Het Vermogen van Geld
Een uitgave van Triodos Bank
Private Banking
Investeren met een missie Nr. 1 Zomer 2013 www.triodos.nl
“Het vermogen is ons als het ware in de schoot geworpen. We mogen er een tijdje van leven en dan moeten we het weer doorgeven aan onze kinderen.”
p3 Als je economen moet geloven, kun je maar beter gewoon je eigenbelang nastreven. Hoogleraar Esther-Mirjam Sent deelt haar visie.
p4 Investeren in idealen: zeven kernvragen Alles wat u wilt weten over impact investment. Wat is investeren met een persoonlijke missie? En hoe wordt maatschappelijk rendement gemeten?
p8 Het Scheepvaartmuseum in Amsterdam kent een eigentijdse financiering. Algemeen directeur Willem Bijleveld vertelt over hoe het museum ruimtes commercieel exploiteert en zo inkomsten genereert.
Private Banking
Door: Gaston Melis Beeld: Floren van Olden
Familiekapitaal “We doen er iets goeds mee en geven het dan door”
Wat doe je als je door een erfenis de beschikking krijgt over een groot vermogen? Anet en Benjamin Nierstrasz kregen zo’n dertien jaar geleden een grote hoeveelheid aandelen in beheer. “Het geeft een prettig gevoel dat we er iets goeds mee kunnen doen.”
Benjamin en Anet Nierstrasz
Erfenis Vanaf de straat zijn de zonnepanelen goed zichtbaar die een aantal jaren geleden op het dak van hun huis zijn gemonteerd. Benjamin en Anet Nierstrasz besloten vooral met het oog op het milieu tot de aanschaf. Want ook al dragen de panelen bij aan de energievoorziening, de investering verdient zich vaak pas na een flink aantal jaren weer terug. De aandacht voor het milieu is een van de twee belangrijke pijlers waar de maatschappelijke betrokkenheid van het echtpaar Nierstrasz op rust. De andere is de culturele sector. Zowel Benjamin (65) als Anet (60) groeide op in een gezin waar muziek maken een belangrijke rol speelde. Dat vertaalde zich bij hen beiden in een blijvende interesse in de culturele sector in het algemeen. Een sector die in Nederland steeds verder in de verdrukking raakt. Niet voor niets besloten ze enkele jaren geleden in deze sectoren te gaan investeren met het geld dat ze in 1999 uit een erfenis hadden verkregen. Dat familievermogen dateert van enkele generaties terug. Eén van Anets overgrootvaders kocht oprichtingsaandelen Shell die naarmate het jonge oliebedrijf uitgroeide tot een multinational aanzienlijk in waarde stegen. Uiteindelijk kwamen die in beheer bij Anets ouders. “Mijn vader is altijd heel wijs omgegaan met het vermogen. Hij vond dat je geld beter kon beleggen in aandelen dan op een spaarrekening zetten. Omdat de inflatie hoger was dan de spaarrente. Later hebben we nog heel wat discussies gevoerd over de oorsprong van het vermogen, zeker toen Shell actief was in Zuid-Afrika ten tijde van de apartheid.”
Duurzame bank
02
Toen het vermogen in 1999 overerfde op Anet, beheerde haar man Benjamin – zelf werkzaam in de financiële sector – de beleggingen via de relatief kleine Crediet en Effectenbank. Maar toen in 2007 de bankencrisis uitbrak en de bank werd overgenomen, besloten Anet en Benjamin op zoek te gaan naar een ander onderkomen voor het vermogen. “De meeste banken kenden een veel te grote macht voor de aandeelhouders en er heerste een waanzinnige bonus-
cultuur. Dat deed voor ons de deur dicht,” licht Benjamin toe. “We zijn daarom in overleg met een bevriende adviseur op zoek gegaan naar een duurzame bank.” Anet: “Een bank die fatsoenlijk met geld omgaat en die, net als wij, respect heeft voor het milieu en maatschappelijke ontwikkelingen. We wilden niet dat ons geld zou worden geïnvesteerd in wapens en vervuilende industrieën.” Ze vonden een bank waar ze konden beleggen in cultuuren natuurfondsen en hebben inmiddels ook het dagelijks beheer van het vermogen uit handen gegeven. Benjamin: “We vertrouwen erop dat de bank daar op de juiste wijze invulling aan geeft.”
Doorgeven
“De natuur en de culturele sector hebben het moeilijk in Nederland, daarom willen we die sectoren structureel ondersteunen”
Dat vertrouwen is belangrijk, want geheel in lijn met de opvattingen van haar ouders vindt Anet dat ook zij en haar man het vermogen weer moeten overdragen. “Het is ons als het ware in de schoot geworpen. Ik heb daarom altijd het gevoel gehad dat het niet echt van ons is. We mogen er op letten, er iets goeds mee doen, we mogen er een tijdje van leven en dan moeten we het weer doorgeven aan onze kinderen.” Dat ‘goed doen’ vertaalt zich niet alleen in het beleggen in natuur en cultuur, maar ook in schenkingen die ze deden aan organisaties die het goed kunnen gebruiken, zoals Natuurmonumenten, het Rijksmuseum, het Concertgebouw en de Bachvereniging. “Die donaties waren eenmalig,” zegt Anet, “maar we willen ze nu ook jaarlijks gaan ondersteunen, want de natuur en de culturele sector hebben het moeilijk in Nederland.” Daarnaast heeft het vermogen ze de kans geboden om te stoppen met werken, waardoor ze nu vrijwillig tijd en energie kunnen steken in een hospice in De Bilt. Anet zet zich daar als oud-verpleegkundige in als zorgvrijwilliger en Benjamin kookt één keer in de week voor de patiënten. “Maar het belangrijkste is dat we geen geldzorgen hebben en dat we onze kinderen hebben kunnen bijstaan bij hun studies. En dat we in staat zijn om straks ook te kunnen bijspringen, mocht het nodig zijn. Want ik denk dat zij het in deze tijden veel lastiger hebben.”
Private Banking
Beeld: Erik van ‘t Hullenaar
2 visies op investeren met een missie “Verbeter de wereld: begin” Waarom zou je je vermogen in lijn brengen met je persoonlijke missie of waarden? Investeren met een persoonlijke missie mag dan goed zijn voor je eigen geweten, het is niet ook noodzakelijk goed voor je eigen portemonnee. Esther-Mirjam Sent columnist
Gezien het geringe aandeel van missie-gerelateerd investeren in het totaal aantal investeringen wereldwijd, is het ook nog eens een druppel op de gloeiende plaat. Als je economen moet geloven, kun je maar beter gewoon je eigenbelang nastreven. In navolging van de Wealth of Nations van Adam Smith dachten economen jarenlang dat de vrije markt er zorg voor zou dragen dat het nastreven van eigenbelang de samenleving als geheel ten goede zou komen. Wat zij daarbij over het hoofd zagen, is dat Adam Smith ook de auteur is van de Theory of Moral Sentiments, waarin hij betoogde dat marktwerking slechts werkt als er een sociaal contract is waarin bijvoorbeeld naastenliefde een plaats krijgt. De pijnlijke gevolgen van deze economische dwalingen zijn genoegzaam bekend. Zelfs een van de grootste fans van de Wealth of Nations, Alan Greenspan, oud- voorzitter van de Amerikaanse Federal Reserve, heeft dat inmiddels ruiterlijk toegegeven: “Ik heb de fout gemaakt te veronderstellen dat het eigenbelang van organisaties, in het bijzonder banken en anderen, zodanig was dat ze de beste bescherming boden voor de aandeelhouders en hun vermogen in de bedrijven.” Als Alan Greenspan zich samen met de economen had verdiept in de verschillende Europese sociaal-economische systemen, dan had deze fout voorkomen kunnen worden. Hierbij is vooral het zogenaamde Scandinavische systeem interessant. Naast Denemarken, Finland, Noorwegen en Zweden, valt Nederland ook in deze categorie van landen met een relatief grote verzorgingsstaat, oftewel met relatief veel aandacht voor de naastenliefde uit de Theory of Moral Sentiments.
Esther-Mirjam Sent is hoogleraar Economische Theorie en Economisch Beleid aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Daarnaast is zij lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal en lid van het Sustainable Finance Lab.
Wat het Scandinavische systeem nu zo opmerkelijk maakt, is dat landen die tot deze categorie behoren gekenmerkt worden door een relatief hoge arbeidsparticipatie alsmede een laag risico van armoede. Oftewel, zij weten hoge efficiëntie met grote gelijkheid te combineren. Kortom, een goed gevulde portemonnee en een goed geweten kunnen prima samengaan. Laat het Scandinavische systeem dan ook een inspiratie zijn voor het combineren van de Wealth of Nations en de Theory of Moral Sentiments, en voor missie-gerelateerd investeren. Om met mijn favoriete filosoof Loesje te spreken: “Verbeter de wereld: begin.” En dan graag met missiegerelateerd investeren.
‘Impact investing’ is hot anno 2013. Een prachtig concept dat bijdraagt aan het oplossen van maatschappelijke problemen. Helaas wordt het begrip te pas en te onpas gebruikt waardoor vaak onduidelijk is wat wordt bedoeld. Karen Maas columnist Alle investeringen leiden tot sociale, economische en milieu-effecten. Toch kijken investeerders voornamelijk naar het financiële rendement. Maar de aandacht voor sociale- en milieu-effecten is de laatste jaren sterk toegenomen. Inmiddels worden de milieu-, socialeen governance-aspecten (ESG) meegewogen bij 13,6 triljoen (dus 13,6 miljard keer een miljard) dollar aan beleggingen en investeringen. Dit is 17% van het totaal beheerd vermogen wereldwijd. Dat blijkt uit de ‘Global Sustainable Investment Review 2012’ van de Global Sustainable Investment Alliance (GSIA). Met deze investeringen verwachten de beleggers negatieve maatschappelijke impact te vermijden. Een klein gedeelte van deze ESG-beleggingen wordt impact investing genoemd, Daarbij gaat het om méér dan het uitsluiten van negatieve effecten en draait het om het genereren van positieve en meetbare maatschappelijk impact. Impact investing zijn investeringen in bedrijven, organisaties of fondsen met als doel om naast financieel rendement, ook positieve en meetbare sociale en milieu-effecten te genereren. Bijvoorbeeld door het creëren van werkgelegenheid voor specifieke doelgroepen. Of door het verduurzamen van de
energievoorziening. Hoewel impact investeringen positieve maatschappelijke effecten beogen, kunnen ze toch ook negatieve effecten hebben. Neem investeren in zonne-energie. Schadelijke luchtemissies worden ermee voorkomen, maar bij de productie van zonnepanelen kunnen de gebruikte stoffen wel leiden tot gezondheidsrisico’s. Daarom is het van belang om álle aspecten van investeringen te meten. Maar hoe doe je dat? De methodieken om de maatschappelijke impact van investeringen in kaart te brengen, staan nog in de kinderschoenen. Bepalen van de maatschappelijke impact gaat in een aantal stappen. Eerst moeten de belangrijke indicatoren in kaart worden gebracht en geselecteerd. Hiermee bepaal je wat je wilt meten. Vervolgens kan een impactmeting bepalen welk effect de impact investeringen hebben op de geselecteerde indicatoren. Hierbij is het van belang om in beeld te krijgen welke bijdrage de investering levert ten opzichte van een vergelijkingssituatie. Dit wordt een ‘counterfactual’ genoemd. Zo’n vergelijking voer je uit door bijvoorbeeld een impact investering te vergelijken met een traditionele investering. De resultaten van deze meting tonen aan of de impact investering
inderdaad netto positieve effecten heeft. In het geval van zonnepanelen zal de impactmeting aantonen hoeveel CO2 er wordt bespaard ten opzicht van een investering in de conventionele energieopwekking. En of deze positieve effecten opwegen tegen de potentiële negatieve gezondheidseffecten. Tegenwoordig claimen vrijwel alle financiële partijen mogelijkheden voor impact investing te bieden. Toch zijn er nog weinig partijen die hun impact helder meten. En zijn er niet veel partijen die daadwerkelijk sturen op maatschappelijke impact. De vraag is dus hoe serieus we de huidige mogelijkheden voor impact investing eigenlijk kunnen nemen. De intentie en de mogelijkheden zijn er. Nu gaat het om de volgende stap: meten en sturen. Zodat we met ons geld daadwerkelijk een positieve maatschappelijke bijdrage kunnen leveren. Karen Maas is assistent-professor bij Erasmus School of Economics. Daarnaast is zij wetenschappelijk directeur van de Corporate Social Responsibility executive opleidingen van de Erasmus School of Accounting & Assurance. Zij doet onderzoek naar impact meting, impact investing en het strategisch sturen op duurzaamheid.
Van ‘investeren met impact’ naar ‘impact investing’
03
Private Banking
Door: Laetitia de Leede, Tobias Reijngoud
Investeren in idealen: zeven kernvragen
2
Hoe meet je het maatschappelijk rendement van een investering?
1
Investeren met een persoonlijke missie: wat is dat? Investeren met een financieel én positief maatschappelijk rendement: dat is de kortste omschrijving van missie-gerelateerd investeren. In het Engels wordt het begrip ‘mission related investment’ (MRI) gebruikt, soms afgewisseld met ‘impact investment’. Het zijn relatief nieuwe begrippen, maar ze burgeren snel in. Het bewustzijn bij beleggers groeit. Het besef breekt door dat eenzijdig streven naar maximaal financieel rendement tot maatschappelijke schade kan leiden. En anderzijds dat bewust beleggen juist van toegevoegde waarde kan zijn voor de samenleving. Streven naar positief maatschappelijk rendement is een evenwichtige benadering. Aan de basis ervan liggen de drie P’s: people, planet, profit. Investeringen leveren niet alleen financiële winst op (profit), maar dragen ook bij aan bijvoorbeeld de sociale cohesie in de samenleving (people) en aan de kwaliteit van het milieu (planet). Het veelvuldig gebruik van begrippen als impact investing leidt soms tot onduidelijkheid over wat er precies mee wordt bedoeld. Ze worden te pas en te onpas gebruikt. Vaak in combinatie met ‘duurzaam beleggen’ en ‘sociaal verantwoord beleggen’. Bijna elke vermogensbeheerder en elke bank vult de termen anders in. Soms wordt alleen bedoeld: we investeren niet in zaken als wapenhandel en kinderarbeid. Andere partijen gaan verder dan het uitsluiten van negatieve maatschappelijke effecten. Zij investeren in positieve verandering in de samenleving, bijvoorbeeld door de ontwikkeling van duurzame energie te bevorderen.
78% growth stage
51% venture stage
04
seed/start-up stage
18%
mature private companies
33%
mature, publicly traded companies
9%
3
5% van de ondernemers meet de SROI
Figuur 1 Ongeveer de helft van de Nederlandse bedrijven die maatschappelijk verantwoord ondernemen, meet zijn maatschappelijk rendement niet. Bedrijven die wel meten, gebruiken vaak specifieke indicatoren of kijken naar hun ‘bereik’. Denk aan een indicator als ‘reductie in CO2uitstoot’ (bijvoorbeeld als gevolg van een innovatieve techniek). Bron: McKinsey&Company, Opportunities for the Dutch Social Enterprise Sector, 2011
Vaststellen van het financieel rendement van een investering is eenvoudig. Meten van het maatschappelijk rendement is daarentegen gecompliceerder. Veel maatschappelijke doelstellingen zijn breed en moeilijk te vertalen in criteria. Neem een begrip als ‘levenskwaliteit’: een van de kernbegrippen uit de missie van Triodos Bank. Hoe bepaal je of je op weg bent naar je doel: een samenleving waarin de levenskwaliteit wordt bevorderd. Ongeveer de helft van de Nederlandse bedrijven die maatschappelijk verantwoord ondernemen, meet zijn maatschappelijk rendement niet. Dat blijkt uit onderzoek van consultancybureau McKinsey (zie figuur 1: hieronder). Toch is meten van maatschappelijk rendement niet onmogelijk. Er zijn inmiddels instrumenten voor ontwikkeld, zoals door Global Reporting Initiative (GRI). Die geven met criteria als de CO2-uitstoot van een bedrijf, een goed beeld van de milieuprestaties. Ook de sociale prestaties kunnen gemeten worden. Bijvoorbeeld aan de hand van het aantal kinderen in ontwikkelingslanden dat dankzij een investering naar school kan. Met zulke concrete criteria is het mogelijk om te bepalen of een abstract doel als ‘levenskwaliteit’ dichterbij komt. Om bij het onderwijs te blijven: kwaliteit van leven hangt deels af van de vraag of mensen in staat worden gesteld om zich te ontwikkelen en om onderwijs te volgen. (nog) geen meting van sociale impact
43%
meting van specifieke impact
22%
meting van bereik
20%
meting van combinatie 9% specifieke impact en bereik meting sociale opbrengst 5% van de investering (SROI)
Gevestigde bedrijven of een start-up?
Als je wilt investeren kun je kiezen voor gevestigde, vaak beursgenoteerde ondernemingen. Maar je kunt ook beleggen in een jong, klein en innovatief bedrijf. Wie voor de eerste optie kiest, kiest voor een relatief beperkt financieel risico. Anderzijds zijn gevestigde bedrijven niet altijd even vooruitstrevend op het gebied van duurzaamheid en het laten meewegen van hun maatschappelijk rendement. Er zijn weliswaar steeds meer grote bedrijven die het belang van duurzaamheid inzien, toch gaat de koersverandering naar duurzaamheid soms relatief langzaam. Investeerders die meer vaart willen maken, kunnen kiezen voor de andere optie en hun geld steken in een jong bedrijf. Dergelijke start-ups kunnen bijzonder innovatief zijn, ook op het gebied van het realiseren van maatschappelijk rendement. Start-ups zijn per definitie klein, maar als ze succes hebben kunnen ze een grote maatschappelijke bijdrage leveren. Áls ze succes hebben. Want er is nog een andere kant van de medaille. Een investeerder die belegt in een startende onderneming, loopt relatief grote risico’s. Je moet als investeerder dus veel ‘ondernemersgevoel’ hebben, bijvoorbeeld doordat je zelf ook ondernemer bent. Want dan ben je beter in staat om in te schatten of de startup goed bezig is. Waarmee ook direct een ander belangrijk aspect is genoemd: wie investeert in een jonge ondernemer, doet dat in veel gevallen rechtstreeks. En niet via een bank of beleggingfonds. De investeerder zal dus intensief bij de startende ondernemer betrokken zijn. Dat moet je willen en kunnen.
Figuur 2 Veel beleggers (78%) die zich richten op impact investment, investeren hun geld bij voorkeur in gevestigde bedrijven. Dat blijkt uit recent wereldwijd onderzoek van J.P. Morgan, in opdracht van het Global Impact Investing Network (GIIN). Slechts 18% van de idealistische beleggers richt zich ook op start-ups. Bron: J.P. Morgan, Perspectives on Progress - The Impact Investor Survey, 2013
Private Banking
Wat is impact investing? Levert het ook financieel genoeg op? En als je een maatschappelijk rendement wilt realiseren, kun je je geld dan niet beter schenken aan goede doelen? De wereld van missiegerelateerd investeren is relatief jong. Maar groeit snel.
46%
4
Welke investeringsmogelijkheden zijn er voor de belegger met idealen?
VAN DE BELEGGERS INVESTEERT IN MEERDERE SECTOREN
Financieel en maatschappelijk rendement staan niet in een bepaalde verhouding tot elkaar. Wel kun je zeggen dat kortetermijndenken over het algemeen geen gunstig effect heeft op het maatschappelijk rendement. Terwijl die manier van denken vaak juist wél goed uitpakt voor het financieel rendement. Wie zich dus richt op het realiseren van maatschappelijk rendement, zal naar de langere termijn moeten kijken. Je moet niet willen ‘scoren’ en ‘cashen’ op kwartaalbasis. Op korte termijn lijkt het boeken van financieel en maatschappelijk rendement dus soms lastig met elkaar te combineren. Op de wat langere termijn is dat ‘dubbele rendement’ vaak beter mogelijk. Want het nemen van maatschappelijke verantwoordelijkheid kan een onderneming uiteindelijk ook financieel voordeel opleveren. Bijvoorbeeld doordat die verantwoorde houding leidt tot een positief bedrijfsimago, en daarmee tot meer klanten of een hogere omzet.
57% 51%
47% 46% 45%
44%
43% 36%
Figuur 3 Partijen die zich richten op impact investment beleggen onder meer in sectoren zoals landbouw en voeding, gezondheidszorg, micofinanciering, onderwijs, woningbouw en energie. Het overgrote deel (86%) van de beleggers spreidt zijn activiteiten en investeert in meerdere sectoren. Bron: J.P. Morgan, Perspectives on Progress The Impact Investor Survey, 2013
7
Hoe zit het met het risico van missie-gerelateerd investeren? Als het gaat om de risico’s van missie-gerelateerd investeren, is er geen verschil met investeringen die zich alleen richten op financieel rendement. Er zijn vele soorten beleggingen. Allemaal hebben ze hun eigen risicoprofiel. Soms wordt gedacht dat missie-gerelateerd investeren of impact investing altijd gaat over het investeren in een klein, innovatief en startend bedrijf. En dus over een investering met veel risico. Maar dat is een misverstand. Wie wil investeren met een positief maatschappelijk rendement, kan zich ook richten op gevestigde bedrijven. Dat kan hij rechtstreeks doen of via een vermogensbeheerder of een bank. Het risicoprofiel van de investeerder moet leidend zijn bij de keuze waarin hij investeert. Vragen die meespelen zijn: wat is mijn vermogens- en inkomenssituatie? Welk financieel rendement heb ik nodig om aan mijn verplichtingen te voldoen? Die vragen gelden zowel voor beleggende particulieren als voor stichtingen en andere instellingen.
6
Investeren, lenen of schenken: wat te doen?
OVERIGE
INFORMATIE EN COMMUNICATIE TECHNOLOGIE
WATER
ENERGIE
HUISVESTING
ONDERWIJS
MICROFINANCIERING
FINANCIËLE DIENSTEN
EXCL. MICROFINANCIERING
31% 30%
GEZONDHEIDSZORG
86%
van de beleggers investeert in microfinanciering
LANDBOUW & VOEDING
Steeds meer bedrijven en projecten richten zich op het realiseren van een positief maatschappelijk rendement. Dat is goed nieuws, want het betekent: toenemende mogelijkheden om te investeren met idealen. Toch is de absolute omvang van het aanbod aan investeringsmogelijkheden nog relatief beperkt. Partijen die zich richten op impact investment beleggen onder meer in sectoren zoals landbouw en voeding, gezondheidszorg, microfinanciering, onderwijs, woningbouw en energie. Dat blijkt uit recent wereldwijd onderzoek van J.P. Morgan (zie figuur 3: hiernaast). Deze studie werd uitgevoerd in opdracht van het Global Impact Investing Network (GIIN). Dit is een internationale organisatie die zich richt op het bevorderen en ontwikkelen van de mogelijkheden voor impact investment. De organisatie werd in 2009 opgericht door verschillende partijen die zich bezighouden met missie-gerelateerd investeren. Triodos Investment Management (TIM) is een van de leden van GIIN.
5
Hoe staan maatschappelijk en financieel rendement tot elkaar in verhouding? Levert impact investing financieel wel voldoende op?
Naast investeren, kun je ook bijdragen aan positieve verandering in de samenleving door geld uit te lenen of door te schenken. Het verschil tussen investeren of lenen enerzijds en geld schenken anderzijds is uiteraard allereerst financieel. Wie investeert of een krediet verstrekt, richt zich ook op een financieel resultaat. Hij wil de investering of het geleende geld uiteindelijk terug, met rendement. Investeren of lenen stimuleert het ondernemerschap van de ontvanger. Die moet immers aan de slag om een positief financieel resultaat te boeken. Wie geld schenkt, hoeft niets terug. Althans: geen geld. In die zin is schenken de ultieme vorm van impact investment. Alleen het maatschappelijk rendement telt. Geld schenken heeft veel voordelen. Fiscaal is het vaak aantrekkelijk. Maar belangrijker: je kunt er initiatieven mee steunen die (nog) niet financieel winstgevend, maar wél waardevol zijn. Echte vernieuwing begint bijna altijd in een omgeving waar mensen zich vrij kunnen ontplooien. Een schenking geeft mensen die vrijheid. Vanuit de ontvanger bezien heeft een schenking een andere functie dan een investering of een bancair krediet. Aan een investering en een lening zitten financiële verplichtingen vast. Bij een schenking gaat het om echt ‘vrij’ geld. Het is een bijdrage waar in zekere zin geen financiële tegenprestatie tegenover staat. Toch is dat laatste niet helemaal waar. Want iemand die geld schenkt mag wel een bepaalde verdeling verwachten tussen het gedeelte van de gift dat aan de kernactiviteit wordt besteed, en het gedeelte dat wordt gereserveerd voor bijvoorbeeld bedrijfskosten.
05
Private Banking
CV RONALD VAN DER GIESSEN Het Oranje Fonds bevordert betrokkenheid en sociale samenhang in de samenleving. Ronald van der Giessen is sinds 2003 directeur van het fonds. Daarvoor was hij directeur van de Nationale Postcode Loterij. Kijk voor meer informatie op www.oranjefonds.nl
Door: Tobias Reijngoud
De ‘R’ van missie Beeld: Erik van ’t Wout (portret Ronald van der Giessen), Ruben Timman
Het was een logische stap in de ontwikkeling van ons fonds, om het beheer van ons vermogen in lijn te brengen met onze missie. Dat zegt Ronald van der Giessen, directeur van het Oranje Fonds. “Maar het vereiste wel een totaal nieuwe manier van denken. We waren gewend om te denken aan maximaal rendement.”
06
Ronald van der Giessen
Het Oranje Fonds wil de cohesie en sociale betrokkenheid in de samenleving versterken, vertelt Van der Giessen. Hij is sinds 2003 directeur van het fonds. “Tot een aantal jaren geleden vroeg niemand zich af hoe het beheer van ons vermogen daaraan zou kunnen bijdragen. Het zat gewoon niet tussen de oren bij bestuur, medewerkers en financieel adviseurs.”
Het Oranje Fonds investeert het eigen vermogen sinds een aantal jaar grotendeels in duurzame beleggingen. Het grootste deel (70%) is via twee banken, respectievelijk Triodos Bank en Staalbankiers, belegd in onder andere obligaties. Een kleiner gedeelte is belegd in duurzaam vastgoed en aandelen. Een deel van de aandelenportefeuille bestaat uit certificaten van aandelen van Triodos Bank.
Het Oranje Fonds bestaat, onder verschillende namen, al sinds 1944. Van der Giessen: “In die bijna 70 jaar waren we vooral bezig met de vraag: hoe geven we ons geld uit en welke projecten steunen we? We keken niet naar de andere kant van het verhaal: kan de bron van een deel van onze inkomsten – ons vermogen zelf – óók een bijdrage leveren aan onze missie? Als het ging om het vermogensbeheer, was het realiseren van een zo hoog mogelijk financieel rendement de leidende gedachte. Want met een maximaal rendement kunnen we ons werk optimaal doen en veel mooie projecten ondersteunen. Dat was een tamelijk simpele gedachte.”
koning en koningin
Hartverwarmend
Het bewaken en versterken van de reputatie van het Oranje Fonds is extra belangrijk vanwege het beschermpaar van het fonds: koning Willem-Alexander en koningin Máxima. Van der Giessen: “Als er twijfels zouden ontstaan over onze reputatie en onze activiteiten, tast dat ook de reputatie van ons beschermpaar aan. Dat kan niet.”
En ook helemaal geen vreemde gedachte. Want er is op zichzelf geen speld tussen te krijgen, meent Van der Giessen. “Als fonds zijn we dagelijks bezig met het ondersteunen van initiatieven van betrokken burgers. We steunen mensen die anderen helpen of die sociale projecten opzetten in hun straat of wijk. In totaal gaat het jaarlijks om bijna 8.000 hartverwarmende projecten. Daar gaat al onze energie in zitten. En terecht.” Toch realiseerde het Oranje Fonds zich rond het jaar 2005 dat deze benadering te eenzijdig was. “Wij willen de sociale cohesie in de samenleving versterken. Dan ontkom je niet aan de vraag wat dat betekent voor je vermogensbeheer”, meent Van der Giessen. “Ik kan lastig aangeven waarom die vraag juist rond 2005 opkwam. Het hoort gewoon bij deze tijd. Bewust omgaan met geld staat in de belangstelling.” Het Oranje Fonds is een hybride fonds met een eigen vermogen van ongeveer 180 miljoen euro. Met het rendement op het vermogen bekostigt het fonds de eigen organisatie. Een ander deel van de inkomsten komt van externe bronnen, zoals de Nationale Postcode Loterij, de Lotto, donateurs en giften. Die inkomsten besteedt het fonds volledig aan het financieren van projecten en initiatieven.
Van der Giessen: “Toen we rond 2005 begonnen met het nadenken over het doel van ons vermogensbeheer, realiseerden we ons al snel één ding. Het Oranje Fonds is reputatie. Wij kunnen ons werk alleen effectief doen, als onze reputatie onomstreden is. We moeten alle kritiek kunnen doorstaan. Anders verliezen we onze geloofwaardigheid en zijn we niet meer in staat om geld aan te trekken voor onze activiteiten. Juist vanwege de waarde van onze reputatie, is het van belang dat alles wat we doen een bijdrage levert aan onze missie. Dat geldt ook voor ons vermogensbeheer.”
Stichting Prago Avondschool is deelnemer van het Oranje Fonds Groeiprogramma en biedt ‘s avonds educatie voor oud-leerlingen van het speciaal onderwijs.
“Wij willen de sociale cohesie in de samenleving versterken. Dan ontkom je niet aan de vraag wat dat betekent voor je vermogensbeheer”
Toen eenmaal het belang van de reputatie van het fonds helder was, zijn de uitgangspunten van het vermogensbeheer verder uitgewerkt. Die uitgangspunten zijn samen te vatten in vijf ‘R-ren’. Naast de ‘R’ van reputatie gaat het om die van relevantie. Alles wat het fonds doet moet relevant zijn voor de missie. Ook het vermogensbeheer. De derde ‘R’ is die van rust. Van der Giessen: “Ik wil het vermogensbeheer goed organiseren zodat we er weinig omkijken naar hebben. We willen al onze energie steken in het ondersteunen van projecten.” Het boeken van een concreet resultaat – de vierde ‘R’– is ook uitgangpunt. Het Oranje Fonds wil beleggen in dingen die een zinvol en tastbaar resultaat opleveren voor de samenleving. Tot slot is het vermogensbeheer gericht op financieel rendement. Want het fonds heeft uiteraard inkomsten nodig. Het doel is een gemiddeld rendement van 3,5 tot 4%. Dat is de afgelopen jaren ruimschoots gerealiseerd. In 2012 was het iets meer dan 6%.
Private Banking
column Albert van Zadelhoff
Het Vermogen van Geld Zoals gezegd is het vermogensbeheer van het Oranje Fonds sinds een aantal jaar maximaal duurzaam. “We beleggen bij voorkeur in activiteiten die de cohesie in de samenleving versterken”, aldus Van der Giessen. “Terugkijkend op het proces dat we hebben doorlopen, realiseer ik me dat het veel tijd heeft gekost. We begonnen de discussie in 2005, maar pas een jaar of vijf later was het vermogensbeheer ‘om’. Het was een intensief proces.” Dat komt onder andere doordat je er in de ogen van Van der Giessen niet voor kunt kiezen om slechts deels duurzaam te beleggen. “Wij zijn alleen geloofwaardig als al onze activiteiten meewerken aan het realiseren van onze missie. We kunnen dus niet volstaan met een duurzame beleggingsportefeuille van bijvoorbeeld tien procent. Dat zou een loos gebaar zijn. Onze filosofie dwong ons tot maximale duurzaamheid.” Het betekende grondig onderzoek naar de toenmalige beleggingsportefeuille en naar alternatieve mogelijkheden. Van der Giessen: “Het leidde tot intensieve discussies
Beeld: Onno Roozen
Intensief proces
Investeren met een missie wint sterk aan aantrekkingskracht. Logisch, want door te investeren met een missie zet je als belegger je vermogen aan het werk met een duurzame hefboom.
“Uiteindelijk wordt duurzaam ondernemen de norm, niet de uitzondering” Hierdoor krijgen ondernemingen met een maatschappelijke missie meer armslag. En wanneer het vermogen zorgvuldig wordt beheerd, levert het ook nog eens een prima financieel rendement op. Het maakt hierbij in principe niet uit of u een particuliere belegger bent of bestuurder van een vermogensfonds. Toch moeten we vaststellen dat de markt van missiegerelateerd investeren betrekkelijk klein is; met een marktaandeel van vijf procent is er nog een wereld te winnen.
“Het Oranje Fonds is reputatie. Wij kunnen ons werk alleen effectief doen, als onze reputatie onomstreden is” met medewerkers en bestuur. Die gesprekken gingen niet zozeer over het doel, want daar stond iedereen vrij snel achter. We hadden het vooral over de uitwerking.” De aanpassing van het vermogensbeheer leidde tot het beëindigen van relaties met toenmalige vermogensbeheerders. “Ook dat kost tijd en moet je zorgvuldig doen. Sommige relaties gingen al vele jaren terug. Aan de andere kant is ook voor het opbouwen van nieuwe relaties tijd nodig. Wij zijn een groot fonds en voor beheerders een eervolle partij om in portefeuille te hebben. Iedere beheerder zit hier dus keurig netjes aan tafel. Maar omdat we met onze vermogensbeheerders jaren vooruit willen, moeten we elkaar eerst echt goed leren kennen. Vertrouwen opbouwen kost tijd. Ik heb veel gesprekken gevoerd met beheerders. Maar ook mijn oor te luisteren gelegd bij hun klanten.” De nieuwe aanpak van het vermogensbeheer heeft het Oranje Fonds grotendeels zelf vormgegeven, zegt Van der Giessen. “We hebben gaandeweg geleerd. Wij zijn een van de eerste grote fondsen die het vermogensbeheer bewust afstemt op de missie. Er waren weinig voorbeelden waar we van konden afkijken. Inmiddels zijn er andere partijen die ook deze weg op gaan. Ik kan het iedereen aanraden. Voor zowel particulieren als voor organisaties is het van belang om dingen in de wereld te zetten die werkelijk van waarde zijn. Daar kan je vermogensbeheer aan bijdragen.”
Het ‘momentum’ is er. We staan immers voor een aantal cruciale vraagstukken, zoals grondstoffenschaarste, afnemende biodiversiteit en inkomensongelijkheid in de wereld. Om er maar een paar te noemen. Tegelijkertijd zien we dat steeds meer mensen niet langer wachten op een oplossing van bovenaf, maar zelf vorm geven aan een economie die groener, menselijker en innovatiever is. Geld speelt daarbij een belangrijke rol, omdat we de veranderkracht ervan kunnen benutten om deze positieve beweging te helpen versnellen. Steeds meer particuliere klanten vragen zich af wat een bank eigenlijk doet met hun geld. Zij willen het besteden of investeren op een manier waar ze ook echt achter kunnen staan. Ook onder bestuurders van vermogensfondsen en goede doelen groeit het besef dat hun maatschappelijke relevantie toeneemt als ze niet alleen kijken welke projecten hun organisatie zou kunnen ondersteunen. Daarom brengen ook zij het beheer van hun vermogen steeds vaker in lijn met hun missie. Dat mag je overigens ook wel verwachten. Het zou immers slecht te rijmen zijn als je je aan de ene kant inzet voor maatschappelijke projecten, en tegelijkertijd bij het beheer van je vermogen geen aandacht geeft aan de effecten van hoe dit wordt belegd. Ik zie dan ook grote kansen in de markt voor investeren met een missie. Ook bij het selectief beleggen op de beurs. Het stimuleert raden van bestuur van grote bedrijven om hun duurzame prestaties te verbeteren. En belangrijker: uiteindelijk wordt duurzaam ondernemen de norm, niet de uitzondering. Want naast de maatschappelijke opbrengsten zijn ook de beleggingsrendementen en dus financiële resultaten goed. Verrassend? Wat mij betreft niet. Ook een verhelderende studie van de Harvard Business School uit 2012 laat zien dat bedrijven die zich duurzaam gedragen, zich positief onderscheiden van hun meer traditionele collega’s. Zowel in winst als in beleggingsprestaties. Overigens zijn de onderliggende succesfactoren helemaal niet nieuw: langetermijndenken en het actief betrekken van meerdere belanghebbenden bij belangrijke beslissingen.
CV Albert van Zadelhoff Sinds 2005 is Albert van Zadelhoff directeur van Triodos Bank Private Banking. Daarvoor deed hij ruime ervaring op met private banking in binnen- en buitenland.
Een offer you can’t refuse, zou je zeggen. Alleen maak ik in de praktijk nog vaak mee dat het belang van investeren met een missie wel al wordt ingezien, maar nog niet in de praktijk gebracht. Bijvoorbeeld bij pensioenfondsen. Doorgaans strandt bij hen de behoefte aan het verduurzamen en maatschappelijk laten bijdragen van hun beleggingen in (deels zelfgekozen) regelgeving en eisen. Om het eerder genoemde momentum een echte duurzame impuls te kunnen geven, hebben we dus persoonlijk leiderschap nodig. Particuliere beleggers, bestuurders van vermogensfondsen en fondsenwervende instellingen, raden van bestuur van pensioenfondsen – die er allemaal expliciet voor kiezen om hun waarden te laten doorklinken in hun beleggingen. Wat voor dit leiderschap nodig is, is volgens mij in één woord. Moed.
07
Private Banking
CV Willem Bijleveld (1952) studeerde astronomie in Leiden. In 1984 werd hij adjunctdirecteur van het Omniversum in Den Haag. In de jaren negentig was hij directeur van Madame Tussauds Amsterdam en sinds 1997 algemeen directeur van Het Scheepvaartmuseum.
Door: Tobias Reijngoud Beeld: Jean Pierre Heijmans
Financiers als ambassadeurs Het Scheepvaartmuseum bestaat bijna honderd jaar. Maar het is modern en toekomstgericht. “We zijn een museum met een eigentijdse financiering”, zegt directeur Willem Bijleveld. Het Scheepvaartmuseum is oorspronkelijk een particulier initiatief, vertelt Willem Bijleveld, sinds 1997 algemeen directeur van het museum in Amsterdam. “Particuliere verzamelaars voegden rond 1916 hun maritieme collecties samen. Bovendien brachten ze het kapitaal bijeen voor de bouw van een pand bij het Vondelpark. Daar ging Het Scheepvaartmuseum in 1922 van start.” De financiering van het museum bleef tot in de jaren zeventig min of meer hetzelfde. Bijleveld: “We ontvingen weliswaar ook wat overheidssubsidie, toch draaiden we grotendeels op bijdragen van particulieren.” De collectie van het museum ontwikkelde zich tot een van de meest vooraanstaande maritieme verzamelingen ter wereld. “Dat vereiste professionalisering en een betere presentatie voor het publiek”, legt Bijleveld uit. “Het oude museumgebouw voldeed niet langer. In 1975 verhuisden we naar de huidige, monumentale locatie aan het IJ. We kregen het pand om niet van het Rijk. Daarbovenop kwam een subsidie voor de renovatie.”
Publiek en privaat Vanaf 1975 was Het Scheepvaartmuseum grotendeels gesubsidieerd en nam de rol van particulieren af. “Zo is het 30 jaar gebleven”, zegt Bijleveld. “Maar inmiddels is ook private financiering niet meer weg te denken. Net als de subsidie overigens, die we van het Rijk ontvangen. Beide zijn essentieel.” najaar 2013
Agenda september 26 t/m 29 september Springtij, het duurzaamheidsfestival op Terschelling. www.springtijfestival.nl
oktober 15 oktober organiseren we een bijeenkomst voor particuliere relaties over de rol en maatschappelijke betrokkenheid van investeerders. Locatie:Awarehouse in Scherpenzeel. Verenigingen en stichtingen nodigen we eind oktober uit voor een bijeenkomst met het thema ‘De multiplier van geld‘. De exacte datum volgt.
08
Kijk ook online op www.triodos.nl/ private-banking voor het laatste nieuws.
Het museum werd tussen 2007 en 2011 gerenoveerd. “Voor de renovatie van het pand ontvingen we ruim 50 miljoen euro subsidie van het Rijk”, zegt Bijleveld. “De inrichting van het gebouw financierden we met privaat geld. Bedrijven en fondsen droegen bij, met bedragen variërend van 10.000 euro tot 2,5 miljoen. Daarnaast zijn er 250 particulieren die, verspreid over enkele jaren, elk 15.000 euro schonken.” Bijleveld: “Met bedrijven die ons steunen sluiten we sponsorovereenkomsten. Er bestaan verschillende tegenprestaties voor hun gift. Ze kunnen bijvoorbeeld ons gebouw gebruiken voor bijeenkomsten. Of hun personeel kan met familie gratis naar het museum. Als het gaat om de groep van 250 particuliere geldschieters: die is zeer divers samengesteld. Er zitten hoogleraren tussen, notarissen, advocaten en artsen. We zien onze private donoren als ambassadeurs van ons museum. Ze zorgen voor positieve beeldvorming rond het museum.”
Commercieel
Willem Bijleveld
“We hebben vooral geleerd van de VS. Daar is het voor culturele instellingen normaal om commercieel te denken”
Meer weten online
5x investeren met een missie www.triodos.nl/ private-banking Hier kunt u meer lezen over investeren met een missie. U vindt er onderzoeken en achtergrondinformatie over dit onderwerp.
www.global reporting.org Global Reporting Initiative biedt sinds 1997 een meetsysteem voor duurzaamheid voor bedrijven en organisaties.
www.thegiin.org De Global Impact Investing Network zet zich in voor het vergroten van de omvang en de effectiviteit van impact investing.
www.mission investors.org De ruim 200 Amerikaanse leden van Mission Investors zijn filantropische vernieuwers die ideeën, tools en ervaringen uitwisselen om de impact van hun kapitaal te vergroten.
http://iris. thegiin.org De set van gestandaardiseerde statistieken van IRIS kan worden gebruikt om de sociale, ecologische en financiële prestaties van een organisatie te beschrijven.
Naast particuliere financiering en subsidie, genereert Het Scheepvaartmuseum ook eigen inkomsten. Bijleveld: “We hebben een eigen bedrijf dat de mogelijkheden van ons pand commercieel uitbaat. Bedrijven en particulieren kunnen overdag en ’s avonds zalen huren voor vergaderingen, huwelijken of feesten en daarbij gebruikmaken van al onze cateringfaciliteiten. Het startkapitaal van het bedrijf was 1,7 miljoen euro. Het grootste deel daarvan was een krediet van Triodos Cultuurfonds.” Bijleveld gaf leiding aan de omvorming van een bijna volledig gesubsidieerd museum naar een instelling met eigentijdse financiering. Bijleveld: “We hebben vooral geleerd van de Verenigde Staten. Daar is het voor culturele instellingen normaal om commercieel te denken. Het gaat uiteindelijk om de bedrijfscultuur. Je moet de durf hebben om met een propositie op bedrijven en particulieren af te stappen. Tien jaar terug was dat nieuw voor ons. Inmiddels denken we commerciëler en bedrijfsmatiger. Dat is pure winst.”
Colofon
Het Vermogen van Geld is een uitgave van Triodos Bank Private Banking. redactie Joset van der Hoeven Judith Janssen Steenberg Ewa Skotnicki Maarten Thijs SOPHIE VELTKAMP Albert van Zadelhoff concept en ontwerp studio room www.studioroom.nl met medewerking van Joke Jonkhoff KAREN MAAS Laetitia de Leede Gaston Melis Nico Ponsen Tobias REIJNGOUD Esther-Mirjam Sent fotografen ERIK VAN ‘T HULLENAAR Jean Pierre Heijmans Floren van Olden Onno Roozen Ruben Timman Erik van ’t Wout druk Drukkerij Pascal, Utrecht issn nummer 2210-8408
Het Vermogen van Geld is gedrukt op 100% gerecycled papier. Triodos Bank Private Banking Utrechtseweg 44 Postbus 55 3700 AB Zeist telefoon 030 693 6505 e-mail
[email protected] www.triodos.nl KvK Utrecht nummer 3006 2415 Druk- en zetfouten voorbehouden. Triodos Bank NV is geregistreerd bij de Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten. De in deze uitgave genoemde Triodos beleggingsfondsen zijn geregistreerd bij de Autoriteit Financiële Markten. Informatie over de genoemde beleggingsfondsen is te raadplegen op www.triodos.nl of wordt u op verzoek kosteloos toegezonden. Copyright, © 2013