op potentiële leerlingen. Wij proberen hen vervolgens geplaatst te krijgen op de Winteropleiding. Na een scholingstraject dat verzorgd wordt door AOC Oost, komen ze vanaf april aan het werk bij TRI groei in groen die de leerlingen onderbrengt bij diverse groenbedrijven, zoals Farwick hoveniers. Ze zijn twee jaar verzekerd van werk en na afloop hebben ze ook nog een mbo-diploma op zak.” “Dat klopt, dan zijn ze vakbekwaam hovenier op niveau 3”, beaamt Herbert de Witte.
Voortraject van vijf weken Landelijk gezien is het de derde keer dat de Winteropleiding georganiseerd wordt, in Twente is het de eerste keer. De Witte: “Wij willen wel weten wie we binnen halen. Daarom doen ze eerst mee aan een voortraject van vijf weken op een project dat leerbedrijf Farwick heeft aangeboden. De deelnemers werken onder leiding van een praktijkbegeleider van een van de TRI-lidbedrijven. Op die manier toetsen we de deelnemers aan de normen en waarden van het reguliere bedrijfsleven.
Blij met de Winteropleiding tot hovenier “Het is voor de eerste keer dat we dat we in Twente dit project draaien”, vertelt Henry Oost. “De jongens gaan van december tot en met februari naar school en vanaf maart gaan ze werken op leerwerkplekken bij hoveniersbedrijven.” Als ze hun best doen, zijn ze over twee jaar vakbekwaam hovenier op niveau 3. Henry is zelf werkzaam bij Dolmans Landscaping met vestigingen in Borculo en Beilen. “Zelf heb ik een aantal jaren pabo gedaan. Binnen ons bedrijf hebben wij veel ervaring met het werken met SW’ers en wajongers. TRI zocht een praktijkbegeleider in het oosten en voor de Winteropleiding heeft Dolmans mij
gedetacheerd bij TRI. ”Ik vind dit fantastisch leuk werk. De jongens zijn enthousiast en leergierig en willen graag leer aannemen.” De deelnemers aan het project zijn jonge kerels die door studieproblemen of door andere omstandigheden achterop zijn geraakt en blij zijn met deze tweede kans.
Henry: “Sommigen zitten al langere tijd in de WW of in de bijstand. Die moeten weer leren op tijd te zijn en afspraken na te komen. Ik kijk goed wat ze kunnen. Zijn ze technisch? Spreekt werken in het groen hen aan? Kunnen ze het niveau aan? Dit is een fantastisch leuke groep. Ze zijn sociaal naar elkaar toe en zijn vast van plan deze kans te grijpen!”
Het voorschakeltraject wordt bekostigd door de gemeenten. We maken ze in deze vijf weken arbeidsfit, want vanuit een werkloosheidssituatie moeten ze eerst weer leren functioneren in het bedrijfsleven. En we bekijken of ze voldoende geïnteresseerd zijn in het groene vak. Is dat laatste niet het geval, dan krijgt een deelnemer wel een dossier mee, dat een goed beeld van hem geeft. Daarmee kan hij verder. Wij kunnen hem dan namelijk advies geven waarvoor hij wel geschikt is.” Motiveringsballen De deelnemers zijn supergemotiveerd, weet Bloemberg. “Vanuit de gemeente en het UWV pushen we hen heel erg. In deze vijf weken van het voortraject zijn ze vrijgesteld van alle verplichtingen, zoals sollicitatieplicht, en kunnen ze zich helemaal op hun dagelijkse werkzaamheden richten. Normaliter moet je haast dreigen met sancties, maar deze jongens zitten in een positieve flow; ze krijgen veel positieve waardering. Voor het welslagen hangt ook veel af van de manier waarop er met de jongens omgegaan wordt.” Daar is de uitvoerder van Farwick het roerend mee eens. “Inderdaad is waarderingvan belang, vooral ook vanuit de werkgever. Geef die jongens een gehaktballetje en zie wat zulke motiveringsballen doen voor hun inzet. Maar de leerlingen mogen er geen potje van maken. Wij stoppen energie in hen en we willen er ook wat voor terugzien: een glimlach, plezier in het werk, enthousiasme. Dan kunnen vakmensen bij ons hun pensioen halen. Alleen goeie jongens en meiden blijven over.” Aanmelden voor de Winteropleiding? Groeipunt, AOC Oost, Hoeflingweg 9, 7241 CJ Lochem, tel. 0573 – 222 066 e-mail
[email protected], Of neem contact op met accountmanager Herbert de Witte, e-mail:
[email protected], tel.: 06 - 53 98 46 69. Als bedrijf (eco-erkend) geïnteresseerd? TRI groei in groen Noordoost-Nederland. Bas van Swigchem, tel.: 06-20390042, www.trigroeiingroen.nl.
Groeipunt laat mensen en bedrijven groeien
Groeipunt is onderdeel van AOC Oost Groeipunt AOC Oost, Hoeflingweg 9, 7241 CJ Lochem, 0573 – 222 066,
[email protected] www.groeipunt.nl
AOC Oost
Beleef groen onderwijs bij AOC Oost Bij AOC Oost beleef je groen onderwijs: je ruikt de bloemen, voelt de dieren, proeft het voedsel en werkt aan schone techniek. In de praktijk van nu werk je aan de groene wereld van morgen. Groen heeft de toekomst. Wil je straks een uitdagende groene baan? Met een groene beroepsopleiding ben je goed voorbereid. En bij AOC Oost weet je: mijn morgen is groen! Opleidingen AOC Oost verzorgt (Voorbereidend) Middelbaar Beroepsonderwijs - dus vmbo en mbo - voor natuur, voeding en leefomgeving. De AOC-opleidingen lopen uiteen van de meest praktische vmbo-opleiding tot Het Groene Lyceum, waar je in 6 jaar een mbo-diploma kunt behalen. Ook biedt het AOC diverse groene mboopleidingen. Verder verzorgt AOC Oost in company bedrijfsopleidingen en advies vanuit het opleidingscentrum Groeipunt. In de praktijk van nu werk je aan de
Groeipunt laat mensen en bedrijven groeien Een bedrijf dat wil groeien moet z’n medewerkers laten groeien. Groeipunt helpt daarbij. Groeipunt adviseert, geeft cursussen en verzorgt bedrijfsopleidingen op maat voor elke groene beroepsgroep. Werkplek-leren en ‘coaching on the job’ zijn specialiteiten van Groeipunt. Met hulp van Groeipunt leren mensen efficiënt te werken, kwaliteit te leveren en zich flexibel op te stellen. Dat draagt ook bij aan hun motivatie, hun werkhouding en hun instelling. En dat alles levert het bedrijf heel veel rendement op.’
Vijf locaties AOC Oost heeft vijf vestigingen: Almelo, Borculo, Doetinchem, Enschede en Twello. De vmbo-opleidingen worden in alle vijf plaatsen gegeven. Het Groene Lyceum kan in Almelo en Doetinchem worden gevolgd. Voor een mbo-opleiding kun je terecht in Almelo, Doetinchem, Enschede en Twello. Een geschikte vervolgopleiding vind je dus altijd in de buurt. Bij AOC Oost werken 550 mensen en volgen ruim 5600 leerlingen, studenten en deelnemers onderwijs. Het College van Bestuur en de Centrale Services zijn gevestigd in Lochem.
groene wereld van morgen
Open dagen
Open dagen vmbo
Open dagen mbo
Open dagen
Kom, zie en beleef!
Almelo
Almelo
Het Groene Lyceum
woensdag 28 januari 2015 15.00 tot 20.00 uur
vrijdag 30 januari 2015 van 16.00 tot 21.00 uur zaterdag 31 januari 2015 van 10.00 tot 13.00 uur
De open dagen van AOC Oost oogsten alom veel lof. Wie gewoon eens langskomt om te “snuffelen” aan één van de opleidingen, wil vaak meteen al wel blijven. Kom dus gerust en beleef onze groene wereld. Kijken kost niks, toch!?
Bornerbroeksestraat 348 7609 PH Almelo Tel. 0546 834210
Borculo woensdag 21 januari 2015 14.30 tot 17.00 uur en 18.30 tot 21.00 uur Ruurloseweg 35 7271 RS Borculo Tel. 0545 259 910
Doetinchem woensdag 21 januari 2015 14.00 tot 13.30 uur en 18.00 tot 21.00 uur Gezellenlaan 14 7005 AZ Doetinchem Tel. 0314 375 980
Enschede vrijdag 30 januari 2015 van 16.00 tot 20.30 uur zaterdag 31 januari 2015 van 10.00 tot 13.00 uur Hengelosestraat 481 7521 AG Enschede Tel. 053 480 46 00
Twello vrijdag 30 januari 2015 van 15.30 tot 20.30 uur zaterdag 31 januari 2015 van 10.00 tot 13.00 uur Meester Zwiersweg 4 7391 HD Twello Tel. 0571 27 16 70
Almelo woensdag 28 januari 2015 15.00 tot 20.00 uur
Bornerbroeksestraat 348 7609 PH Almelo Tel. 0546 834210
Bornerbroeksestraat 348 7609 PH Almelo Tel. 0546 834210
Doetinchem
Doetinchem
vrijdag 23 januari 2015 14.00 tot 21.00 uur
woensdag 21 januari 2015 14.00 tot 13.30 uur en 18.00 tot 21.00 uur
Gezellenlaan 14 7005 AZ Doetinchem Tel. 0314 375 980
Gezellenlaan 14 7005 AZ Doetinchem Tel. 0314 375 980
Enschede vrijdag 30 januari 2015 van 16.00 tot 20.30 uur zaterdag 31 januari 2015 van 10.00 tot 13.00 uur Hengelosestraat 481 7521 AG Enschede Tel. 053 480 46 00
Colofon
Realisatie:
Twello vrijdag 30 januari 2015 van 15.30 tot 20.30 uur zaterdag 31 januari 2015 van 10.00 tot 13.00 uur Meester Zwiersweg 4 7391 HD Twello Tel. 0571 27 16 70
Mijnen Media Terborgseweg 32 7064 AE Silvolde Tel. 0315 - 341888
[email protected] www.mijnen.nl
Projectleider: Edwin Hurrebrink Gerrie Nijenhuis Oplage:
ruim100.000 exemplaren
Verspreiding in: Almelo, Nijverdal, Hellendoorn, Holten, Rijssen, Markelo, Enter, Goor, Delden, Borne, Bornerbroek, Saasveld, Wierden, Tubbergen, Albergen, Vriezenveen, Vroomshoop, Daarle, Daarlerveen, Hertme, Zenderen, Den Ham, en Raalte e.o. Redactie:
Topic Creatieve Communicatie Chantal Bos Medewerkers AOC Oost
Fotografie:
Willem van Walderveen, Chantal Bos Medewerkers AOC Oost
Opmaak AOC Oost pagina’s: Willy Sikkink Diane Agteresch - Kreijkes