TOELICHTING BIJ AANVRAAGFORMULIER LEERLINGENVERVOER Algemeen Formulieren die onjuist of onvolledig zijn ingevuld, neemt de gemeente NIET in behandeling. Ze worden naar de aanvrager teruggestuurd. De aanvrager wordt dan in de gelegenheid gesteld de aanvraag binnen twee weken te corrigeren of aan te vullen. Wordt hiervan geen gebruikgemaakt dan wordt de aanvraag niet in behandeling genomen. Het volledig ingevulde en ondertekende formulier, voorzien van de nodige bijlagen, moet worden ingeleverd op het bovengenoemde adres. Informatie over het leerlingenvervoer kan worden verkregen bij mevrouw W. Oosterhof van het team onderwijs, welzijn en zorg, tel. 06-35113536 of via de e-mail:
[email protected] Aanvraag en beschikking Een aanvraag voor het nieuwe schooljaar moet worden ingediend vóór 1 juni. De gemeente geeft voor de aanvang van het nieuwe schooljaar een beschikking af. Deze beslissing kan met vier weken worden uitgesteld. Van dit uitstel worden de aanvragers door de gemeente schriftelijk op de hoogte gesteld. Als de aanvraag niet vóór 1 juni wordt ingediend, beslist de gemeente binnen acht weken na ontvangst van het aanvraagformulier. Ook hier kan de beslissing met vier weken worden uitgesteld. De beschikking geldt voor het schooljaar 2014-2015. In april 2015 krijgen de ouders of verzorgers van de leerling van de gemeente een vragenformulier toegestuurd. Hierop kunnen ouders of hun gegevens invullen als zij vervoer wensen voor het schooljaar 2015-2016. Als de gemeente het vragenformulier niet ontvangt, stopt de vergoeding. Aanvragers moeten wijzigingen gedurende het schooljaar die van invloed zijn op de vergoeding direct schriftelijk aan de gemeente doorgeven. De kans bestaat anders dat de aanvragers de vergoeding aan de gemeente terug moeten betalen of dat het vervoer wordt stopgezet. Een vergoeding kan niet met terugwerkende kracht worden verstrekt. Voor aanvragen die tijdens het schooljaar worden ingediend, geldt de dag dat de aanvraag wordt ingediend, als eerste dag voor de vergoeding. Toelichting bij de vragen Een aanvraag wordt getoetst aan de Verordening leerlingenvervoer gemeente Woerden 2009 en aan de Beleidsregels kosten schoolbezoek gemeente Woerden 2012. Voor Oudewater wordt de aanvraag getoetst aan de Verordening leerlingenvervoer gemeente Oudewater 2010 en de beleidsregels Oudewater 2014. In de Verordening is opgenomen wie, wanneer en in welke vorm, recht heeft op een vergoeding van de vervoerskosten voor schoolbezoek. De Verordening en de Beleidsregels zijn hieronder, in de toelichting bij de vragen van het antwoordformulier, samengevat. Dit is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid gedaan. Leidend is en blijft echter in alle gevallen de Verordening en de Beleidsregels. De tekst van de Verordening en de Beleidsregels kan worden aangevraagd bij de gemeente. De Verordening en de Beleidsregels staan ook op de website: www.woerden.nl. en www.oudewater.nl
Vraag 1 De officiële naam van de leerling, zoals deze bij de Burgerlijke Stand bekend is, moet hier worden ingevuld. Het adres van de woning waar de leerling verblijft en van waaruit de school wordt bezocht moet worden ingevuld. Vragen 2 en 4 Alleen onderwijs Leerlingenvervoer is alleen voor vervoer van huis naar school en vice versa. Wat valt daar niet onder? Vervoer vanwege schoolreisjes, sportdagen, clubs en dergelijke; Vervoer tussen school en zwembad; Vervoer naar dokter, therapeut of ziekenhuis; Vervoer naar kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang, dagbehandeling of oppasadres; Vervoer buiten de schooltijden. Met school bedoelt de gemeente een school voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs of voortgezet onderwijs. Richting of identiteit Leerlingenvervoer kan verkregen worden naar de dichtstbijzijnde, toegankelijke school van de soort en de richting. Onder richting wordt verstaan: de godsdienstige of levensbeschouwelijke inslag van een school. Een onderwijskundige richting, bijvoorbeeld Jenaplan of Montessorionderwijs, is geen reden om leerlingenvervoer toe te kennen. Als echter deze gewenste dichtstbijzijnde school op grotere afstand van de woning is gelegen dan zes kilometer én dichterbij ook scholen liggen van dezelfde onderwijssoort, dan vindt pas een vergoeding naar die gewenste school plaats als de aanvragers schriftelijk verklaren: ‘overwegende bezwaren te hebben tegen de openbare school en alle richtingen van de bijzondere scholen die dichterbij gelegen zijn.’ De aanvrager moet de schriftelijke verklaring, gedateerd en met naam ondertekend, bij de aanvraag doen. Speciaal basisonderwijs Vergoeding van de vervoerskosten vindt plaats naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school. Wanneer de permanente commissie leerlingenzorg de beslissing heeft genomen de leerling naar een verder gelegen speciale school voor basisonderwijs te laten bezoeken, dient de beschikking te worden bijgevoegd. De gemeente kan aan de hand van die beslissing beoordelen of er een vergoeding plaatsvindt naar de verder gelegen school. Speciaal onderwijs Leerlingen die een indicatie(beschikking) hebben voor het speciaal onderwijs kunnen kiezen voor regulier onderwijs. De dichtstbijzijnde toegankelijke school is in die gevallen de dichtstbijzijnde school die de leerling wil inschrijven. Bij een zogenoemd cluster 4-school bepaalt de commissie voor de indicatiestelling wat de dichtstbijzijnde toegankelijke school is. Voortgezet onderwijs Met de categorie "voortgezet onderwijs" worden alle vormen van regulier voortgezet onderwijs bedoeld, zoals vmbo, praktijkonderwijs, havo en vwo. Leerlingen van het voortgezet onderwijs komen slechts in aanmerking voor leerlingenvervoer, indien zij een verstandelijke, lichamelijke en/of zintuiglijke handicap hebben en als gevolg daarvan niet zelfstandig - al dan niet onder begeleiding - met het openbaar vervoer kunnen reizen (zie ook vraag 5.) Alle overige leerlingen van het voortgezet onderwijs die naar het reguliere voortgezet onderwijs gaan (inclusief leerlingen praktijkonderwijs en leerwegondersteunend onderwijs) komen niet in aanmerking voor leerlingenvervoer. Hieronder vallen bijvoorbeeld ook leerlingen die:
• • •
een handicap hebben, maar in principe zelfstandig met het openbaar vervoer naar school kunnen; een tijdelijke handicap hebben, zoals een gebroken been. om andere redenen dan een handicap geen gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer: er is bijvoorbeeld geen openbaar vervoer, of het openbaar vervoer is omslachtig.
Zij kunnen, net als alle andere leerlingen in het voortgezet onderwijs, op basis van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (WTOS) een tegemoetkoming aanvragen bij de Informatie Beheer Groep. Voor meer informatie, zie www.informatiebeheergroep.nl. Voortgezet speciaal onderwijs: De wetgever heeft bepaald dat leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs die zelfstandig met het openbaar vervoer kunnen reizen vanaf 1 augustus 2014 geen recht meer hebben op vergoeding van vervoerskosten of taxivervoer. Wij kunnen er voor kiezen het vervoer toch te blijven vergoeden. Hierover hebben wij nog geen besluit genomen. Vooralsnog blijven wij in het schooljaar 2014-2015 het leerlingenvervoer voor leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs organiseren en/of vergoeden. Vraag 3 De datum waarop het vervoer eindigt, alleen invullen als de leerling niet tot aan het einde van het schooljaar moet worden vervoerd. De gemeente overweegt het leerlingenvervoer naar een schoollocatie per bouwdeel (onder en/of bovenbouw) te beperken tot twee momenten per dag. Als de leerling later dan de andere leerlingen van de school begint, wordt de leerling niet apart vervoerd. Dit is wel het geval wanneer tenminste vier leerlingen die qua tijdstippen en locaties kunnen worden gecombineerd tot één taxiroute. Scholen worden zo gestimuleerd tot creativiteit, samenwerking en afstemming, met voldoende eigen speelruimte. Als leerlingen met openbaar vervoer zouden gaan reizen is er overigens geen probleem meer: met een busabonnement kun je elk tijdstip van de dag reizen. Wij denken alleen dat lang niet alle leerlingen hiertoe in staat zijn. Vraag 4 Zie vraag 2. Vraag 5 Leerlingen met een handicap in het basisonderwijs, het speciaal basisonderwijs, het speciaal onderwijs en het voortgezet onderwijs vormen een speciale categorie. Zij kunnen op basis van hun handicap aanspraak maken op leerlingenvervoer (openbaar vervoer met begeleiding.) Met handicap bedoelt de gemeente dat de leerling door zijn of haar verstandelijke, lichamelijke en/of zintuiglijke beperking niet zelfstandig – maar wel onder begeleiding - met het openbaar vervoer kan reizen. Een leerling met een handicap wordt pas met aangepast vervoer naar school vervoerd (per taxi of taxibus) als hij of zij ook niet onder begeleiding met het openbaar vervoer kan reizen. Voeg ter onderbouwing van de verklaring dat deze leerling met een handicap niet zelfstandig –met of zonder begeleiding - kan reizen met het openbaar vervoer, een schriftelijk advies toe van recente datum, van twee verschillende personen en/of instanties die deskundig zijn op dit terrein. De adviezen moeten deugdelijk gemotiveerd zijn. Het advies moet gaan over de onmogelijkheid van de leerling zelfstandig met het openbaar vervoer te reizen. Er moeten minimaal twee adviezen worden uitgebracht. Als voor de advisering kosten in rekening worden gebracht, zijn de kosten voor de rekening van de aanvrager.
Vraag 6 Er is leerlingenvervoer mogelijk voor alle soorten van onderwijs en scholen, als de school van keuze maar verder dan zes kilometer van de woning van de leerling staat, en het de dichtstbijzijnde toegankelijke school is. Een leerling reist zelfstandig naar school: lopend, met de (brom)fiets of met het openbaar vervoer. Als een leerling niet zelfstandig kan reizen, dan begeleiden zijn ouders hem naar school. Als de leerling en/of zijn ouders verder dan 6 kilometer moeten reizen vergoedt de gemeente de vervoerskosten als er dichterbij geen school van dezelfde soort is. Voor de beoordeling van het antwoord op deze vraag van de aanvrager, gebruikt de gemeente de fietsrouteplanner: www.fietsersbond.net/fietsrouteplanner/fietsroutes-utrecht. Deze zes kilometergrens geldt overigens niet voor leerlingen met een handicap (zie vraag 5.) Vraag 7 De gemeente bepaalt op welke wijze leerlingenvervoer wordt bekostigd aan de aanvragers. Als leerlingenvervoer wordt toegekend, dan is dat in de meeste gevallen een vergoeding voor de kosten van openbaar vervoer. Als de leerling niet zelfstandig met het openbaar vervoer kan reizen komt daar vergoeding van de reiskosten voor een begeleider bij. Voor het basisonderwijs en het speciaal basisonderwijs geldt dit alleen als de leerling jonger dan negen jaar is (op 1 augustus van het huidige schooljaar.) Een leerling wordt pas met aangepast vervoer naar school vervoerd (per taxi of taxibus), als het volgende het geval is: • • •
De leerling is met het openbaar vervoer (enkele reis) meer dan 90 minuten van deur tot deur onderweg en met de taxi is de reistijd met minimaal de helft minder of Openbaar vervoer ontbreekt of de reis per openbaar is bijzonder omslachtig en de leerling kan niet met de fiets – ook niet met begeleiding - of de bromfiets naar school of Taxivervoer is voor de gemeente het goedkoopst.
Vanwege de handicap van de leerling, zie vraag 5. Als de gemeente het vervoer verzorgt, wordt er geen vergoeding betaald. De leerling wordt in dit geval in de gelegenheid gesteld gebruik te maken van de taxi van de gemeente. Voor de beoordeling van het antwoord op deze vraag van de aanvrager, gebruikt de gemeente de website www.ov9292.nl. Vraag 8 en 9 Als de leerling in staat is met de fiets te reizen – al dan niet met begeleiding –dan vergoedt de gemeente in plaats van openbaar vervoer of openbaar met begeleiding het vervoer per fiets van de leerling en zijn of haar begeleider als hij of zij moet worden begeleid. Als de leerling zelfstandig met de bromfiets naar school kan, dan vergoedt de gemeente in plaats van openbaar vervoer, het vervoer per bromfiets van de leerling.
Vraag 10 De aanvrager kan de leerling zelf vervoeren en de gemeente vragen de kilometers te vergoeden (het zogenoemde eigen vervoer.) De gemeente vergoedt eigen vervoer als eigen vervoer voor de gemeente de goedkoopste wijze van vervoer is. Als de aanvrager de leerling zelf wenst te vervoeren, kan dit kenbaar worden gemaakt via deze vraag. Dit betekent echter niet dat de aanvrager door deze verklaring automatisch aan-
spraak kan maken op eigen vervoer. De gemeente staat dit alleen toe als dit voor de gemeente goedkoper is dan ander vergelijkbaar vervoer. De aanvrager krijgt per gezin per kilometer per schooldag, twee maal € 0,30 voor Woerden (twee maal € 0,37 voor Oudewater) Als aanvrager bereid is ook kinderen uit een ander gezin mee te nemen naar de school van hun kind, kan dit kenbaar gemaakt worden door het juiste vakje aan te kruisen en de na(a)m(en) en (de)het adres(sen) bij deze vraag te vermelden. Voor het bepalen van het aantal kilometers gaat de gemeente uit van de kortste weg in de ochtend (eventueel aangevuld met het aantal extra kilometers die gereden moeten worden om andere kinderen mee te nemen). De gemeente maakt gebruik van de website http://route.anwb.nl/routeplanner/. Vraag 11 De gemeente heeft in de Verordening vastgelegd dat de eerste zes kilometer dat een kind af moet leggen van huis naar een school voor (speciaal) basisonderwijs, voor eigen rekening van de ouders is. Dit zogenoemde drempelbedrag is gelijk aan het jaarbedrag dat de ouders kwijt zouden zijn als hun kind de eerste 6 kilometer van de reis naar school per openbaar vervoer reist. Voor het schooljaar 2014-2015 bedraagt de drempelbijdrage € 509. Bij de vaststelling van de hoogte van het drempelbedrag is het dus niet van belang of de leerling daadwerkelijk gebruikmaakt van het openbaar vervoer. Ook wanneer de leerling gebruik maakt van het aangepast vervoer of wanneer er geen openbaar vervoer aanwezig is, moeten de aanvragers de kosten van het openbaar vervoer over de afstand tot aan de vastgestelde kilometergrens zelf dragen. De aanvragers moeten de inkomensgegevens van beide ouders of verzorgers over 2012 aan de gemeente overleggen. Alleen als het gecorrigeerd verzamelinkomen van de aanvragers meer dan € 24300,00 per jaar bedraagt, wordt het drempelbedrag in rekening gebracht. De inkomensgegevens staan vermeld op het IB60-formulier over 2012 dat door de aanvragers is op te vragen via de Belastingtelefoon. In plaats van de IB60-formulieren over 2012 kunnen ook de aanslagen inkomstenbelasting 2012 worden overlegd. Vraag 11a. Als de leerling een school voor basisonderwijs bezoekt en de afstand van huis naar school meer dan twintig kilometer is, kan naast het drempelbedrag een inkomensafhankelijke bijdrage van de aanvragers worden gevraagd. Om dit te kunnen bepalen moet de aanvrager de inkomensgegevens over 2012 bij de gemeente indienen. Wat is de hoogte van deze inkomensafhankelijke eigen bijdrage? Inkomen in euro’s eigen bijdragen in euro’s 0-32.500 Nihil 32.500-39.500 135 39.500-45.500 570 45.500-51.500 1060 51.500-58.500 1545 58.500-65.000 2040 65.000 en verder Voor elke extra € 5.000: € 500 erbij Vraag 12 Is de stage een onderdeel van het onderwijsprogramma en krijgt de leerling dagelijks leerlingenvervoer naar de school, dan bestaat in alle redelijkheid en billijkheid (niet al te ver weg) aanspraak op leerlingenvervoer naar het stageadres. De gemeente overweegt het leerlingenvervoer naar stageplaatsen van leerlingen te beperken tot de reguliere schooltijden én tot de gemeente waar de school van de leerling staat, zodat het stagevervoer kan worden gecombineerd met het schoolvervoer. Bij een stageplek in de
gemeente Woerden wordt het vervoer als het dichterbij is dan 6 kilometer in de meeste gevallen niet meer georganiseerd. Dit is wel het geval als gaat om tenminste drie leerlingen die qua tijdstippen en locaties kunnen worden gecombineerd tot een taxiroute. Scholen worden zo gestimuleerd tot creativiteit, samenwerking en afstemming, met voldoende eigen speelruimte. Als leerlingen met openbaar vervoer zouden gaan reizen is er overigens geen probleem meer: met een busabonnement kun je elk tijdstip van de dag reizen. Wij denken alleen dat lang niet alle leerlingen hiertoe in staat zijn. Vraag 13 De gemeente betaalt de kosten van weekeinde - en vakantievervoer voor leerlingen van het speciaal onderwijs die doordeweeks niet thuis wonen omdat de voor hen passende school voor speciaal onderwijs te ver van huis is: • •
Weekeinde-vervoer voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte, reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de weekeinden niet vallen binnen de in schoolvakanties. Vakantievervoer voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de vakantie voorkomt in het schoolplan van de school die de leerling bezoekt.
Vraag 14 De gemeente kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de Verordening. De gemeente past deze zogenoemde hardheidsclausule alleen toe in uitzonderlijke en schrijnende situaties die niet in de Verordening specifiek zijn geregeld. Het gaat om uitzonderlijke situaties omdat het overgrote deel van de voorkomende situaties in de Verordening is geregeld. De toepassing van de hardheidsclausule wordt elk jaar opnieuw bekeken. De hardheidsclausule wordt niet toegepast als er alleen sprake is van de omstandigheid dat ouders en verzorgers wegens werkzaamheden of andere bezigheden de leerling niet naar school kunnen brengen. De plicht om een kind op een school in te schrijven, en er voor te zorgen dat het kind het onderwijs ook volgt, ligt bij de ouders. Niet bij de gemeente. De hardheidsclausule wordt alleen toegepast als het gaat om vervoer naar onderwijsinstellingen. De hardheidsclausule wordt jaarlijks getoetst. De gemeente kan advies vragen aan de permanente commissie leerlingenzorg of de commissie van begeleiding of de regionale verwijzingscommissie én aan een andere deskundige. Als voor de advisering kosten in rekening worden gebracht, zijn de kosten (na overleg) voor rekening van de aanvragers.