Gemeente Utrecht Ruimtelijke en Economische ontwikkeling Gebieden en Projecten en Juridische Zaken RO Postadres Postbus 8406, 3503 RK Utrecht Bezoekadres Stadsplateau 1 Telefoon 030 - 286 00 00 Fax 030 - 286 00 00 www.utrecht.nl
Verslag
Verslag door
Datum Tijdstip
Informatieavond plan woningbouw Van Lieflandlaan 24 juni 2015 19:30 – 21:25 uur
Plaats
Buurtcentrum De Leeuw
Vervolg
Bijeenkomst
M. Kassing
Datum verslag Verzonden aan
Agendapunten
1. 2. 3. 4.
Welkom Presentatie nota van uitgangspunten Tender/aanbesteding Sluiting
Deelnemers
Namens de gemeente Utrecht: wethouder Everhardt, wethouder Geldof, André ten Boden (Gebiedssecretaris), Tanja Lazaridis (Stedenbouwkundige) , Janita Satter (Wijkadviseur) Karin Sam SinVos (Gebiedsmanager), Kaspar Ulrich (Projectleider/Bestemmingsplanjurist), Antoniek Vermeulen (Gespreksleider), Jacotien Visser (Wijkadviseur Veiligheid) Belangstellenden: ongeveer 35 Verslag
1. Welkom Antoniek Vermeulen (gespreksleider), heet de aanwezigen welkom. Zij vertelt dat het ongeveer acht jaar geleden is dat de gemeenteraad heeft besloten dat op het voormalige sportveld aan de Van Lieflandlaan woningbouw zou moeten plaatsvinden. Door de crisis in de afgelopen jaren is het plan nog niet gerealiseerd. Het huidige college wil deze locatie ontwikkelen. Deze avond is uitgeschreven om de bewoners te informeren over het vervolgproces en om toe te lichten welke rol de bewoners kunnen spelen. De wethouders Geldof en Everhardt zijn aanwezig. Daarnaast is een aantal ambtenaren aanwezig om de wethouders te ondersteunen. Antoniek Vermeulen licht het programma van de avond toe. Van de bespreking wordt een verslag gemaakt. Degenen die hun naam op de presentielijst hebben vermeld, krijgen het verslag toegestuurd. Wethouder Geldof heet mede namens zijn collega wethouder Everhardt de aanwezigen welkom. Het besluit dat er woningbouw zou komen aan de Van Lieflandlaan is in 2007 genomen. Het project is destijds stil komen te liggen vanwege de economische crisis. Een nota van uitgangspunten is in 2007 vastgesteld. Het besluit tot woningbouw staat niet ter discussie. Er is behoefte in de stad aan woningen. Deze ontwikkeling biedt een kans voor de buurt. Het college hanteert het principe ‘Utrecht maken wij samen’. De bewoners krijgen een grotere rol, waarbij er ook aandacht is voor het biedboek van de bewoners. Marktpartijen krijgen meer flexibiliteit bij de uitwerking van het plan. De bewoners kunnen over een aantal maanden een keuze maken uit een aantal plannen. Er is een vastgestelde grondprijs, waardoor het mogelijk is voor de aanbieders om onderscheidend te zijn op andere zaken.
Ruimtelijke en Economische ontwikkeling Gebieden en Projecten en Juridische Zaken RO Datum
Verslag informatiebijeenkomst 24 juni 2015
Opgemerkt wordt dat er indertijd veel discussie was tussen de gemeente en omwonenden over de nota van uitgangspunten. Gevraagd wordt of de punten opnieuw ter discussie staan, mede omdat er ook zienswijzen zijn ingediend en deze zijn opgenomen in het tweekolommenstuk. Wethouder Geldof antwoordt dat de nota van uitgangspunten is vastgesteld en uitgangspunt is voor de tender. Vanavond wordt uitgelegd waar de bewoners ruimte hebben om input te geven. Opgemerkt wordt dat naar aanleiding van het plan van de gemeente om tijdelijk spaceboxen te plaatsen aan de Van Lieflandlaan, de bewoners een biedbook hebben opgesteld. Er is een alternatief plan aangeboden ‘Liefland groen’ waarbij maar op een beperkt deel van het gebied bebouwing zou plaatsvinden. Destijds onderschreef de SP dit plan. Nu de SP in het college zitting heeft genomen, was de hoop dat dit plan werd overgenomen door het college. Ook heeft er nog overleg met het wijkbureau plaatsgevonden over het tijdelijk gebruik van de locatie door het een tijdelijke invulling te geven met een speeltuin en een moestuin. Gesteld wordt dat een ambtelijke werkgroep het plan van de bewoners als onhaalbaar heeft betiteld. Gevraagd wordt of de gemeente/het college recent heeft gesproken over het plan van de bewoners. Wethouder Geldof merkt op dat in 2007 het besluit is genomen dat op deze locatie woningbouw wordt ontwikkeld. In de afgelopen jaren bleek de ontwikkeling van woningen lastig. De woningbouw trekt aan. Het college heeft de grondexploitatie van de gemeente bestudeerd en heeft besloten dit plan verder te gaan ontwikkelen. Gelet op de commotie die onder de bewoners is ontstaan toen het idee werd geopperd om tijdelijk spaceboxen te plaatsen, wil de gemeente de bewoners een rol geven bij de uiteindelijke selectie van het te realiseren plan. Gesteld wordt dat destijds besloten is om op deze locatie woningbouw te ontwikkelen, omdat er een verbetering van onderwijs in Utrecht moest plaatsvinden en dat daar budget voor nodig was. Gevraagd wordt waaraan de opbrengst wordt besteed. Voorts wordt gevraagd wat er voor de bewoners in de wijk tegenover staat. Wethouder Geldof antwoordt dat de grond in 1999 door de gemeente is aangekocht. Er is een grondexploitatie geopend. In 2007 is besloten dat er woningbouw plaatsvindt aan de Van Lieflandlaan. De kosten die zijn gemaakt moeten gedekt worden. Wethouder Everhardt merkt op dat voormalig wethouder Isabella destijds heeft gezegd dat als er iets ontwikkeld wordt het een financieel vraagstuk is en er een tegenbegroting moet worden opgesteld. De stad groeit en het college ziet mogelijkheden om op de locatie Van Lieflandlaan woningen te ontwikkelen. Deze ontwikkeling heeft volgens wethouder Everhardt een toegevoegde waarde voor de stad. 2. Presentatie nota van uitgangspunten Tanja Lazaridis (stedenbouwkundige) geeft een presentatie. In de vastgestelde nota van uitgangspunten is bepaald dat: • Er woningen gebouwd moeten worden • Het woonmilieu moet aansluiten op de omgeving • Er maximaal 38 woningen gebouwd mogen worden • Er een plantsoen/speelplek gerealiseerd moet worden voor de huidige en toekomstige bewoners • De bomen aan de zuidzijde van het plangebied behouden moeten blijven. Aan deze uitgangspunten wil de gemeente vasthouden maar hoe het precies in het plan vorm wordt gegeven, wordt niet voorgeschreven. Door de diverse soorten bebouwing in de omgeving en doordat het gebied geen onderdeel uitmaakt van de hoofdstructuur is het mogelijk om hier meer ruimte te bieden ten aanzien van de opzet van het gebied en het type bebouwing. De gemeente wil de omwonenden meer ruimte geven voor het leveren van inbreng. De bewoners zullen actiever worden betrokken. Daarnaast zal er meer flexibiliteit worden geboden aan de marktpartijen. Door de gekozen werkwijze is er ruimte om invulling te geven aan de opmerkingen die staan in het twee kolommenstuk van destijds (zoals ontsluiting, inrichting terrein, bomen en betrokkenheid) en aan punten die in het biedboek (speelplaats voor buurt, woningbouw passend bij karakter van de buurt, senioren en gezinnen) door bewoners naar voren zijn gebracht. 2/8
Ruimtelijke en Economische ontwikkeling Gebieden en Projecten en Juridische Zaken RO Datum
Verslag informatiebijeenkomst 24 juni 2015
Het plangebied is wat kleiner gemaakt. In de oude NvU kaart was de mogelijkheid voor de herinrichting van Blijstralaan als optie meegenomen. De Blijstralaan ligt nu buiten het plangebied. Er komt minimaal 500 m2 aaneengesloten gebied voor spelen en groen maar hoe en waar het wordt ingevuld is niet vastgesteld. Wel is bepaald dat het ook een verblijfsplek moet worden voor de buurt. Deze plek moet een impuls geven voor de bestaande buurt. Aan de zijde van de Meester Tripkade mag over een strook van 8 meter breed maximaal 3 meter hoog worden gebouwd. In de zones aan de andere randen mag over een breedte van 5 meter breed geen gebouwen komen . PM: Naar aanleiding van deze opmerkingen over het verschil in bouwhoogte aan de
westzijde in relatie tot de bouwhoogte aan de oostzijde, heeft de gemeente de situatie opnieuw bestudeerd. Er wordt nu ook aan de westzijde een zone ter hoogte van de bestaande woningen opgenomen waar een lagere bouwhoogte van 3 meter zal gelden. De breedte van deze zone wordt 3 meter. De zone A, waar geen gebouwen zijn toegestaan, blijft 5 meter breed. Vanaf het bestaande achterpad gemeten is de afstand minimaal 8 meter Deze wijziging wordt op de uitgangspuntenkaart verwerkt en bij de tenderstukken gevoegd.
De buurtbewoners stellen dat de school erg verpaupert. De ramen worden ingegooid. De buurt verslechtert. Tanja Lazaridis antwoordt dat de school eigendom is van de gemeente en op termijn een nieuwe gebruiker gaat krijgen. De school valt buiten de scoop van dit project. De buurtbewoners stellen dat het gebied niet goed ontwikkeld kan worden, wanneer er niets wordt gedaan aan de school. Kaspar Ulrich antwoordt dat uitgezocht is of de school kan worden betrokken bij het project, maar de beheerder van de school, de afdeling Vastgoed van de gemeente, heeft gemeld dat de school in de toekomst weer in gebruik wordt genomen voor onderwijsdoeleinden. Antoniek Vermeulen zegt toe dat het projectteam uitzoekt wat er gaat gebeuren met de school. Het projectteam koppelt deze informatie terug aan de bewoners. PM: de school blijft behouden voor
onderwijsdoeleinden en zal voor ingebruikname worden gerenoveerd. De verwachting is dat dit begin/medio 2016 gereed zal zijn. Opgemerkt wordt dat bewoners zich met name ’s avonds rond de school onveilig voelen. Er moet een auto-ontsluiting komen aan de noordwestzijde. Aan de zuidzijde moet minimaal een ontsluiting komen voor langzaam verkeer. Waar deze ontsluitingen voor langzaamverkeer exact komen te liggen is niet omschreven. Gevraagd wordt waarom aan de Meester Tripkade over een strook van 8 meter maar gebouwd mag worden over 1 laag en aan de andere zijde over 3 lagen. Bewoners merken op niet te begrijpen waarom de gemeente hierin een onderscheid maakt Tanja Lazaridis antwoordt dat dit is overgenomen uit de oude nota van uitganspunten. Aan de zijde van de Reinder Blijstralaan staan grote bomen die het zicht ontnemen op de nieuwe woningen. PM: Naar aanleiding van deze opmerkingen over het verschil in bouwhoogte aan de westzijde in relatie
tot de bouwhoogte aan de oostzijde, heeft de gemeente de situatie opnieuw bestudeerd. Er wordt nu ook aan de westzijde een zone ter hoogte van de bestaande woningen opgenomen waar een lagere bouwhoogte van 3 meter zal gelden. De breedte van deze zone wordt 3 meter. De zone A (westzijde), waar geen gebouwen zijn toegestaan, blijft 5 meter breed. Vanaf het bestaande achterpad gemeten is de afstand minimaal 8 meter Deze wijziging wordt op de uitgangspuntenkaart verwerkt en bij de tenderstukken gevoegd.
Opgemerkt wordt dat in de inleiding staat dat de bomen een meerwaarde hebben voor het gebied. Verderop staat dat 40 bomen gekapt moeten worden en ook dat in verband met het ophogen van de grond bomen dood kunnen gaan. 3/8
Ruimtelijke en Economische ontwikkeling Gebieden en Projecten en Juridische Zaken RO Datum
Verslag informatiebijeenkomst 24 juni 2015
Tanja Lazaridis merkt op dat het uitgangspunt is om zoveel als mogelijk bomen te behouden. De marktpartij die hier een goede invulling aan geeft, zal hier goed op scoren bij het beoordelen van de plannen. Tanja Lazaridis licht toe dat de kwaliteit van de openbare ruimte heel belangrijk is. Daarom is gesteld dat er vanuit de nieuwe woningen zicht op de openbare ruimte moet zijn. Het moet een levendige openbare ruimte worden. Achterkanten van woningen grenzend aan de hoofdstructuur van het openbaar gebied zijn daarom niet toegestaan. De openbare ruimte heeft met name een verblijfsfunctie en een groen karakter. Parkeren is hieraan ondergeschikt. Voor het bepalen van het aantal parkeerplekken geldt de nota Stallen en Parkeren. Uitgangspunt is dat een derde van de woningen een parkeerplek krijgt op eigen terrein. Er geldt een 30 kilometer per uur regime. Opgemerkt wordt dat uit ervaring is gebleken dat het groen en ook de stegen achter de woningen door scholieren worden gebruikt als hangplek. Gevraagd wordt hoe de gemeente dit gaat voorkomen. Tanja Lazaridis antwoordt dat niet is te voorkomen dat scholieren gebruik maken van het openbaar groen. Wanneer er zich een school vestigt in het leegstaande gebouw, dienen er afspraken te worden gemaakt te worden met de school. Elders hebben we daar goede ervaringen mee. Gesteld wordt dat de gemeente ook een verantwoordelijkheid heeft. Er wordt nu al gedeald en de bewoners voelen zich niet veilig met name in de omgeving van het schoolgebouw. Tanja Lazaridis merkt op dat de gemeente wil voorkomen dat er onveilige plekken worden gecreëerd. Zij begrijpt de zorg die de bewoner uitspreekt. Antoniek Vermeulen merkt op dat ook dit signaal meegegeven wordt aan degenen die zich binnen de gemeente bezighouden met de ontwikkeling van de school. Een aanwezige merkt op dat de bewoners gevraagd worden mee te denken over de invulling van het gebied maar er is spanning tussen wat gerealiseerd wordt en de problemen die voorzien worden als in het schoolgebouw weer een school is gevestigd. Wethouder Everhardt antwoordt dat in de stad Utrecht meer wijken, meer inwoners en meer scholen zijn. De school die zich op deze locatie zal vestigen moet goed samenwerken met de buurt. Dat vraagstuk speelt ook elders in Utrecht. De openbare ruimte maakt onderdeel uit van de planvorming. De bewoners worden gevraagd om mee te denken hoe dit in te vullen, zodat een prettige leefomgeving zal ontstaan. Gevraagd wordt of er een idee is over de prijs en het soort woningen. Tanja Lazaridis antwoordt dat er maximaal 38 woningen gebouwd kunnen worden van 3 bouwlagen. Er is geen minimum aantal gesteld. PM: De prijs van de woningen is afhankelijk van het plan dat wordt
uitgewerkt en zal door de ontwikkelaar worden bepaald. Opgemerkt wordt dat een groenvoorziening van 500 m2 weinig is in vergelijking met andere wijken zoals Overvecht. De bewoners willen meer groen in de wijk. In het biedbook hebben zij hier aandacht voor gevraagd. Tanja Lazaridis antwoordt dat in de nota van uitgangspunten staat dat er minimaal 500 m2 groen moet worden gerealiseerd. 500 m2 is voldoende om een speelplek of trapveldje te realiseren. Gevraagd wordt of de bomen op de Meester Tripkade behouden blijven. Tanja Lazaridis antwoordt dat het uitgangspunt is om zoveel als mogelijk bomen te behouden. Gevraagd wordt of er wel woningen gebouwd kunnen worden gelet op de geluiden afkomstig van de spoorlijn. Tanja Lazaridis antwoordt dat voldaan moet worden aan de geluidnota. Het plaatsen van een scherm is niet nodig. 4/8
Ruimtelijke en Economische ontwikkeling Gebieden en Projecten en Juridische Zaken RO Datum
Verslag informatiebijeenkomst 24 juni 2015
Gevraagd wordt waarom aan de ene zijde van het gebied de bebouwing maar 1 laag hoog mag zijn en aan de andere zijde 3 lagen. Tanja Lazaridis antwoordt dat in de nota van uitgangspunten 2007 al zo is opgenomen. Er was al een verkavelingsopzet gemaakt en daar zijn deze hoogten destijds aan gekoppeld. Aan de zijde van de Reinder Blijstralaan waar 3 lagen gebouwd mogen worden, staan hogere bomen. Voor een aantal aanwezigen is dit antwoord onbevredigend. Zij willen een andere verdeling van de hoogten van de woningen. Antoniek Vermeulen stelt voor dat de gemeente uitzoekt wat destijds de overwegingen waren om verschillen in bouwhoogten te benoemen in de nota van uitgangspunten. Het antwoord wordt opgenomen in het verslag. Zie de voorgaande PM hierover. Gevraagd wordt hoe groot het totale plangebied is. Kaspar Ulrich antwoordt 8185 m2. Gevraagd wordt wat wordt bedoeld met ‘het parkeren is ondergeschikt aan het groen’. Tanja Lazaridis antwoordt dat de gemeente het belangrijk vindt dat de openbare ruimte niet wordt gedomineerd door geparkeerde auto’s. Het gebied moet een uitstraling krijgen van een verblijfsgebied.
Gevraagd wordt hoeveel parkeerplaatsen er aangelegd moeten worden. De zorg is dat er onvoldoende parkeerplaatsen worden aangelegd en dat de bewoners parkeren in de omliggende straten. Tanja Lazaridis antwoordt dat er geen aantal is genoemd. Er staat vermeld dat voldaan moet worden aan de nota Stallen en Parkeren van de gemeente en dat het parkeren in het plangebied opgelost moet worden. 3. Tender/aanbesteding Kaspar Ulrich licht toe dat de normale procedure is dat de gemeente een tender uitschrijft en dat de gemeente door middel van een voorselectie bepaalt welke partijen worden uitgenodigd om een plan uit te werken. En dat de gemeente uiteindelijk bepaalt welk plan het winnende plan is. In een normale procedure speelt het grondbod bij de selectie een rol. De gemeente wil voor deze tender afwijken van deze procedure. De gemeente nodigt partijen uit om zich in te schrijven voor deze ontwikkeling. Partijen hebben tot 1 september 2015 de tijd om zich in te schrijven. De gemeente (ambtelijke commissie) selecteert vervolgens rond 10 september 2015 drie partijen op basis van een aantal kwaliteiten (zogenaamd technische toets). De 3 partijen die het beste uit deze voorselectie komen mogen een plan uitwerken. Deze plannen worden voorgelegd aan de bewoners en de bewoners kunnen hun voorkeur uitspreken voor het beste plan. PM: in tegenstelling
tot genoemde planning zal de tender pas na de zomervakantie worden opgestart. Partijen krijgen dan tot circa half oktober de tijd om zich in te schrijven. Daarna krijgen 3 partijen circa 2 maanden de tijd om een plan te maken. Het traject waarbij omwonenden op een plan kunnen stemmen zal vermoedelijk begin februari 2016 worden opgestart. De • • •
kwaliteiten waarop bij de voorselectie geselecteerd wordt zijn: Inschrijver heeft voldoende ontwerpkwaliteit Duurzaamheidsambitie Een communicatie – participatieplan; de ontwikkelaar moet aangeven hoe zij denken de bewoners bij het ontwerpproces te betrekken.
Er zal geen selectie plaatsvinden op basis van de grondprijs. Er is een marktconforme grondprijs vastgesteld. Omdat de hoogte van de grondbieding geen rol speelt bij de selectie verwacht de gemeente dat ontwikkelaars daardoor een beter plan kunnen aanbieden omdat zij meer ruimte hebben voor het toevoegen van extra kwaliteit in het plan.
5/8
Ruimtelijke en Economische ontwikkeling Gebieden en Projecten en Juridische Zaken RO Datum
Verslag informatiebijeenkomst 24 juni 2015
De drie partijen die zijn geselecteerd krijgen ongeveer twee maanden de tijd om een plan te ontwerpen. De gemeente beoordeelt vervolgens of de plannen voldoen aan de vooraf meegegeven randvoorwaarden uit de tender. De gemeente geeft verder geen oordeel over de plannen. De plannen die aan de randvoorwaarden voldoen, worden eind 2015/begin 2016 aan de buurt gepresenteerd. De bewoners krijgen vervolgens de gelegenheid een stem uit te brengen op het plan dat zij het beste vinden. PM: Het traject waarbij omwonenden op een plan kunnen stemmen zal vermoedelijk begin
februari 2016 worden opgestart. De uitslag van de stemming wordt voorgelegd aan het college. Indien blijkt dat onjuiste informatie is verstrekt die van belang is voor het plan, dan wel dat er op andere punten voor de gemeentelijke onoverkomelijke bezwaren bestaan (bijvoorbeeld dat een aantal bewoners onevenredig wordt benadeeld) dan zal de betreffende ontwikkelaar alsnog afvallen. Om de plannen op een vergelijkbare wijze te kunnen beoordelen zullen de ontwikkelaars gevraagd worden een zelfde format van het bouwplan in te dienen, een functioneel ontwerp te maken van de openbare ruimte alsmede een maquette te maken en een bezonningsstudie. Per gemeentelijk woonadres mag één stem op één van de drie plannen worden uitgebracht. Wanneer op een plan evenveel gestemd wordt, dan volgt loting. Stemmen mogen de bewoners van het witte wijk, de woonwagenlocatie en een deel van de Meester Tripkade. De plannen zullen eerst op de website worden geplaatst en daarna volgt nog een informatieavond waarop de ontwikkelaars hun plannen nader kunnen toelichten. De gemeente verwacht in januari 2016 een koopovereenkomst te kunnen sluiten met de winnende ontwikkelaar. PM: naar verwachting wordt dat nu februari 2016. Daarna zal het plan verder worden uitgewerkt en houdt de winnaar omwonenden betrokken op basis van het participatieplan. Na de zomer 2016 zal naar alle waarschijnlijkheid de omgevingsvergunning worden aangevraagd. De gemeente moet een nieuw bestemmingsplan opstellen. Wanneer dit alles is geregeld dan start de bouw begin 2017. De bouwtijd wordt geschat op 1 jaar. De gemeente werkt het inrichtingsplan van de openbare ruimte uit en legt na realisatie van de nieuwbouw de openbare ruimte aan (eind 2017/begin 2018). Gevraagd wordt waarom niet als criterium is opgenomen dat de ontwikkelaars ervaring hebben met het ontwikkelen van een plan samen met bewoners. Kaspar Ulrich antwoordt dat dit bij de voorselectie wordt beoordeeld, bij het in te dienen participatieplan (selectiecriterium). De partij die meer ervaring heeft op dit aspect en met een goed voorstel komt zal meer punten toegekend krijgen. Gevraagd wordt of partijen die 20 woningen wil bouwen door de selectie komen. Kaspar Ulrich antwoordt dat de gemeente bij de voorselectie niet op plannen toetst. Als één van de 3 geselecteerde partijen met een plan komt met minder woningen, maar dat wel voldoet aan de meegegeven randvoorwaarden uit de tender, dan wordt dat plan ter beoordeling aan de bewoners voorgelegd. Op een vraag van bewoner antwoordt Kaspar Ulrich dat de plannen moeten voldoen aan de EPCnormen. De eisen zijn in de afgelopen jaren aangescherpt en de gemeente heeft nog strengere eisen geformuleerd. De luchtkwaliteit mag niet in betekende mate verslechteren door dit bouwplan/de verkeerstoename. De woningen zouden aangesloten kunnen worden op stadsverwarming. De gemeente verwacht dat de ontwikkelaars de ambitie zullen formuleren om duurzame woningen te realiseren, bijvoorbeeld nul op de meter. Wethouder Everhardt vult aan dat de ontwikkelaars hier punten op kunnen scoren.
6/8
Ruimtelijke en Economische ontwikkeling Gebieden en Projecten en Juridische Zaken RO Datum
Verslag informatiebijeenkomst 24 juni 2015
Gevraagd wordt hoe geborgd wordt dat de ontwikkelaar iets doet met de opmerkingen van de bewoners. Kaspar Ulrich antwoordt dat het verslag van de informatieavond bij de tenderstukken wordt gevoegd en dat de ontwikkelaars een participatieplan zullen moeten maken. Een goed participatieplan zal op dit soort aspecten ingaan. De ontwikkelaar wordt gehouden aan het participatieplan dat hij bij de voorselectie heeft gemaakt. Gevraagd wordt hoeveel tijd de bewoners hebben om de plannen te bestuderen. Het gevoel leeft dat de bewoners alleen kunnen kiezen en geen inspraak hebben over de planontwikkeling (voor en na het keuzemoment). De participatie is volgens een bewoner een wassen neus. Bewoners worden tegen elkaar uitgespeeld. Kaspar Ulrich merkt op dat de ontwikkelaars moeten aangeven hoe zij de participatie vorm willen geven. De gemeente heeft hier geen vastomlijnd plan voor. Dit is nou juist één van de beoordelingscriteria waar ontwikkelaars op worden geselecteerd. En omdat niet de gemeente, maar de bewoners middels stemming hun voorkeur voor het beste plan uitspreken, is het de verwachting dat ontwikkelaars met voorstellen komen voor bewonersparticipatie. De ontwikkelaars zouden bijvoorbeeld bijeenkomsten kunnen beleggen met de buurtbewoners om te horen welke wensen er bij hen leven en deze inbreng gebruiken bij de planuitwerking. De bewoners zouden ook een wensenlijst kunnen opstellen en aan de ontwikkelaars overhandigen. Gevraagd wordt of de gemeente de grond in erfpacht uitgeeft. Kaspar Ulrich antwoordt dat de gemeente de grond verkoopt, m.u.v. de nieuwe openbare ruimte. Gevraagd wordt of transparantie kan worden gegeven over de beoordelingscriteria en de puntentoedeling van de voorselectie. Dat wordt bekend zodra de tenderstukken openbaar zijn. Opgemerkt wordt dat het proces zoals wordt voorgesteld ook voor de gemeente nieuw is. Gevraagd wordt of dit plan een proefkonijn is voor de gemeente. Wethouder Geldof antwoordt dat het een nieuw traject is in het kader van Utrecht maken we samen. De ontwikkelaars hoeven niet te concurreren op prijs, de grondprijs staat vast. Het participatieverhaal is een belangrijk criterium. Het plan moet met de buurt worden vormgegeven. Het plan waar de meerderheid van de bewoners voor kiest zal worden gerealiseerd, tenzij er wettelijke belemmeringen zijn. Wethouder Geldof wil het woord proefkonijn niet gebruiken. Gekeken wordt hoe samen met bewoners een gebiedsontwikkeling mogelijk kan worden gemaakt. Uiteindelijk zullen de ontwikkelaars zelf moeten aangeven hoe zij met de bewoners willen omgaan. Gevraagd wordt wat er gebeurt als de buurt geen van de drie plannen kiest of als er plannen worden voorgelegd waar de buurt zich niet in kan vinden. Kaspar Ulrich antwoordt dat de plannen die aan de tendervoorwaarden voldoen aan de buurt worden voorgelegd. Als er geen stem wordt uitgebracht eindigen de plannen gelijk en zal er geloot worden. Wethouder Geldof antwoordt dat in 2007 het besluit is genomen om het plan te ontwikkelen. Er moet een opbrengst worden gegenereerd. De gemeente zet in op een participatietraject. Gemonitord wordt of de ontwikkelaars zich hieraan houden. De wethouder vindt dat deze aanpak een kans moet krijgen. De raad zal ook volgen hoe het proces verloopt. Zij zijn over deze aanpak middels een brief geïnformeerd. Het staat iedereen vrij om de raadsleden te benaderen. Op de vraag of het huidige bestemmingsplan moet worden aangepast, wordt bevestigend geantwoord. De bewoners vinden het noodzakelijk dat meer problemen in het gebied worden opgelost zoals het dealen in de wijk, de geluidsoverlast door studenten, kinderen die over de straat rennen bij het voetbalveldje etc.
7/8
Ruimtelijke en Economische ontwikkeling Gebieden en Projecten en Juridische Zaken RO Datum
Verslag informatiebijeenkomst 24 juni 2015
Betreurd wordt dat de gemeente wel budget vindt voor de Tour de France, het oplossen van het lek in TivoliVredenburg etc. en dat ten aanzien van dit project geen concessies worden gedaan. De bewoners hebben jarenlang duidelijk gemaakt wat hun wensen zijn en daar wordt niets mee gedaan. Wethouder Geldof antwoordt dat er een besluit tot gebiedsontwikkeling is genomen. Op dat besluit wordt niet teruggekomen. Er is behoefte aan meer woningen en dat kan door het verdichten in de bestaande stad. 4. Afsluiting Antoniek Vermeulen merkt op dat het verslag van deze avond wordt verstrekt aan de ontwikkelaars. Zij bedankt de aanwezigen voor hun komst en inbreng. Zij sluit het overleg om 21.25 uur.
8/8