thema
Shell in nigeria
GliBBeriGe BUSIneSS Onlangs schikte Shell voor 70 miljoen euro met Nigeriaanse dorpsbewoners voor twee olielekkages uit 2008. Maar lekkages zijn er nog altijd aan de orde van de dag. En ook op zee heeft Shell geen schone handen. BEELD marten van dijl
10 ONEWORLD
thema
Shell in nigeria
Gedupeerden houden Nederlandse Shell verantwoordelijk voor olielekkages Nigeria NRC Handelsblad, 10 oktober 2012
‘We bekijken onze strategische portfolio opnieuw, met betrekking tot een mogelijke exit van onze belangen in onshore olievelden in de oostelijke Nigerdelta’
Shell jaarverslag 2013, p. 24 (vertaald uit het Engels)
‘Vredesonderhandelingen’ tussen Shell en bewoners Nigerdelta Oneworld.nl, 18 juni 2014
Shell verlegt focus Afrika naar diepzee
De Telegraaf, 23 oktober 2014
rdelta Weer groot olielek Shell in Nige 2014 nu.nl/De Telegraaf, 3 december
Shell schikt voor 70 miljoen euro in Nigeria
Trouw, 8 januari 2015
ONEWORLD 11
THEMA
Shell in Nigeria
Davids tegen Goliath Drie boeren uit de Nigerdelta stelden oliereus Shell verantwoordelijk voor geleden schade door olievervuiling. Eén kreeg gelijk. In maart gaan de andere twee in hoger beroep. tekst Hans Ariëns & Eva Schram
D
rie boeren uit de Nigeriaanse dorpen Goi, Ikot Ada Udo en Oruma spanden in 2008 samen met Milieudefensie een rechtszaak aan tegen Shell vanwege de olievervuiling in die dorpen. De boeren zijn door de vervuiling hun bron van inkomsten kwijt en vragen om compensatie. Boer Friday Akpan uit Ikot Ada Udo werd in het gelijk gesteld. De rechter achtte bewezen dat de lekkage door slecht onderhoud (door onder andere Shell) was veroorzaakt. Voor de lekkages in Goi en Oruma gold dat niet, dus verloren de boeren uit die dorpen hun zaak. Zowel Milieudefensie en de boeren als Shell zijn in hoger beroep gegaan. Op 15 maart vindt het volgende pleidooi plaats bij het Gerechtshof in Den Haag. Milieudefensie en de boeren zullen dan (opnieuw) vragen om interne documenten te open baren over de gang van zaken rond de lekkages. En ze vragen in hoeverre Shell sturing geeft aan de Nigeriaanse joint venture Shell Petroleum Development Company (SPDC), waarin de multinational 30 procent van de aandelen heeft. Shell stelt opnieuw de bevoegdheid van de Nederlandse rechtbank (in 2009 werd geoordeeld dat die bevoegd is) ter discussie. In navolging van de Nederlandse rechtszaken werd ook in Groot-Brittannië een rechtszaak gestart. 15.000 boeren uit de streek Bodo verzamelden zich en klaagden Shell aan. Die zaak werd onlangs geschikt. De boeren krijgen in totaal (deels uit te betalen aan de gemeenschap) 70 miljoen euro.
12 ONEWORLD
Alali Efanga, oruma
‘We knopen de eindjes aan elkaar’ In juni 2005 zagen dorpelingen in Oruma ruwe olie omhoog komen uit een Shell-pijpleiding en uitstromen over de delta. De visvijvers die Alali Efanga een paar jaar daarvoor van zijn vader had geërfd, raakten vervuild. Vissen, kreeften, oesters, krabben en garnalen legden massaal het loodje. “Door de olielekkage verloor ik mijn inkomen. We knopen nu de eindjes aan elkaar. Ik ga soms de bush in of ik vind een klusje bij een bedrijf voor 500 naira (drie euro) per dag”, aldus Alali Efanga tegenover Milieudefensie. Shell huurde een aannemer in die de vervuilde grond moest afvoeren. Met weinig resultaat: nog steeds gedijen jonge visjes niet in de poelen van Alali.
THEMA
Shell in Nigeria
Friday Akpan, ikot ada udo
Eric Dooh, goi
‘Dit is de hand van God’
‘We kregen geen eerlijke kans’
De 58-jarige boer Friday Akpan bezat maar liefst 47 vis vijvers. Olielekkage vanuit Shell-pijpleidingen maakte een einde aan zijn bloeiende bedrijf. Anders dan de boeren uit de andere gemeenschappen wist Friday aannemelijk te Xxx maken dat Shell verantwoordelijk was voor de lekkage. De uitspraak in januari 2013 was een unicum: nog nooit was iemand in Nigeria er in geslaagd een oliemaatschappij verantwoordelijk te stellen voor olielekkages en compensatie af te dwingen. Een historisch precedent dus. In Fridays dorp Ikot Ada Udo was de stemming uitgelaten. Friday zelf zag ‘de hand van God’ in de uitspraak. Enige minpuntje was dat de rechter alleen Shell Nigeria verantwoordelijk hield. “Shell geeft geen fouten toe”, zei Friday tegen The Guardian. “Een uitspraak van een Nigeriaanse rechter zouden ze naast zich neer leggen. Een Nederlandse beslissing maakt meer indruk.” Op de compensatie wacht hij overigens nog.
In september 2004 lekte er olie uit de Trans-Niger-pijpleiding van Shell. De gelekte olie stroomde van de lekkageplek in Goi de kreken in en vloog in brand. Het vuur verspreidde zich razendsnel. Shell werd erbij gehaald, maar de brandweer lieden van het bedrijf kregen het vuur niet geblust. De dijken van de visvijvers bezweken, waardoor de olie in de vijvers van lokale families stroomde en de vissen stierven. Barizaa Tete Dooh, de vader van Eric, was woedend op Shell. Hij besloot het bedrijf voor de rechter te slepen. De rechtszaak samen met Milieudefensie maakte hij niet meer mee. Zijn zoon Eric zette de strijd tegen de oliemulti national voort. Na de verloren rechtszaak in 2013 reageerde hij ontgoocheld voor de microfoon van radiozender BNR. “We hebben geen eerlijke kans gehad omdat de rechtbank Shell niet heeft gedwongen hun documenten aan onze advocaten te geven. Wij voelen ons achtergesteld bij de andere gemeenschappen.” Volgens de rechter konden de boeren niet aantonen dat Shell verantwoordelijk was voor de lekkage.
ONEWORLD 13
THEMA
Shell in Nigeria
Weggelekt De Nigerdelta zit onder de olie. De afgelopen jaren is door talloze lekkages in Shells pijpleidingen zo’n elf miljoen liter olie de natuur in gestroomd. Maar wie op basis van openbare data iets zinnigs wil zeggen over de omvang van het probleem, komt bedrogen uit. OneWorld ging op zoek naar de harde cijfers. tekst Adriana Homolová & Eva Schram
“K
ijk, hier stonden mangrovebossen”, zegt Veronica Adakobana, lid van de Goi-gemeenschap in Ogoni land, een gebied in de Nigerdelta. Ze wijst naar de rivier waarop glimmende olievlekken duidelijk zichtbaar zijn. Kinderen springen vanaf aanleg steigers het vervuilde water in, ondanks de waarschuwings borden dat zwemmen in het water gevaarlijk is. Net als het drinken ervan of het gebruiken voor de was. Ook dat gebeurt nog steeds. “Het mangrovebos zat vol vis en schelpdieren, waar de vissers uit deze dorpen van leefden. Nu kunnen ze niets meer vangen”, zegt Adakobana. Bovenstaand gesprek vond plaats in Bodo, in juni afgelopen jaar. Maar het had net zo goed in Goi, Ikot Ada Udo of een van de andere honderden dorpen in de Nigerdelta kunnen zijn. Oliebedrijf Shell Petroleum Development Company (SPDC), de joint venture waarin Shell 30 procent en de Nigeriaanse overheid 55 procent van de aandelen heeft, boort op verschil lende plekken in de Nigerdelta naar olie en heeft meerdere pijpleidingen lopen door het gebied. Die vervoeren honderd duizenden vaten ruwe olie per dag. Als er een lek in zo’n leiding ontstaat, stromen enorme hoeveelheden ruwe olie de kwetsbare natuur in. Het probleem van de Nigerdelta in een notendop. Maar hoe groot is dat probleem nu precies? Om die vraag te beantwoorden ging OneWorld op zoek naar openbare data over olielekkages in de Nigerdelta.
14 ONEWORLD
Twee datasets
Shell mag zich graag op de ‘Het bewijs dat borst kloppen vanwege het gebruikt wordt om feit dat het bedrijf sinds 2011 sabotage als oorde onderzoeksrapporten over elk incident (de zoge zaak van een leknaamde Joint Investigation kage aan te wijzen, Visits, of JIV-rapporten) is vaak zwak’ online zet. ‘SPDC is het enige Amnesty International internationale oliebedrijf in de Nigerdelta dat dat doet’, zegt SPDC-voorzitter Mutiu Sunmonu in Shells duurzaam heidsverslag van 2013. Maar: de publicaties zijn pdf-bestanden van handgeschreven formulieren die zijn ingescand. Als je data wilt gebruiken, moet je die eerst overtypen. Een deel van de informatie uit die bestanden wordt in tabellen weergegeven op de website van SPDC. “Je moet de tabellen zien als de samenvatting van de informatie”, zegt Sola Abulu, manager international relations van SPDC. “En de JIV-rapporten zijn er als bewijs dat gedegen onderzoek is uitgevoerd.” De gege vens in de tabellen op de website zijn de enige manier waarop het oliebedrijf informatie uit de rapporteren digitaliseert, zegt SPDC. Over de JIV’s schreef Amnesty International in 2013 een kritische analyse. ‘Het is aannemelijk dat het volume van de gelekte olie dat genoemd wordt in veel gevallen onjuist is’,
0 - 10
Oruma
10 - 100 100 - 1000 1000 <
goi
VOLUME IN VATEN
BODO
Cartografie ism Tim Heerema
De Nigerdelta ligt in het zuiden van Nigeria. Er wonen 30 miljoen mensen.
0
25
50
kilometers
De kaart toont alle 621 olielekkages in Shells pijpleidingen tussen 2011 en juni 2014. Ze zijn veroorzaakt door sabotage of operationeel falen. Hoe groter het bolletje, des te groter de lekkage. Het gearceerde gebied is Edumanom Forest Reserve, waar nog enkele chimpansees leven. schrijft Amnesty. Sinds 2011 is de kwaliteit van JIV’s verbe terd, erkent de organisatie, maar ‘er blijven serieuze fouten bestaan. Zo is het bewijs dat gebruikt wordt om sabotage als oorzaak van een lekkage aan te wijzen vaak zwak.’ Daarom gaan we op zoek naar een andere dataset over olielekkages in de Nigerdelta. We komen uit op de Oil Spill Monitor-website, een online kaart van de Delta met alle olielekkages van de verschillende oliebedrijven erop. De data zijn afkomstig van de National Oil Spill Detection and Response Agency (NOSDRA), de toezichthouder op de olie-industrie in Nigeria. SPDC-voorzitter Sunmonu noemt de Oil Spill Monitor in het duurzaamheidsverslag van 2013. Volgens hem volgt de monitor het voorbeeld van de SPDC-website. Volgens de Oil Spill Monitor-website worden de data over olielekkages ‘op systematische wijze’ verwerkt. Navraag leert
dat dit betekent dat de afgevaardigde van NOSDRA bij de Joint Investigation Visit handmatig de informatie van het formulier invoert. Dat verklaart mogelijk waarom de data grote gebreken vertonen. NOSDRA hanteert alle variabelen, zoals schoonmaakdatum en geschatte vervuilde oppervlakte, die op het formulier te vinden zijn, maar vaak zijn die niet ingevuld in de digitale dataset. Een dataset met veel lege cellen maakt het lastig gegronde uitspraken te doen over de gegevens die er wél in staan.
Vreemd verschil
Om toch iets zinnigs te kunnen zeggen over de schaal van olievervuiling in de Nigerdelta hebben we onze eigen dataset samengesteld uit de tabellen op de SPDC-website (die slechts een beperkt aantal variabelen tonen, maar wel volledig zijn ingevuld) en de NOSDRA-data op de Oil Spill Monitor. Al snel blijkt er een vreemd verschil te bestaan tussen de twee sets: NOSDRA rapporteert véél meer lekkages sinds 2011 dan SPDC (zie tabel pag. 18). Dat is opmerkelijk: de brondocumen ten voor beide datasets zijn de JIV-rapporten. Wat blijkt? Tijdens één Joint Investigation Visit kunnen er meerdere lekken worden geconstateerd. SPDC rapporteert die in de tabellen als één incident en telt de hoeveelheid olie die uit al die lekken komt bij elkaar op, omdat – krijgen we te horen als we ernaar vragen – je niet kunt zien welke olie uit welk fysiek lekpunt komt. NOSDRA telt de volumes ook bij elkaar op, ONEWORLD 15
THEMA
Shell in Nigeria spdc
maar rapporteert elk lekpunt afzonderlijk in de dataset aan de hand van coördinaten. Shell doet dat laatste niet, en verwijst daarbij naar regels van nota bene NOSDRA over hoe dicht verschillende lekpunten bij elkaar moeten liggen om die als één incident te benoemen. Waarom NOSDRA dan wél apart lekpunten rapporteert, en Shell niet, blijft onduidelijk. Geert Ritsema, internationaal campagnewoordvoerder bij Milieudefensie en nauw betrokken bij de rechtszaak die vier Nigeriaanse boeren voeren tegen SPDC, vindt het een voorbeeld van hoe Shell zegt transparant te zijn, zonder het écht te zijn. “Shell goochelt in zijn eigen voordeel met cijfers. Het slimme ervan is dat ze in de meeste gevallen niet echt liegen. Dat lijkt hier ook weer het geval.” Een Neder landse woordvoerder van Shell wijst erop dat elk apart lek wel wordt gerapporteerd. “Die staan in de JIV-rapporten gewoon opgeschreven.” We vroegen ook NOSDRA naar de verschil lende werkwijzen, maar kregen geen antwoord.
nosdra
Het aantal ‘incidenten’ zoals gerapporteerd door SPDC en toezichthouder NOSDRA.
Elf miljoen liter olie
Na maandenlang dataonderzoek en vragen stellen aan SPDC en NOSDRA kunnen we een paar voorzichtige uitspraken doen over de omvang van de olievervuiling in de Nigerdelta. Tussen begin 2011 en juli 2014 zijn er 624 incidenten (dat kunnen meer fysieke lekkages zijn) geweest, waar zowel SPDC als NOSDRA melding van maken. SPDC en NOSDRA rapporteren op verschillende manieren over de omvang van lekkages. SPDC rekent in volume, NOSDRA in verontreinigd oppervlak. Volgens SPDC ging het in de onderzochte periode om 72.080 vaten, ruim elf miljoen liter olie, oftewel 62,5 keer een Boeing 747 voltanken. Het gaat doorgaans om kleine incidenten, waarbij een kleine hoeveelheid olie lekte. Slechts een enkele keer gaat het om lekkages waarbij grote volumes aan olie in de natuur terechtkomen. Uit 2 procent van de lekken stroomt 40 procent van de totale hoeveelheid gelekte olie. Als we kijken naar de NOSDRA-cijfers, zien we dat in dezelfde periode 90 vierkante kilometer aan natuurgebied vervuild is geraakt. Dit is een voorzichtige berekening, want de vervuilde oppervlakte is slechts in de helft van de gevallen ingevuld. De grootste lekkage in de NOSDRA-database was er een van 27 vierkante kilometer. Dat is ruim drie keer de oppervlakte van het centrum van Amsterdam.
Diefstalhotspots
Er zijn twee mogelijke oorzaken voor olielekkages: sabotage (ook wel oliediefstal genoemd) en operationeel falen. Volgens 16 ONEWORLD
SPDC is sabotage veruit de belangrijkste oorzaak van ‘Het is het zoveellekkages. Dat blijkt ook uit ste voorbeeld ons dataonderzoek. In 78 waarin Shell in zijn procent van de gevallen ging eigen voordeel met het om sabotage. Een van de notoire locaties cijfers goochelt’ voor oliedieven is de Trans- Geert Ritsema, Milieudefensie Niger-pijpleiding. Op meer dere plekken in deze leiding, waaronder bij Bodo (zie pag. 20), wordt regelmatig olie gestolen. In 3,5 jaar tijd zijn daar tenminste 65 incidenten geweest. Dat is meer dan één per maand. Daarbij lekte in totaal anderhalf miljoen liter olie de natuur in. 30 procent van dat volume kwam voort uit één diefstalincident. Oliediefstal is een bedreiging voor mens en natuur, maar ook voor zeldzame wilde dieren. In het Edumanom Forest Reserve, in het zuidelijkste puntje van de Nigerdelta, leven de laatste chimpansees en andere bedreigde diersoorten in Nigeria. In de door ons onderzochte periode werden tenmin ste negentien diefstalincidenten in dat gebied gerapporteerd, waarbij bijna 200.000 liter olie lekte. Volgens de Nigeriaanse wet hoeft een oliemaatschappij geen compensatie te betalen aan door olievervuiling getroffen inwoners als de oorzaak sabotage is. Maatschappelijke orga
De mangrovebossen zijn afgestorven, de vissen gestikt. De boeren rest niets dan vervuilde grond.
nisaties zeggen dat oliebedrijven, zoals Shell, er daarom belang bij hebben tijdens een Joint Investigation Visit (JIV) sabotage als oorzaak aan te wijzen. Amnesty International schreef in het eerder genoemde rapport uit 2013 dat er serieuze twijfels bestaan over het aanwijzen van een oorzaak tijdens het JIV-proces. Alleen als het lek aan de onderkant van de leiding zit, heet het operationeel falen. Shell werpt tegen dat tijdens een JIV niet alleen vertegenwoordigers van het oliebedrijf en overheden aanwezig zijn, maar ook om wonenden en lokale organisaties.
Schoonmaak laat op zich wachten
Het oliebedrijf dat de pijpleiding beheert, is verantwoordelijk voor de schoonmaak van gelekte olie, ongeacht de oorzaak van de lekkage. Als we alleen kijken naar de SPDC-data (we keken ook naar lekkages die nog niet zijn opgeruimd, maar die al wel gepland staan – informatie die alleen SPDC biedt), duurde het gemiddeld 2,5 tot 9,5 maanden om een lekkage op te ruimen. 2,5 maand voor incidenten waarvan de gelekte olie al is opgeruimd, 9,5 maand voor incidenten uit 2013 en 2014 waarvan het opruimen nog gepland staat. Dat grote verschil kan komen door moeilijk bereikbare lekkages en misschien niet-geactualiseerde data. Volgens Shell krijgen medewer kers soms maandenlang geen toegang tot vervuild gebied. Dat is moeilijk te toetsen, omdat er bij slechts 18 procent van de incidenten een vermelding van vertraging staat. Als we deze
incidenten weglaten in onze berekening, blijft de opruimtijd 2,5 tot 8 maanden. Als we vragen waarom het vaak lang duurt voordat olie wordt opgeruimd, zelfs als we corrigeren voor vertraging, krijgen we slechts een algemeen antwoord: “De grootte, locatie en mate van impact van een lekkage bepalen samen hoe lang het duurt een bepaald incident op te ruimen.”
Tot in de rechtszaal
De olievervuiling in de Nigerdelta is een complex probleem waarin verschillende groepen lijnrecht tegenover elkaar staan – in sommige gevallen tot in de rechtszaal aan toe (zie pag. 14). Openbare data zouden het probleem beter inzichtelijk kunnen maken, maar de data die wij gevonden hebben roepen meer vragen op dan dat ze beantwoorden. De data van de nationale toezichthouder NOSDRA zijn grotendeels onbruikbaar omdat die heel vaak niet volledig zijn ingevuld, maar geven, in tegen stelling tot SPDC, wél de coördinaten van lekkages. Het is goed dat SPDC de JIV-rapporten integraal op zijn website plaatst, maar het is weinig relevant voor data-onderzoek. De tabellen geven maar heel beperkt aan hoe de vork in de steel zit. Wie op basis van openbare data iets wil zeggen over de mate van olievervuiling in de Nigerdelta, komt bedrogen uit. Met medewerking van Nicholas Ibekwe, Lagos, Nigeria. De dataset die we hebben samengesteld en de verantwoording daarvan is te downloaden op oneworld.nl/olielekkages ONEWORLD 17
Het met olie vervuilde water in de kreken rondom het dorp Goi.
De olie die uit de pijpleidingen lekt, verspreidt zich over de gehele Nigerdelta. 20 ONEWORLD
steun onze onderzoeksjournalisten om meer misstanden bloot te leggen oneworld.nl/ikdoemee
thema
Shell in nigeria
WitWassen Met HULP VAn SHeLL shell en de italiaanse multinational ENi betaalden meer dan een miljard dollar voor een offshore olieveld. Het geld verdween, via een ingewikkelde constructie, in de zakken van een corrupte ex-minister. shell wist daarvan. tEKst idriS aKinBajo & Sanne terlingen
O
lie, macht en corruptie in Nigeria. Niets nieuws onder de zon, zou je zeggen. Toch is de zogenoemde OPL 245affaire zelfs voor Nige riaanse begrippen omvangrijk. Olieveld 245, waar het allemaal om draait, is 1958 vierkante kilometer en bevat een kwart van alle Nigeriaanse oliereser ves. Voor de kenners: 9,23 miljard vaten, voldoende om heel Afrika zeven jaar van energie te voorzien. Voor de leek: veel Xxx olie. Op zee, dus minder gevoelig voor sabotage dan een olie veld op het Nigeriaanse land. Sinds de ontdekking is olieveld 245 meerdere malen van eige naar gewisseld, er werden rechtszaken om gevoerd en ge heime deals over gesloten. De hoofdrolspelers komen uit de hoogste Nigeriaanse kringen. Een sleutelrol is weggelegd voor Shell. ‘Een zeer gebrekkige overeenkomst’ die ‘niet in nationaal be lang is’ en zelfs ‘tegen de Nigeriaanse wet’. Zo beoordeelde het Nigeriaanse parlement op 18 februari vorig jaar de deal waarin de licentie voor olieveld 245 was toegekend aan Shell en het Italiaanse oliebedrijf ENI. Bijbehorende adviezen: herroep de overeenkomst en berisp Shell en ENI vanwege hun gebrek aan transparantie bij het sluiten ervan. Shell is zich van geen kwaad bewust, houdt de Nederlandse woordvoerder vol. “Shellbedrijven hebben zich te allen tijde aan de Nigeriaanse wet gehouden, als wel aan de bepalingen die werden gesteld aan de licentieovereenkomst met de Nige
riaanse overheid”, zo laat hij weten. “We zijn open en transpa rant over alle betalingen die door Shell aan de Nigeriaanse overheid zijn gedaan.”
hoe de miniSter ziChzelf een olieveld gaf
Terug naar het begin. Olieveld 245 wordt in 1998 ontdekt in de Golf van Guinee. Nigeria wordt dan geleid door de militaire dictator Sani Abacha – berucht vanwege de enorme corruptie en mensenrechtenschendingen. Zijn minister van Olie is Chief Dan Etete, een self made zakenman. Altijd op zoek naar kansen om zijn eigen financiële situatie te verbeteren. Het behoort tot Etete’s takenpakket om zijn handtekening te zet ten onder nieuwe olielicenties (OPL – oil prospecting licenses). Na de vondst van olieveld 245 ruikt hij zijn kans. Op 29 april 1998 kent hij OPL 245 toe aan het vijf dagen daarvoor opgerichte bedrijfje Malabu Oil and Gas. Aandeelhouders: de zoon van dictator Abacha (Mohammed, 50 procent), de vrouw van Hassan Adamu, voormalig Nigeriaanse ambassadeur in de VS (20 procent) en de nietbestaande Kweke Amafegha (een pseudoniem dat Etete vaker gebruikt voor ‘internatio nale missies’).
zonder Shell geen Boormogelijkheden
1999. Het bedrijf Malabu bezit een olieveld, maar daarmee is Etete (inmiddels de voornaamste aandeelhouder) nog niet rijk. Het bedrijf heeft nul werknemers, laat staan de capaciteit ONEWORLD 21
thema
Shell in nigeria
OPL 245 1998 De Nigeriaanse minister van Olie, Dan Etete, geeft olieveld 245 aan het bedrijf Malabu, waarvan hij zelf de eigenaar is.
2001 Malabu gaat in zee met Shell. De multinational krijgt 40 procent van de aandelen en gaat olieveld 245 exploiteren. Dan trekt de regering de licentie voor het olieveld in, waarna Malabu een rechtszaak start.
1999 Nieuwe Nigeriaanse regering onder leiding van president Obasanjo.
1998
1999
2000
2002 OPL 245 gaat naar Shell, in ruil voor een signature bonus van 210 miljoen dollar.
2001
2002
om in een diepwatergebied naar olie te boren. Er zijn in de wereld maar enkele oliebedrijven die over de expertise beschikken om olie te winnen in ‘ultradiep water’. Eén van die bedrijven is Shell. Een probleempje: officieel mag Malabu niet samenwerken met Shell. Olieminister Etete kende OPL 245 namelijk aan Malabu toe onder het zogeheten Indigenous Exploration Program, bedoeld om het Nigeriaanse bedrijfsleven te stimu leren. Een van de voorwaarden is dat het ‘niet is toegestaan om een joint ventureovereenkomst te sluiten met een buiten lands bedrijf dat al actief is in de exploratie in Nigeria’. Shell doet al meer dan vijftig jaar zaken met het WestAfrikaanse land. Toch sluiten Malabu en Shell in 2000 een deal. Shell gaat olieveld 245 exploiteren en krijgt 40 procent van de aandelen.
touwtrekken om de liCentie
Een groter probleem – zowel voor Malabu als voor Shell – is dat de Nigeriaanse regering olielicenties niet alleen naar believen uitdeelt, maar ook weer intrekt. Vriendjespolitiek en eigenbelang bepalen wie een licentie krijgt. Nog geen twee maanden nadat Malabu zich de licentie heeft toegeëigend, sterft dictator Abacha. Van de democratisch gekozen opvol ger Obasanjo mag Malabu OPL 245 aanvankelijk behouden. Volgens Etete is dit dankzij vicepresident Abubakar, die zich inzet om de belangen van Malabu te verdedigen. In ruil krijgt het aan hem gelieerde bedrijf Pecos aandelen in Malabu. 22 ONEWORLD
2006 De regering sluit een deal met Malabu. In ruil voor 200 miljoen dollar krijgt Malabu olieveld 245 terug. Shell gaat naar de rechter.
2003
2004
2005
2006
Maar later wil Abubakar meer. Etete en Abubakar ra Een deal met ken gebrouilleerd. In juli Malabu? Dat gaat 2001 trekt de Nigeriaanse in tegen Shells regering de licentie voor gedragscode olieveld 245 terug. In mei 2002 gaat de licen tie na een biedingsronde naar Shell, om in 2006 (na diverse juridische procedu res) weer te worden teruggegeven aan Malabu. Maar Shell heeft inmiddels miljoenen in het olieveld geïnvesteerd. Die wil het oliebedrijf terug. De multinational daagt Malabu en de Nigeriaanse regering voor het Nigeriaanse gerecht. Ook brengt Shell de zaak aan bij het arbitragetribunaal ICSID van de Wereldbank. CEO Jeroen van der Veer vliegt naar Nigeria om de offshorebelangen van Shell te behartigen. In deze periode van touwtrekken kan geen van beide partijen het olieveld exploiteren. In 2010 zit oudolieminister Etete weer gebakken. Good luck Jonathan is de nieuwe president. Hij en Etete zijn allebei christenen uit de Bayelsaregio in de Nigerdelta, dat schept een band. De nieuwe procureurgeneraal Mohammed Bello Adoke is een goede vriend van Etete. Binnen twee weken na zijn aantreden gunt president Jonathan OPL 245 weer aan Malabu en Etete. Presidentiële bronnen bevestigen
2011 Shell en ENI kopen de licentie voor OPL 245 voor 1,1 miljard dollar van de regering (plus de eerdere Shell-signature bonus van 210 miljoen). De regering betaalt 1,1 miljard aan Malabu. Twee consultants klagen Malabu aan.
2007 Etete wordt in Frankrijk veroordeeld wegens witwassen.
2010 President Jonathan komt aan de macht. Hij en procureurgeneraal Adoke onderhouden goed contact met Etete.
2014 Nigeriaans parlement adviseert dat OPL 245 wordt ingetrokken en dat Shell en ENI berispt worden. Er gebeurt niets. OM in Milaan start onderzoek naar de rol van ENI in de OPL 245-deal.
2009 Etete wordt in hoger beroep opnieuw veroordeeld wegens witwassen. Hij heeft meetings met officials van Shell en ENI.
2007
2008
2009
2010
2011
Onderwijl besluit Etete OPL 245 in de verkoop te doen. Malabu beschikt nog altijd niet over de expertise om in de diepe zee te boren. Daar komt bij dat het bedrijf het geld voor de signature bonus (vergoeding aan de regering voor het ver krijgen van de licentie – red.) van 109 miljoen dollar nooit heeft betaald. Dat is riskant. Als president Jonathan straks wordt vervangen door een minder Etetegezinde president, dan is de kans groot dat diegene de licentie weer van Malabu afneemt. Malabu huurt twee consultants in om de overname van OPL 245 te regelen: de Rus Ednan Agaev en de Nigeriaan Ameka Obi. Hoewel de waarde van het olieveld buiten kijf staat, blijken zij niet in staat om kopers te vinden. Dat komt deels door de slechte reputatie van Etete, die in 2007 en 2009 in Frankrijk is veroordeeld wegens witwassen. Hij nam steek penningen aan van buitenlandse investeerders en kocht daarmee een Franse villa. Daarnaast is er angst voor Shell en diens claim op het olieveld. ‘Nobody wants to be on the wrong side of Shell’, zegt consultant Agaev hier later over. De multi national heeft tientallen, zo niet honderden miljoenen dollars in het olieveld geïnvesteerd (het bedrijf wil zelf niet zeggen hoeveel) en schrijft volgens insiders waarschuwingsbrieven
2012
2013
BEELD luiS prado / noun projeCt
2012 Nigeriaanse antifraudecommissie EFCC start onderzoek naar Malabu en de OPL 245deal.
dat de president handelt op aandringen van Etete’s vriend Adoke.
etete zoekt een koper
2015 Verkiezingen Nigeria op 14 februari.
2014
2015
aan investeerders die interesse tonen in de licentie. Het Russische Rosneft en het Franse Total haken daardoor af. De meest logische deal, een overname door Shell zelf, is geen optie. Dat zou ingaan tegen de Code of Conduct van de multinational. Daarin staat: ‘Er is sprake van witwassen van geld wanneer de criminele herkomst of aard van gelden of goederen wordt gecamoufleerd onder legitieme zakelijke transacties. Handel nooit met vermoedelijke criminelen en raak niet betrokken bij transacties waarin de opbrengst van strafbare feiten een rol speelt.’ Kortom: een miljard betalen voor een licentie die een exminister zichzelf onder een dictatuur heeft toegekend, is uit den boze.
een deal van een miljard
De zaak lijkt muurvast te zitten. Dan, opeens, is er op 7 december 2011 een nieuwsbericht dat OPL 245 in handen komt van Shell en het Italiaanse bedrijf ENI. De deal is al gesloten op 29 april 2011. ‘Shell en ENI vertelden persbureau Reuters dat al het geld voor de aankoop van OPL 245 betaald was aan de Nigeriaanse regering en niet aan Malabu.’ ‘Er is geen overeenkomst getekend tussen NAE (dochteronder neming ENI – red.) en Malabu Oil and Gas’, voegt ENI toe in een persverklaring. In een reactie aan OneWorld zegt Shell: “Betalingen met betrekking tot de afgifte van de licentie (voor OPL 245 – red.) werden alleen gedaan aan de Nigeriaanse overheid. Noch ONEWORLD 23
THEMA
Shell in Nigeria
NAE noch SNEPCO (een dochteronderneming van Shell – red.) maakte geld over aan Malabu Oil and Gas.” Hoe kun je een licentie overnemen zonder geld aan de eigenaar te geven? Via een ingewikkelde constructie achter gesloten deuren. Helaas voor Shell en ENI rekenen zij buiten de bok kensprongen van hun handelspartner Etete. De voornaamste aandeelhouder van Malabu betaalt de afgesproken beloning niet uit aan fixers Ageav en Obi. Daarop daagt Agaev Malabu en Etete voor de rechter in New York. Hij eist 66 miljoen dollar. Obi spant een zaak aan bij een handelsrechtbank in Engeland. Shell en ENI zijn geen onderdeel van deze juridische proce dures. Toch belanden tientallen e-mails en verklaringen over hun besprekingen met Etete en de Nigeriaanse regering op tafel. Agaev en Obi zetten ze in om aan te tonen hoeveel werk zij hebben verricht om OPL 245 namens Malabu te verkopen.
Drie overeenkomsten
Uit de rechtbankvonnissen blijkt dat Shell en ENI OPL 245 inderdaad, zoals ze steeds zeggen, van de Nigeriaanse over heid kochten. Maar wat de oliegiganten er niet bij vermelden is dat de overeenkomst zó is geconstrueerd dat ze dit state ment kunnen maken zonder dat het een aperte leugen is. Op de bewuste vrijdag in april 2011 werd namelijk niet alleen een deal gesloten tussen Shell en ENI en de Nigeriaanse overheid. Er werden welgeteld drie overeenkomsten ondertekend.
1 Een overeenkomst tussen de Nigeriaanse overheid en Malabu, ondertekend door de minister van Olie en procureurgeneraal Adoke en twee onbekende medewerkers van Malabu. ‘Malabu draagt de OPL-aandelen over aan de Nigeriaanse overheid en komt overeen om ‘af te zien van iedere aanspraak op OPL 245’ in ruil voor ‘een compensatie van de Nigeriaanse regering van 1.092.040.000 dollar’. 2 Een overeenkomst tussen de Nigeriaanse regering & NNPC (Nigerian National Petroleum Corporation) en SNUD & SNEPCO (dochterondernemingen van Shell) & NAE (dochter ENI). De Nigeriaanse regering kent OPL 245 toe aan SNEPCO en NAE in ruil voor een betaling van 1.092.040.000 dollar (!) en een signature bonus (aan de regering - red.) van 207 miljoen dollar. 3 Een schikkingsovereenkomst tussen Malabu en Shell (SNEPCO en SNUD) waarmee een eind wordt gemaakt aan de juridische procedures tussen beide bedrijven.
24 ONEWORLD
Champagne met Etete
De gebruikte drietrapsovereenkomst werd aangeraden door de Russische consultant Agaev. Dat blijkt uit een intern rapport van de Nigeriaanse onderzoekscommissie tegen corruptie EFCC. ‘Eind maart 2011 lijkt de Nigeriaanse rege ring deze suggestie te hebben opgevolgd.’ Zo brengt procureur-generaal Adoke het ook tijdens een hoorzitting van het Nigeriaanse parlement. Onder ede zegt hij: ‘Shell agreed to pay Malabu through the Federal Government acting as an obligor’. De Nigeriaanse regering was slechts tussenpersoon. Shell was er volgens Adoke volledig van op de hoogte dat de betalingen voor OPL 245 doorgesluisd zouden worden naar Malabu en Etete. Maar de betrokkenheid van Shell bij de deal met Etete gaat nog verder. Officials van ENI en Shell hebben voorafgaand aan de OPL 245-deal meerdere ontmoetingen met Etete. Ze spreken af in Lagos, in Den Haag en in Italië. De uitvoerend directeur van ENI, Claudio Descalzi, dineert in februari 2010 met Etete en anderen in het sjieke Principe di Savoia hotel in Milaan. Een Shell-official heeft ‘lunch and lots of iced champagne’ met Etete, waarna de Malabu-eigenaar wil weten hoeveel geld Shell over heeft voor OPL 245. Als gezegd worden de drie deals in april 2011 beklonken. De overdracht van OPL 245 is echter pas officieel nadat de minister van Olie zijn handtekening onder de nieuwe licentie bestemming heeft gezet. Dit gebeurt in december 2011. Toevallig is vlak daarvoor (half november) een nieuwe minis ter aangesteld: Osten Olorunsola. Voor zijn aanstelling was hij
Strafrechtelijk onderzoek in Italië
H
et Openbaar Ministerie in Milaan doet straf rechtelijk onderzoek naar de aankoop van OPL 245. Dat bevestigt aanklager Fabio Depasquale aan OneWorld. Hij wil echter hangende het onderzoek geen uitspraken doen over de vorderingen. Via andere wegen krijgen we bevestigd dat het Italiaanse OM uitzoekt welke rol oliebedrijf ENI in de deal met Malabu en Etete heeft gespeeld, en of daarbij anti-corruptie-
wetgeving is overtreden. ENI is Italiaans en voor 30 procent in handen van de Italiaanse overheid. Als de zaak voor de rechter komt heeft de uitspraak ook gevolgen voor Shell – aan gezien Shell en ENI precies dezelfde overeenkomst tekenden met betrekking tot OPL 245. Wordt ENI veroordeeld, dan zal de zaak gebruikt worden om ook Shell te berechten. In Nederland loopt nu geen strafrechtelijk onderzoek naar Shell.
THEMA
Shell in Nigeria
‘Ik heb zelf 250 miljoen dollar overgehouden aan de OPL 245-deal’, stelt Etete in de Britse rechtszaak. De andere honderden miljoenen investeert hij namens Malabu, beweert hij. ‘Malabu-aandeelhouders hebben besloten om het geld te besteden op een manier die zij geschikt achten.’ Uit onderzoek van het Italiaanse Openbaar Ministerie (zie kader op pag. 24) blijkt dat miljoenen gespendeerd zijn aan privévliegtuigen en limousines.
Dan Etete in zijn tijd als minister van olie (1998).
Beeld reuters
‘Ontrafel deze deal’
vicepresident gas van Shell Upstream International. In april 2013 is hij alweer minister-af. Uit gelekte embassy cables (ver trouwelijke berichten van Amerikaanse ambassades aan het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken – red.) die gepubliceerd zijn op Wikileaks, blijkt dat Shell (naar eigen zeg gen) mensen gedetacheerd heeft op alle relevante ministeries. Zo neemt de multinational kennis van ‘alles wat gedaan wordt’.
Het is nu een jaar geleden dat het Nigeriaanse parlement vroeg de licentie voor olieveld 245 af te nemen van Shell en ENI. Er is niets gebeurd. “Zolang de huidige regering aan de macht is, gaat er ook niets gebeuren”, zegt Olanrewaju Suraju van de Nigeriaanse anti-corruptieorganisatie HEDA. “Het zijn de president, de minister van Olie en procureur-generaal Adoke die het advies van het parlement moeten uitvoeren. Maar zij waren zelf betrokken bij het opstellen van de deal.” Suraju doet een oproep aan de internationale gemeenschap: “Het geld verdwijnt vanuit Nigeria naar buitenlandse rekeningen. Hier kunnen wij als Nigeriaanse anti-corruptie organisatie onmogelijk iets aan doen.” Terug naar Shell. Wat vinden zij ervan dat hun miljoenen naar Etete zijn gegaan voor een bezit dat hij nooit had mogen hebben? De woordvoerder van Shell stuurt het eerder toege zonden statement nog eens toe: “We zijn open en transparant over alle betalingen die door Shell aan de Nigeriaanse overheid zijn gedaan.”
Een miljard voor Malabu
Ruim een miljard betalen Shell en ENI op 24 mei 2011 aan de Nigeriaanse regering via een derdenrekening bij JPMorgan Chase in Londen. Waar is dat geld nu? In verband met de rechtszaak van consultant Obi tegen Malabu bevriest de Britse High Court op 3 juli 2011 215 miljoen dollar. Het resterende geld wordt op 16 augustus 2011 overgemaakt naar twee Nigeriaanse rekeningen op naam van Malabu. Deze transactie wordt gecoördineerd door Etete’s vriend procureurgeneraal Adoke, en de Nigeriaanse minister van Financiën. “Malabu heeft het geld overgemaakt naar vijf verschillende brievenbusmaatschappijen, bedrijven die alleen op papier bestaan”, zegt Simon Taylor, directeur van transparantie waakhond Global Witness. Zoals Rocky Top Resources Limited (336 miljoen dollar), A-Group Construction Company (157 miljoen) en Novel Property and Development Limited (30 miljoen). Aandeelhouder bij al die bedrijven is ene Abubakar Aliyu. De man die ook wel ‘Mr. Corruption’ wordt genoemd.
zo maakten we dit verhaal
D
it artikel is gebaseerd op verschillende achtergrondinterviews en openbare documenten, waaronder rechtbankvonnissen en notulen van zittingen van het Nigeriaanse parlement. Daarnaast kregen we inzage in een intern rapport van de Nigeriaanse onderzoekscommissie tegen economische en financiële misdaden EFCC. Uit gesprekken met betrokkenen blijkt dat de verwachting is dat het onderzoek niet zal worden afgerond
zolang president Jonathan en procureur-generaal Adoke aan de macht zijn. Adoke, zelf betrokken bij de deal tussen Shell en ENI en de Nigeriaanse overheid en Malabu, is namelijk bij wet ook degene die het EFCC aanstuurt. Naast Shell hebben we ENI, president Goodluck Jonathan en Dan Etete benaderd met vragen en de over hen gemelde feiten in dit verhaal. Zij hebben ervoor gekozen om geen reactie te geven. ONEWORLD 25