Tweemaandelijks Magazine
Orthofyto ®-Orthotrends ®
In dit nummer 49 - jg 10, 2004 Publi Media BSOM-VIOW Hoofdredactie Walter O.M. Faché, Orth.Biochemicus, Secret. BSOM
Kernredactie Werner A. Faché, Dr. Med. ACAM, Pres. BSOM Dirk Bogaert, Wetenschapsjournalist Sofie Noppe Prof. Dr. Ir. Jozef Poppe Dr. Apr. Geert Vergote
Eindredactie
1. Redactioneel Jubileum : Orthofyto 10 jaar Klimaatverandering eist 150.000 doden op één jaar 2. Alfa-Liponzuur de manager van het Metabool Syndroom X 3. De pathofysiologische link tussen overgewicht en diabetes 4. Hyperinsulinemie leidt tot een hormonale imbalans.
p. 220
p. 222
5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
p. 230 p. 230 p. 232 p. 234 p. 234 p. 235 p. 236 p. 236
p. 227 p. 228
Eric Ost
Wetenschappelijke Adviesraad Bas Luc, LTH De Smet Hugo, Ir. Gaublomme Kris, Dr. Med. Germis Marleen, Psychologe Goossens Hubert, Apr. Hertoghe Thierry, Dr. Med. Huys Luc, Dr. Oral Implantology Jouret Paul, LTH, Voorz. BVBT Lapauw Stefaan, Dr. Med. Psychiater Mertens F., Dr. Med., Voorz. Neuraaltherapie Missiaen Erwin, Dietist Nijs Paul, Prof. Dr. Apr. UIA Pincemail J., Dr. Sc. Biomédicales (Service Cardiologie ULG.) Sadaune Philippe, Dr. Med. Vandenberghe Dirk, Prof. Dr. (UIA) Vergote Freddy, Dr. Med. Kinderarts
Secretariaat - Advertenties - Publi Media Yannick Dubrulle Larenhoeve, Kerkstraat, 101 - B 9270 Laarne Tel. 0032(0)9/369 06 42 Fax 0032(0)9/366 18 38 E-mail:
[email protected] Website: www.viow.be
Zwangerschap Kanker Maculaire degeneratie Immuniteit Astma Reumathische aandoeningen Hart- en vaatziekten Parkinson
13. Het zuurstof- gecoördineerd- chromiumniacine-complex 14. Glucosol en beweging beter tegen suikerziekte dan diabetesdrug Glucophage (metformin) 15. Krijgen onze mannen, een bedreigde soort, eindelijk ook iets?
p. 237 p. 242 p. 245
Vormgeving, productie en druk Walter O. Faché, Directeur VIOW Benedikt Laloo, Bruyneel NV, Rivierstraat, 54 B 9080 Beervelde
©Copyright 2004
ISSN 1780-3713
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. druk, fotocopie of welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toelating. De hoofdredacteur, de redactie, de eindredacteurs en de uitgever van de opgenomen artikelen en advertenties zijn niet aansprakelijk voor eventuele schade als gevolg van vermeende algemene medische adviezen, onjuistheden en/of onvolledigheden. Iedere auteur blijft verantwoordelijk voor de volledige inhoud van zijn artikels.
Orthofyto Jg. 10, nr. 49 - 2004
COVERSTORY Een fyto insuline uit de Banababoom voor diabetici. Deze plantaardige proteïne zorgt er voor dat de bloedsuikerspiegel stabiel blijft. Op termijn moet er minder of geen insuline meer ingenomen worden. Dit fyto insuline is afkomstig van de Aziatische Banababoom en zorgt voor een daling van het bloedsuikergehalte tot 31,9% in de optimale concentratie. Prof. William V. Judy Southeastern Institute of Biomedical Research, Bradenton Florida.
219
REDACTIONEEL Publi Media BSOM-VIOW
O R T H O F Y T O met ORTHOTRENDS Een gids voor Orthomoleculaire preventie en Orthomoleculaire Substitutie Therapie
verschijnt 6 maal per jaar brengt u het meest uitgebreide orthomoleculaire voedingsblad voor alle gezondheidsverzorgende professionals en gezondheidsbewuste mensen. Hoe abonneren ? Betaling geldt als enige abonnering ❏ Voor België: storting van € 30 op rek. nr. FORTIS 290-0308228-80
❏ Voor Nederland: storting van € 34 op rek. nr. FORTIS Sas van Gent 637.787.749
Abonnement loopt automatisch verder indien geen schriftelijke opzegging twee maand op voorhand.
Jaarabonnementen 6 nummers België: € 30. Nederland € 34. Prijs per nummer: € 6,20 of € 7 (Nl).
Prof. Dr. Linus Pauling tweevoudig Nobelprijswinnaar introduceerde in 1968 voor het eerst de term “Orthomoleculair” in Science: alle stoffen, moleculen of handelingen die niet toxisch en niet vreemd aan het lichaam zijn, die het lichaam biochemisch en fysiologisch normaal kan verwerken zonder enige schade en die op de juiste tijd met de juiste dosis biochemisch individueel dient gegeven of geëlimineerd te worden.
R EDACTIONEEL A AN ELKE LEZER EEN STEVIGE
ORTHOMOLECULAIRE HANDDRUK ALS DANK VOOR DE ONDERSTEUNING VAN HET ORTHOMOLECULAIR GEDACHTEGOED.
JUBILEUM ORTHOFYTO 10
JAAR.
Het VIOW en ikzelf zijn fier u de tiende jaargang van het orthomoleculair tijdschrift Orthofyto 2004 te kunnen toesturen. Dit uniek orthomoleculair magazine is niet alleen met de kracht en het intellect van redactie en hoofdredactie tot stand gekomen, maar vooral door de enorme interesse van de trouwe lezer die steeds een gemeende feedback gaf over inhoud en lay-out. Gedurende deze tien jaargangen kreeg Orthofyto regelmatig een nieuw kleedje, de kwaliteit van de artikels en de orthomoleculaire adviezen bleven een hoogstaand wetenschappelijk niveau en wetenschappelijke eerlijkheid nastreven. Het is steeds een riem onder het hart te vernemen van de lezer, dat Orthofyto zowel op filosofisch, psychisch, nutritioneel, op medisch als op actueel voedingsvlak een praktische bijdrage betekent voor de Belgische-Nederlandse bevolking. Wij hebben steeds een evenwichtige verhouding nagestreefd tussen de redactionele artikels en de publiciteit van de orthoceutica firma’s. Doch de publiciteit in dit tijdschrift is in de eerste plaats bedoeld om de lezer een objectieve informatie mee te geven over de potentiële orthomoleculaire producten die de arts en therapeut kan voorschrijven. Dank zij deze orthoceutica firma’s kunnen wij deze tiende jaargang vieren, want zij hebben het mogelijk gemaakt om van Orthofyto, het Belgisch Tijdschrift voor Orthomoleculaire Geneeskunde, een professionele uitgave te maken, die zowel in België, Nederland, Frankrijk, Engeland en Noorwegen duizenden mensen bereikt. Met dit goed gevoel kijken we naar de toekomst van Orthofyto en willen wij u nog beter informeren door vanaf de tiende jaargang thematisch te werken. Dit nummer 49 legt het accent op het oprukkend ziektebeeld diabetes en syndroom X. Het VIOW zal eveneens deze lustrum uitgave volledig in quadri-kleur verzorgen met de bedoeling verder alle nummers in vierkleurdruk aan te bieden. Van de kant van de lezer durf ik ook een inspanning vragen om abonnees te willen aanwerven. Indien elke lezer een abonnee kan aanbrengen staan we dubbel zo sterk om vooreerst alle eventuele orthomoleculaire en klassieke stormen te kunnen trotseren, maar vooral de lay-out en de inhoud te optimaliseren. In het volgend nummer maken we een kankerdossier op en in juni mag u een speciaal nummer over de huid en vakantieproblemen verwachten. In nummer 49 brengt de eindredacteur Eric Ost een nieuwe studie van de Wereldgezondheidsorganisatie, die ons zal aanzetten dringend het milieu orthomoleculair aan te pakken. In het thematisch dossier diabetes-syndroom X onderbouwen de redacteurs hoe zij de opmars van deze beide degeneratieve ziektebeelden kunnen stoppen en doen omkeren. En deze keer is er ook iets speciaal voor de man!
Met Orthofyto in 2004 de harde weg op van de werkelijkheid en de zachte substituties met niet-toxische orthoceutica, willen wij een brug slaan naar alle geneeskundige therapieën en behandelingen om in een volwaardig objectief geneeskundig management elke bewoner van deze aardbol een geneeskeuze beschikbaar te stellen die bij haar/hem past en deze keuze te respecteren.
(verruimde betekenis uit Science 160:265-271, 1968)
220
Uw hoofdredacteur Walter OM Faché Orthofyto Jg. 10, nr. 49 - 2004
REDACTIONEEL
STUDIE
VAN DE
WERELD-
GEZONDHEIDSORGANISATIE:
KLIMAATVERANDERING EIST 150.000 DODEN OP ÉÉN JAAR! Eric Ost, Eindredacteur. Een nieuwe studie van de Wereldgezondheidsorganisatie (World Health Organization) welke op de Klimaat Conferentie half december 2003 te Milaan werd gehouden toont aan dat onze planeet zieker en zieker wordt door de klimaatverandering. Op één jaar tijd vielen reeds 150.000 doden door de mondiale klimaatveranderingen.! Deze recente studie maakt het impact van de klimaatverandering op onze gezondheid duidelijk. De studie zocht naar de oorzaken, hoe de klimaat fenomenen, de pollutie van de lucht, de bezoedeling van het water en van ons voedsel in verband staan met verschillende ziekten. Deze cijfers leren ons dat klimaatverandering aan de oorsprong ligt van de stijging van 2,5 procent van het aantal mensen met diarree en een verhoging van 2 procent doden door malaria als gevolg van overstromingen in de wereld, die de vermenigvuldiging en bevorderen van muskieten en andere ziekten, zoals de tropische knokkelkoorts, een besmettelijke tropische ziekte die begint met wat pijn in een of ander gewricht, gevolgd door koorts en een mazelachtige uitslag.
Geen prognose klimaatverandering Wetenschapper Klaus Toepfer was formeel: “De klimaatverandering is geen prognose meer. Het is een realiteit, die meer en meer leed zal teweeg brengen en steeds meer levens en geld zal kosten.” Die 150.000 doden is maar een begin: het aantal zal elk jaar verdubbelen. Vorige zomer kostte de hittegolf in Europa 20.000 doden en een financiële schade van 12 miljard Euro (of ongeveer 500 miljard oude Belgische franken). Frankrijk spande het trieste record met 14.000 doden. In Groot-Brittannië viel een stijging te noteren van het aantal kinderen met nierziekten als gevolg van uitdrogingsverschijnselen tijdens deze hittegolf. De tornado’s in de Verenigde Staten van Amerika richtten meer dan 3 miljard euro schade aan. (of 120 miljard B.F.) Deze natuurrampen werden op de Milieu Conferentie te Milaan rechtstreeks toegeschreven aan de opwarming van onze planeet. Het is duidelijk dat deze klimaatverandering zeer zware gevolgen zal hebben op onze gezondheid en de welvaart van alle burgers in deze wereld. Dokter Kerstin Leitner, adjunct Directeur Generaal van het WGO adviseerde: “ Wij moeten ons bezinnen om de oorzaken op onze gezondheid te begrijpen en in staat te zijn deze risico’s efficiënter aan te pakken te bekampen.” Tot hiertoe werden meestal maatregelen genomen om resultaten te voorzien tegen de klimaatverandering over 10, 20 of 30 jaar. Maar wij moeten ingrijpen om vanaf vandaag het leven van iedereen te beschermen.
Orthofyto Jg. 10, nr. 49 - 2004
Het decennium van de jaren ’90 waren de warmste die ooit gemeten werden en de verhoging van de temperatuur van de planeet zet onverstoord zijn koers verder.
Nefaste gevolgen klimaatverandering De meer dan 5.000 deelnemers aan deze wereldconferentie, waaronder 95 ministers uit de 188 aanwezige landen, voor België, Minister Freya Vandenbossche met een delegatie van 37 officieel ingeschreven congresgangers met o.a. verschillende kabinetsmedewerkers, drie raadgevers van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en meer dan 12 deelnemers van de Katholieke Universiteit Leuven.
Alle delegaties waren het eens dat de klimaatverandering nefaste gevolgen heeft op onze gezondheid en maatregelen moeten genomen worden op het niveau van elke regering om dit nijpend wereldprobleem te bestrijden, met de nadruk op de gezondheidssector.
Openingstoespraak Congres 11 oktober 2003 Meer dan twee maanden vóór deze conferentie, n.l. op 11 oktober 2003 zei ik in mijn openingstoespraak als congresvoorzitter op het 5e Internationaal Orthomoleculair Congres te Gent. “Als we niet gepast en snel reageren zullen onze kleinkinderen en achterkleinkinderen in een uiterst onzekere en hachelijke situatie terechtkomen. De mens is de kanker van de aarde geworden. Maar kankercellen discussiëren niet over hun destructieve rol, nog overwegen zij een gedragsverandering die hun eigen toename zou beperken. Er blijft maar weinig tijd over om de biodiversiteit te beschermen, om onze afvalberg en onze pollutie drastisch te verminderen en zuinig om te springen met onze energie en het protocol van Kyoto te ondersteunen voor de vermindering van de gassen tegen het broeikast effect. Als dit niet snel gebeurt zal de zuurstof concentratie in de lucht verder afnemen met het gevolg dat er ieder jaar duizenden mensen zullen sterven door zuurstofgebrek. Zoals reeds gezegd beleefden we deze zomer de warmste dagen uit onze geschiedenis. Maar volgens sommige wetenschappers is er nog veel erger op komst. De schuldigen? Het broeikas effect. Wij allemaal dus. Zoals de bewoners van de aarde nu bezig zijn zullen wij er nooit uitkomen. Niet met rapporten in gerecycleerd papier, niet met enkele windmolens en niet met een nationaal klimaatplan dat blijft steken in een schuchtere poging. Om een klimaatcrash te vermijden voor onze kinderen en kleinkinderen moet er een revolutie komen. “NIET” een vermindering van de CO-uitstoot met enkele procenten, maar een vermindering met 50 procent binnen de 10 à 20 jaar. Want zonder zuivere lucht geen leven. Want dit verstoort het evenwicht op de aardbol en de biochemie van ons lichaam. De kwaliteit van ons leven wordt de laatste 30 jaar drastisch verminderd door chronische degeneratie ziekten veroorzaakt door luchtbezoedeling en de aanmaak van vrije radicalen in ons lichaam. Deze beschadigen de celwanden, de bloedvaten, de eiwitten, de vetten en zelfs de DNA-kern van onze cellen. Daardoor lijden en sterven de meeste onder ons aan hartkwalen, kanker, beroertes, diabetes, MS, Alzheimer, chronische vermoeidheid, dementie, spierdegeneratie en lupus (een chronische vorm van huidtuberculose).
Maar door preventie aan te moedigen zullen wij minder ziek zijn en zal de Staat miljarden euro’s kunnen besparen op de uitgave van het RIZIV. Blijven overleven … is hier werkelijk de boodschap op een gezonder en veiliger planeet.”
221
DIABETES - SYNDROOM X DOSSIER
Walter OM Faché
ALFA-LIPONZUUR DE MANAGER VAN HET METABOOL SYNDROOM X HET RISICO OP SYNDROOM X OP LATERE LEEFTIJD IS ÉÉN OP TWEE!
L
iponzuur werd bekend voor zijn unieke therapeutische eigenschappen in de preventie van een brede range van ziektebeelden. Het is een natuurlijk antioxidant en helpt vooral het lichaam beter glucose en insuline gebruiken. Daarom wordt liponzuur ingezet bij alle vormen van metabole stoornissen in het suikermetabolisme, zoals hyperglycemie, hyperinsulinemie, insulineresistentie, diabetes, syndroom X. Het wetenschappelijk onderzoek van liponzuur kende de laatste decennia een versnelling. Niet minder dan 50 patenten werden reeds geregistreerd in allerlei toepassingen van liponzuur. De chemische naam van liponzuur is 1,2 dithiolaan-3-pentaanzuur. Liponzuur komt in kleine hoeveelheden in de voeding voor en wordt eveneens in de lever in kleine concentraties zelf aangemaakt. Het wordt zeer gemakkelijk geabsorbeerd in de darm en als supplement voor 80% opgenomen in de bloedcirculatie (Harrison, 1974). Professor Lester Packer, Ph.D. en zijn team van de Berkeley Universiteit in Californië, hebben meer dan 60 studies gepubliceerd over de rol van liponzuur. Liponzuur is de missing link in de therapie en de preventie van de degeneratieziekten, in het bijzonder het syndroom X. Minstens de helft van onze bevolking of één op twee zou of een duidelijk risicopatroon vertonen om syndroom X op latere leeftijd te ontwikkelen of reeds een sydroom X ziektebeeld vertonen zonder het beseffen. De meerderheid van de mensen weten helaas niet hoe hun huidige voeding verantwoordelijk is voor deze snelle opmars van diabetes type-2 en het syndroom X.
222
Copyright WO Faché 2004 Fig.1: Een clustering van metabole risicofactoren leidt tot het syndroom X.
Orthofyto Jg. 10, nr. 49 - 2004
DIABETES - SYNDROOM X DOSSIER Wat is alfa-liponzuur? Alfa-liponzuur is een zwavelhoudend vetzuur, dat van nature voorkomt in het menselijk lichaam. De stof is al sinds de jaren dertig van de vorige eeuw bekend. In 1957 werd de stof voor het eerst geïsoleerd, en de naam alfa-liponzuur gegeven. Alfa-liponzuur bestaat uit een keten van acht koolstofatomen, met daaraan gekoppeld twee zwavelatomen. De twee zwavelatomen zijn met elkaar verbonden, waardoor er sprake is van een ringstructuur. Door deze ringstrucuur is alfa-liponzuur oplosbaar in zowel vet als water, een belangrijke eigenschap zoals verder zal blijken.
Fig.2: De structuur van liponzuur
Walter OM Faché
menselijk lichaam voorkomt. Preciezer gezegd: alfa-liponzuur bevindt zich in de mitochondria van elke cel: de energiefabriekjes waar suikers worden verbrand en omgezet in de energie die het menselijk lichaam nodig heeft. Alfa-liponzuur is derhalve essentieel voor de cellulaire energieproductie. De voornaamste brandstof voor het lichaam zijn de koolhydraten en worden afgebroken in het maagdarmkanaal tot enkelvoudige suikers, waarna ze in de bloedbaan worden opgenomen. Zodra de enkelvoudige suikers in de lichaamscellen arriveren, worden ze verder afgebroken tot moleculen pyrodruivezuur of pyruvaat. Dit pyruvaat wordt actief verder getransporteerd naar de mitochondria van elke cel.
de citroenzuurcyclus. In deze cyclus, ook Krebscyclus genoemd, worden de elektronen uit de koolhydraat- en vetvoeding gehaald door een viertal oxidaties. Deze vrijgekomen elektronen worden op een soort roltrapsysteem geplaatst, de elektronenresperatieketen, en door een vijftal enzymsystemen getransfereerd naar het cytochroomoxidase om tenslotte zuursofgas te reduceren tot water. Tijdens deze elektronentransfer komt uiteindelijk energie vrij, die middels oxidatieve fosforylering wordt vastgelegd in moleculen ATP (adenosine trifosfaat). Deze energie vormt de biomoleculaire opslagplaats van alle energie die het lichaam naar behoefte kan vrijmaken en benutten.
Alfa-liponzuur is aldus essentieel in de cellulaire energiestofwisseling, door als onderdeel van het enzym lipoamide zorg te dragen voor enerzijds de aanmaak van het sleutelmolecuul Acetyl Coenzym-A en anderzijds de intermediaire metaboliet Succinyl Coenzym-A in de Krebscyclus. In de Krebscyclus is het Succinyl Coenzym-A een uiterst belangrijk metaboliet: het recycleert enerzijds de dragermolecule oxaloacetaat zodat de Krebscyclus nooit stilvalt en is tevens de precursor voor de porfyrine synthese van de heemgroep in hemoglobine. Om meer hemoglobine in de rode bloedcellen aan te maken en meer zuurstof te fixeren op de ijzerkern van hemoglobine is alfa-liponzuur hoogstnodig! Fig.3: Liponzuur vergemakkelijkt het glucose metabolisme door stimulatie van de aërobe pathway.
S
C H2
S
C H
H2 C C H2
Alfa-liponzuur wordt in kleine hoeveelheden in de voeding aangetroffen. Onderzoeken met proefdieren hebben laten zien, dat radioactief gelabeld alfaliponzuur snel wordt opgenomen vanuit het maagdarmkanaal. Nadat het is opgenomen, verspreidt alfa-liponzuur zich snel door het lichaam. Belangrijk is, dat alfa-liponzuur probleemloos de bloed/hersenbarriëre passeert.
Alfa-liponzuur de manager van het energiebeleid Alfa-liponzuur is een belangrijk molecuul, dat in elke cel van het
Orthofyto Jg. 10, nr. 49 - 2004
H2 C C H2
COOH
Ieder molecuul pyruvaat wordt via een aantal stappen omgezet in het molecuul Acetyl Coenzym-A. Dit proces, oxidatieve decarboxylatie genaamd, kan slechts verlopen in aanwezigheid van het enzymcomplex pyruvaat dehydrogenase, dat uit een drietal verschillende enzymsystemen bestaat. Eén van die enzymen is het lipoamide enzym, waarin het molecuul alfa-liponzuur een centrale functie uitvoert (1). Het verder proces van cellulaire verbranding verloopt door de aangemaakte moleculen Acetyl Coenzym-A te binden met oxaloacetaat, de dragermolecule van
Copyright WO Faché 2004
223
DIABETES - SYNDROOM X DOSSIER Liponzuur en dihydroliponzuur de managers van het
maken en mogelijk ook nog andere reactieve zuurstofdeeltjes (4, 5). • Alfa-liponzuur regenereert de antioxidante vitaminen, vitamine E, C, en beta-caroteen.
Walter OM Faché oorspronkelijke staat kunnen terugbrengen. Ze herstellen en verlengen de levensduur van vitamine C, vitamine E, glutathion en Co-enzym Q10. Bovendien lijken ze in staat, de
antioxidant netwerk Alfa-liponzuur geniet zijn grootste faam als antioxidant, die vrije radicalen neutraliseert. Feitelijk is alfa-liponzuur een bijzonder krachtig, breedspectrum antioxidant. Dit hangt onder meer samen met de volgende eigenschappen van alfaliponzuur: • Alfa-liponzuur passeert gemakkelijk de bloed/hersenbarriëre. • Alfa-liponzuur is oplosbaar is in water (hydrofiel) én vet (lipofiel). • Alfa-liponzuur wordt gemakkelijk omgezet in dihydroliponzuur, ook een antioxidant • Alfa-liponzuur en dihydroliponzuur zijn beide krachtige anti-oxidanten. • Het lichaam kan zelf, naar behoeven, alfa-liponzuur en dihydroliponzuur in elkaar omzetten. Deze omzetting vindt plaats in de mitochondriën. Alfa-liponzuur is hoofdzakelijk ter bescherming van de mitochondriën. Dihydroliponzuur komt ook buiten de mitochondriën terecht, tot zelfs buiten de cellen. Alfa-liponzuur en dihydroliponzuur vormen samen een ijzersterk koppel met antioxidatieve eigenschappen, die elkaar uitstekend aanvullen. Zij beschermen zowel de intra- als de extracellullaire omgeving tegen schade door vrije radicalen. • Van alfa-liponzuur is bekend, dat het in staat is vrije hydroxylradicalen (OH*), hypochloorzuur (HOCl) en singlet zuurstof (1O2) te vangen en onschadelijk te maken (2, 3). • Van dihydroliponzuur is bekend, dat het in staat is vrije peroxylradicalen (ROO*) en hypochloorzuur (HOCl) onschadelijk te
224
Liponzuur en dihydroliponzuur de managers van het antioxidantnetwerk ☛ Vangen peroxidatieproducten: hydroxyl radicalen OH•, hypochloorzuur HOCl, waterstof peroxide H2O2, stikstofmonoxide NO, stikstof dioxide NO2, singlet zuurstof 1O2, vrije peroxyl radicalen (ROO•) ☛ Regenereren belangrijke antioxidanten: GSH, Vit C, Vit E ☛ Cheleren zware metalen: As, Cd, Hg, … ☛ Repareren schade door proteïnen veroorzaakt ☛ Liponzuur doet de concentraties van GSH en CoQ10 toenemen
Liponzuur remt de lipidperoxidatie en remt de glycosylatie, een niet-enzymatische binding van glucose aan plasma-eiwitten (aminozuren, collageen, in arteriën, pezen, huid), waardoor de gekende amadoriproducten worden gevormd. Deze maillardreactie of cross-linking tussen suikers en eiwitten is de oorzaak van de snellere veroudering bij diabetici en syndroom-X patiënten (Schleicher, 1997).
Alfa-liponzuur en/of dihydroliponzuur versterken de werking van andere antioxidanten Een zeer bijzondere eigenschap van alfa-liponzuur en dihydroliponzuur is, dat zij reeds geoxideerde antioxidanten in hun
gehalten aan antioxidanten zelfs te doen stijgen. Liponzuur heeft een lage redoxpotentiaal (sterke reductor!) en genereert gemakkelijk GSH. Liponzuur verhoogt de synthese van glutathion, die een krachtig antioxidant is in alle cellen en bovendien functioneert als de spil in het detoxificatie mechanisme (Han, 1995). Glutathion gaat moeilijk door de celmembranen, zodat het liponzuur als een bypas de niveaus van glutathion kan verhogen. Dit is bijzonder belangrijk tijdens perioden van overmatige stress of blootstelling aan toxische stoffen of zelfs blootstelling aan straling. Het blijkt dat liponzuur een deficiëntie aan vitamine E kan opvangen. Dit werd duidelijk aangetoond in laboratoriumdieren, die deficiënt werden gemaakt aan vitamine E. Nadat hun dieet werd aangevuld met liponzuur, bleken deze dieren volledig beschermd (Podda, 1994). Een complicatie bij diabetes is
het optreden van staar. De verhoogde bloedsuikerspiegel bij diabetes remt de opname van vitamine C door de lichaamscellen. Hierdoor ontstaat verhoogde oxidatieve schade. In de ooglens openbaart die schade zich onder meer door staar. Alfaliponzuur biedt bescherming tegen de ontwikkeling van staar, door de sterke antioxidatieve eigenschappen èn het vermogen vitamine C te regenereren. Vitamine C doet de oogdruk dalen en normaliseren!
Alfa-liponzuur en dihydroliponzuur leveren dus een belangrijke bijdrage aan het verhogen van de antioxidatieve capaciteit van het lichaam. Omdat zij zowel voorkomen in de waterfase als in de vetfase, bieden zij de breedst mogelijke bescherming aan het hele scala antioxidanten, deels oplosbaar in water (vitamine C), en deels oplosbaar in vet (vitamine E) (5, 6). Alle andere antioxidanten zijn aldus werkzaam ofwel enkel in waterig milieu ofwel enkel in vetmilieu. Bovendien is de geoxideerde vorm van liponzuur gemakkelijk te genereren door NADH of NAHPH die een nog lagere redoxpotentiaal bezitten.
Liponzuur moduleert de insuline en de glucose bij diabetes en syndroom X Er zijn sterke aanwijzingen dat alfa-liponzuur van preventieve en therapeutische waarde zou kunnen zijn bij diabetes, van zowel type 1 als type 2. De beschermende werking van alfaliponzuur bij diabetes kan worden verklaard door verlaging van de bloedsuikerspiegel, een verhoogde insulinegevoeligheid en een bescherming van het zenuwweefsel tegen vrije radicalen.
Orthofyto Jg. 10, nr. 49 - 2004
DIABETES - SYNDROOM X DOSSIER
Walter OM Faché toestand en een pro-inflammatoire inductie. Alfa-liponzuur reduceert de inflammatoire mediators door redox buffering en herstelling van de oxidatie/reductie balans in de cel (Suzuki YJ, 1992; Pieper GM, 1998). Bovendien moduleren liponzuur en geconjugeerd linolzuur (CLA) het cytokine TNFα of tumor-necrose factor alfa, waardoor het cytokine in de adipocyten de fosforylatie van het insuline-stimulerend tyrosine en de downregulatie van de insulinegevoelige glucosetransporteut GLUT4 minder inhibeert. Een hoger lichaamsvet leidt tot een hogere expressie van TNFa. Een verlaagde expressie van zowel NFκB als TNFα zullen leiden tot een daling van de oxidanttoestand en de pro-inflammatie. Zij reduceren de inflammatoire mediators en de celsignalen, en herstellen de insulinerespons. Dit werkingsmechanisme wordt geïnitieerd door de nucleaire receptoren van de peroxysomen, de Peroxisoom Prolifertator Activated Receptor of PPARγ, die via liponzuur en geconjugeerd linolzuur de signalen doorgeven om het glucosetransport, de insulinegevoeligheid en de adipogenesis te reguleren (McDonald HB, 2000; Adolf RO, 2000; Jiang C. 1998).
Fig.4: Een snelle insulineproductie brengt de overmaat glucose naar de spier- en vetcellen. In de vetcellen wordt het overtollig suiker in vet opgestapeld als reserve in tijden van nood!
Verhoogde insulinegevoeligheid Copyright W.O.M. Faché 2004
Verlaging van de bloedsuikerspiegel Alfa-liponzuur is betrokken bij de cellulaire energieproductie, en bevordert de verbranding van suikers tot energie. Zowel bij dieren al bij mensen is een positief effect van alfa-liponzuur op de bloedsuikerspiegel aangetoond. Alfa-liponzuur blijkt de opname van glucose in het spierweefsel te bevorderen door een herverdeling van GLUT1 en GLUT4 transporteurs en een stimulatie
Orthofyto Jg. 10, nr. 49 - 2004
van het basaal glucose transport (Estada DE, 1996). Bovendien blijkt alfa-liponzuur er voor te zorgen, dat de gevoeligheid van glucose voor insuline toeneemt. Daarmee neemt ook het vermogen van het lichaam toe zelf de bloedsuikerspiegel te reguleren (8, 9, 10, 11, 12). Liponzuur verlaagt de concentratie van het pyruvaat en lactaat in het serum en verbetert de glucosegevoeligheid bij obese en lean patiënten met diabetes type-2. Een reductie van pyruvaat en lactaat in het serum is
een indicatie van een verbeterde mitochondrale oxidatieve fosforylatie en een totaal glucosemetabolisme. (Konrad T, 1999) Door zijn invloed op de intracellulaire redox controle kan α-liponzuur de expressie van de nuclear factor Kappa B (NFκB) reduceren. De verhoogde genetische expressie van NFκB wordt geassocieerd met een shift in de cellulaire redox naar een biochemisch fenotype, gekarakteriseerd door een oxidant dominante
Alfa-liponzuur helpt weefsels gevoelig maken voor insuline bij individuen met hyperinsulinemie en insulineresistentie. Het moduleert de insulinegevoeligheid van de cel voor insuline (Jacobs S, 1999). Het oefent een positief effect uit op de insulinestimulerende glucose opname met 15% reductie van het bloedsuiker (Estada DE, 1996). Bij verouderen zijn we meer onderhevig aan hogere bloedsuikerspiegels en dus meer gevoelig om diabetes te ontwikkelen. Eén van de oorzaken voor dit probleem is een groeiende insuline-
225
DIABETES - SYNDROOM X DOSSIER resistentie. Onze weefsels, zoals spieren of huid, worden ongevoelig voor de normale insulineniveaus en willen het suiker niet meer opnemen. Skeletspieren zijn het grootste weefsel dat verantwoordelijk is voor de opname en stokkering van suiker na een maaltijd in de vorm van glycogeen. Het bloedsuiker blijft hogere concentraties bereiken en kan tot ernstige gezondheidsgevolgen leiden voor het lichaam, tot vroegtijdige veroudering en cataract induceren of nierschade, schade aan zenuwen en hart- en vaatziekten veroorzaken. In een placebo-gecontroleerde studie met NIDDM patiënten die 600 mg liponzuur per dag namen, steeg na vier weken de insulinegevoeligheid met ongeveer 30% en de orale glucose tolerantietest verbeterde significant (Jacob, 1996). Verhoogde bloedsuiker spiegels maken de membraan van rode bloedcellen minder vloeibaar. Hun membraanvloeibaarheid is belangrijk wanneer de RBC door de fijne capillairen moeten bewegen of geperst worden door zeer dunne kanaaltjes. In labostudies helpt de toevoeging van liponzuur aan RBC de vloeibaarheid verhogen (Hofmaan, 1995). Fysische activiteit en gewichtsverlies zijn beide naast liponzuur cruciaal om het bloedsuiker te reduceren en de insulinegevoeligheid te verhogen.
Bescherming van het zenuwweefsel (Neuropathie) Naar schatting 70 % van alle diabetici en syndroom X patiënten heeft last van beschadigingen van het zogenaamde perifere zenuwstelsel. Dit is het gedeelte van het zenuwstelsel dat prikkels doorgeeft tussen het centrale zenuwstelsel (hersenen en ruggemerg) en de spieren, klieren en zintuigen van het lichaam. De schade wordt veroorzaakt door
226
oxidatieve stress (8). De klachten die hieruit voortvloeien openbaren zich meestal door verminderd gevoel in de ledematen, pijn, motorische problemen en uitvalsverschijnselen. Men spreekt dan van polyneuropathie. Maar ook de zenuwgeleiding naar vitale organen als hart, lever en nieren kan worden verstoord.
Het gebruik van alfa-liponzuur bij diabetische neuropathie is officieel geaccepteerd in Duitsland. De werking is onderzocht in verschillende studies. Een drietal studies maakten deel uit van het project ALADIN (Alfa-Lipoic Acid in Diabetic Neuropathy). De uitkomsten van deze dubbelblind, placebogecontroleerde studies toonden aan, dat alfa-liponzuur tot verbetering van verschillende neuropathische klachten kan leiden (14, 15, 16). DEKAN (Deutsche Kardiale Autonome Neuropathie) was een andere dubbelblind, placebogecontroleerde studie met alfa-liponzuur. Hieraan namen patiënten deel waarbij de autonome zenuwvezels die het hart innoveren, waren aangetast. Na afloop van de experimentele periode bleken verschillende hartslag- parameters significant te zijn verbeterd (15). Bescherming van het zenuwstelsel met liponzuur steunt op haar antioxidatieve eigenschap. Alfa-liponzuur passeert gemakkelijk de bloed/hersenbarriëre. Bovendien is het goed oplosbaar in vet. Alfa-liponzuur zou daarom in potentie bescherming moeten bieden aan degeneratieve aandoeningen van het zenuwstelsel. Hersenen en zenuwweefsel bevatten een zeer hoog gehalte aan meervoudig onverzadigde vetzuren. Deze vetzuren zijn gevoelig voor oxidatie. Met name in de hersenen zijn energieverbruik en zuurstofverbruik bijzonder hoog. In de hersenen wordt meer dan 20% van de totale zuurstof verbruikt! Als bij-
Walter OM Faché producten worden vele vrije radicalen gevormd, die tot oxidatieve beschadigingen van het hersen- en zenuwweefsel kunnen leiden. Aandoeningen die hieruit voort kunnen komen zijn onder meer de ziekte van Parkinson, Alzheimer, Multiple Sclerose, beroertes en depressies (4, 7).
Veiligheid en dosering
REFERENTIES: 1.VOET, D. AND VOET, J (ED.): BIOCHEMISTRY. J. WILEY&SONS, NEW YORK, 1995. 2. MATSUGO S, YAN LJ, HAN D, ET AL. ELUCIDATION OF ANTIOXIDANT ACTIVITY OF ALFALIPOIC ACID TOWARD HYDROXYL RADICAL. BIOCHEM BIOPHYS RES COMMUN. 1995;208:161–167. 3. PACKER L, WITT EH, TRITSCHLER HJ. ALFA–LIPOIC ACID AS A BIOLOGICAL ANTIOXIDANT. FREE RADIC BIOL MED. 1995;19:227–250. 4. PACKER L. ET AL. NEUROPROTECTION BY THE METABOLIC ANTIOXIDANT ALFA-LIPOIC ACID. FREE RADIC BIOL MED 1997;22(1-2):359-378 5. KAGAN VE, SHVEDOVA A, SERBINOVA E, ET AL. DIHYDROLIPOIC ACID—A UNIVERSAL ANTIOXIDANT BOTH IN THE MEMBRANE AND IN THE AQUEOUS PHASE.
REDUCTION
OF PEROXYL, ASCORBYL, AND
CHROMANOXYL RADICALS.
Uit de studies met alfaliponzuur zijn geen negatieve bijwerkingen naar voren gekomen. Zelfs bij een dosering van 1800 mg per dag traden geen noemenswaardige bijwerkingen op. De LD50 (de dosering waarbij 50% van de proefdieren dood gaat) ligt bij proefdieren ongeveer bij 400-500 mg/kg lichaamsgewicht. Voor een volwassen mens zou dit neerkomen op ongeveer 30 kg per dag! Bij grotere dosissen van meer dan 100 mg per dag kunnen bij sommige patiënten slechts gastrointestinale symptomen of nausea of opgezette maag voorkomen. Alfa-liponzuur kan daarom worden beschouwd als een veilig voedingssupplement. Er is geen ervaring met gebruik van alfa-liponzuur door zwangere vrouwen, kleine kinderen en mensen met ernstige aandoeningen van bijvoorbeeld lever of nieren. Voorzichtigheidshalve wordt het gebruik van alfaliponzuur door deze groepen ontraden. De aanbevolen therapeutische dosering is ongeveer 200-600 mg per dag. Onderhoudsdosering voor mensen zonder ernstige gezondheidsklachten bedraagt 50-100 mg, tenzij anders aanbevolen door arts of therapeut.
BIOCHEM PHARMACOL. 1992;44:1637–1649. 6. PODDA M, TRITSCHLER HJ, ULRICH H, ET AL. ALFA–LIPOIC ACID SUPPLEMENTATION PREVENTS SYMPTOMS OF VITAMIN E DEFICIENCY. BIOCHEM BIOPHYS RES COMMUN. 1994;204:98–104. 7. PACKER L. ALFA-LIPOIC ACID: A METABOLIC ANTIOXIDANT WHICH REGULATES NF-KAPPA B SIGNAL TRANSDUCTION AND PROTECTS AGAINST OXIDATIVE INJURY. DRUG METAB REV 1998;30(2):245275. 8 JACOB S, HENRIKSEN EJ, SCHIEMANN AL, ET AL. ENHANCEMENT OF GLUCOSE DISPOSAL IN PATIENTS WITH TYPE 2 DIABETES BY ALFA–LIPOIC ACID. ARZNEIMITTELFORSCHUNG. 1995;45:872–874. 9 KAWABATA T, PACKER L. ALFA-LIPOATE CAN PROTECT AGAINST GLYCATION OF SERUM ALBUMIN, BUT NOT LOW DENSITY LIPOPROTEIN. BIOCHEM BIOPHYS RES COMMUN. 1994;203:99–104. 10. NAGAMATSU M, NICKANDER KK, SCHMELZER JD, ET AL. LIPOIC ACID IMPROVES NERVE BLOOD FLOW, REDUCES OXIDATIVE STRESS, AND IMPROVES DISTAL NERVE CONDUCTION IN EXPERIMENTAL DIABETIC NEUROPATHY. DIABETES CARE. 1995;18:1160–1167. 11 SUZUKI YJ, TSUCHIYA M, PACKER L. LIPOATE PREVENTS GLUCOSE-INDUCED PROTEIN MODIFICATIONS. FREE RADIC RES COMMUN. 1992;17:211–217. 12 JACOB S, RUUS P, HERMANN R, ET AL. ORAL ADMINISTRATION OF RAC-ALFA-LIPOIC ACID MODULATES INSULIN SENSITIVITY IN PATIENTS WITH TYPE2 DIABETES MELLITUS: A PLACEBO-CONTROLLED PILOT TRIAL. FREE RADIC BIOL MED. 1999;27:309–314. 13. AMERICAN DIABETES ASSOCIATION, JUNI 1999. 14. ZIEGLER D, HANEFELD M, RUHNAU KJ, ET AL. TREATMENT OF SYMPTOMATIC DIABETIC PERIPHERAL NEUROPATHY WITH THE ANTI-OXIDANT ALFA-LIPOIC ACID. A 3-WEEK MULTICENTRE RANDOMIZED CONTROLLED TRIAL (ALADIN STUDY). DIABETOLOGIA. 1995;38:1425–1433. 15. ZIEGLER D, GRIES FA. ALFA-LIPOIC ACID IN THE TREATMENT OF DIABETIC PERIPHERAL AND CARDIAC AUTONOMIC NEUROPATHY. DIABETES. 1997;46(SUPPL 2):S62–S66. 16. ZIEGLER D, HANEFELD M, RUHNAU KJ, ET AL. THE ALADIN III STUDY GROUP. TREATMENT OF SYMPTOMATIC DIABETIC POLYNEUROPATHY WITH THE ANTIOXIDANT ALFA-LIPOIC ACID: A
7-MONTH
MULTICENTER RANDOMIZED CONTROLLED TRIAL
(ALADIN III STUDY). DIABETES CARE. 1999;22:1296–1301. 17. FILINA AA, DAVYDOVA NG, ENDRIKHOVSKII SN, ET AL. LIPOIC ACID AS A MEANS OF METABOLIC THERAPY OF OPEN-ANGLE GLAUCOMA. VESTN OFTALMOL. 1995;111:6–8.
Orthofyto Jg. 10, nr. 49 - 2004
DIABETES - SYNDROOM X DOSSIER
Walter OM Faché
DE PATHOFYSIOLOGISCHE LINK TUSSEN OVERGEWICHT EN DIABETES Hoge vetdepots kunnen leiden tot diabetes en syndroom X Tot voor kort werd aangenomen dat de enige functie van vetweefsel deze was van een passief vetdepot. Recente inzichten tonen aan dat vetweefsel een actieve rol speelt in het metabolisme en een hele reeks zeer actieve metabole hormonen afscheidt. Deze spelen o.a. een rol in het vetmetabolisme, insulineresistentie, de leverfunctie enz… Recent geïdentificeerde adipocyt-specifieke chemische messengers zijn: de adipocytokines, b.v. adiponectin, tumor necrosis factor alfa of TNF-alfa, interleukine-6 en resistin. Adiponectin is een plasmaproteïne afkomstig van de vetcellen en is, geassocieerd met verscheidene andere risicofactoren van hart- en vaatziekten. Ook de systolische bloeddruk is omgekeerd geassocieerd aan het adiponectine niveau in het bloed, wat er op wijst dat adiponectin een rol speelt in de pathofysiologie van het metabool syndroom en hart- en vaatziekten. REFERENTIES: 1. LACQUEMANT C, VASSEUR F, F, FROGUEL P. LEPRETRE ADIPOCYTOKINS, OBESITY AND DEVELOPMENT OF TYPE 2 DIABETES. MED SCI (PARIS). 2003 AUG-SEP;19(89):809-17. 2. HUANG KC, CHEN CL, CHUANG LM, HO SR, TAI TY, YANG WS. PLASMA ADIPONECTIN LEVELS AND BLOOD PRESSURES IN NONDIABETIC ADOLESCENT FEMALES. J CLIN ENDOCRINOL METAB. 2003 SEP;88(9):4130-4.
Hoge vetdepots doen de vrije vetzuren in plasma en het adipocytokine, Tumor Necrose Factor
Orthofyto Jg. 10, nr. 49 - 2004
(TNF-α), stijgen. Naarmate het overgewicht een hogere BMI bereikt en langer bestaat en vooral bij een centrale of abdominale vetverdeling stijgt het risico op diabetes en syndroom X. De link tussen obesitas en diabetes mellitus type 2 wordt gevormd door insulineresistentie t.h.v. de spieren. De betacellen in pancreas compenseren de insulineresistentie waardoor insulinesecretie uit de pancreas stijgt. Deze toestand leidt tot hyperinsulinemie, postprandiale hyperglycemie en tenslotte uitputting van de pancreas. De insulinereceptoren worden ongevoelig voor glucose en het plasma-insuline stijgt, zodat een diabetes type 2 of/en syndroom X kan ontstaan.
Intra-abdominale vetopslag is gerelateerd aan de risicofactoren voor metabool syndroom! In een studie op 40 mannen en vrouwen, waarvan de helft een hartinfarct hadden vóór de leeftijd van 41 jaar, en de andere dienden als gezonde controlepersonen, werd de relatie gemeten tusssen verschillende vormen van vetopslag en de risicofactoren voor metabool syndroom. (BMI, lichaamsvetpercentage, lenden/heupomtrek en intra-abdominale vetopslag) Er werd onderscheid gemaakt tussen abdominale en intraabdominale (tussen de organen) vetopslag. Uit de resultaten bleek dat voornamelijk intraabdominaal vet correleerde met
de metabole risicofactoren. REF.: VON EYBEN FE, MOURITSEN E, HOLM J, MONTVILAS P, DIMCEVSKI G, SUCIU G, HELLEBERG I, KRISTENSEN L, VON EYBEN R. INTRA-ABDOMINAL OBESITY AND METABOLIC RISK FACTORS: A STUDY OF YOUNG ADULTS. INT J OBES RELAT METAB DISORD. 2003 AUG;27(8):941-9.
ARCH LATINOAM SYNDROME. NUTR. 2003 MAR;53(1):39-46.
Alfa-liponzuur is een veilige behandeling van diabetesverwikkelingen.
Slanke adolescenten met een verhoogd risico op metabool syndroom! Deze studie onderzocht bij 167 adolescenten van 14 tot 17 jaar de relatie tussen BMI en vetdistributie, lipidenprofiel, en eet- en leefstijl. Uit de resultaten bleek dat 37 % van de slanke adolescenten met een BMI tussen 20 en 24, een verhoogde nuchtere insulinewaarden, insulineresistentie, hogere triglyceriden en hogere bloeddrukwaarden had, vergeleken met de normo-insulinemische groep. De insulinewaarden correleerden wel met de BMI. De adolescenten met deze metabole afwijkingen hadden een calorierijke voeding, rijk aan verzadigde vetten en weinig fysieke activiteit. De onderzoekers besluiten dat zelfs bij slanke jongeren, met een vrij lage BMI, een ongezonde voeding en weinig fysieke activiteit kunnen leiden tot verhoogde insulinesecretie en dyslipidemie. REF.: MOLERO-CONEJO E, MORALES LM, FERNANDEZ V, X, GOMEZ ME, RALEIGH SEMPRUN-FEREIRA M, CAMPOS G, RYDER E. LEAN ADOLESCENTS WITH INCREASED RISK FOR METABOLIC
Alfa-liponzuur is een disulfideverbinding die in kleine hoeveelheden voorkomt in de cellen en een enzymatische functie heeft. In hogere dosissen is liponzuur een krachtig en multifunctioneel antioxidant. Liponzuur wordt in Duitsland al ruim dertig jaar gebruikt in de behandeling van diabetesneuropathie. Intraveneuse toediening bij diabetespatiënten verhoogt de insuline-afhankelijke glucoseopname, terwijl de orale toediening slechts een marginaal effect heeft. Als deze beperking kan omzeild worden, zou liponzuur een veilige en effectieve antidiabetische behandeling kunnen vormen die de insulinegevoeligheid en de glycemiecontrole verbetert, en de verwikkelingen van diabetes kan bestrijden. Er werden geen ernstige bijwerkingen, of verandering in bloedwaarden of lever- en nierfunctie, gemeld bij dosissen van 900 en 1200 mg gedurende 6 à 12 weken. REF.: EVANS JL, GOLDFINE ID. ALPHA-LIPOIC ACID: A MULTIFUNCTIONAL ANTIOXIDANT THAT IMPROVES
INSULIN
SENSITIVITY
IN
2 DIABETES. DIABETES TECHNOL THER. 2000 AUTUMN;2(3):401-13. REF.: EVANS JL, HEYMANN CJ, GOLDFINE ID, GAVIN LA. PHARMACOKINETICS, TOLERABILITY, AND FRUCTOSAMINE-LOWERING EFFECT OF A NOVEL, CONTROLLEDRELEASE FORMULATION OF ALPHALIPOIC ACID. ENDOCR PRACT. 2002 PATIENTS WITH TYPE
227
DIABETES - SYNDROOM X DOSSIER
Walter OM Faché
JAN-FEB;8(1):29-35.
HYPERINSULINEMIE LEIDT TOT EEN HORMONALE IMBALANS. Progestine gedurende 6 maanden gebruikt, kan stijging van serum pro-inflammatoire cytokines voorkomen. Het cytokine C-reactieve proteïne niveau is een indirecte maat voor de insuline activiteit en de centrale obesiteit.
Cholesterol
pregnenolon
DHEA
androstenedion
testosteron
aromatase
aromatase in ovaria, bijnieren
aromatase in perifere weefsels (adiposeweefsel) tijdens postmenopauze
oestron
}
Insuline neemt toe bij stijging aromatase
aromatase oestradiol
Vrouwen en mannen met significante hoeveelheden vet produceren meer oestrogenen door een grotere perifere aromatase activiteit. Aromatase remmers: lignanen, vlaszaadolie, darmflora optimaliseren (productie van enterolactonen, enterodiolen), isoflavonen, flavonoïden in ongeraffineerde granen, vers fruit en groenten, curcumin. REF.: ADLERCREUTZ H, BANNWART C, WAHALA K, ET AL. INHIBITION OF HUMAN AROMATASE BY MAMMALIAN LIGNANS AND ISOFLAVONOID PHYTOESTROGENS. J STEROID BIOCH MOLEC BIOL. 1993; 44(2): 147-153. REF.: WANG C, MAKELA T, HASE T, ADLERCREUTZ H, KURZER MS. LIGNANS AND FLAVONOIDS INHIBIT AROMATASE ENZYME IN HUMAN PREADIPOCYTES. J STEREOID BIOCH MOLEC BIOL. 1994; 50(3/4):205-212.
JUBILEUM ORTHOFYTO 10 1.
WIST DE
LAY-OUT VAN
ORTHOFYTO
U DAT
JAAR .
:
EEN VIERKLEUREN-JUBILEUMKLEED HEEFT AANGETROKKEN,
ZONDER PRIJSVERHOGING VAN UW ABONNEMENT.
2.
ALLE
ABONEES BIJ INSCHRIJVING VAN DE VOLLEDIGE
KRIJGEN VAN
3.
ALLE
20%
NIEUWE
OF
22
BISTRO 7 2004
EEN EXTRA KORTING
EURO.
ORTHOFYTO
ABONNEES IN
2004
DE
ORTHOFYTO
JAARGANG
2003
GRATIS
ALS WELKOMSTGESCHENK ONTVANGEN.
4. 5. 6. 228
ALLE NIEUWE ABONNEES OP ORTHOFYTO EN LEEFNU IN 2004 DE JAARGANG ORTHOFYTO 2003 ÉN DE JAARGANG LEEFNU 2003 GRATIS ALS WELKOMSTGESCHENK ONTVANGEN. ALLE NIEUWE LEDEN DIE 75 EURO (WAARDE 50 EURO) ONTVANGEN.
BETALEN VOOR
ALLE NIEUWE LEDEN DIE 150 EURO (WAARDE 75 EURO) ONTVANGEN.
2004,
BETALEN VOOR
2004
GRATIS DE CD-ROM
ORTHOFYTO
GRATIS HET CONGRESBOEK
Orthofyto Jg. 10, nr. 49 - 2004
DIABETES - SYNDROOM X DOSSIER
Dirk Bogaert, Wetenschapsjournalist
HET ZUURSTOF- GECOÖRDINEERDCHROMIUM-NIACINE-COMPLEX C
hroom is een onmisbaar spoorelement, nodig voor de vorming van de glucosetolerantiefactor (GTF). Deze factor stimuleert de activiteit van insuline, het hormoon dat het glucose- of suikergehalte in het bloed reguleert. Door zijn werking op insuline vervult chroom een aantal functies, waaronder het verlagen van het vetgehalte in het bloed, het produceren van energie, het reguleren van de bloedsuikerspiegel en het verhogen van de weerstand tegen infecties. Chroom speelt tevens een cruciale rol in het behandelen van het zogenaamde X-syndroom. Chroomconcentraties in het menselijke lichaam verminderen naarmate men ouder wordt. Veel veertigplussers lijden – zonder het te weten - aan een chroom- deficiëntie. Hetzelfde komt voor bij jongeren omdat ze teveel geraffineerde voeding eten waarbij een te hoog percentage aan enkelvoudige suikers kenmerkend is. Dit soort voeding zorgt er voor dat het beschikbare chroom in het lichaam via de urine wegspoelt.
Orthofyto Jg. 10, nr. 49 - 2004
NICOTINEZUUR N
2
COOH
PICOLINEZUUR N 1 COOH
De rol van chroom Chroom is een essentieel sporenmineraal dat de natuurlijke suikerbalans in het lichaam bevordert. Bij een tekort moet het lichaam extra hard werken om de suikerspiegel van het bloed stabiel te houden. Chroomtekort leidt naar een onbedwingbare trek in zoetigheid.
Welke factoren zijn van invloed op het chroomniveau in het lichaam? Naarmate het lichaam ouder wordt, is het minder goed in staat om chroom vast te houden. Het wordt dan ook aanbevolen om dit mineraal aan te vullen. Chroom is een natuurlijk bestanddeel van sommige voedingsmiddelen, maar in het verwerkingsproces van veel producten zoals suiker, meel en rijst, blijft er geen of nauwelijks enig
chroomgehalte over. Daar komt nog eens bij dat een overmatig gebruik van suiker, oppeppende middelen en veel stress een zware aanslag doen op de chroomreserves in het lichaam.
Chroom stimuleert positief een gewichtsbeheersingsprogramma? Chroom helpt het lichaam bij de natuurlijke afstelling van de glucosebalans. Wanneer er voldoende van aanwezig is, zullen de hersenen niet de boodschap ‘behoefte aan brandstof’ afgeven en krijgt men geen hongergevoel.
De rol van insuline Insuline is een hormoon dat afgescheiden wordt door de ßcellen van de pancreas. Insuline regelt het glucose metabolisme. Het glucosedalende effect van
insuline wordt vooral bereikt door: - omzetting van glucose in glycogeen dat in de lever en de spieren wordt opgeslagen - remming van de afbraak van glycogeen door de lever - verbranding van glucose in de spieren - bevordering van de opname van glucose in de cellen
Verband tussen chroom en insuline De glucose tolerantie factor (GTF), dat bestaat uit chroom, vitamine B3 en drie aminozuren, is van groot belang voor de suikerstofwisseling. Het vormt de verbinding tussen insuline en glucose en vergroot daardoor de effectiviteit van insuline. Mensen die een koolhydraatrijk dieet gebruiken en mensen met een verstoorde suikerstofwisseling (diabetes en hypoglycemie) hebben extra behoefte aan chroom. Bij beginnende diabetes mellitus is de chroomuitscheiding via de urine groter dan bij gezonde mensen Aangetoond is dat dit mineraal een te hoog bloedsuikergehalte kan verlagen evenals een te hoog insulinegehalte. Dit is van groot belang voor diabetes type 2, dat immers gekenmerkt wordt door insulineresistentie, maar ook voor mensen die (nog) geen suikerziekte hebben. Niet alleen omdat voorkomen beter is dan genezen maar ook omdat een hoog insulinegehalte een nadelige invloed heeft op de aanmaak van bepaalde hormonen. Verder zorgt de verbeterde benutting van insuline ervoor dat meer voedsel wordt omgezet in energie en niet in vet. Chroom kan ook een positieve invloed uitoefenen op de cholesterolgehaltes. Diabetici die insuline gebruiken
237
DIABETES - SYNDROOM X DOSSIER en chroom tabletten of capsules gaan slikken moeten goed hun bloedsuikerspiegel in de gaten houden (hetzelfde geldt voor vitamine B6 en zink). GTF chroom en chroompicolinaat zijn tientallen malen effectiever dan de meeste andere vormen van chroom.
Enkele studies 180 niet insuline afhankelijke diabetespatiënten werden in drie groepen verdeeld. Eén groep kreeg 2 maal per dag 500 mcg chroompicolinaat. Eén groep kreeg 2 x daags 100 mcg chroompicolinaat en de derde groep een placebo. Na twee en na vier maanden werden metingen gedaan van de bloedsuiker-, insuline- en cholesterolgehaltes. De hoogste chroomgroep had duidelijk in alle metingen de gunstigste cijfers en zij waren de enige bij wie ook het cholesterolgehalte daalde en het nuchtere glucosegehalte. Enkele cijfers van de hoge chroomgroep en de placebogroep: nuchtere glucose 7,1 t.o.v. 8,8. Twee uur glucosewaarde: 10,5 t.o.v. 12,3. HbA1c: 6,6 t.o.v 8,5 (lage chroomgroep 7,5). In beide chroomgroepen was na 4 maanden ook het nuchtere en 2 uur insulinegehalte lager. Dit is belangrijk ook voor niet diabetici want een hoog insulinegehalte belemmert de aanmaak van verschillende hormonen zoals DHEA en groeihormoon en kan leiden tot insulineresistentie d.w.z tot suikerziekte. (BRON: DIABETES,1997;HTTP://WWW.DIABETES.ORG/DIABETES/97 NOV/PG1786.HTM)
Chroom lager bij ouderen Uit analyse van 51.650 bloed-, zweet- en haarmonsters kon worden aangetoond dat het chroomgehalte bij het stijgen van de leeftijd daalt. Ook bleek dat mannen gemiddeld minder chroom in hun lichaam hebben dan vrouwen. Chroom is o.a. van groot belang voor de bloedsuiker- en vetstofwisseling.
238
Dirk Bogaert, Wetenschapsjournalist
Volgens de onderzoekers wordt de daling veroorzaakt doordat het eten van geraffineerde koolhydraten (bijv. suiker), die zelf geen chroom meer bevatten, de uitscheiding van chroom in de urine bevorderen.
Vergelijking chroomgehalte en uitscheiding van suikerpatiënten met gezonde mensen: Van 93 diabetes mellitus patiënten en van 33 gezonde mensen werd het bloed en de urine op chroom gemeten. Bij de suikerpatiënten bleek het bloed 33% minder chroom te bevatten terwijl hun urine twee maal zoveel chroom bevatte dan van de gezonde testpersonen. Voor de gezonde mensen gold verder dat hoe hoger het chroomgehalte in het bloed hoe lager het insulinegehalte. Voor de diabetici die deze ziekte korter dan twee jaar hadden gold dat hoe hoger het chroomgehalte hoe lager het bloedsuikergehalte. Bij de mensen die deze ziekte al langer hadden trof men dit verband niet aan. De onderzoekers concluderen dat bij een chroomtekort er een grotere behoefte is aan insuline en dat de chroomverliezen via de urine bij niet insuline afhankelijke diabetespatiënten hun toch al lage chroomstatus verslechtert. Dit draagt bij tot insulineresistentie.
Fig. 1 : Bioactiviteit van chromemaat, chromnicotinaat en nicotinezuur.
Fig. 2 : Biovalabiliteit van chromemaat, chroompicolinaat en chroomchloride.
(BRON: J, TRACE ELEM. MED. BIOL. 1999)
Chroom draait diabetes, veroorzaakt door corticosteroïden, terug. Als bijwerking van bepaalde medicijnen, corticosteroïden, kan diabetes optreden. Van 13 mensen die behandeld werden met deze medicijnen werd de uitscheiding van chroom gemeten voor en tijdens de behandeling. Het chroomverlies bleek door de medicijnen sterk toe te nemen. Aan drie patiënten die diabetes kregen werd 600 µg chroom (picolinaat) per dag gegeven. Het nuchtere bloedsuikergehalte daalde hierdoor van hoger dan 13,9 naar minder dan 8,3 mmol/l. Dit
Fig. 3 : Effect van insuline op glucosemetabolisme met niacinegebonden chroom en chroompicolinaat.
Orthofyto Jg. 10, nr. 49 - 2004
DIABETES - SYNDROOM X DOSSIER terwijl, na toediening van chroom, de dosis bloedsuikerregulerende medicijnen was gehalveerd. (BRON: DIABET MED, 1999)
Dosering en bronnen De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid voor chroom is er niet, maar 0,025 mg (25 microgram) per dag zou volgens de klassieke geneeskunde genoeg moeten zijn. Indien nodig kunnen supplementen tot 600 microgram per dag genomen worden. Voedingsmiddelen rijk aan chroom zijn: vlees, brood, noten en vis. In melk, fruit, groente en eieren komen ook kleine hoeveelheden chroom voor. Een kerngezond lichaam heeft slechts heel kleine hoeveelheden chroom nodig en bij een optimaal eetpatroon is het dan ook hoogst onwaarschijnlijk dat er een tekort kan ontstaan. Lijdt men echter aan een aandoening waarbij de darmen onvoldoende chroom kunnen opnemen, of heeft men om welke reden ook weinig eetlust of teveel stress, dan is er een duidelijk risico op een chroom tekort.
Waarom is het gebruik van een chroomsupplement aan te bevelen?
um-niacine-complex werkt 18 maal krachtiger dan andere chroomsupplementen.
De wetenschappelijke feiten van zuurstofgecoördineerdchromium-niacinecomplex • Wetenschappers verbonden aan de universiteit van Californië ontdekten in 1994 dat het zuurstof-gecoördineerd-chromium-niacinecomplex 672% beter in het lichaam werd opgenomen dan chromiumchloride en 311% beter dan chroompicolinaat.
Biergist bevat slechts 2 microgram chroom per gram gist. Slechts een zeer kleine fractie daarvan beantwoordt aan de biologisch actieve GTF vorm. Zuurstof-gecoördineerd-chromi-
Orthofyto Jg. 10, nr. 49 - 2004
Fig. 4 : Rententie van verschillende chroomverbindingen in de pancreas.
(OLIN KL, STEARNS DM, ARMSTRONG WH, KEEN CL, COMPARATIVE RETENTION/ ABSORPTION OF 51 CHROMIUM (51CR) FROM 51CR CHLORIDE, 51CR NICOTINATE
AND
51CR PICOLINATE IN A RAT MODEL, TRACE ELEMENTS AND ELECTROLYTES, 11:182-186, 1994)
• Onderzoekers verbonden aan de Auburn universiteit stelden vast dat het zuurstofgecoördineerd-chromiumniacine-complex in staat was om het niveau van serum cholesterol met 14% te verlagen. De hoeveelheid goede cholesterol steeg met 7% bij mannelijke atleten.
Fig. 5 : Rententie van verschillende chroomverbindingen in het bloed.
(LEFAVI RG, WILSON D, KEITH RE, ANDERSON RA, BLESSING DL, LIPIDLOWERING
Het Amerikaanse ‘Center for Disease Control’ heeft berekend dat 21,8 % van de bevolking een acuut en ernstig gebrek heeft aan chromium. Bij zestigplussers bedraagt dit percentage 25%. Negentig procent van de Westerse bevolking heeft – op basis van de bekende voedingsgewoonten – een middelmatig tot klein chroomtekort. Deze deficiëntieverschijnselen leiden tot zwaarlijvigheid, diabetes en hartziekten.
Dirk Bogaert, Wetenschapsjournalist
CHROMIUM
EFFECT
OF
A
(III)-NICOTINIC
DIETARY ACID
COMPLEX IN MALE ATHLETES, NUTRITION RESEARCH, 13:239-249, 1993)
• Tijdens het millennium jaar ontdekten wetenschappers van het Georgetown University Medical Center dat een combinatie van druivenpit extracten en het zuurstof-gecoördineerd-chromium-niacine-complex in staat was het cholesterolniveau met 16,5% te verlagen en de gevaarlijke LDL concentraties zelfs met 20%. De testen werden uitgevoerd bij mensen met duidelijk te hoge cholesterolwaarden.
Fig. 6 : Cholesterolreductie met chromemaat.
(PREUSS HG, WALLERSTEDT D, TALPUR N, TUTUNCUOGLU SO, ECHARD B,
239
DIABETES - SYNDROOM X DOSSIER MYERS A, BUI M, BAGCHI D, EFFECTS OF NIACIN-BOUND CHROMIUM
AND
GRAPE
SEED PROANTHOCYANIDIN EXTRACT THE
ON
LIPID PROFILE OF HYPERCHOLESTERO-
LEMIC SUBJECTS: A PILOT STUDY, JOURNAL OF
MEDICINE, 31:227-246, 2000)
• In 1995 stelden onderzoekers van de Georgetown University vast dat het zuurstof-gecoördineerd-chromium-niacine-complex door suiker geïnduceerde hypertensie voorkwam en de bloedglucose waarden stabiel hield. (TALPUR NA, ECHARD BW, FAN AY,
waarden een te hoge LDL en een te lage HDL cholesterolconcentratie hebben. Verder is er bij deze mensen sprake van een verhoogde bloeddruk in vergelijking met mannen en vrouwen met normale insulinewaarden. Diabetes wordt ook in verband gebracht met verhoogde bloedvetten, hoge bloeddruk en de vorming van arteriosclerose waardoor er een hart- of herseninfarct kan ontstaan. Diabetici lijden verder onder een acuut chroomgebrek omdat ze via de urine veel méér chroom verliezen dan gezonde mensen.
JAFFARI O, BAGCHI D, PREUSS HG, ANTIHYPERTENSIVE EFFECTS MUSHROOM FRACTIONS MOLECULAR
AND
POWDER IN
METABOLIC
WHOLE
OF
MAITAKE AND
ITS
TWO RAT STRAINS, CELLULAR
AND
BIOCHEMISTRY, 237:129-136, 2002)
• Wetenschappers verbonden aan de universiteit van Texas, toonden aan dat het zuurstof-gecoördineerd-chromium-niacine-complex en beweging resulteerden in een duidelijke gewichtsafname bij jonge, zwaarlijvige vrouwen. De combinatie beweging en chroompicolinaat resulteerde nauwelijks in enig gewichtverlies. (GRANT KE, CHANDLER RM, CASTLE AL, IVY JL, CHROMIUM TRAINING: EFFECT
ON
AND
EXERCISE
OBESE WOMEN,
MEDICINE & SCIENCE
IN
SPORTS &
EXERCISE, 29:992-998, 1997)
Het zuurstofgecoördineerdchromium-niacinecomplex en Diabetes Chroom is het nutriënt bij uitstek om de bloedglucose onder controle te krijgen. Chroom beperkt de ‘drang naar suiker’, een probleem waar veel zwaarlijvige mensen mee af te rekenen krijgen. Het fenomeen van insuline resistentie is heel goed bekend bij mannen en vrouwen met overgewicht, diabetes mellitus patiënten en bij andere autoimmuunziekten. Uit studies blijkt dat gezonde personen met verhoogde insuline-
240
Zuiver wetenschappelijk versterkt chromium de insulinereceptor kinase activiteit waardoor het verband tussen chroom en een betere levenskwaliteit wordt verklaard. Een dagelijks chroom supplement is daarom een waardevol middel om diabetes mellitus te voorkomen of te behandelen. Het Amerikaanse departement van landbouw publiceerde onlangs een rapport waarin duidelijk werd gemaakt dat veel diabetici hun ziektesymptomen kunnen onderdrukken door het gebruik van het zuurstof-gecoördineerd-chromium-niacine-complex. Het ministerie van landbouw en volksgezondheid wijst op de veel te lage chroomconcentraties bij méér den 90% van de Amerikaanse bevolking. “Het gebruik van een dagelijks chroomsupplement kan miljoenen Amerikanen beschermen tegen diabetes en de daaraan verbonden hartziekten. Chroom is zelfs in staat de ziektetoestand bij een aantal patiënten terug in positieve zin om te keren. (2,3,4,5,6,7,8)
Het zuurstofgecoördineerdchromium-niacinecomplex en het Xsyndroom
Dirk Bogaert, Wetenschapsjournalist droom een verzamelnaam voor een aantal ernstige stofwisselingsziekten die veroorzaakt worden door een te hoge insuline productie. Het X-syndroom leidt o.a. tot diabetes, zwaarlijvigheid en hartziekten.
Wie behoort tot de risicogroep? Insuline, het ‘bloedsuikerhormoon’ is essentieel voor een normaal verloop van het glucose metabolisme. Een gestoorde insulinefunctie verhoogt de kans op een X-syndroom ziektebeeld, dat vooral gekenmerkt wordt door zwaarlijvigheid. De gevolgen zijn te hoge bloedvetwaarden, insulineresistentie en een te hoog cholesterolgehalte. In de Verenigde Staten worden deze elementen ‘de fatale vier’ genoemd. Ze leiden immers regelrecht naar diabetes, hartziekten, retinopathie, nieraandoeningen, beschadigde zenuwen, problemen met de bloedvaten en een sterk verhoogd risico op infecties.
gen van een gezond voedingspatroon en dertig minuten beweging per dag. (9,10,11)
Het zuurstofgecoördineerdchromium-niacinecomplex en leeftijdsgebonden hypertensie Méér dan de helft van de 55plussers hebben af te rekenen met een te hoge bloeddruk. In de leeftijdscategorie 65-74 jaar stijgt dit percentage naar 63%. Algemeen wordt aanvaard dat een te hoge alcohol- of zoutconsumptie tot overgewicht leidt, die de hoge bloeddruk veroorzaakt. Preuss et al. ontdekte in 1997 dat insulineresistentie een cardiovasculaire risicofactor was omdat een gestoorde cel glucose absorptie leidde tot overgewicht en een te hoge bloeddruk. Preuss deed studies met senioren. (PREUSS HG ET AL., NUTRIENTS AND TRACE ELEMENTS AS THEY AFFECT BLOOD PRESSURE IN THE AND
Studies hebben aangetoond dat driemaal 200 microgram het zuurstof-gecoördineerd-chromium-niacine-complex per dag er voor zorgt dat het lichaamsgewicht afneemt. Mensen krijgen meer spieren en minder vet door het gebruik van chroom, het vol-
ELDERLY. GERIATRIC NEPHROLOGY
UROLOGY, 6: 169-179, 1997).
Hij bewees ook dat niacine gebonden chromium de insulineresistentie bij ratten aanzienlijk verbeterde. Op die manier kon een te hoge bloeddruk bij mens en dier vermeden worden. (12,13,14)
Meetbare syndroom-X-factoren ☛ Hypertriglyceridemie, serum triglyceriden hoger dan 150 mg/dL (1,7 mmol/L) ☛ HDL cholesterol waarden lager dan 40 mg/dL (1,04 mmol/L bij mannen) ☛ HDL cholesterol waarden lager dan 50 mg/dL (1,29 mmol/L bij vrouwen) ☛ Een systolische bloeddruk die hoger ligt dan 130 mm Hg
Meer dan 150 miljoen mensen in de Westerse wereld hebben af te rekenen met het zogenaamde X-syndroom. Wetenschappers van de Amerikaanse Stanford universiteit noemen het X-syn-
☛ Een diastolische bloeddruk die hoger is dan 85 mm Hg ☛ Een nuchtere bloedglucose die hoger is dan 110 mg/dL (6,1 mmol/L) Orthofyto Jg. 10, nr. 49 - 2004
DIABETES - SYNDROOM X DOSSIER Chroom verlaagt
REFERENTIES
cholesterolgehalte
1. COMMITTEE ON MEDICAL ASPECTS OF FOOD POLICY, DEPARTMENT OF HEALTH AND SOCIAL SECURITY. DIETARY REFERENCE VALUES FOR FOOD ENERGY AND NUTRIENTS FOR THE UNITED KINGDOM. LONDON: HMSO, 1991 (REPORT ON HEALTH AND SOCIAL SUBJECTS 41). 2. CRAWFORD V ET AL., EFFECTS OF NIACIN-BOUND CHROMIUM SUPPLEMENTATION ON BODY COMPOSITION IN OVERWEIGHT AFRICAN-AMERICAN WOMEN, DIABETES, OBESITY AND METABOLISM, 1: 1-7, 1999 3. PREUSS HG AND ANDERSON RA, CHROMIUM UPDATE, CURRENT OPINION ON CLINICAL NUTRITION AND METABOLIC CARE, 6: 509-512, 1998 4. LEFAVI RG ET AL., LIPID LOWERING EFFECT OF A DIETARY CHROMIUM (III)NICOTINIC ACID COMPLEX IN MALE ATHLETES. NUTRITION RESEARCH, 13: 239-249, 1993. 5. PREUSS HG ET AL., EFFECTS OF DIFFERENT COMPOUNDS IN BLOOD PRESSURE AND LIPID PEROXIDATION IN SPONTANEOUSLY HYPERTENSIVE RATS. NEPHROLOGY, 47: 325-330, 1997 6. PREUSS HG ET AL., EFFECTS OF CHROMIUM AND GUAR ON SUGAR INDUCED HYPERTENSION IN RATS. CLINICAL NEPHROLOGY, 44: 170-177, 1995 7. PREUSS HG ET AL., EFFECTS OF DIFFERENT CHROMIUM COMPOUNDS ON BLOOD PRESSURE AND LIPID PEROXIDATION IN SPONTANEOUSLY HYPERTENSIVE RATS. CLINICAL NEPHROLOGY, 47: 325-330, 1997 8. PREUSS HG ET AL., EFFECTS OF CHROMIUM AND GUAR ON SUGAR INDUCED HYPERTENSION IN RATS. CLINICAL NEPHROLOGY, 44: 170-177, 1995 9. WILSON PWF AND KANNEL WB, CLUSTERING OF RISK FACTORS, OBESITY AND SYNDROME X. NUTRITION AND CLINICAL CARE, 1 (SUPPL 1): 44-50, 1998 10. CRAWFORD V ET AL., EFFECTS OF NIACIN-BOUND CHROMIUM SUPPLEMENTATION ON BODY COMPOSITION IN OVERWEIGHT AFRICAN-AMERICAN WOMEN. DIABETES, OBESITY AND METABOLISM, 1: 1-7, 1999. 11. GRANT KE ET AL., CHROMIUM AND EXERCISE TRAINING: EFFECT ON OBESE WOMEN. MEDICINE AND SCIENCE IN SPORTS AND EXERCISE, 29: 992-998, 1997
met 14% Arteriosclerose – het dichtslibben van aders door cholesterol en vetten – is één van de voornaamste oorzaken die leiden tot harten herseninfarcten. Onderzoek (15,16,17) toont aan dat te lage chroomconcentraties in het lichaam een primaire risicofactor is die tot cardiovasculaire aandoeningen kan leiden. Een dubbelblind studie met 34 jonge mannelijke atleten met iets te hoge cholesterolwaarden bewees dat 200 microgram per etmaal het cholesterolniveau met 14% verlaagde. (LEFAVI RG
ET AL.,
LIPID LOWERING EFFECT
OF DIETARY CHROMIUM (III) NICOTINIC ACID
COMPLEX
IN
MALE ATHLETES. NUTRITION
RESEARCH, 13: 239-249, 1993)
Het zuurstof-gecoördineerdchromium-niacine-complex kreeg hiervoor een patent. Wetenschappers zijn ervan overtuigd dat het zuurstof-gecoördineerd-chromium-niacine-complex een veilige en ideale bondgenoot is voor iedereen die af te rekenen krijgt met te hoge cholesterolwaarden. Lichaamsbeweging en vetarme voedingsgewoonten blijven echter essentieel om hart en vaat aandoeningen te voorkomen.
Toxiciteit Recente in vitro studies hebben aangetoond dat het gebruik van chromiumpicolinaat schade zou toebrengen aan het DNA (18). Chromium werd ondertussen al vrijgepleit van alle verdachtmakingen. Picolinaat zou – in vitro – wel een potentiële toxische factor bevatten (19). Niacine gebonden chromium bevat geen picolinaat en is daarom – zelfs bij het gebruik van grote hoeveelheden – volkomen veilig en niet toxisch.
Orthofyto Jg. 10, nr. 49 - 2004
Dirk Bogaert, Wetenschapsjournalist 12. PREUSS HG ET AL., NUTRIENTS AND TRACE ELEMENTS AS THEY AFFECT BLOOD PRESSURE IN THE ELDERLY. GERIATRIC NEPHROLOGY AND UROLOGY, 6: 169-179, 1997 13. PREUSS HG ET AL., EFFECT OF CHROMIUM AND GUAR ON SUGAR INDUCED HYPERTENSION IN RATS. CLINICAL NEPHROLOGY, 44 (3): 170177, 1995 14. PREUSS HG ET AL., EFFECTS OF DIFFERENT CHROMIUM COMPOUNDS ON BLOOD PRESSURE AND LIPID PEROXIDATION IN SPONTANEOUSLY HYPERTENSIVE RATS. CLINICAL NEPHROLOGY, 47: 325-330, 1997. 15. LEFAVI RG ET AL., LIPID LOWERING EFFECT OF DIETARY CHROMIUM (III) NICOTINIC ACID COMPLEX IN MALE ATHLETES. NUTRITION RESEARCH, 13: 239-249, 1993. 16. URBERG M ET AL., HYPOCHOLESTEROLEMIC EFFECTS OF NICOTINIC ACID AND CHROMIUM SUPPLEMENTATION. THE JOURNAL OF FAMILY PRACTICE, 27: 603-606, 1988 17. ZAVORNI I ET AL., RISK FACTORS FOR CORONARY ARTERY DISEASE IN HEALTHY PERSONS WITH
HYPERINSULINEMIA AND NORMAL GLUCOSE TOLERANCE. NEW ENGLAND JOURNAL OF MEDICINE, 320: 702-706, 1989. 18. M MISRA, JA ALCEDO AND KE WETTERHAHN, TWO PATHWAYS FOR CHROMIUM(VI)-INDUCED DNA DAMAGE IN 14 DAY CHICK EMBRYOS: CR-DNA BINDING IN LIVER AND 8-OXO-2’-DEOXYGUANOSINE IN RED BLOOD CELLS CARCINOGENESIS, VOL 15, 29112917,1994. 19. HEPBURN DDD, XIAO J, BINDOM S, VINCENT JB, O’DONNELL J, NUTRITIONAL SUPPLEMENT CHROMIUM PICOLINATE CAUSES STERILITY AND LETHAL MUTATIONS IN DROSOPHILA MELANOGASTER, PROCEEDINGS OF NATIONAL ACADEMY OF SCIENCES USA, 100:3766-3771, 2003) (STEARNS DM, SILVEIRA SM, WOLF KK, LUKE AM, CHROMIUM (III) TRIS(PICOLINATE) IS MUTAGENIC AT THE HYPOXANTHINE ( G U A N I N E ) PHOSPHORIBOSYLTRANSFERASE LOCUS IN CHINESE HAMSTER OVARY CELLS, MUTATION RESEARCH, 513:135-142, 2002.
Het VIOW geniet geen overheidssteun en hangt aldus af van uw lidgeld
LID VIOW € 75 per jaar STEUNEND LID VIOW € 150 per jaar de voordelen kan U op onze website bekijken
www.viow.be 241
DIABETES - SYNDROOM X DOSSIER
Dirk Bogaert, Wetenschapsjournalist
GLUCOSOL EN BEWEGING BETER TEGEN SUIKERZIEKTE DAN DIABETESDRUG GLUCOPHAGE (METFORMIN)
H
et Amerikaanse ‘Center for Disease Control’ (CDC) en het ‘Diabetes Prevention Program (DPP) gaven medio november 2001 de resultaten vrij van een drie jaar durende klinische studie met 3.182 deelnemers tussen 25 en 85 jaar die een zeer hoog risico hadden om diabetes mellitus te ontwikkelen. De helft van de deelnemers gebruikten de sinds 1994 ontwikkelde medicijn ‘metformin’, de andere vijftig procent gebruikte glucosol. Uit de resultaten blijkt nu dat het voedingssupplement glucosol, een verstandig dieet en een half uur beweging per dag 58% van de hoge risico kandidaat diabetespatiënten suikerziektevrij houdt. Bij het metforminpreparaat dat zware nevenwerkingen heeft bij nieren leverlijders, lag het diabetespreventiecijfer op 31%. De vrijgegeven studie werd gefinancierd door het National Institute of Health (NIH).
242
Banaba-boom
Diabetesepidemie op komst Professor Ali Mokdad werkt als epidemioloog voor het ‘Center of Disease Control’. Hij schrijft in de ‘Journal of the American Medical Association’ (JAMA) dat 60% van de Westerse bevolking door hun gebrek aan beweging, de zeer slechte eetgewoonten (2) en het daaruit resulterende overgewicht kandidaat-diabetici zijn geworden. “De toestand wordt ieder jaar slechter”, zegt Mokdad. “De jaarlijkse Amerikaanse diabetescijfers spreken boekdelen. In 2003 steeg het aantal Amerikanen dat suikerziekte had van 6,9 % van de totale bevolking tot 7,3%.
Het dramatische is dat 95% van alle diabetesgevallen gemakkelijk te voorkomen zijn met wat dagelijkse beweging, gezond eten aangevuld met hoogwaardige voedingssupplementen. Het feit dat mensen niet bereid zijn om de minimale inspanningen en eethygiëne toe te passen heeft er voor gezorgd dat het aantal suikerzieken in de Verenigde Staten met 49% is gestegen tijdens de periode 1990-2000. Voor de komende jaren is een verdere explosieve groei van de ziekte te verwachten. Daarom is ieder eenvoudig initiatief, dat diabetes kan voorkomen, zeer waardevol. Glucosol is een efficiënt en veilig voedingssupplement dat miljoenen mensen kan helpen om de ziekte niet te krijgen.”
Glucosol beschermt tegen insulinespuit Iedere diabetes-mellituspatiënt kan sinds enkele maanden - in samenspraak met zijn behandelende arts - glucosol ‘fyto-insuline’ bestellen bij zijn apotheker. Deze plantaardige proteïne zorgt er voor dat de bloedsuikerspiegel stabiel blijft (1,4,5,6). Voor suikerzieken, die een degelijk dieet koppelen aan de juiste vorm van beweging, betekent dit dat er op termijn minder of geen klassieke insuline meer moet ingenomen worden. Patiënten, die van hun arts te horen krijgen dat ze misschien moeten overschakelen van insulinetabletten naar dagelijkse injecties, kunnen in een
Orthofyto Jg. 10, nr. 49 - 2004
DIABETES - SYNDROOM X DOSSIER aantal gevallen -dankzij Glucosol - toch de orale vorm van insuline gebruiken. 95 procent van alle Belgische en Nederlandse suikerzieken lijdt aan diabetes mellitus type 2. Vroeger noemde men deze vorm ouderdomsdiabetes. Nu steeds meer jongere mensen met dezelfde kwaal worden geconfronteerd, is suikerziekte geëvolueerd tot een beschavingsverschijnsel. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) in Genève verwacht dat achttien procent van de Europeanen tegen het jaar 2005 door diabetes wordt getroffen. Enkel meer beweging en gezonde eet- en drinkgewoonten kunnen de dramatische opmars van het aantal suikerziekteslachtoffers tegengaan.
Glucosol is een eerste stap om het aantal diabetesslachtoffers te verminderen Professor Kazuo Yamazaki werkt al twaalf jaar met Glucosol. Samen met het Medical Department van de Hiroshima University liet hij in 1998 en 1999 klinische studies uitvoeren teneinde de werking van Glucosol na te gaan (8). Ook professor William V. Judy van het ‘Southeastern Institute of Biomedical Research’ in Bradenton (Florida) voerde in 1999 klinische studies op diabetes mellitus patiënten uit met Glucosol (1,4,5,6). “Dit plantaardige eiwit, dat afkomstig is van de Aziatische Banaba-boom, zorgt voor een daling van het bloedsuikergehalte tot 31,9% procent in de optimale concentratie”, zegt professor Judy. “Tijdens onze meest recente klinische studie (april 1999- oktober 1999) namen 22 diabetes mellitus patiënten deel aan een 22 weken durende test. De deelnemers allen ouder dan 46 jaar - hadden een bloedglucoseniveau dat hoger lag dan 150 mg/deciliter (3). De klinische referentie-
Orthofyto Jg. 10, nr. 49 - 2004
waarde voor normale bloedglucose schommelt tussen 65 en 110 mg/deciliter.” De deelnemers kregen een initiële dosis van 16 milligram Glucosol per dag en dit gedurende 2 weken. De hoeveelheid corosolic zuur, het actieve bestanddeel van Glucosol, was 1% of 0,16 milligram per dag. Na de eerste 2 weken volgden er 14 dagen van placebotoediening. Vier weken na het begin van de proef kregen de deelnemers 32 milligram Glucosol per etmaal toegediend. Ook dat gebeurde gedurende 14 dagen. Hierna volgde andermaal een rust-placeboperiode van 2 weken om daarna gedurende 14 etmalen 48 milligram Glucosol aan de diabetespatiënten te geven. Het gemiddelde nuchtere bloedglucose niveau bedroeg 167,5 mg/deciliter tijdens de placeboweken. Uit de testresultaten bleek dat de deelnemers hun bloedsuikerwaarde respectievelijk met 4,9%, 10,7% en 31,9% zagen dalen bij de 16, 32 en 48 milligram Glucosol toediening per dag. Niemand van de patiënten vertoonde enige vorm van nevenwerking. Volgende parameters van de deelnemers werden dagelijks gevolgd: de bloedglucose, de bloeddruk, het lichaamsgewicht, de lichaamstemperatuur, de hartslag en de algemene conditie van de patiënt. Glucosol is bijgevolg een voedingssupplement dat op continue basis in voldoende hoge dosering - in functie van de te hoge bloedsuikercijfers - moet gebruikt worden.” Glucosol (48 mg) bleek in staat het ongezonde bloedglucose gehalte van 167,5 mg/deciliter na 4 weken gebruik te reduceren tot 115,1 mg/deciliter (7,8,9). Professor Judy noemt Glucosol geen wondertherapie. “Het is wel een prima voedingssupplement die de insuline-injectienaald bij tienduizenden suikerzieken kan weghouden. Diabetici mogen altijd Glucosol nemen, maar niets ondernemen op eigen risico en zeker nooit zelf de dagelijkse insulinehoeveelheid verminderen. Door het gebruik van Glucosol
Dirk Bogaert, Wetenschapsjournalist zal de behandelende arts, na één tot vier weken, door middel van een bloedtest, bepalen of er wel of niet minder klassieke insuline moet gebruikt worden. Glucosol resulteert op termijn altijd in een daling van de insulineconsumptie. Glucosol stimuleert een aantal mensen ook om gezonder en bewuster te gaan leven. Glucosol maakt het voor zwaarlijvige mensen trouwens mogelijk om gemakkelijker een suikerarm en bijgevolg minder calorierijk dieet vol te houden. Op die manier wordt automatisch een gezonder en stabieler bloedsuikergehalte bereikt, waardoor er minder kilo’s vet in het lichaam worden opgestapeld. Een plezierig positief neveneffect van Glucosol is immers dat zwaarlijvige mensen maandelijks 1 tot 2 kilogram lichaamsvet verliezen (9) zonder grote wijzigingen aan te brengen in hun eetgewoonten.”
Het gevaar van een sterk variërende bloedsuikerspiegel Een te hoge of te lage bloedsuikerspiegel is een probleem voor een kwart van de Europese en Amerikaanse bevolking. Telkens we een te hoge bloedsuikerspiegel hebben, worden de overtollige suikers afgevoerd naar onze vetcellen. Indien deze cellen regelmatig teveel suikers moeten stockeren, zwellen ze op, waardoor er extra lichaamsgewicht ontstaat. De vetmassa verhoogt, terwijl de spiermassa daalt! In het andere geval, als de bloedsuikerspiegel te laag is, krijgen we een hongergevoel. Wie honger heeft zorgt voor eten. Men opteert dan meestal voor een snelle, meestal suikerachtige, calorierijke hap die het glucosegehalte in het bloed echter weer op een te hoog niveau brengt, waardoor er opnieuw vetcellen worden belast met het opslaan van extra lichaamsgewicht. Vetcellen hebben trouwens enorm meer insulinereceptoren
t.o.v. spiercellen! Teneinde de glucoseconcentratie in het bloed op een stabiel peil te houden, moeten mensen - die aan overgewicht lijden - tot twaalfmaal per dag een kleinigheid eten. Alle snelle suikers worden door de diëtist uit het dieet verbannen en vervangen door trage suikers (samengestelde koolhydraten). Glucosol zorgt ervoor dat mannen en vrouwen vaker naar de meer gezonde glucosevormen - zoals ongeraffineerde pastagerechten - zullen verlangen, dan naar alle vormen van snoep, die geraffineerde korte termijn energieleveranciers zijn. Om die reden kan Glucosol een voedingssupplement zijn die te zware mensen niet alleen gewicht laat verliezen, maar ze tevens uit de greep van het diabetesprobleem houdt.
Waarom werkt Glucosol regulerend? Uit de Amerikaanse en Japanse klinische studies blijkt dat Glucosol suikers veel sneller omzet in bruikbare energie. Het teveel aan glucose wordt minder opgeslagen in de vetcellen. Dit komt omdat Glucosol er voor zorgt dat de intracellulaire glucosetransporteurs door het actieve bestanddeel van Glucosol - corosolic acid - worden gestimuleerd (1,8). Het gevolg is dat iemand, die een overdosis suikers inneemt, zich opgejaagd zal voelen. Het effect is min of meer te vergelijken met het gevoel dat mensen hebben als ze teveel koffie hebben gedronken. Wie kalmer en rustiger wil worden, moet gewoon minder snelle suikers consumeren. Glucosol dwingt de logisch denkende homo sapiens tot een beter eetpatroon. Het gevolg is gewichtsverlies. Voor diabetici van het type 2 betekent dit op termijn minder insulinegebruik. Voor zwaarlijvige mensen - die statistisch veel meer kans hebben om suikerziek te worden levert Glucosol een extra bescherming om nooit diabetespatiënt te worden.
243
DIABETES - SYNDROOM X DOSSIER Het verschil tussen ‘Metformin’ en Glucosol Metformin werd in 1994 door de Amerikaanse ‘Food and Drug Administration’ (FDA) goedgekeurd. Ook Europa registreerde de bloedsuikerregelaar. De werkzame stof ‘Metformin’ wordt in de Benelux verkocht onder de merknaam ‘Glucophage Forte’. Metformin verlaagt de bloedglucose door dat de lever belet wordt om te veel glucose aan te maken (gluconeogenese). Het product heeft geen invloed op de insulineproductie van de pancreas. Metformin zorgt er ook voor dat het bloedvetgehalte (triglyceriden en cholesterol) verlaagt. Diabetes mellitus patiënten hebben in de meeste gevallen veel te
veel bloedvetten. Metformin helpt de diabetes mellitus patiënt om gewicht te verliezen en zorgt nooit voor een te laag bloedsuikergehalte indien het als enig diabetesmedicijn wordt gebruikt. Metformin veroorzaakt echter nevenverschijnselen zoals misselijkheid, maagpijn en diaree. Lever- en nierpatiënten mogen geen Metformin gebruiken omdat er dan lactaat acidosis kan ontstaan. Bij deze aandoening krijgen de weefsels in het lichaam niet voldoende zuurstof. In uitzonderlijke gevallen is er stervensgevaar. Een ander verschil tussen Glucosol en Metformin is de specifieke werking. Metformin verhindert de lever om teveel glucose aan te maken. Glucosol bevordert op natuurlijke manier de verwerking van glucose. Daardoor zijn er ook geen nevenverschijnselen bij dit voedingsupplement.
Dirk Bogaert, Wetenschapsjournalist Besluit Glucosol is voor kandidaat diabetes-mellitus patiënten met een te hoog en sterk schommelend bloedglucosegehalte een ideale en veilige voedingssuppletie. Opteer wel voor Glucosol in ‘softgel’ vorm, die wordt door zijn samenstelling immers beter door het lichaam geabsorbeerd dan de Glucosoltabletten. Mensen die nog geen diabetespatiënt zijn en overwegen om Glucosol te gebruiken doen dit best na een gesprek met hun arts. Mannen en vrouwen die al medicijnen nemen tegen suikerziekte kunnen met hun behandelende dokter praten en overwegen om de klassieke geneesmiddelen, die soms nevenverschijnselen veroorzaken, te vervangen door levenskwaliteitverbeterende Glucosol.
REFERENTIELIJST KLINISCHE STUDIES: 1. JUDY, W. V. CLINICAL STUDIES SUPPORTING THE EFFICACY OF
GLUCOSOL. 1999.
THERANUTRIA INTERNAL REPORT. 2. MAXWELL SRJ, THOMASON H, SANDLER D ET AL. ANTIOXIDANT STATUS IN PATIENTS WITH UNCOMPLICATED INSULIN-
DEPENDENT
DEPENDENT
AND
NON-INSULINMELLITUS.
DIABETES
EUR.J.CLIN.INVEST. 1997;27:484-90. 3. NUTTALL SL, DUNNE F, KENDALL MJ, MARTIN U. AGE-INDEPENDENT
OXIDATI-
VE STRESS IN ELDERLY PATIENTS WITH NONINSULIN-DEPENDENT DIABETES MELLITUS.
Q.J.MED. 1999;92:33-8. 4. CUNNINGHAM JJ. MICRONUTRIENTS AS NUTRICEUTICAL INTERVENTIONS IN DIABEMELLITUS.
TES
J.AM.COLL.NUTR.
1998;17:7-10. 5. ARMSTRONG AM, CHESTNUTT JE, GORMLEY MJ, YOUNG IS. THE EFFECT OF DIETARY TREATMENT ON LIPID PEROXIDATION AND ANTIOXIDANT STATUS IN NEWLY DIAGNOSED NONINSULIN DEPENDENT DIABETES.
FREE RADICAL BIOLOGY
AND
MEDICINE 1996;21:719-26. 6. VAN DAM PS, BRAVENBOER B. OXIDATIVE
STRESS AND ANTIOXIDANT
TREATMENT IN DIABETIC NEUROPATHY.
NEUROSCI.RES.COMMUN. 1997;21:41-8. 7. KAKUDA T, SAKANE I, TAKIHARA T, OZAKI Y, TAKEUCHI H, KUROYANAGI M. HYPOGLYCEMIC FROM
EFFECT OF EXTRACTS
LAGERSTROEMIA
SPECIOSA
VES IN GENETICALLY DIABETIC MICE.
L.
LEA-
KK-AY
BIOSCI BIOTECHNOL BIOCHEM.
1996 FEB;60(2):204-8. 8. MURAKAMI C, MYOGA K, KASAI R, OHTANI K, KUROKAWA T, ISHIBASHI S, DAYRIT F, PADOLINA WG, YAMASAKI K. SCREENING OF PLANT CONSTITUENTS FOR EFFECT ON GLUCOSE TRANSPORT ACTIVITY IN
EHRLICH
ASCITES TUMOUR CELLS.
CHEM PHARM BULL (TOKYO). 1993 DEC;41(12):2129-31. 9. SUZUKI Y, UNNO T, USHITANI M, HAYASHI K, KAKUDA T. ANTIOBESITY ACTIVITY
OF
LAGERSTROEMIA FEMALE
EXTRACTS SPECIOSA
KK-AY
VITAMINOL
MICE.
L.
FROM
LEAVES ON
J NUTR SCI
(TOKYO).
1999
DEC;45(6):791-5.
244
Orthofyto Jg. 10, nr. 49 - 2004
ORTHOMOLECULAIRE VOEDING
Paulina Dabrowska, Ir Hugo De Smet
KRIJGEN ONZE MANNEN, EEN BEDREIGDE SOORT, EINDELIJK OOK IETS? “P
hytochemicals” en vooral dan fyto-oestrogenen (isoflavonen, 8-prenylnaringenine...) zijn erg in trek tegenwoordig. Alleen worden ze bijna steeds aanbevolen voor onze dames, het zogenaamd zwakke geslacht. Onze dames worden dezer dagen zodanig behoed voor alle mogelijke struikelblokken (menopauze, osteoporose, borst- en hartproblematiek...) dat er – om het maar even oneerbiedig te stellen – bijna geen vergaan meer aan is.
Onze mannen daarentegen worden steeds meer geteisterd door allerlei kwalen, vooral dan prostaatproblemen die stilaan een epidemische vorm aannemen. Een studie vermeldt dat 40 % van de mannen tussen 50 en 60 jaar oud en 90 % van de mannen tussen 80 en 90 jaar (1) er mee te kampen heeft. Dit gaat van toch wel erg vervelende klachten als moeilijk, pijnlijk en / of nachtelijk plassen en nadruppelen wegens prostaatvergroting (BPH, Benign Prostatic Hyperplasia of prostatitis) (2) (figuur 1) tot ja, inderdaad de alomgevreesde prostaatkanker. Bijgevolg ontstaat er een steeds groter wordend onevenwicht tussen vrouwen en mannen in de ouderenpopulatie. Het wordt dus hoog tijd de balans een duwtje in de andere richting te geven en ook eens aan onze mannen te denken. We weten natuurlijk wel dat reeds sedert enkele jaren saw palmetto / serenoa repens voor mannen wordt aanbevolen. Het zou echter zijn dat de in de markt aangeboden preparaten inzake samenstelling helemaal niet overeenstemmen met het preparaat waarmee ooit een studie uitgevoerd. Daarenboven wees de studie op een eerder symptomatisch dan wel een fundamenteel effect; dus wel verlichting van de plasproblemen, maar geen directe invloed op de prostaat zelf, die het probleem veroorzaakt. Fig. 1 : Benign Prostatic Hyperplasia of prostatitis
Lignanen voor mannen. Toeval of niet, de laatste tijd komt er heel wat belangstelling voor en verschijnen steeds meer studies over de heilvolle eigenschappen van lignanen voor mannen. Lignanen zijn een groep van bifenylstructuren in geringe mate voorkomend ondermeer in sommige graansoorten zoals rogge, maar meer geconcentreerd terug te vinden in vlaszaad (Linum usitatissimum L.) (3),
Orthofyto Jg. 10, nr. 49 - 2004
althans in de buitenste drie vliesjes van de in totaal vijf vliesjes die de kiem omgeven. De scheikundige vorm van de lignanen in vlaszaad is secoisolariciresinol diglucoside, afgekort als SDG (figuur 2) (4). Bij opname in het lichaam splitsen de darmbacteriën de twee suikers af en het overblijvende secoisolariciresinol (SECO) wordt verder omgezet tot de lichaamseigen lignanen, enterodiol en enterolacton (4). Deze verspreiden zich verder via de enterohepatische cyclus en / of de bloedbaan en vormen in feite de actieve vormen die het echte werk gaan verrichten (3). De
concentratie waarin we ze in bepaalde weefsels of organen zullen terugvinden zal dan ook een
aanduiding en een maat zijn voor hun geprefereerd werkterrein.
Fig. 2 : Secoisolariciresinol diglucoside (SDG)
245
ORTHOMOLECULAIRE VOEDING Lignanen in de prostaatvloeistof en het haarsebum/follikel • Een eerste concentratieplaats is de prostaatvloeistof (5), met dien verstande dat zoals Morton (6) heeft aangetoond, de concentratie aan lignanen signifi-
in onze hormonenhuishouding enerzijds en anderzijds het vermogen van fyto-oestrogenen om dank zij hun oestrogeenachtige structuur bepaalde receptoren te bezetten zodanig dat die niet meer vrij zijn voor de endogene hormonen. Aldus oefenen ze, bij een hoog hormoongehalte een antihormonale werking uit, en bij een laag hormoongehalte een lichte hormonale werking.
Fig. 3 : Het haarsebum en haarfollikel
Paulina Dabrowska, Ir Hugo De Smet In dit geval draait alles rond DHT, dihydrotestosteron, die de boosdoener is. Hoge concentraties aan DHT veroorzaken een versnelde celdeling, waardoor de prostaat langs alle kanten uitdeint en de urethra wordt dichtgeknepen (figuur 1) (5). En hoge concentraties aan DHT miniaturiseren de haarwortel en –follikel (7). Het komt er dus op aan de aanmaak van DHT te beperken. Zie hiervoor figuur 4. Onder invloed van een aantal 5alfa-reductase wordt testosteron omgezet tot DHT (8). Ook andere enzymes zoals aromatase en 17-beta-hydroxysteroid dehydrogenase spelen indirect een rol doordat ze de voor omzetting tot DHT beschikbare hoeveelheid testosteron beïnvloeden (8). Het paradoxale is dat met het ouder worden weliswaar het testosterongehalte daalt (2), maar dat anderzijds het 5-alfa-reductase zodanig overactief wordt zodat uiteindelijk nog meer DHT wordt aangemaakt (8).
Welnu, enterodiol en enterolacton limiteren de mogelijk nadelige werking van DHT door een viervoudige actie: • stimulatie van de productie van SHBG (Sex Hormone Binding Globulin) waardoor minder vrije testeron beschikbaar blijft voor omzetting tot DHT (9) • inhibitie van 5-alfa-reductase (8) • inhibitie van aromatase (10) • inhibitie van 17-betahydroxysteroïd dehydrogenase (8) Vermelden we volledigheidshalve ook nog de sterke antioxidant- en radicaalvangende eigenschappen van lignanen (11). Het feit dat in lijnzaadolie in vergelijking met andere plantaardige oliën relatief weinig natuurlijke vitamine E voorkomt wijst trouwens in die richting: de lignanen in de buitenste schil beschermen de olie tegen oxidatie! Een dagelijkse dosis van 50 mg SDG is aanbevolen. Nu dat er een 20% SDG bevattend concentraat op de markt komt betekent dit dat één capsule of één tablet van 250 mg per dag volstaat. En tenslotte, om onze oneerbiedige opmerking van bovenaan proberen goed te maken: lignanen (fyto-oestrogenen!) zijn ook goed voor onze dames. Meisjes, ach, ze zijn zo lief, meneer!
cant hoger is in populaties met een laag risico op prostaatkanker in vergelijking met populaties met een hoog risico op prostaatkanker. Hiermee is meteen het verband gelegd tussen lignanen en prostaatproblemen. • Een tweede, en wellicht verrassende concentratieplaats is het haarsebum en haarfollikel (figuur 3). En ook hier staat een hoge concentratie aan lignanen voor een gezonde haarontwikkeling en omgekeerd. Maar hoeveel mannen lijden niet aan androgenetic alopecia (AGA), een hormonaal gerelateerde kaalhoofdigheid? Je gaat er wel niet direct van dood, maar aangezien de meeste dames liever een mooie bos haar zien...
REFERENTIES BARRY, M. (2002), WEBMD SCIENTIFIC AMERICAN® MEDICINE, MEDLINE. SCIARA F. ET AL (2000), ARCHIEVES OF ANDROLOGY, 44: 213-220 THOMPSON L. (1998), CLINICAL ENDOCRYNOLOGY AND METABOLISM, 12:691-705 ALDERCREUTZ H. (1988), FRONT. GASTROINEST. RES. 14: 165-176 DENIS L. ET AL, (1998), EUROPEAN UROLOGY35:377-387 MORTON M.S. ET AL, (1997), CANCER LETTERS 114: 145-151 7) HOFFMANN R. (2002), CLIN EXP DERMATOL 27(5): 373-382 8)EVANS B. ET AL, (1995), JOURNAL OF ENDOCRYNOLOGY 147;295-302 9)HUTCHINS A.M. ET AL (2001), NUTRITION AND CANCER, 39: 58-65 10)MÄKELA T.H. ET AL, (2000), STEROIDS 65: 437-441 11)PRASAD K. ET AL (2000), INT. JOURNAL OF ANGIOLOGY 9:220-225
Een biochemische verklaring De biochemische verklaring voor vermelde acties is te zoeken Fig. 4 : Regulatie van testosteronniveau
246
Orthofyto Jg. 10, nr. 49 - 2004