NR. 3
2013
UTRECHT
Thema’s moeten business as usual worden
Utrecht staat aan de frontlinie van de nieuwe economie
Office personeel van de bovenste plank – speciaal voor het MKB
••••••••••••••••
MKB-ondernemers hebben veel belangstelling voor ouderen en Wajongers
Wanbetalers verzuren de economie
WWW.ONDERNEMERSBELANG.NL
Rondetafelgesprek
Tekst: Jasper van den Bovenkamp (Tekstbureau Vakmaten) / Fotografie: Ruud Voest
Over maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo) en duurzaamheid is voorlopig het laatste woord nog niet gezegd. Dat bleek maar weer tijdens het rondetafelgesprek over deze onderwerpen, georganiseerd in de culinaire studio van Grand Catering in Nieuwegein. Toch leek er een breed gedragen hunkering naar de finalestreep van het debat in de lucht te hangen. “We willen uiteindelijk allemaal dat mvo en duurzaamheid business as usual gaan worden. Nu ben je er nog onderscheidend mee, straks is het normaal. Als het zo ver is, dan hebben we ons doel bereikt.”
A
llemaal nobel en hoffelijk, die ideële principes. Maar is het niet zo dat thema’s als mvo en duurzaamheid ondersneeuwen op het moment dat de economische situatie verslechtert? Volgens Willem Lageweg ontstaat mvo doorgaans vanuit bedrijven als een respons op de buitenwereld, de samenleving, de overheid of de markt. “Ondernemers reageren op schaarste en klimaatproblemen met oplossingen. Immers, oplossingen bedenken is de clou van het ondernemen.
08
het ONDERNEMERS BELANG
Je zou in dat kader kunnen stellen dat bedrijven deels door eigenbelang worden gedreven. Tegelijk is er ook een ethischmorele kant, hetzij vanuit henzelf, hetzij dat die hun wordt aangereikt. Ondernemers worden dus in de kern gedreven door de markt én door ethiek. In die zin durf ik de stelling aan dat mvo niet afhankelijk is van economische omstandigheden.” Andrea van Oorschot knikt instemmend. “Wel is het zo dat duurzaamheid en mvo ooit zijn gegroeid vanuit de idee dat je
daarmee je reputatie kon oppoetsen. Ik denk dat ze een evolutie hebben doorgemaakt; ze zijn nu geïntegreerd in de basiswaarden van een organisatie, ze zijn meer en meer onderdeel van bedrijfsprocessen.” Afnemende innovatiesnelheid
De doelstellingen zijn niet onderhevig aan de recessie, reageert Sven van der Waal van Dijk, maar de innovatiesnelheid neemt bij economische tegenwind wel af. “Je ziet dat er minder ruimte is om over deze dingen
Rondetafelgesprek over duurzaamheid en mvo
Thema’s moeten business as usual worden na te denken.” Dat verschilt per bedrijf, denkt Lageweg. “Recessies en oorlogen zijn de moeder van uitvindingen. Neem het idee van de spijkerbroek met leasecontract; dat is geïntroduceerd in crisistijd.” “De aanvliegroute zal bij hoogconjunctuur anders zijn dan in een crisis en eerder starten bij de kostenkant”, nuanceert Van der Waal Van Dijk. Dion Nieuwenhuize draait het graag om. Volgens hem groeit het mvo-besef júíst in crisistijd. “Bedrijven zoeken enerzijds naar onderscheidende manieren om op te vallen, klanten worden anderzijds kritischer over wat ze precies in huis halen. Is het eerlijk en milieuvriendelijk geproduceerd? Bedrijven denken daarom in deze tijd op mvo-gebied goed te kunnen scoren. Trekt de economie weer aan, dan verkopen ze hun producten hoe dan ook wel.” Laten zien
Volgens Van Oorschot kom je echter niet meer weg met beloftes. “Zeggen wat je in de toekomst van plan bent, is niet voldoende. Je moet concreet laten zien wat je nu doet op het gebied van duurzaamheid en mvo.” Erik van den Noort geeft aan dat met alle liefde te willen, maar dat zijn organisatie daarbij een beetje geholpen moet worden door klanten. “Het liefst zou ik klanten in het offertetraject vragen welk budget we in ons voorstel vrij mogen maken om onze diensten en producten voor hen extra duurzaam te maken. Eerlijk gezegd word ik door de markt daarin een beetje tegengehouden. In dit stadium van het klantcontact is het moeilijk duurzaamheid te profileren.” Lageweg herkent die schroom. Volgens hem ligt een deel van de oplossing in het
definiëren van duurzaamheid en mvo. “Ik denk dat je die termen niet altijd expliciet moet noemen. ‘t Is vaak de vraag of je ze verkoopt op het moment dat je ze zo duidelijk gaat labelen. Een ondernemer die vanuit kostenbesparing zuinig is met energie, doet ten diepste ook aan duurzaamheid, terwijl hij dat zelf zo niet zal noemen. Het eerste advies dat wij bedrijven geven, is: doe iets met duurzaamheid en mvo, maar bepaal zelf welk etiket je erop plakt. Uiteindelijk is ons doel dat het business as usual wordt.” Mvo-labeltje
Dat beaamt Annelieke Peels. “Soms hang je een mvo-labeltje aan jouw manier van ondernemen, maar heel vaak ook niet. Ik vind dat je altijd goed moet overwegen of je die labeltjes plakt om de buitenwacht te plezieren, of omdat je gewoon intrinsiek gemotiveerd bent.” Van der Waal Van Dijk heeft bij zijn weten nog nooit iets verkocht onder het etiket van duurzaamheid. “Wat ik van klanten terug krijg, is dat de prijs per werkplek hen aanspreekt. Kostenbesparing is interessant, maar ideële thema’s zijn dat blijkbaar niet. Het grappige is dat uiteindelijk de afnemers het product wel gaan gebruiken zoals we dat bedoeld hadden, waarmee het doel dan toch deels gehaald wordt.” Misschien komt dat wel doordat het voor veel mensen al heel gewoon is, oppert Karen Anne Hüpler-Hebben. “Je moet je ook realiseren dat duurzaamheid en mvo niet de enige thema’s zijn waarop je je kunt onderscheiden. Op het moment dat duurzaamheid niet meer verkoopt als onderscheidende waarde, hebben we waarschijnlijk ons doel bereikt.”
Particulier circuit
Waar ondernemers al jarenlang met deze thematiek bezig zijn, zullen consumenten zich de komende jaren in toenemende mate gaan afvragen waar producten vandaan komen en hoe ze geproduceerd zijn, denkt Ellen van Maanen. “Ik zie de duurzaamheidsdiscussie voorlopig niet verdwijnen, ook niet in crisistijd. Wel vermoed ik dat ze meer naar het particuliere circuit zal verschuiven.” Maar de consument is wel erg dubbelhartig, reageert Lageweg. Hij refereert aan de brand in een fabriek in Bangladesh onlangs, waardoor kledingoutlet Primark in opspraak kwam. “Deze negatieve publiciteit leidde tot een stormloop op Primark in Duitsland. Niet het slechte nieuws drong door, maar het besef van ‘Hé, daar kun je goedkoop kleren kopen’. Daar moet echt wat aan veranderen, vindt Van den Noort. “Duurzaamheid en mvo zouden idealiter vanuit consumenten zelf moeten groeien.” Hüpler ziet in de praktijk ook voorbeelden van hoe juist bedrijven de attitude op consumenten of collega-ondernemers overbrengen. “Zo zijn er banken en fondsen die in het kader van het verstrekken van een geldlening of subsidie ook kijken naar een mvo- of duurzaamheidsplan van de vragende onderneming. Voor zover die ondernemer niet inhoudelijk of ethisch is gedreven, is het wel een manier waardoor een derde het besef bij anderen tot leven kan wekken. Het is goed mogelijk dat mensen door een dergelijk beleid wel persoonlijk gemotiveerd raken en door het combineren van hun sociale betrokkenheid en ondernemerschap bijdragen aan een meer en beter sociaal ondernemerschap in Nederland.”
het ONDERNEMERS BELANG
09
Rondetafelgesprek
Lageweg vraagt zich ook af of je hoge verwachtingen van de consumentenmarkt moet koesteren. “De footprint van de meeste producten zit ‘m voor de helft tot twee derde in consumentengebruik. Je moet dus wel degelijk bij de consument zijn, maar ik heb niet de indruk dat de gemiddelde Nederlander zich druk maakt over de footprint van bijvoorbeeld shampoo. En dat terwijl een groot deel van de milieubelasting van dit product ‘m zit in zijn douchegedrag.” Consumenten móéten wel gaan handelen, vindt Van Oorschot. “Als we straks met 9 miljard mensen op dezelfde manier consumeren als nu, hebben we vier planeten nodig. Als consument kun je dan ook niet tegen dit soort onderwerpen zijn; je doet het voor de toekomstige generaties.” Management
Voordat die discussie goed en wel geland is op de consumentenmarkt, zullen bedrijven eerst beter hun best moeten doen om het mvo-verhaal uit het managementdomein te halen, vindt Peels. “Ik zie om me heen dat veel organisaties er moeite mee hebben om hun doelstellingen vanuit het management te vertalen naar werknemers. Zelf brengen we vier keer per jaar een katern uit rond deze thematiek. Daarnaast doe ik audits op de werkvloer. Ik ga met medewerkers in gesprek over het milieu, over duurzaamheid, over arbeidsomstandigheden. Wat vinden ze van hun werk?
Worden ze op tijd betaald? Gaan klanten respectvol met ze om? Ook dat heeft allemaal met mvo te maken.” Is die werkvloer ook juist niet een bron van ideeën rondom duurzaamheid en mvo? Volgens Peels niet. “Wij krijgen niet speciaal tips en plannen aangereikt. Die komen meer vanuit de kantooromgeving. Maar dat verschilt wellicht per bedrijf.” “Inderdaad”, zegt Nieuwenhuize, “want tijdens audits krijg ik vaak inventieve ideeën van mensen die gewoon bij de machine staan. Zij komen met dingen waar je zelf niet aan zou denken. Het management is vaak blij verrast met dergelijke praktische handreikingen.” Medewerkers motiveren
Volgens Hüpler zou het ook goed zijn medewerkers te motiveren met dergelijke opmerkingen te komen. “Je kunt op maatschappelijke betrokkenheid en inventiviteit al selecteren in je sollicitatieprocedure. Bijvoorbeeld door aan potentiële werknemers te vragen hoe ze in deze thema’s staan of door aan te geven dat er van hen specifiek iets verwacht wordt op het gebied van duurzaamheid en mvo. Als organisatie moet je daar natuurlijk wat voor terugdoen. Denk aan het beschikbaar stellen van tijd of ruimte, zodat je werknemer zich een aantal uren per maand kan inzetten voor een maatschappelijk doel.” Van den Noort wordt bijna doodgegooid met initiatieven van werknemers, zegt hij
lachend. “Ik denk dat het komt doordat het in de genen van ons bedrijf zit. We zijn al jaren bezig met producten, materialen, voeding, kleding, energie, maatschappelijke projecten en noem maar op. Ik moet gewoon heel veel tegenhouden.” Langdurig masseren
Hoe anders is het bij de gemeente Nieuwegein, waar het volgens Van Maanen vooral een kwestie van langdurig masseren was. “Onze schoonmakers hebben allemaal afstand tot de arbeidsmarkt. Voordat dit onderdeel van ons mvo-beleid was aangekomen bij beslissers die niet direct mvo of duurzaamheid in hun takenpakket hadden, is er heel wat tijd verstreken.” “Ach”, reageert Lageweg, “er circuleren zoveel prachtige verhalen, maar de praktijk is inderdaad vaak weerbarstig.” “Nou, inderdaad”, stemt Van Oorschot in. “Dit soort ontwikkelingen doorvoeren kun je zonder meer duiden als veranderprocessen. Je kunt als management wel iets willen, maar dat betekent niet dat het de volgende dag in kannen en kruiken is.” Het vraagt absoluut tijd, weet Van den Noort uit eigen ervaring. “Op de dag van autisme hebben we bij de NS de catering verzorgd met autisten. Dat vergt tijd en energie, maar het is ontzettend dankbaar om te doen.” Complexe situaties
Het zou goed zijn dat werknemers zichzelf
Wie is wie?
10
Mr. Karen Anne Hüpler-Hebben is notaris bij KAeP NOTARIS in Utrecht. “De dienstverlening van KAeP NOTARIS richt zich met name op het (pro-actief) adviseren van bedrijven en maatschappelijke organisaties.”
Willem Lageweg is directeur van MVO Nederland, een landelijke kennis- en netwerkorganisatie op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. “Meer dan 2000 bedrijven zijn bij ons aangesloten, zowel mkb als grootbedrijf. Wij zien mvo als een interessante businesscase met enorme kansen. Wel benadrukken we dat het iets van ondernemers vraagt.”
Ellen van Maanen is adviseur milieu bij de Gemeente Nieuwegein. “Wij zien voor ons een belangrijke rol weggelegd in het verbinden en faciliteren van mensen en het ondersteunen van goede ideeën. Daarnaast willen wij graag een voorbeeldfunctie vervullen in onze eigen bedrijfsvoering.”
Andrea van Oorschot is partner en communicatiemanager bij Muto Communicatie. “Wij houden ons bezig met communicatie rondom maatschappelijke thema’s. Muto staat voor ‘ik verander’. Met communicatie breng je verandering tot stand, je boekt vooruitgang.”
het ONDERNEMERS BELANG
de vraag stellen hoe ze zouden omgaan met een collega met beperkingen, zegt Lageweg. “In het begin kan het charming zijn, maar hoe zit dat als je op een gegeven moment onder tijdsdruk staat? Het kan gaan wringen en tot complexe situaties leiden. Dit vraagt om commitment van zowel de leiding als de medewerkers.” “Je moet er met z’n allen, met het hele team, achter staan”, vindt Hüpler. “Zoiets moet je van tevoren bespreekbaar maken, daarmee creëer je betrokkenheid. Het is niet handig om onvoorbereid iemand te introduceren met ‘hallo, deze meneer of mevrouw komt bij jou op de afdeling zitten.’ Afhankelijk van de beperking is een passende begeleiding gewenst. Daarom denk ik ook dat het vooral een item is voor grotere organisaties, zodat daarvoor een of meer mensen kunt vrijmaken.” Het kan ook in het klein, weet Van Maanen. “Het is een kwestie van ‘gewoon doen’. Neem bijvoorbeeld de fietsenmaker in mijn dorp, Happybike, die een blinde jongen in de werkplaats heeft werken. Prachtig vind ik dat.” Circulaire economie
Het concept van de circulaire economie gaat ingrijpende gevolgen hebben voor de inkoop, de eigendomsverhoudingen en de dienstverlening van onder meer de maakindustrie, retailers en dienstverleners, lanceert Lageweg een nieuwe stelling. “De schaarste van grondstoffen als koper, tin en fosfor wordt steeds duidelijker. We moeten
daarom veel zuiniger met onze spullen omgaan en onze visie op eigendom en gebruik herdefiniëren. Niet het eigendom telt langer, maar het gebruik. Je wordt bijvoorbeeld lid van een spijkerbroekenfabrikant en least een broek. Deze ontwikkeling, die zich al manifesteert, heeft op verschillende niveaus ingrijpende gevolgen. McKinsey heeft uitgerekend dat de maakindustrie in Europa in 2020 500 miljard dollar kan besparen, wanneer het concept van de circulaire economie wordt opgepakt. Daar zit een enorme economische potentie in.” “Ik doe niet anders”, sluit Van der Waal Van Dijk zich aan. “Wij leveren diensten waar je vroeger eigen servers en licenties voor moest kopen. Dat gaat vandaag zonder investeringen per maand per werkplek. Ik merk dat veel mensen aan deze nieuwe manier van denken moeten wennen. Voorheen was het van jou en kon je het aanraken. Nu gebruik je het, maar ‘het ijzer’ is niet meer van jou en het staat ergens in een datacenter.” Ook Van den Noort is ermee bezig, geeft hij aan. “Onder de Jaarbeursparaplu hebben we veel faciliteiten gecentraliseerd. De plaats waar gekookt wordt, delen we met zes andere cateringlabels. We gebruiken dezelfde vrachtwagens en doen gecombineerde transporten.” Het Repair Café in Nieuwegein is ook een mooi voorbeeld van de circulaire economie, “of, beter gezegd: het verlengen
van de lifecycle van producten”, aldus Van Maanen. “Eens per maand kun je hier met je defecte koffiemachine heen gaan. Hij wordt door een groep vrijwilligers samen met jou gemaakt. Het betreft hier een particulier initiatief, de gemeente biedt een locatie aan en heeft de opstart ondersteund.” Transparantie
Wat we op het gebied van duurzaamheid en mvo ook proberen, zo besluit Nieuwenhuize, zonder transparantie wordt het helemaal niets. “Medewerkers moeten weten wat er gebeurt. Wanneer je als bedrijf minder CO2 wilt uitstoten en energie wilt besparen, doe je er verstandig aan de concrete stappen intern te communiceren. Dan snappen ze achterliggende gedachten die vanuit het management naar beneden worden gedirigeerd. Andersom krijg je hierdoor bovendien positieve feedback. Dat levert een betrokkenheid bij je organisatie op.” “Wat is er inderdaad leuker dan dat een medewerker op een verjaardagsfeestje iets positiefs vertelt over het mvo-beleid van het bedrijf waar hij werkt?”, denkt Van Oorschot hardop. “Maar, je moet natuurlijk ook transparant zijn over de dingen die je niet doet. Vroeger kwam je nog wel weg met een zin als ‘we hebben de intentie om dit en dat te gaan doen.’ Nu draait het erom dat je heel duidelijk laat zien wat je wel doet en wat je niet doet.”
Dion Nieuwenhuize is energy specialist bij ONE2GREEN, een advies- en installatiebureau op het gebied van energiebesparing en duurzaamheidsadviezen. “Wij adviseren bedrijven onder meer over hoe ze op het gebied van energiebesparing stappen kunnen zetten. Duurzaamheid speelt daarin een grote rol.”
Annelieke Peels is kwaliteitsmanager bij het landelijke schoonmaakbedrijf Dolmans Facilitaire Diensten. “Wij proberen duurzaamheid enerzijds te vertalen naar onze medewerkers en anderzijds naar concepten die we bij klanten neerleggen. Daarnaast zijn we met dit thema ook heel concreet bezig, door specifieke middelen en materialen te gebruiken.”
Sven van der Waal van Dijk is directeur van Corporate Desktop. “Wij leveren ICT op een nieuwe leest geschoeid, zonder lokale serverparken die zeer inefficiënt zijn. Mobiliteit van werken is voor ons een groot goed. Veel werknemers moeten nog steeds om acht uur ‘s ochtends in de file staan, want flexwerken blijkt in veel organisaties lastig te implementeren. Wij hebben hier hapklare antwoorden voor ontwikkeld.”
Erik van den Noort is directeur van Grand Catering. “In het Geldmuseum, een van de vaste locaties waar wij catering verzorgen, werken we geheel aan de hand van het duurzaamheidskenmerk Green Key. Daar zie je ons in ultima forma.”
het ONDERNEMERS BELANG
11
Grand Catering heeft het rondetafelgesprek en de deelnemers uitmuntend verzorgd met allerlei heerlijkheden en gastvrijheid.
Kijk voor informatie op: www.grandcatering.nl
NG.NL/VREDE
@ G R A N D C AT E R I N G . N L