Training Werken aan Welbevinden Opleidingscurriculum Facit, Velsen-Noord Februari 2011
Inhoudsopgave
Inleiding
3
1. Algemene beschrijving van de opleiding 1.1 Doelgroep 1.2 Kwalificaties 1.3 Uitgangspunten
4 4 4 4
2. Inhoud van de opleiding 2.1 Inhoud 2.2 Kwalificatiedossier 2.3 Beoogde leereffecten kennis en vaardigheden
5 5 5 6
Bijlage 1
Kwalificatie eisen
8
Bijlage 2
Programma, werkprocessen, competenties, leerdoelen, thema’s, studiebelasting
9
Pagina 2 van 12
Inleiding Het instrument ‘Werken aan Welbevinden’ is in 1997 ontwikkeld door het NIZW (Hoex en Schreuder,1997). Het instrument wordt uitgebreid besproken in het boek ‘Werken aan welbevinden, evalueren door observeren’ (Balledux, 2005). Het instrument wordt aangevuld door de dvd Welbevinden in beeld (Jansen, 2005). Het instrument kan worden gebruikt als: 1. Feedbackinstrument: beoordeling van beleidseffect 2. Kindvolgsysteem: beoordeling van mate van individueel welbevinden van kinderen ‘Werken aan welbevinden’ inzetten als feedbackinstrument is een middel om informatie te verkrijgen over het effect van het pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerkers op het welbevinden van kinderen. Het geeft tevens aanknopingspunten om het pedagogisch handelen te verbeteren en daarmee te werken aan -het verbeteren van- welbevinden. ‘Werken aan welbevinden’ inzetten als kindvolgsysteem is een middel om het welbevinden van kinderen te observeren en te analyseren. Een kinderopvangorganisatie die in haar pedagogisch beleid het doel ‘Het bieden van -emotionele- veiligheid’ heeft opgenomen, doet er goed aan regelmatig te controleren in hoeverre zij dit doel behaalt. Het instrument controleert dus de uitvoering en het effect van het pedagogisch beleid op het welbevinden van de kinderen. In de opleiding leren deelnemers het begrip welbevinden kennen en begrijpen. Ze leren het instrument toe te passen als feedbackinstrument en als kindvolgsysteem. Ze leren hoe ze hun eigen pedagogisch handelen kunnen verbeteren en daarmee te werken aan het verbeteren van- welbevinden. Voor het ontwikkelen van deze training is met toestemming gebruik gemaakt van de trainingsmap ‘Welbevinden in uitvoering’ ontwikkeld en uitgegeven door het Nederlands Jeugdinstituut (NJI).
Pagina 3 van 12
1.
Algemene beschrijving van de opleiding
1.1 Doelgroep De opleiding is ontwikkeld voor pedagogisch medewerkers (MBO niveau 3 en 4) en hun leidinggevenden. Zij kunnen werkzaam zijn bij een kinderopvangcentrum, een buitenschoolse opvang of een peuterspeelzaal. 1.2 Kwalificatie-eisen Zie bijlage 1. 1.3 Uitgangspunten De opleiding Werken aan welbevinden is bedoeld voor pedagogisch medewerkers met minimaal MBO niveau 3 of 4. Het heeft de voorkeur dat de opleiding door het hele team inclusief de leidinggevende wordt gevolgd. Door gezamenlijk de opleiding te doen, er samen over te praten en te oefenen met het instrument, wordt de kans vergroot dat het instrument gaat “leven” binnen de organisatie en blijvend gebruikt wordt om te werken aan -het verbeteren vanwelbevinden. Als basis voor de opleiding wordt de scholingsmodule Welbevinden in uitvoering gebruikt, ontwikkeld door het NJI (Balledux, Hoex, 2009). In overleg met de opdrachtgever kunnen aanvullingen/accenten worden gegeven.
2.
Inhoud van de opleiding
2.1 Inhoud De opleiding bestaat uit drie modules van ieder 3 uur. Daarnaast is de deelnemer 2 x 3 uur bezig met praktijkopdrachten in de eigen werksituatie. Ter afsluiting van de opleiding schrijft de deelnemer een reflectieverslag. In de eerste module staat het begrip welbevinden centraal. Er wordt uitleg gegeven over de kenmerken van welbevinden: hoe herken je dat een kind zich wel of niet prettig voelt in de groep? De zes interactievaardigheden die pedagogisch medewerkers kunnen inzetten (NCKO) worden besproken en geoefend. De vier opvoedingsdoelen uit de Wet Kinderopvang worden besproken. Er wordt uitgelegd hoe het instrument Werken aan welbevinden bijdraagt aan het bereiken van deze opvoedingsdoelen. In de tweede module wordt de aanwezige kennis over observeren opgefrist. Vervolgens wordt uitleg gegeven over en geoefend met de verschillende observatielijsten. In de derde module staat het gebruik van het instrument centraal: op welke manieren kan de pedagogisch medewerker de verkregen resultaten gebruiken, om het eigen pedagogisch handelen te verbeteren en/of wel het welbevinden van individuele kinderen verbeteren.
Pagina 4 van 12
2.2 Kwalificatiedossier De opleiding Welbevinden in uitvoering sluit aan bij het kwalificatiedossier Pedagogisch medewerker 3 Kinderopvang 2010-2011. Hieronder wordt beschreven bij welke kerntaken, werkprocessen en competenties de opleiding aansluit: Kerntaak 1:
Opstellen van een activiteitenprogramma en plan van aanpak
Werkproces 1.1:
Inventariseert de situatie en wensen van het kind
Competenties:
Onderzoeken o Informatie achterhalen Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten o Behoeften en verwachtingen achterhalen
Kerntaak 2:
Opvoeden en ontwikkelen van het kind
Werkproces 2.1:
Biedt het kind opvang
Competenties:
Aansturen o Uitoefenen van gezag Begeleiden o Coachen Aandacht en begrip tonen o Interesse tonen o Luisteren o Anderen steunen
Kerntaak 3:
Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken
Werkproces 3.1:
Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep.
Competenties:
Vakdeskundigheid toepassen o Expertise delen
Werkproces 3.2:
Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
Competenties:
Instructies en procedures opvolgen o Werken conform voorgeschreven procedures
Werkproces 3.8:
Evalueert de werkzaamheden
Competenties:
Aandacht en begrip tonen o Luisteren (en kijken) Analyseren o Informatie uiteenrafelen o Conclusies trekken o Oplossingen voor problemen bedenken
Pagina 5 van 12
2.3 Beoogde leereffecten kennis en vaardigheden Om deze competenties in te kunnen zetten heeft de deelnemer kennis en vaardigheden nodig. De beoogde leereffecten met betrekking tot kennis en vaardigheden zijn de volgende: Kennis - Weet wat het begrip welbevinden inhoudt. - Kent en begrijpt de kenmerken van welbevinden. - Kent en begrijpt de interactievaardigheden van pedagogisch medewerkers. - Heeft inzicht in de samenhang tussen welbevinden, interactievaardigheden en opvoedingsdoelen. - Kent de verschillende observatielijsten van het instrument ‘Werken aan welbevinden’ en weet wanneer ze welke lijst kan gebruiken. - Weet op welke manieren ze informatie over welbevinden kan verzamelen - Weet hoe ze het instrument kan gebruiken om het eigen pedagogisch handelen te verbeteren. - Weet welke vormen van pedagogisch handelen er zijn en hoe ze deze kan inzetten om het welbevinden van individuele kinderen en/of de groep te verbeteren. Vaardigheden - Is in staat de observatielijsten toe te passen aan de hand van dvd beelden. - Is in staat de observatielijsten toe te passen in de eigen werksituatie. - Is in staat te reflecteren op het eigen pedagogisch handelen. - Is in staat een plan van aanpak te maken om het eigen pedagogisch handelen te verbeteren. - Kan feedback geven. - Kan feedback ontvangen en gebruikt deze om van te leren. - Werkt aan persoonlijke ontwikkeling en levert een bijdrage aan de professionalisering van het beroep. - Went haar deskundigheid doelbewust aan om de kwaliteit van de werkzaamheden in opvang en begeleiding te verbeteren.
In bijlage 2 wordt beschreven hoe de verschillende programma onderdelen met deze kerntaken, werkprocessen en competenties samenhangen.
Pagina 6 van 12
Bijlage 1: Kwalificatie-eisen Certificaat In- en doorstroomrechten Certificeerbare eenheden Vereiste voorkennis/vooropleiding Wettelijke beroepsvereisten Branche vereisten Bron- en referentie documenten
De opleiding wordt afgesloten met een certificaat. Er kunnen geen in- en doorstroomrechten worden ontleend aan het certificaat. Er zijn geen certificeerbare eenheden gedefinieerd. Een pedagogisch georiënteerde opleiding met minimaal niveau 3. Geen Geen - Kwalificatiedossier Pedagogisch medewerker 3 Kinderopvang - De NCKO Kwaliteitsmonitor (NCKO 2009) - Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar (Singer, Kleerekoper 2009) - Werken aan Welbevinden, evalueren door observeren (NIZW Balledux 2005) - Welbevinden in beeld (NIZW 2006) - Welbevinden in uitvoering (NJI Balledux, Hoex 2009)
Pagina 7 van 12
Bijlage 2: Programma, werkprocessen, competenties, leerdoelen, thema’s, studiebelasting
Programma onderdeel Module 1 Inleiding Welbevinden
Interactievaardigheden
Werkproces
Competentie
Kennisdoel
3.1: Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep.
Vakdeskundigheid toepassen o Expertise delen
2.1: Biedt het kind opvang
Aansturen o Uitoefenen van gezag Begeleiden o Coachen Aandacht en begrip tonen o Interesse tonen o Luisteren o Anderen steunen Vakdeskundigheid toepassen o Expertise delen
Weet wat het begrip welbevinden inhoudt. Kent en begrijpt de kenmerken van welbevinden. Kent en begrijpt de interactievaardigheden van pedagogisch medewerkers.
Welbevinden, interactievaardigheden en de Wet Kinderopvang Evaluatie
Huiswerkopdracht Interactievaardigheden
3.1: Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep. 3.1: Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep.
Vaardigheden doel
Basiscommunicatie
Veiligheid en welbevinden; Basiscommunicatie
Kan feedback geven.
Vakdeskundigheid toepassen o Expertise delen (gebruikt feedback om van te leren)
sbu 3 uur
Veiligheid en welbevinden
Heeft inzicht in de samenhang tussen welbevinden, interactievaardigheden en opvoedingsdoelen.
Vakdeskundigheid toepassen o Expertise delen
Pedagogisch thema
Samenwerken in de groep
3 uur
Pagina 8 van 12
Programma onderdeel Module 2 Bespreken van huiswerkopdracht
Instructie en Oefenen Observatielijsten Groepsfunctioneren; Welbevinden algemeen; Welbevinden in situaties Evaluatie
Huiswerkopdracht Welbevinden in situaties
Werkproces
Competentie
Kennisdoel
2.1: Biedt het kind opvang
Aansturen o Uitoefenen van gezag Begeleiden o Coachen Aandacht en begrip tonen o Interesse tonen o Luisteren o Anderen steunen
Kent en begrijpt de interactievaardigheden van pedagogisch medewerkers.
3.1: Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep. 1.1: Inventariseert de situatie en wensen van het kind
Vakdeskundigheid toepassen o Expertise delen
3.1: Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep. 1.1: Inventariseert de situatie en wensen van het kind
Onderzoeken o Informatie achterhalen Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten o Behoeften en verwachtingen achterhalen Vakdeskundigheid toepassen o Expertise delen
Kent de verschillende observatielijsten van het instrument ‘Werken aan welbevinden’ en weet wanneer ze welke lijst kan gebruiken.
Onderzoeken o Informatie achterhalen Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten o Behoeften en verwachtingen achterhalen
Kent de verschillende observatielijsten van het instrument ‘Werken aan welbevinden’ en weet wanneer ze welke lijst kan gebruiken.
Pagina 9 van 12
Vaardigheden doel
Pedagogisch thema
sbu 3 uur
Basiscommunicatie
Kan feedback ontvangen en gebruikt deze om van te leren.
Samenwerken in de groep
Is in staat de observatielijsten toe te passen aan de hand van dvd beelden.
Veiligheid en welbevinden
Kan feedback geven.
Samenwerken in de groep
Is in staat de observatielijsten toe te passen in de eigen werksituatie.
Veiligheid en welbevinden
3 uur
Programma onderdeel Module 3 Bespreken huiswerkopdracht
Hoe kom je aan informatie over welbevinden?
Werkproces
Competentie
Kennisdoel
Vaardigheden doel
Pedagogisch thema
1.1: Inventariseert de situatie en wensen van het kind
Onderzoeken o Informatie achterhalen Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten o Behoeften en verwachtingen achterhalen
Kent de verschillende observatielijsten van het instrument ‘Werken aan welbevinden’ en weet wanneer ze welke lijst kan gebruiken.
Is in staat de observatielijsten toe te passen in de eigen werksituatie.
Veiligheid en welbevinden
3.1: Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep. 1.1: Inventariseert de situatie en wensen van het kind
Vakdeskundigheid toepassen o Expertise delen
Kan feedback geven; Kan feedback ontvangen en gebruikt deze om van te leren.
Samenwerken in de groep
Onderzoeken o Informatie achterhalen Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten o Behoeften en verwachtingen achterhalen
Weet op welke manieren ze informatie over welbevinden kan verzamelen.
Pagina 10 van 12
Veiligheid en welbevinden
sbu 3 uur
Programma onderdeel Op welke manier(en) kun je het eigen pedagogisch handelen verbeteren en zo werken aan –het verbeteren vanwelbevinden?
Evaluatie
Werkproces 2.1: Biedt het kind opvang
Competentie Aansturen o Uitoefenen van gezag Begeleiden o Coachen Aandacht en begrip tonen o Interesse tonen o Luisteren o Anderen steunen Omgaan met verandering en aanpassen o Met diversiteit omgaan
Kennisdoel Weet welke vormen van pedagogisch handelen er zijn en hoe ze deze kan inzetten om het welbevinden van individuele kinderen en/of de groep te verbeteren.
Vaardigheden doel
2.3: Draagt zorg voor de ruimte en huishoudelijke werkzaamheden
Begeleiden o Anderen ontwikkelen
Indeling en inrichting van de buiten- en binnenruimtes
2.4: Biedt het kind ontwikkelinggerichte activiteiten aan
Begeleiden o Motiveren Materialen en middelen inzetten o Geschikte materialen en middelen kiezen
Steunen en stimuleren van spelen en leren
3.2: Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
Instructies en procedures opvolgen o Werken conform voorgeschreven procedures
3.1: Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep.
Vakdeskundigheid toepassen o Expertise delen
Kan feedback geven.
Pagina 11 van 12
Pedagogisch thema Basiscommunicatie
Samenwerken in de groep
sbu
Programma onderdeel Reflectie opdracht
Werkproces 3.1: Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep.
Competentie Vakdeskundigheid toepassen o Expertise delen
3.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
Instructies en procedures volgen o Werken volgens voorgeschreven procedures
Kennisdoel
Vaardigheden doel Werkt aan persoonlijke ontwikkeling en levert een bijdrage aan de professionalisering van het beroep.
Went haar deskundigheid doelbewust aan om de kwaliteit van de werkzaamheden in opvang en begeleiding te verbeteren.
Pagina 12 van 12
Pedagogisch thema
sbu 1 uur