f./~b4!-t( " V f f z..r'ci 1- + /tur-"Jr--te
Verslag van de vervolgkursus vr "'r'- fs- !2-.Sociale Vaardigheden ..e-~ ·
Gegeven in het studiejaar 1981/1982
SSP-rapport nummer 25 augustus 1982 Samensteller: drs. H.C. Sepers
Technische Hogeschool Eindhoven.
VERSLAG VAN DE VERVOLGKURSUS SOCIALE VAARDIGHEDEN. GEGEVEN IN RET STUDIEJAAR 1981/1982.
B.S.P.-rapport nummer 25 Bureau studentenpsychologen. augustus ] 982. ;'I
Samensteller: Drs. H.C. Sepers.
INHOUD
Inleiding
pagina
Groep A
pagina 2
Nabeschouwing bij groep A
pagina 9
Groep B
pagina I 1
Nabeschouwing bij groep B
pagina 20
Suggesties
pagina 25
,,'
BIJLAGEN.
-1-
INLEIDING
In de inleiding tot het verslag over de eerste vervolgkursus sociale vaardigheden (BSP rapport nr. 20) schrijft Annemarie de Wit: "Ret was de bedoeling om in deze kursus meer aandacht
aan achterliggende gevoelens en gedachten te schenken .... 11
Deze bedoeling bleek echter niet voldoende om een samenhangende kursus op te zetten. Op pag. 5 schrijft zij: Algemeen werd kritiek geleverd op het ontbreken van een duidelijke, logische samenhang tussen behandelde onderwerpen; de rode lijn ontbrak. Ook de begeleiders hebben dit zo ervarenf'.
We hebben besloten "het omgaan met frustratiesu als rode lijn voor
de vervolgkursus te kiezen. De reden om juist deze rode lijn te kiezen, ligt in de ervaring dat veel sociaal onvaardige studenten bij tegenvallers en frustraties, vooral op sociaal gebied, zo snel
opgeven. Dit versterkt dan weer hun
minderw~ardigheidsgevoel
en
hun isolement wat frustraties oproept etc.
Dit verslag bevat een beschrijving van twee groepen, die de ver-
volgkursus sociale vaardigheden bijgewoond hebben. De eerste kursus hestand uit acht bijeenkomsten, de tweede uit zestien.
Samensteller: Drs. H.C. Sepers.
-2-
GROEP A
Groep A bestond uit 10 leden. Acht mannelijke en twee vrouwelijke. Op een na hebben alle groepsleden deelgenomen aan de basiskursus. In verband met het bespreken van de RET-methode werd de groepsleden gevraagd het boekje: "Ik kan denken/voelen wat ik wil" (R.W.F. Diekstra 1978) aan te schaffen. Tevens werd hen gevraagd voor de kursus en tijdens de laatste bijeenkomst de Rosenzweig P-F Study, 1948 in te vullen. Van deze test hebben wij een vertaling gemaakt (bijlage I). Afgezien van bijeenkomst 2, zijn er elke bijeenkomst I of 2 afwezigen
geweest. Een groepslid heeft vanwege een ongeluk de kursus
na een bijeenkomst moeten staken (zie bijlage II). De groep werd geleid door een mannelijke psycholoog en een vrouwelijke stageaire.
-3BIJEENKOMST 1 - Inleiding Kennismaking in subgroepjes +
leerdoelen noemen in subgroepjes - Nabespreking in de grote groep - Welke gevoelens heb jewel eens gehad? Situaties inventariseren - Huiswerk: situaties opschrijven konfrontatie test.
In de inleiding kwamen een aantal praktische zaken aan de orde. Voor de kennismaking werd de groep in twee subgroepen gesplitst. De opdracht was: iets over jezelf te vertellen en te zeggen wat je in deze groep wilt leren. Kennismaken en het noemen van "leerdoelen" werden gekombineerd om
verschillende redenen: a) alleen maar kennismaken leiqt veelal tot het noemen van naam en studierichting. Daarna blijft het gesprek "steken" in het onderwerp studie, wat door veel studenten als clichematig en
negatief ervaren wordt.
b) meteen aan het begin van de kursus ontdekt men niet de enige te zijn, die met een bepaald probleem zit. Terug in de grote groep vertelden de groepsleden van elkaar wat ze wild en leren. Dit alles werd op het bord geschreven (zie bij lage III). Van elkaar de "leerdoelen" vertellen, wordt als minder bedreigend
ervaren dan eigen leerdoelen te moeten vertellen. Tevens biedt dit aan de begeleiders informatie of men na elkaar geluisterd heeft. Bij de indeling in subgroepen werd wel meegedeeld, dat de nabespreking volgens deze procedure zou verlopen. De eerste bijeenkomst is nog zo onwennig en onzeker, dat verrassingen deelnemers zouden
kunnen afschrikken.
-4Welke gevoelens heb je weleens (gehad)? Met deze vraag voeren we het thema gevoelens in, en een inventarisatie geeft altijd een voor
de deelnemers verrassend groot aantal gevoele:ns. (72 in di t geval) Als huiswerk werd een aangepaste versie van de konfrontatie test
van H.J.M. Hermans meegegeven (zie bijlage IV). Hiervoor waren een drietal redenen: a) de groepsleden zijn na de bijeenkomst nog een keer met gevoelens bezig b) het aksent wordt verlegd naar de negatieve gevoelens (omgaan met frustraties is tenslotte de rode draad) c) er wordt een koppeling gelegd tussen gevoelens en situaties.
-5-
BIJEENKOMST 2.
Bespreking konfrontatie test rollenspel situaties inventariseren.
Aan elk groepslid werd gevraagd de drie meest en de drie minst voorkomende gevoelens te noemen van de konfrontatie test. Over de gevoelens die het meest en minst voorkomen werd dan gepraat. Vragen zeals:
~n
wat voor situaties heb je die gevoe-
lens, wat doe je als Je ze hebt etc. Met de minst voorkomende gevoelens was de procedure analoog. Het rollenspel betrof een situatie die door een van de groepsleden de vorige bijeenkomst was ingebracht t.w. nieuw op een studentenflat komen wonen en in de keuken bij de medebewoners gaan zitten.
Bij bet inventariseren van situaties noemde een van de deelnemers een
heftig~
ruzie met haar moeder.
Deze situatie is in de verdere kursus met opzet niet verder ui tgewerkt omdat wij dit "te zwaar" achtten voor deze kursus.
Deze situatie naspelen zou veel emoties kunnen losmaken die
dan doorwerking zouden behoeven. (zie ook nabeschouwing bij groep B, pagina 20 ).
-6-
BIJEENKOMST 3 .
- Siituatie-s inventariseren
- RET-analyse - huiswerk.
In twee sub-groepen werd aan de hand van een voorbeeld de werkwijze van de RET uitgelegd. Ret huiswerk was minimaal
een
eigen situatie volgens de RET-methode
te analyseren.
1
BIJEENKOMST 4.
- rollenspelen: Omgaan met ergernis.
- RET-analyse.
Naar aanleiding van de ingebrachte
situaties in bijeenkomst 3
is voor het thema "omgaan met ergernis" gekozen. Voordat de roll~nspelen
aan bod kwamen, werd er eerst gepraat over omgaan
met ergernis. De rollenspelen, vier stuks, werden op de video opgenomen en bekeken.
Laatste deel van deze bijeenkomst werd besteed aan het bespreken van problemen die zich bij het maken van de RET-analyses voordeden. De begeleiders namen de gemaakte analyses in en deze werden de volgende bijeenkomst voorzien van kommentaar
teruggegeven.
-7-
BIJEENKOMST 5.
- Rollenspe-len: Ruzie maken I boos worden. -RET-analyses.
Voor het thema ruzie maken I boos worden hebben we gekozen omdat dit een stapje verder gaat dan het uiten en laten blijken van ergernis en omdat wij uit ervaring wisten dat bet risiko
van een konflikt voor vrijwel alle groepsleden voldoende reden tot vermijding was. In totaal werden er zeven korte rollenspelen gedaan waarbij naast het laten blijken van boosheid oak "bij je standpunt blijven, niet te snel zwichten" centraal
stond. Deze rollenspelen werden niet op de video opgenomen omdat het
bij korte rollenspelen effektiever is onmiddellijk te intervenieren dan pas feedback te geven bij bet terugzien van een
ro llenspel.
BIJEENKOMST 6.
- Omgaan met meisjes I jongens - Rollenspel: afspraakje maken.
In de basiskursus vormt "kontakt maken met anderenn het belang-
rijkste thema. Kontakt maken met meisjes (en voor meisjes met jongens) komt daar niet altijd expliciet aan de orde. Regelmatig wordt dit als kritiek op de basiskursus genoemd. Dit is een reden waarom bet als onderwerp in de vervolgkursus opgenomen is. Daarnaast is het voor sociaal onvaardige studenten een van de moeilijkste zaken in het sociale verkeer.
-8-
BIJEENKOMST 7.
Gezien het feit dat het merendeel van de groepsleden zich over het algemeen sub-assertief gedragen, besloten wij een bijeenkomst aan assertiviteit te besteden.
Na een korte uitleg van een van de begeleiders werden een aantal situaties gespeeld en besproken.
BIJEENKOMST 8.
- Rosenzweig invullen. - evaluatie.
In de evaluatie geven de meeste groepsleden aan iets geleerd
te hebben. Wel benadrukten de groepsleden dat wat ze geleerd hebben, maar een klein stapje was.
-9-
NABESCROUWING BIJ GROEP A
Ret bezwaar dat in de kursus
(BSP-rapport nummer 20 pagina 5)
genoemd werd dat de kursus te weinig samenhang zou vertonen, werd in deze kursus niet gehoord.
De RET is in de kursus een wat vreemd element gebleven. Ret maken en bespreken van de analyses vraagt tach om een andere aanpak dan het praten over gevoelens en het oefenen van ge-
dragingen. Na een aanvankelijke interesse bleek de groep al snel geen belangstelling meer voor de analyses te hebben en ze werden dan ook niet meer uitgevoerd.
Voor de volgende kursussen is dan ook besloten de RET-analyses niet meer als speciaal onderwerp in te brengen. Voor de begeleiders is het zinnig te blijven letten op irrationele gedachten. Uitleggen dat een bepaalde gedachte irrationeel is kan voor sommige studenten verhelderend werken.
Het inventariseren van situaties verliep meestal nogal moeizaam.
Een verklaring hiervoor kan zijn dat dit de eerste drie bijeenkomsten elke keer gebeurde plus dat groepsleden gevraagd werd situaties m.b.v. de RET te analyseren. Als je een situatie inbrengt dan wordt daar meestal pas een aan-
tal bijeenkomsten later aandacht aan besteed. Aangezien de meeste groepsleden de basiskursus gevolgd hadden, waren zij met dit verschijnsel op de hoogte. Een andere soms vruchtbaardere methode is: aan het begin van de bijeenkomst over een onderwerp gaan praten, na een poosje erover praten vragen naar meegemaakte situaties en dan enkele van de genoemde situaties na te spelen. Deze methode eist meer inventiviteit van de begeleiders. Daartegenover staat dat de betrok-
kenheid bij het rollenspel over het algemeen vrij groot is. Ret gebruik van de video is bij lang niet alle rollenspelen effektief. Met name bij korte rollenspelen waarbij een of meerdere ge-
-10-
dragingen worden geoefend is direkte feedback geven effektiever dan het terugzien op de video. Aan het einde van deze kursus werden we gekonfronteerd met de
vraag wat doen we met studenten die wel baat hebben bij de kursus maar nag lang niet
11
klaar" zijn. Een vervolgkursus op de vervolg-
kursus leek een begin te worden van een weg zonder einde. We besloten daarom een aantal groepsleden opnieuw met de vervolgkursus
te laten meedoen. Een bijkomend voordeel hiervan is dat de vervolgkursus zo, voor bepaalde ik-zwakke studenten, een steunende
funktie kan hebben over langere tijd. De Rosenzweig P-F study (Bijlage I) werd afgenomen om te zien of deze test bruikbare informatie met betrekking tot de kursus zou opleveren. Zowel diagnostisch als evaluatief geeft de test echter geen geschikte gegevens. Dit lijkt vooral te liggen in het komplekse skoringssysteem. De antwoorden die de groepsleden geven worden geskoord op elf kategorieen. Op een aantal van 24 antwoorden is een indeling in elf kategorieen onwerkbaar veel. Een ander zwaarwegend argument is dat de bovengenoemde elf kategorieen weinig nauwkeurig afgebakend zijn zodat de skoring van de antwoorden gedeeltelijk op gokken berust. (Voor een indeling in kategorieen zie bijlage V).
-11-
GROEP B
Groep B bestond de eerste acht bijeenkomsten uit 8 leden. Allen waren mannelijk. In bijeenkomst negen waren er 9 mannelijke leden en in bijeenkomst tien werd het tiende, nu vrouwelijke
groepslid toegevoegd. De groep werd geleid door een mannelijke psycholoog en een vrouwelijke stageaire.
Voor de kursus hebben de groepsleden een eigen ontworpen vragenlijst (Bijlage IX) en de N.P.V. (Bijlage X) ingevuld en na de kursus alleen de N.P.V. Drie groepsleden hebben ook deel uitgemaakt van groep A.
-12-
BIJEENKOMST I
- Inl
konfrontatie test (Zie bijlage IV) zie ook bijeenkomst I groep A pag 3 en 4.
BIJEENKOMST 2.
- situaties inventariseren
bespreking konfrontatie test (Bijlage IV) - rollenspel: op instruktie opnieuw een vraag stellen als je het nog niet begrijpt. - huiswerk. Bij de bespreking van de konfrontatie test hebben we de groepsleden gevraagd het meest en het minst voorkomende gevoel te noemen. In groep A (pag. 5) vroegen naar de 3 meest en 3 minst voorkomende gevoelens. Dit was te veel; bet geeft niet meer informatie dan alleenhet meest en minst voorkomende gevoel te
bespreken. Als huiswerk werd de groepsleden naast situaties inventariseren
gevraagd op een instruktie ook daadwerkelijk iets te vragen.
-13BIJEENKOMST 3 Huiswerk vorige keer
- Bij iemand op bezoek gaan: bespreking en rollenspelen. - huiswerk.
Ret huiswerk (vragen stellen op instruktie) was maar door een enkeling uitgevoerd. Dit soort makkelijk vermijdbare opdrachten worden altijd maar door weinigen uitgevoerd. Voor het onderwerp bij iemand op bezoek gaan werd gekozen naar
aanleiding van ingebrachte situaties. Door de begeleiders werd het thema jongens - meisje erin geweven als voorbereiding op een bij eenkoms t met als thema:
11
vers ieren".
Als huiswerk werd de opdracht gegeven: een groepslid nodigt twee anderen uit bij hem op bezoek te komen. De uitgenodigden nemen een kadootje mee.
BIJEENKOMST 4. - situaties inventariseren
- welk kadootje past bij elk groepslid - reageren op pesten I boos worden. Naar aanleiding van bij elkaar op bezoek gaan en een kadootje meenemen Tiebben we de opdracht gegeven: bedenk voor elk .groepslid een kadootje. Deze vraag had tot doel de groepsleden zich in een ander te laten inleven. Reageren op pesten I boos worden werd geoefend in de vorm van rollenspelen naar aanleiding van een ingebrachte situatie.
BIJEENKOMST 5
-14-
- voordracht - "versieren" - huiswerk
Ret houden van een voordracht, wat vrijwel alle studenten gedurende hun studie
een
of meerdere malen moeten doen, wordt
als erg eng beleefd. Dit werd dan oak als situatie ingebracht. De voordracht werd op de video opgenomen en door de groep en begeleiders van kommentaar voorzien.
Versieren. Zie oak groep A bijeenkomst 6, pagina 7. .i
Na een uitvoerig gesprek over dit thema werden er twee rollen-
spelen gedaan die op de video werden opgenomen. Huiswerk: Bedenk voor elk ander groepslid een positief en een
negatief punt. Uitdrukkelijk werd daarbij gezegd dat dit wel iets moest zijn wat voor de betreffende te v_eranderen is. (Dus niet:
de kleur van je haar staat me niet aan!).
BIJEENKOMST 6
Voordracht 2 x - positieve en negatieve feedback geven.
Ret rechtstreeks geven van feedback aan elkaar werd door groepsleden als moeilijk maar ook als leerzaam ervaren.
Oak al is het geven van feedback in de basiskursus aan de orde geweest, tach lijkt het de moeite waard in de vervolgkursus er oak aandacht aan te besteden. Sociaal onvaardige studenten hebben weinig ervaring met het rechtstreeks geven van feedback. Over het algemeen versterkt zo'n feedback oefening de kohesie in de groep.
-15BIJEENKOMST 7
- Reakties op de vorige keer - gespannen I ontspannen voelen: gesprek oefening
Omdat het geven van feedback nogal uitliep was er in deze bijeenkomst gelegenheid er op te reageren. Veel behoefte bleek daaraan niet te bestaan.
Gespannenheid was voor deze groep het meest voorkomend gevoel.
,,
Dit bleek uit de ingevulde konfrontatie test (bijeenkomst 2) en uit de gesprekken over allerlei sociale situaties. De oefening bestond uit het achter elkaar doen alsof je gespannen bent en doen alsof je ontspannen bent. Op de video was het verschil bij een aantal groepsleden goed zichtbaar.
BIJEENKOMST 8 - evaluatie
Op deze evaluatie bijeenkomst werden geen vragenlijsten in-
gevuld omdat de begeleiders zouden voorstellen met de hele groep door te gaan.
BIJEENKOMST 9
-16-
introdu-kti-e nieuwe groepsleden
in welke situaties voel je je gespannen.
Na de achtste bijeenkomst viel een groepslid wegens problemen met zijn lesrooster af. Het onderwerp in welke situaties voel je je gespannen bouwde
voort op het thema spanning/ontspanning van de zevende bijeenkomst.
BIJEENKOMST I 0
introduktie nieuw groepslid - oefening toren bouwen
- nabespreking
Opnieuw werd iemand aan de groep toegevoegd.
De oefening toren bouwen (Antons pag. 155 - 159, zie bijlage
VII) werd gedaan om te illustreren dat spanning zoals die bijvoorbeeld in wedstrijden voorkomt,ook aangenaam kan zijn. ~it
in tegenstelling tot de "soort'' spanning die als be-
dreigend wordt ervaren. De groep werd in twee sub-groepen gesplitst. De beide vervaardigde torens werden door een onpartijdige buitenstaander
beoordeeld. Huiswerk: de verliezers kopen een klein kadootje voor de
winnaars~
BIJEENKOMST 11
-17-
- het aanbieden van de kadootjes en het bedanken hiervoor. - Wat zijn voor jou ideale gedragingen?
Het aanbieden van en het bedanken voor de kadootjes werd een beetje officieel gedaan met van beide partijen een kleine toespraak. Het thema ideale gedragingen vond zijn oorsprong in de bijeenkomsten negen en tien. Veel groepsleden bleken de impliciete veronderstelling te hebben over ideale gedraging, zonder dat direkt duidelijk werd wat dat inhield. Ideaal is geen problemen, alles loopt gladjes, ontbreken van spanning?
BIJEENKOMST 12
- Wat vind je dat nog aan de orde moet komen. - Hoe vind je jezelf meestal en hoe wil je zijn - sollicitatiegesprek. Het onderwerp "Hoe vind je jezelf meestal en hoe zou je willen ziijn" werd besproken naar aanleiding van twee korte lijstjes
met vijfpuntschalen daarop. (zie bijlage VIII). Aan beide zijden van de vijfpuntschalen staan tegenovergestelde eigenschappen. De ene lijst heeft als kop: Ik vind mijzelf meestal .. en de andere lijst: ik zou willen zijn. Dit onderwerp was een verdere uitbouw rond het thema ideaal
gedrag en bood de groepsleden de mogelijkheid stil te staan bij het verschil tussen zelfbeeld en ideaal-zelf. Naar aanleiding van een vraag van een groepslid aandacht te be-
-18steden aan solliciteren werd aan de helft van de groep gevraagd eens op te schrijven waarop je moet letten als je gaat sollici teren. De andere helft van d.e groep werd gevraagd eens op te schrijven waarop je meet letten wanneer je sollicitanten ont-
vangt.
BIJEENKOMST 13· - solliciteren.
Solliciteren werd gespeeld in een tweetal rollenspelen die op de video werden opgenomen.
Dit onderwerp vulde de gehele bijeenkomst.
BIJEENKOMST 14 - vragen m.b.t. ouders beantwoorden. - bespreking van die vragen.
Voor een aantal groepsleden (voor veel studenten trouwens) vormde de relatie met hun ouders een bron van problemen. Tevens was
het een moeilijk bespreekbaar onderwerp. Daarom werd besloten wat vragen op te stellen naar aanleiding waarvan gepraat werd. De vragen waren:
1. Wat voor standaard uitspraken zijn typerend voor jouw oudersZ (Enkele voorbeelden werden genoemd). 2. Mijn ouders vinden van mij .... . 3. Ik vind van mijn ouders .... .
4. Hoe zou je willen dat je ouders veranderen en hoe kun je dat bereiken?
-19-
BIJEENKOMST 15 - Twee rollenspelen naar aanleiding van situaties waarin ouders een rol spelen.
Beide situaties die gespeeld werden hadden te maken met de wens veranderingen aan te brengen in de gang van zaken thuis en daarmee
wat meer invloed te krijgen.
BIJEENKOMST 16 - Invullen N.P.V. - evaluatie.
Afgezien van wat details bracht de groep geen kritiek op de kursus naar voren.
-20-
NABESCHOUWING BIJ GROEP B
Voor het eerst is expliciet het onderwerp "ouders 11 aan bod
geweest (bijeenkomst 14 en 15). "Ouders" is een onderwerp (uaarover men niet gemakkelijk praat, maar wel veel aan
c,
beleeft. Of het gelukt is groepsleden aan te zetten tot het daadwerkelijk proberen dingen in de relatie met hun ouders te veranderen is onduidelijk. In bijeenkomst 15 zijn een aantal situaties met ouders nagespeeld. Dit leverde geen noemenswaardige problemen op. Dat betekent dat de vrees die we hadden bij groep A, om problematische situaties met ouders aan de orde te stellen (bijeenkomst 2, pag.S) ongegrond blijkt, mits uiteraard de rollenspelen geed worden voorbereid. De aanwezigheid vertoonde fluktuaties (Bijlage VI), waarbij bijeenkomst 10 en bijeenkomst 15 de kroon spanden. Een verklaring voor de vele afwezigen in beide bijeenkomsten kan gelegen zijn in de voorafgaande bijeenkomsten. Bijeenkomst 9 had als onderwerp in welke situaties voel je je gespannen. De in de groep heersende spanning o.a. door de twee nieuwen is
echter niet ter sprake gekomen. In bijeenkomst 14 is voor het eerst de relatie met de ouders aan de orde geweest.
In het verslag over deze bijeenkomst staat dat het gesprek vrij stroef verliep. Het onderwerp was waarschijnlijk nogal bedreigend. Wegens de onbevredigende gang van zaken met de Rosenzweig P-F study hebben we voor het begin van deze kursus zelf een vragenlijst ontworpen. Daarop staan een zestiental situaties waarop
de groepsleden moesten invullen hoe zij in werkelijkheid op zo 1 n situatie zouden reageren en hoe zij bet liefst erop zouden willen
reageren. (Bijlage (IX).
'
De ingevulde lijsten geven enig zicht op wat een groepslid in
-21-
een bepaalde situatie (waarschijnlijk) zal doen. Er komt echter nauwelijks informatie hoe hij het zal doen. Bijv. vraag 5: "Een kennis heeft een plaat van je geleend en hem weer teruggebracht. Toen je de plaats weer draaide merkte je dat er een grate kras op zat. Je komt die kennis tegen ...... ".
Groepsleden blijken op deze vraag antwoorden te geven als "Ik zal het hem waarschijnlijk zeggen". OP deze manier wordt niet duidelijk wat hij dan zal zeggen. Na de kursus is deze vragenlijst niet meer afgenomen omdat
door het ontbreken van een adekwate skoringsmethode de verschillen tussen voor- en nameting vermoedelijk geen relevante informatie zou bieden.
Naast deze vragenlijst hebben wij voor het eerst ook de Nederlandse Persoonlijkheids Vragenlijst afgenomen. (Zie bijlage X en tabel I). Van acht groepsleden hebben we een voor- en nameting. De verschillen tussen voor- en nameting zijn op geen van de schalen
signifikant op ordinaal niveau. Op de IN schaal is er een lichte tendens tot daling van de skores hetgeen inhoudt dat groepsleden aangeven zich iets minder inadekwaat te voelen. Deze tendens is gering, maar is wel in de gewenste richting. Op de overige schalen is geen tendens waarneembaar.
De N.P.V. lijst zijn we bij de vervolgkursus (ook bij de basiskursus overigens) gaan gebruiken om te zien of deze lijst
f
diagnostisch en evaluatief bruikbaar is. De paradox is dat uit evaluatief oogpunt het feit dat er nauwelijks verschil tussen voor- en nameting is, doet vermoeden
dat de N. P. V. een bruikbaar instrument is. De voor de basiskursus gebruikte vragenlijsten (L.L.S.S. en S.A.S.) gaven vrijwelsteeds signifikante verschillen. Dit is op zijn zachts gezegd verdacht en stemt niet overeen met de ervaring van de bege-
leiders. Het feit dat
~
een sociale vaardigheidsgroep als geheel
weinig verandert lijkt veel dichterbij de werkelijkheid te liggen.
-22-
De ervaring van de begeleiders is tevens dat individuele groepsleden op verschillende manieren en in verschillende tempi veranderen en dat enkelen niet veranderen door de
kursus. Bezien we de groepsleden individueel dan zijn er wel veranderingen aanwijsbaar.
TABEL I: N.P.V. sova II Ruwe uitslagen voor en na de kursus. (zie ook Bijlage XII). VE
zw
ZE
DO
voor na
voor na
voor na
voor na
28
18
21
II
8
6
12
II
15
28
22
26
28
17
15
I7
16
I7
16
19
21
22
22
15
12
7
9
7
7
9
18
20
29
22
20
21
12
14
14
10
24
21
35
20
20
21
19
20
20
8
7
3
8
10
9
14
14
18
22
25
24
8
7
7
I1
9
12
17
18
G.
29
28
18
19
25
25
28
27
11
16
10
13
21
21
H.
36
39
18
18
29
31
30
32
12
1I
17
14
6
7
IN
SI
RG
voor na
voor na
voor na
A.
34
33
22
19
29
B.
40
38
21
21
c.
25
19
24
D.
26
22
E.
35
F.
De betekenis van de schaalskores. IN-SCHAAL: Personen die hoog skoren op deze schaal geven daarmee te kennen dat zij zich in deze periode van hun leven gespannen en depressief voelen. Laagskoorders zeggen
daarvan geen last te hebben. SI-SCHAAL: Hoogskoorders op deze schaal beschouwen zich op dat moment als inkompetent in kontakten met anderen; zij voelen zich geremd en verlegen. Lage skores treft men aan bij mensen die zeggen geed met anderen overweg te kunnen.
RG-SCHAAL: Mensen met hoge skores houden van een strak planmatige aanpak in hun doen
~n
laten en vinden het moeilijk om
-23terug te komen op gewoonten en oplossingsmethoden ..
Personen die laag skoren zeggen genoemde kenmerken op dat moment niet te hebben. VE-SCHAAL: Hoogskoorders geven bij invulling te kennen erg wantrouwend, zoniet vijandig tegenover anderen te staan. Laagskoorders zitten daar niet mee.
ZE-SCHAAL: Personen die hoog skoren zeggen tevreden over zichzelf te zijn en weinig of geen boodschap te hebben aan anderen en hun problemen. Laagskoorders vinden van zichzelf dat ze geneigd zijn anderen te begrijpen en te helpen. (Personen die hoog skoren op zowel de RG-, VE- als ZE-schaal geven blijk van een dogmatische instelling, d.w.z. zijn geneigd van eigen opvattingen afwijkende meningen als bedreigend te ervaren). DO-SCHAAL: Hoogskoorders op deze schaal spreken hun voorkeur uit voor het geven van leiding; zij zeggen overwicht op anderen te
hebben. Personen die laag skoren zijn het daarmee niet eens. ZW-SCHAAL: Personen die hoog skoren hebben vrede met hun werk,
ervaren weinig of geen onderscheid tussen wat ze zijn en wat ze graag zouden willen zijn en geven te kennen optimistisch van aard te zijn. Laagskoorders geven mo-
menteel te kennen dergelijke gevoelens niet te hebben.
Groepslid C vertoont aanzienlijke verschillen tussen voor- en nameting. Dit sternt overeen met onze indrukken. Daarbij moet vermeld
worden dat hij naast de kursus dociale vaardigheden ook individuele begeleiding krijgt, waarin zich eveneens belangrijke processen afspeelden. Groepslid E vertoont daarentegen weinig verschillen met uit-
zondering van de DO-schaal. Ook dit sternt precies overeen met onze ervaring.
-24De verandering op de SI-schaal voor groepslid F daarentegen lijkt vooralsnog niet verklaarbaar. De tabel bevat gezien onze ervaring in de groep geen grate verrassingen. Dit pleit
voor1 'd~e
1
bruikbaarheid van de N.P. V. voor
de vervolgkursus al is het d,n wel zo dat deze vragenlijst tot nu toe geen evaluatie per gfJ.ep toelaat.
-25-
SUGGESTIES.
Het afnemen van de N.P.V. kan bij de volgende kursussen gehandhaafd blijven. Er is hoop dat deze lijst voor de kursus bruikbaar is.
Bijeenkomst 1 had in beide groepen hetzelfde programma. Deze vorm voldoet goed. Dit geldt ook voor de aangepaste versie van de konfrontatie-test van H.J.M. Hermans. (Bijlage IV). Ook lijkt het de moeite waard de onderwerperehet geven van positieve en negatieve feedback, "versieren11 en ouders, voorlopig te handhaven.
Het houden van een voordracht is een leerzaam onderwerp gebleken. Indien groepsleden het willen en durven moet dit onderdeel zeker in het programma opgenomen worden. Het houden van een voor-
dracht min of meer verplicht stellen stuit op bezwaren: - tijdens elke bijeenkomst een voordracht geeft een relatief grate tijdsinvestering in dit onderdeel. - voor een aantal jongerejaars zal dit onderwerp (nog) niet aanspreken. - de kans op verveling in de groep bij de zoveelste voordracht is aanwezig.
Het thema "ideaal" (bijeenkomst 11 en 12) heeft gezien de tijdsinvestering weinig opgeleverd.
Praten over ideaal gedrag bleef wat abstrakt. Tegen het einde van de bijeenkomsten in groep B trad bij een aantal groepsleden duidelijk verzadiging op. Met een zekere gelatenheid woonden zij de bijeenkomsten bij. Zelf schreven zij dit effekt toe aan de inhoud van de bijeenkomst. Bij het onderwerp ouders (Bijeenkomst 14 en 15), nam de betrokkenheid weer wat toe. De matheid in de groep bespreken op het moment dat daar sprake van was, had ons waarschijnlijk meer duidelijkheid
-26-
verschaft, dan er pas op de evaluatiebijeenkomst naar te informeren~
De werkwijze zeals wij die in beide groepen veelal gevolgd bebben t.w. praten over een onderwerp en uit dit gesprek een rollenspel distilleren voldoet geed. Bij moeilijker onderwerpen (bijv. spanning) is bet voor zowel groepsleden als begeleiders verleidelijk bet gesprek te rekken om zo niet aan bet rollenspel toe te boeven komen. Begrijpelijk maar slecbt voor de betrokkenbeid.
Name _____________________
Age _ _Birthday _ _ _ _ __
Address _________________
Educatilln ___________________
Institution ______________________
Present date-----------------
BIJLAGE I
ROSENZWEIG P-F STUDY (Revised Form for Adults)
Instruktie
Op elk plaatje van deze test zie je twee mensen met elkaar staan praten. Wat de een zegt staat
reeds aangegeven. Nu moet J1J Je voorstellen
w~t
de andere persoon van het plaatje als antwoord zou geven. Het allereerste antwoord wat je te binnen schiet moet je in het blanko gedeelte vullen. Goed naar de situatie kijken! Werk zo snel als je kan!
Copyright, 1948, by Saul Rosenzweig OJSTIUBUTED In NFEJt. PUBLISHING COMPANY LIMITED l. JENNINGS i!UILOINGS, THAMES AVENUE. WINDSOR &EIIt.KS ... ENGLAND
~n
Het spijt me erg dat . 0 we Uw kl eren ndergespat betben , 1·k probeerde echt de plas te vermiJ. d en.
Wat verschrikkelijk! Dat was de lievelingsvaas van IIUJn
'
Je ziet zo niets.
3.
moeder.
v
~
Dit is nu al de derde keer dat ik met dit splinternieuwe horloge terug moet komen,ter
wijl ik het vorige week gekocht heb. Zodra ik thuis ben ioci i: het niet
Volgens de regels, van de bibliotheek mag U niet meer dan
twee boeken tegelijk meen<,men.J
Je vriendin Maakt U niet een beetje teveel ophef?
vroeg me om van-
avond mee uit te
gaan. Zij zei dat jij toch nie ging.
8 ...
Het kan best ZlJn Jat je het diktaat nu nodig hebt voor je tentamen, maar we zijn dicht.
G
Je liegt weer, en dat weet je best.
L [
[ Als dit niet jou boekentas is, da moet Fred de Bruin per ongelu· de verkeerde meegenomen hebben,e heeft hij de zijne laten staan.
Sorry, dat ik U uit bed bel, maar dan heb ik het verkeerde nummer gekregen. •
,·
11....
Al hebben we dit gisteren afgespro ken, kan ik U vanochtend toch
Zij had bier 10 minuten geleden al moeten zijn.
niet ontvangen.
'
14/:.
13. Jammer, als ik niet die stomme
fout had ge-
U had niet het
&aakt,.zouden we
recht me hier
gewonnen hebben
in te halen.
door jou prima spel.
Mooi moment om je sleutels kwij t te zijn.
Waar moet U zonodig naar toe, dat U met 90 km. die school voor~ bij raas t?
Sorry, maar we hebben net de laats te verkocht.
Ik vraag me af Waarom ze ens niet heeft uitgenodigd.
. De vrouw, over e. llie zo g wie JU het rodmeen aa~. heeft delen ZlJn, o-n. te ren een g·1.s _ en
u zich? . . gedaan. P~Jn
Hee f t
l uk gekregen
ge . het ligt nu ~n . kenhu~s. z~e
L \ '
~!
22. ------:::1· ·Het ; s tante, ze
l
~
d t we even
wil haar a wac hten, opd t ze ons nogzo a ie als .een goe
reis
rna
kan wensen.
IL.__-...J~
_ __,J
J vr----"' v
l____
A
~ ~
I.
~
LCWJ}rf-=. . . . . ~ 2.3.
BIJLAGE II
Bijeenkomst
datum
aanwezig
afwezig
17-11-1981
8
2
2
24-11-1981
9
0
3
1-12-1981
7
2
4
8-12-1981
8
5
15-12-1981
8
6
22-12-1981
7
7
5- 1-1982
8
8
12- 1-1982
8
2
gestaakt
0
BIJLAGE III
Groep A: Leerdoelen geformuleerd door de
leren aanvoelen wat ik aan andere mensen heb
meer greep krijgen op mijn gedachten - beter met mijn negatievie gevoelens leren omgaan.
leren mijn gevoeleas beter te
uiten~
- gevoelens van anderen leren herkennen.
- leren kontakt maken met onbekenden. gevoelens en ideeen van anderen leren aanvoelen. leren praten over gewone dingen. beter le-ren omgaan met anderen.
- makkelijker in de groep meedraaien. leren zelf initiatieven te nemen.
Na~m:
Datum;
Sociale vaard1gheden II, najaar 1981
BIJLAGE IV
CS/MH
Wij maken allerlei situaties of gebeurtenissen mee. Daar reageren we verschi1lend op. Soms doet het ons niet zo veel; soms beleven we er iets aan. In sornmige gevallen zijn dat positieve gevoelens, in andere gevallen negat1eve. Negatieve gevoelens kunnen ons "zicht 11 op de situatie zo beperken dat Ye aan positieve gevoelens niet of nauwelijks meer toekomen. In deze kursus zullen we ons voor een belangrijk deel bezighouden met het omgaan met die negatieve gevoelens die door bepaalde situaties of gebeurtenissen worden opgeroepen. Noem een aantal situaties of gebeurtenissen die voornarnelijk negatieve gevoelens opriepen. Vaak zullen dit situaties of gebeurtenissen zijn waar andere mensen bij betrokken waren. Het kan echter ook iets zijn
dat je alleen meemaakte. Pak nu de bijgevoegde lijst met gevoelens en gee£
op het antwoordformulier
voor alle situaties aan in welke mate je elk gevoel ervaarde.
Elk gevoel heef,t zes frequentieniveau's. Gee£ d.m.v. een cijfer b>j elk g~voel
aan, de mate waarin je dit gevoel ervaarde.
6 - als het gevoel zeer vaak voorkomt
5 - als het gevoel vaak
4
voorkomt
als het gevoel tamelijk vaak voorkomt
3 - als het gevoel soms voorkomt
2
als het gevoel zelden voorkomt als het gevoel nooit voorkomt
Voorbeeld: Situatie
Gevoelens I
2
3
4
1. Dinsdagavond >n de AOR
5
3
2
4
2. Ruzie met Piet
6
I
5
3
etc.
.. - 2 -
Gevoelens
I. gevoelens van machteloosheid
2. gevoelens van eigenwaarde
3. gevoelens van angst 4. gevoelens dat ik me zorgen maak 5. gevoelens
Vo3;U
spanning
6. .schuldgevoelens
7. gevoelens van vertrouwen
8. gevoelens van verdrietig/ongelukkig zijn 9. gevoelens van ergernis/irritatie 10. gevoelens van teleurstelling II. gevoelens van eenzaamheid
12. gevoelens van agressie 13. gevoelens van nieut·lsgierigheid 14. gevoelens van energie 15. gevoelens van schaamte 16. gevoelens van betrokkenheid
1 7. gevoelens van minderwaardigheid
ll'l. gevoelens van vrij heid 19. gevoelens van medelijden 20. gevoelens van verantwoordelijkheid 21. gevoelens van
.....................
-
N
-
- -
0
N
--
-
t----
.,_ ..
"'
1---
j-- --
- t - - t----
- -- ~ -- --
1--
- --
-··
-
co
·-
-
-
·-
-
. -
-
r-
-
f-.- -·- t--- ···- - f-.-
"' "'
---
"" ..,
--
! II
N
'i
!
I
'
--
I I. ' ; !
I
-- I -
II
i
'
I
0
'
!I
.
•
il
I
'
.
I-"'
-
-
co
.....
--""
-
-
"' "'
""
-
..,
"§
N
-
-
--
-
··-
.., H
~
::> <-< H Ul
'
:
!
l
I
I
D-1-, I
I
I __ . t_
I I
'
-+ I
I
1
.
+-
1\ itl
llMl - ITl Ni
"'
r--
r--
ro
-
.
I
~- r-1--- --
I
_!__
I
-+-
I I I
i
I
~s~ -sr: Ro~t.w~.
Pe_ t2o~uv~ . ~ 2L~ ~ ~. r~ ~ ~-
be
b-c_olaM. k.M .
~!A.A ~e.{ ..-...
dt-t
?C. ~
h~ ~ ~
'(}.c.~ OIAA"""' u--tn ot.a._ . ~ . 1'\1 ~ fJ!j ~e.v.
. -~~> ~~ rlwa CM--~tx- ~ ~ aU, ~k..:J
1/tx-oU
~ ~
Lu,(
r:/. w :
~l: ~CJ~
..
BIJLAGE VI
Bij e~errkoms t
aanwez-ig
afwez--ig
4-2-1982
8
0
2
11-2-1982
8
0
3
19-2-1982
6
2
4
25-2-1982
8
0
5
4-3-1982
8
0
6
11-3-1982
8
0
7
18-3-1982
7
8
25-3-1982
6
9
1-4-1982
8
10
8-4-1982
7
3
11
22-4-1982
10
0
12
29-4-1982
9
13
6-5-1982
9
14
13-5-1982
8
2
15
27-5-1982
6
4
16
3-6-1982
9
Datum
---
Na de evaluatie (bijeenkomst 8) is organisatorische redenen~
2
een groepslid I ?-> :; tftJ
r
fr-/,
~
gestopt vanwege ,_.._,
e ----
..... /<'-1
?I '
BlJLAGE VII
Trefwoorden
SAMENWERKING, KOMPETITIE TU,SEN GROEPEN, LEIDERSCHAPSSTIJLEN
Titel
Torenbouw .. oefenmg
Doe!
Op de proef stellen van de samenwerkmg bmnen een groep~ vormmg groeps1dentiteit en een kompetitiegeest, verduidelijking van de werking schillende organisatiemodellen op het groepsfunktioneren
5.5 \'dn
een
vc~n ver~
lnd1katte
Samenwerkmg bmnen een groep onder konkurrenue met andere groepen, wanneer het vermogen tot samenwerken getoetst moet worden en evt de kohesie verhoogd moet worden, als diagnostikum liefst aan het eind van een bijeenkomst of reeks bijeenkomsten Universeel toepasbaar
Oefenmgstype, deelnemers
Bestaande groepen werken samen en konkurren:n met andere groepen, aile deetnemers worden mgeschakeld, waarbij aan somm1gen funkties worden toebe~ deeld.
Procedure
Zte 5.51. 1. Vaststellen van de groepen en van twee observatoren per groep {evt stafleden) 2. Een van deze groepen wordt vooraf gestruktureerd {zie 5 51} 3 Instruktles (552 en 5 53). 4. Ex.tra informatie aan de ongestruktureerde groepen 5. 60 min. werktijd 6. De torens worden anomem aan de JUry gegeven 7 Beoordeling door de jury ( 15 mm ) 8 Bekendmaking van het resultaat en verslag van de observatoren ( 40 mm )
Tudsduur
2 112 uur
Matenaal
Per groep~ 4 vellen stev1g papter, 1 grote fles {geschlkte!) iiJm, 1 schaar, 1 hnlaal, 4 veil en pap1er voor ontwerpen, instrukties voor de groep en de observatoren (5 52 en
5 53). Geschikte papers Auteur
Ontworpen door R V01gt
L1teratuur, ervaringen
Pre1ffer en Jones, I II, 1971; Towers. Erg gehefde en suksesvolle oefenmg.
Evaluat1e
Z1e 5 53
Vanat1es
Brug bouwen; evt. met de verdere vanat1e, dat elke groep vanlllt-een bruggehoofd een helft bouwt, die moet samenpassen met de andere helft. Men kan het ook moeilijker maken om elkaar te begrijpen. aileen formeel kontakt, tussenschermen Andere variatie is om de groepen oiet in afzonderlijke kamers te Iaten werken, maar in dezelfde (grote) kamer: verhoogt nvaliteit
Analoge oefemng
Oefenmg m plannmg (5 . 6), Lego Man. m Pfe1tfer en Jones, 1972 Annual Hand·· book
155
I
5.51
Torenbouw-oefening: instrukties voor de oefeningsleiders
Doe/: Deze oefening kan gebruikt worden voor: het op de proef stellen van de samenwerking bmnen een groep, het vormen van een groepsidentiteit en een kompetitiegeest, het verduidelijken van de werking van verschillende organisatlemodellen op het groepsfunktioneren.
Taak. Het bouwen van een toren uit het ter beschikking gestelde materiaal: 4 grote vellen stevig papier, 1 lineaal, 1 schaar,
1 fles lijm, 4 vellen papier voor ontwerpen. Bij de konstruktie mogen aileen papieren stroken gebruikt worden die even groot zijn als de afmetingen van de lineaal Tyd. 2 uur en 15 min . (15 min plenair, 60 min. werkttjd, 15 mm JUry resp pauze, 40 min. plenair)
Verdeling in groepen van minstens 81eden Bovend1en knjgt elke groep twee observatoren (evt. stafteden), die tot taak hebben. om later in de plenaire bijeenkomst zo nauwkeurig mogelijk verslag te doen van wat in de groep tijdens de oefenmg gebeurd is. Groepsstrukturerzng. Er zijn twee typen groepen: in het ene type wordt de strukturering volled1g a an de groef:isleden overgelaten en in het andere type wordt deze van te voren als volgt vastgelegd: een groepslid wordt tot Ieider benoemd (de architect), die drie teams tot zijn beschikking heeft: a . een plannmgsteam, b een knip-team en c. een plak-team (en d. een jurylid, die meteen na zijn benoeming de groep verlaat). Bouweisen de toren moet op zijn eigen fundament kunnen staan zonder andere ondersteuning en moet zo stevig z1jn dat hij de bij de bouw gebruikte lineaal kan dragen KompetJtie. de groepen konkurreren met elkaar De jury beoordeelt welke toren de beste is, volgens de volgende knteria: 1. hoogte, 2. stevigheid, 3. origi· naliteit. De jury bestaat uit een lid van elke groep (gekozen of benoemd, alnaargelang destrukturering).. De juryleden verlaten meteen de groep en gaan bij elkaar zitten om de drie genoemde kriteria nader te preciseren; hierbij mogen ze ook aan de drie kriteria verschillende gewichten toekennen
156
B-eoordelmg-. na 60 m1n. werktijd moeten de torens anomem aan de Jury
gegeven worden ter beoordeling: terwijl de jury 15 mtn overlegt, pauze voor de andere deelnemers, daarna bijeenkomst van teder voor de plenaire bespreking Samenvattmg van de procedure A. Yoorberetding door de staf:
B C
1 lndeling van de groepen. 2. Yoorstrukturering uitwerken. 3. Yaststelling van de observatoren. 4. Vaststelling van hetjurylid in de voorgestruktureerde groep. 5.. Toewijzing van de werkkamers en verdeling van het werkmatenaal Plenair; 1. Bekend rna ken van de groepen en de daaraan toegewezen kamers 2. lnstrukties aan de observatoren (zie 5.53) In de werkkamers; 1. Uitdelen van de instrukties (5..52). 2a. Voor de ongestruktureerde groep(en) extra tnformatte: 'Benoem als groep een Jury lid, die meteen hierna met de juryledcn van de andere _groepen samenkomt in karner.
·
2b Voor de gestruktureerde groep: bekendmaken van de struktuur D.
Na 60 min anoniem afgeven van de torens In kamer
E. F
Beoordeling van de torens door de jury binnen 15 mtn Na 15 min plena ire bijeenkomst van allen voor de nabesprektng. bekendmaktng van de jurybeoordeling en ver~lug van de ob~ervJ.toren
5.52
Torenbouw-oefenlng: instrukties vo.or de werkgroepen
Bouw in de U toegewezen kamer een loren. d1e uttsltl!tend gekonstrueerd mJg worden van het materiaal dat U ter beschikk tng gesteld is: 4 vellen stevtg papier, 1 grate ftes lijm, 1 schaar, 1 lineaal, 4 vellen papter (aileen voor ontwerpen) De toren moet op ZIJ11 eigen fundament kunnen :-;taan, d w z hlJ mag n1et tegen de muur of tegen een ander voorwerp in de Luner leunt:n, ook mag h1j niet opgehangen of aan het plafond vastgemJakt worden Hlj moet stevig genoeg z1jn, om op het hoogste punt een lineaal te kunnen dragen, zonder om te vall en Elke groep konkurreert met de ,wdere groepen, een groep wint, de ..tndere
verliezen. De torens worden door een jury beoordeeld volgens dne kriteria.
1. hoogte, 2. stevtghetd, 3. onginalttett U mag het materiaal kmppen, vouwen, plakken, samenvoegen, etc op elke manier die Uw groep wenst U moet er ech1er op !etten. dat geen enkele
157
I
pap1erstrook Ianger of breder mag zyn dan de Iengle en breedte van de lineaal De bouw moet in een uur klaar zijn . Na 60 min moet de toren anoniem afgegeven worden in kamer waar de jury hem zal beoordelen; 15 min. daarna komen we plenair bijeen voor de nabespreking. Allereerst moet U nu Uw Jurylid afvaard1gen, die meteen vertrekt naar kamer ... voor een bijeenkomst met de juryleden uit de andere groepen
5.53
Torenbouw-oefening: instrukties voor de observatoren
H1er zijn enkele vragen, d1e bij Uw observatietaak behulpzaam kunnen zijn: • Hoe heeft de groep zich voordeze taak georganiseerd? Was er vooraf een struktuur aanwezig? Hoe hebben de groepsleden daarop gereageerd? Heeft U veranderingen hierin opgemerkt? Welke? • Was er geen struktuur aanwezig? Hoe heeft de groep zichzelf gestruktureerd en hoe kwam zij daartoe? Ontstond er een rolverdeling? Hoe? Werd iemand tot Ieider benoemd? Hoe? Kon men eigenlijk wei een werkwijze opstellen? • Wie hielp de groep het best bijhet werk? Wie had de meeste en wiedebeste suggesties? Werder vee! omheen gepraat? · • Was de groep voldoende gemotiveerd voor het uitvoeren van de taak? Was het doe! van de oefening dutdelijk? Werd dat ook nagegaan? Wie heeft de belangrijkste besluiten genom en? • Observeer ook het gedrag tijdens de bekendmaking van de jurybeoordeling en de reakties op dit oordeel. NOTIT!ES
158
BIJLAGE VIII
6!11I'lijk
~
Ik vind
me~zelf
mees tal:
1
2
3
5
oneerlijk
open
gesloten
g~intereseerd
in anderen
onversc:hillig t.a.v. a.nderen
enthousiast
lauw
verlegen
spontaan
bescheiden
veeleisend
"cool 11
"hot"
welbespraakt
ik kom moeilijk uit m'n woor
"een vers ierder"-.----.---...----.----r
Z!fker
ik kan goed tege~. kritielc;. onzeker
assertief
i;iubassertief
tevreden
ontevreden
Ucht
•.
~eraakt
~'
Ik zou wi llen zijn; '
.~
1
2
3
5
oneerlijk
open
gesloten
geinte;reseerd in anderen
onverschillig t.a.v. anderen
~nthousiast
lauw
verlegen
spontaan
bescheiden
veeleisend
11
coolu
welbespraakt "een vers ierder"'..----.----.----.----.licht geraakt 7;eker
'.
ik kom moeilijk uit m'n woorden bleu ik kan goed te&en krii;iek onzeker
assertief
subassertief
tevreden
ontevreden
BIJLAGE IX
NAAM:
DATUM:
AFDELING:
INSTRUKTIE
==========
Op de volgende bladzijden wordt steeds een situatie beschreven. De vraag is hoe jij in die situatie
denkt dat je in werkelijkheid zult reageren en hoe jij het liefst zou willen reageren. Met reageren wordt bedoeld iets Naa~t
zeggen~
of iets doen.
elke situatie staat 'in werkelijkheid' en
'het liefst'.
Daarmee wordt dus bedoeld: In werkelijkheid: Wat denk je dat je in werkelijkheld zult zeggen of doen. Het liefst: Wat zou je het liefst willen zeggen of doen. Geef steeds de eerste reaktie die je te binnen schiet.
'>
DATUM: IN WERKELIJKHEID
VRAAG:
HET LIEFST
l. Een groepje studenten
staat in de pauze van een
kollege te praten. Je kent hen een beetje. Jij staat alleen ............... 2. Een vriend van Je heeft zich niet a an de afspraak om bij jou langs te komen gehouden. Dit
>S
al de twee ....
de keer. Je ziet hem in de kantine zit ten ........
3. Je legt iets uit a an een mede-student: Een derde die erbij zit valt je herhaalde mal en in de rede ....
'
.
4. Je bent voor een gesprek uitgenodigd op de karner van
een medewerker. Wanneer je daar komt zegt hij je dat hij nu geen tijd heeft. ........
5. Een kennis he eft een plaat van je geleend en hem weer teruggebrach t. Toen je de
'
plaat weer draaide merkte je dat er een grate kras opzat. Je komt die kennis tegen ..... .
6. In de bus begint een
vriend een vrij persoonlijk :
gesprek met je. Je ziet dat andere passagiers luisteren ..
.
.
7. Over drie dagen heb je een tentamen, waarvoor je het
nodige moet bestuderen. Je huisgenoten vragen of je rnee-
gaat naar het kafee ........
.
IN WERKELIJKHEID
VRAAG
8. Je woont in een studenten-
huis. Jij hebt gekookt voor een aantal mensen. Als jullie
aan tafel zitten rnerk je dat het eten niet gaar is. De anderen zeggen (nog) niets .. 9. Bij een instruktie snap je iets niet. Je vraagt het en de instrukteur legt het weer op precies dezelfde manier uit. Je snapt het dus nog steeds niet ...•..... IO.Je eet mee bij de ouders van je vriendin. Wat haar
•
moeder gekookt heeft lust je nie t
. .............. .
,-----·-···-···
--·-. -
II. Je bent vandaag jarig. Het is ochtend en je komt
~n
de keuken. Terwijl je je huisgenoten gisteren hebt uitgenodigd vanavond wat te komen drinken, is er nu niemand die jou feliciteert.
12. Een meisje met wie Je naar de bioskoop zou gaan
belt af. De reden die ze opgeeft is duidelijk een smoesje .......... .
13. Je fiets wordt gerepareerd. Hij zou dinsdag klaar zijn. Toen je hem dinsdag wilde ophalen zei de fietsenmaker dat de fiets pas woensdag klaar zou zijn. Nu is het woensdag en
HET LIEFST
VRMG
Vervolg 13 ihelaas' zegt de fietsenmaker
'is mijn knecht ziek geworden maar morgen is de fiets ze-
ker gerepareerd'.
14. In de kleedkamer van het sportcentrum heb je je sportschoenen laten staan. Een andere groep is zich aan het verkleden. Je vraagt naar
je schoenen. Ze zeggen dat ze je schoenen niet ge-
vonden hebben, maar je merkt dat ze je in de maling nemen.
IS. Je rnoeder heeft een trui voor je gekocht. Hij past, ~
maar je Vlndt hem niet rnooi. 16. Voor een rneisje dat Je
kent ben je een lamp aan het ophangen. Je hebt al het een en ander overhoop gehaald wanneer je merkt dat bet
plafond niet alleen uit gipsplaten bestaat, maar dat daaronder beton zit. Zander
een elektrische boor, die
je niet hebt, kun je niets do en.
IN WERKELIJKHEID
HET LIEFST
BIJLAGE X N.P.V. (Nederlandse Persoonlijkheids~Vragenlijst)
======
Deze test wordt per komputer nagekeken. Vul daarom op de kaart alleen het nummer in, dat je hier bij de studentenpsychologen gekregen hebt. Dus niet je naam of je identiteitsnummer van de T.H.
INSTRUKTIE Op de volgende bladzijden staan een aantal zinnen als deze: 11
lk ben tevreden met het werk dat ik doe".
Er zijn 3 antwoordmogelijkheden: I
juist
2 = ? 3 = onjuist 1. Als u vlndt dat de zin meestal van toepassing op u is, dan maakt
u met potlood het vakje 'I' zwart onder het betreffende nummer van de vraag.
2. Als u vindt dat de
ZlU
meestal niet van toepassing op u
lS,
maak dan
met potlood het vakje '3' zwart onder het betreffende nummer van de vraag.
3. Alleen als u een zin beslist niet met "juist 11 of "onjuist" kunt
beantwoorden, maak dan met potlood het vakje '2' zwart onder het betreffende nurnmer van de vraag.
Elk antwoord is goed, als het maar uw eigen mening weereeeft.
Slaat u alstublieft geen enkele zin over. LET GOED OP de volgorde van de kaarten. In de linkerbovenhoek staat aangegeven welke kaart bij welke bladzijde hoort. Dus als Je op de eerste bladzijde bezig bent zie Je boven de bladzijde NPVI staat en je gebruikt kaart NPVI. Let er vooral op dat het nurnmer van de vraag overeenkomt- met het nummer van
het antwoord!
lNPvd
~ ju.ist 2 ? 3
onjuist
1. Ik ben tevreden met het werk dat ik doe. 2. Ik vind het vervelend eer.. groep onbekende
4. Het stoort mij als
vrcn..:.'(,.,~er::. z:..-~-=c~:.. :.~~
If!.enser~
e.e2. c.:;,_:=2
5. Als ik eenmaal een besluit gerromen h~b, bli..jf
:.oe c:e sp:-:;;;c:::.ect!.q
zi.t:L:. ,___ lk ~:...0:L_}~
6. Af en toe ben ik zo slecht gehumeurd.:. dat nierr::.cna:. h.e.L
C.l. -;
cz.a:..: de n~rr.
kan maken. 7. In de omgang met onbekende mens en voel ik me zeke.r
V&'"l
:ne.u::lf ,_
8. Een regelmatig leven bevalt me het best. 9. Wanneer mensen veel van mij ei.scn. bi.:.~f
_,._ :.:::e2:::H::2.l._ :.:\_:..sti.-'5.
10. Ik vind het leven vaak zinloos. II, In een groep heb ik meestal de leiding.
12. Ik denk dat mensen vaak liegen als ze in moeilijkhed.e;:: ~i.tterr~ 13. Als ik ergens mee bezig ben5' dwalen "21ij2 gedachter:
14. Ik kan lang achter elkaar
\r:::.a~< 2.£~
Coo~erkerr~
IS. Voor elke moeilijkheid i.s mac:::
ee~1.
:;)p"i..cssing C.e
::es:>~~
16. Ik begin pas ergens aan als ik het weet hoe het zal 2r:L ..Jpen,,
17. Als je stemt heb je je plicht als Nederlaeder geda.an. 18. Als mensen moeilijk kunnen beslissen, vragen ze mij om raac:.&
19. Ik heb het gevoel, dat de mensen mij als een kind behandelen. 20. Soms ben ik zo opgewonden, dat ik mijn stem niet me.er k 2.n
behee~::sc-.::.~
21. Ik ben vaak eerlijk, omdat ik niet d.e k.2...!ls \.?il l.cpe[:. Qcoc:- d-e. m.a.rrd t·2 v;:...::..:..e::.·~-
22. Als je iets doet voor een onbekende, behoor je ervoor oet.aald te
worden~
23. Ik ben vaak zenuwachtig. 24. Als het er op aankomt, laten veel mensen je in de steek. 25. Op feestjes breng ik graag de stemming erin.
26. Ik kan geed met andere mensen 28. Er ZlJn maar weinig
osgaa~.
mense~, ~~e
mij
oeg~~Jperr~
29. Ik ben vaak uit mijn humeur , zonde:::- dat ik weet waarom.. 30. Als j e vriendj es hebt bij de overheid, wordt j e daa.r vloU:er geholpen<,
= juist 2
?
3
oejuist
1. lk vind het verve lend met onbekenden te praten ~
Ook zonder vrienden kan
~!-< se!uk-::;:;; zi~"
'3
Als ik veel mensen ga ontmoeten, word ik zenuwachtlg
4. Er zijn mensen die graag zouden w1llen, dat ik moeiltjkheden ~
5
lk voel me meestal opgewekt
6
lk vmd het moellljk kontakt te leggen met onbekenden
7
lk zit vaak in de put.
8
lk denk dat les geven
9
lk doe me vaak anders voor dan ik ben
I0
mu wei ligt
lk houd mljn spullen graag netjes in orde
l l • lk vind dat arme Ianden zichzelf moeten redden
I 2. lk maak me gauw druk over k!emigheden
13 • Als het even kan, vermud 1k reca;:t:es 14. lk laat me weinig beinvloeden door andere mensen
15. Er komt vee! werk utt mij(l handen
16. 'I<
doe wat de mensen van mij verwachten
I 7 .. In gezelschap van onbekende mensen ben ik verlegen 18. \k vmd het ver-velend vee! mensen om mij heen te hebben 19. lk erger me aan de fouten van andere
me:1sen
20. lk maak moeiltJk nieuwe vrienden 2 1 • Je kunt maar het beste vertrouwen op je eigen gezonde verstand 2 2. Het werk gaat mij voor a lies
23. Het laat me koud hoe de mensen over mlj denken 24. lk vind dat veel mensen onverschf~Hg
l)!r;
25. Als je wat voor een ander doet, krug Je vaak stank vocr dar:k
2 6. !k heb een goede kljk op andere men sen 2 7. lk doe mun best om moeilijkheden zoveel mogelljk te vermljden
28. lk trek me we1nig. aan van kritiek 2 9. Oak bij kleinigheden moet ik eerst nadenken voor 1k wat doe 30. lk vraag aileen dan iem~.tnd om hulp wanneer het met andera :<e.n:
juist 2
'
7
3
A!s ik utt mijn dagei!Jkse rege!maat word gehaald, htndert mij dat 2
lk vtnd dat temand die de wet overtreedt, gestraft moet worden
3
lk word gauw moe
4
lk neem graag voor anderen beslissmgen
.s. lk neem kwestles van geed en kwaad zwaar op 6.. lk erger mij aan mensen, dte praten over dingen waar ze geen verstand van hebben
7
lk zie bezoek liever gaan dan komen
S lk houd van aktie 9
lk kan mijn gewoonten gemakkelljk veranderen
10.• lk kan liegen zonder dat temand iets merkt.
J1
4
Tot nu toe ts me bijna aHes gelukt wat tk wilde
12. lk voel me vaak nutteloos I 3. In een groep mensen houd lk me liever op de achtergrond. 14. Als ik in spanning zit. heb tk vaak een brok in mijn keel 15. Als ik met vakantie ben, kan ik mijn werk moeilijk verge ten 16. Volgens mu komen de beste bruggebouwers uit ons land., 1 7. Veranderingen in het weer hebben weinig tnvloed op mU 18. ik pra~t graag mee over belangrijke problemen I 9. lk kan slecht tegen sombere mensen. 20. Wanneer ik mun Ieven nog eens over zou maeten d-oes:, :zc.._ :1-c het :1e1~ 21 • Er zun maar weinig mensen, waar ik iets van kan leren 2 2 • Erg vriendeiUke mensen wantrouw ik. 23. Aileen bU mensen die ik goed ken, voel ik mu op mijn gemak. 24. De moeiiUkheden van andere mens en kunnen mu weinig schelen. 25 .. lk heb het gevoel dat ik vee! invloed heb op and ere mens en 26.
~k
kan in korte tUd veel werk doen
2 7. lk vind de mensen vaak te oppervlakkig 28.• lk heb de indruk dat de mensen vaak over mU roddelen 2 9 • Op andere mensen heb ik we mig invloed 30. lk houd ervan al/es van te voren nauwkeurig te regelen
_,;(...
:::.oen
:
fNPv'4/
= juist
2
?
1. Zelfs over de moeilijkste zaken kan ik geen beslisslng
i.i~lli,;!Il~
2. Ik vind dat de mensen vaak onbeleefd zijn. 3. Ik vind het belangrijk om mijn eigen mening door te zetten. 4. Er is meestal veel gepraat nodig, om mensen te overtuigen als ze
ongelijk hebben. 5. Ik werk liever alleen dan met een aantal mensen samen.
6. Ik vind dat de mensen zich teveel met mij bemoeien. 7. Ik droom vaak over dingen die ik liever voor mezelf
8. Het laat me koud of de mensen slordig gekleed zijn. 9. Vaak valt het mij tegen wat zogenaamd.e.
vc.~..::.::e.er:..se~: c..:·
van terecht brengen. 10. Ik houd ervan opdrachten te geven. II. Als ik op reis zal gaan, voel ik me ontspannen. 12. Ik werk graag snel.
13. Ik heb voor veel dingen belangstelling.
14. Ik heb vaak het gevoel dat alles me mislukt. 15. Ik kan goed tegen een grapje. 16. Ik doe vaak dingen waarvan ik spijt heb.
17. Ik laat me graag door andere mensen bedienen. 18. Als ik me niet lekker voel, ben ik prikkelbaar.
19. Ik moet lang van tevoren weten, waar ik aan toe ben.
20. Als ik iets wil bereiken, zet ik meestal door. 21. Ik wil dat thuis alles op een vaste plaats ligt. 22. Ik ben meestal ergens mee bezig. 23. Soms ben ik zo onrustig, dat ik niet stil kan blij ven zit ten. 24. Ik regel mijn werk precies.
25. !let kost me moeite om van een eenmaal gemaakt plan af te w1jken. 26. Ik heb weinig behoefte aan kontakt met andere mensen. i
27. Ik vind dat je de meeste mensen niet kunt vertrouwen.
28. Ik heb vaak een hekel aan mezelf. 29. Ik vertrouw de mensen pas als ik ze goed ken. 30. Ik vind het zinloos me in te spannen om de maatschappij te verbeteren4
= juist
(NPVS ] 2
?
3 = onjuist
I. Plannen maak ik het liefst alleen
2. Als de mensen naar mij kijken, word ik verlegen. 3. Ik doe mijn werk meestal met plezier 4. Het leven is vaak moeilijk voor mij 5. Ik heb nogal eens het gevoel, dat ik anderen tot last ben. 6. Ik kan mijn problemen zelf wel aan. 7. Ik praat meestal met luide stem. 8. Niemand hoeft me te vertellen hoe ik mijn werk moet doen. 9. Als mensen ruzie hebben, bemoei ik me er meestal mee.
10. Ik vind dat iedereen voor zichzelf moet zorgen. II. Mensen die altijd twijfelen ergeren mij.
12. Ik blijf graag bij oude vertrouwde gewoonten.
,,
13. Ik ga het liefst alleen op vakantie.
E I NDE
L I
J
S T
:
BIJLAGE XI
Groep B: Leerdoelen geformuleerd door de groepsleden.
- waarom wordt er zo weinig naar mij geluisterd.
- leren voor mijzelf op te komen. leren kontakten te leggen. - leren reageren als ik gepest word. - leren aanvaarden dat dingen niet perfekt gaan. - emoties van anderen leren zien.
- leren niet te hoge eisen aan mijzelf te stellen.
BIJLAGE XII
Voor de NoPoVo bestaan geen normtabellen voor ToHo studenteno Wel bestaat er een normtabel voor scholiereno (Handleiding NoPoVo pago 18)o Om een indikatie te hebben wat hoge en lage skores zijn, hanteren wij voorlopig deze normtabel.
Normtabel voor scholieren
Schaal
IN
SI
RG
VE
ZE
DO
d
zw
~
zeer hoog
30-
24-
33-
31-
20-
28-
22-
35-
hoog
21-29
18-23
26-32
26-30
17-19
24-27
18-21
32-34
gemiddeld
7-20
6-17
11-25
4-6
3-5
6-10
8-16 4-7
12-23 7-11
10-17 6-9
21-31
laag
15-25 10-14
-3
-2
-5
-9
-3
-6
-5
0-42
0-30
0-50
0-38
0-32
M
14o3
11.4
18o2
20o0
11.7
16o9
1304
25o6
s
8. 1
6o5
8. 1
5o8
4o6
5o9
4o3
50 1
3.0
2.7
3o9
2o8
2o6
3 01
2o3
2o9
209
209
209
209
209
106
103
209
zeer laag
Skore range
st. meetfout N
17-20 -16
0-38
0-34