training:
Begeleiden van kinderen bij de ADL voor PWKO
> Inhoud > Over deze training 3 > Jij, je mening, afhankelijkheid en vertrouwen 6 > Persoonlijke verzorging van een kind 14 > Babyverzorging 23 > Van luier naar potje naar toilet 28 > Theoriebron 1: Jezelf verzorgen 32 > Theoriebron 2: ADL-lijsten en protocollen 35 > Theoriebron 3: Het verzorgen van een kind 38 > Theoriebron 4: Het verzorgen van een baby 40 > Theoriebron 5: Hulp bij de uitscheiding 43 > Werkmodel: Babyverzorging 45 > Werkmodel: Tandenpoetsen 47 > Werkmodel: Het aantrekken van disposable handschoenen 49 > Werkmodel: Handen wassen 50 > Beoordeling 51
Colofon Uitgeverij
Edu’Actief b.v. Meppel Postbus 1056 7940 KB Meppel Tel.: 0522-235235 Fax: 0522-235222 E-mail:
[email protected] Internet: www.edu-actief.nl
Auteurs Marcel Martinus en ROC Mondriaan Titel Begeleiden van kinderen bij de ADL voor PWKO Vormgeving Binnenwerk: DBD design/Ruurd de Boer, omslag: Tekst in Beeld/Hubi de Gast ISBN Copyright
978 90 3720 804 7 © 2012 Uitgeverij Edu’Actief b.v.
Eerste druk/eerste oplage Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
> Over
deze training
Als je heel jong bent, kun je jezelf nog niet verzorgen. Langzamerhand leer je dat. Lichaamsverzorging is belangrijk voor je lichaam, maar ook voor je psychisch en sociaal functioneren. De verzorging die iemand dagelijks doet, wordt ook wel ADL (algemene dagelijkse levensverrichtingen) genoemd. Kinderen of mensen met een ziekte of beperking hebben daar begeleiding of ondersteuning bij nodig. Soms wordt deze ADL in zijn geheel overgenomen, tijdelijk of soms blijvend. Bij baby's en kleine kinderen is dat altijd het geval. Eigenlijk kun je dan ook niet spreken van een tekort met betrekking tot de ADL. In het kader van deze training ligt de nadruk op lichamelijke verzorging. Je leert hoe je bepaalde vaardigheden kunt voorbereiden, uitvoeren en evalueren. Hierbij ligt de nadruk op oefenen. Dit zul je doen met medestudenten. In de praktijk zul je de vaardigheden verder moeten oefenen. Je hebt dan ook te maken met de individuele wensen, mogelijkheden, onmogelijkheden en aandachtspunten van een kind.
Doelstellingen • • • • • • • • • •
Je kunt het belang van een goede lichaamshygiëne voor zowel jezelf als een kind in je eigen woorden weergeven en je kunt dit toepassen. Je kunt het begrip ADL toelichten. Je kunt aangeven hoe afhankelijkheid en vertrouwen ervaren kan worden. Je kunt lijsten en protocollen toepassen bij de begeleiding bij de ADL. Je kunt het begrip gezond gedrag uitleggen en toepassen. Je kunt persoonlijke verzorging ondersteunen en toepassen in een oefensituatie bij een kind. Je kunt in en oefensituatie babyverzorging toepassen. Je kunt belangrijke kinderziekten en de symptomen daarvan in je eigen woorden weergeven. Je kunt het belang van eerste hulp aan kinderen in je eigen woorden vertellen. Je kunt basis-EHBO bij kinderen toepassen.
© Uitgeverij Edu’Actief b.v.
3
Je toekomstige collega Naam:
Willeke Aantjes
Leeftijd:
24 jaar
Medewerkers:
Stichting Het Onstein. In totaal werken bij de kinderopvang tien mensen en bij de Buitenschoolse opvang twaalf mensen. Allemaal vrouwen. Werkzaam als medewerker kinderopvang.
Soort werkzaamheden:
Ik verzorg en begeleid kinderen van 0 tot 4 jaar. Hieronder vallen alle werkzaamheden die nodig en belangrijk zijn voor de kinderen. Ik heb ook ervaring met kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar. Bij onze instelling zijn de twee groepen aanwezig in twee verschillende gebouwen.
Over de werkomgeving:
Ik werk op de afdeling De Wildenborch. De afdeling voor buitenschoolse opvang heet Hackfort. Allebei genoemd naar kastelen in de omgeving. Naast de zorg voor de kinderen verzorgt Stichting Het Onstein ook opvang door gastouders. Wij begeleiden als medewerker ook stagiairs van onder andere het roc.
Wat leuk is aan je werk:
Ik vind het schitterend om te zien hoe snel kinderen iets leren. Zo heeft iemand nog volledige zorg nodig en voordat je het weet, kan dit kind het alleen. Kinderen op een leuke manier iets aanleren is prachtig werk.
Wat minder leuk is aan je werk:
Door bezuinigingen ziet het ernaar uit dat we binnenkort met minder personeel aan de slag moeten. Dit geeft spanning en dat is beslist niet leuk.
Belangrijke uitdaging in je werk:
Bij elk kind het beste naar boven halen zonder dat het te veel spanning oplevert bij die kinderen.
Grootste blunder:
Ik dacht dat ik een week vakantie had en verbleef in Bergen Noord-Holland, terwijl ik eigenlijk pas een week later vakantie had. Collega's hebben me op mijn mobiele nummer gebeld, maar ik kon gelukkig blijven waar ik was.
Grootste succes:
Ik vind het een succes dat wij met een werkgroep veel hebben vastgelegd dat te maken heeft met de veiligheid op de instelling.
Waar je aan werkt:
Samen met twee collega's werken we aan protocollen waarbij duidelijkheid wordt gegeven over de zorg die elk individueel kind nodig heeft. Een soort zorgplan voor elk kind zodat dit kind steeds op dezelfde manier benaderd wordt. Juist de ouders of opvoeders worden hierbij meer betrokken.
Waar je nog aan wilt werken
Ik wil meer inzicht en ervaring krijgen in het werken met kinderen die een chronische ziekte of aandoening hebben. Ik wil dan juist ook meer over die ziekten te weten komen.
Beoordeling Tijdens deze training oefen je bijzonder veel. Ook maak je enkele opdrachten. De mate waarin je vooruit bent gegaan en dus wat je geleerd hebt in de theorie en zeker ook tijdens de vaardigheidslessen, wordt als volgt beoordeeld: • actieve deelname aan de lessen • goede samenwerking met studiegenoten • alle vaardigheden uitgevoerd • alle vaardigheden afgetekend door de docent op de aftekenlijst • een persoonlijk verslag met daarin: – het trainingslogboek – de aftekenlijst – een verslag van de opdrachten. • demonstratie.
4
Begeleiden van kinderen bij de ADL voor PWKO
Persoonlijk verslag Het persoonlijk verslag inleveren voor: ____________________________________________________________________________ In het persoonlijk verslag houd je bij wat je gedaan hebt en wat je geleerd hebt. Het persoonlijk verslag bestaat uit een trainingslogboek, een aftekenlijst, enkele aparte opdrachten en een reflectie volgens de STARR-methode. •
Het trainingslogboek bestaat uit een schrift of een snelhechter waarin je notities bewaart. Voor elke opdracht of oefening noteer je antwoorden op de vragen. Na elke oefenfase leg je ook de reflectie vast op papier. Het trainingslogboek werk je op een nette manier uit. De aftekenlijst bevat alle handelingen die voorkomen tijdens deze training. Als je de vaardigheid voldoende beheerst, in een oefensituatie, dan kan de docent deze vaardigheid aftekenen. Alle vaardigheden moeten afgetekend zijn. De reflectie volgens de STARR-methode doe je aan het eind van de training. Je kiest, met behulp van je trainingslogboek, een aantal voor jou belangrijke opdrachten en oefeningen uit. Deze opdrachten en oefeningen verwerk je in een STARR. Hieronder staat de opzet van de reflectie volgens de STARR-methode.
•
•
Werkmodel: Logboek op www.factor-e.nl
Werkmodel: Studieplanning op www.factor-e.nl
Situatie en Taak • Omschrijf de situatie en geef daarbij aan welke rol en of taak je had. Actie en Resultaat • Omschrijf welke acties en handelingen je op dat moment hebt ondernomen en wat daarvan het resultaat was. Reflectie • Beschrijf hoe jij je op dat moment in die situatie voelde. • Beschrijf waarom je op deze manier hebt gehandeld. • Beschrijf hoe je het de volgende keer anders zou aanpakken.
Demonstratie: Cliënt begeleiden bij ADL Deze demonstratie doe je op: _________________________________________________________________________________________ Je demonstreert een volledige vaardigheid die gaat over de ADL. De uitvoering van deze vaardigheid moet met een voldoende beoordeeld zijn. De demonstratie wordt beoordeeld aan de hand van de scorelijst die als werkmodel terug te vinden is. De vaardigheden: • het wassen van een baby Dit gebeurt op een babypop, volledig dus inclusief luier verschonen en uitkleden en aankleden van de baby. • het poetsen van de tanden bij een kind Een medestudent speelt dat kind. Doe deze opdracht in combinatie met een kleinere opdracht zoals: veters strikken bij een klein kind, het wassen van je eigen handen, het wassen van een gezichtje. Door middel van loting wordt bepaald welke vaardigheid je moet demonstreren.
Taal • • • •
Taal
Taal
Taal
Werkmodel: Woordenlijst op www.factor-e.nl
Neem deze cursus door en onderstreep de woorden die je niet kent. Noteer deze woorden in de woordenlijst en zet de betekenis erbij. Nieuwe onbekende woorden die je tegenkomt tijdens de cursus voeg je toe aan de woordenlijst. Na afloop van de cursus neem je dit overzicht op in je taalportfolio.
© Uitgeverij Edu’Actief b.v.
5
> Jij,
je mening, afhankelijkheid en vertrouwen
Je weet vast nog wel iets over de verzorging die jij, vroeger als kind, kreeg. Nu verzorg jij jezelf waarschijnlijk helemaal zelfstandig. Dat lijkt zo vanzelf sprekend, maar dat is het niet altijd. Je hebt het ooit allemaal geleerd. Pas als je goed voor jezelf kunt zorgen, kun je ook goed voor een ander zorgen. Jij zult in je werk te maken krijgen met de zorg voor kinderen. Soms geef je die zorg, dan weer zul je een kind stimuleren om iets te leren. Omdat je een kind, maar ook jezelf, niet wilt besmetten, is een goede lichaamshygiëne van belang. Het op de juiste wijze en op een juist moment wassen van je handen hoort daar zeker bij. Soms moet je tijdens het verzorgen van een kind wegwerphandschoenen dragen. Dat is in het belang van dat kind, maar ook in het belang van jezelf. Als je een kind gaat verzorgen, krijg je te maken met afspraken en protocollen, maar ook met de afhankelijkheid van dat kind. Een kind moet vertrouwen hebben. Dat is makkelijk gezegd, maar niet altijd zo makkelijk te bereiken. Jij hebt onder andere een voorbeeldfunctie. Je leert onder andere nadenken over enkele belangrijke problemen en dilemma's die je tegen kunt komen als het gaat over de begeleiding van een kind bij de ADL en je ervaart afhankelijkheid en vertrouwen bij enkele oefeningen.
Doelstellingen • • • • • • • • • • •
Je kunt vertellen op welke manier jijzelf zorg ontving toen je nog een kind was. Je kunt in eigen woorden vertellen wat jij nu anders zou doen met betrekking tot die zorg. Je kunt het belang van een goede lichaamshygiëne vertellen in relatie tot je werk. Je kunt op een juiste manier hygiënisch je handen wassen. Je kunt aangeven in welke situaties het belangrijk is dat jij als hulpverlener handschoenen draagt. Je kunt deze disposable handschoenen gebruiken. Je kunt met behulp van een werkmodel een discussie voeren over enkele aspecten van de te geven zorg. Je kunt je eigen mening over de beschreven stellingen weergeven. Je kunt in je eigen woorden het belang van vertrouwen als het gaat om zorg weergeven. Je kunt aangeven hoe afhankelijkheid door jezelf en door anderen ervaren kan worden. Je kunt in je eigen woorden de overeenkomst tussen afhankelijkheid en vertrouwen aangeven.
1. Opdracht: Vroeger Weet je nog op welke manier jij verzorgd werd toen je kind was? • •
Beschrijf in het kort enkele herinneringen aan je jeugd. Met name over de lichamelijke zorg. Noteer hierbij antwoord op de volgende vragen. – Wat zijn je herinneringen aan het wassen? Wie hielp je, op welke manier ging dat en wat vond je daarvan? – Was je wel eens ziek? Vast wel. Wat weet je daar nog van? – Vond je sommige dingen ook leuk als je ziek was? – Op welke manier heb jij jezelf leren verzorgen? Geef enkele voorbeelden. – Kun je je nog herinneren dat je ingeënt werd? Hoe was dat? – Wat kun je nog meer beschrijven over je jeugd en de verzorging die je kreeg? – Heb je als kind wel eens een ongeluk gehad of heb je in een ziekenhuis gelegen? Wat had je en hoe heb je deze ervaring beleefd? – Wat zou jij nu anders doen als je in de schoenen zou staan van je ouders, opvoeders of anderen met wie je te maken had?
6
Begeleiden van kinderen bij de ADL voor PWKO
•
Bespreek deze opdracht met een medestudent. Wat je niet kwijt wilt, hoef je uiteraard niet te bespreken.
Noteer je antwoorden in je trainingslogboek.
2. Opdracht: En nu ... •
Maak een logboek waarin je gedurende vier dagen precies opschrijft wat jij allemaal doet aan lichaamsverzorging of persoonlijke verzorging. Noteer hierbij het antwoord op de volgende vragen. – Op welke manier verzorg jij jezelf? Wat doe je eigenlijk precies? – Hoe vaak doe je dat? – Waarom verzorg jij je op die manier? – Op welke momenten doe je iets speciaals? Waarom doe je dat dan? – Houd je rekening met iemand anders? Waarom wel of juist niet? – Op welke manier houd je rekening met iemand anders? Als je dat tenminste doet. – Waar, op welke plaatsen, doe je aan lichaamsverzorging? – Hoe voel je jezelf als je iets doet of juist niet doet? – Welke hulpmiddelen gebruik je? Denk hierbij aan verzorgingsproducten, handdoeken en dergelijke. – Waarin ben je, denk je, anders dan anderen als het gaat om het verzorgen van je eigen lichaam? – Op welke manier ben je aan je eigen gewoonten van verzorgen gekomen? Heb je ideeën opgedaan vanuit bijvoorbeeld je gezin, vrienden of vriendinnen, reclames of op andere manieren? – Welke bijzonderheden zijn er nog meer als het gaat om het verzorgen van je eigen lichaam? – Met welke zaken houd je rekening als je dagelijks met kinderen werkt?
Noteer je bevindingen in je trainingslogboek.
3. Oefening: Je handen wassen Voorbereiding • Deze handeling doe je individueel, maar onder controle van een medestudent. • Bestudeer de theorie over handen wassen. Zoek als je dat wilt extra informatie op. • Zorg voor een goede werkplek en voor schone materialen. • Zorg dat je werkplek een geschikte kraan heeft, bij voorkeur een elleboogkraan. • Zet de materialen klaar: schone handdoekjes of schone handdoek, pedaalemmer, vloeibare zeep, eventueel een nagelborstel en als je dat wilt handcrème.
Werkmodel: Handen wassen Theoriebron 1: Jezelf verzorgen
Uitvoering • Was je handen zoals beschreven is in het werkmodel. • Je collega controleert en geeft zo nodig aanwijzingen. • Voer de handeling minimaal tweemaal op de juiste manier uit. • Het gaat om het handen wassen in een situatie waarin je te maken kunt hebben met cliënten. • Wissel vervolgens van rol: dus nu wast je collega zijn of haar handen en observeer jij. • Voer de handeling nogmaals in zijn geheel uit.
© Uitgeverij Edu’Actief b.v.
7
Controle • Heb je je handen gewassen volgens het werkmodel? • Heb je informatie opgezocht? • Kun je aangeven waarom het op de juiste wijze wassen van je handen belangrijk is tijdens je werk? Reflectie • Noteer wat goed en fout ging. • Geef ook aan of dit een ideale situatie was voor het wassen van je handen en wat eventueel beter kan. Noteer je bevindingen in je trainingslogboek.
4. Oefening: Het gebruik van handschoenen Voorbereiding • Zoek uit waarom het belangrijk is dat jij tijdens je werk in bepaalde situaties wegwerphandschoenen (disposable gloves) draagt. Beschrijf vijf redenen. • Beschrijf in je trainingslogboek zes vaardigheden waarbij jij, als hulpverlener bij kinderen, handschoenen behoort te dragen. • Leg materialen klaar: (latex of plastic) handschoenen, pedaalemmer. • Let op: sommige mensen zijn allergisch voor latex handschoenen. Handschoenen waar wat poeder in zit, zijn makkelijker aan te trekken. Ook krijg je hierbij minder last van transpiratie. Uitvoering • Trek de handschoenen aan en vervolgens weer uit zonder de buitenkant van de handschoen aan te raken. Trek ze binnenstebuiten uit. • Oefen dit minimaal tweemaal. • Je medestudent geeft zo nodig feedback. • Gooi de handschoenen weg in een pedaalemmer. Raak de emmer niet met je handen aan. Controle • Is het je gelukt om de handschoenen hygiënisch aan en uit te trekken. • Beschrijf vijf redenen waarom het belangrijk is dat je regelmatig handschoenen draagt tijdens je werk. • Beschrijf zes voorbeelden van vaardigheden waarbij jij handschoenen zult dragen bij het verzorgen van kinderen. Reflectie • Noteer wat je makkelijk en moeilijk vindt. • Noteer, als je dat nog hebt gedaan, je vragen en bespreek deze met je docent. Noteer je bevindingen en je ervaringen in je trainingslogboek.
8
Begeleiden van kinderen bij de ADL voor PWKO
Werkmodel: Het aantrekken van disposable handschoenen
5. Oefening: Discussie Voorbereiding • Stel groepjes samen van ongeveer acht tot tien personen • Bestudeer het werkmodel Discussie en benoem een voorzitter en een notulist. • Lees de stellingen door en noteer je mening. • De stellingen hebben allemaal betrekking op je beroep. • Beargumenteer je mening in steekwoorden op papier. • Maak onderling afspraken over het tijdstip en de tijdsduur van de discussie. • Bepaal samen met welke stelling jullie willen beginnen. Dat kan ook tijdens de discussie bepaald worden. • Niet alle stellingen moeten behandeld worden. Beter enkele goed behandeld dan alles matig behandeld. Je kunt ook een stelling inbrengen. De groep beslist of deze ook besproken wordt. • Maak zo nodig andere afspraken en regel een geschikte rustige ruimte.
Werkmodel: Debatteren op www.factor-e.nl
Stellingen • Ouders mogen een inenting weigeren voor hun kind, ook al gaat het om een gevaarlijke ziekte. • Als ik een kind verschoon, moet ik handschoenen dragen. • Een ouder mag weigeren dat haar dochtertje door een man verzorgd wordt. • Tijdens het verzorgen van een kind mag je nooit alleen zijn met dat kind. • Roken door personeel mag, maar wel op de speelplaats buiten. • Ik bepaal of een kind moet gaan slapen, niet de ouders. • Het is beter voor een kind om elke dag naar de kinderopvang te gaan dan eenmaal per week. • Een kind van 6 jaar heeft nog geen schaamtegevoelens. • Je moet kinderen al vroeg leren om vaak hun handen te wassen. • Het is belangrijk om lichaamsverzorging zo veel mogelijk uit te voeren volgens een vast protocol. • Als een kind een veterdiploma verdient en enkele andere kinderen van dezelfde leeftijd nog niet, kan ik beter wachten met het uitreiken tot iedereen zo'n diploma verdient. • Als er iets ernstigs gebeurt met een kind, dan bel ik eerst de ouders (verzorgers) en vervolgens een arts. • Tijdens het ondersteunen van de ADL bij een kind moet je altijd met minimaal twee personen in de buurt zijn. • Het behoort tot mijn taken om een kind te stimuleren om bepaalde dingen zelfstandig te doen. • Als ik iets bijzonders signaleer bij een kind, moet ik rapporteren bij collega's en bij de ouders of opvoeders van dat kind. • Als een kind suikerziekte heeft en de ouders spuiten dat kind op advies van een arts insuline, dan moet ik dat ook kunnen doen. • Ik kan een kind alleen gezond gedrag aanleren in overleg met de ouders of verzorgenden van dat kind. • Ik draag nooit een mondkapje omdat kinderen daar angstig van kunnen worden. • Als een kind koorts heeft, moet ik een ouder of andere verantwoordelijke bellen. Uitvoering • Voer samen de discussie volgens afspraak en protocol. Houd hierbij het werkmodel in gedachten. • Let er samen op dat iedereen aan het woord komt. • Wissel, als jullie dat willen, na enkele stellingen van rol. Iemand anders is dan voorzitter. • Maak ook zelf korte aantekeningen. • Laat elkaar uitspreken, meningsverschillen zijn goed.
© Uitgeverij Edu’Actief b.v.
9
•
Rond af met een conclusie. Dat betekent zeker niet dat iedereen het met elkaar eens hoeft te zijn.
Controle • Heb je meegedaan aan de discussie? • Welke onderwerpen zijn besproken? • Welke rol had je? • Wat is je mening bij elke stelling? • Heb je zelf nog een stelling ingebracht? Welke? Reflectie • Had je een actieve inbreng tijdens de discussie? • Wat zou je anders doen als je deze oefening over mocht doen? • Ben je van mening veranderd over een stelling? Leg dit kort uit. • Wat heb je geleerd van de oefening? Noteer je bevindingen in je trainingslogboek.
6. Oefening: Een vertrouwensoefening Voorbereiding • Zoek een medestudent die ongeveer even groot is als jij. • Spreek goed af dat jullie de oefening serieus zullen uitvoeren en zorg dat er iemand bij jullie is om te coachen en, eventueel letterlijk, te ondersteunen. • Zoek een rustige plek uit waar genoeg ruimte is. De ondergrond moet niet glad zijn. • Het doel van deze oefening is dat je ervaart hoe belangrijk het is om elkaar te vertrouwen. Ook is dit een oefening in samenwerken. • Neem de opdracht eerst in gedachten door, bestudeer de foto. • Was je handen. Uitvoering • Ga recht tegenover elkaar staan. Zet de voeten naast elkaar op de grond. Zet de punten van jouw schoenen tegen de punten van de schoenen van de ander. • Pak elkaars handen vast zoals op de foto hieronder:
10
Begeleiden van kinderen bij de ADL voor PWKO
• •
• • • •
Houd de voeten op de plaats en blijf elkaar vooral vasthouden. Ga nu alle twee langzaam en voorzichtig achterover hangen totdat beide armen recht zijn. Dus de beide armen van beide personen. Dit zonder te vallen. Zoek dus naar een evenwicht. Ga weer terug naar de beginstand, zonder de voeten te verplaatsen. Herhaal deze oefening enkele malen. Je kunt de oefening daarna, als je dat wilt, met iemand anders nog eens doen. Was je handen.
Controle • Is de oefening gelukt? • Verliep de oefening op een veilige manier?
Reflectie • Beantwoord samen met vier medestudenten: – Wat heb ik van deze oefening geleerd? – Wat ging goed en wat ging minder goed? – Wat heeft deze oefening te maken met het helpen van kinderen bij de persoonlijke verzorging? – Kun je deze oefening ook doen met een kind van 4 jaar? Motiveer je antwoord. – Kunnen kinderen van 11 jaar deze oefening samen doen? Motiveer je antwoord. Noteer je bevindingen in je trainingslogboek.
7. Oefening: Afhankelijkheid en vertrouwen Afhankelijkheid en vertrouwen hebben veel met elkaar te maken. Dat blijkt ook uit deze oefening. Voorbereiding • Zorg voor een goede blinddoek. • Kies in overleg een medestudent, werk in groepjes van twee. • Spreek af om de oefening serieus te doen.
© Uitgeverij Edu’Actief b.v.
11
Uitvoering • Was je handen. • Een van jullie beiden doet een blinddoek om. • De ander geeft de collega met de blinddoek een arm. • Laat degene die een blinddoek om heeft kiezen op welke wijze hij veilig contact wil hebben. Zorg er dus voor dat de cliënt zich veilig voelt. • Loop samen enkele minuten rond. Bijvoorbeeld over de gang, een stukje buiten of, als jullie dat durven, op een trap. • Neem de opdracht serieus en voorkom dat er ongelukken gebeuren. • Geef, als de ander dat wil, duidelijk aan welke obstakels eraan komen. Of geef aan wat hij moet doen. • Was je handen. • Wissel vervolgens van rol. Controle • Is de opdracht op een veilige manier gelukt? • Voelde je je veilig bij je partner? Reflectie • Geef in je eigen woorden aan hoe je deze opdracht ervaren hebt. • Omschrijf waarom deze opdracht belangrijk is voor deze training. Noteer je ervaringen in je trainingslogboek.
8. Opdracht: Afhankelijkheid van een kind Je hebt enkele oefeningen gedaan waarin je stilstond bij afhankelijkheid, vertrouwen en samenwerken. Als je een kind helpt bij het uitvoeren van persoonlijke verzorging of als je het daarbij ondersteunt, zal dit kind misschien ook afhankelijkheid ervaren. Ook moet het kind je kunnen vertrouwen en moet het wellicht met je samenwerken. Dit heeft wel te maken met de leeftijd van een kind. Een kind zal gewend zijn om afhankelijk te zijn en weet waarschijnlijk voor een deel niet beter. •
Beschrijf kort in je eigen woorden zeven situaties die jij als hulpverlener, binnen je werkveld, kunt tegenkomen waarin een kind afhankelijkheid kan ervaren of waarin vertrouwen belangrijk is. Geef hierbij ook aan wat afhankelijkheid met vertrouwen te maken heeft. Belangrijk is ook dat je de leeftijd van een kind noteert. Wees dus heel kritisch en probeer je in te leven in de leeftijd van een kind. Afhankelijkheid is voor een kind vaak totaal anders dan voor een volwassene. Zeven situaties waarin mogelijk afhankelijkheid wordt ervaren en daarbij de leeftijd van een kind:
12
Begeleiden van kinderen bij de ADL voor PWKO
Situaties
Leeftijd kind
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Noteer je uitkomsten in je trainingslogboek.
© Uitgeverij Edu’Actief b.v.
13
> Theoriebron
1: Jezelf verzorgen
Jij verzorgt jezelf, waarschijnlijk wel dagelijks. Kinderen hebben vaak nog zorg van een ander nodig. Dit is afhankelijk van de leeftijd en de ontwikkeling van een kind. In dit onderdeel staat de zorg die mensen aan hun lichaam besteden of kunnen besteden centraal. Je eigen lichamelijke hygiëne, je wensen en je gewoonten zijn hierbij het uitgangspunt. Ook je eigen veiligheid is belangrijk. Hoe kun je besmetting van jezelf, maar ook van een ander voorkomen? Bij lichaamsverzorging kun je onder andere denken aan het wassen van het lichaam, het wassen en verzorgen van de haren, het scheren, verzorging van de nagels, gebitsverzorging en het aanbrengen van make-up. Uiteraard zijn er veel meer voorbeelden. Persoonlijke verzorging gaat eigenlijk nog wat verder. Hierbij kun je onder meer denken aan het aankleden en uitkleden, de keuze van de kleren, maar ook aan eten en drinken. Persoonlijke verzorging richt zich op: • het lichamelijk functioneren van de mens • het psychisch functioneren van de mens • het sociaal functioneren van de mens.
Het lichamelijk functioneren Een goede verzorging is van belang om in leven te blijven, gezond te blijven en er zo goed mogelijk uit te zien. Je kunt het natuurlijk niet omdraaien. Iemand die zich goed verzorgt, kan best ziek worden, maar de kans is kleiner. Het woordje ‘goed’ is zeer individueel. Wat voor de een goed is, kan voor een ander minder goed zijn. Goed en evenwichtig eten is gezond, te veel of juist te weinig eten kan zeer slecht zijn.
Het psychisch functioneren Dit heeft te maken met hoe iemand zich voelt. Als je er verzorgd uitziet, voel je je vaak ook prettig. Je voelt je prettiger als je kleding kunt dragen die bij je past en past bij de situatie waarin je je bevindt. Een korte rok kun je wel leuk vinden, maar als het tien graden vriest, is het misschien minder prettig om een korte rok te dragen. Van een lekkere warme douche kan iemand zich vaak prettig voelen.
Het sociaal functioneren Iedereen wil er, op zijn eigen manier, graag verzorgd, leuk of gepast uitzien. Een onverzorgd gebit bijvoorbeeld zorgt er vaak voor dat iemand onprettig ruikt. Dat is niet leuk voor jezelf, maar ook niet voor bijvoorbeeld een partner. Je zult begrijpen dat deze drie factoren elkaar beïnvloeden. Als het bijvoorbeeld sociaal goed gaat, is iemand eerder geneigd om zich beter te verzorgen en daardoor voelt hij zich nog beter. Andersom kan ook. Iedereen heeft zijn eigen voorkeuren en gewoonten als het gaat om persoonlijke verzorging. In grote lijnen zijn deze voorkeuren en gewoonten te verklaren door: • de opvoeding Wat heeft iemand geleerd thuis? Elk gezin heeft zijn eigen gewoonten en mogelijkheden. • de cultuur Vaak zijn er verschillen op het gebied van hygiëne en persoonlijke verzorging tussen verschillende landen of culturen. In onze cultuur kan bijna iedereen beschikken over een douche of bad. • de persoonlijke omstandigheden Ieder mens is anders. De een houdt van een lekker geurende zeep terwijl de ander liever een neutrale zeep gebruikt. Trouwens, wat de een lekker vindt, vindt een ander
32
Begeleiden van kinderen bij de ADL voor PWKO
•
• •
•
misschien wel vreselijk. Ook persoonlijke aanleg zoals het hebben van een vette of droge huid bepalen welke verzorging nodig is. Als iemand ziek is of een handicap heeft, is vaak een aangepaste verzorging nodig. economische omstandigheden Niet iedereen heeft geld om elke dag gebruik te maken van een douche of bad, als dat al aanwezig is. Als iemand weinig geld te besteden heeft, kan hij of zij geen dure aftershave betalen. klimaat of seizoen Als het erg warm is, is andere zorg nodig dan als het koud is. werk en activiteiten Iemand die zware lichamelijke arbeid doet, heeft misschien wel behoefte aan een extra keer douchen. Na een avond sporten is een extra douche ook prettig. maatschappelijke processen Hierbij kun je denken aan modetrends.
Hygiëne en veiligheid Tijdens het verzorgen van je lichaam zul je rekening houden met hygiëne en veiligheid. Je wilt immers geen infectie oplopen of op een andere manier ziek worden. Om hygiënische redenen zul je geregeld je handen wassen, maar ook schone materialen gebruiken en bijvoorbeeld je kleren wassen. Een voorbeeld van veiligheid is dat je voorkomt dat je valt tijdens het douchen. Over een stukje zeep kun je snel uitglijden. Als je iemand anders helpt bij de verzorging, moet je voorkomen dat jij iemand ziek maakt. Ook wil je voorkomen dat iemand jou ziek maakt. Je wilt besmetting met ziekmakende micro-organismen zoals schimmels, bacteriën en virussen vermijden. Het kan ook voorkomen dat jij ziekmakende micro-organismen overbrengt van de ene persoon naar de ander. Dit heet kruisbesmetting. Besmetting wil zeggen dat iemand in contact is gekomen met, in dit geval, ziekmakende micro-organismen. Niet elke besmetting zorgt dat iemand ziek wordt. Als je met kinderen werkt of met cliënten, zorgvragers, is de kans op besmetting groot. Kinderen zijn vaak vatbaar voor infecties. Eenvoudig gezegd betekent infectie dat de micro-organismen die ziekmakend zijn het hebben gewonnen van de afweer van het lichaam. In veruit de meeste gevallen bestrijdt het lichaam uiteindelijk wel de infectie. Het nemen van hygiënemaatregelen is dus van groot belang. In je privéleven, maar zeker ook tijdens je werk of stage. Je zult daarom zeer vaak je handen op een goede manier moeten wassen. Vaak is wassen met gewone zeep voldoende. Gebruik dan wel vloeibare zeep want een stukje zeep dat in een nat bakje ligt, is juist een broeinest voor microorganismen. Je zult na het handen wassen je handen geregeld moeten desinfecteren, bijvoorbeeld met een chloorhexidineoplossing. Hiervoor zijn vaak protocollen. Je kunt je wel voorstellen dat bij een uitbraak van een besmettelijke (kinder)ziekte extra maatregelen van belang zijn. Eigenlijk behoor je je handen te wassen voor en na elk contact met een cliënt, in dit geval dus een kind. Dat is wat zwart-wit misschien. Als je echt lichamelijke zorg gaat geven en ook na die zorg ontkom je er niet aan: handen wassen. Bij voorkeur ook nog met gebruik van een elleboogkraan en schone wegwerphanddoekjes. Juist een handdoek en een kraankop bevatten vaak de meeste micro-organismen.
© Uitgeverij Edu’Actief b.v.
33
Tegenwoordig worden er steeds vaker handschoenen gedragen tijdens de verzorging van een ander. Ook als het om kinderen gaat. Dit zijn wegwerphandschoenen (disposables) voor eenmalig gebruik. Als er kans is om in contact te komen met lichaamsproducten als urine, ontlasting of bijvoorbeeld braaksel, wordt dringend geadviseerd om handschoenen te dragen. Moet je dan ook handschoenen dragen als je een kind helpt bij het wassen? Nadeel daarvan is dat je niet goed contact maakt met het kind, de voordelen weet je inmiddels. In de praktijk komt het steeds meer voor dat hulpverleners handschoenen dragen als ze iemand ondersteunen bij de ADL. Je kunt dit onderwerp zeker bespreekbaar maken. Kinderen raken er meestal snel aan gewend, de tandarts bijvoorbeeld draagt ook handschoenen. Ouders en vaste opvoeders zullen dit niet doen, behalve als er iets bijzonders aan de hand is. Ouders zullen vaak wel begrip hebben als hulpverleners regelmatig handschoenen dragen. Zij weten toch ook niet of jij een besmettelijke ziekte onder de leden hebt. Als je handschoenen gebruikt, is het aan te raden om de juiste maat te gebruiken. Veel handschoenen bevatten wat poeder aan de binnenkant. Dat zorgt ervoor dat je minder last hebt van transpiratie van je handen. Gebruik handschoenen op de juiste manier en trek ze binnenstebuiten uit zodat je niet met je handen in contact komt met de gebruikte buitenkant. Gooi ze direct weg in een pedaalemmer Contact met bloed kan, al gaat het maar om een bijna onzichtbaar beetje, gevaarlijk zijn. Het kan onder meer een besmetting veroorzaken met het hepatitis B-virus. Dit veroorzaakt een vorm van leverontsteking die gevaarlijk kan zijn. Tegenwoordig kunnen mensen gevaccineerd worden tegen deze ziekte. Andere hygiënische maatregelen die je kunt nemen zijn: lang haar in een staart of knotje dragen, schone kleding dragen, je nagels kort houden, zo nodig wegwerpzakdoekjes gebruiken. Je kunt vast nog meer maatregelen bedenken. In sommige gevallen kan het belangrijk zijn om tijdens het uitvoeren van persoonlijke verzorging bij een ander een schort te dragen over je kleding. Dit kan onder andere nodig zijn als je iemand helpt bij het wassen of als je iemand moet verschonen. Dit doe je dan om je eigen kleding te beschermen. Ook voorkom je daarmee weer besmetting van jezelf en van een ander.
34
Begeleiden van kinderen bij de ADL voor PWKO
> Werkmodel:
Babyverzorging
Naam: Voorbereiding Handeling
O
V
G
Essentieel
Opmerking
Er is gezorgd voor de juiste omgevingstemperatuur. Juiste materialen worden klaargelegd, ook luier ligt klaar. Er wordt gezorgd dat je ongestoord kunt werken. Handen worden gewassen, sieraden zijn af.
***
Aankleedkussen ligt klaar, met handdoek erop. Babybadje is gevuld op juiste wijze. Temperatuur van water is goed: 37 graden Celsius.
***
Uitvoering Handeling Baby wordt op veilige manier uit wiegje gehaald.
O
V
G
Essentieel
Opmerking
***
Baby wordt op aankleedkussen gelegd. Baby wordt niet zonder toezicht gelaten. Baby wordt uitgekleed. Eventuele ontlasting wordt eerst verwijderd. Gezichtje wordt gewassen zonder zeep. Rest van lichaam wordt in de juiste volgorde gewassen. De methode van wassen wordt aangehouden, billetjes van voren naar achteren.
***
Er is aandacht voor huidplooien. Baby wordt op veilige manier in badje gedaan, baby wordt veilig en juist vastgehouden.
***
Met de andere hand wordt baby afgespoeld.
© Uitgeverij Edu’Actief b.v.
45
Handeling
O
V
G
Essentieel
Opmerking
Haren worden eventueel op juiste wijze gewassen en afgespoeld, voorzichtig. Baby wordt niet zonder toezicht gelaten tijdens de handeling.
***
Baby wordt uit bad gehaald en op aankleedkussen gelegd. Baby wordt zorgvuldig afgedroogd, in juiste volgorde. Er is contact met de baby.
***
De huid wordt verzorgd met poeder, olie of lotion. Baby krijgt op juiste wijze schone luier voor. Baby wordt netjes en efficiënt aangekleed. Baby wordt warm gehouden. Baby wordt naar de plaats van bestemming gebracht. De opdracht is binnen 20 minuten in zijn geheel voltooid.
***
Nazorg Handeling
O
V
G
Essentieel
Opmerking
Vuile was wordt opgeruimd. Materialen worden opgeruimd en schoongemaakt. (Was)kamer is opgeruimd. Handen worden gewassen.
***
Bijzonderheden worden gerapporteerd.
Cesuur: Alle essentiële onderdelen zijn met voldoende beoordeeld. Voldoende/onvoldoende Maximaal vier onderdelen zijn niet met voldoende gescoord. Voldoende/onvoldoende Beoordeeld door: * ___________________________________________________________________________________________________________________________________ * ___________________________________________________________________________________________________________________________________ Resultaat:
46
Onvoldoende
Begeleiden van kinderen bij de ADL voor PWKO
Voldoende
> Beoordeling Naam deelnemer: Namen groepsgenoten:
Groep: Docent: Blok/periode: Onderwerp: Onderdeel
Criteria
Actieve deelname
• • •
Persoonlijk verslag
Voldoende
Onvoldoende
De student was voldoende aanwezig. De student leverde een positieve bijdrage in zijn groepje. De student leverde een actieve bijdrage in de les.
Persoonlijk verslag • Het persoonlijk verslag bevat alle gevraagde onderdelen. Trainingslogboek • Het trainingslogboek is goed bijgehouden. • Het trainingslogboek is netjes en verzorgd. STARR • Er is van meerdere opdrachten een reflectie volgens de STARR-methode gemaakt. • De reflectie volgens de STARR-methode bevat de onderdelen: situatie, taak, actie, resultaat en reflectie. • De reflectie volgens de STARR-methode geeft aanleiding tot verbeterpunten.
© Uitgeverij Edu’Actief b.v.
51
Onderdeel
Criteria
Voldoende
Demonstratie
Demonstratie van de vaardigheid: • De essentiële onderdelen zijn voldoende (zie scorelijst). • De score is voldoende (zie scorelijst). • De student geeft blijk van voldoende theoretische achtergrond.
Taalgebruik
Mondeling taalgebruik
Onvoldoende
Schriftelijk taalgebruik • De schriftelijke producten zijn in correct Nederlands geschreven. Overig
Eindbeoordeling
Onvoldoende
Voldoende
Goed
Datum: .........................................
Paraaf docent:
Paraaf deelnemer:
………………………………
………………………………
52
Begeleiden van kinderen bij de ADL voor PWKO
>