Toelichting bij het Protocol Collectief Toegangsverbod Parkeergarages Amsterdam-centrum (CTPA-centrum) 1. Inleiding Waarschuwingsregisters zijn verwerkingen van persoonsgegevens over personen die zich herhaaldelijk of in ernstige mate schuldig hebben gemaakt aan misdragingen. Het register kan door bedrijven in een bepaalde branche worden geraadpleegd om na te gaan of zekere voorzorgsmaatregelen ten aanzien van bepaalde personen moeten worden genomen. Een dergelijk gemeenschappelijk register leidt er vaak toe dat de toegang tot een bepaalde voorziening niet wordt verleend of dat deze alleen onder bepaalde voorwaarden wordt toegestaan. Het vastleggen van deze persoonsgegevens is met name gericht op preventie. Waarschuwingsregisters kunnen niet alleen binnen een organisatie een belangrijke rol vervullen, maar ook zeker door organisaties met een gemeenschappelijk belang (bijvoorbeeld doordat zij tot dezelfde branche behoren). Er kan dan een min of meer centraal waarschuwingsregister ontstaan. Voor de parkeergarages in het centrum van Amsterdam zal het waarschuwingsregister de vorm van een Centraal Meldpunt aannemen, waarin wordt vastgelegd aan wie een waarschuwing is uitgereikt of een toegangsverbod is opgelegd, teneinde herhaling zoveel mogelijk te kunnen voorkomen. Gelet op de voorwaarden waaronder het register wordt gebruikt en de procedures die in acht worden genomen, spreekt het Samenwerkingsverband van een Centraal Meldpunt ter voorkoming van overlast en criminaliteit in de parkeergarages in het centrum van Amsterdam. Een belangrijk kenmerk van een Centraal Meldpunt is dat er bijna steeds van uit mag worden gegaan dat de persoon niet zelf de gegevens zal verstrekken en dat vaak zonder toestemming informatie wordt ingewonnen. Dat vraagt om extra waarborgen. Allereerst dient daartoe, ook mede conform het College bescherming persoonsgegevens (CBP)1, het doel van een Centraal Meldpunt te worden beschreven. i.c. dienen de parkeergarages te kunnen beschikken over gegevens waarvan zij menen dat ze noodzakelijk zijn voor een goede beoordeling van de personen die toegang wordt verleend tot die parkeergarage. Het rapport geeft het belang aan waarom een Centraal Meldpunt voor een speciale groep van betrokkenen noodzakelijk en gewenst is. Betrokkenen zijn personen van wie gegevens zijn opgenomen in het Centraal Meldpunt, omdat zij bij een van de deelnemende parkeergarages strafbare feiten hebben gepleegd die hebben geleid tot een toegangsverbod of die overlast van een zodanige omvang hebben veroorzaakt, dat dit als maatschappelijk onbetamelijk wordt aangemerkt. Tevens wordt in dit rapport aangegeven onder welke voorwaarden het aanleggen van een dergelijk Centraal Meldpunt, naar de mening van het Samenwerkingsverband, geoorloofd is en op welke wijze aan die voorwaarden wordt voldaan. Een belangrijke voorwaarde voor een juiste uitvoering van een dergelijk Centraal Meldpunt is dat invulling wordt gegeven aan de belangenafweging tussen het belang van de verantwoordelijke enerzijds, en dat van de betrokkene van wie gegevens in het Centraal Meldpunt worden opgenomen anderzijds. Bij het belang van de betrokkene neemt de bescherming van diens persoonlijke levenssfeer in dit rapport en het protocol de voornaamste plaats in. 2. Achtergrond CTPA-centrum In 2006 werd de problematiek van de parkeergarages in de binnenstad van Amsterdam in kaart gebracht en werd hiervoor een veiligheidsplan ontworpen. Dit plan heeft een drieledig doel, namelijk: het laten dalen van het aantal auto-inbraken en overlast in de parkeergarages, 1
Zie www.cbpweb.nl, vervolgens: linker kolom: Themadossiers, Zwarte lijsten, Wat zijn zwarte lijsten?
Versie 18 oktober 2010
10
het tegengaan van criminaliteit in de parkeergarages, en het verhogen van het aantal aangehouden verdachten, die aan het Openbaar Ministerie worden overgedragen.
Het veiligheidsplan leidde op haar beurt tot een Plan van Aanpak waarin, naar het voorbeeld van Winkelontzegging Binnenstad Den Haag, werd besloten om de mogelijkheden te onderzoeken van het opleggen van collectieve toegangsverboden voor parkeergarages in het centrum van Amsterdam. Tot dit voorstel werd besloten door een Samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 20 Wet politiegegevens2 bestaande uit:
Beheerders van parkeergarages in het centrum van Amsterdam (District 1), die zich conformeren aan de aanpak van het collectief toegangsverbod parkeergarages. Regiopolitie Amsterdam – Amstelland die bij een heterdaad situatie de overtreder als verdachte zal ophalen en op de gebruikelijke strafrechtelijke wijze zal afhandelen. Openbaar Ministerie, parket Amsterdam, dat afhankelijk van de omstandigheden van het incident de verdachte een transactie aanbiedt of dagvaardt. Stadsdeel Centrum van de gemeente Amsterdam dat als partner in het Keurmerk Veilig Ondernemen Nieuwendijk en Kalverstraat een adviserende rol heeft en daar waar mogelijk het CTPA-Centrum faciliteert.
3. Voorwaarden voor verwerkingen in het kader van Centraal Meldpunt Analoog aan de criteria die voor een waarschuwingsregister door het CBP zijn opgesteld willen we bij deze voorwaarden onderscheid maken tussen meer algemene voorwaarden en voorwaarden op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). 3.1.
Algemene voorwaarden
Het CBP hanteert vier beginselen die een belangrijke rol spelen bij de beantwoording van de vraag of het noodzakelijk is dat een Centraal Meldpunt wordt aangelegd:
proportionaliteit, subsidiariteit, ernst van de misstand en gevolgen voor de betrokkene.
Deze vier beginselen worden hieronder kort toegelicht en getoetst aan het voornemen van het Samenwerkingsverband om een dergelijk Centraal Meldpunt op te zetten. Vervolgens zal worden ingegaan op de organisatorische aanpak. 3.1.1. Evenredigheids- of proportionaliteitsbeginsel Het beginsel houdt in dat de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen niet onevenredig mag zijn met het doel van de verwerking. Het vergt een belangenafweging aan de hand van de omstandigheden van het concrete geval. Voor wat betreft het Centraal Meldpunt zal de verantwoordelijke een schatting moeten maken van de totale omvang van het probleem. Bij proportionaliteit gaat het met name om de verhouding tussen het doel en middelen: staat het middel in een redelijke verhouding tot het beoogde doel? Uit de beschikbare cijfers sinds 2006 van de acht potentieel deelnemende parkeergarages blijkt dat het probleem van de overlast en criminaliteit relatief groot is. Door hen zijn in die periode 867 2
Stb, 2007, 300.
Versie 18 oktober 2010
11
incidenten vastgelegd, waarbij zij aangetekend dat niet alle parkeergarages sinds 2006 een dergelijke administratie hebben bijgehouden. Van deze incidenten bestaat de meerderheid uit diefstal (al dan niet met braak) van of uit een auto (58%), gevolgd door vernieling van of aan de auto en het verlaten van de parkeergarages na een ongeval of het toebrengen van schade zonder achterlating van enig bericht. De overige incidenten omvatten een breed scala aan gebeurtenissen die niet in alle gevallen ook strafbare feiten betreffen. Gerubriceerd naar overlast en strafbare feiten zijn ze als Bijlage I opgenomen. Veel van deze incidenten zijn gepleegd door onbekende daders, terwijl een groot aantal incidenten tot opsporing heeft geleid, waardoor alsnog (juridische) maatregelen konden worden getroffen. Met name om recidive te voorkomen wordt gedacht aan het uitdelen van waarschuwingen en het opleggen van toegangsverboden. 3.1.2. Subsidiariteitsbeginsel Het doel waarvoor de persoonsgegevens worden verwerkt dient in redelijkheid niet op een andere, voor de bij de verwerking van persoonsgegevens betrokkene, minder nadelige wijze te kunnen worden verwezenlijkt. Dit houdt in dat de verantwoordelijke dient af te zien van een verwerking van persoonsgegevens wanneer het betreffende doel ook langs andere weg en met minder ingrijpende middelen kan worden gerealiseerd. Om overlast en criminaliteit tegen te gaan worden verschillende maatregelen genomen, variërend van technische maatregelen tot maatregelen in de fysieke sfeer. Wat betreft de technische maatregelen kan gedacht worden aan adequate verlichting en aan het gebruik van cameratoezicht. Dit middel is vooral gericht op de parkeerautomaten en om kentekens van bepaalde auto‟s die de parkeergarage verlaten na een aanrijding of zonder te betalen vast te leggen. Wat betreft de fysieke maatregelen werden de nooduitgangen en de daarbij behorende ruimtes gecontroleerd door medewerkers op prostitutie, zwervers en junks. Mede door gebruik van bewaking met de inzet van honden kon deze overlast worden teruggebracht, vooral ook omdat de ruimtes waar deze activiteiten plaatsvonden gemakkelijk konden worden gelokaliseerd. Op de andere plaatsen werkt deze surveillance weliswaar preventief, maar door de grote oppervlaktes van de ruimtes zijn deze maatregelen niet afdoende gebleken om de overlast en criminaliteit in voldoende mate aan te pakken. Het opleggen van een waarschuwing dan wel een toegangsverbod zal daarom gezien worden als een waardevolle aanvulling op deze maatregelen. Zoals reeds eerder aangegeven maakt een goede samenwerking met politie en justitie deel uit van deze aanvullende maatregelen. 3.1.3. Ernst van de misstand Eenmalige overlast van geringe omvang („incident‟) mag niet leiden tot plaatsing in een Centraal Meldpunt. Pas wanneer sprake is van structurele of van incidentele misdragingen die maatschappelijk onbetamelijk zijn en dusdanig dat zij geleid hebben tot een waarschuwing kan het gerechtvaardigd zijn betrokkenen in een dergelijk register op te nemen. Daarnaast worden personen in het Centraal Meldpunt opgenomen, indien zij strafbare feiten hebben gepleegd waarvoor een toegangsverbod is opgelegd en waarvoor aangifte is gedaan. Voor zowel de waarschuwing als het toegangsverbod geldt een duur van maximaal 12 maanden. Het onderscheid tussen de twee loopt parallel aan het onderscheid tussen overlast en strafbare feiten, zoals in het schema in Bijlage I is aangegeven. Bij strafbare feiten (op heterdaad of later bewijsbaar) wordt direct tot een toegangsverbod overgegaan, bij een waarschuwing volgt bij een recidive binnen 12 maanden dat de waarschuwing wordt omgezet in een toegangsverbod.
Versie 18 oktober 2010
12
3.1.4. Gevolgen voor de betrokkene Dit beginsel houdt in dat het de betrokkenen duidelijk moet worden gemaakt wanneer en waarom deze in het Centraal Meldpunt zal worden opgenomen. Ook moet de betrokkene worden meegedeeld dat deze in het Centraal Meldpunt is geplaatst en wanneer deze uit het Centraal Meldpunt zal worden verwijderd dan wel wanneer het verbod wordt opgeheven. Aan het vereiste van openheid wordt op diverse manieren voldaan. In de eerste plaats door (vrije) publiciteit. Bij de invoering van het collectief toegangsverbod winkelgebied in Den Haag is gebleken dat er een preventieve werking van uitgaat. Dit niet alleen door het uitreiken en/of versturen van waarschuwingen aan veelplegers, notoire auto-inbrekers, doch ook via publicaties en andere aandacht in de media. In de tweede plaats maken de deelnemers het sanctioneren met een waarschuwing of collectief toegangsverbod kenbaar in hun huisregels en door een deursticker. Daarnaast zullen lijsten worden opgehangen van de deelnemers en een lijst met strafbare feiten waarvoor een toegangsverbod kan worden opgelegd dan wel de overlast die als maatschappelijk onbetamelijk wordt aangemerkt en die kan leiden tot een waarschuwing. De lijsten zijn in elk geval in te zien bij de bewerker, i.c. Q-park de Bijenkorf, Beursplein 15 te 1012 JW Amsterdam en bij de deelnemers. Ook zullen zij worden gepubliceerd op de websites van het Centraal Meldpunt en de deelnemers. Op al deze websites wordt vermeld welke parkeergarages als deelnemer bij het Centraal Meldpunt zijn aangesloten. Het wordt de gebruikers op die manier duidelijk in welke parkeergarages hij of zij na de eventueel opgelegde sanctie de toegang is ontzegd of waarvoor de waarschuwing geldt. Tevens wordt aangegeven op welke wijze bezwaar tegen het besluit kan worden aangetekend en waar eventueel beroep mogelijk is. In de derde plaats wordt de waarschuwing dan wel het toegangsverbod persoonlijk aan de overtreder uitgereikt. Indien deze weigert om deze te aanvaarden wordt het hem mondeling mede gedeeld. Naar de mening van het Samenwerkingsverband is hiermee de rechtvaardiging voor het opzetten van een dergelijk Centraal Meldpunt voldoende aanwezig. Het Meldpunt doorstaat naar hun mening door de huidige opzet de toets van proportionaliteit, subsidiariteit, ernst van de misstand en er wordt in voldoende mate rekening gehouden met de belangen van betrokkenen. Of ook aan de aanvullende voorwaarden kan worden voldaan, hangt af van de nadere invulling. Om die reden wordt nu eerst aandacht besteed aan de organisatorische aanpak. 3.1.5. Organisatorische aanpak Bij de organisatorische opzet zal onderscheid worden gemaakt tussen de fase van deelname, de fase van waarschuwing en toegangsverboden, de fase van de meldingen bij het Centraal Meldpunt en de fase van handhaving. Deelname De voorwaarden tot deelname aan het CTPA-Centrum zijn, gezien de verschillen in beveiliging van de parkeerfaciliteiten, opgesteld om de kwaliteit en continuïteit van veiligheid voor de gebruikers van de parkeerfaciliteit te waarborgen. Deelnemers aan het collectief toegangsverbod moeten uniform aan de volgende voorwaarden voldoen. Zij
dienen over een afsluitbare en degelijk beveiligde parkeerfaciliteit te beschikken in het centrum van Amsterdam; dienen goede camerafaciliteiten bij in- en uitgangen te hebben opgesteld; dienen een fysiek aanwezige medewerker aan te stellen die tijdens openstelling de parkeerfaciliteit in de gaten kan houden, met dien verstande dat hij ervoor zorgt dat er bij incidenten binnen acceptabele tijd iemand op de parkeerfaciliteit ter plekke is; dienen een medewerker te hebben die een aantal keren per dag door de parkeerfaciliteit surveilleert;
Versie 18 oktober 2010
13
dienen medewerkers te instrueren over de werkwijze en de procedure met betrekking tot waarschuwing en toegangsverbod; dienen actief en regelmatig met het Centraal Meldpunt te communiceren via fax, telefoon en/of email; dienen over goede verlichting conform de ESPA -norm op hun complex te beschikken; dienen het CTPA-Centrum logo op een duidelijk zichtbare plaats op te hangen; zijn bereid hulp en/of bijstand te verlenen op andere locaties voor zaken m.b.t. het CTPACentrum (wanneer dit echt noodzakelijk is); dienen de gebruikers van de parkeerfaciliteit duidelijk door middel van informatieborden te waarschuwen geen kostbaarheden achter te laten in hun voertuigen.
Waarschuwing en Toegangsverbod Bij overlast van een zodanige omvang dat deze als maatschappelijk onbetamelijk moet worden aangemerkt, kan de betrokkene eerst een waarschuwing ontvangen door middel van een waarschuwingsbrief. Het is aan de persoon die deze uitreikt om te bepalen of een waarschuwing wordt afgegeven. De eerstvolgende keer, binnen een periode van 12 maanden, dat een gewaarschuwde betrokkene zich in dezelfde dan wel een aangesloten parkeergarage zodanig misdraagt dat het maatschappelijk onbetamelijk is, wordt de waarschuwing omgezet in een toegangsverbod en wordt dit verbod uitgereikt. In geval van strafbare feiten kan direct tot een toegangsverbod worden overgegaan en wordt altijd aangifte gedaan. Autokrakers kunnen bijvoorbeeld zonder waarschuwing direct een collectief toegangsverbod uitgereikt krijgen en dus direct worden geweerd. De duur van het toegangsverbod is maximaal 12 maanden. Het toegangsverbod moet duidelijk zijn, eventueel meertalig. Verwijzing naar de deursticker moet duidelijk zijn. Voor ontvangst moet worden getekend. Indien een betrokkene weigert te tekenen zullen de persoon die uitreikt en een getuige moeten tekenen. Van de uit te reiken waarschuwingsbrieven en de collectieve toegangsverboden worden standaard modellen opgesteld3. Deze zullen worden verspreid onder de deelnemende parkeergarages. Per fase zal worden aangegeven welke werkwijze wordt gevolgd. Indien een betrokkene zich schuldig maakt aan overlast van een zodanige omvang dat deze als maatschappelijk onbetamelijk moet worden beschouwd, dan leidt dit tot een waarschuwing. In dat geval meldt de deelnemer het incident vervolgens telefonisch bij het Centraal Meldpunt en controleert of de betrokkene in aanmerking komt voor een collectief toegangsverbod of reeds een collectief toegangsverbod heeft. Indien betrokkene nog geen waarschuwing of collectief toegangsverbod heeft, reikt de deelnemer een waarschuwing uit. Bij weigering ontvangst of weigering ondertekening wordt dit door of namens de deelnemer en een getuige schriftelijk vastgelegd. De deelnemer faxt en/of mailt de voor ontvangst ondertekende waarschuwing aan de bewerker ten behoeve van het Centraal Meldpunt onder vermelding van waarschuwing collectief toegangsverbod parkeergarage. Een collectief toegangsverbod kan worden opgelegd in twee situaties. De eerste is dat een betrokkene na een eerdere waarschuwing, binnen een termijn van twaalf maanden, opnieuw overlast veroorzaakt van zodanige omvang dat deze als maatschappelijk onbetamelijk moet worden aangemerkt. De tweede situatie betreft strafbare feiten waarvoor aangifte is gedaan. De deelnemer meldt de aanhouding bij het Centraal Meldpunt en controleert of de betrokkene al eerder een waarschuwing heeft gehad en dus nu in aanmerking komt voor een collectief toegangsverbod. Indien dit het geval is reikt de deelnemer het collectief toegangsverbod uit. Bij weigering ontvangst of weigering ondertekening wordt dit door de gerechtigde en een getuige schriftelijk vastgelegd. De 3
In Den Haag zijn deze standaardmodellen reeds in gebruik. Deze worden gewijzigd naar een Amsterdams model. Versie 18 oktober 2010
14
deelnemer faxt en/of mailt het voor ontvangst ondertekende toegangsverbod aan het Centraal Meldpunt onder vermelding van collectief toegangsverbod parkeergarage. Centraal Meldpunt De bewerker controleert of aan de voorwaarden voor een waarschuwing of collectief toegangsverbod is voldaan waarna hij de gegevens invoert in het Centraal Meldpunt. Als een deelnemer een gedraging zoals eerder vermeld in dit protocol constateert, kan hij via internet nagaan of de overlastgever daarin is opgenomen. De bevoegdheid tot inzage is functie-gerelateerd. Alleen de beheerder, leidinggevende of medewerkers van desbetreffende parkeergarages zijn gerechtigd een melding van een waarschuwing of toegangsverbod te doen. Er is een lijst met gerechtigde functionarissen van de aangesloten deelnemers. De betreffende deelnemer vraagt de betrokkene om zijn/haar NAW-gegevens en geboortedatum. Deze is niet verplicht om te antwoorden. In dat geval kunnen de NAW-gegevens en geboortedatum in bijzijn van de politie op het formulier van de ontzegging worden ingevuld. De deelnemer kan controleren in het overzicht of de opgegeven naam al voorkomt. Indien al een waarschuwing of een toegangsverbod blijkt te zijn uitgereikt, dan vult de deelnemer vervolgens zelf het relevante vervolgformulier in. Het originele formulier wordt na ondertekening naar het Centraal Meldpunt verzonden. Met betrekking tot opname van de gegevens in het Centraal Meldpunt gelden de volgende aanvullende criteria: a. De overlast of strafbare feiten moeten van zodanige aard zijn dat de gebruiker een waarschuwing heeft gekregen of de toegang tot de parkeergarage van de deelnemer is ontzegd of dat tot deze stap zou zijn overgegaan indien de persoon was geïdentificeerd. Bij strafbare feiten wordt altijd aangifte gedaan. Er moeten voldoende bewijsstukken zijn en worden bewaard in het onderliggende dossier. b. Opname in het Centraal Meldpunt moet met redenen omkleed en schriftelijk worden onderbouwd in het incidentenregister van de deelnemer. c. Voor eventuele plaatsing in het Centraal Meldpunt wordt het belang van de deelnemer, en die van de andere deelnemers, bij opname afgewogen tegen de gevolgen van de opname voor de betrokkene. De gevolgen van opname dienen in verhouding te staan tot het gepleegde delict en de overige omstandigheden van het geval. d. De betrokkene wordt expliciet geïnformeerd over de opname in het Centraal Meldpunt alsmede van de rechtsmiddelen waarvan gebruik kan worden gemaakt. De waarschuwingen en toegangsverboden worden opgenomen in het Centraal Meldpunt waarvoor Qpark Bijenkorf als bewerker optreedt. De deelnemers leggen hierin de volgende persoonsgegevens vast:
Achterna(a)m(en) Voorvoegsels Voorna(a)m(en) Geboortedatum Geboorteplaats Adres Postcode Ingangsdatum en einddatum waarschuwing of toegangsverbod Naam van de deelnemer die een waarschuwing heeft uitgereikt dan wel een toegangsverbod heeft opgelegd (eventueel) Datum huisvredebreuk (eventueel) Huisvredebreuk geconstateerd door: naam bedrijf
Handhaving Versie 18 oktober 2010
15
Bij overtreding van het toegangsverbod geldt dat, indien verdachte één van de aangesloten parkeergarages betreedt, hij wordt aangesproken door de beheerder of diens plaatsvervanger. De beheerder meldt dit aan Centraal Meldpunt en de politie en doet aangifte van 138 Sr4 (en eventueel van het andere vermeende strafbare feit). De beheerder of diens plaatsvervanger houdt de verdachte aan en draagt de persoon over aan de politie met een ingevuld aangifteformulier 138 Sr. De politie controleert het collectief toegangsverbod via de site of krijgt het toegangsverbod binnen 1 uur na aanhouding aangeleverd. De politie stelt na onderzoek het dossier ter beschikking aan de Politieparketsecretaris of het OM in verband met mogelijke vervolging. Vervolgens neemt het OM de zaak in behandeling. Evaluatie De werking van het systeem, met name waar het gaat om de gebruikersvriendelijkheid, het functioneren van het Samenwerkingsverband, het niveau van de beveiliging, de efficiency en de effectiviteit van het beleid worden jaarlijks geëvalueerd. Wet bescherming persoonsgegevens In het licht van de Wet bescherming persoonsgegevens is er sprake van twee verwerkingen. De eerste is het incidentenregister bij de veiligheidsafdeling of onder beheer van een veiligheidsfunctionaris van de deelnemer. De tweede is het Centraal Meldpunt onder verantwoordelijkheid van het Samenwerkingsverband. Omdat het Centraal Meldpunt bedoeld is als register van waaruit de gegevens aan de deelnemers beschikbaar worden gesteld zal deze worden getoetst aan de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP) en eventuele aanpalende relevante wet- en regelgeving. Daarbij wordt aandacht besteed aan het beheer van de verwerking, aan de verplichtingen van de verantwoordelijke, aan de rechten van betrokkenen en aan controle en toezicht. 3.2. Wet bescherming persoonsgegevens en het Centraal Meldpunt 3.2.1 Het beheer van het Centraal Meldpunt In het kader van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen spelen diverse actoren een rol, ieder met hun eigen bevoegdheden en verplichtingen. Voor de transparantie van het register is het noodzakelijk dat per verwerking wordt aangegeven welke actor daar welke rol speelt.
4
Verantwoordelijke, dat wil zeggen degene die bevoegd is doel van en de middelen voor de verwerking van persoonsgegevens vast te stellen is het Samenwerkingsverband.
Bewerker is degene die ten behoeve van de verantwoordelijke persoonsgegevens verwerkt, zonder aan zijn rechtstreeks gezag te zijn onderworpen. Q-park Bijenkorf treedt op als bewerker.
De betrokkenen, dat wil zeggen de groepen van personen van wie gegevens verwerkt worden, zijn bekende en onbekende personen van wie vanwege de gepleegde overlast of strafbare feiten persoonsgegevens in het Centraal Meldpunt worden opgenomen.
Naast de gegevens van de betrokkene worden geen gegevens verwerkt van derden (belanghebbenden), zoals van de partner, de kinderen of andere derden.
Zie standaard model “Aangifte Collectief Toegangsverbod Parkeergarage Amsterdam – Centrum”.
Versie 18 oktober 2010
16
De ontvangers, dat wil zeggen degenen aan wie persoonsgegevens worden verstrekt, zijn daartoe geautoriseerde personen en aangewezen medewerkers van de deelnemers. 3.2.2. Verplichtingen van de verantwoordelijke
Voor de verantwoordelijke gelden de zogenaamde zorgplicht, informatieplicht, beveiligingsplicht, de bepalingen met betrekking tot internationale verstrekkingen en de meldingsplicht. Zorgplicht De algemene norm is dat persoonsgegevens in overeenstemming met de wet en op behoorlijke en zorgvuldige wijze moeten worden verwerkt. De normen „zorgvuldig en behoorlijk‟ sluiten aan bij de principes van proportionaliteit, subsidiariteit en belangen van betrokkenen. Als onderdeel van de maatschappelijke zorgvuldigheid geldt dat de grootst mogelijke openheid moet worden betracht met betrekking tot personen die kunnen worden of worden opgenomen in het Centraal Meldpunt. Dat past ook in het beeld dat de verwerking behoorlijk en zorgvuldig moet zijn. De verantwoordelijkheid gaat echter verder en betreft ook de wijze waarop gebruikers en ontvangers met de gegevens dienen om te gaan. Het is dan ook gewenst dat de verantwoordelijke richtlijnen uitvaardigt voor de eigen medewerkers die van de gegevens van dit register kennis kunnen nemen, maar zeker ook voor de ontvangers van de gegevens, zijnde de deelnemers aan het Centraal Meldpunt. De ontvangers zullen in algemene zin worden geïnstrueerd hoe met deze gegevens moet worden omgegaan, hen zal gewezen worden op hun geheimhoudingsplicht en er zullen richtlijnen worden opgesteld voor het geval zij personen op grond van het Centraal Meldpunt de toegang moeten weigeren. Onderdeel van de zorgvuldigheid zijn ook de afspraken zoals die zijn aangegeven onder de organisatorische aanpak. De richtlijnen zijn neergelegd in het document „Protocol Collectief Toegangsverbod Parkeergarages Amsterdam-centrum‟. Ter bevordering van de zorgvuldigheid en behoorlijkheid zijn de deelnemers verplicht dit Protocol en een toetredingsverklaring te ondertekenen, die hen verplichten tot strikte naleving en handhaving van alle gestelde regels. De zorgplicht bevat zeven onderdelen die in hun totaliteit moeten worden beoordeeld. Doelspecificatie Alvorens met de verwerking mag worden begonnen moet het doel van de verwerking worden omschreven. Voor het Centraal Meldpunt kan de doelstelling als volgt worden omschreven: “Het Centraal Meldpunt heeft tot doel het ten behoeve van de (preventieve) bestrijding van overlast en criminaliteit vastleggen van persoonsgegevens van betrokkenen en die beschikbaar te stellen aan deelnemende parkeergarages teneinde vast te kunnen stellen of een persoon de toegang tot de parkeergarages kan worden geweigerd dan wel om te kunnen vaststellen of aan een persoon reeds eerder een waarschuwing is uitgereikt”. Rechtmatige grondslag De gegevensverwerking moet een rechtmatige grondslag hebben. Deze wordt gevonden in het bepaalde van artikel 8, aanhef en onder f: De verwerking is noodzakelijk voor de behartiging van het gerechtvaardigde belang van de verantwoordelijke of van een derde aan wie de gegevens worden verstrekt, tenzij het belang of de fundamentele rechten en vrijheden van de betrokkene, in het bijzonder het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer, prevaleert. In het geval van het Centraal Meldpunt is na een zorgvuldige afweging vastgesteld dat het belang van de betrokkenen niet prevaleert. Deze opvatting wordt gesteund door de memorie van toelichting bij de WBP waar onder
Versie 18 oktober 2010
17
meer in verband met deze rechtvaardigingsgrondslag gewezen wordt op de noodzaak van criminaliteitsbestrijding. Wel zal op het individuele niveau nog een extra proportionaliteitstoets plaats moeten vinden voordat besloten wordt de betrokkene al dan niet in het Centraal Meldpunt op te nemen. De belangen van de deelnemer, en die van de andere deelnemers, bij opname in het Centraal Meldpunt worden dan afgewogen tegen het belang van de betrokkene bij niet-plaatsing in het Centraal Meldpunt. De gevolgen van opname dienen in verhouding te staan tot het gepleegde delict en de overige omstandigheden van het geval. Verenigbaar gebruik Het verstrekken van gegevens aan deelnemers vloeit voort uit de doelstelling van de verwerking en de rechtmatige grondslag. Elk ander gebruik is niet geoorloofd. Bewaartermijnen De gegevens worden voor een periode van maximaal twaalf maanden bewaard, tenzij in die periode er een nieuwe aanleiding is voor opname als aangegeven in de doelstelling. Indien de periode van twaalf maanden is verstreken worden de gegevens uit het register verwijderd en vernietigd. Kwaliteit van de gegevens In het Centraal Meldpunt worden slechts gegevens opgenomen van personen, die voldoen aan de eerder beschreven criteria voor opname. De persoonsgegevens dienen in overeenstemming met de wet te zijn verkregen en zijn bij de (primaire) bron gedocumenteerd herleidbaar te zijn. De omvang van de gegevens beperkt zich tot verwijzingsgegevens. De deelnemers dienen zorg te dragen voor een zorgvuldige invoervalidatie en instructies aan de veiligheidsafdeling teneinde zeker te stellen dat uitsluitend in overeenstemming met de regels van het protocol gegevens worden doorgegeven aan het Centraal Meldpunt. Indien een deelnemer twijfelt of invoer van gegevens kan plaatsvinden conform de regels van het protocol, dient hij van invoer af te zien. Geheimhoudingsplicht Alle personen die handelen onder het gezag van de verantwoordelijke, en voor zover zij toegang hebben tot de persoonsgegevens, mogen deze slechts verwerken in opdracht van de verantwoordelijke. Zij hebben zich verplicht tot geheimhouding van de persoonsgegevens waarvan zij kennis nemen. Datzelfde geldt voor de personen die namens de beheerder van een parkeergarage bevoegd zijn persoonsgegevens aan te leveren dan wel kennis te nemen van zulke persoonsgegevens. Verwerking van bijzondere gegevens In het kader van de verwerking voor eerdergenoemde doelstelling worden strafrechtelijke gegevens verzameld en verwerkt. Het begrip strafrechtelijk gegeven heeft betrekking op zowel veroordelingen als (min of meer gegronde) verdenkingen. Onder gegevens betreffende veroordelingen wordt verstaan dat de rechter al dan niet onherroepelijk strafrechtelijk gedrag heeft vastgesteld. Bij verdenkingen gaat het om concrete aanwijzingen dat iemand zich schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit. Strafrechtelijke gegevens omvatten mede gegevens omtrent de toepassing van het formele strafrecht, bijvoorbeeld dat iemand is gearresteerd of dat tegen hem proces-verbaal is opgemaakt wegens een bepaald vergrijp. Hoewel de strafrechtelijke gegevens niet zelf in het Centraal Meldpunt voorkomen, kan uit de context van het register het bestaan van die gegevens worden
Versie 18 oktober 2010
18
afgeleid. Om die reden wordt deze verwerking aangemerkt als zijnde een verwerking van strafrechtelijke gegevens. Deze gegevens mogen op grond van artikel 22, tweede lid, ten eigen behoeve verwerkt worden. Aangezien de gegevens van betrokkenen uit het Centraal Meldpunt ook verstrekt worden aan de deelnemers is ingevolge van artikel 22, aanhef en vierde lid, onder c, en artikel 31, aanhef en eerste lid, onder c WBp een voorafgaand onderzoek gevraagd bij het College bescherming persoonsgegevens. Beveiligingsplicht De verantwoordelijke zal voor alle verwerkingen die plaatsvinden passende technische en organisatorische maatregelen treffen om de gegevens te beveiligen tegen verlies of enige vorm van onrechtmatige verwerking. Deze maatregelen dienen regelmatig door externe deskundigen getoetst en beoordeeld te worden. Om die reden is voor het Centraal Meldpunt een beveiligingsbeleid en –plan opgesteld en zijn maatregelen en procedures vastgesteld op basis van het rapport „Beveiliging van 5 persoonsgegevens‟. Op grond van dit rapport en het daarvan afgeleide beleid is besloten om de verwerking te plaatsen in risicoklasse II: verhoogd risico. Alle maatregelen en procedures die op deze klasse van toepassing zijn zullen worden genomen en ingevoerd. Met de bewerker zal een bewerkersovereenkomst worden afgesloten. Informatieplicht Zoals aangegeven bij het principe van belangen van de betrokkene, als onderdeel van de maatschappelijke zorgvuldigheid, wordt voldaan aan de informatieplichten. Internationaal gegevensverkeer Gezien de aard van de parkeergarages vindt geen doorgifte van gegevens plaats naar landen buiten de Europese Economische Ruimte (EER). Meldingsplicht en voorafgaand onderzoek De verwerking is gemeld bij het College bescherming persoonsgegevens. Gelet op de aard van de verwerking is bij de melding aanvraag gedaan voor een voorafgaand onderzoek (is ook al eerder genoemd). 3.2.3. Rechten van de betrokkenen Alle regelingen met betrekking tot de rechten van betrokkenen zijn, behoudens op grond van bij wet geregelde uitzonderingen, van toepassing. Het gaat daarbij om de volgende rechten. Inzagerecht De betrokkene heeft het recht zich vrijelijk en met redelijke tussenpozen tot de verantwoordelijke te wenden met het verzoek hem mede te delen of, en zo ja welke, hem betreffende persoonsgegevens worden verwerkt. De verantwoordelijke deelt de betrokkene schriftelijk binnen vier weken mee of over hem persoonsgegevens worden verwerkt. Naast een volledig overzicht van de eigen gegevens zal betrokkene daarbij ook geïnformeerd worden over de doeleinden van verwerking, de categorieën van 5
G.W. van Blarkom en J. J. Borking, Beveiliging van persoonsgegevens. Achtergrondstudies en Verkenningen, 23. Den Haag: Registratiekamer, april 2001
Versie 18 oktober 2010
19
gegevens die worden verwerkt, de ontvangers van de gegevens alsmede de beschikbare informatie over de herkomst van de gegevens. Voor de behandeling van een verzoek om inzage zal geen vergoeding in de kosten worden gevraagd. De verantwoordelijke draagt zorg voor een deugdelijke vaststelling van de identiteit om te verzekeren dat de juiste persoon toegang krijgt tot de eigen gegevens. Bij schriftelijke verzoeken om inzage moet daarom een kopie van paspoort of rijbewijs bijgesloten worden. Correctierecht De betrokkene kan in voorkomende gevallen de verantwoordelijke verzoeken de gegevens te verbeteren, aan te vullen, te verwijderen of af te schermen indien deze feitelijk onjuist zijn, voor het doel of de doeleinden van de verwerking onvolledig of niet ter zake dienend dan wel anderszins in strijd met een wettelijk voorschrift worden verwerkt. Voorwaarde voor het kunnen gebruik maken van dit recht is dat de betrokkene kennis heeft genomen van de eigen gegevens. Indien een verantwoordelijke voldaan heeft aan een verzoek om gegevens te verbeteren, aan te vullen, te verwijderen of af te schermen, zal hij aan derden aan wie gegevens zijn verstrekt kennis geven van de aangebrachte wijzigingen. Recht van verzet Gelet op het doel van verwerking geldt voor het Centraal Meldpunt alleen het relatieve recht van verzet. Relatieve verzoeken kunnen worden ingediend wanneer de rechtsgrond van de verwerking gelegen is in artikel 8 aanheft en onder f: de behartiging van het gerechtvaardigde belang van de verantwoordelijke of van een derde aan wie de gegevens worden verstrekt. Bij dit soort verzoeken die op basis van bijzondere persoonlijke omstandigheden kunnen worden ingediend, zal de verantwoordelijke de verwerking in het concrete geval heroverwegen en het belang dat hij heeft bij de verwerking opnieuw afwegen tegen het belang van de verzoeker. Recht op schadevergoeding Indien iemand schade lijdt doordat ten opzichte van hem in strijd wordt gehandeld met de bij of krachtens de wet gegeven voorschriften heeft de benadeelde recht op een naar billijkheid vast te stellen schadevergoeding. De verantwoordelijke kan geheel of gedeeltelijk worden ontheven van deze aansprakelijkheid, indien hij bewijst dat de schade hem niet kan worden toegerekend. 3.2.4. Controle, toezicht, beroep en bezwaar Wanneer een verzoek om informatie, een verzoek om inzage of correctie, een verzoek om verzet of een verzoek om een overzicht van degenen aan wie de correcties zijn doorgegeven wordt afgewezen door de deelnemer of de verantwoordelijke, kan de betrokkene bezwaar aantekenen bij die deelnemer of verantwoordelijke. Indien een deelnemer niet reageert binnen een termijn van vier weken dan wel niet naar tevredenheid van de betrokkene kan deze binnen een termijn van zes weken na die reactie of het uitblijven daarvan beroep aantekenen bij de Commissie van Beroep van het Centraal Meldpunt. Een uitspraak van deze Commissie is bindend voor de deelnemer. Na de uitspraak neemt de deelnemer of verantwoordelijke een nieuw besluit dat kan worden aangevochten bij de rechter. Een belanghebbende kan in de hiervoor aangegeven gevallen zich ook binnen zes weken wenden tot de rechtbank met het schriftelijk verzoek de deelnemer of verantwoordelijke te bevelen alsnog het bedoelde verzoek toe of af te wijzen dan wel het verzet al dan niet te honoreren. Een belanghebbende kan zich ook binnen zes weken wenden tot het College bescherming persoonsgegevens met het verzoek te bemiddelen of te adviseren in zijn geschil met de deelnemer of verantwoordelijke.
Versie 18 oktober 2010
20
4. Samenvatting en conclusie Het aanleggen van een Centraal Meldpunt met als doel te kunnen beoordelen of een persoon als gebruiker kan worden toegelaten tot een parkeerfaciliteit van ene deelnemer wordt aanvaardbaar geacht, mits aan de vereisten van maatschappelijke zorgvuldigheid en de vereisten van de Wet bescherming persoonsgegevens wordt voldaan. In concreto komt het er op neer dat een Centraal Meldpunt is geoorloofd, wanneer is voldaan aan een goede afweging in verband met:
ernst van de misstand: het moet niet om een incident gaan, maar om structurele of regelmatig terugkerende misdragingen die als maatschappelijk onbetamelijk moeten worden aangemerkt of om strafbare feiten van zodanige aard dat aangifte is gedaan; proportionaliteit: de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen mag niet onevenredig zijn met het te dienen doel van de verwerking. subsidiariteit: het nagestreefde doel kan niet op een minder ingrijpende wijze worden bereikt; belangen van betrokkenen: de verantwoordelijke draagt zorg voor een zo groot mogelijke openheid en zorgvuldigheid tegenover de betrokkene.
In combinatie met de Wet bescherming persoonsgegevens moet daarnaast aan de volgende verplichtingen worden voldaan:
het doel van de verwerking moet welbepaald en uitdrukkelijk omschreven zijn; de verwerking moet een rechtmatige grondslag hebben; verdere verwerking is alleen geoorloofd als dit niet onverenigbaar is met het doel waarvoor de gegevens zijn verzameld; de gegevens worden niet langer bewaard dan voor het doel strikt genomen noodzakelijk is; niet meer gegevens worden verwerkt dan voor het doel noodzakelijk is en er worden maatregelen genomen in verband met de juistheid en nauwkeurigheid van de gegevens; passende technische en organisatorische maatregelen moeten worden getroffen om persoonsgegevens te beveiligen tegen verlies of enige vorm van onrechtmatige verwerking; voor alle personen die toegang hebben tot de persoonsgegevens geldt een geheimhoudingsverplichting; bijzondere gegevens mogen niet worden verwerkt zonder wettelijke grondslag; in slechts zeer bepaalde gevallen is het opnemen van strafrechtelijke gegevens toegestaan; de verwerking moet worden gemeld bij het College bescherming persoonsgegevens; de betrokkene wordt geïnformeerd over het doel van de verwerking en de identiteit van de verantwoordelijke, tenzij hij reeds op de hoogte is of het voldoen aan de verplichting onmogelijk is dan wel een onevenredige inspanning kost; aan de rechten van de betrokkene wordt voldaan, tenzij deze gemotiveerd kunnen worden afgewezen; indien gegevens worden doorgegeven aan landen buiten de Europese Unie, dient daarvoor een rechtmatige grondslag aanwezig te zijn.
Het Samenwerkingsverband heeft deze uitgangspunten en verplichtingen getoetst aan de opzet en invulling van het Centraal Meldpunt ter voorkoming en bestrijding van overlast en criminaliteit in de parkeergarages. Op grond daarvan komt het Samenwerkingsverband tot de conclusie dat indien de deelnemers alle verplichtingen nakomen, het Centraal Meldpunt voldoet aan alle redelijkerwijs te stellen eisen. Om te garanderen dat de deelnemers deze verplichtingen nakomen, zijn deze vertaald in het Protocol „Collectief Toegangsverbod Parkeergarages Amsterdam-centrum‟, dat door alle deelnemers moet worden ondertekend.
Versie 18 oktober 2010
21
Bijlage I: Overzicht overlast en strafbare feiten
Overlast: misdragingen van zodanige omvang dat deze maatschappelijk onbetamelijk zijn
Strafbare feiten: misdragingen waarvan altijd aangifte wordt gedaan
Geluidsoverlast
Diefstal vanuit of vanaf de auto
Ruzie/twist
Diefstal van auto/fiets/brommer/scooter
Hinderlijk gedrag in of bij parkeergarage
Zakken- en tassenrollerij
Wildplassen
Zonder melding verlaten na aanrijding
Slapen in de ruimtes
Vernieling
Samenscholing
Openlijk gebruik of handel in drugs
Bezit vuur- of steekwapens
Schennis van de eerbaarheid
Bedreiging personeel of andere personen
Aanranding
Heling
Versie 18 oktober 2010
22