Tijdsvormen. 1. Präsens: tegenwoordige tijd ich stam+e du stam+st er stam+t

1 Tijdsvormen 1. Präsens: tegenwoordige tijd ich stam+e du stam+st er stam+t wir stam+en ihr stam+t sie stam+en uitzondering van de onregelmatige...
Author:  Myriam Bos

64 downloads 168 Views 22KB Size