Thema: Drukken Zeefdrukken
OPDRACHTKAART Zeefdrukken 1
Thema: Drukken DR-03-01-01
Oriëntatie op de zeefdrukapparatuur Voorkennis: geen Intro: Er zijn verschillende soorten zeefdrukapparatuur. Deze opdracht gaat over zeefdrukapparatuur die op veel scholen staat, zoals handdruktafels en carrousels voor het bedrukken van T-shirts. Doelen: Aan het eind van deze opdracht kun je: – beschrijven hoe zeefdruk werkt – de apparatuur aanwijzen en benoemen Aan het eind van deze opdracht ken je: – de begrippen zeefdrukraam en rakel – de begrippen prepareren, emulsie en belichten – de begrippen afsprong, vulslag en drukslag Activiteiten: – Lees de tekst ’Zeefdrukapparatuur’. – Maak de toets. Tijd: Voor deze opdracht heb je ongeveer 1,5 lesuren: – theorie bestuderen: 1 lesuur – toets maken: 0,5 lesuur Materiaal: – tekst ’Zeefdrukapparatuur’ – toets Beoordeling: Laat de toets aan de docent zien.
Theorie Zeefdrukken 1
Thema: Drukken DR-03-01-02
Zeefdrukapparatuur 1 Het zeefdrukprincipe De drukvorm bij zeefdruk is een zeefdrukraam. Dat is van hout of aluminium. In het zeefdrukraam is gaas gespannen. Door de gaatjes van het gaas wordt de inkt geperst. Dat gebeurt met een rakel.
3 De apparatuur Er zijn verschillende zeefdruktafels. Op school heb je een zeefdruktafel voor het bedrukken van papier, karton en stickers. Misschien heb je ook een carrousel voor het bedrukken van T-shirts.
Onder het zeefdrukraam ligt het materiaal dat bedrukt moet worden. Dat kan papier zijn of stickermateriaal of een T-shirt. Met zeefdruk kunnen we alle soorten materiaal bedrukken. Door de druk van de rakel wordt de inkt door de gaatjes geperst. Op die manier ontstaat de afdruk. Zeefdruk is dus een directe druktechniek, van de drukvorm direct op het materiaal. 2 De drukvorm In het zeefdrukraam is een heel fijn gaas gespannen. Heel fijn betekent dat de gaatjes heel klein zijn. Je kunt ze bijna niet zien, wel met een loep. Als we iets willen drukken, dan mogen alleen bepaalde plekken inkt doorlaten. De andere delen moeten dichtgemaakt worden. Hoe dat werkt, wordt uitgelegd bij punt 4.
De zeefdruktafel Als we willen drukken moeten alle vellen papier precies op dezelfde plaats liggen. Alleen dan komt de afdruk bij elk vel op dezelfde plek. Dat bereiken we met aanleggen. De aanleggen kunnen we zelf maken, bijvoorbeeld met tape. We kijken waar het vel moet liggen. Aan de lange zijde van het vel plakken we twee aanleggen, aan de korte zijde één. We leggen voor het drukken elk vel tegen de aanleggen aan. In het blad van de tafel zitten gaatjes. Door deze gaatjes kan lucht aangezogen worden. Als een vel papier op het blad ligt, houdt de zuiglucht het op zijn plaats. Anders blijft het vel aan het gaas kleven als we het raam omhoog doen.
Theorie Zeefdrukken 1 Het zeefdrukraam wordt met klemmen vastgezet. Die klemmen hebben scharnieren. Daarmee kan het zeefdrukraam omhoog en omlaag geklapt worden.
Thema: Drukken DR-03-01-03 Het T-shirt wordt op de houder gedaan. Dan wordt de eerste kleur gedrukt. Daarna draait de houder met het T-shirt naar de volgende zeef. Daar wordt de tweede kleur gedrukt. Daarna draait hij door tot de derde zeef, enzovoorts. De gaatjes van de zeef moeten met inkt gevuld worden. Dat doen we met de rakel. Daarna drukken we met de rakel de inkt door de zeef. Een rakel heeft een houder van hout of van aluminium. Aan de onderkant zit een rubberen strip. Hieronder zie je twee verschillende rakels.
Het zeefdrukcarrousel Voor het bedrukken van T-shirts zijn er carrousels. Dat is handig voor het bedrukken in meer kleuren. Alle kleuren moeten op de goede plek staan. Voor elke drukkleur wordt een zeef geplaatst. Op elke zeef zitten dus een andere kleur inkt en een rakel.
4 Zeefdrukken Om te kunnen drukken moeten we het te drukken beeld op de zeef aanbrengen. Daarna bereiden we de handdruktafel voor. Dan kunnen we gaan drukken. Het prepareren Het beeld op de zeef aanbrengen noemen we ook wel prepareren. Dat gaat als volgt. Op de zeef wordt een emulsie aangebracht. Dat is een lichtgevoelige laag. De film met het drukbeeld wordt erop gelegd. Daarna wordt het gaas belicht. Dat gebeurt in het kopieerraam. Het licht valt door de film op de emulsie. Maar niet op de plekken waar het drukbeeld staat. Daar kan het licht niet doorheen. De belichte delen van de emulsie worden hard. De onbelichte delen niet, die kunnen we uitspoelen. Na het drogen is drukvorm klaar. Het drukken We zetten het belichte zeefdrukraam vast in de klemmen van de handdruktafel. Dan leggen we een vel
Theorie Zeefdrukken 1
Thema: Drukken DR-03-01-04
papier tegen de drie aanleggen. Het wordt door zuiglucht op zijn plaats gehouden. Het gaas ligt een paar millimeter boven het vel papier. We doen nu inkt op de zeef. Dat doen we aan de kant waar we staan, dus niet bij de klemmen. Over de hele breedte van de zeef moeten we een streep inkt aanbrengen. Want nu gaan we alle gaatjes van de zeef met inkt vullen. Dat noemen we de vulslag. Bij de vulslag houden we het zeefdrukraam iets omhoog. Met de rakel brengen we de inkt naar achteren waar de klemmen zitten. Dat doen we zonder druk op de rakel. Dan volgt de drukslag. We brengen het raam naar beneden en pakken de rakel met beide handen vast. Met een gelijkmatige druk trekken we de rakel naar ons toe. Bij de rakel wordt het gaas naar beneden gedrukt. Daardoor wordt de inkt op het papier gedrukt.
Direct achter de rakel moet het gaas weer omhoog komen, anders wordt de afdruk niet mooi. Daarvoor is het belangrijk de juiste afsprong te hebben. Dat is de afstand tussen het papier en het gaas.
Het vel papier wordt met zuiglucht op zijn plaats gehouden. Na de afdruk brengen we het raam omhoog. De zuiglucht stopt dan. We kunnen nu het vel weghalen en in het droogrek leggen.
Toets
Thema: Drukken
Zeefdrukken 1
DR-03-01-05
Zeefdrukapparatuur Vraag 1
Hier zie je een zeefdrukapparaat. Bekijk de onderdelen. Waar zit de rakel? Omcirkel de rakel.
Vraag 2 Waaruit bestaat de drukvorm bij zeefdruk? Kruis het juiste antwoord aan. O O O O O O
rakel en gaas rakel en raam gaas en raam gaas en afsprong raam en aanleg raam en afsprong
Vraag 3 Elke afdruk moet op dezelfde plaats komen. Daarvoor gebruiken we aanleggen. Is de onderstaande bewering juist? We moeten altijd twee aanleggen gebruiken. O Dat is juist, want –––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––– O Dat is onjuist, want ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
Toets
Thema: Drukken
Zeefdrukken 1
DR-03-01-06
Vraag 4
Dit apparaat is geschikt voor het bedrukken van T-shirts in meer kleuren. Hoe noemen we dit apparaat? Kruis het juiste antwoord aan. O O O O
draaimolen carrousel meerkleuren zeefdrukapparaat achtkleurenpers
Vraag 5 We willen een zeefdrukraam preparen. We moeten dan eerst een lichtgevoelige laag op de zeef aanbrengen. Weet je een andere naam voor ’lichtgevoelige laag’? Schrijf de naam op:
Vraag 6 Het drukbeeld moet op het zeefdrukraam aangebracht worden. Hieronder staat hoe we dat doen. Maar de stappen staan in de verkeerde volgorde. Zet de stappen in de juiste volgorde. zeef uitspoelen – zeef belichten – emulsie aanbrengen – emulsie laten drogen 1. –––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––– 2. –––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––– 3. –––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––– 4. ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
Toets Zeefdrukken 1
Thema: Drukken DR-03-01-07
Vraag 7 Bij het drukken moet het gaas een paar millimeter boven het papier liggen. Waarom is dat? Kruis ALLE goede antwoorden aan. O O O O
anders gaat de inkt lekken anders wordt de afdruk niet mooi het gaas is nooit helemaal schoon het gaas mag alleen onder de rakel het papier raken
Vraag 8
Bekijk het plaatje. Je ziet er nummers bij staan. Weet je de namen? Zet achter elk nummer de juiste naam. 1. –––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––– 2. –––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––– 3. ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
Vraag 9 Tussen het gaas en het papier moet een paar millimeter afstand zijn. Hoe noemen we deze afstand? Schrijf de naam op:
Toets Zeefdrukken 1
Thema: Drukken DR-03-01-08
Vraag 10 Bij het zeefdrukken werken we in een bepaalde volgorde. Hieronder staan de stappen in de verkeerde volgorde. Zet deze in de goede volgorde. drukslag maken – inkt op de zeef doen – vulslag maken – zeef in de klemmen zetten – zeef omlaag doen 1. –––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––– 2. –––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––– 3. –––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––– 4. –––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––– 5. ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––