NEEM MEE!
In gezondheid nadenken over palliatieve zorg pagina 2
GRATIS
Tips voor omgaan met levensvragen pagina 6
Het overkomt je allemaal pagina 9
Palliatieve zorg, samen zorgen ter gelegenheid van de Internationale Dag van de Palliatieve Zorg
Internationale Dag van de Palliatieve Zorg Op zaterdag 9 oktober 2010 vindt voor de zesde keer de Internationale Dag van de Palliatieve Zorg (IDPZ) plaats. De IDPZ is er om mensen te laten weten dat palliatieve zorg bestaat. Op deze dag worden veel lokale en regionale activiteiten georganiseerd om aandacht te geven aan palliatieve zorg en de keuzes die er zijn in de laatste levensfase.
Willeke Alberti:
Samen zorgen voor warmte en aandacht
Het Nederlandse thema is dit jaar ‘Palliatieve zorg, samen zorgen’. Wereldwijd wordt met het motto ‘Sharing the care’ benadrukt dat samenwerking tussen zorg- en hulpverleners, zorg instellingen, de overheid en patiënten en hun naasten, heel erg belangrijk is voor de kwaliteit van zorg. Deze krant is een informatiebron voor iedereen, maar richt zich dit jaar extra op verzorgenden en ouderen, die te maken kunnen krijgen met palliatieve zorg in de thuissituatie. De IDPZ is een initiatief van Palliactief in samenwerking met KWF Kankerbestrijding, Stichting Agora, Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg Nederland (VPTZ) en de Vereniging van Integrale Kankercentra (VIKC). Meer informatie en activiteiten in de buurt: www.idpz.nl
Palliatieve zorg richt zich op het verbeteren van de kwaliteit van leven van patiënten en hun naasten, die te maken hebben met een ongeneeslijke ziekte. De patiënt zou zo min mogelijk moeten lijden. De zorg in de laatste drie maanden voor het overlijden, noemen we ook wel terminale zorg. Bij palliatieve zorg draait het niet alleen om dit allerlaatste stukje van het leven. Het richt zich ook op de ziektefase die daaraan vooraf gaat. Die kan vele maanden, en soms jaren duren. Bij palliatieve zorg kunt u denken aan: • het behandelen van pijn en andere symptomen, en indien mogelijk het remmen van de ziekte; • het voorkomen en behandelen van psychologische en sociale problemen; • het geven van aandacht aan zingeving en spiritualiteit; • het bieden van ondersteuning bij het afronden van het bestaan en bij het nemen van afscheid; • het helpen van naasten bij het omgaan met de zieke en bij de rouwverwerking na het overlijden.
INTERVIEW
Palliatieve Zorg
foto: Roy beusker
“Ik vind het heel bijzonder mensen bij te staan in hun laatste maanden. Twee keer heb ik dat van heel nabij mogen meemaken. Daar ben ik heel dankbaar voor.”
E
nkele jaren terug heeft Willeke Alberti zelfs in haar huis voor een vriendin een soort hospice gecreëerd. “We hebben voor haar een bed in de kamer gezet. Vanaf bed kon zij in de tuin kijken. Mijn zoon Kaj heeft zo’n blauwe Europese vlag met sterren aan het voeteneinde opgehangen. Dan kon zij vast wennen aan de sterren.” Zo’n ‘grap’ past helemaal bij Willekes visie. “Probeer de dood te relativeren, kijk naar de dingen die mooi zijn geweest en blijf ook lachen. Blijf praten over de alledaagse dingen waar je anders ook over zou praten: werk, kinderen, vakantie. Iemand die doodgaat, blijft daarin geïnteresseerd.” Nadenken over doodgaan hoort bij het leven, vindt Willeke. “Ga na wat voor je laatste maanden mogelijk is en geef aan wat je wilt. Dat geeft rust als het eenmaal zover is. Je moet je veilig en in goede handen weten om in rust weg te kunnen gaan.” Haar vriendin kon daarvan op aan. “De thuiszorg kwam voor de praktisch zaken. Verder waren er veel mensen uit de entertainmentwereld die mijn
vriendin kenden en kwamen helpen. Jos Brink, bijvoorbeeld, heeft veel met haar gesproken en ook de afscheidsdienst geleid.” Willeke kijkt terug op een mooie periode. “Ik kon dit doen en ben blij dat ik dit heb mogen doen. Ik heb zoveel moois meegemaakt. Daaruit putte ik toen kracht en energie en ook nu nog.”
Tot je laatste ademsnik, heb je behoefte aan aandacht, warmte en liefde Van die tijd herinnert Willeke zich vooral de aandacht, de warmte en de liefde. “Je vindt die ook in de hospices. Ik ken een hospice hier in Hilversum en een in Soest. Dokters en verzorgenden lopen er in gewone kleren. Dat geeft een heel andere sfeer dan de witte jassen in het ziekenhuis. Je bent bovendien met anderen in eenzelfde situatie. Je kunt daardoor veel gemakkelijker communiceren over wat je meemaakt. Dat kan je chemokuur zijn, maar ook je ziekte en dat je gaat overlijden. Dat geeft steun. En dan de vrij-
willigers. Zo liefdevol. In alle rust helpen ze met koffie en met eten en ze geven ook aandacht. Zo ontstaat een sfeer van rust. Dat maakt de dood gemakkelijker voor wie weggaat en voor de mensen er omheen.” Willeke heeft “gigagrote bewondering” voor iedereen die te maken heeft met zorg voor mensen die gaan overlijden. “Die mensen hebben een grote verantwoordelijkheid waar te maken. De patiënt, om dat woord maar te gebruiken, geeft ze haar of zijn vertrouwen. Die moet dan ook erop kunnen rekenen dat de aandacht van professionals, mantelzorgers en vrijwilligers er écht is. Jij gaat dood, en dan is aandacht zo ontiegelijk belangrijk. Tot je laatste ademsnik, heb je behoefte aan aandacht, warmte en liefde.” Haar bewondering motiveert Willeke om vanuit de Willeke Alberti Foundation op te treden in verzorgingshuizen en bij de jaarlijkse dinnershow in Studio 21 in Hilversum. “Zo kan ik mijn respect voor mantelzorgers en verzorgenden laten blijken en vanuit mijn passie voor zingen uitdragen, dat wij als mensen voor elkaar moeten zorgen. Ik hoop het nog lang te mogen doen. Zo niet? Ach, er komen daarboven steeds meer bekenden, het wordt er steeds leuker.” Karel van Koppen
els borst-prijs
pagina 2 | Palliatieve zorg, samen zorgen
In gezondheid al nadenken over palliatieve zorg
J
uul Heesbeen wist niets van palliatieve zorg. Er was voor haar ook geen enkele reden om zich er in te verdiepen: zij noch iemand uit haar directe omgeving was ziek. Dat veranderde toen bij haar man Jan in mei 2009 alvleesklierkanker werd vastgesteld. “Jan was altijd een sterke en gezonde man geweest. Tot hij in februari 2009 een hersenbloeding kreeg op vakantie in Thailand. Daar knapte hij eigenlijk heel goed van op. In april werd hij weer ziek: hij bleef overgeven, vooral ’s nachts en in het weekend. We zaten dan ook regelmatig bij de weekendarts. Hij is er ook een keer voor opgenomen, maar toen werd er eigenlijk niets gevonden. Jan kon weer naar huis.” Ondanks de geruststelling dat er ‘niets aan de hand was’, maakte Juul zich steeds meer zorgen om haar man. “Hij werd alleen maar zieker.” Op een moment dat de huisarts op bezoek was, kreeg Jan een herseninfarct en werd met spoed naar het ziekenhuis gebracht. Na verder onderzoek bleek Jan alvleesklierkanker te hebben. In een vergevorderd stadium. Juul: “Er is nog geprobeerd te opereren, maar dat was niet meer mogelijk. Wel hebben ze toen een aantal bypassen rond de tumor gelegd zodat Jan wel weer iets kon eten.” Verkeerd beeld Ondanks alle goede zorgen, voelde Jan zich niet prettig in het ziekenhuis. Juul besloot al snel, dat Jan thuis moest komen. In eerste instantie wilde Jan dat niet. “Niet omdat hij niet graag thuis wilde zijn, maar omdat hij zich zorgen maakte dat het voor mij te zwaar zou zijn”, vertelt Juul geëmotioneerd. “Zo was Jan: hij dacht altijd als eerste aan een ander.” Op het moment dat Juul haar wens uitte bij de verpleegkundigen, hoorde zij voor het eerst over de palliatieve zorg. “Eigenlijk schrok ik ervan”, bekent Juul. “Ik dacht dat zij pas werden ingeschakeld rond of zelfs na het overlijden. Ook Jan riep meteen dat hij geen zin had om nu al de hele tijd over de dood te moeten praten. We waren bijna blij verrast, dat ons beeld niet klopte.”
1e prijs
productie van MovedMedia
Op tijd inschakelen Zorgcoördinator van het palliatief team Hendrika Kolkman herkent dergelijke reacties wel. “Er is veel onduidelijkheid over palliatieve zorg. De meeste mensen leggen meteen de link met een snel naderend overlijden. Terwijl palliatieve zorg zich juist met het leven bezighoudt: alles is erop gericht het leven in de laatste fase zo comfortabel mogelijk te maken en ervoor te zorgen dat mensen zoveel mogelijk de dingen kunnen doen die ze graag willen. Het kan inderdaad om een korte periode gaan, maar ook over maanden of zelfs jaren.” Juist door het verkeerde beeld wordt de palliatieve zorg vaak veel te laat ingeschakeld. “We regelen ook veel praktische zaken”, legt Hendrika uit. “Zo hebben we, samen met de familie, voor Jan een scootmobiel
geregeld, zodat hij toch nog zoveel mogelijk zelfstandig op pad kon gaan.” Film Met hulp van het ziekenhuis en de palliatieve zorg kon Jan heel snel met sondevoeding naar huis. Jan had in het begin behoorlijk moeite met de palliatieve zorg. “Heel begrijpelijk”, is de ervaring van Hendrika. “Onze aanwezigheid is een confrontatie met het feit dat je niet meer beter kunt worden.” Juul knikt bevestigend. “Jan vond het vreselijk, dat hij met steeds meer dingen moest worden geholpen. Het is toch een verlies van eigenwaarde.” Ze waren dan ook erg verbaasd, dat Jan wilde meewerken aan een film over palliatieve zorg waarin hij in al zijn kwetsbaarheid in beeld zou komen. “Jan gaf aan, dat hij mensen op die ma-
nier kon laten zien wat palliatieve zorg nu werkelijk inhoudt. En dat je er beter al over na kunt denken als je nog gezond bent,” vertelt Juul. “Dat je je geen betere zorg kunt wensen.” Communie Jan leefde van moment naar moment. “Hij wilde Kerstmis meemaken. Verjaardagen. De communie van zijn kleinzoon. Onze trouwdag.” Hij genoot van alles wat nog wel mogelijk was. “Eten lukte vrijwel niet, maar hij probeerde het toch”, herinnert Juul zich. “Vreemd genoeg kon hij wel zoute haring verdragen. Die hebben we dan ook veel gegeten.” Uiteindelijk gaf Jan zelf aan dat het genoeg was. “Zijn lichaam was op, hij was letterlijk doodmoe. Hij besefte dat hij niet meer bij de communie van zijn kleinzoon zou zijn. Dat vond hij erg. Hij heeft onze kleinzoon wel in zijn communiekleren gezien die hij speciaal voor zijn opa had aangetrokken.” Omdat het lijden ondraaglijk werd, is, in overleg met de huisarts, begonnen met palliatieve sedatie. De arts verlaagt dan met medicijnen het bewustzijn zodat men zonder pijn en/ of benauwdheid kan sterven. Jan verbaasde iedereen. Ondanks dat hij nog slechts een schim was van zichzelf (hij woog minder dan 30 kilo), bleef hij vechten om te leven. Om nog één moment te mogen meemaken: zijn trouwdag. “Die heeft hij gehaald. Hij is diezelfde nacht rustig overleden.” Yolanda Edens Jan Heesbeen was één van de hoofdpersonen in de zevendelige Take Care TV-serie ‘Tijd om te leven’, uitgezonden door Omroep Brabant. De serie is gemaakt op initiatief van de Brabantse netwerken palliatieve zorg, het Integraal Kankercentrum Zuid [IKZ], de Provincie Noord-Brabant en Stichting Take Care TV. Zij wonnen hiermee de eerste Els Borst-prijs 2009. Bekijk de afleveringen op: www.palliatievezorginbrabant.nl.
productie van MovedMedia
Ook in 2009 was de Els Borst-prijs aan de Internationale Dag van de Palliatieve Zorg verbonden. De Els Borst-prijs heeft als doel om initiatieven die bijdragen aan bekendheid, bereikbaarheid en beschikbaarheid van palliatieve zorg, te belonen. In 2009 wonnen de Brabantse netwerken palliatieve zorg de eerste prijs met de 7-delige tv-serie ‘Tijd om te leven’. De ‘Luisterlijn Palliatieve Zorg’ uit het netwerk palliatieve zorg regio Gelderse Vallei kreeg de tweede prijs en ‘Sterven op je Eigen Manier (STEM)’ van het palliatief netwerk MiddenHolland ontving de derde prijs. De netwerken palliatieve zorg in Overijssel kregen een eervolle vermelding voor het realiseren van www.forumongeneeslijkziek.nl. Op deze pagina en pagina 3 meer informatie over deze initiatieven.
de rol van...
De Els Borst-prijs
... de verpleegkundige Verpleegkundige Danielle van Loon maakte vanaf de eerste dag deel uit van het palliatieve team van Jan Heesbeen. “Jan wilde absoluut niet over zijn ziekzijn praten. Later werd dat wel wat beter maar hij bleef erg in zichzelf gekeerd. Terwijl we van zijn vrouw hoorde dat Jan voor zijn ziekte juist altijd het hoogste woord had en voortdurend grapjes maakte.” Het team merkte wel, dat Jan langzaam aan dingen voor zichzelf aan het afsluiten was. Direct iets benoemen dat te maken hadden met zijn ziekte of overlijden, vermeed hij. Danielle: “Hij vroeg op een gegeven moment wel of ‘alles’ was geregeld. Of merkte, bij het horen van een liedje op de radio terloops op, dat hij dat wel mooi vond. Dat was zijn manier om zijn wensen aan te geven.” Volgens Danielle is dat juist zo bijzonder aan de pallia-
tieve zorg: “Het contact met de patiënt en de familie is veel intensiever en veel persoonlijker. Ook zonder woorden leer je iemand kennen. Je wordt toegelaten in misschien wel het intiemste moment van iemands leven. Een periode die je ook niet meer kunt overdoen. Het is voor mij een voorrecht om daarin zoveel te kunnen betekenen.”
... de huisarts “Als huisarts sta je de eerste periode aan de zijlijn”, is de ervaring van huisarts Danielle van Steen. “Je houdt een vinger aan de pols maar de behandeling is in handen van de specialist. Op het moment dat blijkt dat genezing niet meer mogelijk is en er sprake is van een palliatieve fase, wordt de rol van de huisarts belangrijker. Je bent er niet alleen voor de
patiënt maar ook om de gezinsleden te steunen. Dat wordt na het overlijden ook voortgezet.” Naarmate de situatie verslechtert, worden de contacten intensiever. Er is regelmatig overleg met het palliatief team. Het is uiteindelijk de huisarts die het overlijden moet vaststellen. Danielle: “Als het even kan, wil ik dat zelf doen. Het is een moment in een bijzondere, intieme sfeer waar de overledene nog voelbaar deel van uitmaakt. Alsof hij of zij wil zeggen: dankjewel, dit hebben we met z’n allen goed afgesloten.”
Palliatieve zorg, samen zorgen | pagina 3
Eervolle vermelding
2e prijs
> www.luisterlijnpalliatievezorg.nl
Lotgenotencontact is belangrijk voor mensen die ongeneeslijk ziek zijn en hun naasten. De lotgenotensite www.forumongeneeslijkziek.nl maakt ook digitaal lotgenotencontact in de laatste fase mogelijk. Als mensen binnen afzienbare tijd gaan overlijden, is er behoefte aan informatie, herkenning en erkenning. Patiënten en hun naasten willen graag contact met mensen die ongeveer hetzelfde meemaken of hebben meegemaakt voor bevestiging, geruststelling, begrip, steun en troost. Fysiek lotgeno-
gesprekstips
Stichting STEM wil sterven uit de taboe- en medische sfeer halen:
Samen erover praten helpt (maar is vaak lastig) Leven is ook doodgaan. Denk erover, praat erover. Dat is de boodschap van de Stichting STEM. STEM staat voor STerven op je Eigen Manier en is opgericht door praktijkmensen uit de zorg. Diana Geers (57) is een van de betrokkenen van het eerste uur. Als palliatief verpleegkundige bij ZorgBrug praat ze vaak met patiënten en hun partners over de tijd van leven in het zicht van de naderende dood.
S
tel, je hebt te horen gekregen, dat je bent uitbehandeld. Waarmee kan een palliatief verpleegkundige je helpen? “Via de medisch specialist, huisarts, collega-(wijk)verpleegkundigen komen deze patiënten bij mij terecht. Maar zij of hun naasten kunnen ook zelf rechtstreeks contact met mij opnemen. Er is geen verwijzing van een arts nodig. Ik stel vragen over de wijze waarop de zieke en zijn naaste omgeving deze fase van afscheid met elkaar willen beleven. Ik merk dat ze het zelf soms lastig vinden om de zaken te benoemen, vanwege het verdriet, de angst en andere emoties die hierbij komen kijken. Dan treed ik op als een soort tolk. Ik help het gesprek dan op gang te brengen en de meeste mensen kunnen het daarna prima zonder verdere hulp. Verder bied ik emotionele en praktische hulp aan de zieke en zijn naasten in de laatste levensfase. Dat kan thuis zijn, maar ook in het ziekenhuis dan wel verpleeg- of verzorgingshuis. Vaak hebben mensen geen idee wat er allemaal mogelijk is, dus dat leg ik uit en ik help ze om het te realiseren. Als een zieke bijvoorbeeld graag thuis wil sterven, informeer ik ze over de mogelijkheden en regel ik de praktische zaken.” Hoe doe je dat? “Als het gaat om kwaliteit van leven en sterven bepaalt de patiënt zelf wat dit concreet voor hem betekent. Ik ga het gesprek dan ook zo open mogelijk in, zonder te sturen. Een van mijn eerste vragen is altijd: ‘Hoe hoop je, op de laatste dag van je leven, terug te kijken
3e prijs
op de tijd die nu nog voor je ligt?’ Die vraag stel ik ook aan de partner of kinderen. Van daaruit gaan we samen kijken wat nodig is om de wensen die daarin verscholen liggen te realiseren.” Wat valt je op? “Mensen zijn snel geneigd om vanuit zichzelf te denken en daarmee voor een ander de antwoorden in te vullen. Hoe goed bedoeld ook, daardoor kan wel onbegrip ontstaan. Zo bezocht ik onlangs een oudere man, die mij vertelde dat hij in het ziekenhuis wilde sterven. Toen we verder praatten, bleek dat deze wens voortkwam uit de vrees dat het voor zijn vrouw te zwaar was om hem te verzorgen, maar dat heeft hij haar niet verteld. Zijn vrouw wilde hem juist graag thuishouden en zij wist ook niet goed hoe ze dat met hem kon bespreken. Als buitenstaander is het voor mij gemakkelijker om door te vragen en steeds opnieuw stil te staan bij de wensen van de persoon zelf en hoe die deze met zijn naasten kan bespreken. Ik richt me ook na-
drukkelijk niet alleen op de patiënt, maar ook op de eventuele partner en/ of kinderen. Als in de zorg ook de belangen en wensen van hen zoveel mogelijk worden meegenomen, dan levert dit een belangrijke bijdrage aan de kwaliteit van de laatste levensfase, het sterven en aan het rouwproces. “ Wat kun je anderen aanraden? “Bij het eerste gesprek krijgt iedereen van mij een Wensenboekje mee (zie kader). Het is een handig hulpmiddel om belangrijke zaken aan te kaarten. Ook laat ik altijd de Informatiegids voor de laatste levensfase achter. Deze gids geeft informatie over veel voorkomende veranderingen op lichamelijk, emotioneel en sociaal gebied en een overzicht van de mogelijkheden en voorzieningen aan zorg voor stervenden en hun naasten in de regio Midden-Holland.” Anne-Marie van Bergen
Foto: Palliatief verpleegkundige Diana Geers overhandigt hier aan Bram van der Vlugt het eerste exemplaar van het speciaal ontwikkelde Wensenboekje (zie kader hiernaast)
tencontact is er in de vorm van inloopavonden, Café Doodgewoon of activiteiten van inloophuizen of instellingen psychosociale zorg. Op de lotgenotensite kunnen de deelnemers steun en (h)erkenning bij elkaar vinden. Mensen kunnen ervaringen delen in het forum, hun eigen verhaal vertellen of een kunstwerk laten zien, een eigen blog bijhouden, chatten of een ecard versturen. En er is informatie over palliatieve zorg te vinden, met goede verwijzingen naar websites over palliatieve zorg in de eigen omgeving.
Gesprekstips voor naasten Praten over doodgaan is gewoon nodig als je zelf zoveel mogelijk de regie wilt houden, maar bijna iedereen vindt het moeilijk. Want waar moet je het over hebben en hoe doe je dat? Tips van Diana: 1. Bespreek je vragen en wensen in een vroeg stadium met je partner/naasten, (huis)arts en/of verpleegkundige. 2. Als je het moeilijk vindt om te praten, schrijf je vragen en wensen dan op en laat ze lezen aan de mensen die belangrijk voor je zijn. 3. Bedenk dat deze tijd maar één keer geleefd en beleefd kan worden door jezelf, maar ook door je naasten en dat jijzelf bepaalt wat daarin belangrijk is voor jou. En dat er soms meer kan dan je denkt! 4. Niet alle mensen zijn praters en dat hoeft ook niet; er kan ook veel ‘gezegd’ worden met gebaren of door ‘doen’. Meer informatie, tips en ervaringen van anderen over het bespreekbaar maken van onderwerpen die met doodgaan te maken hebben, vind je op www. doodgewoonbespreekbaar.nl, een initiatief van de Stichting STEM. Het Wensenboekje en andere initiatieven van STEM Welke keuzes wil je en kun je maken om de laatste fase van je leven te laten verlopen op de manier die het beste bij je past? In het Wensenboekje kun je aangeven wat je belangrijk vindt in het leven, zowel in de persoonlijke als medische sfeer. Bestellen? Het Wensenboekje kost € 7,50 en is verkrijgbaar via www.doodgewoonbespreekbaar.nl. In korte tijd heeft Stichting STEM veel producten en diensten geïntroduceerd voor zowel de zorgsector als de Nederlandse samenleving. Kijk voor een overzicht van de producten en projecten van de Stichting STEM op www.stichtingstem.info
vrijwilligers
pagina 4 | Palliatieve zorg, samen zorgen
Beelden zijn afkomstig van de dvd ‘Terminaal ziek – dilemma’s in migranten gezinnen’
Diversiteitsproject VPTZ In 2006 startte het Landelijk Steunpunt van de Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg (VPTZ) Nederland een project rond etnische diversiteit. Op lokaal niveau ging VPTZ met allochtonen in gesprek over de laatste levensfase: Wat speelt er rond het sterven? Wat zijn wensen, hoe zou men graag die laatste levensfase inrichten? Welke vormen van ondersteuning passen daar bij? En: Kunnen we samenwerken om goede ondersteuning ook voor allochtone stervenden en hun naasten te realiseren? Vervolgens gingen de lokale VPTZorganisaties samen met allochtone sleutelfiguren aan de slag. Concreet werd bijvoorbeeld gewerkt aan bekendmaking van het aanbod, stimuleren van discussie in de gemeenschappen over dilemma’s waar stervenden en hun naasten tegenaan lopen (met behulp van de VPTZ-DVD “Terminaal ziek – Dilemma’s in migrantengezinnen”), en aanpassingen in het VPTZ-aanbod (onder ander het werven van allochtone vrijwilligers). De activiteiten in het huidige, laatste projectjaar zijn vooral gericht op implementatie van de projectresultaten, door individuele ondersteuning van de lidorganisaties bij het opzetten van diversiteitsbeleid, de uitgave van een diversiteitskrant, een debat over etnische diversiteit, verschillende trainingen en producten voor coördinatoren en vrijwilligers, de start van het VPTZ-Netwerk Etnische Diversiteit en een slotontmoeting. Voor meer informatie: Landelijk Steunpunt VPTZ: 030-6596266,
[email protected].
Inzet VPTZ drempel voor islamitische familie “Ik wil graag anderen helpen.” is het vanzelfsprekende antwoord van Saïda Arab-Hssayen (37) uit RotterdamHoogvliet op de vraag waarom zij vrijwilligster palliatieve terminale zorg is geworden.
Z
ij kwam in 1990 vanuit Marokko (Meknes) naar Nederland en heeft twee zoons (18 en 16) en een dochter (11). Haar man is in 2004 overleden, na enkele maanden ziek thuis te zijn geweest. De kinderen wisten dat hun vader ziek was, niet dat hij zou overlijden. “Zo wilde mijn man dat. Hij wilde niet dat de doem van zijn dood over die laatste maanden zou hangen. De kinderen hadden een fantastische tijd. Hun vader hoefde niet te gaan werken, maar was thuis en had alle aandacht voor ze. Ook nu nog vinden ze het goed zo. Een bevriend echtpaar in Nederland wist het wel. Wat mijn man had willen voorkomen gebeurde: zij maakten zich zorgen om ons en belden elke dag. Hij heeft toen gezegd, dat het goed met hem ging en dat zij niet meer hoefden te bellen. De familie in Marokko hebben we alleen laten weten, dat hij is overleden, niet de oorzaak. Niet dat
daar bij ons niet over gesproken zou mogen worden, maar mijn man wilde het zo.
In Marokko zou de hele familie zich hebben ingezet om voor haar man te zorgen, ook in het ziekenhuis. Hier ontbrak die hulp. “Als wij naar het ziekenhuis gingen, moest onze oudste zoon oppassen.” Het waren pittige maanden. “Ik was mee ziek. Ik leefde als een robot.” Maar Saïda heeft nooit het gevoel gehad er alleen voor te staan. “Allah heeft mij kracht gegeven.” Een grote overstap Saïda had en heeft goede contacten met haar buren. Via een van haar buurvrouwen, een maatschappelijk werker, kwam zij in contact met Thea Adlim, beleidsmedewerker diversiteit bij het
Landelijk Steunpunt VPTZ. Zij deed onderzoek naar onder meer ervaringen van allochtone vrouwen die hun man door een langdurige ziekte, bijvoorbeeld kanker, hadden verloren en vroeg ook Saïda daaraan mee te werken. Zo kreeg zij een DVD te zien met daarop een Marokkaanse VPTZ-vrijwilligster. “Dat wilde ik ook gaan doen. Ik vind het belangrijk dat er islamitische vrijwilligers zijn. Bij ons zorgt de familie voor iemand die gaat overlijden. Je laat de zieke nooit alleen. Ook niet in het ziekenhuis. Een vrijwilliger vragen, is dus een grote stap. Dat is gemakkelijker te accepteren wanneer het
VPTZ-vrijwilliger Cor Poelmans
“Soms zit ik letterlijk naast het bed, soms een paar meter verderop”
De vrijwilliger Cor Poelmans
Cor Poelmans is één van de ongeveer 9000 vrijwilligers die thuis of in hospices ondersteuning bieden aan ernstig zieken. Hij werkt bij de Stichting Leendert Vriel in Enschede. Dit is één van de 200 lokale organisaties die zijn aangesloten bij de vereniging Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg (VPTZ).
partner – tot rust komen.Vaak zijn de zieken al bedlegerig als wij ingeschakeld worden. Soms zit ik letterlijk naast het bed, soms een paar meter verderop. Het is maar net wat de zieke wil. Als er veel angst is, wil de zieke vaak dat je dichtbij bent. Dan weten ze dat ze niet alleen zijn.
“B
Vrijwilligers helpen in de nacht met kleine dingetjes: drinken geven bijvoorbeeld, wat opfrissen, of ervoor zorgen dat de zieke op een aangename manier in bed ligt. Voor de verzorging en verpleging komt de thuiszorg langs.
ij de Stichting zijn zo’n 30 vrijwilligers aangesloten. Wij werken niet in een hospice, maar komen bij mensen thuis: overdag of ’s nachts. We zijn er zowel voor de zieke als voor zijn naasten. Als wij er zijn, kunnen de naasten andere dingen doen. Even een boodschapje bij voorbeeld. Ik werk vooral in de nacht. Meestal duurt mijn dienst van ‘s avonds 11 uur tot ‘s ochtends 7 uur. In dat geval kan de mantelzorger – en vaak is dat de
Een luisterend oor bieden is ook een belangrijk onderdeel van het werk. Zowel zieken als hun familieleden vinden het soms makkelijker om te praten met een relatieve buitenstaander dan met elkaar. Voor veel naasten is het het eerste sterfbed dat zij meemaken. Er zijn veel vragen, of onzekerheden. Wij worden als ‘deskundigen’ gezien. Zo voelen we ons niet, maar we kunnen op basis van eerdere ervaringen natuurlijk wel vertellen hoe sterfbedden kunnen verlopen. Ook hebben we allemaal een opleiding gevolgd op het gebied van palliatieve zorg. Ik doe dit werk nu zo’n vijf jaar. Het geeft me veel voldoening. Het is dankbaar werk. Ik vind het fijn om op deze manier iets voor de medemens te kunnen betekenen.” Rob Bruntink
iemand is uit je eigen cultuur en van je eigen geloof. Iemand met wie je het geloof kunt delen dat je naar een wereld
gaat met alleen maar goede dingen, die je kan wassen om je rein te houden, die de Koran met je kan lezen, die je kan helpen bidden met, als de ziekte het toelaat, de ogen gericht op Mekka.” Saïda heeft zich daarom aangemeld bij de Vrijwilligers Terminale Zorg Rotterdam regio Zuid. Onder leiding van coördinator Rutger Schrijver heeft zij een cursus gedaan. Samen met Thea heeft zij voor Marokkaanse verenigingen voorlichtingsavonden over vrijwillige palliatieve terminale thuiszorg gegeven. “We hebben uitgelegd wat het inhoudt, wat het doel is en wie kan helpen als iemand terminaal is.” Herinneringen Tot nu toe is Saïda driemaal gevraagd als VPTZ-er: Tweemaal bij Nederlandse mensen, eenmaal bij iemand uit Suriname. Dat zij een Marokkaans-Islamitische achtergrond heeft en haar werk doet met hoofddoek om, is geen enkel probleem. Elke inzet betekent, dat herinneringen terugkomen aan wat zij zelf heeft meegemaakt. “Dat is best pittig. Maar ik help waar ik kan.” Karel van Koppen
Meer over vrijwilligershulp door VPTZ Vrijwilligers > kunnen thuis helpen, of in een hospice of bijna-thuis-huis > kunnen waken bij de patiënt > geven hulp bij lichte lichamelijke verzorging > staan mensen emotioneel bij > ondersteunen mantelzorgers of vervangen ze tijdelijk > verrichten geen medische, verpleegkundige of zware huishoudelijke taken, maar kunnen bijvoorbeeld in overleg wel een boodschapje voor u doen. > worden getraind in palliatieve terminale zorg Vrijwilligershulp > is onbetaald maar niet vrijblijvend > vult datgene aan wat familie leden zelf doen; zo krijgen de naasten even tijd voor zichzelf Informatie VPTZ (Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg Nederland): www.vptz.nl Landelijk steunpunt VPTZ: (030) 659 62 66 (kantoortijden)
Zeg het met een kaartje…
DE WINNAARS
Dit jaar zijn verzorgenden uitgenodigd om een kunstzinnige kaart te ontwerpen. Want, wat voor een kaart stuur je eigenlijk aan iemand die niet meer beter kan worden? Uit de inzendingen heeft de jury deze bijzondere kaarten gekozen. De kaarten worden rondom 9 oktober verspreid door de netwerken palliatieve zorg in Nederland. Ook is er een digitale versie van deze kaarten te vinden op www.idpz.nl.
José en Josha Peeters uit Maasbree: om te vertellen dat ongeneeslijk zieke mensen er niet alleen voor staan.
creativiteit
Palliatieve zorg, samen zorgen | pagina 5
Hennita Koelewijn uit Spakenburg: Ik zou deze tekst graag op een kaart zien omdat dit het gevoel is wat bij mij opkomt als ik te maken heb met mensen die ongeneeslijk ziek zijn, en gaan sterven. Een gevoel van onmacht, bij die persoon, maar ook bij mij. Het is onomkeerbaar, je weet dat het komt.
Annie Schat-Vanger uit Damwoude: Als een mens zijn hart opent, het wonder laat zien, dan leeft een mens en is hij of zij zichzelf. De liefde die een mens geeft, is de liefde die blijft.
Carla Focke tussen twee dierbare vriendinnen
‘Zingen voor je Leven’ geeft mij levenskracht In oktober 2003 werd bij Carla Focke eierstokkanker met uitzaaiingen in de buik vastgesteld. “Mijn eerste gedachte: ‘hoe moet het nu met mijn kinderen?’” herinnert Carla zich, die er op dat moment vanuit ging dat ze nog een halfjaar te leven had. Nu, 7 jaar later, is zij er nog steeds.
“I
k word palliatief behandeld, maar geniet tussen de chemokuren door van het leven.” Na de diagnose had Carla een sterke behoefte om iets creatiefs te gaan doen. Ze begon met schilderen en ontmoette daar iemand die lid was van het koor ‘Zingen voor je Leven’ in Amersfoort. Een koor dat bestaat uit (ex-)kankerpatiënten en naasten van mensen die met kanker te maken hebben (gehad). Carla heeft het altijd leuk gevonden om te zingen. Ze heeft bij een smartlappenkoor gezongen en ook nog even zangles gehad. “Het sprak mij meteen aan. Vanaf het moment dat ik bij het koor binnenstapte, voelde het heel vertrouwd. “
Inmiddels is het koor een belangrijk element in haar leven geworden. “Omdat iedereen te maken heeft met hetzelfde proces ontstaat er een band. Iedereen begrijpt elkaar zonder woorden.” Voor veel kankerpatiënten is niet de ziekte zelf de grootste last, maar het stigma dat de ziekte met zich meedraagt. “Vanaf het moment dat mensen weten dat je kanker hebt, gaan ze anders reageren”, is de ervaring van Carla. “Sommigen negeren het feit dat je kanker hebt. Uit een gevoel van onmacht weten mensen zich vaak geen houding te geven. Ze begrijpen niet goed, dat ik er hetzelfde uitzie als zijzelf. De beeldvorming bij kanker wordt toch voornamelijk bepaald door een kaal hoofd, een mager uiterlijk en een grauwe huid.” Gesprekken beperken zich regelmatig tot de vraag, hoe het met Carla gaat. “Terwijl ik voorheen met dezelfde mensen kon praten over allerlei andere zaken.” Onder de koorleden is dat anders. “We bespreken vakantieplannen, boeken die we hebben gelezen, films die we graag willen zien en zaken die in het nieuws zijn geweest. De gewone dingen des levens dus. We lachen samen, delen ons verdriet, steunen elkaar en verwerken onze emoties in het zingen. Het koor draagt bij aan de kwaliteit van mijn leven. Het geeft mij levenskracht.” Carla’s ziekte is al lange tijd stabiel. “Ik heb altijd gezegd dat ik 84 word. Ik ben nu 59. Op deze manier wil ik wel 84 worden. “ Yolanda Edens
Tamara van Bedaf uit Etten-Leur: Kinderen kunnen genieten van de kleinste dingen in het leven en bekijken de wereld vaak nog heel rationeel en onbevangen. Zij nemen het moment zoals het is. Het zou mooi zijn als volwassenen weer even kind kunnen zijn; een geluksmomentje vinden in de kleinste dingen. Belangrijk is als je ziek bent, dat je niet kijkt naar de dingen die je niet meer kunt, maar naar waar je je ‘levensgeluk’ uit haalt. Voor veel mensen zijn dat kinderen en kleinkinderen. Vandaar de keus voor kijken door de ogen van een kind.
Werkgroep ‘Het laatste stukje’ van St. Pieters en Bloklands Gasthuis te Amersfoort: Het beeld is gemaakt door Elly van Loosen, één van onze vrijwilligers. De verzorgenden uit de werkgroep hebben deze tekst erbij gemaakt. We kwamen erop omdat je je soms zo machteloos kunt voelen als een bewoner ongeneeslijk ziek is of op sterven ligt. Het enige wat je dan kunt doen is er ‘gewoon’ zijn voor de ander.
Wat vindt u van deze krant?
Wij horen graag uw mening over deze krant. Vindt u de krant overzichtelijk, goed leesbaar, informatief of heeft u iets gemist? Uw mening telt! Ga naar www.IDPZ.nl en vul de enquête in. Als dank voor uw medewerking ontvangt u (zolang de voorraad strekt) een setje ansichtkaarten.
Kanker in Beeld
www.id
pz.nl
Wanneer iemand kanker krijgt heeft dit een enorme impact op lichaam én geest; emotioneel is er enorm veel te verwerken. Hierover praten is vaak moeilijk, of niet voldoende. Schilderen, tekenen, zingen, beeldhouwen, bewegen of schrijven kunnen helpen om de intense emoties die met het ziekteproces gepaard gaan, te uiten en te verwerken. Creatieve expressie biedt troost, steun en kracht en kan een groot verschil maken voor de kwaliteit van leven. Stichting Kanker in Beeld brengt (ex-)kankerpatiënten en hun naasten in aanraking met de mogelijkheden, onder andere via haar website en door het organiseren van tentoonstellingen en uitvoeringen. www.kankerinbeeld.nl. KWF Kankerbestrijding ondersteunt de Stichting Kanker in Beeld financieel.
in gesprek
pagina 6 | Palliatieve zorg, samen zorgen
Uit: ‘Hink stap sprong en leef!’ tekst: Maartje SantemaMutsaerts foto: Nienke Elenbaas
Metty (57) Geluk of enorme pech Op mijn 44e kreeg ik de boodschap van de oncoloog: ‘mevrouw, u bent ongeneeslijk ziek, ik kan u niet beter maken’. En weet je wat het eerste was wat ik dacht? Lekker strijdbaar als altijd: ‘dat maak ik zelf wel uit’. Een overlevingsgedachte, denk ik. In de loop der tijd heb ik echter ervaren dat er niet zo heel veel uit te maken valt, dat een positieve instelling niet garant staat voor een langere levensduur. Zeker, een optimistische levenshouding maakt de dagen leuker en draagt bij aan de kwaliteit van leven. Maar helaas zijn er veel mensen in mijn omgeving die het niet hebben gered. Allemaal dappere, moedige mensen. Alsof die niet hun best hebben gedaan. Het klinkt heel simpel, maar ik denk dat er wel een kern van waarheid in zit; je hebt geluk of je hebt enorme pech! En ik? Heb ik dan alle geluk van de wereld gehad tot nu toe? Enerzijds een volmondig ja! Ik leef en geniet daarvan. Toch is er een keerzijde. Na een terugval, moet ik een ‘doorstart’ maken en moet ik opnieuw uitvinden hoe ik mijn leven in ga vullen. Met het lichaam en de mogelijkheden die ik op dat moment heb. Dat vind ik lastig en soms verdrietig. Je blijft zo op zoek. Mijn zoon en de mensen om mij heen staan me altijd bij bij het vinden van een nieuwe weg. Het gedicht van Bert Schierbeek verwoordt heel mooi hoe ik me bij zo´n doorstart voel. De vogel blijft voorlopig zingen. Vogel zingt. Tak breekt. Vogel valt. Vogel vliegt. Vogel zingt.
In ‘Hink Stap Sprong en Leef’, worden elf personen geportretteerd die te maken hebben met ziekzijn en/of doodgaan. Metty is één van hen. Het boek is verder blanco gelaten. De blanco pagina’s kunt u zelf invullen. Vastleggen geeft inzicht in je leven en in de keuzes die je maakt. Ga met dit boek aan de slag en laat u inspireren door de verhalen van mensen waarvoor tijd niet vanzelfsprekend is. ‘Hink Stap Sprong en Leef’ is verkrijgbaar bij www.bol.com en kost e 14,95.
Stout jongetje Hij was 75 jaar en stervende. Elke dag kwam ik langs om hem te verzorgen. Op een mooie zomerse dag in juni ging ik na mijn werkzaamheden even naast hem zitten. Hij lag in een ziekenhuisbed in de woonkamer. Zijn anders altijd vrolijke ogen stonden moe. “Kan ik nog wat voor u doen?” vroeg ik hem. “Nee, kind, het is goed zo.” Het bleef even stil. Toen zei hij onverwachts: “Ik vraag me af – heb ik het allemaal wel goed gedaan? Ben ik eigenlijk niet een heel stout jongetje geweest?” De vraag verraste me, zijn woordkeuze maakte hem heel kwetsbaar. Ik zweeg, ik wist niet zo goed wat te zeggen. Hij keek me aan, ik zag tranen in zijn ogen. “Wat komt er hierna? Zal ik daar wel ‘goed genoeg’ gevonden worden?” Ik wist me niet goed raad met deze situatie en probeerde hem onhandig gerust te stellen.
Zoals deze man zijn er veel mensen die als ze ziek zijn of ouder worden ‘levensvragen’ stellen. Verzorgenden hebben lang niet altijd geleerd om deze vragen te herkennen. Vaak weten zij niet hoe ze ermee moeten omgaan. Onderzoek onder verzorgenden in de thuiszorg en in verpleeg- en verzorgingshuizen wijst uit dat verzorgenden willen reflecteren op hoe ze omgaan met levensvragen. In het rapport over het onderzoek “Er zijn voor de cliënt, met al je voelsprieten!” vertellen verzorgenden dat deze vragen dagelijks tijdens de korte contactmomenten (veelal verpakt) aan de orde komen. Praten over levensvragen maakt daarom deel uit van het werk van verzorgenden. In vervolg op het onderzoek ontwikkelt het Expertisenetwerk Levensvragen en Ouderen materiaal dat aansluit op de
behoefte van helpenden en verzorgenden aan ondersteuning. Omdat elk mens het verdient aandacht te krijgen voor diens levensvragen. En omdat elke medewerker in de zorg het verdient om competenties te ontwikkelen die hen helpen met mensen in gesprek te gaan. Marije Vermaas
Marije Vermaas werkt bij Vilans, uitvoerder van het Expertisenetwerk Levensvragen en Ouderen. Het Netwerk bestaat uit tien verschillende organisaties uit zorg en welzijn, die aandacht voor levensvragen willen bevorderen. Bovengenoemd rapport is gratis te downloaden via www.netwerklevensvragen.nl.
Er zijn: tips voor omgaan met levensvragen Bewoners van verzorgings- en verpleeghuizen en cliënten in de thuiszorg vragen meer dan ‘zorg alleen’. Zij hebben vaak ook behoefte aan een luisterend oor of een arm om hun schouder als zij hun gevoelens willen uiten of willen praten over wat hen bezighoudt.
je geïnteresseerd bent. Mensen hechten vaak meer waarde aan non-verbale taal dan aan verbale. De ander maakt uit je non-verbale taal op of je werkelijk aandacht hebt. Goed luisteren nodigt uit tot spreken, het schept ruimte en rust om levensvragen te delen.
E
Let op de volgende valkuilen: • val de ander niet in de rede • wees voorzichtig met geven van advies • probeer niet te veel informatie zelf in te vullen • vermijd het uitspreken van een waardeoordeel (“ik vind…”)
en mooi voorbeeld geeft Alie, verzorgende in een verpleeghuis. Zij vertelt dat de zin: “Ik wou, dat ik dood was” haar diep raakt. “Het moet erg moeilijk zijn als de kwaliteit van leven steeds minder wordt en je geest je steeds meer in de steek laat. Ik luister, ga mee met het gevoel en probeer rust te brengen. Ik laat weten, dat de bewoner er mag zijn en probeer een klein beetje licht te brengen in deze duisternis. Ik probeer duidelijk te maken, dat je gerust verdrietig mag zijn, want ook verdriet hoort bij het leven. Een troostende arm om je schouder, een beker drinken, soms een borrel, soms alleen maar bij iemand op het bed zitten, dat maakt het verschil tussen zorgen voor en warme zorg geven.” In de lesbrief “Met ouderen in gesprek over levensvragen” (Sting) staat, wat je kunt doen als je aandacht wilt geven aan de levensvragen van je cliënten. Dit doe je allereerst door werkelijk aandacht voor de ander te hebben, door er te zijn in plaats te doen. Werkelijke aandacht helpt je te zien wie die ander is, wat hij kan, waarnaar hij verlangt, wat hij vermijdt, wat hij nodig heeft. Zodat je er voor die ander kan zijn. Dit vraagt om goed kunnen luisteren. Luisteren veronderstelt een actieve inzet; je moet iets doen om te tonen dat
Voor goed luisteren zijn de volgende aspecten belangrijk: • maak oogcontact • neem een gelijkwaardige luisterhouding aan • reageer kort op de ander (“hm,hm”, “jaja”, knikken, fronsen ed.) • vraag om verduidelijking of vraag door • vat af en toe samen • wees niet bang voor stiltes, deze zijn nodig om na te kunnen denken. Andere tips zijn: 1. Ga ‘gewoon’ en tactvol met levensvragen om. Soms is er niet meer nodig dan een arm om de schouder en even tijd maken om te luisteren. 2. Werk samen en reflecteer. Omgangsoverleg en multidisciplinair overleg zijn goede manieren om ervaringen met collega’s uit te wisselen, elkaar op de hoogte te brengen van verwijsmogelijkheden en elkaar te ondersteunen. 3. Betrek leidinggevenden. Vraag je leidinggevende om inhoudelijke steun bij het omgaan met levensvragen.
Meer informatie: > www.netwerklevensvragen.nl Biedt onder meer informatie, literatuur en netwerkmogelijkheden over levensvragen. > www.hetgoedegesprek.nl Biedt ondersteuningstrajecten aan over het omgaan met levensvragen in (zorg)organisaties. > www.sting.nl Sting is het kenniscentrum van de verzorging en de landelijke beroepsvereniging verzorging. Sting stimuleert de kwaliteit van de beroepsuitoefening door verzorgenden en streeft naar goede beroepsinhoudelijke voorwaarden. > ‘Met ouderen in gesprek over levensvragen. Tien lesbrieven over levensvragen en zingeving voor zorgverleners in de ouderenzorg’, Mulder & Scheerer-Feitsma (2010). Sting/ LOC/Expertisenetwerk Levens vragen en Ouderen. De lesbrief geeft materiaal om het met elkaar in het team over te hebben of om zelf te werken aan je ontwikkeling om met levensvragen om te gaan.
Palliatieve zorg, samen zorgen | pagina 7
Blijf in verbinding Het kan je overkomen dat iemand tegen je zegt: “Van mij hoeft het allemaal niet meer, ik wou dat ik dood was.” Hoe reageer je, wanneer iemand naar je uitspreekt dat zijn leven voltooid is en wenst te sterven? Als iemand aangeeft dat het leven genoeg is geweest en wenst te sterven, ligt het aan jouw ervaring met de dood, je ideeën over de dood, je relatie tot de degene die de wens uitspreekt en de omstandigheden, wat je eerste reactie is. Die eerste reactie is heel bepalend voor je verdere omgang met deze persoon. Het maakt niet uit in wat voor relatie je tot deze persoon staat, professioneel zorgverlener, vriend, familie of vrijwilliger, je wilt de relatie niet schaden. Daarom is het van belang deze eerste reactie te onderzoeken: hoe komt deze reactie tot stand en wat voor effect heeft de reactie op degene die de wens uitspreekt? Je eerste reactie is misschien het geruststellend wegwuiven van de opmerking met woorden als: nou, als je straks lekker gegeten hebt, zie je het allemaal niet zo somber meer in. Misschien zeg je oordelend: zo mag je niet denken! Of je schrikt van de opmerking en zegt: “Hou eens op met die enge gedachtes!”. Deze opmerkingen worden veroorzaakt door bagatelliseren, oordelen en boosheid. Maar het onderliggende probleem is
ANBOledenpanel over het zelfgekozen levenseinde
angst voor de dood. Deze reacties, met onderliggende angst, hebben veel effect op degene die de wens tot sterven heeft geuit. Diegene concludeert uit de opmerkingen: je accepteert niet dat ik me zo voel, je vindt mijn gevoelens niet belangrijk, je neemt me niet serieus want ik mag mijn gevoelens niet uitspreken. Vervolgens stopt de communicatie. De boodschapper voelt zich niet serieus genomen en de verbinding verbreekt. Mensen die niet serieus genomen worden, gaan hun mond houden en blijven met hun vragen eenzaam achter. De genoemde reacties vanuit angst zijn echte hinderpalen in de communicatie. Wat kun je doen om in contact te blijven en de relatie in stand te houden? Echt luisteren, oordeelloos en geduldig. Horen wat de ander met je wil delen. Je kunt bijvoorbeeld antwoorden: vertel het me maar, ik wil er graag meer over horen. Moedig de ander aan om over de doodswens die leeft te praten en luister met je volle aandacht. De boodschap kan pijnlijk zijn en je hebt er wellicht geen oplossing voor, maar het feit dat je je inzet om de ander te respecteren in zijn gevoelens is een belangrijke stap om in contact te blijven en verder te praten. Irene Muller Schoof Irene Muller-Schoof schrijft en geeft training voor het Nationaal Zorg College (NZCO), een opleidingsinstituut dat onderwijsvernieuwing voor de zorg ontwikkelt en uitvoert. Meer informatie: www.nzco.nl
Onlangs heeft seniorenbond ANBO vragen over het zelfgekozen levenseinde gesteld aan een ledenpanel van ongeveer 20.000 leden. Deze vragen zijn beantwoord door ruim 1.660 leden, waarvan de meerderheid tussen 65 en 75 jaar was. De meerderheid van deze leden vindt, dat levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding strafbaar moet blijven, tenzij het om nietstrafbare euthanasie gaat. De meerderheid vindt ook, dat mensen hulp bij zelfdoding mogen ontvangen wanneer de diagnose dementie is gesteld of wanneer er sprake is van langdurige, ernstige en ongeneeslijke psychische klachten. Een kleine meerderheid van het panel (57%) vindt dat mensen hulp bij zelfdoding mogen ontvangen, omdat zij vinden dat hun leven voltooid is. Bron: www.anbo.nl Euthanasie Alle vormen van levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding, anders dan euthanasie, zijn strafbaar. Van euthanasie is sprake als de arts dodelijke middelen toedient aan de patiënt of deze verstrekt en de patiënt die zelf inneemt. Op grond van de Euthanasiewet zijn artsen die euthanasie hebben verricht niet strafbaar, mits zij zich hebben gehouden aan de zes zorgvuldigheidseisen zoals geformuleerd in de wet en een verslag hebben uitgebracht
aan de gemeentelijk lijkschouwer. Een belangrijke eis is dat de patiënt ondraaglijk en uitzichtloos moet lijden. Normaal medisch handelen Soms heeft het wel of niet handelen van een arts, het overlijden van de patiënt tot gevolg. De volgende handelingen vallen onder normaal medisch handelen en niet onder euthanasie: • Het niet inzetten van een medische behandeling, omdat een wilsbekwame patiënt geen toestemming geeft hiervoor. • Het staken of nalaten van een medisch zinloze behandeling; het gaat daarbij primair om een medisch oordeel van de arts, in overleg met collega’s, over de zin van een verdere behandeling. • Palliatieve sedatie; hiermee wordt het bewustzijn van de patiënt door een arts opzettelijk verlaagd met behulp van medicatie. Het doel is om ondraaglijk lijden te verlichten en niet om de patiënt eerder te laten sterven. Palliatieve sedatie wordt alleen uitgevoerd in de laatste levensfase, als verwacht wordt dat de patiënt binnen één tot twee weken overlijdt. Voor palliatieve sedatie is een richtlijn opgesteld door de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG).
Opeens ben je weer familie Begin dit jaar kreeg Ruth de Kinkelder (46), medisch maatschappelijk werker op de afdeling longziekten van het Universitair Medisch Centrum Utrecht, te maken met een man van 72 jaar, met ongeneeslijke longkanker. Hij was degene die thuis alles regelde, zijn chronisch zieke vrouw leunde op zijn zorg, ze hadden geen kinderen, de contacten met de familie stonden op een heel laag pitje. Ruth werd schakel in het noodgedwongen aanhalen van familiebanden. Nadat Ruth familieleden had achterhaald, – er waren nauwelijks telefoonnummers –, werden de verwaterde familiebanden plotseling weer heel intensief. “Dat is nooit problematisch geweest.” zegt Ruth. “Toen bleek, dat familie moest worden ingeschakeld, reageerde de man wel met: “Als ze maar niet aan mijn geld komen!”, maar de familie voelde vooral gêne om de financiële situatie te moeten uitzoeken.” Verder moest de familie zien te achterhalen of er iets geregeld was rond overlijden en begraven. Mevrouw wist het niet. Daar had zij zich nooit mee beziggehouden. Zij maakte zelfs de post niet open. Ze kon het allemaal ook niet meer opnemen. “Ik leg het uit en na tien minuten is ze het weer vergeten.” zei haar man. Hijzelf moest door zijn ziekte en vermoeidheid soms ook diep graven om te kunnen vertellen hoe hij dacht dat het zat.” Ruth begeleidde de familie in de plotselinge rol van ‘mantelzorger’. “Mevrouw was gewend op haar man te leunen, en ging nu, net als vroeger thuis, leunen op haar zus. Deze hield daardoor te weinig ruimte voor zichzelf. Je moet vermijden dat mensen aan hun grens komen. Met de families zijn taken herverdeeld, zodat weer tijd overbleef voor eigen dingen. Familie van beide kanten is steeds betrokken bij alle beslissingen, ook over het hospice waar de man naartoe is gegaan en de tijdelijke opname van de vrouw in een verpleeghuis. “Zij moeten immers verder kunnen met het gevoel “het is goed gegaan.”, aldus Ruth. Als medisch maatschappelijk werker heeft Ruth samen met de familie ook gezocht naar een stabiele situatie voor mevrouw na het overlijden van haar man, met de noodzakelijke zorg en steun. “De familie had een plek voor haar gevonden in een verzorgingshuis bij hen in de buurt. Ik moest echter aangeven dat deze plek niet geschikt was. Mevrouw had meer zorg nodig dan daar geboden werd. Mevrouw woont inmiddels, na revalidatie in een verpleeghuis, weer thuis, maar voor de familie is het wel een grote afstand om haar te bezoeken.” Het is Ruth gelukt samen met moeizaam achterhaalde familie verder te komen, maar, zegt zij: “Het zou goed zijn, wanneer ouderen een vertrouwenspersoon hebben die hun financiële situatie en hun wensen kent, hun belangen kan behartigen en kan meepraten en -denken bij emotionele en praktische beslissingen. Ik en mijn collega’s zijn immers alleen maar een opgedrongen tijdelijke kennis.” Karel van Koppen
vakhoekje verzorgenden
pagina 8 | Palliatieve zorg, samen zorgen
Project Zorgproblemen in de palliatieve fase: signaleren en monitoren door verzorgenden
G
Mevrouw de Jong is al 2 dagen een beetje onrustig, vooral ‘s nachts. Nu je haar aan het verzorgen bent, merk je op dat ze steeds op de po-stoel wil, zonder resultaat. Ze voelt zich duidelijk niet goed en heeft pijn in haar buik. Je vermoedt dat ze last heeft van obstipatie (verstopping van de darmen) en wilt hierover met de (huis)arts overleggen. De heer Boonen is benauwd. Je ziet dat hij ook sputum opgeeft. Je vertrouwt het niet en neemt je voor dit straks te bespreken tijdens de visite. Maar heb je al voldoende gegevens? “Heeft de heer Boonen ook koorts?” “Hoe zit het met zijn COPD waar hij al jaren medicijnen voor gebruikt; kan hij zijn inhalatie medicijnen nog wel goed innemen?”
enoemde voorbeelden komen uit de praktijk van verzorgenden bij de zorg in de laatste levensfase. Elke situatie is verschillend. Sommige zorgvragers hebben verschillende klachten of symptomen tegelijkertijd, andere hebben één duidelijke klacht of het is niet duidelijk wat er aan de hand is. Veel voorkomende klachten en symptomen bij zorgvragers in de laatste levensfase zijn pijn, verwardheid (delier), benauwdheid (dyspneu), obstipatie, misselijkheid en braken. Elk symptoom vraagt specifieke zorg en behandeling. Belangrijk daarbij is, wat de oorzaak van het symptoom is, of dit nog behandeld kan worden en wat de wens van de zorgvrager is. Om dit goed te kunnen vaststellen, is het belangrijk dat de verzorgende goed
vastlegt wat zij ziet, hoort en bespreekt met de patiënt (observatiegegevens). Zoals bij de heer Boonen: als de oorzaak van de benauwdheid een longontsteking is vraagt dat een andere behandeling dan wanneer blijkt dat de heer Boonen zijn medicijnen niet goed in kan nemen. Daarnaast zal door de behandelaar ook een afweging gemaakt worden of de oorzaak behandeld wordt of dat de behandeling gericht is op het verminderen van de benauwdheid. Dit hangt bijvoorbeeld af van de levensverwachting van de zorgvrager en wat hij of zij zelf nog wil.
Zorgpad Stervensfase De stervensfase is een periode waarin alle dimensies van de palliatieve zorg intensief samenkomen. Het Zorgpad Stervensfase is een instrument voor het leveren van goede palliatieve zorg. Het is een zorgdossier, een checklist en een evaluatieinstrument in één. Het is een hulpmiddel om de kwaliteit van zorg, de communicatie met de patiënt en diens naasten en de samenwerking tussen zorgverleners te waarborgen. Het Zorgpad Stervensfase wordt ingezet als het multidisciplinair behandelteam vaststelt dat de laatste levensdagen van de patiënt zijn aangebroken. Alle zorg is erop gericht om de stervende patiënt en diens naasten zoveel mogelijk comfort te bieden. Website: www.zorgpadstervensfase.nl
g a d d i m g a d j i Vr
n o o f e l e t e d n e gaat… Mirjam Veurman (35) is projectleider van het Zorgpad Stervensfase voor Stichting de Stouwe. Mirjam organiseert onder meer de scholing rondom het Zorgpad Stervensfase en begeleidt het inzetten ervan. Begin mei werd Mirjam gebeld door Gerrie, verzorgende op één van de woonzorgcentra.
Door je eigen observaties en vragen aan de zorgvrager, diens naasten of collega’s krijg je een beeld van de klacht of het symptoom waarvan de zorgvrager het meeste last heeft. Vervolgens zoek je in de richtlijn informatie over het symptoom op. Je weet dan welke informatie en gegevens je nodig hebt om goed te kunnen overleggen. Bij een onrustige zorgvrager observeer je bijvoorbeeld “Hoe is het gedrag precies?”, “Is er ook verminderd bewustzijn, hoelang speelt de onrust al?” Maar je kunt ook uitzoeken, of de zorgvrager plotseling gestopt is met medicijnen, roken of alcohol. Een zorgvrager die last heeft van obstipatie wordt geobserveerd op pijn in de buik, op onrust, hoe zijn ontlasting er uitziet etc. Maar je kunt ook onderzoeken, hoe het normale ontlastingpatroon van de zorgvrager was. Om verzorgenden te ondersteunen in de zorg voor zorgvragers in de palliatieve fase ontwikkelt het Integraal Kankercentrum Midden Nederland op dit moment, in samenwerking met andere partijen zoals het ROC Midden Nederland, een pakket voor verzorgenden. Het is te gebruiken bij zorgvragers bij wie de gezondheidstoestand verslechtert, het comfort vermindert en
“Gerrie belde op vrijdag met de huisarts over een cliënt en deze voorzag een sterven vóór maandagochtend. Gerrie wilde daarom het Zorgpad Stervensfase starten. Ik hielp Gerrie met het invullen van het Zorgpad Stervensfase. Dit bestaat uit een dossier van drie delen. “Goh, da’s nog best veel werk”, hoor ik Gerrie zeggen. Dat klopt, maar na het invullen, heb je wel alle telefoonnummers van contactpersonen en betrokken hulpverleners inzichtelijk, alle maatregelen staan genoteerd en ook de wensen van de cliënt rondom het sterven en ná het sterven zijn vastgelegd. Je vult ook in, hoe het gaat met de cliënt op het moment dat je het Zorgpad invult: is er bijvoorbeeld sprake van misselijkheid, pijn, rusteloosheid, verwardheid en dergelijke? In de dagen die volgen, worden veranderingen regelmatig geregistreerd, bijvoorbeeld tijdens de overdracht. Zo kun je de juiste zorg op het juiste moment geven.” “’s Avonds belde ik Lenca, een collega van Gerrie. Zij vulde tijdens controles het dossier in. Lenca gaf aan dat ze merkte, dat alles beter en duidelijker gerapporteerd werd. Het kostte wat tijd, maar alle belangrijke aandachtspunten kwamen aan bod en dat vond ze prettig.” “Op zaterdagochtend liep het niet zo lekker met het Zorgpad. Er waren wat onduidelijkheden, want het was week-
waar vaak meerdere klachten tegelijk spelen. Het pakket helpt om stapsgewijs na te gaan waar de zorgvrager (het meeste) last van heeft, welke observaties gedaan kunnen worden, welke informatie nog meer nodig is om een goed overleg te kunnen voeren en welke concrete informatie doorgegeven kan worden aan de arts of verpleegkundige. Op basis van de informatie die de verzorgende aanlevert, kan de behandelaar vervolgens samen met het team een behandeling voorstellen aan de zorgvrager en de zorg daarop aanpassen. Iemand krijgt bijvoorbeeld antibiotica of betere apparatuur en ondersteuning bij het inhaleren van zijn medicijnen. Het pakket wordt na de zomer getest in de praktijk. Rond eind 2010 komt het pakket beschikbaar. Voor meer informatie (aan het einde van het jaar) zie www.ikmn.nl of neem contact op met Birgit Fröhleke van het Integraal Kankercentrum Midden Nederland: tel.: 030-2338060. Integraal Kankercentrum Midden Nederland
end en de communicatie met de huisartsenpost verliep niet goed. Ook nam de cliënt veel tijd in beslag vanwege het ziektebeeld en de familie vroeg veel aandacht. Zaterdagavond vertelde Ria, verpleegkundige op de locatie, “dat het beter ging met de cliënt en dat zij eigenlijk de meerwaarde van het Zorgpad niet zo goed snapte”. Dat was een heel ander geluid dan die ochtend. Ik legde Ria uit, waarom het Zorgpad Stervensfase was gestart en dat een cliënt soms een opleving kan hebben. Dan lijkt het even goed te gaan, maar daarna verslechtert de situatie en volgt subcoma en sterven. Ik vroeg haar te overleggen met haar collega. Dit was Gerrie, die mij gisteren belde om het Zorgpad Stervensfase te starten. Gerrie vertelde, dat de cliënt inderdaad wat leek op te knappen, maar dat ze het te vroeg vond om het Zorgpad te sluiten.” “Zondag bleek, dat mevrouw écht aan de beterende hand was. Ze vroeg om drinken en gaf aan wanneer ze naar het toilet moest. Maandagochtend werd besloten om het Zorgpad Stervensfase te sluiten en het reguliere zorgdossier te herstarten. Tja, dat kan dus ook. Maar het Zorgpad Stervensfase zorgde er wel voor dat Gerrie en haar collega’s gestructureerd konden communiceren over palliatieve en terminale zorg en in samenspraak met andere disciplines de beste zorg voor de cliënt konden vormgeven.”
“Ik heb de tijd gehad echt nabij te zijn” Esther van der Lee (40) was betrokken bij de zorg voor haar moeder Ria, die in december vorig jaar op 72-jarige leeftijd overleed. Sinds de zomervakantie wist ze, dat ze een agressieve tumor in haar buik had.
“E
igenlijk kwam ze na de ziekenhuis-opname thuis om te revalideren van de buikoperatie die ze net achter de rug had. De tumor kwam echter zo snel terug, dat revalideren niet meer aan de orde was. Ze ging snel achteruit.” “Mijn moeder was erg gesteld op gezelligheid en mensen om haar heen. In de laatste maanden van haar leven was het dan ook een zoete inval in haar
huis. Er waren veel mensen bij de zorg voor haar betrokken: mijn zus en ik, haar twee stiefkinderen met aanhang, maar ook andere familieleden en vrienden van ons. Daarnaast kwam dagelijks een verpleegkundige van de thuiszorg langs, meestal ‘s ochtends en ‘s avonds.” “Mijn moeder woonde in Veldhoven (bij Eindhoven), ikzelf in Rotterdam. Gemiddeld was ik zo’n vier dagen in de week bij haar. Als ik erop terugkijk, dan vond ik het een zware tijd, maar ik had ‘t niet willen missen. Mijn moeder wilde graag thuis sterven, en aan die wens is voldaan. Dat is belangrijk voor mij. Ik vond het zwaar omdat ik telkens moest schakelen tussen die twee werelden: één bij mijn moeder en één
bij mij thuis, waarin ‘gewoon’ gewerkt moest worden en een kind moest worden opgevoed. Het was ook zwaar door de intensiteit van alle contacten die je in zo’n periode hebt, zowel met familieleden als met verpleegkundigen en de huisarts. De telkens wisselende gezichten van de thuiszorg zorgden weleens voor irritatie. ‘Help je even mee met je moeder wassen’, vroegen ze bijvoorbeeld keer op keer. Terwijl ik vanaf het begin had aangegeven dat niet te willen doen. Zo’n fysiek-intieme band had ik niet met haar.” “Hoe zwaar het mantelzorger zijn soms ook was, het leverde al met al ook veel moois op. Ik moet er niet aan denken, dat ik haar de laatste weken alleen
maar af en toe een uurtje, tijdens een bezoekuur in een ziekenhuis bij voorbeeld, zou hebben kunnen zien. Door hele dagen in haar huis te zijn geweest, heb ik de tijd gehad om echt nabij te zijn. We hebben hierdoor goed afscheid van elkaar kunnen nemen. We hebben bij voorbeeld nog allerlei fotoalbums doorgenomen en veel over haar leven kunnen praten. Ook hebben we de uitvaart kunnen bespreken. We hebben behalve veel verdrietige ook veel ontspannen momenten gedeeld. Vandaar dat ik zeg: ik had het niet willen missen.” Rob Bruntink
Meer over mantelzorg
mantelzorgers
Palliatieve zorg, samen zorgen | pagina 9
Mantelzorgers zorgen langdurig en onbetaald voor een chronisch zieke, gehandicapte of hulpbehoevende partner of ander familielid, vriend of kennis. Mantelzorgers zijn geen beroepsmatige zorgverleners, maar geven zorg omdat zij een persoonlijke band hebben met degene voor wie ze zorgen. Zorgt u ook voor een ander en heeft u vragen of behoefte aan ondersteuning? Of wilt u graag uw verhaal kwijt? Bel dan de mantelzorglijn van Mezzo, telefoon 0900 20 20 496, werkdagen van 9.00 tot 13.00 uur (€ 0,10 p/m). Lokale en regionale Steunpunten Mantelzorg geven informatie, advies en praktische steun bij u in de buurt. Informatie over steunpunten in de buurt: www.mezzo.nl De mensen op deze foto komen niet voor in de tekst
Mantelzorger Marty Vestergaard:
“Het overkomt je allemaal” De moeder van Marty Vestergaard (54) overleed in maart op 83-jarige leeftijd aan de gevolgen van de ziekte van Alzheimer. Voordat zij in een verpleeghuis werd opgenomen, bezocht Marty haar dagelijks.
“A
chteraf was het een geluk bij een ongeluk toen ze in 2006 door een valpartij in het ziekenhuis terecht kwam. Ze was toen al wat jaren ziek. Het personeel aldaar vond dat ze na de ziekenhuisopname niet alleen terug naar huis kon. ‘Blijft u de komende tijd bij haar slapen?’, vroegen ze mij. ‘Zorgt u ervoor dat ze te eten krijgt?’ Ik wilde het allemaal wel voor haar doen, maar mijn man was wat realistischer ingesteld: ‘Nee, dat gaat niet.’ Er werd toen een crisisbed geregeld in een verpleeghuis. Sindsdien is ze altijd in een verpleeghuis blijven wonen, tot haar overlijden. Als dit niet gebeurd was, zou ik zo’n opname niet snel in gang hebben gezet.” “Tot dat moment kwam ik al enkele jaren bijna dagelijks bij haar op bezoek. Ook mijn jongste broer kwam er veel. Hij woonde echter ver van haar vandaan. Mijn oudste broer vond het moeilijk om haar ziek te zien worden, dus die kwam bijna nooit. Eigenlijk sloop het zorgen er geleidelijk aan in, net zo geleidelijk als ook haar ziekteverschijnselen
ontstonden. In feite overkomt het je allemaal. Het begon met af en toe voor haar koken. Daarna volgde het af en toe boodschappen doen. Uiteindelijk kookte ik elke dag voor haar en kwam ze de deur niet meer uit.” “Sommige mensen met Alzheimer worden erg onrustig en agressief. Dat had mijn moeder niet. Ze was wel erg bang. Bang voor alles. Voor de wasmachine (‘Die bonkt zo...’), maar ook voor mensen. Ik had de sleutel van haar huis, dus ik kon altijd binnen. Maar in de tijd vóór de ziekenhuisopname moest ik haar regelmatig zoeken; dan verstopte ze zich achter een deur bijvoorbeeld. Gelukkig herkende ze me toen nog wel.” “Ik ben blij, dat ik de laatste jaren zoveel en zo vaak voor haar heb gezorgd. Ik weet, dat ik alles ook aan de thuiszorg had kunnen overlaten. Of dat ik haar eerder in een verpleeghuis had kunnen laten opnemen. Maar het paste bij onze verhouding om dit alles te doen. Toen ik kind was, was ze een leuke en lieve moeder voor mij en mijn broers. Ik kon altijd bij haar terecht. Om dan aan het eind van het leven op deze manier iets terug te kunnen doen... Dat klopte gewoon.” Rob Bruntink
Meer over dementie en Alzheimer De meest voorkomende oorzaak van dementie is de ziekte van Alzheimer. Bij de ziekte van Alzheimer verdwijnen de zenuwcellen in de hersenen en de verbindingen tussen deze zenuwcellen. Hierdoor kunnen de hersenen niet goed meer functioneren. Uiteindelijk tast de ziekte van Alzheimer alle aspecten van de persoonlijkheid van de patiënt aan: het denken, voelen en handelen. Meer informatie: www.alzheimer-nederland.nl “Dementie vraagt om palliatieve zorg en begeleiding. En dat betekent: gepaste inzet van zorg en medische middelen. Zoveel als zinvol is voor de patiënt die het betreft, maar niet leidend tot onnodige belasting of ingrepen. Hoe dat er in de praktijk uitziet, is per patiënt verschillend.”, aldus Gea Antonides in Denkbeeld (17, 2005).
als het thuis niet meer kan
pagina 10 | Palliatieve zorg, samen zorgen
“Je kunt het nooit meer overdoen”
Thuis lang niet altijd het beste Ton van der Meer (44) uit Den Haag moest in 2009 acuut een plek vinden waar zijn tante op een goede manier zou kunnen toeleven naar haar naderend einde. Via een open dag maakte hij kennis met Hospice Waterhof op de grens van Den Haag en Rijswijk. Zijn advies: “Ga eens in een hospice kijken zonder dat de nood aan de man is.”
T
on: “Mijn tante, de tweelingzus van mijn vader, en ik, haar oudste neef, hadden een bijzondere band. Zij werd weduwe, had geen kinderen en vroeg mij, als haar iets overkwam, alles te regelen. Natuurlijk beloofde ik dat.” In september 2009 was het zover. “Er werd kleincellige longkanker met uitzaaiingen bij haar vastgesteld, ongeneeslijk. Terug uit het ziekenhuis, vingen thuis familie en vrienden haar op, maar niet 24 uur per dag. Zij kwam te vallen en heeft uren zo gelegen totdat er iemand kwam. Zij belandde opnieuw in het ziekenhuis. Weer naar huis was geen optie, we moesten iets anders vinden.” Ton las in de krant dat er bij Waterhof een open dag was vanwege de dag van de palliatieve zorg.” Samen met een oom en tante, zijn vrouw en een broer ging hij erheen. “Mijn eerste kennismaking met het hospice gaf mij meteen een goed gevoel. De huiselijke sfeer, de gemeenschappelijke kamer, de medepatiënten met wie je het naderende einde kon bespreken, de vrijwilligers, zulke lieve mensen. Verpleegkundigen en artsen liepen in gewone kleren, kenden de patiënten, waren dag en nacht bij de hand en konden indien nodig meteen helpen. Mijn tante zou bovendien een ruimte voor zichzelf hebben. Toen we haar Waterhof voorstelde, was zij direct akkoord.” Ton is heel tevreden over de tijd die zijn tante in Waterhof verbleef. “Het gaf haar en ons rust. Zij was hier met anderen in een vergelijkbare situatie en wist zich voortdurend in goede handen. Dat hielp haar te berusten in het naderende levenseinde.” Terugkijkend vindt Ton, dat je al voor de keuze urgent wordt, zou moeten weten wat een hospice inhoudt, want “thuis blijkt lang niet altijd het beste.”
Wat is een aandachtsvelder palliatieve zorg? Een aandachtsvelder palliatieve zorg is (meestal) een verzorgende uit het afdelingsteam, die een speciale rol heeft tijdens de palliatieve zorgfase van bewoners. De aandachtsvelder houdt actief in de gaten of de palliatieve zorg door het team goed verloopt en is er op gericht signalen te interpreteren en actie te ondernemen. Dit kan zijn het overleggen met de specialist ouderengeneeskunde en familie, het inzetten van een vrijwilliger of geestelijk verzorger bij een bewoner die graag gezelschap wil of iemand wil om mee te praten, het verzorgen van een matras tegen doorliggen of het bespreken van pijnbestrijding. De aandachtsvelder houdt ook in de gaten of collega’s de zorg en begeleiding emotioneel aan kunnen en is voor hen een vraagbaak over palliatieve zorg. Aandachtsvelders krijgen regelmatig gelegenheid om hun kennis en vaardigheden uit te breiden.
Karel van Koppen
Huisbezoek De Twentse Wensambulance biedt ongeneeslijk zieke patiënten een mogelijkheid om hun laatste wens te vervullen; dit dankzij veel enthousiaste vrijwilligers die zorgen voor professioneel en comfortabel liggend vervoer en professionele begeleiding. Meer informatie: www.twentsewensambulance.nl De laatste wensen van terminale patiënten worden ook vervuld door Stichting Ambulance Wens. Zij vervullen de wensen gratis in nieuwe ambulances met medisch getrainde vrijwilligers. Meer informatie: www.ambulancewens.nl
Ik lig in bed en kijk naar buiten. Wat zou ik graag nog even naar huis gaan om afscheid te nemen van alles wat me dierbaar is. Een paar weken geleden ben ik opgenomen in het ziekenhuis met allerlei klachten. Al snel werd duidelijk dat het zeer ernstig is en dat ik niet meer beter zal worden. Vanuit het ziekenhuis ben ik met de ambulance naar het Hospice vervoerd. En daar lig ik nu te wachten op het naderende einde. Een verpleegkundige van het Hospice vertel ik, dat ik graag nog even naar huis zou willen, maar goed ik dacht dat dit niet mogelijk was. Ze vertelt me, dat er stichtingen bestaan die dat voor mij kunnen realiseren, zoals de Stichting Twentse Wensambulance. Mijn wens komt bij de Twentse Wensambulance terecht en binnen een paar dagen is het geregeld. Ik kan een paar uurtjes naar huis! Vrijwilligers met een professionele achtergrond in de gezondheidszorg gaan deze wens voor mij bewaarheid maken. Op 15 januari is het dan zover. Thuis is alles geregeld, kinderen, kleinkinderen en mijn man zijn allemaal naar het ouderlijk huis gekomen om daar met elkaar samen te zijn. Om 11.00 uur komt de wensambulance met twee vrijwilligers aan bij het Hospice. Zeer professioneel schuiven ze me vanuit mijn bed over op de brancard. Ik heb namelijk
heel veel pijn bij elke aanraking en beweging. Maar het speciale matras voelt prima aan. De vrijwilligers geven aan, dat ik het vandaag voor het zeggen heb. Hoelang ik thuis wil blijven, maakt niet uit. Heb ik er na vijf minuten genoeg van, gaan we weer terug, maar kan ik het volhouden, dan wat hun betreft de hele dag. Als we met de wensambulance mijn straat binnenrijden, staat iedereen ons op straat op te wachten. Op dat moment word ik erg emotioneel, ik besef dat dit de laatste keer is dat ik deze straat en mijn huis zal zien. Ik heb een topdag vandaag, ik voel me heel wat. We drinken koffie, gebruiken de lunch en als ik gebruik wil maken van de twee vrijwilligers dan hoef ik maar te knikken. Het is een fijne ongedwongen sfeer, ik vind het fijn dat ik zo afscheid kan nemen van mijn familie en alles wat me dierbaar is. Om 15.00 uur ben ik op. Alles wordt in gereedheid gebracht om terug te gaan naar het Hospice. Ik kan terugkijken op een prachtige dag. Ik wist niet dat er mensen bestaan die dit op vrijwillige basis willen doen voor de zieke medemens. Bij dezen wil ik alle vrijwilligers van de Twentse Wensambulance bedanken voor deze mooie ervaring. Mw. Beuving, Denekamp Mw. Beuving is op 18 januari 2010 in het Hospice overleden
De vijf zorgafdelingen van Zuwe Zorgcentrum Woerden kennen elk een ‘aandachtsvelder palliatieve zorg’. Corrie de Haan (51, rechts op de foto) en Paula van der Paauw (30) zijn beiden als eersten in 2006 intern overgestapt naar deze functie. Dat jaar voltooide een werkgroep een beleidsnota gericht op een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven tijdens terminale ziekte en sterven.
V
oor zij aan hun nieuwe functie begonnen, hebben zij een opleiding gekregen. Ook nu is (bij)scholing een voortdurend onderdeel van hun functie. Paula: “We doen dat binnen de zogeheten Pallet-groep. Hierin zitten collega’s van verschillende locaties in de regio. Op deze manier kan je over en weer profiteren van opgedane ervaringen.” Als voorbeelden van scholingsthema’s noemt Corrie De zorg voor de zorgenden en Het coachen van collega’s. Binnen het zorgcentrum is er een Werkgroep Palliatieve Terminale Zorg. “Daarin zitten onder meer alle aandachtsvelders. De groep komt vier keer per jaar bijeen. Bij die besprekingen is ook Ingrid Zondervan, de Coördinator Netwerk Palliatieve Zorg Noordwest-Utrecht.” Bepalend voor de kwaliteit van de palliatieve zorg is, dat medisch wordt gedaan wat nodig is en tevens tegemoet wordt gekomen aan de psychosociale en geestelijke behoeften van patiënten en hun familie. Paula: “Het moet goed gaan. Je kunt het nooit meer overdoen.” Arts, eerst verantwoordelijk verzorgende en aandachtsvelder zijn centrale aanspreekpunten voor familie en zo mogelijk de patiënt. Zowel Corrie als Paula werkt op een psycho-geriatrische afdeling. Nog sterker dan bij hun collega’s op andere afdelingen gaat het daar om het goed observeren van de patiënt en oppikken van signalen, “want de mensen zelf kunnen niet alles meer aangeven. Vaak moet je dan uit lichaamstaal afleiden dat ze pijn hebben of bang zijn.” Een deel van de zorg die een patiënt nodig heeft, komt van familie of mantelzorgers. “Is die ontoereikend, dan kunnen wij een beroep doen op vrijwilligers van Hospice De Mantelmeeuw,” zeggen ze met veel waardering. Het hospice heeft ook meegedacht over de beleidsnota. Het nieuwe beleid heeft belangrijke verbeteringen opgeleverd, constateert Corrie: “Er is meer continuïteit in de zorg en de behoefte aan zorg wordt eerder opgemerkt. Bovendien krijgt nu niet alleen de terminale fase aandacht, maar ook de palliatieve fase die hieraan voorafgaat.” Karel van Koppen
praktisch
Palliatieve zorg, samen zorgen | pagina 11
Wettelijke regelingen Heeft u thuis verzorging nodig? Iedere Nederlander is hiervoor verzekerd via de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Om in aanmerking te komen voor zorg uit de AWBZ heeft u een indicatie nodig van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). U kunt deze indicatie via het CIZ of via Regelhulp aanvragen. Heeft u hulpmiddelen of hulp bij het huishouden nodig? Dit valt onder de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Hiervoor kunt u terecht bij het Wmo-loket van uw gemeente. Ook al heeft u recht op huishoudelijke hulp en thuiszorg, dan wil dit helaas niet zeggen dat u deze altijd en op elk moment dat u dat zou willen, kunt krijgen. Eigen bijdrage Ga van tevoren bij uw verzekeraar na welke hulp u vergoed krijgt, voor hoelang en wat uw inkomensafhankelijke (maandelijkse) eigen bijdrage is. U komt dan niet voor onaangename financiële verrassingen te staan. De eigen bijdrage wordt berekend en geïnd door het Centraal Administratiekantoor (CAK). Op de website van het CAK kunt u berekenen hoe hoog uw eigen bijdrage is. In natura of een geldbedrag Als u een indicatie van het CIZ heeft gekregen, kunt u kiezen uit zorg in natura of een persoonsgebonden budget. Bij zorg in natura krijgt u de zorg die u nodig heeft van door de gemeente geselecteerde zorgaanbieders. De kosten worden direct betaald via de AWBZ. Bij een persoonsgebonden budget krijgt u een geldbedrag waarmee u zelf zorg inkoopt of inhuurt.
Huishoudelijke hulp Via de gemeente kunt u hulp in de huishouding aanvragen. Een medewerker van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) gaat na hoeveel hulp u nodig heeft. De gemeente schakelt daarop een zorgaanbieder in. Meestal is dat dezelfde organisatie als de zorgaanbieder waarvan u thuiszorg kunt krijgen. De hulp in de huishouding houdt bijvoorbeeld uw huis schoon of doet uw was. Thuiszorg Thuiszorg wordt ‘Zorg zonder Verblijf’ genoemd en u kunt hiervoor een beroep doen op de AWBZ. Verzorgenden van de thuiszorg kunnen u helpen bij uw algemene lichamelijke verzorging. Ook kunnen zij een rol spelen in de verzorging van uw kinderen. Een wijkverpleegkundige kan een wond of urinekatheter verzorgen. U kunt bij de thuiszorgwinkel terecht voor allerlei hulpmiddelen, zoals een verstelbaar bed (hoog/laag-bed) of een toiletstoel. De medewerkers van de thuiszorg kunnen u uitleg, informatie en advies geven. Een medewerker van het CIZ gaat na hoeveel thuiszorg u nodig heeft. Persoonsgebonden budget U kunt ook gebruikmaken van het persoonsgebonden budget (PGB) voor hulp bij het huishouden of thuiszorg. Met dit budget kunt u zelf zorg inkopen. De hoogte van het PGB wordt bepaald door het CIZ. De regelgeving rondom het PGB is niet eenvoudig; u moet bijvoorbeeld een administratie bijhouden. U kunt bij organisaties als het SVB Servicecentrum PGB of Per Saldo terecht voor advies.
Bron: www.kwfkankerbestrijding.nl
Palliatieve behandelingen Ook als u niet meer beter wordt, blijft u onder controle bij uw specialist. Hij houdt bij hoe uw ziekte zich ontwikkelt en welke klachten u heeft. Voor bepaalde klachten kan uw arts u een palliatieve behandeling aanbieden. Een palliatieve behandeling is gericht op het remmen van de ziekte en/of vermindering of het voorkomen van klachten. Met deze behandelingen kan geen genezing meer worden bereikt. Verwarrend Op het eerste gezicht lijken veel palliatieve behandelingen op curatieve behandelingen: behandelingen die gericht zijn op genezing. Het kan verwarrend zijn als u door een palliatief bedoelde behandeling flink opknapt of direct minder klachten heeft. De verwarring kan nog groter worden als u uw behandelend specialist verkeerd begrijpt, bijvoorbeeld als hij zegt dat de behandeling ‘goed aanslaat’. Hij bedoelt dan dat uw ziekte gunstig op de behandeling reageert. Bijvoorbeeld omdat uw uitzaaiingen kleiner worden. Hij bedoelt niet dat u toch nog zult genezen. Ook voor de mensen in uw omgeving is het onderscheid tussen een palliatieve en een curatieve behandeling lang niet altijd duidelijk. Als u twijfelt, vraag uw specialist dan om u het doel van de behandeling nog eens goed uit te leggen. Afzien van verdere behandeling Behandelingen hebben meestal bijwerkingen. Dat geldt ook voor palliatieve behandelingen. Bij elke palliatieve behandeling die uw arts u voorstelt, is het goed om af te wegen of de voordelen voor u opwegen tegen de nadelen.
Informatie over de samenwerkende organisaties www.agora.nl Van Agora, landelijk ondersteuningspunt palliatieve zorg. De markt- en ontmoetingsplaats voor professionals, patiënten en hun naasten. Kies de tab ‘Zorg Kiezen’ voor actuele zorgmogelijkheden in de buurt.
www.vptz.nl Met informatie over vrijwilligers palliatieve terminale zorg en adressen van VPTZ-organisaties in de eigen omgeving.
www.netwerkpalliatievezorg.nl Informatie over het regionale zorgaanbod per netwerk.
www.palliactief.nl Van de Nederlandse vereniging voor professionele palliatieve zorg die zich inzet voor de palliatieve zorg in de volle breedte. Iedereen die werkt in de palliatieve zorg kan lid worden.
www.netwerkzorgopmaat.nl Via deze website is het voor voor netwerkcoördinatoren en hulpverleners werkzaam in de netwerken palliatieve zorg mogelijk om informatie en kennis te inventariseren, te delen en af te stemmen.
www.ikcnet.nl Van de Integrale KankerCentra (IKC’s), die regionaal hulpverleners in de oncologie en de palliatieve zorg ondersteunen. Geeft informatie over onder meer consultatie, richtlijnen en scholing.
www.kwfkankerbestrijding.nl Met informatie over behandeling bij verschillende soorten kanker en over verwerking en begeleiding. Patiënten en hun familie en kennissen kunnen ook gratis de KWF Kanker Infolijn bellen. Deze informatielijn is dagelijks te bereiken via 0800-0226622. Op werkdagen kunt u spreken met een voorlichter van 09.00 - 12.30 uur en van 13.30 - 17.00 uur. Als patiënt of naaste kunt u een vraag stellen over de volgende onderwerpen die met kanker te maken hebben: > vragen over de behandeling > vragen over ondersteuning of begeleiding > vragen over patiëntenorganisaties en wat zij kunnen bieden
Op een gegeven moment vindt u de behandeling misschien te zwaar worden, blijkt een behandeling minder goed te werken of wilt u niet meer naar het ziekenhuis. U kunt dan besluiten af te zien van verdere behandeling, ook al brengt het de dood eventueel dichterbij. Misschien leeft u liever enige tijd korter, als dit betekent dat u die laatste tijd op een voor u aangenamere manier kunt doorbrengen. Hierover moeten beslissen, is erg moeilijk. Hoewel het goed kan zijn hierover met uw partner, kinderen, vrienden of medepatiënten te praten, kunnen zij die beslissing nooit voor u nemen. Er ontstaat uiteraard een wezenlijk andere situatie als u niet meer in staat bent zelf beslissingen te nemen. In dat geval móeten uw naasten dat wel doen. Huisarts Gedurende de periode dat u voor uw behandeling naar het ziekenhuis gaat, heeft u misschien weinig contact met uw huisarts. De ene huisarts houdt op eigen initiatief een oogje in het zeil of komt op huisbezoek, de ander blijft op de achtergrond. De specialist zal uw huisarts regelmatig (schriftelijk) op de hoogte houden van de behandeling. Als u er waarde aan hecht uw situatie met uw huisarts te bespreken, schroom dan niet zelf contact met hem op te nemen. Zeker als u regelmatig en goed contact met uw huisarts heeft, kunt u met uw vragen en/ of klachten ook bij hem terecht. Hij zal zo nodig contact opnemen met uw specialist. Uw huisarts kan u ook verwijzen naar meer gespecialiseerde zorgverleners of u informeren over de mogelijkheden van thuiszorg. Bron: www.kwfkankerbestrijding.nl
Palliatieve zorg op KiesBeter.nl De website www.kiesbeter.nl heeft een onderdeel palliatieve zorg, waar (naasten van) mensen in de laatste levensfase zich kunnen oriënteren op de mogelijkheden. Op deze webpagina’s staan ruim 600 instellingen die zich bezighouden met palliatieve zorg, van hospices tot vrijwilligersorganisaties en specifieke thuiszorgorganisaties. De informatie wordt verzorgd door de lokale netwerken palliatieve zorg met ondersteuning van Agora. Website: www.kiesbeter.nl/palliatievezorg
Colofon Deze krant is een uitgave van de Internationale Dag van de Palliatieve Zorg (IDPZ) 2010, een initiatief van Palliactief in samenwerking met KWF Kankerbestrijding, Stichting Agora, Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg Nederland (VPTZ) en de Vereniging van Integrale Kankercentra (VIKC).
Organisatie IDPZ 2010 Mariska Kraan en Marja van Munster
Deze krant is mede mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Samenstelling Mariska Kraan Eindredactie Mariska Kraan en Karel van Koppen Vormgeving De Zagerij ontwerpbureau, Den Haag
Stuurgroep André Rhebergen (Agora), Everdien Klein Poelhuis (KWF Kankerbestrijding), René Nogarede (Palliactief), Marianne Klinkenberg (VIKC) en Petra Huizenga (VPTZ)
pagina 12 | Palliatieve zorg, samen zorgen
Een greep uit de activiteiten…
Het Netwerk Palliatieve Zorg Noord- en Oost-Flevoland organiseert sinds 2003 jaarlijks de ‘Week van de palliatieve zorg’. Dit jaar vindt deze week plaats van 9-16 oktober. In deze week worden verschillende activiteiten georganiseerd waaronder thematafels in de bibliotheken van Flevoland en in de betrokken organisaties, lezingen, opendag bij het bijna-thuis-huis, een prijsuitreiking van de poëziewedstrijd en de uitgave van regionale poëziekaarten. Op donderdag 7 oktober 2010 wordt in Salland een multi disciplinaire bijeenkomst georganiseerd. In tegenstelling tot voorgaande jaren dit keer geen grote acties om het algemene publiek te bereiken, maar een interessante avond voor werkers in de palliatieve zorg. Een interactieve avond met theater, muziek, casuïstiek, en de mogelijkheid om in de pauze kennis te maken met complementaire zorg. Laurenskerk met de skyline van Rotterdam
In het Netwerk Palliatieve Zorg Rotterdam en omstreken is de Laurenskerk het bruisend hart op de Dag van de Palliatieve Zorg. In deze prachtige omgeving zal onder meer een informatiemarkt gehouden worden en zijn er podia waarop ervaringsverhalen te horen zijn van stervenden en verzorgenden. Ook zal Jong Uitvaartkoor Fermate voor muzikale omlijsting zorgen. Tevens zijn rondleidingen mogelijk in de Laurenskerk. In de regio Vechtdal is op woensdag 20 oktober een bijeenkomst in het palliatief Café Soelaas te Hardenberg. Café Soelaas is een plek waar mantelzorgers, professionals, hulpverleners en vrijwilligers elkaar kunnen ontmoeten in een ontspannen sfeer. Het thema deze avond is angst. De toegang is gratis. Informatie: www.cafesoelaas.nl Soortgelijke café-avonden in oktober 2010: • Ma. 4 oktober, Grand Café Doodgewoon te Almelo. Informatie: www.netwerkpalliatievezorg.nl/noordwesttwente • Wo. 13 oktober, Café Doodgewoon te Alkmaar. Informatie: www.netwerkpalliatievezorg.nl/noordkennemerland • Wo. 13 oktober, Café Doodgewoon te Wageningen. Informatie: www.hospicewageningen.nl/nieuws.aspx • Wo. 20 oktober 2010, in Friesland kun je naar het Café Doodgewoon in Drachten, Heerenveen, Dokkum, Leeuwarden of Sneek. Informatie via de netwerksites of via de netwerkcoördinator Wil Hoek, E
[email protected] • Wo. 27 oktober, Café Doodgewoon te Hoorn. Informatie: www.netwerkpalliatievezorg.nl/westfriesland Alle café-avonden vinden meerdere keren per jaar plaats.
Binnen een netwerk palliatieve zorg werken allerlei organisaties uit een regio samen om de palliatieve zorg zo goed mogelijk te organiseren. Elk netwerk wordt begeleid door een netwerkcoördinator. De netwerken zijn er voor mensen die op zoek zijn naar informatie over palliatieve zorg, voor mensen die palliatieve zorg nodig hebben en hun naasten en voor zorgen hulpverleners en vrijwilligers.
netwerken palliatieve zorg
Linda van de Poll (winnares poëziewedstrijd 2009) en Ted van Lieshout (voorzitter jury)
Netwerken palliatieve zorg
Netwerk
Op deze pagina staan alle netwerken genoemd. Hun websites (indien beschikbaar) zijn te vinden op www.netwerkpalliatievezorg.nl Direct zoeken naar voorzieningen palliatieve zorg in uw regio? Kijk op http://zorgkiezen.palliatief.nl
Coordinator
E-mail
Telefoon
Groningen Centraal
Mevr. W. Hoek
[email protected]
050-3117138
Hoogeveen
Mevr. H. Schoonheim
[email protected]
06-10054831
Meppel-Steenwijkerland
Mevr. H. Schoonheim
[email protected]
06-10054831
Noord Groningen
Mevr. W. Hoek
[email protected]
050-3117138
Noord-Midden Drenthe (Assen)
Mevr. H. Schoonheim
[email protected]
06-10054831
Noordoost Friesland
Mevr. W. Hoek
[email protected]
050-3117138
Noordwest Friesland
Mevr. W. Hoek
[email protected]
050-3117138
Oost-Groningen
Mevr. W. Hoek
[email protected]
050-3117138
Zuid Friesland
Mevr. W. Hoek
[email protected]
050-3117138
Zuid Groningen
Mevr. W. Hoek
[email protected]
050-3117138
Zuid-Oost Drenthe (Emmen)
Mevr. H. Schoonheim
[email protected]
06-10054831
Zuidoost Friesland
Mevr. W. Hoek
[email protected]
050-3117138
Zuidwest Friesland
Mevr. W. Hoek
[email protected]
050-3117138
Arnhem
Mevr. A. Blom
[email protected]
026-3761745
De Liemers
Mevr. A. Blom
[email protected]
026-3761745
Enschede,Haaksbergen &
Dhr. H. ten Pas
[email protected]
053-4881200
Gelderse Vallei
Mevr. A. Oostveen
[email protected]
0318-687409
IJssel-Vecht
Dhr. A.T. te Velde
[email protected]
038-4243996
Midden-Twente
Mevr. A. van Berkum
[email protected]
06-10937897
Noordoost Overijssel (Hardenberg)
Dhr. A.T. te Velde
[email protected]
038-4243996
Noordwest-Twente
Mevr. G. Kievitsbosch
[email protected]
0546-693226
Noordwest Veluwe
Mevr. E. Kanters
[email protected]
0341-274935
Oost-Achterhoek
Mevr. T. Willems-de Vries
[email protected]
0543-544115
Oost-Veluwe
Dhr. P. Vogelaar
[email protected]
055-5066175
Rivierengebied
Dhr. J. Joosten
[email protected]
0344-671395
Salland
Mevr. B.I. Koekoek
[email protected]
06-22187443
West-Achterhoek
Mevr. L. van Hemert
[email protected]
0314-329357
Zuid Gelderland
Dhr. R. Nogarede
[email protected]
024-3564767
Zutphen
Mevr. A. Kempe
[email protected]
06-20017978
Mevr. M. Casti
Regio Noord
Regio Oost
Noordoost Twente
Regio Zuid
Heuvelland
[email protected]
06-22244806
Land v. Cuijk & Kop v. Noord-Limburg Mevr. M. ter Woord
[email protected]
0485-582622
Midden Brabant
Mevr. C.J.M. de Bie
[email protected]
013-4657350
Noord-Limburg
Mevr. M.G.J. Meevis-Hendriks
[email protected]
06-30588685
Oostelijk Zuid-Limburg
Mevr. J. Timmermans-Joosten
[email protected]
045-5637449
Oss - Uden - Veghel
Mevr. H. ter Braak
[email protected]
073-6138600
Roermond
Mevr. D. Meertens
[email protected]
06-44349808
Roosendaal-Bergen op Zoom-Tholen
Mevr. J. Roelands
[email protected]
0164-278126
‘s-Hertogenbosch/Bommelerwaard
Mevr. H. ter Braak
[email protected]
073-6138600
Stadsgewest Breda
Mevr. K. van de Ven
[email protected]
06-52447182
Weert
Dhr. T. Peters
[email protected]
0495-572744
Westelijke Mijnstreek
Mevr. E. Knapen
[email protected]
06-30625588
Zuidoost Brabant
Mevr. M. Brüll
[email protected]
040-2380726
Almere
Mevr. M. Driessen
[email protected]
036-5398765
Amstelland & Meerlanden
Mevr. L. de Haas
[email protected]
023-5322151
Amsterdam-Diemen
Dhr. W.J.J. Jansen
[email protected]
020-4442933
Eemland
Mevr. G. van der Zweep
[email protected]
033-4692553
Gooi en Vechtstreek
Mevr. N. Peters
[email protected]
035-6919191
Kop van Noord-Holland
Mevr. P.G. Appeldoorn
[email protected]
072-5414600
Midden en Zuid-Kennemerland
Mevr. L. de Haas
[email protected]
023-5322151
Noord- en Oost-Flevoland
Mevr. W. Wagenaar
[email protected]
0320-271261
Noord-Kennemerland
Mevr. P.G. Appeldoorn
[email protected]
072-5414600
Noord-West Utrecht
Mevr. I. Zondervan
[email protected]
06-36533049
Utrecht Stad
Mevr. I. Hiemstra
[email protected]
030-2953626
Utrecht Zuid
Mevr. I. Zondervan
[email protected]
06-36533049
West Friesland
Mevr. J. Tijhaar
[email protected]
072-5414600
Zaanstreek Waterland
Mevr. C. Suijdendorp
[email protected]
06-12527657
Zuid Oost Utrecht
Mevr. I. Hiemstra
[email protected]
030-2953626
Delft Westland Oostland
Mevr. M.J. van Dijk
[email protected]
015-2604197
Haaglanden
Mevr. I. Brummelhuis
[email protected]
070-3795103
Midden-Holland
Mevr. M. van den Dool
[email protected]
0182-505534
Nieuwe Waterweg Noord
Dhr. H. Schreuder
[email protected]
010-2463500
Rotterdam & omstreken
Mevr. M. van der Laan
[email protected]
010-2726416
Waardenland
Mevr. A. de Wit
[email protected]
06-30285653
Zeeland
Mevr. M.A. van der
[email protected]
0118-632019
Regio Noord-West
Regio Zuid-West
Hooft-Bimmel Zuid-Hollandse eilanden
Mevr. C. Yap
[email protected]
078-6185756
Zuid-Holland Noord
Mevr. E. van Berkel
[email protected]
071-5161415