Toespraak door de heer Didier Reynders, Minister van Financiën ter gelegenheid van de oprichting van het Nationaal Forum
Dames en heren, Het is voor mij als Minister van Financiën een groot genoegen om u te kunnen toespreken ter gelegenheid van de oprichting van het Nationaal Forum voor dialoog en partnership tussen handel en overheidsdiensten die betrokken zijn bij douane- en accijnsmateries. Tot mijn spijt kan ik vandaag niet alle besprekingen bijwonen, maar niettemin wil ik door mijn aanwezigheid mijn persoonlijke steun en betrokkenheid voor dit initiatief beklemtonen. De Administratie der douane en accijnzen heeft reeds een lange traditie van overleg met de handel wegens haar nauwe verbondenheid met de logistieke keten van goederenstromen waarvan zij een onmiskenbare schakel is. Die dialoog speelt zich meestal af op het lokale vlak en dan nog dikwijls opgesplitst volgens soort van vervoermiddel, plaats in de logistieke keten en/of regio. Vandaag trekken wij die dialoog op naar het nationaal niveau en zetten nog een stap verder: de stap naar samenwerking en partnership. Ik kan niet genoeg de nadruk leggen op het belang van samenwerking tussen vertegenwoordigers van de handel en de overheidsdiensten en het is mijn overtuiging dat wij allen een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid dragen wanneer het er op aan komt om aan die samenwerking concrete invulling te geven. Wij van de publieke sector moeten ons voortdurend afvragen of we de juiste producten afleveren, de juiste diensten en de juiste kwaliteit die onze “stakeholders” willen. Daartegenover staat dat onze “klanten”, in dit geval het bedrijfsleven, bereid moeten zijn constructief te participeren aan dit initiatief en daar ook de nodige tijd voor vrijmaken. Dames en heren, Ons OBJECTIEF voor dialoog en samenwerking moet duidelijk zijn dat we legale handel bevorderen door vermindering van compliance-costs en een snelle dienstverlening, maar met respect voor een noodzakelijk niveau van uit te voeren controles. Dit objectief moeten we trachten te realiseren tegenover de achtergrond van ontwikkelingen die zich voordoen in de internationale handel. De wereldhandel explodeert. Gemiddeld groeit de wereldhandel met 7% per jaar. Nieuwe markten van goederen en diensten worden aangeboord in Oost Europa, Zuid-Oost Azië, China en Zuid-Afrika en in vele ontwikkelingslanden. Daarnaast zien we dat de trend van fusies en overnames van bedrijven om hun marktaandeel te behouden of te vernieuwen, doorgaat. Anderzijds zien we ook dat multinationals “desaggregeren” en terugvallen op hun “core business’’. Dat alles doet de douaneactiviteiten toenemen.
2 Een derde belangrijke ontwikkeling is die van de informatietechnologie. In de laatste 10 jaren heeft IT de werking van handel en overheidsdiensten over gans de wereld grondig veranderd. De ontwikkeling van gestandaardiseerde berichten zoals EDIFACT en het INTERNET hebben de weg geëffend naar een eenvoudige wereldwijde communicatie. Die ontwikkelingen in de wereldhandel zijn voor België zeer belangrijk. Het is algemeen bekend dat de Belgische industrie voor een groot gedeelte afhankelijk is van de import en de export. Vlotte export- en importsystemen zijn bijgevolg belangrijk voor de handel in ons land. Ook voor de EUROPESE UNIE als geheel zijn deze ontwikkelingen van de wereldhandel van groot belang. De Europese Unie is het grootste handelsblok van de wereld. Zelfs zonder de handel tussen lidstaten, bedraagt het aandeel van de EU in de wereldhandel ongeveer 1/6. Dit is meer dan onze voornaamste partners en concurrenten zoals de VS en Japan. Wij moeten er ons steeds rekenschap van blijven geven dat de douane transporten ophoudt en de logistieke keten duurder maakt. De tijd en de kosten veroorzaakt door douaneprocedures en controles zijn aanzienlijk, ook vandaag nog. Over gans de wereld bekeken kan oponthoud aan grenzen, havens of andere controleplaatsen dagen, weken en zelfs soms maanden in beslag nemen. Vertraagde leveringen leiden tot vertraagde betalingen, contractuele boeten, beschadiging van goederen, opslagproblemen, verhoogd risico van diefstal en verhoogde transportkosten. Die kosten worden grotendeels gedragen door de handel maar uiteindelijk is het de consument die betaalt. Een ander aspect van de kosten van de internationale handel is de “compliance cost” voor het behandelen van documenten bij het overschrijden van grenzen. Volgens een studie van de Verenigde Naties bedraagt de kost 15 à 17% van de totale kost van de internationale handel. Gemiddeld hebben de douanedocumenten wereldwijd, betrekking op 20 tot 30 verschillende partijen, 40 verschillende documenten, 200 verschillende gegevens (daaronder begrepen 30 gegevens die op zijn minst 30 keer worden herhaald). Minstens 60-70% van alle gegevens moeten ten minste 1 maal opnieuw worden ingegeven voor een andere overheidsdienst. Er kan dus nog veel worden gedaan om douaneformaliteiten efficiënter te laten verlopen als vandaag. Niettegenstaande douane altijd een hinderpaal zal blijven voor de handel kan het proces zeker nog worden gestroomlijnd. Oponthoud aan grenzen en controles moeten herleid worden tot het absolute minimum. Reglementering moet zo eenvoudig en doorzichtig mogelijk zijn. Wat, Dames en heren, is tot dusver de reactie geweest van de douaneadministraties? Meer en meer internationale organisaties, naast de Europese Unie, zoals World Trade Organization, World Customs Organization en G8 oefenen een toenemende druk uit voor liberalisering van de handel door op internationaal niveau de douaneprocedures te hervormen, moderniseren en harmoniseren. Een voorbeeld daarvan zijn de inspanningen van de G8 en de WCO om meer gebruik te maken van commerciële datastromen in plaats van douaneformulieren en om dezelfde soort van gegevens te gebruiken zowel bij de in- als bij de uitvoer.
3 Een andere maatregel die in meer en meer douaneadministraties wordt toegepast is de invoering van het ‘’ENIG LOKET’’-principe, waarbij de interventies van alle overheidsdiensten die betrokken zijn bij het grensoverschrijdend goederenverkeer geïntegreerd kunnen verlopen. Ik stel dan ook met plezier vast dat van bij de start van dit Nationaal Forum alle betrokken overheidsdiensten zoals economische Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu en Landbouw vertegenwoordigd zijn. Ook op Europees vlak zijn er reeds belangrijke initiatieven genomen. De meesten onder u kennen ongetwijfeld het idee van de ’’SINGLE EUROPEAN AUTHORIZATION’’, waarbij met slechts één vergunning alle douaneformaliteiten van multinationals in de Europese Unie vanuit hun hoofdzetel worden geregeld. Ook de uitdaging van de informatisering gaat de Europese Commissie niet uit de weg. ‘’E- DOUANE’’ begint stilaan een magisch woord te worden. Ik ben er van overtuigd dat de inspanningen die de Europese Unie levert om tot een gemeenschappelijke aanpak van een elektronische douane te komen, zijn vruchten zal afwerpen. Dames en heren, Aan deze hoopgevende technologische evolutie is ook een keerzijde verbonden. Een hoog technologische omgeving leidt ook tot hoogtechnologische fraude. Georganiseerde misdaad is in opmars, gesofistikeerder dan ooit, gebruikmakend van moderne technologie en netwerken op een internationale schaal. Aan de buitengrens van de EU verschuift daardoor de focus van de controles naar het weren van grootschalige invoer van drugs en verboden goederen. Binnen de Europese Unie stijgt de fraude gebruikmakend van de douanesystemen inzake communautair douanevervoer. Daarnaast blijft de clandestiene invoer van hoogbelaste accijnsgoederen zoals sigaretten en alcohol een hardnekkig fenomeen. Dit toont de noodzaak aan voor de douane- en accijnsadministraties in alle lidstaten om constant waakzaam te blijven voor smokkel en om meer middelen in te zetten voor het weren van criminele goederen en het controleren van gecontingenteerde goederen. Om haar taken te kunnen uitvoeren in een wereld van gelinkte databases en elektronische handel zal de douane andere werkmethoden en andere manieren van belastinginning moeten ontwikkelen. Informatiestromen en geldstromen worden immers meer en meer losgekoppeld van goederenstromen. De toenemende spitsvondigheid van de internationale misdaad verhoogt de behoefte van de douane om toegang te hebben tot een grote verscheidenheid aan nuttige informatie. In dat verband kan een vruchtbaar partnership tussen douane en eerlijke handelaars, de vrijgave van legitieme goederenstromen aanzienlijk versnellen. Dit onderscheid tussen “hoge” en “lage” risicohoudende handelaars moeten de douane in staat stellen middelen vrij te maken om meer controles uit te voeren op goederen en handelaars die het hoogste risico vormen. Door de douane ingedeeld worden bij de zogenaamde “legitieme” handel zal in de toekomst even belangrijke worden als intellectuele eigendomsrechten en “groene” thema’s. Ook voor douaneagentschappen zal het belangrijk zijn om een goede “compliante” historiek te hebben om aan de invoerders en de uitvoerders die van hun diensten gebruik maken vereenvoudigde procedures te kunnen aanbieden.
4 RISICO-ANALYSE is een instrument dat bij de douane wereldwijd volop in ontwikkeling is. Het vroegtijdig kunnen beschikken over commerciële PRE-ARRIVAL en PREDEPARTURE informatie staat daarin centraal. Een ander idee dat meer en meer opgang kent is de CERTIFIERING van de systemen van de bedrijven inzake douaneprocedures op grond van kwaliteitsnormen, vergelijkbaar met de internationale ISO-normen. De Zweedse douane heeft reeds zo een concept van certifiëring uitgewerkt, bekend onder de naam van de “STAIRWAY”, waarmee bedrijven worden ingedeeld in categorieën volgens het ingeschatte risico van hun systemen. Hoe hoger een bedrijf er in slaagt op de “Stairway” te geraken hoe lager de compliance-controles. Binnen de Europese Unie onderzoekt men momenteel in hoeverre dat concept kan veralgemeend worden voor alle douaneadministraties. Een ander belangrijk kenmerk in de relatie tussen douane, andere overheidsdiensten en de economische operatoren zal het maximaal gebruik zijn van de aan de gang zijn de IT – ONTWIKKELINGEN. Dit betekent onder meer dat actuele en juiste informatie over in- en uitvoerreglementering in de ruimste zin van het woord, op het internet voorhanden moet zijn 24 uur per dag, het ganse jaar door. Eén van de mogelijkheden van IT is ook de invoer van PAPERLESS DOUANE, die het mogelijk maakt de douane- en accijnsprocedures elektronisch te laten verlopen. Met dit alles wil ik onderstrepen dat in de toekomst een nauwe samenwerking tussen douane en het bedrijfsleven vooral zal gaan over het gebruik van moderne werkmethoden zoals risicoanalyse en de noodzaak om mee te zijn met de nieuwste IT- ontwikkelingen Dames en Heren, Om af te ronden zou ik vooreerst de Europese Commissie willen danken voor het initiatief dat zij in 2001 heeft genomen met de introductie van het EMPACT – model, het “European Model for Partnership between Customs and Trade”. Dit model reikt de lidstaten een kader aan voor het organiseren van dialoog en partnership met het bedrijfsleven om te komen tot LAGERE COMPLIANCE KOSTEN, EEN BETERE BESCHERMING VAN DE SAMENLEVING EN BETERE BEHEERSING VAN DE TOENEMENDE HANDELSSTROMEN: een WIN – WIN – WIN situatie. Een aantal Europese landen zijn ons reeds voorgegaan met het aanwenden van dit model om de dialoog en het partnerschip met het bedrijfsleven concrete vorm te geven. Na Zweden, Ierland en het Verenigd Koninkrijk is het vandaag de beurt aan België om in het partnership met het bedrijfsleven een voortrekkersrol te spelen. Ik ben er van overtuigd dat er heel wat zal te bespreken zijn in het Nationaal Forum. Ik denk ook dat er geen beter tijdstip kon worden gekozen om het forum te installeren. Inderdaad, de FOD Financiën heeft in het kader van het COPERFIN – project, zijnde de Copernicushervorming binnen Financiën, heel wat nieuwe en frisse ideeën opgedaan en in plannen omgezet. Dit is ook zo voor de Administratie der douane en accijnzen die baanbrekende ideeën heeft ontwikkeld rond de E-douane en risicoanalyse. Deze ideeën zullen een belangrijke input zijn in de strategische dialoog in dit Forum. Het is nu het ideale moment dat ook het bedrijfsleven zijn inbreng heeft bij de validering van die ideeën. Dit legt de ideale basis om nadien samen met de douane en de andere betrokken overheidsdiensten de plannen uit te werken van BUITEN NAAR BINNEN in gemeenschappelijke projecten en niet andersom zoals dat vaak in het verleden het geval was.
5 In dit verband is het dan ook een groot genoegen voor mij dat ik u kan aankondigen dat ik onlangs het licht op groen heb gezet om een lastenboek op te stellen voor de invoering van de “papierloze douane en accijnzen” Het is mijn bedoeling om dat lastenboek nog dit jaar op de markt te brengen en vóór het einde van het jaar toe te kennen zodat vanaf 2004 kan begonnen met de realisering van de elektronische douane. Daarmee is de Administratie der douane en accijnzen de eerste binnen Financiën die met de concrete invulling van Coperfin van start gaat. Ik denk dat inbreng van u allen in de beschrijving van de functionaliteiten van het lastenboek voor de douane én voor het bedrijfsleven van onschatbare waarde zal zijn. Dames en Heren, Tot slot wil ik de Administratie der douane en accijnzen feliciteren en in het bijzonder de Voorzitter van het Nationaal Forum en tevens directeur-generaal bij de Administratie der douane en accijnzen, mevrouw DOULLIEZ, met hun initiatief en moed om nieuwe wegen te bewandelen om de banden tussen douane, andere overheidsdiensten en bedrijfsleven nauwer aan te halen. Ik hoop dat de werkzaamheden deze namiddag zullen leiden tot gemeenschappelijke acties die op termijn zullen uitmonden in gemeenschappelijke projecten. Het is heel belangrijk dat jullie deze dag niet als een éénmalige gebeurtenis zien maar als de start van een lang proces naar verbetering op verschillende gebieden. Ik reken erop dat uw betrokkenheid van vandaag zal omgezet worden in concrete acties in de praktijk. Ik wens jullie veel geluk in jullie werkzaamheden en kijk uit naar de resultaten van het Nationaal Forum voor dialoog en partnership tussen bedrijfsleven en overheid rond douane en accijnsmateries.