Woordelijk verslag van de openbare vergadering van de raad der gemeente Tiel, gehouden op woensdag 14 november 2012 om 14.00 uur in de raadszaal van het stadhuis, Ambtmanstraat 13 te Tiel.
Aanwezig: Voorzitter: Griffier: De leden:
de heer ir. J. Beenakker, voorzitter. de heer J.W. Westerholt, griffier. de heren A. Addou, Y. Alişkan en J. Beijer, mevrouw N. Budak, de heren P. van den Burg en J.H. van Dijk, mevrouw A.E.L. Duquesnoy-van den Heuvel, de heren N.E. Gradisen en A. de Graaf, mevrouw H.A. Groenendaal, de heren B. van Gurp en F.A.G. Henning, de dames C.M. de Heus en D. de Klerk, de heren W. Kooijman en M.J.J. Melissen, mevrouw L.H.K. Metiary, de heer Th.J.M. van Oostrom, mevrouw N.E. Özünal, de heren A. Saddiki en G.J.R. Spekman, de dames C.M. Son-Stolk en J.D. Stoeten-Flach en de heren P.G. van Wijk, J.H. de Wild en T. Zuidema.
Tevens aanwezig zijn de wethouders H.A. Driessen, mevrouw C.A.A. van Rhee-oud Ammerveld, C.R. Vermeulen en L. Verspuij. Afwezig m.k.: de heer B. Brink.
1.
Opening
De voorzitter: Goedemiddag dames en heren raadsleden en collegeleden. De vergadering is geopend. Welkom bij deze bijzondere raadsvergadering, waarin wij naar ik hoop de begroting voor het volgend jaar zullen vaststellen alsmede de bezuinigingsvoorstellen, die tot de eerste wijziging leiden. De wethouder financiën heeft zijn koffertje meegenomen, de inhoud daarvan presenteert hij nu. Een stukje huisvlijt! Dit is mijn vijftiende begrotingsbehandeling, maar mijn eerste begrotingsbehandeling als burgemeester van Tiel. Mijn eerste begrotingsbehandeling maakte ik in 1998 mee als raadslid in Voorburg. Ik vind het best spannend en ben nieuwsgierig naar de manier waarop de begrotingsbehandeling zal verlopen. Ik heb er alle vertrouwen in dat het goed zal gaan. Jullie zien er allemaal netjes uit. Om misverstanden te voorkomen: jullie zien er altijd netjes uit. Het is aardig dat ik zelfs een aantal hoeden signaleer. Mevrouw Stoeten-Flach wil ik in het bijzonder noemen. Ik wil het dragen van hoeden graag stimuleren en zou zeggen: houd vol. Ik hoop dat u niet van uw burgervader verwacht dat hij vanmiddag de gehele begroting zal voorlezen. Als ik dat zou doen, halen wij twaalf uur niet. Het woord is aan de griffier voor de mededelingen. De griffier: Mijnheer de voorzitter. Van de heer Brink is bericht van verhindering binnengekomen. Voor agendapunt 4 heeft zich een inspreker aangemeld: mevrouw Van Gessel van de Stichting Dierenambulance. 2.
Vaststellen van de agenda
De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. De voorzitter: Ik zal nu een nummer trekken. Stemmingen zullen bij de heer Henning aanvangen. 3.
Ingekomen stukken
De voorzitter: Als portefeuillehouder wil ik u voorstellen de begroting en de meerjarenraming van de Veiligheidsregio na behandeling in het college, de volgende week, mee te nemen naar de commissie bestuur, zodat wij in de commissie bestuur de gelegenheid zullen hebben daarover desgewenst van gedachten te wisselen.
2
Het stuk onder I wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming voor advies in handen van burgemeester en wethouders gesteld. Het stuk onder III wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming voor kennisgeving aangenomen. 4.
Eerste mondelinge termijn van de raad over: - 2e voortgangsrapportage 2012 - programmabegroting 2013–2016 - bezuinigingsvoorstellen 2013–2016
De voorzitter: Ik zal eerst op het proces ingaan en daarna zal ik de inspreekster, mevrouw Van Gessel, het woord geven. Zoals in het presidium is besproken, verzoek ik de leden van de fracties die het woord zullen voeren – naar ik aanneem de fractievoorzitters – hun algemene beschouwingen vanaf het spreekgestoelte te houden. Ik heb begrepen dat een aantal van u de algemene beschouwingen met lichtbeelden zal larderen. Het scherm is aan, laten wij hopen dat de techniek ons niet in de steek zal laten. Wij hebben afgesproken dat de fracties in volgorde van grootte het woord zullen voeren. Dat betekent dat de heer Gradisen zal beginnen en vervolgens zullen PvdA, VVD, ProTiel, CDA, D66, GL, PvdB en CU aan het woord komen. Voorts hebben wij afgesproken dat u maximaal circa tien minuten zult spreken. De griffier heeft een eierwekker voor mijn neus gezet, die u als een waarschuwing moet zien. Ik verzoek u zich enigszins te beperken. Mocht het echt uit de hand lopen, dan zal ik de desbetreffende spreker ernstig aankijken. Verder is afgesproken dat in de eerste termijn van de raad niet zal worden geïnterrumpeerd en geen verhelderende vragen zullen worden gesteld. Wij vinden het prettig als alle fracties de gelegenheid krijgen hun algemene beschouwingen in één betoog af te ronden. Hetzelfde geldt voor de beantwoording in eerste termijn door het college. Zoals gebruikelijk zal ik de vergadering na de algemene beschouwingen schorsen, zodat het college zich op de beantwoording van de gestelde vragen en eventueel ingediende moties en amendementen zal kunnen beraden. Wij hebben ook de afspraak gemaakt dat amendementen en moties in eerste en tweede termijn kunnen worden ingediend. Het streven is de schorsing niet langer dan ongeveer een half uur te laten duren. Of dat mogelijk zal zijn hangt natuurlijk af van de vragen die in eerste termijn worden gesteld. In de agenda staat dat wij rond half zes gaan eten, maar het is de verwachting dat dat zes uur zal worden. Na de maaltijd begint de tweede termijn van de raad en u wordt nadrukkelijk uitgenodigd in die termijn interrupties te plaatsen en met elkaar in debat te gaan. Het college zal na de schorsing vanachter de collegetafel spreken, dus niet vanaf het spreekgestoelte, omdat collegeleden al in het aangezicht van publiek en raad zitten. Als het goed is zullen wij gelijk na de vaststelling van de begroting de eerste wijziging van de begroting vaststellen. In dit verband verwijs ik naar agendapunt 10, waarbij ik de hamerstukken wil betrekken. Het is te doen gebruikelijk dat eerst de amendementen en vervolgens de begroting en de bezuinigingsvoorstellen in stemming worden gebracht. Daarna zal over de ingediende moties gestemd worden. Volgens mij moeten wij er wel uit komen. Het woord is aan mevrouw Van Gessel. Mevrouw Van Gessel: Mijnheer de voorzitter, geachte aanwezigen. In de commissievergadering van woensdag 31 oktober jl. hebben wij onze spreektijd benut en wij willen vandaag graag de voltallige raad toespreken. In het voorjaar van dit jaar hebben wij bijna alle politieke partijen van Tiel een bezoek gebracht, dat hebben wij als zeer positief ervaren. Wij hebben daarbij aangegeven dat de Stichting Dierenhulp Dierenambulance zich in de afgelopen eenentwintig jaar heeft ingezet voor het dier, maar zeker ook voor de burger, en niet meer uit het straatbeeld is weg te denken. Ook hebben wij bij die bezoeken de partijleden van zoveel mogelijk informatie over onze stichting voorzien. De jaarlijkse toelage van onze stichting, € 7.500,-, is op uit 1992 daterende stukken gebaseerd. Aan de daaraan verbonden voorwaarde, dat wij ieder jaar een tatoeage-actie houden, voldoen wij nog steeds, zij het dat de tatoeage inmiddels door een chip is vervangen. In die tijd waren wij de Stichting Dierenhulp en hadden wij nog geen dierenambulance. De ritjes die wij maakten werden gedaan met een privéauto en -stationcar en wij hadden geen opvangaccommodatie. De enkele cavia, pony of geit die werd gevonden werd bij familie of vrijwilligers ondergebracht.
3
Gemeentemedewerkers haalden de kadavers van de straat en de politie zorgde voor de aangereden dieren. Onze hoofdtaak was registreren en de telefoonkosten waren toen onze grootste kostenpost. Nu, ruim twintig jaar later, krijgen wij nog steeds dezelfde toelage, zij het met CBS-indexering, terwijl onze werkzaamheden in die twintig jaar vervijfvoudigd zijn. Wij zijn een bedrijf, zoals de Stichting Dierenasiel Tiel een bedrijf is en zoals het Vrijthof of Mozaïek een bedrijf is. Wij zijn een vervoersbedrijf geworden met een hulpverlenende taak, gerund door circa veertig enthousiaste en serieuze vrijwilligers. Wij registreren alle gevonden dieren waarvan kan worden aangenomen dat zij een eigenaar hebben. Dit is een wettelijke taak van de gemeente. Wij geven deze dieren met uitzondering van honden en katten, die naar het asiel gaan, voor minimaal veertien dagen onderdak. Dit is een wettelijke termijn. Wij geven alle gevonden dieren, indien nodig, medische verzorging. Ook dit is een wettelijke verplichting. Wij zijn 24 uur per dag en 7 dagen per week actief voor het gewonde dier. Dit is tot op heden nog geen wettelijke verplichting, maar als lid van de Federatie Dierenambulances Nederland is dit voor ons wel een verplichte taak. Met andere woorden: op het gebied van dierenwelzijn nemen wij de gemeente Tiel alle wettelijke taken uit handen. Wij rijden circa 1100 ritten per jaar binnen de gemeente Tiel en het aantal telefonische raadplegingen is een veelvoud daarvan. Dankzij de goede samenwerking met onze ketenpartners verloopt dit soepel. Aan de basis worden wij gesteund door de FDN, waarvan wij actief lid zijn. Met de Dierenbescherming Dierenwaarden, de dierenasielen in onze omgeving en andere opvangadressen hebben wij prima contacten en Rijkswaterstaat neemt contact met ons op als een aangereden dier wordt gesignaleerd. Gelderland-Zuid en de KLPD Driebergen verbinden de meldingen van aangereden dieren direct door naar onze centrale, maar ook de receptiedesk en de website van de gemeente Tiel hebben de burgers veelvuldig naar onze service doorverwezen. Kort samengevat: onze toelage over 2011 was, gebaseerd op de gegevens van 1992, circa € 4.575,-. Zoals eerder aangegeven zijn onze werkzaamheden sindsdien vervijfvoudigd. Ook wij moeten in deze tijden van economische crisis keuzes maken. De ambulances rijden niet op water en u weet hoe hoog de brandstofprijzen zijn. Daarbij komen de kosten van verzekeringen, onderhoud, belastingen, medische hulp, mobiel telefoonverkeer en opvang. Dat zijn slechts een paar kostenplaatjes uit ons grote geheel. Wat zal er gebeuren als wij niet meer uitrijden? Wat zal er gebeuren als wij de burger met een gewond dier en het gewonde dier niet meer helpen? Wie zal dan de wettelijke taken van de gemeente uitvoeren? Wat zal er gebeuren als het asiel overvol raakt? Wie ondervangt die situatie? Wethouder Vermeulen heeft gezegd dat de gemeente niet voor de professionalisering van de dierenambulance behoeft te betalen. De € 12.500,- die wij voor de professionalisering in het huidige contract hadden staan zijn direct weggestreept. Het aan u aangeboden contract van in totaal € 29.450,- is gebaseerd op de daadwerkelijke kosten. In de Perspectievennota staat een niet geïndexeerd bedrag van € 18.750,-. Wij begrijpen dat bezuinigingen noodzakelijk zijn, zeker in deze tijd van economische crisis, maar u zult ook begrijpen dat het na twintig jaar tijd wordt voor een goed en eerlijk contract. De voorzitter: Dank u wel. Zijn er vragen? De heer Van Oostrom: Mijnheer de voorzitter. Ik dank mevrouw Van Gessel voor haar duidelijke verhaal en wil benadrukken dat ik buitengewoon veel respect heb voor het door de stichting gedane werk. Dat lijkt mij logisch. De cruciale vraag waarom het gaat heeft mevrouw Van Gessel in haar betoog laten doorschemeren. Ik wil graag van haar horen wat er zal gebeuren als de gemeente zou zeggen, dat de subsidie op het huidige niveau wordt gehouden en de stichting niet zal krijgen wat zij vraagt. Zal de stichting de wettelijke taken dan niet langer kunnen uitvoeren? Mevrouw Van Gessel: De vermist/gevonden-registratie zullen wij blijven doen zoals wij dat in het kader van de toelage hebben afgesproken. Voor wat betreft het ophalen en van medische hulp voorzien van de dieren zullen wij op een gegeven moment moeten besluiten wat nog wel en wat niet meer kan. De gemeente Tiel heeft in de afgelopen twintig jaar voor geen enkele rit een vergoeding betaald. Ik denk dat dat niet kan. De gemeente Geldermalsen doet dat wel. De heer Van Oostrom: Het gaat mij erom de problematiek scherp te krijgen, mijnheer de voorzitter. Ik wil graag van mevrouw Van Gessel horen hoe het zit met de uitvoering van de wettelijke taken. Plat gezegd: zegt mevrouw Van Gessel dat de stichting de wettelijke taken niet langer zal kunnen uitvoeren als zij de gevraagde centen niet zal krijgen? Dat zou een heldere uitspraak zijn. Ik wil graag van mevrouw Van Gessel horen of dat aan de orde is.
4
Mevrouw Van Gessel: Als dat zal gebeuren, kunnen wij alleen nog maar naar aanleiding van telefonische meldingen registreren. Verder niets. Wij kunnen de wettelijke taken van de gemeente niet geheel overnemen. De heer Beijer: Mijnheer de voorzitter. Ik ben benieuwd Dierenambulance. Kan mevrouw Van Gessel mij vertellen wie die inkomsten afkomstig zijn? Is er een tariefstelling? lance gebruikmaken daarvoor betalen? Als dat zo is, kan zicht van de jaarlijkse opbrengst overleggen?
naar de inkomstenkant van de Stichting of er andere inkomsten zijn en zo ja, van Moeten mensen die van de dierenambumevrouw Van Gessel ons dan een over-
Mevrouw Van Gessel: Indien een dier teruggaat naar de eigenaar, betaalt de eigenaar ons de ritkosten. In de gemeente Tiel bedragen die kosten € 23,-. Zijn ten behoeve van het dier medische kosten gemaakt, dan betaalt de eigenaar die kosten eveneens. Als de eigenaar van een dier onbekend is, is de hulp aan dat dier de verantwoording van de gemeente. Als dieren teruggaan naar hun eigenaar, brengen wij de ritkosten in rekening en hetzelfde geldt voor een enkele taxirit voor mensen die geen vervoer hebben naar een dierenarts. Dat zijn onze inkomsten. De heer Beijer: Kunt u aangeven hoe hoog de inkomsten per jaar zijn? Mevrouw Van Gessel: Dat bedrag heb ik niet in mijn hoofd, maar het staat in het contract dat wij de gemeente hebben gegeven. Wij hebben dat bedrag in mindering gebracht. De voorzitter: Zijn er nog andere vragen aan mevrouw Van Gessel? Dat is niet het geval. Ik wil u bedanken voor uw bijdrage en verzoek u op de publieke tribune plaats te nemen. Mevrouw Van Gessel: Ook u bedankt. Ik hoop dat u aan ons denkt. De voorzitter: De heer Gradisen heeft het woord. De heer Gradisen: Mijnheer de voorzitter. Dit zijn historische algemene beschouwingen. Ik zeg dit niet omdat u de begrotingsbehandeling in de raad van de gemeente Tiel voor het eerst voorzit – hoewel dat ook historisch is -, maar om geheel andere redenen. Dit zijn namelijk de laatste algemene beschouwingen waarbij wij met dikke pakken papier werken. Zoals u ziet, geldt dat met name voor de fractievoorzitters die met dikke enveloppen vol papieren voor zich zitten. Vanaf het volgend jaar zullen wij de iPad voor ons hebben, wat de algemene beschouwingen een geheel andere dimensie zal geven. Een digitale dimensie. Van alles wordt daardoor mogelijk: flitsende presentaties, foto’s, filmpjes, bijdragen op muziek enzovoort. Misschien krijgen wij, net zoals bij dvd’s en blu-rays, wel een kijkje achter de schermen. ‘The making of’ van de algemene beschouwingen van de verschillende partijen. Bijvoorbeeld van het CDA: de heer Van Oostrom, die voor het slapen gaan zijn kinderen zijn bijdrage voorleest. Of ‘the making of’ van de bijdrage van de heer Zuidema van D66, die in zijn pyjama driftig de laatste alinea van zijn tekst typt. Ik geef maar enkele voorbeelden. De PvdA verheugt zich op dergelijke inkijkjes bij de collega’s. Als wij het volgend jaar de iPad gaan gebruiken, zal een wereld van mogelijkheden voor ons opengaan. Misschien zullen er dan fractievoorzitters zijn, die de reacties die via Twitter op hun bijdrage komen, meteen in hun tekst meenemen. De PvdA wil al vast een start maken met het bij de begrotingsbehandeling betrekken van het publiek. Wij hebben daarover geen motie op schrift gesteld, maar ons eerste voorstel is voor deze vergadering de # ‘begroting Tiel’ te gebruiken. Voor degenen die minder goed thuis zijn in de digitale wereld: de # heeft niets met de wietpas te maken, maar is een hekje op je laptop of mobiele telefoon waarmee je een onderwerp kunt aanduiden. De # geeft het onderwerp aan waarover je het wilt hebben. Overigens hadden wij eerst ‘Voor de ouderen onder ons’ geschreven, maar nu wij de heer De Wild met zijn iPad hebben gezien durven wij dat niet meer te zeggen. De PvdA wil vandaag over een drietal onderwerpen met de inwoners van de gemeente Tiel in gesprek gaan. Wij hopen dat daarover zal worden getwitterd. Het eerste onderwerp is realisme. Wij stellen voor hiervoor de # ‘realistisch Tiel’ te gebruiken. Sinds enkele jaren zit de gemeente Tiel in een geheel andere wereld. In 2007 begon de kredietcrisis, die door de eurocrisis werd gevolgd. Dat heeft ertoe geleid dat wij in korte tijd al twee keer hebben moeten bezuinigen. Wij staan nu voor de derde bezuinigingsronde in deze periode en het lijkt erop dat de bezuinigingen daarmee niet zullen stoppen. Volgens de eerste grove berekeningen van het college zullen wij vanaf de begroting 2007 nogmaals € 3 miljoen structureel moeten gaan bezui-
5
nigen. Zo bezien keert de wereld van voor de schuldencrisis en de eurocrisis niet terug, denkt de PvdA vrij naar Den Uyl. Als wij voor 2017 daadwerkelijk € 3 miljoen moeten bezuinigen, kunnen wij het naar de mening van de PvdA wellicht beter andersom doen: eerst bekijken welke onze wettelijke taken zijn, wat het kost om deze taken uit te voeren en vervolgens in een raadsbrede discussie bepalen welk bedrag overblijft en hoe wij dat bedrag het best kunnen inzetten. Met dit vooruitzicht moet de raad kritisch zijn over de besluiten die hij nu neemt. Een aantal jaren geleden hebben wij plannen gemaakt om een behoorlijk aantal locaties in Tiel te ontwikkelen. De PvdA vindt die plannen nog steeds prachtig, maar de tijden zijn veranderd. De PvdA is van mening dat wij anders, realistischer, naar deze plannen moeten kijken. Waar de grootschalige plannen te groot blijken voor deze tijd, moeten wij die plannen kleiner uitvoeren, meer op de menselijke maat toegesneden. Wellicht zullen wij alleen bepaalde elementen uit plannen moeten uitvoeren en in het uiterste geval zullen wij plannen misschien niet moeten uitvoeren. De PvdA vindt ‘soberheid’ in deze moeilijke tijd geen vies woord. In 2013 willen wij hierover met de raad in discussie gaan. Wij willen bespreken welke prioriteit de plannen ten opzichte van elkaar hebben. Voor de woningbouw hebben wij dat al gedaan, maar de plannen voor de Santwijckse Poort, de Burense Poort, het veilingterrein, de Schaarsdijkweg en Fluvia Tiel gaan veel verder dan dat. De PvdA vindt het prioriteren en eventueel loslaten van de plannen cruciaal, omdat het ontwikkelen van deze plannen veel geld kost. Een ander onderwerp waarbij volgens de PvdA meer realisme mag worden betracht is het subsidiebeleid. Al eerder hebben wij samen met de VVD aangekaart dat de gemeente subsidie verstrekt aan verschillende organisaties die voor die subsidie hetzelfde doen en sprake is van dubbelingen. De PvdA wil beter inzicht krijgen in de door de gemeente verstrekte subsidies. Wij willen weten hoe het subsidiebeleid van de gemeente in de praktijk uitpakt en op basis daarvan bekijken of aanpassing van het beleid nodig is. Wij dienen daartoe samen met de VVD de volgende motie in. Door de fracties van PvdA en VVD is de volgende motie ingediend: ‘De raad van de gemeente Tiel, in vergadering bijeen op 14 november 2012; overwegende dat: - voor de raad inzichtelijk moet zijn voor welke activiteiten de gemeente subsidies verstrekt; - voor de raad inzichtelijk moet zijn of het huidige subsidiebeleid leidt tot het verstrekken van subsidies aan verschillende organisaties voor dezelfde activiteiten, dit om te voorkomen dat sprake is van ongewenste dubbelingen van subsidies; - de raad alleen op basis van dit inzicht een beeld kan krijgen van de praktische invulling van het subsidiebeleid van de gemeente; - alleen daarmee een goede invulling kan worden gegeven aan de bezuinigingen op subsidies en organisaties; verzoekt het college per activiteit een duidelijk overzicht te maken van de organisaties die hiervoor in 2012 subsidie ontvingen: het bedrag dat de organisaties ontvingen, de werkzaamheden waarvoor die organisaties subsidie hebben ontvangen en eventueel het werkgebied waaraan de subsidie is gekoppeld; en gaat over tot de orde van de dag.’ (M1) Het tweede onderwerp waarover vandaag getwitterd moet worden is arbeid. Wij stellen de # ‘arbeid in Tiel’ voor. Juist in deze moeilijke tijd moet de gemeenteraad werk van werk maken, zo vindt de PvdA. Dat geldt vooral voor de mensen die het moeilijkst aan een baan kunnen komen. Het nieuwe kabinet zal van werkgevers eisen dat zij op termijn 5% arbeidsgehandicapten aan het werk helpen. Wij vinden het goed dat hiervoor een quotum wordt gesteld, maar merken wel een kloof tussen werkgevers en arbeidsgehandicapten. In zulke gevallen moet de gemeente haar verantwoordelijkheid nemen. Succesverhalen zijn er zeker. Zo stond in de laatste Rivierenlandvisie een artikel over de Tielse vestiging van Simon Loos, een transportbedrijf, waar tien voormalige medewerkers van Lander betaald aan het werk zijn. Volgens de sitemanager hebben zij bij het bedrijf een toegevoegde waarde op de werkvloer, dit ondanks de extra tijd en aandacht die zij soms vragen. De PvdA vraagt het college of de gemeente meer kan doen om werkgevers bekender te maken met arbeidsgehandicapten. Ziet het college mogelijkheden om werkgevers in dit kader te faciliteren? Zijn er mogelijkheden om de succesverhalen van werkgevers richting andere werkgevers uit te dragen? Overigens willen wij het college op dit gebied een compliment geven. Wij hebben begrepen dat de afdeling groen van de gemeente zes mensen van Lander in dienst heeft genomen en het postbedrijf van de gemeente mensen van Lander in dienst zal nemen. De PvdA, die hiertoe heeft opgeroepen, is er blij om dat het college en de gemeentelijke organisatie aan die oproep gehoor hebben gegeven
6
en zelf het goede voorbeeld geeft. Dat is precies de reden waarom wij enthousiast zijn over het idee van GL betreffende het sociaal aanbesteden. Wij willen dat de raad het beleid snel vaststelt. De PvdA is van mening dat bij het aanbestedings- en inkoopbeleid van de gemeente moet worden bestudeerd of het mogelijk is lokale bedrijven, zoals aannemers en drukkerijen, voorrang te geven. Zo helpen en houden wij in Tiel zo veel mogelijk mensen aan het werk. Als arbeid met één onderwerp onlosmakelijk verbonden is, dan is het met onderwijs. Dat is wat ons betreft het derde onderwerp waarover vandaag getwitterd moet worden, wat de PvdA betreft onder de # ‘onderwijs in Tiel’. Wij zijn blij met het jaarthema van de raad in 2013, dat later vandaag door middel van een motie van GL bekend zal worden gemaakt. Het jaarthema van 2012 ‘Veilig Tiel’, waarover de PvdA en het CDA het vorig jaar een motie hebben ingediend, bleek namelijk een enorm succes. Volgens de teamchef van de politie heeft dit jaarthema geholpen Tiel veiliger te maken, maar natuurlijk zijn wij er nog niet. Tiel moet nog veiliger worden. Wij blijven ons daarvoor inzetten en wij zijn op de goede weg. Het onderwijs gaat ons aan het hart en wij hopen dat het jaarthema voor het volgend jaar op zijn minst even succesvol zal zijn. De PvdA merkt dat het voortgezet onderwijs in Tiel, met name op de locatie Teisterbantlaan, last heeft van een imagoprobleem. Veel kinderen in Tiel gaan naar het voortgezet onderwijs in Geldermalsen en Culemborg, dat is doodzonde. Wij zullen moeten bekijken hoe wij deze leerlingen naar Tie terug kunnen krijgen. De RSG Lingecollege is een school die veel te bieden heeft. Mevrouw Metiary, mevrouw Budak en ik waren bij de opening van de nieuwe keuken en het nieuwe restaurant van de opleiding horeca, toerisme en voeding. Overigens waren daarbij ook fractieleden van D66 aanwezig, alsmede de wethouders Driessen en Vermeulen. Veel restaurants kunnen jaloers zijn op deze prachtige praktijklokalen. Eén van de leerlingen leidde ons rond en was zichtbaar trots op de daar geboden mogelijkheden voor het leren in de praktijk. Investeren in deze ruimtes is investeren. De PvdA hoopt dat de miljoenen die de nieuwe regering in de kwaliteit van de huisvesting en de kwaliteitsverbetering van het voortgezet onderwijs wil investeren een positief effect zal hebben op het Lingecollege. Verder is de PvdA van mening dat de raad en het college samen met het Lingecollege zullen moeten bekijken wat kan worden gedaan om het voortgezet onderwijs in Tiel aantrekkelijker te maken. Wij hebben drie onderwerpen genoemd waarover wij graag in gesprek gaan met de bewoners van Tiel en waarover wat ons betreft getwitterd moet worden. Wat de PvdA betreft is realisme daarbij van groot belang. Wij moeten er nu voor zorgen dat wij ook na 2016 nog financiële ruimte zullen hebben om de kwetsbaren te helpen die een steuntje in de rug nodig hebben. Hoe mooi uitgangspunten zoals burgerkracht en zelfredzaamheid ook zijn, ook voor de PvdA, de crisis heeft tot gevolg dat er steeds meer kwetsbaren zijn. Zij hebben niet altijd de kracht, het vermogen en het sociaal netwerk om uit de put te klimmen en hebben daarbij steun van ons, van de overheid, nodig. Hiermee hebben wij in eerste termijn ons zegje gedaan. Wij zijn benieuwd waarover de andere partijen willen twitteren. De heer Melissen: Mijnheer de voorzitter. Ik kan u geruststellen: ook wij hebben één sheet en daar blijft het bij. Aangezien wij maar tien minuten hebben – ik denk dat ik rond die tijd zal uitkomen -, zal ik meteen beginnen. Geachte voorzitter. De VVD kijkt met een positief gevoel terug op het werk van de politie en het college met betrekking tot de veiligheid. Er is keihard gewerkt om het enorm uit de hand gelopen aantal inbraken naar beneden te krijgen. Wij zijn daarover tevreden. De politie heeft daders gepakt en wij hopen dat die daders worden gestraft. Dat is Nederland nog niet zo zeker. Je kunt in Nederland veel doen zonder daarvoor een fatsoenlijke straf te krijgen. Het Burgernet in Tiel is een groot succes. Wij zijn daar blij om. Zonder de burgers mis je de ogen en zonder de ogen mis je de informatie. De veiligheidsavonden zijn ook succesvol geweest, zij het dat de ene avond succesvoller was dan de andere. Op sommige avonden was het erg druk, op een aantal avonden was het minder druk en een enkele avond is niet doorgegaan omdat er afzeggingen waren. Niettemin: er is hard gewerkt. Het jaar waarin wij ‘veiligheid’ als thema hebben gevoerd is bijna ten einde. De VVD vindt het belangrijk dat de veiligheid hoog op de agenda blijft staan en zal zich daarvoor ook in 2013 inzetten. Wij zijn tevreden over de uitspraak van de raad dat er meer wijkagenten moeten komen en over het verzoek aan de burgemeester op pad te gaan en dat voor elkaar te krijgen. De daarover tot nu toe door ons ontvangen informatie wijst erop dat het waarschijnlijk zal lukken meer wijkagenten naar Tiel te halen. Dat is goed, wij zijn blij met de inzet van de burgemeester voor onze stad en onze inwoners. De VVD is er ook tevreden over dat het college de raad serieus neemt, ook al gaat het om kleine dingen op het gebied van veiligheid. Ik noem het voorbeeld van de scooteroverlast op de promenade, die aan de orde is gesteld. Het college is daarmee aan de slag gegaan en er is gehandhaafd.
7
Hiermee wil ik aangeven dat er daadwerkelijk iets gebeurt als geluiden uit de samenleving via de raad bij het college komen. De politiek is er om naar de burgers te luisteren, de politiek moet er voor de burgers zijn. Het is goed te kunnen zeggen dat iets met geluiden uit de samenleving is gedaan. Wij moeten de burgers serieus nemen, daar gaat het om. Op het terrein van de veiligheid is niet alles positief. Tiel is met een criminele jeugdgroep geconfronteerd, zo’n groep hadden wij eerst niet. Wij hadden wel een overlast gevende jeugdgroep, waarin wij veel energie hebben gestoken om ervoor te zorgen dat het goed zou komen. Helaas is gebleken dat de daarin gestoken instrumenten, energie en gelden niet hebben geholpen en een criminele jeugdgroep is ontstaan. Dat betekent dat op dit punt van de veiligheid door iedereen – het college, de raad, de politie en alle andere betrokkenen – hard zal moeten worden gewerkt om ervoor te zorgen dat er niet meer criminele jeugdgroepen zullen komen en vooral dat deze criminele jeugdgroep zal verdwijnen. Ik ga nu naar een compleet ander onderwerp, namelijk werk. De VVD is van mening dat wij op het realiseren van banen moeten inzetten. Mensen aan het werk krijgen is het belangrijkste dat er is. Als je mensen aan het werk krijgt, werk je niet alleen aan hun welzijn maar ook aan de begroting. In die zin is het belangrijk dat de ontwikkeling van Medel doorgaat en het is ook belangrijk ons te realiseren dat de kansen die de logistieke hotspot kan bieden banen kunnen opleveren. De kansen die er zijn moeten wij grijpen. De VVD is ervan overtuigd dat het beter is mensen aan het werk te helpen dan mensen in een uitkeringssituatie te laten zitten. Werk draagt bij aan het welzijn van mensen en, hoe banaal dat ook klinkt, hoe minder mensen met een uitkering, des te gunstiger dat is voor onze begroting. Nederland en dus ook de gemeente Tiel staan voor een grote uitdaging. Het aantal bijstandsgerechtigden loopt op, maar op sommige vakgebieden is er een tekort aan gekwalificeerde arbeidskrachten. Afstemming van vraag en aanbod is noodzakelijk en onderwijs speelt daarbij een grote rol. Techniek, zorg en ict zijn segmenten met een groot tekort aan goed opgeleide medewerkers. Omscholingsmogelijkheden moeten dus worden geboden. Daarnaast vindt de VVD het belangrijk dat ouders en kinderen vroegtijdig in aanraking komen met bedrijven en instellingen om inzicht te krijgen in wat deze sectoren kunnen bieden. Bij werk hoort goed onderwijs en bij goed onderwijs hoort goede onderwijshuisvesting. De inzet van Tiel moet gericht blijven op versterking van ons MBO en er moeten relaties worden gelegd met het HBO. De ontwikkeling van het volwassenenonderwijs moet doorgaan en de aanpak van taalachterstand is belangrijk. Immers, goed onderwijs levert mensen een goede startkwalificatie op de arbeidsmarkt op. Het RSG Lingecollege biedt bijzondere opleidingsmogelijkheden, zoals het vakcollege techniek en zorg en het Technasium. Zijn die opleidingsmogelijkheden in de regio wel voldoende bekend? Tiel als centrumgemeente kan hierdoor meer aantrekkingskracht krijgen. Cijfers bewijzen dat ons onderwijs voldoende tot goed is, maar nog veel leerlingen besluiten in een andere plaats naar school te gaan. De VVD maakt zich daarover zorgen. Dit gegeven heeft niets te maken met de kwaliteit van het onderwijs in Tiel, maar met het imago en de positionering van de school. Wat de VVD betreft zal daaraan moeten worden gewerkt. De VVD is benieuwd naar de uitkomst van het onderzoek betreffende de concurrentiepositie van de RSG Lingecollege en het ROC Rivor. In ieder geval dienen de scholen nog meer uit te dragen, dat verder leren het best in Tiel kan plaatsvinden. Over het aantal laaggeletterden in Tiel heeft de VVD grote zorgen: 10% van onze burgers valt in die categorie. De VVD is van mening dat dit probleem de volle aandacht van de raad verdient. Ik ga nu naar het thema dat ik niet mag verklappen, omdat GL daarover zo dadelijk een motie zal indienen. Als u alle elementen bij elkaar optelt, kunt u vaststellen dat de VVD aandacht vraagt voor werk en onderwijs. Ik laat de eer aan GL, de initiatiefnemer van het nieuwe jaarthema, maar wil daarover nog wel een aantal opmerkingen maken. Leren en werken zijn natuurlijk ontzettend belangrijk voor het versterken van de economie. Als arbeidskrachten nodig zijn, moeten arbeidskrachten worden geschoold. Scholing moet op de arbeidsmarkt aansluiten. De raad zou moeten stilstaan bij de vraag of de vraag van de arbeidsmarkt op het aanbod voor de leerlingen aansluit. Dat is een onderwerp waarover wij het met elkaar zouden kunnen hebben. Over de toenemende regionalisering van de diensten hebben wij zorgen. Wij zien een ontwikkeling, die ertoe leidt dat allerlei ambtelijke diensten tot grote organisaties worden samengevoegd, wat veel geld kost. Dat geld komt uit onze begrotingen. Wij maken ons zorgen over het feit dat wij daarover geen zeggenschap hebben. In wezen tikken wij door de vaststelling van de begroting, wat wij vandaag zullen doen, een aantal bedragen af die in een grote pot terechtkomen. Voor de VVD is onduidelijk hoe het met de controle op de besteding van deze gelden zit en wij stellen vast, dat de democratische legitimatie hierbij niet meer aanwezig is. Bij de VVD roept dat het volgende gevoel op. De raad heeft het budgetrecht, maar kan niet sturen op het resultaat. Als de kosten van de regionalisering de pan uit rijzen en zich ontwikkelingen voor-
8
doen die wij niet wensen, zouden wij eigenlijk ‘nee’ moeten zeggen tegen de Tielse begroting omdat die elementen daarin zitten. Er is geen andere mogelijkheid. De VVD wil de volgende waarschuwing bij u neerleggen. Als de kosten van de regionalisering uit de hand gaan lopen, zal de VVD het enige middel dat zij heeft aangrijpen om haar bezwaar daartegen duidelijk te maken. Wij zijn van mening dat de gemeente geen instituut is. De gemeente is er voor de bewoners en de in onze stad gevestigde bedrijven en moet zich dienstbaar opstellen. Dat betekent: dienstbaar zijn, ondersteunen, helpen en ga zo maar door. Zonder de burgers en bedrijven is er geen gemeente, geen gemeenteraad, geen burgemeester, geen college van burgemeester en wethouders en zijn er ook geen ambtenaren. Wij moeten heel goed beseffen dat wij er zijn voor de inwoners van Tiel. Als je je dienstbaar opstelt, moet je ook naar de regels kijken. Ik zal een aantal voorbeelden noemen. Als eerste voorbeeld noem ik het systeem van de 24 halve ‘herriedagen’. Dat is een goed systeem waarmee de ondernemers uit de voeten kunnen. Het plan is het aantal herriedagen tot twaalf terug te brengen. Een systeem dat goed is voor de stad wordt op die manier afgebroken en is niet meer flexibel. Burgers en ondernemers hebben behoefte aan flexibiliteit. Wij zouden het jammer vinden als dit systeem zou veranderen. Wij vinden het goed dat het mogelijk zal worden alle winkels op zondagen open te stellen en zijn van mening dat de raad, als die keuze voorligt, daartegen ‘ja’ zal moeten zeggen. De VVD is er voorstander van dat de winkels op alle zondagen geopend mogen zijn. Het voordeel daarvan is, dat een einde wordt gemaakt aan het in onze ogen discutabele vergunningsysteem met vreemde criteria voor de supermarkten. Ik wil nu iets zeggen over realisme, waarover de heer Gradisen zojuist ook heeft gesproken. De VVD vindt het belangrijk dat toekomstige bouwplannen voor onze stad niet statisch zijn. Als op te veel plaatsen in Tiel planvorming rust, maken wij het onszelf erg moeilijk. Wij gieten de planvorming dan eigenlijk in beton. Dat wij een toekomstvisie hebben is een goede zaak, maar overdaad schaadt, maakt ons niet flexibel en werkt contraproductief. Wij zouden niet alles moeten willen bepalen. Plannen hebben wij genoeg voor de komende veertig jaar. Wij moeten de markt zijn werk laten doen en de ruimte geven om snel te kunnen schakelen. Dat geldt ook voor het vaststellen van bestemmingsplannen. Stel je soepeler op, zeg niet dat iets niet kan maar denk mee en wees niet star. De VVD ervaart Tiel als star waar het gaat om bestemmingsplannen. Het is alsof alles tot achter de komma geregeld moet zijn. Neem het begrip ‘streekgebonden producten’, naar de mening van de VVD een voorbeeld van een centraal georganiseerde overheid zoals wij die kennen uit de voormalige Oostbloklanden. Gezien het huidige financiële klimaat is de VVD ten aanzien van het subsidiebeleid van mening dat door de gemeente verstrekte subsidies onder de loep dienen te worden genomen. De VVD en de PvdA zijn hiermee al bezig en het wordt tijd dat het college de uitvoering overneemt en voor de raad in beeld brengt welke subsidies elkaar overlappen. Hoe is de opbouw van een subsidie? Welk uurtarief wordt gehanteerd? De VVD denkt dat een onderzoek naar de diverse subsidies een goed plan is. De VVD is geen voorstander van spaarpotten in eventuele bestemmingsreserves. Bestemmingsreserves dienen door de gemeente zelf gevormd te worden. Op het moment waarop een reserve dient te worden aangesproken heeft de raad zelf de keuze. De VVD is tegen het sparen met subsidie. Hoewel de economische situatie ons dwingt tot het doorvoeren van bezuinigingen, heeft de gemeente Tiel ervoor gekozen te investeren in haar stad, in haar poorten. Voor de Westluidense Poort was een budget van € 340.000,- per jaar vastgesteld, welk bedrag door de inflatiecorrectie en 2% BTWverhoging inmiddels tot € 365.000,- per jaar is opgelopen. Wij zitten met de vraag of dat bedrag op termijn haalbaar zal zijn. De huidige situatie heeft al gevraagd om aanpassing van het plan. Kunnen de bibliotheek, de plantage, woningbouw en winkels wel voldoende aan de exploitatie bijdragen? Tel daarbij op de ontwikkelingen als gevolg van de Wet HOF, waardoor wellicht de provinciale bijdrage onder druk zal komen te staan. Wij hebben daarover zorgen. Tiel kan zich niet veroorloven meer geld aan dit project uit te geven dan het bedrag dat daarvoor begroot is. Indien het college bij de raad met de vraag om meer geld voor dit project zal aankloppen, zal de VVD moeilijk te overtuigen zijn. Daarbij komt dat de VVD moeite heeft met het automatisch aanpassen van de jaarlast en dus het hogere investeringsbedrag, een principe dat bij veel projecten wordt toegepast. De VVD vraagt of dit automatisme niet veranderd zou moeten worden door een taakstellend budget en op zijn minst een investeringsplafond zonder inflatiecorrectie vast te stellen. Op die manier houden wij de omvang van de budgetten beter in de hand. Ik ga nu naar een ander project, dat wij ‘Dromen zijn mooi’ noemen. Dromen zijn mooi, maar realisme is beter. De ideeën voor de Santwijckse Poort met de belommerde stadswandelingen zijn mooi, maar als de uitvoering daarvan € 25 miljoen zal kosten zijn ze niet reëel. Wat kunnen marktpartijen realiseren zonder dat de gemeente daarin € 25 miljoen moet stoppen?
9
Parkeren is nodig, de Waalplaat is er ook. Kunnen wij daarnaar opnieuw kijken? Kunnen wij opnieuw kijken naar wat de markt zou kunnen? Wat kan de markt aan groen en recreatie realiseren terwijl voldoende parkeervoorzieningen overblijven? Geen wegomleggingen, geen dijkomleggingen, maar gewoon de bestaande vlakken invullen. Weinig geld vraagt om creativiteit en ‘out of the box’ denken. Laat de markt zijn kansen pakken. Dat betekent dat de Santwijckse Poort in deze opzet voor de VVD niet aan de orde is. Het beleid van de VVD is erop gericht de lasten voor de burgers laag te houden. Dat doen wij door de begroting op orde te brengen en dat punt is nu bereikt. Nieuwe bezuinigingen zullen pijn doen. Die pijn zit wat de VVD betreft in het maken van duidelijke keuzes, niet in het verhogen van de lokale lasten. Aan deze lijn blijft de VVD vasthouden. De VVD is van mening dat het ambitieniveau van de stad bijgesteld zal moeten worden. Zo is de VVD bereid opnieuw naar de visie over de poorten en het parkeren te kijken. Wat de VVD betreft heeft de Santwijckse Poort geen prioriteit en kan het plan de ijskast in en als de Westluidense Poort te duur wordt, geldt voor de VVD dat ook dat plan opnieuw zal moeten worden bekeken. Wij mogen de burgers van Tiel niet met uit de hand gelopen investeringen opzadelen. Om die reden doet de VVD het voorstel een investeringsstop in te stellen. Daarmee bedoelen wij dat de raad de balans van de projecten dient op te maken en daarna keuzes zal moeten maken. Wat vinden wij belangrijk? Wat vinden wij niet belangrijk en wat hoeft helemaal niet meer? Voor de VVD houdt dit in dat voor projecten zonder onomkeerbare besluitvorming door de raad geen geld meer zal worden vrijgemaakt totdat de raad zijn eigen prioriteiten zal hebben vastgesteld. Niet vergeten mag worden, dat alle besluiten die de raad met betrekking tot dit soort projecten neemt consequenties kunnen hebben in de zin van beslag op de begroting voor periodes van dertig tot veertig jaar. Daarbij past goed nadenken over de prioriteiten voor deze stad en de financiële gevolgen dienen ook goed in beeld te worden gebracht. In ons voorstel komt de raad aan zet om te bepalen welke projecten de raad belangrijk vindt en welke projecten eerder zouden moeten worden uitgevoerd dan wel zouden moeten worden doorgeschoven of niet zouden moeten worden uitgevoerd. Wij hebben daartoe een motie opgesteld, die ik nu zal voorlezen. ‘De raad van de gemeente Tiel, in vergadering bijeen op 14 november 2012; onderwerp ‘Tijdelijke investeringsstop’; de ondergetekende, lid van de gemeenteraad van Tiel; overwegende dat: - het ambitieniveau van de gemeente Tiel hoog is; - de financiële situatie van de gemeente vraagt om duidelijke keuzes; - er in Tiel veel projecten zijn; - de raad van mening is dat keuzes in projecten gemaakt dienen te worden; - projecten veel geld kunnen kosten, werken aan projecten veel ambtelijke capaciteit vraagt en bij niet realisatie kostenverhogend werkt; - dit vraagt om een efficiënte aanpak, wat betekent dat alleen de kansrijke projecten zouden moeten worden opgepakt teneinde ervoor te zorgen dat die projecten daadwerkelijk worden gerealiseerd; - de raad die keuzes dient te maken; - de raad pas weer middelen beschikbaar zal stellen als duidelijk is welke keuzes door de raad zijn gemaakt; - de raad hierdoor beter kan sturen op de gevolgen voor de begroting en de ontwikkeling van de stad; geeft de raad in overweging: a een raadswerkgroep in te stellen die de prioriteitstelling van de raad gaat voorbereiden door aan de hand van het projectenboek (blauwe boekje) aan de raad voor te stellen welke projecten een hoge prioriteit hebben of juist een lage prioriteit; b. het college de door de raad gekozen prioriteitstelling financieel uitwerkt, zodat inzichtelijk zal worden welke de gevolgen zullen zijn van de besluitvorming over deze projecten voor de begroting; c. de raad daarna een besluit neemt over de prioriteitstelling, mede gebaseerd op het door het college verstrekte inzicht in de financiële consequenties voor de begroting; d. nadat het onder c. genoemde besluit is genomen, de investeringsstop, weer kan worden opgeheven; e. de besluitvorming voor de perspectievennota 2014 volledig is afgerond; en gaat over tot de orde van de dag.’ (M2)
10
Het laatste is belangrijk. Dat is bedoeld om ervoor te zorgen dat de effecten van de genomen besluiten in de begroting voor 2014 kunnen worden meegenomen. Ik ben er bijna. Ik denk dat ik ongeveer tien minuten heb gesproken. De voorzitter: Bezien in het licht van de flexibiliteit waarover u in uw betoog hebt gesproken klopt dat. De heer Melissen: Daarnaast vraagt de VVD zich af of alle tijd en geld die in de Santwijckse Poort zijn gestoken wel goed zijn besteed. De informatie op de beeldvormende avond was zo vaag, dat de VVD slechts het beeld van mist in een lommerrijke omgeving is bijgebleven. Wij vragen ons af of een dergelijke beeldvorming wel zin heeft. De VVD wil dat de tijd van raadsleden nuttig wordt besteed en heeft geen behoefte aan vage droombeelden, die niemand kan volgen. De VVD is van mening dat het goed zou zijn vier beeldvormingsavonden in te wisselen voor gesprekken met bewoners in de stad. Dat kan door Tiel in vier delen te verdelen en per gemeentedeel een gespreksavond te organiseren. Tijdens deze bijeenkomsten kan de raad met de inwoners in gesprek gaan over specifieke problemen of wensen betreffende dat deel van de gemeente. Zo brengen wij de politiek dichterbij de burgers en weten de leden van de raad wat in het betreffende deel van de gemeente leeft. Hierover dient de VVD samen met de PvdA en het CDA de volgende motie in. ‘De raad van de gemeente Tiel, in vergadering bijeen op 14 november 2012; onderwerp ‘Contact met de inwoners en belanghebbenden intensiveren’; de ondergetekenden, leden van de raad, overwegende dat: - de afstand tussen de politiek en de burgers als groot wordt ervaren; - de beeldvormingsavonden nuttig zijn, maar niet het contact brengen waaraan de raad behoefte heeft; - door Tiel in vier delen te verdelen gerichte gesprekken over die delen van de gemeente met de inwoners en belanghebbenden in die gebieden mogelijk zijn; - de raad hierdoor actief met de inwoners en belanghebbenden in gesprek gaat; - er voor de raad ruimte dient te zijn om het betreffende deel te bezoeken indien de wens daartoe leeft; - de raad zelf de regie heeft over deze avonden; geven de raad in overweging: een raadswerkgroep in te stellen, die onderzoekt of het mogelijk is: a. Tiel in vier delen op te splitsen om gesprekken met inwoners en belanghebbenden te voeren over de aandachtspunten die in die delen leven b. hiervoor vier beeldvormingsavonden beschikbaar te stellen en de gevolgen daarvan in kaart te brengen; c. welke de spelregels (wat kan wel en wat kan niet op een dergelijke avond besproken worden) van een dergelijke bijeenkomst zouden moeten zijn; d. dit onderzoeksresultaat middels een notitie aan de raad te presenteren en indien mogelijk tevens gelijk een voorstel te doen tot invoering van deelbijeenkomsten voor gesprekken met de bewoners en overige belanghebbenden in de vier delen van de gemeente; en gaat over tot de orde van de dag.’ (M3) Tot slot wil de VVD een statement over nivelleren maken. Nivelleren is in onze ogen absoluut geen feest. Wij zien nivelleren als een onrechtvaardige straf voor mensen die hun geld in onze samenleving moeten verdienen. De Tielse fractie van de VVD wil en kan zich daarmee niet verenigen. Dat het vormen van een coalitie pijn doet is ons niet vreemd, maar als de prijs te hoog wordt moet je die coalitie niet willen. U begrijpt dat ik het nu over de situatie in het land heb. Wat in het land met betrekking tot nivellering gebeurt heeft onze fractie extra motivatie gegeven om voor de burgers van Tiel de lasten laag te houden. Dat wordt nu onze belangrijkste opdracht. De VVD Tiel gaat voor lage lasten voor de inwoners, omdat zij nivelleren geen feest vindt. Mijn excuses voor het iets langere betoog. De heer Kooijman: Mijnheer de voorzitter, leden van de raad. Aanwezigen. Ons is de begroting voor het jaar 2013 voorgelegd met daarbij een doorkijk naar 2016. De begroting en de doorkijk beschouwend zouden wij daarop de titel willen plakken ‘Leuker kunnen wij het niet maken’. Het lijkt de Belastingdienst wel! Dat betekent nogal wat en vergt van ons allen een forse inspanning om op een verstandige manier keuzes te maken en besluiten te nemen.
11
Wij kunnen wel proberen het leuk te houden. Wij hebben daarvoor diverse instrumenten, wij kunnen bijvoorbeeld besluiten bepaalde posten alleen te indexeren. Een deel van de begroting straalt dat al uit. Ik denk dat dat in de begroting 2013 een verstandig besluit is voor de inwoners van Tiel en de in Tiel gevestigde bedrijven. Wethouder Verspuij heeft in de commissie beleidscyclus een inkijkje gegeven in wat wij van de septembercirculaire kunnen verwachten: minder inkomsten van het rijk tot een bedrag van circa € 3 miljoen, wat het noodzakelijk zal maken ook in de komende jaren op onderdelen van de programmabegroting scherpe keuzes te maken. Ik denk dat het goed is de inwoners en de betrokken bedrijven bij de te maken keuzes te betrekken. De zojuist door de heer Melissen gemaakte opmerkingen over het in vier delen verdelen van onze gemeente zie ik in het verlengde daarvan. Het is inderdaad belangrijk dat wij de discussie aangaan over de vraag hoe wij de toekomst van Tiel zien en hoe wij op een verstandige manier keuzes kunnen maken. In dit verband wil ik ook de vele investeringen noemen, waarop ik zo dadelijk zal terugkomen investeringen, waarvan de financiële consequenties tientallen jaren zullen doorwerken. Wij moeten ons afvragen of wij ons wel kunnen veroorloven de rekening daarvan aan de huidige en toekomstige inwoners van Tiel te presenteren en ervoor waken onverantwoorde besluiten over investeringen te nemen. Nogmaals: wij zullen scherpe keuzes moeten maken. Gelet op de door de gemeente Tiel te vervullen vele maatschappelijke functies en wettelijke taken en de taken die van het rijk naar de gemeente komen, zoals het overbrengen van Awbz-taken naar de Wmo, is het belangrijk dat wij ons in het komende jaar breed zullen oriënteren en daarover in gesprek gaan. Dat in de door ons ontvangen aanvullende voorstellen bijvoorbeeld voor Mozaïek een korting van eerst € 90.000,- en vervolgens € 180.000,- in de andere jaarschijven wordt ingeboekt vinden wij voorbarig. Laten wij eerst in overleg met allerlei andere organisaties inventariseren of er raakvlakken zijn, welke de mogelijkheden zijn in de ketenaanpak en wat wellicht dubbel wordt gedaan. Laten wij dat in overleg met de betrokkenen vaststellen en pas daarna bekijken wat daar financieel te halen is. ProTiel vindt het belangrijk dat die volgorde wordt gevolgd. De PvdA heeft er zojuist terecht op gewezen dat realisme in de komende jaren belangrijk is. Dat geldt zeker voor de keuzes die wij op de diverse beleidsvelden zullen moeten maken. Zullen wij de taken op het gebied van de Wmo aanpakken of op het gebied van de ruimtelijke ordening? Voor wat betreft de mobiliteit, waarover door het CDA vragen zijn gesteld, zijn wij gerustgesteld. Enige tijd geleden heeft de vraag gespeeld of de fietsenstalling bij het station Tiel-Passewaaij op tijd kan worden aangelegd. Uit de beantwoording is gelukkig gebleken dat daarvoor de verkorte Waboprocedure kan gelden. Laten wij daarmee snel aanvangen. Er zijn meer van dat soort projectjes waarvoor de wettelijke mogelijkheden ruimte bieden. Laten wij daarmee creatief zijn. Vrij recent heeft de raad een beslissing genomen over de afspraken met de provincie betreffende de woningbouwprogrammering, die in regionaal verband is afgestemd. Daar zijn wij redelijk uitgekomen. Wij hebben gekozen voor voorkeurslocaties met een flexibiliteitsmarge van 50%. Dat slaat op het eventueel realiseren van de reservelocatie Passewaaij 9 tot en met 11. Om dat mogelijk te maken zullen de daarvoor benodigde ruimtelijke procedures natuurlijk wel tijdig moeten worden opgestart. Als mocht blijken dat wij de inbreidingslocaties niet kunnen realiseren, zal het niet zo moeten zijn dat de ruimtelijke procedures nog zullen moeten worden opgestart. Dan zijn wij te laat. Ik roep het college en de raad op zorgvuldig te handelen. Als mocht blijken dat de projecten vertragen, zullen wij gesteld moeten staan en de ruimtelijke ordeningsprocedures op orde moeten hebben. De heer Melissen sprak zojuist over de starheid van onze bestemmingsplannen, waarvan inderdaad helaas sprake is. De nieuwe wet biedt ons de ruimte voor het daarmee flexibeler omgaan. Uiteindelijk zitten wij er zelf bij. De heer Melissen sprak zojuist bijvoorbeeld over streekgebonden projecten. Ik moet eerlijk zijn: de raad heeft de streekgebonden producten indertijd zelf ingevoerd en het is natuurlijk onze verantwoording te bekijken hoe wij daarmee op een fatsoenlijke manier kunnen omgaan. Wij verwachten het daarover in de commissie ruimte toegezegde memo binnenkort te mogen ontvangen. De bedrijfsvoering. Daar valt natuurlijk ook risicomanagement onder, een onderwerp dat grote raakvlakken heeft met de projecten waarvoor de heren Gradisen en Melissen aandacht hebben gevraagd. Op pagina 111 van de begroting heb ik gelezen dat aan een inventarisatie van alle projecten en de daaraan verbonden risico’s wordt gewerkt. Tussen de regels door wordt daarbij gevraagd of voor 2013 voor € 1,4 miljoen aan werkkredieten kan worden verstrekt. In het licht van de vraag of de investeringen verantwoord zijn vragen wij ons af of het juist is op dit moment zo’n fors bedrag aan werkkredieten te verstrekken. Het aangekondigde onderzoek is voor ons aanleiding pas op de plaats te maken, maar de lopende projecten moeten gezien de procesgang doorgang kunnen vinden. Om die reden hebben wij een amendement opgesteld, waarin wordt voorgesteld een deel van de gevraagde werkkredieten te verlagen. Ik zal het amendement voorlezen.
12
‘De raad van de gemeente Tiel, in vergadering bijeen op 14 november 2012; ondergetekenden stellen voor: het gevraagde werkkrediet van € 1,4 miljoen op basis van het blauwe boekje projecten voor het jaar 2013 voorlopig te verlagen met een bedrag van € 375.000,- totdat de risico’s voor de grondexploitatie zijn herijkt.’ (A1) Toelichting: de resultaten hiervan zijn bekend, zoals beschreven op pagina 10 van de begroting 2013; binnen de grondexploitatie is de algemene reserve onvoldoende ten opzichte van de aanwezige risico’s terwijl deze risico’s nog toenemen. Dat staat ook op bladzijde 111 van de programmabegroting. Herijking vindt momenteel plaats en het is niet logisch daarop als raad vooruit te lopen en een krediet van € 1,4 miljoen te verstrekken. Over een aantal punten zullen wij – afhankelijk van de amendementen en moties die wij van de andere fracties kunnen verwachten – in tweede termijn debatten aangaan. De nieuwe media bieden natuurlijk veel perspectieven, maar wij hebben ons niet laten verleiden daarvan vandaag gebruik te maken. In de toekomst zullen wij daarmee ook creatief omgaan. Voor het onderwerp dierenwelzijn, waarvoor zojuist is ingesproken, wil ik ook aandacht vragen. Zeker gelet op het feit dat de wettelijke taken mogelijk niet langer door deze groep vrijwilligers zullen kunnen worden uitgevoerd, baart dierenwelzijn ons zorgen. Die taken zullen dan ten laste van de gemeente komen. Wij hebben begrepen dat over een nieuwe overeenkomst met gewijzigde bedragen wordt gesproken. Als overbrugging voor het jaar 2013 willen wij bij amendement voorstellen voor de Stichting Dierenambulance ten laste van de post onvoorzien een klein bedrag beschikbaar te stellen. In de begroting zit elk jaar een post van ruim € 200.000,- voor onvoorziene kosten. Wij hebben daartoe een amendement opgesteld, dat als volgt luidt: ‘Ondergetekenden stellen voor: voor het jaar 2013 een extra bijdrage van maximaal € 5.000,- beschikbaar te stellen aan de Stichting Dierenambulance Tiel, uitsluitend ter dekking van de ritkosten binnen de gemeente Tiel; deze uitgave voorlopig te dekken uit de stelpost onvoorzien 2013.’ (A2) Gelet op de tijd zal ik de toelichting op dit amendement niet voorlezen. Tot slot. In 2003, bijna tien jaar geleden, is een belangwekkend boekwerk uitgebracht en binnen de ambtelijke organisatie verspreid. Ik doel op het Statistisch Jaarboek Tiel met allerlei belangrijke gegevens. Dit jaarboek is een belangrijk instrument waaruit wij trends kunnen halen, zoals bijvoorbeeld het aantal geboortes in wijk X, wat interessant kan zijn in het kader van de discussie over de plaatsen waar Joppen zouden moeten komen. Er zijn allerlei nieuwe media en nieuwe technieken om informatie te bundelen. Omdat wij met elkaar in discussie moeten gaan over de vraag waar Tiel staat en waar wij met Tiel heen willen, wil ik het college verzoeken de afdeling bestuurszaken een nieuwe inventarisatie te laten maken van al het statistische materiaal dat uit allerlei bronnen te krijgen is en dat stuk enerzijds binnen de gemeentelijke organisatie te gebruiken voor de afstemming van het beleid dat wij moeten gaan ontwikkelen en anderzijds in de met de raad te voeren discussie over de vraag waarvoor wij in Tiel willen staan. Wat mij betreft mogen die beschouwing, die analyse en dat vergezicht ‘Tiel, met het oog op morgen’ heten. De voorzitter: U merkte op dat u voor wat betreft het gebruik van visuele hulpmiddelen bescheiden hebt willen zijn. Uw stropdas ziend dacht ik even dat ik in het kader van de stadspromotie iets heb gemist. Volgens mij is dat een stropdas van een andere stad, maar wellicht is dat uw toekomstvisie op Tiel, dat kan ook. De heer Van Oostrom: Mijnheer de voorzitter. De media geven aardige plaatjes. Ik vond het aardig te zien dat de fractievoorzitter van de VVD achter een groot CDA-logo stond. Misschien is daarvan een leuke foto gemaakt. Als toch wordt getwitterd, dan zou het aardig zijn die foto de wereld in te sturen. De Tweede-Kamerverkiezingen zijn achter de rug en het kabinet Rutte II is een feit. Zonder uitgebreid op het regeerakkoord te willen ingaan: het is duidelijk dat de financiën voor veel Nederlanders moeilijk zullen worden. Dat op de zorg miljarden worden bezuinigd zal er ongetwijfeld toe leiden dat ouderen en zieken vaker een beroep zullen moeten doen op hun familie, vrienden en buren. Des te vreemder is het dat in het regeerakkoord niets wordt gezegd over de maatschappelijke waarde van vrijwilligerswerk, de rol daarvan in de samenleving en de verhouding tot een overheid die taken af-
13
stoot. U zult begrijpen dat ook wij niet enthousiast zijn over de Haagse plannen, dit zeker niet omdat zij ook voor de Tielse begroting nadelig uitpakken. Ondanks alle somberheid blijft de CDA-fractie bij haar insteek, zoals verwoord in de vorige Perspectievennota, dat wij in onze stad moeten blijven investeren omdat wij met deze positieve grondhouding meer bereiken dan met een negatieve grondhouding, omdat er naast vele beren op de weg ook vele kansen liggen en vooral ook omdat wij vinden, dat investeren veel verder gaat dan geld steken in een ambitieus project. Als samenleving moet je vooral in elkaar willen investeren. Voordat ik op de voortgangsrapportage inga, wil ik een compliment maken aan degenen die onze vragen over zowel de voortgangsrapportage als de begroting naar volle tevredenheid hebben beantwoord. Over de voortgangsrapportage willen wij een viertal opmerkingen maken. Allereerst een positieve opmerking over het weerstandsvermogen, dat nu de status ‘voldoende’ heeft. De raad heeft in het verleden aangegeven het weerstandsvermogen minimaal op dit niveau te willen hebben. Nu dit gelukt is, staan wij voor de uitdaging het weerstandsvermogen op dit niveau te houden. Als tweede punt wil ik de veiligheid in onze stad noemen, voor het CDA is dat een buitengewoon belangrijk onderwerp. Met name voor wat betreft het aantal woninginbraken in Tiel ging het niet goed. Woninginbraak is een vorm van ernstige criminaliteit en heeft een grote impact op de slachtoffers. Samen met anderen hebben wij ons hard gemaakt om het onderwerp veiligheid tot één van de vijf prioriteiten van de politie te maken, met het thema ‘Veilig Tiel’ hebben wij in 2012 extra inspanningen verricht om dit probleem onder controle te krijgen en inmiddels is helder dat dit jaarthema een groot succes is geworden. De laatste cijfers zien er immers bemoedigend uit. Het aantal woninginbraken in Tiel laat een stevige dalende trend zien en ook op andere terreinen worden vorderingen gemaakt. Wij zouden ons op de borst kunnen slaan en kunnen zeggen dat het mooi is dat wij dat resultaat hebben bereikt, maar mijns inziens zou dat te veel eer zijn. Ik ben van mening dat wij allereerst de politie een compliment moeten maken, met name de wijkagenten, en alle betrokken Tielenaren. Zij hebben laten zien dat je ter voorkoming van woninginbraken veel zelf kunt doen. Het verhogen van de eigen kennis en betrokkenheid is daarbij belangrijk. Gezien het buitengewoon hoge aantal aanmeldingen van Tielenaren voor Burgernet en het hoge aantal bezoekers aan de informatieavonden zijn beide doelen bereikt. Hoe dan ook, keer op keer blijkt dat oplettendheid, het eigen verantwoordelijkheidsgevoel van burgers en de betere samenwerking tussen de politie en de burgers de veiligheid kunnen vergroten. De vraag is ‘hoe nu verder?’. Wij moeten het succes vasthouden en doorgaan op de weg die wij met elkaar zijn ingeslagen. Het gaat beter, maar er zijn nog steeds te veel woninginbraken. Is het mogelijk dat door de extra-wijkagenten die wij zullen krijgen een tandje extra zal worden bijgezet? Kan het college aangeven welke de plannen zijn hieromtrent? Het CDA maakt zich grote zorgen over de verkeersveiligheid in onze stad. De laatste tijd hebben wij ons nogal druk gemaakt over het harde rijden van auto’s in Passewaaij en al eerder over het massaal door rood rijden op enkele kruispunten, zoals de kruising Rivierenlandlaan/Industrieweg. Zorgen maken wij ons ook over de veiligheid rond onze scholen. Hoewel bewoners hierin zelf ook een verantwoordelijkheid hebben, wil het CDA het college met klem vragen buitengewoon scherp te blijven op de verkeersveiligheid in onze gemeente en niet de put pas te dempen als het kalf verdronken is. Van ons mogen hiervoor alle middelen uit de kast en die kast mag van ons best flitsen. Bij de behandeling van de volgende Perspectievennota willen wij afwegen of het nodig is het project Duurzaam veilig wederom op de agenda te zetten. Ten derde willen wij wederom aandacht vragen voor de beide stationsomgevingen, met name de situatie rond de fietsenstallingen. Gelukkig wordt bij het station Tiel-Centraal nu snel met uitbreiding begonnen, maar wij maken daarbij wel een kritische opmerking. Je kunt heel Tiel vol zetten met fietsenstallingen, maar als niet voldoende wordt gehandhaafd, bijvoorbeeld door verkeerd geplaatste fietsen niet regelmatig weg te halen, is en blijft het een zootje. Wij zouden het college willen vragen de handhaving in de komende jaren minimaal te continueren. Voor wat betreft het station Passewaaij hebben wij een andere vraag. Hoe kan het nu zijn dat de omgevingsvergunning op zijn vroegst in maart zal kunnen worden afgegeven, waar wethouder Vermeulen in de raadsvergadering van mei heeft aangegeven dat dit in oktober zou zijn geregeld? Waarom is de commissie daarover niet geïnformeerd? Nog een stokpaardje van het CDA, ik wil het met u hebben over de overgewichtproblematiek bij met name onze jeugd. Wellicht ben ik op dit punt overgevoelig, maar ik zet vraagtekens bij het fantastische arrangement waarmee mijn kinderen door ons eigen zwembad werden gelokt om in de herfstvakantie toch vooral te komen zwemmen. Dat arrangement van € 6,75 bestond uit zwemmen, een zak patat – natuurlijk met mayonaise – en nog veel meer andere vette en zoete rommel. Sorry mensen, maar volgens mij geeft de gemeente op die manier een slecht signaal af. Mijns inziens hebben wij in het kader van bewustwording nog een lange weg te gaan. Het is niet mijn bedoeling het
14
zwembad in een kwaad daglicht te stellen. Voor de volledigheid wil ik ook zeggen dat je bij hetzelfde zwembad prima kunt afvallen door bijvoorbeeld aan aqua-yoga mee te doen. Onze vraag is of het college met de exploitant van het zwembad in gesprek wil gaan over deze beeldvorming. Wij nemen kennis van de tweede voortgangsrapportage, dan nu de voor ons liggende begroting 2013. Het jaar 2013 wordt voor Tiel sowieso bijzonder. Als alles goed gaat – dat zeg ik er maar bij – zullen wij de definitieve contracten kunnen tekenen met een bouwconsortium, dat de Westluidense Poort binnen de gestelde kaders zal gaan bouwen. Daarmee zal deze coalitie invulling kunnen geven aan het voornemen nog in deze coalitieperiode een start te maken met de daadwerkelijke bouw. Met de Westluidense Poort zetten wij Tiel op cultureel gebied definitief op de kaart, een project om trots op te zijn. Ondanks alle op ons af komende negativiteit is de realisering van de Westluidense Poort een voorbeeld dat aangeeft dat het mogelijk blijft verder aan onze stad te bouwen. Over de gefaseerde aanpak van de overige grote projecten zullen wij met elkaar moeten debatteren. Wat willen wij en wat kunnen wij? Dat debat zullen wij moeten voeren om tot verantwoorde en samenhangende keuzes te kunnen komen. De begroting van 2013 is sluitend, maar dat is niet vanzelf gegaan. Om de begroting sluitend te krijgen, heeft het college een flink aantal bezuinigingsvoorstellen gepresenteerd. Dat is natuurlijk altijd slikken, met name als het gaat om maatregelen zoals het verhogen van bouwleges, bezuinigen op de regiotaxi en korten op speeltoestellen en dergelijke. Dat zijn geen fijne maatregelen, maar gelukkig zijn voor het CDA belangrijke thema’s, zoals sport, groenvoorziening, hondenpoepbeleid, schoonhouden van de stad, toerisme, minimabeleid en dergelijke, de bezuinigingsdans ontsprongen. Ook behoeven wij onze inwoners in deze toch al moeilijke tijden niet met een extra verhoging van de OZB op te zadelen. Al met al kan het CDA leven met de voorliggende bezuinigingsvoorstellen van het college. Laten wij deze lastige periode samen aangrijpen om te bekijken of het mogelijk is zaken zodanig aan te vliegen dat ook kansen ontstaan. Al eerder heb ik gezegd dat wij dan wel lef moeten tonen en vooral creatief moeten zijn. Ik denk dat wij met minder meer kunnen bereiken als wij als lokale overheid de inwoners meer verantwoordelijkheid over hun woonomgeving durven te geven. Daartoe moet je bewoners niet aanzetten, vanuit het CDA-gedachtegoed zouden wij hen daartoe eerder willen uitnodigen. Laat ik concreet aangeven wat ik bedoel. Wij hebben in Passewaaij wijk 7 een Jop gepland. Los van de vraag waar deze Jop moet komen vragen wij ons af of wij dit soort zaken niet aan bewonersgroepen kunnen overdragen. Dat geldt ook voor onze speeltuintjes. Zouden de bewoners van een buurt niet een stichting kunnen oprichten met als doel het ontwikkelen en in stand houden van een Jop en/of een speeltuin? Laat de gemeente hiervoor een budget beschikbaar stellen en laat het verder over aan de bewoners. Overigens kunnen wij deze methodiek ook toepassen op initiatieven rond woningbouwprojecten. Ik ben ervan overtuigd dat je met minder geld veel meer kunt bereiken als mensen zelf meewerken, omdat zij een directe en betere lijn hebben met de doelgroep. Durven wij los te laten? Geven wij de burgers ons vertrouwen? Dat vraagt veel van de overheid. Als het anders gaat dan wij zouden willen, heeft de gemiddelde ambtenaar of bestuurder de bijna ontembare neiging het dan zelf maar weer op te pakken. Een Groninger zou tegen de gemeente zeggen ‘Niet mee bemoeien’. Dat is de Groningse manier om te zeggen ‘Geef ons vertrouwen’. Het CDA wil een motie indienen waarin het college opdracht wordt gegeven hiermee aan de slag te gaan. Ik zal de motie nu voorlezen. ‘De raad van de gemeente Tiel, in vergadering bijeen op 14 november 2012; overwegende dat de indieners ervan overtuigd zijn dat: - meer bereikt kan worden met minder als aan bewoners meer verantwoordelijkheid voor de eigen woonomgeving wordt gegeven; - de betrokkenheid van bewoners bij hun eigen woonomgeving wordt vergroot als zij zelf ook verantwoordelijk zijn voor hun eigen leefomgeving; - de verwachting is, dat daardoor de cohesie in de woonomgeving wordt versterkt; - het verstandig is ervaring op te doen hoe dorpen, buurten en/of wijken anders gefaciliteerd kunnen worden bij het beheer en onderhoud van zaken zoals Jops en speeltuintjes; roept het college op: - een beleidsplan te maken waardoor het mogelijk wordt het beheer over voorzieningen zoals Jops en speeltuintjes en dergelijke aan bewonersgroepen over te dragen; - bewonersgroepen uit te nodigen om in 2013 pilotprojecten te gaan doen op basis van genoemde beleidsplannen; - de raad op de hoogte te houden van de opzet en de uitvoering daarvan; - in 2013 het resultaat te presenteren en daarop het beleid definitief door de raad te vaststellen;
15
en gaat over tot de orde van de dag.’ (M4) Deze motie is medeondertekend door de PvdA en D66. In het regeerakkoord staat dat wij straks gemeenten van tenminste 100.000 inwoners moeten krijgen. Eigenlijk zou het signaal moeten zijn: zorg dat je met betrekking tot bepaalde thema’s samenwerkt met je buurgemeenten. In de regio Rivierenland gebeurt dat op steeds grotere schaal op onder andere het gebied van inning van belastingen, jeugdzorg, welzijn, de brandweer en juridische zaken. De gemeenten zoeken elkaar steeds meer op, omdat samenwerken goedkoper of beter is. Het is goed dat de gemeente Tiel samen met haar buren verder zoekt naar samenwerkingsverbanden waarvan alle betrokkenen beter worden. Samenwerkingsverbanden die tot win/win-situaties leiden werken beter dan door de overheid opgelegde schaalvergrotingen. Een eventuele herverdeling wordt dan een logisch gevolg. Op initiatief van het CDA heeft de raad in 2010 voor het hebben van een jaarthema gekozen. De belangrijkste argumentatie daarvoor was het leggen van accent op een bepaald onderwerp, wat een vliegwieleffect zou kunnen hebben door de concrete en simpele aandacht die aan een gekozen onderwerp wordt gegeven. Ik heb al aangegeven dat dit in het lopende jaar gold voor het jaarthema ‘Veiligheid’ en in 2011 voor het jaarthema ‘Vrijwilligerswerk’. Met andere woorden: het werken met jaarthema’s zet zaken in de stad in werking. Het succes zit in de samenwerking tussen politiek, instanties en inwoners. Het CDA zegt ‘Samen kunnen wij meer’. Voor 2013 komt er wederom een voorstel voor een jaarthema en wel het thema ‘Leren en werken’. Het CDA ziet in dit thema duidelijk een relatie met het streven bij Tiel een logistieke hotspot te maken, waarbij het ROC en wellicht via het ROC het hoger beroepsonderwijs perfect zouden kunnen aansluiten. Het CDA zal een motie hieromtrent mede indienen. Mijn collega van GL, de heer Van Wijk, zal de motie zo dadelijk toelichten. Ondanks de grote economische tegenwind die wij binnen en buiten Tiel ervaren moeten wij blijven vasthouden aan de zaken die Tiel bijzonder maken. Dat geldt natuurlijk voor Flipje, maar zeker ook voor onze bijzondere Tielse activiteiten zoals Appelpop, de profronde, de taptoe en Jazzy Tiel. Uiteraard geldt dat ook voor ons Fruitcorso. Wij moeten daarop zuinig zijn. Dit evenement is uniek in de wereld, een pareltje dat Tiel zou moeten koesteren. Vandaar dat D66 en het CDA voornemens zijn de raad aan het begin van het nieuwe jaar een voorstel voor te leggen met als doel dat het Tielse Fruitcorso op de Werelderfgoedlijst van Unesco wordt geplaatst. Wij hopen dat alle partijen dat voorstel zullen steunen. Ik ga afronden. In de raadsvergadering waarin de begroting wordt vastgesteld hebben wij het natuurlijk over de financiële keuzes die wij moeten maken om de financiële huishouding van onze stad gezond te laten zijn. Laten wij met elkaar goed beseffen dat achter de grote bedragen mensen zitten, die elke dag de uitwerking van de door ons gemaakte keuzes ervaren. Laten wij omzien naar elkaar, samen de schouders eronder zetten, niet te veel nadruk leggen op wat niet kan en vooral kijken naar wat wel kan. Dat alles in het belang van de prachtige gemeente Tiel en haar inwoners. Wees positief en kijk met een creatieve geest. Zoals Ali B laatst in onze Agnietenhof zei: ‘Wees niet tegen het duister, maar voor het licht.’ De heer Zuidema: Mijnheer de voorzitter, geachte aanwezigen. Dat wij onze algemene beschouwingen vandaag met een presentatie opluisteren is een beetje mijn schuld, althans van D66. Aanschouwelijk onderwijs blijft nu eenmaal beter hangen, maar het is geen doel op zicht. Dat er niet op mag worden gereageerd is geweldig, maar ik mis de interrupties wel een beetje. Bij dit soort gelegenheden heb ik altijd een titel boven mijn verhaal staan. ‘Realisme’ zou ook een aardige titel zijn geweest, maar ik heb gekozen voor ‘Tiel moet achter de knotwilgen vandaan’. Ik zal dat uitleggen. Allereerst wil ik namens D66 en naar ik veronderstel ook de overige fracties onuitsprekelijke dank uitspreken in de richting van het ambtelijk apparaat voor het beantwoorden van de vele vragen en ook een bedankje voor onze bodes, die ons bij de soms flink uitlopende vergaderingen altijd opgewekt blijven ondersteunen. Zoals gebruikelijk zal ik de voortgangsrapportage, de begroting en de bezuinigingsvoorstellen integraal behandelen, maar ik wil op voorhand al aangeven dat D66 met de voorliggende stukken kan instemmen. Daarbij valt wel een verhaal te vertellen en bij dat verhaal zal ik deze keer plaatjes vertonen. Tiel is een gemeente om trots op te zijn. In Tiel is veel meer te zien en te beleven dan wij soms zelf beseffen. D66 wil aandacht vragen voor een paar gemiste kansen. In navolging van steeds meer gemeenten – ik noem Makkinga, Borssele en Spijkenisse – verzoekt deze nu nog kleine sociaalliberale partij het college de inrichting van de openbare ruimte met een kritische blik te bezien. De kinderraad zal zich daarmee ook gaan bemoeien. Het initiatief van inwoners is belangrijk. Rechts
16
ziet u hoe inwoners zelf hun gevel opknappen, links ziet u in het donker een bak staan waarin bladafval kan worden geworpen. De stadsentree. In Tiel is veel te doen, soms heel erg veel. Een voor mij volstrekt onbegrijpelijk bord, dat op die plek behoorlijk storend is. Ik begrijp dat het een bord van Rijkswaterstaat is. Zet dat bord dichterbij het water. Dit is niet helemaal de boodschap. U nadert een rotonde, telt u even mee. Normaal gesproken heb je enkele seconden om veertien verkeersborden in je op te nemen. De kleinste is van de politie, die je uit de brand moet helpen als je het helemaal niet meer weet. In het donker verbazen wij ons over het aanrijden bij een willekeurige andere rotonde. Als we denken ‘kan het licht misschien een tandje minder’… Telt u maar weer mee, dat ging heel snel. Het zijn er tweeëntwintig. Als wij moeten nadenken over de vraag waarop kan worden bezuinigd, moet naar het oordeel van D66 ook naar het aantal verkeersborden en lichtpunten worden gekeken. Ik sta hierbij uitgebreid stil, omdat ik aandacht wil vragen voor een kritische blik op onze eigen leefomgeving. D66 meent dat het aantoonbaar beter kan. Verkeersborden kosten ongeveer € 60,- per bord waarbij de kosten voor bevestigingsmateriaal, een paal en de kosten van het in de grond zetten van de paal moeten worden opgeteld. De oplossingen vragen om een omslag in denken met als resultaat dat de stad veiliger zal worden en aantrekkelijker voor toeristen en de eigen bevolking. Bovendien zijn ze goed voor het milieu en besparen wij op die manier nog geld ook. Ik ga nog even verder. Het gemiddeld opleidingsniveau in Tiel is laag en wij proberen daaraan op allerlei manieren iets te doen. Dat onder een bord dat iedereen begrijpt wordt uitgelegd dat je in het vak moet staan is echt niet nodig als naast het vak een immens gebouw staat. Op die manier wordt € 60,- in de Waal gekieperd. Een prachtig beeldbepalend gebouw in Tiel is overgedragen in particulier bezit. Jammer dat daarvoor een terras staat, dat een deel van het zicht wegneemt. Handhaving, waarover ook door de voorgaande sprekers is gesproken, gaat niet alleen over veiligheid maar ook over verkeer. Een gebied met veel verkeersborden vergt veel handhaving. Wij zijn grote voorstander van 30-kilometerzones, maar het gaat om de openbare ruimte die wat ons betreft een stuk beter kan. Wij hebben een prachtig verbouwd station waarvan de gebruiksfunctie in restaurant is gewijzigd. Het restaurant heeft ook een maatschappelijke functie, omdat daar mensen van onder andere Lander werken. Ook het heringerichte plein voor het stationsgebouw ziet er prachtig uit en zeker ’s zomers is het een lust daar langs te lopen of een kopje koffie te drinken, maar wat gebeurt er? Daar worden twee bankjes met uitzicht op het stationsgebouw geplaatst en op een meter afstand worden drie immense bloembakken neergezet. Dit is niet de manier om toeristen in de stad te houden. De vraag is: zijn wij de weg kwijt? Ik krijg steeds meer positieve reacties op dit kunstwerk. De kinderen die dit kunstwerk gemaakt hebben begrijpen er niks van. Het geeft wel aan dat in Tiel ontzettend veel te doen is en ook historisch gezien veel te beleven valt. D66 wil samen met GL en het CDA een op de openbare ruimte betrekking hebbende motie indienen, waarvan de tekst als volgt luidt: ‘Ondergetekenden, leden van de raad van de gemeente Tiel, constateren dat: - op veel plaatsen in Tiel een opeenhoping van verkeersborden en openbare verlichtingselementen te zien is; - het overzicht voor verkeersdeelnemers gehinderd wordt; -verkeerssituaties onoverzichtelijk worden door een groot aantal borden; - in navolging van andere gemeenten de verkeersafwikkeling op een groot aantal punten veiliger wordt door borden dan wel verkeersborden weg te halen; - de plaatsing van banken in de openbare ruimte aandacht behoeft; overwegende dat: - in andere gemeenten veel verkeerssituaties aantoonbaar veiliger zijn geworden na het weghalen van borden; - Tiel aantrekkelijker wordt voor de eigen inwoners en passanten als op aantrekkelijke punten in en rond de stad voldoende banken staan; - het een niet nader te noemen besparing kan opleveren als het aantal borden en openbare verlichtingspunten wordt teruggebracht; verzoeken het college: - te rade te gaan bij gemeenten die al een verkeersbordarm beleid voeren, zoals bijvoorbeeld de gemeenten Makkinga, Borssele en Spijkenisse; - te onderzoeken welke besparing gerealiseerd kan worden door het weghalen van niet noodzakelijke verkeersborden;
17
- en binnen de huidige raadsperiode te komen met voorstellen naar de raad; en gaat over tot de orde van de dag.’ (M5) Nu een paar opmerkingen over normalisatie van de woonwagenlocaties. Dat ziet er best netjes uit. Op de eerste plaats past hier een grote pluim voor het door de gemeente Tiel gevoerde beleid. Tiel heeft een voorbeeldfunctie en heeft daarmee landelijk de aandacht gekregen. Nu is het van belang met beleid door te pakken en te consolideren. Die investering loont. D66 is benieuwd naar de overdracht van de woonwagenlocaties naar de woningcorporaties. Zij mogen daarin niet alleen komen te staan, de gemeente moet een goede partner blijven in beleidsvorming en handhaving. De wijze waarop en het tempo waarin de overdracht gestalte zal krijgen zijn voor ons nog onvoldoende duidelijk. Ik vraag het college daarop nader in te gaan. D66 is behoorlijk verontwaardigd over de Jop Passewaaij. Waarom kost daar de geplande Jop bijna € 200.000,-? Wij begrijpen de wens er iets moois van te maken, dat de plek nauw luistert en ook dat wij met archeologie rekening moeten houden, maar dat dit voor de prijs van een eengezinswoning met garage en zwembad in de tuin wordt gerealiseerd wil er bij ons niet in. Het gaat ook nog eens om een relatief kleine groep jongeren die wij hiermee willen bedienen. Dit lijkt ons een uitgelezen opdracht voor een leerwerktraject. Op die manier kan bijvoorbeeld worden aangesloten bij bestaande organisaties en instellingen. Collega Van Oostrom van het CDA heeft daarover ook iets gezegd. Ik toon nog twee prachtige alternatieve plekjes. Desgevraagd geeft de jeugd zelf aan, dat zij geen bankjes of hekjes hoeven, dat zij net zo lief op een boomstronk zitten en zij zelf wel doelpalen maken van een paar jassen. Kosten: een paar honderd euro voor een randje lage struiken, zodat de bal niet in de sloot rolt. D66 stelt voor de wijkvereniging te laten meedenken en de verantwoordelijkheid voor de inrichting van de Jop met een bescheiden geldbedrag daar neer te leggen. Dat brengt mij bij het onderwijs. Na de forse opwaardering van de huisvesting van het basisonderwijs in de afgelopen jaren verdient nu het voortgezet onderwijs extra aandacht. In het presidium is de keuze voor het jaarthema besproken. Het fenomeen jaarthema, een initiatief van het CDA, is raadsbreed omarmd en geeft het komend jaar aandacht aan onderwijs en werk. Collega Van Wijk van GL zal daarop zo dadelijk uitvoerig ingaan. D66 verzoekt het college de Verordening onderwijshuisvesting ten gunste van het voortgezet onderwijs aan te passen. Wij hebben begrepen dat het college dat voornemen al heeft. Een rondje langs de scholen heeft D66 geleerd dat directies en teams er alles aan gelegen is het onderwijs te verbeteren en actiever de verbinding met het bedrijfsleven te zoeken. Een gebouw dat is afgestemd op eigentijds onderwijs is daarvoor een voorwaarde. De presentatie, een paar weken geleden, van een onderzoek naar de concurrentiepositie van MBO en VMBO door het Katholiek Pedagogisch Centrum laat een hoge urgentie zien en geeft ruim voldoende aanbevelingen voor zowel scholen als gemeenten. Een saillant detail: de onderzoeker heeft aangegeven dat hij, al voordat hij aan zijn opdracht begon en bij dit gebouw langs ging om zijn onderzoek gestalte te geven, begreep wat er zal moeten gebeuren. Willen wij de economie in Tiel versterken, dan hebben wij het onderwijs nodig en wij kunnen het beroepsonderwijs en het Technasium niet zonder medewerking van het bedrijfsleven op de kaart zetten. Tijdens een beeldvormingsavond zullen wij hierop graag terugkomen. D66 heeft grote zorgen over het stijgende tekort in programma 3, Economische Ontwikkeling, in de programmabegroting. Zo vinden wij de verplichte zoekperiode voor alleen jongeren tot 27 jaar te beperkt. Ik doel op de zoekperiode waarin het om het vinden van werk gaat. Middels een motie roept D66 de raad op die zoekperiode te laten gelden voor alle volwassenen die een uitkering aanvragen. Uiteraard blijven wij rekening houden met schrijnende gevallen en uitzonderlijke situaties. Bovendien willen wij dat werkzoekenden in hun uitkeringsperiode de mogelijkheid krijgen stage te lopen in hun huidig of eventueel na omscholing toekomstig vakgebied. Op die manier dragen wij er zorg voor dat werkzoekenden kunnen bijblijven op hun vakgebied of kunnen proeven aan een werkgebied dat zij na een eventuele omscholing zullen betreden. Voorts kan dit voor de gemeente uiteraard een bezuiniging opleveren, omdat mensen eerder aan het werk kunnen en meer geprikkeld worden om aan het werk te gaan. Het is een ingewikkeld verhaal, maar ik zal proberen het zo helder mogelijk te verwoorden. De tekst van de mede door VVD en CDA ondertekende motie luidt als volgt: ‘De ondergetekenden, leden van de raad van de gemeente Tiel; constaterende dat: - wij te maken hebben met een fors tekort binnen programma 3, Economische Ontwikkeling, van de programmabegroting; - alleen jongeren onder de 27 jaar vanaf 1 januari 2012 verplicht zijn tot een zoekperiode van vier weken alvorens recht op uitkering ontstaat;
18
-
het zinvol is ook voor mensen boven de 27 jaar met een korte afstand tot de arbeidsmarkt, een zoekperiode van vier weken te hanteren; - de invoering van genoemde maatregel niet plaatsvindt dan na een zorgvuldige screening aan de poort opdat broodnood voorkomen wordt; - een stageplaats wezenlijk bijdraagt aan het vinden van werk; - persoonlijke begeleiding een positieve bijdrage levert aan het vinden van een baan of stageplaats; overwegende dat: - geluiden uit andere steden – bijvoorbeeld Utrecht – over de zoekperiode van vier weken positief zijn; - het gezien de toenemende druk op het Centrum WIZ ook voor Tiel de moeite waard is deze maatregel te testen en met invoering van de genoemde mensen aan te spreken op hun eigen verantwoordelijkheid; - de maatregel een prikkel is om eerder actie te ondernemen tot het vinden van betaald werk; - zowel jongeren als volwassenen gebaat zijn bij begeleiding bij het zoeken naar passend werk en of een stageplaats; - een stageplaats vaak leidt tot een vaste baan; - onderscheid op basis van leeftijd of afstand tot de arbeidsmarkt arbitrair is; - begeleiding bij het vinden van werk een snelle oplossing kan vinden; - voorkomen moet worden dat de maatregel zijn doel voorbij schiet; - de maatregel wellicht extra werk oplevert in de uitvoering, maar verwacht mag worden dat de positieve effecten groter zijn; verzoeken het college: - indien en voor zover de wet dit toelaat een onderzoekperiode van vier weken in te voeren voor iedereen die aanspraak maakt op een bijstandsuitkering; - alle werkzoekenden begeleiding aan te bieden bij het vinden van werk en of een stageplaats; - binnen de kaders van de wet een scherp onderscheid te maken op basis van schrijnende situaties; - en genoemde maatregel in samenspraak met de raad in beleidsregels uit te werken; en gaat over tot de orde van de dag.’ (M6)
Voor de duidelijkheid: het is niet de bedoeling de uitkering te schrappen, wij willen alleen de zoekperiode uitbreiden. De controle aan de poort moet zorgvuldig worden geregeld. Tot slot gaan wij nog even de polder in. Op het gebied van infrastructuur, werkgelegenheid, toerisme en onderwijs is een sterke lobby nodig. Tiel kan dit niet alleen, wij zijn gebaat bij een nog nauwere samenwerking en afstemming met onze buurgemeenten. Voor een gemeentelijke herindeling is de tijd nog niet rijp, maar D66 vraagt het college toch op de Haagse plannen tot schaalvergroting te anticiperen. Ik doel niet op een botte samenvoeging, maar op een proactief beleid. Vooruitlopend op regelgeving uit Den Haag kunnen wij de zaken namelijk regelen zoals wij ze zelf geregeld willen hebben. Een versterkte alliantie met Culemborg, Geldermalsen en het liefst ook Buren en Neder-Betuwe is goed voor een steviger positie van het Rivierengebied. Anticiperend op een logistieke hotspot, op natte industrie, uitbreiding van Medel en de uitdrukkelijke wens van het beroepsonderwijs nader samen te werken – ook regionaal – met het bedrijfsleven, vindt D66 de genoemde alliantievorming noodzakelijk. Zo’n alliantie bevordert bovendien de transparantie van de overheid, die wat D66 betreft niet transparant genoeg kan zijn. In het kader van deze samenwerking past onze bemoeienis met de Stichting Vier Stromenland om tot plaatsing van het Fruitcorso op de Werelderfgoedlijst van Unesco te komen. Collega Van Oostrom heeft daarover zojuist een opmerking gemaakt. Dit brengt mij tot een geheel andere punt, namelijk die van het subsidieregister. Over subsidies is al een motie langsgekomen. Het zou plezierig zijn als wij in één oogopslag alle subsidies, de doelen en de bedragen voorhanden zouden hebben. Wij willen daarover samen met de PvdA en het CDA de volgende motie indienen. ‘Ondergetekenden, leden van de raad van de gemeente Tiel; constaterende dat: - de gemeente zowel structureel als incidenteel subsidie verleent aan een groot aantal instellingen en organisaties en niet direct een overzicht voorhanden is van instellingen en organisaties die subsidie ontvangen; - doel, hoogte en frequentie van subsidies niet altijd duidelijk zijn; overwegende dat:
19
-
het zowel voor de politiek als de inwoners praktisch is een overzicht te hebben van de verstrekte subsidies; - genoemd register inzichtelijk maakt aan wie, waarvoor en hoeveel subsidie de gemeente verstrekt; - een subsidieregister de transparantie van de overheid bevordert; - een register zowel overheid als inwoners veel vragen en zoekwerk bespaart; - een openbaar subsidieregister een positieve bijdrage is aan de relatie van de overheid met de burgers en de afstand tussen politiek en burgers verkleint; - volledige transparantie noodzakelijk is voor de controlerende taak van de gemeenteraad; verzoekt de gemeenteraad van Tiel een subsidieregister aan te maken op het openbare deel van de website van de gemeente Tiel; en gaat over tot de orde van de dag.’ (M7)
De opdracht van de raad aan het college met een sluitende begroting te komen was niet eenvoudig, maar het is wel gelukt. Boze tongen beweren dat de voorliggende begroting op drijfzand is gebouwd, omdat afspraken uit het regeerakkoord nog onvoldoende zijn doorgerekend. Voor 2015 staan opnieuw tekorten in de begroting. Voordat wij zo ver zullen zijn doorgenivelleerd dat wij allemaal evenveel verdienen, werk of geen werk, roept D66 de raadsfracties op tot het voeren van een principiële discussie, waarin wij anticiperen op enkele forse bezuinigingsmaatregelen die nog te nemen zijn. Onze fractie wil hierin het voortouw nemen. Met de visie op Tiel in het achterhoofd willen wij een brug slaan naar toekomstige ontwikkelingen. Willen wij onze ambities waarmaken – dat vinden wij ook belangrijk – en trots blijven op onze gemeente, dan halen wij Tiel achter de knotwilgen vandaan en zetten wij onze stad samen met andere gemeenten in het Rivierengebied stevig op de kaart. D66 heeft daar zin in. De voorzitter: Om ervoor te zorgen dat na deze vijf boeiende betogen ook de nog resterende drie boeiende betogen uw aandacht blijven houden, lijkt het mij goed de bloedsomloop even op gang te brengen. Ik schors de vergadering voor enkele minuten. Schorsing. De voorzitter: De vergadering is heropend. Het woord is aan de heer Van Wijk van de GL-fractie. De heer Van Wijk: Mijnheer de voorzitter. Eerst zal ik in een algemene inleiding onze visie op de staat van Tiel ten aanzien van bezuinigingen en andere ontwikkelingen geven. Vervolgens zal ik specifieker op een aantal bezuinigingen en actuele thema’s en ontwikkelingen ingaan en tot slot zal ik het jaarthema toelichten. Bezuinigen is een kunst. Bezuinigen moet gebaseerd zijn op een visie. Waar willen wij met Tiel naartoe? Veel wordt landelijk op de helling gezet en onderaan de helling staan de gemeenten. Daarom is het van belang dat de gemeente Tiel weet wat zij wil en hoe zij dat wil bereiken. GL is van mening dat de bezuinigingsvoorstellen niet getuigen van een doordacht plan of een doordachte visie op de toekomst, dit met uitzondering van het feit dat de begroting sluitend is. Tot op heden is de pijn vermeden, maar zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Er zijn geen keuzes gemaakt om te bepalen wat wij minimaal in stand willen houden en waaraan wij het overblijvend geld willen besteden. Tijdens de eerste bezuinigingsbesprekingen, twee jaar geleden, hebben wij voorgesteld het op die manier te doen, maar die keuzes zijn niet gemaakt. Ik ben er blij om dat verschillende partijen nu ook naar voren hebben gebracht dat de nieuwe bezuinigingsronde van het rijk op een andere manier zal moeten worden ingestoken en een soort kerntakendiscussie zal moeten worden gevoerd. De raad zal daartoe het initiatief moeten nemen. Duidelijk moet zijn dat ook GL staat voor een sluitende begroting en een voldoende weerstandsreserve, wij zijn er echter niet voor dat te doen zoals in de voorliggende begroting, namelijk met een hapsnap-beleid. Naar onze visie ontbreekt een duidelijke lijn. Het college kan zich door het opstellen van een gemeenschappelijke visie profileren. Ik meen dat de PvdA de oproep heeft gedaan die aanpak vanaf het volgend jaar in gang te zetten. GL zal daaraan van harte meedoen. Het college en de collegepartijen zouden zich onsterfelijk hebben gemaakt als zij nu al in eendracht een gemeenschappelijke visie op Tiel zouden hebben neergelegd, maar dat is niet gebeurd. Ik doel op een visie gebaseerd op bezuinigingen en gezamenlijke ideeën over de opbouw van de Tielse samenleving. Blijkbaar staan de PvdA en de VVD in Tiel te ver van elkaar om gezamenlijk tot zo’n visie te kunnen komen. Misschien moeten wij in Tiel naar Samsom en Rutte toe. Of is dat een schrikbeeld? Dat mag u zelf invullen. Gaan wij in Tiel, net zoals het kabinet dat recent
20
heeft gedaan, overhaast in elkaar geknutselde bezuinigingsvoorstellen terugdraaien? Het zijn barre tijden met minder welvaart, maar welvaart is geen recht. Welvaart moet je delen. Een teveel aan daadkracht en een tekort aan nadenken in een chocoladeletterkrant hebben eraan bijgedragen dat het landelijk in de eerste twee weken behoorlijk uit de hand liep. Steeds als ik die berichten las – soms met een leesbril aangezien de bedoelde krant niet tot mijn favorieten behoort moest ik aan u denken. Ik denk wel vaker aan wethouder Vermeulen en zijn fiets, maar bij lezing van die berichten dacht ik aan het gehele college. Helaas voor u denk ik niet met warmte maar met gevoelens van teleurstelling aan het college. Ook in Tiel worden behoorlijk ingrijpende bezuinigingen voorgesteld, waarbij de onderbouwing ontbreekt of – op zijn best – twijfelachtig is. Dat brengt mij bij de betrokkenheid van de raad bij de bezuinigingen. GL vindt het een slechte zaak dat de raad onvoldoende bij de nieuwe bezuinigingsvoorstellen is betrokken. Eerder hebben wij voor raadsbrede betrokkenheid bij de totstandkoming van de bezuinigingsvoorstellen gepleit, zoals het geval was bij de eerdere opzet aan het begin van deze collegeperiode. Wij vinden het jammer dat die keuze niet is gemaakt. U kiest nu, vanuit uw meerderheidspositie, voor polarisatie en niet voor bruggen bouwen. Het college en de collegepartijen kiezen in wezen voor een vorm van monisme, gebaseerd op de macht van de meerderheid, waardoor sprake is van blikvernauwing. Wij vinden dat jammer. Ik zal nu op de bezuinigingen als zodanig inzoomen, waarbij ik met de gifspuit wil beginnen. Ik hoor lachen, dat vind ik jammer. Voor ons is de gifspuit een serieuze zaak en de gifspuit zou ook voor u een serieuze zaak moeten zijn. Het college bedenkt iets, maar de raad beslist. U roept over uzelf af dat wij weer aandacht besteden aan de gifspuit. Wilt u dat niet, dan moet u deze bezuiniging ongedaan maken. De GL-fractie vindt dit onderwerp zo belangrijk, dat zij het vorig jaar posters heeft opgehangen. Dit jaar willen wij u op een filmpje vergasten. Vervolgens wordt een film geprojecteerd. Dit filmpje, dat op Youtube is te vinden, gaat nog verder. Ik denk dat duidelijk is welke de gevolgen van de gifspuit zijn en wat wij voor ogen hebben. Wij vragen het college en de raad niet voor de gemakkelijkste weg te kiezen en niet gelijk naar de gifspuit te grijpen. Het onderhoud van het openbaar groen levert ook werk op en de daarvoor gemaakte kosten zijn geen weggegooid geld. Met minder of geen gif is heel goed beheer mogelijk. De Tielse GL-fractie heeft hierover veel kennis opgedaan, die zij graag met u wil delen. Wij hopen dat het college daarvoor openstaat. Ik wil nu op de Jop Passewaaij en het speelplaatsenbeleid ingaan. Het college stelt voor de speelplaatsen aan de bewoners in beheer te geven. Als uitgangspunt steunen wij dat voorstel. Waar burgers zelf sturend kunnen zijn, is doorgaans sprake van meer betrokkenheid bij en meer verantwoordelijkheid voor de leefomgeving. Dat het college tegelijkertijd voorstelt de speelplaatsen waarvoor geen bewonersbeheer zal worden gerealiseerd te saneren, vinden wij onbegrijpelijk. Spelen is een recht, spelen geeft beweging en spelen geeft contacten. Veel speelplaatsen zijn recent aangelegd volgens het speelplaatsenbeleid. Wij pleiten voor een tweesporenbeleid: het actief aanbieden van speelplaatsen aan bewoners en evaluatie/herziening van het speelplaatsenbeleid. Gelukkig en ook terecht heeft het college in zijn beantwoording op onze vragen over dit onderwerp aangegeven dat dit de bedoeling is. De eerdere opmerkingen bij deze bezuinigingen hebt u daarmee genuanceerd. De Jop. Een zeecontainer is het beeld dat de meeste mensen van een Jop hebben. Andere partijen hebben ook aandacht gevraagd voor de Jops. D66 heeft zojuist gezegd dat het veel goedkoper kan, dat idee hebben wij ook. In de commissie beleidscyclus heb ik aangegeven dat de Jop veel goedkoper kan worden uitgevoerd, waarbij ik erop heb gewezen dat een Jop in een zeecontainer voor naar schatting € 50.000,- kan worden gerealiseerd. De praktijk is echter toch iets anders. Allereerst: er wordt een bedrag van € 100.000,- genoemd voor de Jop vanuit de Tielse methode. GL is van mening dat dit geld bij de initiatiefnemers van de Jop moet blijven. Het college heeft aan dit bedrag € 86.000,- toegevoegd. Ik noem dat bedrag maar even kort door de bocht. Van de € 86.000,- is € 40.000,- een risicobudget voor archeologie. Dat is nu eenmaal zo in Tiel. Overal waar je graaft, komen botten en scherven naar boven, die blijkbaar moeten worden bekeken. Blijft over een bedrag van € 46.000,- dat is bestemd voor allerlei additionele activiteiten, die naar onze mening uit het budget van € 100.000,- moeten worden gedekt. Wij dienen een amendement in, dat erop is gericht deze Jop goedkoper uit te voeren dan in de begroting is vermeld. Wij zijn van mening dat wij, zeker in tijden van bezuinigingen, reëel naar onze uitgaven moeten kijken om ervoor te zorgen dat wij ook andere belangrijke zaken kunnen realiseren. Ter aanvulling op het verhaal van D66: de problematiek van deze Jop dateert al van 2004. De realisering van wijk 7 heeft lang op zich laten wachten. De jongeren die daarmee destijds bezig waren hebben inmiddels zelf kinderen, maar nog steeds geen Jop. Dat is een tweede pijnpunt in dit verhaal. Vanaf 2004 zijn in samenwerking met jongeren en de wijkvereniging al diverse ontwerpen ge-
21
maakt. In wezen ligt alles klaar en behoeven de plannen alleen binnen het budget uitgevoerd te worden. De tekst van het amendement luidt als volgt: ‘De raad van de gemeente Tiel, bijeen op 14 november 2012; in overweging nemende dat: - speel- en ontmoetingsgelegenheid voor jongere en oudere jeugd een basisbehoefte is; - in Passewaaij beperkte ontmoetingsgelegenheid is voor opgroeiende jeugd; - een Jop hiervoor wenselijk is; constateerde dat; - al een groot aantal jaren een voorstel voorligt voor de realisatie van een Jop in Passewaaij, buurt 7; deze Jop om diverse redenen nog altijd niet gerealiseerd is; - voor de realisering van deze Jop een bedrag van € 100.000,- beschikbaar is gesteld; - het bedrag voor de realisatie van deze Jop momenteel € 186.000,- is; - dit bedrag aanmerkelijk hoger is dan het oorspronkelijke budget; besluit: - het college opdracht te geven de Jop in Passewaaij buurt 7 te realiseren voor maximaal € 100.000,- inclusief additionele kosten voor communicatie en openingsactiviteiten, maar exclusief de € 40.000,- risicobudget in verband met de eisen van het Rijksdienst Archeologie; - bij het ontwerp gebruik te maken van de eerdere voorstellen voor de inrichting van de Jop; - de fysieke aanleg van de Jop niet later te starten dan in januari 2014; en gaat over tot de orde van de dag.’ (A3) Als de raad dit amendement aanneemt, zal geld vrijvallen. Voor de besteding van deze gelden is een vijftal amendementen beschikbaar, waarover wij in tweede termijn kunnen discussiëren. ‘De raad van de gemeente Tiel, in vergadering bijeen op 14 november 2012; in overweging nemende dat: - door de maximalisering van het budget voor de realisatie van een Jop in Passewaaij begrotingstechnisch € 46.000,- vrijvalt; constaterende dat: - opnieuw bezuinigd wordt op het niet chemisch verwijderen van onkruid; - deze keuze op termijn schadelijk is voor mens en dier; - deze keuze niet structureel is, gezien toekomstige landelijke wetgeving; besluit: - de voorgenomen bezuiniging op het milieuvriendelijk verwijderen van onkruid met 19 maanden uit te stellen; - hiervoor € 46.000,- beschikbaar te stellen; en verzoekt het college: binnen de termijn van 18 maanden te onderzoeken welke alternatieven er zijn om inzet van chemische onkruidverdelgers op onverharde terreinen te voorkomen; en gaat over tot de orde van de dag.’ (A4) Wij realiseren ons goed dat sprake is van eenmalig geld, maar ook eenmalig geld kan hiervoor wel degelijk worden ingezet. ‘De raad van de gemeente Tiel, in vergadering bijeen op 14 november 2012; in overweging nemende dat: - door de maximalisering van het budget voor de realisatie van een Jop in Passewaaij begrotingstechnisch € 46.000,- vrijvalt; constaterende dat: - op het klimaatbeleid € 4.000,- wordt bezuinigd; - het desondanks noodzakelijk blijft initiatieven voor energiebesparing, duurzame energie en CO2-reductie te stimuleren en te ondersteunen; - de gemeente hierin een stimulerende en ondersteunende rol heeft; besluit: - de aanleg van zonnepanelen op scholen en sportzalen in Tiel mogelijk te maken; - hiervoor in totaal € 46.000,- beschikbaar te stellen; en gaat over tot de orde van de dag.’ (A5) ‘De raad van de gemeente Tiel, in vergadering bijeen op 14 november 2012;
22
in overweging nemende dat: - door de maximalisering van het budget voor de realisatie van een Jop in Passewaaij begrotingstechnisch € 46.000,- vrijvalt; constaterende dat: - er een tekort is aan parkeerplaatsen bij het station Passewaaij; - voor uitbreiding van de parkeerplaatsen er een tekort is van € 30.000,-; besluit: - voor de definitieve realisatie van deze parkeerplaatsen € 30.000,- beschikbaar te stellen; - bij aanleg van de parkeerplaatsen het trapveldje zoveel als mogelijk in stand te houden; - alle aanwezige bomen te behouden c.q. te verplaatsen; en gaat over tot de orde van de dag.’ (A6) ‘De raad van de gemeente Tiel, in vergadering bijeen op 14 november 2012; in overweging nemende dat: - door de maximalisering van het budget voor de realisatie van een Jop in Passewaaij begrotingstechnisch € 46.000,- vrijvalt; constaterende dat: - op het klimaat € 4.000,- wordt bezuinigd; - het noodzakelijk blijft om initiatieven voor energiebesparing, duurzame energie en CO2reductie te stimuleren en te ondersteunen; - de gemeente hierin een stimulerende en ondersteunende rol heeft; besluit: - de aanleg van zonnepanelen op scholen en sportzalen in Tiel mogelijk te maken; - hiervoor in totaal € 16.000,- beschikbaar te stellen; en gaat over tot de orde van de dag.’ (7) ‘De raad van de gemeente Tiel, in vergadering bijeen op 14 november 2012; in overweging nemende dat: - door de maximalisering van het budget voor de realisatie van een Jop in Passewaaij begrotingstechnisch € 46.000,- vrijvalt; constaterende dat: - de dierenambulance Tiel nuttig werk verricht om dierenleed te voorkomen en te beperken; - de gemeente het werk van de dierenambulance vergoedt voor wat betreft de wettelijke taken; - de dierenambulance in de praktijjk van alledag te maken heeft met een intensivering van taken; besluit: - de dierenambulance gedurende drie jaar te ondersteunen met € 5.000,- per jaar; - gedurende deze drie jaar de gemeente in samenwerking met de ambulance bepaalt of de wettelijke taken om een hogere vergoeding vragen dan nu het geval is; - de dierenambulance haar bedrijfsvoering daarbij aantoonbaar efficiënt uitvoert; en gaat over tot de orde van de dag.’ (A8) Dat brengt mij bij het MFC, waarover wij grote zorgen hebben. Ik veronderstel dat niet alleen de GLfractie daarover grote zorgen heeft. De wethouder heeft gezegd dat het in maart 2013 echt zal gaan gebeuren. Hoe hard is die toezegging nu eigenlijk en wat krijgen wij dan? Onzes inziens moet het MFC ook een functie hebben voor jongeren. Is bijvoorbeeld aan een inloop voor jongeren gedacht en hoe is daaraan invulling gegeven? Dat weet ik echt niet. Ik verneem hierop graag uw antwoord. Als wij het over de bezuinigingen op Mozaïek hebben, hebben wij het echt over een visie. Wat willen wij nu eigenlijk met het welzijnswerk in Tiel? Hoe willen wij dat? Het is zo gemakkelijk te zeggen dat 20% zal moeten worden bezuinigd. Wij weten niet waarop u wilt bezuinigen. U zult daarvan naar wij veronderstellen wel een idee hebben. Of zegt u dat zoveel geld naar Mozaïek gaat, dat het wel wat minder kan? Natuurlijk, iedere organisatie kan efficiënter werken. In iedere organisatie is geld te halen. Waar het in essentie om gaat is de vraag wat wij willen met het welzijnswerk in Tiel. In het land zijn zo veel ontwikkelingen gaande en er komt nog zo veel op ons af, dat wij nu niet zo maar kunnen beslissen dat op Mozaïek 20% moet worden bezuinigd. Ik zeg niet dat dat niet kan, maar GL wil daarvoor eerst een onderbouwd plan zien. Wij moeten aan visievorming doen. Hoe gaan wij hiermee in Tiel verder? Dat past bij hetgeen ik eerder heb aangegeven. Denk nu eens na. Daadkracht is goed, een sluitende begroting is goed – daarvoor moeten wij zeker zorgen -, maar weet wel waarvoor je kiest. Naar de mening van GL heeft het college dat niet hard gemaakt. Het college kan daarom niet van ons verwachten dat wij met deze voorgestelde bezuiniging instemmen. Wij willen
23
weten langs welke lijnen het college denkt, hoe het college deze bezuiniging denkt te kunnen realiseren. De rekenkamer is een leuker onderwerp, waarover wij het met elkaar eens zijn. Zo dadelijk zal een raadsbreed ondersteunde motie worden ingediend, die erop is gericht de rekenkamer in stand te houden. De bezuiniging op de rekenkamer is in de vorige ronde op basis van verkeerdere veronderstellingen gesneuveld. De raad heeft nooit ingestemd met volledig wegbezuinigen. De rekenkamer is van groot belang om de efficiëntie van het beleid te toetsen aan doelgerichtheid en effectiviteit van het gemeentelijk beleid, in wezen van ons eigen beleid. De rekenkamer is een krachtig instrument van de raad in het belang van alle inwoners. Daarom dienen wij namens de gehele raad de volgende motie in. ‘Ondergetekenden, leden van de raad van de gemeente Tiel; gelet op het feit dat: - de raad bij de vaststelling van de begroting 2012 het budget voor de rekenkamerfunctie voor 2014 en volgende jaren op voorstel van het college heeft wegbezuinigd; - aan dit besluit een verwarrende argumentatie en geen inhoudelijke en of politieke afweging ten grondslag ligt; - de rekenkamerfunctie een controle-instrument van de raad is, dat door de Gemeentewet als recht is toegekend; - het instellen van een rekenkamerfunctie tegelijkertijd een wettelijke plicht is; - op een eenvoudiger wijze dan nu het geval is invulling aan de rekenkamerfunctie kan worden gegeven door bijvoorbeeld voor aansluiting te zorgen bij een reeds bestaande rekenkamer elders in de regio; - hiervoor een bedrag van € 10.000,- benodigd zal zijn, welk bedrag in mindering zal moeten worden gebracht op het bezuinigingsbedrag van € 30.000,-; verzoekt de raad: - de griffier in 2013 de opdracht te geven een voorstel uit te werken om de rekenkamerfunctie onder te brengen bij een reeds bestaande rekenkamercommissie elders in de regio – regionale samenwerking -, met dien verstande dat de raad betrokken blijft bij de onderwerpkeuze voor onderzoeken, uitgaande van één rekenkameronderzoek per jaar; - het college samen met de raad de opdracht te geven voor de begrotingsbehandeling 2014 een dekking aan te dragen van € 10.000,-; en gaat over tot de orde van de dag.’ (M8) Nu een aantal actuele zaken, om te beginnen de Santwijckse Poort. De Santwijckse Poort is nog niet gebouwd, maar het college is wel voornemens dat te gaan doen en daarover is een beeldvormende avond georganiseerd. Wat men ook van de inhoud van die avond vindt, mij is daarvan bijgebleven dat de realisering van de huidige plannen voor de Santwijckse Poort ons veel geld zal gaan kosten. Vluchtig gezien zullen de kosten jaarlijks voor € 0,5 tot € 1 miljoen op de gemeentelijke begroting drukken. Wij begrijpen allemaal dat wij die kosten niet kunnen dragen. GL wil niet dat Tiel vervalt in de passieve houding van de jaren zeventig en tachtig, waarin in en rondom het centrum weinig tot stand is gebracht. Wij stellen voor dit project te vertragen en voorlopig alleen de meest noodzakelijke herinrichting van het braakliggende terrein te realiseren. Wij willen graag van het college vernemen hoe het daar tegenaan kijkt en welke de financiële consequenties daarvan zullen zijn. In het algemeen wil ik nog een opmerking maken over alle projecten waarmee de gemeente Tiel bezig is. Aan het begin van deze collegeperiode hebben meerdere fracties het college gevraagd te bezien wat realiseerbaar is en een keuze te maken. Wij hebben gezegd aan de slag te willen gaan met alle kansen die ons worden aangeboden, maar daarmee komen wij niet ver meer. Natuurlijk kan gezegd worden, dat wij de kansen die ons worden geboden moeten aanpakken, maar er worden ons niet meer zo veel kansen geboden. Wij hebben met een totaal andere situatie te maken dan een aantal jaren geleden. GL staat nog steeds achter de Structuurvisie, maar nieuwe tijden vragen om nieuwe inzichten en nieuwe keuzes. Wij zijn er blij om dat ook de VVD er nu voor kiest projectkeuzes te maken en die keuze bij de raad legt. Blijkbaar kan het college die keuze niet maken, wij kunnen ons daarin vinden. De VVD heeft gezegd niet van nivelleren te houden en wil de kosten voor de burgers van onze stad zo laag mogelijk houden. Dat mag de VVD vinden, maar ik wil erop wijzen dat niet investeren in de stad op termijn de doodsteek voor de inwoners van Tiel zal betekenen. Wij zullen wel degelijk in de stad moeten investeren, maar wij moeten ons afvragen in welke projecten wij dat gaan doen. Ik denk dat het goed is dat de raad die keuze het volgend jaar op basis van kosten, baten, realiseerbaarheid en betrokkenheid van de markt zal maken.
24
De Westluidense Poort is natuurlijk een sleutelproject, niet alleen vanuit GSO bezien maar ook vanuit een oogpunt van realiseerbaarheid. Zullen wij het redden met € 350.000,- extra op de begroting of zal daarvoor meer geld nodig zijn? Inmiddels zijn keuzes gemaakt en is het project aangepast. Wij hopen dat in het voorjaar van 2013 helderheid over het verloop van de aanbesteding zal ontstaan. Wat doen wij als dan zal blijken dat er geld bij moet? Willen wij extra geld voor de realisering van dit project uittrekken? Durven wij dat of zeggen wij ‘wij doen het niet en wat dan? Het beantwoorden van deze vragen vraagt om visie, daadkracht en denkkracht. Hoe willen wij het anders? Hoe kunnen wij met minder toch meer maken? Nogmaals: GL neemt heel graag aan de discussie hierover deel omdat zij van mening is dat de Waalplaat meer verdient dan alleen auto’s. Voor de inrichting van de openbare ruimte is door de voorgaande sprekers ook aandacht gevraagd. Ik denk aan de gemaakte opmerkingen over de verkeersborden en de speeltuintjes, die het CDA in lijn met de ideeën van het college bij de bewoners wil onderbrengen. Zojuist heb ik daarover ook het een en ander gezegd. Wij willen verdergaan. Het beheer van de openbare ruimte vergt een andere insteek van besturen dan wij tot op heden kennen. Het beheer van de openbare ruimte levert namelijk ook maatschappelijk het een en ander op. Het gaat niet alleen om bezuinigen, het gaat om de meerwaarde die inwoners aan de openbare ruimte kunnen geven ten aanzien van groenbeheer, speelruimte en noem maar op. De bewoners hebben daarover goede ideeën, maar hebben bij de realisering daarvan wel begeleiding en ondersteuning nodig. Die mogelijkheden dienen zich aan en wij moeten daarvan gebruikmaken. De bewoners laten zich echt niet voor de gek houden. Wij moeten hun ideeën serieus nemen en daarmee niet enkel en alleen meegaan om te bezuinigen. Als wij doelgericht een aantal dingen in de markt zetten en op een andere manier naar de openbare buitenruimte kijken, zal naar mijn mening veel mogelijk zijn en zal blijken dat het mes aan twee kanten snijdt. Ik noem enkele voorbeelden. Het college stelt voor ponyweides te maken, waar pony’s grazen. Dat kan, dan heb je geen gif nodig want die beesten eten het gras op. Wij zouden het college ook willen oproepen eens naar de mogelijkheid van volkstuintjes te kijken. Een groot aantal jaren geleden hadden veel mensen een volkstuintje, maar door de welvaart zijn de volkstuintjes aan de kant geschoven. Het is veel gemakkelijker groenten in de supermarkt of de groentewinkel te kopen, of op de maandagmarkt, maar dat kan straks niet meer. Er is een nieuwe lijn gaande. Mensen willen weer zelf hun voedsel gaan verbouwen. Door braakliggende terreinen daarvoor beschikbaar te stellen kunnen die terreinen te gelde worden gemaakt en doen wij mensen een plezier. Een korte opmerking over het klimaatbeleid. Ik koppel mijn opmerkingen daarover aan de regiosamenwerking. Het klimaatbeleid staat onder druk. Voorgesteld wordt daarop naar ik meen € 4.000,per jaar te bezuinigen, wat tegen ons kan gaan werken. Het is belangrijk ons te realiseren dat in de regio veel meer loopt dan wij weten. Een kort onderzoek van collega Henning en mijzelf heeft bijvoorbeeld opgeleverd dat in de regio al aan vergisting wordt gewerkt en er initiatieven zijn om op het Avri-terrein windmolens te zetten. Waarom wisten wij dat niet eerder? Dat is het probleem van de regio. Er is een tekort aan informatie, informatie wordt te laat doorgegeven. Wij zijn overigens blij met deze initiatieven. Als wij het over duurzame energie en C02-reductie hebben, moeten wij naar de regio en niet alleen naar Tiel kijken. Er is veel meer haalbaar dan wij denken. De regiosamenwerking. Wij pleiten niet voor een regiogemeente, maar wel voor veel meer helderheid en openheid in de regiostructuur, zodat effectiviteit wordt bereikt en de kosten niet de pan uit rijzen. Ik heb er nog twee, de kunstdiscussie en het jaarthema, waar ik daar snel doorheen zal gaan. Op adequate doch slinkse wijze heeft de VVD ons, de oppositie, voor wat de stadsverfraaiing op de rotondes betreft buitenspel gezet. Het gaat er niet om dat wij tegen deze bezuiniging zijn, het gaat erom dat wij op geen enkele wijze de gelegenheid hebben gekregen onze ideeën daarover inhoudelijk te bespreken. De CU zal hierover zo dadelijk mede namens onze fractie een amendement indienen. Mevrouw Stoeten zal daarover iets meer zeggen. In dit verband is het belangrijk aandacht te schenken aan het waterwerk op het Plein. Die situatie is nog niet anders dan op de foto. Kan de wethouder ons zeggen wanneer de schop de grond in gaat? Waarop is het wachten? Is het wachten op het hergebruik van de basaltblokken? Als dat het geval is, kan de wethouder nog even wachten want de inhoudelijke discussie daarover is door zijn eigen partij geblokkeerd. Tot slot: het jaarthema, Leren en werken in Tiel, is geen verrassing meer. Waarom dit thema? Een goede en passende opleiding legt de basis voor een baan. Het hebben van werk biedt kansen op zelfontplooiing, maatschappelijke contacten en inkomsten, van belang voor jong en oud. Een leven lang werken betekent ook een leven lang leren om kansen op de arbeidsmarkt te krijgen en te behouden.
25
Voor het bedrijfsleven is het van uitermate groot belang de economische kansen die er zijn te benutten en gekwalificeerd personeel is daarvoor een vereiste. Door de combinatie van leren en werken worden de lokale en regionale economie versterkt. Werk maken van geboden kansen versterkt ook de eigen verantwoordelijkheid. De basis hiervoor is samenwerking van onderwijsinstellingen, bedrijven en gemeenten. Alle raadsfracties zien daarvan op meerdere fronten het belang. Samen met alle betrokken partijen willen wij Tiel op de kaart zetten als kennis- en economisch centrum met uitstraling naar de regio en ver daarbuiten. Ook om te leren en te werken tref je het in Tiel. Ik zal de motie nu voorlezen. ‘De ondergetekenden, leden van de raad van de gemeente Tiel, constaterende dat: - de raad jaarlijks een jaarthema kiest bij de behandeling van de begroting; - het in deze tijd van economische crisis goed is de combinatie leren/werken over de gehele breedte te ondersteunen; - vooral de centrumpositie van Tiel ten aanzien van de relatie leren/werken/ondernemers belangrijk is; - het gaat om (jeugd)werkloosheid enerzijds en het niet kunnen vinden van de juiste mensen door bedrijven anderzijds; - de gemeente Tiel hieraan een actieve bijdrage kan leveren door onderwijs en bedrijfsleven te stimuleren en te verbinden en zelf het goede voorbeeld te geven; - de door het college toegezegde notitie hierover een mooie aftrap is van het jaarthema; - extra aandacht voor reeds bestaande initiatieven op het gebied van leren en werken binnen de gemeente noodzakelijk is; spreekt uit: - voor het jaar 2013 als jaarthema ‘Leren en werken’ te kiezen; - zelf actief betrokken te zijn bij de invulling van dit jaarthema; - in beeld te brengen, te stimuleren en te promoten de kansen en mogelijkheden voor leren en werken voor alle doelgroepen alsmede leerwerktrajecten, specifiek gericht op jongeren; en gaat over tot de orde van de dag.’ (M9) De heer Van den Burg: Mijnheer de voorzitter. Ik ga iets spannends doen, iets wat ik nog nooit heb gedaan. Ik sta hier met mijn iPad, zonder papier en motieloos. Naar alle waarschijnlijkheid hebben alle raadsleden het volgend jaar ook zo’n ding. Wij hebben een module ingebouwd die ervoor zorgt dat, als je op een knop op de iPad drukt, ergens een plaatje verschijnt. De bodes zijn daardoor vrij. Ik vond het voortreffelijk vanmiddag. Al die prachtige presentaties hebben mij bij de tijd gehouden en niet verveeld. Ik dacht dat de heer Melissen met 25 minuten en 30 seconden zou winnen, maar Piet van Wijk heeft zijn record met minstens een half uur verbroken. Ik zal het niet zo lang maken. Ik ken een artiest die onder twee namen bekend is: Jaap Fischer en Joop Visser. Nadat hij ruzie kreeg met zijn management heeft hij namelijk zijn naam veranderd. Als die man optrad, zette hij een wekker neer die na een uur afliep. Als je meer van hem wilde horen, moest je meer betalen. Ik zal mij tot tien minuten beperken, zodat de burgemeester mij niet meer geld behoeft te betalen. Dat ik motieloos voor u sta betekent niet dat ik door andere fracties ingediende moties niet ondersteun. De heer Van Wijk heeft zojuist de motie over het jaarthema ingediend die ik kan steunen en dat geldt ook voor de motie over kunst, waarop al een voorschotje is genomen. Ik begin mijn betoog op een geheel andere manier dan de voorgaande sprekers, namelijk in Griekenland. Waarom in Griekenland? Wij hebben allemaal gezien dat het slecht gaat met Griekenland, maar ook in Europa. Onze wethouder financiën heeft in commissies en raadsvergaderingen meerdere malen gezegd dat Nederland in een crisis verkeert en de crisis ook Tiel heeft bereikt. De landelijke politieke werkelijkheid is naar mijn mening als volgt: wij hebben nu een kabinet waarop niemand zat te wachten. Wat de economische situatie betreft: er zijn mensen die als gevolg van de financiële crisis buiten de boot zullen vallen, buiten het arbeidsproces komen te staan. Steeds meer groepen in onze samenleving krijgen het moeilijk. Ook in Tiel zien wij dat bedrijven omvallen, als voorbeeld noem ik de Meerpaal. Voor mensen van 40 of 50+ is de afstand tot de arbeidsmarkt te groot aan het worden en wij zullen op de zogenaamde inspanningsladder minder in hen investeren. Dit is een groep die steeds minder kansen krijgt op de arbeidsmarkt en in de kou komt te staan. Dit gebeurt ook in Tiel, wij zullen dat direct gaan merken. Dit jaar hebben wij veel over GSO-projecten vergaderd. Wij hebben een stuurgroep, die samen met wethouder Driessen prachtige projecten heeft bedacht en wij hebben veel geld binnengesleept voor ambities zoals het verbouwen van schouwburg en filmtheater Agnietenhof, de Westluidense Poort, plan-Slokker, de havenkanaalzone, de Klimaatdijk en het plan Santwijckse Poort. Zo zijn er nog meer te noemen. Wat willen wij allemaal? Aan de ene kant gaat het om stenen en aan de andere
26
kant om mensen. De vraag kan best eens gesteld worden of deze projecten banen voor Tiel opleveren. Worden deze projecten door Poolse en Hongaarse bouwvakkers gerealiseerd of investeren wij in onze eigen mensen? Het thema ‘Leren en werken in Tiel’ willen wij graag omarmen. Ik noem het project Leerstad Tiel, dat voor jongeren en ouderen een kans zou kunnen zijn om in de toekomst een visie te ontwikkelen op kennis en kunde, opleidingen en scholingstrajecten. Daarom omarmen wij dit jaarthema van harte. Mensen, stenen, ontwikkelingsmogelijkheden en vooral werk. Gisteren heb ik de reactie van politicus Wilders op de regeringsverklaring op de televisie gezien. Hoewel ik het totaal niet eens ben met zijn politieke standpunten, heb ik toch een groot invoelend vermogen voor hem, omdat ik iets van zijn boosheid begrijp. Ik weet hoe het voelt om na tweeëntwintig jaar uit een politieke partij te worden gesodemieterd, van dingen te worden beschuldigd die je nooit hebt gedaan en een persona non grata te worden. Omdat ik mijn boosheid anders wil benutten, sta ik hier vandaag. Ik sta hier voor de burger van Tiel, die zijn of haar stem en vertrouwen aan de PvdB heeft gegeven, om het een en ander te zeggen en ongerustheid uit te spreken naar raad en college over de vele schadeclaims die wij in de afgelopen twee jaar op ons bordje hebben gekregen. Schadeclaims tot meer dan € 1 miljoen bij elkaar, die wij als risico wegcalculeren. Doen wij fundamenteel iets fout? Mijn vraag aan het college is: hoe worden deze processen, die leerprocessen zouden moeten zijn, in de organisatie geborgd, zodat toekomstige claims kunnen worden voorkomen? Soms of heel vaak denken wij dat wij beter zijn dan de Grieken en verzinnen wij een volgens Wilders zuidelijke ‘knoflooktruc’, bijvoorbeeld door in een dossier – Thedinghsweert – een SRV-wagen te kopen en tien meter heen en weer te laten rijden, zodat bepaalde producten mogen worden verkocht. Dit terwijl de meerderheid van de raad indertijd niet de moed had een gedoogconstructie voor Johan van der Westeringh in te voeren en de grootgrutter Aldi op nota bene Latenstein al zijn waren zou mogen verkopen. Wij hebben niet de moed een besluit met ballen te nemen. Ook wij zijn bezorgd over het project Santwijckse Poort. Tijdens de beeldvormende avond, die naar onze mening meer een voorlichtingsavond van het college aan het worden is, vlogen de miljoenen ons om de oren. De Santwijckse Poort is het volgende megaproject na de Westluidense Poort. Gisteren hoorde ik minister Schultz van infrastructuur, die het met € 250 miljoen minder moet doen, zeggen dat het bij bepaalde projecten temporiseren of verder prioriteren wordt. Ten aanzien van het ambitieniveau van de raad en het college zou ik deze gedachte ook in Tiel uitgewerkt willen zien. GL heeft een opmerking van gelijke strekking gemaakt. Ik doel op een visie in tijd en geld, misschien wel tot het jaar 2020. De vraag is wat wij willen, wat wij kunnen en wat wij kunnen betalen? Deze is voor mijnheer Zuidema. Wij hebben bij een ambtenaar afgetast of wij een motie kunnen indienen betreffende het toegankelijk maken van de parkeervoorziening van de Kranshof als de Waalkade in verband met evenementen of hoog water niet beschikbaar is. Ik heb de heer Teunissen gebeld, die mij de volgende cijfers heeft gegeven: Appelpop 14 dagen, Pinksterkermis 10 dagen, Najaarskermis 8 dagen, Waalkadefeest Frans Duyts 3 dagen en Circus Renz 5 dagen. Totaal zijn dat 40 dagen plus hoog water 15 tot 30 dagen. Dat betekent dat de Waalkade 55 tot 70 dagen per jaar niet beschikbaar is. Daarbij komt dat bij de Westluidense Poort gebouwd zal worden. Onze vraag hierover is al een half jaar geleden gesteld en beantwoord: de garage is doorverkocht en Lidl en C1000 geven geen toestemming. Rest de vraag of het college een oplossing heeft bij de Santwijckse Poort. Zijn de kosten daarvan in de begroting opgenomen en hoeveel gaat dit kosten? Is dit een tijdelijke voorziening of maakt deze oplossing deel uit van het project Santwijckse Poort? Terug naar werk en kansen: de logistieke hotspot. Op de beeldvormende avond werd ons door het bureau dat de plannen uitwerkt verteld dat de Russen en de Chinezen naar de Betuwe komen. Daar liggen kansen. Geen rendement van € 10 miljoen, maar kansen van wel € 45 tot € 450 miljoen voor onze streek op het gebied van werkgelegenheid en verwerkingsindustrie. De Waal is immers de drukst bevaren rivier in de wereld. In de nabije toekomst zouden er kansen zijn voor een tweede overslaghaven. Het is een prachtig verhaal en soms moet je een prachtig verhaal ook geloven om banen voor mensen te creëren, scholingsmogelijkheden op te zetten, voor deze mensen woningen te bouwen en mensen weer een toekomst te geven. Wij vinden het jammer dat het financiële traject weinig transparant is, omdat dit project door de regio, partners in het bedrijfsleven en andere overheden wordt gedragen. Toch geloof ik erin. De PvdB is verder van mening dat een aantal te ontwikkelen grote projecten naar een meer realistisch kader is om te vormen. Wat kan nog wel en wat kan niet meer op financieel gebied? Ik doel vooral op de Santwijckse Poort en de kosten die de burger in de toekomst zal moeten dragen. Tot slot: de griffier heeft gevraagd of ik mijn bijdrage op papier heb. Dat heb ik niet, maar ik kan hem mijn bijdrage wel in een e-mail doorsturen. De griffier: Ik wacht uw mailtje af.
27
De voorzitter: De griffier is ook een enthousiast gebruiker van de iPad. Daarin moet u elkaar kunnen vinden. Mevrouw Stoeten-Flach: Mijnheer de voorzitter, stadsgenoten. Tot thema van vandaag hebben wij ‘Thee’ genomen. Thee heeft namelijk veel goede eigenschappen die een verbinding hebben met onze begroting. Thee wordt door alle bevolkingsgroepen genuttigd en thee verbindt. Dat doen speelplaatsen ook. Speelplaatsen zijn ontmoetingsplaatsen in de wijken, niet alleen voor kinderen maar ook voor volwassenen. Thee is gezond. In Tiel willen wij alles doen wat mogelijk is voor de gezondheid van onze inwoners. Thee is goed voor je gewicht. Wij doen alles wat mogelijk is om overgewicht tegen te gaan. Thee is relatief goedkoop. Thee bestaat uit de theeplant en water. Dat brengt ons bij groene thee versus de gifspuit. Thee is er in verschillende smaken. Het is dus keuzes maken. Verder zien wij liever een theeplant dan een wietplant, liever een theehuis dan een coffeeshop en liever een high tea zonder high te worden, maar dat terzijde. De ‘t’ is ook de beginletter van Tiel, een compacte stad met een historisch centrum, cultuur, bedrijvigheid, ziekenhuis, gevarieerd winkelaanbod en evenementen. Hier geldt: wij moeten in deze tijd van bezuinigingen tevreden zijn met wat wij hebben, van meer naar genoeg. Het college stelt in zijn bezuinigingsvoorstel: ‘Naar onze mening hebben wij een evenwichtig en verantwoord pakket samengesteld, dat onze ambities grotendeels overeind houdt. Een lastenverzwaring voor de burgers hebben wij vermeden en de meest kwetsbaren in onze samenleving worden ontzien.’ Wij zijn er blij om dat Tiel nog steeds gaat voor een goed minimabeleid. De CU wil benadrukken dat het moet gaan over de focus van ‘ik’ naar ‘wij’, van ‘meer’ naar ‘genoeg’. Wat ons betreft moet het bij de ambities van Tiel gaan om de ‘t’ van ‘toekomstperspectief voor kwetsbaren’, ‘toekomstperspectief voor jongeren’ en ‘toekomstperspectief voor een duurzame en sterke economie’, met de grote nadruk op ‘toekomstperspectief voor kwetsbaren’. Zo komen wij bij de tegenstelling bij transities, de individualisering van de maatschappij tegenover de netwerkgedachte van de transities. De Wmo heeft in zes jaar nog niet voor een collectieve mentaliteitsverandering gezorgd. Het moet van ‘ik’ naar ‘wij’. De gedachte is mooi, iedereen in zijn eigen kracht zetten en zo een gevoel van eigenwaarde geven, de gedachte dat mensen met sterke schouders omzien naar de zwakkeren. Wij moeten recht doen aan ieder mens. De transities beperken tegelijkertijd de financiële armslag van de gemeente. Uit de Awbz worden begeleiding en persoonlijke verzorging naar de Wmo overgeheveld, wat met een bezuiniging gepaard gaat. Het is zeer de vraag of het resterende budget toereikend zal zijn voor de aanspraken op gemeentelijke voorzieningen. Meer efficiency of een groter beroep op de eigen verantwoordelijkheid van burgers zullen niet volstaan om zo’n aanzienlijke besparing te realiseren. De Awbz zorgzwaartepakketten worden afgeschaft. Onduidelijk is of onze gemeente voldoende compensatie zal krijgen voor een toenemend beroep op lokale voorzieningen, zoals op het gebied van welzijn, gezondheid en wonen. Voorts is nog niet duidelijk hoe het zal gaan met de persoonsgebonden budgetten. Daar bovenop komt het harmoniseren van vervoerskosten van instellingen die Awbz-begeleiding bieden. Voor vervoer is minder budget beschikbaar. Daarom vinden wij het aframen van de stelpost pakketmaatregelen Awbz voorbarig. Wij zijn van mening dat eerst breed en zorgvuldig moet worden onderzocht om hoeveel mensen het gaat en hoe deze aframing mensen zal treffen. De resultaten van het onderzoek kunnen met de raad worden besproken en op basis van deze bespreking kan mogelijk tot een verlaging/aframing worden gekomen. U geeft zelf aan dat het voorstel via de Perspectievennota op zijn merites zal moeten worden beoordeeld. Hoe het met de Wet werken naar vermogen zal aflopen moeten wij afwachten. Gelukkig zijn er in onze gemeente mooie voorbeelden te zien, de PvdA noemde in dit verband Simon Loos. Dit brengt ons bij Thedinghsweert. Wij vinden het triest uit de krant te moeten vernemen dat geen andere oplossing is gevonden dan een soort SRV-wagen. Betekent dit een standplaatsvergunning? Standplaatsen zijn overal mogelijk. Gaat de gemeente een wildgroei een standplaatsen stimuleren om bestemmingsplannen te ontduiken? U zult begrijpen dat het laatste woord hierover nog niet is gezegd. In het kader van de transities komen wij bij het toekomstperspectief voor jongeren. Investeren in jeugd en jongeren loont, investeren in preventie van overlast, misdrijven, zinloos geweld, wangedrag en allerlei soorten verslaving. Het is nog altijd beter te voorkomen dan te genezen. Het CJG speelt een belangrijke rol op het gebied van preventie. maar de evaluatie staat pas voor april 2013 gepland. Wij vinden het nu moeilijk te beoordelen of de voorgestelde bezuiniging terecht is. Net zoals bij de Awbz kunnen wij de gevolgen van de centralisatie van de jeugdzorg nog niet overzien. Juist
28
het CJG zal een spilfunctie in de decentralisatie van de jeugdzorg moeten gaan vervullen. Ook hierbij is er een risico op tekorten. Gelukkig stelt u de vraag of bezuinigen op langere termijn vol te houden zal zijn en belooft u hierop te zijner tijd te zullen terugkomen. Wij zijn daarom van mening dat de kolommen voor 2015 en 2016 structureel in pro memorie-posten zouden moeten worden veranderd. Hierbij komt de voorgestelde bezuiniging op Mozaïek. Ook deze bezuiniging betreft veelal ondersteuning en heeft alles te maken met de transities, kwetsbaren en jongeren. Al met al betekent dit drie keer een bezuiniging ten nadele van deze groep: Awbz, CJG en Mozaïek. Ik kom bij de ‘t’ van ‘taak’. Taken rond jongeren betreffen ook speelplekken. Het is tegenstrijdig dat wij speelplekken willen opheffen en ook willen dat de jeugd meer beweegt en we tegen overgewicht strijden. Het beleidsdoel is het in woonwijken bieden van speelvoorzieningen, die op de behoeften zijn afgestemd. De speelvoorzieningen moeten aan wettelijke veiligheidsnormen voldoen. Het is onze wettelijke taak de speelvoorzieningen op adequate wijze te beheren. Door gebrek aan onderhoud bestaat de kans op verpaupering en verloedering. Op dit moment klagen al veel bewoners over speelplekken, omdat de oudere jeugd daarvan ook gebruikmaakt vanwege het ontbreken van bezigheden voor deze groep. Participatie heeft veel positieve effecten, waaronder een groter draagvlak, meer zorg voor onderhoud en minder vandalisme. Het grootste knelpunt dat speeltuinen ervaren is het gebrek aan vrijwilligers. Het zou mooi zijn als mensen op de onderste trede van de participatieladder zich hiervoor kunnen inzetten. Bij uitbesteding zouden later wel eens hogere kosten kunnen ontstaan door noodzakelijke vervanging of intensief onderhoud. Wij zien niet graag dat de speelplekken, waarvoor geen ander beheer kan worden gerealiseerd, worden afgestoten voordat blijkt dat daaraan geen behoefte is. Een en ander vergt tijd en onderzoek. Daarom kunnen wij nog niet instemmen met de bezuiniging vanaf 2014 en verder. Dit voorstel zal regulier moeten worden besproken, zoals door u aangegeven via wijziging van beleid naar de raad en het zal gefaseerd moeten gaan. De ‘t’ van ‘teleurstelling’. Teleurstelling is er zowel met betrekking tot de vertraging van het MFC als de Jop in Passewaaij. Er moeten snel goede wijkvoorzieningen komen, die ook een laagdrempelige plek voor de oudere jeugd zijn. Hoe lang moet de thee nog trekken voordat wij die in het MFC kunnen drinken? De ‘t’ van ‘toezegging’. In de programmabegroting is ineens sprake van een lokale paragraaf in de nota Gezondheidsbeleid met de inzet van het JOGG. Bij de behandeling van de begroting voor het jaar 2010 hebben wij over het JOGG gesproken en heeft wethouder Vermeulen gezegd: ‘Mocht het raadzaam blijken toch voor de JOGG-aanpak te kiezen, dan zal ik hierover openstaan, maar dat doe ik niet al op voorhand. Ik zal hierop terugkomen.’ Het laatste verwachten wij dan ook nog. Ik kom bij de ‘t’ van ‘talent’. In Tiel hebben wij talent op vele gebieden. Het Fruitcorso is daarvan slechts één voorbeeld. De CU wil samen met GL en de PvdB het punt van burgerbetrokkenheid alsmede verfraaiing van de rotondes alsnog in discussie brengen. Dit doen wij door de volgende motie in te dienen, waarvoor wij al steun blijken te hebben uit de Kinderraad. ‘De raad van de gemeente Tiel, bijeen in de vergadering van 14 november 2012; constaterende dat: - in de bezuinigingsvoorstellen begroting 2013-2016 wordt voorgesteld de reserve stadsverfraaiing op te heffen; overwegende dat: - Tiel het vertrouwen van burgers in de lokale overheid wil versterken en de afstand tussen bewoners en bestuur wil verkleinen; - kunst in de openbare ruimte een verrijking kan zijn voor de stad; - het Fruitcorso laat zien dat de samenleving samenwerkt en creatief is; - meedoen toekomstperspectief betekent voor jongeren en de arbeidsmarkt; verzoekt de raad: - het onderwerp ‘stadsverfraaiing’ alsnog in de commissie samenleving te bespreken, met onderstaande invalshoek: - inrichting van rotondes door middel van leerwerkprojecten en betrokkenheid van het bedrijfsleven als uitgangspunt te nemen en daartoe bedrijven en inwoners c.q. jongeren in te schakelen bij de aanleg van kunst; en gaat over tot de orde van de dag.’ (M10) Vast staat dat mensen talent hebben en verantwoordelijkheid kunnen dragen, prima in staat zijn samen beslissingen te nemen over zaken die in hun directe leefomgeving spelen en de overheid niet alles hoeft te regelen. Dat betekent dat subsidieregelingen tegen het licht moeten worden gehouden. Waarom kunnen sommige clubs en festivals zonder subsidie draaien en hebben andere veel steun nodig? Het is goed dat wij één lijn trekken om bewoners gelijke kansen te bieden en onze gemeen-
29
telijke doelstellingen en ons subsidiebeleid helder te verwoorden. Daarom stemmen wij in met het onderzoek naar het korten op of afschaffen van diverse subsidies. Ik ga naar het toekomstperspectief voor een duurzame en sterke economie. De CU zegt: van ‘meer’ naar ‘genoeg’. Tiel heeft namelijk een zeer hoge koopkrachtbinding en de binding uit de regio aan de binnenstad is toegenomen. Dat de financiële positie van het Grondbedrijf in komende jaren niet zal verbeteren, zal een weerslag hebben op de ruimtelijke ambities van Tiel. Om maar niet te spreken over de gevolgen van de Wet HOF. Dat brengt ons op de ‘t’ van ‘terughoudendheid’. Wij moeten terughoudend zijn bij nieuwe uitgaven en wat ons betreft het project Santwijckse Poort in de ijskast zetten. Laten wij eerst de gevolgen van de Westluidense Poort afwachten. Ik kom bij de ‘t’ van ‘tegengaan’. Tiel aantrekkelijker maken voor hogere en middeninkomens is ook een ambitie. In het coalitieakkoord staat: ‘Een opgeruimde stad en een goed onderhouden leefomgeving, verzorgd groen en goede bestrating zijn het visitekaartje van de stad.’ Laten wij ook een visitekaartje afgeven door de bestrijding van zwerfafval. Hierbij mogen wij meer inzetten op eigen kracht en inzet van onze inwoners in het schoonhouden van de buurt. Het op niveau houden en of brengen van het onderhoud van wegen hoort daar zeker ook bij. Wij zijn van mening dat diverse wegen op dit moment geen goed visitekaartje zijn. Het wordt nu wel eens tijd voor het wegenbeleidsplan. Vandaar de ‘t’ van ‘termijnkalender’. Kunnen wij daarvan op aan? Dan zien wij het plan in februari 2013 tegemoet. Wordt Tiel aantrekkelijker met de gifspuit? Het gebruik van de gifspuit strookt niet met het inkoopbeleid, dat duurzaam inkopen tot doel heeft. De CU vindt dat wij zuinig moeten zijn op de schepping, op milieu, mens en dier. De gemeente heeft hierin een voorbeeldfunctie. Werd de gifspuit eerst alleen gehanteerd voor de verharding, nu wordt de gifspuit ook tussen het groen gebruikt. Door het gebruik van de gifspuit is er een groot risico op vervuiling van water, onbedoeld bespuiten van wel gewenste beplanting, invloed op de hormoonfunctie en de bijenstand. Dit bij-effect willen wij niet. Andere toekomstplannen rond het klimaat juichen wij wel toe. Tiel moet zichzelf als groene gemeente op de kaart zetten. Met Future Cities en het onderzoek naar het stadsklimaat gaan wij een goede kant op. Resten ons nog een paar ‘t’s’. Over de ‘t’ van transparantie is al genoeg gezegd. Als ik daarop ook inga, wordt mijn verhaal te lang. De ‘t’ van ‘toetsen’. De CU wil de rekenkamer als controle-instrument niet kwijt. De afgelopen tijd heeft de rekenkamer haar nut bewezen. Daarom hebben wij daarover samen met andere partijen een motie ingediend. De ‘t’ van ‘tevredenheid’. Een daling van de ontevredenheid kon sinds 2009 niet worden gerealiseerd. De gemeente Tiel stelt daarom haar norm bij: een derde van de bewoners van Tiel mag ontevreden zijn over Tiel. Daarover zijn wij ontevreden. Wij zijn wel zeer tevreden over het resultaat van het Jaar van de Veiligheid. Het ‘Jaar van’ brengt ons bij de ‘t’ van ‘toonaangevend’. Tiel wil toonaangevend zijn. Daarbij kijken wij ook naar versterking van het onderwijsaanbod voor voortgezet, middelbaar en hoger onderwijs en de aansluiting op de arbeidsmarkt. Het door GL voorgestelde jaarthema voor 2013 – Leren en werken in Tiel – is dus zeer toepasselijk. Tot slot de ‘t’ van het Griekse ‘Theos’, dat God betekent. Wij willen ons laten leiden door God, die alles in Zijn hand heeft. Daarom raken wij niet in paniek van financieel moeilijke tijden, maar willen wij de uitdaging aangaan en zien wij 2013 en de daarop volgende jaren als een kans. Ik wens u allen Gods zegen toe. De voorzitter: Hiermee zijn wij aan het einde van de eerste termijn van de raad gekomen. Ik stel voor de vergadering een half uur te schorsen, ik denk dat dat voldoende zal zijn. Het college zal zich tijdens de schorsing voorbereiden op de beantwoording van de door u gestelde vragen en op de ingediende en aangekondigde amendementen en moties reageren. Omdat het college meestal vlot is van antwoorden, ga ik er van uit dat de gehaktballen niet koud zullen worden. De heer Van den Burg: Mijnheer de voorzitter. Het lijkt mij zinvol dat de ingediende moties en amendementen voor de schorsing worden genummerd, zodat wij straks weten waarover wij het hebben. De voorzitter: Ik ben het met u eens dat het goed is de moties en amendementen te nummeren. Mijn voorstel is dat tijjdens de schorsing te doen. Na de beantwoording door het college zal ik de vergadering opnieuw schorsen en gaan wij eten, de fracties zullen dan ook de gelegenheid hebben zich te beraden op wat de beantwoording door het college voor de ingediende moties en amendementen betekent.
30
5.
Schorsing
De voorzitter: De vergadering is geschorst. Schorsing. De voorzitter: De vergadering is heropend. 6.
Reactie van het college op de inbreng tijdens de eerste mondelinge termijn van de raad
De voorzitter: Zoals afgesproken zal ik ook bij dit agendapunt geen interrupties toestaan. Bij de beantwoording door het college zal de gebruikelijke volgorde worden aangehouden. De wethouder financiën, wethouder Verspuij, zal namens het college als eerste het woord voeren. Vervolgens zal het woord gevoerd worden door wethouder mevrouw Van Rhee-oud Ammerveld, wethouder Vermeulen, wethouder Driessen en mijzelf. Zoals gezegd zal ik de vergadering na de reactie van het college schorsen, zodat de raad zich op basis van de beantwoording door het college op de ingediende moties en amendementen en eventueel aanvullende vragen zal kunnen beraden. Als het goed is, hebt u inmiddels een A4 ontvangen waarop een overzicht van de genummerde moties en amendementen is vermeld. Wethouder Verspuij: Mijnheer de voorzitter. Ik wil mijn beantwoording in drie delen verdelen. Eerst zal ik op het algemene financiële gedeelte ingaan en de financieel-technische vragen beantwoorden. Vervolgens zal ik de moties en amendementen langslopen die met mijn portefeuille te maken hebben en in het derde deel zal ik de inhoudelijke vragen over mijn andere portefeuilles beantwoorden. Ik zou willen zeggen dat begroten een feest is, maar helaas stemmen de maatregelen die wij moeten nemen om tot een sluitende meerjarenbegroting te komen en het meerjarenperspectief dat door de in nieuwe regeerakkoord aangekondigde maatregelen dreigt te ontstaan niet tot feestvreugde. Een eerste grofmazige berekening – reeds toegelicht in de commissie beleidscyclus – laat zien dat wij door nieuwe bezuinigingsronden van het rijk vanaf 2015 opnieuw diep in het rood zullen duiken. Het blijft dan ook alle zeilen bijzetten. Een aantal maatregelen past onder het kopje ‘slim gevonden’, ik noem bijvoorbeeld het inboeken van rentevoordelen en het aframen van stelposten, maar andere maatregelen in het de raad voorgelegde pakket doen meer pijn. Die maatregelen zijn echter noodzakelijk om tot een sluitende begroting te komen en dat was duidelijk de opdracht van de raad aan het college. Bij een aantal bezuinigingsvoorstellen is sprake van een taakstelling – dat is bijvoorbeeld het geval bij Mozaïek – en het kijken naar dubbelingen in subsidies. Het is uiteraard de bedoeling hierover met de raad te beraadslagen, zodat de raad inhoudelijke keuzes zal kunnen maken ten aanzien van de invulling van de in taakstellende vorm voorgestelde bezuinigingen. Over het financiële kader maken wij afspraken, maar het is nadrukkelijk de bedoeling de mogelijkheden gezamenlijk met de raad te verkennen. Grote veranderingen komen op de gemeenten af. Decentralisatie lijkt ook het uitgangspunt van het nieuwe kabinet, gemeenten krijgen in de toekomst meer verantwoordelijkheden. Het is zaak dat deze transities goed ingebed worden, ook in onze organisatie. Mede hierdoor is er bewust voor gekozen niet verder op de ambtelijke organisatie te bezuinigen. De druk op de ambtelijke organisatie is hoog, wij maken veel plannen die moeten worden uitgevoerd en daarnaast is de organisatie volop in ontwikkeling om ervoor te zorgen dat wij klaarstaan voor de toekomst. De ontwikkeling van de planning- en controlcyclus is daarbij van cruciaal belang. Het goed op orde brengen daarvan vraagt in de komende tijd de nodige aandacht. Er is nog een punt dat veel impact heeft op de gemeentelijke organisatie, lees: mensen en medewerkers. In de komende tijd kan de raad stukken ter besluitvorming verwachten ten aanzien van de onderzoeksopdrachten in het kader van de zogenaamde B-lijst. Wij hebben het in eerste aanleg over het beheer van de openbare buitenruimte en het bureau Toezicht en Handhaving. Ik wil hierbij aangeven dat wij kwaliteit boven tempo plaatsen en een aantal onderzoeken wellicht later gereed zal zijn, omdat meer tijd nodig is om een kwalitatief goed stuk op tafel te kunnen leggen. Dit is de opmaat voor een fundamenteel debat over de vraag welke taken de gemeente zelf wil blijven uitvoeren of uitbesteden. Hierbij dient niet alleen gekeken te worden naar de prijs, maar ook naar zaken zoals kwaliteit, kansen voor medewerkers, flexibiliteit en politieke sensitiviteit. Kortom: de organisatie is volop in beweging om zich aan te passen aan het nieuwe financiële kader, zoals dit reeds in het meerjarenperspectief is vastgelegd, ook voor de organisatie.
31
Dat brengt mij tot de gestelde financiële vragen. Ik wil bij ProTiel beginnen. Volgens mij heeft de heer Kooijman de septembercirculaire met het regeerakkoord verwisseld. In het voor ons liggende bezuinigingspakket is de septembercirculaire al verwerkt, daar zijn wij helemaal klaar mee. Omdat de septembercirculaire tegenviel, moest het meerjarenperspectief naar beneden worden bijgesteld en hebben wij meer bezuinigingsvoorstellen op tafel moeten leggen. De septembercirculaire is afgedekt. Daar bovenop komen de uitwerkingen van het regeerakkoord. Wij hebben de effecten daarvan grofmazig doorgerekend, wat tot het in de commissie beleidscyclus geschetste perspectief heeft geleid. Uiteraard zijn die effecten nog niet in de voorliggende voorstellen verwerkt. Sprekend over de post onvoorzien stelde ProTiel dat sprake zou zijn van € 200.000,- incidentele middelen en € 200.000,- structurele middelen per jaar. Deze bedragen hebben te maken met de ruimte die wij in de Perspectievennota voor nieuwe uitgaven hebben ingebouwd, ze hebben niets te maken met de post onvoorzien, waarvoor € 70.000,- in de begroting staat. Dat zijn twee aparte trajecten. De post onvoorzien is een begrotingspost ad € 70.000,-, die in het lopende begrotingsjaar kan worden besteed. Daarnaast is ieder voorjaar € 200.000,- incidenteel en € 200.000,- structureel geld voor nieuwe dingen beschikbaar. Uit de door de VVD gemaakte opmerkingen over de regionalisering van de diensten maak ik op dat de VVD als enige rem ziet dat het budgetrecht van de raad van Tiel kan worden aangetast en wij de Tielse begroting daarop eventueel moeten afstemmen. Ik wil erop wijzen dat de regionale diensten – zoals bijvoorbeeld de regionale brandweer en de ODR - hun begroting en jaarstukken aan de raad overleggen. De raad kan daarop zienswijzen inbrengen en indien gewenst zijn vertegenwoordiger bijvoorbeeld de opdracht geven in het algemeen bestuur tegen de begroting te stemmen. Er zijn meer ventielen mogelijk dan alleen het afstemmen van de eigen Tielse begroting. Het kan echter voorkomen dat de meerderheid van de deelnemende gemeenten wel akkoord gaat en de gemeente Tiel niet. In dat geval zitten wij er wel aan vast, dat klopt. De CU heeft gevraagd of het CJG op lange termijn is vol te houden en terecht aangegeven, dat wij daarbij op de lange termijn een kanttekening plaatsen en in eerste instantie naar de reserve willen kijken, die natuurlijk niet onuitputtelijk is. Wij hebben aangegeven dat wij, op het moment waarop wij hard op het CJG moeten gaan bezuinigen en de uitvoering van taken in het geding zal komen, de discussie naar de raad zullen verplaatsen en zullen bespreken of dat is wat wij willen. De geformuleerde bezuiniging willen wij laten staan. Ik kom bij de moties en amendementen. Motie 1 van de PvdA en de VVD zien wij als een ondersteuning van de door ons op gedane bezuinigingsvoorstellen. Wij zullen naar dubbelingen kijken en hebben daarvoor een bedrag ingeboekt om deze toezegging niet vrijblijvend te laten zijn. Het college wil deze motie overnemen. Motie 7 van D66, PvdA en CDA over het subsidieregister vinden wij sympathiek en zullen wij eveneens overnemen. Dat brengt mij bij motie 10 van de CU, GL en PvdA. Natuurlijk is het een sympathieke gedachte met de burgers over kunst en mogelijke ideeën in gesprek te gaan. Met die gedachte is niets mis, maar aan deze motie is geen budget gelabeld. Het college is van mening dat de gemeente een verkeerd signaal afgeeft door vrijblijvend, zonder een cent op zak te hebben, met organisaties en de samenleving te gaan praten. Wij hebben qua middelen dan immers niets te bieden. Op dit moment speelt een initiatief met de Kinderraad. Als zich een initiatief aandient, zullen wij serieus bekijken of wij daaraan een bijdrage kunnen leveren, maar dat zal wel binnen de bestaande middelen moeten gebeuren. Die kanttekening wil ik de indieners van deze motie meegeven. Het college ontraadt de raad deze motie aan te nemen. Er is een vraag gesteld over het Fruitcorso en de Unesco Werelderfgoedlijst. Het bloemencorso in Zundert is tot de Unesco-lijst van immaterieel erfgoed toegelaten. Het college ondersteunt het initiatief betreffende het Tielse Fruitcorso van harte en zal hiermee graag in gesprek gaan met de Stichting Vier Stromenland, die in dezen leidend is. Om tot deze lijst te worden toegelaten moet een procedure worden doorlopen. Wij zullen die procedure opvragen en bespreken welke bijdrage de gemeente daaraan kan leveren. Wij vinden dit een buitengewoon sympathieke gedachte. Door de VVD is een vraag gesteld over de normalisatie van het woonwagenbeleid. Op dit moment lopen de onderhandelingen met de corporaties over een vorm van overname. Dat zijn gevoelige gesprekken, omdat daarmee ontzettend veel samenhangt. Ik kan de raad toezeggen dat ik hierop in het eerste kwartaal van 2013 zal terugkomen en de stand van zaken zal mededelen, het is al enige tijd geleden dat de raad over dit onderwerp is bijgepraat. Ik kan echter niet beloven dat wij er dan uit zullen zijn, want dat geeft te veel druk op de onderhandelingen. Zolang de onderhandelingen nog niet zijn afgerond zal het bijpraten achter gesloten deuren gebeuren. Het MFC is recent in de commissie samenleving aan de orde gekomen. Zoals bekend zijn wij eruit met de ontwikkelaar. Binnen het door de raad vastgestelde financiële kader hebben wij een contract voor een wijkcentrum, een gymzaal en een jongereninloop kunnen afsluiten, dat voor de commissie
32
samenleving ter inzage is gelegd. Wellicht zal daarop nog wel een aanvulling komen. Naar alle waarschijnlijkheid zal dat nodig zijn, omdat de oplevering naar 1 april 2013 verschuift. Of die datum hard is kan ik nu niet zeggen, wij hebben dat niet in de hand, maar wij zijn eruit, wij hebben een overeenkomst gesloten. De gemeente is niet de ontwikkelaar, de gemeente huurt van een particulier bedrijf dat nog in overleg is met andere deelnemers die ook nodig zijn om het MFC van de grond te krijgen. Het wachten is op de uitkomst van de onderhandelingen. Natuurlijk is het buitengewoon vervelend dat wij deze ontwikkeling zelf niet in de hand hebben, maar dat het risico bij de marktpartij ligt is in deze tijd niet onbelangrijk. Zoals gezegd staat de gemeente gesteld en is het nu aan de marktpartij de zaak in overleg met de andere deelnemers zo snel mogelijk rond te breien. Sprekend over het klimaatbeleid heeft GL een vraag gesteld over windmolens en biovergisting. In mijn beleving is de raad in april, bij de evaluatie van het klimaatbeleid, in de commissie bestuur over de ontwikkelingen op dit gebied bijgepraat. Recent is in Neerijnen een andere wind gaan waaien. Op 29 oktober heb ik daarover een overleg gehad met Gedeputeerde Traag, in het bijzijn van de wethouders van Geldermalsen en Neerijnen. Ik heb daarover nog niet naar de raad kunnen terugkoppelen, het was mijn bedoeling dat in de eerstvolgende commissie bestuur te doen. Bij dat overleg is aangegeven dat er vanuit Neerijnen volop belangstelling is voor het uit de kast halen van de oude afspraken en langs de A15 nabij het Molenveld in een lijnopstelling een aantal windmolens te plaatsen. Geldermalsen heeft aangegeven daaraan te willen meewerken en uiteraard heb ik aangeboden, dat ik zal bezien op welke wijze Tiel daaraan een bijdrage zal kunnen leveren, ook al staan de windmolens niet op ons grondgebied. Die uitgereikte hand is aangenomen. Op het gebied van windmolens is van alles in ontwikkeling en het ziet ernaar uit dat er volop kansen zijn om de door ons op dat gebied geformuleerde ambities te realiseren. Overigens meen ik mij te herinneren dat bij de ooit door ons drieën gemaakte afspraken sprake was van meer windmolens dan de vier waarvan nu sprake is, maar in ieder geval is een beweging op gang gekomen. Ik juich dat van harte toe. Ik heb nog niet kunnen nagaan wanneer de commissie voor het laatst is bijgepraat. Ik zeg de raad een memo toe, waarin ik de laatste ontwikkelingen zal schetsen. Ik kan die nu niet één, twee, drie oplepelen. Wethouder mevrouw Van Rhee-oud Ammerveld: Mijnheer de voorzitter. Ik wil beginnen met motie 1 van de VVD over het ruimtelijk investeringsprogramma, zoals dat in de loop der tijd is gaan heten. De daarover gestelde vraagt leeft al vanaf het begin van dit jaar: ‘Wij hebben veel projecten, kom nu eens met een prioritering en geef aan wat wij wel en niet gaan doen.’ Wij hebben toegezegd daarmee te zullen komen, maar hebben daarvoor nog geen gelegenheid gehad omdat de aanpassing van de woningbouwopgave met gevolgen voor de projecten daar tussendoor kwam. Ik vind dit een goed moment voor deze motie, zeker in het licht van het feit dat dit onderwerp op de agenda staat voor de collegevergadering van 4 december. In de collegevergadering zullen alle projecten met name financieel tegen het licht worden gehouden en zal worden bekeken welke projecten ons veel geld kosten, welke projecten ons geen geld kosten, waar sprake is van cofinanciering en welke de in financieel opzicht best haalbare projecten zijn. Ons voorstel zou zijn de raad over de uitkomst van dat overleg te informeren, waarna de raad zal kunnen meewegen welke consequenties het voor bijvoorbeeld wonen en parkeren zal hebben als bepaalde projecten zullen worden aangepast, op een laag pitje zullen worden gezet of wordt besloten een project niet te realiseren. Wij stellen de raad voor naar het brede pallet te kijken. Of de raad dat met een werkgroep of zelf wil doen maakt voor ons niet uit. Ik denk dat het goed is dat de raad dit zal doen. Dit betekent dat het college de motie wil overnemen, met dien verstande dat wij graag verduidelijkt willen zien wat met een investeringsstop wordt bedoeld. Als een investeringsstop betekent dat lopende projecten moeten worden stilgelegd totdat een prioriteringskeuze zal zijn gemaakt, zouden wij dat jammer vinden omdat dat vertragend zal werken. Voor nieuwe investeringen wordt de raad altijd een voorstel voorgelegd. Het college heeft in dat opzicht geen mandaat. Ik ga ervan uit dat de situatie werkbaar zal blijven en plannen die klaar zijn kunnen worden ingebracht en daarvoor om een krediet kan worden gevraagd. Ik veronderstel dat het niet de bedoeling is alles op slot te gooien. Het college stelt voor het amendement van ProTiel over de werkkredieten niet over te nemen, maar het bij dit verhaal te betrekken. Als wij naar projecten gaan kijken en een tot prioritering komen, kan dat gevolgen hebben voor de werkkredieten. Dat is ook het moment waarop we zullen bekijken wat wij nodig hebben, wat in de grondexploitatie zit en hoe wij een en ander verder zullen verrekenen. Hetzelfde geldt voor de bestemmingsplannen 9, 10 en 11, op de realisering waarvan ProTiel heeft aangedrongen. Er zijn nog geen plannen voor 9, 10 en 11 en het is dus moeilijk daarvoor bestemmingsplannen te maken. Ik wil erop wijzen dat wij ons sturingsmiddel kwijt zullen zijn als wij een bestemmingsplan maken. Als wij invullen dat wij in een bepaald gebied een bepaald aantal appartementen en woningen willen zien gerealiseerd en waar de straten moeten komen en er vervolgens iemand langs komt die in het gebied wil gaan bouwen, kunnen wij geen ‘nee’ zeggen en niet meer
33
op inbreidingslocaties sturen. Ons voorstel zou zijn de afwegingen met betrekking tot 9, 10 en 11 mee te nemen in de totale afweging met betrekking tot de ruimtelijke investeringen. ProTiel heeft een opmerking gemaakt over de starheid van bestemmingsplannen. Volgens mij kan mijn antwoord op die opmerking wel worden geraden: de raad stelt de bestemmingsplannen zelf vast. Dat wij regelmatig tegen starheid aanlopen is een feit en het is de vraag of wij dat moeten willen. Voor de volgende vergadering van de commissie ruimte is op verzoek van de heer Kooijman de nota Planologisch Beleid geagendeerd. Het lijkt mij goed dan met elkaar te bespreken hoe de komende bestemmingsplannen er naar onze mening uit zullen moeten zien. Welke ruimte willen wij geven? Waarop wil de gemeente sturen – uiteraard met inachtneming van de wettelijke kaders – en wat betekent dat voor de wijze waarop wij met bestemmingsplannen omgaan? Ik kan alleen maar zeggen dat het college de discussie hierover toejuicht. Het is voor ons heel plezierig te weten wat de raad van bestemmingsplannen verwacht, zodat wij daaraan uitvoering zullen kunnen geven. Dat is een mooie discussie, waarbij het gaat over de vraag hoe de stad er naar het oordeel van de raad uit zal moeten zien. Dat brengt mij bij de over Thedinghsweert gemaakte opmerkingen. Het collegebesluit heeft in de krant gestaan. Twee jaar geleden is voor Thedinghsweert een bestemmingsplan vastgesteld en de heer Kooijman heeft er terecht op gewezen dat de raad de streekgebonden producten daarin zelf heeft ingebracht. De raad heeft aan dat bestemmingsplan kaders meegegeven, waarin is omschreven hoe het bestemmingsplan Thedinghsweert er moet uitzien. Daarnaast zijn er wettelijke kaders waaraan moet worden voldaan. Na twee jaar is in de commissie ruimte de vraag gesteld of het winkelassortiment van een aantal winkels kan worden verruimd. Het college heeft binnen de wettelijke kaders en de in het bestemmingsplan vastgelegde kaders onderzocht welke mogelijkheden er zijn en een uitgebreide analyse gemaakt, die de raad in de commissie ruimte zal ontvangen. Dit onderwerp staat voor de volgende vergadering van de commissie ruimte op de agenda. In die analyse is ook de door de commissie geopperde mogelijkheid van de SRV-wagen meegenomen. Wij hebben naar deze mogelijkheid gekeken, omdat de commissie ons dat heeft gevraagd. Binnen de wettelijke kaders en binnen het bestemmingsplan is verruiming van het winkelassortiment niet mogelijk. Het college heeft gewoon gevolgd wat de raad het college heeft meegegeven. In de commissie ruimte zal hierover nog worden gesproken. Als de raad van oordeel is dat het winkelassortiment verruimd moet worden, zal het bestemmingsplan moeten worden aangepast. De raad gaat daar zelf over. In de commissie ruimte zal dit aan de hand van de analyse en de daarbij behorende achtergrondinformatie uitvoerig besproken kunnen worden. Voorts is een opmerking gemaakt over arbeidsgehandicapten. Dat is een heel ander dossier. Op dit gebied zijn er meerdere succesverhalen, inderdaad veel meer dan de paar verhalen die zo nu en dan naar buiten komen. In onze regio zijn er veel werkgevers die bereid zijn mensen met een beperking of een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst te nemen. Ik juich het toe dat in het regeerakkoord een quotum is gesteld, maar de manier waarop – ik wijs op de sanctie als een bedrijf niet een aantal mensen met een beperking in dienst heeft – is naar mijn mening niet de manier waarop wij in deze regio moeten stimuleren dat mensen met een beperking in dienst worden genomen. Wij doen het op een andere manier. Wij benaderen werkgevers en proberen uit te leggen wat het betekent als zij iemand met een beperking in dienst nemen. Wij proberen daarbij te ontzorgen. Dat gaat steeds beter, maar het lukt niet altijd. Wij proberen ervoor te zorgen dat een werkgever die iemand met een beperking in dienst neemt geen extra papieren behoeft in te vullen en niet allerlei loketten langs behoeft te gaan. Wij regelen dat iemand met een beperking bij een werkgever gaat werken en geven daarbij de begeleiding die nodig is, maar regelmatig krijg ik signalen dat dat nog niet helemaal lukt. Raadsleden die signalen krijgen die daarop duiden, verzoek ik dringend die signalen onder mijn aandacht te brengen. Wij proberen hierin echt verandering te brengen en het gaat steeds beter. Op dit gebied wordt ook regionaal samengewerkt. Wij hebben een regionaal werkgeversadviespunt, dat werkgevers benadert en uitleg geeft. Lander, ons werkvoorzieningsbedrijf, speelt hierbij een grote rol en daarnaast wordt regionaal samengewerkt met andere sociale diensten en mensen die bezig zijn met arbeidsparticipatie. Aan de hand van de ontwikkelingen in het kader van de Wet werken naar vermogen is de raad daarover regelmatig bijgepraat. In april is een regionaal sociaal akkoord gesloten, dat betrekking heeft op mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt om welke reden dan ook. De gemeente Tiel heeft dat sociaal akkoord mede ondertekend. Het was de bedoeling dat een aantal bedrijven in 2012 in elk geval 100 stage- en werkervaringsplaatsen zou realiseren en ik kan de raad melden dat op dit moment al 110 stage- en werkervaringsplaatsen zijn gerealiseerd en dus op het streefgetal wordt vooruitgelopen. De logistieke hotspot is in verschillende vormen voorbijgekomen. In de richting van de heer Van den Burg, die het jammer noemde dat de financiering zo diffuus is, zou ik willen zeggen dat dat ook een goede kant heeft, namelijk in die zin dat dit niet alleen een overheidsaangelegenheid is en het niet zo is dat de gemeenten alle risico’s dragen.
34
Ik moet zeggen dat ik min of meer zoekend ben naar een goede wijze van communicatie over de logistieke hotspot, die heel belangrijk is. Overigens doelen wij, als wij over de logistieke hotspot spreken, op de gehele regio Rivierenland. Een onderdeel van de logistieke hotspot is een overslaghaven die ergens langs de Waal zou moeten komen. Dat is een regionale wens. Realisering daarvan is belangrijk, omdat de Waal daardoor beter zal worden benut, de A15 zal worden ontlast en zo’n overslaghaven naar verwachting ongeveer 4000 arbeidsplaatsen zal kunnen opleveren, wat voor onze regio natuurlijk enorm veel is. Dit project wordt regionaal getrokken. De Kamer van Koophandel, de Rabobank en een aantal ondernemers doen eraan mee en dit project staat ook stevig op de agenda van de provincie die er ook behoorlijk in investeert. De als beste plek naar voren gekomen locatie voor een container- of overslaghaven is Biezenburg in de gemeente Neder-Betuwe. De gemeenteraad van Tiel gaat niet over het bestemmingsplan van de gemeente Neder-Betuwe en allerlei zaken die voor die plek van belang zijn komen daarom niet op onze gemeenteraadsagenda voor. Ons heeft wel het voorstel bereikt € 7.000,- bij te dragen, wat geen schokkend bedrag is terwijl de impact van deze ontwikkeling ook voor Tiel enorm zal zijn. Het is belangrijk dat de raad daarvan op de hoogte is en er in deze gemeente draagvlak is voor deze ontwikkeling. Momenteel is het voorstel in roulatie de gevraagde € 7.000,- ter beschikking te stellen, waarbij het businessplan en het masterplan zijn gevoegd. Omdat het voor het college belangrijk is te weten of de raad het ermee eens is dat de gemeente Tiel in dit project een voortrekkersrol vervult en de uitvoering van deze plannen wordt voortgezet, zal de raad worden gevraagd in te stemmen met de uitvoering van deze voor de gehele regio zo belangrijke plannen. De heer Van den Burg heeft zich afgevraagd of alle mooie projecten wel arbeidsplaatsen voor de burgers van Tiel zullen opleveren. Ik wil hem erop wijzen dat in de eerstvolgende dan wel de daaropvolgende vergadering van de commissie bestuur het inkoopbeleid aan de orde zal komen. Het lijkt mij goed bij de behandeling daarvan aandacht te besteden aan de vraag hoe wij met onze lokale en regionale werkgevers en bedrijven omgaan. ‘Alle winkels op zondag open’ staat in het regeerakkoord, maar er is nog geen wetsvoorstel. Ik heb hierover contact gehad met Hart van Tiel en begrepen dat niet alle winkeliers staan te trappelen bij de gedachte hun winkel op alle zondagen open te stellen. Ik stel voor met de winkeliers in de binnenstad en de mensen van de supermarkten te overleggen zodra het desbetreffende wetsvoorstel zal zijn aanvaard, zodat wij inzicht zullen krijgen in hun opvattingen hierover en de raad die informatie in zijn afwegingen inzake het hierover te nemen besluit zal kunnen meenemen. Tot zo ver mijn eerste termijn. Wethouder Vermeulen: Ik wil op de ‘t’ van de CU voortborduren, mijnheer de voorzitter. Allereerst een opmerking over de ‘t’ van twijfel aan de kwaliteit van de wegen en de ‘t’ van toekomst van de wegen. Het wegenbeleidsplan zal de raad in februari 2013 worden aangeboden. Dat is zeker. Het college omarmt motie 9 over het jaarthema ‘Leren en werken in Tiel’. Wij vinden dit een uitstekende keuze waar wij helemaal achter staan. Het door de raad aanvaarden van dit jaarthema is een mooie gelegenheid om een aantal zaken goed op de rails te zetten. Daarbij past de vraag van D66 of wij iets aan de onderwijshuisvesting in het voortgezet onderwijs kunnen doen. Ik vraag mij af of de verordening daarvoor zal moeten worden opengebroken. Het is zeker mogelijk in dat kader maatwerk te bieden. Hoe zullen wij dit oppakken? Wij zullen dat niet doen zoals wij het bij het waterelement hebben gedaan en in de wandelgangen geen mensen benaderen om van gedachten te wisselen over de vraag hoe aan het plan van aanpak vorm zal moeten worden gegeven. Ik zal dit punt in de commissie samenleving aan de orde stellen en de raad vragen tezamen met de ambtelijke organisatie over een hiervoor te ontwikkelen plan na te denken. Ik nodig de indiener van de motie van harte uit deel uit te maken van dat groepje. Over het waterelement heb ik toevallig een notitie gezien, die jongstleden vrijdag aan de raad zou worden toegezonden. Omdat ik heb begrepen dat dat nog niet is gebeurd, zal ik nu het laatste nieuws geven. De eerste spade zal in 2013 de grond in gaan. Omdat wij met meerdere zaken rekening moeten houden, kan ik het exacte moment nu nog niet aangeven. Al eerder heb ik medegedeeld – naar ik meen was dat in de commissie bestuur – dat wij dit niet zullen doen in het seizoen waarin de terrassen geopend zijn noch als het vriest en ook niet tijdens de feestdagen. Wij zullen tussen al die momenten moeten manoeuvreren. Omdat het mogelijk is dat de terrassen in april weer opengaan, gok ik op de maand maart. Laten wij hopen dat het dan niet vriest. Voor de helderheid: deze werkzaamheden zullen met de ontwikkeling van de Varkensmarkt worden gecombineerd. Wij gaan iets met de keitjes doen en de plannen zijn met elkaar verbonden. Op het moment waarop het waterelement zal worden aangepakt zal ook de Varkensmarkt aangepakt worden.
35
Dat brengt mij bij de door diverse fracties gemaakte opmerkingen over de Jop Passewaaij, die mij hebben verrast. Ik zal aangeven waarom deze opmerkingen mij verrast hebben. In de periode 20062010 hebben wij verschillende malen over het Joppengebeuren gesproken en ik weet nog goed dat ik toen heb voorgesteld aan zeecontainers te denken. Eén partij was daarvoor, het CDA, en alle andere partijen vielen over mij heen. Het verrast mij dat nu wordt gesteld dat de aanleg van de Jop in Passewaaij veel goedkoper kan en in plaats van doelpalen een paar jassen kunnen worden gebruikt. Dat is wel een overgang. Wij zullen alle over de Jop in Passewaaij gemaakte opmerkingen meenemen. Op dit moment kan ik niet zeggen wat wij hiervoor zullen uitgeven, maar het college voelt aan dat het daarvoor opgenomen bedrag aan de hoge kant is. Ik zal hierover met de betrokkenen overleggen en uit dat overleg zal naar voren moeten komen welke wensen er zijn en wat dit feestje ons zal gaan kosten. Zodra ik de gegevens op een rij zal hebben, zal ik daarop met een notitie bij de raad terugkomen. Dat betekent dat de over de Jop in Passewaaij ingediende amendementen, die ik sympathiek zou willen noemen, nog niet in uitvoering kunnen worden genomen. Mijn verzoek aan de indieners van deze amendementen is de notitie af te wachten. De dierenambulance. Ik hoop dat de raad niet de indruk heeft dat de gemeente Tiel voor een dubbeltje op de eerste rang wil zitten. Dat is niet juist. De inspreekster maakte een vergelijking met de gemeenten Geldermalsen en Buren, die ruimhartiger zouden zijn dan de gemeente Tiel. Ik wil erop wijzen dat de dierenambulance om niet op een locatie in Tiel is gevestigd. Als bijvoorbeeld het dak van het gebouw moet worden gerepareerd, zijn de kosten daarvan voor de gemeente. Naar ik meen heeft ProTiel voorgesteld € 5.000,- voor de dierenambulance beschikbaar te stellen om de druk eraf te halen, op grond daarvan plannen te maken en een analyse te maken van de wettelijke eisen waaraan moet worden voldaan. Dat is namelijk niet helder. De raad kan spoedig, aan het begin van het nieuwe jaar, een notitie over de dierenambulance verwachten en ik zeg toe dat het college bereid is € 5.000,- voor de dierenambulance ter beschikking te stellen. Met betrekking tot de stationsomgeving Passewaaij heb ik inderdaad de maand oktober genoemd, maar dat is te snel gebleken. Mijn excuses daarvoor, ik heb niet voorzien dat nog zoveel moest gebeuren. Er moest bijvoorbeeld nog een omgevingsvergunning worden aangevraagd. Dat kunnen wij niet zelf, dat moet door ProRail gebeuren. Mij is niet bekend waarom ProRail zo lang met het aanvragen van de vergunning heeft gewacht. Het verzoek tot het verlenen van een omgevingsvergunning is op 15 oktober ontvangen en is nu in behandeling. Ik hoop dat wij dit project in 2013 zullen kunnen oppakken, maar ik kan nu nog geen maand noemen. Op de vraag waarom ik geen melding heb gemaakt van deze vertraging moet ik in alle oprechtheid antwoorden dat dit hele gebeuren mij finaal door het hoofd is geschoten. Ik heb er geen moment bij stilgestaan. Wethouder Driessen: Mijnheer de voorzitter. Het CDA heeft gevraagd of voor wat de fietsen betreft structureel kan worden gehandhaafd. Voor een deel zijn wij daarmee begonnen en ik kan de raad melden dat op korte termijn een uitgewerkt plan voor structurele handhaving in het college zal worden besproken. De uitwerking van dat plan vergt tijd, omdat vele zaken juridisch en praktisch goed moeten worden geregeld. Als wij de juridische kant niet goed regelen, kunnen wij problemen krijgen als wij fietsen weghalen, ergens anders neerzetten en op een gegeven moment verkopen. Wij moeten voorkomen dat wij bijvoorbeeld van heling worden beschuldigd. De gemeente Tiel is niet verantwoordelijk voor de exploitatie van het zwembad, maar het door het CDA afgegeven signaal inzake het ‘Patatje zwembad’ zullen wij uiteraard bespreken bij ons regulier overleg met Sportplaza, de exploitant van het zwembad. Dat brengt mij bij de motie over de verkeersborden en de verlichting in Tiel. Wij hebben al voor minder borden gekozen. Bij de discussie over het schilparkeren hebben wij daarover kort gesproken. Dat kan betekenen dat wij verkeersborden zullen weghalen, maar in ieder geval zullen wij in de toekomst minder borden plaatsen. Daarvoor moet wel een slim plan worden gemaakt, dat ik naar ik hoop begin 2013 aan het college zal kunnen voorleggen. Op dit moment kan ik nog niet zeggen of dat plan ertoe zal leiden dat wij veel borden zullen weghalen. Daaraan is immers een kostenplaatje verbonden, maar het signaal is door het college begrepen. Wij kunnen de oproep omarmen en ik zal zoals gezegd proberen hierover in de eerste helft van 2013 helderheid te verschaffen. De raad heeft in de termijnkalender kunnen lezen dat op dit moment aan een openbaar verlichtingsplan wordt gewerkt. De oproep kritisch naar de verlichting te kijken zullen wij als een apart onderzoek uitzetten, waarbij zal worden bezien of op dit gebied winst te behalen valt. Over LED-verlichting hebben wij al afspraken met de raad gemaakt en wij zullen dit aspect daaraan toevoegen. De inhoud van de motie kunnen wij omarmen. Door onder andere D66 is een motie ingediend over de zoekperiode naar werk voor mensen van 27 jaar en ouder. Voor de jongeren is dat al geregeld. Toen ik de tekst van de motie hoorde, rees bij mij de vraag wat dit betekent voor bijvoorbeeld een 57-jarige man die al een paar jaar in de WW zit, zich – populair gezegd – kapot heeft gesolliciteerd en in de bijstand terechtkomt. Krijgt zo iemand vier
36
weken geen uitkering? Van de indiener van de motie heb ik begrepen dat dat niet de bedoeling is en bij de uitwerking van beleidsregels maatwerk zal moeten worden geregeld. Aan de oproep met nieuwe beleidsregels te komen wil het college met veel plezier voldoen en uiteraard zullen wij de uitkomst graag met de raad delen. Ook deze motie omarmen wij. Voor mij resteert de vraag van de PvdB over de parkeerdruk bij evenementen, hoog water en anderzins en de Kranshof. Wij zijn daarover onder andere met de eigenaar van de Kranshof regelmatig in gesprek, de heer Van den Burg haalde dat terecht aan. Er zijn hierover meerdere oplossingen te bedenken, zoals gebruikmaking van het braakliggend terrein waar Velders heeft gezeten. Over onze ideeën daarover hebben wij met de eigenaar gesproken. De eigenaar maakt natuurlijk uit wat met deze grond gebeurt en heeft daarbij een bepaald belang. Zoals gezegd zijn wij daarover in discussie. Het college wil graag zien dat extra parkeerruimte wordt gecreëerd en dit onderwerp heeft voortdurend onze aandacht, maar wij lopen tegen problemen op. Ik kan de raad toezeggen dat wij daarmee bezig blijven. Wij hopen de raad hierover ooit positief te kunnen berichten, maar wij zijn daarvoor afhankelijk van andere partijen. De voorzitter: Met betrekking tot Thedinghsweert is de opmerking gemaakt, dat de raad nieuws hierover eerder uit de krant verneemt dan dat de raad erover wordt geïnformeerd. Wij hebben dat al eerder onderkend en er is ook in het presidium over gesproken. Door het college wordt bekeken of de informatievoorziening aan de raad bijvoorbeeld in de vorm van een nieuwsbrief kan worden versterkt voordat met de pers wordt gesproken. Dit speelt bij een beperkt aantal politiek gevoelige thema’s. Zoals gezegd: dit probleem wordt onderkend, het is van belang dat de raad zo snel mogelijk wordt geïnformeerd. Wij zullen hierop in het presidium terugkomen. De door de heer Kooijman gedane suggestie met betrekking tot het statistisch jaarboek klinkt sympathiek. Wethouder Verspuij heeft er zojuist op gewezen dat de capaciteit van onze organisatie beperkt is en de organisatie veel zaken moet oppakken. Aan het maken van zo’n jaarboek kan om die reden geen prioriteit worden gegeven, maar ik ben het met de heer Kooijmans eens dat het op een aantal terreinen, zoals bijvoorbeeld op het terrein van de veiligheid, belangrijk is de actuele stand van zaken aan de hand van cijfers helder in beeld te brengen, omdat de discussie daardoor wordt vergemakkelijkt. Op het gebied van de veiligheid zijn wij al een eind gevorderd en ik wil graag onderschrijven dat het van belang is dat we dit ook op andere terreinen doen, maar aan de wens alle gegevens in een statistisch jaarboek of almanak te bundelen kan vanwege het gebrek aan capaciteit niet worden tegemoet gekomen. Evenals de raad ben ik verheugd over de wijze waarop het jaarthema veiligheid is geïnitieerd en opgepakt en ik deel de uitgesproken waardering voor de inzet van alle betrokken partners. Niet alleen de gemeente en de politie zijn daarbij betrokken, maar ook onze eigen burgers. In het kader van het jaarthema is veel aandacht besteed aan de vraag wat de burgers in de sfeer van preventie kunnen doen. In de eerstvolgende vergadering van de commissie bestuur zal de tussenstand in het kader van het meerjarenprogramma veiligheid aan de orde zijn en zullen wij over de prioriteitstelling discussiëren. Op basis van de uitkomst van die discussie zullen wij het jaarplan voor 2013 vaststellen. Het zal de raad niet verbazen dat wij de aanpak van woninginbraken, die wij als prioriteit aan het meerjarenprogramma hebben toegevoegd, ook in 2013 als prioriteit willen handhaven. Ik kan de raad melden dat mede op ons initiatief vanuit de nieuwe politieregio Oost aan een regionale aanpak van woninginbraken wordt gewerkt en in die aanpak een meersporenbeleid is opgenomen, waarbij zowel het OM en de gemeenten als de politie, woningcorporaties en burgers een belangrijke rol spelen bij het streven het aantal woninginbraken in deze regio terug te brengen. Vanwege privacyoverwegingen kan ik er verder niet veel over zeggen, maar ik kan de raad wel melden dat er een plan van aanpak voor de criminele jeugdgroep ligt. Ik stel voor hierop in de commissie bestuur dieper in te gaan. In dat plan is voor een dadergerichte aanpak gekozen door middel van – dat is een technisch term – de ‘wrap around-methode’ vanuit het Veiligheidshuis. Op die manier willen wij de groep aanpakken en er ook voor zorgen dat er geen aanwas komt. Daarop wordt door alle betrokken partijen gezamenlijk stevig ingezet. Zoals gezegd zullen wij hierop in de commissie bestuur uitvoerig terugkomen. Op een aantal gebieden zien wij een daling. Ook voor wat betreft de woninginbraken is sprake van een dalende trend, maar de daling is iets minder omdat de cijfers in de eerste maanden van 2012 zeer fors waren. Wij zijn er absoluut nog niet en zullen in het komend jaar nog veel inzet moeten plegen. De extra wijkagenten waarover is gesproken zijn in dit verband belangrijk, maar die zullen er begin 2013 nog niet zijn. De inzet van extra wijkagenten in Tiel hangt samen met de uitwerking van het inrichtingsplan nationale politie. De planning is dat de minister het plan in de maand november zal vaststellen, het plan snel zal worden geïmplementeerd en de gemeente Tiel spoedig meer wijkagenten zal krijgen. Het is ons duidelijk geworden dat de wijkagent een belangrijke spil is in het net-
37
werk dat het mogelijk maakt het aantal woninginbraken terug te brengen en de veiligheid ook op andere gebieden kan bevorderen. De griffier zal nu op de over de rekenkamer gemaakte opmerkingen ingaan. De griffier: De over de rekenkamer ingediende motie heeft mij verrast, maar als de raad deze motie aanneemt zal ik de daarin verwoorde opdracht aan de griffier binnen de mogelijkheden die mij ten dienste staan met verve ter hand nemen. Dat wil ik de raad meegeven. De voorzitter: Ik zou bijna zeggen ‘wellicht ten overvloede’. Ik realiseer mij dat ik nog niet ben ingegaan op de motie over het contact met de inwoners en de beeldvormende avonden. Dit is een onderwerp dat de raad zelf zal moeten oppakken, maar ik wil wel als mijn mening naar voren brengen dat het in de motie verwoorde voorstel aansluit bij de door ons in het kader van het plan van aanpak organisatieontwikkeling besprokene. In dat verband is gesproken over de mogelijkheid het instrument van de beeldvormende avonden ook in de wijken te ontwikkelen. Met andere woorden: wij zouden niet alleen in deze zaal met elkaar moeten vergaderen maar, afhankelijk van het thema, ook bijeenkomsten in de wijken moeten organiseren, waarbij wellicht kan worden gekozen voor een programma dat afwijkt van het programma op de standaardbeeldvormingsavonden. Het is aan de raad daarover een standpunt te bepalen. Hiermee zijn wij aan het einde gekomen van de eerste termijn van het college. Ik stel voor de vergadering nu te schorsen. De heer Gradisen: Het kan zijn dat ik mij vergis, maar volgens mij mis ik de reactie van het college op motie 4, mijnheer de voorzitter. De voorzitter: Ik kijk even naar wethouder Vermeulen, die daarop zou ingaan. De heer Gradisen doelt op de motie waarin wordt voorgesteld het beheer van speelplaatsen aan bewoners over te dragen. Dat voorstel sluit aan bij het gestelde in het bezuinigingsoverzicht. De Joppen zijn toegevoegd. Het voorstel is te bekijken of bewoners bij het beheer daarvan een rol kunnen spelen. Wethouder Vermeulen: Mijn reactie is kort en krachtig ‘ja’, mijnheer de voorzitter. De voorzitter: Ik zie dat de heer Gradisen daarmee tevreden is. Ik stel voor dat wij zullen proberen rond kwart over acht terug te zijn. De vergadering is geschorst. Schorsing. (19.04 uur) De voorzitter: De vergadering is heropend. 8.
Tweede mondelinge termijn van de raad met de mogelijkheid voor onderling debat, het bespreken van eventueel ingediende moties of amendementen en eventueel nog een korte reactie van de zijde van het college
De voorzitter: Nu wij aan de tweede termijn van de raad toe zijn, wil ik erop wijzen dat wij in het presidium de afspraak hebben gemaakt dat bij de tweede termijn de omgekeerde volgorde van de fracties zal worden gehanteerd. Dat betekent dat mevrouw Stoeten-Flach als eerste het woord zal krijgen. Vooraf wil ik graag kort aangeven waarover wij het naar mijn mening eens zijn, zodat daarover niet meer uitgebreid behoeft te worden gesproken. Als mijn conclusie ten aanzien van een onderwerp niet juist is, mag daarover natuurlijk worden gesproken. Ik zou willen voorkomen dat iedereen alle moties en amendementen langsloopt, want dan zullen wij erg lang bezig zijn. Motie 1 over de dubbeling van subsidies is door het college overgenomen. Ik heb het gevoel dat er tegen deze motie weinig weerstand zal zijn. De heer Zuidema: Een korte aanvulling. Ik wil erop wijzen dat gemakkelijk een combinatie kan worden gemaakt met motie 7 van D66 over het subsidieregister. Naar mijn mening kunnen deze moties naadloos in elkaar worden geschoven. De voorzitter: Dat klopt. De moties 1 en 7 horen inderdaad min of meer bij elkaar. Wat ik zojuist heb gezegd geldt ook voor motie 7 over het openbare subsidieregister.
38
Het college heeft beide moties overgenomen. Wat mij betreft behoeven de overige fracties, als zij zich daarin ook kunnen vinden, daarvan geen melding te maken. Ik wil voorkomen dat acht keer wordt gemeld dat dit prachtige moties zijn. Bij de conclusies zal ik bekijken of deze moties inderdaad raadsbreed worden gesteund. De heer Van Wijk: Ik ga ervan uit dat wij naar aanleiding van deze moties wel opmerkingen mogen maken, mijnheer de voorzitter. De voorzitter: Als u over een motie een opmerking wilt maken, moet u dat gewoon doen. Als een fractie geen opmerkingen over een motie maakt, ga ik ervan uit dat de desbetreffende motie wordt gesteund. Natuurlijk zal ik dat aan het einde van het debat netjes concluderen, maar wij zullen veel tijd besparen door op die manier te werk te gaan. Ik ga ervan uit dat naar aanleiding van de reactie van het college nog wel over motie 2, betreffende de investeringsstop, zal worden gesproken. Ik heb het gevoel dat motie 3 over de beeldvormende avonden et cetera niet al te veel discussie zal geven. Hetzelfde geldt voor motie 4 betreffende het overdragen van voorzieningen aan bewonersgroepen. Het college heeft aangegeven dat deze motie worde overgenomen. Dat geldt ook voor motie 5 over de besparingen op de inrichting van de openbare buitenruimte. Motie 6 is door het college overgenomen, maar ik kan mij voorstellen dat daarover verschillend wordt gedacht. De moties 8 en 9 zijn raadsbreed ingediend. Motie 10 wordt door het college ontraden en is nog een discussiepunt. Ik meen te mogen vaststellen dat de discussie zich voornamelijk op de moties 2 en 10 en wellicht motie 6 zal concentreren en verzoek u zich in uw tweede termijn tot deze moties te beperken, tenzij u over één of meerdere van de andere moties anders denkt. Over de amendementen is meer discussie. Amendement 1 is door het college ontraden. Amendement 2 is door het college overgenomen. Wij horen graag of dit amendement door de overige fracties wordt gesteund. De amendementen 3 tot en met 8 hangen samen met de discussie over amendement 3. Ik wil u vragen de discussie vooral over amendement 3 te voeren. Wilt u het bedrag voor de Jop wel of niet verlagen? De discussie over de amendementen 4 tot en met 8 vloeit voort uit de uitkomst van de discussie over amendement 3. De heer Van Wijk: In het voor ons liggende keuzemenu willen wij amendement 7 schrappen. Wij geven de voorkeur aan de dierenambulance. Amendement 7 maakt, ingetrokken zijnde, geen onderwerp meer uit van de beraadslagingen. De voorzitter: Als ik u goed heb begrepen kan, indien amendement 3 op een meerderheid kan steunen, voor wat GL betreft de volgorde van besteding van het overblijvende bedrag als volgt zijn: eerst onkruidbestrijding, dan zonnepanelen, vervolgens parkeerplaatsen en als laatste de dierenambulance. Hebt u het nog paraat? De heer Van Wijk: Ik wil nog één puur vergadertechnische opmerking maken. Ik stel vast dat het college amendement 2 heeft overgenomen. Mijn voorstel is amendement 2 na amendement 8 in stemming te brengen, omdat amendement 8 verder gaat en een andere dekking heeft dan amendement 2. De voorzitter: Het is terecht dat u deze opmerking maakt. Amendement 8 gaat inderdaad verder dan amendement 2. Nogmaals: de besluitvorming over amendement 8 hangt samen met de uitkomst van de discussie over amendement 3. Als er voor amendement 3 geen meerderheid is, zal geen discussie over amendement 8 volgen. Ervan uitgaande dat de volgorde helder is, geef ik het woord aan mevrouw Stoeten-Flach. Mevrouw Stoeten-Flach: Of ik alles nog helder heb zal moeten blijken, mijnheer de voorzitter. Allereerst wil ik erop wijzen dat ik in de beantwoording door het college een reactie heb gemist op mijn opmerkingen over de JOGG-aanpak, Jongeren op Gezond Gewicht. Ik heb gevraagd of in dit kader een toezegging is gedaan en heb erop gewezen dat in 2010 is gezegd, dat er in Tiel op het
39
gebied van lokaal gezondheidsbeleid al veel is en nog niet duidelijk was of de gemeente Tiel daarmee wilde verdergaan. Uit de door wethouder Verspuij over de Awbz gemaakte opmerkingen maak ik op dat hetgeen wordt voorgesteld puur als sluitpost voor de begroting wordt gezien, wat ik een lastige vind. In dit kader wil ik het college de volgende condities meegeven: onderzocht moet worden om hoeveel en welke mensen het gaat die langer binnen het gemeentelijk domein blijven, waarop zij langer een beroep doen en hoe dat ingrijpt op de decentralisaties van de begeleiding en de jeugdzorg. Overigens is dit op advies van de VNG. In de motie over de investeringsstop zien wij wel brood, zij het met inachtneming van de daarbij door het college gemaakte kanttekeningen over goed overleg, tijdelijkheid en realisme. Naar ons oordeel zou het amendement over de werkkredieten daarbij kunnen worden betrokken. Dat voorzieningen aan bewonersgroepen worden overgedragen is ook onze insteek, maar wij hebben daarbij wel een aantal condities. Als wij het huidige speelbeleid herzien worden speelplaatsen in onze optiek actief voor beheer en onderhoud aan bewoners overgedragen. Speelplaatsen waarvoor geen bewonersbeheer kan worden gerealiseerd willen wij niet afstoten voordat bepaald zal zijn dat daaraan in de buurt of wijk geen behoefte is. Daarvoor moeten criteria worden opgenomen. Overbodige speelplekken kunnen bij gebleken geschiktheid mogelijk als trapveld of iets dergelijks worden ingericht. De motie over het aanscherpen van de Wet werk en bijstand vinden wij te hard. De grens van 27 jaar is onzes inziens ingegeven door de mogelijkheid dat jongeren onder deze leeftijdsgrens nog scholingsgeld kunnen krijgen. Wij zijn van mening dat de betrokkenen door het in deze motie gestelde voor de periode van vier weken wel erg hard worden aangepakt en veronderstellen, dat er andere mogelijkheden zijn om mensen te stimuleren tot het zich actief voor het vinden van werk inzetten. Ik vind het jammer dat het college op onze motie over burgerparticipatie kunst heeft gereageerd. De motie houdt immers een verzoek aan de raad in. Het college kan wel zeggen dat er geen geld is, maar de raad heeft het budgetrecht. Als wij een discussie hebben gevoerd over wat wij met participatie willen, kunnen wij vervolgens bezien of wij daarvoor in de Perspectievennota geld kunnen vinden. In de Perspectievennota is een ruime post voor nieuwe uitgaven opgenomen. Ik ben van mening dat wij deze motie nog prima in de discussie kunnen betrekken. Met betrekking tot de dierenambulance wilden ook wij voorstellen de volgorde waarin de amendementen in stemming wordt gebracht aan te passen. Het is mooi dat het college bereid is hiervoor geld vrij te maken. Het college voelt aan dat het voor de Jop in Passewaaij opgenomen bedrag aan de hoge kant is. De wethouder refereerde aan het daarover in de periode 2006-2010 besprokene. Daarover kan ik niet meepraten, maar de raad kan wel in verband met de huidige financiële situatie op zijn schreden terugkeren. Wij zullen het op de Jop in Passewaaij betrekking hebbende amendement ondersteunen. Tot slot wil ik de kanttekening plaatsen dat via de tweede voortgangsrapportage een kredietaanvraag inzake aankoop van het terrein-Daalderop is gedaan. Met het oog op de transparantie is mijn fractie van mening dat kredietaanvragen voortaan niet meer via de voortgangsrapportage aan de raad moeten worden voorgelegd. De heer Van Oostrom: Hoe dan wel? Hoe ziet mevrouw Stoeten-Flach dat voor zich? Wat zij zegt begrijp ik niet. Mevrouw Stoeten-Flach: In de commissie beleidscyclus is gezegd dat dit de snelste manier is. Deze kredietaanvraag was min of meer verstopt en hebben wij door vraagstelling boven water gekregen. Dit is geen elegante en transparante manier van werken. In de commissie beleidscyclus heb ik ook van andere fracties reacties van deze strekking gehoord. Ik denk dat meerdere collega’s het met mij eens zijn. De heer Zuidema: Ik wil mevrouw Stoeten een vraag stellen. Ik kan mij voorstellen dat zij de formulering van de motie inzake de Wet werk en bijstand hard vindt. Welke verzachtende maatregelen zijn naar haar mening mogelijk en hoe denkt zij het financieringsprobleem van het forse tekort op programma 3 op te lossen? De motie beoogt niet meer en niet minder dan het uitdelen van een prikkel aan een groep in de samenleving die wellicht iets te gemakkelijk om bijstand vraagt en mogelijkheden heeft om actiever en ambitieuzer naar werk te zoeken. Mevrouw Stoeten-Flach: Het college heeft aangegeven dat het akkoord is met een onderzoek. Ook ik ben van oordeel dat een zorgvuldig onderzoek moet plaatsvinden. Ik meen dat al naar andere wegen wordt gezocht om tot een stevige prikkel te komen.
40
De heer Zuidema: De motie voorziet in het door u gewenste onderzoek. Op dat punt kan ik u geruststellen. U hebt nog niet aangegeven welke andere mogelijkheden u ziet. De mensen die ik spreek zien namelijk bijna of zelfs helemaal geen mogelijkheden. Mevrouw Stoeten-Flach: Op die vraag heb ik nu niet direct een antwoord. De heer Van den Burg: Mijnheer de voorzitter. De motie inzake de dubbeling van subsidies kunnen wij ondersteunen. Wij zijn er blij om dat vandaag een gewijzigde tekst voorligt. Eerder deze week heb ik een andere tekst toegezonden gekregen. Met de nu voorliggende tekst ga ik volledig mee. De heer Gradisen: De eerder door u ontvangen tekst is volgens mij de tekst van de motie van D66. De heer Van den Burg: Het ging om iets dat moest worden gepubliceerd. Deze motie is oké. Over de motie betreffende de investeringsstop heb ik nog een aantal vragen. Door veel fracties zijn opmerkingen over de projecten gemaakt, waarop het college bij de beantwoording is ingegaan. Mevrouw Van Rhee heeft vanavond gezegd dat het college een aantal projecten tegen het licht zal houden en een nieuwe prioritering zal worden bepaald. Mijn vraag aan de VVD is de volgende. Wil de VVD deze motie handhaven of wil zij de motie aanhouden totdat in de commissie de discussie over de prioritering zal worden gevoerd? De heer Van Wijk heeft erop gewezen dat wij Tiel niet, zoals in de jaren zeventig, op slot moeten zetten door een situatie te creëren waarin wij helemaal geen geld meer kunnen uitgeven. Mijn idee zou zijn de door de VVD voorgestelde investeringsstop pas na de inhoudelijke discussie in de commissie te overwegen. De heer Melissen: Allereerst wil ik erop wijzen dat voor het woord ‘investeringsstop’ het woord ‘tijdelijk’ staat en wij niet voor het op slot zetten van de stad zijn. Wij willen dat keuzes worden gemaakt ten aanzien van nieuwe ontwikkelingen waarover de raad nog geen duidelijk besluit heeft genomen en waarbij de raad nog geen inzicht heeft in de daarmee gemoeide investering. Ik kan dat aan de hand van een tweetal voorbeelden uitleggen. De investeringsstop geldt niet voor Westluidense Poort. De raad heeft duidelijk uitgesproken daarvoor te willen gaan en het daarmee gemoeide bedrag, dat door inflatie et cetera tot € 365.000,- is gestegen, daaraan te willen besteden. Wij hebben afgesproken dat de wethouder bij ons zal terugkomen als blijkt dat een hoger bedrag nodig is. Er zijn meer projecten waarover de raad al besluiten heeft genomen, maar voor het project Santwijckse Poort geldt dat niet. Met alle respect: als er één lid van deze raad is dat precies weet waartoe wij hebben besloten, hoeveel geld dat project zal gaan kosten, hoe de dekking er uitziet en hoeveel mensen aan dat project zullen gaan werken, verzoek ik die persoon mij te vertellen hoe het zit. Dit is slechts één project. Wij hebben ook het project Burense Poort en nog veel meer andere projecten waaraan op allerlei manieren wordt gewerkt. Misschien is dat wel logisch, maar het probleem is dat de raad niet kan sturen. Om die reden zegt de VVD nu ‘ho eens even’. Wij willen, populair gezegd, aan de knoppen kunnen draaien. In de projecten gaat veel geld om en in een situatie, waarin wij met het oog op de noodzakelijke forse bezuinigingen keuzes moeten maken, moet ook naar de projecten worden gekeken. Naar de mening van de VVD moet bewust worden omgegaan met zowel de projecten die de raad wel wil laten doorgaan als met de projecten die de raad niet wil laten doorgaan dan wel wil temporiseren. Die keuzes kunnen wij nu niet maken. Ik zou iedereen willen uitdagen mij uit te leggen hoe het zit. De heer Van Oostrom: Volgens mij heeft de raad besloten geld te bestemmen voor het verder ontwikkelen van het projectplan Santwijckse Poort. De fractie van de VVD heeft daartegen ook ‘ja’ gezegd. Dat besluit was deels nodig om hiervoor geld van de provincie te krijgen. Ik zou graag willen weten of de VVD van mening is dat het project Santwijckse Poort, dat al in gang is gezet, moet worden voortgezet en wij hierover weer een discussie zullen moeten voeren op het moment waarop een volgende stap zal moeten worden gezet. Hoe ziet de VVD de investeringsstop? De heer Melissen: Mijn stelling is dat deze raad absoluut niet weet welke projecten aan de orde zijn en welke consequenties de projecten voor komende begrotingen zullen hebben. De heer Spekman: Ik wil de heer Melissen erop wijzen dat in de blauwe boekjes uitvoerig over projecten wordt gerapporteerd en wij er ook voortdurend in commissies over spreken. Dat ik de informatie nu niet paraat heb wil niet zeggen, dat ik er in het verleden niet over heb nagedacht. In de motie
41
staat overigens wel wanneer de investeringsstop wordt opgeheven, maar niet wanneer de investeringsstop ingaat. Ik vind het werkelijk des VVD’s dat de heer Melissen in deze raad uitspreekt wat de raadsleden wel en niet weten. Daar pas ik voor. De heer Melissen: Ik ben er blij om dat u de informatie hierover wel hebt. Dat is ook de bedoeling, maar omdat de VVD de informatie niet heeft zijn wij op zoek naar de antwoorden. De heer Zuidema: Ik heb bijna dezelfde vraag als de heer Van Oostrom. Ook ons is nog niet helder wat het woordje ‘stop’ betekent. De heer Melissen: Volgens mij is helder dat onze stad sowieso niet op slot zit. Aan de projecten waarover de raad besluiten heeft genomen wordt gewerkt. De VVD stelt alleen voor de nieuwe ontwikkelingen op een rij te zetten en in beeld te brengen welke financiële consequenties deze ontwikkelingen voor de begroting zullen hebben. Op basis van de informatie daarover zal de raad kunnen kiezen voor welke projecten hij wel of niet wil gaan. Dat is wat wij willen. Wij hebben een beeldvormende avond over de Santwijckse Poort gehad, waarop wij over dat project een uitleg hebben gekregen en ons beeld over het project Santwijckse Poort is gevormd. Dit project zal € 25 miljoen kosten. Ervan uitgaande dat dit bedrag juist is, zijn wij van mening dat wij met het project Santwijckse Poort moeten stoppen omdat het veel te veel geld gaat kosten. De heer Van Wijk: Het betoog van de heer Melissen c.q. de VVD is helder en de bedoeling daarvan is duidelijk. Het gaat ons om het woord ‘stop’. Wij willen weten wat daarmee wordt bedoeld. Over de motie betreffende de werkkredieten van ProTiel heb ik dezelfde vraag. Voor alle lopende projecten worden werkkredieten vrijgemaakt. Over sommige werkkredieten heeft de raad een beslissing genomen, maar over andere nog niet. Heb ik het juist als ik zeg dat het de bedoeling is dat alle lopende projecten waarover de raad een uitvoeringsbeslissing heeft genomen gewoon doorgaan en alle andere projecten, die nog in de initiatiefase zitten en over de uitvoering waarvan de raad nog geen definitief besluit heeft genomen maar waarvoor wel werkkredieten beschikbaar worden gesteld, zullen worden geparkeerd totdat het college met een overzicht van de ins en outs komt en de raad een beslissing over de prioritering zal hebben genomen? Het laatste is het andere deel van het voorstel van de VVD, waarin wij best wel brood zien. Ik wil helder hebben hoe de VVD het eerste deel van het voorstel ziet. Ik wil weten waarover wij beslissen. De heer Melissen: Het is exact zoals de heer Van Wijk het zegt. Het project Westluidense Poort vind ik het gemakkelijkste voorbeeld. Dit project zal ons dertig of veertig jaar lang € 365.000,- per jaar gaan kosten. Dat is helder en daarover hebben wij het niet. Dit project moet gewoon doorgaan en tegen het werkkrediet daarvoor hebben wij geen bezwaar. Over het project Santwijckse Poort hebben wij in onze beleving nog geen besluit genomen. Wij weten nog niet welke effecten dat project voor de begroting zal hebben. Dat zouden wij graag willen weten. Het maken van boekjes, het inhuren van architecten en adviseurs en het doorrekenen van plannen kost veel geld, geld dat wij aan de realistische, de haalbare, projecten willen besteden. Omdat wij graag zouden zien dat de raad keuzes maakt, stellen wij voor pas op de plaats te maken, keuzes te maken en vervolgens weer aan het werk te gaan. De heer Gradisen: De PvdA heeft in eerste termijn ook aangegeven dat prioritering noodzakelijk is. Dat is duidelijk, maar ik constateer dat de VVD twee stappen verdergaat. De PvdA kan met één stap verder nog wel meegaan, maar de tweede stap is voor ons ingewikkeld. Met die ene stap verder bedoel ik het volgende. Wij willen best zeggen dat het college terughoudend moet zijn met het naar buiten brengen van informatie over projecten – met boekjes, presentaties en wat dies meer zij – en het inhuren van dure adviesbureaus totdat de raad de gewenste prioritering zal hebben vastgesteld. Ik wil een basaal voorbeeld geven. Stel dat deze motie vandaag wordt aangenomen en morgen iemand van de provincie belt met de mededeling, dat de provincie nog eens over de Santwijckse Poort wil praten. Als een ambtenaar daartegen ‘ja’ zegt maakt hij daarvoor uren, waarvan de kosten natuurlijk bij het project komen. Zou dat na aanvaarding van deze motie niet meer mogen? Gaat de motie zo ver? Of is de motie erop gericht dat terughoudendheid zal worden betracht bij het naar buiten brengen van projecten en het inhuren van dure adviesbureaus? De heer Melissen: De door de heer Gradisen geschetste uitleg is de uitleg die het beste past. Onze ambtenaren zijn verstandig. Als de provincie belt, zal een verstandige ambtenaar dat gesprek natuurlijk voeren. Het is logisch dat in een dergelijk verzoek van de provincie uren worden gestoken,
42
omdat je niet weet wat het resultaat van zo’n gesprek zou kunnen zijn. De door ons bedoelde investeringsstop is niet zo diepgaand bedoeld. Bij de behandeling van de Perspectievennota willen wij eruit zijn. Iedereen moet dan weer volop aan het werk kunnen gaan. Het gaat ons erom dat wij niet langer boekjes en plannen krijgen voorgeschoteld zonder te weten welke kosten daarmee gemoeid zijn. Laten wij daarmee stoppen, laten wij keuzes maken en ervoor zorgen dat de consequenties van het doorzetten van projecten voor de begroting helder zijn. Dat is waarvoor wij willen gaan. De handreiking van het college vertelt de VVD het volgende. Wij beseffen dat om financiële redenen en met het oog op de capaciteit van de organisatie keuzes moeten worden gemaakt en prioriteiten moeten worden gesteld. Wij begrijpen ook dat de medewerkers efficiënt moeten worden ingezet en kunnen ons voorstellen dat daarover een discussie wordt gevoerd. De vraag ligt nu voor of de VVD bereid is de uitkomst van het daarover in het college te voeren overleg af te wachten en daarna in de raad over het invoeren van een stop te praten of dat de VVD de door haar voorgestelde stop nu al wil zien ingevoerd en van mening is dat de raad zelf de regie moet voeren. De VVD wil graag dat de raad in dezen de regie voert, wat niet het geval zal zijn als het college hiermee aan het werk gaat. Wij willen met het college discussiëren over de vraag hoe het proces er uitziet. Zal de raad zeggenschap hebben over de keuzes die voorliggen? Daarover zullen wij met elkaar tot een gesprek moeten komen. Ik herhaal dat lopende ontwikkelingen moeten doorgaan – onomkeerbare besluitvorming –, maar voor grote projecten geen boekjes moeten worden gemaakt, geen adviseurs moeten worden ingehuurd en noem het maar op. Als iemand van de provincie belt met de boodschap dat de provincie over een plan wil praten moet dat uiteraard wel mogelijk zijn. Een ondernemende gemeente moet bekijken of er kansen zijn, maar het is niet noodzakelijk daarvoor tonnen uit te geven. De heer Van Oostrom: Naar mijn mening heeft de raad sowieso de regie. De raad geeft het college immers de opdracht hiermee aan de slag te gaan. Ik zie niet in waarom de raad de regie uit handen zou geven. Ik wil nog even terugkomen op de Santwijckse Poort, waarover wij een presentatie hebben gehad. Wij weten dat het college, de ambtenaren en de daarbij betrokken bureaus verdergaan met de planontwikkeling van het project Santwijckse Poort en wij daarover in februari opnieuw zullen spreken. Zegt de VVD dat deze planontwikkeling vanaf heden moet worden stopgezet, wij daarover eerst een discussie moeten voeren en het project daarna, zo mogelijk, weer zal worden opgepakt? Dat wil ik graag weten. Het antwoord op deze vraag is belangrijk. De heer Melissen: Over de Santwijckse Poort kan ik kort zijn. Het antwoord op de vraag van de heer Van Oostrom is: ‘ja, inderdaad’. Wij zijn van mening dat wij nu geen adviesbureaus en calculatiebureaus op dit project moeten zetten. Met de realisering van het voorliggende plan zal € 20 tot € 25 miljoen gemoeid zijn en dat bedrag zal voor rekening van de gemeente komen. Voordat wij over de Santwijckse Poort verder praten, willen wij graag berekend zien op welk bedrag dit project jaarlijks, structureel, voor onze begroting zal neerkomen. Daarover hebben wij het. Als wij tien van deze projecten hebben, zal het beslag op de begroting in deze moeilijke tijd te hoog oplopen. De heer Van Oostrom: Bij de over het project Santwijckse Poort gevoerde discussie is afgesproken, dat het antwoord op de door de heer Melissen gestelde vraag in de periode die ons tot februari rest zal worden verduidelijkt. De door de heer Melissen gestelde vraag kan alleen worden beantwoord als aan dit project wordt doorgewerkt. Zo niet, dan zal zijn vraag niet kunnen worden beantwoord. De heer Melissen: Daar kijk ik anders tegenaan. Wij zijn bij de beeldvormingsavond aanwezig geweest en hebben vastgesteld dat sprake is van vaagheid alom. Waar in maart een besluit over dit project zal moeten worden genomen, hadden wij meer duidelijkheid verwacht. De vaagheid over dit project baart de fractie van de VVD, die op de beeldvormingsavond ruim vertegenwoordigd was, veel zorgen. Dat geldt zeker voor de sturingselementen voor de raad zelf. Zoals gezegd gaat het om een investering van € 25 miljoen, waarop wij zelf kunnen sturen. Het gaat hierbij om parkeren, de omgeving en noem maar op. Wij moeten ook naar de verdiencapaciteit kijken. Het project Santwijckse Poort zal de gemeente niet veel, eigenlijk niets, opleveren. De heer Van Oostrom: De raad behoeft in maart nog geen beslissing te nemen over het realiseren van het project Santwijckse Poort. In maart zal ons gevraagd worden een besluit te nemen over de wijze waarop wij met dit traject verder willen gaan en dat besluit zullen wij alleen kunnen nemen als wij over duidelijke informatie beschikken. Om de door de heer Melissen terecht gestelde vragen te kunnen beantwoorden zal onderzoek moeten worden gedaan.
43
De heer Beijer: Ik zou de heer Melissen de volgende vraag willen stellen. Het woord ‘provincie’ is een aantal malen gevallen. Vreest de heer Melissen niet dat de door de provincie toegezegde gelden als gevolg van een investeringsstop niet meer in de richting van Tiel zullen komen? Ik denk bijvoorbeeld aan de Klimaatdijk. De heer Melissen: Daar ben ik niet bang voor, omdat de uitkomst van de prioriteitstelling door de raad bij de vaststelling van de Perspectievennota bekend zal zijn. Dan zal inzichtelijk moeten zijn welke projecten wel en niet kunnen worden gerealiseerd. Als de provincie mij hierover een vraag zou stellen, zou ik zeggen: ‘Beste provincie, u hebt ook allerlei moeilijke keuzes te maken. U krijgt bijvoorbeeld de Wet HOF over u heen en zult keuzes moeten maken voor wat betreft de bedragen die u kunt uitgeven. Kunt u de door u gedane toezeggingen nog wel nakomen? Misschien hebt u ook nog even bedenktijd nodig.’ De gemeenteraad van Tiel heeft bedenktijd nodig om te kunnen bepalen voor welke projecten hij wil gaan. Die keuzes willen wij bij de behandeling van de Perspectievennota maken. De tijd daarvoor vragen wij. De heer Beijer: Ik wil de heer Melissen erop wijzen dat de gemeente Tiel een contract met de provincie heeft gesloten, waaraan de provincie ons zal willen houden. De heer Melissen: Dat klopt. Als u dieper nadenkt en alles op een rij zet, moet u zich realiseren dat wij nog steeds bezig zijn met dat contract. De heer Van den Burg: Ik vind dit een interessante discussie en wil het college vragen hierop te reageren, opdat ik mij er een mening over kan vormen. De voorzitter: Het lijkt mij een goed idee het college bij dit debat te betrekken. Wethouder mevrouw Van Rhee-oud Ammerveld: Mijnheer de voorzitter. Dit is inderdaad een spannend debat. Ik zou willen vragen of de raad er vertrouwen in heeft dat het college met gezond verstand te werk gaat. Volgens mij is dat wat ik de heer Melissen heb horen zeggen. De heer Melissen heeft niet gezegd dat de boel op slot moet en alle projecten moeten worden stopgezet. Het door de heer Beijer genoemde voorbeeld van de Klimaatdijk is een goed voorbeeld. Ik ken dit project goed, omdat het in mijn eigen portefeuille zit. Dat praat voor mij iets gemakkelijker. Met betrekking tot het project Klimaatdijk is een contract met het Waterschap gesloten en wij hebben een bureau ingehuurd dat onderzoekt hoe de Klimaatdijk er zal gaan uitzien. Op papier is de ontwikkeling van dit plan al vergevorderd. In Binnenlands Bestuur en allerlei media is recent de waarschuwing naar voren gebracht dat aan rivieren gelegen gemeenten op de dijken en in het bijzonder op piping moeten letten. Onze Klimaatdijk is daarop een fantastisch antwoord en ik zal deze week daarover dan ook met het Waterschap in gesprek gaan. Het zou jammer zijn als wij deze ontwikkeling tot aan de behandeling van de Perspectievennota ‘on hold’ zouden moeten zetten. Op dit moment worden plannen gemaakt die in januari/februari aan de commissie zullen worden voorgelegd met de vraag of daarvoor bij de perspectievennota geld kan worden gevraagd. Dat betekent dat bijvoorbeeld voor het plan voor de Klimaatdijk kosten worden gemaakt. Als nu wordt uitgesproken dat de raad dat niet wil en daarvoor pas bij de behandeling van de Perspectievennota toestemming zal worden gegeven, zal dit project daardoor worden vertraagd. Dat geldt voor meer projecten die nog in de voorbereidingsfase verkeren. Het college zou niet graag zien dat de voorbereiding van plannen moet worden stopgezet. In de voorbereidingsfase worden kosten gemaakt die in de tienduizenden euro’s kunnen lopen, maar het gaat niet om tonnen. Pas op het moment waarop wij daadwerkelijk aan investeren toe zijn wil het college bij de raad terugkomen en om toestemming voor een investering vragen. Daarbij blijft staan, dat het college op 4 december een eerste schifting zal maken van de plannen waarmee het wil doorgaan en waarvoor het fiat van de raad zal worden gevraagd. Is dit antwoord voor de heer Van den Burg voldoende duidelijk? De heer Van den Burg: Met dit antwoord kan ik wel iets. Ik parkeer dit onderwerp zal er in mijn tweede termijn op terugkomen. Ik kan u al wel mededelen dat ik de door de VVD ingediende motie sympathiek vind. Onze partij heeft ook het gevoel dat wij de grip op een aantal ontwikkelingen kwijt zijn. Ik ben zeer invoelend ten aanzien van de materie waarover de heer Melissen heeft gesproken, maar kan mij de problematiek van het college voor wat betreft lopende processen voorstellen. Voordat ik ‘ja’ of ‘nee’ zeg tegen de motie wil ik ruggespraak plegen.
44
Wethouder mevrouw Van Rhee-oud Ammerveld: Nog één reactie van mijn kant. Bij de overleggen die wij met de provincie, het Waterschap of andere partijen voeren, wordt altijd gevraagd wat de gemeente zelf zal investeren. Als het antwoord op die vraag ‘dat weten wij nog niet’ of ‘waarschijnlijk niets’ is, zal geen cofinanciering tot stand komen en zullen wij in de problemen komen omdat wij een aantal voorzieningen niet alleen kunnen betalen. Het is belangrijk dat de betrokken partijen het gevoel hebben dat de gemeente bereid is ook zelf in projecten te investeren. De heer Melissen: Ik wil dit punt afronden. In mijn eigen termijn zal ik hierop terugkomen. De VVD is van mening dat keuzes moeten worden gemaakt op basis van heldere inzichten in de gevolgen daarvan voor onze begroting. Wij zouden een lijst moeten hebben van de projecten die wij belangrijk en minder belangrijk vinden dan wel willen temporiseren. Het besluit bepaalde projecten te temporiseren zal effect hebben op de begroting en onze investeringskracht en een plaatje daarvan heeft de VVD niet. Als de meerderheid van de raad daarin wel inzicht heeft, is er niets aan de hand en heeft alleen de VVD een probleem. Omdat wij hierin geen inzicht hebben, hebben wij dit voorstel gedaan. Dat is het dualisme. De raad wil keuzes maken, kaders stellen en op een aantal punten de regie voeren. Op de beeldvormende avond is door de professor die daar het woord voerde met nadruk naar voren gebracht, dat de raad de kaders vaststelt en de keuzes uit de projecten maakt. Dat heb ik goed onthouden. Wij weten welke effecten het project Westluidense Poort voor onze begroting zal hebben en zijn geschrokken van de met de realisering van het project Santwijckse Poort gemoeide kosten. De effecten daarvan en van de overige in voorbereiding zijnde projecten op onze begroting zijn nog niet bekend. Om ervoor te zorgen dat wij de kosten voor de gemeente kunnen beheersen en de gemeentelijke financiële huishouding gezond zal blijven, willen wij een debat voeren over de vraag welke projecten wij wel en niet kunnen realiseren en welke projecten kunnen worden getemporiseerd. Dat is het enige wat wij willen. Wij willen onze stad niet op slot gooien, wij willen onze stad net zoals de andere fracties mooi maken, maar er ook voor zorgen dat wij de kosten daarvan kunnen dragen. Omdat wij op dit moment geen inzicht hebben in de hoogte van de kosten, vrezen wij dat de raad besluiten zal nemen die in verband met de daarmee gemoeide hoge lasten later tot problemen zullen leiden en er geen geld meer zal zijn voor nieuw beleid. Als twee projecten mis gaan, schieten ze uit de begroting en wordt de situatie nog veel moeilijker. De VVD wil keuzes maken om ervoor te zorgen dat de gemeente Tiel haar financiële huishouding, die nu op orde is, op orde houdt. Het gaat erom dat de raad op dit moment geen inzicht heeft in de financiële consequenties van projecten die in voorbereiding zijn. Wij willen de stad nogmaals gezegd niet op slot gooien, het gaat om bewustwording, keuzes maken, koers bepalen en verder gaan. De voorzitter: Als ik het goed heb begrepen, vindt de heer Melissen het prima dat het college doorgaat met het voeren van goede gesprekken met de provincie en andere partijen over de projecten die mevrouw Van Rhee noemde, maar wil hij voordat over het wel of niet doorgaan van een groot project zoals Santwijckse Poort zal worden gesproken een integraal afwegingskader hebben en niet in volgorde maar tegelijkertijd bepalen waar de prioriteiten liggen. Heb ik dat goed begrepen? De heer Van den Burg: Ik ben er blij om dat hierover nu duidelijkheid is gegeven. Zoals gezegd heb ik sympathie voor het voorstel van de VVD, het gaat alleen om de systematiek. Ik wil dit onderwerp even parkeren. Wij zijn ervoor Tiel in vier delen op te splitsen en het contact met de inwoners te intensiveren. Wij zijn voor meer contact met de inwoners en beeldvormende avonden in de wijken. Van het overdragen van voorzieningen aan bewonersgroepen zijn wij geen voorstanders, omdat wij het gevoel hebben dat daarmee een te grote verantwoordelijkheid op de schouders van de bewoners wordt gelegd. Naar onze mening zijn er ook andere mogelijkheden. De motie hierover gaat ons een stap te ver. De heer Van Oostrom: Wat de heer Van den Burg zegt is nu net niet de bedoeling. Het is niet de bedoeling de bewoners deze verantwoordelijkheid op te leggen, het is de bedoeling bewoners hiertoe uit te nodigen. Wij lopen regelmatig mee met de wijkschouwen en horen bewoners vaak zeggen ‘laat ons het maar doen. Wij kunnen dat onderhoud heel goed zelf regelen.’ Dat is wat wij bedoelen. Als de initiatieven van de bewoners zelf komen, moeten wij daarop ingaan en als er geen initiatieven zijn moeten wij dit vooral niet doen. Ik ben het met de heer Van den Burg eens, dat het niet goed zou zijn als wij de burgers deze verantwoordelijkheid zouden opleggen. Deze motie is bedoeld om bewonersgroepen ertoe uit te nodigen deze verantwoordelijkheid in hun eigen woonomgeving op te pakken, niet meer en niet minder.
45
De heer Van den Burg: Ik ben blij met de uitleg van de heer Van Oostrom. Ook deze motie zal ik parkeren. Dat brengt mij bij motie 5 over het besparen op de inrichting van de openbare buitenruimte. De woordvoerder van D66 heeft ons met zijn presentatie overtuigd, wij kunnen deze motie ondersteunen. Met motie 6 over het aanscherpen van de Wet werk en bijstand hebben wij een probleem. De heer Zuidema heeft daarover wel iets gezegd, maar in de motie wordt niet gesproken over strafmaatregelen in een situatie waarin niet aan de daarin beschreven conditie wordt voldaan. Voordat wij kunnen besluiten of wij voor of tegen deze motie zullen stemmen wil ik graag van de heer Zuidema vernemen aan welke sancties wordt gedacht. De heer Zuidema: Ik kan de heer Van den Burg geruststellen. Wethouder Driessen gaf zojuist het voorbeeld van een 57-jarige man die vanuit een WW-situatie na verloop van tijd in de bijstand terechtkomt. Het is per se niet de bedoeling dat in zo’n situatie wordt gezegd dat hij de eerste maand niets krijgt, dat hij pas als hij solliciteert kan overleggen, een cursus gaat volgen of stage gaat lopen voor de bijstand in aanmerking komt. Deze maatregel is puur bedoeld als prikkel voor mensen die niet voldoende of helemaal geen ambitie tonen of niet actief naar betaalde arbeid op zoek zijn. Wij willen de zoektermijn oprekken omdat een groot deel van deze groep ouder is dan 27 jaar. Daarnaast zal in samenspraak met WIZ, die dat ook graag wil, veel actiever met stageplaatsen worden gewerkt, zodat iemand die in de bijstand of de WW terechtkomt de mogelijkheid krijgt via stages bij te blijven in zijn of haar huidige beroep dan wel na omscholing in een nieuwe werkkring aan het werk kan. De heer Van den Burg: Wij kunnen deze motie ondersteunen. Deze motie betekent dat er meer aandacht zal zijn voor langdurig werklozen en ook voor de mensen van 27 jaar en ouder werk zal worden gemaakt van het vinden van betaald werk. Wij zijn daarvoor. Wij zijn voorstanders van een openbaar subsidieregister, maar niet zoals dat in de daarop betrekking hebbende motie is omschreven. Ons oordeel daarover is puur pragmatisch. Het ophangen van het kastje is een gedoe en het komt vaak voor dat twee of drie maanden voor een evenement subsidie wordt aangevraagd. Wij zijn niet tegen een openbaar subsidieregister, maar zouden dat op een andere manier willen regelen. Wij zouden het register bijvoorbeeld via de krant willen publiceren en niet in een kastje, waarin een blaadje hangt. De voorzitter: De heer Zuidema zal helderheid geven over het kastje. De heer Zuidema: Er komt helemaal geen kastje, dat kastje hebben wij al. De heer Van den Burg is één van de eersten die het kastje mag testen. Op één van de icoontjes op onze iPads zal straks ‘openbaar subsidieregister’ komen te staan. Als de heer Van den Burg daarop met zijn vinger zal drukken, zal hij de gegevens kunnen inzien. Wij vragen alleen of de in de programmabegroting versleutelde subsidies met een kleine aanpassing openbaar worden gemaakt. Dat is alles. De voorzitter: Het is een digitaal kastje. De heer Van den Burg: Als het digitaal is zijn wij ervoor. Als ik het register op mijn iPad kan ontvangen is het goed. Wij zijn voor de mede door ons onderschreven motie betreffende de bezuiniging op de rekenkamer en voor de moties over ‘Leren en werken in Tiel’, burgerparticipatie in kunst en de dierenambulance. Er zijn nog twee zaken waarover wij het college willen bevragen. Allereerst een opmerking over het kunstobject op het Plein, waarover de heer Vermeulen heeft gesproken. Wij zijn van mening dat de realisering daarvan wel heel erg wordt getemporiseerd. Dit is de derde keer dat de ontwikkeling hiervan getemporiseerd wordt. Onzes inziens is het hoog tijd dat er een klap op wordt gegeven. Haal die stenen nu eens weg en ga aan de slag. Wij praten hierover nu al een jaar en ik heb de wethouder zojuist in dit verband met enig voorbehoud over maart of april 2013 horen spreken. Wij zijn van mening dat de stenen in december moeten worden weggehaald en het nieuwe kunstwerk zo spoedig mogelijk zal moeten worden gerealiseerd. Misschien zal ik daarover in derde termijn een motie indienen. Dat meen ik serieus. Ik ben van mening dat de realisering van dit kunstwerk veel te lang duurt. Zoals gezegd is de realisering ervan nu drie keer vooruitgeschoven terwijl daarvoor een bedrag beschikbaar is gesteld en duidelijk is wat er moet gaan gebeuren. Het college moet nu aan de slag.
46
De voorzitter: Voor de helderheid: als het enigszins kan, zal geen derde termijn volgen. Het college zal zo dadelijk de gelegenheid krijgen de nog openstaande vragen in tweede termijn te beantwoorden, mevrouw Stoeten heeft nog een aantal vragen gesteld en er zullen nog wel meer vragen gesteld worden. Als u nog een motie wilt indienen kunt u tussentijds om schorsing vragen, maar op een gegeven moment zal ik de beraadslagingen afsluiten en zullen wij tot stemming overgaan. Daarvoor kunt u om schorsing vragen om te bespreken hoe u zult gaan stemmen, maar een derde termijn zal niet aan de orde zijn. De heer Van den Burg: Dat is mij duidelijk, mijnheer de voorzitter. Misschien zal ik van de schorsing gebruikmaken om een motie op te stellen. Op onze vraag over de parkeervoorziening Santwijckse Poort hebben wij geen duidelijk antwoord gekregen. Wethouder Driessen heeft aangegeven dat daarover gesprekken worden gevoerd waarover hij nog niets kan vertellen. Onze vraag of de parkeervoorziening in de projectbegroting voor de Santwijckse Poort zit is niet beantwoord. Ik wil dat graag weten. Zal dit wellicht additioneel bij andere projecten meetellen? Worden de kosten hiervan uit het parkeerbeleidsfonds betaald? Ik wil dat graag vandaag horen. In eerste termijn heb ik ook gevraagd wanneer daar een soort overloopsituatie zal worden gecreëerd. Ook die vraag is nog niet beantwoord. De voorzitter: Wethouder Driessen wil u een verhelderende vraag stellen. Wethouder Driessen: Kan de heer Van den Burg aangeven wat voor een parkeervoorziening hij bedoelt? In het totaalproject Santwijckse Poort is een parkeervoorziening opgenomen. Dat was de gedachte. Ik heb de heer Van den Burg nu iets anders horen vragen, namelijk wat wij met het parkeren zullen doen als het project Santwijckse Poort niet doorgaat. Heb ik dat goed begrepen? Doelt de heer Van den Burg op een definitieve oplossing? De heer Van den Burg: Nee, ik doel op een tijdelijke oplossing, die bijvoorbeeld op het terrein van Velders zou kunnen worden ingericht. In de commissie hebben wij daarover meerdere malen gesproken. Ik wil nu graag boter bij de vis hebben en vraag u om een duidelijk antwoord. Wat is de status van deze parkeervoorziening? Wat gaat dit kosten? Op welke begroting zullen de kosten hiervan drukken en voor hoeveel jaar kan deze parkeervoorziening worden ingericht et cetera? De heer Van Wijk: Mijnheer de voorzitter. In eerste termijn heb ik het redelijk lang gemaakt. De heer Van den Burg heeft dat gecompenseerd. Ik denk dat ik het nu anders moet doen. Ik zal naar aanleiding van de eerste termijn van het college enkele korte opmerkingen maken en daarbij direct ingaan op hetgeen zojuist door collega Van den Burg over de Santwijckse Poort is gezegd. Ook wij hebben daaraan aandacht besteed, ervan uitgaande dat de Santwijckse Poort waarschijnlijk in de komende tien jaar niet zal worden gerealiseerd. Onze concrete vraag aan het college is in te zetten op de invulling van dit terrein. Dat is natuurlijk noodzakelijk. Ik doel hierbij op het parkeren. Er wordt daar een nieuwe school gebouwd et cetera. Hoe gaat dat in zijn werk en hoe zit het met de financiën? Wij ondersteunen de hierover door de heer Van den Burg gestelde vraag. Overigens wil ik in het algemeen opmerken dat wij de eerste termijn door de wijze van presenteren als erg prettig hebben ervaren. Hetzelfde geldt voor de dualistische manier waarop te werk wordt gegaan. Alle partijen doen actief al of niet aan de begroting gerelateerde voorstellen. Wij vinden dit een geslaagde sessie. Terug naar het college. Ik zal niet alles benoemen. De vraag in motie 10 is aan de raad gesteld en het college heeft ongevraagd advies gegeven. Dat mag, maar dat was niet de bedoeling. De inzet is de volgende: wij hebben goede voorstellen voor de inrichting van de rotondes en vragen de raad deze voorstellen los van geld hiervoor op de agenda van de commissie samenleving te plaatsen. Wij willen eerst een inhoudelijke discussie voeren. Als daarna sprake zal zijn van een vervolg komen wij daar wel uit. De VVD heeft in de bewuste commissievergadering gezegd dat de discussie hierover bij de behandeling van de begroting kan worden gevoerd. Wij doen dat met alle plezier. Dat is de insteek van de motie. Het klimaatbeleid. Ik wil helder stellen dat op dit gebied veel goede ontwikkelingen in gang zijn gezet, meer dan wij weten. Die ontwikkelingen zijn vaak in regioverband aan de orde en de raad beschikt niet altijd over de actuele informatie. De wethouder heeft daarover zojuist het een en ander gezegd. Misschien zal het lastig zijn in Tiel de doelstellingen op het gebied van duurzame energie en CO2reductie te halen. Wij moeten in dit verband veel meer naar de regio kijken. Een simpel voorbeeld: 22.000 ton groenafval uit de regio wordt vergist. Een aanmerkelijk deel daarvan is uit Tiel afkomstig
47
en kan in de CO2-reductie worden meegenomen. Wij moeten niet denken dat het ons niet zal lukken aan de doelstellingen te voldoen, er zijn altijd mogelijkheden om dat wel mogelijk te maken. Met praten is niets mis en het is fijn dat wethouder Vermeulen weer over de Jop in Passewaaij wil praten, maar over deze Jop wordt al acht jaar gepraat. De wijkvereniging heeft daarover allerlei ideeën en de huidige jeugdigen hebben wellicht een andere kijk op de zaak. De wethouder hoeft hierover niet nog een keer te gaan praten. Het is juist dat wij hebben aangegeven dat wij geen zeecontainer willen. Een zeecontainer is een passieve Jop: alleen maar hangen. Wij vinden het belangrijk dat daaraan bijvoorbeeld een trapveldje wordt toegevoegd met zoals vroeger doelpalen van een jasje, een broek of schoenen, dat maakt niet uit. De Jop zal iets meer moeten zijn dan alleen een zeecontainer, dat is de gemakkelijkste oplossing. Vanuit de Tielse methode is voor realisatie van deze Jop € 100.000,- beschikbaar gesteld. Dat bedrag is voor ons kaderstellend. In het amendement wordt voorgesteld met dat bedrag aan de slag te gaan. Los van het archeologiebudget resteert dan € 46.000,-, die wij aan andere zaken willen besteden. Ons voorstel is kaderstellend € 100.000,-. Ik zal nu de moties en amendementen langslopen. Over de motie betreffende de investeringsstop is zojuist het een en ander gezegd. Het is mij helder wat daarmee wordt bedoeld. Na de schorsing zal ik aangeven of wij wel of niet met deze motie zullen instemmen. Het is fijn dat de VVD nu ook inziet dat de raad actief de straat op moet gaan. Twee jaar geleden stond de VVD daar nog kritisch in. Wij kunnen het voorstel van de VVD ondersteunen, omdat het past in de ideeën die wij hierover hebben. Voorzieningen overdragen aan bewonersgroepen zien wij veel breder dan in de desbetreffende motie wordt voorgesteld. Al eerder heb ik gezegd dat wij daarvan niet alleen uit een oogpunt van bezuinigingen voorstanders zijn. Als dat de enige reden zou zijn om tot het overdragen van voorzieningen aan bewonersgroepen over te gaan, zou dat een slechte reden zijn. Wij willen het beheer en onderhoud van voorzieningen alleen aan bewonersgroepen overdragen als sprake zal zijn van een meerwaarde en willen, dat aan die meerwaarde een nadere invulling wordt gegeven. Het college heeft bij de beantwoording van de over het speelbeleid gestelde vragen toegezegd daarvoor een vorm te zullen zoeken. De motie sluit daarbij aan. Als dit op de juiste wijze wordt ingevuld, dus niet alleen vanuit een oogpunt van bezuinigingen, kunnen wij daarmee meegaan. Over de motie betreffende de Wet werk en bijstand houden wij twijfels. Misschien hebben wij niet goed begrepen wat daarmee wordt bedoeld. Wij gaan ervan uit dat de intenties van D66 en de andere ondertekenaars van de motie niet slecht zijn. Heel concreet: krijgt iemand van 53 jaar oud, die werkloos wordt en zich meldt, de eerste maand niks en wordt gezegd dat hij of zij eerst maar eens actief werk moet zoeken’? Die mijnheer of mevrouw is er nog helemaal niet aan toe achterover te leunen, die is nog bezig met het verwerken van het feit dat hij of zij werkloos is geworden. Ik wil zo dadelijk graag van de indiener van de motie vernemen of wij dit verkeerd zien. De moties over de subsidies vinden wij zinvol, maar wij realiseren ons dat het ambtelijk apparaat al zwaar is belast. De wethouder heeft toegezegd deze motie te zullen uitvoeren, maar hoe zit het met de kosten, de baten en de termijnen? Ervan uitgaande dat de uitvoering van deze motie ambtelijke inzet zal vergen, heb ik het gevoel dat de toezegging van de wethouder te gemakkelijk is. De heer Zuidema: Bij interruptie: de informatie is al beschikbaar, het is een kwestie van op een paar knopjes drukken. De uitvoering van deze motie zal niet veel ambtelijke tijd vergen. De heer Van Wijk: Dat het digitale kastje niet veel ambtelijke uren zal vergen heb ik begrepen, maar er is ook een motie ingediend waarin om een onderzoek naar dubbeling van subsidies wordt gevraagd. Ik neem aan dat veel gegevens al beschikbaar zijn, maar ik veronderstel dat de uitvoering van deze motie ambtelijke tijd zal vergen. Kan het college ons zeggen hoeveel ambtelijke tijd de uitvoering van deze motie zal gaan kosten? In deze termijn wil ik het hierbij laten. De heer Zuidema: De PvdA en GL hebben in het kader van de komende bezuinigingen gezegd dat wij misschien binnenkort aan een takendiscussie zullen toekomen. D66 noemt dat een principiële discussie of een principiële takendiscussie. Wij nemen daarin graag het voortouw, omdat wij de noodzaak daarvan inzien. Wij komen daarop terug. GL noemde dit een geslaagde sessie. Daar GL vier keer de afgesproken spreektijd heeft gebruikt, kan ik mij dat goed voorstellen. De fractie van GL heeft haar punten goed kunnen maken. In het presidium zal ik hierop terugkomen. De heer Van Wijk: Ik heb gezegd dat je geboden kansen niet moet laten liggen!
48
De heer Zuidema: Dat klopt. Uw tweede termijn was ook best wel ruim, maar niet minder belangrijk. Ik zal nu de moties langslopen die discussie oproepen. De motie over het in vier delen splitsen van Tiel en het bevorderen van het contact met de burgers vind ik prima. Als dat een poging is om de politiek dichterbij de burgers te brengen en plaatselijke problemen op de agenda te zetten, ben ik daarvan een groot voorstander. De kans bestaat echter dat de huidige werkgroep beeldvormingsavond bij deze gedachte niet staat te springen. Deze aanpak vergt immers een geheel andere insteek en brengt meer werk met zich mee. Van heel dichtbij weet ik dat het goed organiseren van een beeldvormingsavond veel werk is. Met hetgeen mijn collega van GL daarover heeft gezegd ben ik het volledig eens: het is prettig te zien dat ook de VVD nu om is en zelfs ideeën heeft waar het om beeldvorming gaat. Die eensgezindheid juich ik toe. Motie 10 over burgerparticipatie kunst wil ik bij het Jop-verhaal betrekken. De taakstelling van € 100.000,- vind ik prima. Wat ons betreft moet de Jop daarmee kunnen worden gerealiseerd. Wij vinden het nog steeds veel geld, maar oké. De jeugd zegt ‘als wij maar droog zitten’. Zolang de jeugd niet achter een beeldscherm zit, is alles prima. De oudere jeugd links en rechts naast mij zit achter een beeldscherm en ik kan u verzekeren dat zij vanmiddag en vanavond geen uitzending hebben gemist. Daar valt winst te behalen. Het college stelde dat het weinig zinvol is deze discussie te voeren als voor burgerparticipatie en kunst geen middelen beschikbaar zijn. De middelen hiervoor zijn heel gemakkelijk te genereren. Door de kinderraad wordt over de mogelijkheden voor de Berenkuil nagedacht. Als er één groep is die gemakkelijk vrijwilligers kan genereren, is het de kinderraad. Ik denk dat daar met weinig budget iets moois kan worden gemaakt. Als wij van het overschot op de Jop € 15.000,- aan de kinderraad doneren en zeggen dat ze het zelf maar moeten uitzoeken, hoeven wij hierover geen discussie meer te voeren. Geloof mij: de kinderen zullen met iets prachtigs komen. Verder zijn wij geporteerd voor de gedachte van het overschot op de Jop € 15.000,- aan de Stichting Dierenambulance beschikbaar te stellen, zodat de door het college beschikbaar gestelde € 5.000,niet uit de post onvoorzien behoeft te worden gedekt. Dat vinden wij geen nette dekking. Wij hebben hierover al vaker vervelende discussies gehad. Waarom doen wij dat bij het ene voorstel wel en bij het andere voorstel niet? Overigens vind ik het saillant dat wij over een begroting van € 100 miljoen praten en een discussie hebben over € 5.000,-. Zoals gezegd: D66 is principieel van mening dat dit bedrag niet uit de post onvoorzien moet worden gedekt. Wij hebben nu de mogelijkheid dat bedrag op een politiek correcte, keurige, manier uit een overschot op de Jop te dekken en zijn van mening dat wij dat zouden moeten doen. De resterende € 15.000,- kan wat D66 betreft aan zonnepanelen worden uitgegeven. Ik ben nog niet ingegaan op de investeringsstop, terwijl dat misschien wel het belangrijkste punt is waarover wij vandaag spreken. De heer Melissen heeft uitstekend uitgelegd wat de bedoeling is en de beantwoording door wethouder mevrouw Van Rhee heeft ons nog meer duidelijkheid gegeven. Het zal duidelijk zijn dat ook wij ons zorgen maken over uitstaande projecten die waarschijnlijk veel geld zullen kosten en waarvan nog niet duidelijk is welke consequenties dat voor de begroting zal hebben. Daarom zijn wij voorstanders van het instellen van een raadswerkgroep, die zal kunnen nadenken over de vraag hoe, waar en waarom wij aan de knoppen draaien. Dat is prima, wij zijn ervoor dat de raad de regie voert. Het invoeren van een investeringsstop is voor ons te rigide. Als de motie in twee delen wordt geknipt, zullen wij voor het deel aangaande de raadswerkgroep stemmen maar de investeringsstop brengt naar onze mening te veel beperkingen met zich mee en te veel risico’s waar het gaat om gedane toezeggingen en al lopende projecten. Wij moeten het bedrijfsleven geïnteresseerd houden en ervoor waken dat een ‘waas’ ontstaat in de zin van ‘in Tiel hoef je niet aan te komen, daar zijn de investeringen op slot gezet’. Zelfs als de investeringsstop voor een relatief korte termijn van een half jaar zal gelden lopen wij een behoorlijk risico. Om die reden zullen wij hiermee niet instemmen. De voorzitter: Ik stel vast dat u een aantal nieuwe amendementen hebt voorgesteld, die voortvloeien uit uw sympathie voor amendement 3 van GL. Ik stel u voor zo dadelijk te bekijken of u de nieuwe amendementen al dan niet met steun van andere fracties wilt indienen. U kunt niet zomaar zeggen, dat maar € 15.000,- voor de dierenambulance of voor zonnepanelen ter beschikking moet worden gesteld. Als ik dat zou toestaan, wordt de discussie erg ingewikkeld. De heer Zuidema: Dat begrijp ik, mijnheer de voorzitter. Ik heb aan een schorsing van een paar minuten genoeg om een prachtig amendement op papier te zetten. Ik ben benieuwd hoe de raad denkt over het idee de kinderraad een douceurtje te geven. Dat ben ik vergeten te vragen.
49
De voorzitter: Dat is natuurlijk prima. Als u klaar bent met uw betoog, geef ik het woord aan de heer Van Oostrom. De heer Van Oostrom: Mijnheer de voorzitter. In het algemeen zijn wij enthousiast over de beantwoording van onze vragen door het college en wij vinden het fijn dat het college ons voorstel heeft omarmd de inrichting van de openbare ruimte meer bij de burgers neer te leggen. Wij willen daarbij verder kijken dan alleen naar de Joppen en de speeltuinen en zijn het met GL eens, dat er vele manieren zijn om de burgers meer verantwoordelijkheid te geven. Het idee van de volkstuintjes vinden wij sympathiek. Wij zouden ons kunnen voorstellen dat daarvoor delen van parken of wijken worden gebruikt. Laten wij in de komende periode proberen daarmee daadwerkelijk aan de slag te gaan. Natuurlijk is de motie mede door het beperkte budget ingegeven, maar als het alleen zou gaan om het realiseren van een bezuiniging zou ik de motie niet hebben ingediend. In de richting van GL wil ik opmerken dat wij echt in de nieuwe methodiek geloven. Dat heeft alles te maken met vertrouwen dat wij de burgers geven. Over de amendementen zal ik niets meer zeggen, dan zou het een herhaling van zetten worden. In het kader van meer zeggenschap voor burgers en het honoreren van initiatieven van burgers zouden wij ook kunnen kijken naar voorstel 3 van GL betreffende de Jop. Wij kunnen de wijkvereniging voor de realisering daarvan een budget geven, dat lijkt mij een prima idee. Wij zullen amendement 3 steunen. Het vrijkomende bedrag willen wij aan de dierenambulance besteden, daarover gaat amendement 8. Het CDA heeft meegedaan aan NL Doet en is in dat kader bij de dierenambulance te gast geweest. Wij hebben toen prachtige hekken gemaakt, die er nog steeds staan. In het gebouw van de dierenambulance hangt een poster waarop een spreuk van naar ik meen Ghandi staat. Ik kan de spreuk niet letterlijk citeren, maar de spreuk komt erop naar dat de hoogte van de beschaving van een maatschappij kan worden afgeleid van de wijze waarop met dieren wordt omgegaan. Dat vind ik een mooie spreuk. Omdat de uitvoering van wettelijke taken mogelijk onder druk zal komen te staan, zal het CDA amendement 8 ondersteunen en wil zij het bedrag van € 5.000,- voor drie jaar vastleggen. In het voorstel van ProTiel, dat ook onze sympathie heeft, wordt voorgesteld slechts voor het komend jaar € 5.000,- aan de dierenambulance beschikbaar te stellen. Ik wil niet te lief worden voor GL, naar onkruidbestrijding kijken wij echt anders. Het filmpje over het dode visje vond ik eerlijk gezegd een beetje overdreven. Die vis zou bijna in een bak met Roundup moeten liggen om zoiets voor elkaar te krijgen. In de werkelijkheid gebeurt dat niet. Er is veel wetgeving over onkruidbestrijding. Op het oppervlaktewater mag niet worden gespoten en je mag alleen spuiten op delen waar onkruid staat. De heer Van Wijk sprak in dit verband over de waterkwaliteit. Hij vergeet dat het apparaat voor die prachtige heet water-onkruidbestrijding op benzine wordt gestookt, dus dat het veel brandstof vergt en daarbij veel CO2 vrijkomt, wat voor luchtverontreiniging zorgt. De door de heer Van Wijk gepromote alternatieve onkruidbestrijding heeft twee kanten. De voorzitter: De heer Van Wijk popelt om u te interrumperen! De heer Van Wijk: Dat is niet onlogisch, mijnheer de voorzitter. De heer Van Oostrom heeft mij geen heet water-onkruidbestrijding horen promoten. Het gebruik van benzine bij onkruidbestrijding promoot ik al helemaal niet. Natuurlijk is het filmpje dik aangezet, maar ik heb al eerder gezegd dat de degenen die tegen alternatieve onkruidbestrijding zijn dat over zichzelf hebben afgeroepen. Het gaat om de lange termijn. De vissen gaan niet dood als wij ons terras met Roundup bespuiten, maar het gif gaat wel de grond in en het is een feit, dat Waterschappen in het water bestanddelen van Roundup aantreffen, die er niet uit te halen zijn. Op de lange termijn is dat natuurlijk fnuikend. Het is niet voor niets dat de wetgever, zowel in Nederland als in Europa, dat spul wil bannen. De Tweede Kamer heeft daarover het vorig jaar een motie aangenomen, die helaas pas in 2018 zal worden uitgevoerd. Op de redenen daarvoor zal ik nu niet ingaan, dat voert veel te ver en dan ben ik weer lang aan het woord. Natuurlijk zijn er tegenonderzoeken, die weer tot andere resultaten leiden. Het gaat ons om de houding, de visie, om het beeld van wat wij willen bereiken. Van een partij met de kleur groen in het logo, die het rentmeesterschap hoog in het vaandel heeft staan, zou ik een andere visie verwachten. De heer Van Oostrom: Verwachtingen en de werkelijkheid kunnen van elkaar verschillen. Dat weet u. Ik heb erop willen wijzen dat de onkruidbestrijding in Nederland met veel wetgeving gepaard gaat. De wetenschap staat niet stil, er worden steeds nieuwe biologisch beter afbreekbare producten ontwikkeld. Kijkend naar de kosten zijn wij van mening dat het voorstel van GL een onkruidje te ver gaat. Maar goed, wij behoeven het vandaag niet over alles eens te zijn.
50
De van de realisering van de Jop in Passewaaij overblijvende gelden zouden wij graag voor de realisering van parkeerplaatsen bij het station Passewaaij willen inzetten. Wij hebben dat aan de bewoners van de wijk beloofd en het is noodzakelijk dat bij het station meer auto’s kunnen worden geparkeerd. Wij zijn zeker niet tegen een discussie over burgerparticipatie, maar het voeren van zo’n discussie met een lege portemonnee lijkt ons moeilijk. Wij gaan die discussie echter niet uit de weg. Als het voeren van deze discussie de doelstelling is, vinden wij dat uitstekend. Gezien mijn reactie op de discussie over de investeringsstop zult u hebben begrepen, dat wij er niet voor zijn de knip te zetten in reeds in gang gezette projecten. Wij denken dat wij de uitkomst van het onderzoek dat in de komende periode zal plaatsvinden nodig hebben. Zonder de daaruit voortvloeiende informatie zullen wij geen goede afweging kunnen maken. De indieners van motie 3 over de contacten met bewoners willen wij de suggestie meegeven de beeldvormingsavonden aan de wijkschouwen te koppelen. Misschien is dat een aardig idee. Afsluitend nog een opmerking over het jaarthema. Natuurlijk zijn wij daarvoor, maar ik wil er met nadruk op wijzen dat een jaarthema vooral is bedoeld om burgers aan de gang te krijgen en het daarom belangrijk is de burgers bij de plannen te betrekken. Laten wij niet alleen naar scholen of bijvoorbeeld bedrijven kijken, maar ook kijken hoe Tielenaren zelf in dat traject kunnen participeren. Wij vinden dat erg belangrijk. De heer Van Wijk: Mijnheer de voorzitter. Op de uitvoering van het jaarthema ben ik nog niet ingegaan. Natuurlijk is het de bedoeling dat het jaarthema iets voor Tiel betekent. Het thema betekent sowieso veel voor Tiel, maar wat wij in dat kader zullen gaan doen zal voor de inwoners van Tiel tastbaar moeten zijn. Wethouder Vermeulen heeft al een voorstel gedaan om mensen daarbij te betrekken. Wij gaan ervan uit dat het thema nader ingevuld zal worden door een vertegenwoordiging van de raad, die niet uit alle acht fracties behoeft te bestaan. Laten wij met een kleine groep, bijvoorbeeld drie of vier mensen, bekijken hoe wij dit thema kunnen uitwerken en de bewoners en het ambtelijk apparaat, waar veel kennis zit, daarbij kunnen betrekken. Laten wij vervolgens bezien hoe wij het jaarthema over het voetlicht kunnen brengen. Daarover bestaan al diverse ideeën. Laten wij zo’n club samenstellen, zodat men daarmee in december aan de slag zal kunnen gaan en alles wat in de motie staat en daarover is gezegd gedurende het volgend jaar helder over het voetlicht zal kunnen worden gebracht. Laten wij de motie op die manier handen en voeten en daadkracht geven. De heer Kooijman: Mijnheer de voorzitter. Ik wil eerst op de beantwoording door het college in eerste termijn ingaan. Met de door ons aan het einde van onze eerste termijn gemaakte opmerkingen over het Statistisch Jaarboek hebben wij zeker niet bedoeld het college te vragen opnieuw een dergelijk boek te maken. Onze vraag aan het college is alle in openbare registers en databanken, zoals het CBS, te vinden informatie bij elkaar te voegen, zodat wij die informatie als belangrijk beleidsinstrument zullen kunnen gebruiken. De digitale ontwikkeling maakt het mogelijk zaken te koppelen, gegevens te analyseren en daaruit trends te halen. Dat is belangrijk met het oog op de beleidsontwikkelingen waarvoor wij in de komende tien jaar zullen komen te staan. Het bijeenbrengen van die gegevens behoeft naar onze mening niet zo veel ambtelijke inzet te kosten als tien jaar geleden toen het Statistisch Boekwerk werd samengesteld. Naar aanleiding van de door wethouder Verspuij gemaakte opmerking over het kaderstellende bedrag voor het welzijnswerk wil ik nogmaals naar voren brengen dat naar de mening van mijn fractie eerst een discussie zal moeten worden gevoerd over de vraag wat ons als gevolg van alle transities te wachten staat. Andere fracties hebben dat ook gezegd. Wij willen dat kader voor 2014 en verder nu nog niet vaststellen, op dit moment gaat ons dat te ver. In verband met de in het woningbouwprogramma ingebouwde flexibiliteit van 50% hebben wij het college gevraagd ervoor te zorgen, dat Tiel ruimtelijk klaar is en bestemmingsplannen gereed zijn. Mevrouw Van Rhee-oud Ammerveld reageerde daarop met de opmerking, dat wij daardoor onze greep kunnen kwijtraken. Wij zijn van mening dat wij greep op de situatie kunnen houden door voor een globaal bestemmingsplan te kiezen. De raad stelt immers vast op welke manier daaraan invulling zal kunnen worden gegeven. Ik heb willen betogen dat het college ervoor moet zorgen dat wij gesteld staan. Het is onze ambitie in de komende tien jaar ongeveer 1700 woningen op inbreidingslocatie te realiseren en ik schat in dat wij daarin niet zullen slagen. Als die situatie zich zal voordoen, is het belangrijk dat wij ruimtelijke-ordeningstechnisch gesteld staan en onmiddellijk een beroep op andere locaties zullen kunnen doen. Dat is wat ik het college wil meegeven. Als wij niet tijdig gesteld zullen staan, wordt het probleem veel groter. Ik zal nu de moties en amendementen langslopen.
51
Motie 1 over de dubbeling van subsidies is door het college overgenomen. Dat is helder. Motie 2 van de VVD heeft natuurlijk raakvlakken met ons amendement 1. Wij delen de zorgen van de VVD. Het is wel degelijk zo dat bepaalde grote problemen elkaar beïnvloeden. Zojuist is over de Klimaatdijk gesproken. De uitwerking van dat project, waarvan de kosten in het kader van ‘Ruimte voor de rivier’ deels voor rekening van het rijk zullen komen, zal van invloed zijn op de mogelijkheden voor de Santwijckse Poort. Naar onze mening heeft het zeker nut kritisch naar de in gang gezette projecten te kijken. De heer Melissen heeft aangegeven dat het niet de bedoeling is de lopende investeringen stil te zetten. De bedoeling van de motie is in het komende half jaar op te passen en alle projecten waaraan wordt gewerkt te inventariseren. Het college geeft dat ook aan, maar ik denk dat het goed is dat in te kaderen. Motie 3 over het intensiveren van het contact met de inwoners klinkt sympathiek, maar gelet op de aanvullende informatie wil ik daarover met mijn fractie van gedachten wisselen. Ook wij zien het gevaar van overbelasting van de leden van de werkgroep die de beeldvormende avonden organiseren. Hetzelfde geldt voor motie 4 inzake het overdragen van voorzieningen aan bewonersgroepen. Voor de korte termijn vinden wij dat een sympathiek voorstel, maar wij moeten ons goed realiseren wat het overdragen van voorzieningen aan bewonersgroepen voor de lange termijn zal betekenen. Tijdens de schorsing wil ik graag nog even overleggen over wat precies wordt bedoeld. De heer Van Oostrom: Ik wil dat wel even uitleggen, ik ben de beroerdste niet! Het voorstel is mensen uit te nodigen het beheer van voorzieningen van de gemeente over te nemen en daarmee ervaring op te doen. Te zijner tijd zullen wij op basis van de hiermee door ons opgedane ervaringen een nieuw beleid kunnen vaststellen. Het voorstel is een beleidsplan voor enkele ervaringsprojectjes op te stellen en de raad tussentijds goed over de gang van zaken te informeren. Aan het einde van de rit - als met één of twee projecten ervaring zal zijn opgedaan - zal de raad kunnen bepalen welk bedrag hiervoor kan worden uitgetrokken en welk beleid definitief kan worden gemaakt. Dat is wat in deze motie staat. De heer Kooijman: Dit is een iets andere motivering dan de motivering die wij uit de stukken hebben gehaald. Na overleg met mijn fractie zal ik hierop terugkomen. Motie 5 over de openbare ruimte. Daarvan zijn interessante voorbeelden gegeven. Als je goed rondkijkt, zie je inderdaad zaken waarvan je je kunt afvragen of het niet anders kan. Motie 6 over de aanscherping van de Wet werken en bijstand. Het lijkt alsof bijna iedereen eerst een bijzondere persoon moet worden. Wij zijn wat huiverig omdat ons nog niet helemaal duidelijk is wat met deze motie wordt bedoeld. De heer Van Wijk heeft er zojuist terecht op gewezen dat de één al na een week klaar is om met iets nieuws te beginnen en anderen een veel langere periode nodig kunnen hebben om te verwerken dat zij een beroep op de WW of de bijstand moeten doen. Ook over deze motie willen wij nog overleggen voordat wij ons definitieve standpunt daarover bepalen. Motie 7 over het openbaar subsidieregister is door het college overgenomen. Het is leuk dat subsidies opvraagbaar worden, maar er zijn natuurlijk ook verborgen subsidies. Ik denk bijvoorbeeld aan situaties waarin om niet van huisvesting gebruik kan worden gemaakt. Geeft het bedrag aan wat echt wordt verstrekt? Wij zijn benieuwd hoe het openbaar subsidieregister zal worden ingevuld. Motie 8 over de bezuiniging op de rekenkamer wordt breed gedeeld. De opdracht aan het college is helder. Dat wij motie 9 over het jaarthema steunen is ook helder. Deze motie wordt raadsbreed gesteund en wij zullen deze taak samen met het college op ons nemen. Motie 10 over burgerparticipatie kunst heeft bij ons een vraag opgeroepen. Wat hebben wij hiervoor beschikbaar? Wat krijgen wij daarvoor en wat kunnen wij ermee? Wij hebben het antwoord op deze vragen nog niet scherp voor ogen. Na de schorsing zal ik duidelijkheid geven over het standpunt van mijn fractie over deze motie. Ons standpunt over amendement 1 over de werkkredieten spreekt voor zich. Voor het project Westluidense Poort is een fors werkkrediet ingeboekt en het is absoluut niet onze bedoeling dat krediet stop te zetten. In de motivatie bij het amendement hebben wij erop gewezen dat de herijking van de risico-inventarisatie, de grondexploitatie enzovoort in dit kader erg belangrijk zijn. Het college stelde dat dit amendement wellicht aan de motie van de VVD kan worden gekoppeld. Wij willen dit amendement graag in stemming zien gebracht. De heer Beijer: Kan de heer Kooijman mij zeggen op welke projecten hij doelt? In het amendement wordt voorgesteld € 375.000,- bij de werkkredieten weg te halen, maar daarbij wordt niet aangegeven bij welke projecten dat zal moeten gebeuren.
52
De heer Kooijman: In de aanvullende informatie is een totaalopgave van gelden gegeven. De herijking van de risico-inventarisatie en het onderzoek naar de grondexploitatie zullen naar schatting een half jaar in beslag nemen. In het totaalbedrag van € 1,4 miljoen zit ruim € 400.000,- aan werkkrediet voor de Westluidense Poort. Dat proces loopt en moet gewoon doorgaan. Ons voorstel is het bedrag voor de andere, voor de kleine projectjes, voorlopig te halveren. Wij willen dat bedrag in portefeuille houden en de werkkredieten voor deze projecten niet in één keer beschikbaar stellen. Daarmee willen wij wachten tot de herijking van de risico-inventarisatie op tafel zal liggen. Aan de hand daarvan zal de keuze kunnen worden gemaakt of wij met bepaalde projecten wel of niet doorgaan. De heer Beijer: Hoe kunt u nu al een bedrag noemen als u dat allemaal nog niet weet? De heer Kooijman: Wij hebben uit de blauwe boekjes, uit de analyses, informatie gehaald over de in de afgelopen jaren aan projecten bestede werkkredieten en de werkkredieten die onderbesteed zijn. De Westluidense Poort loopt gewoon door en ons voorstel is van de rest van het bedrag, ongeveer de helft, voorlopig € 375.000,- af te halen. Als na de risico-inventarisatie blijkt dat voor bepaalde projecten alsnog een werkkrediet nodig is, kan dat krediet door middel van een begrotingswijziging beschikbaar worden gesteld. Wij willen nu niet het volle bedrag op tafel leggen. Het aan de dierenambulance beschikbaar te stellen bedrag hangt samen met de besluitvorming over amendement 8. De heer Zuidema stelde dat dekking uit de post onvoorzien budgettair onzuiver zou zijn. De stelpost onvoorzien is juist voor dit soort zaken bedoeld en wij zijn dan ook van mening dat ons voorstel begrotingstechnisch zuiver is. De heer Zuidema: Met mijn opmerking over ‘zuiver’ en ‘onzuiver’ heb ik bedoeld te zeggen dat dekking van dit bedrag op de door mij voorgestelde manier prettiger en handiger is. Het risico bestaat namelijk dat allerlei andere bedragen ook uit de post onvoorzien zullen worden gedekt. Ik zou in dat opzicht terughoudend willen zijn. Ik heb niets willen zeggen over de legitimatie van het voorstel van de heer Kooijman, maar D66 is van mening dat haar redenering prettiger en politiek correcter is. Laat ik het zo zeggen. De heer Kooijman: Dat is uw opvatting, wij hebben hierover een andere mening. Dat brengt mij bij het amendement over de Jop in Passewaaij en de mogelijk overblijvende bedragen. Ook daarover willen wij nog beraadslagen. Ons door het college overgenomen amendement voor de dierenambulance heeft tot doel ervoor te zorgen, dat de dierenambulance in afwachting van de lopende contractonderhandelingen de wettelijke taken van de gemeente zal kunnen blijven uitvoeren. Het voorstel € 15.000,- voor de dierenambulance te voteren gaat ons in deze fase een stap te ver. De heer Van Wijk: Dat begrijp ik. Als geen ander geld beschikbaar zou zijn geweest, zou dat goed zijn geweest, € 5.000,- is immers beter dan niets. Ons voorstel is gedurende drie jaar € 5.000,- per jaar voor de dierenambulance beschikbaar te stellen. Gelet op alle bezuinigingsperikelen is het de vraag hoeveel budget wij in de komende jaren beschikbaar zullen hebben. Als dit amendement wordt aanvaard, zullen wij zeker weten dat de dierenambulance in de komende drie jaar € 5.000,zal krijgen en iets meer armslag zal hebben. Overigens geven wij dit bedrag niet zomaar aan de dierenambulance. In het amendement is aangegeven wat daar tegenover zal moeten staan: een plan maken, een goede bedrijfsvoering, financiële stukken overleggen enzovoort. Ons voorstel geeft de dierenambulance iets meer armslag dan het voorstel van de heer Kooijman. De heer Kooijman: Dat kan zo zijn, maar ik heb erop gewezen dat contractonderhandelingen over de uitvoering van de wettelijke taken gaande zijn en het van belang is druk op die onderhandelingen te houden. Wij wisten niet dat vandaag het voorstel op tafel zou komen de dierenambulance voor een periode van drie jaar € 5.000,- per jaar beschikbaar te stellen. Onze insteek is geweest dat een tussenoplossing moest worden gevonden. Gezien de lopende contractonderhandelingen gaat het ons te ver op voorhand voor de duur van drie jaar jaarlijks € 5.000,- aan de dierenambulance beschikbaar te stellen. Afhankelijk van het verloop van de stemming over het amendement betreffende de Jop in Passewaaij zal een aantal amendementen in stemming worden gebracht. Met het amendement betreffende de onkruidbestrijding gaan wij niet mee, omdat het rijksbeleid helder is. Vrij recent heb ik daarover een brief van de minister van Milieu aan de Tweede Kamer gelezen. De Europese wetgeving is nog niet gereed. Omdat het om kleine hoeveelheden gaat, zijn wij van mening dat bij de op dit mo-
53
ment gevolgde werkwijze, die overigens al jarenlang wordt gevolgd, geen sprake is van aantasting van het milieu. Om die reden zullen wij het desbetreffende amendement niet steunen. GL heeft ook een amendement ingediend betreffende de parkeerplaatsen in Passewaaij. Uit het overzicht heb ik begrepen dat de wijkvereniging daarvoor fors heeft gespaard – naar ik meen circa € 40.000,- -, daarvoor ook lopende gelden beschikbaar zijn en er geen gat meer is in die begroting. Ik heb nergens kunnen terugvinden dat op dat project sprake is van een tekort van € 30.000,-. De heer Van Wijk: Ik verzoek het college hierop zo dadelijk in te gaan. Ik neem aan dat het college exact weet wat daar speelt. De heer Kooijman: In het door ons ontvangen overzicht van de aanvullende vragen is aangegeven hoeveel in het kader van diverse wijkbudgetten is gespaard en dus beschikbaar is. Wij hebben dit bedrag uit dat overzicht gehaald. De heer Van Wijk: Dat de wijkvereniging € 40.000,- heeft gespaard wil niet zeggen dat de wijkvereniging dat bedrag aan de realisering van parkeerplaatsen bij het station Passewaaij wil besteden. De heer Kooijman: Bij de wijkschouw in Passewaaij en uit de nieuwsbrief van de wijkvereniging Passewaaij heb ik begrepen dat dit bedrag juist daarvoor is gespaard. De heer Melissen: Mijnheer de voorzitter. Ik wil beginnen met de regionalisering, de regionale begrotingen en de invloed die de gemeenteraad daarop wel of niet heeft. De wethouder heeft keurig uitgelegd dat er meer ventielen zijn dan de gemeentelijke begroting. Dat is een ander woord dan ‘knoppen’. De raad oefent zijn budgetrecht uit door in de raadsvergaderingen besluiten te nemen. Als ons een regiobegroting wordt voorgelegd en wij de regio in een brief of via onze vertegenwoordiger mededelen dat wij 10% minder willen uitgeven, kan het gebeuren dat aan die wens geen gevolg wordt gegeven en zullen wij het in de begroting genoemde bedrag moeten betalen. De VVD is van mening dat daaraan grenzen moeten worden gesteld, omdat deze manier van werken betekent dat wij indirect geen zeggenschap hebben over ons eigen budget. Omdat wij zorgen hebben over het feit dat anderen kunnen bepalen hoeveel de gemeente Tiel moet bijdragen, hebben wij gezegd dat de enige knop die wij echt aan en uit kunnen zetten de begroting van de gemeente Tiel is. Wij kunnen hierover uren praten, maar dit is wat ik hierover op dit moment kwijt wil. Het moment voor verdere discussie hierover kan een keer komen of niet. Wij hebben zorgen over het feit dat wij geen invloed hebben op de gelden voor regionale samenwerking. Dat is onze boodschap. Dat brengt mij bij motie 10 over burgerparticipatie kunst. De VVD-fractie heeft min of meer op haar lazarus gekregen van de oppositie. Wij hebben het helemaal fout gedaan. Wat is er gebeurd? Wij hebben een vergadering gehad waarin vijf partijen hebben voorgesteld dit punt van de agenda te halen. In onze beleving is hierover een democratisch besluit genomen, volgens de oppositie is dat een truc geweest. Wij zouden dat gevoel willen omdraaien door aan te geven dat de VVD bereid is ‘ja’ tegen deze motie te zeggen, dat is ook democratie. Wij zijn daartoe bereid, omdat wij hebben begrepen dat de andere partijen graag willen praten over de wijze waarop wij de burgers bij de invulling van de kunst kunnen betrekken. Hoewel het voor ons helder is dat daarvoor op dit moment geen geld beschikbaar is, willen wij een gesprek hierover niet tegenhouden. De indieners van de motie hebben aangegeven dat zij dat beseffen en stellen, dat hiervoor in de Perspectievennota ruimte zal kunnen worden gezocht. Omdat wij niet willen tegenhouden dat dit gesprek op democratische wijze zal worden gevoerd, zullen wij voor deze motie stemmen. De wethouder heeft gereageerd op de door ons over de starheid van de bestemmingsplannen gemaakte opmerking. Als je langer in de raad meedraait, herken je kreten zoals ‘het is uw feestje’ en ‘u hebt besloten dat’. Zelfs als je nog maar een jaar in de raad meedraait, weet je dat een bestemmingsplan niet door de gemeenteraad wordt geschreven. Dat kunnen wij helemaal niet. Aan bestemmingsplannen wordt door ambtenaren vele uren gewerkt en uiteindelijk wordt de raad een dik pakket met allerlei bijlagen voorgelegd waarin alles is vermeld. Het woordje ‘streekgebonden’ staat kennelijk ook in het Bestemmingsplan Buitengebied, dat door de meerderheid van de raad is aanvaard. De VVD heeft zich om twee redenen tegen het Bestemmingsplan Buitengebied uitgesproken. Wij hebben naar voren gebracht dat wij dit een gebrekkig plan met veel fouten vinden en moeite hebben met de starheid van het plan. Daarbij hebben wij onder andere op het punt van de streekgebonden producten gewezen. Thedinghsweert werd uit het bewuste bestemmingsplan gehaald en uiteindelijk is er op dezelfde wijze vorm aangegeven. Ik begrijp dat het zo is gegaan, maar dat neemt niet weg dat de VVD nog steeds van mening is dat bestemmingsplannen star kunnen zijn. De wethouder
54
heeft gelijk als zij zegt dat de raad daarop alert moet zijn en het moet worden aangegeven als de raad een plan niet wil vaststellen, tenzij er een aantal begrippen uit wordt gehaald. Dat is de enige manier. De VVD zal in de toekomst scherp op starre elementen letten en amendementen indienen die erop zullen zijn gericht bepaalde elementen uit bestemmingsplannen te halen. Als dat niet gebeurt en wij een bestemmingsplan te star vinden, resteert ‘nee’ zeggen ons als enige democratische oplossing. Bij het bestemmingsplan Buitengebied hebben wij dat ook gedaan, die lijn is helder. De wethouder heeft er terecht op gewezen dat de vaststelling van bestemmingsplannen ‘het feestje van de raad’ is en de raad moet opletten, maar zij weet heel goed hoe het pakket tot stand komt, wie alle woorden in het pakket verzint en de regeltjes maakt. Een bestemmingsplan wordt nogmaals gezegd niet door de gemeenteraad gemaakt, door de leden van de raad wordt niet urenlang gebabbeld over de vraag of in plannen streekgebonden producten moeten worden opgenomen en hoe de helling van daken zal moeten zijn. Wij hebben de oproep van de wethouder goed begrepen en wij zullen alert zijn. Als wij begrippen tegenkomen die naar onze mening te star zijn, zullen wij daarop betrekking hebbende amendementen indienen en als een bestemmingsplan naar onze mening te star blijft is het ‘nee’. Die boodschap is helder. De Jop in Passewaaij. De wethouder heeft erop gewezen dat de raad in het verleden geen voorstander was van een Jop in een zeecontainer en erg enthousiast was over iets nieuws. Onze fractie kan zich niet voorstellen dat zij destijds heeft gejuicht voor een plan waarvan de realisering € 186.000,- zal gaan kosten. Wij gaan ervan uit dat aan destijds besproken mogelijkheden niet dat bedrag was gekoppeld. Wij zijn nog steeds van mening dat het voor de Jop in Passewaaij opgenomen bedrag veel te fors is en zullen daarom ‘ja’ zeggen tegen het voorstel dat bedrag te beperken. GL heeft voorgesteld het bedrag vanwege de Tielse methode tot € 100.000,- terug te brengen. Wat ons betreft mag er nog veel meer af, maar omdat de Tielse methode hierbij een rol speelt gaan wij met deze lijn mee. Dat brengt mij bij de besteding van de overblijvende gelden. Ik meen te hebben begrepen dat GL als eerste op alternatieven voor de gifspuit wil inzetten. Ik heb de heer Van Wijk nog niet horen zeggen waaraan hij het bedrag van € 46.000,- wil uitgeven. De heer Van Wijk: De volgorde van de amendementen geeft onze voorkeur aan. Wij zetten in op alternatieve onkruidbestrijding, wetend dat de raad – helaas – niet zo slim zal zijn dat voorstel over te nemen. Als de raad dat inderdaad niet doet, is ons voorstel het geld aan zonnepanelen te besteden. In dat opzicht schatten wij de raad iets hoger in. Mocht de raad het amendement over de zonnepanelen ook niet steunen, dan is ons voorstel € 30.000,- voor de parkeerplaatsen beschikbaar te stellen en de overblijvende € 16.000,- aan de dierenambulance te besteden. De keuze is aan de raad. Via D66 zal zo dadelijk nog een andere variant aan de orde komen. De heer Melissen: Misschien maakt het u vrolijk als ik zeg dat de discussie over de gifspuit binnen de VVD altijd interessant is. Wij hebben zowel fractieleden die voor het gebruik van de gifspuit zijn als fractieleden die daartegen zijn en die botsen altijd enorm. De heer Van Wijk: Misschien kan ik in die discussie iets betekenen. De heer Melissen: Als u over de gifspuit begint, denk ik altijd ‘daar gaan wij weer’. Ik kan u zeggen dat wij eruit zijn. De fractie van de VVD zal niet meegaan met het amendement over de gifspuit en ook niet met het amendement over de zonnepanelen. Het amendement over de parkeerplaatsen zullen wij wel steunen, omdat de wijk Passewaaij die parkeerplaatsen nodig heeft. Mobiliteit en openbaar vervoer zijn ook voor de fractie van GL belangrijk, daarom heeft zij dit voorstel gedaan. In dit amendement zien wij veel voordeel. Over de keuze tussen de zonnepanelen en de dierenambulance hebben wij ook een discussie gevoerd en uiteindelijk hebben wij voor de dierenambulance gekozen. Tot slot de investeringsstop. Ik stel vast dat veel partijen begrip hebben voor het feit dat wij dit voorstel hebben gedaan en zelfs het college daarvoor begrip heeft, maar het moeilijk is een balans te vinden. Tijdens de schorsing zullen wij moeten nadenken over de vraag waar wij elkaar kunnen vinden. Zullen wij de voorzitter vragen de motie in stemming te brengen of zullen wij deze motie aanhouden? Aanhouden wil zeggen dat wij de uitkomst van de in het college te voeren discussie zullen afwachten en zullen bezien of die discussie de informatie zal opleveren die de raad in het dualistische systeem nodig heeft voor het stellen van kaders en het nemen van besluiten. Als die informatie op tafel ligt, zullen wij kunnen beoordelen of wij de motie wederom aan de orde willen stellen. Dat is de keuze waarvoor wij staan. Om een besluit te kunnen nemen over het wel of niet aanhouden van de motie vind ik het belangrijk van het college te vernemen welk resultaat van het denkwerk van het college aan de commissie zal worden voorgelegd. Waarover zal in de commissie worden gespro-
55
ken? Als de raad na dat gesprek niets te zeggen zal hebben, zullen wij het gevoel hebben dat wij niet de kaders kunnen stellen waarnaar wij op zoek zijn. Als die situatie zich kan voordoen, zal ik u verzoeken onze motie in stemming te brengen. Ik ben op zoek naar het antwoord op de vraag wat wij precies zullen bespreken, welke informatie wij zullen krijgen. Die informatie, die ook belangrijk is voor ons standpunt over het amendement betreffende de werkkredieten, wil ik graag meenemen in de schorsing. Het besluit over het werkkrediet ad € 700.000,- voor de Westluidense Poort is genomen. Wij vinden dat nog steeds veel geld, maar wij hebben gezegd ‘aan de slag ermee’. Voor het project Santwijckse Poort behoeft wat ons betreft geen werkkrediet beschikbaar te worden gesteld. Ik noem maar een voorbeeld. Het project Santwijckse Poort mag van ons de ijskast in, laat de markt zijn werk maar doen. De heer Zuidema van D66 sprak de vrees uit dat een tijdelijke investeringsstop ertoe zal leiden dat wij in Tiel niet meer aan de slag kunnen. Wij denken daarover anders. Als het project Santwijckse Poort in de ijskast wordt gezet, zullen er voor ontwikkelaars kansen zijn om in dat gebied aan de slag te gaan. Ik ben ervan overtuigd dat er partijen zijn die daar snel aan de slag willen gaan en wij de ontwikkeling van dit gebied nu aan het afremmen zijn. De somberheid van de heer Zuidema deel ik niet, ik ben van mening dat de markt de mogelijkheden in Tiel snel zal oppakken. De heer Gradisen: Mijnheer de voorzitter. Ik besef dat wij in eerste termijn in vergelijking met andere partijen kort aan het woord zijn geweest. Ik zal de VVD geruststellen: wij zullen in tweede termijn niet nivelleren. Met betrekking tot de arbeidsgehandicapten willen wij het college meegeven dat het belangrijk is de succesverhalen waarover de wethouder heeft gesproken naar buiten te brengen. Door ervoor te zorgen dat de succesverhalen bekend worden, zullen wij wellicht ook andere werkgevers op het idee kunnen brengen arbeidsgehandicapten in dienst te nemen. De PvdA vindt dit een belangrijk punt. Met de PvdB zijn wij het eens dat de totstandkoming van het waterelement erg lang duurt. Ik meen dat de discussie daarover in mei 2011 is begonnen. Als wij niet uitkijken, zal het twee jaar duren voordat het waterelement eindelijk zal zijn gerealiseerd. Ik zal nu de moties en amendementen langslopen. Wij hebben het gevoel dat de inhoud van motie 2 betreffende de investeringsstop voor een groot deel overeenkomt met onze inbreng in eerste termijn. Ook wij zijn van mening dat de raad op het gebied van grootschalige projecten kaders moet stellen en een prioritering moet aanbrengen. De VVD zet daarop extra druk door te stellen dat – ik zeg het in mijn eigen woorden – het college geen nieuwe grote investeringen moet doen door bijvoorbeeld verplichtingen aan adviseurs aan te gaan en geen grootschalige communicatie moet laten uitgaan totdat de raad de prioritering zal hebben vastgesteld. Wij zouden dat met de woorden ‘sober aandoen’ willen omschrijven. Wij zouden het college bijvoorbeeld willen aanraden geen beeldvormingsavond te organiseren over de Burense Poort, waarbij zal blijken dat € 15 miljoen bij dat project moet. Als wij de motie op die manier mogen uitleggen, kunnen wij er in grote lijnen mee instemmen. Wij wachten af wat de VVD met deze motie zal doen. Daarbij willen wij de kanttekening plaatsen dat wij het college het vertrouwen moeten geven dat het verstandig te werk zal gaan en zelf wel kan afwegen of bijvoorbeeld bepaalde overleggen nodig zijn. Over motie 3 willen wij nog een korte opmerking maken. Er is al een werkgroep die zich met de organisatie van beeldvormingsavonden bezighoudt. Wij menen te hebben begrepen dat de avonden waarop in deze motie wordt gedoeld door een nieuwe werkgroep zullen worden georganiseerd. Van de door het CDA voorgestelde koppeling aan de wijkschouw zijn wij geen voorstanders, omdat het bij de wijkschouw meestal over kleinere zaken gaat en op deze avonden naar wij hebben begrepen de grotere zaken aan de orde zullen worden gesteld. Voor wat betreft motie 4, het overdragen van voorzieningen aan bewonersgroepen, willen wij proberen de zorg van de PvdB weg te nemen. Het is niet de bedoeling bewoners extra druk op te leggen, het is de bedoeling extra mogelijkheden voor bewoners te scheppen om zelf iets te doen. Motie 5 kunnen wij steunen. Wij hebben niet het idee dat wij geld zullen besparen door verkeersborden weg te halen, maar het is goed naar de mogelijkheden te kijken en ervoor te zorgen, dat niet te veel verkeersborden worden geplaatst. Motie 6 over de Wet werk en bijstand zullen wij om drie redenen niet steunen. Wij zijn van mening dat deze aanscherping te weinig nut zal hebben. Volgens ons zijn er te veel schrijnende gevallen. Zojuist is over een man van 53 jaar oud gesproken, maar wij kunnen ook denken aan een gescheiden moeder of een moeder van wie de man is weggelopen of overleden. Dat zijn situaties die vaak voorkomen. Daarnaast zijn er al veel mensen voor wie een sollicitatieplicht geldt. Voor iemand die uit de WW in de bijstand komt, geldt die verplichting al. Naar onze mening zijn er te veel schrijnende gevallen om te rechtvaardigen dat bijstand pas zal worden verleend als is aangetoond dat iemand
56
zijn verplichtingen is nagekomen. Wij denken dat te veel maatwerk noodzakelijk zal zijn om het uitgangspunt van deze motie te rechtvaardigen. Naar onze mening zijn er ook praktische bezwaren. Wij vrezen dat te veel zal moeten worden opgetuigd, dit zeker gezien het aantal gevallen dat niet onder deze aanscherping valt. Ons derde bezwaar tegen deze motie is van principiële aard. Door op deze manier om te gaan met mensen die voor bijstand in aanmerking komen, laten wij de goeden onder de kwaden lijden. In feite wordt gezegd ‘wij wantrouwen u, u moet eerst aantonen dat u alles goed doet, pas als u dat hebt aangetoond kunt u voor bijstand in aanmerking komen’. Wij zouden het liever willen omdraaien en zeggen dat op de bijstand zal worden gekort als wordt aangetoond dat iemand niet aan zijn verplichtingen voldoet. Naar onze mening is dat een eerlijker principe of uitgangspunt dan het in motie 6 verwoorde uitgangspunt. Dat brengt mij bij de motie over burgerparticipatie kunst. Als wij op dat gebied niets te bieden hebben, moeten wij daarover niet in discussie gaan. Wij mogen de burgers geen worst voor de neus houden. Als de raad daarvoor in de Perspectievennota geld vrijmaakt, kunnen wij dat project alsnog uitvoeren. Ik zal eerlijk zijn: de PvdA zet liever in op andere zaken dan op kunst op rotondes. Ons uitgangspunt is: eerst geld vrijmaken en pas daarna inhoud geven aan dat idee. Amendement 1 zullen wij niet overnemen. Wij zijn met het college van mening dat de inhoud daarvan bij de discussie over de prioritering moet worden betrokken. Wij zijn het eens met degenen die hebben gezegd dat voor de Jop in Passewaaij een te hoog bedrag is opgenomen en vinden het logisch dat dit bedrag wordt verlaagd. Het vrijkomende bedrag willen wij aan de realisering van de parkeerplaatsen in Passewaaij en voor een periode van drie jaar aan de dierenambulance besteden. In het jaar voordat het CDA daar was hebben de heren Brink, Saddiki en ik in het kader van NL Doet hekken bij de locatie van de dierenambulance geplaatst. Wij hebben daarop staan zwoegen en zien de beschikbaarstelling van € 5.000,- per jaar voor een periode van drie jaar als een investering in ons werk. Wij hebben daar gedegen sociaaldemocratische hekken geplaatst. De heer Van Wijk: Niet alleen de PvdA- en de CDA-fractie, maar ook onze fractie is bij de dierenambulance actief geweest. Wij hebben afvalbakken getimmerd waar al die spullen in zijn gegaan en daarna de zaak hersteld. De voorzitter: Ik ben er ook op werkbezoek geweest en ik heb geen hek gezien! De heer Gradisen: Nu wij het idee van D66 over de kinderraad en de Berenkuil hebben gehoord willen wij even wachten wat daaruit komt. Wij zullen tijdens de schorsing bespreken of wij dat voorstel kunnen overnemen en voor één van de andere twee amendementen willen inwisselen. De voorzitter: Hiermee zijn wij aan het einde gekomen van de tweede termijn van de raad. Er is nu gelegenheid voor een korte tweede termijn van het college, waarin de in tweede termijn gestelde vragen kunnen worden beantwoord. Ik ga ervan uit dat de wethouders zelf hebben bijgehouden welke vragen over hun portefeuilles zijn gesteld. Wethouder Verspuij: Ik zal het kort houden, mijnheer de voorzitter. Allereerst wil ik op de opmerkingen van de VVD over de regionale samenwerkingsverbanden ingaan. Ik kan de heer Melissen volgen waar hij zegt dat de raad van Tiel aan de noodrem moet kunnen trekken als hij in regionaal verband zijn zin niet krijgt. In eerste termijn heb ik betoogd dat het niet goedkeuren van de Tielse begroting daarvoor niet het juiste middel is. Dat zal namelijk geen verschil maken. Het mandaat ligt in de regionale samenwerkingsverbanden. De raad mandateert zijn bestuurslid, die de discussie over het budget kan winnen of verliezen. Als het bestuurslid van de gemeente Tiel die discussie verliest, blijft de verplichting bij te dragen bestaan. Als de raad de gemeentelijke begroting niet goedkeurt, redden wij alleen onszelf en zal naar mijn verwachting de provincie ingrijpen. De door de VVD voorgestelde oplossing – het ventiel dat ervoor zorgt dat wij de stoom kwijtraken als wij onze zin niet krijgen – werkt niet als de raad de eigen begroting om zeep helpt. De heer Melissen: Ik wil de wethouder graag interrumperen, omdat wij geen derde termijn hebben. Wat de wethouder zegt is helder. De VVD begrijpt hoe het werkt en juist omdat wij dat begrijpen, komen wij theoretisch uit op de enige knop die overblijft. De andere knop is uit het verband stappen. Dat zijn de punten waarover mogelijk discussies zullen moeten worden gevoerd. Dit is voor ons een serieuze zaak, de provincie kan hierin niet ingrijpen. Ik kan mij niet voorstellen dat de provincie ons kan verbieden uit een regio te stappen.
57
Wethouder Verspuij: Het laatste klopt, daarin hebt u gelijk. Ik ben ingegaan op uw opmerking dat het niet goedkeuren van de Tielse begroting een mogelijkheid zou zijn om de bijdrage aan een regionaal samenwerkingsverband terug te brengen. De fractie van ProTiel wil ik erop wijzen dat zij het in de Perspectievennota over de parkeerplaatsen gestelde niet goed heeft begrepen. In de Perspectievennota staat het voorstel de parkeerplaatsen aan te leggen. In totaal is daarvoor ongeveer € 60.000,- nodig en de wijk heeft daarvoor in het wijkbudget € 30.000,- gespaard. Dat betekent dat nog € 30.000,- nodig is. Als dat bedrag niet beschikbaar komt, kunnen deze parkeerplaatsen niet worden aangelegd. Over het amendement betreffende werkkredieten wil ik ook nog een opmerking maken. ProTiel heeft in twee zinnen over ‘projectjes’ en ‘even halveren’ gesproken. Als de raad met dat amendement akkoord gaat, stappen wij het moeras in. Ik heb echt geen idee voor welk project wel een werkkrediet beschikbaar kan komen en zo ja, hoeveel en voor welke projecten niet. Ik zou de raad willen vragen niet met dit amendement in te stemmen. Met betrekking tot het subsidieregister is over de inzet van het ambtelijk apparaat gesproken. Het vorig jaar zijn door naar ik meen de VVD en PvdA artikel 41-vragen gesteld, die erop waren gericht boven water te krijgen wie hoeveel subsidie krijgt. Omdat dat in de organisatie decentraal is georganiseerd, heeft de beantwoording van deze vragen gigantisch veel tijd gekost, maar die informatie is beschikbaar gekomen en het is nu een kwestie van het gedisciplineerd bijhouden van de subsidiebedragen. Het in een Excellsheet op het internet plaatsen van de subsidiebedragen vergt niet veel werk. In feite is die Excellsheet het subsidieregister. Als wij aan de gang moeten met het uitzoeken van dubbelingen in subsidies, waarvoor wij de informatie ook nodig hebben, zal het weinig moeite kosten het overzicht van de subsidies op het internet te plaatsen. Ik neem aan dat het Excelloverzicht het subsidieregister is waarop wordt gedoeld. In eerste instantie zou ik het overzicht tot de directe subsidies willen beperken en daaraan nog niet de indirecte subsidies willen koppelen, omdat daaraan niet altijd een bedrag kan worden gehangen. Dat zal weer een andere discussie vergen. Mevrouw Stoeten merkte ten onrechte op dat het college de stelpost Awbz als een sluitpost van de begroting ziet. Omdat er op dit moment nog geen invulling is voor dit geld, is het voorstel dat bedrag nu weg te bezuinigen. De op dat terrein spelende initiatieven, decentralisaties en vraagstukken zullen na uitwerking in concrete voorstellen meelopen bij de Perspectievennota. Dat is het voorstel dat wij doen. Over kunst mag ik niets meer zeggen. Wethouder mevrouw Van Rhee-oud Ammerveld: Mijnheer de voorzitter. Het verheugt mij dat de VVD zich met de bestemmingsplannen gaat bemoeien. Dat lijkt mij een goede zaak. De heer Melissen heeft er terecht op gewezen dat de gemeenteraad de kaders vaststelt en een bestemmingsplan is een kader. In mijn eerste termijn heb ik al gezegd dat het mij goed lijkt de uitgangspunten daarvoor in overleg te formuleren. De VVD heeft gevraagd wat van het college ten aanzien van de prioritering van ruimtelijke investeringsplannen van het college mag worden verwacht. Het is de bedoeling dat het college naar de projecten in het blauwe boekje zal kijken en daar de grote projecten uit zal halen. Ik denk hierbij aan de projecten Santwijckse Poort en Burense Poort, maar er zijn er nog meer. Wij zullen nagaan wat de stand van zaken is, welke investeringen reeds zijn gedaan, wat deze projecten ons in de komende jaren zullen gaan kosten en of wij die kosten kunnen betalen. Daarbij zullen wij afwegen hoe het met cofinanciering zit als dat niet mogelijk zal blijken. Dat kan natuurlijk een argument zijn. Wij hopen de raad de informatie te kunnen geven die nodig is om op financiële hoofdlijnen te kunnen aangeven in welke projecten wel en niet zal moeten worden geïnvesteerd. Daarbij spreek ik de hoop uit dat de raad zal meewegen dat meer belangen een rol spelen dan alleen financiële belangen. Ik neem aan dat de raad begrijpt dat aspecten zoals parkeren, wonen en de vraag hoe onze stad er naar onze mening uit zal moeten zien ook van belang zijn. Het college zal bezien of het reëel is ervan uit te gaan dat de projecten die nu op de lijst staan binnen pakweg vijf jaar zullen kunnen worden gerealiseerd. Ik zou mij kunnen voorstellen dat wij tot drie gradaties – groen, oranje en rood – komen, waarbij projecten die het groene licht krijgen zeker zullen moeten doorgaan, projecten waarvoor het sein op oranje staat het volgend jaar nog eens zullen worden bekeken en projecten waarvoor het sein op rood staat niet zullen worden voortgezet. Die gradatie zal worden gebaseerd op de financiële invalshoek, maar cofinanciering en financiële belangen zullen worden meegewogen. Ik ga ervan uit de vraag van de VVD hiermee voldoende te hebben beantwoord. Wethouder Vermeulen: Mijnheer de voorzitter. De situatie bij het waterelement is op dit moment als volgt. Er zijn mensen die in het waterelement poepen, plassen en kotsen. Ik kan de raad verzekeren
58
dat mij dat buitengewoon ergert en ik veel belang hecht aan het zo snel mogelijk oplossen van die vieze toestand. In eerste termijn heb ik aangegeven dat de ontwikkeling van het waterelement aan de ontwikkeling van de Varkensmarkt is gekoppeld. Dat was een nieuw idee. De raad heeft mij gevraagd als wij dat gaan doen contact op te nemen met de ondernemers, Hart van Tiel en de stadsbouwmeester. Iedereen moest daarover zijn plas doen. De heren Van den Burg en Gradisen hebben hierover opmerkingen gemaakt. Het overleg hierover kost tijd. Iedereen is het erover eens hoe het waterelement er moet gaan uitzien, maar het waterelement kan niet aangelegd worden als het 20 graden vriest. Als de raad zich op het standpunt stelt dat wij ons niet met terrasopeningen en –sluitingen moet bezighouden, zal ik dat punt meenemen. Ik zal nagaan hoe de ondernemers daar tegenover staan. Als zij er geen probleem mee hebben dat het waterelement wordt aangelegd in een periode waarin de terrassen zijn geopend, kan daarmee wat mij betreft morgen worden begonnen. Het vriest op dit moment niet. De heer Van Wijk: Mijnheer de voorzitter. Ik moet zeggen dat de combinatie met de Varkensmarkt mij is ontgaan. Daar wil ik vanaf zijn. Dat de ondernemers bij deze ontwikkeling worden betrokken vind ik uitstekend - dat moet ook -, maar ik vraag mij af of het om deze reden zolang moet duren voordat met de aanleg van het waterelement wordt begonnen. Waarom kan daarmee nog niet begonnen worden? Als het mooi weer is, gaan de terrasstoelen al in maart naar buiten. Zo is er altijd wat. Waarom duurt het overleg zo lang en wat is de koppeling tussen het waterelement en de steentjes op de Varkensmarkt? Wethouder Vermeulen: Dat zal ik u uitleggen. Ik heb dat al een keer gedaan, maar ik doe het nog een keer. Ik weet niet meer in welke commissievergadering het was, maar wij hebben eerder over de Varkensmarkt gesproken. In die vergadering heb ik gezegd dat de keitjes op de Varkensmarkt eruit worden gehaald en een deel daarvan voor het waterelement zal worden gebruikt. Ik kan mij herinneren dat de heer Beijer toen heeft gevraagd wat voor de keitjes in de plaats zal komen. De gedachte bekroop mij op die vraag te antwoorden dat de Varkensmarkt een zandhoop zal worden of zal worden geasfalteerd, maar dat heb ik niet gedaan. Omdat daarover nog met de ondernemers werd overlegd, wist ik op dat moment nog niet wat voor de keitjes in de plaats zal komen. De ondernemers zijn natuurlijk nauw bij de ontwikkeling van de Varkensmarkt betrokken. Dat is de koppeling tussen de Varkensmarkt en het waterelement: de discussie over het weghalen van de keitjes en het daar aanbrengen van gewone stenen, zoals die op de Promenade liggen. Het heeft even geduurd voordat wij daar uit waren. De heer Van Wijk: Is nu helder wat voor de keitjes in de plaats zal komen? Wethouder Vermeulen: Dat is nu helder. Als de raad zegt dat ik mij niet aan terrasopeningen en het weer moet storen en zo snel mogelijk aan de slag moet worden gegaan, zal ik dat zo snel mogelijk oppakken. Ik zeg dat toe, maar ik kan natuurlijk geen ijzer met handen breken. De heer Van Wijk: Dat is mij duidelijk, er zijn maar weinig mensen die dat kunnen. Als er overeenstemming is over de wijze waarop het plan moet worden uitgevoerd en de financiën er zijn, staat niets u in de weg om de werkzaamheden van start te laten gaan. Het terrasseizoen is voorbij en er is nog geen hoog water. Volgens mij is dit het perfecte moment voor het realiseren van het waterelement. Wethouder Vermeulen: Dat heb ik ook gezegd. Het vriest op dit moment niet en de mensen poepen, plassen en kotsen nog steeds in het huidige waterelement. Het is hoog tijd dat het wordt aangepakt. Tot zover over het waterelement. Dat brengt mij bij de Jop. Van de reactie van de raad kan ik geen kaas maken. In eerste termijn hebben meerdere fracties aangegeven dat zij het voor de Jop in Passewaaij opgenomen bedrag belachelijk hoog vinden. In tweede termijn heb ik horen zeggen ‘Vermeulen, maak je niet druk. Geef de bewoners van Passewaaij € 100.000,- en laat ze het maar uitzoeken. Ik chargeer. De heer Van Wijk: Ik maak bezwaar tegen deze opmerking van wethouder Vermeulen, mijnheer de voorzitter. In de commissie beleidscyclus heb ik aangegeven dat deze Jop ook voor € 50.000,- kan worden gerealiseerd, het is allemaal veel te luxe. Navraag heeft ons geleerd dat voor deze Jop vanuit de Tielse methode € 100.000,- beschikbaar is. In de loop van de tijd is dat bedrag opgelopen en door de archeologie is daar nog eens € 40.000,- bij gekomen. In de motie, die naar ik heb begrepen raadsbreed wordt ondersteund, wordt het college gevraagd deze Jop voor het daarvoor oorspronkelijk uitgetrokken bedrag van € 100.000,- te realiseren. Naar mijn mening is dat helder en kan de wet-
59
houder niet zeggen dat hij van het standpunt van de raad geen kaas kan maken. Het college kan met het bedrag van € 100.000,- aan de slag. Er zijn allerlei ideeën over de wijze waarop deze Jop kan worden gerealiseerd. Dat is het, niks meer en niks meer. Wethouder Vermeulen: Dat is helder. Wij besteden € 100.000,- aan deze Jop en het overblijvende bedrag kan bijvoorbeeld aan motie 10 worden besteed. Dat heb ik opgevangen. Er zijn ook mensen die hebben voorgesteld het overblijvende bedrag aan amendement 4 te besteden en voorts is voorgesteld € 16.000,- voor de dierenambulance te bestemmen. De heer Van Wijk: Voor de besteding van deze gelden zijn inderdaad meerdere voorstellen gedaan. Ik ben er blij om dat de raad daarover zelfstandig kan beslissen. Het vrijvallende bedrag kan worden gebruikt om in behoeftes te voorzien, de raad beslist daarover. Het gaat om in totaal € 46.000,-, wij komen niet aan de € 40.000,- risicobudget voor archeologie. Dat risico blijft op deze locatie bestaan. Wij willen ook geen andere locatie, want dat zal tot meer vertraging leiden. Naar mijn mening is het aan de raad zich hierover uit te laten en te stemmen over de voorstellen voor een andere besteding van het vrijvallende bedrag. Wethouder Vermeulen: Voor de helderheid: de raad gaat akkoord met € 100.000,- voor de Jop en € 40.000,- voor archeologisch onderzoek en voor het resterende bedrag van € 16.000,- zal een contract worden gemaakt met…. De heer Van Wijk: Er zit € 186.000,- in de pot. Wethouder Vermeulen: Daarvan is € 40.000,- bestemd voor archeologisch onderzoek. De heer Van Wijk: Dan blijft een bedrag van € 46.000,- over, dat de raad zal kunnen besteden. Wethouder Vermeulen: Dat is uitstekend. Er is nog een aardig onderwerp waarover ik een enkele opmerking wil maken, namelijk overgewicht bij jongeren. Ik moet even in mijn geheugen graven. Dit onderwerp is meegenomen in een nader uit te werken regiocontract en de JOGG-aanpak zou in een lokale nota worden uitgewerkt. De raad heeft die uitwerking nog niet ontvangen, ik zal daar achterheen gaan. Wethouder Driessen: Mijnheer de voorzitter. De heer Van den Burg, die heeft gevraagd hoe het zit met het parkeren in het gebied waar voorheen Velders was gevestigd, kan ik mededelen dat wij aan de slag zijn gegaan met de daarvoor door de raad ter beschikking gestelde € 170.000,-. Inmiddels zijn, deels door de eigenaar van de grond, tekeningen gemaakt die ook zijn besproken. In eerste termijn heb ik erop gewezen dat de eigenaar van de grond een belang hierbij heeft. Wij hebben het geld en er zijn ook ideeën, maar de raad moet zich voorstellen dat het eigen belang wordt gekoppeld aan het bereiken van overeenstemming over het parkeren. Daaraan kunnen wij niet voorbijgaan. Als het gevraagde bijvoorbeeld in verband met het bestemmingsplan niet haalbaar is, worden wij min of meer gemangeld. Wij zouden het liefst zien dat morgen parkeerplaatsen worden gerealiseerd waar volgens het bestaande regime betaald zal kunnen worden geparkeerd. Wat ons betreft gaan wij daarmee heel snel aan de gang, maar wij hebben het nu eenmaal over andermans terrein en wij zullen tot overeenstemming moeten komen. In die fase zitten wij op dit moment. De heer Van den Burg: Onderhandelingen hebben een begin, een midden en een einde. Kan de wethouder een termijn noemen waarop de parkeerplaatsen zullen kunnen worden gerealiseerd? Wethouder Driessen: Onderhandelingen kunnen tot een negatieve of een positieve uitkomst leiden. Op dit moment ga ik ervan uit dat wij er niet uit zullen komen, op korte termijn kan dat de uitkomst van de onderhandelingen zijn. Omdat ik optimistisch van aard ben, ga ik door totdat wij aan het gaatje zijn. Een termijn kan ik niet noemen omdat ik niet over de agenda van de eigenaar van het terrein ga. Ik kan wel zeggen dat wij felle discussies hebben met de intentie er uit te komen, maar nogmaals: ik ben daarin volgend. De voorzitter: Voor mij resteert de vraag van ProTiel over de trends en cijfers. Ik wil ervoor pleiten in het bundelen daarvan nu geen ambtelijke energie te steken en dat pas te doen op het moment waarop een thema aan de orde komt. Als voorbeeld noem ik het thema ‘veiligheid’, maar wij kunnen ook aan de logistieke hotspot denken. Het is belangrijk dat wij de daarop betrekking hebbende cijfers in beeld brengen. Bij de logistieke hotspot gaat het dan om economische cijfers en logistieke
60
ontwikkelingen. Ik ben er niet voor vooruitlopend op te voeren discussies een bundel met allerlei cijfers en trends te maken. Dat vind ik wel een aardig idee, maar voor onze ambtelijke organisatie moet dat geen prioriteit hebben. Het bundelen van deze gegevens zou ik willen koppelen aan te voeren discussies over onderwerpen die spelen. Tot zo ver de beantwoording in tweede termijn door het college. Mijn voorstel is de vergadering nu te schorsen, opdat u in overleg met elkaar helderheid zult kunnen geven over de amendementen en moties die blijven staan en eventueel nieuwe amendementen die eerder ingediende amendementen vervangen. Daarbij doel ik met name op de gevoerde discussie over de Jop in Passewaaij. Ik stel vast dat zich een meerderheid aftekent die het bedrag tot € 100.000,- wil beperken en de ideeën over de besteding van het resterende bedrag verschillen. Het zou prettig zijn als daarover tijdens de schorsing een amendement zou worden geformuleerd waarover wij een heldere stemming kunnen krijgen. De heer Zuidema: Wij hebben dat amendement al klaar, mijnheer de voorzitter. Wilt u dat wij dat amendement voor of na de schorsing uitdelen? De voorzitter: Ik denk dat het verstandig is het amendement voor de schorsing uit te delen. De heer Zuidema: Het amendement komt er nu aan, mijnheer de voorzitter. Door de fractie van D66 is het volgende amendement ingediend: ‘De raad van de gemeente Tiel, in vergadering bijeen op 14 november 2012; in overweging nemende dat: - door maximalisering van het budget voor de realisatie van een Jop in Passewaaij begrotingstechnisch € 46.000,- vrijvalt; - Tiel het vertrouwen van burgers in de lokale overheid wil versterken en de afstand tussen bewoners en bestuur wil verkleinen; - kunst in de openbare ruimte een verrijking kan zijn voor de stad; - het Fruitcorso laat zien dat de samenleving samenwerkt en creatief is; - meedoen toekomstperspectief betekent voor jongeren en de arbeidsmarkt; - de kinderraad ideeën heeft voor stadsverfraaiing; besluit: - het onderwerp stadsverfraaiing alsnog in de commissie samenleving te bespreken met onderstaande invalshoek: - inrichting van rotondes door middel van leerwerkprojecten en betrokkenheid van de kinderraad als uitgangspunt nemen; - daartoe bedrijven, bewoners c.q. de kinderraad in te schakelen bij de aanleg van kunst; - hiervoor € 15.000,- vrij te maken voor het realiseren van stadsverfraaiing door de kinderraad; en gaat over tot de orde van de dag.’ (A9) De voorzitter: Ik stel voor na de schorsing onder leiding van de griffier te inventariseren welke moties en amendementen nog voorliggen en vervolgens tot stemming over te gaan. Bij de stemmingen is het uiteraard mogelijk een stemverklaring af te leggen. Ik schors de vergadering voor een kwartier. Schorsing. De voorzitter: De vergadering is heropend en wij gaan vol goede moed verder. Zojuist heb ik tegen de secretaris gezegd: ‘Wij zitten hier in het hart van de democratie, het kan mij niet laat genoeg worden!’. Wij moeten helderheid krijgen over de amendementen en moties die nu nog voorliggen. Wie van u wil daarover het woord voeren? De VVD zou nog naar een motie kijken en D66 en de heer van Wijk hebben ook aangegeven nog naar een aantal zaken te willen kijken. Ik wil eerst de balans opmaken. De heer Zuidema: Ik kan het kort houden, mijnheer de voorzitter. De tekst van het amendement over het bij de Jop vrijvallende bedrag is naar mijn mening helder. Een kleine aanvulling in het voordeel van onszelf lijkt mij op haar plaats. Waar het om stadsverfraaiing gaat hebben wij best een lastige discussie in de raad. Wij zijn niet zo geweldig handig in het praten over kunst. In dit verband wil ik refereren aan de woorden van mevrouw De Heus, die ooit heeft gezegd dat iets dat emotie oproept kunst is. Daarover kan al een hele discussie worden gevoerd.
61
Om twee redenen vind ik het razend interessant te zien wat er zal gebeuren als wij dit onderwerp bij de kinderraad neerleggen. Ten eerste: de kinderraad heeft bijna geen budget terwijl dat het eerste is waarom wordt gevraagd. Gevraagd zal worden of de kinderraad mag beslissen en geld mag uitgeven. De werkgroep zal terughoudend moeten zijn, omdat het vrijwel niet mogelijk is een budget beschikbaar te stellen. Ik ben ook erg benieuwd hoe de kinderraad een en ander wil vormgeven. Daarover heeft men al ideeën. Dat is de reden waarom wij dit amendement hebben ingediend. De voorzitter: Uw amendement krijgt nummer 9. Wenst de heer Melissen het woord over motie 2? De heer Melissen: Mijnheer de voorzitter. De VVD heeft getwijfeld over de vraag wat wijsheid is en bij haar afwegingen natuurlijk ook het antwoord van de wethouder betrokken. Wij hebben het gevoel dat wij iets met deze motie moeten doen omdat wij zelf het stuur in handen willen hebben en hebben geconstateerd, dat voor deze motie draagvlak is te vinden. De VVD voelt aan dat de wijze waarop de motie wordt uitgelegd belangrijk is. Het is belangrijk dat het juiste verhaal wordt verteld en geen misverstanden kunnen ontstaan. Wij hebben alle argumenten van zowel de linker- als de rechterzijde gehoord en kennis genomen van de door het college gedane handreiking. Nogmaals: wij hebben het niet over de lopende verplichtingen. De boodschap in de motie is de volgende: college, wees terughoudend bij het aangaan van nieuwe verplichtingen totdat de raad de discussie over de prioritering van de grote projecten zal hebben gevoerd, ga aan de slag met hetgeen u wilt doen en kom op tijd naar de raad toe, zodat de raad een zorgvuldige afweging zal kunnen maken en serieuze besluiten zal kunnen nemen. Omdat de Perspectievennota de bouwsteen is voor de begroting 2014, zouden wij graag zien dat de raad bij de Perspectievennota de eerste effecten al zal kunnen meenemen. Als wij het over deze volgorde eens zijn, willen wij de motie met deze uitleg in stemming zien gebracht. Het door de raad aanvaarden van deze motie betekent dat aan lopende verplichtingen zal worden tegemoet gekomen. Het college kan op een lage kostenbasis verdergaan met de voorbereiding van projecten, maar voor nieuwe projecten zullen geen bureaus en dergelijke worden ingehuurd. De besluiten zullen vlak voor de vaststelling van de Perspectievennota door de raad worden genomen en de effecten daarvan zullen in de Perspectievennota worden verwerkt. Met deze uitleg willen wij de motie in stemming zien gebracht. De voorzitter: U hebt uitvoerig over deze motie gediscussieerd. Ik ga ervan uit dat deze uitleg voor een ieder helder is. De heer Spekman: Mijnheer de voorzitter. In het verleden hebben wij met de VVD over de betekenis van het begrip ‘dubbele moraal’ gediscussieerd. Wat betekent het woord ‘investeringsstop’? Gehoord de uitleg van de heer Melissen is dat woord naar mijn mening een vergissing. Kan het woord ‘investeringsstop’ niet geschrapt worden? Wij zijn van mening dat dit een signaal is dat wij niet moeten willen uitstralen. De heer Melissen: Wij willen de motie in stemming zien gebracht. De voorzitter: Zijn er andere aanvullingen of wijzigingen ten opzichte van de lijst die nu voorligt? Ik constateer dat dat niet het geval is. Voordat wij tot stemming overgaan, wil ik in beeld brengen welke moties en amendementen voorliggen. Allereerst zal ik de amendementen op de begroting in stemming brengen. Vervolgens zult u de begroting vaststellen – daarvan ga ik uit – alsmede het overzicht van de bezuinigingen en de daarmee gepaard gaande eerste wijziging van de programmabegroting. Dat zijn de stukken A en B. Ik neem aan dat u er geen bezwaar tegen zult hebben dat ik daarna meteen de agendapunten 11, 12 en 13 – de hamerstukken – aan de orde zal stellen. Vervolgens zal ik de moties in stemming brengen en sluit ik deze vergadering af. Voorliggen de volgende amendementen: amendement 1 betreffende de werkkredieten van ProTiel; amendement 2 betreffende de dierenambulance van ProTiel. Voorgesteld is amendement 2 na amendement 8 in stemming te brengen, omdat amendement 8 verdergaat. In amendement 8 wordt voorgesteld € 15.000,- aan de dierenambulance beschikbaar te stellen en in amendement 2 wordt voorgesteld daarvoor eenmalig € 5.000,- beschikbaar te stellen. Voorts liggen voor: amendement 3 betreffende de Jop in Passewaaij van GL;
62
amendement 4 betreffende onkruidbestrijding van GL. Als dit amendement door de raad wordt aanvaard, zullen de amendementen 5, 6, 7 en 8 niet in stemming worden gebracht. Amendement 5 betreffende zonnepanelen van GL. Amendement 6 betreffende de parkeerplaatsen van GL. Als dit amendement door de raad wordt aanvaard, kan ook amendement 8 van GL over de dierenambulance in stemming worden gebracht. Amendement 9 betreft de stadsverfraaiing door de kinderraad. Amendement 7 is van tafel. Als u met amendement 3 instemt, zullen diverse voorstellen voor de besteding van de vrijvallende € 46.000,- voorliggen. Let u goed op bij de stemmingen over de amendementen, u kunt het geld maar één keer uitgeven. De griffier: Aan het begin van de tweede termijn heb ik van de heer Zuidema een voorstel inzake zonnepanelen gehoord. Dat is het onderwerp van amendement 7, dat door GL is ingetrokken. Moeten wij dat amendement als opgevoerd beschouwen of laat de heer Zuidema dat gaan? De heer Zuidema: U brengt mij op een fantastisch idee. De combinatie was dierenambulance, zonnepanelen en de kinderraad, dan is het geld op. Dat zou een fantastisch trio zijn. Wat mij betreft kan het amendement over de zonnepanelen opnieuw worden opgevoerd. De voorzitter: Dat moet dan een nieuw amendement worden, waarin een bedrag van € 15.000,wordt vermeld. Klopt de rekensom dan nog wel? Ja, ik constateer dat de rekensom nog klopt. De heer Melissen: De indiener heeft dat amendement ingetrokken, mijnheer de voorzitter. De voorzitter: D66 kan dit amendement opnieuw indienen. De heer Melissen: Als dat gebeurt, komt het amendement aan het einde van de lijst. De voorzitter: Dat maakt niet uit. De raad bepaalt waaraan hij het vrijvallende bedrag wil besteden. Ik kijk even naar de heer Van Wijk. De heer Van Wijk: Wij hebben amendement 7 ingetrokken, omdat wij de discussie niet gecompliceerd willen maken. Gelet op het nieuwe voorstel van D66 lijkt het ons verstandig dit amendement opnieuw op te voeren. De heer Van Gurp: Mijnheer de voorzitter. Hoe vreemd het misschien ook klinkt, wij vinden het echt belangrijk te bepalen welk nummer dit nieuwe amendement krijgt. U hebt er zojuist terecht op gewezen dat de raad het geld maar één keer kan uitgeven. Het moment waarop dit nieuwe amendement in stemming wordt gebracht is daarom bepalend. De voorzitter: Op zichzelf niet. De raad bepaalt zelf voor welke bedragen hij kiest. De amendementen over onkruidbestrijding en zonnepanelen, die de daarop volgende amendementen uitsluiten, zal ik eerst in stemming brengen. Als de raad besluit € 46.000,- aan onkruidbestrijding te besteden behoeven de daarop volgende amendementen niet in stemming te worden gebracht. Als dat amendement niet wordt aangenomen, zal ik het amendement over de zonnepanelen in stemming brengen. Aanvaarding van dat amendement zal ook tot gevolg hebben dat de daarop volgende amendementen niet in stemming behoeven te worden gebracht. Als de twee amendementen niet worden aanvaard, kan de raad kiezen. Als de raad het amendement over de parkeerplaatsen aanneemt, resteert € 15.000,-. De heer Van Gurp: Dat is juist. Dan zal moeten worden gekozen uit een aantal amendementen waarin dat bedrag is vermeld. Als het ene amendement wordt aangenomen, doet de rest niet meer mee. Daarom is de volgorde van in stemming brengen van de amendementen wel degelijk van belang. De voorzitter: De raad mag kiezen. Als de meerderheid van de raad niet voor zonnepanelen kiest, maakt het niet uit of het amendement daarover als eerste of als laatste in stemming wordt gebracht.
63
De heer Van Gurp: Dat is juist, maar als je voor alle drie de amendementen bent, stem je voor het eerste amendement dat in stemming wordt gebracht. Als alle fracties daarvoor zijn, wordt dat amendement aanvaard terwijl je eigenlijk liever zou hebben gezien dat het tweede of het derde amendement aanvaard zou worden. De volgorde van stemming doet er wel degelijk toe. De voorzitter: Als wij een andere volgorde hanteren geldt dat probleem natuurlijk ook. Wat u zegt doet mij aan Monopoly denken. De heer Van Wijk: Wij hebben bewust voor deze volgorde gekozen, mijnheer de voorzitter. Ik stel de hulp van de VVD en zeker van de heer Van Gurp altijd op prijs en begrijp zijn dilemma, maar wij hebben amendement 7 met reden opnieuw ingediend. Deze volgorde lijkt mij de goede. De voorzitter: Kunt u het nog volgen? Als ik het goed heb, zijn alle moties gehandhaafd. Motie 1 betreft de dubbeling van subsidies. Motie 2 betreft de prioritering van projecten/investeringsstop. Motie 3 betreft de beeldvormende avonden in de wijken. Motie 4 betreft het overdragen van het beheer van Jops en speelplekken aan bewonersgroepen. Motie 5 betreft besparingen die op verkeersborden en verlichting mogelijk zijn. Motie 6 betreft de aanscherping van de Wet werk en bijstand. Motie 7 betreft het openbaar subsidieregister. Motie 8 is de raadsbreed ondersteunde motie over de bezuiniging op de rekenkamer. Motie 9 betreft het jaarthema ‘Leren en werken’. Motie 10 betreft de burgerparticipatie kunst. 9.
Voor kennisgeving aannemen van de 2e voortgangsrapportage 2012 en in te stemmen met de daarin opgenomen financiële mutaties
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt met algemene stemmen conform het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besloten. 10.
A. Vaststellen van de programmabegroting 2013 – 2016 B. De 1e wijziging van de programmabegroting 2013 (verwerking van de bezuinigingen en dekkingsvoorstellen 2013 2016)
De voorzitter: Wij zijn nu toe aan de stemming over de voorgestelde amendementen op de begroting. Aan de orde is amendement 1. Wenst iemand een stemverklaring af te leggen? De heer Melissen: De VVD zal tegen amendement 1 stemmen, mijnheer de voorzitter. Wij begrijpen de achter dit amendement liggende gedachte van ProTiel, maar zijn van mening dat de opbouw van het amendement te onduidelijk is. Daaruit blijkt namelijk niet waar het geld vandaan wordt gehaald en waar het geld naartoe gaat. Daar zitten wij mee. Om die reden zullen wij tegenstemmen. Amendement 1 wordt bij handopsteken in stemming gebracht en verworpen. Voor stemt: de fractie van ProTiel. Tegen stemmen: de fracties van PvdA, VVD, CDA, D66, GL, PvdB en CU. Amendement 3 wordt bij handopsteken in stemming gebracht en unaniem aanvaard. Amendement 4 wordt bij handopsteken in stemming gebracht en verworpen. Voor stemmen: de fracties van de CU, PvdB en GL. Tegen stemmen: de fracties van de PvdA, VVD, CDA, D66 en ProTiel. Amendement 5 wordt bij handopsteken in stemming gebracht en verworpen. Voor stemmen: de fractie van GL. Tegen stemmen: de fracties van de PvdA, VVD, CDA, D66, PvdB, CU en ProTiel. Amendement 6 wordt bij handopsteken in stemming gebracht en aanvaard. Voor stemmen: de fracties van ProTiel, CU, CDA, VVD en PvdB. Tegen stemmen: de fracties van PvdA, GL en D66.
64
De voorzitter: Het lijkt wel of wij Monopoly aan het spelen zijn. De wethouder financiën fluistert mij in dat nog € 16.000,- in de pot zit. Amendement 7 wordt bij handopsteken in stemming gebracht en unaniem verworpen. Amendement 8 wordt bij handopsteken in stemming gebracht en aanvaard. Voor stemmen: de fracties van PvdA, VVD, CDA, ProTiel, GL, PvdB en CU. Tegen stemt: de fractie van D66. De voorzitter: Na deze besluitvorming resteert nog € 1.000,-. De overige amendementen zullen niet meer in stemming worden gebracht. Ik breng nu beslispunt 10 A, de vaststelling van de programmabegroting 2013-2016, in stemming. De heer Kooijman: Mijnheer de voorzitter. Wij willen graag zien aangetekend dat wij de besparing op Mozaïek niet steunen. De voorzitter: Ik zie dat als een stemverklaring. Ik ga ervan uit dat u wel met de begroting kunt instemmen. De programmabegroting 2013-2016 wordt met inachtneming van de gemaakte opmerkingen zonder hoofdelijke stemming met algemene stemmen aanvaard. De voorzitter: Aan de orde is beslispunt 10 B, de eerste wijziging van de programmabegroting 2013. De heer Van Wijk: Mijnheer de voorzitter. Zoals aangegeven hebben wij moeite met de voorgenomen bezuiniging op Mozaïek. Daar hoort een verhaal bij, er zullen allerlei zaken in kaart worden gebracht. Door het nemen van dit besluit leggen wij onszelf op termijn vast op een bezuiniging van € 200.000,-. Voor 2013 is die bezuiniging nog niet aan de orde, de bezuiniging zal in 2014 ingaan. Wij stemmen in met de wijziging van de programmabegroting 2013 en nemen de overige jaren voor kennisgeving aan. De voorzitter: De heer Kooijman heeft een opmerking van dezelfde strekking gemaakt. Mevrouw Stoeten-Flach: Ik onderschrijf de stemverklaring van GL over Mozaïek, mijnheer de voorzitter. Hetzelfde geldt voor het CJG. De toezegging is gedaan dat, als het niet meer werkt en aan de taken wordt gekomen, het CJG bij de raad zal terugkomen. De eerste wijziging van de programmabegroting 2013 wordt met inachtneming van de daarover gemaakte opmerkingen met algemene stemmen aanvaard. Ik stel u voor de agendapunten 11, 12 en 13 in één keer in stemming te brengen. 11.
Aanpassing tarieven lokale heffingen - onroerende zaakbelastingen 2013 - hondenbelasting 2013 - parkeerbelastingen 2013 - rioolheffing 2013 - precariobelastingen (wijzigingsverordening op verordening 2012) - lijkbezorgingsrechten (wijzigingsverordening op verordening 2012)
12.
Aanpassing legesverordening
13.
Verhoging scheepvaartrechten (vloeit voort uit de bezuinigingen)
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt achtereenvolgens met algemene stemmen conform de voorstellen van het college van burgemeester en wethouders besloten. De voorzitter: Wij zijn nu toe aan de stemming over de moties.
65
Motie 1 wordt bij handopsteken in stemming gebracht en unaniem aanvaard. Motie 2 wordt bij handopsteken in stemming gebracht en aanvaard. Voor stemmen: de fracties van PvdA, VVD, GL, ProTiel, CU en PvdB. Tegen stemmen: de fracties van CDA en D66. Motie 3 wordt bij handopsteken in stemming gebracht en aanvaard. Voor stemmen: de fracties van PvdA, VVD, GL, CU, CDA, D66 en PvdB. Tegen stemt: de fractie van ProTiel. Motie 4 wordt bij handopsteken in stemming gebracht en aanvaard. Voor stemmen: de fracties van CU, CDA, PvdA, D66 en GL. Tegen stemmen: de fracties van VVD, ProTiel en PvdB. Motie 5 wordt bij handopsteken in stemming gebracht en unaniem aanvaard. Motie 6 wordt bij handopsteken in stemming gebracht en verworpen. Voor stemmen: de fracties van CDA, VVD en D66. Tegen stemmen: de fracties van PvdA, GL, ProTiel, PvdB en CU. Motie 7 wordt bij handopsteken in stemming gebracht en aanvaard. Voor stemmen: de fracties van PvdA, CDA, D66, CU, PvdB, ProTiel en GL. Tegen stemt: de fractie van de VVD. Motie 8 wordt bij handopsteken in stemming gebracht en unaniem aanvaard. Motie 9 wordt bij handopsteken in stemming gebracht en unaniem aanvaard. Motie 10 wordt bij handopsteken in stemming gebracht en aanvaard. Voor stemmen: de fracties van ProTiel, CU, CDA, VVD, PvdB, D66 en GL. Tegen stemt: de fractie van de PvdA. 14.
Vragenuurtje
Er zijn geen vragen ingediend. 15.
Rondvraag
Er is geen rondvraag. De voorzitter: De griffier wil nog een mededeling doen. De griffier: Laten wij nog even scherp blijven. Zoals u weet zijn wij bezig met het uitrollen van de iPads. Ik vind ‘uitrollen’ een akelig woord, maar ik gebruik het omdat het modern is. Op 19 november is om half zes in de Van Kesselzaal een bijeenkomst gepland. Ik hecht eraan erop te wijzen dat de iPads op naam zijn gesteld en het belangrijk is dat degenen die voor deze bijeenkomst zijn uitgenodigd daarbij ook aanwezig zullen zijn. Ik noem de namen op. De heren Addou en Saddiki, mevrouw De Heus, mevrouw De Klerk, de heer Henning, mevrouw Metiary en de heer Melissen zijn uitgenodigd hun iPad op 19 november om 17.30 uur in ontvangst te nemen. Ik maak hierbij de aantekening dat mevrouw Budak in de plaats komt van de heer Melissen. De heer Melissen: Voor de fractieleden van de VVD is het erg lastig bij die bijeenkomst aanwezig te zijn. Wij moeten namelijk ergens naartoe. De griffier: Ik heb uw naam al van de lijst afgevoerd. De heer Melissen: Dat geldt ook voor mevrouw De Klerk en de heer Addou. De griffier: Na afloop van de vergadering zal ik hierop bij de VVD-fractie terugkomen.
66
De voorzitter: Dat lijkt mij een goed plan. De griffier: Op 21 november zijn ’s morgens om tien uur in de raadszaal uitgenodigd: de heer De Graaf, mevrouw Duquesnoy, de heren Spekman en Kooijman, mevrouw Stoeten-Flach, de heer Van Wel, mevrouw Sewalt en mevrouw Rijkenberg. De heer Van Oostrom: U kunt de heer Van Wel doorstrepen. De griffier: Ik kom zo dadelijk bij u langs. Tot zo ver de mededelingen. Deze operatie luistert heel nauw. Graag jullie medewerking. De voorzitter: Ik wil u allen dankzeggen voor een lange en constructieve vergadering, waarin voor Tiel belangrijke besluiten zijn genomen. Dat de raad de begroting op tijd, voor 15 november, heeft vastgesteld is aan alle daarbij betrokkenen een felicitatie waard. De vergadering is gesloten. (23.35 uur)
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Tiel d.d. 16 januari 2013. De griffier,
de voorzitter,