Project:
Begeleiden van cliënten bij het beheren van geld
Colofon Uitgeverij
Auteurs Titel Vormgeving ISBN Copyright
Uitgeverij Edu’Actief b.v. Meppel Postbus 1056 7940 KB Meppel Tel.: 0522-235235 Fax: 0522-235222 E-mail:
[email protected] Internet: www.edu-actief.nl Annyttsje Pruim en ROC Mondriaan Begeleiden van cliënten bij het beheren van geld Binnenwerk: DBD Design / Ruurd de Boer, omslag: Tekst in Beeld / Hubi de Gast 978 90 3720 379 0 © 2010 Uitgeverij Edu’Actief b.v.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
> Over
dit project
Je werkt vaak met meerdere mensen gedurende een langere periode aan een project. Je werkt met meerdere personen aan een project omdat het vaak niet mogelijk is om alles alleen uit te voeren. Aan dit project werk je samen met één medeleerling. In de uitvoeringsfase van het project maak je een geldkoffer voor een cliënt met een lichte verstandelijke beperking met daarbij een handleiding voor begeleiders. Bij een project is het van belang contact te houden met je opdrachtgever om te kunnen checken of je op de goede weg bent. Bij dit project is je docent/begeleider degene die de opdrachtgever vertegenwoordigt.
Doelstellingen • • • • • • •
Je kunt de benodigde informatie over het onderwerp opzoeken en beoordelen. Je kunt de regelingen beschrijven die te maken hebben met het verkrijgen van geld voor mensen met een beperking. Je kunt de regelingen beschrijven die te maken hebben met het beheren van geld van anderen. Je kunt het onderwerp op een voor de cliënt aansprekende wijze aan hem presenteren waarbij je rekening houdt met de achtergrond van de cliënt. Je kunt hulpmiddelen gebruiken bij het beheren van geld van een cliënt. Je kunt de cliënt begeleiden bij het beheren van zijn geld. Je kunt begeleiders van cliënten in de gehandicaptenzorg informatie bieden over budgetten en verantwoordelijkheden.
Naast het product dat de opdrachtgever vraagt, lever je bij je docent ook een persoonlijk verslag in. In dit persoonlijk verslag is opgenomen: • plan van aanpak • takenlijsten • logboek • reflectie volgens de STARR-methode.
Taal
Taal
Taal
Taal
Neem dit project door en onderstreep de woorden die je niet kent. Neem deze woorden over in je woordenlijst en zet de betekenis erbij. Nieuwe onbekende woorden die je tegenkomt tijdens dit project voeg je toe aan de woordenlijst. Na afloop van het project neem je dit overzicht op in je taalportfolio.
Werkmodel 3: Woordenlijst
© Uitgeverij Edu’Actief b.v.
3
> Casus Gerard woont binnen Begeleid Wonen in een woonwijk vlak bij een winkelcentrum. Gerard heeft hulp nodig om zelfstandig te kunnen wonen want hij is zwakbegaafd. Hij heeft moeite met het nemen van beslissingen en handelt soms impulsief. Gerard kan op onverwachte momenten erg kwaad worden. Als Gerard terugkomt van zijn dagbesteding, gaat hij graag even naar het winkelcentrum. Wat rondkijken, maar het liefst wat kopen. Vaak geeft Gerard al zijn geld voor de hele week in 1 dag uit. Vervelend voor hem én voor de begeleiding want op de overige dagen van de week is Gerard boos omdat hij geen frisdrank en dvd’s kan kopen. Gerard krijgt iedere week € 150,- zakgeld en kleedgeld. Jij werkt als begeleider bij de woonvorm van de stichting Evenwicht en hebt als taak Gerard en de andere bewoners te helpen zo zelfstandig mogelijk te functioneren. Tijdens een overleg besluit je team dat jij de opdracht krijgt Gerard te helpen om te gaan met zijn geld. Je teamleider vraagt je een werkvorm te bedenken die ook voor andere mensen met een beperking werkt en wil een overzicht van de kosten van deze werkvorm.
Gerard koopt een nieuwe broek, zijn zakgeld is alweer op.
4
Begeleiden van cliënten bij het beheren van geld
Opdracht
> Opdrachtgever De stichting Evenwicht is de eigenaar van de woonvorm. Jij en je collega’s zijn in dienst van deze stichting. Je teamleider binnen deze stichting is je opdrachtgever. Je docent/begeleider treedt op als de vertegenwoordiger van de opdrachtgever. Als je vragen hebt over de opdracht kun je deze aan je docent/begeleider stellen.
> Omschrijving opdracht Maak een geldkoffer voor Gerard. De koffer moet door de stichting Evenwicht ook gebruikt kunnen worden om andere mensen met een lichte verstandelijke beperking te leren omgaan met geld. De geldkoffer bevat drie producten: • een werkboek voor Gerard voor het beheren van zijn geld • een fotoboekje over betalen, sparen en de verleidingen van kopen en lenen • een gezelschapsspel met tips en trucs over het omgaan met geld • een handleiding over het gebruik van de geldkoffer voor begeleiders van cliënten met een lichte verstandelijke beperking en zwakbegaafde cliënten.
> Producteisen Inhoud van de geldkoffer Er is een onderverdeling in drie vakken met daarop de verschillende onderwerpen van de koffer. Er zit een werkboek in met de volgende invulschema’s: • een invulschema voor het ordenen van papieren • een weekoverzicht van inkomsten en uitgaven • een maandoverzicht van inkomsten en uitgaven • een schema over keuzes maken op basis van je inkomen. Het werkboek is een hulpmiddel bij budgetteren. Er worden eenvoudige taal en plaatjes ter verduidelijking gebruikt. Er is een fotoboekje over betalen, sparen en de verleidingen van kopen en lenen met antwoord op de volgende vragen: • Hoe werkt sparen bij de bank? • Hoe werkt geld opnemen bij een geldautomaat? • Hoe werkt sparen thuis? • De verleidingen in de winkel of op internet. Het fotoboekje kan tijdens een gesprek tussen cliënt en begeleider als leidraad dienen en kan de onderwerpen verduidelijken. Het fotoboekje heeft maximaal 12 pagina’s op A4-formaat en bevat weinig tekst. Er is een gezelschapsspel toegevoegd met tips en trucs over het omgaan met geld. Het spel: • is een bordspel • is gemaakt van karton • bevat alle benodigde spelonderdelen, zoals pionnen en dobbelsteen • kan door de doelgroep zonder veel uitleg gespeeld worden • kan door twee personen, de cliënt en de begeleider, gespeeld worden • duurt maximaal 20 minuten en kan de cliënt op speelse wijze leren omgaan met geld.
© Uitgeverij Edu’Actief b.v.
5
Vormgeving van de koffer • Het is een cassettekoffer, ingedeeld in vakken. • Hij is stevig en gebruiksvriendelijk. • De koffer is aantrekkelijk voor de doelgroep. Handleiding Bij de geldkoffer zit een handleiding van maximaal zes pagina’s voor de begeleider van de cliënt. Deze bevat de volgende zes onderwerpen: Gebruik van de koffer • inhoudsopgave van de geldkoffer • tips voor het gebruik van de verschillende onderdelen van de geldkoffer. De doelgroep • kenmerken van de doelgroep licht verstandelijk beperkten Wetten en regels • informatie over de drie wetten over zorg aan mensen met een verstandelijke beperking en de twee manieren waarop geld kan worden uitgekeerd Verantwoordelijkheid • informatie over de drie soorten dienstverlening voor cliënten die niet zelf hun geld kunnen beheren en de verantwoordelijkheid van de begeleider van de cliënt Schulden maken • informatie over het ontstaan van schulden bij de doelgroep Van schulden afkomen • interviewverslag over schuldhulpverlening en schuldsanering.
6
Begeleiden van cliënten bij het beheren van geld
> Het
project
Plan van aanpak Lees het project eerst helemaal door. Begin daarna met de uitwerking van dit project zoals in dit boek beschreven wordt. Stel samen een plan van aanpak op voor het hele project. Zorg dat het plan van aanpak niet meer dan twee A4’tjes lang is. Werk de volgende punten uit: 1. Aanleiding of probleemstelling Hierbij geef je antwoord op de volgende vraag: 'Waar loopt de opdrachtgever tegenaan?' 2. Doelstellingen van de opdrachtgever Behandel hier de vraag: 'Wat wil de opdrachtgever bereiken met het product dat je voor hem maakt?' 3. Beschrijving van de opdracht Ga in op de vragen: 'Wat wordt als resultaat verwacht, hoe moet het worden opgeleverd, aan welke eisen moet de opdracht voldoen?' 4. Betrokken partijen Je werkt in de projectgroep samen met verschillende mensen. Maak afspraken over de werkwijze en leg deze vast in een samenwerkingscontract. 5. Planning en afspraken Maak een planning voor de activiteiten die jullie gaan doen en verdeel daarbij de taken. Houd de opleverdatum goed in de gaten en maak afspraken over wie wat wanneer klaar moet hebben.
Werkmodel 2: Samenwerkingscontract
Laat jullie plan van aanpak beoordelen door je docent/begeleider. Maak een begin met het schrijven van je logboek: • Hoe is het samenwerken verlopen? • Heb je een voldoende bijdrage geleverd? • Hebben jullie duidelijke afspraken gemaakt?
Werkmodel 1: Logboek
Vooronderzoek Om de geldkoffer en de handleiding te kunnen maken, doe je eerst een vooronderzoek. De informatie uit het vooronderzoek kun je straks gebruiken voor de handleiding en de geldkoffer die je gaat maken. Informatie kun je vinden op internet, maar ook in boeken in de schoolbibliotheek. Je maakt van alles wat je aan informatie verzamelt een verslag dat je ter beoordeling voorlegt aan je docent/begeleider.
Kijk voor meer informatie op www.factor-e.nl.
1. De doelgroep Voor de handleiding De doelgroep in dit project bestaat uit cliënten met een lichte verstandelijke beperking. Een andere benaming die hier wel voor wordt gebruikt is zwakbegaafd. Zoek vijf kenmerken van deze doelgroep op die van belang zijn in het kader van dit project. Denk hierbij aan gedrag en leervermogen. Je kunt bijvoorbeeld zoeken op: www.gedragsproblemen-kinderen.info.
© Uitgeverij Edu’Actief b.v.
7
2. Wetten en regels Voor de handleiding A. Mensen zonder een beperking kunnen een beroep doen op wetten die uitgevoerd worden door het ministerie van SZW. Mensen met een beperking krijgen geld uit wetten die door het ministerie van VWS worden uitgevoerd. In Nederland zijn er drie belangrijke wetten die ervoor zorgen dat iedereen die niet zelf kan werken toch geld heeft. Het gaat hier om de Wmo, de AWBZ en de Wtcg. Zet op papier wat er in deze drie wetten is geregeld. De informatie kun je vinden op www.rijksoverheid.nl/ministeries/vws/onderwerpen en op www.mee.nl. B. Mensen met een beperking kunnen op twee verschillende manieren zorg en hulpverlening krijgen. Te weten via het PGB, het persoonsgebonden budget, en via zorg in natura. Zoek uit wat het verschil is tussen beide en zet dat op papier. De informatie kun je vinden op www.rijksoverheid.nl/ministeries/vws/onderwerpen en op www.persaldo.nl. C. Op de site www.persaldo.nl kun je een test doen of het PGB geschikt is voor je. Maak deze test met Gerard in je gedachten: een zwakbegaafde, volwassen man die moeite heeft met het nemen van beslissingen en soms impulsief handelt. Vind jij het persoonsgebonden budget geschikt voor Gerard? Zet je mening op papier en onderbouw deze. 3. Verantwoordelijkheid Voor de handleiding A. Mensen met een beperking kunnen niet altijd zelf hun geldzaken regelen. Er zijn drie soorten hulp geregeld in de wet. Het gaat hier om bewindvoering, mentorschap en de curator. Zet op papier wat elk van deze dienstverleners doet. Zoek ook uit of en welke vergoeding deze dienstverleners krijgen voor hun werk. Je kunt bijvoorbeeld informatie vinden op www.sadra.nl en www.kenniskring.nl. Je kunt ook op internet en in boeken naar informatie zoeken. B. Gerard heeft een bewindvoerder. Vind je dat je als begeleider van Gerard moet overleggen met de bewindvoerder over je plan om Gerard te helpen met zijn geldzaken? Waarom wel of niet? Wie is er eigenlijk verantwoordelijk voor de geldzaken van Gerard? De instelling waar hij woont, de bewindvoerder of jij? Gebruik hiervoor de informatie die je hebt gevonden bij de vorige opdracht. 4. Schulden Voor de handleiding en de geldkoffer A. Om cliënten goed te kunnen helpen, is het van belang te begrijpen hoe schulden ontstaan. Er zijn drie oorzaken te noemen: financiële veranderingen (ontslag), veranderingen in de levensfase (ophouden met werken, kinderen krijgen) en psychosociale problemen (gedragsproblemen en emotionele problemen). Bij mensen met een beperking zijn er vaak psychosociale problemen. Welke psychosociale problemen kunnen een oorzaak zijn van schulden? Geef een opsomming. Je kunt onder andere informatie vinden op de website van het Nibud.
8
Begeleiden van cliënten bij het beheren van geld