Toetstermen Beroepsvorming niveau 3 (CREBO-nummer 55010) (Versie 03, augustus 2003) 3.1.1
Organisatie.
3.1.1.1
Noemen van de aan de branche aanverwante organisaties en hun doelstellingen op de volgende niveaus: - het distributienetwerk van personen-, bestel en vrachtauto's (fabrikant, importeur, dealer en subdealer) alleen voor EAS, ESH en ECB; - het distributienetwerk van recreatievoertuigen (fabrikant, importeur, dealer en subdealer) alleen voor ECH; - het distributienetwerk van voertuigonderdelen en verf- en lakmaterialen (fabrikanten, groothandelaren, detaillisten; - branchespecialisten (zoals op de gebieden van: remmen, carrosserie en chassis, recycling, verhuur en lease, fleet, verkoop gebruikte auto's) - branche-bedienende organisaties (zoals: BOVAG, FOCWA, NOB, RAI, RDW, STEK, INNOVAM, VOC); - consumentenorganisaties (zoals: ANWB, KNAC, VVN)
3.1.1.2
Noemen het de meest voorkomende afdelingen binnen een schadeherstel- c.q. carrosseriebouw- c.q. caravanherstelbedrijf.
3.1.1.3
Schematisch weergeven het organogram van een bedrijf.
3.1.1.4
Noemen van de relaties tussen de functies aan de hand van een organogram (lijn, staf, horizontaal en lateraal).
3.1.1.5
Noemen welke middelen nodig zijn om tot exploitatie te komen (zoals: grond, gebouwen, inventaris, voorraden, debiteuren, liquide middelen).
De onder 3.1.1.6 t/ 3.1.1.13 geformuleerde eisen hebben uitsluitend betrekking op de afdeling waar de kandidaat zelf werkzaam is.
3.1.1.6
Noemen van de taken c.q. werkzaamheden van de afdeling.
7
Noemen van de personele bezetting in de organisatiestructuur.
3.1.1.8 3.1.1.8 Noemen van de functionele relaties en competenties van medewerkers, waarmee hij/zij binnen zijn/haar dagelijkse werkzaamheden in aanraking komt. 3.1.1.9 Noemen welke middelen nodig zijn om tot exploitatie van de afdeling te komen (zoals: grond, gebouwen, inventaris, apparatuur, gereedschappen). 3.1.1.10
Noemen welke functionele relaties met de overige afdelingen van het bedrijf er (behoren) te zijn.
3.1.1.11
Noemen wat deze functionele relaties behoren in te houden.
3.1.1.12
Noemen van het doel van de administratieve systemen van de afdeling en noemen van de procedurele afwikkeling.
3.1.1.13
Noemen van de indeling van de kentekenregistratie (registratiebewijs, RKR, delen 1 en 2) en het doel van deze indeling noemen.
3.1.1.14
Noemen van de gegevens die ieder deel van de kentekenregistratie bevat.
3.1.1.15
Noemen van de soorten kentekens, kentekenplaten en waarvoor deze dienen geel, grijs kleur van de kentekenplaten (wit, groen, blauw).
3.1.1.16
Noemen van de functie van RDW t.b.v. de kentekenregistratie.
3.1.1.17
Noemen van de eisen die door STEK worden gesteld aan een door haar gecertificeerd bedrijf.
Toetstermen Beroepsvorming niveau 3 (CREBO-nummer 55010) (Versie 03, augustus 2003) 3.1.1.18
Noemen wat productaansprakelijkheid inhoudt en welke risico's dit voor werknemer en onderneming met zich kan brengen.
3.1.1.19
Noemen hoe de productaansprakelijkheid is geregeld bij verkoop van voertuigen, onderdelen en accessoires, onderhoud en reparatie e.d.
3.1.1.20
Noemen van de gegevens die relevant zijn in zake productaansprakelijkheid bij verkoop van voertuigen, onderdelen en accessoires, onderhoud en reparatie e.d.
3.1.1.21
Noemen hoe de garantie geregeld is/wordt bij verkoop van voertuigen, onderdelen en accessoires, onderhoud en reparatie e.d.
3.1.1.22
Noemen van de gegevens die relevant zijn in zake garantie bij verkoop van voertuigen, onderdelen en accessoires, onderhoud en reparatie e.d.
3.1.1.23
Noemen hoe risico's bij productaansprakelijkheid verzekerd kunnen worden.
3.1.1.24
Noemen wanneer sprake is van schuldaansprakelijkheid en waarop dit van toepassing is (motorvoertuigen en bedrijven).
3.1.1.25
Noemen wat wettelijke aansprakelijkheid inhoudt en welke risico's dit met zich mee kan brengen.
3.1.1.26
Noemen hoe de wettelijke aansprakelijkheid geregeld is bij het uitoefenen van een bedrijf en hoe deze te regelen is.
3.1.1.27
Noemen hoe risico's bij deze wettelijke aansprakelijkheid verzekerd kan worden (AVB of "garagepolis": dekking, uitsluitingen, vermogensschade, schade ontstaan door werknemers, schade ontstaan door gebouwen, rechtsbijstandverzekering).
3.1.1.28
Noemen hoe de wettelijke aansprakelijkheid geregeld is t.b.v. motorrijtuigen en hoe deze te verzekeren is.
Toetstermen Beroepsvorming niveau 3 (CREBO-nummer 55010) (Versie 03, augustus 2003) 3.1.2
Exploitatie
De onder 3.1.2.1 t/m 3.1.2.5 vermelde toetstermen houden geen berekeningen in.
3.1.2.1
Omschrijven dat de factor bezettingsgraad beïnvloed wordt door de elementen: - normale bezetting c.q. normale productie; - rationele overcapaciteit; - aanwezige uren; - improductieve uren bijv. t.g.v. leegloop, onderdelen voorziening e.d.
3.1.2.2 Omschrijven dat de factor arbeidsproductiviteit beïnvloedt wordt door de elementen: - productieve uren; - efficiency; - aanwezige uren. 3.1.2.3
Omschrijven dat de factor kwaliteitszorg beïnvloed wordt door de elementen: - kwaliteitssysteem; - kwaliteitsbeheersing.
3.1.2.4
Omschrijven dat de factor kosten beïnvloed wordt door de elementen: - afschrijvingskosten; - rentekosten; - onderhoudskosten; - reparatiekosten; - energiekosten; - milieukosten; - loonkosten; - overheadkosten.
3.1.2.5
Omschrijven dat de factor opbrengsten beïnvloed wordt door de elementen: - afzet (uren); - omzet; - inkoopwaarde omzet.
3.1.2.6
Omschrijven het verband tussen de factoren bezettingsgraad, productiviteit kwaliteitszorg, kosten en opbrengsten.
3.1.2.7
Omschrijven de principes van motiveren (zoals: motivatoren, hoe over te dragen, met welke middelen, waarop te motiveren) die passen bij de efficiëntste leiderschapsstijlen.
3.1.2.8
Noemen hoe een werknemer zich op de hoogte kan houden van de nieuwste ontwikkelingen binnen de branche op technisch gebied.
3.1.2.9
Omschrijven hoe de werknemer zijn/haar lacune(s) in de vakkennis en technische vaardigheden kan signaleren.
3.1.2.10
Noemen van de bijscholingsmogelijkheden ter bevordering van vakkennis, technische vaardigheden en nieuwe ontwikkelingen.
Toetstermen Beroepsvorming niveau 3 (CREBO-nummer 55010) (Versie 03, augustus 2003) 3.1.3
Kwaliteit en presentatie
3.1.3.1
Omschrijven door welke oorzaken binnen afdelingen fouten gemaakt kunnen worden.
3.1.3.2
Omschrijven van de begrippen: - kwaliteit; - kwaliteitszorg; - kwaliteitssysteem; - kwaliteitsbeheer; - kwaliteitsborging.
3.1.3.3
Omschrijven het verband tussen kwaliteitszorg, kwaliteitssysteem, kwaliteitsbeheer en kwaliteitsborging.
3.1.3.4
Omschrijven wanneer kwaliteitsprocedures en -normen noodzakelijk zijn.
Toetstermen Beroepsvorming niveau 3 (CREBO-nummer 55010) (Versie 03, augustus 2003) 3.1.4
Milieu en Arbeidsomstandigheden
3.1.4.1
Omschrijven van doel en inhoud van de Wet Milieubeheer als raamwet.
3.1.4.2
Omschrijven wat in het kader van de Wet Milieubeheer onder grens- en richtwaarden wordt verstaan.
3.1.4.3
Omschrijven van de elementen van het meldingsformulier "Besluit herstelinrichtingen voor motorvoertuigen milieubeheer".
3.1.4.4
Omschrijven van de elementen welke in het bedrijfsmilieuzorgsysteem opgenomen dienen te worden en aangeven hoe deze zaken uitgevoerd dan wel gecontroleerd dienen te worden.
3.1.4.5
Omschrijven van het onderscheid tussen afvalstoffen en gevaarlijk afval.
3.1.4.6
Noemen van de bepalingen ten aanzien van afvalstoffen.
3.1.4.7
Noemen van de ge- en verboden ten aanzien van gevaarlijk afval.
3.1.4.8
Verklaren wat gevaarlijk afval is en waarom dat zo gezien wordt.
3.1.4.9
Omschrijven wat de anti-mengclausule beoogt.
3.1.4.10
Omschrijven hoe de voorwerpenregeling toegepast moet worden ten aanzien van gevaarlijk afval.
3.1.4.11
Omschrijven hoe de afvalstoffen, het gevaarlijk afval en de voorwerpen bewaard/opgeslagen en afgevoerd dienen te worden.
3.1.4.12
Omschrijven ten aanzien van gevaarlijk afval hoe problemen met gevaarlijk afval voorkomen kunnen worden.
3.1.4.13
Noemen van het doel van de Wet Geluidshinder.
3.1.4.14
Noemen, ten aanzien van de Wet Geluidshinder, welke storingsbronnen het maximaal toelaatbare geluidsniveau binnen en buiten het bedrijf kunnen overschrijden.
3.1.4.15
Omschrijven, ten aanzien van de Wet Geluidshinder, hoe het geluidsniveau binnen en buiten het bedrijf naar een aanvaardbaar niveau is te reduceren.
3.1.4.16
Noemen van het doel van de Wet Luchtverontreiniging.
3.1.4.17
Omschrijven, ten aanzien van de Wet Luchtverontreiniging, door welke storingsbronnen de maximaal toelaatbare luchtverontreiniging binnen en buiten het bedrijf overschreden kan worden.
3.1.4.18
Omschrijven, ten aanzien van de Wet Luchtverontreiniging, hoe luchtverontreiniging binnen en buiten het bedrijf naar het aanvaardbaar niveau te reduceren is.
3.1.4.19
Noemen van het doel van de Wet Bodembescherming.
3.1.4.20
Omschrijven, ten aanzien van de Wet Bodembescherming, wat de begrippen zorgplicht, schoon grondverklaring, bodempreventie en verordening grondwaterbeschermingsgebieden inhouden.
3.1.4.21
Omschrijven, ten aanzien van de Wet Bodembescherming, hoe in de praktijk ermee omgegaan dient te worden (o.a. ondergrondse/bovengrondse opslag).
3.1.4.22
Noemen van het doel van de Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren.
3.1.4.23
Omschrijven, ten aanzien van de Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren, hoe met de (gemeentelijke riolerings-) lozingsverordening(en) omgegaan dient te worden.
3.1.4.24
Noemen van het doel van de Arbeidsomstandighedenwet.
Toetstermen Beroepsvorming niveau 3 (CREBO-nummer 55010) (Versie 03, augustus 2003) 3.1.4.25
Omschrijven, ten aanzien van de Arbeidsomstandighedenwet, de uitdrukking VGW (Veiligheid, Gezondheid en Welzij).
3.1.4.26
Noemen van het toepassingsgebied van de Arbeidsomstandighedenwet.
3.1.4.27
Omschrijven van de relatie van de ARBO-wet, de Wet Terugdringing Ziekteverzuim en de Wet Milieubeheer met het kwaliteitszorgsysteem.
3.1.4.28
Omschrijven van de algemene verplichtingen van de werkgever op de gebieden van: - Arbo- en ondernemingsbeleid (veiligheidsrapport); - het geven van voorlichting en onderricht; - het verstrekken van beschermingsmiddelen; - het opstellen van het Arbo-jaarverslag; - het toepassen van de algemene verplichtingen in het bedrijf (zoals het behoord te zijn).
3.1.4.29
Omschrijven van de algemene verplichtingen en rechten van de werknemers volgens de Arbo-wet en aangeven hoe deze algemene verplichtingen en rechten in het bedrijf toegepast (behoren te) worden.
3.1.4.30
Omschrijven van de verplichtingen tot samenwerking en overleg tussen werkgever, werknemers en deskundige diensten en aangeven hoe deze verplichtingen tot samenwerking in het bedrijf toegepast (behoren te) worden.
3.1.4.31
Omschrijven van de rol van de Arbeidsinspectie m.b.t. toezicht en ambtelijke bevelen: taken, geheimhouding, aanwijzingsbevoegdheid, eis tot naleving van de wet, bevel tot stillegging werk en werkonderbreking.
3.1.4.32
Omschrijven van de voorschriften en aanbevelingen op basis van het veiligheidsbesluit voor fabrieken en werkplaatsen t.a.v.: - gebouw en inrichtingsvoorzieningen; - apparatuur; - persoonlijke beschermingsmiddelen; - het voorkomen en bestrijden van brand; - het voorkomen van explosies; en aangeven hoe deze voorschriften en aanbevelingen in het carrosseriebedrijf toegepast (behoren te) worden.
3.1.4.33
Omschrijven van de elementen welke in het bedrijfsarbozorgsysteem opgenomen dienen te zijn en aangeven hoe deze zaken uitgevoerd dan wel gecontroleerd dienen te worden.
Toetstermen Beroepsvorming niveau 3 (CREBO-nummer 55010) (Versie 03, augustus 2003) 3.1.5
Communicatie
3.1.5.1
Omschrijven het belang van informatiestromen binnen een bedrijf.
3.1.5.2
Omschrijven in welke situaties mondeling of schriftelijke informatie vereist is.
3.1.5.3
Omschrijven hoe communicatiemiddelen, zoals telefoon, fax, computer, formulieren, interne post, intercom en externe post, optimaal in zakelijke communicatieve situaties gebruikt moeten worden.
3.1.5.4
Noemen van soorten onderwerpen voor werkoverleg.
3.1.5.5
Aangeven in een organogram de informatiestromen binnen de "eigen" organisatie.