Verslag Slotconferentie Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting Fotografie: Hendrik van Leeuwen
2010 was het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. In de Grote Kerk in Den Haag werd op 25 november een jaar vol activiteiten, onderzoek, discussie en beleidsvorming rondom dit thema symbolisch afgesloten. 250 professionals, vrijwilligers en bestuurders die zich het afgelopen jaar intensief bezig hebben gehouden met armoede en sociale uitsluiting spraken over successen, uitdagingen en nieuwe perspectieven. Onder de aanwezigen waren staatssecretaris van SZW Paul de Krom en voormalig minister-president en ambassadeur van het Europees Jaar Ruud Lubbers. De slotconclusie van de conferentie: het was een succesvol jaar, waarin het onderwerp weer hoog op de agenda is gekomen. Maar de problemen zijn nog lang niet opgelost. De conferentie werd geopend door dagvoorzitter Tom van ’t Hek. Daarna nam staatssecretaris Paul de Krom het estafettestokje, dat het afgelopen jaar de deelnemende gemeenten aan elkaar verbond bij de inzet voor armoedebestrijding, in ontvangst van Cees Oosterom, wethouder van Vlaardingen. Wethouder Rinda den Besten van Utrecht vertelde vervolgens over het verloop van de Stedenestafette, waarna Marian van der Klein (Verwey-Jonker Instituut) de eerste resultaten presenteerde van de lokale onderzoeken naar armoedebeleid. Hierna was het podium voor Ruud Lubbers, ex-minister-president en ambassadeur van het Europees Jaar. Na zijn speech werd aan de ambassadeurs de eerste bureaukalender uitgereikt, waarna staatssecretaris Paul de Krom het woord kreeg. Met een korte film presenteerde hij ook de zeven subsidieprojecten die in het kader van het Europees Jaar zijn uitgevoerd. Cok Vrooman besprak na de pauze namens het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) de onderzoeksresultaten van het onderzoek naar armoede en sociale uitsluiting in Nederland door de jaren heen. Na deze presentatie werd een aantal prijzen uitgereikt. De eerste was voor Elsbeth Stoker, die de Journalist Award in ontvangst mocht nemen voor het beste Nederlandse journalistieke artikel over armoede. De andere prijzen waren stimuleringsprijzen voor onder meer de kinderen van KART (Kinderen Advies Raad Tilburg). De dag werd muzikaal afgesloten met een optreden van het Leerorkest, bestaande uit 20 basisschoolleerlingen uit Amsterdam-Zuidoost. De opening “Ik stond hier negen maanden geleden ook op het openingscongres en ik ben verheugd dat ik er ook vandaag weer mag zijn”, vertelde dagvoorzitter Tom van ’t Hek bij de opening van de slotconferentie. Hij liet vervolgens weten dat hij in de afgelopen negen maanden het onderwerp in de gaten had gehouden en dat het een bijzonder jaar was gebleken. “Het is goed op de agenda terechtgekomen, maar we moeten de praktische kant niet uit het oog verliezen. Het gaat over mensen, laten we dus vooral de opgedane praktische kennis van het afgelopen jaar met elkaar blijven delen.”
Estafettestokje na lange reis weer terug Het estafettestokje dat de afgelopen maanden langs 23 gemeenten ging, kwam weer terug in Den Haag. Uit handen van Cees Oosterom, wethouder in Vlaardingen, de laatste deelnemende gemeente, nam staatssecretaris Paul de Krom het op het podium in ontvangst. De stedenestafette verbond het afgelopen jaar de deelnemende gemeenten en gaf een impuls aan het delen van successen en ideeën. Het estafettestokje gaat weer terug naar de Commissie Gelijke Behandeling, die het stokje speciaal in 2007 heeft laten maken voor de gelijke kansenestafette in het Europees Jaar van Gelijke Kansen voor Iedereen! Welkomstwoord door wethouder van SZW te Utrecht, Rinda den Besten “Niet doorverwijzen, maar doorverbinden” “Samen de armoede bestrijden, met zowel de overheden als vrijwilligers als de minima, blijkt effectief”, gaf wethouder Den Besten aan. “Het stokje is kriskras door Nederland gegaan en we hebben gezien dat we veel van elkaar kunnen leren.” De inleiding van de Utrechtse wethouder legde de nadruk op de mogelijkheden die er zijn om kennis te delen. Van verschillende deelnemende steden somde ze kort de successen op. Er kwam bijvoorbeeld een mooie antibureaucratische samenwerkingsvorm in Alkmaar aan de orde: “Doorverbinden, niet doorverwijzen!”, vertelde ze. In Delft lag de nadruk op de armoede onder de eigen bevolking en ‘zoek het ook dicht bij huis’, terwijl Eindhoven de nadruk heeft gelegd op ‘eigen kracht’. In Tilburg is aandacht besteed aan het zoeken naar de juiste balans tussen zorgrecht en zelfredzaamheid. Meedoen, stelde de wethouder, is een belangrijk speerpunt in de bestrijding van armoede, dat door de meeste gemeenten onderstreept wordt. “Maar verlies niet uit het oog dat inkomensbescherming ook hard nodig blijft!”, waarschuwde de wethouder. Ze doelde daarmee op de kabinetsvoorstellen tot het verlagen van de inkomensnorm voor aanvullende regelingen. “Veel werkenden met een laag inkomen zullen de dupe worden van dit kabinetsvoornemen. Dit gaat uiteindelijk participatie tegen en vergroot de armoedeproblemen", aldus wethouder Den Besten. Ze riep het Rijk op om gemeenten en maatschappelijke organisaties de ruimte te blijven geven tot samenwerking. “Mensen hebben ons nodig!”, benadrukte ze. Welkomstwoord door Marian van der Klein namens het Verwey-Jonker Instituut “Gemeente gaat steeds meer optreden als regisseur” “Waar kan ik het beste wonen als ik arm zou zijn?”, is de vraag die Marian van der Klein, van het Verwey-Jonker Instituut, vaak gesteld krijgt. “Dat is een makkelijke vraag, waar heel moeilijk een antwoord op te geven valt.” Wel is duidelijk, vertelde ze, dat de activiteiten op lokaal niveau in
toenemende mate bepalend zijn voor armoedebestrijding. En daarmee de mate van individuele inclusie. De gemeente zal steeds meer een functie als regisseur gaan vervullen om diverse partijen uit het maatschappelijk middenveld bij elkaar te brengen en te laten samenwerken. Onder meer voedselbanken, woningcorporaties en welzijnsorganisaties vormen schakels én cruciale rollen in de lange keten van preventie van sociale uitsluiting. Het Verwey-Jonker Instituut heeft in de 23 gemeenten onderzoek gedaan naar lokale activiteiten op het gebied van armoedebestrijding. Marian van der Klein presenteerde kort een aantal voorlopige resultaten. De meeste gemeenten hanteren voor de aanvullende regelingen een inkomensnorm die hoger is dan de 110% van het wettelijk minimumloon, die het kabinet in de toekomst voorstelt. Vooral het bevorderen van de participatie van kinderen uit minimagezinnen is een veelvoorkomend middel in de strijd tegen armoede. Denk daarbij aan het verhogen van de toegankelijkheid van sportclubs en muziekscholen, plus het gebruik van computers voor huiswerk. Opvallend is ook de groeiende groep werkende armen. “Zij komen steeds meer op als doelgroep in de armoedebestrijding”, liet Van der Klein waarschuwend weten. Concluderend noemde zij als de vier hoofdthema’s in de armoedebestrijding: lokale samenwerking, versterken van eigen kracht, armoede onder kinderen en werkende armen. Toespraak ambassadeur Ruud Lubbers “Niet uitsluiten maar uitdragen” “Deze dag is als een feest van verbinding”, opende oudpremier Lubbers, die in zijn toespraak veel nadruk legde op samenwerking. Daarbij gaf hij ook aan dat samenwerking bij jezelf begint, dichtbij: “Het is een uitdaging om zélf iets te doen.” De ambassadeur van het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting vertelde dat nog te vaak bij armoede gedacht wordt aan situaties in landen ver weg. “Maar armoede leeft ook dichterbij. Niet alleen in Europa, maar ook in de straat. Hier!” De heer Lubbers vond het een goed teken dat juist dat besef hier gegroeid is. Hij herinnerde zich het moment uit zijn ambtsperiode aan het eind van de Koude Oorlog, waarin hij regeringsleiders op het hart drukte dat ‘elk mens telt’. En dat elk leven zich in ‘waardigheid en participatie’ zou mogen ontvouwen. Iets dat toen minder goed begrepen werd, volgens hem, maar nu zo schrijnend aan de orde is. “Mensen wíllen er iets aan doen.” Met deze opmerking werd de uitzonderlijke inzet van alle vrijwilligers en betrokkenen rondom het Europees jaar van de armoede en sociale uitsluiting door de voormalige premier nogmaals onderstreept. “De vreugdevolle viering van het leven ligt aan de basis van alle inzet”, sprak de ambassadeur. Deze tekst gebruikte hij voor de gelegenheid uit zijn Handvest van de Aarde. De heer Lubbers benadrukte ook het belang van kunnen leven in harmonie met jezelf en met je omgeving. “Armoede betekent meer dan geldgebrek. Het stelt mensen op achterstand, en vormt vaak een beklemmende houdgreep.” Bestrijding van armoede en sociale uitsluiting vereist uiterst nauwe samenwerking. “Het is alleen effectief als er partnership is tussen politiek en samenleving. Dat is de moderne tijd.”
Bureaukalenders “Versterk de eigen kracht van armen en vergroot hun mogelijkheden” (citaat van de Sociale Alliantie, zoals opgenomen in de kalender ) De armoedeambassadeurs en -coalitie ontvingen van dagvoorzitter Tom van ’t Hek de eerste exemplaren van de Bureaukalender 2011 – Van een jaar lang aandacht naar een duurzame aanpak. Ook aan het publiek werden deze kalenders vol tips, cijfers, wetenswaardigheden, citaten en cartoons uitgedeeld. Met al deze kalenders, die geplaatst worden op bureaus door heel Nederland, zal ook het hele volgende jaar de armoedebestrijding dagelijks onder de aandacht van veel betrokkenen blijven. Toespraak staatssecretaris SZW Paul de Krom “Werk blijft de beste weg uit armoede” De toespraak van staatssecretaris De Krom kenmerkte zich door positivisme. ‘Op eigen benen staan’ en ‘beheersing van de eigen situatie’ waren daarin enkele pijlers. Vooral het meedoen door arbeid, en daarmee het vergroten van het sociale netwerk en de participerende mogelijkheden in het algemeen, waren volgens de staatssecretaris punten van aandacht en ontwikkeling bij de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. “Arbeid is geen garantie voor het uitsluiten van armoede, maar zonder arbeid komt men niet uit armoe. Werk is misschien geen wondermiddel, maar het is en blijft de beste weg uit armoede.” Dat is ook een idee dat in het huidige kabinet gedragen wordt, vertelde hij: “Dit kabinet legt de eigen verantwoordelijkheid bij de mensen terug.” Het is daarmee niet gezegd dat er afscheid genomen wordt van het sociale beleid, volgens de staatssecretaris: “De overheid kan indien nodig een steuntje in de rug bieden.” Ook vertelde hij dat we in Nederland ten opzichte van de andere Europese landen gunstige cijfers kennen op het gebied van armoede en sociale uitsluiting. Hij noemde daarbij dat Nederland hoort bij de landen met de laagste armoedecijfers, de kleinste kans op armoede en de hoogste levensstandaard. In een kort filmpje toonde de staatssecretaris zeven subsidieprojecten die in het kader van het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting door verschillende organisaties in diverse gemeenten zijn gehouden. De Krom: “Eigenlijk geldt voor elk van de in totaal zeven projecten dat de eigen situatie wordt bekeken, een weg wordt uitgestippeld en hard wordt gewerkt om de situatie te verbeteren.” Informatiemarkt In het achterste gedeelte van de Grote Kerk in Den Haag was een informatiemarkt ingericht voor de bezoekers. Tijdens de pauze en na afloop van het plenaire programma konden bezoekers
bij stands van diverse instellingen terecht voor meer informatie rondom het onderwerp. Het enthousiasme op de markt was groot. Standhouders vertelden graag over de successen die het afgelopen jaar binnen hun organisatie waren geboekt, terwijl bezoekers hun ervaringen deelden en zich lieten inspireren om ook zeker de komende jaren door te gaan met de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. Presentatie Cok Vrooman (SCP) “Armoede en sociale uitsluiting zijn hardnekkige verschijnselen” Vrooman, onderzoeker bij het Sociaal en Cultureel Planbureau, sprak in zijn presentatie over 25 jaar verandering in de sociale zekerheid en stelde daarbij de vraag of het van vangnet naar trampoline was gegaan. Hij stelde dat de kans op armoede in de totale bevolking sinds 1995 langzaam aan het afnemen was. Een duidelijke trend was volgens Vrooman dat de Nederlandse sociale zekerheid van hybride stelsels in 1990 aan het verschuiven was geraakt naar een vrij karige variant van het sociaaldemocratische type in 2010. En daarmee ‘iets minder vangnet en iets meer trampoline’ genoemd mag worden. Opvallend in de presentatie van Vrooman was de kanttekening die hij plaatste bij het succes van het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. “De betekenis van het Europees Jaar moet niet worden overschat, want armoede en sociale uitsluiting zijn hardnekkige verschijnselen.” Hij gaf daarbij ook een opsomming om deze stelling te ondersteunen. Onder meer dat armoede zich vaak voordoet bij mensen met cumulatie van problemen. Dat het een verschijnsel is dat gekoppeld is aan allerlei andere processen. Dat het is verstrengeld met de wetgeving. En daarmee dat het ‘realistisch gesproken niet in één jaar is te veranderen’. Vrooman kraakte een aantal kritische noten en stelde dat de initiatieven rondom dit jaar ‘vaak weinig concreet waren met moeilijk meetbare effecten’ er slechts een beperkt bereik met de initiatieven werd behaald en dat het enthousiasme van de medewerkers veelal ‘een preken voor eigen parochie’ betrof, omdat het lastig blijft de armen zelf op effectieve wijze bij het beleid te betrekken. Hij besloot zijn presentatie echter met een bespreking van de positieve effecten en prijsde vooral de inzet en het enthousiasme. “Keep up the good work”, sprak hij uit. Vrooman gaf als tips mee om armoede en sociale uitsluiting niet over één kam te scheren. “Het zijn empirisch verschillende fenomenen met andere oorzaken. Als je het één bestrijdt, ga je niet automatisch het andere tegen.” Ook riep Vrooman op de kinderen niet uit het oog te verliezen: “Ze zijn buiten hun schuld arm/sociaal uitgesloten.” Als laatste punt gaf Vrooman aan dat werk niet als panacee beschouwd moet worden, daarmee ook doelend op de groeiende groep werkende armen. Bovendien, zo stelde de onderzoeker, biedt de arbeidsmarkt nog weinig soelaas voor gehandicapten en 45-plussers. Journalist Award en Stimuleringsprijs Tijdens de slotconferentie werd ook de Journalist Award uitgereikt. Dit is een prijs van de Europese Commissie voor het best geschreven artikel over armoede. In Nederland ontving Elsbeth Stoker de oorkonde, waar ook een geldbedrag aan verbonden is. Stoker schreef voor de Volkskrant een serie over werkende armen. Met de prijs plaatst ze zich in de Europese finale, waar ze het opneemt tegen haar collega’s uit de andere deelnemende Europese landen. Ook werden door de VNG stimuleringsprijzen uitgereikt die door het ministerie van SZW ter beschikking waren gesteld. Een van de prijzen ging naar een nieuw initiatief in de gemeente Tilburg. Kinderen van de Kinder Adviesraad Tilburg (KART) willen een sportevenement
organiseren voor alle kinderen in de gemeente Tilburg. Zij hebben 12.500 euro gekregen om dit te realiseren. Ook voor een bewezen project was er 12.500 euro te winnen. Deze prijs ging naar de gemeente Den Haag en de lokale Stichting Leergeld. Zij gaan het prijzengeld besteden aan het project ‘Jarige Job’. Kinderen uit gezinnen die bekend zijn bij de voedselbank krijgen dan een traktatie cadeau om op hun verjaardag op school uit te kunnen delen. De prijzen werden uitgereikt door Marco Florijn, voorzitter van de VNG Commissie Werk en Inkomen. Afsluiting en Jeugdorkest Dagvoorzitter Tom van ’t Hek sloot de conferentie af. Hij herhaalde daarbij dat er een mooie brug is geslagen tussen het afgelopen jaar, het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting en 2011, dat in het teken zal staan van de vrijwilliger. En dat daarmee het belangrijke werk van het afgelopen jaar doorgang zal vinden in de toekomst. Het Leerorkest trakteerde de aanwezigen tot slot op een muzikale afsluiting van de feestelijke dag met een paar vrolijke muziekstukken. Na afloop werd er een drukbezochte (alcoholvrije) borrel gehouden, geheel verzorgd door het Leger des Heils.
Bekijk meer foto’s van de slotconferentie via: http://picasaweb.google.com/agentschapSZW