Verschijnt maandelijks, uitgez. juli en aug.
Tijdschrift Toelating gesloten verpakking 2099 Antwerpen X - n° BC 6379
Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X
België-Belgique P.B. 2099 Antwerpen X PB12/39 12/39
Campuskrant erkenning: p303221
19 sept 2007 | nr 1 | 19de ja argang | w w w.kuleu ven.be/ck/
t ijdschr if t va n de k.u.leu v en
3
14
5
Campagne P-MAN BESTRIJDT PLAGIAAT
Leven na Leuven MILOW, SINGER-SONGWRITER EN POLITIEK WETENSCHAPPER
Mobiliteit GRATIS FIETSEN VOOR PERSONEELSLEDEN
Eerste resultaten mondgezondheidsproject ‘Tandje de Voorste’
Eén op drie vijfjarigen vertoont tandbederf Op 21 en 22 september vindt in Leuven het twaalfde congres plaats van de European Association of Dental Public Health. In dat kader worden de eerste resultaten voorgesteld van ‘Tandje de Voorste’, een project dat mondgezondheid bij jonge kinderen wil promoten. Hoewel extra sensibilisatie duidelijk een positieve invloed heeft op kleutertandjes is er nog flink wat verbetering nodig. Lien Lammar
‘
T
andje de Voorste’ is een initiatief van de K.U.Leuven, Kind en Gezin, de UGent en GABA. Het project meet de impact van extra sensibilisatie over tanden poetsen, voeding en tandartsbezoek op de mondgezondheid van Vlaamse kleuters. Allesbehalve een overbodige campagne als je weet dat ouders met jonge kinderen nog steeds veel te laat naar de tandarts stappen. Ruim zeventig procent van de ouders die bij de voorstudie in 2003 ondervraagd werden, was met hun driejarige kleuter nog nooit bij de tandarts geweest. “Loopt het op zo’n jonge leeftijd fout, dan is de kans groot dat dat kind als twaalfjarige ook ernstige problemen heeft in het definitieve gebit”, vertelt professor Dominique Declerck, coördinator van het project en voorzitter van de European Association of Dental Public Health. “Voor heel wat patiëntjes die hier over de vloer komen, is het eigenlijk al te laat, en dat terwijl er in ons land toch kanalen bestaan die heel goed jonge ouders weten te bereiken. Kind en Gezin is zo’n uniek systeem. Maar liefst 97 procent van de jonge ouders — ook uit socio-economisch zwakkere lagen van de bevolking — komt daar minstens één keer mee in contact. De verpleegkundigen van Kind en Gezin zijn ideaal geplaatst om ouders te wijzen op mondgezondheid en hen op tijd naar de tandarts door te verwijzen. Dat doen ze natuurlijk al langer, maar we hebben toch gezien dat er nog meer mogelijkheden zijn. Hoe vroeger we aan ouders advies kunnen geven, hoe beter we alles in de goede richting kunnen sturen.” Speen met choco Voor het project van start ging, werd in 2003 een voorstudie gedaan naar mondgezondheid bij drie- en vijfjarigen. Declerck: “Van de jongste groep bleek zeven procent tandbederf te vertonen. Dat is
Verschijningsdata Campuskrant 2007-2008
héél veel. Op vijfjarige leeftijd gaat het zelfs om één op drie. Wat sterk opviel, is de ongelijke verdeling. Je hebt een vrij grote groep die het heel goed doet, en dan een kleiner deel waar alle problemen zich concentreren. Die ouders en kinderen worden duidelijk onvoldoende bereikt. Ze kennen de adviezen misschien wel, maar hechten er te weinig belang aan of kunnen het niet opbrengen om er aandacht aan te besteden.” Suikerrijke dranken zijn nog steeds belangrijke boosdoeners. “Kinderen krijgen jammer genoeg op jonge leeftijd al heel veel van die producten in hun zuigfles. Veel ouders beseffen niet
“Veel kinderen worden letterlijk zoet gehouden met hun zuigfles als ze huilen of naar bed gaan. Hetzelfde met de fopspeen, die nog vaak in honing, siroop of zelfs choco gedoopt wordt.”
(© Rob Stevens)
Staartstuk Een zeemeermin van het Nederlandse Close-Act kan dankzij een vernuftige buizenconstructie vrij bewegen en een verleidelijke dans uitvoeren. De performance was te zien op de 29ste editie van de UZ Sport- & Speldag, op 16 september. Thema dit jaar was ‘Aquariosa’: de onderwaterwereld is volgens de organisatoren even bont als de ‘UZ Leuven-zee’. Op het gevarieerde programma stonden verder onder meer een spectaculaire duikact van op 25 meter hoogte en een parade van gigantische opgeblazen aquariumbewoners.
dat appelsap, drinkyoghurt of kinderthee slecht is voor de tanden. Op de verpakking mag dan wel ‘ongezoet’ staan, van nature zit er in die dranken heel veel suiker. Veel kinderen worden letterlijk zoet gehouden met hun zuigfles als ze huilen of naar bed gaan. Hetzelfde met de fopspeen, die nog vaak in honing, siroop of zelfs choco gedoopt wordt. Geen wonder dat er kleuters met slechte tandjes rondlopen. Vlaamse ouders geven hun kinderen heel lang een zuigfles en fopspeen, maar beseffen de impact daar niet van. Het beste wordt tegen de leeftijd van twee jaar de zuig-
nr. Verschijningsdatum
2 17 oktober
fles en fopspeen volledig afgebouwd.” Passief tandbederf Een andere opvallende vaststelling: passief roken heeft een enorme invloed op tandbederf bij jonge kinderen. Vijfjarigen hebben maar liefst drie keer méér kans op tandbederf wanneer één van beide ouders rookt. Ook bij de poetsgewoonten is nog heel wat verbetering nodig. “Ongeveer één op drie van de driejarigen
3 14 november
4 12 december
en bijna één op vier vijfjarigen poetst zijn tanden niet elke dag”, zegt Declerck. “Toch is poetsen essentieel, zeker als je kijkt naar het voedsel dat wij eten. Ouders zouden ook meer moeten helpen bij het poetsen, en niet alleen de tandpasta op de borstel doen. Een kind van vijf is echt nog niet in staat om zelf elk plekje mooi te reinigen. Bijpoetsen en napoetsen, dát moeten ouders doen.” pagina 2
5 16 januari
6 13 februari
2
Inhoud Programma opening academiejaar
4
Stap dichter bij ontrafeling MS
4
Gratis fiets voor personeelsleden
5
Elke ridder strijdt zoals hij geharnast is
6
Expo over ridderfiguren
6
Tweejarige master geografie aan twee uniefs Samenwerking K.U.Leuven - VUB
Lerarenopleiding stelt vernieuwingen voor
7
Thesissen in de pers
8 9
Tevreden mentor, tevreden mentee
Proefproject positief geëvalueerd
Meer rechtszekerheid voor transseksuelen
10
In de ban van de kring: Farmaleuven
10
Kringnieuws
11 11
Twee fondsen spijzen vruchtbaarheidsonderzoek Het nieuwe LOKO-team De Collega’s: Evy Verstraeten Kamerbreed Leven na Leuven
12 12 13 14
Jonathan Vandenbroeck (Milow)
Impact van stadsvlucht op verkiezingsresultaten
15
nieuws
19.9.2007
campuskrant
vervolg pagina 1
Eén op drie vijfjarigen vertoont tandbederf Voor ‘Tandje de Voorste’ werden ruim duizend pasgeboren baby’s opgenomen in de projectgroep, nog eens zoveel in een controlegroep. In elk contactmoment met de verpleegkundige van Kind en Gezin kwam mondgezondheid aan bod. De ouders kregen extra informatie over mondverzorging en een poetsbeker met tandenborstel en tandpasta. Drie jaar later blijkt dat extra sensibilisatie van de ouders, vanaf of zelfs al van vóór de geboorte van hun kind, een positieve impact heeft op de tandjes van hun kleine spruit. Declerck: “We zien zeker verbetering. Zo had in 2003 zeven procent van de kinderen last van tandbederf, terwijl we nu maar rond de vier procent zitten. Ook als we kijken naar beginnende tekenen van tandbederf — doffe, witte vlekken op een tand die zonder aanpassing van voeding of poetsgewoonten na enkele maanden evolueren tot ‘gaten’ in de tanden — doet onze projectgroep het duidelijk een stuk beter dan de controlegroep. We zien ook dat de kinderen frequenter en regelmatiger poetsen en dat de suikerrijke tussendoortjes verminderd zijn.” “Waar we geen vat op gekregen hebben, is de zuigfles en de fopspeen. Die gewoontes, hoewel ze écht niet verstandig zijn, zitten er blijkbaar zo diep in dat het moeilijk is om ze te beïnvloeden. Maar er is vooruitgang. Als Kind en Gezin dit uitgebreide zorgaanbod overal gaat aanbieden en ouders op een overtuigende manier blijft adviseren over mondgezondheid, zullen we zeker nog extra resultaat boeken.”
Doctoraat
“Meer dan ooit over de landsgrenzen kijken”
16
Interview met Bart Hendrickx, directeur van International Office
Het Emeritusexamen Frans Vanistendael, Jaak Billiet en Dirk Hutsebaut
Valvas Rechtgezet
17 18 19
Moet je na het eten een uur wachten voor je gaat zwemmen?
500 woorden Tienkamper Hans Van Alphen
20 Francesca Vanthielen en Rik Daems studeren (weer) in Leuven
BV’s op de rol
O
p de lange lijst nieuwe studenten springen dit academiejaar twee namen net iets meer in het oog. Ook actrice, presentatrice en omroepster Francesca Vanthielen en VLDpoliticus Rik Daems lopen sinds kort immers rond met een studentenkaart van de K.U.Leuven op zak. Francesca Vanthielen vult haar vroegere studie toegepaste economische wetenschappen (K.U.Brussel en K.U.Leuven) aan met een master in vergelijkende en internationale politiek: “Ik begin aan de studie uit interesse voor politiek en actualiteit, en ik heb voor de K.U.Leuven gekozen om praktische redenen: ik woon in het Leuvense en zo zal studeren en tegelijkertijd blijven werken makkelijker te combineren vallen.” Rik Daems, die in het kader van het investeringsfonds België — China al een vijftiental rei-
zen naar het Verre Oosten maakte, begint dit jaar aan de opleiding sinologie: “Ik geloof dat kennis van het Chinees een pluspunt kan vormen voor mijn werkzaamheden. De taal begint me trouwens ook al wat vertrouwd in de oren te klinken, en daarom wil ik graag de sprong wagen om ze te leren. Een grondige academische studie spreekt me het meeste aan, en de goede reputatie van sinologie aan de K.U.Leuven heeft me naar hier gelokt.” Beide nieuwe studenten zal je dit jaar overigens ook daadwerkelijk tussen de andere studenten in de aula’s kunnen zien zitten. Rik Daems probeert zijn agenda zo aan te passen dat hij vooral tijdens de praktische taalvakken aanwezig kan zijn, terwijl Francesca Vanthielen voor het hele curriculum gaat, inclusief de masterproef. (tw)
campuskrant
nieuws
19.9.2007
K.U.Leuven bestrijdt plagiaat met studiedag en campagne
“Red je gezicht, plagieer niet” Plagiaat heeft altijd al bestaan, ook aan de universiteiten, maar de jongste jaren maakt het fenomeen wel opgang. Het internet en andere makkelijk raadpleegbare elektronische bronnen maken het veel eenvoudiger om werk van anderen te gebruiken of te misbruiken. De K.U.Leuven wil haar studenten en docenten informeren en plagiaat in al zijn vormen zoveel mogelijk voorkomen en weren. Een eerste stap is een studiedag op 21 september. Ines Minten
“
W
e willen plagiaat in eerste instantie preventief benaderen”, zegt professor Tine Baelmans, voorzitter van de Onderwijsraad. “Plagiaat is geen gigantisch probleem aan onze universiteit, maar het komt voor. De studiedag en de campagne zijn er gekomen met het oog op een zekere waardeontwikkeling bij de studenten en bewustwording bij de docenten, zodat ook zij weten hoe ze ermee moeten omgaan.” Professor Ludo Melis, coördinator onderwijsbeleid, legt uit dat de universiteit het fenomeen liever niet puur negatief behandelt: “Je kan er ook vanuit een positieve hoek naar kijken. Waar haal je je ideeën en hoe ga je er correct mee om? Daarover willen we een open discussie aangaan met alle betrokken partijen.” Preventie De studiedag staat open voor docenten, onderwijsverantwoordelijken, collega’s van de Associatie en studentenvertegenwoordigers. Enkele uiteenlopende aspecten van het fenomeen worden in de kijker gezet: Wat is de visie van de K.U.Leuven? Hoe ga je ermee om vanuit een onderwijskundig kader? En welke ervaringen zijn er al voorhanden, binnen en buiten de eigen universiteit? “In de opleiding European Studies gaat men nu al heel bewust met plagiaat om”, zegt Tine Baelmans. Daar zijn ze volop aan het experimenteren met detectiesoftware die dankzij tekstherkenning verscheidene vormen van plagiaat kan opsporen. Ludo Melis: “Preventie is en blijft belangrijk. Vandaar dat we bijvoorbeeld een website hebben ontwikkeld waar studenten en docenten allerhande informatie kunnen halen.” Je vindt er een
“Een docent die honderd werkstukken moet corrigeren kan ervan uitgaan dat gemiddeld tien ervan niet volledig origineel zijn.” duidelijke definitie van plagiaat, voorbeelden van hoe je hoort te citeren en refereren, voorbeelden van hoe het niet moet, uitleg over plagiaat en de verschillende subvormen die ervan bestaan, en manieren waarop het fenomeen vermeden en gesanctioneerd kan worden. Melis: “Dit soort informatie moet ook een prominentere plaats kunnen krijgen in bepaalde methodologische opleidingsonderdelen, zodat de studenten weten waar het om draait en al eens kunnen oefenen met het correcte gebruik van bronnen.” Het verschijnsel moet dus meer aandacht krijgen dan tot nu het geval was. Een tweede vanzelfsprekende stap is aanpakken wat er nu al misloopt. “We voeren momenteel een marktstudie uit om te zien of en onder welke voorwaarden een veralgemeend gebruik van detectiesoftware kan werken. Wat brengt het op? Welke complicaties brengt het met zich mee? Wat kun je ermee en
Het campagnebeeld P-man (boven)is zelf een niet zo subtiele vorm van plagiaat: rechts zie je de oorspronkelijke E-man.
wat niet? Voor we het massaal invoeren moeten we er alle voor- en nadelen van kennen, want we willen docenten en studenten niet opzadelen met een vals gevoel van zekerheid.” Eén klik van de muis Jude Carroll van de Oxford Brookes University is een expert op het gebied van plagiaat opsporen en aanpakken. Ze zal het op de studiedag hebben over hoe een docent zijn opdrachten minder geschikt kan maken om te plagiëren, wat je studenten kunt bijbrengen om het fenomeen tegen te gaan, welke sancties aangewezen zijn en hoe je een anti-plagiaatbeleid uitstippelt. Plagiaat is een probleem dat zienderogen groeit volgens Carroll. Tegelijk neemt het bewustzijn toe en wordt er actie ondernomen: “In het Engelse taalgebied is men daar al een goeie zeven jaar mee bezig. Aangezien in de rest van de wereld ook meer en meer in het Engels gedoceerd wordt en de kennis van die taal wereldwijd vooruitgaat, is het besef nu stilaan overal aan het doordringen. Wereldwijd duiken campagnes en acties op om plagiaat tegen te gaan.” Niet altijd met opzet “Hoe vaak het gebeurt? Dat is een moeilijke vraag”, zegt Carroll. “Iedereen wil altijd cijfers horen en die zijn er wel, maar ze hebben wat extra uitleg nodig.” Vraag aan studenten of ze de boel al eens bedonderd hebben, en 80 procent zegt ‘ja’. Ze doen het daarom niet constant. “Vergelijk het met autorijden”, nuanceert Carroll. “Iedereen rijdt wel eens te snel. Dat betekent niet dat elke bestuurder continu de wet overtreedt.” Een goed richtcijfer voor plagiaat is 10 procent. “Een docent die honderd werkstukken moet corrigeren kan ervan uitgaan dat gemiddeld tien ervan niet
3
“ ” geciteerd Schaduwstress
Het Bel ang Van Limburg, 4.8.2007 —
De Vlaamse bioloog Filip Rolland (verbonden aan de Afdeling Moleculaire Microbiologie en Biotechnologie – red.) heeft samen met Amerikaanse collega’s van de Harvard Medical School ontdekt wat planten stressbestendig maakt. (…) “Planten staan constant onder stress”, vertelt Rolland. “Dat komt omdat ze niet kunnen bewegen en volledig afhankelijk zijn van omgevingsfactoren zoals het weer en het milieu. Ze kunnen niet weglopen als het te zonnig, te licht of te vochtig wordt, wat mensen en dieren wél kunnen. Daarom moeten planten zeer flexibel zijn.” De onderzoekers ontdekten dat planten die aan bijvoorbeeld droogtestress of schaduwstress lijden, hun energieverbruik tijdelijk kunnen stopzetten. “Planten vangen het zonlicht op als bron van energie om CO2 en water om te zetten in suikers. Wij ontdekten welke rol bepaalde enzymen, namelijk de kinasen KIN10 en KIN11, spelen wanneer dit proces in het gedrang komt. In geval van energietekort sturen ze de werking van honderden genen aan met als doel het energieverbruik af te remmen. Dat heeft een negatieve invloed op de groei, maar stelt de plant in staat zich tijdelijk te beveiligen tegen stresscondities.” Gestreste planten kunnen hun groei dus tijdelijk stopzetten. (…) Denkt Filip Rolland, als wetenschapper, dat het helpt om tegen gestreste planten te praten? “Zelf praat ik niet tegen mijn planten. Maar ik geef ze wel elke dag aandacht. En het staat vast dat planten beter groeien als ze aandacht krijgen.”
Sprintstress Het Bel ang Van Limburg, 11.9.2007 —
volledig origineel zijn. Het kan best dat er al eens veertig gevallen van plagiaat tussen zitten. Pas als je er geen enkel aantreft, moet je je vragen stellen. Dan heb je wellicht niet grondig genoeg gezocht.” Niet alle studenten die plagiëren doen dat met opzet. Soms weten ze zelfs niet dat ze het doen. Ze hebben de regels voor citeren en bronvermeldingen misschien niet onder de knie. “Als je dergelijke gevallen meerekent, gebeurt het heel veel”, voegt Jude Carroll eraan toe. “Als je alleen de studenten bekijkt die bewust frauderen, daalt het cijfer een heel stuk.” Een belangrijk onderscheid, vindt Carroll. Onbewust plagieren kun je tegengaan door studenten beter op de hoogte te brengen van wat van ze verwacht wordt. Hoe citeer je wetenschappelijk werk? Hoe ga je met bronnen om? Velen weten het gewoon niet. Plagiaat bestrijd je niet door even met een toverstokje te zwaaien. “Veel mensen zien softwareprogramma’s die teksten vergelijken als dé oplossing maar die programma’s zijn maar één stukje van de puzzel. Ik zal op de studiedag komen praten over de verschillende manieren om plagiaat te vermijden en te bestrijden, en hoe je ze kunt verweven om tot een globale aanpak te komen. Je zult nooit alle gevallen van plagiaat onderscheppen. Maar met de juiste methoden verhelp je al veel.” http://www.kuleuven.be/plagiaat
Asafa Powell verbeterde zondag zijn eigen wereldrecord op de 100 m: van 9’77” naar 9’74”. (…) Een simpele berekening aan de hand van de besttijden van zowat de laatste 100 jaar bracht onderzoekers van de universiteit van Oxford tot de conclusie dat de mens over zo’n 150 jaar — aan dezelfde progressie — de 100m in net 8 seconden kan afleggen. Christophe Delecluse, sprintspecialist aan het Departement Biomedische Kinesiologie aan de K.U.Leuven, is die mening niet toegedaan: “Trainingstechnieken en materiaal zijn zodanig verbeterd dat er enkel nog op onderdelen van de sprint (bv. de start) op seconden beknibbeld kan worden. Als de omstandigheden bij een wedstrijd ideaal zijn (maximaal toegelaten rugwind, met een atleet die mentaal en fysiek aan zijn top zit en met een sterke competitie) zie ik tijdens mijn leven nog wel een atleet de 9’60” halen, maar meer zit er niet meer in. Het al 11 jaar oude, onwaarschijnlijke WR van Michael Johnson op de 200m (19’32”) — gelopen in ideale omstandigheden — is gedeeld door 2 ook 9’66”. Je moet goed beseffen wat Powell nu al deed: op topsnelheid liep de man 43 km/u, d.w.z. 12m/seconde! Dat zijn vijf passen van 2,5m per seconde. Dat is al héél extreem.”
4
NIEUWS
19.9.2007
campuskrant
KORTNIEUWS Nieuwe ombudspersoon voor personeel De Academische Raad heeft professor Othmar Vanachter aangesteld tot ombudspersoon voor het personeel, in opvolging van professor Lieve Vandemeulebroecke. (t) 016 32 51 26,
[email protected]
Hoop voor heupfracturen Met 1.800.000 gevallen per jaar vormen heupbreuken wereldwijd een van de belangrijkste oorzaken van hospitalisatie, institutionalisatie en sterfte. Professor Steven Boonen van het Centrum voor Metabole Botziekten en de Afdeling Geriatrie van UZ Leuven, ontwikkelde samen met de Afdeling Traumatologische Heelkunde onder leiding van professor Paul Broos en met professor Ken Lyles (Duke University, VS) een innovatief zorgpad voor heupfractuurpatiënten dat de prognose van deze patiënten drastisch verbetert. In een grootschalig onderzoek werden de effecten nagegaan van een jaarlijkse behandeling met een zoledronaatinfuus. De resultaten waren uiterst positief. Over verloop van 2 jaar verminderde de kans op nieuwe fracturen met 35 procent en de kans op wervelindeukingen met 45 procent. Het therapeutisch effect ging gepaard met een vermindering van de sterfte met 28 procent. Volgens professor Boonen zou het zorgpad in de EU, mits systematisch toegepast, tot 25.000 levens kunnen redden per jaar.
(© Rob Stevens)
24 september Opening academiejaar Leuven 2007-2008
9u: Ontvangst van de togati en prominenten in de Jubileumzaal van de Universiteitshal 9u45: Stoet van de togati en prominenten Ontvangst van de genodigden in de Sint-Pieterskerk
Familiale bloedbank gesponsord Dankzij de Vlaamse Liga tegen Kanker kan de Leuvense Navelstrengbloedbank gerichte familiale banking nu gratis ter beschikking stellen aan alle hoogrisico-families. Naast anoniem materiaal, dat gratis ter beschikking wordt gesteld aan artsen wereldwijd die een kind met een kwaadaardige bloedziekte willen transplanteren met stamcellen uit navelstrengbloed, bevat de bank ook een aantal stalen op naam die enkel bewaard en gereserveerd worden voor een hoogrisico-familie. De overheid voorziet geen financiële steun voor deze gerichte familiale opslag, waardoor tot nu toe niet alle families geholpen konden worden.
Nieuwe ziekte ontdekt Onderzoekers van het Centrum Menselijke Erfelijkheid hebben een nieuwe erfelijke ziekte ontdekt. Het gaat om een aandoening die erg veel lijkt op neurofibromatose, een ziekte die zich vooral manifesteert door huidvlekken en gezwellen onder de huid, maar een ander verloop kent. De resultaten staan in het gezaghebbende Nature Genetics.
Autobeveiliging gekraakt De onderzoeksafdeling Computer Security and Industrial Cryptography (COSIC), is erin geslaagd een codeersleutel te kraken voor antidiefstalsystemen in auto’s. Het gaat om KeeLoq, gebruikt door onder meer Fiat, Honda, Toyote, General Motors, Volvo en Volkswagen. De sleutel zit op een chip in de afstandsbediening waarmee de chauffeur de centrale vergrendeling en het antidiefstalsysteem activeert. Cosic slaagde erin de sleutel te kraken in samenwerking met het departement computerwetenschappen van Technion (Israel Institute of Technology) en de Hebrew University of Jerusalem.
10u: Eucharistieviering in de Sint-Pieterskerk. De heer Johan Vanpée, pastor van de Universitaire Parochie, gaat voor en houdt de homilie
http://www.kuleuven.be/ openingacademiejaar http://www.kuleuven-kortrijk.be/ nl/Activiteiten/acjaar/0708/ opening-academiejaar-k-u-leuvencampus-kortrijk
11u30: Academische zitting in de Pieter De Someraula, met aansluitend receptie in de Jubileumzaal van de Universiteitshal - Openingsrede door rector Marc Vervenne - Gelegenheidstoespraak door de heer Frank Vandenbroucke, Vlaams viceminister-president en Vlaams minister van werk, onderwijs en vorming - Toespraken door vertegenwoordigers van de universitaire gemeenschap Muzikale omlijsting: Trio Portici-Yossif Ivanov en Luc Devos
25 september Campus Kortrijk 13u30: Guido Cooman, studentenpastor, gaat voor in de openingsviering voor studenten, medewerkers en vrienden van de campus in de Sint-Michielskerk 15u: Openingsplechtigheid in de stadsschouwburg van Kortrijk - Welkomstwoord en voorstelling van het thema en de sprekers door campusrector professor Piet Vanden Abeele - Toespraak door de heer Bruno Bonduelle, Président de la Chambre de Commerce de l’Industrie Lille Métropole - Toespraak door professor Idesbald Goddeeris, Onderzoekseenheid Moderniteit en Samenleving 18002000, K.U.Leuven - Toespraak namens de studenten door de studentenpreses - Opening van het academiejaar door rector Marc Vervenne - Muzikale intermezzi door het Orchestre International du Vetex 17u15 Receptie voor de genodigden op het schouwburgplein
20u30: Openingsconcert, deFilharmonie o.l.v. Philippe Herreweghe & Leif Ove Andsnes, piano
Doorbraak in ontrafeling oorzaken multiple sclerose
P
rofessor Bénédicte Dubois en dr. An Goris (Experimentele Neurologie) ontdekten samen met onderzoeksteams in Groot-Brittannië, Scandinavië en de Verenigde Staten dat een variatie in de erfelijke code voor de interleukine-7 receptor het risico op MS verhoogt. Een oplossing voor de patiënten is er nog niet, maar het opent perspectieven op de ontrafeling van de geheimen van deze ziekte. “Het is een hele prestatie dat een kleine onderzoeksgroep zoals de onze meewerkt aan zo’n groot project met belangrijke resultaten”, zegt professor Dubois. An Goris en Bénédicte Dubois doctoreerden samen aan het Rega Instituut. Bij de voorbereiding verbleef An Goris drie maanden aan de universiteit van Cambridge en werkte er mee aan onder-
zoek rond MS. Na haar doctoraat trok ze opnieuw voor twee jaar naar Engeland. “Zo bleven we deel uitmaken van deze internationale onderzoeksgroep. En met resultaat! Sinds de ontdekking van een eerste erfelijke factor in 1972 vonden onderzoekers nog interessante resultaten, maar bevestiging bleef telkens uit. De doorbraak nú is dat universiteiten in vier landen tot precies dezelfde resultaten komen”, zegt professor Dubois. Evenaar Multiple sclerose is een merkwaardige ziekte die ontstaat door een combinatie van erfelijke en omgevingsfactoren. Hoe verder van de evenaar, hoe vaker ze voorkomt. Er zijn geneesmiddelen die de schade door ontstekingen vertragen,
maar tegen de aftakeling van de zenuwvezels is er nog geen remedie. In 1972 werd een eerste erfelijke factor ontdekt (HLA-DRB1) en nu komen daar twee receptoren bij: voor interleukine-7 en voor interleukine-2. Vergelijking van erfelijk materiaal van gezonde controlepersonen en MS-patiënten — in totaal werden 20.000 personen onderzocht — toont aan dat bepaalde variaties in deze genen meer voorkomen bij patiënten. De overgrote meerderheid van de mensen draagt deze risicofactoren in zich: het blijft dus zoeken naar andere erfelijke en omgevingsfactoren. Pas als die worden ontrafeld, komen er eventueel perspectieven op preventie, genezing, of verdere vertraging van het ziekteproces. (jp)
campuskrant
nieuws
19.9.2007
5
De K.U.Leuven trapt door
Gratis fiets voor personeel Nul euro. Nul. Zoveel kost de nagelnieuwe fiets die u binnenkort onder uw krent geschoven krijgt. En de K.U.Leuven betaalt. Dank u, zegt. Gratis, dàt ruikt verdacht. Waar zijn ze, die addertjes onder het gras? Ludo Meyvis
K
ennelijk nergens. Na anderhalf uur peuteren hebben we er onze gesprekspartners geen kunnen ontfutselen. Geen addertjes. Gewoon, u krijgt een gratis fiets, allemaal, punt uit. “Dat is inderdaad de bottom line”, zeggen Ivo Jacobs, inspirator-ontwerper van het fietsenplan, en Jan Paesen, mede-realisator. “Het is natuurlijk niet zomaar een gekkigheidje. Er zit wel degelijk een strategie achter. Maar laten we eerst even zeggen waarover het gaat. Iedere werknemer, vast of tijdelijk, voltijds of deeltijds, Belgisch of buitenlands, kan een aanvraag insturen om een fiets te krijgen, zolang hij of zij op de payroll van de universiteit staat.” “We opteren voor een fiets uit de wat hogere prijsklasse, met een aluminium frame, naafremmen, versnellingen in de naaf enzovoort, geen goedkope rommel dus. Je kunt een heren- of damesfiets kiezen, of, als je je fiets wil gebruiken in combinatie met de trein, een vouwfiets. Omdat je treinabonnement betaald wordt door je werkgever, en nu je fiets ook, kost je transport van en naar het werk dus letterlijk niets. Wie nu al met de fiets naar het werk komt, kan natuurlijk ook een fiets krijgen. Je mag je fiets ook privé gebruiken, in het weekend of waar en wanneer dan ook.” “Niet alleen de fiets zelf is gratis: dat geldt ook voor nieuwe onderdelen en het onderhoud. Dat laatste gebeurt op je werkplek. Ook al heb je geen stukken, minstens eenmaal per jaar wordt je fiets onderhouden. Op cosmetisch vlak wordt de keuze wel wat beperkt. Alle fietsen zullen dezelfde kleur hebben, maar je zal wel een gepersonaliseerde sticker kunnen aanbrengen om je eigen rijwiel uit de massa geparkeerde fietsen gemakkelijk te herkennen.” Bezweet “Iedereen die een fiets krijgt, engageert zich om ermee naar het werk te komen, en hij of zij stemt er ook mee in dat die fiets tijdens de diensturen door collega’s gebruikt zal kunnen worden. Dat is een engagement dat we vragen. Als je echter zelf je fiets nodig hebt, zal je collega bij iemand anders moeten aankloppen, want het is wel degelijk joùw fiets, al blijft hij eigendom van de K.U.Leuven. Wanneer je niet langer voor de K.U.Leuven werkt, dien je je fiets trouwens in te leveren.” “Een tweede voorwaarde betreft de autogebruikers. Wie een gratis fiets wil, zal zijn parkingkaart moeten inleveren. Dat is een vrij logische regel. Gratis parkeerplaatsen aanbieden, ook tijdens het weekend, zoals de K.U.Leuven dat doet, druist heel erg in tegen de huidige trend, zeker in Leuven. De vraag is trouwens of gratis parkeren wel houdbaar blijft. En verder is het natuurlijk de bedoeling om, vooral voor wie relatief dichtbij woont, het gebruik van de auto te ontmoedigen. Trouwens, het feit dat je die parkeerkaart inlevert, betekent hoegenaamd niet dat je nóóit meer met de auto zal kunnen komen. We werken
de modaliteiten nog uit, maar je zou bijvoorbeeld kunnen denken aan een maximum aantal parkeerbeurten per jaar. Je keuze om in het fietsenplan te
kostigen, maar ook om her en der op de werkplek fietsenstallingen en douches te voorzien — je kunt moeilijk bezweet of doorweekt aan je werk beginnen.”
“Niet alleen de fiets zelf is gratis: dat geldt ook voor nieuwe onderdelen en het onderhoud.” stappen, hoeft verder ook niet definitief te zijn. Je vervoerpatroon kan immers door omstandigheden wijzigen en dus ook je parking- en fietsbehoeften.” “De K.U.Leuven draagt een aanzienlijk deel van de kosten, maar krijgt
“De idee is gegroeid uit een discussie over de manier waarop de K.U.Leuven kan meewerken aan het ontwarren van de mobiliteitsknoop. Het autoverkeer moest en moet ontmoedigd worden, zéker voor wie redelijk dichtbij het werk
met iets dergelijks starten. Colruyt en een aantal andere privébedrijven gingen ons voor.” “We willen het project zo eenvoudig mogelijk houden, met een verwaarloosbare administratie, en met zo min mogelijk regeltjes. Eigenlijk vragen we vooràl een engagement: gebruik de fiets in je woon-werkverkeer en korte dienstverplaatsingen, lever je autoparking in, en deel je fiets indien mogelijk met je collega’s, dat is alles.” “Het project heet 2WD, twee keer W voor ‘Woon Werk’, en twee keer D voor ’van Dienst naar Dienst’. De eerste stap, die nu klaar is, was het ontwerpen van een website, waarop iedereen die dat wil, zijn keuze kan maken. Op basis van die gegevens willen we in oktober de offerte uitschrijven, en als alles goed gaat, kan je tegen de zomer van 2008, zeg maar omstreeks TripTrap, de eerste van allicht een paar duizend K.U.Leuven-fietsen door de stad en het Vlaamse land zien bollen.” Voor mij een blauwe. Wie een fiets wil, wordt verzocht om zo snel mogelijk enkele gegevens in te vullen via https://admin.kuleuven.be/ab/intranet/2wd/
Bi-diplomering K.U.Leuven-UCL voor handelsingenieurs
gelukkig ook een redelijke tegemoetkoming van de overheid. Het Pendelfonds van minister Van Brempt helpt ons met 512.000 euro, verdeeld over vier jaar. Dat volstaat natuurlijk làng niet, maar het zal ons alleszins helpen om niet alleen de fietsen en het onderhoud te be-
woont, en ook voor dienstverplaatsingen. De formule van een fietsvergoeding, x cent per aantoonbare kilometer, kan je overwegen, maar het effect daarvan is allicht niet te vergelijken met wat je realiseert met ons fietsenplan. We zijn trouwens niet de enigen die
Campuskrant zoekt freelance medewerkers Zin om op regelmatige basis als freelance medewerker een stukje te schrijven voor Campuskrant? Stuur een mailtje naar
[email protected]
Studenten die de master handelsingenieur volgen aan de K.U.Leuven of de Université Catholique de Louvain kunnen vanaf dit academiejaar een dubbel diploma halen, zowel van master handelsingenieur (K.U.Leuven) als van Master Ingénieur de Gestion (UCL). Daartoe volgt de student in het eerste jaar een opleiding aan de thuisuniversiteit en in het tweede jaar aan de zusteruniversiteit. Dat is het gevolg van een samenwerking tussen de Faculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen van de K.U.Leuven en de IAG-Louvain School of Management (IAG-LSM) van de UCL. Het bi-diplomeringstraject biedt de student in de eerste plaats de mogelijkheid om zijn kennis van de andere landstaal en -cultuur te vergroten. Heel wat vakken worden bovendien in het Engels gedoceerd. Maar de opleiding is vooral aantrekkelijk omdat ze de troeven van de twee instellingen samenbrengt in één opleidingstraject. De student kan kiezen uit een ruimer aanbod aan keuzerichtingen, waarvan sommige niet beschikbaar zijn aan de thuisuniversiteit. De masterproef wordt gemeenschappelijk begeleid door professoren van beide universiteiten. http://www.econ.kuleuven.be/ econmaster/studeren/master_hir.htm http://www.uclouvain.be/tmp-fr/ iag-masters.html http://www.uclouvain.be/ en-48300.html
6
nieuws
19.9.2007
campuskrant
Expo jaagt bezoekers in het harnas
“De idealen van de ridder leven voort” Voor dromerige meisjes zit hij bij voorkeur op een wit paard, stoere jongens bootsen hem na, en in de geest van menig volwassene liet hij ongetwijfeld, al of niet te paard, zijn sporen na. Of u nu spontaan denkt aan de Ridders van de Ronde Tafel, aan Blauwbaard of aan Monty Python wijst in deze context enkel en alleen al op de verschillende figuren die de ridder oproept. En dat het er een pak kunnen zijn, bewijst de tentoonstelling over de ridderfiguur in de cultuur van de negentiende en twintigste eeuw, Allemaal ridders, waaraan professor Tom Verschaffel van de Subfaculteit Letteren, Campus Kortrijk, wetenschappelijk advies verleende. Joke Depuydt
D
e mythe ontluisterd? Verschaffel: “Eigenlijk wel. De tentoonstelling wil enerzijds commentaar geven bij de mythe van de ridder, maar anderzijds ook tonen hoe zo een mythe tot stand komt en welke rol zij speelt in de cultuur. Van negentiende-eeuwse kuisheidsgordels, zwaarden en pronkharnassen, muziekfragmenten van Wagner en Bartok, over de ‘bange’ ridder Florian, tot playmobil en Hollywoodfilms. Ook de persiflages ontbreken niet: Don Quichot, het hoefgetrappel met de kokosnoten van Monty Python, Blackadder en de parodie op de persiflage in de Straatridder van Willy Vandersteen. Via filmfragmenten, spel, jeugdboeken, spotprenten, beeldende kunsten, literatuur, muziek en strips wordt duidelijk hoe de middeleeuwse ridder eigenlijk zijn glorieperiode kende in de eeuw van de romantiek — in het spoor van Ivanhoe van Walter Scott, maar evengoed hoe in de tweede helft van de vorige eeuw de voedingsbodem stilaan verschraalde en het riddericoon zijn relevante betekenis verloor.” Opmerkelijk zijn de oorlogsaffiches. Verschaffel: “Hier werd het ridderideaal als het ware geperverteerd door de nazi’s, die zich eigenschappen als
(© Rob Stevens)
moed, opofferingsbereidheid en mannelijkheid toe-eigenden. Vooral dat genderelement was altijd al belangrijk. In de ridderromantiek speelde de vrouw enkel mee als voorwerp van onmogelijke liefde of als een zwakke persoon die beschermd moest worden. Alleen Jeanne d’Arc vormde hierop een uitzondering. Zij kende dan ook weinig navolging als vrouwelijke ridder, hoewel het type van de strijder voor het vaderland in de negentiende eeuw nieuw leven ingeblazen werd. In de zucht naar romantiek en de hang naar een woest en ongrijpbaar verleden doken verschillende types van ridderfiguren op die soms veraf stonden van hun middeleeuwse voorganger, weliswaar altijd met een positieve waardering. De heilige ridders versloegen met de draak meteen ook het heidendom. Sint-Joris bijvoorbeeld werd patroon van de ridders en beschermheer van de boyscouts.” Maar stond de ridder niet per definitie voor moed, hoffelijkheid, opofferingsgezindheid, onverschrokkenheid, loyauteit, zelfverloochening, idealisme? Verschaffel: “De slechterik, Blauwbaard of de mysterieuze Zwarte Ridder,
nam het niet zo nauw met de ridderlijke waarden en trad in de opera’s, verhalen en literatuur op als tegenpool. Een ander type is de Parsifal-figuur van Wagner: de dromerige ridder, niet zozeer helfdhaftig, maar veeleer zoekend naar de Graal, zwervend en poëtisch, met in zijn kielzog een passionele maar meestal onmogelijke of tragische liefde.” Lancelot en Guinevere, Tristan en Isolde en Lohengrin en Elsa krijgen een eigen ruimte met een aangepaste muzikale omlijsting. Verschaffel: “Het hoeven niet altijd harnassen en zwaarden te zijn, hoewel die uiteraard niet ontbreken. Een van de prachtstukken is trouwens een sierharnas, waarbij het bijzondere ligt in de af beelding ernaast waarop je ziet hoe een negentiendeeeuwer dat harnas ook effectief droeg. Hij kroop als het ware letterlijk in de huid van de middeleeuwse ridder, er werd ridder gespeeld. Uit het fenomeen van het sierharnas blijkt dat de herontdekking van de middeleeuwen voor de negentiende-eeuwer in zijn burgerlijkheid een aantrekkingskracht uitoefende die verder ging dan af beeldingen of schilderijen. De ridderfiguur drong
door in het dagelijkse leven. Een meer moderne vertaling van de ridderidealen vinden we terug in de gedragscodes van de gentleman, het type van de goede soldaat,de boyscout… Eigenlijk kun je stellen dat de boodschap, de idealen van de ridder, in het collectieve geheugen voortleven onder nieuwe vormen, terwijl het beeld van de ridder, het icoon, overeind blijft met de specifieke uiterlijke kenmerken. Denk maar aan de lego-burchten, de ridderfiguurtjes van playmobil, ridderkostuums… en zelfs het decor van deze tentoonstelling.” Het Kasteel van Gaasbeek en niet dat van Horst, de thuisbasis van de Rode Ridder? Verschaffel: “Naast het feit dat het initiatief uitging van het Kasteel van Gaasbeek, is dit bovendien de ideale locatie omdat het kasteel in de negentiende eeuw naar de smaak van de tijd in zekere zin tot een ‘middeleeuwse burcht’ is getransformeerd. Daar kan zelfs de Rode Ridder geen bezwaar tegen hebben.” ‘Allemaal ridders’, nog tot 4 november, http://www.kasteelvangaasbeek.be
K.U.Leuven en VUB bieden samen tweejarige master aan
Leuven heet Brusselse geografiestudenten welkom Bij postacademische opleidingen gebeurt het wel meer, maar voor een masteropleiding is het in ons land vrij uniek wanneer twee universiteiten de handen in elkaar slaan. Vanaf dit academiejaar bieden de K.U.Leuven en de VUB samen een tweejarige master in de geografie aan. Henk Van Nieuwenhove
V
oor de redenen voor die samenwerking moeten we teruggaan tot 2005. Alle opleidingen wetenschappen werden toen verlengd tot vijf jaar behalve geografie en informatica. “Dat was een zo goed als onwerkbare
situatie”, zegt departementsvoorzitter Gerard Govers. “Een éénjarige masteropleiding was te weinig om onze studenten voldoende geografische vakken aan te bieden en competitief te blijven met bijvoorbeeld Wallonië en de buurlanden waar voor een tweejarige master werd geopteerd.” De Vlaamse universiteiten gingen samen aan tafel zitten en slaagden erin de Vlaamse regering te overtuigen om haar standpunt te herzien. “Niet alleen de K.U.Leuven en de VUB, ook de UGent werd bij die gesprekken betrokken”, zegt professor Govers. “We vonden het echter niet opportuun om met drie universiteiten samen te gaan. Gent biedt vanaf dit jaar ook een tweejarige master aan, zodat de studenten een keuzemogelijkheid rest. Het is ook zo dat studenten van Leuven bepaalde vakken in Gent kun-
nen volgen en omgekeerd ook.” De K.U.Leuven telt jaarlijks een 25-tal masterstudenten geografie, de VUB tussen de tien en de vijftien. De vakken zullen voortaan verdeeld worden over de twee universiteiten. De studenten zullen zich dus een of twee dagen per week moeten verplaatsen. Hun vervoerskosten worden terugbetaald door de Faculteit Wetenschappen. De cursussen zullen hoofdzakelijk in het Nederlands worden gedoceerd, op enkele Engelstalige uitzonderingen na. “Door de samenwerking wordt het mogelijk een grotere diversiteit aan vakken aan te bieden, en dat is toch zeer interessant voor de studenten”, zegt Gerard Govers. “Ook is het zo dat een aantal vakken in Brussel en Leuven perfect op elkaar aansluiten. De bezorgdheid van de studenten heeft
intussen plaats gemaakt voor een groeiend enthousiasme.” We merken trouwens dat de bachelorinschrijvingen zeer goed lopen, wat erop wijst dat jonge mensen zich niet laten afschrikken door dergelijke samenwerking tussen universiteiten. Ik ben ervan overtuigd dat voor een kleine richting als geografie samenwerking de enige weg voorwaarts is. En ook voor andere richtingen die, bij een groeiende complexiteit van de wetenschappen, competitief uitstekend onderwijs willen blijven aanbieden, is interuniversitaire samenwerking de voor de hand liggende oplossing.” De Brusselse studenten worden in Leuven welkom geheten tijdens een formele zitting op 24 september. http://geo.kuleuven.be/geografie/ schoolverlater/master/index.htm
campuskrant
nieuws
19.9.2007
7
Open Kotendag Tijdens de recente Open Monumentendag rond ‘wonen’ spitste het Leuvense luik zich toe op het thema ‘Vaste stek of op kot?’ Studentenhuisvesting kreeg via wandelingen, lezingen, tentoonstellingen en vooral bezoeken de nodige aandacht. Zo konden deelnemers op 9 september de gelijkvloerse verdieping, de kapel, de eetzaal en privé-koten van het neogotische Justus Lipsiuscollege (foto’s) bezichtigen. Het Leuvense luik was met 10.619 deelnemers — dertig procent meer dan vorig jaar en een record — overigens een groot succes.
Foto’s Rob Stevens
Vernieuwde lerarenopleiding van start Leraar zijn is niet meer zoals vroeger, leraar worden is dat sinds kort ook niet meer. Toch niet in de vernieuwde lerarenopleiding. We praatten erover met professor Jan Beirlant (voorzitter van het Algemeen Vormingscentrum voor Leraren of AVL), Bregt Henkens (stafmedewerker AVL) en coördinator onderwijsbeleid professor Ludo Melis. Kris Kelchtermans
W
at meteen opvalt, is dat het aantal studiepunten in de vernieuwde lerarenopleiding bijna is verdubbeld. Zeker als je er rekening mee houdt dat een deel van het oude programma bestond uit brugvak-
ken, vakken uit de basisopleiding die je niet opnieuw moest afleggen, maar die wel meetelden in de lerarenopleiding, zodat je een zeker volume haalde. Dat systeem is afgeschaft, de lerarenopleiding is nu volledig autonoom. Is het profiel van de opleiding door die extra studiepunten sterk veranderd? Henkens: “De basiscompetenties voor de leerkracht zijn zo goed mogelijk in het programma opgenomen, maar dat was vroeger ook al grotendeels zo. We werken nu wel meer praktijkgericht. Dat merk je bijvoorbeeld in het stagepakket. Dat behelst nu veel meer dan enkel lesgeven. De stagair moet zich eigenlijk helemaal in de school onderdompelen en ook deelnemen aan andere dingen uit het takenpakket van een leraar, zoals ouderavonden. Ook in het theoriepakket wordt praktijkoriëntatie ingebouwd.” Melis: “Nieuw zijn ook de LIO-banen. Een LIO — Leraar In Opleiding — is tegelijk student en werknemer.”
Op noden gebaseerd De nieuwe lerarenopleiding bestaat uit elf Specifieke Leraren Opleidingen (SLO’s). Beirlant: “De vroegere structuur was meer gebaseerd op de structuur van de universiteit dan op de noden van het secundair onderwijs.” Melis: “We willen nu leerkrachten opleiden in functie van wat ze gaan doen. Er is bijvoorbeeld geen ALO geneeskunde meer omdat dat vak in het secundair niet wordt gegeven, maar wel een SLO gezondheidswetenschappen. Een student heeft nu ook meer flexibiliteit om een SLO te kiezen, op voorwaarde dat hij voldoende voorkennis heeft verworven in het betreffende vakdomein — doorgaans minimaal 40 studiepunten.” Beirlant: “Als je pakweg leraar fysica wil worden, volg je de SLO natuurwetenschappen. Dat omvat een deel dat vakoverschrijdend is en een deel dat is opgedeeld in chemie, fysica, biologie en geografie.” Henkens: “In de praktijk
geeft een chemicus vaak fysica en omgekeerd, vandaar die clusters. Via de keuze van een tweede vakdidactiek kan de student nu bovendien didactische vaardigheden verwerven voor een ander vak.” Zijn er overgangsmaatregelen voor studenten die hun lerarenopleiding nog moeten afmaken? Beirlant: “Wie vorig jaar aan de lerarenopleiding begon, kan die in de oude stijl afwerken. Voor studenten met een eenjarige masteropleiding kan dat bijvoorbeeld uiterlijk tot 2008-2009. Je moet dan wel geslaagd zijn voor twaalf studiepunten. Als je vorig jaar minder aflegde, moet je overschakelen naar het nieuwe programma. Je kan dan eventueel vrijstellingen krijgen voor de reeds afgelegde vakken. We voorzien wel overgangsfaciliteiten waarbij sommige vakken zullen worden vervangen door nieuwe vakken uit de SLO’s.” http://www.kuleuven.be/alo
Dag van de Associatie K.U.Leuven 2007
Onderzoek & Innovatie 25 oktober 2007 - Leuven TREFDAG VOOR ALLE (POTENTIËLE) ONDERZOEKERS VAN DE ASSOCIATIE K.U.LEUVEN
www.dagvanhetonderzoek.be
8
eindverhandelingen
19.9.2007
campuskrant
Eindverhandelingen in de pers
Cocaïne in de Dijle Een advies voor studenten die met hun thesis meer lezers willen bereiken dan alleen hun promotor en tweede lezer: kies een mediageniek onderwerp. Elk jaar halen de meest in het oog springende eindverhandelingen de nationale pers. Een bloemlezing uit de oogst van de voorbije zomer. Wouter Verbeylen Het effect van knappe mannen In de reclame zie je niets dan aantrekkelijke mannen en vrouwen, want dat verkoopt goed. Hoe mannen reageren op mooie reclamevrouwen werd al uitvoerig onderzocht. Maar hoe reageren vrouwen als ze een knappe reclameman zien? Handelsingenieur Sofie Verbieren onderzocht het voor ons, en wat blijkt: vrouwen zijn minder onder de indruk als ze een knappe man zien op papier dan omgekeerd. Niet dat alle vrouwen reageren op dezelfde manier, blijkt uit haar experiment. De helft van de 120 deelneemsters werd wél beïnvloed door een ontbloot bovenlijf, of door het beeld van een man die er belangrijk uitziet omdat hij een kostuum draagt. Dat zijn vrouwen die veeleer oppervlakkige contacten onderhouden met veel verschillende mensen. De andere helft, vrouwen die hechte vriendschappen en relaties aanknopen met weinig mensen, heeft meer aandacht voor de mogelijke eigenschappen van de afgebeelde man dan voor zijn uiterlijk. Die eerste groep vrouwen denkt vooral op korte termijn, dus het zou kunnen dat ze sneller make-up kopen als er een knappe man op de verpakking staat. De tweede groep denkt op lange termijn, en zal misschien sneller zwichten voor gezonde voeding met de afbeelding van een betrouwbaar ogende man — liefst in het gezelschap van een kind. Internet positief voor psychosociaal welzijn Meisjes die vaak op internet vertoeven zijn meer depressief dan andere. Maar het internetgebruik op zich maakt niet depressief — er gaat zelfs een positieve invloed van uit op het psychosociale welzijn. Dat stelt Eef Vervecken in haar eindverhandeling aan de studierichting communicatiewetenschappen. Ze ondervroeg 329 leerlingen uit de twee laatste jaren ASO. In haar onderzoek stelde Vervecken enkel een verband met depressie vast voor meisjes. 30,1 procent van de regelmatige vrouwelijke internetters zou depressieve symptomen vertonen, tegenover slechts 16,7 procent bij de jongens. Dat de depressieve gevoelens het internetgebruik voorafgaan en niet omgekeerd leidt Vervecken af uit het feit dat enkel voor het opzoeken van online informatie een verband kan vastgesteld worden. Het lijkt aannemelijker dat deze meisjes deze info opzoeken om hun negatieve gevoelens te verzachten, dan dat ze hierdoor neurotisch en depressief worden. De ondervraagden stelden bovendien dat het internet hen geholpen heeft om socialer te worden en meer nieuwe mensen te ontmoeten omdat ze in de virtuele wereld makkelijker kunnen converseren en hun ware zelf kunnen uiten. Het digitale netwerk helpt eenzame en introverte meisjes dus om de muren van hun sociaal isolement te slopen. Financiële drempel voor sportbeoefening allochtonen te hoog Sportbeoefening kan wel degelijk bijdragen tot de integratie van allochtonen, maar de financiële drempel om aan te sluiten bij een sportclub, ligt voor hen vaak te hoog. Heel wat allochtonen zijn ook onvoldoende op de hoogte van het aanbod. Dat blijkt uit de eindverhandeling van Patricia Mortelmans (FaBeR). “Ik ondervroeg in het kader van mijn onderzoek veertig allochtonen. Uit hun antwoord blijkt dat sportbeoefening op vlak van integratie meer effect had bij de eerste dan bij de tweede en derde generatie. Voor allochtonen uit de eer-
ste generatie was dat zeer nuttig om de taal te leren en andere mensen te leren kennen. Bij de anderen was dat minder het geval, ook al omdat zij al beter onze taal kennen”, aldus Mortelmans. Alle ondervraagden stonden wel achter het idee dat sportbeoefening een integrerend effect kan hebben. “Aan de overheid wordt gevraagd te onderzoeken of er een korting kan worden toegestaan aan allochtonen voor wie het financieel niet mogelijk is bij een club aan te sluiten. Het sportaanbod moet ook beter worden bekendgemaakt aan allochtonen”, besluit Mortelmans.
Gebruik leugendetector blijft omstreden De betrouwbaarheid en het nut van het gebruik van een leugendetector blijven omstreden. Er is nood aan een onafhankelijk onderzoek, temeer omdat zowel politie als justitie er steeds vaker gebruik van maken. Dat stelt criminologe Liesbet Huysmans in haar eindverhandeling. De resultaten van de leugendetector worden in de praktijk steeds meer gebruikt als ondersteunend bewijs, vooral tijdens het vooronderzoek maar ook in de rechtbank. In 2006 werden er liefst 334 personen onderworpen aan een leu-
Illustratie uit ‘Ik heb een handicap’ van Jen Green en Mike Gordon, Uitgeverij bij Kwintessens, Hilversum, 2000
Gewoon anders – handicaps in de jeugdliteratuur Haar thesis haalde de nationale pers (nog) niet, maar Campuskrant besteedt er graag ruimte aan: Barbara Artoos schreef een eindverhandeling over gehandicapte personages in de Vlaamse en Nederlandse jeugdliteratuur van de voorbije tien jaar. Barbara: “In mijn jeugd was ik een veellezertje. Ik heb zelf een aangeboren handicap, spastische diplegie, waardoor ik met een kruk loop. Op een bepaald moment las ik een jeugdboek waarin een kind met ongeveer dezelfde handicap centraal stond. Het was een openbaring: ik merkte dat ik dat boek heel anders las, net omdat het voor mij allemaal zo herkenbaar was, omdat het zo dicht aansloot bij mijn eigen ervaringen. Ik ging op zoek naar meer boeken rond die thematiek, maar ik vond er nauwelijks. Toen ik vorig jaar een thesisonderwerp zocht voor Germaanse talen, leek me dat dus het ideale onderwerp, en mijn promotor, professor Rita Ghesquière, ging meteen akkoord.” “Ik was eerlijk gezegd verbaasd over het aantal jeugdboeken over handicaps dat er op de markt is: voor de periode 1995-2005 vond ik na wat speurwerk in de Vlaamse en Nederlandse databanken maar liefst 205 titels. Vervolgens heb ik alle boeken waarvan ik een exemplaar in de bib aantrof, in totaal 170 boeken, ook effectief gelezen.” “Ik heb me in mijn thesis vooral geconcentreerd op boeken over een lichamelijke handicap. Is de beeldvorming positief of negatief? Is ze realistisch? Komt ze overeen met reële ervaringen van kinderen met een handicap? Eerlijk gezegd had ik vooraf de indruk dat de aandacht voor mensen met een handi-
cap in de media iets van de laatste paar jaren was, en ik vermoedde dat dit aan de boeken te merken zou zijn. Maar ook in de boeken uit 1995 werd er weinig onzin verkocht. De meeste schrijvers hebben duidelijk moeite gedaan om zich grondig te informeren.” “Misschien een vreemde vaststelling: de Vlaamse jeugdliteratuur is rond deze problematiek een pak vooruitstrevender dan de Nederlandse. In de Nederlandse boeken wordt vaak een gehandicapt kind gratuit opgevoerd, als een verplicht nummertje bijna: de handicap speelt verder geen enkele rol in het verhaal. In Vlaanderen staat het personage met de handicap vaker centraal, en is het een aspect binnen het verhaal dat niet genegeerd kan worden.” “Ik heb niet onderzocht hoeveel die boeken daadwerkelijk gelezen worden — misschien iets voor een volgende thesis? Maar ik heb er wel voor gepleit dat je via jeugdliteratuur de positieve beeldvorming rond mensen met een handicap een heel eind vooruit kan helpen. Bij beeldvorming wordt altijd meteen gedacht aan massamedia — tvprogramma’s in de eerste plaats — maar waarom niet aan boeken? Vaak wijzen kinderen op straat naar mijn kruk en zeggen ze tegen hun mama: “Kijk, die mevrouw heeft drie benen!” Ik zie hun mama dan naar de juiste woorden zoeken, of helemaal niets zeggen. Dat zijn gemiste kansen. Misschien is voor zo’n kind een boek dan wel de ideale manier om wat meer te weten te komen over personen met een handicap.” Info: Barbara.Artoos@student. kuleuven.be; Rita.Ghesquiere@arts. kuleuven.be, (t) 016 32 48 40
gentest, dit jaar wordt dat aantal zo goed als zeker overschreden. “Toch is het nog altijd onduidelijk of de resultaten van een leugentest betrouwbaar zijn”, zegt Liesbet Huysmans. Er is geen eenduidige conclusie. Sommige studies stellen dat de polygraaf waardeloos is, andere dat de resultaten voor 92 tot 98 procent te vertrouwen zijn. Huysmans’ thesis is het eerste onderzoek naar die onderzoeken. “Hamvraag is of het niet tijd wordt dat er een gestandaardiseerd model van onderzoek wordt geïmplementeerd waaruit de validiteit en de betrouwbaarheid van een leugendetector kan blijken”, vervolgt Huysmans. “Zolang dat er niet is, zal de polygraaf omstreden blijven.” Hoe meer betrokken u bent, hoe beter uw kind scoort Wanneer ouders geïnteresseerd zijn in het onderwijs en hun kinderen op een positieve manier ondersteunen, heeft dat effect op de schoolresultaten. De betrokkenheid van de ouders is even belangrijk voor de studiemotivatie als de sociaal-economische achtergrond. Dat zijn de conclusies van de thesis van pedagoge Sofie Boesmans. Zij ging bij 4.000 leerlingen uit het eerste leerjaar na in hoeverre de betrokkenheid van de ouders de leerprestaties in taal en wiskunde en de studiemotivatie van de kinderen beïnvloedt. Onderwijsgerichte ouders gaan regelmatig naar oudercontacten, participeren op school en steunen en coachen de studies van hun kinderen op een positieve manier. De gevolgen voor de leerprestaties zijn groot: de verschillen tussen kinderen op wiskundetoetsen op het einde van het eerste leerjaar zijn voor veertien procent te verklaren door de onderwijsgerichtheid van de ouders. De invloed op de studiemotivatie van hun kinderen is nog groter dan op de leerprestaties. Vooral ouders met een hoge sociaal-economische status vertonen een grote onderwijsbetrokkenheid. Dat verklaart overigens grotendeels waarom hun kinderen doorgaans beter studeren. Maar dat betekent ook dat ouders die niet zo’n hoog diploma hebben het negatieve effect van hun achtergrond op de studiemotivatie van hun kind bijna volledig kunnen wegwerken door het goed te ondersteunen. Dijlewater bevat cocaïne, vooral na donderdagavond Recentelijk kregen grote steden zoals Londen en Turijn al te horen dat er behoorlijk wat restanten van de harddrug cocaïne in hun afvalwater zit. Onderzoek in de Brusselse Zenne bevestigde het fenomeen en zelfs in het rustige Limburg vonden de onderzoekers overblijfselen van cocaïne die in het afvalwater terechtkomen via de urine van de gebruikers. Farmaciestudent Steven Pauwels vroeg zich af of ook de Leuvense Dijle ‘aangetast’ is door benzoylecgonine, een afvalproduct van cocaïne. Samen met zijn promotor, professor Jan Tytgat, kreeg hij toestemming van Aquafin om stalen te nemen van het Leuvense afvalwater. In mei 2006 nam de student elke dag van de week monsters, en wat bleek? Elke dag werden sporen gevonden, en bij metingen op vrijdag bleek de concentratie van cocaïne in het water bijna dubbel zo hoog als op andere dagen. De verklaring is eenvoudig: donderdag is de uitgaansdag bij uitstek in Leuven. Ruw geschat wordt er die avond zo’n 60 gram cocaïne gebruikt, of ongeveer 240 lijntjes. Leuven zit daarmee op gelijke hoogte met Brussel.
campuskrant
diversiteit
19.9.2007
9
DIVeRS I TeIT
Mentorproject steunt vrouwen op weg naar de top Sinds vorig jaar loopt aan de K.U.Leuven een mentorproject proef. In het kader van het project EQUAL, gesteund door het Europees Sociaal Fonds van de VLIR, wil het iets doen aan de ondervertegenwoordiging van vrouwen in de academische wereld. Ines Minten
R
ectoraal adviseur gelijke kansen en diversiteit Sabine Van Huffel: “Voor het VLIREQUAL-project hebben de vijf Vlaamse universiteiten elk een instrument ontwikkeld dat vrouwen moet bijstaan als ze een volgende stap willen zetten in hun academische carrière. Zo concentreerde de K.U.Leuven zich op loopbaanbeleid; die van Hasselt koos voor mentoring.” De Hasseltse onderzoekers stelden een mentoringgids samen die binnenkort samen met de instrumenten van de collega-universiteiten gepubliceerd zal worden. “Onze Dienst Diversiteitsbeleid wilde daarop echter niet wachten en is dus al vroeger met een proefproject van start gegaan”, zegt Sabine Van Huffel. Dat gebeurde uiteraard in samenwerking met de universiteit van Hasselt en volgens de procédés die ze daar ontwikkeld hebben. In maart begonnen de drie eerste mentor-menteeparen aan hun verkenningstocht. Die is ondertussen positief beoordeeld en krijgt dit academiejaar dus een vervolg. Individuele coach Van Huffel: “Om te beginnen kregen de mentees een halve dag training. Daarin kregen ze uitleg over wat van hen verwacht werd, wat ze zelf konden verwachten, enzovoort.” De mentoren kwamen uit een pool van kandidaten die de universiteit eerder al had samengesteld, en die eveneens een korte training hadden gevolgd. Vervolgens moesten de mentoren en mentees gelinkt worden. “Een belangrijk punt in het programma”, vindt Sabine Van Huffel. “Het moet immers ook op een persoonlijke basis klikken tussen beiden. Als dat niet gebeurt, zullen bepaalde onderwerpen nooit aan bod komen.” Het mentorprogramma beoogt een soort vriendschappelijke relatie tussen mentor en mentee, gebaseerd op wederzijds vertrouwen. “Daarom kiezen we ook nooit mensen die in een directe hiërarchische verhouding staan tot elkaar. De mentee mag op geen enkele manier afhankelijk zijn van de mentor.” Vandaar dat de tweetallen uit het proefproject best uit verschillende afdelingen of departementen komen, maar toch liefst uit dezelfde of aanverwante faculteiten, DOC_ADV_KUFKA omdat de spelregels17-09-2007 en prioriteiten15:17 per
groep nogal verschillen. “Het is de bedoeling dat de mentee individueel gecoacht wordt: hoe vind je je weg in de academische wereld? Wat zijn belangrijke stappen? Wat doe je beter niet? In een instelling als een universiteit bestaan veel ongeschreven regels. Als je daar in je eentje voor staat, lijkt het soms een onoverkomelijke wirwar. Hoe begin je die te ontwarren? Hoe belangrijk is bijvoorbeeld een verblijf in het buitenland? Hoe combineer je je carrière met een gezin? Het zijn allemaal punten waarop de mentor vanuit zijn of haar eigen ervaring goede raad kan geven. Een steuntje in de rug op cruciale momenten.” Mannen Het mentorproject is ontstaan vanuit het gelijkekansenbeleid. In die hoedanigheid krijgt het dit academiejaar een vervolg. Ook de Faculteit Letteren, onder impuls van de twee mainstreamingpromotoren Katlijne Van der Stighelen en Jan Papy, springt alvast op de kar en stemt er haar eigen actieplan voor gelijke kansen en diversiteit op af. Zij hebben binnen hun faculteit mentoren en mentees gezocht. Van Huffel: “In december organiseren we nog een menteetraining voor deelnemers aan het coachingprogramma Vrouwen in Academia die verdere mentoring wensen. Met de reeds opgestarte paren vanuit het VLIR-EQUAL project en die van Letteren samen, mikken we dit academiejaar toch op een twintigtal nieuwe paren die we allemaal nauwgezet zullen opvolgen en evalueren, om het project zo snel mogelijk op punt te krijgen en in de hele universiteit te kunnen implementeren.” Zodra het programma het proefstadium verlaat, wil de Dienst Diversiteit het overdragen aan de Personeelsdienst, waarmee nu al intensief samengewerkt wordt. Die kan het project vervolgens uitbreiden naar alle werknemers. “We kunnen ons immers inbeelden dat ook veel mannelijke personeelsleden baat zouden hebben bij een mentor. Tips van mensen met meer ervaring kunnen voor iedereen nuttig zijn.” Meerwaarde Professor Monique Snoeck van de onderzoeksgroep Beleidsinformatica aan de Faculteit ETEW en Lies Geris Pagina 1 van de Afdeling Biomechanica en Gra-
Lies Geris en haar mentor Monique Snoeck: “Je hoeft geen enkel onderwerp te schuwen.” (© Rob Stevens)
fisch Ontwerpen aan het Departement Werktuigkunde hoorden bij de eerste lichting mentoren en mentees. Ze zijn beiden erg positief over het project. Lies Geris: “Ik ben blij dat het de volgende jaren nog uitgebreid zal worden. Volgens mij vormt het programma een echte meerwaarde voor jonge onderzoekers.” “Vooraf hebben de organisatoren ons een prima beeld geschetst van het programma. Het is dus helemaal geworden wat ik er vooraf van verwacht had.” In de loop van het academiejaar zijn de twee een viertal keer samengekomen voor een openhartige babbel. Lies Geris: “Aan de hand van enkele richtlijnen en tips konden we het gesprek een beetje voorbereiden volgens de onderwerpen die voor mij nuttig konden zijn. Zo hebben we het gehad over de combinatie werk en gezin, de organisatie van je carrière op zich, mensen en instanties tot wie je je kunt wenden voor informatie en advies. Als jonge postdoc moet ik nu bijvoorbeeld zelf mijn onderzoek beginnen te organiseren. Daarvoor moet ik een aantal projecten of beurzen aanspreken. Die vinden is niet altijd evident. Veel websites waar je voor je informatie terecht moet, vormen een onoverzichtelijk kluwen waar je makkelijk in verstrikt raakt. Dan is het handig als iemand je wat specifieker de weg kan wijzen. Monique heeft me bijvoorbeeld gewezen op de Europese Grants. Die staan nu op mijn lijstje. Ik check ze geregeld.” Monique Snoeck: “Een aantal topics, zoals het combineren van werk en gezin, kun je ook alleen maar aanhalen met mensen die in dezelfde situatie zit-
ten. Zeker als je bijna uitsluitend mannelijke collega’s hebt, is het fijn als er ook eens een vrouw is, die in hetzelfde schuitje zit en met wie je nu en dan een babbel kunt slaan. Je hebt dingen met elkaar gemeen en dat haalt vanzelf een aantal drempels weg.” Geen eindpunt Monique Snoeck en Lies Geris komen uit verschillende faculteiten. Dat zien ze overwegend als een voordeel. “Als we het heel specifiek over onderzoek hebben, kan ik haar natuurlijk alleen vrij algemeen advies geven. Maar ons werk loopt niet zozeer uiteen dat we totaal geen affiniteiten met elkaars projecten zouden hebben”, zegt Monique Snoeck. Lies Geris: “Het zou moeilijker zijn als ik bijvoorbeeld door iemand uit Letteren of Geschiedenis gecoacht zou worden. Die verschillen lijken me te groot, niet alleen inhoudelijk, ook wat manier van werken betreft. Nu zie ik echter vooral de voordelen. Door mensen uit verschillende departementen te koppelen, hoef je nooit te rade te gaan bij iemand die rechtstreeks invloed kan hebben op je latere carrière. Je hoeft dus ook geen enkel onderwerp te schuwen.” Officieel is hun proefproject afgelopen, maar Monique en Lies zien dat niet als een eindpunt. “Als je je eenmaal voor zo’n programma engageert, blijf je het automatisch opvolgen. Mijn deur blijft voor Lies openstaan.” Kandidaat-mentoren, zowel mannen als vrouwen, mogen zich aanmelden via
[email protected]
Ontdek eenvoud, begin bij uw administratie www.kuleuven.be/kufka
10
bijlage voor oud-studenten
19.9.2007
campuskrant
–alumnikrant – Permanente vorming - Studiedag over rechtszekerheid voor transseksuelen
Een nieuwe voornaam voor een zacht prijsje Op 1 september werd een nieuwe wet van kracht in verband met het veranderen van geslacht. Vroeger moesten transseksuelen naar de rechtbank om de verandering van man naar vrouw, of omgekeerd, juridisch te laten honoreren. “De nieuwe wetgeving haalt de procedure weg uit de rechtbanken”, vertelt professor Patrick Senaeve van het Instituut voor Familierecht en Jeugdrecht dat op 19 september een studiedag organiseert over het thema. “Nu volstaat een gefundeerde aanvraag bij de ambtenaar van de burgerlijke stand. De rechter komt alleen nog tussenbeide bij betwistingen. Tegelijk zorgt de wetgever er ook voor dat transseksuelen vroeger een nieuwe voornaam kunnen aanvragen. En tegen een gunsttarief: 49 in plaats van 490 euro.” Jaak Poot
T
ot voor kort bestond er geen wettelijke basis voor geslachtsverandering. Senaeve: “Rechters sprongen creatief om met de bestaande wetten en baseerden zich daarbij op medische attesten.” Het Europees Hof voor de Mensenrechten maande de lidstaten echter al enkele keren aan om transseksuelen rechtszekerheid te geven. Senaeve: “De wetgever heeft gekozen voor een administratieve procedure. Een transseksueel die zijn juridische geslacht wil wijzigen, dient een aanvraag in bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van zijn gemeente. Uit zijn dossier moet blijken dat het gaat om een ‘voortdurende en onomkeerbare innerlijke overtuiging te behoren tot het andere geslacht’. Dat moet hij staven met een verklaring van een psychiater en medische attesten van de chirurgische ingrepen. Die moeten zo ver gaan ‘als medisch verantwoord is’. Ten slotte moet duidelijk zijn dat de persoon niet meer in staat is om kinderen voort te brengen op basis van zijn oorspronkelijke geslacht.”
zen, vrouw wordt en dan de ingevroren zaadcellen wil gebruiken om een kind te verwekken? Deze wet legt dat niet
vast. Daarvoor is een aanpassing nodig van de wet op de medisch begeleide voortplanting. Maar die is er nog niet.”
Nieuwe voornaam “Die laatste beschikking is niet vanzelfsprekend”, voegt Patrick Senaeve eraan toe. “Hoe zit dat bijvoorbeeld als een man zaadcellen heeft laten invrie-
(9)
“De wetgever zorgde ook voor een aparte procedure voor transseksuelen die hun voornaam willen wijzigen”, vult onderzoeker Tim Wuyts aan. “Vroeger moesten zij zoals iedereen een verzoek richten tot de minister van Justitie. En die mocht weigeren: het was een gunst. Nu krijgt een transseksueel recht op die voornaamsverandering. Hij moet wel attesten voorleggen van een psychiater en een endocrinoloog die staven dat de hormonale behandeling gestart is en dat de nieuwe voornaam een essentieel gegeven is bij de rolomkering.” Lang niet alle implicaties van de nieuwe wet zijn al aan de oppervlakte gekomen. Zo is het al wel duidelijk dat de geslachtswijziging de bestaande afstamming niet wijzigt: de rechten van kinderen die er al waren vóór de geslachtswijziging, blijven intact. Maar wat als bijvoorbeeld later blijkt dat de transseksueel nog kinderen heeft die niet bekend waren op het ogenblik van de geslachtsverandering? En wat als een transseksueel ooit zou beslissen om zijn geslachtsverandering weer ongedaan te maken? Er blijven nog kluiven voor juristen… http://www.law.kuleuven.be/ifjr http://www.kuleuven.be/ permanentevorming/
I N DE BA N VA N DE K R I NG
Farmaleuven De Leuvense vereniging van afgestudeerden in de farmaceutische wetenschappen zórgt voor haar ruim 1.200 leden. Dat is het minste wat we kunnen zeggen na een gesprek met de voorzitter, Johan Van Calster. Hij is heel nauw betrokken bij de vele activiteiten die de kring organiseert, en denkt ook voortdurend na over hoe hij de werking van Farmaleuven kan blijven verbeteren. Van Calster: “Farmaleuven bestaat eigenlijk nog maar sinds de vroege jaren 70. Na de splitsing van de universiteit werd ook de overkoepelende kring Pharmalova gesplitst: onze collega’s van de UCL in Woluwe heten Pharmalouvain. Niet alleen apothekers, maar alle aan de Faculteit Farmaceutische Wetenschappen afgestudeerde masters kunnen lid worden van Farmaleuven.” “Onze voornaamste doelstelling is de banden van onze alumni met elkaar en met de universiteit te versterken. Daartoe organiseren we zowel wetenschappelijke als socio-culturele activiteiten. Bij die eerste categorie springt vooral onze lessenreeks Postuniversitair Onderwijs of PUO in het oog: elke dinsdag en donderdag in oktober en november zijn er lezingen, elk jaar rond één bepaald thema. Zo hebben we het vroeger al gehad over pneumologie en immu-
nologie, maar nu werken we al enkele jaren aan een cyclus die de farmacologie volgt van conceptie en geboorte tot de volwassenheid. We waken erover dat onze lessen op het overkoepelende academische niveau blijven. De praktijkgerichte aspecten van de thema’s die we behandelen, laten we over aan de verschillende beroepsverenigingen, zoals die van de officina-, ziekenhuis- of industrieapothekers.” Gouden alumni “In het voorjaar is er dan de Farmacologische Dag. Het ene jaar is die gewijd aan nieuwe geneesmiddelen, het jaar erop aan een bepaald thema, bijvoorbeeld de geneesmiddelen bij het levenseinde. Sinds dit jaar maken we die dag ook heel interactief: de deelnemers dragen via werkgroepen zelf bij tot het programma. Op de Farmacologische Dag
nodigen we trouwens ook de leden van Alfagen, de alumni van de Faculteit Geneeskunde, uit, en zij doen op hun Therapiedag het omgekeerde. Zo proberen we de samenwerking tussen artsen en apothekers nog te verbeteren.” “Tot de socio-culturele activiteiten die we organiseren, behoren onder meer uitstappen, bijvoorbeeld naar het gerestaureerde Hôpital de la rose in Lessines, maar ook stadsbezoeken en natuurexploraties staan geregeld op ons programma. Daarnaast ijveren we ook voor een geschikte locatie voor ons museum. In de nieuwe gebouwen op Gasthuisberg is daarvoor immers geen plaats. De huidige site in het oude Farmaceutische Instituut in de Van Evenstaat lijkt ons uitermate geschikt, maar een opknapbeurt is nodig.” “Verder wil ik nog ons viermaandelijkse tijdschrift vermelden, Farmaleu-
(© Rob Stevens)
ven Info — dat overigens met de jaren omvangrijker wordt — en de Farmaleuvenbeurzen en -prijzen, waarmee we de studenten willen stimuleren om zich verder te specialiseren en aan wetenschappelijk onderzoek te doen. En op onze statutaire vergadering, ten slotte, nodigen we steeds de gouden alumni uit, zij die vijftig jaar geleden zijn afgestudeerd. Ook dat is een initiatief dat op de nodige appreciatie kan rekenen.” (tv) http://www.alum.kuleuven.be/farmaleuven/
campuskrant
–alumnikrant –
19.9.2007
KORTALUMNI
Science@Leuven-BVLG Bedrijfsbezoek aan grondreinigingscentrum GRC Kallo en slibverwerkingsinstallatie Krankeloon. 7 november, namiddag Inschrijven via
[email protected],
[email protected] of (t) 0476 500 341. Meer details volgen wanneer het aantal deelnemers bekend is.
G KRIN WS NIEU
Sinalumni
Farmaleuven ‘Van adolescent tot volwassene’, 6 lessen Vanaf 4 oktober, telkens op dinsdag of donderdag. Info:
[email protected]. be, (t) 016 32 34 56
Vereniging van Leuvense Romanisten Romanistendag in Namen. 13 oktober Info:
[email protected], (t) 09 210 98 79, (t) 0496 23 00 68
Ekonomika Alumni Alumnidag, met onder meer academische zitting en generatiefeest. 20 oktober Inschrijven voor 16 oktober via http:// www.ekonomika-alumni.be of (t) 016 32 66 90 (tussen 14-16u)
11
Lezing door spreker van het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité BOIC over de Olympische Spelen in Beijing 2008. 20 november, 20u, MSI 00.28, Mgr Sencie Instituut, Erasmusplein 2, Leuven Info:
[email protected], (t) 016 23 92 65
Leuvens Alumni Orkest Spaanse muziek met op het programma El sombrero de tres picos, suite nr. 1 (M. De Falla, Concierto de Aranjuez (J. Rodrigo) (gitaarsolist Geert Claessens), Ouverture Il barbiere di Seviglia (G. Rossini), El amor brujo, ballet in 1 akte (M. De Falla). 8 december, 20u15, Deberiotstraat 24, Aula Pieter de Somer Info: Jan De Vilder,
[email protected], (t) 016 22 43 28, http://www.lao.be
Alumnireis (1)
Alumnireis (2)
Van woensdag 16 april tot zondag 20 april 2008 organiseert de vereniging Alumni Lovanienses een prachtige city-trip naar de Spaans-Baskische stad Bilbao en de Spaanse Costa Verde. Naast een bezoek aan het historische centrum, het archeologisch museum, de Universiteit van Deusto, de Oude Wijk, het Guggenheim-museum, de Kathedraal en de Begoña Basílica van Bilbao omvat de reis ook een bezoek aan de Costa Verde, met plaatsen als Santander, de grotten van Altamira, Santillana del Mar, San Vicente de la Barquera, Oviedo, Picos de Europa, Covadonga, Mirador del Fito, Oviedo en Llanes. We overnachten in 4-sterren en 3-sterren-hotels. De richtprijs bedraagt 1.580 euro per persoon (supplement van 255 euro voor éénpersoonskamer, aantal beperkt). De reis wordt beperkt tot maximum 25 deelnemers. http://alum.kuleuven.be/reizen/ bilbao#programma
Van donderdag 19 juni tot zondag 29 juni 2008 organiseert Alumni Lovanienses een cultuur-historische reis naar de drie Baltische staten en Kaliningrad. We brengen in Litouwen een bezoek aan het historische centrum van Vilnius en het Trakai Historical National Park. Verder bezoeken we Kaliningrad of het vroegere Pruisische Konigsberg en zijn er nog excursies naar Curonian Spit, Nida en Klaipeda. We bezoeken vervolgens Letland met de prachtige hoofdstad Riga. Ook naar Estland reizen we waar we achtereenvolgens de steden Tartu en Tallinn aandoen. We overnachten eenmaal in een viersterrenhotel en tweemaal in een driesterrenhotel. De reis wordt begeleid door Erik Gobin. De richtprijs bedraagt 2.485 euro per persoon (supplement van 450 euro voor éénpersoonskamer). De reis wordt beperkt tot maximum 25 deelnemers. http://alum.kuleuven.be/reizen/ baltische-staten#programma
Kinderuniversiteit K.U.Leuven zaterdag 20 oktober, 10 en 24 november van 9.30 u. tot 12.30 u.
Campus Sociale Wetenschappen
www.kuleuven.be/kinderuniversiteit
Reproductieve geneeskunde blijft kernactiviteit
Fertiliteitscentrum roept twee fondsen in het leven Ongeveer één op de acht koppels in België ondervindt problemen om binnen het jaar een spontane zwangerschap op te wekken. “Hoewel vruchtbaarheidsstoornissen heel frequent voorkomen, is het niet evident om het onderzoek ernaar te spijzen. Daarom riepen we deze zomer twee fondsen in het leven”, zegt professor Thomas D’Hooghe, hoofd van het Leuvens Fertiliteitscentrum. Benedict Vanclooster
D
e media zoomen er graag op in: de vruchtbaarheid bij de mens zou in vrije val zijn. D’Hooghe: “Dat is inderdaad de indruk die bestaat, maar we moeten toch omzichtig omspringen met de beschikbare gegevens. De stelling dat de kwaliteit van het sperma daalt, blijft controversieel. En studies die de evolutie van de vruchtbaarheid over de laatste halve eeuw hebben opgevolgd, kunnen een globale dalende trend niet bevestigen.” Wel staat vast dat steeds meer koppels hun kinderwens niet gerealiseerd zien. Daarin spelen in ieder geval enkele maatschappelijke veranderingen een rol. D’Hooghe: “De Vlamingen beginnen steeds later aan kinderen. Bijna 40 procent van de vrouwen is ouder dan 30 als ze hun eerste kind op de wereld zetten, een kleine 10 procent zelfs meer dan 35. Die tendens is in strijd met de wetten van de biologie, want de kwaliteit van de eicel vermindert wanneer de vrouw de leeftijd van 32 à 33 jaar bereikt.” Door de toenemende welvaart is de gemiddelde leeftijd van de menopauze dan wel opgeschoven van 45 naar 50 jaar, de optimale vruchtbaarheidsperiode is — tot grote spijt van vrouwen die carrière wensen te maken — niet mee geëvolueerd.
D’Hooghe pleit dan ook voor maatschappelijke ondersteuning van zwangerschappen op jongere leeftijd. Het Fertiliteitscentrum geeft als algemeen advies een eerste kind te plannen vóór de vrouw 30 is en ervoor te zorgen dat het gezin volledig af is rond de leeftijd van 35 jaar. “Daarenboven hebben we ook nog niet de ultieme consequenties gezien van de epidemie van zwaarlijvigheid die zich aan het verspreiden is”, waarschuwt D’Hooghe. “Zo blijkt dat mannen en vrouwen met een BMI van boven de 25 minder vruchtbaar zijn. Hoe extremer iemands gewicht, hoe groter de kans dat hij of zij met vruchtbaarheidsstoornissen af te rekenen krijgt.” Ethische bekommernis Van alle bevallingen die per jaar in België plaatsvinden, komt 5 tot 10 procent tot stand na medische hulp. “In België worden jaarlijks naar schatting 10.000 behandelingscycli uitgevoerd waarbij een hormonale stimulatie van de eisprong bij de vrouw en/of een inseminatie met zaadcellen van de partner of van een anonieme spermadonor gebeurt. Nog eens 10.000 behandelingscycli maken gebruik van in-vitrofertilisatie of aanverwante technieken voor de zogenaamde proefbuisbaby’s.”
Om het onderzoek naar vruchtbaarheidsproblemen financieel te ondersteunen werd de Subfertility Research Foundation opgericht. Een deel van de middelen uit dit fonds zullen gespendeerd worden aan de kennis rond de psychologische en ethische aspecten van vruchtbaarheidsproblemen. D’Hooghe: “Veel behandelingen kennen succes als ze herhaaldelijk worden toegepast. Een derde van de patiënten haakt echter vroegtijdig af vanwege psychosociale problemen. Het Fertiliteitscentrum besteedt hieraan veel aandacht. Er is een psychologe bij ons in dienst en een doctoraatsstudente is aan het onderzoeken waarom mensen soms een vruchtbaarheidsbehandeling stopzetten.” Behalve het fertiliteitsfonds werd nog een ander fonds boven de doopvont gehouden, het endometriosefonds. D’Hooghe: “Endometriose treft één op de tien vrouwen en kost veel geld aan de gemeenschap. Toch is deze chronische aandoening bij het grote publiek weinig bekend, omdat de symptomen ervan, pijnlijke menstruatie, vruchtbaarheidsproblemen en pijn bij het vrijen, nog altijd wat in een taboesfeer baden.” Bij endometriose groeit baarmoederslijmvlies buiten de baarmoeder, meestal in het bekken van de
vrouw, met mogelijke uitbreiding naar darm en blaas. Het fonds is bedoeld om klinisch en fundamenteel wetenschappelijk onderzoek rond endometriose financieel te steunen. Het onderzoek aan het Fertiliteitscentrum wordt met kritische blik gevolgd tot in het Vaticaan. De voorbije zomer weerklonk zelfs de dreiging dat Rome de K.U.Leuven niet langer zou erkennen als katholieke instelling vanwege het ivf- en embryo-onderzoek. “Nochtans heerst in dit huis vanuit onze christelijke achtergrond een heel sterke ethische bekommernis en passen we alleen maar de Bijbelse woorden ‘gaat en vermenigvuldigt u’ toe. Ivf is daarbij het laatste toevluchtsoord”, beklemtoont D’Hooghe. “Soms worden we van hoger uit wel eens teruggefloten, maar altijd vanuit een opbouwende kritiek. Ik heb heel veel appreciatie voor de moed van het rectoraat, dat niet heeft nagelaten om ondanks de druk vanuit Rome te herhalen dat de reproductieve geneeskunde voor Leuven een kernactiviteit blijft.” De oprichting van het fertiliteits- en endometriosefonds zet die ambitie alleen maar kracht bij. Info voor geïnteresseerde schenkers op http://www.kuleuven.be/mecenaat/fondsen en op http://www.uzleuven.be/lufc
12
studenten
19.9.2007
campuskrant
Nieuwe LOKO-ploeg is uit de startblokken
Geen clubje van nerds Een nieuw academiejaar, een nieuwe ploeg bij de overkoepelende studentenraad LOKO. Campuskrant schoof aan tafel met enkele van de kersverse vertegenwoordigers en meteen stroomde de ruimte vol plannen, ideeën en goede voornemens. Ines Minten
V
oorzitter Klaas Keirse en ondervoorzitter Bert Vandenkendelaere voeren het hoogste woord, nu en dan aangevuld door Kristof Muylaert, coördinator Sport, en Evelien Coeckelberghs, coördinator Cultuur. Verontschuldigd, maar niet minder actief in de raad, is kringcoördinator Stefanie De Roover. De ploeg beklemtoont dat LOKO voor meer staat dan studentenvertegenwoordiging alleen en ook de organisatie van activiteiten als de 24-urenloop en LOKOmotion, de grootste fuif van Leuven, voor haar rekening neemt. “Die combinatie maakt LOKO uniek in België”, vertelt Klaas. Bij de doorsnee student schort het hem alleen nog wat aan naambekendheid en daar wil de raad dit academiejaar aan sleutelen. Klaas: “Je mag daarbij niet vies zijn van een beetje marketing. We zullen de eerstejaarsstudenten allemaal een folder toestoppen waarin we onszelf voorstellen en onze website krijgt een grondige facelift. Vroeger had LOKO vooral contact met de kringen. Dat blijft natuurlijk belangrijk, maar het mag allemaal een beetje dichter bij de basis komen.” Bert: “LOKO stond vroeger bekend als een clubje van nerds, een beetje wereldvreemd en puur gefocust op studenten-
vertegenwoordiging. Nu komen veel vertegenwoordigers zelf uit de kringen, zodat ze doorgaans goed op de hoogte zijn van wat er onder de studenten leeft.” De juiste klik Traditioneel houdt de LOKO-voorzitter zich bezig met de onderwijsmaterie. Hét punt dat dit jaar op de agenda prijkt, is een kritische doorlichting en evaluatie van de BaMa-structuur: “In 2009 houden de Bologna-universiteiten daarover een conferentie. Ook de studenten zouden tegen dan met een gemeenschappelijk standpunt naar buiten moeten kunnen komen. We willen in eerste instantie alle studentenraden samenbrengen rond deze thematiek, waarschijnlijk in de vorm van een congres in het tweede semester.” Sociale materie is bij LOKO voor rekening van de ondervoorzitter. Bert Vandenkendelaere wil voortzetten wat goed loopt en bijschaven wat minder gaat: “Met de toenmalige ploeg hebben we vorig jaar het doel van de sociale voorzieningen grondig herdacht en onze prioriteiten op een rij gezet. Rond diversiteit en internationalisering zitten we zeker al op het goede spoor.” Een thema waar Bert zich nog wel meer in wil vastbijten, is duurzaamheid: “We
De nieuwe LOKO-ploeg (© Rob Stevens)
willen bij de studenten de juiste klik teweegbrengen en hen dan ook steunen om effectief zelf iets te doen.” Nog een werk van lange adem voor het voorzittersduo wordt werken aan wat zij noemen “het imagoprobleem van Acco’ bij de cursusdiensten”. Het juiste hout De ploeg hamert er op dat álle kringen belangrijk zijn voor hen. Bert: “Een grote kring als Ekonomika krijgt bij LOKO drie stemmen. En elke kring krijgt er minstens één, zelfs al is de kring in kwestie veel meer dan drie keer kleiner dan Ekonomika.” Ook wat activiteiten betreft, kunnen kleine kringen op evenveel steun rekenen. Evelien: “We helpen kleinere kringen bijvoorbeeld graag als ze evenementen op poten willen zetten die ze alleen niet kunnen bolwerken.”
Wie een mandaat op zich neemt bij LOKO, kan rekenen op een fulltime bezigheid. Je moet dus bijzonder gemotiveerd zijn, en uit het juiste hout gesneden zijn. Kristof: “Op vergaderingen moet je al eens tegen de proffen durven in te gaan. Je moet dus stevig in je schoenen staan.” Klaas: “De meeste professoren maken gelukkig wel een strikt onderscheid tussen vergaderingen en wat daarbuiten gebeurt. Bert: “Ik leg het thuis altijd zo uit: ik zit misschien nooit in de les, maar de praktijk bij LOKO leert me veel meer dan wat ik kan opsteken door cursussen uit het hoofd te leren.” Woensdag 26 september, stadspark, opening met Billie King (16u) en Milow (19u). Lees ook het interview op pagina 14. http://www.loko.be
Wie is de man of vrouw
de Collega’s 35
achter die sympathieke stem die u zo vaak aan de lijn hebt?
Of wie schuilt er achter de persoon met wie u een intensieve mailrelatie onderhoudt?
In deze rubriek proberen we een gezicht te plakken op die collega met wie u zo goed samenwerkt, maar die u op straat straal voorbij zou lopen.
door Tim Vuylsteke
Net als alle Collega’s die we interviewen voor deze reeks, zijn ook wij toegewijde K.U.Leuven-werknemers, maar dat heeft ons niet belet in de vorige aflevering een foutje te maken. Per abuis werd een verkeerde naam afgedrukt in ons meinummer: de vijfendertigste Collega in onze ketting is niet Elke Peeters, maar wél Evy Verstraeten (28) van AVNet. Zij kan Brigitta De Baets van de Jobdienst, onze vorige klant, vaak pas op het laatste moment belangrijke informatie bezorgen, waardoor er geregeld tegen krappe deadlines moet worden gevochten. Hoe dat zo komt, en waar ze de rest van haar werkuren mee vult, dat vertelde Evy ons graag in haar kantoor in de Heverleese Kapeldreef.
(© Rob Stevens)
Evy: “Op AVNet hebben we zeer veel jobstudenten nodig, zowel in de vakanties als tijdens het academiejaar. Sommigen gaan aan de slag bij de Uitleendienst, maar we hebben ook mensen nodig voor secretariaatswerk. Het is een feit dat de financiering voor die studenten vaak pas laat in orde komt, waardoor ook mijn mailtje naar de Jobdienst hopeloos te laat wordt verstuurd. Maar dankzij de goede zorgen van Brigitta De Baets en haar team komt alles toch steeds in orde.” “Ikzelf ben officieel administratief medewerker bij AVNet, maar sinds de start van het Antenneproject — dat, kort gezegd, ervoor zorgt dat de volledige boekhouding van de K.U.Leuven via SAP verloopt — hou ik mij bijna uitsluitend bezig met de financiële administratie van de dienst. Concreet betekent dat dat zowat alle verkoopsfacturen en BCF’s (budgetcontroleformulieren, red.) onder mijn verantwoordelijkheid — en die van mijn collega Anja Vanbeneden — vallen. Daarnaast neem ik ook de boekhouding van EuroPACE voor mijn rekening, een netwerk van verschillende Europese hogescholen en universiteiten die samenwerken rond onder meer het thema virtuele mobiliteit. De collega’s van EuroPACE zitten bij ons in het gebouw.” “Ik werk al bijna zeven jaar voor de K.U.Leuven. Drie weken na het
behalen van mijn diploma kon ik aan de slag bij LINOV (Leuvens Instituut voor Nieuwe Onderwijsvormen), dat toen ondergebracht was bij het Departement Computerwetenschappen. Toen LINOV in 2004 fuseerde met de Audiovisuele Dienst tot AVNet, werd ook mijn functie ondergebracht bij deze nieuwe dienst.” “Wat ik doe ná de werkuren? Vrij veel, eigenlijk. Ik heb nog geen kinderen, dus ik heb voorlopig nog heel veel tijd voor hobby’s. Zo ga ik geregeld paardrijden, maar ook lange fietstochten maken vind ik leuk. Mijn man heeft het dan weer voor zweefvliegen, dus ook daar gaan heel wat vrije uurtjes naartoe. Verder ga ik graag uit eten of koken we samen met vrienden, en ten slotte zijn er ook nog mijn huisdieren: vijf schattige fretjes!” Een nieuwe herfst, een nieuw geluid, zo dachten wij. Vanaf dit academiejaar laten we niet meer onze gesprekspartner, maar wel het toeval bepalen wie de volgende Collega wordt. Dus doken we even in Evy’s mailbox, en daar stootten we op een berichtje van Jan Blanckaert van de Aankoopdienst. Evy: “Jan vroeg me in dat mailtje naar het serienummer van een kopieermachine die moet worden opgehaald.” Jan zelf krijgt van ons serienummer 36: de volgende aflevering van De Collega’s.
campuskrant
kamerbreed
19.9.2007
13
Kerkelijk recht Denk het kruis weg, en je zou vermoeden dat dit gebouw met zijn strakke rechte lijnen een museum voor moderne kunst is. Maar het is wel degelijk een kerk, de Herz Jesu Kirche, die tussen 1996 en 2000 in München/Neuhausen werd gebouwd. Het ontwerp: een grote glazen box die over een houten binnenstructuur staat. In Duitsland zijn er heel wat voorbeelden van dergelijke recente religieuze architectuur te vinden. Het prestigieuze Duitse Goethe-Institut presenteert in de reizende tentoonstelling Made in Germany. Architectuur + Religie negen projecten die rond 2000 werden gerealiseerd. Nog tot 20 oktober staat ze – in Belgische primeur – opgesteld in de uitzonderlijk toegankelijk gemaakte KADOC-kapel. Negen zuilen met evenveel maquettes, en daarnaast vele foto’s en teksten, geven aan hoe religie en hedendaagse architectuur elkaar kunnen vinden. http://kadoc.kuleuven.be/nl/acti/expo/made_in_germany.htm
DE
KAMER
Adres: Studentenwijk Arenberg, blok 3 (K2), kamer 307 Ligging: Derde verdieping, met uitzicht op blok 6 (Elbroes) Grootte: 18 m2 Huurprijs: 90 euro per maand Aantal studenten: 44 Inboedel: Bed, bureau, pc, kleerkast, boekenkast, lavabo, stoel, zetel, tekeningen en posters
DE
BEWONER
Naam: Nele Schouteden Leeftijd: 20 Studierichting: Derde bachelor bio-ingenieurswetenschappen (cel- en gentechnieken) Woonplaats: Diepenbeek Lief: Neen Geslaagd?/!: Ik ben heel toevallig in de richting bio-ingenieur terechtgekomen. De laatste dagen voor ik mij ging inschrijven, was ik nog steeds aan het twijfelen. Fysica, geologie, … elke wetenschap was een optie. De dag zelf was ik een beetje aan het kuieren rond de infostand en heb ik een aantal mensen aangesproken over wat ik met de verschillende richtingen zou kunnen doen. Plots zag ik een foldertje van bio-ingenieur liggen. Ik heb de folder bekeken en ben me gaan inschrijven. Ik wist direct: “Dit is het!” Bij bio-ingenieurswetenschappen moet je vanaf het derde jaar een subrichting kiezen. Na heel lang nadenken had ik vier van de zeven mogelijkheden geselecteerd. Omdat ik de knoop echt niet kon doorhakken, heb ik iene-miene-mutte gedaan. Cel- en gentechnologie bleef als laatste over. Met die keuze ben ik uiteindelijk wel heel tevreden! Hobby’s: Vooral sport. Ik voetbal in ploegverband en scherm op het Sport-
KAMER
BREED Om de vier weken belt onze man in de straat aan bij een willekeurig Leuvens — of Kortrijks — studentenkot, en onderwerpt een kamer én haar bewoner aan een grondig onderzoek. Deze keer hielden we halt in de Studentenwijk Arenberg, maar wees op je hoede, want onze reporter verlegt voortdurend zijn terrein. Volgende keer belt hij misschien wel bij jou aan! (© Rob Stevens)
kot. Daarnaast ga ik ook zwemmen en lopen, speel ik af en toe tennis en pingpong en rijd ik paard. Ik probeer elke weekdag en zaterdag aan sport te doen. Op zondag rust ik uit. Ik heb sport echt nodig, ik word er blij van. Of ik nog andere hobby’s heb? Ik teken af en toe en thuis heb ik nog een drumstel staan. Mijn kat Petite knuffelen beschouw ik ook wel als een hobby. Hoezo dit kot?: Ik ging sowieso op een gesubsidieerd kot wonen. Arenberg is voor mij een evidente keuze omdat het zowel vlakbij de campus is als bij het Sportkot en de GB. In het centrum wonen vind ik helemaal niet zo belangrijk. Kotleven: We hebben niet zo’n geanimeerde gang, maar dat stoort me niet. Vorig jaar kookten we wel af en toe voor elkaar en dat was wel gezellig. Onze keuken is sowieso altijd heel levendig. Vaak sta ik daar, als enige Limburger, tussen zeven of acht WestVlamingen. De stereotiepe grapjes zijn dan niet van de lucht... Uitgaansleven: Tijdens het academiejaar ga ik vaak uit. In de zomermaanden ben ik dat meestal een beetje beu en blijf ik vaker thuis. Totdat ik weer eens naar een leuk feestje ga en me kostelijk amuseer. Dan ben
ik weer vertrokken voor de rest van het jaar! Ik ben iemand die puur om te dansen uitgaat, niet om iemand te ontmoeten. Op goede muziek laat ik me volledig gaan! Posters en tekeningen: De tekeningen die aan de muur hangen heb ik allemaal getekend in het eerste jaar. De mooiste tekeningen hangen boven mijn bed. Ik wou daar eerst een Zen-muur maken, maar uiteindelijk heb ik de lege plaatsen opgevuld met enkele mooie posters die ik gekregen heb. Ik ben vooral trots op mijn X-Men-poster. Mijn broer had die ooit gekregen op een stripbeurs. Na jarenlang zagen heeft hij hem op mijn achttiende verjaardag aan mij gegeven! Ook heel leuk vind ik de verjaardagskaart die boven mijn deur hangt: Braaf zijn hé gij, uw grote broers zien u. Thuis staat mijn kamer vol planten, hier heb ik enkel twee cactusjes. Deze kamer is gewoon minder geschikt voor planten, vind ik… (af)
14
interview
19.9.2007
Leven na Leuven
campuskrant
Jonathan Vandenbroeck (Milow), politiek wetenschapper en singer-songwriter
“ Songschrijven was mijn vorm van escapisme tijdens de blok ” Hij schreef You Don’t Know en hij schreef De Palestijnse kwestie vanuit het perspectief van Israël. Met het eerste werk staat hij al een dik half jaar in de hogere regionen van de Ultratop geparkeerd, het tweede leverde hem een nominatie voor de Politica Alumni Thesisprijs op: Jonathan Vandenbroeck (26) wist vorig jaar in stijl zijn studies politieke wetenschappen af te ronden, net voor hij definitief doorbrak als Milow. “If you’re looking for answers don’t come to me”, zingt hij op zijn eerste cd The Bigger Picture, maar dat bleek gelukkig vals alarm. Interview Reiner Van Hove (© Rob Stevens)
Wanneer we hem ontmoeten voor het interview, heeft Jonathan Vandenbroeck net te horen gekregen dat hij genomineerd is voor vier TMF Awards, waaronder die voor beste videoclip. Niet verwonderlijk, want hij besteedt veel aandacht aan de beelden bij zijn muziek, een interesse die hem ook tot zijn eerste studiekeuze bracht: “Na mijn middelbaar — en een sabbatjaar in San Diego — ben ik filmregie aan SintLukas in Brussel begonnen. Maar in het eerste jaar ben ik niet door de jury geraakt. Het probleem was, achteraf bekeken, dat ik mijn creativiteit moest opsplitsen, waardoor mijn muziek niet heel goed was, en mijn filmpjes ook niet echt bijzonder. Na dat jaar kwam ik dus tot de vaststelling dat ik beter een studie kon kiezen die wat verder stond van mijn muziek. Bovendien was ik ook teleurgesteld dat er zo weinig theorie gegeven werd aan Sint-Lukas. Ze houden de theorie vrij eenvoudig, omdat ze geen creatieve genieën willen tegenhouden. Begrijpelijk, maar ik verkoos toch een substantiëlere studie.” De keuze viel op politieke wetenschappen, optie internationale betrekkingen. Vandenbroeck: “Ik ben opgevoed met het besef dat de wereld veel groter is dan België alleen, en ben altijd al geïnteresseerd geweest in wat er buiten onze landsgrenzen gebeurt. Ik erger me vaak aan het Belgische provincialisme en navelstaren: in kranten is het buitenlandkatern meestal maar dunnetjes, en in het tv-journaal zitten de buitenlanditems achteraan.” “Maar studeren had ook een belangrijk praktisch voordeel voor mij: met een studentenstatuut werd het eenvoudiger om mijn inkomsten als muzikant te regelen. Ik wist dat ik genoeg tijd zou overhouden voor mijn muziek, omdat ik altijd snel en makkelijk heb kunnen blokken. Ik moet er wel bij zeggen dat het systeem met semesterexamens een zegen voor mij was: ik denk niet dat ik genoeg discipline zou gehad hebben om alles in juni te doen. Stress in de examenperiode heb ik ook nooit echt gekend. De meeste studenten komen
naar de examens met de gedachte: dit moet lukken, dit moet lukken! Maar voor mij was mijn muziek het belangrijkst, al wat erbij kwam was mooi meegenomen. Ik legde dus heel relaxed — laconiek bijna — mijn examens af, en dan presteer je vaak ook beter. Alleen in eerste kan had ik een tweede zit.” Rik Torfs-effect In 2004 schopte Milow het tot in de finale van Humo’s Rock Rally. Een belangrijke stap vooruit, maar alles op zijn muziekcarrière zetten, was op dat moment nog geen optie: “Nee, ik heb toen zeker niet overwogen om mijn studie te stoppen. Het is niet zo dat je de week na de fi-
“Als ik mijn oudere songs nu zing, lijkt het soms of ik ze niet zelf geschreven heb.” nale plots honderd optredens hebt. Dat is een gradueel proces, en ik was er me van bewust dat ik mijn carrière rustig verder moest uitbouwen. De Rock Rally was voor mij wel de bevestiging dat ik een vijftal sterke songs had waarmee ik naar buiten kon treden.” Vandenbroeck vulde dat repertoire verder aan tijdens zijn studies, soms zelfs in de examenperiode: “Eén van de sleutelnummers van mijn eerste plaat, Born In The Eighties, heb ik bijvoorbeeld tijdens de examens geschreven. Elke student heeft wel een vorm van escapisme tijdens de blok: sommigen gaan driftig hun kamer opruimen om toch maar niet terug naar de boeken te moeten. Ik had een blad tussen mijn cursus zitten, en noteerde ideeën voor die song. Of er ooit een zin uit een cursus in een nummer beland is? Ik kan me geen concreet voorbeeld herinneren, maar soms kan je inderdaad de poëzie in een droge zin ontdekken door ze uit haar context te halen.”
Op de aulabanken was Vandenbroeck niet al te vaak terug te vinden, maar voor één docent maakte hij graag een uitzondering: “Ik heb bijna alle vakken van professor Kerremans gekozen, en naar zijn lessen ging ik ook het meest. Hij is een inspirerende lesgever die goed kan nuanceren en moeilijke materie bevattelijk kan uitleggen — daarom vragen de media hem ook geregeld om duiding te geven. Minder bekend is dat Kerremans ook enorm grappig is. Tijdens zijn lessen lag de hele aula geregeld strijk, ook al was het half negen ’s ochtends. Ik herinner me vooral zijn rollenspellen: hij durfde wel eens historische scènes naspelen, en kroop dan bijvoorbeeld in de huid van Chroesjtsjov of Gorbatsjov. Als de tv-makers ooit die humoristische kant van hem ontdekken, krijg je ongetwijfeld een Rik Torfs-effect. Maar daar zit hij zelf waarschijnlijk niet op te wachten.” Een knipoog van Bruce Kerremans was ook promotor van Vandenbroecks thesis. “Ik heb mijn eerste plaat opgenomen tussen eerste en tweede lic. Als mijn carrière toen ook meteen was beginnen lopen, was ik waarschijnlijk niet eens aan mijn thesis begonnen. Maar door allerlei omstandigheden draaide het niet lekker, en had ik maar drie optredens die zomer. Marktrock was daarvan het enige met iet of wat naam, en zelfs daar stond ik op het kleinste zijpodium (lacht). Ik ben toen toch maar aan een thesisjaar begonnen, aanvankelijk met minimale verwachtingen: ik ga gewoon iets maken. Maar ik heb me echt laten meeslepen door het onderwerp, en heb er uiteindelijk nog iets heel goeds van kunnen maken. Mijn invalshoek was om een analyse van de Al-Aqsa Intifada te maken vanuit Israëlisch standpunt.” Het voorwoord van zijn thesis besloot Vandenbroeck met een raak gekozen citaat uit een Bruce Springsteen-song: We busted out of class / Had to get away from those fools / We learned more from a three minute record / Than we ever learned
in school. Op het eind van de rit nog even natrappen naar de unief? Vandenbroeck: “(lacht) Nee, dat was zeker niet provocerend bedoeld, ik zag het gewoon als een knipoog naar mijn muziek. Het viel trouwens best in goede aarde: toen professor Luc Reychler mijn thesis moest ‘aanvallen’, las hij eerst dat citaat voor omdat hij het zo amusant vond. Maar met die quote wou ik natuurlijk ook aangeven dat je niet al je kennis uit studieboeken kan halen. De songs van Dylan en Springsteen hebben mij evenzeer gevormd.” Samen met twee sociologen werd Vandenbroeck genomineerd voor de thesisprijs van de Politica Alumni: “Dat vond ik een heel leuke erkenning, ook omdat ik op die manier iets kon terugdoen voor mijn promotor, wiens geduld ik toch serieus op de proef heb gesteld. De uitreiking van die thesisprijs, die ik overigens niet gewonnen heb, vond plaats toen het net begon te lopen met You Don’t Know. Er waren al een paar mensen in het publiek die me herkenden. De presentatrice van de uitreiking was iemand van Radio Donna, maar gelukkig viel haar frank pas op het eind van de avond. Anders had ze er misschien een opmerking over gemaakt, en dat had ik niet leuk gevonden: ik was er als student, niet als muzikant.” Storytelling Het monstersucces van You Don’t Know kwam er pas een jaar na het verschijnen van The Bigger Picture, en heeft daardoor ook een keerzijde: de release van Milows nieuwe plaat werd tot begin volgend jaar uitgesteld. Vandenbroeck: “Veel mensen ontdekken mijn eerste plaat nu pas, en — ik hoop dat dit niet te betuttelend klinkt — daarvoor wil ik hen de tijd geven. Voorlopig speel ik op concerten hoofdzakelijk oude nummers, dat zal ook tijdens het Studentenwelkom zo zijn. In oktober komt er wel al een nieuwe single uit, de nieuwe plaat stel ik op 6 februari in Het Depot voor.” pagina 15
campuskrant
onderzoek
19.9.2007
15
pagina 14
De lievelingsprof:
Bart Kerremans (© Rob Stevens)
“Regels als One of it, two of it of You don’t know, you don’t know zal je daarop niet meer horen. Begrijp me niet verkeerd: ik vind dat nog altijd superplezante nummers, en ik ben erg dankbaar voor wat You Don’t Know heeft opgeleverd: dertig festivaloptredens deze zomer, bijna goud voor mijn plaat, nominaties voor TMF-awards… Laat ons zeggen dat ik een goede verstandhouding heb met dat nummer (lacht). Maar als ik die oudere songs nu zing, lijkt het soms of ik ze niet zelf geschreven heb. Mijn nieuwe plaat is een stuk volwassener, zowel tekstueel als muzikaal. Voor het eerst heb ik er ook non-fictie elementen in verwerkt: in een paar nummers vertel ik — als een soort van chroniqueur — verhalen die ik uit de actualiteit of de recente geschiedenis gehaald heb. Die vorm van storytelling past in de traditie van Bob Dylan en Sufjan Stevens, maar hier bij ons heb ik het nog niemand horen doen. Ik ben erg benieuwd naar de reacties.” “Met de nieuwe plaat kan ik ook in het buitenland meer betekenen, denk ik, op de eerste plaats in Nederland. Mijn eerste cd is daar wel verschenen, maar meer dan enkele tientallen of enkele honderden exemplaren zijn er niet verkocht. Ze kenden daar ook mijn hele verhaal niet — de Rock Rally, en alles wat daarop volgde — dus was het moeilijk om daar vanuit het niets voet aan grond te krijgen. Maar in december mag ik een paar Nederlandse optredens doen in het voorprogramma van de populaire band Bløf. Het is de eerste keer dat ik echt een insteek heb in Nederland, en ik verwacht er toch wel wat van.” Tot slot: heeft de singer-songwriter geen plannen om zich ooit tot een praktiserend politiek wetenschapper te ontpoppen? “Zeg nooit nooit, maar ik denk niet dat ik dat diploma ooit echt ga gebruiken. Toen ik vlak na mijn studies nog naar een baantje zocht, dacht
“Een inspirerende lesgever die goed kan nuanceren en die moeilijke materie bevattelijk kan uitleggen”: Jonathan Vandenbroeck is gul met lof voor professor Bart Kerremans. Maar welk van die complimenten doet hem het meeste plezier? Kerremans: “Natuurlijk vind ik ze allemaal mooi, maar dat laatste vind ik toch het belangrijkst. Het is één van de kerntaken van een docent om moeilijke ontwikkelingen in zijn vakgebied helder en toch ook juist over te brengen.” Vandenbroeck dacht met plezier terug aan uw toneelstukjes in de aula. “Lesgeven is meer dan alleen verbaal informatie overbrengen, je moet enkele trucs hebben om de aandacht van de studenten erbij te houden. Sommige begrippen of ge-
ik eerder in de richting van muziekles geven of zo. Ik zie mezelf niet op een kabinet werken. Maar ik ondervind wel geregeld de voordelen van een universitaire opleiding. Toen ik een eigen platenlabel opstartte om mijn eerste cd uit te geven, moest ik op korte tijd veel informatie opzoeken. Dat soort skills heb ik zeker aan mijn studie te danken.”
beurtenissen beeld ik inderdaad uit, omdat ze zo langer blijven hangen. Als ik het heb over de legestoelpolitiek die in de Veiligheidsraad wel eens toegepast wordt, plaats ik een lege stoel vooraan in de aula. Een ander begrip dat ik illustreer is het brinkmanship dat de Verenigde Staten tijdens de Koude Oorlog demonstreerden. Met die houding maakt een natie duidelijk dat ze bereid is om veel risico’s te nemen, zelfs als ze daarmee op de rand van de politieke afgrond komt te staan. Dat beeld ik uit door op de tippen van mijn tenen te wankelen.” Omwille van die grappige kant ziet Vandenbroeck zelfs een potentiële nieuwe Rik Torfs in u. Maar hij vermoedt dat u de ambitie niet heeft om dat te zijn. “Daar heeft hij gelijk in. Ik vind mezelf ook geen humoristisch persoon. Om grappig te zijn op tv, moet je snel op de bal kunnen spelen en meteen de humoristische kant van een situatie inzien. Ik ben een trage denker, dus die rol zou niet bij mij passen. Lessen zijn meer gestructureerd, en de meeste grappen die ik maak, heb ik vooraf voorbereid.” Was Jonathan Vandenbroeck zelf een opvallend figuur in de aula of
tijdens examens? “Ik geef mijn vakken voor grote studentengroepen, dus dat is een noodgedwongen anonieme situatie. Mijn thesisstudenten begeleid ik wel zeer intensief, en zo heb ik Jonathan ook beter leren kennen. Hij was een ernstige student, die veel meer deed voor zijn thesis dan wat je vroeg. Verder toonde hij een sterk analytisch vermogen, dat hij tijdens zijn thesisjaar nog aangescherpt heeft. Ik denk dat zijn ervaringen als muzikant hem ook een zekere maturiteit hadden gegeven. We hebben trouwens een aantal keer over zijn muziek gepraat, want dat intrigeerde me wel. Ik herinner me hoe blij hij was toen zijn nummer een eerste keer op de radio was gespeeld.” Hij heeft u ook zijn cd heeft bezorgd. Zijn er nummers die u van begin tot einde kunt meezingen? “(lacht) Nee, dat niet. Ik heb die cd wel een paar keer gespeeld, uit nieuwsgierigheid en ook voor mijn kinderen: papa is de thesisbegeleider van die zanger! Daar was ik best trots op. Maar mijn eigen muzikale interesses liggen toch meer bij opera.” (rvh)
Milow op StudentenWelkom Traditiegetrouw is het stadspark het decor voor de culturele aftrap van het academiejaar, dit jaar op woensdag 26 september. Het programma: 16u-22u: doorlopend infomarkt, met alle info over het culturele seizoen en het studentenleven in Leuven 16u: gratis LOKO-concert met Billie King 19u: gratis OpeningsUUR KULtUUR met Milow
De impact van de stadsvlucht op de verkiezingsresultaten
Rooms-blauw impliceert niet-stedelijke coalitie Ruim drie maanden na de verkiezingen wachten de Belgen nog steeds op een nieuwe regering. Een coalitie van christendemocraten en liberalen lijkt de meest waarschijnlijke optie. Dan zouden de parlementsleden die de belangen van de stedelingen het best behartigen, op de oppositiebanken terechtkomen. Rooms-blauw betekent immers een niet-stedelijke coalitie. Zo valt althans af te leiden uit het doctoraat van geograaf Filip De Maesschalck. Benedict Vanclooster
“H
et is opvallend”, zegt De Maesschalck, “dat het vooral de parlementsleden van de socialisten en groenen zijn die in de stad wonen. Hun woonmilieu blijkt bovendien overeen te stemmen met hun partij-ideologie. Het zijn in België inderdaad de linkse partijen die een meer stedelijk programma uitdragen, waarbij ze pleiten voor een herverdeling van de financiën in het voordeel van de steden.” Een herverdeling, want de steden zijn er relatief armer op geworden ten opzichte van de urbane randgebieden. De villawijken aan de rand van steden zijn doorgaans van recente datum. De Maesschalck spreekt van een inkomensinversie. “Na de Tweede Wereldoorlog is geleidelijk een stadsvlucht op gang gekomen van de meerverdieners, die zich in de rand van de steden gingen vestigen. Terwijl eerst de inkomens van de stedelingen gemiddeld hoger waren dan van de randbewoners, stellen we tegenwoordig het omgekeerde vast.” Uit interviews die politologen sinds 1991 afnamen bij kiezers, blijkt dat deze ontwikkeling ook tot politieke tegenstellingen heeft geleid. “In de subur-
bane rand geniet de verarmde stad een erg kwalijke reputatie. De attitude ten aanzien van vreemdelingen en criminaliteit is er veel negatiever dan in de stad. In de rand ontwikkelde zich een ‘defensief lokalisme’. De invloed van de stad moet zoveel mogelijk afgeweerd worden”, aldus De Maesschalck. De politieke partijen hebben niet nagelaten deze tegengestelde attitudes te vertalen in hun programma of zelfs mee te voeden. “Die trend kwam helemaal aan de oppervlakte met de opkomst van de extreemrechtse partijen. Met name het Vlaams Blok is de stad gaan verbinden met criminaliteit en vreemdelingenproblemen. Ze willen de stad veiliger maken door meer blauw op straat, wat zoet in de oren klinkt bij de suburbane bevolking die in de stad gaat werken. Het zal niet verbazen dat de meeste parlementsleden van deze partij in de stadsrand wonen. Nadien hebben de liberalen en christendemocraten hun veiligheidsdiscours in afgezwakte vorm overgenomen”, zo stelt De Maesschalck vast. Voor zijn doctoraat ploos hij de resultaten in Brussel en Antwerpen uit van de federale en gemeenteraadsverkiezingen
van na de Eerste Wereldoorlog tot 2003. “Het resultaat van de stembusslagen van 2006 — gemeenten en provincies — en 2007 — federaal — lag in de lijn van de verwachtingen”, zegt hij. “Het Vlaams Belang is ooit groot geworden in de steden, maar moet er nu terrein prijsgeven. In de suburbane rand daarentegen gaat het erop vooruit. Het lijkt erop dat het Belang verder zal suburbaniseren.” “De CD&V ronselt van oudsher veel stemmen op het platteland en scoort nog behoorlijk in de stadsrand, maar in de centraalstedelijke gebieden komt ze er nog weinig aan te pas. Ook de liberalen hebben zich, zeker rond Antwerpen, het sterkst verankerd in de suburbane rand. De socialisten daarentegen konden in 2006 winst boeken in de steden maar niet in de stadsgordels. Bij de laatste verkiezingen kregen ze overal klappen, maar het minst in de steden.” Leerzaam Toch is het nog de vraag hoezeer de kiezer bolletjes kleurt op basis van de programmapunten van een partij. “Laten we wel wezen: de meerderheid van de kiezers leest het programma van de partijen niet”, aldus De Maesschalck.
“Toch is de analyse van die programma’s leerzaam, omdat ze de basis vormen van de propaganda, de standpunten bij de militanten en het beeld dat de media ophangen van een partij.” “En natuurlijk spelen nog andere factoren een rol. Denk maar aan de veranderende bevolkingssamenstelling van de steden. Vreemdelingen kregen stemrecht en meer jonge, hoog opgeleide middenklassers trokken naar de stad. Zij vertonen klassiek een links stemgedrag. De resultaten van mijn onderzoek werden ook gecorrigeerd voor individuele variabelen zoals het inkomen en de opleidingsgraad.” Welke les moeten de heren en dames politici nu trekken uit zijn doctoraat? De Maesschalck: “Dat het geen zin heeft om de tegenstelling tussen de stad en de rand electoraal en beleidsmatig te gelde te maken, maar dat ze moeten streven naar samenwerking om de verdere verarming van de stad tegen te gaan. Niet alleen omwille van de sociale cohesie, maar ook omdat een stadsgewest een economisch geheel vormt. Als het beter gaat met de stad, zal ook extreemrechts niet langer de defensieve reacties van de randbewoners kunnen uitspelen.”
16
beleid
19.9.2007
campuskrant
Bart Hendrickx, directeur van International Office
“We moeten meer dan ooit over de landsgrenzen kijken” “Mijn schoenmaat misschien?” antwoordt Bart Hendrickx grappend als we op het eind van het interview vragen of we een gespreksonderwerp over het hoofd gezien hebben. De nieuwe directeur van International Office staat ons goedgeluimd te woord, hoewel hij drukke tijden voor de boeg heeft: in het “geintegreerd strategisch plan voor de K.U.Leuven 2007-2012” dat onlangs werd gepresenteerd, is de uitbouw van de internationale dimensie van de universiteit één van de prioriteiten. Reiner Van Hove
T
waalf jaar lang was Bart Hendrickx vertegenwoordiger van de Vlaamse regering in Washington DC. Einde maart kwam hij terug naar België, om directeur van het International Office te worden. “De eerste maanden zijn bijzonder fascinerend geweest”, zegt hij. “Het is voor het eerst sinds mijn studies rechten in Leuven dat ik terugkeer naar de alma mater. En hoewel ik in mijn vorige functie ook wel te maken kreeg met onderwijsmateries, is dit ook de eerste keer dat ik in het hoger onderwijs tewerk gesteld ben. Het is zeer complexe materie, en de leercurve is dan ook erg steil. Gelukkig ben ik meteen meegezogen in het enthousiasme van de mensen hier, en kan ik profiteren van de enorme ervaring die zij hebben opgebouwd.”
“Veel buitenlanders kennen de K.U.Leuven zonder het te weten. De link tussen de universiteit en haar wereldwijd bekende centres of excellence wordt te weinig gelegd.” Het International Office kreeg niet alleen een nieuwe directeur, maar ook een nieuwe structuur. Die bestaat uit drie units: International Admissions and Mobility Unit; International Policy Unit; en Development Cooperation Unit. Hendrickx: “Door de herstructurering zijn een aantal eenheden die, verspreid over de universiteit, quasi autonoom bezig waren met aspecten van het internationaal beleid, herschikt en samengebracht op één locatie – het Atrechtcollege. Het is nog wat vroeg om die nieuwe structuur te evalueren, aangezien ze nog volop aan het evolueren is. Maar we zitten zeker en vast op het goede spoor, en we merken nu al dat er veel synergie is tussen de verschillende units: we leren constant van elkaar, en verbeteren zo ook onze dienstverlening aan de universiteit.” Prioritaire partners Hendrickx’ vuurdoop was niet min: vlak na zijn aanstelling trok hij samen met een uitgebreide K.U.Leuven-delegatie naar Bejing, waar een samenwerkingsakkoord met de Universiteit van Tsinghua werd ondertekend. Hendrickx: “Uiteraard heb ik in mijn vorige job ook vaak missies meegemaakt. Die verliepen vaak vlot, maar de opvolging liet meestal te wensen over, omdat de prioriteiten in de loop der tijd soms veranderden. Daarom vond ik het zo verheugend om vast te stellen dat er voor
het vertrek naar Tsinghua in overleg duidelijk vastgelegd was wat het doel van de missie was, en welke outcome er nagestreefd werd. Dat er werk gemaakt wordt van de opvolging blijkt ook uit de geplande return visit: eind november ontvangen we een zeer uitgebreide delegatie van Tsinghua. Dan bespreken we hoe we de samenwerking verder gaan formaliseren en concretiseren.” “Het is de bedoeling om in de toekomst ook in andere regio’s — India, de VS, Latijns-Amerika — één of hoogstens een paar prioritaire partners uit te kiezen voor een ‘universiteitwijde’ samenwerking. Daar gaat uiteraard een heel proces aan vooraf: verkennende gesprekken en reizen, analyse van de bestaande relaties in de regio, uitgebreid intern overleg, het opstellen van een shortlist… De keuze van die partners zal trouwens niet top-down gebeuren — we vragen input van de groepen, faculteiten en departmenten — en evenmin staan die centrale akkoorden andere, meer kleinschalige vormen van internationale samenwerking in de weg.” “Ook op het vlak van ontwikkelingssamenwerking willen we nieuwe partners zoeken. Ik denk daarbij aan grote instellingen die rond capacity building werken, zoals de World Bank, de InterAmerican Development Bank en de African Development Bank. Wij hebben heel wat expertise in huis — op gebieden als good governance, water management, armoedebestrijding… — waarmee we een meer prominente rol moeten kunnen spelen in de multilaterale projecten van deze instellingen.” Naamsbekendheid De K.U.Leuven maakt van internationalisering één van de belangrijkste prioriteiten voor de volgende jaren. Hendrickx: “Na de invoering van de bama-structuur zitten we met een veel opener onderwijslandschap, en onze universiteit biedt steeds meer Engelstalige programma’s aan. Dat betekent dat we meer dan ooit over de landsgrenzen moeten kijken als we het hebben over rekrutering, marketing en imagovorming. We zijn momenteel bezig de bestaande situatie in de verschillende regio’s in kaart te brengen om op basis daarvan een aantal strategieën uit te werken, vooral met het oog op onze buurlanden en Centraal- en Oost-Europa.” “We hebben het dan niet alleen over het aantrekken van internationale studenten, maar ook over het rekruteren van onderzoekers en docenten. Dat betekent: durven afstappen van lokale rekrutering, en vacatures wereldwijd openstellen. De oprichting van de doctoraatsscholen is in dat opzicht een belangrijke stap: we kunnen ons aanbod nu in mooie pakketjes presenteren en makkelijker inpassen in een internatio-
(© Rob Stevens)
naal kader. Maar — en het belang daarvan wordt vaak onderschat — we moeten ook blijvend aandacht besteden aan de randvoorwaarden: huisvesting, kinderopvang… Vaak zijn het die details die de keuze tussen pakweg Leuven, Heidelberg en Leiden bepalen.” “Ook op het vlak van naamsbekendheid en branding hebben we nog veel werk te doen. Ik denk dat we daar zelf een vertekend beeld van hebben: we gaan er te makkelijk vanuit dat Leuven bekend is over heel de wereld. Een verkeerde veronderstelling, weet ik op basis van mijn verblijf in de VS. Leuven is dan wel veruit de meeste gekende Vlaamse of Belgische universiteit, maar daarmee alleen mogen we niet tevreden zijn.” “Veel buitenlanders kennen de K.U.Leuven zonder het te weten. Onze universiteit beschikt over een aantal centres of excellence, die wereldwijd be-
kend en gerespecteerd zijn in de niches waarin ze opereren. Maar het probleem is dat de link tussen die centra en de K.U.Leuven te weinig gelegd worden. Daar moeten we verandering in brengen, want de uitstraling van die kwaliteitscentra spoort onderzoekers ertoe aan om te kijken of er ook in hun vakgebied mogelijkheden zijn in Leuven.” Slotvraagje: welke drie woorden zou Hendrickx gebruiken om een twijfelende onderzoeker of student te overhalen om naar Leuven te komen? Hij antwoordt met een allitererend trio: “Leerervaring, leefervaring en locatie. De manier waarop stad en universiteit, leren en leven, in elkaar verweven zijn, is echt uniek. En door zijn centrale ligging is Leuven ideaal als uitvalsbasis om andere steden, talen en culturen te verkennen. Echt waar: ik ben nog nooit iemand tegengekomen die Leuven kende, en er niet vol lof over was.”
– advertentie –
emeritusexamen
19.9.2007
Volgens het emeritibeleid van onze universiteit mag elke ZAP’er die minstens vijfentwintig academische dienstjaren heeft, de extra titel van emeritus voeren wanneer hij of zij met pensioen gaat. Campuskrant maakt voor enkele professoren een uitzondering. Als tegenprestatie voor alle examens die ze tijdens hun carrière hebben afgenomen, worden ze door ons nog één keer zelf op de rooster gelegd. Pas dan willen ook wij hen emeritus noemen. In het vierde Emeritusexamen evalueert Campuskrant fiscaal jurist Frans Vanistendael, socioloog Jaak Billiet en godsdienstpsycholoog Dirk Hutsebaut.
Daarmee wil ik duidelijk maken dat we, op het moment dat we gedwongen worden om uit het beroepsleven te stappen — ik was daar ook niet gelukkig mee, het zou anders georganiseerd moeten worden — alle steun moeten verlenen aan de jongeren, niet alleen in familiaal verband maar ook op professioneel gebied, en dat zo lang mogelijk. Onze maatschappij verdraagt trouwens niet dat we na 65 nog twintig jaar niks zouden doen. Alles uiteraard binnen de bestaande mogelijkheden, en wanneer die beginnen af te nemen, kunnen we genieten van ons pensioen.”
17
naar het buitenland kon. Aan het eind van de jaren tachtig is mijn onderzoekscarrière dan echt van start gegaan. Sindsdien is onderzoek dominerend. Ik heb geprobeerd om mijn lessen en studenten nooit te verwaarlozen, maar onderwijs kon wel eens een ‘last’ zijn, in die zin dat buitenlandse collega’s in het onderzoek minder ‘verplichtingen’ hadden, zeker in Europees verband. Ik heb nog wat projecten lopen, maar ik zal het onderwijs wel missen.”
Fiscaal jurist
Frans Vanistendael Raadgever of ambassadeur? “Dat ik veel op kabinetten van ministers en staatssecretarissen heb gewerkt, koninklijk commissaris voor de hervorming van de fiscaliteit ben geweest en lid was van commissies van de Europese Gemeenschap heeft te maken met het feit dat ik vond dat ik alles wat een jurist doet, niet alleen moest — en moet — kunnen uitleggen, maar ook zelf kunnen doen. Aan politiek heb ik nooit gedaan, aan beleid wel, precies door mijn wetgevend werk op de kabinetten. Ik ben heel mijn leven advocaat geweest, nu nog, en ik ben een tijdje plaatsvervangend raadsheer geweest bij het Hof van Beroep in Brussel, al heb ik dat niet lang volgehouden. De rol van ambassadeur was iets anders. Vroeger, voor de splitsing, had Leuven internationaal een zeer grote reputatie. Die dreigden we na de splitsing kwijt te spelen, toen we achterbleven met Nederlandstalig onderwijs waar in de wereld niet direct vraag naar was. Mijn idee was dat we als faculteit naar buiten moesten komen door eerst in Europees verband allerlei organisaties op te richten — het Center for Advanced Legal Studies, het European Tax College, de European Law Faculties Association, de European Association of Tax Law Professors — en later op wereldvlak: de International Association of Law Schools.” Mentor “Ongetwijfeld professor Zeger Van Hee, de eerste decaan van de Nederlandstalige rechtsfaculteit. Hij gaf fiscaal recht op een zeer eigenzinnige manier — toen we afgestudeerd waren kenden we technisch gesproken eigenlijk niets. Maar zijn verhalen waren zo boeiend dat je alles over het vakgebied te weten wilde komen. Hij vormde zijn studenten met een wetenschappelijke belangstelling, hij leerde je je geest wendbaar te gebruiken, altijd op zoek naar iets nieuws. Onder zijn discipelen vind je onder meer Roger Dillemans en Roger Blanpain.” Boodschap “Speciaal dan voor mijn generatiegenoten: het leven begint opnieuw op 65.
Socioloog
Jaak Billiet Wat is uw bijdrage aan de wetenschap? “Met de ‘methode van Leuven’ staan we hoog aangeschreven in de Europese surveywereld. Toen ik begon, werden wel methoden gedoceerd maar survey was nog geen onderzoeksdomein. We hebben dat hier verder uitgewerkt, de methode en de fundering samen uitgebouwd tot een instrument voor onderzoek naar verschuivingen in waarden, met hele grote steekproeven over de hele bevolking, nu ook met comparatief onderzoek in Europa. We blijven zoeken naar verbetering van de kwaliteit van het onderzoek - waarvoor het ESS-team in 2005 trouwens de Europese Descartesprijs kreeg. We worden van overal benaderd. Bij verkiezingen en peilingen komt men vaak bij mij aankloppen om commentaar te geven op peilingen en op de betrouwbaarheid van gegevens. Maar het is en blijft uiteraard teamwork. Ik zal wel altijd reageren tegen misbruik van peilingen, vooral in de media. Er is wel enige erkenning van mijn kritische rol.” Welke fout heeft u ooit gemaakt? “Een inschattingsfout waar ik niet goed van was, maar waaruit ik wel een positieve les heb getrokken, dateert van circa vijftien jaar geleden. In het kader van een onderzoek naar de acties van 11.11.11 stuurden we studenten als waarnemer naar de lokale afdelingen. We gingen ervan uit dat dergelijke bijeenkomsten in een relatief grote groep en in een parochiezaal plaatsvonden, terwijl dat in een tweetal gevallen niet zo was. Daar gebeurde de voorbereiding in de huiskamer met een heel kleine groep deelnemers, waarbij de student dreigde te verglijden tot de rol van deelnemer. Ook al was het voor het goede doel, dat kon echt niet. Uiteindelijk is alles wel op zijn pootjes terechtgekomen. Bovendien heb ik er een les aan gekoppeld over deontologie. Als je het gevoel hebt iets te moeten doen dat tegen de deontologie ingaat, dan moet je je gevoel volgen en weigeren, ook al denk je daardoor minder goed te scoren. We hebben er toen allemaal van geleerd.” Onderzoek of onderwijs? “Ik doe ze beide heel graag. In het begin van mijn loopbaan heb ik meer tijd besteed aan onderwijs, omdat ik door de zorg voor mijn kinderen moeilijker
(© Rob Stevens)
(© Rob Stevens)
Joke Depuydt
(© Rob Stevens)
het emeritusexamen
campuskrant
Godsdienstpsycholoog
Dirk Hutsebaut Onderzoek of onderwijs? “In onderwijs heb ik veel geïnvesteerd. Ik gaf graag les, al was het misschien niet altijd even gemakkelijk of leuk. Toen ik departementsvoorzitter werd van Psychologie vond ik de combinatie van een beleidstaak met onderwijs en onderzoek een heel moeilijke zaak. Maar laat ik de verhouding fiftyfifty noemen. Zeker de laatste vijftien jaar heb ik veel geïnvesteerd in het onderzoek naar hoe mensen reageren als ze geconfronteerd worden met een of andere vorm van religieuze inhoud. Hoe gaan ze er sociaal-cognitief mee om? In functie daarvan hebben we de postkritische geloofsschaal ontwikkeld die ondertussen in dertien of veertien talen vertaald is, in Europa toch al wat onderzoek heeft gegenereerd en een zeer veel gebruikt instrument, uiteraard in het vakgebied, is geworden. De PKG geeft onder meer in tegenstelling tot de vroeger gebruikte Amerikaanse instrumenten wel expliciet een plaats aan ‘ongeloof’ in zijn verschillende varianten, wat bij de Amerikanen eigenlijk valt onder ‘weinig gelovig’. Vergeet niet dat hun samenleving veel minder geseculariseerd is dan de onze.” God en wetenschappen? “Ik ben een pure menswetenschapper en was bovendien een van de eerste leken die hier een vak gaf. Dat was toen niet zo simpel om de eenvoudige reden dat ik geen theologie gestudeerd had. Ik heb filosofie en psychologie gestudeerd en ben gepromoveerd bij psychologie en in het begin was men daar toch wel een beetje ongerust over. Maar je kunt niet zeggen dat dat werkelijk conflictueus is geweest. ” Gezin of carrière? “Mijn vrouw heeft altijd halftime gewerkt, we hebben drie kinderen en ik denk dat we er vrij behoorlijk in geslaagd zijn om gezin en loopbaan te combineren. Ik ben er wel altijd van uitgegaan dat ik, wanneer ik thuis was, ook werkelijk thuis moest zijn. Dan ging ik niet boven aan mijn bureau zitten. Neen, we hanteerden een duidelijk onderscheid tussen thuis en werk. ’s Morgens begon ik wel altijd vroeg op de faculteit, steevast om kwart voor acht. Mijn vrouw en ik hebben ook doelbewust geprobeerd te vermijden dat zij van alles aan de kant zou moeten schuiven voor mijn carrière.”
18
valvas
19.9.2007
campuskrant
Doctoraten Godgeleerdheid 22 juni, Przemyslaw Plata, The Appeal to the Trinity in Contemporary Theology of Interreligious Dialogue 27 juni, Adam Michalek, Africa in Ecclesia. Quelle est la présence de la religion traditionnelle dans la vie des chrétiens africains aujourd’hui d’après le bulletin Dialogo (1966-2001)? 27 juni, Stephen Egwim, A contextual and cross-cultural study of Ps 109 6 juli, Devis Chenginiyadan, Methodology Based on Symbols in Sacramental Rites. An Anthropological and Phenomenological Discussion on the Symbolic Functions and Religious Experience in Myths, Rituals and Sacrifices based on Louis Dupré’s Works with Reference to Indian Religious Traditions Hoger Instituut voor Wijsbegeerte 6 juli, Sonja Zuba Hoger, Iris Murdoch and the Contemporary Retrieval of Platonic Themes 23 augustus, Rodrigo Gonzalez, The Chinese Room Revisited. Artificial Intelligence and the Nature of Mind 14 september, Miklos Vassanyi, “Anima Mundi”. The Rise of the World Soul theory in German Enlightenment and early Romanticism, examined in the perspective of the relation of the Finite with the Infinite Rechtsgeleerdheid 27 augustus, Peter Schollen, De greep van de wetgever op de rechter 10 september, Miet Vanderhallen, De werkalliantie in het politieverhoor 18 september, Anne-Lies Verdoodt, Zelfregulering in de journalistiek. De formulering en handhaving van deontologische standaarden voor en door het journalistieke beroep Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen 26 juni, Nathalie Francken, Mass Media, Government Policies and Economic Development: Evidence from Madagascar 2 juli, Frederiek Schoubben, The impact of a stock listing on the determinants of firm performance and investment policy 4 juli, Eef Delhaye, Economic analysis of traffic safety 6 juli, Mark Van Achter, Essays on the market microstructure of financial markets 20 augustus, Caroline Goukens, Desire for variety. Understanding consumers’ preferences for variety-seeking 12 september, Stijn Kelchtermans, In pursuit of excellence: essays on the organization of higher education and research 14 september, Katrin Hussinger, Essays on internationalization, innovation and firm performance Sociale Wetenschappen 19 juni, James Okemwa, Political Leadership and Democratization in the Horn of Africa (1990-2000)
29 juni, Klaas Gutschoven, Gezondheidsempowerment en de paradigmaverschuiving in de gezondheidszorg: de rol van het Internet 7 september, Rozane De Cock, Trieste vedetten? Assisenverslaggeving in Vlaamse kranten 7 september, Steven Malliet, The challenge of videogames to media effect theory 10 september, Leen Vandecasteele, Dynamic Inequalities. The Impact of Social Stratification Determinants on Poverty Dynamics in Europe 12 september, Verónica Donoso, Adolescents and the Internet: Implications for Home, School and Social Life Letteren 22 juni, Sofie Van Gijsel, A corpus linguistic, sociovariational analysis of lexical richness 26 juni, Geert Brône, Bedeutungskonstitution in verbalem Humor. Ein kognitivlinguistischer und diskurssemantischer Ansatz 27 juni, Frédéric Pain, Génétique et aréal. Vers une histoire phylogénétique des complexes linguistiques d’Asie Orientale et du Sud-est 28 juni, Karolien Rys, La formulation de l’acte de requête en français par des enfants d’origine immigrée: étude comparée de la compétence pragmatique d’apprenants maghrébins et hispanophones à Bruxelles 2 juli, Paul Janssenswillen, Bezielde vorming. Schoolbeleving in het middelbaar onderwijs voor jongens in de provincie Limburg, 1878-1970 3 juli, Caroline Gevaert, The history of ANGER: the lexical field of ANGER from Old to Early Modern English 9 juli, Liesbeth De Bleeker, “Ces sentiers qui tracent un autre pays que les routes coloniales”: L’invention de l’espace dans l’oeuvre de Patrick Chamoiseau 4 september, Koenraad Du Pont, “Proprio cosi ...”. I diari di guerra di Ardengo Soffici (co)stretti tra arte e storia Psychologie en Pedagogische Wetenschappen 18 juni, Sarah Gielen, Peer assessment as a tool for learning 25 juni, Kerlijn Quaghebeur, Pathways of participation. A critical exploration of participation as a dominant learning perspective in the world of development cooperation 3 juli, Filip Verhulst, The Affective Priming Paradigm as an indirect measure of food attitudes. What does it measure and when is it predictive for food choice? 4 september, Li Wan, Dyspnea and anxiety: An inquiry into their relationship 13 september, Dinska Van Gucht, Context and craving for chocolate and cigarettes: Extinction and renewal in health-related behavior Wetenschappen 15 juni, Kris Bogaerts, Statistisch modelleren van de doorbraak van tanden gebaseerd op multivariate intervalgecensureerde gegevens 21 juni, Bert Van Schaeybroeck, Interfaces and wetting in
ultracold gases 22 juni, Katleen Denolf, Study by Adiabatic Scanning Calorimetry of Phase Transitions in Liquid Crystals and Liquid Crystalline Mixtures with Nonmesogenic Solutes 28 juni, Magdalena Slusarczyk, Design, synthesis and biological evaluation of methylene bridged analogues of biologically active heterocycles 29 juni, Taoufik Rohand, Functionalisation and photophysical properties of highly fluorescent Boradiazaindacene (BODIPY) derivatives 2 juli, Joke Adam, Symmetries of the multiple brane 4 juli, An De Rijdt, Monoidal equivalence of compact quantum groups 5 juli, Anke Knapen, Spatial and temporal variability of the erosion resistance of loess-derived topsoils during concentrated flow 5 juli, Kelly Servaes, Coördinatie van het uranylion in oplossing en ionische vloeistoffen. Een combinatie van UV-Vis absorptie- en EXAFS spectroscopie 5 juli, Michiel Debruyne, Robustness of censored depth quantiles, PCA and kernel based regression, with new tools for model selection 10 juli, Wim Vinckx, Vortex pinning in superconductors laterally modulated by nanoscale self-assembled arrays 10 juli, Deyan Yordanov, From 27Mg to 33Mg: transition to the “Island of inversion” 24 augustus, Jan Rosseel, Aspects of cosmology in supergravity 27 augustus, Sandy Jacobs, Proteomics Applications in Neuroanatomy: a search for new regional markers in the mammalian brain 28 augustus, Filip De Maesschalck, Stadsgewestvorming en electoraal-geografische dynamiek. Een onderzoek in Brussel en Antwerpen 30 augustus, Caroline Vandenplas, Correlaties in kwantumsystemen met hoge graad van symmetrie 18 september, Maarten Kostermans, Anionbinding of N-confused calix[4]pyrroles and acyclic analogues Ingenieurswetenschappen 14 juni, Isaak Yperman, Het Link Transmissie Model voor dynamische verkeerssimulaties in netwerken 19 juni, Caroline Vanmaele, Ontwikkeling van een golfgebaseerde voorspellingstechniek voor de efficiënte laag- en middenfrequente structuurdynamische analyse 19 juni, Maria Gromova, Microcrystalline SiGe for MEMS applications 20 juni, Nele Mentens, Veilig en efficiënt coprocessor ontwerp voor cryptografische toepassingen op FPGAs 21 juni, Bert Serneels, Hoge spanning vermogenversterkers voor xDSL-toepassingen in nanometer CMOS 26 juni, Rolando Celleri Alvear, Rainfall Variability and Rainfall-Runoff Dynamics in the Paute River Basin - Southern Ecuadorian Andes
26 juni, Luis Manuel Timbe Castro, River Flooding Analysis Using Quasi-2D Hydraulic Modeling and Geospatial Data 27 juni, Johan Theunis, Protocol design voor multimedia over mobiele netwerken 5 juli, Raf Schoofs, Ontwerp van hoge-snelheids tijds-continue delta-sigma A/D convertoren voor breedband communicatie 5 juli, Mohammed Javed Absar, Locality Optimisation in a Compiler for Embedded Systems 5 juli, Jayaprakash Balachandran, Above-IC Interconnects for High Speed Digital Integrated Circuits 5 juli, Gustavo Rubio, Numerical Methodologies for the Determination of Noise Sources in Subsonic Flows 5 juli, Hua Wang, Word and Decoder Organisation Exploration Methodology for the Generation of Energy and Delay Trade-Offs in Embedded SRAMs 6 juli, Thomas Kauerauf, Degradation and Breakdown of MOS Gate Stacks with High Permittivity Dielectrics 9 juli, Daan Degrauwe, Onzekerheidsvoortplanting in structuuranalyse met vaaggetallen 13 september, Jan Luyten, Van katalytisch actief naar actieve katalyse: een modelstudie Bio-ingenieurswetenschappen 14 juni, Sandra Landahl, Dependence of Textural Properties of Apples on Their Maturity and Water Status 19 juni, Cedric Ververken, Het gebruik van DNA immunisaties in een Theileria parva rundermodel voor de identificatie van kandidaat CTL antigenen 21 juni, Klaartje Vandersypen, Beslissingsondersteunende hulpmiddelen voor watergebruikers en beheerders in collectieve irrigatieprojecten. Een gevalstudie in het Office du Niger irrigatieproject (Mali) 10 juli, Sofie Depraetere, The Potential of Yeast Preoxygenation for Application in the Brewing Industry 17 juli, Minh Thuy Nguyen, Stability of Folates and Ascorbic acid during combined high pressure thermal treatments 20 juli, Hendrik De Winne, Activatie van korte alkanen 5 september, Jurgen Buekers, Metal fixation in soil: kinetics, mechanisms and its effect on metal bioavailability 19 september, Paul Van Liedekerke, Study of the Granular Fertilizers and the Centrifugal Spreader Using Discrete Element Method (DEM) Simulations Geneeskunde 18 juni, Nele Stoppie, Microfocus Computed Tomography to study bone remodelling and bone quality around titanium implants. An in vitro and in vivo investigation 21 juni, Kris Schauwaers, SPARKI: a mouse model to study the in vivo role of selective androgen response elements 26 juni, Diethard Monbaliu,
Tolerance of livers to warm ischemia in a preclinical model of liver transplantation from non-heart-beating donors 2 juli, Camila Esguerra, TTRAP is an Essential Modulator of SMAD3-Dependent NODAL Signaling During Zebrafish Gastrulation and Left-Right Axis Determination 4 juli, Floris Vanmolkot, Vascular studies in migraine and anti-migraine drug development 5 juli, Isabelle Meyts, Involvement of the TH1 inflammatory T cells in a mouse model of allergic asthma 6 juli, Veronique Vreys, Cellular Mechanisms of Mammalian Heparanase Uptake and Activation 9 juli, Gilbert Lemmens, Multi-family group therapy in the treatment of major depression 10 juli, Jan Jordens, Structural and Functional Analysis of PTPA, the Phosphatase 2A Activator 16 juli, Jacques Jani, Fetoscopic Interventions for severe congenital diaphragmatic hernia: selection of cases and proposal of an optimal trial design 7 september, Jan Jeroen Vranckx, Ex vivo gene transfer to full thickness wounds. A platform for autologous ‘smart’ tissue engineering for tissue repair 11 september, Jeroen Declercq, Impact of targeted activation of the PLAG1 proto-oncogene in salivary glands, mammary glands, prostate and pancreas of PLAG1 transgenic mice 17 september, Isabelle Cleynen, Regulation and function of the “High Mobility Group” HMGA proteins during tumor development 17 september, Yves Debaveye, The Low T3 Syndrome during Prolonged Critical Illness: Exploration of Peripheral Alterations Farmaceutische wetenschappen 12 juli, Joachim Brouwers, Evaluation of intraluminal drug and formulation behavior 6 september, Yousra AbdelMottaleb, Novel potassium channel toxins from scorpion venom: from elucidation to potential application 10 september, Satish Chitneni, Synthesis and Evaluation of Radiolabeled Bicyclic Nucleoside Analogues (BCNAs) for In Vivo Visualization of VaricellaZoster Virus Thymidine Kinase (VZV-tk) Gene Expression 18 september, Erik Haghedooren, Characterisation and classification of stationary phases in reversed-phase liquid chromatography: development and applications 19 september, Xin Wang, Physico-chemical characterization of binary and ternary solid dispersions of itraconazole and indomethacin Bewegings- en Revalidatiewetenschappen 24 mei, Katrien De Bock, Metabolic adaptations to exercise in the fasted state
valvas
19.9.2007
Benoemd of onderscheiden
In Memoriam De universitaire gemeenschap neemt afscheid van De Heer Jan Devyt creditstudent Rechtsgeleerdheid Campus Kortrijk geboren op 24 september 1965 en overleden op 1 juni 2007
Mevrouw Linde Vanderhaegen studente derde bachelor rechten geboren op 7 januari 1986 en overleden op 11 juni 2007
De heer Bert Huysmans gepensioneerd medewerker Financiële Diensten geboren op 21 december 1944 en overleden op 15 juni 2007
Professor Roger Vandenborre emeritus gewoon hoogleraar aan de Faculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen geboren op 28 december 1935 en overleden op 24 juni 2007
De heer Pieter Eeckhout student derde jaar Arts geboren op 16 december 1983 en overleden op 30 juni 2007
Professor Jozef Remi Mertens ere-gewoon hoogleraar aan de Faculteit Letteren geboren op 17 maart 1921 en overleden op 1 juli 2007
De heer James Steverlynck student 1ste bachelor Bio-ingenieurswetenschappen geboren op 24 augustus 1988 en overleden op 5 juli 2007
Professor Daniël Verhelst C.I.C.M. erehoogleraar aan de Faculteit Letteren geboren op 1 februari 1933 en overleden op 14 juli 2007
Professor Ivan De Lanoo eredocent aan de Faculteit Sociale Wetenschappen geboren op 23 februari 1937 en overleden op 21 juli 2007
Professor Louis Meerts emeritus buitengewoon hoogleraar aan de Faculteit Sociale Wetenschappen geboren op 17 mei 1920 en overleden op 27 juli 2007
Professor Jan Van Bavel O.S.A. emeritus gewoon hoogleraar aan de Faculteit Godgeleerdheid geboren op 7 juni 1923 en overleden op 28 juli 2007
Professor Marcel Rijckaert emeritus gewoon hoogleraar aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen geboren op 18 juli 1943 en overleden op 13 augustus 2007
Professor Constant Van De Wiel ere buitengewoon hooglelaar aan de Bijzondere Faculteit Kerkelijk Recht geboren op 23 november 1924 en overleden op 22 augustus 2007
De heer Jozef Peeters gewezen diensthoofd Kas- en vermogensbeheer geboren op 20 mei 1936 en overleden op 29 augustus 2007
Professor Geoffrey King ere-gewoon hoogleraar aan de Faculteit Wetenschappen geboren op 7 december 1924 en overleden op 11 september 2007
Wilm Decré, doctoraatsstudent aan het Departement Werktuigkunde, en Jan Verveckken, doctoraatsstudent aan het Departement Elektrotechniek, werden respectievelijk eerste en derde laureaat in de IEEE Region 8 Student Paper Contest 2007. De finale van deze wedstrijd voor licentiaatsverhandelingen vond plaats tijdens de EUROCON-conferentie van het Institute of Electrical and Electronics Engineers, van 9 tot 12 september in Warschau, Polen. De studenten kregen voor hun eerste en derde plaats een geldsom van respectievelijk 800 en 200 US Dollar.
REC HT
campuskrant
19
gezet door Reiner Van Hove
Professor Bernd Nilius, verbonden aan de Afdeling Fysiologie van het Departement Moleculaire Celbiologie, werd benoemd tot European Editor van het internationale toptijdschrift Physiological Reviews. Het proefschrift dat Hans Prenen, verbonden aan de Afdeling Oncologie van de UZ Leuven, in 2006 verdedigde, werd bekroond als ‘oncologieproefschrift van het jaar’ tijdens de oncologiedagen die jaarlijks georganiseerd worden te Arnhem (Nederland). Herman Van Coppenolle, emeritus hoogleraar aan het Departement Revalidatiewetenschappen van FaBeR, mocht op 28 juli in Rio Claro, Brazilië, de Elly D. Friedmann Award for Outstanding Adapted Physical Activity Contributions in ontvangst nemen. Hij kreeg deze onderscheiding van de IFAPA, de International Federation of Adapted Physical Activity. Voor zijn onderzoek naar hemofilie ontving Thierry Vandendriessche, onderzoeker aan het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) en het Centrum voor Transgene Technologie en Gentherapie, de Hemophilia Research Award. Die onderzoeksbeurs is 200.000 dollar waard en wordt uitgereikt door het farmaceutisch bedrijf Bayer. Professor Wim Van Petegem, directeur van AVNet, werd in juni in Napels, Italië, benoemd tot Fellow van EDEN, de European Distance and e-Learning Network. En in juli werd professor Van Petegem in Miskolc, Hongarije, tevens aangesteld tot lid van het Bureau van SEFI, de Société Européenne pour la Formation des Ingénieurs. Professor Geert Verbeke, verbonden aan het Biostatistisch Centrum van de Faculteit Geneeskunde, werd verkozen tot International Representative in de Board of Directors van de American Statistical Association, voor de periode van 1 januari 2008 tot 31 december 2010.
Moet je na het eten een uur wachten voor je gaat zwemmen?
E
en uur duurt lang voor wie een hele aflevering van Slimmer dan een kind van 10 moet uitzitten. Zestig minuten lijken een eeuwigheid voor de Harry Potter-fanaat die ruim voor openingstijd aan de boekhandel staat. Maar 3600 seconden tikken het traagst weg voor een uk die een zwembad vol joelende collega-kinderen ziet en zelf, op ouderlijk bevel, een uur aan de kant moet blijven. Zwemmen vlak na de maaltijd zou gevaarlijk zijn. Waarom eigenlijk, professor Martin Hiele van de Afdeling Gastro-enterologie? “Het advies om niet te zwemmen na het eten is gebaseerd op een fysiologische waarneming: na de maaltijd gaat er meer bloed naar het maag-darmsysteem voor de vertering, en dat bloed is derhalve niet beschikbaar voor andere organen: hart, hersenen, spieren, … Een andere vrees is dat je zou kunnen stikken als je zou moeten braken tijdens het zwemmen. Maar in de wetenschappelijke literatuur is er geen goede evidentie terug te vinden dat er een gevaar is. Ons lichaam lijkt in de meeste gevallen over voldoende reserves te beschikken om ook een zwempartijtje na het eten te kunnen ‘verteren’.” Is er dan geen enkele voorzichtigheid geboden? Hiele: “Mensen met een beperkte hartfunctie kunnen — bij wijze van voorzorg — beter extra voorzichtig zijn. Je kan ook best niet gaan zwemmen als je je na een zware maaltijd niet goed of abnormaal moe voelt, of als je het gevoel hebt dat je misschien moet braken. Ook als je tijdens het zwemmen misselijk wordt of buikkrampen krijgt, kan je veiligheidshalve beter naar de kant gaan.” “Waar we trouwens wel bewijs in overvloed voor hebben, is dat alcoholgebruik tot een verhoogd risico op verdrinking leidt — bij het zwemmen, maar ook bij andere watersporten. Als je gaat zwemmen, varen of surfen, moet je dus wel degelijk nuchter zijn: maar dan hebben we het over alcohol, niet over voedsel.”
[conclusie]
Gezonde zwemmers hoeven geen horloge mee te brengen, op voorwaarde dat ze ook de alcohol thuislaten.
20
de buitenkant
19.9.2007
campuskrant
500 woorden
in BEELD
Hans Van Alphen (25), oud-student kinesitherapie, beste Belgische tienkamper ooit en geselecteerd voor Peking 2008
“Als er één discipline mislukt, is alles om zeep”
(© Vincent Kalut / Photo News)
Interview Ine Van Houdenhove
(© Rob Stevens)
Aarde werk Een jongere legt een skelet bloot tijdens het wetenschapskamp archeologie, een initiatief van de Cel Wetenschapscommunicatie en de onderzoekseenheid Nabije Oosten Studies. De archeologen in spe — tussen 12 en 16 jaar oud — ondervonden in de praktijk dat er meer dan een schopje en borsteltje te pas komt aan de discipline: ze doken ook het labo in om hun vondsten te onderzoeken. In augustus organiseerde ook het Departement ESATMICAS, samen met de RVO-Society, een wetenschapskamp: ‘Ingenieur vanaf 13’. Een week lang gingen eenentwintig meisjes van tien tot veertien jaar aan de slag met Lego-treinen en logische poorten.
“Tienkamp duurt twee dagen en is al bij al vaak een wat saaie bedoening. Je moet al erg gemotiveerd zijn om te blijven kijken. Vijftig, honderd toeschouwers, meer had ik er nooit bij elkaar gezien, ouders en trainers inbegrepen. En dan sta je in Bangkok (tijdens de Universiade — red.) opeens in een stadion met vijftigduizend toeschouwers. Indrukwekkend.” “Ik ben als zes-, zevenjarige begonnen met atletiek en had al snel door dat ik in alle disciplines goed was maar nergens in uitblonk. Dan is tienkamp een logische keuze. Voor je lichaam is het niet slecht, je wordt minder eenzijdig gevormd dan bij andere sporten.” “Ik leid niet het ascetische leven van een topsporter. Ik eet wat de pot schaft, drink af en toe wel eens een pintje. Misschien zal ik daar iets aan moeten doen als ik een contract krijg volgend jaar.” “Als ik al 7.000 punten haalde met zo weinig training, moest ik misschien toch eens wat harder gaan werken en proberen een profcontract in de wacht te slepen, vond ik na mijn studie kinesitherapie. Tijdens mijn jaren in Leuven stond mijn hoofd niet echt naar trainen. Ik gaf mezelf één, twee jaar om het te proberen. Aan de Spelen dacht ik niet eens.” “Mijn opleiding en ervaring als kinesist helpen me. Ik weet wat ik moet doen om blessures te vermijden. En bij gebrek aan een trainer die het overzicht bewaart — er zijn vrijwel geen tienkamptrainers in België en ik train dus met verschillende trainers — neem ik dat zelf voor mijn rekening.” “Op een dag stelde één van mijn patiënten voor om me te sponsoren. Ik had er nooit om gevraagd maar het betekende dat ik minder kon gaan werken en meer kon beginnen trainen. Een keerpunt.” “Het afgelopen jaar was zwaar. Zes uur per dag werken, tien tot zestien uur per week trainen. Om acht uur de deur uit, ten vroegste om negen uur thuis. Ik had wellicht verder kunnen staan als ik wat meer rust had gehad.”
(© Rob Stevens)
Hoeden van
stand
Klopt het gerucht dat zelfs Snoop Dogg en Kanye West in de Marktrock-backstage met een hoedje van de K.U.Leuven rondliepen? We hebben het niet kunnen achterhalen. Wat we wel weten, is dat de infostand van de universiteit tijdens het festival druk bezocht werd, en dat de zonnehoedjes met opschrift ‘Ontdek jezelf, begin bij de wereld’ een succes waren: alle 7.000 voorziene exemplaren vonden een hoofd. Onder de afnemers waren er ook enkele young potentials die nu al besloten hebben waar ze willen gaan studeren.
colofon campuskrant C a mpusk r a nt Maandelijks tijdschrift van de K.U.Leuven R edactie Ine Van Houdenhove (hoofdredacteur), Ludo Meyvis, Reiner Van Hove, Wouter Verbeylen Redactieadres Oude Markt 13 - bus 5005, 3000 Leuven (t) 016 32 40 18 (f) 016 32 40 14
[email protected]
Adreswijzigingen (personeel en externen) Bie Dehaes, (t) 016 32 37 83
[email protected] Adreswijzigingen (oud-studenten) Erik Gobin, (t) 016 32 40 02
[email protected] Losse medewerkers Joke Depuydt, Ann Fransen, Kris Kelchtermans, Lien Lammar, Ines Minten, Jaak Poot, Benedict Vanclooster, Henk Van Nieuwenhove, Tim Vuylsteke, Tim Willekens
“Je hebt maar een keer of drie per jaar de kans om het waar te maken. Twee weken voor een tienkamp moet je de trainingen beginnen afbouwen, de twee weken nadien moet je recupereren. Dan nog hopen dat het weer wat meezit… en dat àlle disciplines goed gaan. Als er eentje mislukt, is alles om zeep.” “Ik was een jaar of elf toen ik een spreekbeurt gaf over de Olympische Spelen. Als kleine jongen was dat een droom van me, daar wilde ik naartoe. Lange tijd bleef ik altijd nèt iets onder het topsportniveau hangen en eerlijk gezegd had ik mijn Olympische droom allang opgeborgen. Dat hij nu toch uitkomt, betekent wel iets, ja.” “Het mooie aan tienkamp is de variatie. Laat mij geen tien dagen aan een stuk trainen op speerwerpen. Hoewel het mijn favoriete discipline is. Een discus en zeker een kogel vliegen maar even.”
Vormgeving Catapult Lay-out en zetwerk Wouter Verbeylen Fotografie Rob Stevens Cartoons Joris Snaet Reclameregie Wouter Verbeylen, (t) 016 32 41 46
[email protected] Oplage 35.000 ex.
Drukwerk Verheyen Graphics, Deurne Verantwoordelijke uitgever Ronny Vandenbroele, Oude Markt 13 bus 5005, 3000 Leuven Copyright artikels Artikels kunnen overgenomen worden mits toestemming van de redactie. Het volgende nummer verschijnt op 17 oktober. Suggesties voor artikels zijn welkom op het redactieadres. Campuskrant op Internet: www.kuleuven.be/ck/