NL
EUROPESE RAAD DE VOORZITTER Brussel, 12 januari 2012 EUCO 2/12 PRESSE 4 PR PCE 2
Toespraak van de heer Herman Van Rompuy, Voorzitter van de Europese Raad, ter gelegenheid van de uitreiking van de prijs "Manager van het Jaar" "Hoe raakt Europa uit de crisis?" Mij is gevraagd te spreken over "Hoe raakt Europa uit de crisis", maar over welke crisis hebben wij het feitelijk? Het is immers geen crisis van de euro, want onze munt is zelfs na de verzwakking van de laatste weken een sterke munt en zelfs 40 pct. sterker dan enkele jaren geleden. De euro heeft sterke "fundamentals". Zo is het gemiddeld begrotingstekort half zo groot als dat van de VSA en hebben wij een evenwicht op de lopende rekening van de betalingsbalans in tegenstelling tot deficitlanden (als de VSA) of surpluslanden (als China). Het is ook niet alleen een "sovereign debt crisis", want in Spanje ging het over een economisch probleem - de vastgoedzeepbel - met budgettaire gevolgen, en in Ierland is het een economisch en vooral bancair probleem met begrotingsgevolgen. Zelfs Italië heeft vooral te maken met te lage structurele economische groei die de hoge overheidsschuld relatief sneller doet toenemen. Het is een crisis binnen de eurozone. De divergerende ontwikkelingen binnen de eurozone zijn te groot en beantwoorden nog niet aan alle voorwaarden opdat we zouden kunnen spreken van een "optimum currency area". Jarenlang woekerden in sommige landen hoge tekorten op de lopende rekening van de betalingsbalans zonder dat er iets aan werd gedaan of zonder dat die landen onder druk werden gezet om hun concurrentiekracht recht te trekken of hun overheidsdeficit af te bouwen. Er was zelfs geen macro-economisch toezichtsysteem.
PERS Dirk De Backer - woordvoerder van de voorzitter - ( +32 (0)2 281 9768 - +32 (0)497 59 99 19 Jesús Carmona - plaatsvervangend woordvoerder van de voorzitter - ( +32 (0)2 281 9548 / 5150 - +32 (0)475 65 32 15
[email protected] http://www.consilium.europa.eu/
EUCO 2/12
1
NL
In andere landen groeide een vastgoed'bubble' waardoor er een kunstmatige economische groei ontstond, kunstmatige tewerkstelling … enz. tot de zeepbel of de bom barstte. Wederom werd in het verleden niets ondernomen om die excessen te vermijden. Het dient gezegd dat de euro lage rentetarieven produceerde waardoor zowel particulieren als overheden aangezet werden tot overmatig lenen. "Elk voordeel 'hep' zijn nadeel" zou Johan Cruijff zeggen. Er werd een illusie van welvaart geschapen. De euro fungeerde als een slaappil. Er kwam dus een explosie van private en publieke schuld, niet overal maar in een aantal landen. In die eerste periode van de euro kon België alleen maar optisch een begrotingsevenwicht behouden precies door de lage rente op een hoge schuld. De 'echte begroting' (zonder de rentelasten), het primair begrotingsoverschot, verslechterde met 3 BBP-punten. De crisis binnen de eurozone is m.a.w. het gevolg van een naïef geloof dat een politiek project - en dat is de euro - genoeg heeft aan zichzelf en geen gedegen infrastructuur aan flankerende politieken behoefde. Tot overmaat van ramp weigerden de twee grootste landen van de eurozone in 2003 sancties te ondergaan bij hun begrotingsoverschrijding. Daardoor werd de geloofwaardigheid van het enige instrument waarover we beschikten gewoon onderuit gehaald. Wat we in 2010 en 2011 moesten doen, was deze vergissing rechtzetten. We moesten nieuwe en effectieve instrumenten invoeren van begrotings- en macro-economisch toezicht. Ik ben nog steeds tevreden dat de voorstellen van mijn Task Force over economisch bestuur omgezet werden in wet. Maar dit doen in volle storm slorpte veel tijd en energie op. Vandaag zien we hoe effectief die instrumenten zijn. Vraag het dezer dagen maar aan alle regeringen en parlementen van ons land! Degenen die riepen om "Meer Europa" worden nu op hun wenken bediend. Feitelijk zou men geen Europese waakhond nodig hebben, hier niet en elders in de Unie niet. Er zijn genoeg nationale redenen om de excessen van de schuldeconomie te bekampen, zowel in de private als in de publieke sector. Want ik herhaal het: het gaat in de Unie niet alleen om overheidsschuld, om "sovereign debt" maar ook om excessen in de financiële sector, in het vastgoed e.a. In Europa en nog meer op wereldvlak heeft de monetaire economie het gehaald op de reële economie. Dat was niet houdbaar. De toestand is zelfs zo geëvolueerd dat er een disproportionele twijfel ontstond over de houdbaarheid van de overheidsschuld in sommige landen. Doordat de schulden aangehouden werden tot vaak voor de helft buiten de landsgrenzen werd een budgettair probleem hier een bancair probleem elders. Er ontstond soms de omgekeerde situatie als bij de financiële crisis van 2008. Toen verhoogden bankenproblemen budgettaire tekorten en nu omgekeerd. Daarom trouwens hebben we moeten besluiten de banken te laten herkapitaliseren. We zijn niet alleen interdependent geworden tussen de landen maar ook tussen de economie en de financiële sector.
EUCO 2/12
2
NL
Ik sprak daarstraks over de divergerende bewegingen binnen de eurozone. Men moet goed beseffen dat deze crisis begon in individuele lidstaten en dat de oplossing eerst daar moet gezocht worden. Die landen moeten orde op zaken stellen, budgettair en economisch. Zij brengen anders niet alleen hun eigen toekomst in gevaar maar ook die van de andere leden van de monetaire Unie. Sommigen zeggen dat sommige landen budgettair te veel moeten doen op te weinig tijd en zij hebben niet helemaal ongelijk. Maar eens het wantrouwen zich genesteld heeft, is er geen keuze meer voor een land. België behoort niet tot de zwakke landen maar door wat ik daarstraks beschreef en door de regeringloosheid - met de uitzondering van het begrotingsdeficit 2010 dat met 1,7 BBP-punt daalde, (ik ben vergeten welke premier die begroting maakte) - moeten wij nu 3 pct. van het BBP wegwerken op één jaar. Voor het Globaal Plan in de jaren negentig hadden we voor dezelfde inspanning ruim meer tijd. Maar dat alles is doenbaar zonder de fundamenten van ons systeem omver te gooien. Laten we ook niet vergeten dat men eind 2015 een evenwicht moet bereiken voor alle overheden van het land globaal. En ook dat is - hoe lastig ook - doenbaar zonder revolutie. Indien de huidige crisis binnen de eurozone zo lang aansleept, is dat niet alleen of niet zo zeer omdat de aanpak "too little and too late" was, maar ook omdat in een aantal landen afgesproken doelstellingen niet werden gehaald, omdat afgesproken maatregelen niet of niet volledig werden doorgevoerd. In het algemeen echter toonden regeringsleiders veel politieke moed. Besparen in een klimaat van populisme waarin elk detail uitvergroot en misbruikt wordt en in een sfeer van maatschappelijk wantrouwen, is uiterst moeilijk. De helft van de premiers die mij aanstelden in november 2009 is geen lid meer van de Europese Raad, veelal omdat ze de prijs betaalden voor moedig beleid. Het wantrouwen dat binnensloop, is soms disproportioneel door overreageren van markten, door soms onbegrijpelijk gedrag van ratingbureaus, door speculatie, door kuddegedrag. Ik kan het alleen maar vaststellen. De conditio sine qua non echter is een herstelbeleid in een aantal landen. Maar het herstel van het vertrouwen moet er ook komen doordat de sterke en de betere landen van de eurozone tonen dat zij voldoende solidariteit willen opbrengen om zwakke landen te helpen. Zij deden dat reeds voor drie kleinere landen via het EFSFnoodfonds en het komende permanente Europese Stabiliteitsmechanisme. Maar iedereen voelt aan dat we meer moeten doen dan vandaag. Dat is de taak voor de volgende weken. Meer geld beschikbaar houden, wil niet zeggen dat men effectief meer moet uitgeven. Integendeel, hoe sterker de afschrikkingsmacht, hoe minder men ze moet gebruiken. Als markten weten dat hun aanvallen zullen vastlopen op een "firewall" dan vallen die stil. Overigens, tot vandaag heeft de belastingbetaler nog niets moeten betalen voor de crisis in de eurozone. U ziet dat we een allesomvattende benadering nodig hebben: meer toezicht op begrotingen, economieën, financiële instellingen, rating agencies. Een orthodox begrotings- en economisch beleid in de lidstaten. Een versterkte en gezonde bankensector. Fondsen voor financiële bijstand onder strikte voorwaarden.
EUCO 2/12
3
NL
Een boot bouwen in hoge zee: dat moesten en moeten we doen. Ik ben ervan overtuigd dat we die crisis de baas zullen kunnen. We zijn in de wereldeconomie trouwens niet de enigen met structurele handicaps. Ik ben ook bezorgd over vastgoedbubbels, over inflatie, over onevenwichten in opkomende economieën. Het zijn vandaag onderschatte problemen. Maar onze bijdrage tot de wereldeconomie is in de eerste plaats het oplossen van onze eigen Europese problemen. Want dat wantrouwen over de eurozone vanwege beleggers brengt ook wantrouwen mee bij verbruikers en investeerders. De gevolgen daarvan op de economische groei maken openbare en private schulden alleen maar zwaarder. Hopelijk kunnen we voor 2012 als een geheel een recessie vermijden. Zelfs de sterke economieën stijgen vandaag nauwelijks boven de stagnatie uit. Het herstel van het vertrouwen in de eurozone moet ons helpen die recessie te vermijden. Intussen moeten wij doorheen de tijdelijke inzinking werken aan een structurele verbetering van onze economieën. Ik herhaal het: dat zal het ook voor de openbare financiën makkelijker maken. Wij komen in de eurozone gemiddeld in een fase van economische stagnatie en zelfs recessie. Met alle gevolgen van dien voor de werkgelegenheid en de werkloosheid. Het is moeilijk te voorzien hoe lang die vertraging zal duren.We mogen vergeten dat niemand midden in de financiële crisis had voorzien dat de groei twaalf maanden later reeds weer zou aantrekken. In België bijvoorbeeld bedroeg de negatieve groei in 2009 2,7%, en in de volgende twee jaar respectievelijk 2,3% en 2,0%. Ons land heeft telkens beter gedaan dan het gemiddelde van de eurozone. Ook de prestatie van België op het gebied van de werkgelegenheid verdient meer bekendheid. In 2009 zijn er 7 600 banen verloren gegaan, maar in de volgende twee jaar zijn er meer dan 100 000 bijgekomen. Als het vertrouwen eenmaal terug is, kan alles zeer snel veranderen. De economische achteruitgang die zich sedert een aantal maanden in Europa voordoet, is niet in de eerste plaats te wijten aan de bezuinigingspolitiek, maar aan het verminderde vertrouwen in de financiële stabiliteit van de eurozone. Ik voeg daaraan toe dat er ook in de opkomende landen vertraging optreedt. Alles moet in het werk worden gesteld om een recessie te vermijden. Daarom zal de Europese Raad die ik voor het einde van deze maand bijeen heb geroepen, zich buigen over - naar ik hoop - de economische groei en de werkgelegenheid. Wij hebben een "growth friendly" budgettaire strategie nodig. Daarom moet erop worden toegezien dat de investeringen in menselijk kapitaal en in het milieu zoveel mogelijk veilig worden gesteld: onderwijs, O&O, opleiding en energie-infrastructuur. Begrotingssanering betekent niet dat wij op alles "neen" zeggen of in alles gaan snijden. Er moeten prioriteiten worden gesteld. De politieke agenda en de agenda van de toekomst vallen niet altijd samen, zo weet ik.
EUCO 2/12
4
NL
Om een recessie te vermijden, moet - zoals ik reeds heb gezegd - het vertrouwen in de eurozone worden hersteld zodat de consumptie van de gezinnen opnieuw wordt gestimuleerd. Met het oog op de uitvoer moet het concurrentievermogen uiteraard toenemen. De Unie zal daar per land op toezien - via het beleid inzake macro-economisch toezicht en het Euro Plus-pact. Vanaf maart zal men dit nieuwe Europa kunnen ontdekken. Voorts is de wisselkoers van de euro de laatste maanden (-10% ten opzichte van de dollar) gunstig voor de uitvoer naar derde landen. De handel buiten de Unie is van essentieel belang als de interne vraag zwak is. In 2010 kwam een kwart van onze groei voort uit de internationale handel. Er moet echter ook werk worden gemaakt van een specifiek werkgelegenheidsbeleid, vooral voor jongeren. De Europese Commissie heeft haar initiatief "Youth Opportunity" gelanceerd. In het algemeen zal iedere lidstaat worden verzocht een "plan voor de werkgelegenheid" op te stellen en een engagement aan te gaan dat op Europees niveau kan worden geëvalueerd en gevolgd. Daarin is trouwens reeds voorzien in het Euro Plus-pact, en in de Europa 2020-strategie staat dat er een plan moet worden opgesteld om de arbeidsparticipatie op 75% te brengen. Op de arbeidsmarkt moeten verdere hervormingen worden doorgevoerd, onder meer langere loopbanen. Overal in Europa zijn moedige maar politiek moeilijke maatregelen genomen, zelfs in landen met een zwakke economie. De lange termijn begint nu. Als wij langer leven, moeten wij langer werken, ook als de productiviteit blijft toenemen. Naast het onvermijdelijke beleid inzake begrotingsconsolidatie moet ook deze benadering van groei en werkgelegenheid op de politieke en de sociaal-economische agenda worden gezet. Het monetaire beleid draagt bij aan de groei en vrijwaart tevens de stabiliteit van de prijzen. De reële interestvoeten op korte termijn zijn negatief en zijn zelfs op 10 jaar uiterst laag. Met de onbeperkte kredietfaciliteit, die zij op drie jaar heeft geopend, helpt de ECB de banken een kredietschaarste te vermijden. De ECB is een geloofwaardige instelling die openstaat voor nieuwe ontwikkelingen. Zij heeft niet geaarzeld en aarzelt niet om ongebruikelijke middelen aan te wenden. Dat heeft zij tijdens de financiële crisis bewezen. Dat bewijst zij ook in de huidige, zogenoemde, overheidsschuldcrisis. Wij moeten investeren in de toekomst. De hightechsector - met een belangrijke bijdrage van hooggekwalificeerde mensen op het gebied van telecommunicatie, informaticadiensten en onderzoek - heeft 1,4 miljoen extra banen gecreëerd in de Unie, waarmee zijn groeipercentage het dubbele bedraagt van de rest van de economie (4,1% tegenover 1,8%). Desondanks hebben wij een productiviteitsachterstand in vergelijking met de Verenigde Staten. Ons BBP per hoofd van de bevolking ligt 1/3 lager, en 3/4 van dat verschil is te verklaren door het gebrek aan productiviteit. Er wordt niet voldoende geïnvesteerd in ICT. In Amerika gaat 30% van de totale investeringen van de ondernemingen naar ICT, in de Europese Unie 15%. In onze ondernemingen wordt in vergelijking met de VS en vooral Japan te weinig uitgegeven aan O&O. Wij moeten ons daarvan bewust zijn. Het aantal IT-gediplomeerden is in Europa de laatste jaren niet toegenomen. In 2015 zullen er 700 000 te weinig zijn.
EUCO 2/12
5
NL
De grote troef van de Unie is ontegenzeggelijk de eengemaakte markt. De volle potentie daarvan wordt nog niet in de verschillende sectoren benut: producten, diensten, energie. De Europese Commissie heeft twaalf prioriteiten aangewezen. Het wetgevende werk moet dit jaar worden voltooid. Als we de landen met een tekort op de handelsbelans willen stimuleren om dat tekort weg te werken, moet we hun toegang geven tot alle markten. Het liberaliseren van de interne markt op het niveau van de lidstaten en op het niveau van de Unie is een prioriteit. Italië, Griekenland en andere landen zijn bezig hun interne markt drastisch te hervormen. Landen met een handelsoverschot moeten hun markt eveneens hervormen en verder openstellen. Internet, onze digitale markt, wordt nog te weinig gebruikt. Ongeveer 40 procent van de consumenten gebruiken internet voor hun aankopen van producten en diensten, maar slechts 9 procent doen dat in een andere lidstaat. We zijn niet mobiel genoeg! Fysiek verplaatsen we ons weinig in Europa - onder andere vanwege onze 23 talen - maar we blijven tevens rond onze kerktoren, ook al komen we nooit - of bijna nooit - meer in de kerk. Er is voldoende ruimte om meer economische groei en banen te scheppen. Never waste a good crisis. In het algemeen moeten we ons er wel van bewust zijn dat ons geliefde Europa verwikkeld is in een economische oorlog op wereldschaal. Ons werelddeel is aan het de-industrialiseren. Met uitzondering van de autosector zijn sinds 1995 in alle industrieën banen verloren gegaan. Dat is niet alleen te wijten aan de groei van productiviteit. Elke baan in de industrie schept een baan in de betrokken dienstensectoren. De 37 miljoen banen in de industrie komen dus neer op 74 miljoen banen in totaal. Het is geen toeval dat de meest geïndustrialiseerde economie van Europa ook de sterkste is. Over Europa vallen ook positieve dingen te melden. De eco-industrie telt al drie miljoen banen: het is een sector van de toekomst. We zijn nog steeds toonaangevend op een markt die in 2030 verdrievoudigd zal zijn. Toch benut Europa zijn talenten nog te weinig. Elk jaar verlaten 6 miljoen jongeren de school te vroeg, met alleen een diploma van het lager middelbaar onderwijs. Ongeveer 80 miljoen Europeanen hebben een te laag of slechts elementair opleidingsniveau. Ik voeg er nog een ding aan toe: de efficiëntie van de overheid laat te wensen over. Alleen de Scandinavische landen staan in de top 10 van de wereld. Wat de Unie betreft, zit België in het midden van het peloton. Spanje, Griekenland en Italië bungelen helemaal achteraan. Ik zou u kunnen blijven bestoken met cijfers. Dat zal ik niet doen. Ondanks alles mogen we de moed niet verliezen. De situatie is niet hopeloos. Verre van dat. Maar we moeten de hand aan de ploeg slaan. De Unie kan helpen, aansporen, stimuleren, aanmoedigen, maar verreweg de meeste bevoegdheden zijn nationaal of, in volwassen federale landen als het onze, regionaal, of zij berusten bij de bedrijven.
EUCO 2/12
6
NL
Het is niet alleen maar een kwestie van begrotingsmiddelen, maar ook van regelgeving en gemoedsgesteldheid. En zelfs als er begrotingsbeperkingen zijn, moeten we toch nog keuzen maken. Wij kunnen ons sociaal model niet in stand houden, ook al is het hervormd en gemoderniseerd, als ons BBP gemiddeld slechts met 1,8 procent per jaar groeit, zoals in de periode van 1995 tot nu. Dat is te weinig. De keuze voor de toekomst vergt inspanningen van ons allemaal. Regeren is thans veel moeilijker dan 10 of 20 jaar geleden. Het alom aanwezige populisme maakt het er niet gemakkelijker op. Wie niet verkozen is, moet zich daarvan rekenschap geven. Dat is bijvoorbeeld de reden waarom billijkheid en een rechtvaardige lastenverdeling zo belangrijk zijn. Dat heeft niets te maken met demagogie of jaloezie, maar met rechtvaardigheid. Democratie is vrijheid plus rechtvaardigheid. In België kunnen we daar onbevangen over praten want wij zijn met Frankrijk het enige land waar de ongelijkheid de afgelopen 20 jaar niet is toegenomen. Wij vechten voor de eurozone omdat we vechten voor onze welvaart. Maar ook omdat het lot van de eurozone verbonden is met het lot van de Unie en dus van ons Europees model van vrede, politieke democratie en sociale markteconomie. Wij mogen nooit vergeten waar het feitelijk om gaat. Achter de strijd om begrotingsregels, noodfondsen e.a. gaat een idee, ja een ideaal schuil. We leven in een tijd waarin bomen belangrijker zijn dan bos, waarin het heden los gezien wordt van het verleden, maar dat is niet houdbaar. We willen dat alle Europeanen samen blijven in de Unie en in de eurozone ondanks de 23 talen en ondanks de grote culturele verschillen, of liever de verschillen in cultuur. Ook in Europa is er een Noord en een Zuid met vele nuances weliswaar, maar de stichters van de Unie hebben gekozen voor die eenheid in verscheidenheid. Eenheid brengt ook macht voort. Een Unie van identiteiten en van openheid. Dat vormt op zich een nieuwe identiteit, een Europese. In een tijd van particularisme moet het woord 'samen' nog een betekenis hebben. Samenwerken is een waarde op zich. Een samenleving kan niet alleen maar het resultaat zijn van een calculerende mentaliteit. Zij moet beheerd worden met een combinatie van verantwoordelijkheid en solidariteit. Hoe minder de tijd daarvoor rijp is, des te meer moeten wij doen om hem rijp te maken. Laat ons beginnen in 2012, het nieuwe jaar. Ik wens het ons allen toe. Gelukkig nieuwjaar voor U allen en voor allen met wie en voor wie U leeft.
EUCO 2/12
7
NL