Training:
Begeleiden van cliënten bij ADL voor MZ
> Inhoud > Over deze training 3 > Zorgen voor jezelf 6 > Afhankelijkheid 9 > Lijsten en protocollen bij het ondersteunen van de ADL 13 > Hulp bij eten en drinken 18 > Hulp bij de uitscheiding 21 > Lichaamsverzorging 27 > Houding en beweging 37 > Theoriebron 1: Zorgen voor jezelf 45 > Theoriebron 2: ADL-lijsten en protocollen 48 > Theoriebron 3: Hulp bij eten en drinken 52 > Theoriebron 4: Hulp bij de uitscheiding 53 > Theoriebron 5: Lichaamsverzorging 57 > Theoriebron 6: Houding en beweging 60 > Werkmodel: Handen wassen 62 > Werkmodel: Het aantrekken van disposable handschoenen 63 > Beoordeling 64
Colofon Uitgeverij
Edu’Actief b.v. Meppel Postbus 1056 7940 KB Meppel Tel.: 0522-235235 Fax: 0522-235222 E-mail:
[email protected] Internet: www.edu-actief.nl
Auteurs Marcel Martinus en ROC Mondriaan Titel Begeleiden van cliënten bij ADL voor MZ Vormgeving Binnenwerk: DBD design/Ruurd de Boer, omslag: Tekst in Beeld/Hubi de Gast ISBN Copyright
978 90 3720 476 6 © 2011 Uitgeverij Edu’Actief b.v.
Eerste druk/derde oplage Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
> Over
deze training
Iedereen doet aan lichaamsverzorging. Jij ook. Dat is belangrijk voor je lichaam zelf, maar ook voor je psychisch en sociaal functioneren. De verzorging die iemand dagelijks doet, wordt ook wel ADL genoemd (algemene dagelijkse levensverrichtingen). Als iemand tijdelijk, kortdurend of blijvend, zijn lichaam niet meer kan verzorgen, is er ondersteuning nodig. Dit kan bestaan uit stimuleren of gedeeltelijk of geheel overnemen van de zorg. ADL gaat niet alleen over de zorg voor het lichaam. In het kader van deze training ligt de nadruk duidelijk op de lichaamsverzorging. Tijdens deze training leer je hoe je bepaalde vaardigheden kunt voorbereiden, uitvoeren en evalueren. De nadruk ligt op het oefenen. Dit zul je vooral doen samen met medestudenten. In de praktijk zul je de vaardigheden verder moeten aanleren. Oefening baart kunst, een oud gezegde, maar helemaal juist.
Doelstellingen • • • • • • • • • •
Je kunt het belang van goed lichaamshygiëne voor zowel jezelf als een cliënt in eigen woorden weergeven en uitvoeren. Je kunt het begrip ADL toelichten. Je kunt aangeven hoe iemand het kan ervaren om afhankelijk te zijn. Je kunt lijsten en protocollen gebruiken bij het ondersteunen en begeleiden van de ADL. Je kunt tijdens het ondersteunen van de ADL in een oefensituatie rekening houden met lichamelijke, psychische en sociale aspecten van een cliënt. Je kunt in een oefensituatie iemand helpen bij het eten en drinken. Je kunt het belang van hulpmiddelen bij het begeleiden bij de ADL in eigen woorden uitleggen. Je kunt in een oefensituatie iemand helpen bij de stoelgang. Je kunt in een oefensituatie de behandelde vaardigheden met betrekking tot de lichaamsverzorging uitvoeren. Je kunt transfertechnieken toepassen, al dan niet met gebruik van hulpmiddelen.
Je toekomstige collega Naam:
Eva Sibon
Leeftijd:
22 jaar
Medewerkers:
Bij de hele instelling werken ongeveer 60 mensen in de hulpverlening en in de zorg. Ook werken er 20 mensen in ondersteunende diensten, zoals schoonmakers en administratief personeel. Ik werk op een vrij kleine unit samen met één verpleegkundige, drie verzorgenden met V.I.G. en acht sociaal-agogisch werkers MZ. Met enige regelmaat moeten we gebruikmaken van uitzendkrachten.
Werkzaam als:
Persoonlijk begeleider
Soort werkzaamheden:
Ik begeleid en verzorg mensen met een licht tot matig verstandelijke beperking. Onze cliënten hebben daarnaast allemaal een zorgvraag op somatisch gebied.
Over de werkomgeving:
Het Enzerinck. Dit is een onderdeel van de stichting ‘Ons Huis’. De stichting richt zich op de zorg aan mensen met een licht tot zeer ernstig verstandelijke beperking.
Wat is leuk aan je werk?:
Ik vind het leuk om zowel begeleiding als ondersteuning bij de ADL aan te bieden.
© Uitgeverij Edu’Actief b.v.
3
Wat is minder leuk aan je werk?:
Ik vind het jammer dat ik niet altijd gelijktijdig vakantie heb met mijn vriend.
Belangrijke uitdaging in je werk:
Dat is om cliënten zo veel mogelijk zelfstandig te houden of te krijgen.
Grootste blunder:
Dat was nog tijdens mijn opleiding. Ik was aan het eind van mijn stage op een maandag en een dinsdag aan het werk geweest. Toen ik thuis kwam, vertelde mijn vader dat school had gebeld met de vraag waar ik was. De stage was afgerond, ik had op school moet zijn!
Grootste succes:
Ineke woonde bij ons. Ze heeft een licht verstandelijke beperking en ze moest met krukken lopen vanwege een aangeboren afwijking. Mede dankzij onze begeleiding en het overnemen en stimuleren van de zelfredzaamheid woont zij nu begeleid zelfstandig. Ik ben trots op haar en we hebben af en toe nog contact.
Waar werk je onder meer aan?:
Ik werk onder andere in een werkgroep die bezig is om ADL-vaardigheden in protocollen vast te leggen en alle collega's te stimuleren om deze ook te gaan gebruiken.
Waar wil je nog aan werken?:
Ik wil graag een vervolgopleiding doen, zoals SPH.
Beoordeling Tijdens deze training oefen je bijzonder veel. Ook maak je enkele opdrachten. De mate waarin je vooruit bent gegaan en dus wat je geleerd hebt in de theorie en zeker ook tijdens de vaardigheidslessen wordt als volgt beoordeeld: • actieve deelname aan de lessen • goede samenwerking met studiegenoten • alle vaardigheden uitgevoerd • alle vaardigheden afgetekend door de docent op de aftekenlijst • een persoonlijk verslag met daarin: – het trainingslogboek – de aftekenlijst – een verslag van de opdrachten. • demonstratie.
Persoonlijk verslag In het persoonlijk verslag houd je bij wat je gedaan hebt en wat je geleerd hebt. Het persoonlijk verslag bestaat uit een trainingslogboek, een aftekenlijst, enkele aparte opdrachten en een reflectie volgens de STARR-methode. • Het trainingslogboek bestaat uit een schrift of een snelhechter waarin je notities bewaart. Voor elke opdracht of oefening noteer je antwoorden op de vragen. Na elke oefenfase leg je ook de reflectie vast op papier. Het trainingslogboek werk je op een nette manier uit. • De aftekenlijst bevat alle handelingen die voorkomen tijdens deze training. Als je de vaardigheid voldoende beheerst, in een oefensituatie, dan kan de docent deze vaardigheid aftekenen. Alle vaardigheden moeten afgetekend zijn. • De reflectie volgens de STARR-methode doe je aan het einde van de training. Je kiest, met behulp van je trainingslogboek, een aantal voor jou belangrijke opdrachten en oefeningen uit. Deze opdrachten en oefeningen verwerk je in een STARR. Hieronder staat de opzet van de reflectie volgens de STARR-methode.
4
Begeleiden van cliënten bij ADL voor MZ
Situatie en Taak • Omschrijf de situatie en geef daarbij aan welke rol en of taak je had. Actie en Resultaat • Omschrijf welke acties en handelingen je op dat moment hebt ondernomen en wat daarvan het resultaat was. Reflectie • Beschrijf hoe jij je op dat moment in die situatie voelde. • Beschrijf waarom je op deze manier hebt gehandeld. • Beschrijf hoe je het de volgende keer anders zou aanpakken.
Demonstratie: cliënt begeleiden met ADL Deze demonstratie doe je op: __________________________________________________________________________________________ Je demonstreert een van onderstaande vaardigheden. De uitvoering van deze vaardigheid moet met een voldoende beoordeeld zijn. Door middel van loting wordt bepaald welke demonstratie je gaat geven. De demonstraties zijn: • Je helpt iemand vanuit het bed naar een postoel met gebruik van een draaischijf. Daarna wordt de cliënt geholpen naar een rolstoel en wordt vervolgens met rolstoel aan een tafel gezet. • Je past een volledige transfer toe door een tillift te gebruiken. • Je wast iemand volledig terwijl deze persoon in bed ligt. • Bij een cliënt die zijn rechterarm niet kan bewegen, help je de bovenkleding uit te trekken en je wast bij deze persoon het bovenlichaam. Uiteraard moet er aan enkele randvoorwaarden voldaan worden. • Een medestudent moet bereid zijn om de cliënt te spelen. • De hulpmiddelen moeten aanwezig en beschikbaar zijn. • De docent kan de opdrachten aanpassen of andere opdrachten toevoegen. • De beoordeling verloopt met gebruik van een korte observatielijst die voor alle vaardigheden te gebruiken is. Deze lijst is toegevoegd als werkmodel.
Taal • • • •
Taal
Taal
Taal
Neem deze training door en onderstreep de woorden die je niet kent. Neem deze woorden over in je woordenlijst en zet de betekenis erbij. Nieuwe onbekende woorden die je tegenkomt tijdens deze training voeg je toe aan de woordenlijst. Na afloop van de training neem je dit overzicht op in je taalportfolio.
Werkmodel: woordenlijst op www.factor-e.nl
© Uitgeverij Edu’Actief b.v.
5
> Zorgen
voor jezelf
‘Als je goed voor jezelf zorgt, dan pas kun je ook voor een ander zorgen’, zegt men vaak. En dat is voor een groot deel waar. Jezelf en een cliënt beschermen tegen besmetting is erg belangrijk. Tijdens het ondersteunen of zelfs overnemen van de ADL kun je zeer verschillende situaties tegenkomen. Elke cliënt en elke situatie is uniek.
Doelstellingen • • • • • •
Je kunt je eigen gewoonten, voorkeuren, rituelen en hulpmiddelen beschrijven als het gaat om je eigen verzorging. Je kunt het belang van een goede lichaamshygiëne voor zowel jezelf als de cliënt verwoorden en toepassen. Je kunt hygiënische maatregelen treffen om de kans op besmetting zo klein mogelijk te houden. Je kunt je handen op juiste en efficiënte wijze wassen. Je kunt wegwerphandschoenen op de juiste wijze gebruiken. Je kunt je eigen mening weergeven over enkele dilemma's en praktijksituaties.
1. Opdracht: Hoe verzorg jij jezelf? Maak en logboek waarin je gedurende vier dagen precies opschrijft wat jij allemaal doet aan lichaamsverzorging of persoonlijke verzorging. Noteer hierbij de volgende punten: • Op welke manier verzorg jij jezelf? Wat doe je eigenlijk precies? • Hoe vaak doe je dat? • Waarom verzorg jij je op die manier? • Op welke momenten doe je iets speciaals? Waarom doe je dat dan? • Waar, op welke plaatsen, doe je aan lichaamsverzorging? • Hoe voel je jezelf als je iets doet of juist niet doet? • Welke hulpmiddelen gebruik je? Denk hierbij aan verzorgingsproducten, handdoeken en dergelijke. • Waarin ben je, denk je, anders dan anderen als het gaat om het verzorgen van je eigen lichaam? • Op welke manier ben je aan je eigen gewoonten van verzorgen gekomen? Heb je ideeën opgedaan vanuit bijvoorbeeld je gezin, vrienden of vriendinnen, reclames of op andere manieren? • Welke bijzonderheden zijn er nog meer als het gaat om het verzorgen van je eigen lichaam?
Theoriebron 1: Zorgen voor jezelf
2. Oefening: Handen wassen Voorbereiding • Deze handeling doe je individueel, maar onder controle van een medestudent. • Bestudeer het werkmodel over handen wassen. Zoek als je dat wilt extra informatie op. • Zorg voor een goede werkplek en voor schone materialen. • Zet de materialen klaar: schone handdoekjes of schone handdoek, pedaalemmer, vloeibare zeep, eventueel een nagelborstel en als je dat wilt handcrème. Uitvoering • Was je handen zoals beschreven is in het werkmodel. • Je collega controleert en geeft zo nodig aanwijzingen. • Voer de handeling minimaal tweemaal op de juiste manier uit.
6
Begeleiden van cliënten bij ADL voor MZ
Werkmodel: Handen wassen
• • •
Het gaat om het handen wassen in een situatie waarin je maken kunt hebben met cliënten. Wissel vervolgens van rol: dus nu wast je collega zijn handen en observeer jij. Voer de handeling nogmaals in zijn geheel uit.
Controle • Heb je je handen gewassen volgens het werkmodel? • Heb je informatie opgezocht? • Kun je aangeven waarom het op de juiste wijze wassen van je handen belangrijk is tijdens je werk? Reflectie • Noteer wat goed en fout ging. • Geef ook aan of dit een ideale situatie was voor het wassen van je handen en wat eventueel beter kan. Noteer je bevindingen in je trainingslogboek.
3. Oefening: Het gebruik van handschoenen Voorbereiding • Zoek uit waarom het belangrijk is dat jij tijdens je werk in bepaalde situaties wegwerphandschoenen (disposable gloves) draagt. Beschrijf vijf redenen. • Beschrijf in je trainingslogboek vijf vaardigheden waarbij jij als hulpverlener handschoenen behoort te dragen. • Leg materialen klaar: (latex of plastic) handschoenen, pedaalemmer. • Let op: sommige mensen zijn allergisch voor handschoenen van latex. Handschoenen waar wat poeder inzit zijn makkelijker aan te trekken. Ook krijg je hierin minder last van transpiratie.
Werkmodel: Het aantrekken van disposable handschoenen
Uitvoering • Trek de handschoenen aan en vervolgens weer uit zonder de buitenkant van de handschoen aan te raken. Trek de handschoenen binnenstebuiten uit. • Oefen dit minimaal tweemaal. • Je medestudent geeft zo nodig feedback. • Gooi de handschoen weg in een pedaalemmer. Raak de emmer niet met je handen aan. Controle • Is het je gelukt om de handschoenen hygiënisch aan en uit te trekken? • Kon je vijf redenen noemen waarom je in bepaalde situaties handschoenen draagt? • Kon je vijf vaardigheden noemen waarbij je als hulpverlener handschoenen moet dragen? Reflectie • Noteer wat je makkelijk en moeilijk vindt. • Noteer, als je die nog hebt, je vragen en bespreek deze met je docent. Noteer je bevindingen en je ervaringen in je trainingslogboek.
© Uitgeverij Edu’Actief b.v.
7
4. Opdracht: Jouw mening Hieronder staan enkele dilemma's, problemen, stellingen en praktijksituaties waar jij tijdens het ondersteunen bij de ADL mee te maken kunt krijgen.
• •
Formuleer allereerst per punt je mening of standpunt. Daarna ga je je mening of standpunt bespreken volgens de sneeuwbalmethode. Eerst besprek je de uitkomsten kort met een medestudent. Vervolgens kort met vier personen en dan met de hele studiegroep.
Bedenk, voor zover van toepassing, bij elk punt: • Kan dit voorkomen? • Wat is je mening hierover? • Welke mogelijke oplossingen zijn er? • Zijn je oplossingen in alle situaties reëel?
Situaties • • • • • • • • • •
Een mevrouw wil beslist niet door een man gewassen worden omdat ze dat niet gewend is. Tijdens het wassen van een cliënt behoor je altijd handschoenen te dragen. Het inbrengen van een vaginale tampon bij een cliënt behoort tot de taken van jou als hulpverlener. Een mevrouw wil niet door een man gewassen worden om religieuze redenen. Als een cliënt daarom vraagt, mag je de deur van het toilet openlaten als hij daarvan gebruikmaakt. Ook al lopen er veel mensen op de gang. Helpen doe je vaak ‘met je handen op je rug’. Als een cliënt een erectie krijgt tijdens het wassen moet de hulpverlener hier iets van zeggen. Een meneer met een licht verstandelijke beperking heeft zich al een week niet gewassen of gedoucht. Hij ruikt niet lekker. Als een cliënt weigert te drinken moet onder dwang vocht worden toegediend. Wassen gebeurt volgens afspraak in de ochtend, niet in de avond. Daar is geen personeel voor. Ook al is iemand zijn leven lang gewend om dit voor het slapengaan te doen.
Noteer je antwoorden in je trainingslogboek.
8
Begeleiden van cliënten bij ADL voor MZ
> Theoriebron
1: Zorgen voor
jezelf Jij verzorgt jezelf waarschijnlijk dagelijks. Kinderen hebben vaak zorg van een ander nodig. Dit is afhankelijk van de leeftijd en de ontwikkeling van een kind. In dit onderdeel staat de zorg die mensen aan hun lichaam besteden of kunnen besteden centraal. Je eigen lichamelijke hygiëne, je wensen en je gewoonten zijn hierbij het uitgangspunt. Ook je eigen veiligheid is belangrijk. Hoe kun je besmetting van jezelf, maar ook van een ander voorkomen? Bij lichaamsverzorging kun je onder andere denken aan het wassen van het lichaam, het wassen en verzorgen van de haren, het scheren, verzorging van de nagels, gebitsverzorging en het aanbrengen van make-up. Uiteraard zijn er veel meer voorbeelden. Persoonlijke verzorging gaat eigenlijk nog wat verder. Hierbij kun je onder meer denken aan het aankleden en uitkleden, de keuze van de kleren, maar ook aan eten en drinken. Persoonlijke verzorging richt zich op de drie onderdelen van de mens: Het lichamelijk functioneren Een goede verzorging is van belang om in leven te blijven, gezond te blijven en er zo goed mogelijk uit te zien. Je kunt het natuurlijk niet omdraaien. Iemand die zich goed verzorgt, kan best ziek worden, maar de kans is kleiner. Het woordje ‘goed’ is zeer individueel. Wat voor de een goed is, kan voor een ander minder goed zijn. Goed en evenwichtig eten is gezond, te veel of juist te weinig eten kan zeer slecht zijn. Het psychisch functioneren Dit heeft te maken met hoe iemand zich voelt. Als je er verzorgd uitziet, voel je je vaak ook prettig. Je voelt je prettiger als je kleding kunt dragen die bij je past en past bij de situatie waarin je je bevindt . Een korte rok kun je wel leuk vinden, maar als het tien graden vriest, is het misschien minder prettig om dat te dragen. Door een lekkere warme douche kan iemand zich prettig voelen. Het sociaal functioneren Iedereen wil er, op zijn eigen manier, graag verzorgd, leuk of gepast uitzien. Een onverzorgd gebit bijvoorbeeld zorgt er vaak voor dat iemand onprettig ruikt, dat is niet leuk voor jezelf, maar ook niet voor een bijvoorbeeld een partner. Je zult begrijpen dat deze drie factoren elkaar beïnvloeden. Als het bijvoorbeeld sociaal goed gaat, is iemand eerder geneigd om zich beter te verzorgen en daardoor voelt hij zich nog beter. Andersom kan ook. Iedereen heeft zijn eigen voorkeuren en gewoonten als het gaat om persoonlijke verzorging. In grote lijnen zijn deze voorkeuren en gewoonten te verklaren door: • de opvoeding Wat heeft iemand geleerd thuis? Elk gezin heeft zijn eigen gewoonten en mogelijkheden. • de cultuur Vaak zijn er verschillen op het gebied van hygiëne en persoonlijke verzorging tussen verschillende landen of culturen. In onze cultuur kan bijna iedereen beschikken over een douche of een bad. • de persoonlijke omstandigheden Ieder mens is anders. De een houdt van een lekker geurende zeep terwijl de ander liever een neutrale zeep gebruikt. Trouwens wat de een lekker vindt, vindt een ander misschien wel vreselijk. Ook persoonlijke aanleg zoals het hebben van een vette of droge huid is bepalend voor de verzorging die nodig is. Als iemand ziek is of een handicap heeft, is vaak een aangepaste verzorging nodig. • economische omstandigheden
© Uitgeverij Edu’Actief b.v.
45
• • •
Niet iedereen heeft geld om elke dag gebruik te maken van een douche of bad, als dat al aanwezig is. Als iemand weinig geld te besteden heeft, kan hij geen dure after shave betalen. klimaat of seizoen Als het erg warm is, is er andere zorg nodig dan als het koud is. werk en activiteiten Iemand die zware lichamelijke arbeid doet, heeft misschien wel behoefte aan een extra keer douchen. Na een avond sporten is een extra douche toch ook prettig. maatschappelijke processen Hierbij kun je denken aan modetrends.
Hygiëne en veiligheid Tijdens het verzorgen van je lichaam zul je rekening houden met hygiëne en veiligheid. Je wilt immers geen infectie oplopen of op een andere manier ziek worden. Om hygiënische redenen zul je geregeld je handen wassen, maar ook schone materialen gebruiken en bijvoorbeeld je kleren wassen. Een voorbeeld van veiligheid is dat je voorkomt dat je valt tijdens het douchen. Over een stukje zeep kun je snel uitglijden. Als je iemand anders helpt met zijn of haar persoonlijke verzorging, moet je zo veel mogelijk voorkomen dat de cliënt jou besmet met een ziekmakende micro-organismen zoals virussen, schimmels of bacteriën. Maar jij kunt ook een cliënt besmetten, vaak via je handen. Daarnaast is het ook nog mogelijk dat je een besmetting overbrengt van de ene cliënt naar de andere. Dat heet kruisbesmetting. Vaak zul je, zeker tijdens je werk als hulpverlener, je handen moeten wassen. Meestal is wassen met water en zeep voldoende. Gebruik dan wel vloeibare zeep want een stuk zeep is een voedingsbodem voor micro-organismen. Soms moet je je handen desinfecteren met een vloeistof zoals chloorhexidine. Dat doe je als een cliënt, een zorgvrager, een verminderde weerstand heeft, als er een ziekte-uitbraak is van bijvoorbeeld een kinderziekte of als de cliënt extra vatbaar is voor het krijgen van een ziekte. Je moet geregeld je handen goed wassen, voor en na lichamelijk contact met een cliënt. Als je werkt met (kleine) kinderen, is dat niet altijd mogelijk en ook niet altijd nodig. Maar als je contact hebt gehad met lichaamsproducten als urine, braaksel of ontlasting, moet je sowieso je handen goed wassen. Probeer als er kans is op contact met lichaamsproducten handschoenen te dragen. Andere hygiënische maatregelen zijn: lang haar in een staart of knotje dragen, schone kleding dragen, je nagels kort houden, zo nodig wegwerpzakdoekjes gebruiken. Je kunt vast nog meer maatregelen bedenken. In sommige gevallen kan het belangrijk zijn om een schort te dragen over je kleding tijdens het uitvoeren van persoonlijke verzorging aan een ander. Dit kan onder andere nodig zijn als je iemand helpt bij het wassen of als je iemand moet verschonen. Dit doe je dan om ook je eigen kleding te beschermen. Ook voorkom je daarmee weer besmetting van jezelf en van een ander. Vaak is het verstandig om wegwerphandschoenen te dragen. Dit doe je als je in contact kunt komen met lichaamsproducten. Vooral contact met bloed, al is het maar een klein beetje, kan erg gevaarlijk zijn. Contact met bloed kan onder andere hepatitis B veroorzaken. Dit is een vorm van leverontsteking die erg besmettelijk kan zijn. Tandartsen dragen niet voor niets handschoenen. Zo zul jij ook handschoenen moeten dragen als je
46
Begeleiden van cliënten bij ADL voor MZ
bij iemand de tanden verzorgt. Dat moet, en dat is echt heel belangrijk, bij meer vaardigheden. Inenting tegen hepatitis B is in de gezondheidszorg tegenwoordig normaal. In veel instellingen worden al handschoenen gedragen bij het verschonen van een cliënt. Zelfs al tijdens het wassen van een ander. Er zijn echter meer ziekten die je kunt oplopen tijden het uitoefenen van je beroep. Als je wegwerphandschoenen gebruikt, is het aan te raden om goede handschoenen te kiezen die goed passen en waarmee je makkelijk kunt werken. Raak de buitenkant van de handschoen na gebruik niet aan en trek ze binnenste buiten. Gooi ze direct weg in een pedaalemmer.
© Uitgeverij Edu’Actief b.v.
47
> Werkmodel:
Handen wassen
Hulpmiddelen: kraan, zeep (bij voorkeur vloeibaar), nagelborstel, handdoekjes, pedaalemmer handcrème. Voorbereiding Handeling
Toelichting
Zorg dat je korte nagels hebt en doe je polssieraden en handsieraden af.
Onder en op sieraden kunnen micro-organismen zich nestelen. Vaak wordt een gladde ring wel toegestaan.
Zorg voor de juiste werkplek en leg de nodige materialen klaar: • zeep, bij voorkeur zeep uit een zeepautomaat (dispenser) • papieren handdoekjes of een schone handdoek • pedaalemmer • zo nodig handcrème, zo nodig een nagelborstel.
•
Rol zo nodig je mouwen op.
Vloeibare zeep is hygiënischer.
Crème gebruik je desgewenst na de handeling. Hygiëne.
Uitvoering Handeling
Toelichting
Open de kraan en zorg voor lauwwarm water.
Een kraan met elleboogbediening is nog hygiënischer. Bij een kraan met handbediening kun je een papieren handdoekje gebruiken.
Houd je polsen lager dan je ellebogen en maak de polsen en handen nat.
Voorkom dat je de wasbak aanraakt.
Was eerst je polsen en dan je handen. Aandachtspunten hierbij zijn: de rug van je hand, de knokkels, de vingers en de ruimtes tussen de vingers, en ook de nagels.
Doe dit minimaal 15 seconden. Houd tijdens het wassen je handen niet onder het water. (Handen natmaken en afspoelen doe je dus onder de kraan.)
Spoel je onderarmen, polsen en handen goed af.
Begin bij de onderarm of de polsen.
Doe de kraan dicht.
Met de elleboog of met een handdoekje vanwege de hygiëne.
Schud eerst het water af en droog je handen.
Vanaf de vingers in de richting van de polsen Met papieren handdoekjes of schone handdoek. Er zijn ook drogers waaruit hete lucht geblazen wordt.
Gooi papieren handdoekjes weg.
Pedaalemmer niet aanraken met je handen.
Breng zo nodig crème aan.
Alleen na de handeling, anders heb je te vette handen.
Als je echt vuile handen hebt, moet je deze handeling herhalen.
Zie nazorg.
Nazorg Handeling
Toelichting
Begin zo snel mogelijk met je handeling
Als je nu weer van alles gaat aanraken, heeft het wassen weinig zin gehad
62
Begeleiden van cliënten bij ADL voor MZ
> Beoordeling Naam deelnemer: Namen groepsgenoten:
Groep: Docent: Blok/periode: Onderwerp: Onderdeel
Criteria
Actieve deelname
• • • •
De student was voldoende aanwezig. De student leverde een voldoende bijdrage binnen zijn groepjes. De student leverde een actieve bijdrage tijdens de les. De student gaf blijk van voldoende theoretische achtergrond.
Persoonlijk verslag
• •
is goed bijgehouden is netjes en verzorgd.
Lijst vaardigheden
•
Alle vaardigheden zijn uitgevoerd.
Demonstratie
Demonstratie van de vaardigheid: • is op tijd uitgevoerd • essentiële onderdelen zijn voldoende (zie scorelijst) • score is voldoende (zie scorelijst) • voldoende theoretische kennis.
Taalgebruik
Mondeling taalgebruik Schriftelijk taalgebruik • De schriftelijke producten zijn in correct Nederlands geschreven.
64
Begeleiden van cliënten bij ADL voor MZ
Voldoende
Onvoldoende
Onderdeel
Criteria
Samenwerking
• •
Voldoende
Onvoldoende
initiatief bij samenwerken geven van feedback.
Overig
Eindoordeel
Onvoldoende
Voldoende
Goed
>
Datum: .........................................
Paraaf docent:
Paraaf deelnemer:
………………………………
………………………………
© Uitgeverij Edu’Actief b.v.
65