Tweemaandelijks Magazine Orthofyto ®-Orthotrends ® Publi Media BSOM-VIOW Hoofdredactie Walter, O.M. Faché, Orth.Biochemicus, Secret. BSOM Werner, A. Faché, Dr. Med. ACAM, Pres. BSOM Marleen Nys, Voedingsdeskundige Dirk Bogaert, Wetenschapsjournalist Eric Ost, Adviseur Prof. Dr. Ir. Jozef Poppe
Eindredactie
IN DIT NUMMER 46 - JG 9, 2003 1. 5de Orthomoleculair Congres De kracht van Preventie
p. 112
2. Voorkom ritmestoornissen en hartstilstand met postelein
p. 115
3. Menopauzepil slikken tijdens de overgang verdubbelt risico op borstkanker
p. 120
Walter, O.M. Faché en Eric Ost
Wetenschappelijke Adviesraad Bas Luc, LTH De Smet Hugo, Ir. Eggermont Gerda, Dr. Med. Gaublomme Kris, Dr. Med. Germis Marleen, Psychologe Goossens Hubert, Apr. Hertoghe Thierry, Dr. Med. Huys Luc, Dr. Oral Implantology Jouret Paul, LTH, Voorz. BVBT Lapauw Stefaan, Dr. Med. Psychiater Mertens F., Dr. Med., Voorz. Neuraaltherapie Missiaen Erwin, Dietist Nijs Paul, Prof. Dr. Apr. UIA Pincemail J., Dr. Sc. Biomédicales (Service Cardiologie ULG.) Sadaune Philippe, Dr. Med. Vandenberghe Dirk, Prof. Dr. (UIA) Vergote Freddy, Dr. Med. Kinderarts
Secretariaat - Advertenties - Publi Media Yannick Dubrulle - Marleen Nys Larenhoeve, Kerkstraat, 101 - B 9270 Laarne Tel. 0032(0)9/369 06 42 Fax 0032(0)9/366 18 38 E-mail:
[email protected] Website: www.viow.be
Vormgeving, productie en druk Walter O. Faché, Directeur VIOW Bruyneel NV, Rivierstraat, 54 B 9080 Beervelde ©Copyright 2003 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. druk, fotocopie of welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toelating. De hoofdredacteur, de redactie, de eindredacteurs en de uitgever van de opgenomen artikelen en advertenties zijn niet aansprakelijk voor eventuele schade als gevolg van vermeende algemene medische adviezen, onjuistheden en/of onvolledigheden.
4. Hart- en Vaatziekten
p. 124
5. Preventie
p. 127
6. Luchtvervuiling en longfunctie
p. 128
7. Diabetes
p. 129
8. Voeding
p. 129
9. Arabinoxylaan verhoogt de Natural Killer cellen met 300%
p. 133
5. Selenium, een mineraal met vele gezichten Deel II: Selenium, een noodzaak voor een optimale gezondheid
p. 138
COVERSTORY Ter gelegenheid van 15 jaar VIOW en de negende jaargang van ORTHOFYTO richten wij in:
het Vijfde
Orthomoleculair Congres op zaterdag 11 oktober 2003, van 9 tot 18 uur in het Handelsbeursgebouw, Kouter in het centrum van Gent
Iedere auteur blijft verantwoordelijk voor de volledige inhoud van zijn artikels.
orthomoleculair congres zaterdag 11 oktober 2003
Orthofyto Jg. 9, nr. 46 - 2003
111
Redactioneel
Publi Media BSOM-VIOW
O R T H O F Y T O
REDACTIONEEL
met ORTHOTRENDS Een gids voor Orthomoleculaire preventie en Orthomoleculaire Substitutie Therapie
verschijnt 6 maal per jaar brengt u het meest uitgebreide orthomoleculaire voedingsblad voor alle gezondheidsverzorgende professionals en gezondheidsbewuste mensen. Hoe abonneren ? Betaling geldt als enige abonnering ❏ Voor België: storting van € 30 op rek. nr. FORTIS 290-0308228-80
❏ Voor Nederland: storting van € 34 op rek. nr. FORTIS Sas van Gent 637.787.749
Abonnement loopt automatisch verder indien geen schriftelijke opzegging twee maand op voorhand.
Jaarabonnementen 6 nummers België: € 30. Nederland € 34. Prijs per nummer: € 6,20 of € 7 (Nl).
Prof. Dr. Linus Pauling tweevoudig
Ter
gelegenheid
15 jaar
van VIOW en
de negende jaargang Orthofyto richten wij in:
het 5de Orthomoleculair Congres
De kracht van preventie. op zaterdag 11 oktober 2003, Handelsbeursgebouw Gent
Waarom dit congres? Voor de eerste maal in de wereld wordt in Gent door het Vlaams Instituut voor Orthomoleculaire Wetenschappen (VIOW) een Medisch Congres georganiseerd voor zowel de leek als de practici. Voordien waren alle congressen steeds voor wetenschappers, practici, sponsors en beleidsmensen! De leek werd stelselmatig alle nuttige informatie over gezondheidsproblemen onthouden! Op dit orthomoleculair Congres wordt de geïnteresseerde leek nu rechtstreeks betrokken bij de orthomoleculaire geneeskunde, met praktische en preventieve adviezen en maatregelen uit de eerste hand van wetenschappers van topniveau. Hoe meer mensen bewust worden van de preventieve kracht van de orthomoleculaire geneeskunde, hoe meer wetenschappelijk onderzoek op dit terrein zal gebeuren. En hoe meer beleidsmensen en ooit verantwoordelijken voor het RIZIV eindelijk het paard voor de wagen zullen spannen, in plaats van de huidige symptomatisch geïnspireerde, medische supertechnologie op te pompen tot een ware biotechhype. Want de huidige supertechtrend is op zijn minst misleiding van de goedgelovige mensen, die steeds opnieuw met ambitieuze beloften worden verblind.
Nobelprijswinnaar introduceerde in 1968 voor het eerst de term “Orthomoleculair” in Science: alle stoffen, moleculen of handelingen die niet toxisch en niet vreemd aan het lichaam zijn, die het lichaam biochemisch en fysiologisch normaal kan verwerken zonder enige schade en die op de juiste tijd met de juiste dosis biochemisch individueel dient gegeven of geëlimineerd te worden. (verruimde betekenis uit Science 160:265-271, 1968)
112
Orthofyto Jg. 9, nr. 46 - 2003
Bovendien wordt de leek eveneens uitgenodigd om kennis te maken met tientallen organisaties en orthomoleculaire bedrijven, die allen het orthomoleculair gedachtengoed en de natuurfilosofie hoog in het vaandel dragen. De leek zal kunnen ervaren dat er duidelijke maatschappelijke tendensen leven, die zich snel profileren tot waardevolle organisaties die het evenwicht in het gezondheidsveld kunnen handhaven. De orthomoleculaire firma’s groeiden spectaculair uit tot een orthoceuticagroep naast de klassieke farmaceutica lobby. De oprichting van de Orthoceutica Firmaraad in 1998 toonde de noodzaak aan van de niet-toxische orthoceutica-produkten. Deze kunnen meer dan ooit voor iedereen een weldaad zijn om enerzijds ziekten te voorkomen, veroudering tegen te gaan en anderzijds lijden te milderen en zelfs ziekte volledig te genezen. De biologische landbouw heeft ten tijde van alle milieu- en voedingsdrama’s eveneens bewezen dat zij beter in staat is de bevolking een meer kwalitatieve en eerlijkere voeding te bezorgen dan de voedings- en biotechnologische industrie. Genetische gemanipuleerde of gemodificeerde voeding is de belangrijkste subsector van de biotechnologische industrie geworden. Kunnen we straks nog GGO-vrije
orthomoleculair congres zaterdag 11 oktober 2003
Redactioneel voedingsmiddelen op ons bord krijgen? Welke voedingstijdbom ligt voor het ogenblik nog geketend aan de genetische manipulaties? Zal het tijdperk van de biotechnologie of the Biotech Age alle bestaande economische trends breken? (Oliver, Richard W. 2000. The coming Biotech Age. The business of Bio-Materials. Mc Graw-Hill, New York). Om deze duidelijke creatie van een biotechhype te doen stoppen of desnoods af te zwakken, is het nodig dat alle organisaties met een biologisch gedachtengoed en de hele orthomoleculaire voedingsector, zich samen scharen achter de doelstellingen van dit eerste Congres voor en van de consument.
De leek moet eens en voor altijd weten dat de orthomoleculaire stoffen nooit gepatenteerd kunnen worden zoals medicijnen. Deze stoffen zijn natuurlijke of semi-natuurlijke stoffen eigen aan het lichaam en zullen nooit beschadiging van cellen, weefsels of organen veroorzaken, indien ze professioneel en oordeelkundig, volgens de orthomoleculaire wetten worden voorgeschreven door de orthomoleculaire arts of therapeut. Het grote publiek werd gebrainstormd om te denken dat alleen gepatenteerde medicijnen werkzaam en legaal zijn. Ik wil duidelijk stellen dat zeker heel wat medicijnen een weldaad zijn voor de mensheid, doch dat het hoog tijd is om de niet registreerbare en patenteerbare producten, die minstens evengoed en zonder bijverschijnselen werken, te evalueren en te gebruiken in de eerstelijnsgeneeskunde. Deze zouden evengoed terugbetaalbaar moeten zijn als de klassieke medicijnen. Meer nog, de niet-toxische medicijnen of orthomoleculaire orthoceutica zouden als preventieve ondersteuning bij elke gradatie van het ziektebeeld en als preventie moeten kunnen voorgeschreven worden met terugbetaling door het RIZIV.
Preventie is meer dan vroegtijdige opsporing. In de 21ste eeuw denken de meeste wetenschappers, en zeker de patiënt, nog nauwelijks aan preventie in de gezondheidssector. Van het totale gezondheidsbudget is slechts 0,8% voorzien voor preventie! De explosieve technische geneeskunde en de wonderen belovende biotechnologie slokt het leeuwenaandeel van het budget op. Zij dragen er vandaag toe bij om de preventieve gedachte in het gezondheidsveld volledig van de kaart te vegen. Alle takken in de geneeskunde, de voedings- en de biotechnologie profileren zich volledig op een symptomatisch terrein en voorzien voor elk probleempje een symptomatische oplossing. Ongeveer 90% van de totale omzet van de biotechnologiesector betreft momenteel geneeskundige toepassingen. In plaats van de biologische landbouw te ontwikkelen en te ondersteunen, leveren de biotechnologen genetisch verbeterde gewassen die meer ijzer, calcium of vitamine E bevatten. DuPont ontwikkelde een genetisch verbeterde sojasoort waardoor de voedingskwaliteit van poedermelk sterk verhoogd werd. Japanse moleculaire wetenschappers zijn er in geslaagd om
orthomoleculair congres zaterdag 11 oktober 2003
een rijstsoort te ontwikkelen die geschikt is voor mensen met allergie voor bepaalde rijstsoorten. Men gaat zelfs zover te beweren dat biotechnologie een techniek is die vooral kan bijdragen tot het elimineren van allergische reacties (Albrecht Johan. Biotechnologie en genetische manipulatie, tussen hype en hysterie. Standaard Uitgeverij, 2000). Men vergeet echter dat ook allergische reacties mogelijk zijn op genetisch gewijzigde gewassen! In de orthomoleculaire wetenschappen echter pakt men allergie oorzakelijk aan, en probeert men het immuunsysteem terug in balans te krijgen door een voedingssanering door te voeren en lichaamseigen stofjes aan te vullen. De huidige summiere preventieve geneeskunde denkt zelfs symptomatisch in zijn preventieve maatregelen! Bijvoorbeeld het baarmoederuitstrijkje en de mammografie zijn geen echte preventieve technieken om kanker te voorkomen. Deze schijnbare preventie komt meestal te laat, want ze is erop gericht een eventuele bestaande kanker op te sporen, om deze medisch te kunnen behandelen. Echte preventie is het voorkomen van borsten baarmoederkanker! Elke burger kan zelf een zuivere, eerlijke en goedkope preventie inbouwen in zijn dagelijks leven met de hulp van de arts of therapeut, door zijn eet- en leefwijze te verbeteren (Zie de LEEFNU Magazine, een leef- en eetwijzer van het VIOW). Nog steeds eet slechts 4% van de Belgische bevolking voldoende groenten (en dan nog volgens de klassieke normen) en 24% voldoende fruit. Nochtans hebben de voedings- en medische wetenschappen de kracht van groenten en fruit tegen kanker en andere degeneratieziekten eindelijk ontdekt en begrepen. Maar ze falen nog steeds in het operationeel maken van betere en juistere leef- en voedingsadviezen. Het VIOW zal op zaterdag 11 oktober 2003 voor het eerst in de wereld een volledig congres houden voor de leek over de preventieve aanpak van verouderen en degeneratieziekten.
Preventieve geneeskunde, de toekomst. Het VIOW adviseert in de orthomoleculaire geneeskunde als basisconcept een volledig ongeraffineerde biologische voeding, een dagelijkse verscheidenheid van 15 orthomoleculaire voedingsgroepen (zie voedingsdriehoek VIOW), een verscheidenheid aan 7 groepen groenten en fruit (zie groente-fruit driehoek VIOW), een keuze uit biologische dranken en een orthomoleculaire leefwijze, de vijf l’s: lopen, licht, lucht, liefde en loslaten. Dit alles stellen we in primeur voor als de ORTHOMOLECULAIRE LEEFNU PIRAMIDE op het Orthomoleculair Congres te Gent op zaterdag 11 oktober 2003. De “LEEFNU PIRAMIDE Faché” is deskundig samengesteld om elke dag een optimale hoeveelheid aan antioxidanten en andere essentiële nutriënten op te nemen. Op het Congres gaan we in op het antioxidant netwerk dat ons beschermt tegen de degeneratieziekten en het verouderingsmechanisme helpt afremmen. Een nutritioneel tien-stappenplan kan degeneratieziekten voorkomen of terugdringen. Dit 10stappenplan is door iedereen gemakkelijk uitvoerbaar en
Orthofyto Jg. 9, nr. 46 - 2003
113
Redactioneel dient geïntegreerd te worden in het dagelijks leef- en eetpatroon. Dit plan kan een begin zijn van een krachtige preventie; het kan leren bewust de oorzaken van elke ziekte te ontdekken en orthomoleculair aan te pakken, zodat men jong en gezond kan blijven op elke leeftijd. Wie zou dit versmaden? Het nieuwe orthomoleculair voedingsconcept “LEEFNU van Walter Faché” toont aan dat men kan afslanken of zijn lichaamsgewicht behouden. De artsen Michaël Maes, Werner Faché en Walter De Sy zullen aantonen dat met de juiste orthomoleculaire voeding als preventie, de opmars van ziektebeelden zoals depressie, borstkanker en prostaatdysplasie kan gestopt worden. Het spreekt vanzelf dat alle andere degeneratieziekten eveneens met het orthomoleculair voedingsconcept preventief kunnen benaderd worden en succesvol behandeld. Bovendien stelt professor Dr. Ir. Jozef Poppe, als internationaal zwammenspecialist, de te weinig gekende paddestoelen voor als optimale orthomoleculaire voeding met krachtige geneeskundige eigenschappen. Het Congres wordt omkaderd door een viertal filosofische tussenkomsten. De congresvoorzitter Eric Ost zal een lans breken met de meest actuele, preventieve maatregel voor een
optimale gezondheid. Eerste Schepen van de stad Gent, schepen van Cultuur en Toerisme, Sas van Rouveroij, zal in zijn gelegenheidstoespraak het Orthomoleculair Congres in een breed sociaal perspectief situeren. Dokter Werner Faché, arts en President van BSOM, maakt “The State of the Art” op van de mondiale orthomoleculaire geneeskunde, en speciaal deze in België, terwijl journalist-schrijver Bob Van Laerhoven een patiëntenstaat opmaakt van de orthomoleculaire geneeskunde, zowel qua de genezende kracht als op gebied van financieelsparende kracht.
Het Congres sluiten wij af met de voorstelling van het nieuwe orthomoleculair voedingsconcept “LEEFNU van Walter Faché” en de nieuwe voedingsdriehoek VIOW 2003. Als apotheose van het congres reikt het VIOW de “Orthomoleculaire trofee 2003” uit aan de meest verdienstelijke orthomoleculaire wetenschapper en kan iedereen met een schriftelijke orthomoleculaire quiz meespelen. Hoofdredacteur Walter OM Faché
5de Orthomoleculair Congres De kracht van preventie op zaterdag 11 oktober 2003 vanaf 9u (deuren 8u15)
Kenmerken Congres Handelsbeursgebouw
➲ ➲ ➲ ➲ ➲ ➲ ➲ ➲ ➲ ➲ ➲
114
Jong en gezond op elke leeftijd. Neem het heft in eigen handen. Preventie is meer dan vroegtijdige opsporing! Het grootste Congres van het VIOW voor de leek en de patiënt sedert zijn 15 jarig bestaan. Voordrachten door wetenschappers van topniveau. Tientallen organisaties ondersteunen het congres. Deelname van de Orthoceutica Firmaraad met een 20-tal orthoceutische firma’s. Uitreiking orthomoleculaire trofee 2003 Meespelen met de schriftelijke orthomoleculaire quiz. Maximaal 600 deelnemers mogelijk, boek nu voor het congres op zaterdag 11 oktober 2003! Kaarten zijn te verkrijgen bij: FNAC, Handelsbeursgebouw, en Secretariaat VIOW tel. 09 369 06 42
Orthofyto Jg. 9, nr. 46 - 2003
orthomoleculair congres zaterdag 11 oktober 2003
VOORKOM RITMESTOORNISSEN EN HARTSTILSTAND MET POSTELEIN! Walter O M Faché
H
et boek Genesis leerde ons dat God op de vijfde dag de vissen schiep, nadat Hij het water scheidde van de droge aarde. Een voorteken van het belang van vis voor de gezondheid van de mens? Sedert in de jaren zeventig de Eskimo-paradox veel onderzoek uitlokte, is bekend dat het eten van vis, vooral vette vis, goed is voor hart en bloedvaten, en atherosclerose voorkomt. Een aantal jaren geleden werd bovendien ontdekt dat Omega3-vetzuren ritmestoornissen voorkomen. (ref 22, zie Orthofyto 18, pag 172) Thans zijn de bewijzen voor de beschermende werking van Omega-3-vetzuren tegen levensbedreigende ritmestoornissen stilaan overweldigend. Vis én vlaszaad (lijnzaadolie) én postelein, rijk aan Omega-3 vetzuren, geven je hart rust!
Hartstilstand, een belangrijke doodsoorzaak. Hartstilstand is een belangrijke doodsoorzaak in het Westen en is dikwijls het gevolg van fatale ritmestoornissen, voornamelijk kamerfibrillatie. Deze ritmestoornissen treden dikwijls op als eerste symptoom van hartziekte en zijn vaak meteen fataal, waardoor er van preventie veelal weinig in huis komt. Ze zijn bovendien een gevreesde complicatie van hartinfarct en hartheelkunde, waar ze eveneens verantwoordelijk kunnen zijn voor overlijden van de patiënt. Ritmestoornissen worden ‘klassiek’ behandeld met een hele reeks medicijnen, ‘anti-aritmica’, die de prikkelbaarheid van het hart moeten verlagen. Zij hebben echter tal van bijwerkingen en moeten meestal langdurig genomen worden.
Wat zijn hartritmestoornissen? Ritmestoornissen zijn afwijkingen in het normale ritme van het hart. Sommige zijn nog onschuldig, andere zijn zwaar belastend voor het hart of verhogen sterk het risico op trombose en embolie. Sommige, zoals kamerfibrillatie, zijn dadelijk levensbedreigend, tenzij binnen een
orthomoleculair congres zaterdag 11 oktober 2003
paar minuten ingegrepen wordt, iets wat eigenlijk alleen mogelijk is als er iemand met een defibrillator bij de hand is. Kamerfibrillatie of ventrikelfibrillatie is het ongecoördineerd chaotisch samentrekken van de hartspiervezels. Daardoor pompt het hart niet meer en is er dus geen bloedcirculatie meer, waardoor ook de ademhaling en de andere organen binnen enkele minuten uitvallen. Kamerfibrillatie is eigenlijk een frequentere en vooral ook een meer onverwachte oorzaak van hartstilstand dan het echte ‘stilstaan’ van het hart, waarbij er geen enkele activiteit meer is. Andere ritmestoornissen zijn niet direct levensbedreigend, maar geven wel een indicatie van de ‘overprikkelbaarheid’ van het hart. En dus van het risico op zwaardere ritmestoornissen. Extrasystolen: zijn abnormale contracties of samentrekkingen van het hart. Soms onschuldig, soms gevaarlijk, naargelang de oorsprong en het ogenblik waarop ze optreden. Voorkamerfibrillatie is het ongecoördineerd samentrekken van de voorkamers of boezems, wat de effectiviteit van het hart vermindert en het risico op stolsels of trombose en embolen sterk verhoogt. Daarom wordt hierbij steeds anticoagulantiaof ontstollingsmedikatie voorgeschreven.
Orthofyto Jg. 9, nr. 46 - 2003
115
De Eskimo-paradox. In het begin van de zeventiger jaren stelde men vast dat de Groenlandse Eskimo’s nauwelijks hartziekten kenden, alhoewel ze minstens even veel vet aten als de Westerse mens, nl. 40 % van hun voeding. Dierproeven wezen uit dat een voeding rijk aan verzadigde vetten (in vlees, zuivelproducten en bepaalde tropische oliën) geassocieerd is met een hoge incidentie van hart- en vaatziekten. Sedertdien kennen we, tot op heden, de rage van onverzadigde vetzuren, plantaardige oliën zoals maïs-, saffloer-, katoenzaad- en zonnebloemolie, en margarines, allemaal in het teken van gezondheid en de preventie van hart- en vaatziekten. Deze meervoudige onverzadigde vetzuren behoren echter tot de Omega-6 vetzuren, waaronder linolzuur het meest voorkomende is. Dertig jaar later is het aanbod aan dieetproducten met linolzuur en andere onverzadigde vetzuren onoverzichtelijk gestegen… doch het aantal hart- en vaatziekten evenveel! Nochtans waren deze vetzuren bedoeld om ons hart gezond te houden! Ook in dierproeven, testopstellingen, klinische en epidemiologische studies, waarbij verzadigde vetten vervangen werden door het onverzadigde linolzuur, bleef de verwachte vermindering van hartproblemen uit, terwijl het aantal overlijdens ten gevolge van hartstilstand even hoog bleef. (ref 11) Pas door toevoeging van de Omega-3vetzuren ALA, EPA en DHA kwam er een significante vermindering van het aantal fatale hartinfarcten en hartstilstanden. In de loop der jaren kwam er steeds meer bewijs dat visoliën in vis of Omega-3 vetzuren inderdaad beschermende effecten uitoefenen op hart en bloedvaten. Zelfs een matige consumptie van vette vis (1 à 2 maal per week) is al een zeer effectieve en veilige maatregel om de mortaliteit tengevolge van hart- en vaatziekten te verlagen, en dit zowel bij hartpatiënten als voor de hele bevolking. (ref 6) Vervanging van de Omega-6 vetzuren door Omega-3-vetzuren gaf in studies een vermindering van 29 à 52 % van het aantal overlijdens door hart- en vaatziekten; het aantal gevallen van hartstilstand verminderde met 45 tot 81 %! (ref 10) De totale hoeveelheid vetten in de voeding is veel minder belangrijk dan de kwaliteit van de geconsumeerde vetten.
116
Orthofyto Jg. 9, nr. 46 - 2003
De Eskimo’s gebruikten wel hoge concentraties aan vetten, doch in de eerste plaats de goede vetten of de Omega-3 vetzuren die aanwezig zijn in vis en in het vlees van zeezoogdieren die uitsluitend van vis leven.
De Kreta paradox. De traditionele voeding op het Griekse eiland Kreta is van 4000 v. C. tot in onze tijd vrijwel onveranderd gebleven. Vergeleken met de Japanse voeding bevat de Kretenzische voeding driemaal zoveel vet (40%). Verrassend was de vaststelling dat het totale sterftecijfer van de mannen van Kreta de helft bedroeg van dat van de Italiaanse mannen, al aten beide groepen mannen mediterrane voeding, rijk aan olijfolie, vis, peulvruchten, groenten en fruit (ref 23). Er
moest dus toch iets unieks aan het Kretenzische voedingspatroon zijn! Later werd vastgesteld dat mensen op Kreta grote hoeveelheden bladgroenten en wilde planten eten, waaronder postelein, die rijk is aan Omega-3 vetzuren. Een baanbrekend hartonderzoek werd in 1995 verricht door de Fransen Serge Renaud en Michel de Lorgeril bekend als de “Lyon Diet Heart Study”. Zij lieten 302 overlevenden van een hartinfarct een traditioneel hart- en vaatdieet van de American Heart Association (ADA) volgen en een soortgelijke groep kreeg een Kretenzische voeding toegewezen: canolaolie en olijfolie, veel bladgroenten en wilde planten, postelein en een optimale verhouding van Omega-6/Omega-3 vetzuren van 4 op 1, veel lager dan het traditioneel Amerikaans hartdieet en het westers voedingspatroon, die 10 à 20 op 1 scoren. De
Grafiek 1: Aantal overlevenden zonder verdere hartinfarcten
voeding bevatte ook weinig rood vlees en bereide vleeswaren, maar meer vis, granen, groenten en fruit. De voeding bevatte in totaal 35% vet, terwijl het vetgehalte van het Amerikaans hartdieet 30% is. De resultaten van de studie waren van historisch belang voor de geneeskunde. De grafiek 1 toont aan dat er significant minder sterfgevallen waren in de Kretagroep dan de ADA-groep. Na twee jaar werd de studie abrupt beëindigd omdat de Kretenzische voeding zo superieur bleek dat het onethisch zou zijn geweest het onderzoek voort te zetten. De patiënten die de Kretenzische voeding gebruikten, scoorden een 76% lager risico om aan
hart-en vaatziekten te sterven dan de ADA-groep! (ref 24, 25, 26)
Beste bronnen van Omega-3-vetzuren. ☛ De Omega-3-vetzuren EPA en DHA vindt men in vis, voornamelijk in vette vis uit de koude zeeën en schaaldieren. In beperktere mate komen ze vooral voor in niet gekweekt wild en gevogelte. Gekweekte dieren bevatten veel minder of praktisch geen Omega-3 vetzuren!. De wilde Kaapse buffel bijvoorbeeld, die vrij kan fourageren in
orthomoleculair congres zaterdag 11 oktober 2003
Grafiek 2: Verschillen in vetgehalten tussen Kaapse buffel en moderne jonge os
zijn natuurlijke omgeving, bevat slechts eentiende van het totaal aan vet en ongeveer de helft van het verzadigd vet van een vergelijkbaar stuk vlees van een met graan gevoerde jonge os, maar bijna zesmaal zoveel Omega-3 vetzuren. (ref 31) (grafiek 2)
traditionele samenlevingen gebruikt bij hartproblemen, ontstekingen, pijn en koorts. Honderd gram postelein bevat 400 mg alfalinoleenzuur, vijftien keer zoveel als de meeste slasoorten uit de winkels!
☛ Alfa-linoleenzuur of ALA daarentegen is
Postelein bevat daarenboven extra hoge concentraties aan antioxidanten. Een portie postelein voorziet bovendien in de dagelijkse behoefte aan vitamine E en levert aanmerkelijke hoeveelheden vitamine C, beta-caroteen en glutathion. (ref 27, 28)
de plantaardige voorloper van EPA en DHA. ALA komt het overvloedigst voor in vlas- of lijnzaad, en dus in vlaszaadolie. Maar ook soja en dus sojaolie (niet geraffineerde!) en sommige andere oliën bevatten ALA. Men treft ook ALA aan in wilde planten (postelein, venkel, komijn, fenegriek), donkergroene bladgroenten, peuvruchten, walnoten en enkele zaden (mosterd).
Postelein bulkt van de omega-3 vetzuren. Vooral postelein is rijk aan alfalinoleenzuur en werd reeds in vele
Postelein komt zeer wijdverspreid voor en geldt als de op zeven na meest voorkomende wilde plant ter wereld. Het was ook een van de eerste planten die door mensen geteeld werd. Men heeft zelfs zaden van postelein aangetroffen in een grot in Griekenland die gedurende de laatste 16.000 jaar niet werd bewoond. Meetbare hoeveelheden alfa-linoleenzuur worden aangetroffen in de meeste donkergroene bladgroenten, varens, mossen, peulvruchten en soja, evenals in veel kruiden en specerijen: venkel, fenegriek, komijn en mosterd.
ALA wordt in het lichaam omgezet in EPA en DHA, en deze omzetting verloopt niet altijd en bij iedereen even vlot. Uit recente literatuur blijkt echter dat ALA een sterkere anti-aritmische en antitrombotische activiteit vertoont dan EPA en DHA. De moeilijke omzetting is misschien een gevolg van de grote nood van het lichaam aan alfalinoleenzuur? (ref 16)
Anti-aritmisch én anticonvulsief! De basis voor de anti-aritmische activiteit van Omega-3-vetzuren is, naast hun inbouw in de celmembranen, het stabiliseren van de Na- en Ca-ionenstromen waardoor de normale geleiding hersteld wordt. Door een verhoging van de prikkeldrempel (waarop het hart samentrekt) en een verlenging van de refractaire periode (waarbinnen het hart niet kan reageren na een contractie) verlaagt de prikkelbaarheid en worden ritmestoornissen voorkomen. Gezien de zenuwcellen op dezelfde wijze werken als de hartspiercellen, is het logisch dat Omega-3vetzuren ook de normale elektrische activiteit in de hersenen kunnen herstellen, en dus neurologische afwijkingen kunnen herstellen en convulsies voorkomen. Er is trouwens steeds meer literatuur die in deze richting wijst. (ref 1, 15, 18) Omega-3 vetzuren verhogen bovendien de variabiliteit van het hartritme, dit wil zeggen de capaciteit van het hart om zich snel aan te passen aan arbeid en rust. Hoe hoger deze hartritmevariabiliteit, hoe lager de kans op hartstilstand! (ref 14, 17) Naast deze directe belangrijke eigenschappen voor de preventie van hartritmestoornissen oefenen Omega-3 vetzuren nog andere ondersteunende functies uit voor hart en bloedvaten. Omega-3-vetzuren zijn anti-inflammatoir of ontstekingswerend doordat ze de synthese van ontstekingsremmende prostaglandines bevorderen en de pathway van de ontstekingsbevorderende prostaglandines en thromboxanen afremmen. (zie Vitamine F dossier van Walter OM Faché en Dr Werner A Faché en cursus Orthomoleculaire Geneeskunde VIOW) Ze verbeteren de endotheelfunctie. In combinatie met hun ontstekingswerende eigenschappen beschermen ze dus de bloedvaten, voorkomen hoge bloeddruk en voorkomen hartziekten. Ze verlagen de triglyceridenconcentratie in het bloed. Ze verdunnen het bloed, wat de doorbloeding verbetert en het tromboserisico verlaagt. Vooral ALA zou het risico op trombose bij hartinfarct verlagen door een rechtstreeks effect op de bloedplaatjes. (ref 11)
Transvetzuren medeplichtig? Niet alleen de verzadigde vetzuren zijn de
orthomoleculair congres zaterdag 11 oktober 2003
Orthofyto Jg. 9, nr. 46 - 2003
117
oorzaak van ritmestoornissen. Steeds meer blijkt dat ook de transvetzuren grote boosdoeners zijn. Uit studies blijkt dat de opname van transvetzuren en de hoeveelheid transvetzuren in het hartweefsel in rechtstreeks verband staan met het risico op hartstilstand! De celmembranen bestaan uit een dubbellaag van lipiden. Het zijn echter geen starre structuren, ze lijken meer op een golvende zee, waarbij er continu vetzuren uitgewisseld worden met de omgeving. De soort vetzuren is echter van groot belang voor de goede werking van de membraan, zijn receptoren en ionkanalen. Vetzuren verschillen namelijk sterk van structuur naargelang ze verzadigd of onverzadigd zijn, en naargelang ze een cis- of trans-structuur hebben. De cisvorm, waarbij het onverzadigde vetzuur een zigzagvorm heeft, is de normaal in de natuur voorkomende vorm waarop onze membranen berekend zijn. Transvetzuren staan net omgekeerd. Inbouw ervan veroorzaakt afwijkingen in de membranen en hun werking. Transvetzuren ontstaan wanneer onverzadigde vetten verhit worden, en vooral bij de hydrogenatie die plaats vindt bij het verwerken van olie tot margarine.
Het hydrogenatieproces verlaagt het essentiële-vetzurengehalte van oliën, zowel omega-6 als omega-3 vetzuren. Onbehandelde sojaolie bevat bijvoorbeeld ongeveer 8,5% omega-3 vetzuren, doch na hydrogenatie slechts maximum 3%. Transvetzuren vind je dus vooral in de meeste soorten margarines, geraffineerde oliën, fast food, bakvet, surrogaatkaas, gefrituurde levensmiddelen, gebak uit de winkel, snacks, en industrieel bereide producten. Let op! Ze ontstaan ook als je thuis frituurt en bakt in olie met veel onverzadigde vetzuren! (ref 19, 20, 21) Transvetzuren gedragen zich in veel opzichten net als verzadigd vet, onder meer door het LDL-cholesterol te verhogen. Ze zijn zelfs nog destructiever dan verzadigd vet, omdat ze ook het HDL-cholesterol verlagen. Ze nemen de plaats van essentiële vetzuren in celmembranen in, belemmeren de celstofwisseling en verbruiken sommige enzymen die hard nodig zijn voor de aanmaak van anti-inflammatoire prostaglandinen.
118
Orthofyto Jg. 9, nr. 46 - 2003
Waarom eten wij de verkeerde vetten? Het gebruik van Omega-3-vetzuren is een absolute vereiste om hart- en bloedvaten te beschermen. Deze vetzuren waren vroeger altijd al een essentieel bestanddeel van de menselijke voeding, en daar kwam slechts vrij recent verandering in, waardoor we blijkbaar een belangrijke schakel in de controle van de hartfunctie verloren. Tijdens de lange periode van de menselijke evolutie raakten de genen van de mens volledig aangepast aan de essentiële vetzuren uit wilde planten en dieren. Volgens Dr Boyd Eaton van de Emory Universiteit is een voedingspatroon, dat binnen een soort bijna twee miljoen jaar blijft bestaan, optimaal (ref 29). De vetten die onze voorouders uit de prehistorie aten zijn nu nog even optimaal voor de huidige mens, omdat onze genen vrijwel identiek zijn gebleven aan deze van onze voorouders. Dit betekent dat ons steentijdlichaam aan de eettafel verwacht dezelfde vetsoorten en –verhoudingen te eten te krijgen als onze holbewonende voorouders. Wanneer we frites eten, gebakken in gehydrogeneerde plantaardige olie, in plaats van wilde planten, of een hamburger met vet doordrenkt en voorzien van een dikke laag mayonaise, in plaats van het vlees van een vrij rondzwervend wild dier, rijk aan omega3 vetzuren, registreert ons lichaam telkens een overtreding. Uit onderzoek van het paleolitisch dieet kunnen we afleiden dat onze voorouders het merendeel van hun voeding haalden uit vis en vlees van wilde dieren, groenten (wilde kruiden) en fruit. Onze voorouders aten driemaal zoveel groenten en fruit als wij tegenwoordig en aanzienlijk meer vlees en vis. De andere twee belangrijke huidige voedingsgroepen, graan en brood, en zuivelproducten, speelden een ondergeschikte rol in de paleolitische voeding. Volgens Eaton (ref 29) zijn vanuit het gezichtspunt van erfelijk bepaalde menselijke biologie de granen en zuivelproducten twee nieuwkomers in de menselijke voeding. Onze voeding vandaag steunt spijtig genoeg hoofdzakelijk op deze laatste voedingsmiddelen: graanvlokken of muesli, brood, gebakjes, cake, koekjes en crackers, en zo weinig mogelijk groenten. Dit verklaart enerzijds dat we zo’n overvloed aan Omega6 vetzuren en anderzijds zo’n groot tekort aan Omega-3 vetzuren hebben in onze voeding. Omega-3 vetzuren concentreren
zich in vis, in de groene bladeren van planten, peulvruchten, in enkele zaadsoorten en noten (lijnzaad, canolaolie en walnoten), terwijl de hoogste concentratie Omega-6 vetzuren te vinden is in de nieuwkomers in onze huidige voeding, zaden en granen. Tegenwoordig consumeren wij slechts een derde van de hoeveelheid bladgroente die onze voorouders verbruikten, eten wij eieren en vlees van dieren waarvan de voeding kunstmatig arm is aan Omega-3 vetzuren, en een vierde van de bevolking eet helemaal nooit vis. Naar schatting krijgen wij slechts een tiende binnen van de hoeveelheid Omega-3 vetzuren die wij normaal functioneel nodig zouden hebben. Verontrustend is wel dat minstens 20% van de bevolking helemaal geen Omega-3 vetzuren binnen krijgen! (ref 30) Daartegenover zorgde de industriële revolutie en de biotechnologie ervoor dat de mensen grote hoeveelheden Omega-6plantaardige oliën gingen consumeren, waardoor het evenwicht tussen de Omega-6 en Omega-3 verder verstoord werd. Ook de eenzijdige campagnes om cholesterol te verlagen hebben tot buitensporige consumptie van Omega-6 oliën geleid. De wijdverbreide ingepompte angst voor vet heeft nog meer de goede Omega-3 vetzuren uit onze voeding geëlimineerd. De industrie, geadviseerd door het medisch establischement en de Food and Drug Administration (FDA), hebben de bevolking volledig verkeerd geïnformeerd, waardoor thans het vetzuurevenwicht bij de meeste mensen volledig verstoord is. Veel chronische ziekten worden gekenmerkt door een overproductie van inflammatoire prostaglandinen, die uit de overmaat Omega-6 vetzuren worden aangemaakt. Wanneer de essentiële vetzuren in het lichaam in balans zijn of terug in evenwicht zijn gebracht, loopt men veel minder risico op ontstekingsziekten en andere degeneratieve ziekten.
Het beste middel om hartziekten en vooral ritmestoornissen te voorkomen is enerzijds het consequent vermijden van verzadigde vetten en vooral van producten waarin transvetzuren kunnen voorkomen; anderzijds zorgen
orthomoleculair congres zaterdag 11 oktober 2003
voor een regelmatige consumptie van vette vis en vlaszaadolie en andere plantaardige producten die alfa-linoleenzuur bevatten zoals postelein, groene bladgroenten, peulvruchten en walnoten.
Hartdefibrillators in handen van iedere leek? In Nederland ijvert de Nederlandse Hartstichting voor een massale aanschaf van defibrillators zodat ook leken ‘levens kunnen redden’ door medemensen te defibrilleren, die plots hartstilstand doen door een kamerfibrillatie. Ook in België dromen sommigen van een ‘Public Acces Defibrillation’, dus defibrillators ter beschikking van iedereen. Dit natuurlijk ten koste van grote (onbetaalbare!) organisatorische en financiële inspanningen. Want een hartdefibrillator is een technologisch hoogstandje; en een defibrillator die kan gebruikt worden door niet-medisch-bevoegden is dat nog meer. Voorlopig 3.000 à 5.000 per stuk!… Defibrillatie is echter een zeer agressieve en niet ongevaarlijke techniek, die hoegenaamd niet thuishoort in de handen van mensen zonder degelijke medische achtergrond én voldoende ervaring. De nieuwe toestellen zouden wel beveiligd zijn tegen verkeerd gebruik, maar toch… Een campagne om Omega-3-vetzuren te promoten en verzadigde en transvetzuren te vermijden zou zeker heel wat goedkoper, veiliger en gezonder zijn, en heel wat meer levens redden! Preventie van ritmestoornissen maakt tenslotte defibrillators voor een groot deel overbodig!
politici er wel van overtuigd dat ze niet anders kunnen doen dan geld ter beschikking stellen om defibrillators aan te kopen. Is het een wonder dat de gezondheidszorg failliet gaat aan dure hoogtechnologische toestellen, terwijl de preventieve gezondheidszorg in het verdomhoekje zit?
Zijn Omega-3vetzuren veilig? Omega-3 vetzuren worden meestal zeer goed verdragen en zijn zeer veilig. Als mogelijke (beperkte) nadelen kan men aanhalen: de vissmaak (DHA en EPA) en dat ze soms wat maag-darmbezwaren veroorzaken. Ze zouden een lichte stijging van de LDL-cholesterol en de glycemie (bloedsuikergehalte) kunnen veroorzaken. De bloedverdunnende eigenschappen zijn eerder een voordeel, maar bij patiënten met anticoagulantia(onstollings-) therapie moet hiermee wel rekening gehouden worden en is regelmaat zeer belangrijk. (ref 10) Andere studies tonen aan dat Omega-3vetzuren geen enkel toxisch neveneffect hebben, maar eveneens dat er geen problemen waren van bloeding, zelfs niet bij bloedvatoperaties en coronaire bypasschirurgie, zelfs niet bij een gelijktijdige toediening van 325 mg aspirine en 8 g omega-3-vetzuren! Defibrillator: Elektronisch toestel dat een hoge stroomstoot (tot 400 watt) door het hart kan jagen door middel van elektrodes die op de huid aangebracht worden. Daardoor wordt de hartwerking voor korte tijd stilgelegd; doordat de chaotische prikkels van de kamerfibrillatie onderbroken worden, kan de normale prikkel weer doorgaan en de normale werking van het hart hernemen. Het kan dus een levensreddend toestel zijn... in bekwame handen!
Voelen wij hier weer de druk van de medische industrie met een verdoken promotie-actie voor defibrillators? Om te kunnen produceren en verkopen moet eerst een noodzaak geschapen worden… Dus eerst een paar studies en statistieken, dan een flinke perscampagne om iedereen te overtuigen van de noodzaak van de massale aanschaf van defibrillators. Zo raken de
orthomoleculair congres zaterdag 11 oktober 2003
REFERENTIES: 1. LEAF A, KANG JX, XIAO YF, BILLMAN GE. CLINICAL PREVENTION OF SUDDEN CARDIAC DEATH BY N-3 POLYUNSATURATED FATTY ACIDS AND MECHANISM OF PREVENTION OF ARRHYTHMIAS BY N-3 FISH OILS. CIRCULATION. 2003 JUN 3;107(21):264652. 2. SISCOVICK DS, LEMAITRE RN, MOZAFFARIAN D. THE FISH STORY: A DIET-HEART HYPOTHESIS WITH CLINICAL IMPLICATIONS: N-3 POLYUNSATURATED FATTY ACIDS, MYOCARDIAL VULNERABILITY, AND SUDDEN DEATH. CIRCULATION. 2003 JUN 3;107(21):2632-4 3. JONES PJ, LAU VW. EFFECT OF N-3 POLYUNSATURATED FATTY ACIDS ON RISK REDUCTION OF SUDDEN DEATH. NUTR REV. 2002 DEC;60(12):407-9. REVIEW. 4. ZOCK PL, KROMHOUT D. NUTRITION AND HEALTH—FISH FATTY ACIDS AGAINST FATAL CORONARY HEART DISEASE. NED TIJDSCHR GENEESKD. 2002 NOV 23;146(47):2229-33. 5. RENAUD S, LANZMANN-PETITHORY D. DIETARY FATS AND CORONARY HEART DISEASE PATHOGENESIS. CURR ATHEROSCLER REP. 2002 NOV;4(6):419-24. 6. ALBERT CM, CAMPOS H, STAMPFER MJ, RIDKER PM, MANSON JE, WILLETT WC, MA J. BLOOD LEVELS OF LONG-CHAIN N-3 FATTY ACIDS AND THE RISK OF SUDDEN DEATH. N ENGL J MED. 2002 APR 11;346(15):1113-8. 7. ROSENBERG IH. FISH – FOOD TO CALM THE HEART. N ENGL J MED. 2002 APR 11;346(15):1102-1103. NUTR REV. 2002 DEC;60(12):407-9. 8. JONES PJ, LAU VW. EFFECT OF N-3 POLYUNSATURATED FATTY ACIDS ON RISK REDUCTION OF SUDDEN DEATH. NUTR REV.2002 DEC;60(12):407-9. 9. ZOCK PL, KROMHOUT D. NUTRITION AND HEALTH—FISH FATTY ACIDS AGAINST FATAL CORONARY HEART DISEASE. NED TIJDSCHR GENEESKD. 2002 NOV 23;146(47):2229-33. 10. CARROLL DN, ROTH MT. EVIDENCE FOR THE CARDIOPROTECTIVE EFFECTS OF OMEGA-3 FATTY ACIDS. ANN PHARMACOTHER. 2002 DEC; 36(12):1950-6. 11. RENAUD S, LANZMANN-PETITHORY D. DIETARY FATS AND CORONARY HEART DISEASE PATHOGENESIS. CURR ATHEROSCLER REP. 2002. NOV;4(6):419-24. 12. DE CATERINA R, MADONNA R. ANTIARRHYTHMIA EFFECTS OF OMEGA-3 FATTY ACIDS. A REVIEW. ITAL HEART J. 2002 MAR;3(3 SUPPL):297-30813. 13. MARCHIOLI R, BARZI F, BOMBA E, CHIEFFO C, DI GREGORIO D, DI MASCIO R, FRANZOSI MG, GERACI E, LEVANTESI G, MAGGIONI AP, MANTINI L, MARFISI RM, MASTROGIUSEPPE G, MININNI N, NICOLOSI GL, SANTINI M, SCHWEIGER C, TAVAZZI L, TOGNONI G, TUCCI C, VALAGUSSA F; GISSI-PREVENZIONE INVESTIGATORS. EARLY PROTECTION AGAINST SUDDEN DEATH BY N-3 POLYUNSATURATED FATTY ACIDS AFTER MYOCARDIAL INFARCTION: TIME-COURSE ANALYSIS OF THE RESULTS OF THE GRUPPO ITALIANO PER LO STUDIO DELLA SOPRAVVIVENZA NELL’INFARTO MIOCARDICO (GISSI)-PREVENZIONE. CIRCULATION. 2002 APR 23;105(16):1897-903. 14. CHRISTENSEN JH, SCHMIDT EB. N-3 FATTY ACIDS AND THE RISK OF SUDDEN CARDIAC DEATH. LIPIDS. 2001;36 SUPPL:S115-8. 15. LEAF A. THE ELECTROPHYSIOLOGIC BASIS FOR THE ANTIARRHYTHMIC AND ANTICONVULSANT EFFECTS OF N-3 POLYUNSATURATED FATTY ACIDS: HEART AND BRAIN LIPIDS. 2001;36 SUPPL:S107-10. 16. LANZMANN-PETITHORY D. ALPHA-LINOLENIC ACID AND CARDIOVASCULAR DISEASES. J NUTR HEALTH AGING. 2001;5(3):179-83. 17. CHRISTENSEN JH, SKOU HA, FOG L, HANSEN V, VESTERLUND T, DYERBERG J, TOFT E, SCHMIDT EB. MARINE N-3 FATTY ACIDS, WINE INTAKE, AND HEART RATE VARIABILITY IN PATIENTS REFERRED FOR CORONARY ANGIOGRAPHY. CIRCULATION. 2001 FEB 6;103(5):651-7 18. LEAF A. DIET AND SUDDEN CARDIAC DEATH. J NUTR HEALTH AGING. 2001;5(3):173-8. 19. KATZ AM. TRANS-FATTY ACIDS AND SUDDEN CARDIAC DEATH. CIRCULATION. 2002 FEB 12;105(6):669-71. 20. LEMAITRE RN ET AL. CELL MEMBRANE TRANS-FATTY ACIDS AND THE RISK OF PRIMARY CARDIAC ARREST. CIRCULATION. 2002: 105;697-701. 21. ROBERTS TL. ET AL. TRANS ISOMERS OF OLEIC AND LINOLEIC ACID INTAKE AND 10-YEAR RISK OF CORONARY HEART DISEASE IN THE ZUTPHEN ELDERLY STUDY: A PROSPECTIVE POPULATION-BASED STUDY. LANCET 2001;357:746-751. 22. A.LEAF , J.X KANG : PREVENTION OF CARDIAC SUDDEN DEATH BY N-3 FATTY ACIDS: A REVIEW OF THE EVIDENCE. JOURNAL OF INTERNAL MEDICINE 1996 ; 240: 512. 23. KEYS A, A MENOTTI EN H TOSHIMA; THE DIET AND 15-YEAR DEATH RATE IN THE SEVEN COUNTRIES STUDY. AMER J EPIDEMIOLOGY, 1986; 124(6): 903-915. 24. DE LORGERIL M, S RENAUD EN J DELAYE. MEDITERRANEAN ALPHA-LINOLENIC ACID-RICH DIET IN SECONARY PREVENTION OF CORONARY HEART DISEASE. THE LANCET, 1994; 343:1454-145 25. RENAUD S, T PAUL. CRETAN MEDITERRANEAN DIET FOR PREVENTION OF CORONARY HEART DISEASE. AM J CLIN NUTR , 1995; 61(SUPPL.): S1360-1367.) 26. DE LORGERIL M, P SALEN EN J DELAYE. EFFECT OF A MEDITERRANEAN TYPE OF DIET ON THE RATE OF CARDIOVASCULAR COMPLICATIONS IN PATIENTS WITH CORONARY HEART DISEASE. J AMER COLL CARDIOLOGY, 1996; 28(5): 1103-1108. 27. SIMOPOULOS AP, EN SALEM NJ. PURSLANE: A TERRESTRIAL SOURCE OF OMEGA-3 FATTY ACIDS. N ENGL J MED; 1986; 315:833. 28. SIMOPOULOS AP, NORMAN HA, DUKED JA. COMMON PURSLANE: A SOURCE OF OMEGA-3 FATTY ACIDS AND ANTIOXIDANTS. J AMER COLL OF NUTR; 1992; 11(4):374-382.) 29. EATON SB, EATON SBI, SHOSTAK M. AN EVOLUTIONARY PERSPECTIVE ENHANCES UNDERSTANDING OF HUMAN NUTRITIONAL REQUIREMENTS. J NUTRITION, 1996; 126: 1732-1740.). 30. DOLECEK TA, GRANDITS G. DIETARY POLYUNSATURATED ACIDS AND MORTALITY IN MUTIPLE RISK FACTOR INTERVENTION TRIAL (MRFIT). WORLD REV NUTR DIET, 1991; 66:205-216.) 31. CRAWFORD MA. FATTY ACID RATIOS IN FREE-LIVING AND DOMESTIC ANIMALS. THE LANCET, 1968; 1:1329-1333.
Orthofyto Jg. 9, nr. 46 - 2003
119
MENOPAUZEPIL
SLIKKEN TIJDENS DE OVERGANG VERDUBBELT RISICO OP
BORSTKANKER! Senator Dr. Patrick Vankrunkelsven: “Overgangspillen alleen als het echt niet anders kan” Marleen Nys, orthomoleculair voedingsdeskundige
Een jaar geleden berichtten wij in ORTHOFYTO 40 over het voortijdig stopzetten van de grootscheepse studie die het gelijk en de voordelen van de menopauzale hormoontherapie moest bewijzen. De redenen voor de stopzetting van de oestrogeen-progesteronstudie waren overduidelijk: een verhoging van het risico op borstkanker met 26 %, verhoging van het risico op hart- en vaatziekten, op trombose en embolen, en vooral op CVA (hersentrombose)… Allemaal redenen waarvoor deze hormoontherapie nota bene al tientallen jaren gepromoot wordt… Onmiddellijk na de eerste berichten van de funeste resultaten van deze Amerikaanse studie kwam de Europese promotiecampagne op gang om de menopauzepil-industrie te beschermen. Geleerde gynecologen en professoren relativeerden de resultaten: tenslotte ging het maar om een beperkt aantal gevallen van borstkanker meer (’t zal je maar overkomen dat je er bij bent!), de resultaten zouden niet gelden voor Europa omdat hier andere combinatiepreparaten gebruikt worden, de voordelen zouden opwegen tegen die enkele ziektegevallen meer, de resultaten golden
120
Orthofyto Jg. 9, nr. 46 - 2003
enkel de oestrogeen-progesteroncombinatiepreparaten… In ieder geval werden de Europese gynecologen aangemaand zich zeker niet te laten beïnvloeden door de Amerikaanse resultaten en de menopauzepil verder voor te schrijven net als vroeger. De farmaceutische industrie moet tenslotte draaien, en de hormoonbusiness is een miljardenbusiness… Een jaar later bevestigen enkele nieuwe -Europese- studies dat er alle reden is om de menopauzale hormoonsubstitutie of HRT te wantrouwen. Een Britse studie op een miljoen vrouwen tussen 50 en 64 jaar, pas verschenen in de Lancet, stelt de risico’s nog scherper: het nemen van oestrogeenpillen verhoogt het risico met 30 %; maar de oestrogeenprogesteroncombinatie verdubbelt het risico op borstkanker! Gezien borstkanker in deze leeftijdsgroep vaak voorkomt, is een verdubbeling van het risico toch wel een hallucinant gegeven, als men bedenkt dat deze hormoontherapie voorgeschreven wordt door geneesheren ‘voor het welzijn’ van de vrouw! Volgens de berekeningen van Dr. Van Krunkelsven waren er door deze hormoonkuren de laatste tien jaar ongeveer 900 gevallen van borst-
kanker méér in België, dan er zouden geweest zijn zonder HRT! De ‘combinatiepil’ werd, zonder degelijk langetermijnonderzoek, rond 1980 gelanceerd omdat bleek dat oestrogeen het risico op baarmoederkanker sterk verhoogde. Sedert tientallen jaren wordt wereldwijd aan miljoenen vrouwen voor het onderdrukken van overgangsklachten een hormoonbehandeling voorgeschreven, die veel schade aanricht, tegenover voordelen, die uiteindelijk niet eens blijken te bestaan. Ergens is het ongelooflijk dat zoiets kan gebeuren, dat medici zich zó laten beïnvloeden door de promotiecampagnes van de farmaceutische nijverheid dat ze jarenlang onveilige preparaten voorschrijven, voor iets dat tenslotte een normale fase is in het leven van de vrouw. Borstkanker echter, betekent dikwijls het einde van dat leven…
Een volledig verslag van de stand van zaken krijgt u in volgende ORTHOFYTO.
orthomoleculair congres zaterdag 11 oktober 2003
ARABINOXYLAAN VERHOOGT DE NATURAL KILLER CELLEN MET 300% Dirk Bogaert, wetenschapsjournalist
M
edische wetenschappers zijn ervan overtuigd dat verkeerde voeding de rechtstreekse oorzaak vormt voor een aantal degeneratieve ziektebeelden. Biochemici voegen hier aan toe dat de juiste voedingscomponenten echter ook borg staan voor een deel van de preventie én het genezingsproces.
In de rijstvezel vindt men o.a. arabinoxylaan, een krachtige immuunversterker
Een toenemend aantal - zelfs zeer jonge - mensen beschikt niet over een optimaal werkend immuunsysteem. De hectische, veeleisende samenleving veroorzaakt een onregelmatige levenswijze. Deze manier van leven verzwakt het afweersysteem. Ondanks de vooruitgang van de geneeskunde is de toename van infectieen immuniteitsziekten verontrustend. Wetenschappers toonden de laatste decennia aan dat twee derden van alle ernstige ziektegevallen het gevolg zijn van het slechter wordend milieu, stress en slechte eetgewoonten. Veel voedingstoffen verzwakken de immuniteit. Eén theelepel suiker
bijvoorbeeld, kan gedurende zes uur een remmende werking hebben op het menselijke afweersysteem (T- en NK-cellen). Daartegenover staat voeding die over preventieve en ondersteunende curatieve eigenschappen beschikt. Onderzoekers richten hun aandacht steeds meer op die voedingstoffen. Eén van de veelbelovende micronutriënten is arabinoxylaan. Deze voedingsvezel is een polysaccharide en heeft een immuunversterkende functie. Arabinoxylaan stimuleert de aanmaak van NK-cellen tot een 3voud. Er is toenemend bewijs dat Natural Killer-cellen een cruciale rol
orthomoleculair congres zaterdag 11 oktober 2003
vervullen als bewakers tegen vreemde stoffen in het lichaam. Voor een aantal aandoeningen kan dit een aanmerkelijke verbetering van de levenskwaliteit van de patiënt betekenen. Een optimale immuniteit is zeer belangrijk: mensen met een verzwakt natuurlijk afweersysteem worden veel sneller getroffen door infectieziekten en immuniteitsgerelateerde aandoeningen, zoals kanker en AIDS. Een slecht werkende cellulaire verdediging betekent ook dat men veel gevoeliger is voor stress. Veel fysieke en mentale aandoeningen worden hiermee in verband gebracht.
Orthofyto Jg. 9, nr. 46 - 2003
133
Hoe werkt het afweersysteem? Het afweersysteem beschermt ons tegen lichaamsvreemde stoffen (antigenen). Het immuunsysteem
haalt zijn voornaamste kracht uit gezonde voedingselementen. De witte bloedcellen of leukocyten vormen de basis van het immuunsysteem. Er bestaan verschillende soorten leukocyten. De belangrijkste groep vormen de
B-CEL B-cellen zijn witte bloedcellen die verantwoordelijk zijn voor de aanmaak van antistoffen. B-cellen klonen zichzelf indien ze ziekmakende kiemen ontdekken. Ze zijn in staat om miljoenen bacillen onschadelijk te maken. Ze beschikken echter niet over de mogelijkheid om in zieke cellen binnen te dringen. Deze taak blijft voorbehouden aan T-suppressorcellen en Natural Killer cellen.
T-CEL T4 of CD4 cel Een CD4+ T-lymfocyt wordt T4-cel of T-helpercel genoemd. Dit is een gespecialiseerde witte bloedcel (een bloedlichaampje) die een cruciale rol speelt in het immuunsysteem. Ze is zeer gevoelig voor kanker en het HIV-virus. Mensen met kanker of een HIV-besmetting zien hun aantal CD4-cellen fors dalen. De normale waarde CD4-cellen bedraagt 500 per mm3. De T4-helpercellen zijn van cruciaal belang om andere immuniteitscellen te activeren. Ze zijn bijvoorbeeld noodzakelijk om de B-cellen en T-suppressorcellen 'alert' te houden. T-helpercellen zorgen er ook voor dat het menselijke immuniteitsleger weer tot rust komt als de antigenen zijn verwijderd. Men zou ze ook 'verkennercellen' kunnen noemen.
lymfocyten. Dit zijn letterlijk cellen van het lymfeweefsel. Hieronder vallen de B-cellen, de Tcellen (CD4-cellen en CD8-cellen) en de Natural Killer cellen (NK-cellen).
werden door virussen. Ze elimineert ook door kanker vervormde cellen. De Tsuppressorcel is tenslotte ook verantwoordelijk voor het afstoten van vreemd lichaamweefsel en organen.
DE NATURAL KILLER CELLEN (NK-cellen) Natural Killer cellen vormen het krachtigste onderdeel van de witte bloedcellen. Ze vertegenwoordigen circa 5% van de perifere lymfocytenpopulatie. Ze bevatten azuurkleurige granulaten in het cytoplasma en beschikken over oppervlaktereceptoren. Natural Killer cellen worden vooral teruggevonden in het perifere bloed, de milt, de mucosa van darmen en luchtwegen. Bij kanker- en aidspatiënten daalt het beschikbare aantal NK-cellen spectaculair. De voornaamste functies van de NK-cellen zijn: - het herkennen van en binden aan tumor- en geïnfecteerde cellen via receptorinteracties - de aanmaak van lytisch granulaat (Stoffen die een tumor intracellulair vernietigen) - het inschieten van lytisch granulaat in tumorcellen waardoor die sterven - het zich loskoppelen van dode tumorcellen en op zoek gaan naar volgend doel
VERSCHIL T-SUPPRESSORCEL EN NATURAL KILLER CEL T8 of CD8 cel Een CD8+ T-lymfocyt wordt ook wel T8-cel of T-suppressorcel genoemd. Deze witte bloedcel (bloedlichaampje) speelt een belangrijke rol in het immuunsysteem. Sommige CD8-cellen, cytotoxische T-lymfocyten (CTL's), herkennen en doden geïnfecteerde cellen. De T-suppressorcel doodt menselijke cellen die geïnfecteerd
Beide soorten 'Killercellen' beschikken over lytisch granulaat om bij contact antigenen te elimineren. Een T-suppressorcel kan echter antigenen alleen doden op voorwaarde dat ze de specifieke eigenschappen van het antigen herkent. Natural Killer cellen doden alle soorten antigenen omdat ze lichaamsvreemd zijn.
(a) Macrofaag fig: de immuniteitscascade in het lichaam
(b) Th cel activatie
(c) T suppressorcel activatie
(d) B cel activatie
Curcumine-plantage
134
Orthofyto Jg. 9, nr. 46 - 2003
orthomoleculair congres zaterdag 11 oktober 2003
Wat is ARABINOXYLAAN? Al vele jaren is het bekend dat bepaalde lange polysaccharide moleculen - samengestelde suikermoleculen of ‘complexe koolhydraten’ zoals plantenvezels - het immuunsysteem kunnen stimuleren. Maïs- en rijstvezels bijvoorbeeld bevatten lange polysacchariden die
o.a. over antivirale eigenschappen beschikken. Polysacchariden bestaan uit duizenden monosacchariden of enkelvoudige suikers. Door de lengte van de keten zijn deze echter moeilijk opneembaar voor de mens. Wetenschappers hebben er ruim tien jaar over gedaan om de polysacchariden op te splitsen in kleinere, wateroplosbare componenten, zodat de mens deze immuunversterkende
polysacchariden beter kan benutten. Het is dankzij deze recente micronutriëntentechniek dat ze nu optimaal kunnen opgenomen worden door het organisme. Men noemt deze uit rijst en maïs verkregen micronutriënten ook hemicellulosen. Arabinoxylaan is een hemicellulose met sterk immuunverbeterende eigenschappen. Door het feit dat het om voedingsbestanddelen gaat, treden er bij het gebruik van arabinoxylaan geen nevenverschijnselen op. De niet-genetisch gemanipuleerde maïsvezel levert tot op heden de krachtigste arabinoxylaan (80%) op.
Wat doet ARABINOXYLAAN? Bij een dagelijkse inname van 2,5 tot 3 gram arabinoxylaan verhoogt het percentage Natural Killer cellen met meer dan 300%. De activiteit van de B-cellen kan met 250% stijgen. Het aantal T-cellen neemt met 200% toe. De verhoging gebeurt zowel bij gezonde mensen, die door arabinoxylaan beter beschermd worden tegen ziekte, als bij patiënten die al een infectie of kanker hebben. Arabinoxylaan verbetert de immuniteitsgraad van de zieken waardoor ze meer kans op genezing krijgen.
fig: de maïsvezel levert de krachtigste arabinoxylaan
TNF De tumor Necrose Factor (TNF) wordt geproduceerd door de macrofagen. TNF is in staat om tumorcellen te doden en kan een aanzet geven tot het vormen van nieuwe bloedvaten.
IL-1 Interleukine-1 (IL-1) is ook een product van de macrofagen nadat ze vreemde cellen hebben geabsorbeerd. IL-1 heeft een interessant bijeffect. Indien IL-1 de hypothalamus bereikt veroorzaakt deze cytokine koorts en vermoeidheid. De verhoogde temperatuur bij koorts staat hierom bekend dat het sommige bacteriën kan doden.
IL-2 Interleukine-2 is een boodschapperstof. Eén van de eigenschappen van IL-2 is dat het CD4-cellen activeert en aanzet om zich te delen. Op deze wijze ontstaan er nieuwe CD4-cellen. Als iemand een infectie krijgt, wordt er meer IL-2 geproduceerd. Zo wordt de afweer geactiveerd.
INTERFERON Interferon 'interfereert' met virussen (vandaar de naam) en wordt vrijwel door alle cellen in het menselijke lichaam geproduceerd. Interferonen zijn eiwitten net als antistoffen. Hun taak bestaat er in signalen van cellen aan elkaar door te geven. Als een cel interferon van een andere cel ontvangt, gaat ze eiwitten produceren die de replicatie van virussen of dreigende celvervormingen moet voorkomen.
orthomoleculair congres zaterdag 11 oktober 2003
Werkingsmechanisme van ARABINOXYLAAN De mechanismen waardoor arabinoxylaan de voornaamste immuniteitscellen activeert is onderzocht via verschillende klinische studies (4). Hieruit blijkt dat arabinoxylaan de activiteit van de immuniteitscellen aanzienlijk stimuleert. Arabinoxylaan beïnvloedt vooral de NK-cellen en maakt ze veel krachtiger en meer immuun. Arabinoxylaan vergroot het beschikbare granulaat in de NK-cellen en T-suppressorcellen. Ook hun aantal stijgt aanmerkelijk. Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat geïsoleerd en gezuiverd NK-celgranulaat voor heel wat soorten kankercellen vernietigend werkt. Daarom is het zo belangrijk dat arabinoxylaan de kwaliteit en kwantiteit van dit granulaat in iedere beschikbare NK-cel drastisch opvoert.
Orthofyto Jg. 9, nr. 46 - 2003
135
Arabinoxylaan verhoogt ook de cytokine-productie aanmerkelijk. Cytokines zijn oplosbare, hormoonachtige eiwitten die geproduceerd worden door witte bloedlichaampjes. Ze fungeren als boodschappers tussen cellen. Cytokines staan borg voor het stimuleren van verschillende immuunversterkende cellen. HIV-replicatie is bijvoorbeeld een rechtstreeks gevolg van een tekort aan cytokines. De voornaamste cytokines zijn o.a. TNF (tumor-necrose factor), IL-1 (interleukine-1) en IL-2 (interleukine-2) De waarde van arabinoxylaan werd klinisch aangetoond bij diverse vormen van kanker (5), de ziekte van Kahler, diabetes (2, 3), hepatitis, het chronisch vermoeidheidssyndroom en HIV (1).
Arabinoxylaan als ondersteunende tumortherapie In de medische wereld probeert men voortdurend de tumorbehandelingen zo te verfijnen dat er zo weinig mogelijk gezond weefsel wordt aangetast. Ook tracht men het verzwakte immuunsysteem niet verder te ondermijnen. Toch blijft de behandeling van kanker in sommige gevallen nog een ernstige aanslag op gezond lichaamsweefsel. Door de tumor te bombarderen met bestralingen of chemotherapie staat het vast dat men de patiënt verlost van het grootste deel van de kankercellen. Daarbij accepteren artsen dat ook een aantal gezonde cellen worden geëlimineerd. Na iedere bestraling of chemobehandeling bestaat echter het risico dat een aantal kankercellen de therapie hebben overleefd. In die gevallen is het handig om over een stof te beschikken die op continubasis voldoende NK-cellen kan aanmaken. Het afweersysteem van het lichaam kan dan zelf de resterende probleemcellen opruimen. Arabinoxylaan zorgt voor de voortdurende aanvoer van voldoende extra Natural Killer cellen.
136
Orthofyto Jg. 9, nr. 46 - 2003
Wetenschappers hebben gedurende de voorbije decennia pogingen ondernomen om de kracht van het afweersysteem te verhogen. Ze gebruikten daarvoor de zogenaamde kunstmatige “biological response modifiers” (BRMs). Een BRM is een stof met immuunverhogende eigenschappen die afkomstig is van bacteriën en schimmels. Andere soorten BRMs zijn bijvoorbeeld recombinant aangemaakte interleukine-2 en interleukine-12. Deze relatief oudere stoffen kunnen echter zorgen voor problemen en vervelende bijwerkingen bij de patiënten. Deze BRMs hebben een zekere toxiciteit en veroorzaken alleen in de beginfase van de toediening een sterke toename van de Natural Killer cellen. Indien dezelfde BRM gedurende twee weken wordt gebruikt resulteert dit meestal in het omgekeerde effect: de NK-cellen dalen in hoeveelheid. Uit een vier jaar durende studie (5) met arabinoxylaan blijkt dat deze stof niet toxisch is. Even belangrijk is dat de productie van NK-cellen tijdens de testperiode van 48 maanden 315% hoger bleef dan bij de aanvang van de test. Het gevolg is dat patiënten, waarvan een niet uitgezaaid kankergezwel operatief of via bestraling en chemotherapie werd geëlimineerd, dankzij het gebruik van arabinoxylaan sneller herstellen. De kans op recidief is door het blijvend hoge niveau van de Natural Killer cellen aanmerkelijk kleiner.
Arabinoxylaan en de ziekte van Kahler De ziekte van Kahler wordt gekenmerkt door multipele myelomen. Het is een woekering en een hyperactiviteit van jonge abnormale plasmacellen (myeloomcellen) die multipele ‘plasmocytomen’ vormen in de spongiosa van de beenderen. Dit veroorzaakt een gestoorde humorale en cellulaire immuniteit. De verschijnselen zijn een verhoogde kans op infecties, anemie, amyloïdosis, sterk verhoogde BSE, verhoogd eiwitgehalte met wijzigingen in het eiwit-
spectrum, botaantasting, botpijnen en spontane fracturen door de ontstane holtes in de beenderen. De ziekte van Kahler vindt dus hoofdzakelijk zijn oorsprong t.h.v. het beenmerg. Het is dan ook logisch dat een beenmergonderzoek essentieel is om een diagnose te kunnen stellen voor deze aandoening. Het cytologisch onderzoek van een beenmerguitstrijkje is van cruciaal belang. Hierbij doet men een kwantitatieve telling en een morfologische (vorm) beoordeling van de plasmocyten. Als meer dan 30% van de witte bloedcellen plasmocyten zijn, of als veel plasmacellen een abnormale vorm vertonen, wijst dit op de ziekte van Kahler. Morfologische veranderingen die wijzen op maligniteit zijn onder meer een duidelijk verschil in grootte van de cellen of van de celkernen. Hoe meer afwijkingen, des te groter is de kans op maligniteit. Ook de B-lymfocyten staan in rechtstreeks verband met de differentiatie van de plasmocyten. Bij de ziekte van Kahler ontdekt men een gedaald aantal Blymfocyten en T-helpercellen. Deze afname is gecorreleerd met de activiteit van het ziekteproces. De studie van de T-suppressor lymfocyten en NK-cellen levert eveneens belangrijke informatie op. Bij de ziekte van Kahler stelt men vooral een disfunctie van dit soort cellen vast. Arabinoxylaan kan door haar langdurige en niet toxische werking de volledige cellulaire afweer zo versterken dat het aantal plasmocyten aanzienlijk daalt en dat de bedreigde, maar nog net zieke cellen voldoende kracht vinden om volledig te herstellen. Arabinoxylaan zorgt bij Kahler-patiënten binnen de veertien dagen voor een verhoging van de NK-cel activiteit met 319%.
Arabinoxylaan en leukemie Arabinoxylaan speelt een belangrijke rol in het snel opvoeren van Lytic Units (LU) nadat een leukemiepatiënt werd behandeld met chemotherapie. Een Lytic Unit
orthomoleculair congres zaterdag 11 oktober 2003
is de standaardeenheid voor het bepalen van de beschikbare hoeveelheid NK-cellen. Na de chemosessie daalt het aantal LUs meestal onder het cijfer 10. Eén week arabinoxylaan voert het aantal LUs zeer snel en blijvend op tot een factor 113. Sommige leukemielijders weigeren de conventionele therapie. In enkele gevallen stijgt het aantal witte bloedcellen tot 19000 per milliliter bloed. Het dagelijks toedienen van 3000 milligram arabinoxylaan zorgde in een aantal gevallen binnen de maand voor een daling én stabilisering van het aantal witte bloedcellen tot 11000 (10500 is de gezonde bovengrens).
Arabinoxylaan en solide tumoren Solide (vaste) tumoren worden altijd eerst chirurgisch verwijderd of behandeld via bestraling en chemotherapie. Daardoor zijn de meeste kankercellen verwijderd. De ingrepen veroorzaken echter ook een drastische daling van het afweersysteem. Daardoor kunnen overlevende kankercellen veel sneller
terugslaan. Arabinoxylaan biedt het voordeel dat het de immuunfunctie ook hier zeer snel terug op een degelijk niveau krijgt. Borstkankerpatiënten die gedurende twee maanden behandeld werden met 3000 milligram arabinoxylaan per etmaal stelden via laboratoriumtesten vast dat de eigen NK-cellen 27 maal meer tumorcellen konden doden dan voor het gebruik van arabinoxylaan.
natuurlijke voedingstof die onder andere gebruikt wordt in bakprocessen van brood en andere. Langdurig gebruik (48 maanden en meer) liet geen negatieve bijwerkingen zien. Bloedproeven en onderzoeken van lever en nieren toonden dit aan. Uit onderzoek blijkt ook dat het immuun versterkende effect van een voortdurende inname van arabinoxylaan vermindert na verloop van tijd.
Arabinoxylaanvezels en suikerziekte
ADVIEZEN
De dagelijkse toediening met arabinoxylaan AX-vezels verbetert de metabolische controle bij diabetes mellituspatiënten. Dit bleek via een kleine klinische studie met twaalf suikerzieken. De toevoeging van 15 gram AX-vezels per dag zorgde voor een verbeterd nuchter bloedglucose- en insulineniveau. Ook de waarden twee uur na een maaltijd, waren beter.
TOXICITEIT Arabinoxylaan is een micro-nutriënt die voorkomt in de vezels van rijst, tarwe, aardappelen en maïs. Het is een
NISSHOKU ARABINOXYLAAN STUDIE In Japan begint binnenkort een studie met 100-150 kankerpatiënten die Arabinoxylaan zullen gebruiken. De resultaten zullen begin 2004 bekend zijn. Nisshoku Arabinoxylaan is een voedingsvezel die afkomstig is van niet genetisch gemodificeerd maïs. Het is een licht bruin, wateroplosbaar poeder dat voor 80% arabinoxylaan bevat. De fysiologische eigenschappen van Nisshoku Arabinoxylaan werden getest op muizen. De onderzoekers stelden een verhoogde immuniteit vast door de activering van interleukine-2 (IL-2) en interferon. Het aantal NKcellen steeg waardoor tumorgroei kon afgeremd worden. Nisshoku Arabinoxylaan vermindert de huidklachten bij atopisch eczeem bij muizen door de activering van T-helpercellen.. De met arabinoxylaan behandelde knaagdiertjes hadden na 28 dagen toediening (50 milligram per kilogram lichaamsgewicht) 250% meer interleukine-2 en interferon dan de controlegroep. Muizen met darmkanker kregen gedurende 21 dagen arabinoxylaan toegediend. In de milt van de diertjes werden drie weken later 250% meer NK-cellen ontdekt. Deze cellen zorgden ervoor dat de groei van de darmtumor werd afgeremd.
orthomoleculair congres zaterdag 11 oktober 2003
Arabinoxylaan (80%) is verkrijgbaar in capsules van 450 en 225 milligram. Bij tumortherapie, HIV-besmetting en AIDS zijn er drie keer per dag twee capsules van 450 milligram nodig. De capsules worden na de maaltijd ingenomen. De forse immuunversterking moet minimaal één maand en maximaal twee maanden volgehouden worden. Daarna kan men het arabinoxylaan gebruik verminderen tot drie maal per dag één capsule na de maaltijd. Mensen die arabinoxylaan preventief willen gebruiken of patiënten die aan hepatitis B en C lijden gebruiken drie maal per dag twee capsules van 225 milligram. Hetzelfde geldt voor het bestrijden van andere infecties of het beter reguleren van de bloedglucose bij diabetes mellitus lijders.
R EFERENTIES 1. M GHONEUM. ANTI-HIV ACTIVITY IN VITRO OF MGN-3, AN ACTIVATED ARABINOXYLANE FROM RICE BRAN. BIOCHEM BIOPHYS RES COMMUN, FEB 1998. 2. OHARA, I.TABUCHI, R. ONAI, K. EFFECTS OF MODIFIED RICE BRAN ON SERUM LIPIDS AND TASTE PREFERENCE IN STREPTOZOTOCIN. NUTRITION RESEARCH, JAN 2000. 3 BATAILLON, M. NUNES CARDINALI, A-P. CASTILLON, N. DUCHIRON, F.. PURIFICATION AND CHARACTERIZATION OF A MODERATELY THERMOSTABLE
BACILLUS... ENZYME AND MICROBIAL TECHNOLOGY, FEB 2000. 4. ZHONG X LU, KAREN Z WALKER, JANE G MUIR, KERIN O’DEA ARABINOXYLAN FIBRE AS A BY-PRODUCT XYLANASE FROM
OF WHEAT FLOUR PROCESSING IMPROVED DIABETIC
2 DIABETES. CENTRE POPULATION HEALTH AND NUTRITION, MONASH UNIVERSITY AUSTRALIA. 5. M GHONEUM. ENHANCEMENT OF HUMAN NATURAL KILLER CELL ACTIVITY BY MODIFIED ARABINOXYLANE
CONTROL IN PEOPLE WITH TYPE FOR
FROM RICE BRAN. INTERNATIONAL JOURNAL IMMUNOTHERAPY XIV (2), 1998: 89-99.
OF
Orthofyto Jg. 9, nr. 46 - 2003
137
SELENIUM, EEN MINERAAL MET VELE GEZICHTEN…
DEEL II. SELENIUM,
EEN NOODZAAK VOOR EEN
OPTIMALE GEZONDHEID. Marleen Nys, orthomoleculair voedingsdeskundige.
S
elenium is een fascinerende stof op gebied van gezondheid. Recente ontdekkingen in de seleniumbiochemie bevestigen dat dit essentiële spoorelement een belangrijke rol speelt bij de bescherming en integriteit van het menselijk lichaam. Selenium en selenoproteïnen oefenen een uitgebreide waaier van functies uit in alle delen van het lichaam. Tekorten kunnen dus zowat overal in het lichaam gezondheidsproblemen veroorzaken, waarbij men zelden het verband legt met een gebrek aan selenium. Experimentele en epidemiologische studies tonen aan dat seleniumdeficiëntie een wijdverspreid probleem is op onze aardbol, én dat zelfs matig seleniumtekort grote biochemische en fysiologische gevolgen kan hebben. Het ergste is bovendien dat lokale seleniumdeficiënties problemen kunnen veroorzaken op wereldschaal!
Selenium en immuniteit Het is thans afdoende bewezen dat selenium een sleutelrol speelt in het functioneren van het immuunsysteem. Selenoproteïnes zijn van belang voor het coderen van T-celgenen, b.v. voor de IL-2 receptor. Selenium verhoogt het aantal IL-2 receptoren aan de oppervlakte van de Tcellen, die via een cascadesysteem de andere cellen van het immuunsysteem activeren. (Complement-systeem zie cursus WF 2e jaar, Blok C) Ook de thymusfunctie zou beïnvloed worden door selenium. Een verder bewijs hiervoor is dat uit dierproeven blijkt dat rejectie van transplantaten (een reactie die afhankelijk is van de T-cellen) versneld wordt door het toedienen van seleniet! Selenium heeft ook een rechtstreekse antimicrobiële werking. Binnenkort komen er bijvoorbeeld ooglenzen op de markt die veel langer continu zullen kunnen gedragen worden met een miniem risico op infecties. Ze zullen namelijk zelf infectiewerend zijn door een coating met selenium. Een ander voorbeeld is de ontdekking dat bacteriofagen, dit zijn kleine virusachtige partikeltjes die bacteriën aanvallen en onschadelijk maken, op het einde van hun ‘aanvalspoten’ een seleniumatoom Fig: bacteriofaag valt bacterie aan dragen.
Fig: Immuniteitscascade
138
Orthofyto Jg. 9, nr. 46 - 2003
Het is reeds lang bekend dat malnutritie en voedingsdeficiënties kunnen leiden tot een verhoogde vatbaarheid voor infecties door een aantasting van de immuunrespons. De nutritionele status van de zieke beïnvloedt tevens de ernst van de ziekte. Het gaat hierbij voornamelijk om voedingsstoffen met duidelijke anti-oxidatieve eigenschappen, zoals vitamine C, E en selenium. Een tekort leidt niet alleen tot een verhoogde oxidatieve stress, maar ook tot een verminderde weerstand. De relatie tussen mazelen en vitamine A is al lang bekend: Vit Adeficiëntie leidt tot een veel ernstiger verloop van de infectie, vit A
orthomoleculair congres zaterdag 11 oktober 2003
suppletie dijkt mazelen in en voorkomt verwikkelingen bij inenting. Een ander voorbeeld is de epidemie van optische en perifere neuropathie in Cuba rond 1990. Deze bleek een gevolg van een veralgemeende deficiëntie van vit B2, E, Se, α- en β-caroteen en lycopeen onder de bevolking. Suppletie leidde tot een terugdringen van de ziekte, die echter nooit volledig verdween… Een nieuwer inzicht is dat de deficiënties van de gastheer tevens de oorzaak zijn van de ontwikkeling van gemuteerde, meer pathogene virusstammen. Er zijn verscheidene gevallen bekend van relatief onschadelijke virussen die na passage in een nutriënt-deficiënte populatie muteren tot virulente stammen, die nadien ook de niet deficiënte mensen aantast. ■ Keshan disease is een sterk verspreide vorm van dodelijke cardiomyopathie (aantasting van de hartspier) die vooral jonge vrouwen en kinderen treft, en voorkomt in verscheidene streken van China met ernstige seleniumdeficiëntie (een vergelijkbare ziektevorm is bekend in Se-deficiënte gebieden in Afrika). Toch bleek Se-deficiëntie niet de enige factor te zijn die de ziekte bepaalt. Onderzoek wees uit dat een relatief goedaardig Coxsackievirus zich in de Se-deficiënte zieken ontwikkelt tot een virulentere stam, die ook de rest van de bevolking kan aantasten… ■ Hetzelfde geldt voor het Influenzavirus, dat gekend is om zijn frequente mutaties. En dat ook af en toe zorgt voor een pandemie met een virulente stam die over de hele wereld raast en zelfs vele dodelijke slachtoffers maakt. De beruchte A-griep komt meestal uit… de Sedeficiënte gebieden van Azië…
van een wilde civetkat of niet doet tenslotte weinig terzake. De vraag is waarom een oorspronkelijk voor de mens onschuldig virus plotseling zo enorm gevaarlijk en besmettelijk geworden is. De epidemie begon effectief in november 2002 in een gebied met ernstige seleniumdeficiëntie. Het broedde er enkele maanden en veroorzaakte er een epidemie van ernstige pneumonie waarvan de oorzaak niet bekend was. Toen het virus in februari aan zijn reis begon, was het zo virulent geworden dat het ook in een mum van tijd gezonde, jonge mensen kon neerleggen en aan een snelvaarttempo overal doorheen raasde. ■ De vraag is of de recente onverwachte uitschuiver van de vogelpest met een dodelijk slachtoffer ook iets te maken had met seleniumtekort? ■ Sommige auteurs spreken over een vergelijkbaar scenario voor AIDS, Ebola, hepatitis… Er is bijvoorbeeld een zeer sterke omgekeerde relatie tussen selenium en de proliferatie van het HIV-virus. Dit wordt verklaard doordat het HIV-virus profiteert van een oxidatief milieu binnen in de cel; het creëert dit oxidatief milieu zelf door de reducerende enzymes glutathion en SOD te beschadigen. Selenium en de selenoproteïnes zijn krachtige anti-oxidantia die er voor zorgen dat zuurstof en vrije radicalen niet de overhand kunen krijgen in de cellen. De evolutie van HIV-seropositiviteit naar effectieve AIDS-ziekte zou dus wel eens kunnen bepaald worden door de seleniumstatus van de patiënt (waarbij mogelijks ook andere deficiënties een rol spelen).
Het zorgen voor een degelijke suppletie voor Se-deficiënte bevolkingsgroepen is dus niet alleen van belang om hén te beschermen tegen ziekten. Maar evenzeer om het ontstaan van nieuwe, gevaarlijke virussen die een wereldepidemie kunnen veroorzaken te voorkomen! En hetzelfde geldt waarschijnlijk ook voor andere antioxidatieve voedingsstoffen! (Referenties 1 tot 7, 13, 16)
Selenium, vruchtbaarheid en voortplanting Dat selenium een belangrijke rol speelt in de preventie van prostaatcarcinoom is ondertussen genoegzaam bekend. Maar de rol van selenium bij de voortplanting is heel wat uitgebreider! Selenium verschijnt in de testes en prostaat
■ Hetzelfde geldt voor de endemisch voorkomende SIRS, Septisch Inflammatoir Respiratoir Syndroom, een zeer acuut en ernstig verlopende longinfectie met hoge mortaliteit. De reden waarom sommige mensen hieronder bezwijken is duister… Maar een kleine studie bij trauma- en operatiepatiënten die SIRS ontwikkelden toonde aan dat ze allen een zeer laag plasma-selenium hadden, en dat dit nog sterk daalde gedurende het ziekteverloop. ■ Het recentste voorbeeld van hoe seleniumdeficiëntie kan zorgen voor een wereldwijd probleem kregen we met de recente explosieve SARS-epidemie. (zie OF 44 pag 61) Of het SARS-virus oorspronkelijk afkomstig is
Dr. M. Beck onderzocht gedurende vele jaren grondig het mechanisme waardoor relatief goedaardige en ongevaarlijke virussen plotseling agressief worden. Zij deed vooral dierproeven met Coxsackie- en influenzastammen en selenium en vit E deficiëntie. De verklaring van het fenomeen is nog niet vaststaand, maar het gaat hier telkens om RNA-virussen met een hoge replicatiesnelheid (vermenigvuldigings-) die geen herstelmechanismen hebben. Daardoor treden er zeer veel mutaties op, die door de verminderde weerstand van de gastheer of door de verhoogde oxidatieve stress kunnen overleven, en zo leiden tot het ontstaan van nieuwe pathogene stammen. Het selenoproteïne Glutathionperoxidase is in staat te beschermen tegen de ontwikkeling van deze virusvirulentie, waaruit volgt dat een tekort aan GSHPx, en dus een seleniumtekort aan de basis ervan ligt…
bevruchting
zwangerschap
orthomoleculair congres zaterdag 11 oktober 2003
Orthofyto Jg. 9, nr. 46 - 2003
139
rond de puberteit. In de prostaat komen selenoproteïnes voor in de glandulaire epitheliale cellen; er is zoals bekend een omgekeerde relatie tussen de seleniumstatus en prostaatkanker. (zie OF 32 pag 63 en cursus derde jaar, Prof De Sy) In verscheidene studies werd aangetoond dat seleniumsuppletie de sperma-motiliteit en dus de vruchtbaarheidskans verhoogt bij onvruchtbare mannen. In de testes zijn de selenoproteïnen voor 80 % gelokaliseerd in de nucleus van de spermatozoa en aan de basis van de flagella (staart), waar ze zorgen voor de integriteit en de mobiliteit. Een goede seleniumstatus bepaalt dus de mobiliteit van het sperma… en dus de vruchtbaarheid. GSHpx speelt dus ook een specifieke rol in het reproductief proces, zowel structureel als beschermend. Maar niet alleen voor de man is selenium van
cruciaal belang! Er is een sterke associatie aangetoond tussen een laag seleniumplasmaniveau en onverklaarde infertiliteit en spontane abortussen bij de vrouw. Uit een onderzoek bij 112 vrouwen die een IVF (in vitro fertilisatie) ondergingen, is gebleken dat de kans op succes mede afhankelijk is van de activiteit van glutathionperoxidase (GSHPx), en dus van de seleniumstatus. Ook de eicellen waarmee de bevruchting slaagde hadden een hoger GSHPx-niveau dan de eicellen waarbij deze mislukte. De auteurs besluiten dat het zinvol is om bij vrouwen die niet zwanger raken, eerst seleniumsuppletie toe te dienen, alvorens andere technieken te proberen. En voor de man geldt dus eigenlijk hetzelfde! In de derde trimester van de zwangerschap is er een sterke daling van de seleniumreserve bij de moeder. Dit wijst erop dat de foetus een grote
Fig: Mogelijke effecten van selenium op bloedplaatjes, leucocyten, gladde spiercellen en endotheelcellen bij hart- en vaatziekten
1. Lipoproteine metabolisme: selenium zou het LDL-niveau verlagen, mogelijks door het perifere verbruik te verhogen via zijn effect op het thyroïdhormoon metabolisme 2. Lipoproteine oxidatie: Selenium voorkomt de oxidatie van LDL-cholesterol 3. Door de weerstand van LDL tegen oxidatie te verhogen kan selenium de vorming van schuimcellen voorkomen 4. Er wordt verondersteld dat selenium de cytokineproductie van de endotheelcellen reguleert, en zo adhesie aan de vaatwanden voorkomt 5. Seleniumdeficiëntie kan een verschuiving induceren in de prostaglandineproductie, die endotheelschade kan veroorzaken 6. Het plasma-seleniumniveau houdt direct verband met de stollingsneiging van de bloedplaatjes. 7. Seleniumdeficiëntie is geassocieerd met een verhoogde lipidperoxidatie die endotheelschade kan veroorzaken. 8. Selenium kan de productie van chemotactische (biochemisch agressieve) producten van het oxy-LDL inhiberen 9. Seleniumdeficiëntie gaat gepaard met een verminderde celgemedieerde immuunfunctie, inbegrepen een vermindering van de T-cellen en een verlaagde lymfocytenresponsiviteit 10. Seleniumenzymes inhiberen de vorming van schuimcellen, en daardoor de afgifte van groeifactoren die de proliferatie van de gladde spiercellen stimuleren Overgenomen uit ref 14. Alissa EM, Bahijri SM, ferns GA. The controversy surrounding selenium and cardiovascular disease: a review of the evidence. Med Sci Monit. 2003 Jan;9(1):RA9-18.
140
Orthofyto Jg. 9, nr. 46 - 2003
behoefte heeft aan selenium en dat een goede seleniumstatus en -suppletie tijdens de zwangerschap van primordiaal belang is. Seleniumdeficiëntie resulteert in een tekort aan glutathionperoxidases en andere selenoproteïnes en dus een gebrekkige anti-oxidansverdediging. Een aantal ziekten bij de pasgeborene zijn minstens deels te wijten aan seleniumtekort. Genoemd worden: prematuriteit, bronchopulmonaire dysplasie, retinopathie, ductus arteriosus, necrotiserende enterocolitis, ischemische encefalopathie, neuronale schade. (Ref 5, 8 tem 13)
Selenium en degeneratieziekten
Hart- en vaatziekten Dat er een link is tussen de seleniumstatus en atherosclerose en hartziekten wordt reeds lang vooropgesteld, maar een sluitend, definitief bewijs is er nog niet omdat vele studies sterk wisselende resultaten geven. In een review (ref 14) die vele vroegere studies onderzocht, stellen de auteurs dat dit verband enkel kon aangetoond worden in populaties met een zeer lage seleniumstatus (< 80µg/l plasma). Het wordt echter steeds meer duidelijk dat selenium invloed uitoefent op zeer veel factoren die verband houden met atherosclerose (zie kader). Selenium voorkomt de vorming van oxycholesterol en komt ook tussen in de homocysteïnecyclus, waardoor het ook deze onafhankelijke risicofactoren voor hart- en vaatziekten beïnvloedt. Bovendien is de hoge antioxidanscapaciteit van de selenoproteïnes van groot belang voor de integriteit van hart en bloedvaten. De endotheelcellen van de bloedvaten zorgen voor een gladde inerte wand tussen de spiercellen en de bloedplaatjes, om zo klontering van deze laatste te voorkomen. Het endotheel zorgt ook zelf voor een aantal stoffen die de tonus en de permeabiliteit van de bloedvaatwand regelen. Hart- en vaatziekten beginnen eigenlijk met een endotheeldysfunctie door aantasting van de endotheelcellen, waardoor een hele thrombogene cascade op gang komt. Selenium, (samen met het hele antioxidansnetwerk) beschermt de endotheelcellen en voorkomt zo hart- en vaatziekten aan de basis. Bij patiënten met hartfalen is de antioxidantcapaciteit gewijzigd en sterk verlaagd; verscheidene studies wijzen op het belang van anti-oxidantia ‘Se, vit C en E, enz...) om chronisch hartfalen te voorkomen en te be-
orthomoleculair congres zaterdag 11 oktober 2003
handelen. Bij diabetes is hartziekten een frequente complicatie door de verhoogde oxidatieve stress. Uit dieronderzoek blijkt dat selenium de hartspiercellen kan beschermen tegen degeneratie en zo diabetes-cardiomyopathie kan voorkomen. Het seleniumafhankelijke GSHpx beschermt ubiquinone of Co-enzym Q10 tegen oxidatie. Dit Co Q10 op zijn beurt is van extreem belang voor de energievoorziening van het hart, omdat het onmisbaar is voor de ademhalingsketen in de mitochondriën. Bovendien blijkt dat chronische seleniumdeficiëntie leidt tot dodelijke cardiomyopathie (hartspierziekte) zelfs bij jonge mensen. Hiervan is de Keshan cardiomyopathie de bekendste, maar niet de enige. Deze zou ontstaan door een uitputting van de selenoproteïnes die de celmembranen beschermen tegen vrije radicalen schade, waardoor in de hartspier necrosehaarden ontstaan; deze fibroseren zodat de spiercapaciteit geleidelijk vermindert, tot uiteindelijk hartfalen optreedt. Deze Keshanziekte komt niet alleen voor in China, maar ook in andere gebieden met een ernstig en chronisch seleniumtekort; ze kan echter ook hier voorkomen bij patiënten die een seleniumdeficiëntie doen tengevolge van langdurige parenterale voeding, uitgebreide darmresectie (wegens ziekte of om te vermageren?), anorexia nervosa, AIDS, enz… (Ref 4, 13 tot 21, 28)
Fig: Detoxificatie in de lever substraat
XENOBIOTICA RCH3 FASE I
Cytochroom P450 Fe, O2, Mg, ω3-VZ alcohol
RCH2OH
Zn
chloorhydraat (toxisch!) FASE II Conjugatie met GSH px
Excretie via gal en faeces
O RC
H
aldehyde
Vit B2, Mo O RC OH
Zuur
Vit B1, B3, Mg
urine
Lever - detoxificatie Het anti-oxidantnetwerk, vooral glutathionperoxidase, is van extreem belang voor de lever en zijn detoxificatiefunctie. De GSHpx-reserve in de lever is bepalend voor zijn ontgiftigingscapaciteit, maar vormt ook voor een groot deel de reserve van het lichaam. Selenium wordt snel opgebruikt in stressituaties (ziekte, operatie, verwondingen, enz…). Bij seleniumtekort wordt de reserve van de lever aangesproken, wat tenslotte tot een vermindering van zijn detoxificatiecapaciteit kan leiden. (zie OF 45, pag 80, OF 33, pag 7989). De toediening van een vitaminecocktail met selenium daarentegen verhoogt de antioxidant capaciteit van de lever, onderdrukt de vrije-radicalen-reacties, inhibeert de oxidatie van LDL-cholesterol en beschermt zowel de levercellen als bijvoorbeeld de endotheel- en hartspiercellen. Enkele studies vermelden speciaal het belang van selenium en vitamine E bij de ontgifting van lood en andere zware metalen, en van nitraten en nitrieten. Deze laatste vormen niet alleen kankerverwekkende nitrosamines, maar ook vrije radicalen: peroxinitrieten (ONOO-). Een tekort aan selenium en vit E kan leiden tot een onvoldoende neutralisatie van deze peroxinitrieten en dus tot weefselschade. Ook loodtoxiciteit veroorzaakt verhoogde oxidatieve stress waarbij selenium en vit E van levensbelang zijn. Selenium kan ook op zichzelf giftige moleculen, zoals zware metalen en fluor, neutraliseren door er complexen mee te vormen; bv. met kwik vormt selenium een biologisch inert HG-Se complex. (Ref 6, 16, 21 tot 25, referenties Deel I en cursus VIOW 2e jaar, Blok C) )
Neurologische en cognitieve functies Er is een sterke correlatie aangetoond tussen de seleniumstatus en de vermindering van de cognitieve functies na 65 jaar. Het belang van selenium voor de hersenen wordt ook aangetoond door de preferentiële bevoorrading van de hersenen bij tekort. De hersenen blijken zeer gevoelig te zijn voor zowel een tekort, als teveel selenium. Een aantal menselijke studies linken depressie en andere gemoedsstoornissen eveneens aan seleniumdeficiëntie. Seleniumtekorten zouden eveneens verantwoordelijk zijn voor neurologische schade bij MS, ALS, lipofuscinose en juveniele neuronale ceroid lipofuscinose in de hersenen (opstapeling van lipofuscineplacques).
orthomoleculair congres zaterdag 11 oktober 2003
ALS: Amyotrofe Lateraalsclerose zou veroorzaakt worden door een abnormaal en weinig actief SOD/superoxide dismutase, waardoor er abnormaal veel peroxynitrieten ontstaan die de eiwitten aantasten. Het TR/Trx-systeem en andere selenoproteïnes kunnen deze neutraliseren en schade voorkomen. (ref 16, 22, 26)
Diabetes Selenium heeft een insuline-effect en kan zorgen voor glucoseopname in de cel, onafhankelijk van insuline en zowel via de insulinereceptor als via een andere weg. Selenium kan dus ook glucose binnenkrijgen in cellen die insulineresistent zijn. Selenium heeft dus een insulinesparend effect, en kan een deel van de glucose-opnameproblemen opvangen bij (pre)diabetes, overgewicht en insulineresistentie. Een deel van de celsignalen die door insuline in gang gezet worden, worden ook door selenium beïnvloed, andere weer niet. Selenium en andere antioxidantia en antioxidansenzymen zijn bovendien van extreem belang om de verhoogde oxidatieve stress bij diabetes te neutraliseren en zo de gevreesde verwikkelingen van diabetes te voorkomen (hart- en vaatziekten, neurologische schade, oog- en nieraandoeningen). (ref 26, 27)
De lijst van belangrijke functies die selenium en de selenoproteines uitoefenen in het lichaam zijn schier eindeloos, en waarschijnlijk is een deel ervan nog onbekend… De rol van selenium voor de fijne regeling van de thyroïdhormonen werd reeds besproken in deel I. Selenium beschermt tegen goiter, zware seleniumdeficiëntie kan leiden tot de ziekte van Kashin-Beck. (zie OF 45, pag 81, ref 29) En overal waar vrije radicalen en oxidaties voorkomen, zijn selenoproteïnes nodig om deze te neutraliseren en schade te voorkomen. Bijvoorbeeld de huid heeft behoefte aan selenium om zich te beschermen tegen UV-straling. Selenium kan de schadelijke gevolgen van overmatig zonnen beperken en zonnebrand, huidveroudering en huidkanker voorkomen. Selenium heeft inderdaad bovendien ook nog een sterke antitumoractiviteit, die we uitgebreid zullen bespreken in deel III.
Orthofyto Jg. 9, nr. 46 - 2003
141
REFERENTIES: 1. MELINDA A BECK, PH D. ANTIOXIDANTS AND VIRAL INFECTIONS: HOST IMMUNE RESPONSE AND VIRAL PATHOGENICITY. J AM COLL NUTR, APR 2001, VOL 20, NO.90005,384S-388S. 2. MELINDA A BECK, PH D. NUTRITIONALLY INDUCED OXIDATIVE STRESS: EFFECT ON VIRAL DISEASE. AM J CLIN NUTR, JUNE 2000, VOL 71, NO 6, 1676S-1679S. 3. MELINDA A BECK, PH D. SELENIUM AND HOST DEFENCES TOWARDS VIRUSES. PROC NUTR SOC 1999 AUG;58(3):707-11. 4. LEVANDER OA, BECK MA. INTERACTING NUTRITIONAL AND INFECTIOUS ETIOLOGIES OF KESHAN DISEASE. INSIGHTS FROM COXSACKIE VIRUS B-INDUCED MYOCARDITIS IN MICE DEFICIENT IN SELENIUM OR VITAMIN E. BIOL TRACE ELEM RES. 1997 JAN;56(1):5-21. REVIEW. 5. RAYMAN MP. THE ROLE OF SELENIUM IN HUMAN HEALTH: RELEVANCE OF SELENIUMSTATUS. STDA SYMPOSIUM ON HUMAN HEALTH RELATED ASPECTS OF SELENIUM RESEARCH IN EUROPE. 6. FORCEVILLE X. MAY SELENOPROTEIN P EXPLAIN THE RAPID SELENIUM DECREASE IN SEVERE SEPTIC PATIENTS? STDA SYMPOSIUM ON HUMAN HEALTH RELATED ASPECTS OF SELENIUM RESEARCH IN EUROPE. 7. BECK MA, WILLIAMS-TOONE D, LEVANDER OA. COXSACKIEVIRUS B3-RESISTANT MICE BECOME SUSCEPTIBLE IN SE/VITAMIN E DEFICIENCY. FREE RADIC BIOL MED. 2003 MAY 15;34(10):1263-70. 8. PASZOWSKI ET AL. SELENIUM DEPENDENT GLUTATHION PEROXIDASE ACTIVITY IN HUMAN FOLLICULAR FLUID. CLINICA CHIMICA ACTA, 236(2); 173-180, 15 MEI 1995. 9. HOWARD ET AL. RED CELL MAGNESIUM AND GLUTATHION PEROXIDASE ACTIVITY IN INFERTILE WOMEN. MAGNESIUM RESEARCH, 7(1):49-57, MAART 1994. 10. GATHWALA G, YADAV OP. SELENIUM IN THE NEONATE. INDIAN J PEDIATR 2002 MAY;69(5):443-6.
11. RAYMAN MP, RAYMAN MP. THE ARGUMENT FOR INCREASING SELENIUM INTAKE. PROC NUTR SOC. 2002 MAY;61(2):203-15. 12. FALCIGLIA HS, JOHNSON JR, SULLIVAN J, HALL CF, MILLER JD, RIECHMANN GC, FALCIGLIA GA. ROLE OF ANTIOXIDANT NUTRIENTS AND LIPID PEROXIDATION IN PREMATURE INFANTS WITH RESPIRATORY DISTRESS SYNDROME AND BRONCHOPULMONARY DYSPLASIA. AM J PERINATOL. 2003 FEB;20(2):97-107. 13. RAYMAN MP. THE IMPORTANCE OF SELENIUM TO HUMAN HEALTH. LANCET. 2000 JUL 15;356(9225):233-41.10. 14. ALISSA EM, BAHIJRI SM, FERNS GA. THE CONTROVERSY SURROUNDING SELENIUM AND CARDIOVASCULAR DISEASE: A REVIEW OF THE EVIDENCE. MED SCI MONIT. 2003 JAN;9(1):RA9-18. 15. FRYER MJ. RATIONALE FOR CLINICAL TRIALS OF SELENIUM AS AN ANTIOXIDANT FOR THE TREATMENT OF THE CARDIOMYOPATHY OF FRIEDREICH’S ATAXIA. MED HYPOTHESES. 2002 FEB;58(2):127-32. 16. PROF J SPALLHOLZ. IMPORTANCE OF SELENIUM IN PREVENTION OF CANCER, HIV, HEART DISEASE,… SYMPOSIUM ACATRIS, 7 JAN 2003. 17. BURKE MP, OPESKIN K. FULMINANT HEART FAILURE DUE TO SELENIUM DEFICIENCY CARDIOMYOPATHY (KESHAN DISEASE). MED SCI LAW. 2002 JAN;42(1):10-3. 18. DE LORGERIL M, SALEN P, ACCOMINOTTI M, CADAU M, STEGHENS JP, BOUCHER F, DE LEIRIS J. DIETARY AND BLOOD ANTIOXIDANTS IN PATIENTS WITH CHRONIC HEART FAILURE. INSIGHTS INTO THE POTENTIAL IMPORTANCE OF SELENIUM IN HEART FAILURE. EUR J HEART FAIL. 2001 DEC;3(6):661-9. 19. NEZELOF C, BOUVIER R, DIJOUD F.. MULTIFOCAL MYOCARDIAL NECROSIS: A DISTINCTIVE CARDIAC LESION IN CYSTIC FIBROSIS, LIPOMATOUS PANCREATIC ATROPHY, AND KESHAN DISEASE. PEDIATR PATHOL MOL MED. 2002 MAY-JUN;21(3):34352 20. SOLE MJ, JEEJEEBHOY KN. CONDITIONED NUTRITIONAL REQUIREMENTS: THERAPEUTIC RELEVANCE TO HEART FAILURE. HERZ. 2002 MAR;27(2):174-8.
21. KONOVALOVA GG ET AL. A COMPLEX OF ANTIOXIDANT VITAMINS EFFECTIVELY LDL PHOSPHOLIPIDS IN BLOOD PLASMA AND MEMBRANE STRUCTURES OF THE LIVER AND MYOCARDIUM. BULL EXP BIOL MED. 2003 FEB;135(2):143-6. 22. TURAN B ET AL. A COMPARATIVE STUDY ON EFFECT OF DIETARY SELENIUM AND VITAMIN E ON SOME ANTIOXIDANT ENZYME ACTIVITIES OF LIVER AND BRAIN TISSUES. BIOL TRACE ELEM RES 2001 AUG;81(2):141-52. 23 MAEHIRA F, LUYO GA, MIYAGI I, OSHIRO M, YAMANE N, KUBA M, NAKAZATO Y. ALTERATIONS OF SERUM SELENIUM CONCENTRATIONS IN THE ACUTE PHASE OF PATHOLOGICAL CONDITIONS. CLIN CHIM ACTA. 2002 FEB;316(1-2):137-46. 24. . CHOW CK, HONG CB. DIETARY VITAMIN E AND SELENIUM AND TOXICITY OF NITRITE AND NITRATE. TOXICOLOGY 2002 NOV 15;180(2):195-207. 25. HSU PC, GUO YL. ANTIOXIDANT NUTRIENTS AND LEAD TOXICITY. TOXICOLOGY 2002 OCT 30;180(1):33-44. 26. BERR C, BALANSARD B, ARNAUD J, ROUSSEL AM, ALPEROVITCH A. COGNITIVE DECLINE IS ASSOCIATED WITH SYSTEMIC OXIDATIVE STRESS: THE EVA STUDY. ETUDE DU VIEILLISSEMENT ARTERIEL. J AM GERIATR SOC. 2000 OCT;48(10):1285-91 27. HEART E, SUNG CK. INSULIN-LIKE AND NON-INSULIN-LIKE SELENIUM ACTIONS. J CELL BIOCHEM 2003 MAR 1;88(4):719-31. 28. AYAZ M, CAN B, OZDEMIR S, TURAN B. PROTECTIVE EFFECT OF SELENIUM TREATMENT ON DIABETES-INDUCED MYOCARDIAL STRUCTURAL ALTERATIONS. BIOL TRACE ELEM RES. 2002 DEC;89(3):215-26. 29. DERUMEAUX H, VALEIX P, CASTETBON K, BENSIMON M, BOUTRON-RUAULT MC, ARNAUD J, HERCBERG S. ASSOCIATION OF SELENIUM WITH THYROID VOLUME AND ECHOSTRUCTURE IN 35- TO 60-YEAR-OLD FRENCH ADULTS. EUR J ENDOCRINOL. 2003 MAR;148(3):309-15. 30. COMBS GF. SELENIUM IN GLOBAL FOOD SYSTEMS. BR J NUTR 2001 MAY.85(5):517-47. INHIBITS FREE-RADICAL OXIDATION OF
NIEUWE PUBLICATIES
THANS VERKRIJGBAAR: · Tandheelkunde van de 21e eeuw. Walter O.M.Faché.
€ 40 + portkosten
· De missing link tussen homocysteïne, SAM, cholesterol, MSM en calcium. Walter O.M.Faché. € 40 + portkosten
· GRATIS Introductiedag zaterdag 27 september 2003 van 14u - 18u · Bistro 7 Migraine 29 september 2003 van 19u - 22u · Bistro 1 Initiatie 5 avonden van 19u - 22u 16 en 23 oktober, 13 en 20 november, 4 december 2003
· Oogaandoeningen orthomoleculair behandelen. Walter O.M.Faché.
€ 30 + portkosten
· Fluor en kwikbelasting biochemisch evalueren en orthomoleculair detoxificeren. Walter O.M.Faché.
€ 20 + portkosten
· Ruggemergletsels: whiplash, hernia, dwarslaesie orthomoleculair behandelen. Walter O.M.Faché.
€ 20 + portkosten
· Exprescursus 1e jaar 2003 : de belangrijkste topics uit de cursus van het eerste jaar Orthomoleculaire Geneeskunde
· Depressies Walter O.M.Faché.
€ 20 + portkosten
Op zaterdag 15 en zondag 16 november 2003 van 9u - 18u
· Psoriasis Walter O.M.Faché.
€ 20 + portkosten
· Attention Deficit Hyperactivity Disorder of ADHD/ADD
€ 30 + portkosten
· Inleiding tot de Orthomoleculaire Geneeskunde 4 en 5 oktober 2003, van 9u - 18u · Mondelinge cursus Orthomoleculaire Voeding en Geneeskunde eerste jaar Start op 18 oktober 2003 / 22 nov / 6 dec 2003 31 jan / 14 feb / 20 ma / 24 april / 8 mei / 5 juni 2004 Deze cursus wordt om de 2 jaar ingericht!
· Advanced Orthomoleculaire Geneeskunde 3e jaar (van 9 tot 18 uur) Niveau 7: Op 27 en 28 nov 2003: Niet-conventionele kankerbehandelingen Niveau 8: Op 18 en 19 feb 2004: Hart-en vaatziekten
Bestelling op fax 09/366 18 38 - e-mail:
[email protected] (Portkosten € 3) Ondergetekende,. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Adres : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .............................................................................................................................................................................
Beroep: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . wenst……........ exempla(a)r(en) te bestellen van . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .............................................................................................................................................................................
wenst wenst wenst wenst wenst
het magazine LEEF NU! 2003 wenst de Orthofyto 2003 wenst beide magazines in te schrijven voor GRATIS Introductiedag: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . in te schrijven voor cursus 1e jaar: ..................................................................................... wenst in te schrijven voor exprescursus 1e jaar in te schrijven voor Bistro 1: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . in te schrijven voor Bistro 7: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
en betaalt ………...........Euro op de rek. nr. 290-0307607-41
142
Orthofyto Jg. 9, nr. 46 - 2003
Datum
Handtekening
orthomoleculair congres zaterdag 11 oktober 2003
Hormoonsubstitutie