A
gemeente Eindhoven
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid
Afdeling Milieu
februari 2011
ave/LD10053656
februari 2011
2
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
gemeente Eindhoven
Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu, Milieu
Colofon
Uitgave Gemeente Eindhoven Afdeling Milieu Datum Februari 2011
3
februari 2011
4
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
gemeente Eindhoven
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
Inhoudsopgave 1
INLEIDING .......................................................................................................... 11
2
HET UITVOERINGSPROGRAMMA KLIMAATBELEID 2009 - 2012 ....... 13 2.1 2.2 2.3 2.4
3
KLIMAATBELEID .............................................................................................. 13 BESTUURLIJKE BESLUITEN ............................................................................... 14 DOELSTELLINGEN UITVOERINGSPROGRAMMA ................................................ 14 KOSTEN, CAPACITEIT EN FINANCIERING ........................................................... 15
STAND VAN ZAKEN SEPTEMBER 2010 ....................................................... 17 3.1 THEMA 1: EIGEN ORGANISATIE ........................................................................ 17 3.1.1 Ambities .................................................................................................. 17 3.1.2 Stand van zaken ...................................................................................... 17 3.1.3 Overzicht thema...................................................................................... 21 3.2 THEMA 2: WONINGEN ..................................................................................... 22 3.2.1 Ambities .................................................................................................. 22 3.2.2 Stand van zaken ...................................................................................... 22 3.2.3 Overzicht thema...................................................................................... 27 3.3 THEMA 3: UTILITEITSBOUW............................................................................. 28 3.3.1 Ambities .................................................................................................. 28 3.3.2 Stand van zaken ...................................................................................... 28 3.3.3 Overzicht thema...................................................................................... 29 3.4 THEMA 4: BEDRIJVEN EN BEDRIJVENTERREINEN ............................................. 30 3.4.1 Ambities .................................................................................................. 30 3.4.2 Stand van zaken ...................................................................................... 30 3.4.3 Overzicht thema...................................................................................... 31 3.5 THEMA 5: VERKEER EN VERVOER ................................................................... 32 3.5.1 Ambitie.................................................................................................... 32 3.5.2 Stand van zaken ...................................................................................... 32 3.5.3 Overzicht thema...................................................................................... 34 3.6 THEMA 6: GROOTSCHALIGE DUURZAME ENERGIEOPTIES ................................. 35 3.6.1 Ambities .................................................................................................. 35 3.6.2 Stand van zaken ...................................................................................... 35 3.6.3 Overzicht thema...................................................................................... 36 3.7 THEMA 7: ORGANISATIEVERSTERKENDE RANDVOORWAARDEN ...................... 37 3.7.1 Ambities .................................................................................................. 37 3.7.2 Stand van zaken ...................................................................................... 37 3.7.3 Overzicht thema...................................................................................... 39 3.8 THEMA: INVESTERINGEN ................................................................................. 40 3.9 TOTAAL OVERZICHT KOSTEN ........................................................................... 40
4
DE TWEEDE HELFT.......................................................................................... 43 4.1 4.2 4.3
INLEIDING ........................................................................................................ 43 OUTCOME EFFECT PER THEMA......................................................................... 43 GEMEENTELIJKE INVLOED ............................................................................... 44 5
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
4.4 4.5 4.6
BEZUINIGINGSRESULTAAT ............................................................................... 45 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN ................................................................... 45 VOORSTEL VOOR BIJSTURING .......................................................................... 47
BIJLAGEN
1 Stand van zaken projecten 2 Aangepaste toewijzing uren en budgetten
6
gemeente Eindhoven
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
Samenvatting De gemeenteraad heeft eind 2008 het uitvoeringsprogramma klimaatbeleid 2009 – 2012 vastgesteld en budget vrijgemaakt voor de uitvoering ervan. Door het ministerie van VROM is een subsidie toegekend en ook van de provincie Noord-Brabant is een subsidie ontvangen. Het programma bestaat uit 76 projecten, verdeeld over 7 thema's en heeft een financiële omvang van circa € 2.000.000,=. Naar aanleiding van het feit dat de uitvoeringstermijn van het programma bijna halverwege is, is deze tussentijdse evaluatie opgesteld, zodat eventueel noodzakelijke bijsturing kan plaatsvinden. De inhoudelijke evaluatie vindt plaats aan de hand van de ambities die in het programma per thema zijn geformuleerd. Daarnaast worden de ingezette financiële middelen en ambtelijke capaciteit geëvalueerd en wordt vooruitgekeken naar de haalbaarheid van de ambities binnen de beschikbare middelen. De gestelde ambities voor het thema ‘Eigen organisatie’ lijken grotendeels haalbaar voor het einde van de programmatermijn. De energielabels en de energiescan maken duidelijk dat binnen de gemeentelijke huisvesting nog grote energiebesparingen te behalen vallen, waarmee de beoogde 4% besparing per jaar naar verwachting gehaald kan worden. Voor wat betreft de opwekking van duurzame energie verlopen de biomassaprojecten succesvol en is Eindhoven een koploper in Nederland. De centrale in de Tongelreep levert nog niet het volledige vermogen, maar met de toevoeging van de centrales in Meerhoven en bij het Ottenbad wordt in 2012 in ieder geval een duurzame energieproductie van meer dan 50% van het gemeentelijk verbruik gehaald. Indien de ambitie van 100% zelf duurzaam produceren in 2012 niet haalbaar zou blijken te zijn, kan overwogen worden om groen-certificaten aan te schaffen ter compensatie van de grijze stroom die via de inkoopcontracten wordt ingekocht. De gestelde ambities voor het thema ‘Woningen’ lijken vooralsnog moeilijk haalbaar. De geformuleerde projecten in het uitvoeringsprogramma op het gebied van voorlichting, subsidies en leningen worden weliswaar succesvol uitgevoerd, maar het effect op energiebesparend gedrag van burgers is op de schaal van de hele gemeente gering. De mate van toetsing en toezicht op de eisen aan EPC en GPR bij nieuwbouw blijft ver achter bij de gewenste 90%. Voor het boeken van meer resultaten is een snelle doorstart van het plan van aanpak ‘Kwaliteit in bouwen en wonen’ noodzakelijk. Ook de gestelde ambities voor het thema ‘Utiliteitsbouw’ worden vooralsnog niet gehaald. Het thema is onderbelicht geweest in de eerste helft van de uitvoeringstermijn van het programma. De ambitie om op 90% van de nieuwbouw locaties te toetsen op EPC / GPR is wellicht moeilijk te realiseren. Het behalen van de gestelde ambities voor het thema ‘Bedrijven en bedrijventerreinen’ is vooralsnog niet in beeld. Een structurele samenwerking met 7
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
bedrijven en tussen bedrijven op het gebied van energiebesparing is nog niet van de grond gekomen. Voor het behalen van de gewenste GPR score bij nieuwbouw van bedrijven geldt hetgeen ook bij woningbouw en utiliteitsbouw is gesteld ten aanzien van het plan van aanpak ‘Kwaliteit in bouwen en wonen’. Een snelle doorstart daarvan is noodzakelijk. Het Keurmerk Duurzaam Eindhoven is een publicitair succes en vindt weerklank bij de ondernemers. Vanuit het uitvoeringsprogramma klimaatbeleid is nog financiering mogelijk voor 1 jaar (2011). Als continuering van het project wenselijk is, zal andere financiering moeten worden gevonden. Ook de ‘duurzame verhuisscan’ en het ondertekenen en implementeren van een overeenkomst met de winkelbranche over het afsluiten van koelingen, zijn succesvol uitgevoerd. Op het gebied van duurzame bedrijventerreinen lijkt de Brainport Innovatie Campus een toonaangevend voorbeeld te kunnen gaan vormen. Het is onduidelijk of de gestelde ambitie voor het thema ‘verkeer en vervoer’ gehaald zal worden. Een besparing of verduurzaming van het brandstofverbruik met 2% per jaar is vooralsnog moeilijk te meten. De projecten die in het uitvoeringsprogramma zijn opgenomen voor dit thema, zijn echter wel grotendeels al succesvol uitgevoerd. De resterende projecten kunnen in de 2e programmahelft worden gerealiseerd. Voor wat betreft het thema ‘grootschalige duurzame energie opties’ loopt Eindhoven landelijk gezien voorop in de toepassing van biomassa en warmte koude opslag. De ambitie om 5% van alle energie in de stad duurzaam op te wekken is op termijn wel haalbaar, maar het is de vraag of dat reeds in 2012 gerealiseerd kan worden. Voor wat betreft de prognose van de inzet van de beschikbare middelen in kosten en uren lijkt het mogelijk om het uitvoeringsprogramma grotendeels uit te voeren. Hoewel de projecten uit het uitvoeringsprogramma uitgevoerd kunnen worden met de beschikbare middelen, betekent dat nog niet dat ook de gestelde ambities gehaald zullen worden. Teneinde zoveel mogelijk resultaat te boeken en vanwege de invloed van de gemeentelijke bezuinigingen zullen keuzes gemaakt moeten worden ten aanzien van waar de focus in de 2e helft van de uitvoeringstermijn wordt gelegd. Voorgesteld wordt om zowel voor de thema’s onderling als voor de individuele projecten een prioritering te gebruiken die gebaseerd is op 3 dimensies: b Het verwachte outcome effect (energiebesparing of beperking CO2 uitstoot) b De invloed die de gemeente kan uitoefenen b Het effect op kostenbesparing
8
gemeente Eindhoven
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
Deze beschouwing leidt tot een aantal aanbevelingen:
Aanbeveling4.1: Leg in de tweede helft van de uitvoeringstermijn de nadruk op de thema’s ‘eigen organisatie’, ‘woningen’ en ‘grootschalige duurzame energieopwekking’
Aanbeveling 4.2: Verschuif binnen het thema ‘woningen’het accent van nieuwbouw naar bestaande bouw Aanbeveling 4.3: Voer alle projecten op de thema’s wonen en utiliteitsbouw uit binnen het kader van het Plan van Aanpak Kwaliteit in Bouwen en Wonen
Aanbeveling 4.4: Breng het maken van het Programma van Eisen voor het lokale duurzame- energie bedrijf onder in het uitvoeringsprogramma klimaatbeleid en maak middelen vrij voor het opstellen daarvan (reeds uitgevoerd) Aanbeveling 4.5: Onderzoek of door middel van de methodiek van ‘The Natural Step’ het thema ‘organisatie versterkende randvoorwaarden’ beter uitgewerkt kan worden (reeds uitgevoerd)
9
februari 2011
10
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
gemeente Eindhoven
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
1
Inleiding
De gemeenteraad heeft eind 2008 het uitvoeringsprogramma Klimaatbeleid 2009 – 2012 vastgesteld en budget vrijgemaakt voor de uitvoering ervan. Door het Rijk is een subsidie verleend (SLOK subsidie: Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven). Het totale uitvoeringsprogramma heeft een financiële omvang van circa € 2.000.000,=. De uitvoering van het programma wordt gecoördineerd door de afdeling Milieu van de sector ORVM. Zoals in paragraaf 4.2 (p. 20) van het uitvoeringsprogramma is weergegeven is een grote mate van flexibiliteit ten aanzien van de precieze invulling van de projecten noodzakelijk om de gewenste doelen te bereiken. De projecten kunnen uitgevoerd worden met andere budgetten, of dezelfde doelstellingen kunnen bereikt worden met andere projecten. Nu de uitvoeringstermijn van het programma bijna halverwege is, is het daarom nuttig en noodzakelijk om de uitvoering en de resultaten te evalueren en te bezien waar bijsturing of wellicht zelfs een andere koers noodzakelijk is. Deze tussentijdse evaluatie heeft precies dat als doelstelling: evalueren en voorstellen doen voor bijsturing of koerswijziging. In de evaluatie wordt in eerste instantie getoetst aan de ambities, zoals die in het uitvoeringsprogramma zijn geformuleerd. Als onderdeel van het uitvoeringsprogramma is echter ook de ‘Routekaart energieneutraliteit’ opgesteld. Daarin is geconcludeerd dat een zeer grote inspanning noodzakelijk is om de uiteindelijke ambitie te kunnen realiseren. Voor zover mogelijk zal daarom ook gekeken worden naar de bijdrage die door dit uitvoeringsprogramma wordt geleverd aan de uiteindelijke ambitie van de gemeente. In hoofdstuk 2 wordt het programma en de bestuurlijke besluitvorming daaromtrent samengevat. Hoofdstuk 3 bevat een overzicht van de stand van zaken van de projecten uit het uitvoeringsprogramma gerangschikt per thema. Hoofdstuk 4 gaat in op voorstellen om tot bijsturing of koerswijziging te komen.
11
februari 2011
12
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
gemeente Eindhoven
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
2
Het Uitvoeringsprogramma Klimaatbeleid 2009 - 2012
2.1
Klimaatbeleid
Mondiaal zijn afspraken gemaakt over het reduceren van de CO2 uitstoot. Nederland heeft zich door het ondertekenen van het Kyoto-protocol gecommiteerd aan die afspraken. Door eerdere kabinetten is de ambitie uitgesproken om in 2020 als Nederlandse overheid één van de schoonste en zuinigste energievoorzieningen van Europa te hebben. In het kader van het project ‘Schoon en Zuinig’ is deze ambitie in 2007 vertaald in het integrale werkprogramma ‘Nieuwe energie voor het klimaat’. In het in november 2007 door kabinet en Vereniging Nederlandse Gemeenten ondertekende ‘Klimaatakkoord’ hebben de gemeente de concrete doelstellingen uit het werkprogramma onderschreven. In oktober 2010 is het kabinet Rutte-Verhagen aangetreden. In het regeerakkoord van het kabinet Rutte-Verhagen zijn de doelstellingen uit het werkprogramma teruggeschroefd naar de europees vastgelegde doelstellingen. Een en ander kan cijfermatig als volgt worden weergegeven:
Duurzame energie Energiebesparing CO2 reductie
Doelstellingen werkprogramma en klimaatakkoord (2007) 20 % in 2020 2% per jaar 30% in 2020
Doelstellingen regeerakkoord RutteVerhagen (2010) 14 % in 2020 niet benoemd 20% in 2020
Op gemeentelijke niveau heeft de gemeenteraad in 2003 de nota ‘Klimaat, van energiebesparing naar klimaatbeleid’ vastgesteld en in 2007 de ‘Kaderstelling duurzaamheid en klimaatbeleid’. Eén van de pijlers van deze kaderstelling is uitgewerkt in het ‘Uitvoeringsprogramma Klimaatbeleid 2009-2012’. Hierin is de ambitie gelanceerd om als gemeente te streven naar energieneutraliteit, te bereiken in de periode 2035 - 2045. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2010 is in Eindhoven een nieuwe coalitie van PvdA, VVD, D66 en GroenLinks aangetreden. In het coalitieakkoord ‘Werken aan morgen’ is ten aanzien van klimaatbeleid gesteld: b Er wordt vastgehouden aan de ambitie om energieneutraliteit te bereiken in 2045, met als uitgangspunt de routekaart naar energieneutraliteit; b Er is een intensivering nodig van het huidige klimaatbeleid;
13
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
b
b
b
2.2
Het college krijgt opdracht om in het najaar van 2010 te komen met een uitwerking, waarin wordt aangegeven wat op de korte termijn moet veranderen, wat dat betekent en wat dat kost; Aandachtspunten zijn de eigen organisatie (voorbeeldfunctie), de verankering van klimaat en duurzaamheid binnen de eigen organisatie en de samenwerking met partners in de stad. Het college krijgt de opdracht om voor het eind van 2010 te komen met een voorstel om private en publieke initiatieven om duurzame energie op te wekken, te bundelen in een lokaal duurzame-energiebedrijf. Een publiekprivate samenwerking, waarin investeren en exploiteren van duurzame energievoorzieningen bij elkaar komen.
Bestuurlijke besluiten
De belangrijkste bestuurlijke besluiten die direct gerelateerd zijn aan het uitvoeringsprogramma klimaatbeleid zijn de volgende: b Januari 2008, raadsvoorstel 740.551: Kaderstelling inzake duurzaamheid en klimaatbeleid, inclusief nadere toelichting; b Juni 2008, raadsvoorstel 817.551: Vaststellen van het uitvoeringsprogramma klimaatbeleid 2009 – 2012, inclusief nadere toelichting; b September 2009: B&W-besluit om project toe te voegen (‘De gemeente betaalt de helft’), inclusief begrotingswijziging en subsidie provincie; b December 2009: B&W-besluit om de Raad te informeren over de evaluatie van het project ‘Energiebesparingslening’; b Januari 2010: B&W-besluit om kennis te nemen van het artikel 213a rapport ‘Een energieneutrale gemeente kost nog veel energie’ en de conclusies te onderschrijven; b Februari 2010, raadsvoorstel 950.551: Eindhoven energieneutraal in 2045: eerste uitwerking (2010 – 2013), inclusief nadere toelichting.
2.3
Doelstellingen uitvoeringsprogramma
Het uitvoeringsprogramma klimaatbeleid 2009-2012 is thematisch ingedeeld rondom de thema’s: 1. Eigen organisatie 2. Woningen 3. Utiliteitsbouw 4. Bedrijven en bedrijventerreinen 5. Verkeer en vervoer 6. Grootschalige duurzame-energie opties 7. Organisatieversterkende randvoorwaarden
14
gemeente Eindhoven
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
Per thema zijn specifieke, zoveel mogelijk meetbare ambities gesteld, die in hoofdstuk 3 van deze evaluatie worden weergegeven en afgezet tegen de tot nu toe behaalde resultaten. Naast de thematische ambities zijn de volgende aanvullende en algemene doelstellingen geformuleerd: 1. Structurele uitvoering 2. Inbedding in de organisatie 3. Integraal onderdeel 4. Voortzetting (van eerdere projecten en ontwikkelingen) 5. Brede aanpak 6. Realistisch en uitvoerbaar 7. Samenwerking 8. Flexibiliteit
2.4
Kosten, capaciteit en financiering
In het uitvoeringsprogramma is een inschatting gegeven van de benodigde interne uren en de benodigde externe kosten. Daarbij is aangegeven dat flexibiliteit één van de belangrijkste kenmerken van het uitvoeringsprogramma is. De genoemde projecten vormen slechts voorbeelden waarmee de gekozen ambities behaald kunnen worden. Dit geldt ook voor de opgenomen uren en kosten. Gedurende de uitvoeringsperiode kan geschoven worden met de opgenomen uren en externe kosten, zolang aan de gekozen ambitie voldaan wordt. Het is van belang om in het kader van de evaluatie op te merken dat in het uitvoeringsprogramma gerekend is met een ambtelijk uurtarief van € 71,=. Vanaf 2009 is echter het ambtelijk uurtarief vastgesteld op € 100,=. Bij een gelijkblijvend budget betekent dit dat minder ambtelijke capaciteit beschikbaar is. Hiermee zal in de evaluatie rekening worden gehouden. De geraamde kosten zijn in onderstaande tabel weergegeven. Daarbij zijn de kosten van het in september 2009 toegevoegde project ‘De gemeente betaalt de helft’ ook meegenomen. Tabel: Verwachte kosten uitvoeringsprogramma klimaatbeleid 2009 - 2012 Loonkosten Externe kosten Extra project gemeente betaalt de helft Investeringen TOTAAL
€ 585.040,= € 922.500,= € 155.000,= € 500.000,= € 2.162.540,=
15
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
De uitvoering van het programma wordt gefinancierd door: een subsidie van het ministerie van VROM inzet ambtelijke capaciteit middelen vanuit de voorjaarsnota een later toegekende (2009) subsidie van de provincie Noord-Brabant voor het project ‘ de gemeente betaalt de helft’
De wijze van financiering, globaal verdeeld over de jaren, is in onderstaande tabel weergegeven.
Tabel : Financiering van het uitvoeringsprogramma klimaatbeleid
Subsidie VROM Inzet ambtelijke capaciteit Middelen voorjaarnota Provinciale subsidie Totaal
2009 € 125.000
2010 € 125.000
2011 € 125.000
2012 € 125.000
Totaal € 500.000
€ 125.000
€ 125.000
€ 125.000
€ 125.000
€ 500.000
€ 250.000
€ 250.000
€ 250.000
€ 250.000
€ 1.000.000
€ 75.000 € 575.000
€ 75.000 € 500.000
€ 500.000
€ 500.000
€ 2.075.000,=
Het is van belang hierbij op te merken dat de inzet van de ambtelijke capaciteit in 2011 en 2012 nog geen dekking is gevonden.
16
gemeente Eindhoven
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
3
Stand van zaken februari 2011
3.1
Thema 1: Eigen organisatie 3.1.1
Ambities
In het uitvoeringsprogramma zijn voor dit thema de volgende ambities geformuleerd:
b b b b b
Het realiseren van een GPR-score van 7 op alle thema’s voor nieuwbouw van gemeentelijke gebouwen (innovatief) Een energiebesparing van minimaal 4% per jaar voor alle bestaande gemeentelijke aansluitingen (innovatief) 100% (in de gemeente) duurzaam opgewekte energie voor de gemeentelijke aansluitingen (innovatief) 20% besparing op fossiele brandstoffen t.a.v. het gemeentelijke wagenpark (innovatief) Vergroenen/verduurzamen van de (energievoorziening) van gemeentelijke evenementen
3.1.2
Stand van zaken
In het kader van dit thema zijn 24 projecten geformuleerd die in de eerste helft van de programmatermijn alle gestart zijn. Een deel van de projecten is ook reeds afgerond, andere zijn nog in uitvoering. Globaal kan gesteld worden dat de uitvoering van de projecten op schema is met de planning van het uitvoeringsprogramma. De stand van zaken is per project weergegeven in het overzicht in bijlage 1. Onderstaand wordt per geformuleerde ambitie ingegaan op de projecten die daaraan verbonden zijn, de globale voortgang van die projecten en, voor zover op dit moment meetbaar, de resultaten ten opzichte van de ambities die gesteld zijn. Ambitie 1.1: Het realiseren van een GPR-score van 7 op alle thema’s, voor nieuwbouw van gemeentelijke gebouwen (innovatief) Relevante projecten: 1 t/m 3 De projecten hebben betrekking op: b Het vrijmaken van budget voor meerinvesteringen b Het vastleggen van GPR eisen in aanbestedingen en contracten 17
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
b
Het opleiden van de medewerkers van de betreffende afdelingen van de sector Grond en Vastgoed
Onlangs (februari 2011) heeft het College een besluit genomen over het beschikbaar stellen van budget voor investeringen in energiebesparende maatregelen die zich binnen de levensduur van het gebouw of de maatregel terugverdienen. Naar aanleiding van de succesvolle maatregelen in het Van Abbemuseum, is geconcludeerd dat dergelijke maatregelen op alle van toepassing zijnde locaties zouden moeten worden uitgevoerd. Met dit besluit wordt ook het vastleggen van eisen in aanbestedingen en contracten beter uitvoerbaar, dit kan in de 2e programmahelft worden geëffectueerd. Het opleidingsproject voor de medewerkers van Grond en Vastgoed moet nog ingezet worden. Ambitie 1.2: Een energiebesparing van minimaal 4% per jaar voor alle bestaande gemeentelijke aansluitingen Relevante projecten: 4 t/m 11, 16 en 17 De projecten hebben betrekking op: b b b b b b b b
Gemeentelijk energiemanagement Duurzaam inkopen Energie-onderzoeken en energiecertificaten Vrijmaken van budget Opleiding gebouwbeheerders GPR bij renovatie LED-verlichting gemeentelijke gebouwen Verduurzamen openbare verlichting
Successen: b In 2010 is een eigen gemeentelijk energiemanagement systeem in bedrijf genomen waarmee op gebouwniveau het energieverbruik kan worden gemonitord; b Voor 18 gemeentelijke gebouwen is het energiecertificaat vastgesteld; b Voor 6 gemeentelijke gebouwen is een energiescan uitgevoerd en zijn de maatregelen geïnventariseerd waarmee besparingen kunnen worden bereikt; b Voor het Van Abbemuseum zijn energiebesparende maatregelen getroffen die leiden tot een jaarlijkse besparing van 24% op het elektriciteitsverbruik en 30% op het gasverbruik. De besparing op energiekosten bedraagt daarmee bijna € 50.000,= per jaar; b De energiescan leverde op diverse punten directe besparingen op door het opsporen van foute instellingen etc. Voorbeeld: In het WZI gebouw wordt door een correctie van de instellingen besparing bereikt van € 14.800,= / per jaar; 18
gemeente Eindhoven
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
b
b b b
Voor duurzaam inkopen is de gemeentelijke ambitie bestuurlijk vastgesteld (75% duurzaam in 2010 en 100% duurzaam in 2015) en is 0,4 formatieplaats vrijgemaakt voor de implementatie ervan; Duurzaamheid is opgenomen in vastgesteld evenementenbeleid; In één gemeentelijke kantoorruimte op Strijp S is bij wijze van pilot LED verlichting geïnstalleerd; De sportparken Eindhoven Noord en Dommeldal Zuid zijn geheel voorzien van LED verlichting op de buitenvelden.
Nog te realiseren: b Verduurzamen openbare verlichting: het is nog niet tot een besluit gekomen over de grootschalige toepassing van LED verlichting in het openbaar gebied. Belangrijke oorzaak hiervan is de terugverdientijd voor de investering in LED verlichting (> 30 jaar). Op basis van landelijke cijfers kan een vergelijking gemaakt worden tussen de energielabels van de Eindhovense gemeentelijke gebouwen en het landelijk gemiddelde.
Figuur : vergelijking energielabels overheidsgebouwen Eindhoven t.o.v. heel Nederland De gemiddelde energie-index van de gelabelde overheidsgebouwen in 2009 in Eindhoven is 1,62. Dit komt overeen met label F. De gemiddelde energie-index van de gelabelde overheidsgebouwen in Nederland is 1,51. Dit komt overeen met label D. Het is duidelijk dat op dit punt nog een flinke slag gemaakt kan worden.
19
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
Ambitie 1.3: 100% (in de gemeente) duurzaam opgewekte energie voor de gemeentelijke aansluitingen (innovatief) Relevante projecten: 12 t/m 15 De projecten hebben betrekking op: b De realisatie van bio-massacentrales b Onderzoek naar de mogelijkheden van groen gas Successen: b
b
De biomassacentrale Tongelreep is sinds januari 2008 in bedrijf. Deze produceert duurzame warmte en elektriciteit. De jaarlijkse productie van deze centrale heeft in 2008 en 2009 circa 35% van het totale energieverbruik bedragen. De centrale heeft daarmee nog niet de hoeveelheid energie geleverd die vooraf was voorzien. De biomassacentrales voor het Ottenbad is in aanbouw en wordt in 2011 opgeleverd. Met de toevoeging daarvan zal meer dan 50% van het energieverbruik van de gemeentelijke aansluitingen duurzaam worden geproduceerd.
Nog te realiseren: b De mogelijkheden om vanaf 2012 het gemeentelijk GFT afval te vergisten en daarmee groen gas te produceren worden onderzocht. Ambitie 1.4: 20% besparing op fossiele brandstoffen t.a.v. het gemeentelijke wagenpark (innovatief) Relevante projecten: 20 t/m 23. De projecten hebben betrekking op: b Realisatie multifuel tankstations b Vergroening eigen wagenpark b Mobiliteitsplan gemeentelijke organisatie
Successen: b 1 multifuel tankstation gerealiseerd, meerdere in voorbereiding b CURE zal overschakelen naar Groen Gas voor haar bedrijfsauto's, mogelijk afkomstig van gemeentelijke vergistingsinstallatie. De ambitie van 20% zal daarmee ruimschoots gerealiseerd kunnen worden. b Start gemaakt met overschakelen dienstvoertuigen gemeente b Mobiliteitsplan gemeentelijke organisatie is ingevoerd.
20
gemeente Eindhoven
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
Nog te realiseren en knelpunten: b Overschakelen dienstvoertuigen gaat langzaam: 3 voertuigen wachten op toestemming parkeergarage, overige 22 nog niet in voorbereiding. Ambitie 1.5: Vergroenen/verduurzamen van de (energievoorziening) van gemeentelijke evenementen Relevante projecten: 24 Successen b Beleidsnota evenementenbeleid met duurzaamheidsambitie is vastgesteld in juni 2009. 3.1.3
Overzicht thema
De gestelde ambities voor het thema ‘Eigen organisatie’ lijken grotendeels haalbaar voor het einde van de programmatermijn. De energielabels en de energiescan maken duidelijk dat binnen de gemeentelijke huisvesting nog grote energiebesparingen te behalen vallen, waarmee de beoogde 4% besparing per jaar naar verwachting gehaald kan worden. Voor wat betreft de opwekking van duurzame energie verlopen de biomassaprojecten succesvol en is Eindhoven een koploper in Nederland. De centrale in de Tongelreep levert nog niet het volledige vermogen, maar met de toevoeging van de centrale bij het Ottenbad wordt in 2012 in ieder geval een duurzame energieproductie van meer dan 50% van het gemeentelijk verbruik gehaald. Indien de ambitie van 100% zelf duurzaam produceren in 2012 niet haalbaar zou blijken te zijn, kan overwogen worden om groen-certificaten aan te schaffen ter compensatie van de grijze stroom die via de inkoopcontracten wordt ingekocht.
21
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
3.2
Thema 2: Woningen 3.2.1
b b b b
b b
Ambities
Toetsing EPC-berekeningen/GPR-scores en toezicht EPC en GPR op de bouwplaats bij 90% van de vergunningen (innovatief) Het realiseren van een GPR-score van 7 op alle thema’s voor nieuwbouwwoningen, zowel voor particuliere bouw als kleinschalige projectmatige bouw (innovatief) Het realiseren van een GPR-score van 7 op alle thema’s bij grootschalige nieuwbouwprojecten (voorlopend) Het verbeteren van de energetische kwaliteit van de bestaande woningvoorraad met 4% per jaar (innovatief o.a. door middel van koppeling energielabels en GPR-scores naar consumentenlabels) Het realiseren van een duurzaam en energiezuinig Strijp S Energiebesparend gedrag bij 20% van de huishoudens (innovatief)
3.2.2
Stand van zaken
In het kader van dit thema zijn 24 projecten geformuleerd waarvan het merendeel in de eerste helft van de programmatermijn is gestart. Een deel van de projecten is ook reeds afgerond, andere zijn nog in uitvoering. Globaal kan gesteld worden dat de uitvoering van de projecten op schema is met de planning van het uitvoeringsprogramma. De stand van zaken is per project weergegeven in het overzicht in bijlage 1. Onderstaand wordt per geformuleerde ambitie ingegaan op de projecten die daaraan verbonden zijn, de globale voortgang van die projecten en, voor zover op dit moment meetbaar, de resultaten ten opzichte van de ambities die gesteld zijn. Ambitie 2.1: Toetsing EPC-berekeningen/GPR-scores en toezicht EPC en GPR op de bouwplaats bij 90% van de vergunningen (innovatief) Relevante projecten: 25, 26 Knelpunten b Het organiseren van een afdoende mate van toetsing en toezicht blijkt in de praktijk problemen op te leveren. Enerzijds is dit een budgettaire kwestie en anderzijds blijkt het ook bij voldoende middelen moeilijk te zijn om voldoende toetsing en toezicht te organiseren. Exacte cijfers zijn niet beschikbaar, maar het is duidelijk dat op dit moment zelfs een percentage van 10% nog niet gehaald wordt. 22
gemeente Eindhoven
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
b
De gemeentelijke bezuinigingen naar aanleiding van de kredietcrisis treffen met name ook het toezicht en de handhaving. Dit bemoeilijkt ook het behalen van de gestelde ambitie.
Ambitie 2.2: Het realiseren van een GPR-score van 7 op alle thema’s voor nieuwbouwwoningen, zowel voor particuliere bouw als kleinschalige projectmatige bouw (innovatief) Relevante projecten: 27 t/m 33 Successen b Het GPR instrument is ingevoerd als instrument en het gebruik ervan wordt gestimuleerd binnen en buiten de gemeente Knelpunten b Door gebrek aan toezicht en toetsing is er geen zicht op in hoeverre bij particulieren en kleinschalige projectbouw de GPR wordt gehanteerd en een score van 7 wordt behaald
Ambitie 2.3: Het realiseren van een GPR-score van 7 op alle thema’s bij grootschalige nieuwbouwprojecten (voorlopend) Relevante projecten: 34 t/m 38. Successen b Bij een aantal grootschalige nieuwbouwprojecten (Strijp R, Blixembosch NO) wordt de GPR gehanteerd en wordt de gewenste score naar verwachting gehaald. Knelpunten b Door gebrek aan toezicht en toetsing is er geen zicht op in hoeverre bij grootschalige projectbouw de GPR wordt gehanteerd en een score van 7 wordt behaald
Ambitie 2.4: Het verbeteren van de energetische kwaliteit van de bestaande woningvoorraad met 4% per jaar (innovatief o.a. door middel van koppeling energielabels en GPR-scores naar consumentenlabels) Relevante projecten: 39 t/m 43 De projecten hebben betrekking op: b Energiedoelstellingen opnemen in volkshuisvestingsbeleid b Afspraken maken met woningbouwcorporaties b Particulieren stimuleren om maatregelen te treffen 23
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
b
Monitoren renovatieprojecten op energieresultaat
Successen b Het door Eindhoven gelanceerde revolving fund voor energiebesparingsmaatregelen in bestaande bouw (de energiebesparingslening) is een succes. In 2009 is een evaluatie van het project uitgevoerd. In 2010 is het totaal beschikbare bedrag in het fonds verhoogd met € 1.250.000,= b Met subsidie van de provincie is een succesvol project uitgevoerd met subsidiëring van energiebesparende maatregelen (‘De gemeente betaalt de helft’). Dit heeft rechtstreeks geleid tot circa € 300.000,= aan maatregelen in bestaande woningen, waarvoor € 150.000,= aan subsidie is verstrekt b In 2009 en 2010 zijn door de gemeente voorlichtingsavonden georganiseerd over de mogelijkheden om energie te besparen en daarvoor financiële ondersteuning te krijgen. Deze avonden zijn druk bezocht. b Met het creëren van een formatieplaats binnen de afdeling Milieu voor een adviseur duurzaam bouwen en het opstellen van het plan van aanpak ‘Kwaliteit in bouwen en wonen’ is een belangrijke stap gezet.
Knelpunten b De samenwerking met de woningbouwcorporaties is in Eindhoven op dit punt nog niet optimaal. In 2011 is inmiddels een traject ingezet om op dit punt tot verbeteringen te komen. b De mogelijkheden van de gemeente om bewoners te bewegen tot substantiële besparingsmaatregelen die op de schaal van de gemeente tot meetbare resultaten leiden zijn beperkt. Dit lijkt ook af te leiden uit de vergelijking van de Eindhovense energielabels met de landelijke in onderstaande figuur. De gemiddelde energie-index van de gelabelde woningen in Eindhoven is 1,90. Dit komt overeen met label D. De gemiddelde energie-index van de gelabelde woningen in Nederland is 1,85. Dit komt ook overeen met label D. Eindhoven scoort wat dat betreft dus niet beter dan het landelijk gemiddelde. De cijfers zeggen overigens niks over de verbetering in de labelscore in de afgelopen jaren, dus een zekere uitspraak over hoe Eindhoven scoort ten opzichte van andere gemeenten is hiermee niet te doen.
24
gemeente Eindhoven
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
Figuur : Vergelijking energielabels woningen Eindhoven t.o.v. heel Nederland
Het aantal aangevraagde subsidies in het kader van de landelijke SDE regeling is, voor wat betreft PV cellen, in Eindhoven aanzienlijk lager dan in de rest van Nederland, zoals blijkt uit onderstaande figuren.
Figuur : Vermogen aan toegekende SDE subsidies per 1000 inwoners in 2009
25
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
Figuur : Vermogen aan ingediende SDE aanvragen in 2010 Daarbij moet wel aangetekend worden dat er alleen cijfers beschikbaar zijn voor deze techniek (PV cellen). Het is niet uitgesloten dat subsidies voor andere technieken in Eindhoven beter scoren.
Ambitie 2.5: Het realiseren van een duurzaam en energiezuinig Strijp S Relevante projecten: 44 t/m 46 De projecten hebben betrekking op onder andere het realiseren van de HOV lijn en innovatieve en energiezuinige openbare verlichting. Samen met het duurzame energiesysteem op Strijp-S (Sanergy) is een deel van de ambitie reeds gerealiseerd. Het Sanergy project heeft nationale en internationale aandacht verdiend. Ambitie 2.6: Energiebesparend gedrag bij 20% van de huishoudens (innovatief) Relevante projecten: 47 en 48 De projecten hebben betrekking op een voorlichtingscampagne rondom energiebesparing en een actie spaarlamp voor minima. Successen b De gemeente communiceert actief op diverse manieren en via diverse media over de mogelijkheden voor energiebesparing (zie ook ambitie 2.4) b De actie spaarlamp is uitgevoerd Knelpunten b De gestelde ambitie is moeilijk meetbaar (wanneer is er sprake van energiebesparend gedrag?) b Het is de vraag in hoeverre door middel van voorlichting burgers kunnen worden aangezet tot energiebesparend gedrag. Het gedrag van mensen wordt grotendeels gestuurd door factoren die door de gemeente moeilijk beïnvloedbaar zijn, zoals de prijs van energie.
26
gemeente Eindhoven
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
3.2.3
Overzicht thema
De gestelde ambities voor het thema ‘Woningen’ lijken vooralsnog moeilijk haalbaar. De geformuleerde projecten in het uitvoeringsprogramma op het gebied van voorlichting, subsidies en leningen worden weliswaar succesvol uitgevoerd, maar het effect op energiebesparend gedrag van burgers is op de schaal van de hele gemeente moeilijk meetbaar, maar betrekkelijk gering. De mate van toetsing en toezicht op de eisen aan EPC en GPR bij nieuwbouw blijft ver achter bij de ambitie van 90%. Voor het boeken van meer resultaten is een snelle doorstart van het plan van aanpak ‘Kwaliteit in bouwen en wonen’ noodzakelijk.
27
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
3.3
Thema 3: Utiliteitsbouw 3.3.1
b b
Ambities
Toetsing EPC-berekeningen/GPR-scores en toezicht EPC en GPR op de bouwplaats bij 90% van de (relevante) vergunningen (innovatief) Het realiseren van een GPR-score van 7 op alle thema’s voor nieuwbouw van kantoren en utiliteitsgebouwen
3.3.2
Stand van zaken
In het kader van dit thema zijn 3 projecten geformuleerd die betrekking hebben op de EPC en GPR scores bij nieuwbouw van kantoren en utiliteitsgebouwen. Onderstaand wordt per geformuleerde ambitie ingegaan op de projecten die daaraan verbonden zijn, de globale voortgang van die projecten en, voor zover op dit moment meetbaar, de resultaten ten opzichte van de ambities die gesteld zijn.
Ambitie 3.1: Toetsing EPC-berekeningen/GPR-scores en toezicht EPC en GPR op de bouwplaats bij 90% van de (relevante) vergunningen (innovatief) Relevante projecten: 25 Knelpunten: b Zie hiervoor het gestelde onder ambitie 2.1 bij woningbouw. De mate van toezicht en toetsing haalt bij lange na nog niet de gestelde ambitie. Ambitie 3.2: Het realiseren van een GPR-score van 7 op alle thema’s voor nieuwbouw van kantoren en utiliteitsgebouwen Relevante projecten: 49 t/m 51 De projecten hebben betrekking op: b Opnemen van eisen bij grondverkoop en in actief grondbeleid b Faciliterende rol van de gemeente b Jaarlijkse prijsuitreiking voor duurzaam bedrijfsgebouw
28
gemeente Eindhoven
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
Knelpunten: b De projecten zijn onderdeel van het plan van aanpak ‘Kwaliteit in bouwen en wonen’, waarvoor pas onlangs groen licht is gekregen; b Vooralsnog scoren de utiliteitsgebouwen in Eindhoven qua energielabel gemiddeld slechter dan in de rest van Nederland, zoals blijkt uit onderstaande figuur.
Figuur: Vergelijking energielabels utiliteitsgebouwen Eindhoven t.o.v. heel Nederland De gemiddelde energie-index van de gelabelde utiliteitsgebouwen in Eindhoven is 1,58. Dit komt overeen met label E. De gemiddelde energie-index van de gelabelde utiliteitsgebouwen in Nederland is 1,41. Dit komt overeen met label D. 3.3.3
Overzicht thema
De gestelde ambities voor het thema ‘Utiliteitsbouw’ worden vooralsnog niet gehaald. Het thema is onderbelicht geweest in de eerste helft van de uitvoeringstermijn van het programma, intensivering in de 2e termijn is noodzakelijk. Een en ander is afhankelijk van de doorstart van het plan van aanpak ‘Kwaliteit in bouwen en wonen. De ambitie om op 90% van de nieuwbouw locaties te toetsen op EPC / GPR is wellicht moeilijk te realiseren.
29
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
3.4
Thema 4: Bedrijven en bedrijventerreinen
3.4.1
b
b
Ambities
Een structurele samenwerking tussen bedrijven op bedrijventerreinen en tussen bedrijven, gericht op minimaal 3% energiebesparing op opwekking van duurzame energie (voorlopend) Het realiseren van een GPR-score van 7 op alle thema’s voor nieuwbouw van bedrijven
3.4.2
Stand van zaken
In het kader van dit thema zijn 4 projecten geformuleerd. De stand van zaken is per project weergegeven in het overzicht in bijlage 1.
Ambitie 4.1: Een structurele samenwerking tussen bedrijven op bedrijventerreinen en tussen bedrijven, gericht op minimaal 3% energiebesparing op opwekking van duurzame energie (voorlopend) Relevante projecten: 52 t/m 54 De projecten hebben betrekking op: b Opzetten en continueren van een netwerk van bedrijven en gemeente op het gebied van energie- en klimaat; b Faciliteren van energiebesparing door bedrijven b Specifiek stimuleren van energiebesparing bij winkeliers Successen: b De gemeente heeft succesvol in 2010 het Keurmerk Duurzaam Eindhoven geïntroduceerd voor ondernemers die voldoen aan duurzaamheidscriteria. De uitreiking heeft veel publiciteit opgeleverd voor de betreffende ondernemers en voor de gemeente. In 2011 zal het keurmerk gecontinueerd worden. b De gemeente heeft de ‘duurzame verhuisscan’ geïmplementeerd voor ondernemers. Hier kunnen ondernemers informatie krijgen over duurzaamheids- en energiebesparende maatregelen die bij een verhuizing uitgevoerd kunnen worden. b De gemeente heeft zich aangesloten bij het convenant dat met de levensmiddelenbranche is gesloten over het afsluiten van koelingen in de winkels.
30
gemeente Eindhoven
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
Knelpunten: b Voor het realiseren van de ambities is een intensieve samenwerking met de sector Economie & Cultuur noodzakelijk. De capaciteit, middelen en de aandacht voor het onderwerp energie en klimaat zijn echter zeer beperkt.
Ambitie 4.2:Het realiseren van een GPR-score van 7 op alle thema’s voor nieuwbouw van bedrijven Relevante projecten: 55. b
Het stimuleren van een duurzame ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen
Successen: b Voor het bedrijfsterrein ‘Brainport Innovatie Campus’ is een duidelijke ambitie op het gebied van duurzaamheid geformuleerd. Het bedrijfsterrein moet voldoen aan de principes van Cradle to Cradle. 3.4.3
Overzicht thema
Het behalen van de gestelde ambities voor het thema ‘Bedrijven en bedrijventerreinen’ is vooralsnog niet in beeld. Een structurele samenwerking met bedrijven en tussen bedrijven op het gebied van energiebesparing is nog niet van de grond gekomen. Voor het behalen van de gewenste GPR score bij nieuwbouw van bedrijven geldt hetgeen ook bij woningbouw en utiliteitsbouw is gesteld ten aanzien van het plan van aanpak ‘Kwaliteit in bouwen en wonen’. Een snelle doorstart daarvan is noodzakelijk. Het Keurmerk Duurzaam Eindhoven is een publicitair succes en vindt weerklank bij de ondernemers. Vanuit het UP Klimaatbeleid is nog financiering mogelijk voor 1 jaar (2011). Als continuering van het project wenselijk is, zal andere financiering moeten worden gevonden. Ook de ‘duurzame verhuisscan’ en het ondertekenen en implementeren van een overeenkomst met de winkelbranche over het afsluiten van koelingen, zijn succesvol uitgevoerd. Op het gebied van duurzame bedrijventerreinen lijkt de Brainport Innovatie Campus een toonaangevend voorbeeld te kunnen gaan vormen.
31
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
3.5
Thema 5: Verkeer en vervoer 3.5.1
b
Ambitie
Een besparing en/of verduurzaming van het brandstofverbruik van 2% per jaar (voorlopend)
3.5.2
Stand van zaken
In het kader van dit thema zijn 7 projecten geformuleerd waarvan er 5 zijn gestart en grotendeels afgerond. De 2 resterende projecten zijn nog niet gestart. Globaal kan gesteld worden dat de uitvoering van de projecten op schema is met de planning van het uitvoeringsprogramma. De stand van zaken is per project weergegeven in het overzicht in bijlage 1.
Ambitie 5.1 Een besparing en/of verduurzaming van het brandstofverbruik van 2% per jaar (voorlopend) Relevante projecten: 56 t/m 62 De projecten hebben betrekking op: b Mobiliteitsplan gemeentelijke organisatie b Onderzoek transferia etc. b Promotie fietsgebruik b Onderzoek en evaluatie gratis openbaar vervoer b Realisatie multifuel tankstations b Onderzoek naar digitaal communiceren om vervoersbewegingen te beperken b Faciliteren ‘het nieuwe rijden’
Successen: b Mobiliteitsplan met stimulering duurzaam vervoer is ingevoerd; b Onderzoek transferia uitgevoerd en 1 transferium gerealiseerd en andere in voorbereiding b Actieplan Fiets vastgesteld en in uitvoering b Experiment gratis openbaar vervoer uitgevoerd, evaluatie wordt momenteel opgesteld b Eén multifuel tankstation gerealiseerd, andere in voorbereiding. 32
gemeente Eindhoven
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
Nog te realiseren en knelpunten b
b b
Onderzoek naar mogelijkheden om door middel van digitaal communiceren tot beperking van vervoersbewegingen te komen, moet nog uitgevoerd worden. Wellicht zijn er mogelijkheden in een Brainport samenwerking Faciliteren ‘het nieuwe rijden’ is nog niet opgepakt Knelpunt in het meten van de ambitie is dat er weinig cijfers per gemeente zijn over besparingen en het (duurzaam) brandstofverbruik. Er zijn alleen cijfers over relatieve aantal auto’s op aardgas en over het relatieve aantal deelauto’s. Zie hiervoor de onderstaande figuren. Op beide indexen scoort Eindhoven slecht ten opzichte van de landelijke cijfers.
figuur : Het aantal personenauto's op aardgas per 100.000 personenauto's en vrachtauto's op aardgas per 100.000 vrachtauto's in 2009 voor Eindhoven en Nederland
33
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
Figuur : Het aantal deelauto's per 100.000 personenauto's in Eindhoven en Nederland
3.5.3
Overzicht thema
Het is onduidelijk of de gestelde ambitie voor het thema verkeer en vervoer gehaald zal worden. Een besparing of verduurzaming van het brandstofverbruik met 2% per jaar is vooralsnog moeilijk te meten. De projecten die in het uitvoeringsprogramma zijn opgenomen voor dit thema, zijn echter wel grotendeels al succesvol uitgevoerd. De resterende projecten kunnen in de 2e programmahelft worden gerealiseerd.
34
gemeente Eindhoven
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
3.6
Thema 6: Grootschalige duurzame energieopties 3.6.1
b
Ambities
Minimaal 5% van de energie die binnen de gemeentegrenzen wordt gebruik, wordt duurzaam opgewekt en geleverd via grootschalige of collectieve voorzieningen binnen de eigen gemeente. (voorlopend)
3.6.2
Stand van zaken
In het kader van dit thema zijn 6 projecten geformuleerd waarvan er 4 inmiddels gestart zijn en deels afgerond. Globaal kan gesteld worden dat de uitvoering van de projecten op schema is met de planning van het uitvoeringsprogramma. De stand van zaken is per project weergegeven in het overzicht in bijlage 1.
Ambitie 6.1: Minimaal 5% van de energie die binnen de gemeentegrenzen wordt gebruik, wordt duurzaam opgewekt en geleverd via grootschalige of collectieve voorzieningen binnen de eigen gemeente. (voorlopend) Relevante projecten: 63 t/m 68 De projecten hebben betrekking op; b Het realiseren van een bio-energie centrale voor Meerhoven b Eindhovens snoeihout voor de biomassacentrale b Realisatie biomassa centrale voor het Ottenbad b Stimuleren Warmte Koude Opslag b Toepassen HRe ketels b Innovatieve projecten duurzame energie Successen: b De biomassa centrales zijn inmiddels in aanbouw en Eindhoven is koploper in Nederland voor wat betreft de toepassing van biomassa, zie onderstaande figuur.
35
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
Figuur: elektrisch vermogen decentrale bio-energie per km2 in Eindhoven en voor heel Nederland
b b
Er zijn afspraken gemaakt over het snoeihout Stimuleringsprogramma WKO is in uitvoering, Eindhoven loopt voorop in de toepassing van ervan: • Op 25 locaties in de stad open KWO systemen vergund (10% van Brabant) • Totaal jaarlijks grondwatervolume: bijna 20 miljoen m3 • Bijna 25% van het totaal WKO volume in Brabant staat in Eindhoven
3.6.3
Overzicht thema
Eindhoven loopt landelijk gezien voorop in de toepassing van biomassa en warmte koude opslag. De ambitie om 5% van alle energie in de stad duurzaam op te wekken is op termijn wel haalbaar, maar het is de vraag of dat reeds in 2012 gerealiseerd kan worden.
36
gemeente Eindhoven
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
3.7
Thema 7: Organisatieversterkende randvoorwaarden
3.7.1
b b b b b b b b
Ambities
Ambitie en visie, en het opstellen van een routekaart (zie hoofdstuk 3) Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn vastgelegd, zie hoofdstuk 16 (actief) Een procesmatige inbedding van het klimaatbeleid in de organisatie, zie hoofdstuk 3 (innovatief) Samenwerking, zie hoofdstuk 13 Structureel budget voor uitvoering klimaatbeleid (innovatief) Monitoring en evaluatie van de resultaten, zie hoofdstuk 14(innovatief) Communicatie, zie hoofdstuk 15 (innovatief) Algehele coördinatie en project- en procesmanagement
3.7.2
Stand van zaken
In het kader van dit thema zijn 8 projecten geformuleerd die betrekking hebben op onderwerpen als de gemeentelijke organisatie, op het formuleren van ambities en het bewaken daarvan, communicatie en coördinatie.
Ambitie 7.1: Ambitie en visie, en het opstellen van een routekaart (zie hoofdstuk 3) In 2009 is de Routekaart naar een energieneutraal Eindhoven opgesteld. Tevens is een separate notitie opgesteld die een inzicht geeft in de kosten die met deze ambitie gemoeid zijn (Notitie kostenindicatie energieneutraliteit). In het bestuurlijk besluit van februari 2010 zijn deze documenten vastgesteld. Ambitie 7.2:Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn vastgelegd. De verankering van de klimaatambities binnen de gemeentelijke organisatie is nog onder de maat. Het vorige College van B&W heeft het ‘Klimaat – en duurzaamheidsbeleid’ als speerpunt opgenomen en een programmamanager aangesteld voor de coördinatie daarvan. De positie en de bevoegdheden van de programmamanager zijn echter altijd onduidelijk gebleven. In het artikel 213A onderzoek (‘Een energieneutrale gemeente kost nog veel energie’) dat in opdracht van de Raad is uitgevoerd wordt uitvoering ingegaan op de noodzaak van het goed vastleggen van taken en verantwoordelijkheden. 37
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
Inmiddels is onderzocht of op dit gebied resultaten kunnen worden geboekt door middel van de methodiek van “The Natural Step”, zie ook ambitie 7.3. Ambitie 7.3: Een procesmatige inbedding van het klimaatbeleid in de organisatie Ook op het punt van de inbedding van het klimaatbeleid in de organisatie is nog een wereld te winnen. Voor het welslagen van klimaatbeleid is het noodzakelijk dat in alle geledingen van de organisatie de klimaatambitie ‘tussen de oren’ zit en meegenomen wordt in de afwegingen. Het rapport van het 213a onderzoek suggereert om daarvoor een ‘klimaatneutraliteitstoets’ in te voeren voor projecten. Hier is nog geen vorm aan gegeven. Op dit moment (begin 2011) zijn de mogelijkheden onderzocht om door middel van de methodiek van ‘The Natural Step’ te komen tot meer draagvlak in de organisatie voor het klimaatbeleid. Dit lijkt perspectief te kunnen bieden. Ambitie 7.4: Samenwerking De ambitie op het gebied van samenwerking met andere partijen is in het uitvoeringsprogramma alleen kwalitatief omschreven. In de praktijk werkt de gemeente op ad hoc basis samen met diverse partijen. Wat lijkt te ontbreken is een herkenbaar punt waar die samenwerking condenseert en waar partijen terecht kunnen met ideeën over samenwerking. Zoals Rotterdam het ‘Rotterdam Climate Initiave’ kent en Tilburg sinds juni 2010 het ‘Klimaatbureau’. Ambitie 7.5: Structureel budget voor uitvoering klimaatbeleid Het budget voor klimaatbeleid is incidenteel vastgelegd voor de periode 2009 – 2012, gekoppeld aan een SLOK subsidie van het Rijk. Bij de behandeling van de begroting van 2011 is een intensivering van de middelen voor duurzaamheid met € 400.000,= voor 2011. Ambitie 7.6: Monitoring en evaluatie van de resultaten Voor het monitoren van de resultaten op outcome niveau (CO2 uitstoot, energiebesparing en duurzame opwekking) wordt zoveel mogelijk aangesloten bij landelijke trajecten die door AgentschapNL worden aangestuurd. Naar verwachting zal in 2011 een systematiek beschikbaar komen waarmee op landelijke vergelijkbare wijze de outcome kan worden gemonitord. Op dit moment komen er wel cijfers beschikbaar in het kader van de landelijke emissieregistratie. Op projectniveau wordt in het kader van het uitvoeringsprogramma de stand van zaken gemonitord en aangestuurd. Ambitie 7.7: Communicatie Er is een communicatiestrategie opgesteld die zich richt op de diverse doelgroepen.
Ambitie 7.8: Algehele coördinatie en project- en procesmanagement De coördinatie van het uitvoeringsprogramma klimaatbeleid is neergelegd bij de afdeling Milieu van de sector ORVM. 38
gemeente Eindhoven
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
3.7.3
b
b b
Overzicht thema
Inhoudelijk gezien is er met name op het gebied van het inbedding in de organisatie, het vastleggen van taken en verantwoordelijkheden en de monitoring van de resultaten, nog een hele opgave om te volbrengen. De Natural Step zal hier een belangrijke bijdrage aan kunnen leveren. Door hoger uurtarief en andere wijze van het ten laste brengen van de uren, vallen de uurkosten hier aanzienlijk hoger uit. Externe kosten zijn hoger met name door hogere kosten Routekaart energieneutraliteit.
39
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
3.8
Thema: Investeringen
In het programma is een budget van € 500.000,= opgenomen voor daadwerkelijke investeringen in fysieke maatregelen. Deze middelen zijn nog niet ingezet.
3.9
Totaal overzicht kosten
Bij het opmaken van het totaal overzicht van de gemaakte en nog te verwachten kosten, moet het volgende in aanmerking worden genomen: b
b
b
b
b
b
40
In het raadsbesluit over het uitvoeringsprogramma was nog geen dekking voor de verwachte personele kosten van € 500.000,=. In de loop van de programma is dekking gevonden voor een bedrag van € 250.000,=. De overige € 250.000,= is nog niet gedekt. Bij het maken van het programma is uitgegaan van een uurtarief van € 71,=. Vanaf 2009 wordt echter een uurtarief van € 100,= doorberekend aan het project. Dit leidt ertoe dat binnen de begroting van het project minder uren beschikbaar zijn dan geraamd; Bij de vaststelling van het extra project ‘de gemeente betaalt de helft’ is er van uitgegaan dat een deel van het budget nog beschikbaar was. Dit was echter niet het geval, zodat voor een bedrag van € 87.540,= nog dekking in het programma moet worden gevonden; In de praktijk blijkt dat bij projecten die (deels) door andere afdelingen of organisatieonderdelen worden uitgevoerd, er geen kosten of uren ten laste van het uitvoeringsprogramma klimaatbeleid worden gebracht, hierdoor vallen bij sommige projecten middelen of uren vrij; Voor wat betreft de uren die door afdeling Milieu worden gemaakt is ervoor gekozen om deze deels in 1 post ‘coördinatie klimaatbeleid’ onder te brengen. Alleen indien er duidelijk uren aan deelprojecten kunnen of moeten worden toegewezen, is dat gedaan. Het nettoresultaat van alle plussen en minnen leidt dan tot het onderstaande overzicht.
gemeente Eindhoven
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
Thema
Eigen organisatie
Oorspronkelijke
Prognose
Oorspronkelijk
Prognose
raming externe
externe kosten
raming
uurkosten n.a.v.
kosten
n.a.v. evaluatie
uurkosten
evaluatie
305.000
182.200
192.410
17.200
Woningen
282.500
185.635
157.620
219.700
Utiliteitsbouw
25.000
15.000
17.040
41.500
Bedrijven en
65.000
80.000
34.790
53.300
Vervoer
55.000
30.000
35.500
5.680
Grootschalige
85.000
65.000
55.380
105.000
105.000
156.990
92.300
247.100
155.000
155.000
Investeringen
500.000
500.000
Totaal
1.577.500
1.369.825
585.040
689.480
bedrijventerreinen
duurzame energieopwekking Organisatie versterkende randvoorwaarden Toegevoegd project Gemeente betaalt de helft
Totaal oorspronkelijk geraamde kosten
€ 2.162.540
Prognose totale kosten n.a.v. evaluatie
€ 2.059.305
Vereffening dekkingstekort gemeente
€ 87.540,=
betaalt de helft
Resterende ruimte /
€ 15.695,=
PM
Het totaal leidt dan tot de conclusie dat naar verwachting de projecten op het uitvoeringsprogramma uitgevoerd kunnen worden binnen het beschikbare budget.
41
februari 2011
42
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
gemeente Eindhoven
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
4
De tweede helft
4.1
Inleiding
Hoewel de projecten op het uitvoeringsprogramma uitgevoerd kunnen worden met de beschikbare middelen, betekent dat nog niet dat ook de gestelde ambities gehaald zullen worden. Teneinde zoveel mogelijk resultaat te boeken en vanwege de invloed van de gemeentelijke bezuinigingen zullen keuzes gemaakt moeten worden ten aanzien van waar de focus in de 2e helft van de uitvoeringstermijn wordt gelegd. Voorgesteld wordt om zowel voor de thema’s onderling als voor de individuele projecten een prioritering te gebruiken die gebaseerd is op 3 dimensies: b Het verwachte outcome effect (energiebesparing of beperking CO2 uitstoot) b De invloed die de gemeente kan uitoefenen b Het effect op kostenbesparing
4.2
Outcome effect per thema
Op basis van de cijfers van de energieleveranciers en van de klimaatmonitordatabank kan een zeer globaal inzicht worden verkregen in de relatieve verdeling van de CO2 uitstoot per thema van het uitvoeringsprogramma. Thema 1: Eigen organisatie 2: Woningen 3: Utiliteitsbouw 4: Bedrijven en bedrijventerreinen 5: Verkeer en vervoer TOTAAL
Relatief aandeel CO2 uitstoot 2% 32% 42%
24% 100%
Tussen de thema’s ‘utiliteitsbouw’ en ‘bedrijven en bedrijventerreinen’ valt met de huidige cijfers geen goed onderscheid te maken. Het gezamenlijke aandeel is op basis van de verbruikscijfers van de vaste aansluitingen circa 42%. Het is duidelijk dat de thema’s ‘woningen’, ‘utiliteit en bedrijven’ en ‘verkeer en vervoer’ het leeuwendeel van de CO2 uitstoot van Eindhoven voor hun rekening nemen. De eigen organisatie van de gemeente heeft hierin slechts een beperkt aandeel. Afgezien van het beperken van de CO2 uitstoot, kan ook met de opwekking van duurzame energie een belangrijk resultaat worden bereikt. Elke GJ die duurzaam 43
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
wordt opgewekt levert een bijdrage aan de doelstelling. Het thema ‘grootschalige duurzame energieopties’ scoort daarom hoog op het criterium ‘outcome’.
4.3
Gemeentelijke invloed
Er zijn kwalitatieve uitspraken te doen over de invloed die de gemeente kan hebben op de uitstoot van de themacategorieën. Uiteraard is de invloed op de uitstoot van de eigen organisatie het grootst. De gemeente kan op diverse wijzen haar aandeel in de uitstoot terug brengen; door besparen, het zelf produceren van duurzame energie of door inkoop van groene stroom of groen gas. Anderzijds is de invloed die gemeente heeft op de uitstoot van verkeer en vervoer zeer beperkt. De gemeente kan op het gebied van het stimuleren van openbaar vervoer en fietsgebruik haar aandeel leveren. Wellicht dat in het kader van regelgeving op het gebied van luchtkwaliteit ook winst te behalen is in beperking van CO2 uitstoot. De verhoging van de maximumsnelheid van 120 km/u naar 130 km/u zal de effecten (deels) weer teniet doen. Ook in het stimuleren van elektrisch rijden en het gebruik van alternatieve brandstoffen is winst te behalen. Toch lijkt de belangrijkste winst te behalen te zijn door factoren die op landelijk of europees niveau bepaald worden, zoals de uitstootnormering voor nieuwe auto's, brandstofbeprijzing, openbaar vervoertarieven en belastingmaatregelen. Op het gebied van woningbouw heeft de gemeente door grondposities, regelgeving en relaties met betrokken partijen (corporaties, bewoners) meer invloed. Voor nieuwbouw kan de gemeente in haar gronduitgiftebeleid invloed uitoefenen op energiebesparende aspecten. In vergunningverlening, toezicht en handhaving op woningwet en bouwverordening kan de gemeente het energie-aspect van nieuwbouw benadrukken, door middel van de EPC eis en het GPR instrument. De grootste winst valt echter te behalen in de bestaande bouw (92 % van het energieverbruik van de woningbouw is afkomstig van woningen die voor 1991 zijn gebouwd!). Van groot belang is daarom de samenwerking met de grootste woningeigenaren: de woningbouwcorporaties. Samenwerking met hen op het gebied van duurzame renovatie en het opwekken en gebruik van duurzame energie heeft een groot CO2-besparingspotentieel. De invloed op individuele woningeigenaren is voor de gemeente veel diffuser, maar door voorlichting en subsidiëring kunnen ook resultaten bereikt worden, waarbij het er vooral om het vliegwieleffect gaat. Het directe effect dat met gemeentelijke subsidies en leningen op het totale energieverbruik van de woningen in Eindhoven kan worden verkregen is echter zeer gering. Ter illustratie, een globale berekening laat zien dat het totaal aan subsidies in het kader van ‘De Gemeente Betaalt de Helft’ en de energiebesparingsleningen heeft geleid tot een totaal aan maatregelen van circa € 1.000.000,=. Dit leidt globaal tot een jaarlijkse energiebesparing in de totale Eindhovense woningvoorraad van slechts circa 0,15%. De winst zal dus vooral gezocht moeten worden in het vliegwieleffect.
44
gemeente Eindhoven
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
De invloed op het energieverbruik in de utitiliteitsbouw en bij bedrijven is geringer dan in de woningbouw. Weliswaar worden bij nieuwbouw EPC eisen gesteld en dient de GPR als instrument, op het energieverbruik in bedrijfsprocessen kan door de gemeente relatief weinig invloed worden uitgeoefend. Dat de gemeente relatief veel invloed kan uitoefenen binnen het thema ‘grootschalige duurzame energieopties’ bewijst Eindhoven met de biomassacentrales en het grote aantal WKO locaties.
4.4
Bezuinigingsresultaat
De economische crisis die eind 2009 inzette, heeft met enige vertraging geleid tot een enorme bezuinigingsopgave voor de gemeenten. Voor Eindhoven geldt dat vanaf 2012 circa 55 miljoen op de begroting moet worden bezuinigd. In dat licht is het noodzakelijk om bij de prioritering voorrang te geven aan projecten die bijdragen aan het bezuinigingsresultaat. Dit levert tegelijkertijd een bijdrage aan de voorbeeldrol die de gemeente moet vervullen. Het zal duidelijk zijn dat alle maatregelen die leiden tot energiebesparing in de eigen gemeentelijke organisatie en huisvesting een direct positief effect hebben. Verder ligt bij de grootschalige duurzame energieopties een potentiële bezuiniging die echter sterk afhankelijk is van de ontwikkeling van de prijzen van de fossiele brandstoffen. Bij de overige thema’s is voor de gemeente geen groot bezuinigingsresultaat te behalen.
4.5
Conclusies en aanbevelingen
Geconcludeerd kan worden dat de meeste resultaten geboekt kunnen worden op de thema's: eigen organisatie woningen grootschalige duurzame opwekking
Aanbeveling4.1: Leg in de tweede helft van de uitvoeringstermijn de nadruk op de thema’s ‘eigen organisatie’, ‘woningen’ en ‘grootschalige duurzame energieopwekking’
Thema eigen organisatie Binnen het thema eigen organisatie ligt de nadruk op het bereiken van energiebesparingen in de eigen gebouwen en de overige aansluitingen waar de gemeente de energierekening betaalt. Hier zijn, binnen de bescheiden rol die de gemeente in het totale energieverbruik heeft, grote resultaten te behalen. Zowel voor wat betreft de uitstoot van CO2 als 45
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
voor wat betreft de kosten voor energie. De voorbeelden van het stadhuis en het Van Abbemuseum spreken daarin boekdelen. De belangrijkste belemmeringen liggen daarbij niet in de beschikbare middelen of capaciteit, maar in organisatorische kaders. Het is niet uit te leggen dat een rendabele investering niet wordt gedaan omdat het organisatieonderdeel dat de investering moet doen een ander is dan het organisatieonderdeel dat het voordeel op de energierekening terugziet. Met het recente (februari 2011) collegebesluit over de investeringen in eigen gebouwen is hierin een belangrijke stap gezet. Kernprojecten binnen het thema ‘eigen organisatie’ moeten daarom voor de komende periode zijn: Project 1: Vrijmaken van budget voor meerinvesteringen Project 4: Gemeentelijk energiemanagement Project 17: Verduurzamen openbare verlichting Project 24: Beperken energieverbruik gemeentelijke evenementen Thema Woningen Binnen de woningen vormen de bestaande woningen van voor 1990 veruit de belangrijkste bron van CO2 uitstoot. Meer dan 90% van het energieverbruik van woningen komt daarvandaan. Toch is in het huidige uitvoeringsprogramma slechts een kleiner deel van de inspanning in uren en externe kosten gericht op de bestaande woningbouw. Dit leidt tot de aanbeveling om binnen het thema woningen voor de tweede helft van de uitvoeringstermijn het accent te verschuiven van nieuwbouw naar bestaande bouw. Aanbeveling 4.2: Verschuif binnen het thema ‘woningen’het accent van nieuwbouw naar bestaande bouw
Voor wat betreft het thema woningen is er binnen de gemeente een samenloop met het Plan van Aanpak Kwaliteit in bouwen en wonen. Dit leidt tot onduidelijkheid in aansturing en communicatie. Het verdient aanbeveling om de projecten op het thema wonen (en ook utiliteitsbouw) onder te brengen binnen het Plan van Aanpak kwaliteit in Bouwen en Wonen.
Aanbeveling 4.3: Voer alle projecten op de thema’s wonen en utiliteitsbouw uit binnen het kader van het Plan van Aanpak Kwaliteit in Bouwen en Wonen
46
gemeente Eindhoven
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
Thema Grootschalige duurzame energie opties Binnen dit thema zijn projecten opgenomen op het gebied van de biomassacentrales, stimulering koude warmte opslag, toepassen HRe ketels en onderzoek naar innovatieve projecten. Inmiddels is in het nieuwe collegeakkoord ‘ Werken aan Morgen’ aan het College de opdracht meegegeven om met een voorstel te komen om private en publieke initiatieven om duurzame energie op te wekken, te bundelen in een duurzame energie bedrijf. Een publiekprivate samenwerking, waarin investeren en exploiteren van duurzame energievoorzieningen bij elkaar komen. Het verdient aanbeveling om het opstellen van het Programma van Eisen uit te voeren als onderdeel van het uitvoeringsprogramma klimaatbeleid en daarvoor binnen het programma middelen vrij te maken. Dit is inmiddels reeds gebeurd en een Raadsdossier met betrekking tot dit programma van eisen is in routing gebracht.
Aanbeveling 4.4: Breng het maken van het Programma van Eisen voor het duurzame energie bedrijf onder in het uitvoeringsprogramma klimaatbeleid en maak hier middelen voor vrij (reeds in uitvoering)
Thema Organisatie versterkende randvoorwaarden Dit thema is onvoldoende uitgewerkt in de eerste helft van de uitvoeringstermijn. Met name op het gebied van taken en verantwoordelijkheden, de procesmatige inbedding in de organisatie en de samenwerking met andere partijen, moeten nog grote slagen gemaakt worden. Inmiddels is onderzocht of door middel van de methodiek van ‘The Natural Step’ hier bijdragen kunnen worden geleverd. Dit heeft geleid tot een positieve conclusie.
4.6
Voorstel voor bijsturing
Op basis van het voorgaande wordt voorgesteld om door te gaan met de uitvoering van het programma, maar op een aantal punten bij te sturen. De voorgestelde aandachtspunten, accentverschuivingen en bijsturingen zijn de volgende: b b b
Een oplossing vinden voor het resterende dekkingstekort van € 250.000,= voor ambtelijke capaciteit Voor wat betreft de sectorale thema’s de nadruk leggen op ‘eigen organisatie’, ‘woningen’ en ‘grootschalige duurzame energieopwekking’ Het belang van het thema ‘organisatie versterkende voorwaarden’ onderkennen door dit thema te versterken door aan te sluiten bij de werkwijze van ‘The Natural Step’; 47
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
b b b
Binnen het thema wonen het accent te verschuiven van ‘nieuwbouw’ naar ‘bestaande bouw’; De projecten op de thema’s ‘woningen’ en ‘utiliteitsbouw’ uit te voeren binnen de kaders van het Plan van Aanpak Kwaliteit in Bouwen en Wonen; Het maken van een voorstel voor het duurzame energie bedrijf onder te brengen in het uitvoeringsprogramma en hiervoor middelen binnen het uitvoeringsprogramma vrij te maken.
Deze bijsturingen kunnen uitgevoerd worden binnen de beschikbare budgetten. Het gewijzigde projectoverzicht met de externe kosten en uurkosten is opgenomen in bijlage 2.
48
gemeente Eindhoven
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
Bijlage 1: Stand van zaken projecten
0
gemeente Eindhoven
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
nr 1 2
Projectnaam Vrijmaken budget meerinvesteringen Energie-eisen/GPR-aspecten opnemen in aanbesteding en contracten (o.a. duurzaamheidscentrum)
Stand van zaken begin 2011 Dossier vastgesteld in B&W februari 2011 Wordt opgepakt in het kader van Kwaliteit in Bouwen en Wonen
3
Opleiding en kennistraject medewerkers gemeentelijk vastgoed
Cursus GPR wordt verzorgd
4
Gemeentelijk energiemanagement
5
Duurzaam inkopen
Energieonderzoeken gemeentelijke gebouwen uitgevoerd Energiecertificaten gemeentelijke gebouwen vastgesteld Contracten voor energiemanagement systeem afgesloten Ambitie vastgesteld door de raad Formatieplaats (0,4 FTE) geregeld Implementatie in uitvoering
6 7
Energieonderzoeken gemeentelijke gebouwen Vrijmaken van budget voor treffen van (eenvoudige) maatregelen (Zie ook nr. 1)
Uitgevoerd Dossier vastgesteld in B&W februari 2011
8
Opleiding van gebouwbeheerders
Nog niet gestart
9
Energiecertificaten voor alle gemeentelijke gebouwen
Uitgevoerd
10 12, 13 17
Toepassen GPR bestaande bouw bij renovatie Bio-energiecentrales Verduurzaming openbare verlichting
In bespreking met corporaties Tongelreep: gereed Ottenbad: bouw in uitvoering Loopt via programma Licht. Toekomst daarvan onduidelijk.
20
Realisatie Multifuel
1 gerealiseerd, meerdere in voorbereiding
21
Vergroening eigen wagenpark
Project in uitvoering. Doelstelling haalbaar
22
Opstellen vervoersplan gemeentelijke organisatie (Zie ook nr. 53)
Uitgevoerd
23
Het Nieuwe Rijden voor medewerkers die gebruik maken van dienstvoertuigen
Nog niet uitgevoerd
24
Beperken van het energieverbruik bij gemeentelijke evenementen
Duurzaamheidsaspecten opgenomen in gemeentelijk evenementenbeleid
1
februari 2011
nr. 25 26
Projectnaam EPC/GPR toetsing structureel uitvoeren Aanvullende opleiding medewerkers/buiteninspecteurs BWT
Stand van zaken september 2010 Middelen bij VTH zijn te beperkt Wordt in 2011 uitgevoerd
27 28
GPR eisen bij grondverkoop Stimuleren, communiceren en informeren van particuliere bouwers en CPO's (Zie ook nr. 35) Jaarlijkse prijsuitreiking duurzaamste bouwer Onderzoek mogelijkheden en uitvoeren publiceren GPR-scores en anticiperen hierop Zuinige of energieneutrale woningen
In sommige projecten gerealiseerd In voorbereiding
29 30 31 32
In voorbereiding In voorbereiding In voorbereiding
33
Realiseren financiële prikkels voor bouwers die "de nek uitsteken" (Zie ook nr. 38) De slimste woning van Nederland in Eindhoven
Uitgevoerd
34
GPR eis bij nieuwbouw
Ambitie is vastgelegd en wordt geïmplementeerd
35
Goede en duidelijke communicatie/opleiding/voorlichting/kennistraje ct/actieve ondersteuning projectleiders, projectontwikkelaars, woningbouwcorporaties en andere bouwpartijen (Zie ook nr. 28) Uitvoeren van energievisies of duurzaamheidsvisies (prestatie) Afspraken met bouwpartijen en projectontwikkelaars Realiseren financiële prikkels voor bouwers die "de nek uitsteken" (Zie ook nr. 32) Energiedoelstellingen opnemen in volkshuisvestingsbeleid Afspraken woningbouwcorporaties revolving fund / energiebesparingslening
In uitvoering
36 37 38 39 40 41 42
46 47
Koppeling energielabels met consumentenlabels/GPR Pilotproject monitoring gerenoveerde woningen Dynamisch verkeerssysteem Strijp S Communicatie rondom innovatieve openbare verlichting Onderzoek milieubalans bestaande gebouwen voorlichtingscampagne richting burgers
48
Actie Spaarlamp
77
gemeente betaalt de helft
43 44 45
2
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
In voorbereiding
Enkele uitgevoerd (Blixembosch NO); enkele in voorbereiding In uitvoering In uitvoering In overleg met corporaties In uitvoering Lening is groot succes; onlangs uitgebreid met extra middelen Nog niet uitgevoerd Nog niet uitgevoerd HOV lijn gerealiseerd Loopt Nog niet uitgevoerd Veel belangstelling voor voorlichtingsavonden in 2009. Nieuwe reeks in oktober/november 2010 - Spaarlamp voor kerstboom - duurzaamheidspakketten i.h.k.v. rondkomen met inkomen Actie uitgevoerd i.s.m. provincie. Alle subsidie verstrekt. gemeente Eindhoven
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
nr. 49 50
Projectnaam GPR eisen bij grondverkoop utiliteitsbouw Faciliterende rol gemeente
Stand van zaken september 2010 Nog niet vastgelegd 1 haalbaarheidsstudie uitgevoerd
51 52
Jaarlijkse prijs duurzaam bedrijfsgebouw Netwerk energie en klimaatbeleid
Nog niet gerealiseerd In dit kader is het succesvolle Keurmerk Duurzaam Eindhoven ondergebracht. De continuering hiervan kan, door verschuiving van middelen, wellicht nog 1 maal financieel vanuit dit uitvoeringsprogramma worden gedekt. De kosten voor uitvoering in 2011 zijn geraamd op € 21.000,= (extern + uren)
53
Duurzame verhuisscan ingevoerd
54
Faciliterende en ondersteunende rol van de gemeente, inhuur van expert via de gemeente (zie ook nr. 50 en 52) Energiebesparing bij winkeliers
55
Duurzame ontwikkeling van bedrijventerreinen
56
Vervoersplan gemeentelijke organisatie
57
Onderzoek transferia etc.
58
Promotie fietsgebruik
59
Gratis openbaar vervoer
60
Multifuel tankstations
61
Digitaal communiceren
62
Het nieuwe rijden
In dit kader is onlangs door de gemeente een convenant ondertekend met de brancheorganisaties om te komen tot het afdekken van koelinstallaties in de winkels. Tevens actie ‘Winkeldeuren dicht’ uitgevoerd i.s.m. Stichting Duurzaam Eindhoven en Stoere Vrouwen De Brainport Innovatie Campus komt in aanmerking voor ondersteuning vanuit dit project. Vastgesteld en in uitvoering gebracht. Evaluatie wordt momenteel opgesteld Transferium Landforum/Parkforum wordt 2011 geopend ‘Transferium’ Strijp S komt ook in 2011 Parkeer Route Informatie Systeem 1e fase is geïmplementeerd. Actieplan Fiets in 2009 vastgesteld door de Raad (omvang € 30 miljoen) Proef uitgevoerd en doorgezet in 2009 en 2010. Evaluatie volgt. Indien stopgezet dan vrijvallende middelen toevoegen aan O.V. 1 gerealiseerd, meerdere in voorbereiding Deelname aan SRE project ‘Spitsmijden’ Mogelijkheden bekijken om te koppelen aan Brainport Project Brabants Mobiliteitsmanagement loopt.
3
februari 2011
4
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
nr 63 65
Projectnaam Bio energie centrale meerhoven Bio massa centrale Ottenbad
Stand van zaken september 2010 Is in aanbouw Is in aanbouw
66 67
Uitvoeringsprogramma stimulering KWO Toepassen HRe ketels
Opgesteld, vastgesteld en in uitvoering Nog niet gestart
68
Innovatieve projecten duurzame energie
69
Routekaart energieneutraliteit
Project onderzoek naar mogelijkheden riothermie (warmte uit riolering) opgestart Is opgesteld en vastgesteld. Kosten hoger dan begroot. Wens is om dit een vervolg te geven in een Eindhovense strategische energieconferentie en vaststellen masterplan duurzame energie opwekking.
72
Vaststellen structureel budget klimaatbeleid
In progress
73 74
Opstellen en uitvoeren communicatiestrategie Monitoring en benchmark
In uitvoering Aansluiten bij landelijk traject van AgentschapNL
76
Energiecoördinatorschap
In uitvoering
gemeente Eindhoven
februari 2011
Tussentijdse evaluatie Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid Afdeling Milieu
Bijlage 2: Aangepaste toewijzing uren en budgetten
0
gemeente Eindhoven