Instructiebulletin 3.12 1 januari 2002
Zeefdrukken met 3M 1900 lijnlinkten Beschrijving 3M™ Scotchcal™ 1900 lijninkten worden gebruikt op 3M zeefdrukfolies voor het vervaardigen van afbeeldingen, markeringen en logo’s. Deze inkten zijn z eer goed bestand tegen allerlei weersinvloeden en zijn zeer kleurecht. De inkten dienen tunnel gedroogd te worden op 55° C wanneer gedrukt op 3M ControltacTM 190 zeildoekfolie.
Veiligheid en gezondheid Wij verwijzen naar de labels op de verpakking en naar de veiligheidsinformatiebladen (Material Safety Data Sheets) voor wat betreft informatie over gezondheids - en veiligheidsaspecten van de producten beschreven in deze verwerkingsinstructie. Wanneer u meer informatie wenst, neem dan contact met de plaatselijke 3M toxicoloog.
Voorbereiding en opslag van de folie Om de beste resultaten te verkrijgen is het raadzaam de vellen te laten stabiliseren en bloot te stellen aan condities die identiek zijn aan hun verwerkingscondities, in verband met vochtigheid en omgevingstemperatuur. Zoals voor alle papier, zal het rugpapier vocht absorberen of verliezen, afhankelijk van de relatieve vochtigheid aanwezig in de opslagruimte. Belangrijke schommelingen van de relatieve vochtigheid of temperatuur tussen de plaats van opslag en de verwerkingsruimte of tussen het begin en het einde van het drukken, kunnen de maatvastheid en de vlakliggendheid van de folie aanzienlijk beïnvloeden. Het op elkaar leggen van afgesneden vellen moet worden vermeden. In dit geval gebeurt het stabiliseren van de folie op onregelmatige wijze, de zijkanten van de folie absorberen meer vocht dan het middengedeelte van de folie met als gevolg een niet vlakke folie en omkrullende zijkanten. Door de vellen stuk voor stuk, met het beschermpapier naar boven gericht uit te leggen, of door twee vellen, met de foliezijde naar elkaar toe geplaatst te leggen, worden de beste resultaten verkregen. Perfect uitleggen is belangrijk wanneer zeer precies drukwerk of meerkleuren afbeeldingen moeten worden geproduceerd. Het afsnijden van de folie Wanneer mogelijk moeten alle vellen die zullen worden gezeefdrukt, in dezelfde richting van de rol worden gesneden. Dit gebeurt over het algemeen door zo te snijden dat de langste kant van de afbeelding zich in de lengterichting van de rol bevindt. Wanneer een zeer precieze kleurregistratie vereist is in een richting, en als de afmeting van de rol dit toelaat, moeten de vellen zo worden afgesneden dat de kritische afmeting parallel loopt aan de langste afmeting van de rol. Lijninkten De 1900 serie inkten maken deel uit van een 3M MCS-garantie (Matched Component System).
3M 1900 lijninkten 1902 rood-geel 1903 wit 1905 zwart 1910 toner/reducer 1912 groen-geel 1913 rood-oranje 1914 donkergroen 1916 blauw 1918 geel-rood 1920DR clear coat glans 1924 lichtgroen
1927 blauw -violet 1930 clear coat mat 1932 citroengeel 1933 oranje 1937 rood-violet 1943 donkerbruin 1952 transparant rood-geel 1967 magenta 1970 rood-blauw 1971 donkerrood 1972 transparant groen-geel
Pagina 1 van 5
Dekkingsvermogen Het dekkingsvermogen van verdunde inkten is afhankelijk van het gebruikte gaas, normaal gezien zal een hoeveelheid van 40-50 m² per liter (90T/100T) verkregen worden. Het reduceren en nuanceren van inkten Kleurnuances worden verkregen door middel van de 1903 wit en reduceren gebeurt door middel van de 1910 toner. Het reduceren van de reeks 1900 kleuren door middel van de 1910 toner mag nooit meer bedragen dan 50% van het totaalgewicht van het mengsel. 3M 1900 transparante kleuren mogen niet gereduceerd of genuanceerd worden met meer dan 50% van het totale gewicht, door middel van de 1903 kleur wit of de 1910 toner. Gebruik ook nooit meer dan 50% in gewicht van om het even welke combinatie, 1903/1910 in een kleurenformule. Het mengen van inkte n De 1914, 1916, 1970 zijn semi-transparante inkten en worden normaal gebruikt voor het nuanceren of mengen met andere kleuren om kleurschakeringen te krijgen. Wanneer onverdund gebruikt of gemengd met donkere inkten, kan het nodig zijn tweemaal te zeefdrukken om een volledige dekking te krijgen of een zeef met een meer open structuur te gebruiken. Metallic pasta's De 1900 metallic pasta’s maken deel uit van de 3M MCS-garantie (Matched Component System). De 1900 metallic pasta’s 1960 Kleine aluminium pasta 1961 Middelmatig grote aluminium pasta. Goud en zilver metallic inkten kunnen worden vervaardigd door toevoeging van metallic pasta’s. Hoe groter de gebruikte pasta, hoe meer glans het aan de inkt zal geven. Inkten die geschikt zijn voor toevoeging van metallic pasta’s zijn de referenties 1952 en 1972 geel, alsook rood (1918, 1937 en 1971), blauw (1916, 1927 en 1970), groen (1914) en zwart (1905).
Het mengen van metallic inkten Richtlijnen voor het mengen van goud en zilver inktformules Goud De aanbevolen pasta's zijn de referenties 1960 en 1961. Een hoeveelheid pasta van maximaal 8% van het totaalgewicht van de inktformule (voor verdunning tot drukviscositeit) mag worden toegevoegd. De transparante gele inkten 1952 en/of 1972 worden gebruikt om een goudkleurig mengsel te krijgen. Kleurschakeringen volgens klantspecificaties kunnen worden verkregen door aan de gouden inkt, rode inkt (1918, 1937 en 1971), blauwe inkt (1916, 1927 en 1970), groene inkt (1914) en zwart (1905) toe te voegen. Het totaal toegevoegde rood, blauw, groen of zwart mag niet meer bedragen dan 15% van de totale inktformule. Maximum 50% toner 1910 mag aan de inktformule worden toegevoegd. Zilver Om een zilverinkt te maken worden de 1960 of 1961 pasta aan de 1910 toegevoegd, tot een maximum van 8%. Zilver inkten kunnen worden aangepast aan de klantspecificaties door toevoeging van rode inkt (1918, 1937 en 1971), blauwe inkt (1916, 1927 en 1970) groene inkt (1914) en zwart (1905). Het totaal toegevoegde rood, blauw, groen en zwart mag niet meer bedragen dan 15% van de inktformule. Richtlijnen voor het mengen van goud en zilver Alle inkt en toner in een geschikt recipiënt doen en grondig mengen. Metallic pasta toevoegen en mengen met een mixer. Gebruik geen mixer met scherpe snijbladen om te vermijden dat de metallic pasta wordt verpulverd. Verdun de inkten tot de gewenste zeefdrukviscositeit (30-35 seconden, Zahn kop nummer 5) door middel van CGS-10, CGS-30 of CGS-50. Gebruik de inkt onmiddellijk. Wanneer de inkt niet onmiddellijk wordt gebruikt, de inkt mixen direct voor gebruik.
Pagina 2 van 5
Richtlijnen voor het drukken van metallic inkten Gebruik een dikke (30 micron) indirecte stencil folie, of een folie uit meerdere lagen of een directe emulsie op de foliezijde om een hoge resolutie en een helder beeld te verkrijgen. Het mengsel moet voor en gedurende het zeefdrukken regelmatig worden geroerd. Gebruik een rakel van 65 tot 70 shore. Iets meer druk op de rakel geeft soms betere resultaten. De beste resultaten worden verkregen door gebruik te maken van een zeef met 77 S/cm (194 S/inch) gaas of een gelijkwaardig gaas. De openingen in het gaas mogen niet kleiner zijn dan 80 micron. Richtlijnen voor het aanbrengen van transparante vernissen op metallic inkten De transparante vernis 1920 moet gelijkmatig worden aangebracht. Er wordt aanbevolen, gebruik te maken van een 66 T/cm gaas (169 T per inch). Transparante vernissen, verdunners 1. Vernis 1920 - transparant/1930 - mat 2. Verdunners, uit de CGS reeks CGS-10 Snel verdampende verdunner voor inkten en vernis CGS-30 Middelmatig verdampende verdunner voor inkten en vernis CGS-50 Traag verdampende verdunner voor inkten en vernis CGS-80 Zeer traag verdampende verdunner voor inkten en vernis Opmerking: Hoe hoger het CGS-nummer, toe trager de verdamping Het mengen van lijninkten De inkten moeten eerst met de hand worden gemengd voor ze uit de bus worden verwijderd. Mengen met hoge snelheid met een mixer is aan te bevelen. De inkten verdunnen en nadien nogmaals gedurende 5 minuten mixen voor gebruik. Hechting van de inkt 3M 1900 inkten en transparante vernis (overprint clear) zijn ontworpen voor een maximale hechting op 3M folie. Verminderde hechting kan soms voorkomen, naar aanleiding van gewijzigde omstandigheden in de drukkerij (vochtigheid, temperatuur), of door een procedurefout. Om tijdverlies zoveel mogelijk te beperken wordt aanbevolen de hechting van elk lot te checken voor aanvang van het drukken. 3M Scotch Brand Tape 610 wordt aanbevolen voor het verifiëren van de inkthechting. Met een gaas van meer dan 90 draden/cm zal het moeilijker zijn om kleurensaturatie te verkrijgen dan wanneer men gebruik maakt van een gaas met een opener structuur; het resultaat kan een verminderde duurzaamheid en dekking geven.
Zeefdrukken Het gaas 90 draden per centimeter
Directe, indirecte of capillaire stencilsystemen worden aanbevolen voor inkten op basis van solventen.
Kader van de zeef Gebruik een metalen kader die groot genoeg is om 15 tot 25 cm ruimte te laten tussen het kader en het te bedrukken oppervlak. Het gaas moet strak en gelijkmatig gespannen en op het kader zijn bevestigd. Stencil Om het even welk type stencilfolie of foto-stencilmateriaal mag worden gebruikt op voorwaarde dat het materiaal bestand is tegen ketonen en sterke solventen voor lakverf. Rakel Gebruik een scherpe, medium tot hard urethaan of RKS rakel. De rakel moet groot genoeg zijn om de volledig breedte van het te bedrukken oppervlak te bedekken, met nog ongeveer 5 cm overschot aan beide uiteinden. Zeefdrukmethode Om een gelijkmatige zeefdruk te verkrijgen, wordt de ‘off-contact’ zeefdrukmethode aanbevolen. De folie positioneren en op zijn plaats houden door middel van vacuüm. Geen lijm in spuitbus gebruiken: dit zou kunnen resulteren in het ‘afstoten’ van de inkt. Voor het zeefdrukken moeten alle stofdeeltjes en vuil van het gaas en van de stencilzeef en van alle folies worden verwijderd door middel van een ‘Tack Rag’ (antistofdoek).
Pagina 3 van 5
Reiniging van de zeef Gebruik een commercieel verkrijgbaar solvent voor lakverf. Een geschikt vervangmiddel kan worden verkregen door een mengsel te maken van xylol, ketonen (MEK, MIBK of een mengsel) en VM&P Naphtha. Opgelet: Bij het reinigen met solventen moeten de door de fabrikant van het solvent aanbevolen beschermende maatregelen in acht worden genomen. Verstopping van de zeef Wanneer de zeef verstopt is met opgedroogde inkt, kan deze worden gereinigd door middel van 3M Scotchcal CGS-80 verdunner. Gebruik nooit spuitbussen met ‘Screen Openers’.
Droogtest De droogtijden voor tunneldroging wijzigen in functie van de gebruikte apparatuur, de hoeveelheid verdunner, de oventemperatuur, de vochtigheid, enz. Onvoldoende droogte kan resulteren in het aan elkaar plakken van de folies of in fouten in het oppervlak. Het is daarom zeer belangrijk na te gaan of de droogtijd voldoende is vooraleer een zeefdruk reeks aan te vangen. De volgende procedures dienen te worden gevolgd voor het bepalen van de adequate droogtijd. Deze test wordt gebruikt voor het regelen van de droogtunnel en om de graad van droogte te evalueren A. Vouw een gezeefdrukt vel zodat de bedrukte kanten elkaar raken B. Breng het gevouwen vel dicht bij het oor en trek de kanten van elkaar C. Wanneer het vel voldoende droog is zult u een miniem, nauwelijks hoorbaar geluid waarnemen. Hoe harder het geluid, hoe meer droogtijd er nog nodig is. Voorwaarden voor het drogen van 1900 inkten Droog de 1900 inkten gedurende 20 -30 seconden met een temperatuur van 55° C. Gebruik temperatuur-controlestrips en verifieer elke sectie van de transportband om er zeker van te zijn dat de aangegeven temperatuur op het controlepeil wel degelijk de temperatuur is waaraan de vellen zullen worden blootgesteld. Als het drogen niet voldoende blijkt te zijn, moeten de bedrukte vellen ofwel langer worden gedroogd, ofwel moeten hogere temperaturen worden toegepast, ofwel een combinatie van beide. Wanneer twee kleuren elkaar overlappen met meer dan 1 cm (½ inch) worden zij beschouwt als over elkaar gedrukte kleuren. Bij het zeefdrukken van meerdere kleuren, moeten overlappingen en overdruk tot een minimum worden beperkt om de droogtijd zo kort mogelijk te houden. Hoe meer overdruk, hoe langer de droogtijd. Dikte Om de vooropgestelde duurzaamheid te verkrijgen, moet de dikte van de vernis na het drogen een minimum van 0,002 mm op het bedrukte oppervlak bedragen. Test voor het bepalen van de dikte door middel van een Micrometic meetinstrument. 1. Breng pressure-sensitive maskingtape aan over de totale lengte en in het midden van de folie aan. Breng de transparante vernis aan, verwijder de tape en laat grondig drogen. 2. Meet de dikte van de vernis met de krompasser door punt van de krompasser naast het met plakband bedekte oppervlak en dan op het met plakband bedekte gedeelte te plaatsen en punt van de krompasser op het basismateriaal. 3. Het verschil tussen de twee metingen geeft de dikte van de transparante vernis na droogtijd. Toepassing van de transparante vernis Om de gewenste dikte te verkrijgen dient de volgende procedure in acht te worden genomen: 1. Zeefdrukken zoals hierna beschreven 2. Verdunnen volgens de gegevens in de hiernavolgende tabel. Zeefdrukken Zeefdruk de verdunde transparante vernis door een 90 draden/cm zeef of een gelijke zeef door middel van een ‘flood or fill’ overgang, gevolgd door een drukovergang.
Pagina 4 van 5
Het verdunnen van de transparante vernis, 1920 glans of 1930 mat Verdunner Verdunner CGS-10,30,50,80 (1 tot 5 delen transparant aan het volume toevoegen)
Viscositeit 500-800 Centipoise (ongeveer 30 seconden in een nr. 5 Zahn cup)
Voorwaarden voor transparante vernissen Dezelfde variabelen als deze van toepassing op het drogen van inkten, zijn geldig voor het drogen van transparante vernis. Onvoldoende drogen zal als resultaat het aan elkaar plakken van vellen geven of fouten in het oppervlak. De tests voor het bepalen van de droogtijd gegeven voor de inkten, zijn ook van toepassing voor het bepalen van de juiste droogtijd van de transparante vernis. De tabel hierna geeft indicaties over de droogtijden en voorwaarden voor de 1900 serie transparante vernis. De opgegeven tijden betreffen het verblijf van de vellen in de verwarmde zone van de droogtunnel. Aanbevolen voorwaarden voor tunneldrogen (transparante vernissen) Tijd: 30 seconden Temperatuur: 60° C Wanneer de tests wijzen op onvoldoende droogtijd moeten de vellen ofwel langer worden gedroogd, ofwel met hogere temperaturen worden gedroogd, ofwel een combinatie van beide. Opmerking: Wanneer de folie ‘bellen’ vertoont, moet de temperatuur van de droogtunnel worden verminderd. Als dit nog niet voldoende mocht blijken, moet de snelheid van de transportband worden verminderd.
Premasking/Prespacing
Na grondig drogen van de markeringen worden ze voorzien van 3M ScotchcalTM SCPS-100.
Verpakking Inkten en transparante vernissen moeten volledig droog zijn voor verpakking. Het is niet nodig tussenbladen aan te brengen behalve wanneer: 1. Het beschermpapier bedrukt is. 2. De vellen reeds gemonteerd zijn. In het geval het nodig is tussenbladen aan te brengen, gebruik het 3M Scotchcal Easy Release Liner SCW-33 beschermpapier. Markeringen op beide zijden van een ondergrond moeten zodanig worden verpakt dat de plastic zijde van het tussenblad tegen de foliezijde van de markering is geplaatst.
Opslag Markeringen moeten vlak worden opgeslagen, of rond een kern met een diameter van minstens 10 cm, in een zuivere omgeving bij een matige luchtvochtigheid en beschermd tegen direct zonlicht, met een omgevingstemperatuur van 38° C of minder. Markeringen kunnen tot 6 maanden voor gebruik worden opgeslagen.
Technische Service Voor antwoord op al uw technische vragen die met 3M Commercial Graphics producten verband houden, kunt u contact opnemen met onze technische afdeling. De telefoonnummers treft u op het briefpapier aan.
Pagina 5 van 5