Wijk bij Duurstede, 2 juli 2014
Betreft: Avond van de raad 8 juli 2014
aan de leden van de raad, de steunfractieleden en de collegeleden
behandeld door: ons kenmerk: afschrift aan: aantal bijlagen:
Geachte heer/mevrouw, Hierbij treft u de stukken aan voor de Avond van de raad op Dinsdag 8 juli 2014. Graag nodig ik u uit om bij de Avond van de Raad aanwezig te zijn.
Met vriendelijke groet,
Tjapko Poppens voorzitter gemeenteraad
gemeentehuis: Karel de Grotestraat 30 postadres: Postbus 83, 3960 BB Wijk bij Duurstede t: 0343-595595 f: 0343-595599 e:
[email protected] w: www.wijkbijduurstede.nl
Anja van Wees Grif/20140701 verzendlijst raad 1
Agenda 8 juli 2014 Raadsvergadering 1. Opening 2. Vaststelling van de agenda 3. Spreekrecht
19.30 uur
19.45 uur Debatpunt 1 4. Kadernota 2015 – 2018 a. Algemene beschouwingen (vormvrij en maximaal vijf minuten per fractie, geen interrupties) b. Reactie van de portefeuillehouders (geen interrupties) 20.30 uur c. Debat over diverse punten die vanuit de algemene 20.45 uur beschouwingen naar voren worden gedragen (worden ter plekke door voorzitter en griffier geïnventariseerd) d. Besluitvorming 21.45 uur Debatpunt 2 5. Voorjaarsnota 2014 (debat n.a.v. voorbespreking 10 juni)
22.00 uur
Overige besluitvorming 6. Jaarrekening en Jaarverslag 2013 7. Wet Markt en Overheid 8. Verslagen Avond van de Raad 13 mei 2014 en voorbesprekingen 10&24 juni 2014 9. Sluiting
22.45 uur
23.00 uur
Wijk bij Duurstede, 27 juni 2014 betreft: agendapunt 4 raadsvergadering 8 juli 2014 Behandelmemo
Van: agendacommissie Aan: raads- en steunfractieleden Betreft Kadernota 2015 - 2018 Doel activiteit Oordeels- en besluitvorming
behandeld door: M.A.C. van Esterik Toestelnummer:
595 584
Toelichting Naar aanleiding van de voorbespreking over de Kadernota 2015-2018 en de nog toegezegde informatie heeft het college in overleg met de agendacommissie de nadere informatie verwerkt in een aangepast raadsvoorstel. Op deze manier heeft u als gemeenteraad in een document de meest recente informatie beschikbaar. Er wordt nu onder meer ook een procesvoorstel gedaan m.b.t. het invullen van de bezuinigingen. De behandeling van de Kadernota is dit jaar, door de andersoortige inhoud van het document, anders dan u gewend bent. Een uitgebreid debat n.a.v. de verschillende algemene beschouwingen lijkt minder voor de hand liggend. Via de algemene beschouwingen kunnen de fracties zaken meegeven aan elkaar en het college. Daar waar debatpunten naar voren komen, wordt uiteraard ruimte geboden aan het debatteren met elkaar. Aan het eind van de bespreking van de Kadernota wordt u gevraagd met de voorgestelde beslispunten in te stemmen. Wijze van behandelen Algemene beschouwingen (vormvrij, dus kan als een presentatie, met alleen beelden of welke vorm dan ook en kan gaan over de inhoud en/of over het geschetste proces) 1. Kadernota 2015 – 2018 a. Algemene beschouwingen (vormvrij en maximaal vijf minuten per fractie, geen interrupties) b. Reactie van de portefeuillehouders (geen interrupties) c. Debat over diverse punten die vanuit de algemene beschouwingen naar voren worden gedragen (worden ter plekke door voorzitter en griffier geïnventariseerd) d. Besluitvorming
Mee te sturen stukken bij het behandelmemo Nieuw raadsvoorstel Kadernota 2015-2018 (reeds in uw bezit) Ter inzage liggende stukken - Kadernota 2015-2018 (reeds in uw bezit) - B&W-rapport Portefeuillehouder: allen Technische vragen: de heer
[email protected] en in cc aan de griffie
1
Raadsvergadering, 8 juli 2014
Voorstel aan de Raad
Nr.: 20140708 4 RV Agendapunt: 4 Datum: 07012014
Onderwerp: Kadernota 2015-2018 Onderdeel raadsprogramma: Financiën Portefeuillehouder: Hans Marchal
Voorgesteld besluit 1. Instemmen met de in de kadernota 2015-2018 opgenomen uitgangspunten, speerpunten en het bijgestelde financieel perspectief; 2. Kennis nemen van de vereiste investeringen voortkomend uit de autonome ontwikkelingen en nieuw beleid; 3. Instemmen met het voorgestelde ombuigingsproces en het college opdracht geven om samen met partners en raad ombuigingsrichtingen te inventariseren voor een bedrag van € 0,8 miljoen, leidend tot een sluitende begroting 2015-2018. Korte samenvatting Voor u ligt de kadernota, in een jaar van het aantreden van een nieuwe coalitie. Het door SP, GroenLinks, PCG en PvdA opgestelde coalitieakkoord beslaat de periode 2014-2018. Basis hiervoor is enerzijds het coalitieakkoord met de hoofdlijnen en richtingen van het college en anderzijds een beschrijving van de autonome ontwikkelingen. In de komende periode naar de begroting werken wij aan een nadere prioritering in de jaren en detaillering van onze weergegeven hoofdlijnen. Zoals op 10 juni in de voorbespreking aangegeven informeren wij u hierbij over het komende begrotingsproces met specifieke aandacht voor de financiële status van onze gemeente. De focus ligt hierbij op de volgende onderdelen: 1. Doorkijk naar onze gemeentelijke speerpunten vanuit het coalitieprogramma; 2. Inzage in onze financiële positie en taakstellingen; 3. Het proces van ombuigingen Focus, inzicht en richting bepalen, samen met u In de kadernota hebben wij aangegeven dat wij op een andere manier willen besturen. Als college willen wij de titel van ons coalitieakkoord ´Samenleving en gemeente samen sterk´ kracht bij zetten en de daad bij het woord voegen. Dat betekent dat wij direct bij de aanvang van het begrotingsproces de open dialoog zoeken met u en de partijen in de samenleving. We willen aan de voorkant en in samenwerking de plannen ontwikkelen. We kunnen en willen het namelijk niet alleen. Dat betekent dat we van alle partijen direct aan het begin betrokkenheid en inbreng vragen. Zowel op de inhoudelijke keuzen van ons college als in het proces van de ombuigingen. De urgentie is hoog en onze financiële positie niet rooskleurig. We zullen alle
zeilen bij moeten zetten om tot een degelijk en gezond huishoudboekje te komen. Het is onze ambitie om daarvoor een zo breed mogelijk draagvlak te creëren. Wij willen Wijk voor en met elkaar zijn. 1. Onze speerpunten van beleid In ons coalitieakkoord zijn wij uitgebreid ingegaan op de visie van het college en onze ambities voor de komende vier jaar. Sinds ons aantreden op 13 mei jongstleden zijn we als college aan de slag gegaan met de nadere invulling van het coalitieakkoord. Dit heeft geresulteerd in een aantal voorlopige speerpunten. In de kadernota hebben we onze uitgangspunten voor de nieuwe programmabegroting opgenomen. Belangrijk daarin is dat we meer focus willen aanbrengen op die onderwerpen waar we het komende jaar op willen sturen. De speerpunten worden de komende zomerperiode nader uitgewerkt. Over de zogeheten “going concern” onderwerpen gaan we bewust minder informatie opnemen. Dat wil niet zeggen dat deze onderwerpen minder belangrijk zijn: we beschouwen ze meer als uitvoering. Uiteraard mag u er op vertrouwen dat afwijkingen gedurende het jaar op going concern via de reguliere rapportages gemeld en verantwoord zullen worden. In de voorbespreking van 10 juni hebben wij u toegezegd om een eerste proeve te geven van de uitwerking in onze speerpunten van beleid. In de komende periode werken wij deze speerpunten nader uit in de begroting. Met nadruk vermelden wij dat dit een eerste aanzet is. Maar wij willen u juist nu al graag uitnodigen tot een reactie en uw visie op onze speerpunten. In de nadere uitwerking nemen we die mee. Besluitvorming vindt plaats bij de behandeling van de begroting in oktober/november. Programma 1 Sociaal domein. Nieuwe taken waar mogelijk lokaal invullen Centraal thema van het programma Sociaal domein is het bevorderen en faciliteren van de participatiesamenleving in Wijk bij Duurstede. Uitgangspunt is dat de meeste inwoners van Wijk bij Duurstede zichzelf prima redden. De rol van de gemeente is hier vooral om hen te stimuleren mee te denken en mee te doen, en voorts om zich nuttig te maken door bijvoorbeeld vrijwilligerswerk te verrichten. Ook preventie-activiteiten worden hier ingezet, bijvoorbeeld met voorlichting van jongeren over genotmiddelen en voorlichting over een gezonde leefstijl. Voor die inwoners die, al dan niet tijdelijk, niet (helemaal) mee kunnen doen, wil de gemeente als schild dienen. Maar ook hier geldt dat eerst gekeken wordt met de client naar wat hij/zij nog wel kan of wat mogelijk is via het eigen netwerk. Daarna wordt ingezoomd op het inzetten van algemene voorzieningen (welzijn, vrijwillige diensten) en daarna kan desgewenst (ook) zwaardere zorg of ondersteuning aangevraagd worden. De belangrijkste speerpunten in het programma zijn: • Speerpunt wmo/Jeugd/Welzijn • Speerpunt volksgezondheid en milieu • Speerpunt onderwijs • Speerpunt sport Programma 2 Economisch domein, Versterken en kansen beter benutten. Het hoofddoel van programma 2 is het benutten van kansen welke er door de unieke ligging van Wijk bij Duurstede aan het water, met een aantrekkelijke binnenstad en een aantrekkelijk
2
buitengebied worden geboden. De kansen moeten benut worden in samenhang met elkaar. De verbindende factor van het programma is Citymarketing. De belangrijkste speerpunten in het programma zijn: • Speerpunt economie • Speerpunt werkgelegenheid • Speerpunt buitengebied • Speerpunt toerisme en vrije tijd • Speerpunt wijkgericht werken Programma 3 Ruimtelijk domein, Bouwen aan de toekomst. Dit programma betreft de ontwikkeling, het beheer en het onderhoud van de openbare ruimte in de meest brede zin, inclusief woningbouw, huisvesting, bedrijven, milieubeleid, vergunningverlening en handhaving. Wij streven naar een veilige en duurzame leefomgeving waar inwoners zich thuis kunnen voelen. Bij beleidsvorming maar ook bij uitvoering zullen de inwoners actief betrokken worden. De belangrijkste speerpunten in het programma zijn: • Speerpunt ruimtelijke ordening • Speerpunt beheer openbare ruimte • Speerpunt duurzaamheid • Speerpunt verkeer Programma 4 Integrale Veiligheid, aandacht voor preventie en zorg in de buurt. Dit programma betreft de sociale en fysieke veiligheid in de gemeente. De gemeente heeft de regie over het lokale integrale veiligheidsbeleid. Dat wil zeggen dat de gemeente zodanig stuurt dat de diverse betrokken partijen op het terrein van veiligheid op een effectieve manier blijven samenwerken en met elkaar een aanvaardbaar niveau van veiligheid en leefbaarheid weten te realiseren. Wijk bij Duurstede is een relatief veilige gemeente en behoort tot de 10% veiligste gemeenten van Nederland. Vrijwel voor alle delicten geldt dat de gemeente Wijk bij Duurstede lager scoort dan het landelijke en regionale gemiddelde. De doelstelling is dan ook dat de veiligheid ten minste op het huidige niveau gehandhaafd blijft, wijkgericht en in samenspraak met de inwoners. De gemeente vervult haar voortrekkersrol en speelt een actieve rol in de (regionale) samenwerking. Door ingrijpen aan de voorkant (preventie) wordt voorkomen dat er zwaar moet worden ingezet aan de achterkant (repressie). Alle schakels van de veiligheidsketen moeten worden benut om resultaat te kunnen bereiken. De veiligheidsaanpak is met lokaal maatwerk het meest effectief. Lokale sturing is dus van wezenlijk belang. De belangrijkste speerpunten in dit programma zijn: • Speerpunt sociale veiligheid • Speerpunt fysieke veiligheid • Speerpunt aanpak van kleine ergenissen
3
Programma 5 Financiën, Dienstverlening: met gezond verstand en het hart op de juiste plaats. Dit programma betreft de thema’s Financiën, Dienstverlening en Bedrijfsvoering van de gemeente. En omvat de financiële inrichting van het gemeentelijk apparaat, de kosten van de bedrijfsvoering, de heffing en inning van belastingen en de kosten en inkomsten gerelateerd aan de dienstverlening van de gemeente. De beschikbare middelen van onze gemeente lopen nog steeds terug. Het is de kunst om met dat gegeven tot een zodanige balans te komen dat onze diensten toch voldoende op maat verleend kunnen worden. We richten ons daarom op het verminderen van kosten door onze dienstverlening efficiënter uit te voeren en daar waar mogelijk te standaardiseren. Om hiermee ruimte te creëren voor maatwerk bij diensten waar dat nodig is. Onder het motto ‘Met gezond verstand en het hart op de juiste plaats’. Onder datzelfde motto kijkt de gemeente niet alleen naar de wijze waarop zij diensten verleent, maar zal zij zich ook bezinnen op welke diensten zij verleent. Moeten deze diensten in dit verandering van tijdperk nog wel door de gemeente worden geleverd, kan de dienst ook door een andere partij worden geleverd zonder dat we daarbij onze verantwoordelijkheid laten vallen en wat kan de gemeente doen om anderen in staat te stellen verantwoordelijkheid te nemen en invloed te hebben, zijn vragen die hierbij beantwoord zullen worden. Het middel wat hierbij gehanteerd wordt is de Wijkse Participatiematrix. Deze matrix ondersteunt het voeren van het gesprek over welke verantwoordelijkheid de gemeente voor een bepaalde taak heeft en welke invloed de gemeente wil of moet hebben op de uitvoering van die taak. Hieruit volgt vervolgens welke rol de gemeente met betrekking tot die taak idealiter op zich neemt. De belangrijkste speerpunten in dit programma zijn: • Speerpunt nastreven reële sluitende begroting • Speerpunt bedrijfsvoering • Speerpunt Dienstverlening 2. Onze financiële positie In de presentatie van de kadernota hebben wij u meegenomen in de financiële positie van onze gemeente. Ten tijde van het opstellen van de kadernota was de impact van de meicirculaire nog niet bekend. Bij de voorbespreking op 10 juni hebben wij u hierover reeds geïnformeerd. Hiermee veranderde het beeld van de financiële positie van gematigd positief naar negatief. In het coalitieakkoord was een eerste inschatting dat we een bedrag van € 500.000 moesten ombuigen. Uit onderstaande analyse na verwerking van de meicirculaire komen we tot een bedrag van ruim € 0,8 miljoen voor 2015 oplopend tot € 1 miljoen structureel in 2018. De urgentie wordt daarmee alleen maar groter om een zorgvuldig ombuigingsproces te doorlopen. Onderstaand geven wij u een meer uitgebreide doorkijk in onze financiële positie.
4
Bezuinigingsopgave begroting Begroting 2014-2017 (boek) Erratum begroting Museum Decembernota 2013 Kadernota 2015-2018 -Voorjaarsnota 2014 structureel effect -Autonome ontwikkelingen en nieuw beleid -Voordeel herijking algemene uitkering Saldo kadernota 2015-2018 Meicirculaire 2014 Gemeentefonds -Voordeel herijking algemene uitkering valt lager uit -Buitenonderhoud scholen gekort op algemene uitkering -Accres en overige mutaties meicirculaire Begrotingssaldo inclusief kadernota en meicirculaire Mutaties t.b.v. begroting 2015-2018 speerpunten uit het coalitieakkoord IBOR voorziening opbouwen vervangingsinvesteringen Buffer (op te bouwen op advies provincie) Taakstellende verkenning decembernota Stelposten Wachtgelden oud wethouders CAO (aanname 3%) Personeel,bovenformatief betrekken bij taakstelling organisatiekoers Indexering, autonome ontwikkelingen, taakstelling binnen de begroting vrijvallende lasten onderwijshuisvesting
2015 114.269 50.350-
2016 366.020 50.350120.000-
2017 71.08850.350190.000
2018 71.08850.350190.000
43.390108.606263.630 175.553
26.271228.088263.630 204.941
26.819295.638263.630 9.735
26.819317.053263.630 11.680-
145.000171.00066.000206.447-
28.000169.000166.000 173.941
30.000167.000234.000 46.735
27.000165.00018.000 185.680-
50.000-
100.000-
150.000-
pm 300.000-
pm 300.000-
pm 500.000-
150.00050.000pm 500.000-
88.000200.000pm pm -
63.000200.000pm pm 50.000
19.000200.000pm pm 75.000
200.000pm pm 100.000
Totaal ombuigingsopgave begroting 2015-2018
844.447-
439.059-
747.265-
985.680-
Onderstaand een korte toelichting op de bovenstaande mutaties: • Speerpunten uit coalitieakkoord: een eerste inschatting van de vereiste investeringen die voortkomen uit het coalitieakkoord. Hierbij is bijvoorbeeld inbegrepen de lasten voortkomend uit investeringen voor het integraal huisvestingsplan onderwijs; • IBOR voorziening opbouwen: de wens van het college om voor komende investeringen na 2018 (wegen, bruggen) een voorziening op de bouwen; • Buffer; betreft een op te bouwen buffer (€15 per inwoner) voor schommelingen in de algemene uitkering. Het college is echter van mening dat het financiële tij nu dermate slecht is dat een buffer vormen niet opportuun is; • Taakstellende verkenning; zoals opgenomen in de decembernota; • Wachtgelden oud wethouders: betreft de verplichting voor betaling van wachtgelden wethouders; • CAO; op dit moment zijn er onderhandelingen gaande voor een nieuwe cao. Wij schatten de verhoging van ambtenarensalarissen in op 3%. Taakstellende verkenning Wij vragen uw specifieke aandacht voor de taakstelling zoals die in de decembernota is opgenomen. Deze taakstelling ‘inhoudelijke verkenning’ liep al vooruit op de andere koers die we als gemeente gaan varen; met aandacht voor een andere indeling van de begroting, en ruimte voor het maken van fundamentele keuzes, met daarbij een andere rol voor de gemeente. Deze taakstelling betreft € 300.000 voor de jaren 2015 en 2016 oplopend tot € 500.000 voor de jaren 2017 en 2018. Deze nog in te vullen taakstelling koppelen wij aan de andere rol die we als gemeente willen nemen en zal integraal worden meegenomen in de ombuigingsopgave. In de voorbespreking op 10 juni jl hebben wij nadrukkelijk aangegeven de taakstellingen uit eerdere begrotingen te bezien op ‘ hardheid’. Zoals aangegeven wil het college ‘de pijn aan het begin van het traject nemen’. Het college heeft de afgelopen weken de taakstellingen 5
nader geanalyseerd in ‘harde’ en ‘zachte’ taakstellingen. Van een bedrag van circa € 150.000 is de haalbaarheid onzeker is. Het college ziet het als haar opdracht om deze “zachte” taakstellingen alsnog te realiseren danwel daarvoor alternatieven aan te dragen. Financiële ruimte Los van te inventariseren ombuigingsrichtingen heeft de gemeente een aantal autonome mogelijkheden die het begrotingstekort kunnen verminderen. Te denken valt hierbij aan het verhogen van gemeentelijke belastingen (max € 891.000 ). In de kadernota stond al vermeld dat door de daling van de afvalstoffenheffing de inwoner een lastenverlichting ondervindt, derhalve kan als dekking van het begrotingstekort een zelfde bedrag aan OZB verhoging worden doorgevoerd zodat de gemiddelde lastendruk voor onze inwoner gelijk blijft. Daarnaast levert de vrijval van budgetten voor onderhoud gebouwen onderwijs een structureel voordeel op. Deze vrijval is reeds in bovenstaande tabel verwerkt. Financiële ruimte inflatiecorrectie OZB 1,25% Mogelijke compensatie afvalstoffen: OZB Verdere verhoging OZB, totaal € 891.000. Totaal financiële ruimte
2015 37.000 200.000 654.000 891.000
2016 37.000 200.000 654.000 891.000
2017 37.000 200.000 654.000 891.000
2018 37.000 200.000 654.000 891.000
Risico’s en onzekerheden Zoals eerder aangegeven komt mede door de decentralisaties een groot financieel risico naar onze gemeente. Dit biedt veel onzekerheden richting onze gemeentelijke vermogenspositie. Specifiek de onzekerheid over de nieuwe taken, het open einde karakter en dalende rijksbudgetten geven de reële mogelijkheid dat de gemeente specifiek in de eerste jaren flink tekort kan komen. Daarnaast vermelden wij hier de opgenomen taakstelling precario kabels en leidingen. Wij gaan als college nog steeds vanuit dat de invoering van deze precarioheffing dit mogelijk is. Voor wat betreft de risico’s en onzekerheden nemen wij als uitgangspunt dat de bovenstaande risico’s vooralsnog als incidenteel kunnen worden aangemerkt. Sturing hierop is echter van groot belang. Voor de transities zijn hiervoor ook nadere afspraken gemaakt en zijn/worden modellen ontwikkeld. Bij onverhoopte tekorten vindt dekking plaats uit de reserve (bestemmingsreserve danwel algemene reserve). Daarna is er tijd om beleidsmatig bij te sturen op terugbrengen van de lasten. Dit betekent in dat geval dat we rekening moeten houden met een daling van onze reserves. Onze weerstandscapaciteit bedraagt € 7,5 miljoen. Houden we rekening met bestaande risico’s dan is er een bedrag van ruim € 3 miljoen beschikbaar als algemene reserve vrij aanwendbaar. (bron jaarrekening 2013). Onderstaand een overzicht van de risico’s: Risico's en onzekerheden Impact decentralisaties AWBZ Impact decentralisaties Jeugdzorg Impact decentralisaties Participatie Wegvallen inverdien effect WMO precario kabels en leidingen Totaal risico's
Samenvattend
6
2015 850.000300.000 304.000pm 854.000-
2016 850.000133.495 304.000-
2017 850.000104.369304.000-
2018 850.000294.660304.000-
1.020.505-
1.258.369-
1.448.660-
Zowel de bezuinigingsopgave als de inventarisatie van risico’s geven grote potentiële tekorten. De urgentie wordt daarmee alleen maar groter om een zorgvuldig ombuigingsproces te doorlopen en zo tijdig mogelijk bij te sturen. 2. Proces van ombuigingen We nemen u graag mee in onze aanpak van het ombuigingtraject. Deze ombuigingsoperatie is fors, in totaal ligt er een opgave van € 0,8 miljoen oplopend tot € 1mln in 2018. De urgentie is hoog, daar zijn alle partijen van overtuigd. Een klassieke benadering van bezuinigen die vooral gericht is op dingen minder doen of de kaasschaaf volstaat niet meer. We willen dingen anders doen waarin posities verschuiven van gemeente naar samenleving. Er wordt ruimte gevraagd voor eigen initiatief en verantwoordelijkheid. Samenwerken, netwerken en ondernemingszin van alle partijen is nodig om zaken echt te veranderen. Daar past niet bij dat de overheid van bovenaf keuzes oplegt. Maar juist de omgeving uitdaagt om met oplossingen en vernieuwende aanpakken te komen. Dat is wat ons betreft de basis voor het traject van de ombuigingen. Zoals in ons coalitieakkoord hanteren wij hier zeer bewust het uitgangspunt van actieve betrokkenheid van de samenleving en onze partners. Het college heeft er derhalve voor gekozen om open de gesprekken aan te gaan teneinde bezuinigingsrichtingen bespreekbaar te maken. Hierbij willen we aansluiten bij het lopende traject raad/college waarbij op basis van de participatiematrix de discussie kan worden aangegaan over de gewenste rol van de overheid bij taken of thema’s. De invullen van de financiële taakstelling is echter een nadrukkelijk doel, we moeten met elkaar deze klus klaren. Aanpak/uitvoering Begin september Het college organiseert op 9 september (23 september als reserve) een thema-avond. De inhoud zal voor een belangrijk deel worden bepaald langs de as van de begrotingsprogramma´s en de participatiematrix. Enerzijds gaat het om de inhoud, anderzijds om verschuiving in rollen en verantwoordelijkheden. Het doel van de avonden is om concrete en realistische voorstellen op te halen. Deelnemers van het gesprek zijn inwoners/organisaties/instellingen, ondernemers, raadsleden en ambtenaren. Zij voeren het debat met elkaar. Het college is hierbij uitnodigende partij en gespreksleider. Half september Op basis van de resultaten uit de gesprekken maakt het college een eigen bestuurlijke afweging en komt vervolgens met een voorstel richting raad met scenario’s en varianten waarin de raad uiteraard haar eigen keuzes maakt. Betrokken partijen worden in de tussentijd op de hoogte gehouden. De raad blijft daarmee goed in de volksvertegenwoordigende, kaderstellende rol en controlerende rol. Oktober/november Uiteindelijk zullen tijdens de begrotingsbehandeling de definitieve keuzes worden gemaakt. Het mag duidelijk zijn dat wij het als onze verantwoordelijkheid zien om een realistisch en financieel gezond huishoudboekje te presenteren. Zomerperiode In de zomerperiode bereidt het college de thema-avond(en) voor waarbij de participatiematrix en de indeling van de begroting als basis zal dienen.
7
Communicatie In de uitwerking van de bestuursopdracht zal met veel partijen worden samengewerkt. Dit wordt in de komende weken nader uitgewerkt. Financiën Dit raadsvoorstel bevat geen financiële besluiten, maar u stemt in met het financiële perspectief en met het proces van ombuigingen.
Bijlagen Kadernota Burgemeester en wethouders van Wijk bij Duurstede,
Wilma van de Werken secretaris
8
Tjapko Poppens burgemeester
Raadsbesluit
De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 07012014, nr. 20140708 4 RV
gelet op Financiele verordening gemeente Wijk bij Duurstede
besluit: 1. Instemmen met de in de kadernota 2015-2018 opgenomen uitgangspunten, speerpunten en het bijgestelde financieel perspectief; 2. Kennis nemen van de vereiste investeringen voortkomend uit de autonome ontwikkelingen en nieuw beleid; 3. Instemmen met het voorgestelde ombuigingsproces en het college opdracht geven om samen met partners en raad ombuigingsrichtingen te inventariseren voor een bedrag van € 0,8 miljoen, leidend tot een sluitende begroting 2015-2018.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van dinsdag 8 juli 2014 De raad voornoemd,
griffier,
9
voorzitter,
Kadernota 2015-2018
27 mei 2014
1
1.
LEESWIJZER..................................................................................................................................3
2. AANBIEDINGSBRIEF: WIJ(K) VOOR ELKAAR SAMENLEVING EN GEMEENTE SAMEN STERK ........................................................................................................................................3 3.
DOORKIJK NAAR DE FINANCIËLE POSITIE VAN ONZE GEMEENTE........................6 3.1 3.2 3.3 3.4
4.
FINANCIËLE IMPACT VAN AUTONOME ONTWIKKELINGEN ........................................................6 ONTWIKKELINGEN RICHTING DE BEGROTING 2015 ..................................................................7 SAMENVATTEND .......................................................................................................................8 RISICO’S EN ONZEKERHEDEN ....................................................................................................8
PROGRAMMA INDELING ........................................................................................................10 4.1 4.2 4.3 4.4 BUURT
4.5
SOCIAAL DOMEIN: NIEUWE TAKEN WAAR MOGELIJK LOKAAL INVULLEN ..............................10 ECONOMISCH DOMEIN; VERSTERKEN EN KANSEN BETER BENUTTEN .....................................21 RUIMTELIJK DOMEIN: BOUWEN AAN DE TOEKOMST ...............................................................24 INTEGRALE VEILIGHEID EN HANDHAVING: AANDACHT VOOR PREVENTIE EN ZORG IN DE 31 FINANCIEN: MET GEZOND VERSTAND EN HET HART OP DE JUISTE PLAATS .............................34
5. BIJLAGEN FINANCIELE INVESTERINGEN EN DOORVERTALING NAAR BEGROTING...........................................................................................................................................37 5.1
OVERZICHT VAN VEREISTE INVESTERINGEN UIT HOOFDE AUTONOME ONTWIKKELINGEN EN NIEUW BELEID EN EXPLOITATIELASTEN ................................................................................................37 5.2 OVERZICHT VAN LASTEN VOORTKOMEND UIT VEREISTE INVESTERINGEN .............................38 5.3 BIJLAGE NADERE UITWERKING AUTONOME INVESTERINGEN EN LASTEN ...............................39 5.4 BIJLAGE RISICO’S EN ONZEKERHEDEN ....................................................................................43 6. BIJLAGEN FINANCIËLE UITGANGSPUNTEN TEN BEHOEVE VAN DE BEGROTING...........................................................................................................................................44 6.1 ALGEMENE UITGANGSPUNTEN MEERJARENBEGROTING 2015– 2018 ....................................44 6.2 DECEMBERCIRCULAIRE EN ALGEMENE UITKERING ................................................................46 6.3 MEICIRCULAIRE ......................................................................................................................47 6.4 OVERIGE FINANCIËLE OVERWEGINGEN ..................................................................................47 6.5 BEGROTINGSCIRCULAIRE PROVINCIE UTRECHT,BEHORENDE BIJ BRIEF VAN DE PROVINCIE UTRECHT VAN 17 FEBRUARI 2014.........................................................................................................47 7.
BIJLAGEN OVERIG....................................................................................................................54 7.1 7.2
BIJLAGE: STURING OP GEMEENSCHAPPELIJKE REGELINGEN ..................................................54 OVERIGE ONTWIKKELINGEN ...................................................................................................57
2
1. Leeswijzer De opbouw van deze kadernota is gebaseerd op de indeling van het coalitieakkoord. In hoofdstuk 3 wordt in gegaan op de financiële positie van onze gemeente, in hoofdstuk 4 wordt programmatisch ingegaan op de speerpunten van het college aangevuld met autonome ontwikkelingen.
2. Aanbiedingsbrief: Wij(k) voor elkaar Samenleving en gemeente
samen sterk Inleiding Voor u ligt de kadernota, in een jaar van het aantreden van een nieuwe coalitie. Het door SP, GroenLinks, PCG en PvdA opgestelde coalitieakkoord beslaat de periode 2014-2018. In deze kadernota zijn vooralsnog alleen de grote lijnen en richtingen van ons college weergegeven. Basis hiervoor is enerzijds het coalitieakkoord met de hoofdlijnen en richtingen van het college en anderzijds een beschrijving van de autonome ontwikkelingen. In de komende periode naar de begroting werken wij aan een nadere prioritering en detaillering van onze weergegeven hoofdlijnen. De vereiste investeringen voortkomend uit het coalitieakkoord zijn in deze kadernota nog niet vertaald in het financiële beeld. Deze analyse vindt op dit moment plaats. We zullen u hierover bij de vaststelling van de kadernota op 8 juli samen met de dan bekende doorrekening van de meicirculaire separaat over informeren.
De status van deze kadernota is derhalve vooral richtinggevend en geeft inzicht in onze financiële situatie. Het vormt daarmee een belangrijke basis voor de begroting. De komende periode zullen we nadrukkelijk moeten gebruiken om de vertaling te maken naar een nieuwe begroting. De komende maanden willen we gebruiken om dit samen met u vorm te geven. In deze fase vinden we het van belang dat we gezamenlijk kaders stellen in de verdere uitwerking van de begroting. Visie van het college We staan aan het begin van een periode die zich niet kenmerkt als een tijdperk van veranderingen, maar als een verandering van tijdperk. Er ontstaat een nieuwe orde, bestaande systemen blijken niet meer te functioneren. De verzorgingsstaat ontwikkelt zich naar wat in Den Haag een ‘participatiesamenleving’ wordt genoemd. De betekenis hiervan is dat iedereen naar vermogen meedoet en burgers zoveel als mogelijk zelf verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van de samenleving waar zij deel van uitmaken. We willen een gemeente zijn die vanuit het midden van de samenleving en met de samenleving haar werk doet. Daar waar het kan met inwoners, bedrijven en organisaties optrekken en samen doelen bepalen en resultaten tot stand brengen. En daar waar het niet kan volledige verantwoordelijkheid nemen en op efficiënte en transparante wijze uitvoering geven aan de gemeentelijke taak. We zullen ons dus steeds afvragen in welke mate wij als gemeente verantwoordelijk moeten of willen zijn voor bepaalde maatschappelijke effecten en in welke mate wij invloed moeten of willen hebben op de wijze van realisatie.
3
Onze uitdaging; contact met de samenleving De coalitie wil met de ontwikkeling van de gemeente Wijk bij Duurstede naar een regiegemeente het vermogen bereiken om de mate van betrokkenheid van de gemeente bewust toe of af te laten nemen in samenspraak met de samenleving. Met daar waar het past in de samenleving een beperkte rol voor de gemeente. Daar waar het nodig is draagt de gemeente de grootste verantwoordelijkheid (de zogenoemde dynamische gemeente).
Onze financiële doorkijk In deze kadernota is een bijgesteld beeld weergegeven van de financiele doorrekening gemaakt naar de begroting 2015 en verder. De financiële doorrekening betreft de autonome ontwikkelingen, de structurele doorwerking van de voorjaarsnota 2014 en een doorrekening van de algemene uitkering. Kijken we puur naar deze aspecten dan komt uit het perspectief voor de begroting 2015-2018 een beperkte bezuinigingstaakstelling. De eerste jaren sluit zelfs met een positief saldo: van € 175.000 in 2015, oplopend in 2016 naar € 204.000, en in 2017 € 9.000 € en in 2018 een beperkt negatief saldo van € 11.000. Hierbij moet worden opgemerkt dat vereiste investeringen voortkomend uit het coalitieakkoord nog niet zijn meegenomen in dit financiële beeld, evenals de vereiste investeringen ten behoeve van de organisatieontwikkeling. Deze analyse vindt op dit moment plaats. Daarnaast is in de decembernota reeds een taakstellende verkenning opgenomen van € 300.000 oplopend tot € 500.000. Als laatste is er in deze kadernota een nadere analyse gedaan van risico’s waar onze gemeente de komende jaren mee te maken krijgt. Te denken valt specifiek aan het sociaal domein en aan de realisatie van eerdere ombuigingen. Specifiek deze taakstellende ombuigingen (resterend ruim 1,3 miljoen € voor 2015) leggen directe druk op onze begroting. Bezuinigingstaakstelling Al met al levert dit samen met de doelen en wensen die in het coalitieakkoord zijn vastgelegd met zekerheid een grote financiële opgave op. Derhalve stelt het college voor om in de zomermaanden een ombuigingsoperatie door te voeren die ten minste een bedrag van € 500.000 aan besparingen dient op te leveren. Dit is een aanzienlijke opgave die niet pijnloos zal verlopen. Zeker gezien het feit dat er al veel bezuinigingen in de afgelopen jaren zijn doorgevoerd. Wij kiezen ervoor om deze pijn aan het begin van de bestuursperiode te nemen. Het komende half jaar willen wij tot een breed gedragen besluit komen hoe en waar we deze bezuinigingen gaan doorvoeren. Daarbij zijn we overeengekomen dat alle opties bespreekbaar zijn, ook al kan dit impopulaire besluiten tot gevolg hebben. Het college heeft opdracht geven tot nadere uitwerking van de voorgestelde bezuinigingen ten behoeve van de komende begroting, teneinde in de behandeling van de meerjarenbegroting 2015-2018 definitieve keuzes te kunnen maken. Bestuurlijke keuzes en prioritering in de komende begroting Onze focus in de komende periode ligt bij het maken van keuzes over deze ombuigingsrichtingen. Dit kan soms tot pijnlijke keuzes leiden die onvermijdelijk zijn. Het is onze ambitie om dit samen met uw raad en partners vorm te geven, zodat de keuzes breed gedragen worden. Passend in de lijn van het coalitieakkoord zal uw raad en de betrokken partners en samenleving actief worden betrokken in deze voorliggende keuzes. De exacte vorm hiervan moet nog worden bezien.
4
Concreet ondernemen we de volgende stappen van kadernota naar begroting: Traject van kadernota naar begroting College Voorbespreken kadernota Verwerken impact meicirculaire Doorrekening en vertaling coalitieakkoord Memo nadere duiding financiele impact Vaststelling kadernota Traject ombuigingsrichtingen; richtingevende keuzes nadere prioritering uit van het hoofdlijnenakkoord Betrekken partners bij ombuigingsrichtingen en beleidskeuzes Tussentijds bespreken met raad over ombuigingsrichtingen besluitvorming College voorbespreking van de begroting raad Besluitvorming raad
Raad 10 juni
± 15 juni ± 30 juni ± 30 juni 8 juli 3-30 juni 3-30 juni Juni - augustus 8 juli 16 september 7 oktober 11 november
5
3. Doorkijk naar de financiële positie van onze gemeente 3.1 Financiële impact van autonome ontwikkelingen Zoals in de voorgaande kadernota is aangegeven streven we er naar een volledig beeld van investeringen voor de komende jaren te realiseren. In het licht hiervan is dit voorjaar een hernieuwde inventarisatie van autonome ontwikkelingen gedaan. Voor de komende jaren is hiermee naar verwachting een extra last van 108.000 € in 2015 oplopend tot 317.000 € in 2018 mee gepaard. Het betreft investeringen in basisregistraties, IBOR (wegen, damwand, groen), speeltoestellen, onderwijshuisvesting en brandveiligheid. Daarnaast wordt budget gevraagd voor de inrichting van maatregelen ten behoeve van fiets- en verkeersveiligheid. Hierbij wordt gebruik gemaakt van provinciale subsidie. Naast een aantal aanvragen voor investeringen is er ook sprake van een structureel voordeel: de bijdrage aan de VRU gaat de komende jaren structureel dalen. Het jaarlijks voordeel hiervan bedraagt € 149.108, hiervan was een bedrag van € 50.137 op grond van een taakstelling uit de begroting 2014 reeds ingeboekt als bezuinigingstaakstelling voor de VRU. Voor de totale taakstellingen op gemeenschappelijke regelingen was een bedrag van € 113.000 geoormerkt, derhalve levert dit aan extra lastenverlichting voor een bedrag van € 35.2011. De taakstelling voor de overige gemeenschappelijke regelingen, waaronder de RDWI, blijft vanzelfsprekend onze aandacht houden. In hoofdstuk 4 is een nadere toelichting gegeven over deze investeringen en baten en lasten. In de bijlage is nogmaals samengevat in een overzicht weergegeven van de individuele investeringsaanvragen. Als laatste is vanuit het coalitieakkoord aangegeven dat de OZB jaarlijks met het inflatiepercentage wordt verhoogd. Dit levert structureel extra baten. In relatie met een verlaging van de lasten voor afvalstoffen is er de mogelijkheid om dit richting inwoner zonder lastenverzwaring door te voeren. U ontvangt hierover nog een separate notitie van het college.
1
Uit oogpunt van voorzichtigheid kiezen we er het extra voordeel vanuit de VRU in te zetten voor de taakstelling van de gemeenschappelijke regelingen. Hiermee is de taakstelling op de gemeenschappelijke regelingen voor de komende jaren gerealiseerd.
6
Bij de decembernota heeft u een beeld gekregen van onze financiële positie. In deze kadernota nemen we de decembernota als basis voor de bepaling van de financiële positie voor de jaren 2015 tot en met 2018. In onderstaand overzicht zijn de autonome ontwikkelingen en voorstellen voor nieuw beleid verwerkt, evenals de structurele doorrekeningen van de voorjaarsnota 2014. In hoofdstuk 4 zijn de autonome ontwikkelingen nader toegelicht. Vanwege de onzekerheden op het gebied van decentralisaties zijn deze buiten de doorrekening gehouden en separaat als risico/onzekerheid gepresenteerd. 2015 63.919 -300.000 -236.081 300.000
2016 315.670 -420.000 -104.330 300.000
2017 -121.438 -310.000 -431.438 500.000
2018 -121.438 -310.000 -431.438 500.000
63.919
195.670
68.562
68.562
pm 263.630
pm 263.630
pm 263.630
pm 263.630
pm -43.390 -108.606
pm -26.271 -228.088
pm -26.819 -295.638
pm -26.819 -317.053
saldo kadernota 175.553 204.941 9.735 (exclusief impact decentralisaties, doorvertaling coalitieakkoord en overige risico's en onzekerheden)
-11.680
begrotingssaldo 2014 (incl erratum museum) mutaties uit decembernota subtotaal decembernota zonder taakstelling opgenomen taakstelling saldo decembernota 2013
decembercirculaire (structureel verwerkt in vjn) voordeel herijking algemene uitkering onzekerheid over herijking algemene uitkering daling afvalstoffen 20 euro per huishouden structurele doorwerking voorjaarsnota autonome ontwikkelingen en nieuw beleid
pm
3.2 Ontwikkelingen richting de begroting 2015 Bovenstaande tabel geeft een relatief rooskleurig beeld, de eerste drie jaren geven een positief saldo, omslaand vanaf het jaar 2018 in een tekort. Hierbij moet wel worden vermeld dat in de decembernota reeds een taakstelling van 300.000 € oplopend tot 500.000 € is opgenomen, gericht op de inhoudelijke verkenning van domeinen. Deze taakstelling moet nog worden ingevuld. Deze taakstellingen zijn derhalve nodig om de komende jaren een sluitende begroting te realiseren. Daarnaast is in de afgelopen begroting een aantal taakstellende bezuinigingsposten opgenomen. Het betreft hier onder andere bezuinigingen op gemeenschappelijke regelingen, museum, bibliotheek, maar ook de organisatiekoers en de eerder genoemde taakstellende verkenning. Hiermee is eveneens een bedrag gemoeid van tussen de €1,1 miljoen oplopend naar €1,3 miljoen. Deze ombuigingen geven extra aanleiding voor aandacht. Specifiek deze taakstellende ombuigingen leggen directe druk op onze begroting. In de bijlage is een overzicht van deze taakstellingen opgenomen. Vermeldenswaardig is dat vereiste investeringen voortkomend uit het coalitieakkoord en de investeringen ten behoeve van de organisatieontwikkeling nog niet zijn meegenomen in dit financiële beeld. Als laatste is er in deze kadernota een nadere analyse gedaan van risico’s waar onze gemeente de komende jaren mee te maken krijgt, deze risico’s richten zich specifiek op de decentralisaties.
7
Financiële ruimte en richtingen Tegenover toenemende lasten en risico’s staan een aantal mogelijke richtingen om onze inkomsten te verhogen en onze kosten te verlagen. In het document ‘overwegingen voor nieuwe raad’ en ‘de staat van wijk’ is een aantal bezuinigingsopties verwoord. In de komende periode zullen wij deze richtingen nader uitwerken. Voor dit moment volstaan wij hierbij met een opgave van de ruimte in de OZB en de afvalstoffenheffing. Voor wat betreft de OZB is er nog ruimte voor verhoging voor een bedrag van bijna € 900.000. Ons voorstel om de OZB en overige heffingen en belastingen jaarlijks mee te laten stijgen met de inflatie biedt hiervoor voldoende ruimte. Deze uitgangspunten zullen worden verwerkt in de begroting. De daling in afvalstoffenheffing compenseert daarnaast een eventuele verhoging van de OZB waardoor de netto lasten voor de inwoner gelijk blijven. Daarnaast is onze inschatting dat de komende meicirculaire positief kan uitvallen voor onze gemeente. Over beide aspecten ontvangt u in de maand juni meer informatie. 3.3 Samenvattend Kijken we puur naar de ‘harde cijfers’ zoals die nu bekend zijn dan lijkt de financiële doorrekening mee te vallen. In de eerste jaren zelfs een voorzichtig positief saldo. Daarbij komt onze verwachting dat er bij de meicirculaire mogelijkerwijs positieve ontwikkelingen zijn voor onze gemeente. Echter, de eerder opgenomen taakstellingen dienen ook nog te worden gerealiseerd en dient er ook nog dekking worden gevonden voor de extra vereiste lasten die voortkomen uit het coalitieakkoord en de organisatieontwikkeling. Daarbij komt nog de onzekerheden die specifiek voortkomen uit de decentralisaties. Mogelijkerwijs valt een aantal nadelen weg tegen een aantal gerealiseerde voordelen, echter voorzichtigheidshalve zijn wij van mening dat een discussie en uiteindelijke keuze voor ombuigingsrichtingen onvermijdelijk is. Wij zijn voornemens om in de zomermaanden een ombuigingsoperatie door te voeren die ten minste een bedrag van 500.000 € aan besparingen dient op te leveren. Dit is een aanzienlijke opgave die niet pijnloos zal verlopen. Zeker gezien het feit dat er al veel bezuinigingen in de afgelopen jaren zijn doorgevoerd. Wij kiezen ervoor om deze pijn aan het begin van de bestuursperiode te nemen. Het komende half jaar willen wij tot een breed gedragen besluit komen hoe en waar we deze bezuinigingen gaan doorvoeren. Daarbij zijn we overeengekomen dat alle opties bespreekbaar zijn, ook al kan dit impopulaire besluiten tot gevolg hebben. 3.4 Risico’s en onzekerheden Als laatste nemen we u mee in een overzicht van risico’s en onzekerheden. Er doen zich de komende jaren veel onzekerheden voor, specifiek binnen het sociale domein zijn de (financiële) onzekerheden omtrent de naar de gemeente komende taken en bijbehorende baten en lasten groot. Daarnaast is onzekerheid over de komende stelselwijziging van de financiering van onderwijshuisvesting. Financieel gezien zijn de risicobedragen groot (ongeveer 1,5 miljoen € in 2015 oplopend tot 2 miljoen € in 2018), vanzelfsprekend zijn dit risico’s en onzekerheden en leidt dit niet automatisch tot een kostenpost of verlies maar we moeten wel serieus rekening houden met een ‘post onvoorzien’ van grote omvang. De beheersing van deze risico’s heeft onze aandacht. Per risico is een beheersmaatregel benoemd en er is sprake van actieve bewaking. Voor nadere uitwerking van deze risico’s zie hoofdstuk 4.
8
De effecten van de decentralisaties zijn in onderstaande tabel als risico meegenomen. Risico's en onzekerheden extra taakstelling zoals vermeld in de decembernota daling algemene uitkering vanwege onderwijshuisvesting naar schoolbesturen impact decentralisaties AWBZ impact decentralisaties Jeugdzorg impact decentralisaties Participatie wegvallen inverdien effect WMO totaal risico's
2015
2016
2017
2018
-350.000
-350.000
-350.000
-350.000
-250.000 -151.000 -442.722 0 -304.000
-250.000 -151.000 -609.227 0 -304.000
-250.000 -151.000 -847.091 0 -304.000
-250.000 -151.000 -1.037.382 0 -304.000
-1.497.722
-1.664.227
-1.902.091
-2.092.382
9
4. Programma indeling Onderstaand is per domein, op grond van de indeling van het coalitieakkoord, weergegeven welke doelen en opgaven het college ziet en nastreeft. De hoofdstukindeling uit het coalitieakkoord is als basis genomen voor een programma-indeling voor de komende begroting. Dit hoofdstuk is eveneens ingedeeld conform het coalitieakkoord, startend met een inleiding (paragraaf 1), aandacht voor ‘wat willen we bereiken’ (paragraaf 2), en ‘wat hebben we afgesproken’ (paragraaf 3). Een gedetailleerde doorrekening van de impact van het coalitieakkoord heeft nog niet plaatsgevonden. Daar werken wij de komende weken aan. Wel is een weergave van de autonome ontwikkelingen weergegeven en een inventarisatie van vereiste investeringen die daaraan zijn gekoppeld (paragraaf 4). In de bijlage is een samenvatting gegeven van de baten en lasten die dit oplevert voor de komende begroting. 4.1 4.1.1
Sociaal domein: nieuwe taken waar mogelijk lokaal invullen Inleiding
Dit programma bevat de volgende onderdelen: participatiewet onderwijs jeugdzorg, wmo en welzijn sport Per 1-1-2015 komt een aantal taken en bevoegdheden op het gebied van Jeugdzorg, de Participatiewet en de AWBZ naar de gemeente. Deze taken komen bij de taken die de gemeente op dit moment al uitvoert binnen het sociale domein, zoals de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning), sociale zaken, gezondheidsbeleid, onderwijshuisvesting, ouderenbeleid, vrijwilligersbeleid, jeugdbeleid, cultuur, sport en levensloopbestendig bouwen. De invoering van Passend Onderwijs op 1-8-2014 heeft raakvlakken met de Jeugdzorg en zal ook zorgen voor een andere verhouding tussen gemeente en schoolbesturen. Samenhang, andere aanpak nodig: maatschappelijke agenda Er is een grote samenhang tussen de decentralisaties van taken. Inhoudelijk waar de transities elkaar raken maar ook door de vele raakvlakken met het overige gemeentelijke beleid. De jeugdzorg bijvoorbeeld kan immers niet los gezien worden van het algemene jeugd- en jongerenbeleid, voorlichting over een gezonde leefstijl en goede, toegankelijke sportvoorzieningen. Inhoudelijk kun je daarom spreken van een transformatie van het sociale domein, waarbinnen zelfredzaamheid, participatie en wederkerigheid de kernbegrippen zijn. De decentralisaties kennen daarnaast een financiële samenhang omdat er een korting op de budgetten meekomt: de gemeente moet meer taken gaan uitvoeren met minder budget. Dat zal alleen gaan als de nieuwe taken anders worden uitgevoerd: efficiënter door bijvoorbeeld budgetten samen te voegen maar ook met andere uitgangspunten: eerst kijken wat mensen nog zelf kunnen of via hun eigen netwerk, en pas daarna algemene of specifieke voorzieningen aanbieden.
10
Om de gewenste transformatie van het sociale domein te bereiken is het idee om één integrale beleidsagenda op te stellen (in plaats van de afzonderlijke beleidsnota's): de Maatschappelijke agenda. De agenda wordt gebaseerd op een analyse van wat al dan niet goed gaat in de gemeente, op de input van alle betrokkenen en op de bestuurlijke uitgangspunten van de nieuwe coalitie. Ze is een instrument om de noodzakelijke focus aan te brengen in het beleid voor een aantal jaren. Met het opstellen van een Maatschappelijke Agenda kiest het bestuur waar de schaarse middelen en capaciteit de eerstvolgende jaren moeten worden ingezet en waar niet. Daarachter liggen twee andere keuzes: o welke taken wel en welke taken niet o hoe wordt een taak uitgevoerd (door wie, met wie, op welke manier etc) Decentralisatie AWBZ-taken: Wmo-2015 Een aantal taken van de functie ‘Begeleiding’ worden vanuit de AWBZ overgeheveld naar de gemeente. Deze functie is gericht op het bevorderen, het behoud of het compenseren van zelfredzaamheid van de cliënt. De begeleiding kan individueel gegeven worden maar ook groepsgewijs, bijv. in de vorm van dagbesteding. Begeleiding is bedoeld voor cliënten die anders zouden moeten verblijven in een instelling of zouden verwaarlozen. Landelijk zullen kaders worden vastgelegd in de nieuwe ‘Wmo 2015’maar daarbinnen krijgen gemeenten beleidsvrijheid bij de uitvoering van deze nieuwe taken. De AWBZ-transitie waarbij de functies Begeleiding, Vervoer Dagbesteding en Kortdurend verblijf, alsmede –naar verwachting- een klein deel van de Persoonlijke Verzorging vanuit de AWBZ naar de gemeenten overgedragen worden. Dit gebeurt met een korting op de huidige budgetten. Vanaf 2015 gaat de nieuwe situatie in en zijn structureel extra gelden nodig voor uitvoering van nieuwe zorgtaken (loket, ict etc.), inkoop van zorg voor cliënten (inclusief cliëntondersteuning, versterking mantelzorg etc.) en beleidscapaciteit. Naar verwachting komt hier dekking voor uit de algemene uitkering. Ook hier is nog sprake van aantal onzekerheden. Zorgakkoord AWBZ (april 2014) In april is het zorgakkoord gesloten, onderstaand worden kort de belangrijkste uitkomsten weergegeven: - meer zekerheid bij de AWBZ-zorg in het overgangsjaar, garantie voor clienten op ondersteuning in het eerste jaar (2015) - gemeenten krijgen extra middelen en tijd om passend ondersteuningsaanbod te leveren; van 195 miljoen in 2015 naar 165 miljoen in 2016, teruglopend tot structureel 30 miljoen vanaf 2019. - meer zekerheid voor ouderen en verstandelijk gehandicapten voor wie het thuis wonen niet langer meer gaat, voor een plaats in een zorginstelling. - Voor dit alles wordt landelijk extra middelen beschikbaar gesteld aan gemeenten en zorginstellingen; 360 miljoen € in 2015, 300 miljoen in 2015 en 200 miljoen structureel in de jaren daarna. - Voor 2015 bestaat uit 195 miljoen extra voor AWBZ begeleiding/dagbesteding WMO, 60 miljoen jeugdwet, en 105 miljoen voor extra middelen ten behoeve van zorginstellingen.
11
Dit betekent dat de genoemde taakstelling van 25% bezuiniging op begeleiding zoals genoemd in het regeerakkoord, is verlaagd naar 6% in 2015 en naar 11% in 20162. het rijk dan doorgevoerd. Participatiewet Met de invoering van de Participatiewet worden gemeenten nog meer verantwoordelijk om mensen die nog kunnen werken, maar daarbij wel ondersteuning nodig hebben, aan een baan te helpen. Dit kan gaan om werk bij een reguliere werkgever, zo nodig met wat extra hulp. Het kan ook een beschutte baan zijn. Voor de verschillende doelgroepen zijn nu meerdere organisaties actief. Ook is sprake van regionale samenwerking. Dit vraagt onder andere om afstemming, slim omgaan met de beperkte middelen, een nieuwe taakverdeling, bezien wat lokaal kan en regionaal moet blijven worden aangestuurd, nieuwe vormen van samenwerking met en tussen instellingen, afspraken met bedrijven en het bedrijfsleven, anders omgaan met cliënten en ontschotten. Tegelijkertijd dient zorgvuldig te worden omgegaan met de belangen van de mensen om wie het gaat. Onderwijs Elk kind heeft recht op goed onderwijs. Ook kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Met passend onderwijs kunnen zo veel mogelijk leerlingen regulier onderwijs volgen. Vanaf 1 augustus 2014 hebben scholen een zorgplicht. Voor een leerling die extra ondersteuning nodig heeft, moet de school een passende plek zoeken. Dit kan op de eigen school (eventueel met extra ondersteuning in de klas), op een andere reguliere school in de regio of bij het (voortgezet) speciaal onderwijs. Ook is het belangrijk dat er een verbinding wordt gelegd tussen passend onderwijs en jeugdzorg. Alle scholieren in het voortgezet onderwijs moeten nu nog verplicht minimaal 30 uur maatschappelijke stage lopen. Tijdens deze stage doen zij vrijwilligerswerkbijvoorbeeld in een buurthuis of op een zorgboerderij. Zo kunnen jongeren tijdens hun schooltijd een bijdrage leveren aan de samenleving. Het kabinet wil de maatschappelijke stage vanaf het schooljaar 2015-2016 niet meer verplicht stellen. Teruglopende leerlingenaantallen en verouderde gebouwen met hoge energie- en onderhoudslasten leveren vraagstukken ten aanzien van de huisvesting van onderwijs op. Jeugdzorg, Wmo en welzijn De gemeente Wijk bij Duurstede is een voorloper op het gebied van de transitie van het sociale domein en boekt goede resultaten op deze terreinen. Cliënten geven bovendien een grote tevredenheid aan wat betreft de geleverde zorg vanuit de Wmo. Met de overgang van de nieuwe zorgtaken op 1 januari aanstaande worden ook de benodigde bezuinigingen doorgevoerd. Maatwerk en lokale oplossingen zijn daarom de termen voor de komende tijd. Sport De sport in Wijk bij Duurstede staat voor een aantal uitdagingen; er zijn teruglopende ledenaantallen, sponsoring neemt af en op subsidies wordt gekort. 2
Een eerste inschatting van de impact op onze financiële cijfers levert het volgende beeld op: het geraamde tekort voor 2015 e.v. van € 455.000 structureel daalt naar verwachting met € 200.000 in 2015 en verder ook in de jaren daarna: ca. € 170.000 in 2016, € 50.000 in 2017, € 40.000 in 2018 en € 30.000 vanaf 2019. De exacte invulling volgt naar alle waarschijnlijkheid met de meicirculaire.
12
Het zwembad sluit op 1 januari 2016, maar de wens voor een zwembad binnen de gemeente is nog steeds in de samenleving aanwezig. Er zijn initiatiefnemers die werken aan een plan voor het behoud van het zwembad. 4.1.2
Wat willen we bereiken?
Participatiewet Een baan is van wezenlijk belang, voor iedereen. Vooral voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt geldt dat dit bij voorkeur lokaal gerealiseerd kan worden. En dus willen we meer lokale werkgelegenheid voor mensen met grote afstand tot de arbeidsmarkt. Dit is een van de belangrijkste punten voor de komende periode. Schotten tussen AWBZ en Participatiewet moeten waar mogelijk verdwijnen. Onderwijs De huisvesting van het onderwijs is een belangrijk punt van aandacht. Op korte termijn willen we in een Integraal Huisvestingsplan de visie van de gemeente en het veld op de onderwijshuisvesting vastleggen. Om daarmee een samenhangend huisvestingsbeleid voor het totale onderwijs in de gemeente tot stand te brengen. Rekening houdend met teruglopende leerlingenaantallen en de staat van bestaande gebouwen. Maatschappelijke stages zien we als zeer waardevol voor de algemene ontwikkeling van onze jeugd. En tevens als een belangrijke voorbereiding op werk na de schoolperiode. We hechten er daarom aan om maatschappelijke stages te behouden. Hoewel nog onontgonnen gebied, zien we kansen door verbinding aan te brengen tussen jeugdhulp en ondersteuning in het onderwijs. Dit gebeurt door het nieuwe Team WIJK via het schoolmaatschappelijk werk goed aan te laten sluiten bij de zorg op de scholen. Het leerlingenvervoer willen we, in samenspraak met de adviesraad leerlingenvervoer, zo adequaat mogelijk regelen. Hier ligt een relatie met het aanbod van lokaal passend onderwijs. Als passend onderwijs lokaal goed geregeld kan worden, dan is minder vervoer nodig. Jeugdzorg, Wmo en welzijn We gaan door op de ingeslagen weg zoals vastgelegd in de onlangs aangenomen beleidsnota’s Jeugdzorg en transitie AWBZ. We hebben vertrouwen dat de budgetten ons toe kunnen staan om mensen die zorg nodig hebben, deze zorg ook te leveren. Maar daarvoor is wel innovatie nodig: dat betekent ook hier ontschotten, afspraken maken met ‘het veld’ om de zorg waar mogelijk lokaal aan te bieden, beter samenwerken, meer aandacht geven aan preventie en andere vormen van nazorg opzetten. Ook hier geldt dat de voorgenomen grote veranderingen niet kunnen plaatsvinden zonder een goede inbreng van de mensen om wie het gaat. Dat betekent een belangrijke rol voor de Wmo-adviesraad, cliëntenorganisaties, maar ook heel direct voor de cliënten zelf en hun mantelzorgers. De manier waarop dit tot nog toe is gebeurd, dient ook de komende tijd te worden voortgezet. Een ander belangrijk aandachtspunt is hoe de lokale gemeenschap en gemeente(raad) meer invloed kan krijgen op de werkzaamheden die op regionaal niveau plaatsvinden. Sport Sport is van belang voor het algemeen welzijn en de gezondheid van mensen en wordt daarom door ons gestimuleerd. De afgelopen periode is stevig op de sport bezuinigd. Ook hebben verenigingen te maken met de gevolgen van de economische crisis en is het lastig voor hen om nieuwe extra middelen te vinden.
13
Verder zijn de beschikbare middelen voor het zwembad vanaf 2016 uit de begroting geschrapt. Ten aanzien van het zwembad ondersteunen we het feit dat er maatschappelijk initiatief is, maar rijst er wel de vraag wat de gemeente kan bieden. Er is zeer beperkte financiële ruimte binnen de gemeentebegroting om de exploitatie te dragen en er kan ook geen startkapitaal geboden worden. Het versterken van het zelfbeheer en zelfbestuur is een belangrijke randvoorwaarde voor het sportpark Mariënhoeve. 4.1.3
Wat hebben we afgesproken?
Participatiewet Alle mensen met een afstand tot de reguliere arbeidsmarkt verdienen een kans op werk en/of dagbesteding. Door samenwerking tussen de verschillende organisaties te bevorderen willen we het aantal beschikbare vacatures vergroten. Uitgaan van de kracht van mensen en bedrijven en ze dichter bij elkaar brengen door te zorgen voor een betere match met behulp van de Wijkse werkplaats en Werkbijduurstede. We geven een goed voorbeeld door vacatures aan te bieden in bijvoorbeeld het groenbeheer van de gemeente. We gaan kijken of mensen die nu in Zeist beschut werken een werkplek kunnen krijgen in Wijk bij Duurstede. Hiermee worden tevens vervoerskosten bespaard. Onderwijs Op korte termijn wordt in overleg met het gehele ‘onderwijsveld’ een integraal huisvestingsplan (IHP) opgesteld. Daartoe is inmiddels met de schoolbesturen een conceptplan opgesteld. Het nieuwe huisvestingsplan vormt de basis voor de toekomstige investeringen in nieuwe schoolgebouwen en de wijze waarop deze vorm krijgen. Kinderen met een zorgvraag en hun verzorgers hebben ondersteuning nodig in het onderwijs en daarbuiten. Dat betekent dat een goede afstemming tussen jeugdzorg en passend onderwijs van groot belang is. Hiervoor stellen we een plan van aanpak op. Het behoud van maatschappelijke stages is van groot belang. We zoeken daarom samen met welzijnsorganisatie Binding en de werkgevers naar mogelijkheden om deze stages ook in de toekomst in voldoende mate aan te kunnen bieden. Adequaat regelen van het leerlingenvervoer. Jeugdzorg, Wmo en welzijn Uitgangspunt voor de overgang van de nieuwe taken van het rijk (en de provincie) naar de gemeente is dat de beschikbaar gestelde middelen uitgangspunt zijn voor het te ontwikkelen en te financieren beleid. Daarbij geldt wel dat iedereen die zorg nodig heeft deze ook op fatsoenlijke wijze krijgt aangeboden. Wanneer nodig stelt de gemeente daarvoor extra middelen beschikbaar. Nu de belangrijkste kaderstellende nota’s voor de verschillende transities zijn vastgesteld is het opstellen van een maatschappelijke agenda voor het gehele sociale domein van belang. Waar gaat het om? Het leveren van goede zorg, afgestemd met en in
14
samenhang opgezet met de omgeving van de zorgvrager, tegen fatsoenlijke tarieven en door deskundige hulpverleners. Een tijdige voorbereiding voor de nieuwe taken is van groot belang. Dat betekent dat op korte termijn investeringen worden gedaan in het versterken en faciliteren van vrijwilligers en mantelzorgers. Een belangrijk punt is en blijft: lokaal doen wat lokaal kan, regionaal wat regionaal moet en het zorgen voor een goed toezicht op de gewenste ontwikkelingen. Hiervoor worden met de diverse (lokale) organisaties, huisartsen en andere hulpverleners de nodige afspraken gemaakt. Sport
De plannen voor een nieuw zwembad worden met belangstelling tegemoet gezien en serieus beoordeeld. De gemeente wil haar medewerking leveren aan meewerken naar een haalbaarheidsonderzoek (bijdrage in ambtelijke capaciteit en zo nodig met beperkte middelen). Sporten is van belang voor jong en oud(er). Nieuwe bezuinigingen op sportverenigingen zijn niet wenselijk. Versterking van het zelfbeheer en zelfbestuur is noodzakelijk op sportpark Mariënhoeve. 4.1.4
Belangrijkste ontwikkelingen en financiele effecten
Bestaande WMO budget en Wmo-financiën vanaf 2015 De Wmo is een zgn. ‘open-einde regeling, zodat de omvang van het gemeentelijk budget niet van invloed is op besluiten om voorzieningen wel/niet toe te kennen aan inwoners. Voor 2015 en verder is er sprake van een structurele korting op het budget voor de Hulp bij het Huishouden (HH) van 40%. Onze inschatting is dat deze korting deels binnen de AWBZ kan worden opgevangen, de afgelopen jaren bleken wij door een combinatie van scherpe aanbestedingen deels van teruglopende vraag (vanwege een uitgebreide intake vanuit het Wmo-loket bij nieuwe cliënten) minder te hebben besteed dan begroot individuele voorzieningen zoals HH, wonen, rollen en vervoer Het ging om een bedrag van ongeveer € 304.000. In toenemende mate leidt dat tot oplossingen in eigen kring en/of oplossingen vanuit algemene voorzieningen. Voor de komende jaren wordt echter voor onderdelen van de bestaande WMO (wonen, rollen, vervoer) een verhoging van de lasten verwacht die de bovenstaande ‘meevaller’ weer deels teniet kan doen. De verwachting is dat een nieuwe aanbesteding minder gunstig uitvalt. In eerste instantie wordt getracht eventuele tegenvallers in samenhang met de AWBZ op te pakken. Samenvattend Voor de decentralisatie is inmiddels steeds meer duidelijk welke baten en lasten gekoppeld zijn aan deze taken. Voor de totale inschatting van baten en lasten AWBZ (bestaande en nieuwe taken) wordt op grond van de huidige gegevens uitgegaan van een tekort van ruim € 151.000. [1] In vergelijking met eerdere jaren is er derhalve een verschil (dekkingstekort) van ongeveer € 455.000 (voorgaande jaren namelijk een [1] Indien uitgegaan wordt van de beschikbare gelden, zoals in de begrotingen 2013 en 2014 opgenomen, zal naar verwachting sprake zijn van een tekort in 2015 van ruim € 455.000. In de loop van de jaren zijn op Wmo-gelden op grond van raadsbesluiten structurele bezuinigingen doorgevoerd. Deze bezuinigingen zijn inmiddels op andere wijze binnen de totale gemeentelijke begroting aangewend.
15
overschot van € 304.000). Echter zekerheid is er nog niet. Onderstaand een inschatting per 15 april 2014. AWBZ nieuwe taken en huidige taken AWBZ AWBZ
baten lasten risico inschatting
2015 7.656.000 7.807.000 -151.000
2016 7.656.000 7.807.000 -151.000
2017 7.656.000 7.807.000 -151.000
2018 7.656.000 7.807.000 -151.000
Decentralisatie taken sociale zaken: Participatiewet De aangescherpte WWB (Wet maatregelen werk en bijstand) en de WSW (Wet sociale werkvoorziening) worden samengevoegd in één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt. Net als in de nieuwe Wmo is het uitgangspunt participatie, in dit geval door het verrichten van (betaald) werk. Er blijft een vangnet over in de vorm van een bijstandsuitkering maar ook deze doelgroep zal gevraagd worden om zich nuttig te maken en zo een 'tegenprestatie' te leveren. Na 1-1-2015 wordt de sociale werkvoorziening afgesloten voor nieuwe werknemers. De WSW zal dus op termijn vervallen. De gemeenten krijgen binnen wettelijke kaders de ruimte om zelf voorzieningen hiervoor te organiseren. De Wajong blijft een aparte regeling, ondergebracht bij het UWV. Invoering van de Participatiewet heeft voor de regio Kromme Rijn Heuvelrug (Bunnik, De Bilt, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede en Zeist) aanzienlijke gevolgen op het gebied van inkomensondersteuning, sociale werkvoorziening en reintegratie. In het Sociaal akkoord is vastgelegd dat werkgevers en overheid zullen zorgen voor extra banen (100.000 resp. 25.000 tussen 2014 en 2026). Er komen 35 regionale werkbedrijven die mensen met een arbeidsbeperking aan de slag moeten helpen en die m.n. de doelgroep moeten toeleiden naar de genoemde extra banen. De diverse re-integratie- en begeleidingsbudgetten worden samengevoegd tot één participatiebudget, dat geleidelijk lager zal worden. Decentralisatie taken jeugdzorg: Jeugdwet De gemeente wordt verantwoordelijk voor vrijwel alle taken op het gebied van zorg voor jeugd. De wet spreekt hierbij over jeugdhulp. Gemeenten zijn nu al verantwoordelijk voor preventief jeugdbeleid en vanaf 2015 ook voor de huidige provinciale jeugdzorg, de jeugd-GGZ (geestelijke gezondheidszorg), de zorg voor kinderen met een beperking (KmB), jeugdbescherming, jeugdreclassering en de voorzieningen uit de huidige AWBZ-begeleiding en verzorging voor jeugdigen. Het idee achter de nieuwe Jeugdwet is dat er een meer samenhangend beleid te voeren is door de bestuurlijke en de financiële verantwoordelijkheid te beleggen bij één overheid, de gemeente. De doelgroep van het nieuwe jeugdstelsel zijn alle jeugdigen, in principe van minus 9 maanden tot 23 jaar – en hun families – die wonen in de regio Zuidoost Utrecht (Bunnik, De Bilt, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede en Zeist). De decentralisatie van de jeugdzorg is een complexe operatie en gaat gepaard met een bezuiniging van minimaal 15% op de totale kosten van de jeugdzorg. Deze bezuiniging wordt gefaseerd ingevoerd. In 2015 wordt 4% bezuinigd. Specifiek voor dit domein zijn de onzekerheden enorm groot. Zoals aangeven worden jaarlijkse rijksbudgetten gekort, deze staan (voor zover bekend) redelijk vast. De baten zijn in 2015 ruim € 4,7 miljoen en dalen naar ongeveer € 4,1 mln in 2018. Er is grote onduidelijkheid over de lasten die de komende jaren voor rekening van de gemeente gaan komen. Wijk bij Duurstede werkt regionaal samen met de gemeenten
16
Bunnik, De Bilt, Utrechtse Heuvelrug en Zeist. Voor 2015 heeft iedere regio zgn. regionale transitiearrangementen moeten vaststellen. Dit zijn afspraken met zorgaanbieders met het oog op de continuïteit van zorg. Deze afspraken moeten nog worden vertaald in budgetbrieven, te weten hoeveel geld gaat er in 2015 naar welke zorgaanbieder. Het probleem is dat de berekening voor onze regio een groot tekort vertoont: De bedragen die de zorgaanbieders hebben opgegeven (dit zijn de bedragen die zij nu besteden aan de zorg voor jeugd in onze regio) zijn vele malen hoger dan het macrobudget dat we als regio krijgen volgens de laatste cijfers van het Rijk in december. Het is een gat van miljoenen. Uitgangspunt is en blijft echter dat wij op regioniveau niet meer budget toezeggen dan wij van het Rijk krijgen. Dit kan echter tot problemen bij de zorgaanbieders leiden. De komende tijd wordt hard gewerkt om een oplossing te vinden voor dit probleem. Het zal in ieder geval onder de aandacht worden gebracht bij VWS. Actuele inschatting baten en lasten Jeugdzorg (april 2014): jeugdzorg
baten lasten risico inschatting
2015 4.757.278 5.200.000 -442.722
2016 4.590.773 5.200.000 -609.227
2017 4.352.909 5.200.000 -847.091
2018 4.162.618 5.200.000 -1.037.382
Sociaal deelfonds De financiele middelen voor de taken en verantwoordelijkheden op het terrein van de maatschappelijke ondersteuning, jeugd en participatie, die per 1 januari 2015 naar de gemeenten zullen gaan, zullen aan die gemeenten beschikbaar worden gesteld via een deelfonds Sociaal Domein, dat onderdeel uitmaakt van het Gemeentefonds. Doel van het kabinet is via het tijdelijke deelfonds de gemeenten tijdens de overgangsperiode optimaal te ondersteunen en te zorgen dat de drie decentralisaties tijdens die overgangsperiode goed verlopen. Met het deelfonds wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de uitgangspunten van het gemeentefonds. Over de rechtmatige besteding van de middelen legt het college van Burgemeester en Wethouders verantwoordelijkheid af aan de gemeenteraad, zoals dat ook gebeurt bij het gemeentefonds. Het deelfonds is tijdelijk. Gedurende drie jaar mogen gemeenten middelen uit het deelfonds besteden aan alle taken die in de Jeugdwet en de Wmo 2015 aan gemeenten zijn toegekend, en de taak voor gemeenten om participatievoorzieningen aan te bieden. Daarbinnen kunnen gemeenten eigen keuzes maken. De volgende stap is dat het na drie jaar aan het gemeentefonds wordt toegevoegd. Investeringen decentralisaties De implementatie van de nieuwe taken in combinatie met een herschikking van de bestaande taken vraagt om een aantal (structurele of eenmalige) investeringen: Bij de uitvoerder/s zal extra formatie nodig zijn en bij de gemeente zal (al dan niet tijdelijk) extra beleidscapaciteit nodig zijn. Daarnaast investeringen in ict/informatiesystemen tbv een goede uitwisseling van gegevens, zowel lokaal als regionaal. Naar verwachting zullen deze kosten worden gedekt door structurele extra inkomsten via de algemene uitkering. Wet passend onderwijs
17
0p 1 augustus 2014 treedt de Wet passend onderwijs in werking. Om passend onderwijs te realiseren is de onderwijskaart van Nederland in regio's verdeeld. Binnen deze regio's werken het primair onderwijs (regulier basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs) en het voortgezet (speciaal) onderwijs samen met diverse voorzieningen op het gebied van de jeugdhulpverlening, zoals het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), de GGZ en het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Volgens de wet moeten er (regionale) samenwerkingsverbanden worden ingesteld waarin de scholen voor regulier en speciaal onderwijs samenwerken. Tussen de samenwerkingsverbanden en de gemeenten in hun werkgebied moet regulier overleg plaatsvinden. De samenwerkingsverbanden stellen iedere 4 jaar een zgn. Ondersteuningsplan op, waarin het onderwijsaanbod van alle deelnemende scholen staat beschreven, inclusief het aanbod gericht op zorgleerlingen. Op die manier moeten zoveel mogelijk leerlingen naar het reguliere basisonderwijs kunnen, óók leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften. Zo nodig schakelen basisscholen daarbij de expertise in van het speciaal (basis)onderwijs en/of externe partners. De ondersteuning is erop gericht om leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces te laten doormaken. Door de Samenwerkingsverbanden wordt het Passend Onderwijs inhoudelijk zoveel mogelijk afgestemd op de andere onderwerpen binnen het Sociaal Domein, in het bijzonder de Jeugdzorg. Wijziging huisvesting Onderwijs De tweede kamer heeft op 18 februari 2014 het wetsvoorstel overheveling buitenonderhoud primair onderwijs aangenomen. Met deze wet worden de taken en het budget voor het buitenonderhoud en aanpassingen aan schoolgebouwen in het primaire en speciaal onderwijs overgeheveld naar de schoolbesturen. Het wetsvoorstel ligt nu voor behandeling in de Eerste Kamer. Als de Eerste Kamer ook instemt met het voorstel, kan de wet per 1 januari 2015 in werking treden. Door de (voorgenomen) wetswijziging vindt een uitname uit het gemeentefonds plaats. Een inschatting van deze daling op de algemene uitkering van onze gemeente ligt tussen de € 300.000 en € 400.000. Deze ontwikkeling heeft ook voor Wijk bij Duurstede derhalve gevolgen. Onze gemeente heeft geen voorziening gevormd voor de lasten voortkomend uit onderwijshuisvesting. In het verleden is besloten de voorziening voor huisvestingsonderhoud op te heffen. Vanaf dat moment is jaarlijks een bedrag van € 100.000 in de begroting opgenomen voor de uitvoering van het onderhoudsprogramma. Het wetsvoorstel waarin de taak "huisvestingsonderhoud" wordt overgeheveld naar de schoolbesturen voorziet niet in een overgangsregeling tussen gemeente en besturen d.m.v. een verrekening (bruidsschat): de taak gaat ( naar alle waarschijnlijkheid per 11-2015) van het ene op het andere moment over. Hiervan zijn de op dit moment in te schatten gevolgen: Een uitname uit het gemeentefonds; inschatting ongeveer € 350.000, tegenover wegvallende last van € 100.000 levert dit een structureel nadeel voor de gemeente op van € 250.000. De rijksvergoedingen gaan voortaan rechtstreeks naar de schoolbesturen. De uitvoering van de Programma's Huisvestingsvoorzieningen t/m 2014 komen nog voor rekening van de gemeente. Samenvattend:
18
Afname algemene uitkering Afname jaarlijkse exploitatielasten gemeente Potentieel effect op bestedingsruimte van gemeente
-350.000 100.000 -250.000
Vereiste investering: Renovatie/ herbouw School met de Bijbel Voor het gebouw van de School met de Bijbel is ingrijpend onderhoud (renovatie) opgenomen in het Programma Voorzieningen Huisvesting Onderwijs 2013. Het is gebruikelijk, dat een schoolgebouw wordt aangepakt als het de leeftijd van 40 jaar heeft bereikt. Gezien de hoge kosten van de renovatie, wordt een plan voor vervangende nieuwbouw uitgewerkt. De werkzaamheden zullen naar verwachting in 2015 worden afgerond. Indien wordt besloten tot vervangende nieuwbouw, moet rekening worden gehouden met kapitaallasten van € 84.500 in 2016 en daarna lineaire afschrijving over 40 jaar. Zie tevens paragraaf 5.2 en 5.3 voor de hieruit voortkomende lasten. Vereiste 2015 exploitatielasten last baat
2016
2017
2018
84.500
83.200
81.900
Daarnaast geven we u mee dat de gebouwen van de basisscholen De Wegwijzer, De Werkschuit en De Klim-op in de jaren 2013 t/m 2019 de leeftijd van 40 jaar bereiken. In het kader van de opstelling van het Integraal Huisvestingsplan (IHP) zijn de schoolbesturen in overleg over de toekomstige huisvesting van de scholen. De investering die dan (voor het onderwijs en andere voorzieningen zoals kinderopvang) aan de orde is ligt tussen de 4,2 en 5 miljoen (prijspeil 2013) afhankelijk van de grootte (20-24 groepen). Dat leidt tot een kapitaallast van € 325.000 in 2021. Het concept-IHP gaat uit van realisatie in 2020 van 24 groepen. Er wordt van uitgegaan, dat in De Heul een nieuwe Brede School zal worden gebouwd, waarna de huidige gebouwen van de Brede School Noorderwaard en van De Wegwijzer buiten gebruik worden gesteld. De realisatie van dit plan zal waarschijnlijk in de periode 2018-2022 plaatsvinden. Met de nieuwbouw van een Brede School in De Heul is een investering van ongeveer € 5.000.000 gemoeid. Bij de bespreking van het IHP zal u hierover een besluit worden voorgelegd. Overige ontwikkelingen: voorzieningen voor ouderen Daarnaast speelt ook in Wijk bij Duurstede de vergrijzing een rol in combinatie met de trend dat ouderen steeds langer thuis blijven wonen en dus een groter beroep op voorzieningen en zorg zullen doen, in welke vorm ook. Tegelijkertijd zien we (gelukkig) de trend dat ouderen steeds hoger opgeleid, welvarender en gezonder zijn, wat hen in staat stelt om langer zelfstandig en actief te zijn en, wanneer het nodig is, zelf tijdig maatregelen te nemen. Gezien de steeds veranderende vraag en het gebruik van onze zorgvoorzieningen is het van belang deze multifunctioneel en/of levensduurbestendig te maken of te houden. Zo kan bijvoorbeeld onnodige leegstand van schoolgebouwen worden voorkomen en gaan gebouwde voorzieningen langer mee. Een recent fenomeen is de leegloop van verzorgings- en verpleeghuizen door de verscherpte eisen (zwaardere indicatie) die worden gesteld. Het is van groot belang dat de gemeente bij het lokale E&E-gasthuis de vinger aan de pols houdt en indien nodig tijdig overlegt met alle betrokken partijen hoe het E&E en alle voorzieningen 19
die daar geclusterd zijn overeind te houden. Immers, ouderen uit heel Wijk bij Duurstede maken hier gebruik van. Sport In 2005 heeft SVF haar nieuwe sportcomplex de nieuwe kamp te Cothen in gebruik genomen. De voetbalvelden zijn gemeentelijk eigendom en de gemeente is verantwoordelijk voor het onderhoud en vervanging van de velden. 1 van de 3 velden is een kunstgrasveld. De technische levensduur van de toplaag van een kunstgrasveld is +/- 12 jaar. In 2017 moet de toplaag van het kunstgrasveld vervangen worden. Deze vervangingsinvestering is nu nog niet opgenomen in de begroting. Het bedrag dat opgenomen wordt, is genoeg om de geschatte vervangingsinvestering van +/-200.000 € aan te gaan en deze over 12 jaar af te schrijven. Vereiste 2015 exploitatielasten/ baten Last; kapitaallasten baat
2016
0
2017
0
2018
24.667
24.000
20
4.2
Economisch domein; versterken en kansen beter benutten
4.2.1
Inleiding
Dit domein bevat de volgende onderdelen: - economische zaken - ondernemen /bedrijven - bijstandsverlening en inkomensvoorzieningen, - participatiewet - citymarketing - recreatie, cultuur, toerisme Wijk bij Duurstede heeft veel potentie. Onze rijke cultuurhistorie, de ligging aan het water en een aantrekkelijk, goed toegankelijk buitengebied bieden tal van kansen. Maar het benutten van deze kansen kan beter en meer in samenhang. De middenstand in Wijk bij Duurstede heeft het moeilijk. De groeiende verkoop via internet is een factor van invloed en in het algemeen heeft de economische crisis uiteraard haar effect gehad en heeft dat nog steeds. Dit heeft onder andere leegstand tot gevolg en een teruggang van winkelvoorzieningen in de kleine kernen. 4.2.2
Wat willen we bereiken?
Een vitale, bruisende binnenstad met een versterkende wederzijdse werking met de waterkant en het kasteel. Gezonde buurtwinkelcentra (De Heul en De Horden) en winkelvoorzieningen in de kleine kernen hebben voor ons hoge prioriteit. Hierbij zetten we ook in op solidariteit onder ondernemers, doen we een beroep op ieders creativiteit en bieden we ruimte voor experimenten. De mogelijkheden van het buitengebied in termen van toerisme en recreatie willen we beter benutten. Daarnaast willen we het buitengebied, onder voorwaarden, laten fungeren als kraamkamer voor startende bedrijven. Hierbij houden we aandacht voor de belasting voor de natuur en het milieu en voor verkeersbewegingen. De ontwikkeling van recreatie, cultuur en toerisme is van belang en we willen daarbij vooral inzetten op samenwerking en creativiteit. Samenwerking binnen Wijk bij Duurstede, maar zeker ook binnen de regio. En creativiteit van alle partijen ten aanzien van functie en vorm van voorzieningen nu in relatie tot de toekomst: hoe kan het er ook uit zien? De rol van de gemeente moet vooral gezien worden in het licht van stimuleren, faciliteren, ruimte geven en indien nodig een financiële bijdrage leveren. 4.2.3
Wat hebben we afgesproken?
Medewerking bij het uitvoeren van een proef voor de invoering van een Wijks ondernemersfonds, voortkomend uit een samenwerking van Stichting Parkbeheer Bedrijventerreinen Wijk bij Duurstede (SPBW) en de Ondernemerskring Wijk bij Duurstede (OKW). De samenhang met citymarketing wordt hierin meegenomen. Ondersteuning van de Wijkse Ondernemersprijs 2015 met een bijdrage vanuit het Economisch Actie Programma (EAP). Bestuursopdracht aan de ambtelijke organisatie om gebruik te maken van Werkbijduurstede.nl voor (tijdelijke) inhuur. Uitwerken van een kraamkamerfunctie van het buitengebied voor startende ondernemers, inclusief bijbehorende kaders, door middel van een pilot. Wij zien hier bij uitstek mogelijkheden voor ondernemers die een link
21
4.2.4
hebben met de aard van het gebied. Bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid of beschut werken (zorgboerderijen en dergelijke). Investeren in kleine kernen en buurtwinkelcentra. Met betrekking tot openstelling winkels op zondag binnen bestaande afspraken (experimentele) mogelijkheden uitwerken voor seizoens-, evenements-, en gebiedsgebonden winkelopenstelling in samenwerking met ondernemers. Een nader onderzoek kan hierbij dienstig zijn. Stevig neerzetten van de gemeente Wijk bij Duurstede als het toeristisch centrum van de Kromme Rijnstreek (‘het buiten van Utrecht’). In dit kader zal ook een koopstromenonderzoek worden uitgevoerd. Bereikbaarheid van de binnenstad, inclusief parkeren, is van groot belang. Ten behoeve van bezoekers is uitbreiding van het aantal parkeerplaatsen noodzakelijk. Bovendien zijn integrale maatregelen nodig voor het parkeren bij evenementen. Belangrijkste ontwikkelingen en financiele effecten
Vanuit Economische Zaken is het voornemen om de komende periode beleid te schrijven voor EZ. Het College bereidt op dit moment de grondexploitatie Broekweg Noord voor. Toerisme en vrije tijd Accommodaties Op sportpark Mariënhoeve hebben de stichting Wijksport en de verenigingen in samenspraak met de gemeente de laatste jaren veel werk verricht. Het sluitstuk hiervan moet de bouw en opening in 2015 zijn van een nieuwe sport- en turnhal. Als effect van deze nieuwbouw sluit de Hordenhal. In 2016 dient er een nieuwe gymzaal in De Heul te worden gebouwd ter vervanging van de Vikinghal. Deze ontwikkeling wordt meegenomen in het visietraject dat wordt opgestart voor het gebied om winkelcentrum de Heul.
Museum De verkenning van de samenwerkingsmogelijkheden tussen het Museum Dorestad, de VVV en de Grote Kerk wordt in 2014 voortgezet. Dit heeft als doel het daadwerkelijk verhuizen van het museum naar het Oude Raadhuis aan de Markt. Hierbij gaat het onder meer of, en in welke mate, externe financiering kan bijdragen aan de verhuisen verplaatsingskosten. Via deze samenwerking wordt een aantal arrangementen aangeboden die zowel de positie van de drie partijen als het cultuurhistorische profiel van Wijk bij Duurstede kunnen versterken. De voorgenomen verhuizing van het museum naar de Markt biedt kansen om beter gebruik te maken van elkaars expertise. Daarnaast is het de bedoeling een aantal taken te integreren (balie, winkel, bezetting) zodat er in de toekomst beter gebruik kan worden gemaakt van de aangesloten vrijwilligers. Partijen hebben aangegeven wel hun eigen identiteit te willen behouden. De samenwerking zal dus nog niet leiden tot één organisatie. Bibliotheek Er wordt onderzocht of en hoe in de kern Wijk bij Duurstede welke mogelijkheden er zijn om de huisvesting voor de bibliotheek te combineren met andere voorzieningen
22
(cultuur, onderwijs, woningbouw, welzijnswerk, gemeente). De bezuinigingstaakstelling van de afgelopen jaren heeft er voor de bibliotheek toe geleid dat er bespaard is op interne bedrijfsvoering en personeelszaken. De voorgenomen taakstelling voor 2014 e.v. zou gerealiseerd worden door goedkopere huisvesting. Dit bleek uiteindelijk niet haalbaar. Er wordt verder onderzoek gedaan naar gezamenlijke huisvestingsmogelijkheden waarbij (huisvesting voor) partners als het museum, Binding, woningbouwstichting betrokken worden. Evenementenbeleid In 2014 zal in ieder geval een beleidskader voor het evenementenbeleid worden vastgesteld. Dit kader vormt het uitgangspunt voor het uiteindelijke beleid. Het evenementenbeleid zal ten eerste gericht zijn op de versterking van de identiteit van de gemeente en zal een kader geven voor de ontwikkeling van bij de gemeente passende evenementen. Ten tweede zal het beleid uitspraken doen over hoe de organisatie van evenementen (waaronder de vergunningverlening) transparanter en efficiënter kan plaatsvinden. In 2015 en verder zal het beleid vervolgens worden toegepast. Combinatiefuncties Op grond van de regeling Combinatiefuncties heeft de gemeente zich gecommitteerd om 3,1 fte aan formatie te realiseren aan combinatiefunctionarissen. Op dit moment is hiervan 2,3 fte ingevuld. Uiterlijk in 2016 zal de omvang van de in de gemeente werkzame combinatiefunctionarissen moeten worden uitgebreid van 2,3 naar 3,1 formatieplaatsen.
ASV, loon- en prijscompensatie De huidige algemene subsidieverordening wordt in 2015 geactualiseerd. De beleidsregels worden jaarlijks aangepast. Formeel wordt de nullijn gehanteerd. In de realiteit blijkt dat voor o.a. Binding de jaarlijkse loon- en prijsindexatie en voor de bibliotheek alleen loonindexatie wordt toegepast.
23
4.3 4.3.1
Ruimtelijk domein: bouwen aan de toekomst Inleiding
Dit programma bevat de volgende onderdelen: - Ruimtelijke ordening - Volkshuisvesting - Woningbouw - Verkeer - Duurzaamheid - Beheer openbare ruimte - Afvalstoffen Onze omgeving en leefbaarheid Het buitengebied voorziet in diverse functies; het is primair agrarisch gebied met agrarische bedrijven. Daarnaast zijn er reguliere niet agrarische bedrijven, de woningen, landgoederen, natuur, recreatie en toerisme. Er is enerzijds leegstand van agrarische bebouwing door stoppende bedrijven en anderzijds willen andere bedrijven in het buitengebied meer ruimte om uit te breiden. De leefbaarheid en bruikbaarheid van het gebied moet overeind blijven; mogelijk tegenstrijdige belangen maken dit tot een uitdaging. Het betrekken van de bevolking bij de diverse ontwikkelingen blijft van groot belang. Volkshuisvesting De volkshuisvesting is in beweging. Er is meer behoefte dan voorheen naar woningen op maat. Bijvoorbeeld voor senioren, één- en tweepersoons huishoudens of voor mensen met een bepaald jaarinkomen. De woningbouwcorporaties beschikken over weinig financiële armslag omdat deze door de landelijke overheid erg zijn gekort. Dat betekent dat zij zich beraden over toekomstige doelstellingen en voor welke doelgroepen zij zich zullen inspannen. Er is in de gemeente, met name de kernen Cothen en Langbroek, positieve ervaring opgedaan met Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO). Bij CPO verwerven particulieren in groepsverband een bouwkavel met woonbestemming en treden gezamenlijk, bijvoorbeeld in de vorm van een stichting, op als opdrachtgever naar architect en aannemer van het project. Hiervoor zal de woonvisie worden geactualiseerd. Openbare ruimte Het onderhoudsniveau van de openbare ruimte in onze gemeente wordt al jaren op een sober niveau gehouden. In de afgelopen jaren heeft de gemeente ingezet op zelfbeheer: het onderhoud van hagen door inwoners is hier een voorbeeld van. 4.3.2 Wat willen we bereiken? In het buitengebied willen we komen tot een gezonde balans in de functies die het buitengebied nu vervult, waarbij de leefbaarheid van het buitengebied uiteraard overeind moet blijven. Vanwege die veelheid aan functies en belangen willen we samen met belanghebbenden tot een samenhangende visie voor de komende jaren komen. Het bestemmingsplan buitengebied is hiervoor het geschikte instrument; we gaan niet terug naar de tekentafel, wel brengen we dus nog meer samenhang aan en zoeken we naar meer ruimte binnen de bestaande kaders. We willen leefbare kernen met ruimte voor eigenheid van de kleine kernen. Daarbij zien we een grote rol voor inwoners om hierin ook zelf verantwoordelijkheid te
24
nemen. Ondanks dat de structuurvisie van de provincie aangeeft dat we bijna niet kunnen groeien willen we, om voorzieningen op peil te houden, wel bouwplannen blijven ontwikkelen. In de nieuwe woonvisie, die dit jaar wordt geschreven, willen we aangeven welk soort woningen gebouwd moet worden, waar en hoeveel per jaar realistisch is. In deze visie moet aandacht zijn voor specifieke doelgroepen, waaronder woonstarters (en met name ook in de kleine kernen). We willen voor het bouwen in CPO ook in de toekomst ruimte bieden. We willen een andere manier van werken doorvoeren bij de onderwerpen groen, stadsbeheer, wijkgericht werken en speeltuinen. Met als doel zo veel mogelijk te behouden tegen dezelfde of minder kosten. Hierbij maken we nadrukkelijk gebruik van de kennis en inzet van inwoners en verenigingen. We willen omwonenden en belanghebbenden meer aan de voorkant bij de planvorming betrekken en goed communiceren zodat de bereidheid en inzet die er is om te investeren in de eigen woonomgeving ook blijft bestaan en ondersteund wordt. Daarnaast willen we bestaande budgetten op een andere wijze inzetten (ontschotten) om hiermee het wijkgericht werken te bevorderen. De aanpak van duurzaamheid geven we meer prioriteit dan het in de afgelopen jaren gekregen heeft. In samenwerking met lokale partijen en belangenorganisaties willen we kijken naar een reële integrale aanpak om de duurzaamheid te versterken. We willen waar mogelijk belemmerende regelgeving wegnemen zodat initiatieven goed van de grond kunnen komen. 4.3.3 Wat hebben we afgesproken? We willen ruimte geven aan agrarische bedrijven in het buitengebied die willen groeien. Het Bestemmingsplan buitengebied zal worden getoetst in relatie tot de wensen, de ruimte die de provincie biedt en de gemeentelijke regelgeving. Er wordt meer samenhang in het Bestemmingsplan buitengebied aangebracht. Herijken gemeentelijke structuurvisie met een maatschappelijke agenda waarin de onderwerpen die in de verschillende kernen leven nadrukkelijker zijn opgenomen. In overleg met de provincie en het Dorpsplatform Langbroek veiliger maken van de N227 in 2014. Voor een goede bereikbaarheid van de binnenstad is het omleggen van de verkeersstromen wellicht noodzakelijk. Hiervoor wordt een integraal verkeers- en vervoersplan opgesteld. Een goed en snelle bereikbaarheid van Cothen, Langbroek en Wijk bij Duurstede met openbaar vervoer is eveneens van belang. Om de betrokkenheid te vergroten worden voorbesprekingen aangaande een kern, voortaan in die kern gehouden. De woonvisie wordt in 2014 geactualiseerd. Daarbij wordt ook duidelijk welke uitbreidingslocaties gewenst zijn. In goed overleg met de beide woningstichtingen wordt vastgelegd wat de omvang dient te zijn van de kernvoorraad, de gewenste ontwikkelingen, de kwaliteit en duurzaamheid van woningvoorraad en in welk type woningen nadrukkelijk geïnvesteerd dient te worden. Specifieke aandacht is en blijft nodig voor woningen voor starters, ouderen, mensen met een beperking en huishoudens met een beperkt inkomen.
25
Bevorderen van doorstroming op de woningmarkt door onder andere het zoveel mogelijk wegnemen van drempels voor inkomens tussen de € 34.000 en € 40.000. Dat betekent meer woningen bouwen met een verkoopwaarde tussen de € 130.000 en € 160.000. Stimuleren van het blijven gebruik maken van het stimuleringsfonds voor nieuwe CPO-groepen Het doorvoeren van een andere werkwijze in de ambtelijke organisatie ten aanzien van de onderwerpen groen, stadsbeheer, wijkgericht werken en speeltuinen. Uitgangspunt is dat zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de mogelijkheden die mensen uit de buurt zelf en belangenorganisaties zien. De discussie over het plaatsen van windmolens binnen de gemeente voeren we niet opnieuw zolang er geen concrete initiatieven zijn (al dan niet vanuit de provincie). Opstellen van een reëel, integraal duurzaamheidsplan in samenwerking met alle relevante lokale partijen. Daarbij wordt vooral ingezet in het energiezuinig maken van de bestaande bebouwing en het gebruik van zonne-energie en andere alternatieve vormen van energie. 4.3.4 Belangrijkste ontwikkelingen en financiele effecten Gemeentelijk afvalstoffenbeleid In 2015 staan de volgende acties uit het Gemeentelijk AfvalstoffenPlan (GAP) op de rol: omkeren grofvuilbeleid (gratis brengen in plaats van gratis halen en tegen betaling halen) en de invoering van een derde minicontainer voor papier (of eventueel voor kunststof). In verband met de ontwikkelingen van "taken op afstand" wordt net als in 2014 een pas op de plaats gemaakt als het gaat om grote investeringen zoals bij de modernisering van de milieustraat.
Afvalstoffenheffing De afgelopen jaren is er steeds sprake geweest van een financieel overschot op het afvalbeheer. Er waren veel hogere opbrengsten voor gescheiden grondstoffen (met name voor kunststof en papier) en verder waren door efficiency de afvalbeheerskosten lager en was er sprake van lagere kosten doordat investeringen in minicontainers nog konden worden uitgesteld. Deze overschotten zijn in een egalisatievoorziening gestort. De voorziening is nu voldoende dat in ieder geval per 2015 een tariefsverlaging van € 20 per aansluiting doorgevoerd kan worden. Dit levert ongeveer € 200.000 op. De komende jaren zal deze lastenverlichting, afhankelijk van de ontwikkelingen, waarschijnlijk voortgezet kunnen worden, terwijl er ook ruimte overblijft voor noodzakelijke investeringen in containers en de milieustraat. Regionale UitvoeringsDienst De OmgevingsDienst Regio Utrecht (ODRU) waar de gemeente Wijk bij Duurstede mede-eigenaar van is, zal 2014 vooral gebruiken om de zaken zodanig weer op orde te krijgen dat een overgang naar / opname in een Regionale UitvoeringsDienst mogelijk is. In de Provincie Utrecht is in januari 2014 een RUD gevormd door de provincie Utrecht en de gemeentes Utrecht, Amersfoort, Leusden, Baarn, Soest, Nieuwegein, Lopik, Bunschoten, Eemnes en Woudenberg. Rond 1 juli 2014 wordt deze zogenaamde RUD 2.0 operationeel.
26
Naar verwachting zal deze RUD in 2015 verder uitgebreid worden met andere gemeentes waaronder de gemeentes die nu deel uitmaken van de ODRU. Eén en ander is conform de wens, met name vanuit het ministerie, om Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving vooral op het terrein van Milieu en Bouw (dus Wabo-gerelateerd) op een kwalitatief hoger niveau te krijgen. Landelijk zijn daarvoor kwaliteitscriteria vastgesteld en is in een zogenaamde package-deal tussen Ministerie, VNG, IPO en Unie van Waterschappen vastgelegd dat minimaal de basistaken overgedragen worden aan de RUD’s. Het is voor een kleine gemeente als Wijk bij Duurstede onmogelijk om voor de resterende taken aan die criteria te kunnen voldoen. Alhoewel de kwaliteitscriteria nog niet vastgesteld zijn, is al wel duidelijk dat de verzwaring van de eisen met zich meebrengt dat de kosten die gemoeid zijn met vergunningverlening, toezicht en handhaving zullen toenemen. Er worden namelijk vergaande eisen gesteld aan het aantal medewerkers dat zich met een vakspecialisme bezighoudt, alswel aan het opleidingsniveau van die medewerkers. Verdere samenwerking met de ODRU of andere samenwerkingsvormen zijn dan ook onvermijdelijk. Enerzijds om aan de criteria te kunnen voldoen, anderzijds om de verwachte stijging van de kosten enigszins te kunnen beperken. Omgevingswet Het omgevingsrecht bestaat uit tientallen wetten en honderden regelingen voor ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water. Deze hebben allemaal hun eigen uitgangspunten, procedures en vereisten. Dit zorgt voor lange doorlooptijden, hoge onderzoekskosten en het remt innovatie. Daarom wil het kabinet het omgevingsrecht vereenvoudigen en bundelen in één Omgevingswet. Gemeenten krijgen een nieuw instrument in handen voor de inrichting van de leefomgeving: het omgevingsplan. Het verschil met het bestemmingsplan is dat in het omgevingsplan meer regels kunnen worden opgenomen dan enkel over de bestemming van grond; ook afspraken over natuur en milieu en bijvoorbeeld erfgoed kunnen erin. Gemeenten kunnen het plan zo 'breed' maken, als zij willen: van "een goede ruimtelijke ordening" tot "een goede fysieke leefomgeving". Naar verwachting kan de Omgevingswet in 2018 in werking treden. De minister van Infrastructuur en Milieu streeft ernaar om in 2016 een wetsvoorstel te publiceren.
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) De Rijksoverheid streeft naar verdere deregulering van de bouwregelgeving. Naar verwachting zal het aantal vergunningvrije bouwwerkzaamheden verder worden vergroot en zullen de mogelijkheden voor mantelzorgvoorzieningen toenemen. De Rijksoverheid wenst de bouwplantoets in de komende jaren gedeeltelijk te gaan privatiseren. De verschuiving van preventieve bouwplantoetsing naar toezicht achteraf zal door die ontwikkelingen naar verwachting verder doorzetten. Welstandstoets De welstandstoets is in de afgelopen periode substantieel versoepeld en beperkt tot de belangrijkste straten en wegen en karakteristieke gebieden in de gemeente. De ervaringen met het nieuwe beleid zullen eind 2015 worden geëvalueerd. De gemeenschappelijke regeling Welstand en Monumenten Midden Nederland zal per 1 januari 2017 worden opgeheven en worden getransformeerd naar een samen met Landschap en Erfgoed Utrecht (LEU) te vormen stichting. Die stichting zal de huidige welstands- en monumentencommissie gaan vervangen.
27
Beleidsontwikkelingen - Wonen De huidige Woonvisie, kansen voor starters op de woningmarkt, is opgesteld in 2008 en is aan actualisatie toe. Hierbij speelt de crisis op de woningmarkt een rol, daarnaast is de verwachting dat in 2015 de Herziening van de Woningwet in werking treed. In de nieuwe Woningwet wordt geregeld dat gemeenten meer sturing krijgen op de werkzaamheden van corporaties. De nieuwe Woonvisie zal bepalend worden voor de werkzaamheden van de corporatie. Uit de nieuwe Woonvisie kan blijken dat het wenselijk is om bepaalde instrumenten in te zetten warvoor middelen noodzakelijk zijn. In het woningbouwprogramma wordt per april 2014 uitgegaan van 128 op te leveren woningen in 2015. Binnen de diverse grondexploitaties worden mogelijk nog wijzigingen doorgevoerd om vraag en aanbod beter op elkaar te laten aansluiten. Dat betekent dat het genoemde woningaantal als indicatief moet worden beschouwd. Provinciale realisatie-impuls/lokaal fiets- en verkeersveiligheid In 2014 stelt de provincie het nieuwe mobiliteitsplan vast. De provincie heeft het voornemen om in het kader van dit mobiliteitsplan met de gemeenten afspraken te maken over gezamenlijke ambities voor het verkeersbeleid. Bij de bestuurlijke afspraken in het kader van de realisatie-impuls heeft de provincie aangegeven in principe bereid te zijn financieel bij te dragen aan het oplossen van knelpunten op gemeentelijke fietsinfrastructuur met regionaal belang. Vooruitlopend op de vaststelling van het mobiliteitsplan is in kader van de realisatie-impuls al gevraagd aan te geven waar binnen de gemeente zich knelpunten voordoen. Hiervoor zijn door onze gemeente 3 knelpunten aangemeld, te weten: het missende fiets-voetpad langs de Lekdijk/Veerweg, de kruising Boterslootweg-Hordenweg en de kruising ZandwegFrankenweg. Hoewel pas in september meer duidelijkheid is, is toch uitgaande van een 50/50 subsidieregeling al een aanmelding gedaan voor de dekking van het gemeentelijk aandeel in de cofinanciering. Hiermee gaan investeringen gepaard van € 400.000 per project, waarbij 50% wordt gedekt door de provinciale bijdrage. De resterende dekking wordt gezocht in de inrichting van een fonds bovenwijks. Voorzichtigheidshalve nemen wij hier wel de exploitatielasten op. Uw raad wordt hierover nog een separaat besluit voorgelegd.
Vereiste 2015 exploitatielasten last baat
2016
2017
2018
28.000 Pm, fonds bovenwijks
55.200 Pm, fonds bovenwijks
81.600 Pm, fonds bovenwijks
Integraal beheerplan openbare ruimte (IBOR) In onderstaand overzicht geven wij kort de belangrijkste ontwikkelingen weer. In 2014 zijn de beheerplannen voor een tweede periode van 4 jaar geactualiseerd. Binnen het IBOR zijn inmiddels 7 beheeronderdelen opgenomen: Wegen, Groen, Bruggen, Watergangen, Waterbouwkundige constructies, openbare verlichting, verkeer en straatmeubilair. Het IBOR zorgt ervoor dat dat het huidige beheerareaal in stand wordt gehouden. Het IBOR fase 2 (periode 2015-2018) is gebaseerd op de inspectieronde van voorjaar 2014 en wordt in mei 2014 afgerond en vervolgens ter vaststelling aan de Raad aangeboden via een integraal separaat voorstel voorgelegd.
28
Alle extra kosten en investeringen voor het nieuwe IBOR zijn in deze nota aangevraagd. In het nieuwe IBOR zijn alle areaaluitbreidingen van 2014 meegenomen. Onderhoudsbudgetten De onderhoudsbudgetten blijven ten opzichte van de meerjarenbegroting 2014-2017 vrijwel gelijk. In totaal is er een extra structureel bedrag benodigd van € 16.000 op het totale IBOR budget (minder dan 1% stijging). De onderhoudsbudgetten voor Verkeer en straatmeubilair (€ 6.000) en Wegen (€ 10.000) zijn licht gestegen. Nieuwe investeringen Het beleid om het onderhoud binnen het IBOR tot een minimum terug te brengen (sobere variant waarbij wel de veiligheid wordt gegarandeerd) zorgt ervoor dat eerder overgegaan moet worden tot vervangingen en reconstructies omdat er vrijwel geen preventief onderhoud plaatsvindt. De noodzakelijke investeringen vanaf 2015 zijn uitdrukkelijk niet in de beheerplannen opgenomen. Nieuwe investeringen en reconstructies worden aangemerkt als nieuw beleid. Nieuwe investeringen voor IBOR 2015-2018 gelden met name voor de beheeronderdelen wegen, bruggen, groen en waterbouwkundige constructies. Bij de begroting 2015-2018 zal dekking gevonden moeten worden indien de raad besluit in te stemmen met deze investeringen. Deze nieuwe investeringen betreffen: - Herstelkosten damwand Langshaven in 2015 (€ 120.000 eenmalig) - Groen, herstellen groenschade als gevolg van Tornado najaar 2013 (€ 15.000 eenmalig) - Groen, diverse investeringsprojecten Bomenplan, vervangen bomen, plantgatverbetering (zandweg, Karolingersweg, Botersloot, Willem Alexanderweg in totaal 286.000 €, over een periode van vier jaar (€ 71.500 per jaar). - Wegen, in totaal 90.000 €, waaronder: o Groot onderhoud fietspaden Nieuweweg/bebouwde kom grens (€ 40.000, eenmalig) o Wegen Gooijerdijk; extra passeerplekken en aanbrengen Grauwacke bermverharding (€ 35.000, eenmalig) o Wegen Vervangen asfaltdeklaag Langbroekseweg Cothen (€ 15.000 eenmalig) Riolering Voor het beheeronderdeel Riolering is onlangs het nieuwe GRPIV vastgesteld, dat nog volledig up to date is. Spelen Tot slot is er een kleine structurele budgetverhoging (€ 6.672) nodig voor het beheeronderdeel Spelen (geen onderdeel van het IBOR) als gevolg van het areaaluitbreiding (nieuwbouw De Geer II en De Kamp. Spelen is geen onderdeel van het IBOR omdat dit mogelijk hervormd gaat worden naar zelfbeheer (particulier of speeltuinvereniging). Overzicht vereiste exploitatielasten IBOR
29
verplicht IBOR wegen; fietspaden, asfaltdeklaag ja IBOR Verkeers en straatmeubilair ja IBOR onderhoud wegen ja IBOR waterbouwkundig: damwand Langshaven ja IBOR groen (schade tornado) nee IBOR Groen bomen ja Onderhoud speeltoestellen, uitbreiding onderhoudja totaal
exploitatie 2015 exploitatie baten 7.200 6.000 10.000 9.600 2.100 22.880 6.672 64.452
2016 lasten baten 7.056 6.000 10.000 9.408 2.040 22.422 6.672 63.598
2017 lasten 6.912 6.000 10.000 9.216 1.980 21.965 6.672 62.745
2018 lasten
baten 6.768 6.000 10.000 9.024 1.920 21.507 6.672 61.891
Doorkijk naar de verdere toekomst Binnen de planhorizon 2015-2018 zijn er verder geen grote investeringen te verwachten buiten bovengenoemd. Na de planhorizon van dit beheerplan zal met name op gebied van bruggen en wegen grote investeringsprojecten noodzakelijk zijn. Voor bruggen zullen vanaf 2020 tot 2025 diverse houten en stalen bruggen vervangen moeten worden. Jaarlijkse kosten geschat op circa €100.000 per jaar over een periode van 5 jaar. Na 2025 zal groot onderhoud ofwel renovatie nodig zijn voor de grote betonnen verkeersbruggen. Deze worden momenteel ingeschat op een investeringsbedrag van € 150.000 jaarlijks over de periode van 2025 -2030. Verder is het Molenvlietviaduct voor groot onderhoud in 2035 aan de beurt (geraamde kosten € 350.000). Op gebied van wegen zullen met name de asfaltwegen na 2018 dusdanig verslechterd zijn dat de reguliere onderhoudsbudgetten jaarlijks met circa 20% verhoogd moeten worden (circa € 100.000. per jaar). Hierbij is overigens geen rekening gehouden met areaaluitbreidingen.
30
4.4
Integrale veiligheid en handhaving: aandacht voor preventie en zorg in de buurt
4.4.1
Inleiding
Dit programma bevat de volgende onderdelen: - Integraal veiligheidsplan - Veiligheidsregio - Handhaving openbare orde De gemeente heeft de regie over het lokale integrale veiligheidsbeleid. Dat wil zeggen dat de gemeente zodanig stuurt dat de diverse betrokken partijen op het terrein van veiligheid op een effectieve manier blijven samenwerken en met elkaar een aanvaardbaar niveau van veiligheid en leefbaarheid weten te realiseren. Wijk bij Duurstede is een relatief veilige gemeente, we behoren tot de 10% meest veilige gemeenten van Nederland. Wel zijn er aandachtspunten ten aanzien van parkeeroverlast, vernielingen en andere kleine ergernissen in de openbare ruimte. De Veiligheidsregio Utrecht (VRU) is voornemens om in totaal 1,8 miljoen € aan bezuinigingen door te voeren. Dit vraagt om een goede en zorgvuldige discussie over de posten waarop bezuinigd gaat worden. We zien de afgelopen jaren ook goede initiatieven van de grond komen zoals het project AED HartstikkeNodig. Wijk bij Duurstede is daarmee de eerste gemeente in de provincie die samen met de Regionale Ambulance Voorziening Utrecht (RAVU) zich inspant om de hulp aan mensen met hartfalen zo snel mogelijk op te starten en daarmee de kans op herstel of overleven zo groot mogelijk te laten zijn. 4.4.2
Wat willen we bereiken?
Minimaal hetzelfde veiligheidsgevoel. Daarnaast willen we meer invloed op de bezuinigingen bij de VRU: geen bezuinigingen in de primaire taken, maar op processen die niet direct de veiligheid raken. Ook hier geldt dat veiligheid en het veiligheidsgevoel geborgd worden door voldoende voorzieningen in de directe omgeving. Een goede betrokkenheid van de plaatselijke brandweerkorpsen bij de diverse ontwikkelingen van de VRU. Wijkagenten en toezichthouders zijn voor ons onmisbaar, zij zijn herkenbaar in de wijk, kennen iedereen en kunnen daardoor makkelijk contact leggen en voorkomen dat zaken uit de hand lopen. 4.4.3
Wat hebben we afgesproken?
Wijkagenten moeten behouden worden. Zorgen voor voldoende Buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s) en/of andere toezichthouders. De bereikbaarheid van de politie moet gewaarborgd zijn en ook direct in de buurt bezocht kunnen worden (spreekuren in het gemeentehuis of op een andere plek in de gemeente zijn een vereiste). Blijven investeren in preventieve voorzieningen als AED Hartstikke Nodig en andere initiatieven. Geen uitholling vrijwillige brandweer. Integraal Veiligheidsplan (IVP) op volle kracht uitvoeren.
31
4.4.4
Belangrijkste ontwikkelingen en financiele effecten
Integraal Veiligheidsplan De hoofdlijnen in dit programma worden gevormd door het Integraal Veiligheidsplan 2014-2018 (IVP) en de gemeenschappelijke regeling met de Veiligheidsregio Utrecht (VRU). In het IVP wordt aangegeven welk beleid de gemeente hanteert, hoe de samenwerking met andere partijen is georganiseerd en welke resultaten de gemeente wil behalen. Door alle aspecten van veiligheid in het IVP samen te brengen wordt inzichtelijk gemaakt op welke beleidsterreinen veiligheid speelt en wie er zoal mee te maken hebben. Daarnaast geeft het IVP aan dat de komende vijf jaar extra ingezet wordt op persoonsgerichte aanpak, woninginbraken, alcohol- en drugsoverlast. Ook de partners stemmen hun beleid af op deze prioriteiten en werken samen aan een sluitende aanpak van veiligheidsproblemen binnen deze thema’s. Beleidsontwikkelingen: Veiligheid Het is de missie van de gemeente en haar partners een veiligheidsbeleid te ontwikkelen en tot uitvoering te brengen met als resultaat enerzijds een afname van criminaliteit en anderzijds de verbetering van de leefbaarheid. Alle schakels van de veiligheidsketen moeten worden benut om resultaat te kunnen bereiken. De komende periode wordt dan ook ingezet op de regierol van de gemeente en het versterken van de verbindingen tussen interne en externe partijen. Zo wordt de gehele veiligheidsketen versterkt. De gemeente Wijk bij Duurstede vult haar regierol in door het veiligheidsbeleid te initiëren, andere partijen te stimuleren, duidelijke prestatieafspraken met hen te maken en hen aan te spreken op hun bijdrage aan het realiseren van de gezamenlijke doelstellingen, onderlinge verbanden te leggen en – waar nodig – sturend op te treden. De speerpunten persoonsgerichte aanpak, woninginbraken, en alcohol- en drugsoverlast worden jaarlijks uitgewerkt in een Uitvoeringsprogramma. In het Uitvoeringsprogramma geven gemeente, politie en andere veiligheidspartners aan hoe in dat jaar invulling gegeven zal worden aan de uitwerking van de speerpunten. Financiële kaders ontwikkelingen Met ingang van 2015 zal de gemeentelijke bijdrageregeling van de Veiligheidsregio Utrecht (VRU) wijzigen, waarbij het ‘as-is-boxenmodel’ wordt vervangen door een model ijkpuntscores gemeentefonds. Volgens deze nieuwe financieringsystematiek is Wijk bij Duurstede een voordeelgemeente. Dit betekent dat de bijdrage aan de VRU in 2015 niet de begrote € 1.449.836 is maar uitkomt op € 1.300.728 (exclusief lasten brandweerkazerne Cothen-Langbroek). Echter hebben wij voor 2015 een bezuinigingstaakstelling van 5% opgenomen in de begroting. Dat komt neer op een bedrag van € 50.137 zodat het daadwerkelijke voordeel over 2015 uitkomt op €. 98.971,- (149.108 minus € 50.137). Dit vrijkomende bedrag is deels nodig om een noodzakelijke ontwikkeling binnen de portefeuille veiligheid te bekostigen. In april 2014 is door de VRU een ‘Advies Bluswatervoorziening’ opgesteld waaruit blijkt dat volgens de normen op diverse locaties in de gemeente er te weinig primaire bluswatervoorzieningen zijn. Op basis van de Gemeentewet is de gemeente verantwoordelijk voor de
32
bluswatervoorzieningen. Om de primaire bluswatervoorziening op orde te krijgen dienen 22 brandkranen en 20 geboorde putten bijgeplaatst te worden. Gemiddeld kost een brandkraan € 400,- en een geboorde put € 5.000,-. Dit komt neer op een bedrag van circa € 108.800,-. De jaarlijkse meerkosten i.v.m. onderhoud zijn 85,- € per geboorde put en 25,25 per brandkraan. De vaste lasten voor onderhoud stijgt dus met € 2.255,-. Daarnaast is de gemeente in gesprek met de VRU om de huisvestingslasten van de brandweerkazernes in beeld te brengen. Vanwege intensiever gebruik van de kazerne Wijk bij Duurstede betekent dit dat wellicht het (onderhouds)budget voor deze kazerne opgehoogd dient te worden. Vereiste 2015 2016 2017 2018 exploitatielasten/ baten Last; investering 15.260 14.824 14.388 13.952 Last: onderhoud 2.255 2.255 2.255 2.255 Last; lagere -149.108 -149.108 -149.108 -149.108 bijdrage VRU
33
4.5
Financien: met gezond verstand en het hart op de juiste plaats
4.5.1
Inleiding
Dit programma bevat de volgende onderdelen: - Financiele functie - Dienstverlening - Belastingen - Bedrijfsvoering, organisatie Om de hopelijk laatste bezuinigingsronde van de rijksoverheid op te vangen en middelen vrij te maken voor toekomstig en nieuw beleid is het noodzakelijk om de komende maanden opnieuw te bezien op welke wijze de gemeente nog kan besparen op haar uitgaven of extra inkomsten kan verkrijgen. De organisatievernieuwing van de gemeente wordt doorgezet, mede in het licht van een nadere discussie over kerntaken van een ‘regiegemeente’ en van het vereenvoudigen van gemeentelijke regelgeving en uitvoeringsregelingen. Dit betekent niet dat ‘taken zomaar worden afgestoten of over de schutting worden gegooid’, of dat de gemeentelijke organisatie zo klein als mogelijk moet worden. Het gaat om het zoeken naar een nieuwe balans in de taak- en rolverdeling tussen gemeentelijke overheid en organisaties en inwoners. Een nieuwe rol voor de gemeente, waarbij die rol wel op goede wijze zal moeten worden ingevuld en instellingen en inwoners op een betrouwbare overheid kunnen rekenen. 4.5.2
Wat willen we bereiken?
Financiële spelregels De volgende concrete spelregels op het gebied van financiën zijn van toepassing: 1. Degelijke en robuuste (meerjaren)begroting die structureel en reëel sluitend is, inclusief de decentralisaties van de rijkstaken. 2. Het streven naar maximale transparantie op financieel gebied. Transparant zijn betekent inzicht geven in de financiële (on)mogelijkheden maar ook duidelijk zijn in de verantwoording van de bestede financiële middelen (relatie tussen bestede geld en de bereikte doelen). 4.5.3
Wat hebben we afgesproken?
Het algemeen gemeentelijk weerstandsvermogen en hiermee de reservepositie dient voldoende te zijn en te blijven. Voor de uitvoering van nieuwe taken bij de decentralisaties worden lokaal en regionaal ‘financiële buffers’ opgebouwd. De onroerendezaakbelasting (OZB) wordt in principe jaarlijks met het inflatiepercentage verhoogd, evenals overige belastingen en heffingen. Financiële ruimte kan wellicht worden gevonden door een extra verhoging van de OZB te koppelen aan een verlaging van de lasten voor afvalstoffenheffing en het rioolrecht. Hierbij wordt gekeken naar de totale lastendruk.
34
Voor nieuw beleid wordt een budget vrijgemaakt. Het college is terughoudend in het doen van voorstellen om de lastendruk voor bedrijven en inwoners te verhogen. Een verhoging is bespreekbaar als dat vanwege voortzetting of uitvoering van nieuwe taken noodzakelijk is. Een lastenverzwaring is altijd het sluitstuk. Indien er gedurende het jaar onverwachte tegenvallers optreden, worden die in beginsel aan de uitgavenkant opgevangen, bijvoorbeeld door het bijstellen en temporiseren van ambities, of het zoeken naar alternatieve bezuinigingen. 4.5.4
Belangrijkste ontwikkelingen en financiele effecten
Dienstverlening Met betrekking tot het domein Dienstverlening en Belastingen zijn er geen nieuwe autonome ontwikkelingen/wetswijzigingen. Bedrijfsvoering Informatievoorziening – i-NUP In het regeerakkoord is de doelstelling opgenomen dat de burgers en de bedrijven uiterlijk in 2017 de zaken, die ze met de overheid doen, digitaal kunnen afhandelen. Hiervoor is een overheidsbrede implementatie agenda dienstverlening e-overheid, kortweg i-Nup, opgesteld. Het i-Nup beschrijft de ambities voor de komende vier jaar en kent vier hoofdlijnen: 1. Het loket voor burgers 2. Digitale dienstverlening aan bedrijven 3. Het stelsel van basisregistraties 4. Implementatie ondersteuning voor gemeenten Per hoofdlijn zijn er landelijk een aantal i-NUP bouwstenen ( in totaal 24) benoemd die elke gemeente moet implementeren. Op deze wijze wordt er een digitale overheidsinfrastructuur gebouwd. Om ervoor te zorgen dat ook de gemeente Wijk bij Duurstede op deze infrastructuur kan aansluiten moeten er nog een aantal ICT projecten worden uitgevoerd. Dit heeft te maken met hoofdlijn 3 ‘Het stelsel van basisregistraties’. Deze voorzieningen zijn voor een deel wettelijk verplicht. Een ander deel betreft een landelijk bestuursakkoord, die geldt voor alle gemeenten. Wanneer de gemeente Wijk bij Duurstede deze voorzieningen niet implementeert kan de gemeente niet op de landelijke ICT infrastructuur aansluiten. Dit raakt direct aan de digitale dienstverlening aan inwoners en bedrijven, die daardoor niet mogelijk wordt of erg arbeidsintensief wordt. Informatievoorziening – Implementatie zaaksysteem De implementatie van het in 2014 geselecteerde zaaksysteem brengt kosten met zich mee voor het uitfaseren van het huidige Document management systeem en voor de realisatie van koppelingen tussen systemen. Daarnaast zal begeleiding nodig zijn voor het inrichten van de digitale processen. Zowel het ‘Stelsel van basisregistraties’ en zaaksysteem vereisen investeringen in de komende periode. Onderstaand zijn de exploitatielasten weergegeven.
35
Vereiste exploitatielasten/ baten Last; investering Last: onderhoud Last; zaaksysteem
2015
2016
44.540 10.000 7.200
2017
43.152 20.000 6.960
2018
41.664 40.000 6.720
40.176 40.000 6.480
Organisatiekoers - taakstelling Binnen de taakstelling die is meegegeven aan de ingezette organisatiekoers is tot en met 2015 nog € 420.000,-- structureel te realiseren van de oorspronkelijke € 1,16 miljoen. Daarvoor wordt de volgende inzet gepleegd: bevorderen van mobiliteit, werkprocessen optimaliseren met hulp van de leancoaches en andere kantoor/werkplekinrichting. Ook wordt bekeken of andere koerstrajecten aan de taakstelling kunnen bijdragen (denk aan uitkomsten onderzoeken Taken op Afstand Beheer, Milieu en Handhaving en Bedrijfsvoering) en of er nog niet gerealiseerde bezuinigingsideeën in de organisatie zijn. Om de bezuiniging te realiseren zullen eenmalige kosten gemaakt moeten worden. Denk aan extra opleiding- en ontwikkelingsbudget, tijdelijk ophogen van het budget voor personele mobiliteit (frictiekosten), en investeringen voor aanpassing van werkplekken of het kantoorgebouw (bijv. werkplekdeling, geschikt maken voor verhuur). De belangrijkste component hierin is naar verwachting de kosten die gemaakt moeten worden om het natuurlijk verloop van personeel te bevorderen. Voorbeelden van middelen die je hiertoe in kunt zetten zijn: loopbaanbegeleiding, outplacement, ontheffing terubetalingsverplichting opleidingskosten of een stimuleringspremie. Bij de besluitvorming op 8 juli zullen we u hier nader over informeren. Mogelijke besparingen uit hoofde van overhead naar aanleiding van de privatisering van het wijkse Veer. De privatisering van de veerpont is met ingang van 1 januari 2014 doorgevoerd. Het veer en het veerkantoor zijn verkocht en de concessierechten zijn voor een periode van 10 jaar uitgegeven. De gemeente is met het oog op de toekomst wel eigenaar gebleven van het veerrecht en van de veerstoepen. Jaarlijks ontvangt de gemeente een bedrag van € 127.000,- van de exploitant voor de concessierechten. Na 10 jaar kan de overeenkomst desgewenst worden verlengd. Het aantal fte’s van de ambtelijke organisatie is in verband met de privatisering van het veer afgenomen met 11,5 fte (12 medewerkers). Hierdoor zal, mede gezien de eerdere uitplaatsingen van ICT taken (RID) en belastingtaken (BSR) het tevens eenvoudiger worden om op termijn ook het aantal fte’s bij de ondersteunende functies naar beneden bij te stellen; er is immers minder ondersteuning nodig.
36
5. Bijlagen Financiele investeringen en doorvertaling naar begroting 5.1
Overzicht van vereiste investeringen uit hoofde autonome ontwikkelingen en nieuw beleid en exploitatielasten
dom ein bedrijfsvoering en dienstverlening bedrijfsvoering en dienstverlening bedrijfsvoering en dienstverlening ruim telijk ruim telijk ruim telijk
om schrijving
investering 2015 verplich
basisregistraties
ja
186.000
onderhoudskosten basisregistraties
ja
10.000
im plem entatie zaaksysteem IBO R wegen; fietspaden, asfaltdeklaag IBO R Verkeers en straatm eubilair IBO R onderhoud wegen IBO R waterbouwkundig: dam wand Langshaven IBO R groen (schade tornado) IBO R G roen bom en
ja
30.000
ja ja ja
90.000
ja nee ja
120.000 15.000 286.000
ruim telijk
O nderhoud speeltoestellen, uitbreiding onderhoudsbudget ivm aanleg in wijken De Geer en de Kam p ja Provinciale realisatie-im puls/lokaal fiets- en verkeersveiligheid nee
400.000
Sociaal
O nderwijshuisvesting school m et de bijbel, keuze tussen nieuwbouw of renovatie
ruim telijk ruim telijk ruim telijk
ruim telijk
Veiligheid Veiligheid Toerism e en vrije tijd
VRu investering in brandkranen VRu onderhoud bluswatervoorzieningen vervangen toplaag kunstgrasvelden
ja ja
2016
2017
2018
20.000
40.000
40.000
400.000
400.000
1.300.000 109.000
ja ja totaal
1.246.000
1.720.000
200.000 640.000
:
37
40.000
5.2
Overzicht van lasten voortkomend uit vereiste investeringen
Bovenstaande investeringen leiden tot de volgende exploitatielasten: exploitatie verplic 2015 exploitatie lbaten basisregistraties
2016 2017 2018 lasten batenlasten baten lasten baten
ja
44.640
43.152
41.664
40.176
onderhoudskosten basisregistraja
10.000
20.000
40.000
40.000
ja
7.200
6.960
6.720
6.480
IBOR wegen; fietspaden, asfaltdja IBOR Verkeers en straatmeubilaja IBOR onderhoud wegen ja
7.200 6.000 10.000
7.056 6.000 10.000
6.912 6.000 10.000
6.768 6.000 10.000
IBOR waterbouwkundig: damwaja IBOR groen (schade tornado) nee IBOR Groen bomen ja
9.600 2.100 22.880
9.408 2.040 22.422
9.216 1.980 21.965
9.024 1.920 21.507
6.672
6.672
6.672
6.672
implementatie zaaksysteem
Onderhoud speeltoestellen, uitbja impuls/lokaal fiets- en verkeersveiligheid
nee
0
28.000
55.200
81.600
Onderwijshuisvesting school met de bijbel, keuze tussen nieuwbouw of renovatie
ja
0
84.500
83.200
81.900
VRu investering in brandkranen ja VRU vermindering bijdrage GR
15.260 -35.201
14.824 -35.201
14.388 -35.201
13.952 -35.201
2.255
2.255
2.255
2.255
108.606
228.088
24.667 295.638
24.000 317.053
VRu onderhoud bluswatervoorzieningen Vervangen toplaag kunstgrasvelden
ja ja totaal
38
5.3
Bijlage nadere uitwerking autonome investeringen en lasten
Autonome investeringen
toelichting
basisregistraties
Alle overheden moeten voor de uitvoering van hun publieke taken gebruik maken van gegevens uit het Stelsel van Basisregistraties. Dat betekent dat alle gemeenten, alle provincies, alle waterschappen, alle zelfstandige bestuursorganen en overige organisaties basisregistraties moeten beheren.
onderhoudskosten basisregistraties
Naast de aanschaf vereist het jaarlijks onderhoud
implementatie zaaksysteem Door de implementatie van het zaaksysteem kan het Document management systeem worden uitgefaseerd. Deze migratie moet zorgvuldig worden voorbereid, zodat de opslag van de documenten in het zaaksysteem aan de eisen van de archiefwet voldoet. IBOR wegen; fietspaden, asfaltdeklaag
Na de inspectierondes is het nieuwe IBOR 2015-2018 opgesteld. Op basis van deze inspectierondes zijn ook de investeringsprojecten gepland die buiten het IBOR vallen. Voor wegen zijn dit de voglende investeringsprojecten, allen uit te voeren in 2015-begin"
IBOR Verkeers en straatmeubilair
Het IBOR fase 2 (2015-2018) is opgesteld. Uit de inspecties bleek dat de huidige budgetten en de reeds toegekende investeringprojecten naar verwachting vrijwel voldoende zijn om de onderhoudswerkzaamheden in de periode uit te voeren.
IBOR onderhoud wegen
Na de inspectierondes is het nieuwe IBOR 2015-2018 opgesteld. Op basis van deze inspectierondes zijn ook de investeringsprojecten gepland die buiten het IBOR vallen. Voor wegen zijn dit de volgende investeringsprojecten, allen uit te voeren in 2015.
IBOR waterbouwkundig: damwand Langshaven
"In de inspectiesrondes IBOR is ook de in 2007 aangelegde damwand Langshaven geinspecteerd. Uit deze inspecties is gebleken dat deze damwand zes keer sneller corrodeert (roest) dan normaal is. Om deze corrosie te stoppen zullen maatregelen getroffen moeten worden om deze corrosie te stoppen. Dit kan dmv aanbrengen kathodische bescherming (opgedrukte stroom en/of aanbrengen 39
opofferingsanodes). De wijze van deze bescherming kan pas worden bepaald na verder onderzoek (kosten € 15.000). Afhankelijk van de resultaten uit dit onderzoek worden de kosten van aanbrengen kathodische bescherming voorlopig ingeschat op € 105.000,- wat het totaal brengt op € 120.000, excl. BTW (€ 145.200 incl. BTW). Hierbij wordt aangetekend dat ook de havenvloer (de onderwatervloer voor de damwand ook in 2007 aangebracht met wiepen, doeken en stortsteen) naar verwachting in slechte onderhoudsstaat verkeert. De kosten hiervoor zijn nog niet bekend. Op moment van schrijven worden hiervoor duikinspecties uitgevoerd en wordt er, zodra deze resultaten bekend zijn, vanuit het PMB een traject gestart met de aannemer. Zowel damwand als havenvloer vallen nog onder een 10-jarige garantie. Eerste inspecties tonen aan dat de damwand in dusdanige staat verkeert dat binnen 7 jaar de veiligheidsnormen niet meer worden gehaald en de damwand onherstelbaar beschadigd kan zijn. Wellicht zijn deze investeringskosten deels nog te verhalen op de aannemer.
IBOR groen (schade tornado)
"Na de inspectiesrondes IBOR is het nieuwe IBOR 2015-2018 opgesteld. Op basis van deze inspectierondes zijn ook de investeringsprojecten gepland die buiten het IBOR vallen. Voor groen zijn investeringen ten behoeve van het herstellen groenschade als gevolg van de tornado.
IBOR Groen bomen
Na de inspectiesrondes IBOR is het nieuwe IBOR 2015-2018 opgesteld. Op basis van deze inspectierondes zijn ook de investeringsprojecten gepland die buiten het IBOR vallen. Voor groen zijn dat de volgende investeringen: Zandweg 68.000,- Bomenplan icm "Na de inspectiesrondes IBOR is het nieuwe IBOR 2015-2018 opgesteld. Op basis van deze inspectierondes zijn ook de investeringsprojecten gepland die buiten het IBOR vallen. Voor groen zijn dat de volgende investeringen: Zandweg 68.000,- Bomenplan icm fietspadversmalling, kap en herplant Karolingerswegzuid 100.000,- 1/3 bomen vervangen tussen beide ingangen karel martellstraat ivm einde levensduur en deels plantgatverbetering. Botersloot 20.000,- Slechtgroeiende esdoorns, plantgatverbetering en of vervangen. Lodewijk de Vromestraat 15.000,- Deels bomen vervangen ivm einde levensduur en plantgatverbetering.
40
Cothen W.Alexanderweg 42.000,- Bomen verkeren in slechte staat (esdoorns) en moeten vervangen worden, veel overlast van boomwortels in voetpaden, uitvoering icm wegonderhoud. Hoogstraat doorgang Heul 15.000,- Groen (bosplantsoen) en slechte bomen (sierkers) nieuw bomenplan Binnenstad 24.000,- Bomen vervangen in Vlierstraat, Nieuwstraat en Wilhelminastraat en platanen markt vervangen. Uitvoering bij voorkeur in 2015 en 2016. Kosten in totaal € 286.000 excl. BTW (€ 346.060 incl. BTW). € 71.500 per jaar.
Onderhoud speeltoestellen, uitbreiding onderhoudsbudget ivm aanleg in wijken De Geer en de Kamp
i.v.m. de aanleg van nieuwe speelterreinen in de wijken de Geer en de Kamp breidt het areaal uit met 12 speeltoestellen daardoor dienen de onderhoudsbudgetten te worden verhoorgd.
Provinciale realisatieimpuls/lokaal fiets- en verkeersveiligheid
Aan deze aanmelding ligt de nota Actieplan Vrij baan voor de Fiets en een B&W rapport ten grondslag. De getekende versie is als bijlage bij deze aanmelding gevoegd. Het investeringsbedrag is ten behoeve van een van de volgende maatregelen: Rotonde Zandwe
Onderwijshuisvesting school met de bijbel, keuze tussen nieuwbouw of renovatie
Voor het gebouw van de School met de Bijbel is ingrijpend onderhoud (renovatie) opgenomen in het Programma Voorzieningen Huisvesting Onderwijs 2013. Het is gebruikelijk, dat een schoolgebouw wordt aangepakt als het de leeftijd van 40 jaar heeft bereikt. Gezien de hoge kosten van de renovatie, wordt een plan voor vervangende nieuwbouw uitgewerkt. De werkzaamheden zullen naar verwachting in 2015 worden
VRu investering in brandkranen
. In april 2014 is door de VRU een ‘Advies Bluswatervoorziening’ opgesteld waaruit blijkt dat volgens de normen op diverse locaties in de gemeente er te weinig primaire bluswatervoorzieningen zijn. Op basis van de Gemeentewet is de gemeente verantwoordelijk voor de bluswatervoorzieningen. Om de primaire bluswatervoorziening op orde te krijgen dienen 22 brandkranen en 20 geboorde putten bijgeplaatst te worden. Gemiddeld kost een brandkraan € 400,- en een geboorde put € 5.000,-. Dit komt neer op een bedrag van circa 108.800,- €. De jaarlijkse meerkosten i.v.m. onderhoud zijn € 85,per geboorde put en 25,25 per brandkraan. De vaste lasten voor onderhoud stijgt dus met €2.255,-.
VRu onderhoud bluswatervoorzieningen
Zie boven
41
Kunstgrasvelden
In 2005 heeft SVF haar nieuwe sportcomplex de nieuwe kamp in gebruik genomen. De voetbalvelden zijn gemeentelijk eigendom en de gemeente is verantwoordelijk voor het onderhoud en vervanging van de velden. 1 van de 3 velden is een kunstgrasveld. De technische levensduur van de toplaag van een kunstgrasveld is +/12 jaar. In 2017 moet de toplaag van het kunstgrasveld vervangen worden. Deze vervangingsinvestering is nu nog niet opgenomen in de begroting. Het bedrag dat opgenomen wordt, is genoeg om de geschatte vervangingsinvestering van +/- € 200.000 aan te gaan en deze over 12 jaar af te schrijven.
42
5.4
Bijlage risico’s en onzekerheden
Overzicht van risico’s en onzekerheden Risico's en onzekerheden extra taakstelling zoals vermeld in de decembernota daling algemene uitkering vanwege onderwijshuisvesting naar schoolbesturen impact decentralisaties AWBZ impact decentralisaties Jeugdzorg impact decentralisaties Participatie wegvallen inverdien effect WMO totaal risico's
2015
2016
2017
2018
-350.000
-350.000
-350.000
-350.000
-250.000 -151.000 -442.722 0 -304.000
-250.000 -151.000 -609.227 0 -304.000
-250.000 -151.000 -847.091 0 -304.000
-250.000 -151.000 -1.037.382 0 -304.000
-1.497.722
-1.664.227
-1.902.091
-2.092.382
Overzicht van taakstellingen uit eerdere begrotingen, en decembernota taakstellingen in de begroting 2014, 2013 en decembernota 2013
begroot 2015
verhuur oude gemeentehuis / politiebureau taakstelling op Gemeenschappelijke regelingen taakstelling bibliotheek taakstelling museum Bedrijfsvoering (KN: gemeentehuis deels sluiten) minder uren milieubeleid evenementen sport Bestuursorganen raad Subsidies (-5%) Organisatiekoers Precario kabels en leidingen taakstellende verkenning Totaal taakstellingen Reeds gerealiserd taakstellingen resterende taakstelling
23.000 23.000 23.000 23.000 115.000 126.000 126.000 126.000 50.000 50.000 50.000 50.000 35.333 53.000 53.000 53.000 10.000 10.000 10.000 10.000 40.000 40.000 40.000 40.000 10.000 10.000 10.000 10.000 50.000 50.000 50.000 50.000 19.000 19.000 19.000 19.000 42.000 42.000 42.000 42.000 420.000 420.000 420.000 420.000 200.000 200.000 200.000 200.000 300.000 300.000 500.000 500.000 1.314.333 1.043.000 1.543.000 1.543.000 155.166 201.500 201.500 201.500 1.159.167 841.500 1.341.500 1.341.500
2016
2017
2018
43
6. Bijlagen Financiële uitgangspunten ten behoeve van de begroting 6.1 Algemene Uitgangspunten meerjarenbegroting 2015– 2018 In deze nota willen we de uitgangspunten voor de meerjarenbegroting 2015-2018 aan u voorleggen. Met deze uitgangspunten stelt u de kaders voor het opstellen van de komende begroting vast. Belangrijk uitgangspunt voor ons gemeentelijk beleid zijn de uitgangspunten zoals die door de provincie zijn vastgesteld (Begrotingscirculaire provincie Utrecht). Hieronder worden de belangrijkste onderdelen weergegeven, het volledige overzicht staat vermeld in de bijlage. Begroting 2015 structureel en reëel sluitend
Sinds 1995 is het toezichtcriterium “sluitende begroting”. Tot 2014 betekende dat, dat de toezichthouder toetste of de begroting (materieel) in evenwicht was. Vanwege het belang van de horizontale verantwoording en het verticale toezicht is de Gemeentewet gewijzigd. Het bestaande begrip “evenwicht” is nader gepreciseerd in die zin dat het een “structureel en reëel evenwicht” dient te zijn. Met het begrip “structureel evenwicht” wordt nadrukkelijker benoemd dat in de begroting structurele lasten gedekt dienen te worden door structurele baten. Ook beoordeelt de toezichthouder of de begroting reëel in evenwicht is. Dit houdt in dat gekeken wordt naar de kwaliteit en plausibiliteit van de begroting en meerjarenraming, waarbij het realiteitsgehalte en de volledigheid van de geraamde baten en lasten worden getoetst. Algemene uitkering uit het gemeentefonds
Bij de beoordeling of er sprake is van een structureel en reëel sluitende (meerjaren)begroting wordt, voor wat betreft de algemene uitkering uit het gemeentefonds, tenminste uitgegaan van de mei/junicirculaire (2014) en de daarin opgenomen uitkeringsfactoren. Bij de bepaling van de accressen voor de jaren 2016 en later houden de beheerders van het gemeentefonds rekening met een mutatie van de prijsontwikkeling van het Bruto Binnenlands Product (BBP). Begroot de gemeente de algemene uitkering op basis van lopende prijzen, dan gaan de provincie ervan uit dat aan de lastenkant van de meerjarenraming rekening wordt gehouden met een percentage minimaal gelijk aan dat waarop de mutatie van het BBP is gebaseerd. Bezuinigingsmaatregelen/taakstellingen
Ten behoeve van de bepaling van de financiële positie worden alle in de begroting opgenomen bezuinigingsmaatregelen op hardheid en haalbaarheid beoordeeld. Hiermee wordt de realiteit van de ramingen bepaald en daarmee ook de realiteit van de gepresenteerde begrotingssaldi. Voor een positief oordeel is het noodzakelijk dat de raad, als hoogste bestuursorgaan van de gemeente, een uitspraak doet over de invulling. Daarbij dienen de te treffen bezuinigingsmaatregelen concreet op programmaniveau te zijn ingevuld. er dient sprake te zijn van een reëel perspectief, waarbij de financiële gevolgen van maatregelen die tot een herstel van het evenwicht moeten leiden, met besluitvorming door de gemeenteraad zijn onderbouwd.
44
Bezuinigingstaakstellingen verbonden partijen
Taakstellingen die aan de verbonden partijen, waaronder gemeenschappelijke regelingen, worden opgelegd, worden als niet reëel beschouwd, tenzij de verbonden partij of gemeenschappelijke regeling op bestuurlijk niveau heeft besloten of en hoe deze opgelegde taakstelling daadwerkelijk wordt ingevuld. Er moet aannemelijk worden gemaakt dat de verbonden partij de opgelegde bezuinigingsmaatregel concreet zal invullen. Personeelskosten Voor de personeelskosten gelden de werkelijke salarissen per 1 januari 2014 van de aanwezige formatie vermeerderd met periodieke verhogingen als basis. Vacatures worden geraamd op basis van het maximum salaris van de functieschaal. Daarnaast zal in het kader van realistisch ramen rekening gehouden worden met de budgettaire effecten van de in de mei/junicirculaire 2014 genoemde loonstijgingen. Op moment van schrijven lopen er nog landelijke onderhandelingen met de vakbonden over een nieuwe CAO. De mogelijke impact hier is op dit moment nog niet bekend.. Prijscompensatie Voor prijscompensatie zal de prijsindexering zoals genoemd in de mei/junicirculaire 2014 aangehouden worden voor de materiële budgetten, tenzij op basis van eerdere besluitvorming of contractueel (bijv. in huurovereenkomsten) anders is overeen-gekomen. Wij passen deze prijscompensatie nu al toe op de onroerende zaakbelasting.
Voor zover een afwijkend percentage wordt toegepast voor prijsstijgingen/indexering van prijsgevoelige subsidies verwacht de Provincie, dat dit in de programmabegroting wordt beargumenteerd. Algemene subsidieverordening en loon/prijscompensatie Het college stelt jaarlijks bij de nota voor om aan te geven in welke mate loon- en prijscompensatie zal plaatsvinden voor subsidieontvangers die personeel op CAO voorwaarden in dienst hebben en dit vervolgens op dezelfde manier voor iedereen toepassen. Hoeveelheden De inwoneraantallen worden geraamd op de aantallen van 1 januari 2014. De overige hoeveelheden worden gebaseerd conform de uitgangspunten van de berekening algemene uitkering. Uren Als uitgangspunt voor de toerekening van de uren (kostenverdeelstaat) worden de afdelingsplannen zoals die zullen worden opgesteld in de zomer van 2014. Areaal uitbreiding Op basis van de uitgangspunten voor de hoeveelheden kunnen de betreffende budgetten daarmee worden verhoogd indien het om een wettelijke taak gaat. Rekenrente Het huidige rekenpercentage is 4%. Dit percentage wordt gehanteerd voor de berekening van kapitaallasten op lopende investeringen, vervangingsinvesteringen, nieuwe investeringen en als bijschrijving van rente op boekwaarden van gronden.
45
Nieuwe beleidslijn rentekosten inzake activa Wij stellen hierbij een nieuwe wijze van berekening van rentekosten inzake activa voor: bestaande activa van de gemeente die worden ingebracht in een grondexploitatie Wij rekenen rente toe aan boekwaarden van grondexploitaties. Onderdeel van de boekwaarde vormen de inbrengwaarden van reeds in bezit zijnde gronden c.q. panden in eigendom van de gemeente. Deze grond en/of panden zijn bestaande activa van de gemeente. Zij geven kapitaallasten (rente- en afschrijvingslasten) die in de begroting/jaarrekening worden verwerkt. Tot nu toe vallen rentekosten in de begroting vrij als grond of een pand wordt ingebracht in een grondexploitatie en heeft dit een voordelig effect op de begroting. Dat voordeel heeft een keerzijde: bij het inbrengen van een activum in een grondexploitatie verschuift deze last van de begroting naar de grex die jaar op jaar met deze rente wordt belast. Rentekosten zijn een substantieel onderdeel van grondexploitaties en kunnen een grex onder druk zetten. Nieuwe werkwijze: in het kader van de BBV en om het probleem van te hoge boekwaarden te voorkomen blijven wij rentelasten in de begroting voor het activum begroten totdat de grondexploitatie is afgerond. Wel verschuift de last in de begroting van bijvoorbeeld onderwijs naar woningbouw. Dus: niet een voordeel in de begroting nemen bij aanvang van de grondexploitatie maar bij afsluiten van de grondexploitatie. Voor de begroting betekent dit geen nadeel maar het later inboeken van een voordeel. Voor de grondexploitatie betekent het lagere rentelasten en daarmee een lager risico op een negatieve grex die leidt tot het treffen van een voorziening.
6.2 Decembercirculaire en algemene uitkering Uit de decembercirculaire 2013 komt een structureel voordeel van ongeveer 200.000 €. Hiervan is een fors deel benodigd voor nieuwe taken (zie hiervoor de voorjaarsnota 2014), er resteert een bedrag van 58.000 € als autonome stijging van de algemene uitkering. Dit bedrag is reeds structureel verwerkt in de voorjaarsnota 2014.
Herijking algemene uitkering Het Rijk heeft een aantal jaar geleden aangegeven om de verdeelsleutel van de algemene Uitkering te herzien. Recent kwam het ministerie met een circulaire waarin de herberekening werd gepresenteerd: dit levert onze gemeente een structureel voordeel van 263.000 € op (11 € per inwoner). Voor de goede orde, de berekening is gebaseerd op het 2010. De herverdeeleffecten worden vooral veroorzaakt door minder geld voor onderwijs, gelet op de scheefgroei tussen inkomsten uit de algemene uitkering en de uitgaven, minder geld voor wegen in het buitengebied en meer in stedelijk gebied, ook hier gaat het om scheefgroei, het betrekken van de nieuwe woningdefinitie op basis van de BAG (Basisregistratie adressen en gebouwen). Dit heeft effecten voor gemeenten met bijv. militaire kazernes. Het gewicht van de maatstaf woonruimten is verlaagd en van huishoudens verhoogd. Ook betreft het gedeeltelijk vervallen van het vaste bedrag voor de G4. De VNG heeft in haar reactie aangegeven belang te zien in het uitvoeren van groot onderhoud van het gemeentefonds 2015. en stemt derhalve in met een kabinetsvoorstel. Wel plaatst men enkele kanttekeningen: .
46
de onderwijsuitgaven voor het uitkeringsjaar 2016 opnieuw in kaart te brengen omdat er veel dynamiek in de uitgaven zit; Er moet goed worden gekeken naar de stapeling van herverdeeleffecten met het oog op de verdeling van de middelen voor de grote decentralisaties. VNG wil spoedig starten met een meer fundamentele discussie over de financiële verhouding. In die discussie moet worden gesproken over onder andere de effecten uitbreiding van het gemeentelijke takenpakket, de toegenomen regionale samenwerking en de samenhang tussen de verschillende verdeelmodellen. Samenvattend, de herijking valt voor onze gemeente financieel gunstig uit. Er blijft echter een kleine onzekerheid in hoeverre een correctie tussen peildatum 2010 en 2014 nog tot aanpassingen leidt. Gezien de meest recente cijfers zal een voordeel niet zomaar omslaan in een nadeel. De provincie heeft daarnaast ook aangegeven om rekening te houden met schommelingen tot maximaal 15 € per inwoner. 6.3 Meicirculaire Voor wat betreft de algemene uitkering wordt tenminste uitgegaan van de decembercirculaire 2013 en de daarin opgenomen uitkeringsfactoren. Bij ontvangst van de meicirculaire zal (indien op tijd) de impact hiervan op de nota/begroting nog worden meegenomen. 6.4 Overige financiële overwegingen Deze nota heeft een technisch karakter, derhalve zal er niet uitgebreid worden ingegaan op bezuinigingsrichtingen. Wel is het goed te vermelden dat onze gemeente nog ruimte heeft om OZB verhogingen door te voeren. De maximale ruimte voor stijging van de OZB bedraagt 891.000 €. Door de gerealiseerde verlaging van de afvalstoffenheffing (20 € per huishouden) kan budgetneutraal een verhoging van de OZB (inschatting 200.000 €) worden doorgevoerd. Het is gebruikelijk om prijscompensatie op materiele budgetten toe te passen, en hiervoor een autonome stijging van de onroerende zaakbelasting tegenover te stellen.
6.5
Begrotingscirculaire provincie Utrecht,behorende bij brief van de provincie Utrecht van 17 februari 2014
Criteria voor repressief, terughoudend toezicht in 2015 Uitgangspunt bij de besluitvorming over de toezichtsvorm zijn de kaders en criteria genoemd in de Gemeentewet, Algemene wet bestuursrecht, het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV), het (vernieuwde) gemeenschappelijk toezichtkader “Kwestie van evenwicht” 3 en deze begrotingscirculaire. 3
Het huidige Utrechtse beleidskader (Beleidskader 2004 voor het financieel toezicht op de Utrechtse gemeenten, gemeenschappelijke regelingen en waterschappen) en het Gemeenschappelijk Toezichtkader “Zichtbaar Toezicht” (landelijk) vervallen na vaststelling van het gemeenschappelijk toezichtkader “Kwestie van evenwicht”. De planning is dat het vernieuwde toezichtkader medio maart, april door gedeputeerde staten zal worden vastgesteld.
47
De voorwaarden om voor het begrotingsjaar 2015 voor het repressieve toezicht in aanmerking te komen zijn: De begroting dient naar ons oordeel in structureel en reëel evenwicht te zijn, of als dat niet het geval is, dient de meerjarenraming aannemelijk te maken dat dit evenwicht uiterlijk in 2018 tot stand zal worden gebracht. Er mag daarbij geen sprake zijn van een opschuivend perspectief met betrekking tot het ontstaan van evenwicht in het laatste jaar van de meerjarenraming. De vastgestelde jaarrekening 2013 en de begroting 2015 dienen tijdig, respectievelijk vóór 15 juli en 15 november 2014, aan ons te zijn toegezonden. Begroting 2015 structureel en reëel sluitend Sinds 1995 is het toezichtcriterium “sluitende begroting”. Tot 2014 betekende dat, dat de toezichthouder toetste of de begroting (materieel) in evenwicht was. Vanwege het belang van de horizontale verantwoording en het verticale toezicht is de Gemeentewet gewijzigd. Het bestaande begrip “evenwicht” is nader gepreciseerd in die zin dat het een “structureel en reëel evenwicht” dient te zijn. Met het begrip “structureel evenwicht” wordt nadrukkelijker benoemd dat in de begroting structurele lasten gedekt dienen te worden door structurele baten. Ook beoordeelt de toezichthouder of de begroting reëel in evenwicht is. Dit houdt in dat gekeken wordt naar de kwaliteit en plausibiliteit van de begroting en meerjarenraming, waarbij het realiteitsgehalte en de volledigheid van de geraamde baten en lasten worden getoetst. Algemene uitkering uit het gemeentefonds Bij de beoordeling of er sprake is van een structureel en reëel sluitende (meerjaren)begroting wordt, voor wat betreft de algemene uitkering uit het gemeentefonds, tenminste uitgegaan van de mei/junicirculaire (2014) en de daarin opgenomen uitkeringsfactoren. Bij de bepaling van de accressen voor de jaren 2016 en later houden de beheerders van het gemeentefonds rekening met een mutatie van de prijsontwikkeling van het Bruto Binnenlands Product (BBP). Begroot u de algemene uitkering op basis van lopende prijzen, dan gaan wij ervan uit dat aan de lastenkant van de meerjarenraming rekening wordt gehouden met een percentage minimaal gelijk aan dat waarop de mutatie van het BBP is gebaseerd.
Ramingen loon- en prijscompensatie 2015 en volgende jaren Hierboven is aangegeven, dat voor wat betreft de algemene uitkering uit het gemeentefonds, tenminste moet worden uitgegaan van de mei/junicirculaire (2014) en de daarin opgenomen uitkeringsfactoren. Bij de vaststelling van het accres wordt rekening gehouden met de te verwachten loon- en prijsstijgingen in het begrotingsjaar/ meerjarenperspectief. Looncompensatie
48
In het kader van het realistisch ramen verwacht de Provincie dat de gemeenten integraal rekening houden met de budgettaire effecten van de in de mei/junicirculaire genoemde loonstijgingen. Dit kan door verwerking in de ramingen van de personele lasten/organisatiekosten dan wel door middel van het ramen van een stelpost voor zover de eigen eerder vastgestelde uitgangspunten afwijken van die opgenomen in de mei/junicirculaire. Prijscompensatie Voor zover een afwijkend percentage wordt toegepast voor prijsstijgingen/indexering van prijsgevoelige subsidies verwacht de Provincie, dat dit in de programmabegroting wordt beargumenteerd.
Bezuinigingsmaatregelen/taakstellingen Ten behoeve van de bepaling van de financiële positie worden alle in de begroting opgenomen bezuinigingsmaatregelen op hardheid en haalbaarheid beoordeeld. Hiermee wordt de realiteit van de ramingen bepaald en daarmee ook de realiteit van de gepresenteerde begrotingssaldi. Voor een positief oordeel is het noodzakelijk dat de raad, als hoogste bestuursorgaan van de gemeente, een uitspraak doet over de invulling. Daarbij dienen de te treffen bezuinigingsmaatregelen concreet op programmaniveau te zijn ingevuld. Verder dient het proces dat bij het concretiseren wordt gevolgd vast te liggen. Ervaringen opgedaan met eerdere bezuinigingsoperaties kunnen in ons oordeel meewegen. Met andere woorden: er dient sprake te zijn van een reëel perspectief, waarbij de financiële gevolgen van maatregelen die tot een herstel van het evenwicht moeten leiden, met besluitvorming door de gemeenteraad zijn onderbouwd. Bij een negatief oordeel zullen deze posten op de gepresenteerde begrotingssaldi in mindering worden gebracht. Deze correctie kan tot gevolg hebben dat er een structureel begrotingstekort ontstaat en tot preventief toezicht leidt.
Bezuinigingstaakstellingen verbonden partijen Taakstellingen die aan de verbonden partijen, waaronder gemeenschappelijke regelingen, worden opgelegd, worden als niet reëel beschouwd, tenzij de verbonden partij of gemeenschappelijke regeling op bestuurlijk niveau heeft besloten of en hoe deze opgelegde taakstelling daadwerkelijk wordt ingevuld. Er moet aannemelijk worden gemaakt dat de verbonden partij de opgelegde bezuinigingsmaatregel concreet zal invullen.
Facultatieve paragraaf “Taakstellingen en reserveringen” In de paragrafen in de begroting worden onderwerpen behandeld die van belang zijn voor het inzicht in de financiële positie. Nu in deze economische tijden bijna alle gemeenten staan voor grote bezuinigingsoperaties, takendiscussies en financiële
49
onzekerheden zoals de decentralisaties van rijkstaken en deze processen meerdere jaren bestrijken, adviseren wij u een paragraaf “Taakstellingen en reserveringen” op te nemen. Dit ter verbetering van het inzicht in uw financiële positie. In deze paragraaf ziet u als kaderstellend en controlerend orgaan in één oogopslag het integraal beeld van de opgenomen bezuinigingen/taakstellingen in de programma’s en/of de nog openstaande taakstellingen in de meerjarenraming. Ook kunnen in deze paragraaf eventuele reserveringen (inschattingen of al vrij gemaakte begrotingsruimte) voor toekomstige financiële onzekerheden opgenomen worden.
Onderuitputting kapitaallasten Bij activering van een investering zal voor de toezichthouder in redelijkheid moeten vaststaan, dat de gemeente in staat is om de volle jaarlasten binnen een structureel sluitende begroting (eventueel op termijn binnen de meerjarenraming) te kunnen opvangen. In het kader van het reëel ramen behoeft in het eerste jaar niet de volle jaarlast van de nieuwe investering te worden opgenomen. Volstaan kan worden met het ramen van de exploitatielasten die naar verwachting in het jaar van de investering op de exploitatie zullen drukken. Het verschil tussen de volledige kapitaallasten en de geraamde kapitaallasten wordt dan aangemerkt als onderuitputting kapitaallasten.
Bij de verantwoording van onderuitputting kapitaallasten verdient het bruto ramen een sterke voorkeur vanwege de inzichtelijkheid. De volledige kapitaallasten worden structureel geraamd, maar hier tegenover staat aan de inkomstenkant een post onderuitputting kapitaallasten. Deze onderuitputting levert slechts een eenmalig voordeel op voor de jaarbegroting en wordt dus vermeld op het overzicht van incidentele baten en lasten.
Omvang en inzet dekkingsreserves Op grond van artikel 62, eerste lid, van het BBV, worden vaste activa tegen het bedrag van de investering geactiveerd. De aanwezigheid van zogenaamde dekkingsreserves moet in samenhang met deze bepaling worden gezien. Dekkingsreserves zijn bestemmingsreserves voor de dekking van kapitaallasten van bepaalde gerealiseerde investeringen. De omvang van de reserve moet voldoende zijn om (een deel van) de kapitaallast gedurende de gehele afschrijvingstermijn te dekken. Dit betekent dat het mogelijk is dat de dekkingsreserve, op het moment waarop de investering wordt gedaan, lager is dan de investering en dus onvoldoende is om de investeringslasten volledig te kunnen dekken. Wij wijzen erop dat ook in dat geval het noodzakelijk is dat de dekkingsreserve gedurende de gehele afschrijvingstermijn beschikbaar is en slechts kan dienen voor het dekken van een evenredig deel van de kapitaallasten. Hiermee wordt voorkomen dat het dekken van lasten naar de toekomst worden verschoven. Inzicht in dekkingsreserves
50
Het BBV noemt deze categorie bestemmingsreserves niet afzonderlijk. Toch is het voor een goed inzicht in de mogelijkheden tot aanwending wel van belang om te weten welke reserves dekkingsreserves zijn. Wij hebben geconstateerd dat niet alle gemeenten transparant maken of én in hoeverre de dekkingsreserves over de gehele afschrijvingstermijn toereikend zijn. Hoewel verschillende methodieken tot hetzelfde vereiste resultaat kunnen leiden is het van belang inzicht te geven of de omvang van deze dekkingsreserve voldoende is om (een vooraf bepaald deel van) de kapitaallast van de investering voor de gehele afschrijvingstermijn te dekken. Rentetoerekening (bijvoorbeeld aan grondexploitaties)
De wijze waarop met rente in de begroting en jaarstukken van gemeenten kan worden omgegaan is vastgelegd in de notitie rente van de commissie BBV (2013). Kaderstelling De raad stelt het kader vast dat in de financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet wordt opgenomen. Het kader schept duidelijkheid of rente aan de eigen (interne) financieringsmiddelen (eigen vermogen) wordt toegerekend. Tevens wordt beschreven welke methode hiervoor wordt gebruikt en of deze rente over de eigen (interne) financieringsmiddelen wordt toegevoegd aan de reserves, of als baat wordt verantwoord. Daarnaast wordt duidelijk of een omslagrente aan de producten in rekening wordt gebracht en welk rentepercentage (inclusief de wijze van (her)berekening) daarvoor wordt gehanteerd. Elke methode heeft zijn eigen voor- en nadelen. Het college kan gefundeerd de raad hierover laten besluiten. Verantwoording Naast het kader in de financiële verordening licht de gemeente in de paragraaf financiering in de begroting en jaarrekening tevens toe welke methode zij heeft gekozen en geeft zij inzicht in het renteresultaat. Op die manier wordt duidelijk of in verhouding tot de werkelijke rentelasten niet te veel of te weinig rente wordt toegerekend (reëel rentepercentage). De Commissie BBV geeft als extra aandachtpunt mee dat gezien de huidige marktomstandigheden de vraag is in hoeverre het nog mogelijk is dat de “niet in exploitatie genomen gronden” en “in exploitatie genomen gronden” de rentelasten nog kunnen dragen. Als dit niet het geval is, zal er direct een voorziening voor verwachte tekorten moeten worden getroffen. Als alternatief geeft de Commissie BBV mee de rente direct ten laste van de exploitatie te laten lopen en geen rente toe te rekenen aan de NIEGG en BIE (= Bouwgrond in exploitatie).
Grond(exploitatie)berekeningen De afgelopen jaren stonden de grondexploitaties sterk in de belangstelling. De mate van het treffen van voorzieningen en het berekenen van de “waarde” van de
51
grondexploitaties (NCW = netto contante waarde) wordt voor een groot deel bepaald door het gebruik van parameters. Hiermee wordt de fasering van verkopen, toegerekende rente, kostenindex en opbrengstenindex bedoeld. Een wijziging van elk van deze parameters kan de berekende “waarde” substantieel beïnvloeden. Het is daarom van groot belang dat de gemeenten transparant zijn in welke parameters met welke waarden worden gebruikt. Deze zouden dan vervolgens ook vergeleken kunnen worden met andere gemeenten. In de paragraaf grondzaken kan de gemeente deze duidelijkheid creëren. De meeste gemeenten hebben deze parameters de laatste jaren bijgesteld. De actualiteit van de parameters (naar het inzicht van heden) moet jaarlijks door de raad in de begroting en jaarrekening worden geëvalueerd en eventueel worden herzien.
Tekort grondexploitatie en negatieve reserve De verliezen van de grondexploitatie kunnen leiden tot een negatieve algemene reserve. In het kader van het financieel toezicht moet een gemeente een negatieve algemene reserve binnen de meerjarenbegroting weer hebben weggewerkt. Lukt dit niet, dan komt een gemeente onder preventief toezicht van de provincie. De gemeente zelf en daarna de toezichthouder onderzoekt hoe de negatieve algemene reserve weer positief kan worden gemaakt. Het ligt dus ook voor de hand dat van alle bestemmingsreserves zal worden gekeken in hoeverre die in te zetten zijn. Overzicht incidentele baten en lasten Wij constateren dat bij een aantal gemeenten het verplicht voorgeschreven overzicht van geraamde incidentele baten en lasten nog ontbreekt in de financiële begroting of niet voldoet. Ook wordt op verschillende wijze met de toelichting op het overzicht omgegaan. Het gaat niet alleen om het beschikbaar zijn van het overzicht, maar het is in het bijzonder van belang dat de incidentele baten en lasten realistisch en meerjarig zijn geraamd. Dit overzicht is een belangrijk document, zo niet onmisbaar voor het verkrijgen van een juist beeld van de structurele en reële sluitendheid van de (meerjaren)begroting en inzicht in de financiële positie van de gemeente.
In juni 2013 is het BBV ten aanzien van het overzicht incidentele baten en lasten, onderdeel van de financiële begroting, artikel 19 gewijzigd. In het overzicht van incidentele baten en lasten dient een aantal extra gegevens te worden opgenomen. De incidentele baten en lasten moeten per programma worden weergegeven. Verder wordt er een overzicht gevraagd van de geraamde structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves. Deze gegevens moeten meerjarig worden opgenomen in het overzicht. Wij verzoeken u het overzicht in de begroting 2015 te laten voldoen aan de gewijzigde voorschriften. Om de eenduidige toepassing van het BBV te bevorderen heeft de commissie BBV een notitie uitgebracht om het onderscheid tussen incidentele en structurele baten en lasten te verduidelijken. Hoewel de notitie incidentele en structurele baten en lasten
52
geen richtlijnen of aanbevelingen bevat, bevelen wij de informatie uit de notitie van harte bij u aan. Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen Volgens het BBV art. 12, lid 2 moet in de begroting ten aanzien van het onderhoud van tenminste wegen, riolering, water, groen en gebouwen worden aangegeven: het actueel beleidskader; het van toepassing zijnde kwaliteitsniveau en de vertaling van de financiële consequenties van het door de raad vastgesteld kwaliteitsniveau in de begroting.
Kwaliteitsniveau onderhoud Bezuinigingen op het jaarlijks en groot onderhoud worden alleen positief beoordeeld, indien aannemelijk wordt gemaakt dat het verlagen van het kwaliteitsniveau van het onderhoud van de kapitaalgoederen niet zal leiden tot achterstallig onderhoud en of juridische claims. Daarnaast zal actualisatie van het beheerplan op basis van de door de raad vastgestelde verlaging van het kwaliteitsniveau noodzakelijk zijn. Achterstallig onderhoud Wij verzoeken u bij het opstellen van de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen de voorschriften van het BBV in acht te nemen. Als sprake is van achterstallig onderhoud, dient dit vermeld te worden in deze paragraaf. Ook dienen de maatregelen, die getroffen worden om de achterstanden in te halen, benoemd te worden. Voorzieningen Wij hebben afgelopen jaar geconstateerd dat in een aantal gevallen sprake is van een substantiële vermindering van de omvang van de onderhoudsvoorzieningen voor kapitaalgoederen. Voor zover dit een gevolg is van bijgestelde beheerplannen is dit verklaarbaar en acceptabel. Is er echter geen sprake van nieuw of aanvullend beleid en strookt de omvang van de budgetten of de toevoeging aan de voorziening niet met de op basis van het beheerplan benodigde budget dan merken wij dit aan als een onvolledige of niet realistische raming. EMU-saldo €pese afspraken over de begrotingsdiscipline zijn vanaf 1 januari 2014 opgenomen in de wet. Ook de belangrijkste uitgangspunten en randvoorwaarden van het Nederlandse budgettaire beleid zijn dan wettelijk verankerd. Indien decentrale overheden de afgesproken norm structureel overschrijden en het niet mogelijk blijkt met elkaar passende maatregelen af te spreken om terug te keren naar het verbeterpad,
53
kan het kabinet maatregelen nemen. De EMU-schuld bestaat uit de staatsschuld plus de schulden van decentrale overheden en sociale fondsen. De onderlinge schulden van deze partijen tellen niet mee. De EMU-schuld wordt weergegeven in een percentage: de EMU-schuldquote. Deze geeft de verhouding weer tussen de EMU-schuld en het Bruto Binnenlands Product (BBP). De Wet Houdbare Overheidsfinancien (Wet HOF) maakt dat het sturen op het EMUsaldo essentieel wordt ook voor gemeenten (een nieuw kader). Het sturen op het EMU-saldo stelt hoge eisen aan een (goede) liquiditeitsplanning. Jaarlijks wordt een (verplichte) EMU-enquête onder de gemeenten gehouden. Het CBS rapporteert tweemaal per jaar over de uitkomsten. Post onvoorzien U bent verplicht in uw begroting een post onvoorzien op te nemen. Het bedrag voor onvoorzien dient in zijn geheel of per programma te worden geraamd. Wij hebben geconstateerd dat in sommige gevallen hier niet voldoende inzicht in wordt gegeven. Zowel in het programmaplan als in de financiële begroting moet informatie gegeven worden over het voor onvoorzien opgenomen bedrag. Wij verzoeken u om na te gaan hoe dit in uw begroting is verwerkt en dit desgewenst aan te passen. Er zijn geen voorschriften, of normen, voor de omvang van de post onvoorzien. Als ijkpunt voor een minimumomvang kan de norm voor onvoorzien dienen, zoals gehanteerd in het kader van art.12-beleid.
7. Bijlagen overig 7.1 Bijlage: Sturing op Gemeenschappelijke regelingen Begin dit jaar heeft het college een besluit genomen om de grip en sturing omtrent Gemeenschappelijke regelingen te verbeteren. Het beeld dat gemeenten onvoldoende grip hebben op de verbonden partijen wordt zowel in college als raad beaamd. Het collegebesluit hield onder meer in dat we intern strakker gaan sturen op de diverse naleving van doelen, risico’s en financiele taakstellingen van de GR. In deze nota wordt hier een start mee gemaakt door de komende ontwikkelingen binnen de diverse GR’s in beeld te brengen. Daarnaast is de mate van realisatie van de taakstelling zoals die opgenomen in de begroting 2014 ingeschat. Ontwikkelingen gemeenschappelijke regelingen 2015 en verder VRU Nieuwe financieringssystematiek op basis van financieringsmodel gemeentefonds. Dit levert voor onze gemeente een structureel voordeel op van 149.108 €. Hiermee is de vereiste taakstelling van 5% bezuiniging op de gemeentelijke bijdrage gerealiseerd. Daarnaast speelt de inbreng van de huisvestingslasten en het herijken van het gemeentefonds per definitie tot herverdeling zal leiden (verwacht 2016) is het van belang dat de gemeente hier rekening mee houdt in de begroting.
54
RDWI Er dient rekening te worden gehouden met stijging WWB-bestand tot 1200 aanvragen per jaar.Re-integratiebudget blijft nagenoeg gelijk, doelgroep wordt groter, dit betekent minder budget per client. Risico’s van financiele tekorten wordt getracht op te vangen door integrale samenwerking. De Participatiewet en AWBZ-begeleiding is vooral voor de onderkant van de doelgroep Participatiewet en WSW-beschut werk. Hier wordt op dit moment in de uitvoering al mee geexperimenteerd. De verwachting is dat de apparaatskosten op korte termijn eerder gaan stijgen in plaats van dalen: In 2014 zijn apparaatskosten gestegen vanwege toename clientenbestand WWB. Het aantal clienten zal in 2015 naar verwachting stabiliseren. Daarbij komt echter ook de toename van de doelgroep vanuit de Participatiewet in 2015 (met voormalig WSW-ers en Wajong). Voor de periode na 2015 is de verwachting dat door de afname van uitkeringen ook de apparaatskosten stabiliseren en mogelijkerwijs dalen. GGD Binnen de GGD taken heeft de gemeente meer keuzevrijheid gekregen wat positief is betreffende de regionale en lokale taken. Maar zijn wel afhankelijk van andere gemeenten als wij bepaalde wettelijk verplichte taken niet meer bij de GGD willen afnemen. Taakstelling van 5% is gerealiseerd. ODRU De ODRU heeft voor 2013 - 2014 het programma ODRU op Orde opgesteld. Voornaamste doelen: sluitende begroting, vermindering capaciteit, reorganisatie, verhuizing en nieuwe ICT Infrastructuur. In de begroting 2014 zijn als belangrijkste risico's genoemd: hoger dan geraamd ziekteverzuim; invoering nieuwe applicaties kost meer tijd dan geraamd; vanaf 2015 minder contract- en projecturen vanuit gemeentes. De gemeente hecht er zeer sterk aan dat de ODRU haar financiën op order brengt. De goedkeuring van de Jaarrekening ODRU 2013 is mede afhankelijk van de acties van de ODRU op dit terrein. Tevens wil de gemeente een voorstel van de ODRU hoe (een deel van) de kosten worden terugverdiend. Taakstelling realiseren is mogelijk, mits dit komt uit een verminderde afname van tijdelijke uren. De ODRU zal in 2014 een reorganisatie kennen, verhuizen, afnemen in vaste formatie en een andere ICT infrastructuur kennen. In 2015 zal zij naar verwachting overgaan in / opgenomen worden in een Regionale UitvoeringsDienst. RHC Geen bijzonderheden, deelname van gemeente Vianen in de gemeenschappelijke regeling. Recreatieschap Het Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijnlandschap wordt per 1 januari 2018 opgeheven. Binnen onze gemeentegrenzen ligt het recreatieterrein De Gravenbol. Het beheer hiervan wordt ook in 2014 uitgevoerd door Wijk nog Leuker. Het recreatieschap is eigenaar van deze voorziening die voornamelijk wordt bezocht door inwoners uit onze gemeente. In 2014 starten we met de voorbereidingen voor het zoeken naar een rechtsopvolger voor de Gravenbol die alle rechten en
55
plichten overneemt. Hierbij speelt mee dat we een standpunt moeten innemen over de gewenste functie(s) van deze voorziening. In een op te stellen gebiedsvisie dienen de wensen, mogelijkheden en onmogelijkheden van het terrein in kaart worden gebracht. Ook kunnen met deze visie nieuwe initiatieven worden getoetst. RID Geen bijzonderheden BSR De BSR heeft in de afgelopen jaren reeds een efficiencyslag doorgevoerd, specifiek door het aantal deelnemers (gemeenten en waterschappen) te vergroten wat direct heeft geleid tot efficiencyvoordelen en een lagere last voor de deelnemers. De BSR heeft in haar (meerjaren) begroting 2015 opgenomen nog steeds te blijven sturen op groei en daardoor kostenbesparing en dus lagere lasten voor de deelnemers. Welstand De GR wordt per 2017 beeindigd. De raden van de deelnemende gemeenten hebben eind vorig jaar besloten de GR op te heffen. Een groot deel van Wijk bij Duurstede is per 01012014 welstandsvrij. Dit heeft belangrijke gevolgen voor de afname van diensten van WMMN. Op dit moment is nog niet inzichtelijk wat de financiele gevolgen hiervan zullen zijn. Gevolgen nog niet bekend omdat nog geen nieuwe overeenkomst is aangegaan met de nieuw te vormen organisatie. Afhankelijk van het soort overeenkomst (verminderde afname van diensten) zal de gemeente wellicht financieel moeten compenseren. Avu Daling van de afvalstoffenheffing met € 20 per huishouden. Taakstellingen Gemeenschappelijke regelingen zoals opgenomen in de begroting 2014:
VRU RHC GGD ODRU RDWI Recreatieschap RID BSR Welstand Avu Totaal
Begroting 2014 1.571.022 79.932 275.192 204.680 1.438.415 43.794 620.000 305.000
4.538.035
2014
2015
2016
2017
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
50.137 2.551 8.782 6.532 45.905 Pm 0 0 0 0 113.907
54.613 2.779 9.566 7.115 50.003 Pm 0 0 0 0 124.076
54.613 2.779 9.566 7.115 50.003 Pm 0 0 0 0 124.076
56
7.2 7.2.1
Overige ontwikkelingen Landelijke ontwikkelingen
Sinds het laatste kwartaal van 2013 is Nederland officieel uit de recessie. Het herstel is echter nog marginaal: de export is wel gestegen, maar de daling van de consumptie van huishoudens houdt aan en ook de werkloosheid stijgt nog steeds. Nog steeds hebben we als gemeente te maken met bezuinigingen die door het Rijk worden opgelegd, maar ook met tegenvallende inkomsten uit bijvoorbeeld grondverkopen. Het perspectief voor de korte termijn is zeker nog niet positief te noemen. Zo zullen ook voor de komende periode nog bezuinigingen volgen. Er is echter wel een teken van herstel van de koopsector in de woningmarkt. Daarentegen is het aantal faillissementen nog steeds hoog en neemt het aantal mensen zonder werk -en dat een beroep doet op de schuldsaneringnog toe. Het college probeert op de schaal van Wijk bij Duurstede ondernemers te faciliteren door vanuit de gemeentelijke rol lokale aannemers een positie te geven bij de inschrijvingen voor bouwprojecten en andere werkzaamheden. 7.2.2
Nieuwe modelverordening artikel 212 gemeentewet
De VNG heeft een nieuwe modelverordening art 212 beschikbaar gesteld. Dit behelst de verordening die de financiële beheersing van de gemeente beschrijft. Opvallend aspect in de nieuwe modelverordening is het de raad meer in stelling brengen op het gebied van budgetrecht. op dit moment autoriseert de raad budgetten op programmaniveau. In de modelverordening wordt gesproken over autorisatie op het niveau van productgroepen, dit betekent meer invloed van de raad op budgetten op productniceau. De komende periode zal de impact van deze modelverordening nader worden geanalyseerd. U wordt hier binnenkort nader over geïnformeerd. 7.2.3
Houdbare Financien:
wet HOF, De Wet HOF is op 15 december 2013 van kracht geworden. In het kort houdt deze wet in dat er in een boekjaar niet meer geld mag worden uitgegeven dan er wordt ontvangen, dat wil zeggen dat er geen negatief EMU-saldo mag ontstaan. Dit kan problemen opleveren op het moment dat de gemeente in enig jaar relatief veel uitgaven ten laste van reserves doet. De Wet zoals goedgekeurd door de Eerste Kamer kent echter een aantal versoepelingen. Waar dit EMU-saldo in een eerder stadium nog op micro niveau (per individuele gemeente, provincie of gemeenschappelijke regeling) zou worden bepaald, is er nu sprake van een berekening op macro-niveau. Hierbij geldt tevens dat er tot 2017 geen sancties volgen indien de norm wordt overschreden. Naar alle verwachtingen zal de Wet Houdbare overheidsfinanciën (HOF) voor de begroting 2015 geen consequenties hebben Schatkistbankieren. Voor wat betreft het zogenaamde “verplichte schatkistbankieren” is op 15 december 2013 de wetswijziging van de Wet financiering decentrale overheden van kracht geworden waarmee het verplichte schatkistbankieren per 1 januari 2014 in werking treedt. Naast het verplichte aanhouden van overtollige middelen bij de schatkist (tegen ongeveer 0%), mogen deze middelen ook bij andere overheden worden uitgezet
57
Wet revitalisering generiek toezicht Op 1 oktober 2012 is de Wet revitalisering generiek toezicht (Wet Rgt) in werking getreden. Het belangrijkste uitgangspunt van de wet is dat het interbestuurlijk toezicht verschuift van verticaal toezicht naar horizontale verantwoording. Dit betekent dat niet langer de provincies en het Rijk, maar de gemeenteraden primair verantwoordelijk zijn voor het toezicht op de uitvoering van de gemeentelijke medebewindtaken (de taken die de gemeente uitvoert namens het Rijk of de provincie). De wet wordt gefaseerd vanuit het rijk en provincie uitgerold richting gemeenten. Het afgelopen jaar is gestart met de wet Kinderopvang, in 2014 volgt in ieder geval de Archiefwet en in 2015 zal een groot aantal medebewindstaken op gebied van woon- en leefklimaat, zorg en welzijn, arbeidsparticipatie en werkgelegenheid, veiligheid , gezondheid en dienstverlening conform de WRGT worden ingericht. Wij zullen in de zomer ten tijde van de begrotingsbehandeling nader terugkomen met een te maken keuze over wijze waarop u als raad hierin wordt betrokken. Wet Markt en Overheid vanaf juli 2014 van kracht Op 1 juli 2012 is de Wet Markt en Overheid (WMenO), een wijziging van de Mededingingswet, in werking getreden. Overheidsorganisaties die nieuwe economische activiteiten verrichten, moeten sindsdien voldoen aan de gedragsregels uit die wet. Voor bestaande activiteiten geldt een overgangsperiode van twee jaar. Dit betekent dat onze gemeente vanaf 1 juli 2014 aan deze wet moet voldoen. DeWMenO richt zich op overheidsorganen die economische activiteiten verrichten. De WMenO geldt voor alle overheidsorganen die een economische activiteit verrichten en dat is eerder het geval dan over het algemeen wordt gedacht. Het belangrijkste kenmerk van een economische activiteit is namelijk het bestaan van concurrentie. Als dezelfde activiteit dus ook door de markt wordt aangeboden, is er al sprake van een economische activiteit in de zin van de WMenO en zijn de gedragsregels die de WMenO voorschrijft (mogelijk) van toepassing. Verder betekent dit dat een dienst van algemeen (economisch) belang een economische activiteit wordt, als daar een markt voor ontstaat. Daardoor wordt de WMenO en zijn gedragsregels mogelijk alsnog van toepassing. Vanaf 1 juli 2014 moeten al uw bestaande economische activiteiten – voor zover van toepassing – voldoen aan de gedragsregels. DeWMenO negeren, brengt financiële risico’s met zich mee. Hoewel de Autoriteit Consumenten en Markt (ACM) geen boete kan opleggen, wordt de (potentiële) overtreding wel formeel vastgesteld en een last onder dwangsom opgelegd. Private ondernemingen kunnen het besluit van de autoriteit vervolgens gebruiken om de betrokken overheidsorganisatie aansprakelijk te stellen voor geleden schade, bijvoorbeeld vanwege omzetderving. Conform advies van de accountant zullen wij de gevolgen van deze wet in beeld te brengen. 7.2.4
Provinciaal beleidskader ‘Een kwestie van evenwicht’
58
Op 8 april heeft gedeputeerde staten van de provincie Utrecht het beleidskader ‘Een kwestie van evenwicht’ vastgesteld. Dit kader schetst het financieel toezicht en vervangt het geldende kader uit 2008. De belangrijkste wijziging betreft het vervallen van de zogenaamde 1/30e regel, waarbij gemeenten 1/30deel van het vermogen mochten inzetten om de begroting sluitend te krijgen. Verder is een nadere definitie gegeven van het begrip ‘begrotingsevenwicht’ zijnde structureel en reel evenwicht.
59
Wijk bij Duurstede, 27 juni 2014 betreft: agendapunt 5 raadsvergadering 8 juli 2014 Behandelmemo
Van: agendacommissie Aan: raads- en steunfractieleden
Betreft Voorjaarnota 2014
behandeld door: M.A.C. van Esterik Toestelnummer:
595 584
Doel activiteit Oordeels- en besluitvorming Toelichting De Voorjaarsnota 2014 is onderdeel van de planning- & controlcyclus en dient uitsluitend ter bijstelling van de bestaande budgetten. Hierbij worden die bedragen verwerkt die onontkoombaar, onvermijdelijk en onuitstelbaar zijn. De wijzigingen zijn dan van zowel incidentele als structurele aard omdat het college ervoor heeft gekozen de financiële uitkomst van de voorjaarsnota als input voor de kadernota mee te nemen. Het saldo van de wijzigingen in het lopende begrotingsjaar bedraagt € 33.524 voordelig. Tijdens de voorbespreking van 10 juli is door het college nog nadere informatie toegezegd m.b.t. het verstrekken van een van de leencapaciteit en liquiditeit. Door het college is hierover een memo opgesteld en als bijlage aan de stukken m.b.t. de Voorjaarsnota 2014 toegevoegd. Verder is een memo van het college toegevoegd met nadere informatie over de verwerking van de meicirculaire. In de voorbespreking van de Voorjaarsnota 2014 heeft het college u als raad geïnformeerd over de uitkomst van de meicirculaire 2014. Ondanks het positieve begrotingssaldo in de Voorjaarsnota komt het college inclusief de verwerking van de effecten van de meicirculaire, uiteindelijk toch ca. € 200.000 tekort. Met het memo wordt ook door het college gemeld hoe men het tekort wil oplossen. Tot slot is door de fracties van het CDA, BBNu, SP, PCG, VVD, D66 en PvdA aangegeven dat er nog gedebatteerd dient te worden. De argumenten voor debat zijn daarbij als volgt: -
-
Het voeren van een debat met elkaar over de vraag of er een uitgavenstop moet komen of dat het op een andere manier opgelost moet worden (CDA en in aansluiting D66 en PvdA) Het uitwisselen van argumenten zodat het college de richtinggevende punten kan ‘destilleren’ (BBNu, SP) Een debat over de voor 2014 voorgestelde maatregelen (PCG en VVD)
Wijze van behandelen Debat over bovenstaande punten Na het debat besluitvorming, eventueel korte stemverklaring
1
Mee te sturen digitale stukken bij het raadsvoorstel Voorjaarsnota 2014 (reeds in uw bezit) Memo college m.b.t. toezegging voorbespreking 10 juni inzake overzicht van de leencapaciteit en liquiditeit Memo college m.b.t. de meicirculaire
Ter inzage liggende stukken - Voorjaarsnota 2014 - B&W Rapport Portefeuillehouder: Hans Marchal Technische vragen bij: mevrouw
[email protected] en in cc aan griffie
2
Raadsvergadering, 8 juli 2014
Voorstel aan de Raad
Nr.:
20140708 5 RV
Agendapunt:
5
Datum:
14 mei 2013
Onderwerp: Voorjaarsnota 2014 Onderdeel raadsprogramma: Financiën Portefeuillehouder: Jan Burger
Voorgesteld besluit 1. De voorjaarsnota 2014 vast te stellen 2. De begrotingswijziging in bijlage 1 vast te stellen 3. Een bestemmingsreserve wethouderspensioenen in te stellen 4. De mutaties in de reserves conform programma 7 vast te stellen
Korte samenvatting Als onderdeel van de planning- & controlcyclus bieden wij uw raad ieder jaar een voorjaarsnota aan. De voorjaarsnota dient uitsluitend ter bijstelling van de bestaande budgetten. Hierbij worden die bedragen verwerkt die onontkoombaar, onvermijdelijk en onuitstelbaar zijn. De wijzigingen zijn dan van zowel incidentele als structurele aard omdat we ervoor hebben gekozen de financiële uitkomst van de voorjaarsnota als input voor de kadernota mee te nemen. Aanleiding Artikel 4 van de financiële beheersverordening gemeente Wijk bij Duurstede 2006 Specifiek (beoogd doel) Het informeren van uw raad over wijzigingen in budgetten en het bijgestelde te verwachten resultaat 2014. Meetbaar Aanpassingen in budgetten worden met een begrotingswijziging verwerkt in de begroting. In de jaarrekening wordt daarover verantwoording afgelegd. Acceptabel Voor een goede beheersing van budgetten is het gewenst dat budgetten actueel zijn.
Overwegingen die leiden tot het besluit Gaandeweg het begrotingsjaar ontvangen wij informatie die van invloed is op de gestelde financiële kaders. Het bijstellen van deze kaders gebeurt bij de voor- en najaarsnota. Het saldo van de wijzigingen in het lopende begrotingsjaar bedraagt € 33.524 voordelig. Draagvlak Het structurele resultaat wordt meegenomen in de kadernota. De inwoners van de gemeente Wijk bij Duurstede kunnen kennis nemen van de inhoud van de voorjaarsnota via de gemeentelijke website. Realistisch De bijstelling van de budgetten leidt tot een meer realistische begroting. Tijdgebonden De aanmeldingen die zijn verwerkt in deze voorjaarsnota zijn gebaseerd op werkelijkheid t/m 1e kwartaal 2014. In het najaar volgt middels de najaarsnota een tweede aanpassing van de budgetten. Aanpak/uitvoering De uitkomsten van de voorjaarsnota worden middels de begrotingswijziging uitgewerkt in de begroting. De voorjaarsnota en de bijbehorende begrotingswijziging wordt aangeleverd bij de provincie. Communicatie De voorjaarsnota wordt gepubliceerd op de gemeentelijke website. Financiën De voorjaarsnota is een financieel document. Bijlagen Voorjaarsnota 2014 Burgemeester en wethouders van Wijk bij Duurstede,
Janneke Louisa-Muller secretaris
Tjapko Poppens burgemeester
Raadsbesluit
De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 mei 2014, nr. 20140708 5 RV
gelet op titel IV van de gemeentewet
besluit:
1. De voorjaarsnota 2014 vast te stellen 2. De begrotingswijziging in bijlage 1 vast te stellen 3. Een bestemmingsreserve wethouderspensioenen in te stellen 4. De mutaties in de reserves conform programma 7 vast te stellen
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van dinsdag 8 juli 2014 De raad voornoemd,
griffier,
voorzitter,
Voorjaarsnota 2014
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave _____________________________________________________________ 2 1. Aanbiedingsbrief _________________________________________________________ 3 2. Risico’s _________________________________________________________________ 4 3. Stand van zaken ombuigingen ______________________________________________ 13 4. Financieel beeld 2014 en meerjarenperspectief ________________________________ 15 5. Besluitenlijst ____________________________________________________________ 16 6. Gevolgen van deze voorjaarsnota voor de stand van de reserves. __________________ 17 7. Toelichting op afwijkingen per programma ___________________________________ 19 8. Structureel effect t.b.v. kadernota ___________________________________________ 26 Bijlage 1: Begrotingswijziging voorjaarsnota 2014 _______________________________ 27
Voorjaarsnota 2014
-2-
1. Aanbiedingsbrief Hierbij bieden wij u de voorjaarsnota 2014 aan. In deze voorjaarsnota wordt gerapporteerd over hoe we ervoor staan na de eerste 3 maanden van 2014 en wordt in financiële zin een doorkijk gegeven naar de begroting 2015 voor bestaand beleid. In de eerste plaats is de voorjaarsnota een afwijkingenrapportage. De beleidsinhoudelijke aspecten voor de komende jaren vindt u terug in de kadernota 2015-2018, die u tegelijkertijd met deze voorjaarsnota op 10 juni aanstaande behandeld. Belangrijkste punten uit deze voorjaarnota Deze Voorjaarsnota geeft tevens inzicht in de realisatie van de ombuigingen. De ombuiging Precario op waterleidingen van Vitens is onderzeker en zal in 2014 in ieder geval voor het grootste gedeelte niet gehaald kunnen worden. De ombuiging op sport is deels gerealiseerd. De taakstelling voor gemeenschappelijke regelingen zal worden gehaald door een lagere bijdrage aan de VRU. De overige ombuigingen 2014 zijn op dit moment nog niet gerealiseerd. Hiervoor worden momenteel diverse acties uitgezet en onderzocht. De laatst ontvangen circulaire van het ministerie betreft de decembercirculaire 2013. Op basis van deze circulaire hebben wij de uitkering uit het gemeentefonds berekend met ons nu bekende aanpassingen. Over 2014 zullen wij volgens deze berekening uit de decentralisatie uitkering Provinciale taken vergunningverlening toezicht en handhaving € 37.000 ontvangen. Dit budget is benodigd voor nieuwe taken die de gemeente moet uitvoeren. Vanuit de integratie-uitkering Wmo ontvangen we € 107.000 meer dan was begroot. Singel 11 wordt in 2014 verkocht. Deze verkoop was onderdeel van de ombuigingen 2013 maar is in dat jaar niet gerealiseerd. De verkoop zal in 2014 plaats gaan vinden en leidt tot een incidenteel voordeel van € 350.000. Voor de invoering van de transities wordt een beroep gedaan op de voor dit doel ingestelde reserve voor een bedrag van € 125.000. Het resultaat van de voorjaarnota 2014 bedraagt € 33.524 positief. De voorjaarsnota gaat uit van zaken die we nu zeker weten. In de najaarsnota zal de volgende bijstelling van de begroting plaatsvinden. We voorzien daarbij nu al een aantal positieve posten, die nu nog niet in de deze voorjaarsnota opgenomen konden worden, omdat of de onzekerheid nog te groot is of omdat de hoogte nog niet is vast te stellen en deze pas in later stadium duidelijk zal zijn. Als voorbeeld noemen we hier de verkoop van openbaar groen, waarvan de resultaten pas na definitieve afronding van het project kunnen worden vastgesteld. Deze zal bijvoorbeeld in de najaarsnota weer terugkomen. Opbouw Deze Voorjaarsnota begint met een hoofdstuk over risico’s. Sturen en beheersen van de (grootste) risico’s is in tijden van economische recessie belangrijker dan ooit. In overleg met de werkgroep planning en control vanuit de raad is het format hiervoor uitgewerkt. Dit format wordt inmiddels een aantal jaren toegepast in voor- en najaarsnota. Inhoudelijk beschrijven we de meest relevante risico’s, maar benoemen we ook de maatregelen om de risico’s nu en in de toekomst beheersen.
Voorjaarsnota 2014
-3-
2. Risico’s Algemeen In dit hoofdstuk worden de belangrijkste risico’s toegelicht. Deze risico’s zijn bepaald aan de hand van een zogenaamde risicokaart. De gesignaleerde risico’s worden met behulp van deze methodiek gescoord aan de hand van de kans dat een risico zich voordoet, de impact die het betreffende risico heeft en de financiële waardering. Op basis van deze analyse ziet de risicokaart (onderstaand bollenschema) er anders uit dan in het najaar van 2013. In vergelijking met de najaarsnota 2013 is er in de risicoanalyse een nieuw risico toegevoegd, zijn twee risico’s weggehaald en is een aantal bestaande risico’s verminderd of vergroot. Voor de risicokaart betekent dit dat er een nieuwe bol is toegevoegd. Dit betreft de Precario op waterleidingen. De bol die is verwijderd betreft Verkoop Groen en Gebouwen. De reden hiervoor is dat er in 2014 geen risico meer is voor de verkoop van Groen en Gebouwen. Voor 2014 staat er nog een te behalen inkomstenpost van € 100 K die naar verwachting ruimschoots wordt behaald. De andere bol die is verwijderd betreft de Herverdeling Algemene Uitkering. De reden hiervan is dat er een doorwerking van het ministerie is ontvangen. Wij zijn voordeelgemeente en daarmee is de herverdeling geen risico meer. Hierover wordt in de Kadernota 2015 gerapporteerd.
Hoog
Precario op waterleidingen van Vitens Hulp bij het huishouden Brede school; aanbestedingsen rente risico
Impact (I)
Investering in nieuwbouw sporthallen Lopende
Transitie jeugdzorg
AWBZ
Grondbedrijf: Stabilisatie woningmarkt; en grondprijzen; Grex en reserve
exploitatie en beheer sportpark
Samenwerking verenigingen en SWS
Brede school afnemers en exploitatierisico
9
Jeugzorg: Marienhoeve: Budget Daling ledenaantal verenigingen Participatie wet;budget
8
7
6
Zwembad en Vikinghal besluitvorming en alternatieven Financierings Omgevings functie dienst regio
Organisatie koers
5
Utrecht (Odru)
Vrijvallende locaties
3
2
Laag
Participatiewet beleids ontwikkeling
4
1
Hoog
Laag 1
2
3
4
5
6
Waarschijnlijkheid (P)
Voorjaarsnota 2014
-4-
7
8
9
De opvallendste wijzigingen zijn: Bij het Grondbedrijf constateren we, net als bij de Najaarsnota 2013, dat het dieptepunt van de woningmarkt lijkt te zijn bereikt en dat er sprake is van een geleidelijke stabilisering en zelfs een licht herstel. Er is geen aanleiding geweest om onze grondprijzen aan te passen. Het saldo van de reserve grondbedrijf is nog zodanig laag dat dit ons beperkt in het opstarten van nieuwe initiatieven. Voor het sportpark Mariënhoeve zien we een toename van het risico van een grotere kwetsbaarheid bij de Stichting Wijksport door de beperkte capaciteit bij het bestuur (vrijwilligers). Een nieuw risico onderscheiden we bij de kredietverlening aan de Stichting Wijksport waardoor in het proces een vertraging in de nieuwbouw kan ontstaan. Bij het budget voor de Jeugdzorg constateren we een nieuw risico. In het kader van de regionale transitiearrangementen hebben de zorgaanbieders aangegeven hoeveel budget zij nodig hebben om de continuïteit van zorg te garanderen (op regionaal niveau). Dit budget is fors hoger dan het macrobudget dat de regio ontvangt. Bij de uitvoering van de Awbz-transitie en de afstemming tussen de drie decentralisaties onderscheiden we een hoger risico. Bij de Awbz zit dit in de lokale beleidsontwikkeling Awbz-begeleiding met name bij de vormgeving van een integraal en sluitend aanbod in de gemeente. Bij de afstemming van de drie decentralisaties komt dit tot uiting in onvoldoende afstemming in landelijke wetgeving, zowel op inhoud als in planning. Voor de organisatiekoers zien we een verschuiving in risico’s. De bezuinigingstaakstelling is losgekoppeld van de snelheid in het traject van de organisatiekoers waardoor het risico op vertraging minder groot is geworden. In aanvulling hierop is ook het risico op de frictie- en ontvlechtingskosten verminderd door de loskoppeling. Een nieuw risico is dat de taakstelling, die als nieuw project wordt opgestart, niet volledig volgens de planning (uiterlijk 2015) kan worden gehaald. Het risico voor de Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU) is verminderd In vergelijking met de Najaarsnota 2013 zijn voor de Brede School De Horden, zwembad/Vikinghal, de transitie Participatiewet , Hulp bij het Huishouden, en de Financieringsfunctie de risico’s hetzelfde gebleven. In onderstaande beheersmaatregelen wordt dit verder toegelicht.
Voorjaarsnota 2014
-5-
Inhoudelijke toelichting op de risico’s en beheersingsmaatregelen Omgevingsdienst Regio Utrecht (Odru) Risico Beheersingsmaatregel De ODRU heeft weliswaar een Het college heeft in haar zienswijze over de begroting ODRU 2014 aangegeven een voorstel te verwachten hoe de sluitende begroting 2014 gepresenteerd maar gezien het ODRU (een deel van) de extra kosten van de gemeentes aan financieel turbulente jaar 2013 de gemeentes terug te betalen. Daarnaast heeft het college is niet uit te sluiten dat er toch aangekondigd om een goedkeuring van de jaarrekening ODRU 2013 af te laten hangen van de wijze waarop de nog onverwachte financiële ODRU laat zien dat het financieel weer op orde te hebben. tegenslagen komen. (Het voor De beheersingsmaatregelen van een individuele gemeente de gemeente Wijk bij Duurstede voorziene financiële moeten worden afgezet tegen de (on)mogelijkheden binnen een Gemeenschappelijke Regeling. Overigens wordt de nadeel van de ODRU (in de vorm van incidentele kosten, in kans dat dit risico zich voordoet geschat op 50%. 2014) wordt in de jaarrekening 2013 van de gemeente opgenomen.)
Sportpark Mariënhoeve Risico Kwetsbaarheid van Stichting Wijksport door beperkte capaciteit bij bestuur (vrijwilligers)
Beheersingsmaatregel Kwetsbaarheid bespreken en zoeken naar oplossingen.
Kredietverlening aan Stichting Wijksport (SWS) leidt tot vertraging in de nieuwbouw
Directe garantiestelling door gemeente om processen te bespoedigen.
Ledenaantal verenigingen daalt door recessie en SWS kan geen alternatieve invulling vinden, gevolg: faillissement SWS
Monitoren verenigingsfinanciën en verenigingsontwikkeling in combinatie met kwartaalrapportages SWS
Voortgang/Ontwikkelingen Op dit moment is de stichting zelf in overleg met en op zoek naar potentiële bestuursleden om kwetsbaarheid te verminderen. Is in gang gezet.
Concept jaarrekening stichting is ontvangen. Op moment dat de subsidieaanvragen van verenigingen binnen zijn wordt dit gemonitord.
Transitie Awbz-begeleiding Risico Wetsvoorstel wordt nog aangepast waardoor mogelijk ander beleid nodig is en/of uitvoering en planning bemoeilijkt worden.
Beheersingsmaatregel Weinig invloed. Er is wel een inschatting gemaakt van de stand van zaken en de opties. Het wetgevingstraject wordt actief gevolgd.
Voorjaarsnota 2014
-6-
Rijksbijdrage via gemeentefonds mogelijk niet toereikend, uitgangspunt is om uitvoering binnen beschikbare budget uit te voeren. De druk op de Wmo kan toenemen; Wmo is een open eind-regeling. De gemeente is verantwoordelijk voor ruim 350 mensen met een indicatie voor begeleiding/ kortdurend verblijf. De onderscheiden risico’s hangen samen met de omslag van de zorgwet naar compensatie. Dit kan leiden tot maatschappelijke onrust en misschien ook overlast, waarbij hogere kosten ontstaan doordat achteraf ingegrepen moet worden. Onvoldoende afstemming tussen de wetgeving transitie AWBZ-begeleiding, Participatiewet en Jeugdzorg
Hulp bij het huishouden Risico Het zorgakkoord heeft aantal bezuinigingen wel teruggedraaid (HH van 75% naar 40% per 2015) maar de korting is nog steeds hoog.
Teruggedraaid is ook de maatregel dat er in 2014 geen nieuwe indicaties op HH afgegeven mogen worden.
Voorjaarsnota 2014
Er ligt een lokaal uitvoeringsplan. Nauwkeurig monitoren van financiele consequenties van gevoerde beleid (financiële analyse regelmatig bijstellen). Zonodig beleid aanpassen. Dit beheersen we doordat de gemeente zelf de regie heeft om te zorgen voor een goede indicatie-procedure en een brede afstemming met zorgaanbieders en cliëntenorganisaties. Het Wmo-loket wordt in staat gesteld om dit werk goed te doen. Daarbij moet er een keuze worden gemaakt in wat we lokaal doen en wat regionaal. Lokaal en regionaal zorgen voor voldoende afstemming. Programmamanager bewaakt intern dwarsverbanden, zorgt voor integrale uitvoering en informeert college en management.
Beheersingsmaatregel Inmiddels is in Wijk bij Duurstede een denktank van start gegaan waarin betrokken burgers, zorgaanbieders en de Wmo Adviesraad zitting hebben. De input van deze denktank wordt benut om kaders te ontwikkelen voor de inzet van HH na 2015.
Voortgang/Ontwikkelingen Ideeën voor bezuinigingsopties zijn opgesteld en worden verder uitgewerkt. Een financiële analyse van de totale WMO financiën is in de maak en zal informatie opleveren m.b.t. de benodigde omvang van de bezuiniging.
Voor 2014 nieuwe contracten met aanbieders HH. Inzet is bezuiniging op de huidige tarieven + meer levering HH via PGB (PGB-pool is van start gegaan in de zomer 2013).
Inmiddels is duidelijk dat de financiële bijdrage vanuit het rijk voor het jaar 2014 op de HH intact blijft.
-7-
Aanbesteding HH voor nieuwe contracten vanaf 2014 loopt.
Vakliteratuur en De brief van de ontwikkelingen volgen. staatssecretaris over het Zorgakkoord (april 2013) laat nog veel vragen onbeantwoord en vermeldt helaas ook niet wanneer antwoorden wel te verwachten zijn. Het zorgakkoord moet nog naar de Eerste en Tweede Kamer en kan dus nog worden aangepast worden.
Transitie Jeugdzorg Risico Er komen onvoldoende financiële middelen beschikbaar vanuit het rijk. Onvoldoende inzicht in de vraag kan leiden tot financiële risico's en een onvolwaardig zorgaanbod.
In het kader van de regionale transitiearrangementen hebben de zorgaanbieders aangegeven hoeveel budget zij nodig hebben om de continuïteit van zorg te garanderen (op regioniveau). Dit budget is fors hoger dan het macrobudget dat de regio ontvangt.
Invoering Participatiewet Risico Geen implementatiebudget vanuit het Rijk beschikbaar.
Voorjaarsnota 2014
Beheersingsmaatregel Invloed op bestedingen door middel van meer aandacht voor preventie en afdekken risico's door regionale samenwerking Onze invloed hierop is beperkt en is mede afhankelijk van gegevens van bijv. de provincie en andere instellingen. Op dit moment wordt nadrukkelijk ingezet op het verkrijgen van de benodigde gegevens.
Uitoefenen van bestuurlijke invloed: brieven naar ministerie van VWS alsmede nadere analyse van de aangeleverde gegevens.
Beheersingsmaatregel Door zoveel mogelijk een herprioritering in taken uit te voeren bij alle transities, en daardoor een andere inzet van de beschikbare middelen, wordt dit risico zoveel mogelijk
-8-
Uitgangspunt is dat de door het rijk beschikbaar gestelde middelen worden ingezet. Eventuele kortingen leiden er dan toe dat er keuzes moeten worden gemaakt over welke doelgroepen ondersteuning krijgen. Algemeen geldt dat zoveel mogelijk wordt ingezet op het zo snel mogelijk toeleiden naar (gedeeltelijk) werk en voor doelgroepen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt wordt gekeken naar een koppeling van voorzieningen en begeleiding met welzijnswerk (vrijwilligerswerk) en de Wmo.
Grondbedrijf Risico Situatie op de woningmarkt blijkt gestabiliseerd. Er is sprake van licht herstel. Daardoor zijn de grondprijzen in de nota niet aangepast 2014. Verscherpter toezicht door de provincie Saldo van de reserve grondbedrijf is vrijwel nihil. Dat beperkt ons in het opstarten van nieuwe projecten en we kunnen geen grote tegenvallers meer hebben in lopende projecten want onze reserve is beperkt. M.a.w. we kunnen niet meer tekorten opvangen
Voorjaarsnota 2014
ondervangen. Invloed: Opstellen goede kaders en jaarplan opstellen. Nauwkeurig/maandelijks monitoren financiële consequenties van gevoerde beleid RDWI. Zo nodig beleid bijstellen. Geen invloed: Op landelijke en regionale economische ontwikkelingen op gebied van arbeidsmarkt. Dit betekent meer lokaal werken, kosten besparend. Werkgevers rijp maken voor nieuwe doelgroep.
Beheersingsmaatregel Vraaggericht ontwikkelen. Afhankelijk van externe factoren maken het moeilijk om hier goed grip op te krijgen. Lokale markt stimuleren door slimme financieringsconstructies. Goed contact onderhouden met de provincie over het toezicht dat er nu is. Tussentijdse winstnemingen doen conform de spelregels van het grondbedrijf. In de lopende projecten streven naar kostenbesparing. Nieuwe projecten pas opstarten als deze gegarandeerde inkomsten genereren.
-9-
Brede School De Horden Risico Risico dat een van de bouwende partijen / adviseurs in staat van faillissement raakt.
Niet tijdig kunnen starten met de uitvoering van het project waardoor het pand van de Driehoek en de kinderopvang later vrijkomen Tegenvallers tijdens de bouw.
Risico’s in de uitvoering van het project. Aanwezigheid van benodigde expertise.
Risico van bouwvertraging in verband met de noodvoorziening Cape Horn en project de Engk
Voorjaarsnota 2014
Beheersingsmaatregel Bij aanbesteding grote aandacht voor rentabiliteit en solvabiliteit van de contractpartners • Garantieregeling / verzekering afsluiten Betreft het risico om subsidie mis te lopen. Behoort feitelijk tot de herstructurering van de Engk. Strakke sturing op de kosten. Kritisch zijn ten aanzien van meer- en minderwerk.
Voortgang/Ontwikkelingen Op dit moment wordt er nog niet gebouwd en zijn we nog in het voorbereidende stadium.
.
Risico doet zich nog niet voor. Aanvullend op de intern aanwezige capaciteit zal er zeker externe expertise moeten worden ingehuurd. Vooralsnog kan worden geconcludeerd dat er op de meeste gebieden voldoende capaciteit en expertise aanwezig is. Risico doet zich nog niet voor. Betreft slechts voor een deel een risico dat drukt op dit project. M.n. latere ingebruikname kan leiden tot verlies binnen de Engk. Op dit moment zijn er afspraken met buurtbewoners bij Cape Horn over het langer gebruik van de noodvoorziening.
- 10 -
Zwembad en Vikinghal Risico Bewegingsonderwijs is een wettelijke verplichting. Risico is aanwezig dat er geen alternatief voor handen is als de contracten met de exploitant aflopen. Project voor bouw gymzaal of alternatieven om bewegingsonderwijs tijdelijk onder te brengen moet op tijd gestart worden waarbij ook gekeken wordt naar de structurele oplossing. Als vanuit de markt geen initiatief komt om een zwembad voor eigen rekening en risico te bouwen is er geen alternatief aanwezig voor het zwembad. Geen initiatieven uit de markt voor vervanging van het zwembad.
Financieringsfunctie Risico De financiële situatie van de gemeente, is net als die van veel gemeenten, zorgwekkend. De financiële situatie heeft effect op de financieringsfunctie binnen de exploitatie.
Voorjaarsnota 2014
Beheersingsmaatregel Besluitvorming over de uitvoering van bouw gymzaal tijdig plaats laten vinden.
Voortgang/Ontwikkelingen Wordt in gang gezet. Afhankelijk van ontwikkeling van de brede school de Horden en de sporthal op Mariënhoeve.
Geen vervangende opties leidt tot beëindiging van de zwembadexploitatie.
College heeft besloten om een project te starten waarbij de initiatieven voor een zwembad op één moment eenduidig en in samenhang worden beoordeeld. Project is inmiddels gestart.
Beheersingsmaatregel Per kwartaal een liquiditeitsprognose maken zodat op basis daarvan eventueel bijgestuurd kan worden.
Voortgang/Ontwikkelingen Per kwartaal wordt een liquiditeitsprognose opgesteld.
- 11 -
Organisatiekoers Risico Er ligt grote druk op organisatie. Deze vertoont tekenen van kwetsbaarheid (ziekte kan slechts ten dele worden opgevangen, kwaliteit kan niet altijd worden geleverd)
We hebben begrotingsjaren 20142015 nog om het restant van de taakstelling op de organisatie te halen. Dit is losgekoppeld van de regieorganisatie en wordt als apart project ingericht. Er is kans dat de taakstelling niet volledig volgens planning gehaald kan worden.
Beheersingsmaatregel De aansturing van de koersactiviteiten leveren knelpunten op in de organisatie. De maatregel die we hiervoor hebben getroffen is een heldere prioriteitstelling. Goede bestuurlijke afstemming hierover blijft noodzakelijk.
Strakke projectmatige sturing kan mate van frictie verminderen en succeskans verhogen. Medio 2014 is helder hoe dit uit gaat pakken.
Precario op Waterleiding van Vitens Risico Beheersingsmaatregel Op het invoering van nieuwe wetgeving hebben we Er is een wetvoorstel in voorbereiding tot afschaffing van het geen invloed. heffen van precario op kabels en leidingen. Daarna is het niet meer mogelijk om precario te heffen op de waterleidingen van Vitens. Wellicht wordt er in het wetsvoorstel een overgangstermijn opgenomen. Onder het huidige convenant met Vitens is het niet mogelijk om precario te heffen op waterleidingen. Uit onderzoek blijkt dat het mogelijk is om het convenant eenzijdig door de gemeente op te zeggen. Vitens heeft te kennen gegeven dit juridisch aan te vechten. Dit kan mogelijk leiden tot langlopende juridische procedures. Er is een mogelijkheid dat de uitspraak negatief uitpakt. Als gevolg van bovenstaande politieke- en/of juridische factoren zijn de inkomsten van de precario op de leidingen van Vitens onzeker
Voorjaarsnota 2014
Door gezamenlijk met de andere aandeelhouders het convenant op te zeggen zal de zaak waarschijnlijk sterker worden gemaakt. De bestuurlijke druk op Vitens wordt daarbij behoorlijk verhoogd. Ook kunnen wellicht de kosten van gerechtelijke procedure worden verdeeld onder de deelnemers.
Door gezamenlijk met andere gemeenten op te trekken en de bestuurlijke druk op te voeren.
- 12 -
3. Stand van zaken ombuigingen
Ombuiging organisatiekoers Over de ombuiging op de organisatiekoers wordt u separaat geïnformeerd.
Ombuiging verkoop vastgoed 2013 en 2014 Onderdeel van de ombuigingen 2013 was een incidentele inkomstenpost van € 1,2 miljoen uit verkoop van vastgoed. Hiervan is € 900.000 gerealiseerd via verkoop van openbaar groen, weilanden en overig vastgoed. Het totaal geraamde bedrag werd niet gehaald omdat we er niet in geslaagd zijn het pand Singel 11 daadwerkelijk in 2013 te verkopen. Het hierdoor ontstane tekort is verwerkt in de jaarrekening 2013. Inmiddels is het pand Singel 11 onder ontbindende voorwaarde van financiering verkocht. Levering vindt plaats in augustus 2014. De verkoop van het pand leidt tot een incidentele opbrengst die in deze voorjaarsnota is opgenomen. De voor 2014 geraamde opbrengst uit verkoop van openbaar groen van € 100.000 (na aftrek van kosten) zal naar verwachting ruimschoots worden gehaald. Bij de najaarsnota zal hierover duidelijkheid bestaan en zal een eventuele hogere incidentele opbrengst onderbouwd worden aangeleverd.
Ombuigingen 2014 Toelichting is geschreven in de matrix.
Voorjaarsnota 2014
- 13 -
Overzicht ombuigingen 2014 Deels gerealiseerd Omschrijving
Gerealiseerd
Nog niet gerealiseerd
2014
2015
2016
2017
11.500
23.000
23.000
23.000
0
115.000
126.000
126.000
30.000
50.000
50.000
50.000
Huidige pand van het museum medio 2014 sluiten
29.000
53.000
53.000
53.000
Besparingen op Wmotransitiekosten
65.000 200.000
200.000
200.000
40.000
40.000
40.000
10.000
10.000
10.000
Verhuur oude Raadhuis/ politiebureau ter compensatie van het wegvallen van huurinkomsten
Taakstelling voor gemeenschappelijke regelingen (wordt naar rato verdeeld over de GR’en) Taakstelling bibliotheek – realiseren van eerdere bezuiniging van € 30.000 en nieuwe/aanvullende taakstelling van € 20.000 vanaf 2015
Precario kabels en leidingen
Minder interne uren milieubeleid Evenementen
150.000
10.000
Voorjaarsnota 2014
14
Toelichting
Politiebureau: er is een onderhandeling gaande over de verkoop van het politiebureau voor een marktconforme prijs. In de besluitvorming wordt definitief zichtbaar of de ombuiging te realiseren is. Er worden voor 2014 nog geen extra huurinkomsten gerealiseerd omdat de verhuizing van het museum pas vanaf 2015 kan worden gerealiseerd. Een deel van de huurinkomsten kan dan mogelijk worden gegenereerd. Vanaf 2016 is de verwachting dat deze volledig kunnen worden geïnd. De taakstelling zal worden gehaald door een lagere bijdrage aan de VRU.
De taakstelling zoals ingeboekt zou worden gehaald als de bibliotheek naar een goedkoper pand van de gemeente verhuisde en het gebied van het postkantoor tot ontwikkeling zou worden gebracht. Beide zijn op korte termijn niet meer aan de orde. Het verlagen van de huur heeft als gevolg dat de subsidie aan de bibliotheek ook naar beneden wordt bijgesteld. Op het domein van de bibliotheek is de problematiek dan opgelost, echter zijn er voor de gemeente ook minder huurinkomsten en is er daar een probleem. Momenteel worden er een aantal opties onderzocht om te komen tot het realiseren van de bezuiniging. Sluiting van het museum per 01-07-2014 is niet haalbaar. Momenteel staat het pand nog niet in de verkoop. Verdere acties worden momenteel uitgezet en onderzocht. De afboeking op de posten heeft plaatsgevonden. Dekking van de kosten komt nu uit BR. AWBZ en kostenbesparingen binnen de WMO. Het is op dit moment niet mogelijk om, onder het huidige convenant met Vitens, precario te heffen op waterleidingen. De gemeente heeft daarom per 1 mei 2014 dit convenant opgezegd. Uit juridisch onderzoekt blijkt namelijk dat het mogelijk is om het convenant eenzijdig op te zeggen. Met inachtneming van een half jaar opzegtermijn is het mogelijk om op z'n vroegst per 1 november 2014 precario te heffen. De opbrengst voor 2014 wordt hierdoor niet gehaald. Door het opzeggen van het convenant kan er in principe wel voor de jaren 2015 t/m 2017 precario worden geheven. Vitens heeft wel te kennen gegeven de opzegging juridisch aan te willen vechten. Afgezien dat de gemeente juridisch een sterke zaak heeft, bestaat er altijd een kans dat dit kan leiden tot langlopende juridische procedure met een negatieve uitspraak. Ook kan het zijn dat door landelijke wetgeving het heffen van precario op kabels en leidingen wordt afgeschaft maar hier wordt voorlopig niet vanuit gegaan. Dit zal moeten blijken uit het afdelingsplan 2015 van DVL. De uitwerking van het voorstel voor een Uitbureau heeft nog niet plaatsgevonden. Wel is er een herziening geweest op het evenementenbeleid, echter levert dit vooralsnog geen kostenbesparing op. Momenteel is er in de regio een innitiatief voor een regionale webapplicatie voor evenementaanvragen.
4. Financieel beeld 2014 en meerjarenperspectief Hieronder treft u een totaaloverzicht van de financiële afwijkingen ten opzichte van de begroting 2014. In hoofdstuk 7 wordt per programma een toelichting gegeven van de oorzaken. Mutaties voorjaarsnota gepresenteerd per programma Omschrijving
Bedrag
Programmamutaties voorjaarsnota 2014 Programma 1 Woonomgeving Programma 2 Toerisme en vrije tijd Programma 3 Ondernemen, werk en sociale zekerheid Programma 4 Veiligheid Programma 5 Verkeer en bereikbaarheid Programma 6 Zorg, welzijn en onderwijs Programma 7 Dienstverlening en belastingen Programma 7 Reservemutaties
164.880 72.935 281.500 1.000 6.789 110.574 16.827 125.029
Totaal mutaties voorjaarsnota
Voordeel/Nadeel
Nadeel Nadeel Voordeel Nadeel Nadeel Nadeel Nadeel Voordeel
33.524 Voordeel
Mutaties voorjaarsnota gepresenteerd t.l.v. exploitatie/reserve Omschrijving
Bedrag
Mutaties voorjaarsnota 2014 Aanmeldingen nadelen t.l.v. exploitatie Aanmeldingen nadelen t.l.v. reserves Aanmeldingen voordelen t.g.v. exploitatie Aanmeldingen voordelen t.g.v. reserves Inzet post onvoorzien Totaal resultaat voor bestemming Dekking reserve Totaal mutaties voorjaarsnota
Voordeel/Nadeel
586.731 Nadeel 274.183 Nadeel 606.255 Voordeel 149.154 Voordeel 14.000 Voordeel 91.505 Nadeel 125.029 Voordeel 33.524 Voordeel
Meerjarenperspectief Meerjarenperspectief voorjaarsnota 2014 2014 31.994 Begroting 2014-2017 Erratum begroting Museum 30.000 Decembernota 2013 33.524 Voorjaarsnota 2014 Totaal saldo 35.518
2015 V N V V
114.269 50.350 43.390 20.529-
V N N N
2016 366.020 50.350 120.000 26.271 169.399
2017 V N N N V
In het geraamde resultaat na bestemming is verwerkt: 1) de begroting 2014, raadsbesluit d.d. 12 november 2013 + erratum 2) de decembernota, raadsbesluit d.d. 10 december 2013 3) de aanmeldingen voor deze voorjaarsnota
Voorjaarsnota 2014
15
71.088 50.350 190.000 26.819 41.743
N N V N V
5. Besluitenlijst Wij stellen uw raad voor om te besluiten: - de voorjaarsnota 2014 vast te stellen, - de begrotingswijziging in bijlage 1 vast te stellen, - de bestemmingsreserve wethouderspensioenen in te stellen. Wij stellen uw raad tevens voor om de onderstaande mutaties in de reserves vast te stellen, te weten: Een toevoeging van € 149.154 aan de bestemmingsreserve Wethouderspensioenen t.b.v. de toekomstige overdracht wethouderspensioenen aan het ABP. Een onttrekking van € 8.750 aan de bestemmingsreserve AWBZ t.b.v. het project Wijkse werkplaats Een onttrekking van € 20.000 aan de bestemmingsreserve Glasvezel gedurende de jaren 2014, 2015 en 2016 t.b.v. schadereparaties ontstaan door graafwerkzaamheden i.v.m. glasvezel aanleg. Een onttrekking van € 20.000 aan de bestemmingsreserve Monumenten t.b.v. monumentenbeleid. Een onttrekking van € 25.000 aan de bestemmingsreserve Grondbeleid t.b.v. planvorming ontwikkelgebied postkantoor Een onttrekking van € 75.433 aan de bestemmingsreserve Beëindiging dienstverband i.v.m. het beëindigen van een dienstverband. Een onttrekking van € 125.000 aan de bestemmingsreserve AWBZ t.b.v. invoering transities.
Voorjaarsnota 2014
16
6. Gevolgen van deze voorjaarsnota voor de stand van de reserves.
Omschrijving reserve
Saldo uit de Geraamde mutaties Geraamde mutaties Geraamd eindsaldo Besluitvorming in jaarrekening de raad van: 01-01-2014 Begroting 2014 Voorjaarsnota 2014 31-12-2014 + Jaarrekening 2013
AR verplichte reserve
1.200.000
1.200.000
AR weerstandsvermogen
2.644.928
2.644.928
AR vrij aanwendbaar Algemene reserve
1.822.376 5.667.304
BR WMO
605.191
BR AWBZ begeleiding
261.278
BR Mariënhoeve
181.758
BR Fonds Volkshuisvesting
69.658
BR Glasvezel
60.000
BR Uitwisselingsdoeleinden
11.759
BR Monumentenbeleid
37.552
0
1.155
1.823.531
1.155
5.668.459 605.191
-133.750
127.528 181.758
-2.582
67.076 -20.000
40.000 11.759
-20.000
17.552
BR Economisch Actie Programma
13.337
13.337
BR Uitvoeringslasten RSD
79.910
79.910
BR Opleiding organisatie
15.486
15.486
BR Programma Slimme Werkprocessen BR Beëindiging dienstverbanden
189.821
BR Onderhoud watergangen
176.343
64.423
1.750
-1.750
BR Streekfonds BR Wethouderspensioenen BR Grondbeleid Bestemmingsreserves BRG Gemeentehuis Bestemmingsreserves gekoppeld Totaal reserves
Voorjaarsnota 2014
17.299
131.165
207.120 -75.433
55.732 240.766 0
0
149.154
149.154
65.848
-25.000
40.848
-125.029
1.853.217
1.900.856
77.390
4.625.955
-463.000
4.625.955
-463.000
0
4.162.955
12.194.115
-385.610
-123.874
11.684.631
4.162.955
27 maart 2001
Meerjarenoverzicht reserves Omschrijving reserve
Algemene reserve
Geraamd eindsaldo 31-12-2014 5.668.459
Toevoeging Onttrekking 2015
Geraamd eindsaldo 31-12-2015 5.668.459
Toevoeging Onttrekking 2016
Geraamd eindsaldo 31-12-2016 5.668.459
Toevoeging Onttrekking 2017
Geraamd eindsaldo 31-12-2017 5.668.459
BR WMO
605.191
605.191
605.191
605.191
BR AWBZ begeleiding
127.528
127.528
127.528
127.528
BR Mariënhoeve
181.758
181.758
181.758
181.758
BR Fonds Volkshuisvesting
67.076
2.582
64.494
2.582
BR Glasvezel
40.000
20.000
20.000
20.000
0
0
BR Uitwisselingsdoeleinden
11.759
11.759
11.759
11.759
BR Monumentenbeleid
17.552
17.552
17.552
17.552
BR Economisch Actie Programma
13.337
13.337
13.337
13.337
BR Uitvoeringslasten RSD
79.910
79.910
79.910
79.910
BR Opleiding organisatie
15.486
15.486
15.486
BR Programma Slimme Werkprocessen BR Beëindiging dienstverbanden BR Onderhoud watergangen BR Streekfonds BR Wethouderspensioenen BR Grondbeleid
133.611
207.120 55.732 240.766
62.073
73.509 55.732
64.995
305.761
2.582
61.912
15.486 2.778
11.436 55.732
65.568
371.329
59.330
8.658 55.732
66.140
437.469
0
0
0
0
149.154
149.154
149.154
149.154
40.848
40.848
40.848
40.848
Bestemmingsreserves
1.853.217
1.762.019
1.742.932
1.803.712
Bestemmingsreserves gekoppeld
4.162.955
BRG Gemeentehuis Totaal reserves
Voorjaarsnota 2014
463.000
4.162.955 11.684.631
463.000
3.699.955 3.699.955
64.995
18
619.193
11.130.433
463.000
3.236.955 3.236.955
65.568
547.655
10.648.346
2.773.955 2.773.955
66.140
468.360
10.246.126
7. Toelichting op afwijkingen per programma
Nr. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Programma 1 Omschrijving Bruggen, Margrietlaan-, Doornseweg- en Kerkelandbrug Bruggen, Beukenlaanbrug Wegen, waterschapsbelasting Geluidscontroles/geluidsmetingen bij nieuwe evenementen Milieu(afvalstoffen) inrichtingen VTH Leges bouw- en woningtoezicht Ontwikkelgebied Postkantoor, kosten planvorming Vrijgeven bestemmingsreserve Glasvezel Asbestonderzoek St. Jozefterrein Saldo programma 1
Reserve
Woonomgeving Voordeel
Punt 1 Punt 2 164.880-
Nadeel 10.600 1.900 12.000 2.880 37.000 41.500 25.000 20.000 14.000 164.880
I/S I S S S S I I S I
1. In februari 2014 zijn alle bruggen binnen de gemeente geïnspecteerd. In deze inspectie zijn nadere onderzoeken aanbevolen om de draagkracht van drie bruggen te onderzoeken. Als gevolg van gewijzigde wetgeving vallen deze bruggen net buiten de marges waardoor hun max. toelaatbare belasting moet worden aangetoond om toch te voldoen. Dit zijn eenmalige onderzoeken waarbij boorkernen worden genomen en middels een sterkteberekening de draagkracht c.q. de toegestane aslast wordt bepaald van de Margrietlaanbrug, Doornsewegbrug en Kerkelandbrug. De kosten voor deze inspecties bedragen € 10.600 eenmalig. Op basis van deze onderzoeken kunnen eventuele gevolgkosten ontstaan. Dit kan variëren van het plaatsen van een bord met max. toelaatbare belasting tot het constructief verzwaren van de brug. 2. In de onder punt 1 genoemde inspectie is een risicovolle scheur in het landhoofd van de Beukenlaanbrug geconstateerd. Geadviseerd is om deze brug gedurende de komende 3 jaren te monitoren om zodoende te bepalen wat het schadeverloop van deze brug is op basis waarvan later (afhankelijk van het schadeverloop) een onderhoudsplan kan worden opgesteld. Deze kosten zijn niet meegenomen in het jaarplan 2014. De kosten voor deze monitoring bedraagt eenmalig € 1.900 in 2014 en € 800 per jaar over een periode van 3 jaar. Na deze drie jaar kan worden bepaald of er maatregelen nodig zijn om de schade te herstellen of dat deze schade niet verergert en er dus geen maatregelen nodig zijn. 3. De HDSR (Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden) heeft vanaf 2014 haar kostentoedelingverordening aangepast. De wijziging betekent het invoeren van een tariefsdifferentiatie voor wegen. Deze differentiatie betekent dat de beheerders van verharde openbare wegen meer waterschapsbelasting gaan betalen. Ondanks zienswijze van meerdere gemeenten heeft het HDSR toch deze differentiatie doorgevoerd. Het structureel nadeel bedraagt € 12.000. 4. Voor uitvoering van geluidscontroles/geluidsmetingen bij nieuwe evenementen in 2014 (buitenbioscoop Haventerrein/Day at the Castle en muziekevenement op Gravenbol) worden extra kosten gemaakt. Het structureel nadeel bedraagt € 2.880. 5. Per 1 januari 2014 is de gemeente bevoegd gezag geworden in het kader van VTH (vergunningverlening, toezicht en handhaving) bij milieu (afvalstoffen)inrichtingen (voorheen provinciale inrichtingen). Het college heeft de ODRU (omgevingsdienst regio Utrecht) gemandateerd deze VHT uit te voeren. In het gemeentefonds (zie programma 7) is hiervoor structureel een bedrag van € 37.000 opgenomen. 6. In verband met de economische crisis loopt het aantal ontvangen aanvragen om omgevingsvergunning nog steeds sterker terug dan voorzien, met lagere legesinkomsten als gevolg. Deze dalende tendens doet zich reeds enkele jaren voor en Voorjaarsnota 2014
19
heeft noodzakelijkerwijs herhaaldelijk geresulteerd in bijstelling van de legesprognose. Het bij het grondbedrijf reeds geconstateerde lichte herstel van de woningmarkt zal naar verwachting vanaf medio 2015 ook zichtbaar worden in het aantal vergunningaanvragen en de legesopbrengsten. Voor 2014 zijn de hoogte en de kostendekkendheid van de bouwleges doorgerekend aan de hand van de “Leidraad berekening leges omgevingsvergunning” van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en de “Model kostenonderbouwing leges omgevingsvergunning” van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. 7. Ontwikkelgebied Postkantoor e.o. is onderdeel van de samenwerkingsagenda met de Provincie. Een grondexploitatie is op dit moment financieel (nog) niet mogelijk. Toch willen we klaar zijn voor als de woningmarkt verder aantrekt. Genoemde kosten ad € 25.000 zijn met name voor verdere planvorming en afstemming als vervolg op de in januari 2014 vastgestelde Structuurvisie. Dekking kan de reserve grondbeleid zijn (zie programma 7). 8. Tijdens het glasvezelproject is het straatwerk opengebroken (sleuf) en later weer aangebracht. De geroerde grond gaat hierdoor verzakken waardoor de bestrating verslechtert. Met Reggefiber (glasvezelbedrijf) zijn hiervoor degeneratiekosten afgesproken die zijn overgemaakt. Deze kosten zijn bedoeld om de schades als gevolg van de graafwerkzaamheden af te kopen. Hierdoor kan de afdeling beheer de ontstane schades zelf verhelpen. Door deze werkzaamheden efficiënt te combineren met het dagelijks onderhoud wegen kunnen schades hersteld worden voor € 60.000. Dit bedrag wordt uitgespreid over drie jaar en toegevoegd aan het budget wegonderhoud. Het resterend bedrag is reeds overgeheveld naar de algemene reserve. 9. Eind april 2014 is er door bewoners een stukje asbestverdacht materiaal gevonden op het braakliggend terrein van de voormalige St. Jozefschool aan de Karolingersweg. Een eerste indicatieonderzoek gaf aan dat dit stukje materiaal niet-hechtgebonden asbest betrof en werd een nader onderzoek geadviseerd. Hiertoe is vervolgens een asbestonderzoek uitgevoerd (kosten € 3.000) en is ter preventie 280 meter bouwhek geplaatst, gehuurd en verwijderd (kosten circa € 2.000). Tevens wordt de asbestverdachte grond onder een tijdelijk speelterrein tot een diepte van 50 cm. Ontgraven en afgevoerd naar een verwerkingsbedrijf en vervangen door schoon zand (kosten € 9.000). Nr. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Programma 2 Omschrijving Fietsknooppuntensysteem Onderzoek verhuizing museum Subsidie Jazz bij Duurstede Monumenten Project beheer Gravenbol Museum Bezuinigingen sport Saldo programma 2
Reserve
Punt 3
Toerisme en vrije tijd Voordeel Nadeel 2.935 5.000 6.500 20.000 22.500 29.000 72.93572.935
1. In de Provincie Utrecht is een project gestart om het fietsknooppuntensysteem te optimaliseren. De gemeente wil hierin participeren met een routewijziging via de Wijkersloot. Het routenetwerk komt dan langs de bestaande camping het Boomgaardje en het routetracé wordt aantrekkelijker. De éénmalige kosten van maximaal € 3.865 zijn niet geraamd en dienen voor realisatie bijgeraamd te worden. De uitgaven worden voor € 930 betaald uit het budget City Marketing. B&W besluit 11 maart 2014.
Voorjaarsnota 2014
20
I/S I I I I I S S
2. De uitgaven voor het project Onderzoek Verhuizing Museum lopen nog door in 2014. Voorgesteld wordt een bedrag van € 5.000 op te nemen voor de uitgaven in de eerste maanden. Binnenkort gaat er een nieuw voorstel in de richting van de gemeenteraad over het verbouwplan en de bijbehorende kosten. 3. Jazz bij Duurstede ontvangt structurele subsidie. Zij hebben echter aangegeven dat het festival dit jaar niet plaats vindt. Om deze reden ontvangen zij geen subsidie en kunnen de uitgaven voor subsidies verlaagd worden met het bedrag dat Jazz jaarlijks ontvangt: € 6.500. 4. In 2014 zullen de eventuele aangevraagde vergoedingen voor de aangewezen monumenten worden beoordeeld en mogelijk uitgegeven. De kosten worden gedekt uit de bestemmingsreserve monumenten (zie ook programma 7). 5. In het college van 22 april 2014 is besloten om het toekomstige beheer van de Gravenbol als project te starten. Hiervoor is een budget van € 22.500 benodigd. Hiermee wordt de inzet van een projectleider bekostigd in 2014, voor de periode van 7 maanden voor 1 dag per week. Onderdeel van dit project is om deze kosten te betrekken/verdisconteren bij het opheffen van het recreatieschap UHKV (Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied). 6. De huur van het pand Museum aan de Muntstraat 24 is inmiddels opgezegd per 1 mei 2015. Dit kon vanuit juridische overwegingen niet eerder en ook was er tijd nodig om draagvlak te verwerven bij de betrokken partijen. Hierdoor kon de voorgestelde bezuiniging voor 2014 (€ 29.000) en deels voor 2015 (€ 17.667) niet worden gerealiseerd. 7. De raad heeft bij de begrotingsbehandeling 2014-2017 vanaf 2015 een bezuiniging opgenomen van € 50.000 op de verschillende sportbudgetten. De invulling moest nog verder vorm gegeven worden. Mede gezien het feit dat afspraken over exploitatiebijdragen zijn vastgelegd in langlopende contracten is het niet mogelijk om de gehele bezuiniging van € 50.000 te behalen. De maximaal haalbare bezuiniging op de sportbudgetten is € 22.500. Nr. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Programma 3 Omschrijving Regionale Sociale Dienst Deelname gebiedscoöperatie O-gen Laadzuilen voor electrische tweewielers Lokaal loket RSD Wijkse werkplaats Verkoop Singel 11 Saldo programma 3
Ondernemen, werk en sociale zekerheid Reserve Voordeel Nadeel I/S 40.000 I 10.000 S 4.750 I 5.000 S Punt 4 8.750 I 350.000 I 281.500 281.500-
1. Vanwege toename van het aantal uitkeringen zijn de apparaatskosten van de RSD verhoogd. 2. De gebiedscoöperatie O-gen komt voort uit de Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei (SVGV). DE SVGV zorgt al jaren voor de uitvoering van projecten in het landelijk gebied. Het bestuur van de SVGV heeft onze gemeente uitgenodigd om lid te worden van de Gebiedscoöperatie O-gen. Deelname aan deze coöperatie leidt tot verruiming van de mogelijkheden om subsidiegelden te genereren voor projecten in het landelijk gebied. 3. Steeds meer toeristen bezoeken Wijk bij Duurstede met een elektrische fiets. Door het plaatsen van laadvoorzieningen voor elektrische tweewielers wordt de aantrekkelijkheid van de stad vergroot. Tevens draagt het bij aan een duurzaam imago van de gemeente. B&W besluit 1 april 2014.
Voorjaarsnota 2014
21
4. De uitvoering ‘lokaal loket RSD’ wordt in rekening gebracht bij de gemeente. Hierop was een bezuinigingstaakstelling gelegd die echter niet gerealiseerd kan worden in 2014. De ontwikkelingen vanuit de transitie Participatiewet en vaststelling kaders Participatiewet (en samenhangende beoogde meer lokale werkwijze van de RSD) bieden meer ruimte om dit te realiseren vanaf 2015. 5. In 2013 is het project Wijkse werkplaats van start gegaan. Aan het einde van het jaar was er nog € 8.750 over van het budget. Dit geld is teruggevloeid in de algemene middelen 2013. Om het project succesvol af te ronden is het bedrag van € 8.750 nog nodig. 6. In april 2014 is het pand Singel 11 verkocht voor € 353.000. Levering en betaling vindt plaats in augustus. Omdat deze inkomsten niet geraamd zijn is er sprake van een incidenteel voordeel. Programma 4 Nr. Omschrijving 1. Brandweer Hordenweg Saldo programma 4
Reserve
Veiligheid Voordeel 1.000-
Nadeel 1.000 1.000
I/S S
1. Bij controle is gebleken dat er structureel te weinig gebudgetteerd wordt voor de verzekeringspremie Brandweer Hordenweg. Programma 5 Nr. Omschrijving 1. Exploitatie Veer, nagekomen kosten 2013 Saldo programma 5
Verkeer en bereikbaarheid Reserve Voordeel Nadeel 6.789 6.7896.789
I/S I
1. Het betreft een nabetaling van de onregelmatigheidstoeslag over december 2013; deze wordt altijd achteraf berekend en betaald. Daarnaast is er ook een nagekomen eindafrekening telefoonkosten die niet meer in 2013 kon worden verwerkt. Nr. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Programma 6 Omschrijving Jeugdgezondheidszorg transities Inzet leerplichtambtenaar t.b.v. RZT-plus Instandhouding oude gebouw Piet de Springerschool Verkoop gebouw de Feuniks Leerlingen/Wmo-vervoer Leerlingen/Wmo-vervoer Invoering transities Wmo budget ophogen i.v.m. hogere integratieuitkering Saldo programma 6
Reserve
Punt 5
Zorg, welzijn en onderwijs Voordeel Nadeel 13.929 6.700 44.200 22.255 82.000 25.000 125.000 0 110.574110.574
I/S I S I S I I I S
1. Budget toegevoegd conform meicirculaire 2013 voor invoering jeugdzorg. Er is reeds een toezegging vanuit het rijk dat het budget verder wordt aangevuld met de meicirculaire 2014. Eventuele verdere aanvullingen komen uit de bestemmingsreserve AWBZ die momenteel wordt ingezet voor de invoeringskosten van alle transities. 2. Met ingang van het schooljaar 2013/2014 is het RZT-plus (Regionaal Zorg Team) overgeheveld van het RMC (Regionaal Meld- en Coördinatiefunctie) naar het samenwerkingsverband VO Zuidoost Utrecht. Het samenwerkingsverband heeft besloten het RZT-plus per 1 augustus 2014 op te heffen. Scholen moeten zelf (zorgadviesteams) de problematiek oplossen. De vergoeding die wij ontvingen (structureel € 6.700) voor de inzet van de leerplichtambtenaar t.b.v. het RZT-plus team vervalt derhalve. Voorjaarsnota 2014
22
3. We zijn bezig met de voorbereiding voor renovatie/sloop van de School met de Bijbel. Hierover volgt nog besluitvorming. In afwachting hiervan is voor 2014 een budget nodig voor de instandhouding van de oude Piet de Springer school. De keus tussen renovatie en vervangende nieuwbouw moet nog gemaakt worden. 4. Het gebouw De Feuniks is per oktober 2013 verkocht. Tengevolge van de verkoop vervallen met ingang van 2014 de in de gemeentebegroting opgenomen budgetten voor dit gebouw. 5. Op basis van de werkelijke uitgaven voor leerlingenvervoer in 2013 (€ 275.000) kan de raming voor 2014 worden aangepast. 6. Voor het leerlingenvervoer wordt naast het vervoer zelf een bedrag opgenomen voor de pilots die ten doel hebben het toekomstig verbruik te verminderen. Verder wordt een raming van de kosten voor de regionale samenwerking in het Beraad Regio Utrecht (BRU) begroot. 7. Om de invoering van de transities goed te laten verlopen dienen er in 2014 veel kosten gemaakt te worden. Hiervoor is de bestemmingsreserve AWBZ beschikbaar. Momenteel wordt er druk gewerkt om het financiële plaatje compleet te maken. Vooruitlopend hierop wordt alvast een voorschot ad € 125.000 gevraagd om geen vertraging op te lopen. 8. Vanuit het gemeentefonds ontvangen we structureel € 107.000 voor de integratieuitkering WMO. Deze uitkering wordt in het uitgavenbudget meegenomen als ophoging van het budget. Voor 2014 is dit extra geld niet benodigd. Voor 2015 t/m 2017 is het budget opgehoogd met € 107.000.
Nr. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Programma 7 Omschrijving Gehandicaptenparkeerkosten kostendekkend Onderhoudsvergoeding Toolbox Inhuur personeel derden Precario op kabels en leidingen, extern juridisch advies Uitvoeringsnotitie huisvesting gemeentehuis Informatievoorziening Gemeentefonds: Decentralisatieuitkering VTH Gemeentefonds: Integratieuitkering WMO Precario op waterleidingen van Vitens Beëindiging dienstverband Wethouderspensioenen Bijdrage Onvoorzien t.b.v. asbest St. Jozef Saldo programma 7
Reserve
Punt 6 Punt 7
Dienstverlening en belastingen Voordeel Nadeel I/S 1.500 S 8.677 S 40.371 I 8.000 I 24.000 I 19.000 S 37.000 S 107.000 S 150.000 I 75.433 I 149.154 I 14.000 I 16.82716.827
1. In het kader van de bezuinigingen wordt voorgesteld om de kosten van de gehele aanleg van een gehandicaptenparkeerplaats in rekening te brengen bij de aanvrager. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om dit uit te breiden met het in rekening brengen van kosten voor het wijzigen van onderbord met kenteken en verplaatsing. 2. De structurele lasten voor het onderhoud van de Toolbox zijn tot nu toe betaald uit de bestemmingsreserve Projectmatig werken. In 2013 is het restant van € 3.849 van deze bestemmingsreserve opgesoupeerd. Er dient een structureel budget geraamd te worden vanaf 2014. 3. In 2014 zijn de inhuurkosten niet geraamd op de functionele stelpost “inhuur derden” maar wel gerealiseerd zodat in de lopende begroting een overschrijding ontstaat van in totaal € 48.000. Continuering van de inhuur was in 2014 nodig omdat de behandeling van diverse aanvragen uit 2013 ook in 2014 doorliep. De leges hiervoor waren al in
Voorjaarsnota 2014
23
2013 geboekt. Daarnaast zijn in 2014 ook nieuwe aanvragen ontvangen die in behandeling zijn genomen. 4. In het kader van mogelijke invoering van precario voor kabels en leidingen zijn juridische problemen gerezen waardoor extern juridisch advies noodzakelijk is. Betreft diverse contractonderzoeken en daaraan gekoppeld de vraag of precarioheffing daadwerkelijk mogelijk is. 5. Dit budget is bestemd voor de éénmalige kosten ten behoeve van de huisvesting van de Nederlandse Kastelenstichting in het gemeentehuis. Daarnaast moeten incidentele kosten worden gemaakt voor het efficiënter gebruik van extra vrijkomende ruimte in het gemeentehuis. Hiermee kunnen nieuwe huurders worden geworven. Deze kosten zijn via een B&W besluit geformaliseerd. Medio 2014 wordt er inzicht gegeven in de stand van zaken ten aanzien van de bezuinigingen. 6. In het kader van iNUP (de overheidsbrede implementatie-agenda e overheid) moeten er een aantal investeringen gedaan worden dit jaar. Dit betreft de ontsluiting van authentieke gegevens uit basisregistraties en de invoering E-herkenning (DigiD voor bedrijven). Ook wordt, in RID verband, een Enterprise Servicebus aanbesteed, die gaat helpen om de digitale gegevensuitwisseling van en naar de gemeente alsmede binnen de gemeente op een veilige, flexibele en beheersbare wijze te implementeren. Deze componenten vergen naast aanschaf en onderhoudskosten een eenmalige investering van € 24.000 in 2014. Dit bedrag kan worden afgeschreven in 5 jaar. 7. Gemeentefonds: Decentralisatieuitkering provinciale taken vergunningverlening, toezicht en handhaving. Op grond van de decembercirculaire ontvangen wij een structureel bedrag van € 37.000 voor de uitvoering van deze (nieuwe) taak. Wij besteden deze taak uit aan de Odru. Daarvoor is onder programma 1 een budget aangevraagd. Per saldo budgettair neutraal. 8. Gemeentefonds: Integratieuitkering Wmo De integratieuitkering wordt structureel verhoogd met € 107.000. Onder programma 6 is een hiervoor het uitgavenbudget aangepast voor 2015-2017. Per saldo is de aanmelding voor deze jaren budgettair neutraal. Voor 2014 is de extra inkomst niet benodigd voor de Wmo uitgaven en leidt deze tot een voordeel. 9. Precario heffen op de waterleidingen van Vitens is onzeker. Onder het huidige contract is het niet mogelijk. De gemeente heeft per 1 mei 2014 dit contract opgezegd omdat uit juridisch onderzoek blijkt dat het mogelijk is om dit contract eenzijdig op te zeggen. Met inachtneming van een half jaar opzegtermijn is het mogelijk om op z’n vroegst per 1 november 2014 precario te heffen. Vitens heeft al te kennen gegeven dit juridisch aan te vechten. Dit kan leiden tot langlopende juridische procedures met een kans dat de uitspraak negatief uitpakt. De inkomsten voor 2014 worden in ieder geval voor het grootste gedeelte niet gehaald. Ook de inkomsten voor 2015 t/m 2017 blijven onzeker. Deze onzekerheid wordt nog versterkt door mogelijk landelijke wetgeving tot afschaffing van precario op kabels en leidingen. 10. Extra kosten als gevolg van beëindiging dienstverband. De kosten voor het traject kunnen worden gedekt uit de bestaande reserve Beëindiging dienstverbanden. 11. Naar verwachting moet de voorziening wethouderspensioenen in 2016 aan het ABP overgedragen worden. Op dit moment zit er voldoende in de voorziening conform de actuariële berekening van Raet. Om te voorkomen dat we de komende jaren op basis van nieuwe berekeningen toch weer moeten toevoegen aan de voorziening ten laste van de exploitatie, reserveren we het overschot in een bestemmingsreserve. Nadat daadwerkelijk de overdracht aan het ABP heeft plaatsgevonden, kan de BR eventueel vrijvallen.
Voorjaarsnota 2014
24
12. Onder programma 1 punt 9 is toegelicht dat er extra budget nodig is i.v.m. asbest op het terrein van de voormalige St. Jozefschool. Als dekking kan de post onvoorzien dienen. Programma 7 Nr. Omschrijving 1 Ontwikkelgebied Postkantoor 2 Schadeherstel wegen 3 Monumenten 4 Wijkse Werkplaats 5 Invoering transities
Programma 1 punt 7 1 punt 8 2 punt 5 3 punt 6 6 punt 9
Beëindiging dienstverband
7 punt 10
6
7 Wethouderspensioenen Saldo programma 7
Reservemutaties Onttrekking 25.000 20.000 20.000 8.750 125.000 75.433
7 punt 11
Toevoeging Reserve BR Grondbeleid BR Glasvezel BR Monumenten BR AWBZ BR AWBZ BR Beëindiging Dienstverband 149.154 BR Wethouderspensioen
I/S I S I I I
125.029
1. Ontwikkelgebied Postkantoor e.o. is onderdeel van de samenwerkingsagenda met de Provincie. Een grondexploitatie is op dit moment financieel (nog) niet mogelijk. Toch willen we klaar zijn voor als de woningmarkt verder aantrekt. Genoemde kosten ad € 25.000 zijn met name voor verdere planvorming en afstemming als vervolg op de in januari 2014 vastgestelde Structuurvisie. 2. Voor het schadeherstel aan wegen i.v.m. sleuven die zijn gegraven t.b.v. aanleg glasvezel is voor een periode van drie jaar € 20.000 aanwezig in de reserve glasvezel. 3. In 2014 zullen de eventuele aangevraagde vergoedingen voor de aangewezen monumenten worden beoordeeld en mogelijk uitgegeven. 4. In 2013 is het project Wijkse werkplaats van start gegaan. Aan het einde van het jaar was er nog € 8.750 over van het budget. Dit geld is teruggevloeid in de algemene middelen 2013. Om het project succesvol af te ronden is het bedrag van € 8.750 nog nodig. 5. Om de invoering van de transities goed te laten verlopen dienen er in 2014 veel kosten gemaakt te worden. Hiervoor is de bestemmingsreserve AWBZ beschikbaar. Momenteel wordt er druk gewerkt om het financiële plaatje compleet te maken. Vooruitlopend hierop wordt alvast een voorschot ad € 125.000 gevraagd om geen vertraging op te lopen. 6. Voor het beëindigen van een dienstverband worden extra kosten gemaakt die worden gedekt uit de hiervoor bestemde reserve. 7. Naar verwachting moet de voorziening wethouderspensioenen in 2016 aan het ABP overgedragen worden. Op dit moment zit er voldoende in de voorziening conform de actuariële berekening van Raet. Om te voorkomen dat we de komende jaren op basis van nieuwe berekeningen toch weer moeten toevoegen aan de voorziening ten laste van de exploitatie, reserveren we het in een bestemmingsreserve. Nadat daadwerkelijk de overdracht aan het ABP heeft plaatsgevonden, kan de BR eventueel vrijvallen.
Voorjaarsnota 2014
25
I I
8. Structureel effect t.b.v. kadernota Het structurele effect van de voorjaarsnota 2014 is input voor de kadernota 2015-2018. In het volgende overzicht zijn de structurele aanmeldingen uit deze voorjaarsnota op een rijtje gezet.
Structurele aanmeldingen voorjaarsnota 2014 2015 20.000 20.000 37.000 37.000 107.000 107.000 3.000 27.500 12.000 800 2.880 17.667 10.000 5.000 1.000 6.700 21.707 58.000 30.550 12.000 43.390
Schades graafwerkzaamheden glasvezel Schades glasvezel dekking uit reserve VTH bij milieu (afvalstoffen)-inrichtingen Gemeentefonds DU VTH WMO-decentralisatie uitkering Gemeentefonds IU WMO Gehandicaptenparkeerplaats kostendekkend Bezuiniging sport niet geheel gerealiseerd Wegen, straten, pleinen belasting HDSR Bruggen: werkzaamheden n.a.v. inspectie Geluidscontroles/metingen evenementen Niet gerealiseerde bezuiniging museum Deelname Gebiedscoöperatie O-gen Lokaal loket RSD Brandweer Hordenweg verzekeringen Inzet leerplichtambtenaar tbv RZT-plus Verkoop gebouw de Feuniks Algemene Uitkering Informatiebeveiliging/informatievoorziening Onderhoudsvergoeding Toolbox Totaal saldo
Voorjaarsnota 2014
26
N V N V N V V N N N N N N N N N V V N N N
2016 20.000 20.000 37.000 37.000 107.000 107.000 3.000 27.500 12.000 800 2.880
N V N V N V V N N N N
2017
37.000 37.000 107.000 107.000 3.000 27.500 12.000 800 2.880
N V N V V N N N N
10.000 5.000 1.000 6.700 21.159 58.000 30.550 12.000 26.271
N N N N V V N N N
10.000 5.000 1.000 6.700 20.611 58.000 30.550 12.000 26.819
N N N N V V N N N
Bijlage 1: Begrotingswijziging voorjaarsnota 2014
Voorjaarsnota 2014
27
Bij- en aframingen voorjaarsnota 2014 positieve bedragen: nadeel i.v.m. meer uitgaven c.q. minder inkomsten negatieve bedragen: voordeel i.v.m. minder uitgaven c.q. meer inkomsten Programma 1 Functie Omschrijving 210 Wegen/straten/pleinen 210 Wegen/straten/pleinen 210 Bruggen 210 Wegen/straten/pleinen 723 Milieubeheer 723 Milieubeheer 823 Leges Bouw/Woningtoezicht 830 Grondexploitatie woningen Programma 1
I/U U U U U U U I U
Programma 2 Functie Omschrijving 530 Sport 540 Kunst & Cultuur 541 Museum 541 Monumentenzorg 541 Museum 560 Recreatievoorzieningen 560 Recreatievoorzieningen Programma 2
I/U U U U U U U U
Programma 3 Functie Omschrijving 310 Gemeentelijke eigendommen 310 Gemeentelijke eigendommen 341 Plattelandsontwikkelingen 610 Inkomen 610 Inkomen 614 Minima en armoedebeleid Programma 3
I/U I U U U U U
Programma 4 Functie Omschrijving 120 Brandweer rampenbestrijding Programma 4
Veiligheid I/U Reden U Brandweer Hordenweg verzekeringen Subtotaal
Programma 5 Functie Omschrijving 223 Veerdiensten
Verkeer en bereikbaarheid I/U Reden U Exploitatie veer, nagekomen kosten
Programma 5
Voorjaarsnota 2014
Woonomgeving Reden Schades graafwerkzaamheden glasvezel Wegen, straten, pleinen belasting HDSR Bruggen; werkzaamheden n.a.v. inspectie Asbestonderzoek St. Jozefterrein Geluidscontroles/metingen evenementen VTH bij milieu(afvalstoffen)-inrichtingen Leges bouw- en woningtoezicht Planvorming ontwikkelgebied postkantoor Subtotaal Toerisme en vrije tijd Reden Bezuiniging sport niet geheel gerealiseerd Jazz bij Duurstede: geen festival in 2014 Onderzoek verhuizing museum Monumenten; vergoedingen Niet gerealiseerde bezuiniging museum Projectleider tbv toekomstig beheer Gravenbol Fietsknooppuntensyteem Subtotaal Ondernemen, werk en sociale zekerheid Reden Verkoop singel 11 Laadzuilen electrische tweewielers Deelname Gebiedscoöperatie O-gen Project Wijkse werkplaats Apparaatskosten RSD uitvoering bijstand Lokaal loket RSD Subtotaal
Subtotaal
28
2014 20.000 12.000 12.500 14.000 2.880 37.000 41.500 25.000 164.880
2014 6.5005.000 20.000 29.000 22.500 2.935 72.935
2014 350.0004.750 10.000 8.750 40.000 5.000 -281.500
2015 20.000 12.000 800
2016 20.000 12.000 800
2017 12.000 800
2.880 37.000
2.880 37.000
2.880 37.000
72.680
72.680
52.680
2015 27.500
2016 27.500
2017 27.500
45.167
27.500
27.500
2015
2016
2017
17.667
10.000
10.000
10.000
5.000 15.000
5.000 15.000
5.000 15.000
2014 1.000 1.000
2015 1.000 1.000
2016 1.000 1.000
2017 1.000 1.000
2014 6.789
2015
2016
2017
6.789
0
0
0
Bij- en aframingen voorjaarsnota 2014 positieve bedragen: nadeel i.v.m. meer uitgaven c.q. minder inkomsten negatieve bedragen: voordeel i.v.m. minder uitgaven c.q. meer inkomsten Programma 6 Functie Omschrijving 421 Onderwijshuisvesting 423 Onderwijshuisvesting 480 Leerlingenvervoer 480 Lokaal onderwijsbeleid 620 Wmo beleid 622 Wmo voorzieningen en verstrekkingen 630 Sociaal cultureel werk 715 Jeugdgezondheidszorg Programma 6
I/U U/I U U I U U U/I U
Zorg, welzijn en onderwijs Reden Instandhouding oude Piet de Springerschool Instandhouding oude Piet de Springerschool Leerlingenvervoer Inzet leerplichtambtenaar tbv RZT-plus Invoering transities WMO decentralisatie uitkering Verkoop gebouw de Feuniks Transities JGZ Subtotaal
Programma 7 Functie Omschrijving kostenplaats kostenplaats kostenplaats 001 Bestuursorganen 002 Bestuursondersteuning 002 Bestuursondersteuning 002 Bestuursondersteuning 004 Baten secretarie leges burgerzaken 939 Precariorechten 940 Lokale heffingen 921 AU gemeentefonds 922 Algemene baten en lasten Programma 7
I/U U U U U U U U I I U I U
Dienstverlening en belastingen Reden Inhuur personeel derden Informatiebeveiliging Beëindiging dienstverband Vrijval voorziening wethouderspensioenen Onderhoudsvergoeding Toolbox Informatievoorziening Uitvoeringsnotitie huisvesting gemeentehuis Gehandicaptenparkeerplaatsen kostendekkend Precario op waterleidingen van Vitens Extern juridisch advies Gemeentefonds Onvoorzien: dekking asbestonderzoek Subtotaal
2014 2015 2016 2017 40.371 5.000 5.000 5.000 5.000 75.433 149.1548.677 12.000 12.000 12.000 14.000 25.550 25.550 25.550 24.000 1.5003.0003.0003.000150.000 8.000 144.000- 202.000- 202.000- 202.00014.00016.827 -162.450 -162.450 -162.450
Programma 7 Functie Reserve 980 Wethouders pensioenen 980 AWBZ 980 Glasvezel 980 Monumenten 980 Grondbeleid 980 Beëindiging dienstverband 980 AWBZ Programma 7
I/U U I I I I I I
Reservemutaties Reden Overdracht wethouderspensioenen naar ABP Project Wijkse werkplaats Schades graafwerkzaamheden glasvezel Monumenten Planvorming ontwikkelgebied postkantoor Beëindiging dienstverband Invoering transities Subtotaal
2014 149.154 8.75020.00020.00025.00075.433125.000-125.029
-33.524
Totaal Ramingen
Voorjaarsnota 2014
29
2014 39.200 5.000 57.0006.700 125.000 22.25513.929 110.574
2015
6.700
2016
6.700
2017
6.700
107.000 107.000 107.000 21.707- 21.159- 20.61191.993
92.541
93.089
2015
2016
2017
20.000-
20.000-
-20.000
-20.000
0
43.390
26.271
26.819
Wijk bij Duurstede,
1 juli 2014
Betreft: Toezegging liquiditeitsprognose Memo
Van: college van burgemeester en wethouders Aan: leden van de gemeenteraad behandeld door
Sandra van Middelkoop
toestelnummer
540
Geachte leden van de gemeenteraad, Tijdens de voorbespreking van de kader- en voorjaarsnota op 10 juni jongstleden is de toezegging gedaan om u een overzicht te verstrekken met betrekking tot de leencapaciteit en liquiditeit (T010-14). Leencapaciteit Elk jaar met de begroting en jaarrekening maken we een berekening van de renterisiconorm. Deze norm stelt een limiet aan het renterisico voor de lange termijn financiering. Het renterisico op de vaste schuld moet minder zijn dan 20% van de omvang van de jaarbegroting. Dat wil zeggen dat het niet toegestaan is om in één jaar een groot deel (meer dan 20%) van de af te lossen leningen opnieuw te financieren. Het doel hiervan is om spreiding in de rentetypische looptijden in de leningenportefeuille te krijgen waardoor veranderingen in de rente vertraagd doorwerken in de rentelasten. Voor 2014 bedraagt de norm ruim € 8 miljoen. In het kader van totaalfinanciering hebben we eerder dit jaar een 1 jarige lening van € 6 miljoen verlengd met 1 jaar omdat de rente nog steeds erg laag was ( 0,52%). Met deze lening en opname van de lening voor de Sporthal Mariënhoeve (€ 3,7 miljoen) in augustus dit jaar overschrijden we de renterisiconorm met € 1,6 miljoen. We hebben dit gemeld aan de Provincie (toezichthouder). Hier zijn geen consequenties aan verbonden omdat we alleen een meldingsplicht hebben. In 2014 is er derhalve geen extra leencapaciteit meer. Met de jaarrekening 2013 hadden we een ruimte van bijna € 3 miljoen (zie paragraaf Treasury blz.188). Binnenkort maken we voor de begroting voor de jaren 2015 en verder een nieuwe berekening. Liquiditeitsprognose De liquiditeitsprognose die we ten behoeve van de voorjaarsnota gemaakt hadden, hebben we geactualiseerd onder andere op basis van de uitkomsten van de voorjaarsnota en actualisatie van de grondexploitaties. In onderstaande grafiek wordt voor 2014 de realisatie weergegeven over het 1e half jaar en de prognose over het 2e half jaar. Met de verlenging van de 1-jarige geldlening van € 6 miljoen en opname van een kasgeldlening van € 3 miljoen in de 1e helft van het jaar hadden we geen liquiditeitstekort in deze periode. Voor de 2e helft van het jaar verwachten we nog wel een liquiditeitstekort zoals blijkt uit onderstaande grafiek. Het tekort verwachten we met kasgeldleningen op te kunnen vangen. We zullen dit nauwlettend volgen.
Gemeentehuis: Karel de Grotestraat 30 postadres 83, 3960 BB Wijk bij Duurstede t: 0343-595595 f: 0343-595599 e:
[email protected] w: www.wijkbijduurstede.nl
Het beeld voor 2014 en komende jaren ziet er als volgt uit: Liquiditeitsprognose (x € 1.000) 50.000
40.000
30.000 Uitgaven 20.000
Inkomsten Saldo
10.000
0 1e half jaar 2014
2e half jaar 2014
2015
2016
2017
-10.000
De verdeling van de uitgaven en de inkomsten in de 1e helft van het jaar zag er als volgt uit:
1e half jaar 2014 uitgaven
549.315 Exploitatie (U)
6.391.490
Grexen (U) Aflossingen leningen 13.856.917
1.094.613
Projecten/investeringen (U)
1e half jaar 2014 inkomsten
279.628 Exploitatie (I)
9.000.000
Grexen (I) 12.165.381
Opname leningen Projecten (I)
407.536
2
Met de najaarsnota zullen we u opnieuw informeren omtrent de prognose voor 2014 en zoals gezegd met de begroting 2015 krijgt u een nieuw overzicht voor de jaren 2015 en verder in de paragraaf Treasury.
Namens het college, met vriendelijke groet,
Hans Marchal wethouder financiën
3
Wijk bij Duurstede,
30 juni 2014
Betreft: begrotingstekort 2014 n.a.v. meicirculaire Memo
Van: College Aan: Raad behandeld door
Aletta Sloot
toestelnummer
595
Geachte leden van de raad, In de voorbespreking van de Voorjaarsnota 2014 hebben wij u geïnformeerd over de uitkomst van de meicirculaire 2014. Ondanks het positieve begrotingssaldo in de Voorjaarsnota komen wij inclusief de verwerking van de effecten van de meicirculaire, uiteindelijk toch ca. € 200.000 tekort. Wij willen u middels dit memo informeren hoe wij dit tekort willen oplossen. De voorjaarsnota geeft een beeld van de stand van zaken van de eerste drie maanden van het jaar. Op dit moment (na de eerste zes maanden van het jaar) zijn er ontwikkelingen die leiden tot voordelen die kunnen worden ingezet voor het ontstane begrotingstekort inclusief de meicirculaire. • In de voorjaarsnota werd reeds aangekondigd dat wij een voordeel uit verkoop groen verwachten die in de voorjaarsnota nog niet is ingeboekt. Hierbij gaat het om een bedrag van circa € 100.000. Daarnaast is een verzoek gedaan voor de verkoop van een perceel grond die op dit moment in erfpacht is uitgegeven. • De bouw van de Brede School de Horden heeft t.o.v. de oorspronkelijke planning vertraging opgelopen. Over 2014 zullen daarmee de begrote afschrijvingslasten van € 55.000 vrijvallen. • Er is een overeenkomst tot verkoop van het voormalige politiebureau aan de Karel de Grotestraat. De opbrengst, na aftrek van kosten en invulling van de taakstelling, zal in 2014 leiden tot een klein voordeel. De uitkomst van de meicirculaire zullen wij, evenals bovengenoemde punten, verwerken in de najaarsnota 2014. Door bovengenoemde voordelen verwachten we het tekort uit de meicirculaire op te kunnen lossen en is een ‘uitgavenstop’ niet aan de orde. Bij het opstellen van de Najaarsnota worden alle budgetten nogmaals kritisch tegen het licht gehouden en krijgen we inzicht in de meest actuele stand van zaken. De voor- en nadelen worden vanzelfsprekend verwerkt in de Najaarsnota. Mocht tijdens het proces van de totstandkoming van de Najaarsnota duidelijk worden dat er een tekort ontstaat, dan komen we tijdig met een plan van aanpak om dit tekort in 2014 weg te werken.
Met vriendelijke groet, Hans Marchal wethouder
Gemeentehuis: Karel de Grotestraat 30 postadres 83, 3960 BB Wijk bij Duurstede t: 0343-595595 f: 0343-595599 e:
[email protected] w: www.wijkbijduurstede.nl
Wijk bij Duurstede, 27 juni 2014 betreft: agendapunt 6 raadsvergadering 8 juli 2014 Behandelmemo
Van: agendacommissie Aan: raads- en steunfractieleden
Betreft Jaarverslag&Jaarrekening 2013
behandeld door: M.A.C. van Esterik Toestelnummer:
595 584
Activiteit Bespreking raadsvoorstel Doel activiteit Voorbereiding op besluitvorming Toelichting Met het jaarverslag en de jaarrekening legt het college verantwoording af over het gevoerde beleid in 2013. Het resultaat voor bestemming bedraagt € 171.110 voordelig. Het totaal aan reservemutaties bedraagt € 178.197 ten gunste van het resultaat voor bestemming. Het voordelig saldo exploitatie na bestemming komt daarmee op € 349.307. Het college heeft besloten dat er budgetten ten laste van het resultaat overgeheveld worden naar 2014 voor een bedrag van € 348.152 om in 2014 uitvoering te kunnen geven aan de noodzakelijke activiteiten. Hierdoor bedraagt het resultaat na bestemming inclusief bestedingsvoorstellen € 1.155 voordelig. De voorstellen voor overhevelingen naar 2014 worden verwerkt in de tweede begrotingswijziging 2014. De accountant heeft de stukken gecontroleerd op getrouwheid en rechtmatigheid en een goedkeurende verklaring afgegeven. Tijdens de voorbespreking zijn bestuurlijke vragen gesteld en is duidelijk geworden dat het Jaarverslag en de Jaarrekening 2013 als besluitvormend stuk kunnen worden geagendeerd. Wijze van behandelen Besluitvorming, eventueel korte stemverklaring Mee te sturen stukken bij het raadsvoorstel Jaarrekening en Jaarverslag 2013 (reeds in uw bezit) Ter inzage liggende stukken - Accountantsverklaring en uitkomsten controle jaarrekening 2013 (ook digitaal beschikbaar) - Verslag omtrent de bevindingen van de accountant (ook digitaal beschikbaar) - B&W-rapport Portefeuillehouder: Hans Marchal en het gehele college Technische vragen bij: mevrouw
[email protected] en in cc aan griffie
1
Raadsvergadering, 8 juli 2014
Voorstel aan de Raad
Nr.:
20140708 6 RV
Agendapunt:
6
Datum:
6 mei 2014
Onderwerp: Jaarverslag en jaarrekening 2013 Onderdeel raadsprogramma: 7 Dienstverleningen en belastingen Portefeuillehouder: Jan Burger
Voorgesteld besluit 1. Het jaarverslag inclusief de jaarrekening 2013 wordt vastgesteld en aan het college van B&W wordt decharge verleend voor het gevoerde financiële beleid. 2. De mutaties in de reserves, zoals opgenomen en nader gespecificeerd in hoofdstuk 1.3 van het jaarverslag (blz.122 e.v.), worden vastgesteld. 3. De tweede begrotingswijziging 2014 als gevolg van de noodzakelijke budgetoverhevelingen naar 2014, zie hoofdstuk 1.3 bestemming rekeningresultaat (blz. 120), wordt vastgesteld. 4. Het voordelig resultaat van € 1.155 wordt verrekend met de algemene reserve vrij aanwendbaar.
Korte samenvatting Het college van B&W biedt u hierbij het jaarverslag inclusief jaarrekening 2013 aan ter verantwoording van het in 2013 gevoerde (financiële) beleid. Het jaarverslag bestaat uit vier delen, te weten de programmaverantwoording (beleidsverantwoording), de paragrafen (achtergrondinformatie en verantwoording op onderwerpen die door alle programma's heen lopen), de jaarrekening (cijfermatige verantwoording van het resultaat en de balans, voorzien van een accountantsverklaring) en de bijlagen. In de aanbiedingsbrief voorafgaand aan het jaarverslag worden de belangrijkste conclusies van het jaarverslag aangegeven.
Financieel resultaat Het resultaat voor bestemming bedraagt € 171.110 voordelig. Het totaal aan reservemutaties bedraagt € 178.197 ten gunste van het resultaat voor bestemming. Het voordelig saldo exploitatie na bestemming komt daarmee op € 349.307. Het college heeft besloten dat er budgetten ten laste van het resultaat overgeheveld worden naar 2014 voor een bedrag van € 348.152 om in 2014 uitvoering te kunnen geven aan de noodzakelijke activiteiten. Hierdoor bedraagt het resultaat na bestemming inclusief bestedingsvoorstellen € 1.155 voordelig.
De voorstellen voor overhevelingen naar 2014 worden verwerkt in de tweede begrotingswijziging 2014. Aanleiding In de gemeentewet is bepaald dat het college van B&W het jaarverslag en de jaarrekening aanbiedt aan de raad. Conform de wetgeving dienen de vastgestelde stukken voor 15 juli aan Gedeputeerde Staten te worden gezonden. Specifiek (beoogd doel) Met het vaststellen van het jaarverslag en de jaarrekening verleent uw raad decharge aan het college van B&W voor het gevoerde financiële beleid. Meetbaar De vaststelling vindt plaats op 8 juli 2014 zodat de vastgestelde stukken voor 15 juli aan Gedeputeerde Staten verzonden kunnen worden. Acceptabel Conform de wetgeving. Overwegingen die leiden tot het besluit Het jaarverslag en de jaarrekening dienen ter verantwoording van het college aan de raad over het gevoerde beleid in het verslagjaar. Het jaarverslag en de jaarrekening geven een overzicht van de gerealiseerde resultaten ten opzichte van de begroting na wijzigingen en het voorgaande verslagjaar. In de stukken is een analyse opgenomen van de geconstateerde afwijkingen, waar nodig toegelicht. Daarnaast geven de stukken inzicht in de mutaties in het (eigen) vermogen van de gemeente en de onttrekkingen en toevoegingen aan de reserves om te komen tot het resultaat na bestemming. Het uiteindelijke financiële resultaat na bestemming en bestedingsvoorstellen bedraagt € 1.155 voordelig. In de aanbiedingsbrief wordt hier een toelichting op gegeven.
Draagvlak Het jaarverslag en de jaarrekening zijn verantwoordingsdocumenten en geven hiermee een terugblik op de begroting 2013. Externe toetsing heeft plaatsgevonden door de accountant middels een accountantscontrole. Realistisch Het jaarverslag volgt de begroting 2013. Dat betekent dat wordt gerapporteerd in zeven programma's. Per programma wordt aangegeven in hoeverre de doelstellingen die in de begroting 2013 waren geformuleerd, zijn gehaald. Met het vaststellen van het jaarverslag en de jaarrekening verleent u het college decharge. Daarnaast stelt u hierbij de mutaties in de reserves vast, alsmede de tweede begrotingswijziging 2014. Kanttekeningen bij het voorgestelde besluit N.v.t. Alternatieven In de Gemeentewet is vastgelegd dat het college aan de raad verantwoording aflegt over het door hem gevoerde bestuur onder overlegging van de jaarrekening en jaarverslag.
Tijdgebonden Het jaarverslag en de jaarrekening 2013 moeten 8 juli 2014 vastgesteld worden en voor 15 juli 2014 aan Gedeputeerde Staten gestuurd worden.
Aanpak/uitvoering Op 27 mei 2014 vindt in de raad de voorbespreking van de jaarstukken plaats. De behandeling en besluitvorming staan geagendeerd voor 8 juli 2014. Communicatie De stukken worden gestuurd aan Gedeputeerde Staten en gepubliceerd op de gemeentelijke website. Financiën Het voordelig resultaat wordt verrekend met de algemene reserve vrij aanwendbaar. Bijlagen Jaarstukken 2013
Burgemeester en wethouders van Wijk bij Duurstede,
Janneke Louisa-Muller secretaris
Tjapko Poppens burgemeester
Raadsbesluit
De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 mei 2014, nr. 20140708 6 RV
gelet op BBV
besluit: 1. 2. 3.
4.
Het jaarverslag inclusief de jaarrekening 2013 wordt vastgesteld en aan het college van B&W wordt decharge verleend voor het gevoerde financiële beleid. De mutaties in de reserves, zoals opgenomen en nader gespecificeerd in hoofdstuk 1.3 van het jaarverslag (blz.122 e.v.), worden vastgesteld. De tweede begrotingswijziging 2014 als gevolg van de noodzakelijke budgetoverhevelingen naar 2014, zie hoofdstuk 1.3 bestemming rekeningresultaat (blz. 120), wordt vastgesteld. Het voordelig resultaat van € 1.155 wordt verrekend met de algemene reserve vrij aanwendbaar.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van dinsdag 8 juli 2014 De raad voornoemd,
griffier,
voorzitter,
Jaarverslag 2013
1
Inhoudsopgave Aanbiedingsbrief
4
1. Programmaverantwoording § 1.1 De programma’s Programma 1 – Woonomgeving Programma 2 – Toerisme en vrije tijd Programma 3 – Ondernemen, werk en sociale zekerheid Programma 4 – Veiligheid Programma 5 – Verkeer en bereikbaarheid Programma 6 – Zorg, welzijn en onderwijs Programma 7 – Dienstverlening en belastingen (incl. bestuur en organisatie)
18 39 51 67 72 77 102
2. Paragrafen § § § § § § § §
2.1 Inleiding 2.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing 2.3 Onderhoud kapitaalgoederen 2.4 Bedrijfsvoering 2.5 Verbonden partijen 2.6 Grondbeleid 2.7 Treasury en financiering 2.8 Lokale heffingen
119 120 135 149 155 161 184 190
2
3. Jaarrekening § § § § § § §
3.1 Uitgangspunten samenstellen jaarrekening 3.2 Het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening 3.3 Bestemming rekeningresultaat 3.4 Balans per 31 december 2013 3.5 Toelichting op de balans 3.6 Kostenverdeelstaat 3.7 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
195 198 199 204 205 233 234
4. Bijlagen 4.1.1 Baten en lasten per product 4.1.2 Verschillen tussen begroting en rekening van € 25.000 en hoger 4.1.3 Kasstroomoverzicht 2013 4.2 Investeringsstaat activa 4.3 Staat van over te brengen kredieten 4.4 Staat van personele sterkte en personeelslasten 4.5 Kerngegevens 4.6 Specifieke uitkeringen (SISA) 4.7 Realisatie bezuinigingen 2013 4.8 Staat van incidentele baten en lasten
238 241 242 245 257 259 260 262 268 269
3
Aanbiedingsbrief Hierbij bieden we het jaarverslag en de jaarrekening 2013 aan. Het verslag en de bijbehorende rekening geven u inzicht in de mate waarin de doelen gehaald zijn, die bij de begroting zijn gesteld. Het gaat hierbij zowel om de beleidsmatige als de financiële doelstellingen. In het eerste en tweede hoofdstuk vindt u de programmaverantwoording en de paragrafen. In het derde hoofdstuk vindt u de financieel-technische verantwoording van het resultaat en de toelichting op de balans. Volgens de regels van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) volgt het jaarverslag de begroting. Dat betekent dat dit jaarverslag en de jaarrekening zijn gebaseerd op de begroting die anderhalf jaar geleden door de gemeenteraad is vastgesteld. Sinds die tijd is er veel gebeurd. U bent daarover ook in de voorjaarsnota, najaarsnota en decembernota in 2013 geïnformeerd. Het is goed om in deze aanbiedingsbrief stil te staan bij de belangrijkste gebeurtenissen in 2013 en de diverse ontwikkelingen. Licht herstel van de economie, maar aanhoudende noodzaak om te bezuinigen en dilemma’s Sinds het laatste kwartaal van 2013 is Nederland officieel uit de recessie. Het herstel is echter nog marginaal: de export is wel gestegen, maar de daling van de consumptie van huishoudens houdt aan en ook de werkloosheid stijgt nog steeds. Formeel is Nederland uit de recessie, maar van echt economisch herstel is nog geen sprake. Daarvoor staan nog te veel seinen op rood. Nog steeds hebben we als gemeente te maken met bezuinigingen die door het Rijk worden opgelegd, maar ook met tegenvallende inkomsten uit bijvoorbeeld grondverkopen. Het perspectief voor de korte termijn is zeker nog niet positief te noemen. Zo zullen ook voor de komende periode nog bezuinigingen volgen. Er is echter wel een teken van herstel van de koopsector in de woningmarkt. Daarentegen is het aantal faillissementen nog steeds hoog en neemt het aantal mensen zonder werk - en dat een beroep doet op de schuldsanering - nog toe. Het is moeilijk om als gemeente invloed uit te oefenen op de grote macro-economische ontwikkelingen. Het college probeert op de schaal van Wijk bij Duurstede ondernemers te faciliteren door vanuit de gemeentelijke rol lokale aannemers een positie te geven bij de inschrijvingen voor bouwprojecten en andere werkzaamheden. Positie grondbedrijf en woningbouwprogramma Volgens cijfers van het CBS is de Nederlandse economie in het vierde kwartaal 2013 met 0,1 procent gegroeid ten opzichte van het derde kwartaal. Ook op de woningmarkt lijkt het dieptepunt bereikt. Toch wordt een stevig herstel van de bouwproductie op korte termijn nog niet verwacht. Dat heeft te maken met het aarzelend vertrouwen van de consument, maar ook met de financiële positie van de woningbouwcorporaties. De door het Rijk opgelegde verhuurdersheffing heeft de investeringsruimte van woningbouwcorporaties drastisch ingeperkt. Bij consumenten zien we dat er vooral vraag is naar starterswoningen en/of kleine kavels. De gemeente kan ervoor kiezen om in projecten deze vraag naar woningbouw te faciliteren. Kleinere kavels betekent meer kans op verkoop, maar tegelijkertijd een lagere grondopbrengst voor de grondexploitatie. De gemeente kan er ook voor kiezen om deze vraag niet te faciliteren en te wachten tot er hiervoor
4
vanuit de markt weer vraag naar is. Dan bestaat het risico dat gronden niet of later worden verkocht, hetgeen ook van invloed is op de grondexploitatie. Het college heeft ervoor gekozen dat ieder half jaar wordt gekeken of en in welke mate de grondexploitaties en bijbehorende bouwplannen aangepast dienen te worden. Dat betekent dat - naast de woonvisie op langere termijn - zo goed mogelijk wordt aangesloten bij de vraag op korte termijn en de ontwikkelingen die zich daarbij voordoen. Bovendien worden de grondexploitaties op de betreffende onderdelen (deelgebieden) aangepast. Het resultaat is dat snel op een veranderende vraag kan worden ingespeeld, de woningbouw gestimuleerd wordt en niet stil dreigt te vallen en tegelijkertijd geen enorme bedragen in één keer behoeven te worden afgeboekt. Het totale saldo van alle gemeentelijke grondexploitaties is € 7.430.193. Voor de elf grondexploitaties gezamenlijk is het resultaat ten opzichte van de Mastergrex van vorig jaar verslechterd met € 544.643. Deze daling van het resultaat ligt op dit moment met name bij het project De Kamp. In De Kamp is het woningbouwprogramma aangepast, waardoor lagere grondopbrengsten worden gerealiseerd. De verschillen in eindresultaat van de andere grondexploitaties komen voor het merendeel voort uit technische aanpassingen. Omdat de grondexploitaties elk half jaar nauwkeurig worden geactualiseerd, worden steeds de laatste inzichten op het gebied van kosten en opbrengsten verwerkt. Daarbij wordt opgemerkt dat de gemeente de opbrengsten reëel raamt, gebaseerd op de huidige situatie op de woningmarkt. De omvang van de Reserve Grondbeleid is bij de instelling in 2011 bepaald op een streefbedrag van € 2,7 miljoen. Een surplus tot een maximum van € 2,0 miljoen kan dienen als bestemmingsreserve voor strategische aankopen. Voeding van de reserve vindt in eerste instantie plaats uit de opbrengsten van grondexploitaties. Op 31 december 2012 was het saldo van de reserve grondbedrijf nul. Op 31 december 2013 was het saldo toegenomen tot bijna € 66.000. De verwachting is dat het saldo in 2014 zal toenemen, met name door de verkoop van kavels op Langshaven. Op 8 januari 2013 is de Notitie Herontwikkelingslocaties 2013 vastgesteld. In deze notitie is inzichtelijk gemaakt wat de effecten zijn die optreden op financieel-economisch, sociaal-maatschappelijk en volkshuisvestelijk gebied en vanuit het oogpunt van de gemeentelijke voorzieningen bij ontwikkeling of afstoten van locaties en panden op korte en langere termijn. Op basis daarvan is een prioritering aangebracht in de ontwikkeling (door of in samenwerking met derden) van de verschillende locaties en panden. Het vormt tevens een toetsingskader bij de beoordeling van initiatieven vanuit de markt. Afgesproken is om deze notitie –zowel gelet op de economische situatie als de weerbarstige ontwikkelingen op de woningmarkt- elk half jaar te actualiseren. In november 2013 is een actualisatie van de Notitie Herontwikkelingslocaties uitgevoerd. Onderzocht is of er nieuwe ontwikkelingen gaande zijn en of op basis daarvan de planning en prioritering aanpassing behoeft. Dat bleek niet het geval. De resultaten van deze actualisatie zijn geïntegreerd in het Projectenboek. Op die manier ontstaat een integraal beeld van de BIE’s (Bouwgrond in exploitatie) en NIEGG’s (Niet in exploitatie genomen gronden) in onze gemeente. Het Projectenboek is onderdeel van de halfjaarlijkse actualisaties van de grondexploitaties. Door ieder half jaar te actualiseren, houdt de gemeente maximale regie over zowel BIE’s als NIEGG’s.
5
In totaal werden er in 2013 in onze gemeente netto 183 woningen opgeleverd. Dat is een fors aantal. Met name in landelijk en regionaal perspectief bezien. Daarmee zijn ook meer woningen opgeleverd dan het gemiddelde aantal woningen volgens het woningbouwprogramma, dat uitgaat van 130 woningen per jaar tot en met 2020. In 2013 zijn met name woningen gereed gekomen in de projecten: De Engk, Steenstraat, De Geer II, Hoogstraat, De Kamp en Oranjehof. Beheer, stimuleren zelfbeheer en duurzaamheid Het jaar 2013 was het derde jaar van de nieuwe IBOR (Integraal Beheerplan Openbare Ruimte)-systematiek. Deze systematiek heeft veel duidelijkheid en overzicht gebracht in het complexe beheer van de openbare ruimte. In 2014 zal worden gestart met de voorbereidingen voor de tweede fase van het IBOR (2015-2018), waarbij tevens de nieuwe investeringsprojecten bekend zullen worden en de eerste fase IBOR (20112014) geëvalueerd zal worden.
Zelfbeheer Op het gebied van zelfbeheer van de openbare ruimte zijn het afgelopen jaar behoorlijke stappen gezet. Zo zijn er spelregels opgesteld, is er een checklist gemaakt die initiatiefnemers helpt om hun idee uit te werken, en is een standaardovereenkomst opgesteld waarin zelfbeheer afspraken over en weer vastgelegd kunnen worden. Dit houdt in dat bewoners, in samenwerking met de afdeling Beheer en de Concernstaf, er zelf voor kunnen zorgen dat hun straat of wijk een betere uitstraling of inrichting krijgt. Het blijkt dat als we als gemeente helder zijn in wat we zelf niet meer kunnen binnen de beschikbare middelen en capaciteit, er in de samenleving allerlei zelfbeheerinitiatieven ontstaan. Een voorbeeld zijn de maatschappelijke initiatieven die opgestart zijn voor het beheer van de heggen en het hagenplan in onze gemeente. Wat duidelijk wordt, is dat initiatiefnemers niet zozeer uit protest of uit ontevredenheid zelfbeheerprojecten op zich nemen, maar dat men het belangrijk vindt om zelf meer invloed te hebben op de eigen woonomgeving. Zelfbeheerders beleven ook plezier aan het beheerwerk met elkaar. Dat cocreatie of zelfbeheer een zoektocht kan zijn, blijkt wel uit het proces om te komen tot zelfbeheer van speelvoorzieningen. In de eerste helft van 2013 heeft dat zich vooral gericht op zelfbeheer op buurtniveau. Uiteindelijk heeft het college ervoor gekozen te onderzoeken of het totale beheer van onze speelvoorzieningen door één of slechts enkele partijen uit de samenleving uitgevoerd kan worden, waarbij het huidige beheerbudget mede wordt overgedragen. Begin 2014 zijn de eerste gesprekken daarover gestart met geïnteresseerde partijen uit de samenleving. Op 29 oktober 2013 is de nota Integraal Toezichts- en handhavingsbeleid vastgesteld. Het doel van deze nota is tweeledig. Ten eerste wordt de gemeentelijke handhaving naar een hoger kwaliteitsniveau getild en ten tweede willen we het zelfregulerend vermogen (eigen verantwoordelijkheid) van inwoners en bedrijven bevorderen. Hoe meer zaken opgelost kunnen worden door goede communicatie, hoe minder gegrepen hoeft te worden naar harde middelen zoals een dwangsom of zelfs bestuursdwang.
6
Initiatieven op het gebied van Cultuur en recreatie In 2013 heeft de Stichting Wijk nog Leuker (WnL) als pilot de exploitatie van de Gravenbol overgenomen. Dit was een reactie op het voornemen van het Recreatieschap om de exploitatie van deze voorziening af te stoten vanwege een bezuiniging. Een en ander leidde tot veel reacties bij de bevolking en gebruikersgroepen van de Gravenbol. Met steun van de gemeenteraad en het provinciebestuur heeft het college bij het recreatieschap aangedrongen op het op een andere wijze organiseren van het beheer van de Gravenbol. WnL heeft deze uitdaging aanvaard Concrete elementen in de pilot waren de investering in speeltoestellen en de invoering van betaald parkeren. De insteek is om het beheer op een andere wijze vorm te geven en tegen minder kosten, zodat het terrein toegankelijk blijft voor recreanten. Bovendien dienen extra inkomsten te worden verkregen uit horeca en evenementen. Het is nog onduidelijk in hoeverre deze recreatievoorziening genoeg opbrengt om kostenneutraal beheerd te gaan worden. In 2013 zijn meerdere gesprekken gevoerd met een beoogd exploitant, om te komen tot een gunning van de exploitatie en het beheer van de Stadshaven. Begin 2014 is inmiddels de exploitatieovereenkomst getekend. Hiermee ontstaat een publiekprivate samenwerkingsvorm, waarmee de aantrekkelijkheid van de Stadshaven als Poort voor de Binnenstad wordt vergroot en het aantal recreatieve functies wordt uitgebreid. In 2013 zijn de gesprekken gestart met het Museumbestuur om de mogelijkheden voor andere huisvesting te verkennen. De gemeente wil, als onderdeel van een bezuinigingstaakstelling, het huidige museumpand aan de Muntstraat verkopen en tegelijkertijd een andere locatie voor het museum realiseren. In 2013 is nader onderzoek verricht naar de mogelijkheden van herhuisvesting van het museum in het gemeentehuis. Vooralsnog blijkt er meer draagvlak te zijn voor verhuizing naar de vrijgekomen ruimte in het oude stadhuis aan de Markt. De verwachting is dat het museum in 2014 met de gemeente een intentieverklaring zal afsluiten waarin onder meer afspraken worden vastgelegd over de tijdelijke sluiting, de tijdelijke opslag van de inventaris en het ontwikkelen en realiseren van een ondernemingsplan voor de nieuwe locatie. Sport In 2013 is veel tijd en energie gestoken in het realiseren van een fundament voor het zelfbeheer van de accommodaties op het sportpark Mariënhoeve. Dit wordt uitgevoerd door de Stichting Wijksport, die als eerste aanspreekpunt fungeert voor alle gebruikers en verenigingen op het sportpark. De positieve inzet en betrokkenheid van alle deelnemers heeft er uiteindelijk toe geleid dat er vertrouwen is uitgesproken in dit concept van zelfbeheer. Dit heeft tevens begin 2014 geresulteerd in het beschikbaar stellen van een krediet door de gemeenteraad, zodat een start kan worden gemaakt met de nieuwbouw van een extra en nieuwe binnensportaccommodatie. De financiering vindt plaats uit de ‘huurpenningen’ die tot op heden voor de Hordenhal werden uitgegeven. Decentralisatie van taken Er komen drie grote taken naar de gemeente toe: • de taken op het gebied van 'begeleiding incl. kortdurend verblijf', die nu nog onderdeel zijn van het AWBZ-pakket; • alle taken op het gebied van de jeugdzorg, nu deels bij de provincie belegd, deels bij het Rijk;
7
•
de uitvoering van de Participatiewet, een samenvoeging van 3 wetten: WWB, WSW en Wajong (m.u.v. duurzaam en volledig arbeidsongeschikten)
In de regio Kromme Rijn Heuvelrug werkt Wijk bij Duurstede op het gebied van de genoemde decentralisaties samen met Bunnik, De Bilt, Utrechtse Heuvelrug en Zeist. Die samenwerking is op het gebied van sociale zaken en de sociale werkvoorziening sinds 2006 geformaliseerd in een gemeenschappelijke regeling (GR); sinds 2013 is dat de GR RDWI. De invoering van de Participatiewet wordt dan ook regionaal voorbereid (zie hiervoor verder programma 3 Ondernemen). Voor de decentralisatie van de jeugdzorgtaken naar de gemeenten is regionale samenwerking een vereiste. Ook hiervoor is de regio Kromme Rijn Heuvelrug de basis. De decentralisatie van de AWBZ-taken tenslotte is van de drie het meest lokaal georiënteerd, maar ook hier wordt dankbaar gebruik gemaakt van de regionale overleg- en werkstructuur voor uitwisseling en ondersteuning. Insteek voor alle drie de transities is: wat kan de betreffende persoon met een zorgvraag zelf doen en hoe kan hij/zij zo goed mogelijk meedoen? Bij de zorgvraag wordt gekeken wat de omgeving van de persoon kan doen en op welke punten aanvullende zorg nodig is. Verder vindt een verschuiving plaats van duurdere tweede lijnzorg naar eerste lijnzorg en vrijwilligerswerk. Een belangrijk uitgangspunt is ook: Lokaal wat kan, (boven)regionaal wat moet. Tenslotte gaan de transities gepaard met een forse bezuinigingsopdracht. De implementatie en uitvoering van de nieuwe taken hebben een grote impact op de financiële positie van onze gemeente: een groot deel van de gemeentelijke begroting zal bestemd zijn voor het maatschappelijke domein. Ook om die reden is regionale samenwerking – met name waar het de risicobeheersing betreft ten aanzien van de Participatiewet en de nieuwe Jeugdwet – absoluut noodzakelijk. In eigen huis legt de voorbereiding van de decentralisaties een grote druk op de bestaande formatie. Het streven is om de voorbereiding en implementatie budgetneutraal te doen, d.w.z. binnen de door het Rijk beschikbaar gestelde invoeringsbudgetten. De gedecentraliseerde taken zullen – net als de Wmo en WWB nu – open einderegelingen zijn. Het college heeft echter gesteld dat ook voor de uitvoering van de taken de budgetten leidend zullen zijn. De precieze omvang van de risico's voor de gemeente is nog onduidelijk, omdat de besluitvorming op rijksniveau nog niet is afgerond. Een inschatting is opgenomen in de paragraaf Weerstandsvermogen. Tevens wordt gewerkt aan het realiseren van voldoende buffer voor de invoeringsperiode. Versterken lokale economie en structuurvisie detailhandel Het Economisch Actie Programma is een beleidsprogramma met als doelstelling behoud en versterking van de lokale economie. Ter realisatie van deze doelstelling bestaat het Economisch Actie Programma uit 8 programmalijnen. Deze programmalijnen worden door middel van (geprioriteerde) acties gerealiseerd. Voor deze acties heeft de gemeenteraad budget vrijgemaakt. In 2013 zijn de volgende acties uitgevoerd: • Versnellen uitgifte vrije kavels; • Project Frisse Scholen (via ander budget); • Onderzoek Biomassa centrale; • Bijdrage aan de camerabeveiliging Broekweg in het kader van versterken ondernemerschap; • Citymarketing.
8
Door de inzet van een mediator is begin 2013 het overleg tussen gemeente en winkeliers/ondernemers uit de binnenstad en de twee buurtwinkelcentra over de Structuurvisie Detailhandel hervat. Ook zijn duidelijke spelregels afgesproken over afvaardiging en omgangsregels. Daardoor was het mogelijk om overeenstemming te bereiken over een nieuwe Structuurvisie Detailhandel. Door het formuleren van een duidelijke visie op de detailhandel en door de start van het programma Citymarketing, biedt de gemeente een toekomstperspectief voor alle winkelcentra in onze gemeente. Bedrijventerreinen De bedrijventerreinen Broekweg en Langshaven zijn klaar voor de toekomst. In 2012 is de revitalisering van Broekweg voltooid en Langshaven is woonrijp gemaakt. De openbare ruimte is daarmee op een hoog ambitieniveau gerealiseerd. Daarnaast kunnen de ondernemers gebruik maken van een glasvezelnetwerk en participeren in een collectief (camera)beveiligingssysteem. Met de actualisatie van het bestemmingsplan in 2011 zijn ook de gebruiksmogelijkheden vergroot. Nu deze inhaalslag is gemaakt, is het zaak de behaalde kwaliteit vast te houden in de beheerfase. De gemeente werkt daarvoor nauw samen met de Stichting Parkbeheer Bedrijventerreinen Wijk bij Duurstede. Doel is met de beide bedrijventerreinen een substantiële bijdrage te leveren aan het behoud en de ontwikkeling van de lokale economie en werkgelegenheid. Onderwijshuisvesting Nadat de raad besloot tot nieuwbouw voor het Revius Lyceum, is besloten om het bestaande pand te verbouwen tot een brede school voor primair onderwijs. Er volgde een discussie over welke scholen en welke andere functies er in de brede school moesten komen. In 2013 is besloten af te zien van de verbouwing van het ‘oude Revius’ voor de huisvesting van de Brede School De Horden. De bouwkundige staat van het gebouw bleek ongeschikt voor hergebruik, die moet voldoen aan de huidige vereisten. Er wordt overgegaan tot nieuwbouw met handhaving van de gymzaal. Het is de bedoeling, dat het gebouw in de 2e helft van 2015 in gebruik wordt genomen. In 2013 is het overleg met de schoolbesturen over het Integraal HuisvestingsPlan (IHP) 2015-2025 voortgezet. In december 2013 bleek, dat (nog) niet alle schoolbesturen met het conceptplan konden instemmen. Begin 2014 bleek tevens dat het voorliggende IHP nog een kwaliteitslag nodig had en is opnieuw overleg gestart met alle schoolbesturen om te komen tot een breed gedragen en goed onderbouwd IHP. Horeca Horeca is een belangrijke functie binnen de gemeente. Zowel ondernemers als agrariërs en verenigingen ontplooien horeca-activiteiten. Daarbij is sprake van tegengestelde belangen. Op 25 juni 2013 is het horecabeleid door de raad vastgesteld. Het horecabeleid biedt voor alle partijen (meetbare) ontwikkelingsmogelijkheden zonder dat deze mogelijkheden ten koste gaan van andere partijen. Hierbij wordt vooral geadviseerd dat betrokkenen moeten samenwerken. De directe aanleiding voor het opstellen van dit beleid was het Integraal Veiligheidsplan uit 2009. Trends in de horecasector zelf, maar ook bij de andere partijen die horeca-activiteiten ontplooien, waren aanleiding een integraal horecabeleid op te stellen. Verder spelen nieuwe wet- en regelgeving en verouderd beleid een rol. De huidige kaders en de huidige situatie voor de horecasector gaven ook de aanleiding het gemeentelijk horecabeleid te actualiseren. Het beleid is erop gericht om de gesignaleerde knelpunten op te lossen richting (horeca)ondernemers, bewoners, 9
(toeristische) bezoekers en handhavende instanties. Het horecabeleid biedt de gemeente een kader, waarmee op passende wijze kan worden geacteerd op horeca-activiteiten in de gemeente.
Integraal veiligheidsplan en VRU Aangezien het integraal veiligheidsplan tot en met 2013 loopt, is in 2013 het integraal veiligheidsplan 2014-2018 opgesteld. Om te bepalen waar de gemeente Wijk bij Duurstede de komende periode extra op wil inzetten, is in 2013 begonnen met een veiligheidsanalyse op basis van gegevens. Binnen de VRU is in 2013 gewerkt aan (de start van) diverse projecten om organisatorische, financiële en operationele prestaties te verbeteren. De gemeente heeft op deze stukken een zienswijze gegeven. Het betreft het nieuwe Regionaal Crisisplan. Het Regionaal Crisisplan beschrijft de organisatie, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden tijdens een ramp of crisis. Het nieuwe crisisplan is aanzienlijk verbeterd en vereenvoudigd ten opzichte van het huidige crisisplan. Het nieuwe crisisplan legt de nadruk op de zelfredzaamheid van de inwoners. Daarnaast is een aantal regelingen in het plan geactualiseerd en verbeterd, wat heeft geresulteerd in een handzamer en flexibeler te gebruiken crisisplan. Kopstukkenplan Het Jongeren op Straatoverleg (JoS) heeft zich de afgelopen jaren effectief bewezen. In 2012 is het idee ontstaan om het Jongeren op Straatoverleg (JoS) verder door te ontwikkelen richting ‘De Vreedzame Wijk’. Tijdens de overleggen gedurende het jaar kwam echter naar voren, dat de jongerengroepen zich anders manifesteerden dan voorheen. Vroeger was er sprake van hechte jongerengroepen die zich op één plek ophielden, terwijl er in 2013 meer gesproken kon worden over een jongerennetwerk. Verschillende personen bevinden zich in verschillende groepen, die zich weer op verschillende plekken in de gemeente begeven. Het idee van de Vreedzame Wijk in relatie tot het JoS was specifiek gericht op het omgaan met vaste groepen en de buurt. Nu dit is weggevallen, is er gekozen voor een andere aanpak, namelijk de kopstukkenaanpak. Deze aanpak wordt ook verder in de regio Utrecht toegepast voor de aanpak van overlastgevende en criminele jongerengroepen. Kopstukken zijn de personen waar de andere groepsleden tegenop kijken en die de meeste invloed uitoefenen binnen de groep. Bij de kopstukkenaanpak worden deze kopstukken intensief gevolgd. Belastingen Door de huidige financiële situatie zijn we genoodzaakt geweest de belastingen te verhogen. Bij grootschalige ombuigingen is het altijd de vraag wat het meest gerechtvaardigd is: de lasten leggen bij gebruikers van voorzieningen of specifieke doelgroepen, of te kiezen voor generieke lastenverhoging (door OZB-verhoging). Om tot een sluitende begroting te komen, was in totaal een bedrag van € 300.000 extra inkomsten noodzakelijk. Mede gerelateerd aan de onbenutte OZB-capaciteit van € 890.000 was dit naar onze mening een acceptabele lastenverhoging. Bovendien ging deze verhoging gepaard met een verlaging van de rioolheffing in 2013.
10
Organisatiekoers ‘Sterke samenleving, kleine(re) overheid’ 2012-2015 Een toenemende complexiteit en omvang van vraagstukken op gemeentelijk niveau vergt van onze gemeente meer strategisch vermogen op een hoger niveau. Omdat we niet bekend zijn met deze mate van complexiteit en grootte van de vraagstukken en de daarmee gepaard gaande ondoorzichtigheid, nemen ook de (financiële) risico’s toe. Het tempo waarmee ontwikkelingen in onze huidige maatschappij elkaar opvolgen vraagt van ons wendbaarheid en snelheid om hier adequaat op in te kunnen spelen. Daarbij blijft de opdracht om een dienstverlening van goede kwaliteit te leveren, die bovendien robuust is. In 2012 zijn we een koers ingeslagen, die haar horizon heeft op eind 2015, waarbij we ons ontwikkelen tot een regiegemeente. Deze ontwikkeling moet ons helpen om onze wens te realiseren om bestuurlijk zelfstandig te blijven ter bescherming van onze identiteit en voorzieningenniveau. Daarvoor zullen we: • wendbaarder en strategischer moeten worden; • kwaliteit toe moeten laten nemen; • kwetsbaarheid moeten verminderen; • kosten moeten besparen -> aan de organisatieontwikkeling hangt een taakstelling van € 1.166.400 per eind 2015. In deze ontwikkeling naar een regiegemeente blijft de structuur overeind van de gemeentelijke organisatie zoals wij die nu kennen, namelijk raad, college en ambtelijke organisatie. Maar binnen de ambtelijke organisatie zal een fundamentele organisatiewijziging worden doorgevoerd. In 2013 is binnen het programma Duurzaam gezonde organisatie een basis gelegd voor de realisatie van deze organisatiewijziging. Binnen het programma Kleine(re) overheid is onderzoek gedaan naar het op afstand plaatsen van de uitvoering van een aantal taken. Dienstverlening Evenals in 2012 is de dienstverlening in 2013 verder doorontwikkeld. Door de afhandeling van de klantcontacten efficiënter te organiseren en waar mogelijk te dereguleren (bijv. balie omgevingsvergunning) willen we de dienstverlening versterken. Om de dienstverlening verder te digitaliseren en te ondersteunen, is besloten tot de invoering van zaakgericht werken. Alle klantverzoeken, uitgezonderd vragen om informatie die direct beantwoord worden, worden zaakgericht afgehandeld. Zaakgericht werken is voor gemeenten een goede en relatief eenvoudige manier om: • de klant te informeren over de voortgang van de afhandeling van zijn aanvragen; • intern de voortgang te monitoren en te bewaken; • de werkprocessen voor de afhandeling van aanvragen te stroomlijnen; • managementinformatie te verkrijgen over behaalde serviceniveaus en normen. Met zaakgericht werken kan dan zowel de dienstverlening aan de klant worden verbeterd als de interne efficiëntie van de dienstverleningsprocessen.
11
Ombuigingen Wat betreft de ombuigingen treft u een bijlage aan met betrekking tot de stand van zaken Met de tussentijdse rapportages is gerapporteerd over de voortgang van de ombuigingen. De voorgenomen ombuigingen zijn vrijwel allemaal gehaald. Helaas is het in 2013 niet meer gelukt om de leegstaande woning Singel 11 te verkopen voor het voorgenomen bedrag. Er is door het college besloten om opnieuw een uitgebreide verkoopprocedure te starten en dit heeft er begin 2014 toe geresulteerd dat de het pand alsnog verkocht wordt. Het realiseren van deze ombuiging (verkoop gebouwen) voor een bedrag van € 350.000 schuift daarmee door naar 2014 en betekent een nadeel in deze jaarrekening, maar een voordeel in 2014. Financieel resultaat Het voordelig resultaat na bestemming bedraagt € 349.307. Met deze jaarrekening wordt in totaal € 348.152 aan budgetten overgeheveld, waarmee het jaarrekeningresultaat op € 1.155 voordelig uit komt. De budgetoverheveling bestaat uit de volgende onderwerpen: Organisatiekoers/slimme werkprocessen (€ 169.000) Omdat het traject Taken op afstand met Berenschot anders is verlopen dan verwacht, is dit budget niet geheel uitgeven in 2013. Er is echter wel een basis gelegd voor de organisatiewijziging binnen het programma Duurzaam gezonde organisatie. Het budget is in 2014 benodigd om de ontwikkeling naar een regiegemeente en daarbij behorende organisatiewijziging te kunnen maken. Bijdrage RID – migratie ICT (€ 135.000) De migratie naar de nieuwe ICT-omgeving door de RID is van eind 2013 doorgeschoven naar 2014. Het budget is benodigd om de investeringen te kunnen verrichten conform het migratieplan. Verkoop woonwagen (€ 18.914) De verwachting is dat de woonwagen in 2014 verkocht kan worden. We zijn hier reeds geruime tijd mee bezig. Dit bedrag is benodigd om de bijbehorende kosten te dekken. BSR (€ 18.000) Vanwege de vertraging van migratie naar de nieuwe ICT-omgeving, schuiven kosten voor apparatuur en applicaties door naar 2014. Dit betreft kosten die gemaakt moeten worden in het kader van contractafwikkelingen en herinstallatie van applicaties.
12
Verhuur gemeentehuis (€ 2.734) Er wordt een extra ruimte verhuurd aan het RHC. Dit bedrag is benodigd voor de verbouwing van deze ruimte. De verbouwing is van eind 2013 doorgeschoven naar januari 2014.
B&W personeelsontwikkeling (€ 2.371) Dit bedrag is benodigd voor opleidingen, waarvan een deel reeds in 2013 heeft plaatsgevonden, maar een deel in 2014 zal plaatsvinden (daar zijn reeds afspraken voor vastgelegd). Speelvoorzieningen (€ 2.133) In afwachting van privatisering van spelen is er een uitstellend beleid gevoerd om speeltoestellen te vervangen. Dit budget is benodigd om in 2014 alsnog speeltoestellen te vervangen c.q. ten gunste te laten komen van zelfbeheer initiatieven. Onderstaand overzicht geeft het verloop weer van de resultaatprognoses 2013: Overzicht verloop resultaatprognose 2013 N = nadelig, V = voordelig Resultaat Meerjarenbegroting 2013-2016 Ombuigingen Resultaat Begroting 2013 Mutaties Najaarsnota 2013 Amendement Najaarsnota 2013 Resultaat na Najaarsnota 2013 Decembernota 2013 Resultaat na Decembernota 2013 Mutaties Jaarrekening 2013 Resultaat Jaarrekening 2013 na bestemming Budgetoverhevelingen van 2013 naar 2014 Resultaat Jaarrekening 2013
Bedragen in € 1.602.685 N 1.644.630 V 41.945 V 35.599 V 135.000 N 57.456 N 13.664 N 71.120 N 420.427 V 349.307 V 348.152 N 1.155 V
Er resteert een resultaat na bestemming van € 1.155 voordelig. In de Decembernota werd het rekeningresultaat na bestemming berekend op € 71.120 nadelig. Het uiteindelijke resultaat valt dus na het overhevelen van de restantbudgetten € 72.275 positiever uit. 13
Hieronder geven wij u een overzicht van de afwijkingen per programma. De grootste posten lichten wij kort toe. Dit is exclusief de afwijking op de doorbelaste uren. Aan het eind van deze aanbiedingsbrief wordt dit onderwerp apart toegelicht. Voor de uitgebreidere toelichtingen verwijzen wij u naar de betreffende programma’s en paragrafen.
Afwijkingen per programma ten opzichte van de stand bij de Decembernota 2013: Omschrijving programma 1. Woonomgeving 2. Toerisme en vrije tijd 3. Ondernemen, werk en sociale zekerheid 4. Veiligheid 5. Verkeer en bereikbaarheid 6. Zorg, welzijn en onderwijs 7. Dienstverlening en belastingen Totaal programma's
Bedrag in € -35.000 120.000 1.198.000 56.000 88.000 618.000 -1.625.000 420.000
Voor-/ nadeel N V V V V V N V
(Resultaat voor budgetoverhevelingen) Programma 1 Woonomgeving Op grondexploitatie woningen is er een nadeel (120 N). Het nadeel wordt onder andere veroorzaakt door het postkantoor (afboeken boekwaarde en verrekening met Volksbelang), verlies Stookerterrein en afboeken voorziening Oranjehof. Er is een voordeel op ruimtelijke ordening en archeologie (50 V). Minder legesopbrengsten bouw- en woningtoezicht veroorzaken een nadeel van € 80 (N). Er zijn minder investeringen gedaan op watergangen (100 V). Programma 2 Toerisme en vrije tijd Binnen dit programma wordt het voordeel met name veroorzaakt door de lagere doorbelasting op uren. Programma 3 Ondernemen, werk en sociale zekerheid Het voordeel op dit programma betreft onder andere de verkoop van gemeentelijke eigendommen (900V). De betreffende taakstelling van
14
€ 1,255 miljoen staat op programma 7. Zoals eerder in deze aanbiedingsbrief gemeld, is het in 2013 niet meer gelukt om de leegstaande woning Singel 11 te verkopen voor het voorgenomen bedrag. Begin maart hebben wij u middels een memo geïnformeerd dat de verkoop in 2014 zal plaatsvinden. Eind 2013 bleek dat wij over de jaren 2008-2012 nog BTW op de intakefase van re-integratietrajecten mochten compenseren. Half januari 2014 hebben wij een bevestiging van de Belastingdienst ontvangen. In totaal krijgen wij € 74.000 terug, minus de kosten van de adviseur; resteert een voordeel van € 70.000 (V). Tenslotte hebben we een winstneming voor het bedrijventerrein kunnen doen (grondexploitatie bedrijven) van € 140.000 (V). Programma 4 Veiligheid De kosten van de brandkranen en bijdrage aan de Veiligheidsregio Utrecht (VRU) zijn iets lager uitgevallen (20V). Het restant is te verklaren door minder doorbelasting van uren. Programma 5 Verkeer en bereikbaarheid Als gevolg van gunstige weersomstandigheden is er minder strooizout aangekocht (10V). De opbrengsten haven- en kadegeld vielen gunstig uit, mede door een afrekening over het voorgaande jaar (15V). Ook waren de opbrengsten veer hoger dan verwacht en is er een voordeel door de vrijval van de voorziening (30V). Het restant is te verklaren door minder doorbelasting van uren. Progamma 6 Zorg, welzijn en onderwijs Bij de uitvoering van het Wmo-beleid is een aanzienlijk voordeel behaald (330V). Dit is te verklaren doordat, vooruitlopend op de komst van de nieuwe taken en rijksbezuinigingen, wordt ingezet op ‘de kanteling’ binnen de Wmo. Daarnaast heeft het investeren in zoveel mogelijk levensloopbestendig bouwen een besparing opgeleverd op kosten van woningaanpassingen. Het hergebruik en delen van (individuele) hulpmiddelen en het nieuwe contract met Welzorg hebben geleid tot een flinke besparing op de kosten voor deze hulpmiddelen. Conform het raadsbesluit uit 2008 is het overschot op de Wmo toegevoegd aan de betreffende bestemmingsreserve. Met de voorjaarsnota 2014 moet duidelijk zijn hoe hoog de buffer in deze bestemmingsreserve moet zijn, zodat eventueel een deel alsnog vrij kan vallen ten gunste van de algemene reserve. Het voordeel op leerlingenvervoer (95V) betreft een voordeel op het aangepast vervoer. Aan de ene kant te verklaren vanwege een daling van het leerlingaantal dat gebruik maakt van het leerlingenvervoer en aan de andere kant vanwege de nieuwe (Europese) aanbesteding. Het betreft hier een structurele daling van de kosten. Bij de voorjaarsnota zal worden voorgesteld om een beperkt deel van het overschot van 2014 in te zetten voor een aantal experimenten om de gebruikskosten voor het leerlingenvervoer vanaf 2015 mogelijk nog verder te kunnen terugdringen. Er zijn meer begrafenissen geweest (40V). Per saldo is er een voordeel op kapitaallasten (75V), onder andere vanwege de vertraging van de MFA Oranjepoort.
15
Programma 7 Dienstverlening en belastingen Het nadeel binnen dit programma wordt onder andere veroorzaakt door de mutaties op de bestemmingreserve Grondbeleid en bestemmingsreserve Wmo (550N). Op de algemene uitkering is er een voordeel (180V). Met de decembercirculaire is er een aanpassing gedaan van het accres, dat een voordeel oplevert in 2013. Dit wordt met name veroorzaakt omdat het Rijk een aantal voorgenomen bezuinigingen niet heeft doorgezet of heeft kunnen realiseren. Daarnaast is er eenmalig extra budget voor uitvoeringskosten inburgering toegevoegd. Op de financieringsfunctie is er een nadeel (220N). Dit komt omdat er minder rentelasten zijn doorbelast naar de exploitatie; dit levert overigens een voordeel op de kapitaallasten van de betreffende producten op de programma’s. Zoals eerder genoemd, staat op programma 7 de taakstelling verkoop gemeentelijke eigendommen van € 1,255 miljoen. Hiervan is € 900.000 gerealiseerd, maar wordt op programma 2 verantwoord. De taakstelling veroorzaakt een nadeel binnen dit programma (1255N). Reserves In onderstaande grafiek worden de standen van de reserves per 1 januari en 31 december 2013 weergegeven.
De algemene reserve is met ruim € 1,2 miljoen toegenomen, met name vanwege het opheffen van een aantal (gekoppelde) bestemmingsreserves conform het raadsbesluit. Dit betreft de bestemmingsreserves Brede School Cothen, Cultuurhuis Cothen en het Wijkhuis. Dit verklaart tevens de afname van de bestemmingsreserves. Zoals elk jaar wordt er tevens ruim € 460.000 onttrokken aan de bestemmingsreserve Gemeentehuis ter dekking van de kapitaallasten. Een nadere toelichting op alle mutaties wordt in de toelichting op de balans gegeven. Met deze jaarrekening is er ruim € 328.000 toegevoegd aan de bestemmingsreserve Wmo conform het raadsbesluit uit 2008 ( het jaarlijks saldo van over- dan wel onderschrijding ten laste dan wel ten gunste komt van deze reserve). Bij de uitvoering van Wmo-beleid is een enorm (structureel) voordeel behaald door in te zetten op de “kanteling” binnen de Wmo. Tezamen met de bestemmingsreserve AWBZ is er ruim 16
€ 866.000 beschikbaar. In 2014 wordt een voorstel gedaan voor de hoogte van de benodigde buffer en het restant vrij te laten vallen ten gunste van de algemene middelen. Uren (doorbelastingen) In de programma’s zijn verschuivingen te zien in de doorbelastingen. In onderstaande tabel zijn de verschuivingen per programma te zien.
Programma
Begroting
Rekening
Saldo
N adeel
20 13
5.112.577
4.885.001
227.576
V
2 Toerisme & vrije tijd
642.333
508.642
133.691
V
3 Ondernemen, werk, sociale zekerheid
356.727
358.572
-1.845
N
4 Veiligheid
354.160
322.251
31.909
V
1 Woonomgeving
2013
Voordeel/
2013
482.248
385.928
96.320
V
6 Zorg, welzijn en onderwijs
1.188.652
1.165.325
23.327
V
7 Die nstverlening en belastingen
2.528.219
2.782.199
-253.980
N
10.664.916
10 .407 .918
256 .998
V
5 Verkeer & bere ikbaarheid
Totaal
De interne doorbelastingen van programma’s 1 t/m 6 zijn nagenoeg allemaal lager dan geraamd. Dit komt enerzijds doordat de apparaatskosten lager zijn dan geraamd. Hierdoor zijn de doorbelastingen naar de producten/programma’s eveneens lager. De lagere apparaatskosten worden in programma 7 nader toegelicht. Anderzijds zijn er interne verschuivingen geweest. De grootste verschuiving is dat begin 2013 besloten is om personele capaciteit vrij te maken voor projecten rondom regieorganisatie en zaakgericht werken. De verantwoording van deze doorbelastingen zijn verwerkt in programma 7, waardoor dit programma een nadeel oplevert. Er staat een uitgebreidere toelichting in programma 7. Hierna volgen de programmaverantwoording (hoofdstuk 1), de paragrafen (hoofdstuk 2) , de jaarrekening (balans en toelichting in hoofdstuk 3) en tenslotte in hoofdstuk 4 de bijlagen.
17
§
1.1
De programma’s
Programma 1
Woonomgeving
1.1 Inleiding Dit programma betreft de ontwikkeling, het beheer en het onderhoud van de openbare ruimte in de meest brede zin, inclusief woningbouw, huisvesting, milieubeleid, vergunningverlening en handhaving. 1.2 Hoofdlijnen van het programma Woningbouw en volkshuisvesting De ‘Structuurvisie Wijk bij Duurstede 2020’, het Strategisch Woningbouwprogramma en de Woonvisie zijn de peilers waarop ons woningbouwbeleid is gebaseerd. We willen het inwonertal van de gemeente op peil houden en het woningbestand door gerichte nieuwbouw afstemmen op de bevolkingsontwikkeling en -samenstelling. Het Woningbouwprogramma gaat uit van een zo gelijkmatig mogelijke verdeling van opgeleverde nieuwbouwwoningen, jaarlijks circa 130 stuks. De gemeente wil woningzoekenden uit de gemeente zo goed mogelijk bedienen en het huisvestingstekort en de wachtlijsten met name voor ouderen en jongeren terugdringen. Structuurvisie Wijk bij Duurstede 2020 De structuurvisie zet in op Wijk bij Duurstede als groene woon- en recreatiegemeente met werk en voorzieningen. De beleidsdoelen uit de visie worden regelmatig geëvalueerd en zo nodig bijgesteld en actueel gehouden. Beheerplannen IBOR Het beheer van de openbare ruimte is een belangrijke gemeentelijke zorg. Denk hierbij aan een goed werkend riool, goede wegen en voetpaden en veilige speelvoorzieningen. Afdeling Beheer beheert de openbare ruimte op basis van beheerplannen, waarbij de 7 grootste beheeronderdelen zijn samengevoegd tot het Integraal Beheerplan Openbare Ruimte (IBOR). Het onderdeel Spelen zou ook worden toegevoegd aan de IBORcyclus, echter gezien de ontwikkelingen op gebied van Spelen (zelfbeheer) is hier voorlopig vanaf gezien. Het IBOR wordt afgestemd met de overige beheerdisciplines, waaronder het Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP). Het IBOR is door de raad vastgesteld in november 2010 en omvat een vierjarige onderhoudsplanning op een sober kwaliteitsniveau, die jaarlijks door middel van gedetailleerde jaarplannen wordt uitgevoerd. Hiervoor wordt deels gebruik gemaakt van aannemersbedrijven en deels van de eigen dienst (Wijkbeheer) voor met name groen en verkeer-/straatmeubilair. De gemeente streeft hierbij naar een veilige woonomgeving, met in de binnenstad/centra en op begraafplaatsen een basis beeldkwaliteit en in de woongebieden en buitengebieden een sobere beeldkwaliteit.
18
Gezien de huidige financiële situatie zijn inmiddels meerdere bezuinigingsmaatregelen doorgevoerd, waarbij het sobere beeldkwaliteitsniveau nog verder naar beneden is geschroefd en diverse omvormingen (bijv. sierheesters naar gras) zijn uitgevoerd. Door het nog verder naar beneden schroeven van het onderhoudsniveau kunnen op de langere termijn eerder grote investeringen nodig zijn. Deze gevolgen zullen de komende jaren zichtbaar worden in de doorkijken (overzicht ingeschatte investeringsprojecten) op de langere termijn. Zelfbeheer In 2012 zijn globale kaders vastgelegd waarbinnen zelfbeheer in de openbare ruimte mogelijk is. Zelfbeheer blijft voor de komende jaren een belangrijke ontwikkeling. De gemeente stimuleert burgerinitiatieven om de eigen woonomgeving door middel van burgerparticipatie te onderhouden en te verbeteren. Binnen de vastgestelde organisatiekoers neemt het werken aan een Sterke samenleving een belangrijke plaats in. De mate van zelfbeheer (binnen vooraf gestelde kaders) kan daarbij als één van de graadmeters worden gezien voor de medeverantwoordelijkheid van de samenleving voor de eigen leefomgeving. Als gemeente zullen we daarbij meer een faciliterende rol aannemen, zonder de eindverantwoordelijkheid helemaal los te laten. Afvalbeleid en milieustraat De gemeente beschikt sinds januari 2012 over een Gemeentelijk Afvalstoffen Plan. In de vorm van projecten wordt het beleid de komende jaren verder uitgewerkt en uitgevoerd. De inrichting en het beheer van de milieustraat maken hiervan onderdeel uit, evenals registratie van minicontainers en uitbreiding van het aantal ondergrondse containers bij hoogbouw en in de binnenstad, alsmede een andere wijze van inzamelen van huishoudelijk restafval. Deze ontwikkelingen zijn voor de begroting budgettair neutraal, omdat de effecten in de afvalstoffenheffing worden verdisconteerd. Er ligt een relatie met de toekomst van de gemeentewerf; hiervoor zal weliswaar een apart traject gevolgd moeten worden, maar de werf en de milieustraat blijven op enigerlei wijze met elkaar verbonden. Dit geldt ook voor de Kringloopwinkel. 1.3 Beleidsinhoudelijke resultaten Strategisch Woningbouwprogramma In 2013 zijn woningen gereed gekomen in de projecten: ‘De Engk – Steenstraat’, ‘De Geer II’, ‘Hoogstraat’, ‘De Kamp’ en ‘Oranjehof’. In totaal werden 183 woningen opgeleverd. Dit is meer dan de in het Woningbouwprogramma gewenste 130 woningen per jaar, waarbij we streven naar een gelijkmatige verdeling over de jaren. Aan de andere kant is het aanzienlijk minder dan de bij de prestatie-indicatoren opgegeven 240 woningen. Dit hoge aantal geplande woning in 2013 heeft er mee te maken, dat er tot 2012 relatief weinig woningen zijn gebouwd. Het jaar 2013 was hierop een inhaalslag. Mede door de crisis zijn echter niet alle geplande woningen in 2013 gerealiseerd. In de woningbouw is een trend ingezet om meer vraaggericht te bouwen. Dit is het sterkst te zien bij de nieuwbouwprojecten die in ‘Collectief Particulier Opdrachtgeverschap’ (CPO) werden gerealiseerd in ‘Oranjehof’.
19
Ondanks de economische crisis en de gevolgen daarvan op de woningbouwmarkt, zijn in 2013 relatief veel nieuwbouwwoningen opgeleverd. Door herverkaveling wordt geprobeerd aansluiting te houden met de marktvraag. Herverkaveling kan echter wel effect hebben op de financiële resultaten.
Wat wilden we bereiken 1. Het inwonertal van de gemeente op peil houden. 2. Goede afstemming van het toekomstig woningbestand op de bevolkingsontwikkeling en samenstelling door gerichte nieuwbouw. 3. Gelijkmatige woningbouwproductie over de jaren (voorkomen grote fluctuaties in aantallen nieuwbouw).
Wat hebben we bereikt Een stijging van het inwonertal. Er is een behoorlijke inhaalslag gemaakt door het realiseren van een fors bouwprogramma, zeker in crisistijd. Er is ingezet op woningbouw die geschikt is voor starters en ouderen. In 2013 zijn er ondanks de crisis op de woningmarkt wederom meer woningen gebouwd dan de jaren ervoor. Realisatie van de planning zou leiden naar een grote piek in bouwproductie, terwijl we dat willen voorkomen.
Wat gingen we er voor doen 1. Bouwen conform woningbouwprogramma.
Wat hebben we gedaan Toelichting op realisatie Er zijn in totaal 183 woningen gebouwd waarvan 125 De woningbouwproductie in het duurdere woningen in Wijk bij Duurstede, 15 in Cothen en 43 segment is lager dan voorzien. in Langboek. Ruim de helft betrof een woning in het sociale segment, voornamelijk huur en een deel koop.
2. Monitoring bevolkingsontwikkeling.
Inwonertal per 1 januari van elk jaar: 2011: 23.124 2012: 23.064 2013: 23.035 2014: 23.051 Door goede regie, samenwerking met ontwikkelaars, woningbouwstichtingen en provincie is effectief gestuurd op het uiteindelijke programma.
3. Regie op de woningbouwplanning.
In 2013 is het inwonertal voor het eerst in jaren weer licht gestegen met 16 personen.
20
Prestatie indicator
Bron
Streefwaarde 2013
1. Inwonertal op peil houden door voldoende nieuwbouw.
Woningbouwprogramma
2. Monitoring bevolkingsontwikkeling.
CBS
3. Inschrijvingen voor sociale woningbouw monitoren.
Gegevens woningbouwcorporaties
Realisatie 2013
240
183
23.000
23.051
3.200
1.841 1 (aantal actief woningzoekenden)
Volkshuisvesting De notitie Kansen voor starters benoemt 10 actiepunten. Afgelopen jaar is gewerkt aan de uitvoering van diverse actiepunten. Zo is de jaarlijkse woningbouwproductie meer dan op peil, zie ook hiervoor de paragraaf woningbouw. Hierbij is voornamelijk ingezet op de doelgroepen starters en ouderen: woningen worden zoveel mogelijk toegewezen met Lokaal Maatwerk, bijvoorbeeld bij een nieuwbouwproject als Oranjepoort maar ook bij bestaande sociale huurwoningen. Daarnaast is er gestart met het actualiseren van de Woonvisie. Wat wilden we bereiken 1. Terugdringen van het huisvestingstekort en de wachtlijsten met name voor ouderen en jongeren. 2. Woningzoekenden uit de gemeente zo goed mogelijk bedienen.
Wat hebben we bereikt In het bouwprogramma is zoveel mogelijk ingezet op de realisatie van woningen voor ouderen en starters. In overleg met de corporaties is lokaal Maatwerk ingezet zodat we de Wijkse woningzoekende zo goed mogelijk kunnen bedienen. Dit heeft er mede toe geleid dat het aantal actief woningzoekenden het afgelopen jaar weer is afgenomen.
1 Gegevens inschrijvingen waren nog niet binnen. Het aantal actief woningzoekenden is wel bekend, dit geeft ook een goede indicatie voor de druk op de woningmarkt. Deze druk is afgelopen jaar afgenomen. Van 2.707 in 2011 naar 2.159 in 2012 naar 1.841 actief woningzoekenden in 2013. Een actief woningzoekende is iemand die één of meerdere malen in een jaar heeft gereageerd op een (vooral sociale huur) woning.
21
Wat gingen we er voor doen Inzetten van Lokaal Maatwerk.
Wat hebben we gedaan Drie overeenkomsten lokaal Maatwerk afgesloten met de corporaties.
Toelichting op realisatie Bij de toewijzing van sociale woningen is Lokaal Maatwerk, dat wil onder andere zeggen voorrang voor woningzoekenden uit de gemeente Wijk bij Duurstede, toegepast bij bepaalde bestaande woningen van Volksbelang en Woningbouwstichting Cothen. En bij Oranjepoort in Langbroek.
Prestatie indicator
Bron
Slaagkans jongeren tot 23 jaar. Slaagkans jongeren 23 –29 jaar. Slaagkans ouderen 55-64 jaar. Slaagkans ouderen >64.
Woningstichting Volksbelang. Woningstichting Volksbelang. Woningstichting Volksbelang. Woningstichting Volksbelang.
Aantal woningen die worden aangeboden met Lokaal Gemeente. Maatwerk.
Streefwaarde 2013
Realisatie 2013
2% 4% 9% 10%
2,6% (excl. urgenten) 7,5% (excl. urgenten) 23,5% (excl. urgenten) 55,6% (excl. Urgenten)
40
45
De slaagkansen van alle leeftijdsgroepen zijn beter dan de streefwaarde. Dit wordt veroorzaakt door het vele aantal vrijkomende woningen door nieuwbouw en doorstroming. En door de inzet van Lokaal Maatwerk. Bestemmingsplan Buitengebied In 2014 dient een nieuw digitaal bestemmingsplan voor het gehele buitengebied te worden vastgesteld. In 2012 is de Nota van uitgangspunten vastgesteld door de raad. De nota geeft een kader voor het nieuwe bestemmingsplan door het aangeven van ruimtelijke mogelijkheden en beperkingen. Conform het coalitieakkoord krijgen agrariërs meer ruimte voor het ontwikkelen van nevenactiviteiten, met name agro-toeristische activiteiten Tevens heeft in 2012 een uitgebreide inventarisatie plaatsgevonden van de verschillende functies en activiteiten die in het buitengebied plaatsvinden. Dit gaf veel informatie voor het voorontwerp bestemmingsplan dat in oktober 2013 ter inzage is gelegd. Voor de informatieavonden die tijdens de inspraakperiode waren georganiseerd was veel belangstelling. De volgende fase is de ter inzage legging van een ontwerpplan. Zienswijzen over dit ontwerp worden verwerkt in het uiteindelijke plan dat eind 2014 ter vaststelling aan de raad wordt voorgelegd. Het bestemmingsplan wordt gefinancierd uit het budget voor actualisatie bestemmingsplannen.
22
Wat wilden we bereiken Een nieuw bestemmingsplan Buitengebied vaststellen. Daartoe wordt eerst een voorontwerp bestemmingsplan opgesteld, gevolgd door een ontwerp bestemmingsplan en het uiteindelijke Bestemmingsplan Buitengebied.
Wat gingen we er voor doen Inventarisatie functies en activiteiten buitengebied. (Voor)ontwerpplan opstellen en hierop inspraak organiseren.
Wat hebben we gedaan Gerealiseerd Gerealiseerd
Wat hebben we bereikt In oktober is het voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied ter inzage gelegd. De oorspronkelijke planning is niet gehaald doordat de situatie rond de milieueffectrapportage (planmer) en de stikstofproblematiek zeer complex bleek. De raad heeft hierover op 19 november 2013 een wijziging van de Nota van uitgangspunten vastgesteld.
Toelichting op realisatie De inventarisatie heeft waardevolle informatie opgeleverd om een actueel bestemmingsplan te kunnen opstellen. Het voorontwerp is ter inzage gelegd. Er zijn twee informatieavonden georganiseerd en de mogelijkheid bestond een individuele afspraak te maken. Er zijn ongeveer 125 inspraakreacties ontvangen.
Uitvoeringsprogramma Structuurvisie Bij het vaststellen van de “Structuurvisie Wijk bij Duurstede 2020” in februari 2010 is besloten het uitvoeringsprogramma jaarlijks te evalueren en actueel te houden en de gemeenteraad daarover te rapporteren. In 2012 heeft het college besloten dit niet te doen. In 2013 heeft het college wel de notitie Herontwikkelingslocaties 2013 vastgesteld en deze ter kennisname aan de gemeenteraad aangeboden. De notitie Herontwikkelingslocaties 2013 brengt de ontwikkelingsmogelijkheden van de diverse in de Structuurvisie Wijk bij Duurstede 2020 opgenomen binnenstedelijke locaties in beeld. Bij herstructurering wordt hierbij meestal gedoeld op transformatie naar woningbouw. In de notitie is rekening gehouden met de gemeentelijk financieel-economische situatie, aangegane verplichtingen, tijdstip van beschikbaarheid en onderlinge verwevenheid van locaties en de lokale situatie op de woningmarkt (onderlinge concurrentie tussen projecten). De notitie is een belangrijk kader en geeft inzicht in welke locatie op welk tijdstip en met welk programma ontwikkeld kan worden. De inhoud van de notitie Herontwikkelingslocaties 2013 is dynamisch; in het najaar van 2013 is deze geactualiseerd. De resultaten zijn opgenomen in het projectenboek van de gemeente. Het projectenboek geeft daardoor nu naast een overzicht van de actieve grondexploitaties ook inzicht in de inhoudelijke stand van zaken bij de herontwikkelingslocaties van de gemeente.
23
Wat wilden we bereiken 1. De beleidsdoelen van de structuurvisie realiseren: koersen op een groene woon- en recreatiegemeente met werk en voorzieningen. 2. De beleidsdoelen indien nodig evalueren, zo nodig bijstellen en actueel houden.
Wat hebben we bereikt Notitie herontwikkelingslocaties vastgesteld. Actualisatie van de notitie Herontwikkelingslocaties in het najaar van 2013.
Wat gingen we er voor doen Wat hebben we gedaan Indien nodig wordt een rapportage Notitie herontwikkelingslocaties is opgesteld en aangeboden aan de raad. geïntegreerd in het projectenboek
Toelichting op realisatie Het projectenboek beschrijft de stand van zaken ten aanzien van onze actieve grondexploitaties. Het projectenboek wordt elk half jaar geactualiseerd in het kader van de actualisatie van de grondexploitaties. In het projectenboek is de stand van zaken ten aanzien van de herontwikkelingslocaties geïntegreerd. Het projectenboek is ter kennisname aan de gemeenteraad gestuurd.
Wet voorkeursrecht Gemeenten Het voorkeursrecht regelt dat eigenaren die grond willen verkopen, deze grond eerst aan de gemeente moeten aanbieden. In februari 2013 zijn alle voorkeursrechten vervallen. Het voorkeursrecht was gevestigd op gronden grenzend aan de bebouwde kom om een gemeentelijke grondpositie te verwerven ten behoeve van woningbouw en bedrijvigheid. Vanwege de nieuwe Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie (hierna: PRS) die uitbreidingen voor de gemeente nagenoeg onmogelijk maakt en inzet op binnenstedelijke ontwikkeling had verlenging van het voorkeursrecht weinig zin. In februari 2015 kan weer een nieuw voorkeursrecht op deze gronden gevestigd worden. Omdat de provincie Utrecht bij het vaststellen van de PRS heeft aangegeven alleen binnenstedelijke woningbouw te willen faciliteren, ligt het opnieuw vestigen van een voorkeursrecht tot 2017 (in 2017 wordt de PRS herijkt) niet voor de hand. Wat wilden we bereiken 1. Gemeentelijk grondbezit op strategische posities binnen ontwikkellocaties t.b.v. woningbouw en bedrijvigheid om regie te voeren. 2. Voorkeursrecht verzilveren op de locaties die voor ontwikkeling in aanmerking komen.
Wat hebben we bereikt Het voorkeursrecht is vervallen. De provincie Utrecht legt de nadruk op binnenstedelijk woningbouw. Opnieuw een voorkeursrecht vestigen op de eerdere gronden is daardoor nu niet aan de orde. Het voorkeursrecht is weliswaar vervallen maar op plaatsen waar herontwikkeling gewenst is worden met eigenaren gesprekken gevoerd en vindt planvorming plaats.
24
Wat gingen we er voor doen 1. Bepalen of grondaankoop voor de ontwikkeling van Broekweg Noord haalbaar is.
Wat hebben we gedaan Onderzoek uitgevoerd naar de financiële haalbaarheid van bedrijventerrein Broekweg Noord
Toelichting op realisatie Uit een eerdere grofmazige, financiële verkenning naar de ontwikkeling van Broekweg Noord was gebleken dat met name de aankoopkosten van de grond en de aanleg van civieltechnische infrastructuur doorslaggevend waren voor de financiële haalbaarheid. Op basis van gesprekken met de grondeigenaren en door een nadere studie naar de kosten van de civieltechnische infrastructuur was het mogelijk de grofmazige grondexploitatie voor Broekweg Noord te verfijnen. Hieruit is gebleken dat een gefaseerde ontwikkeling van Broekweg Noord financieel verantwoord is.
Grondbedrijf/grondbeleid Om grip te houden op de actieve gemeentelijke grondexploitaties (de Mastergrex) worden deze elk half jaar geactualiseerd en voorzien van een risico-analyse. Op deze manier kan tijdig en waar nodig worden ingespeeld op (on)voorziene ontwikkelingen in een licht herstellende woningmarkt. Ook is op deze manier beter inzichtelijk wanneer en in welke mate de reserve grondbeleid wordt gevoed. De hoogte van de reserve is in 2013 weliswaar toegenomen, maar bevindt zich nog niet op het gewenste niveau. Hoewel Nederland sinds het laatste kwartaal van 2013 officieel uit de recessie is en het dieptepunt op de woningmarkt lijkt bereikt, worden ieder jaar de gemeentelijke grondprijzen voor woningbouw (kavelprijzen) en bedrijventerrein nauwkeurig gevolgd. Uit eigen onderzoek in 2013 is gebleken dat de grondprijzen zowel voor woningbouw als andere functies op dit moment geen aanpassing behoeven. De gemeente blijft kritisch kijken naar de nog niet in exploitatie genomen gronden. Daarom is begin 2013 de notitie Herontwikkelingslocaties vastgesteld. Vragen die in deze notitie aan de orde komen, zijn: Wat is het juiste programma en tijdstip van verkoop/ontwikkelen van deze locaties vanuit economisch-financieel perspectief (hoogte boekwaarden, rentelasten, maximalisering van opbrengsten, onderlinge concurrentie tussen projecten) en volkshuisvestelijk perspectief. De notitie Herontwikkelingslocaties is in het najaar van 2013 geactualiseerd. Bekeken is welke visie- en uitvoeringstrajecten in 2014 en 2015 worden gestart. De resultaten van de actualisatie zijn geïntegreerd in het projectenboek. Daardoor bevat dit nu een compleet overzicht van zowel de actieve grondexploitaties als de herontwikkelingslocaties. Wat wilden we bereiken 1 Het zoveel mogelijk voorkomen van financiële risico’s voor de gemeentelijke begroting. 2 Het bevorderen van maatschappelijk gewenst ruimtegebruik.
Wat hebben we bereikt De reserve grondbeleid kent op 31-12-13 een matig positief saldo (66.000 euro) . Op 1-1-2013 was het saldo nog nul. Door het vaststellen van de notitie Herontwikkelingslocaties is er nu een kader voor de beoordeling welke functies op welke herontwikkelingslocaties worden geprojecteerd. 25
3. Het waarborgen van transparantie in uitgaven en inkomsten en het mogelijk maken om met de noodzakelijke snelheid strategische aankopen te doen.
Wat gingen we er voor doen Elk half jaar worden de lopende grondexploitaties geactualiseerd Opstellen van een cash flow schema voor de reserve grondbeleid.
Door de halfjaarlijkse actualisatie van de grexen is inzichtelijk gemaakt of aankopen mogelijk zijn of niet.
Wat hebben we gedaan De grexen zijn in het voor- en najaar van 2013 geactualiseerd De actualisatie van de grexen gaat vergezeld van een cash flow schema voor de reserve grondbeleid
Toelichting op realisatie Door actualisatie van de grexen is sneller duidelijk waar bijsturing nodig is. Door het opstellen van een cash flow schema wordt duidelijk wanneer inkomsten voor de reserve grondbeleid te verwachten zijn.
Duurzaamheid en milieu In 2013 is gewerkt aan de uitvoering van een raadsmotie om de gemeente te verduurzamen. Nadat de raad in 2012 had besloten niet mee te werken aan het plaatsen van windmolens zal de verduurzaming van de gemeente moeten komen via andere mogelijkheden. Hiervoor is in samenspraak met verschillende lokale groeperingen een Plan van Aanpak Duurzaamheid vastgesteld door het College. Dit plan van aanpak gaat met name over het verduurzamen van de gemeentelijke organisatie. Verder zijn er verschillende projecten op het gebied van energiebesparing en toepassing van duurzame energie door de gemeente opgestart, ondersteund en uitgevoerd. Hieronder zijn een aantal van deze acties genoemd: • In het voorjaar is een door 'Energiek Cothen' een informatie-avond over Energiebesparing en duurzame energie gehouden georganiseerd. • Er is een thermografische scan gemaakt van een aantal woningen in de wijk De Noorderwaard ter voorbereiding van een informatiemarkt. • Energieadviseurs van 'de Klimaatroute' hebben winkeliers in o.a. de binnenstad bezocht voor gratis energieadvies. • Er zijn een aantal nieuwe woningen (de Kamp, Kromme Stelakker, etc) getoetst op GPR-score. • Tijdens de Dag van de Duurzaamheid is een bezoek gebracht aan 9 basisscholen. • Er is een begin gemaakt met aanbesteding van zonnepalen op het gemeentehuis • Er wordt regulier duurzaamheids overleg gevoerd met de gemeenten Houten, Zeist en Bunnik • Er wordt regulier overleg gevoerd over maatschappelijk verantwoord ondernemen in Wijk bij Duurstede • voorbereiding voor de procedure om een biovergistingsinstallatie in de gemeente mogelijk te maken. • Er is een begin gemaakt met het opstellen van beleid voor elektrische laadpalen. • Het platform Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen stelt in opdracht van de gemeente een jaarverslag 2013 op over duurzaamheid dat gaat over profit, people en planet.
26
IBOR Het jaar 2013 was het derde jaar van de nieuwe IBOR-systematiek. Deze systematiek heeft veel duidelijkheid en overzicht gebracht in het complexe beheer van de openbare ruimte. In 2014 zal worden gestart met de voorbereidingen voor de tweede fase van het IBOR (2015-2018) waarbij tevens de nieuwe investeringsprojecten bekend zullen worden en de eerste fase IBOR (2011-2014) geëvalueerd zal worden. Zelfbeheer Op het gebied van zelfbeheer van de openbare ruimte zijn het afgelopen jaar behoorlijke stappen gezet. Zo zijn er spelregels opgesteld, is er een checklist gemaakt die initiatiefnemers helpt om hun idee uit te werken, en is een standaardovereenkomst opgesteld waarin zelfbeheer afspraken over en weer vastgelegd kunnen worden. Dit houdt in dat bewoners, in samenwerking met de afdeling Beheer en de Concernstaf, er zelf voor kunnen zorgen dat hun straat of wijk een betere uitstraling of inrichting krijgt. Het blijkt dat als we als gemeente helder zijn in wat we zelf niet meer kunnen binnen de beschikbare middelen en capaciteit, er in de samenleving allerlei zelfbeheerinitiatieven ontstaan. Bijvoorbeeld in het kader van het Hagenplan begin 2013. Wat duidelijk wordt is dat initiatiefnemers niet zozeer uit protest of uit ontevredenheid zelfbeheerprojecten op zich nemen, maar dat men het belangrijk vindt om zelf meer invloed te hebben op de eigen woonomgeving. Zelfbeheerders beleven ook plezier aan het beheerwerk met elkaar. Dat cocreatie of zelfbeheer een zoektocht kan zijn blijkt wel uit het proces om te komen tot zelfbeheer van speelvoorzieningen. In de eerste helft van 2013 heeft dat zich vooral gericht op zelfbeheer op buurtniveau. Uiteindelijk heeft het college ervoor gekozen te onderzoeken of het totale beheer van onze speelvoorzieningen door één of slechts enkele partijen uit de samenleving uitgevoerd kan worden, waarbij het huidige beheerbudget mede wordt overgedragen. Begin 2014 zijn de eerste gesprekken daarover gestart met geïnteresseerde partijen uit de samenleving. Wat wilden we bereiken 1. De gemeente streeft naar een veilige woonomgeving, met in de binnensteden/centra en op begraafplaatsen een basis beeldkwaliteit en in de woongebieden en buitengebieden een sobere beeldkwaliteit. 2. Het bieden van een sobere of basis beeldkwaliteit met ruimte voor burgerinitiatieven om de eigen woonomgeving door middel van burgerparticipatie op te kunnen plussen en binnen vastgestelde kaders te kunnen veranderen. 3. Areaaluitbreidingen en toename van beheeronderdelen autonoom in de begroting opnemen, zodat een verdere achteruitgang in de budgetten wordt voorkomen (extra onderdelen/m2 bij gelijkblijvende budgetten).
Wat hebben we bereikt De woonomgeving voldeed minimaal aan de sobere beeldkwaliteit, waarbij de binnensteden/centra en begraafplaatsen de hogere beeldkwaliteit basis haalden. In samenwerking met de coördinator wijkgericht werken zijn diverse zelfbeheerarrangementen opgezet en uitgevoerd waarbij bewoners op eigen initiatief hun eigen woonomgeving hebben verbeterd. Zelfbeheer is op dit moment nog volop in ontwikkeling voor zowel groen als spelen. De areaaluitbreidingen zijn aangevraagd in de kadernota en autonoom in de begroting opgenomen.
27
Wat gingen we er voor doen 1. Het uitvoeren van meerjarenonderhoudsprogramma’s (m.b.v. beheersystematiek Dgdialog), binnen de beschikbare budgetten, uitvoeren van jaarlijkse inspecties, controles door wijkbeheerders en uitvoeren van de (door het college) vastgestelde jaarplannen. 2. Het opstellen van een werkproces in samenwerking met de Concernstaf om actief mee te werken aan burgerinitiatieven en hierover duidelijke (onderhouds)afspraken te maken, met betrekking tot speelterreinen.
3. Afdeling Beheer houdt de areaaluitbreiding in de vorm van nieuwe woonwijken of inbreidingslocaties bij, uitbreidingen areaal in bestaande gebieden door burgerverzoeken, verzoeken uit JOSoverleg of Wijkgericht Werken e.d.
Wat hebben we gedaan De meerjarenprogramma’s zijn uitgevoerd. De basis hiervoor is gevormd door de IBORBeheerplannen en het jaarlijks door het college vastgestelde jaarprogramma. Door de integrale benadering zijn beheer werkzaamheden beter op elkaar afgestemd en wordt beter ingespeeld op nieuwbouwprojecten.
Toelichting op realisatie
Er zijn kaders en spelregels opgesteld voor zelfbeheer en vastgesteld door B & W. Tevens is een checklist gemaakt die door initiatiefnemers gebruikt kan worden om hun idee verder vorm te geven en in te dienen bij de gemeente. Op basis hiervan wordt een eenvoudige overeenkomst opgesteld waarin de afspraken over en weer vastliggen. De verwerking en afhandeling van verzoeken binnen de ambtelijke organisatie is vastgelegd in een routingdocument, waarin staat wie wat wanneer doet. Alle areaaluitbreidingen worden door de beheerders bijgehouden gedurende het jaar. Na realisatie of aanpassingen van openbare ruimte worden de hoeveelheden aangevraagd in de kadernota.
De documenten zijn in de tweede helft van 2013 gebruikt en waar nodig op onderdelen aangepast. Het gebruik van de checklist en de spelregels geven duidelijkheid voor initiatiefnemers vanuit de samenleving en vergemakkelijken het proces.
28
Prestatie indicator
Bron
Streefwaarde 2013
% van alle aanvragen voor burgerparticipatie loopt via het omschreven werkproces en handleiding op de gemeentelijke website.
Evaluatie gebruik procedure Zelfbeheer (nog in ontwikkeling met consulent Wijkgericht werken, afdeling Beheer, en bewoners)
% niet vastgelegd
Realisatie 2013
In 2013 is voor ongeveer 60% van alle aanvragen de procedure gebruikt als een pilot. In 2014 wordt hiermee doorgegaan en is het de bedoeling om de procedure voor 90% of meer van de aanvragen toe te passen.
Gemeentelijk afvalstoffenbeleid De gemeente heeft de zorgplicht voor het gescheiden inzamelen van huishoudelijk afval. Begin 2012 is het Gemeentelijk Afvalstoffen Plan (GAP) vastgesteld door de raad. Doelstellingen van het GAP zijn betere bronscheiding, verminderen van de hoeveelheid restafval, handhaven van het huidige lage kostenniveau en het verbeteren straatbeeld. Deze doelstellingen zijn uitgewerkt naar deelprojecten in de komende jaren. Voorbeelden zijn de milieustraat en de werf, ondergrondse uitbreiden aantal containers en registratie van minicontainers. Wat wilden we bereiken Uitwerking en planning in de komende jaren van deelprojecten uit het GAP. Modernisering van de milieustraat maakt hiervan onderdeel uit.
Wat gingen we er voor doen Uitvoering vindt plaats in projectvorm: − vernieuwing milieustraat
Wat hebben we bereikt De totale hoeveelheid afval is, overeenkomstig de doelstelling, gedaald. De hoeveelheid ongescheiden afval is gedaald met ruim 3%. Maar ook de hoeveelheid gescheiden afval is gedaald: minder gft-afval, minder glas en minder papier. De hoeveelheid kunststof is licht gestegen. Onderstaand een overzicht van de deelprojecten van het GAP
Wat hebben we gedaan
Toelichting op realisatie
− De milieustraat is met eenvoudige middelen opnieuw ingedeeld. Plannen voor een nieuwe milieustraat zijn uitgesteld in afwachting van ontwikkelingen mbt Taken op Afstand.
− Door het herplaatsen van de containers van de verschillende afvalstromen is een logischer, overzichtelijker en veiliger routing op de milieustraat ontstaan
29
− In 2013 heeft alleen een inventa- − De technische staat van de minicontainers bleek beter dan risatie van de kwaliteit van de verwacht. Grootschalige vervanging was nog niet nodig. minicontainers plaatsgevonden. uitwerken papier in minicontainers − Dit project is nog niet opgestart − Het project is verder niet opgestart in afwachting van ontwikkelingen mbt Taken op Afstand. ondergrondse containers − In De Geer II, Oranjehof en De − In totaal zijn 6 nieuwe ondergrondse containers geplaatst en 2 Engk zijn bij de hoogbouw oude vervangen. ondergrondse restcontainers geplaatst. containerparkjes zo mogelijk − Eind 2013 is het plaatsen van de − In Cothen en Langbroek zijn ondergrondse containers voor ondergronds containerparkjes in Cothen glas en kleding geplaatst. In afwachting van de ontwikke(dienstencentrum) en Langbroek lingen bij winkelcentra in de Horden en de Heul zijn nog geen (Oranjehof) gestart concrete plannen ontwikkeld. aanpassen grof vuilbeleid − Medio juli 2013 is de eerste fase − Een reglement en acceptatievoorwaarden voor de milieustraat ingegaan, waardoor grof vuil nu zijn voorafgaand aan het gratis brengen vastgesteld. In 2014 gratis naar de werf gebracht kan wordt de 2e fase voorbereid , waardoor grof vuil niet meer worden. gratis opgehaald wordt. inzameling kunststof − Vanaf 2013 wordt op de werf − Zacht plastic (plastic zakken en verpakkingsmateriaal) maakt ook hard plastic als aparte onderdeel uit van de raamovereenkomst die gemeenten met afvalstroom ingezameld. Nedvang hebben gesloten. Gezamenlijke aanbesteding van de verpakkingsketen “inzamelen, transport, scheiding en vermarkten” is noodzakelijk en vindt in juni 2014 plaats.
− minicontainermanagement − −
−
−
−
Wijkbeheer De inwoners van Wijk bij Duurstede zijn samen met de gemeente verantwoordelijk voor de kwaliteit van de woonomgeving. Uitgangspunt is een onderhoudsniveau zoals door de raad is vastgesteld: sober in de wijken en een hoger onderhoudsniveau in de centra en op de begraafplaatsen. De wensen van de bewoners zijn vaak hoger dan het onderhoudsniveau dat de gemeente biedt. Daarom probeert de gemeente binnen de beschikbare middelen mogelijkheden te realiseren, waarbij de bewoners een actieve rol spelen. In 2012 is een projectgroep Zelfbeheer opgestart, waarin mogelijkheden van vormen van onderhoud door bewoners zijn uitgewerkt. Doel is om bij bewoners via zelfbeheerarrangementen meer betrokkenheid en verantwoording te realiseren, waarbij de gemeente meer faciliterend optreedt en minimaal hetzelfde beheerniveau gehandhaafd blijft, zonder dat dit kostenverhogend werkt.
30
Wat wilden we bereiken 1. Een gegarandeerd, maar sober kwaliteitsniveau in de wijken en een hoger niveau in de centra en op begraafplaatsen. 2. Een actievere rol van de bewoners om, waar gewenst en binnen de daarvoor beschikbare middelen, een betere kwaliteit van de woonomgeving te verkrijgen. 3. Zelfbeheerarrangementen in een groot deel van de gemeente.
Wat hebben we bereikt De kwaliteit van het onderhoud voldeed zeker aan het vereiste niveau. Het in onderhoud nemen van een deel van de hagen door bewoners is in 2013 opgestart. Voor speeltoestellen worden mogelijke vormen van beheer door partijen uit de samenleving onderzocht binnen de opgestelde kaders . Kaders voor het zelfbeheer zijn opgesteld en afspraken worden gemaakt
Wat gingen we er voor doen Wat hebben we gedaan 1. Werken volgens het beheerplan en de daaruit Uitvoering loopt volgens planning voortvloeiende werkplannen. 2.
(Schriftelijk vastgelegde) afspraken met bewoners over hun aandeel in het onderhoud.
Gestart is met het schriftelijk vastleggen van alle arrangementen
3.
Stapsgewijs invoeren van zelfbeheerarrangementen.
Bewoners kunnen direct aan de slag als de afspraken vastgelegd zijn.
Toelichting op realisatie De integrale aanpak van de verschillende disciplines (wegen, groen, riolering etc.) levert zowel financieel als qua beeld voordelen op. Een deel van de afspraken is niet (goed) schriftelijk vastgelegd, hetgeen bij uitvoering tot onduidelijkheden blijkt te leiden. Er zijn ook bewoners die al jarenlang onderhoud verrichten op basis van mondelinge afspraken.
Straatreiniging Straatreiniging heeft tot doel een beeld te creëren, zoals omschreven in het Integraal Beheerplan Openbare Ruimte en te zorgen voor een veilige verkeerssituatie. Gestreefd wordt naar een sober beeld in de wijken en een verhoogd beeld in de centra. Sinds 2011 wordt straatreiniging uitgevoerd door chemische onkruidbestrijding via de methode Duurzaam Onkruid Bestrijding (DOB) toe te passen. Onderdeel van deze methode is dat minimaal zes maal per jaar moet worden geveegd. Met deze methode wordt afspoeling naar het oppervlaktewater geminimaliseerd. Daarnaast worden de verhardingen regelmatig geveegd.
31
Wat wilden we bereiken 1. Een beeld zoals omschreven in het Integraal Beheerplan Openbare Ruimte, d.w.z. sober in de wijken en een hoger onderhoudsniveau in de centra en op de begraafplaatsen.
2. Veilige verkeerssituatie.
Wat gingen we er voor doen 1. Via beeldbestek onkruidbestrijding op verharding realiseren. 2. Vegen van verhardingen.
Wat hebben we bereikt De combinatie van straatreiniging en chemische onkruidbestrijding volgens de systematiek van Duurzaam Onkruid Beheer (DOB) is gericht op kosteneffectief en milieuverantwoord onkruidbeheer op verharding. Het gehanteerde systeem heeft geleid tot de vereiste beeldkwaliteit en beheersing van de kosten binnen de gestelde wettelijke kaders. De combinatie van regelmatig vegen en bestrijden van onkruid van de verhardingen heeft geleid tot een veilige verkeerssituatie. Vervuiling van de verhardingen kan namelijk leiden tot plasvorming of gladde wegen.
Wat hebben we gedaan Onkruidbestrijding: aan de hand van het bestek in twee rondes onkruidbestrijding toegepast. Wijkbeheer veegt minimaal 6 keer per jaar de verhardingen binnen de bebouwde kommen. Daarnaast wordt in het najaar capaciteit ingehuurd voor het ruimen van blad op de wegen
Toelichting op realisatie
Bij toerbeurt wordt door de eigen dienst steeds een deel van de vier wijken geveegd, waardoor de bebouwde kommen in totaal minimaal zes keer geveegd worden. Daarnaast worden wekelijks de winkelcentra en de binnenstad geveegd.
Omgevingsvergunningen In 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. In deze wet zijn 25 toestemmingen samengebracht in één nieuwe vergunning: de omgevingsvergunning. Het stelsel omvat onder andere integrale toestemmingen op het gebied van bouwen, milieu, kappen en uitwegen. Met de omgevingsvergunning wordt gestreefd naar een toestemmingstelsel met minder administratieve lasten, maar een voldoende beschermingsniveau. De vergunningen moeten worden afgehandeld overeenkomstig wettelijke criteria en binnen vastgestelde termijnen.
32
Wat wilden we bereiken Omgevingsvergunningen afhandelen binnen de wettelijke termijn (8 weken voor vergunningen die met de reguliere procedure moeten worden voorbereid/26 weken voor vergunningen die de uitgebreide procedure moeten doorlopen).
Wat hebben we bereikt Op een enkele uitzondering na zijn alle omgevingsvergunningen afgehandeld binnen de wettelijke termijn.
Wat gingen we er voor doen 1. Procedures efficiënt inrichten.
Wat hebben we gedaan Diverse proces- en systeemverbeteringen doorgevoerd
2. Coördinatie met partners en adviseurs stroomlijnen.
Nieuwe afspraken met VRU en welstandscommissie geïmplementeerd
Toelichting op realisatie Gerealiseerd conform planning. Het welstandsbeleid is ingrijpend gedereguleerd en alle voorbereidingen zijn getroffen voor de invoering van de Balie-omgevingsvergunning in 2014. Gerealiseerd conform planning.
Prestatie indicator
Bron
% tijdig afgehandelde omgevingsvergunningen
Registratie gegevens van de 95% afdeling DVL.
Streefwaarde 2013
Realisatie 2013 99%
Handhaving en bouw- en woningtoezicht Op 29 oktober 2013 is de nota Integraal Toezichts- en handhavingsbeleid vastgesteld. Het doel van deze nota is tweeledig. Ten eerste wordt de gemeentelijke handhaving naar een hoger kwaliteitsniveau getild en ten tweede willen we het zelfregulerend vermogen (eigen verantwoordelijkheid) van burgers en bedrijven bevorderen. Hoe meer zaken opgelost kunnen worden door goede communicatie, hoe minder gegrepen hoeft te worden naar harde middelen zoals een dwangsom of zelfs bestuursdwang. Bouw- en woningtoezicht Het nieuwe bestemmingsplan buitengebied is in voorbereiding. Daarom is een uitgebreide inventarisatie uitgevoerd naar de aanwezigheid en het huidig gebruik van alle gebouwen in het gemeentelijk buitengebied. Uit die inventarisatie zijn ongeveer zestig percelen in beeld gekomen die vanuit handhavingsoogpunt nadere aandacht behoeven. In 2013 zijn deze dossiers geprioriteerd conform de risico-analyse uit de Nota Integraal Toezichts- en handhavingsbeleid, daarnaast is vastgesteld welke actie op deze dossiers gezet moet worden. In 2014 wordt hieraan uitvoering gegeven met behulp van de extra capaciteit die de raad daarvoor ter beschikking heeft gesteld. Voor zaken die in het nieuwe bestemmingsplan gelegaliseerd kunnen worden wordt afgezien van handhaving. Te denken valt bijvoorbeeld aan bedrijf aan huis, huisvesting seizoensarbeiders of mantelzorg. 33
Kleine ergernissen in de openbare ruimte Overlast van honden, fout parkeren, zwerfvuil of hangjongeren kan de gemeente adresseren door het aanstellen van een buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA). In het recente verleden werkten wij samen met gemeente Bunnik als het gaat om de BOA. Deze constructie is kwetsbaar gebleken, daarom is afgesproken andere mogelijkheden te verkennen voor het uitbesteden van BOA-activiteiten. Eind 2013 is daartoe samenwerking gezocht met Utrechtse Heuvelrug, die ook een BOA wil inhuren. Gezamenlijk hebben we een aanbestedingstraject opgestart om drie gerenommeerde bedrijven uit te nodigen ons een aanbieding te doen. Eind februari 2014 is de voorlopige gunning gevallen. Het voordeel van deze constructie is dat de BOA’s elkaar kunnen vervangen indien nodig en dat zij gezamenlijk kunnen optrekken als de situatie daarom vraagt. Tegelijkertijd maken we maximaal gebruik van de expertise van een professionele marktpartij, zodat wij onze kennis op het gebied van het inzetten van een BOA kunnen vergroten. In dit traject wordt nauw samengewerkt met de politie. Zo neemt de politie deel aan het beoordelen van de offertes, helpen zij bij het inwerken van de BOA en zullen beide gemeentelijke BOA’s wekelijks afstemming zoeken met de politie in een gezamenlijk overleg.
Wat wilden we bereiken Het verbeteren van het overzicht van de feitelijke situaties in het buitengebied
Wat hebben we bereikt In 2013 is vooral gewerkt aan het maken van de nota integraal toezichts- en handhavingsbeleid. Na vaststelling is de lijst met dossiers uit de inventarisatie geprioriteerd conform dat nieuwe beleid. Daadwerkelijke handhaving van de geconstateerde overtredingen vindt plaats in 2014. Verbetering onderlinge communicatie binnen gemeentelijke afdelingen In 2013 heeft het integraal werken verder vorm gekregen. De samenwerking tussen de teams beleidsontwikkeling, vergunningverlening en handhaving is geïntensiveerd. Er is in 2013 nauw samengewerkt om de resultaten uit de inventarisatie buitengebied te prioriteren en daar werkafspraken over te maken. Een integraal handhavingsbeleid uitvoeren middels de gestelde Op 28 oktober 2013 is de nota integraal toezichts- en prioritering. handhavingsbeleid vastgesteld. In de Kadernota is geld beschikbaar gesteld voor een (gedeeltelijke tijdelijke) uitbreiding van de formatie. Grotere flexibiliteit en minder kwetsbaarheid voor de BOA-activiteiten Eind 2013 is samenwerking gezocht met Utrechtse Heuvelrug om in en voor Handhaving in het algemeen. een gezamenlijk traject een bedrijf aan te zoeken die beide gemeenten een BOA kan leveren. Het voordeel hiervan is dat de Boa’s elkaar kunnen vervangen als dat nodig is en desgewenst samen kunnen optrekken. In de eerste helft van 2014 zal er een BOA voor Wijk bij Duurstede beschikbaar zijn. 34
Wat gingen we er voor doen Verkennen wat de mogelijkheden zijn voor uitbesteding van (Bouw)Handhaving en BOAactiviteiten.
Uitvoering geven aan de handhavingnotitie en uitvoeringsprogramma. 1.4
Toelichting op realisatie
Na vaststelling van de nota is gestart met het uitvoeren daarvan; de laatste maanden van 2013 zijn daarvoor benut. In 2014 wordt dit verder opgepakt.
Onze gerealiseerde ombuigingen in één oogopslag
Voorgestelde ombuigingen GPR 8 inhuur externen Beheer openbare ruimte Totaal
1.5
Wat hebben we gedaan In Taken op Afstand zijn de taken voor handhaving onderzocht op mogelijkheden tot uitbesteding. Er is een aanbestedingstraject gestart eind 2013 om de BOA in gezamenlijkheid met Utrechtse Heuvelrug in te huren bij een marktpartij. Op 28 oktober 2013 is de nota integraal toezichts- en handhavingsbeleid vastgesteld.
Streven 2013 € 5.000 € 50.000 € 55.000
Realisatie 2013 € 5.000 € 50.000 € 55.000
Reserves
Reservemutaties Toevoeging Onttrekking Toevoeging Algemene Reserve Storting IBOR € 195.479 Uit bestemmingsreserve Glasvezel voor herstelwerkzaamheden € 42.180 Toevoegingen bestemmingsreserve Fonds volkshuisvesting; samenvoegen woningen € 21.494 Grondbeleid € 169.221
Totaal € 195.479 € 42.180 € 21.494 € 169.221
35
Onttrekkingen bestemmingsreserves Fonds volkshuisvesting; startersleningen Bushaltes Duurzaamheidsfonds Glasvezel voor herstelwerkzaamheden Grondbeleid Totaal onttrekking programma 1
1.6
€ 428.374
€ 2.905 € 4.909 € 12.921 € 42.180 € 103.373 € 166.288
-€ 2.905 -€ 4.909 -€ 12.921 -€ 42.180 -€ 103.373 € 262.086
Financiële recapitulatie
1. - Woonomgeving 2. Lasten
Rekening 2012
Begroting 2013
Rekening 2013
Afwijking 2013
Toelichting
Ruimtelijk Ruimt.ordening/archeologie
701.467
684.670
553.805
Bouw- en woningtoezicht
336.481
298.009
323.779
Leges Bouw/Woningtoezicht Handhaving
0 298.567
0 282.953
0 256.223
1.366.941 490.684 198.392
1.131.578 94.590 37.758
1.095.485 85.163 152.920
Openbare verlichting Verkeersmaatregelen
557.714 443.356
545.289 374.843
555.122 429.778
Watergangen
244.726
430.192
324.849
-130.865 Het saldo van de baten en lasten op dit product bedraagt 131V Het aantal aanvragen voor procedures loopt terug waardoor de lasten lager zijn dan geraamd 20V. Er is een relatie tussen lagere lasten en lagere legesopbrengsten. Overige afwijkingen 16V. Voor archeologie zijn minder adviezen afgenomen en er zijn geen spoedopgravingen geweest 15V. Het saldo op de doorbelaste uren bedraagt 80V. 25.770 Het saldo van de baten en lasten op dit product bedraagt 19N Er is meer gebruik gemaakt van extern advies (10N), dit wordt gecompenseerd door meer leges inkomsten (7V). Het saldo op de doorbelaste uren bedraagt 15N. -26.730 Het saldo van de baten en lasten op dit product bedraagt 22V Het saldo op de doorbelaste uren bedraagt 22V.
Duurzaamheid en milieu Wegen/straten/pleinen Bruggen Straatreiniging
-36.093 Lagere doorbelaste uren (31V) en lagere kapitaalslasten dan begroot (5V). -9.427 Lagere doorbelaste uren (9V). 115.162 De interne uren voor straatreiniging zijn in de begroting 2013 niet reëel geraamd. Dit is bij de jaarrekeninganalyse 2012 geconstateerd. Dit is reeds gecommuniceerd in T 055 bij de begrotingsbehandeling (151N). Het gaat hierbij om verschuivingen en niet om nadelen. De kosten van reingingsdiensten vallen voordeliger uit dan verwacht (36V). 9.833 Lagere doorbelaste uren (10V). 54.935 Hogere doorbelaste uren (55 N). Dit is het gevolg van extra inzet voor het achterstallig onderhoud van straatnaamborden en extra inzet voor het verwijderen van overbodige verkeersborden. -105.343 Het voordeel wordt veroorzaakt door niet (geheel) gerealiseerde investeringen (113V). Dit bedrag wordt minder onttrokken uit de bestemmingsreserve. Hierdoor ontstaat er ook een voordeel op de kapitaalslasten (24V). Het restant betreft verschuiving van de doorbelaste uren (32N).
36
Reiniging
1.828.713
1.826.060
1.835.069
Riolering
1.895.592
1.620.548
1.753.785
530.051
592.037
532.742
73.081 1.605.306
54.325 1.784.087
81.880 1.694.199
Volkshuisvesting/woningen
302.139
283.273
244.887
Grondexploitatie woningen
6.159.223
5.443.719
4.068.744
17.032.434
15.483.931
13.988.430
Milieubeheer
Natuurbescherming Openbaar groen
9.009 Het saldo van de baten en lasten op dit product bedraagt 2V. Binnen het product zijn de volgende toelichtingen van belang. De perceptiekosten (BSR) zijn lager dan begroot (12V). De kosten voor het inzamelen en afvoeren van huisval valt lager uit (56V). De kosten voor papierinzameling zijn eveneens gedaald (3V). De milieustraat levert een voordeel op door lagere kosten voor afvoeren en verwerking (14V). Door extra beheer en onderhoud van inzamelmiddelen levert dit een nadeel op (18N). Uitgezonderd de btw dient het resultaat van reiniging ten gunste/ten laste van de voorziening gebracht te worden (159N). Het restant heeft betrekking op lagere doorbelaste uren en overige. 133.237 Het saldo van de baten en lasten op dit product bedraagt 87N. De perceptiekosten zijn lager dan begroot (43V). De kosten voor beheersystemen zijn voordeliger dan voorgaande jaren (30V). De electriciteitsverbruik en tarieven van pompen en gemalen zijn hoger dan verwacht (10N). Uitgezonderd de btw dient het resultaat van reiniging ten gunste/ten laste van de voorziening gebracht te worden (259N). De opbrengsten rioolrechten zijn hoger dan begroot (46V). Het restant heeft betrekking op lagere doorbelaste uren en overige. -59.295 Het saldo van de baten en lasten op dit product bedraagt 60V Er is een voorziening getroffen voor de incidentele kosten om de ODRU op orde te brengen (77N). Het nadeel van op de reguliere activiteiten van de ODRU (23N) wordt gecompenseerd door minder gebruik van diensten door derden (28V). Er zijn meer legesomgevingsvergunningen binnen gekomen (5V). Overige verschillen 1N. Het saldo op de doorbelaste uren bedraagt 128V. 27.555 Meer doorbelaste uren (28N). -89.888 De interne uren voor openbaar groen zijn in de begroting 2013 te hoog geraamd. Een deel heeft betrekking op straatreiniging. Dit is reeds gecommuniceerd bij de begrotingsbehandeling (90N).
Woningbouw
Totaal lasten
-38.386 Het saldo van de baten en lasten op dit product bedraagt 25V. Er zijn meer leges huisvestingsvergunningen en bijdragen van derden ontvangen (3V). Overige verschillen 2V. Het saldo op de doorbelaste uren bedraagt 20V. -1.374.975 Het saldo van de baten en lasten op dit product bedraagt 119 N. Postkantoor afboeken boekwaarde en verrekening met Volksbelang 83 N. Stookerterrein verlies afboeken 18 N. Oranjehof aframen voorziening i.v.m. minder negatieve grex 29 V. Hiervoorgenoemde posten komen ten gunste/ten laste vd reserve grondbeleid. Uren 48N. Overige verschillen per saldo 1 V. -1.495.501
37
1. - Woonomgeving Baten
Rekening 2012
Begroting 2013
Rekening 2013
Afwijking 2013
Toelichting
Ruimtelijk Ruimt.ordening/archeologie Bouw- en woningtoezicht Leges Bouw/Woningtoezicht
-5.700 33.730 797.868
0 20.000 517.500
0 27.181 439.522
0
4.500
0
136.956 0 0 8.362 21.597 45 2.159.911 2.020.995 7.930 0 15.202
54.520 0 0 7.500 21.187 50 2.134.307 1.849.530 7.800 0 24.500
57.795 0 0 7.143 19.682 45 2.145.848 1.895.394 8.933 0 16.098
177.480 4.995.825 10.370.202
188.764 5.429.071 10.259.229
174.882 3.935.018 8.727.541
Saldo programma -6.662.232 -5.224.702 (De doorbelaste uren worden in programma 7 nader toegelicht.)
-5.260.889
Handhaving
0 Zie toelichting bij de lasten. 7.181 Zie toelichting bij de lasten. -77.978 Het saldo van de baten en lasten op dit product bedraagt 78N Er is een nadeel op de leges BWT (22N) door uitstel van bouwprojecten. Er is een nadeel op plan en onderzoeksopbrengsten (57N). Het aantal aanvragen is teruggelopen. Dit leidt zowel tot lagere kosten als lagere opbrengsten. Daarnaast kleine over- en onderschijdingen 1V. -4.500 Zie toelichting bij de lasten.
Duurzaamheid en milieu Wegen/straten/pleinen Bruggen Straatreiniging Openbare verlichting Verkeersmaatregelen Watergangen Reiniging Riolering Milieubeheer Natuurbescherming Openbaar groen
3.275 0 0 -357 -1.505 -5 11.541 45.864 1.133 0 -8.402
Vergoedingen voor herstelwerkzaamheden aan paden en wegen zijn meer dan begroot (3V). Niet van toepassing. Niet van toepassing. Niet van toepassing. Niet van toepassing. Niet van toepassing. Zie toelichting bij de lasten. Zie toelichting bij de lasten. Zie toelichting bij de lasten. De verkoop van openbaar groen is meegenomen in het project verkoop van gemeentelijke eigendommen (8N).
Woningbouw Volkshuisvesting/woningen Grondexploitatie woningen Totaal baten
-13.882 Zie toelichting bij de lasten. -1.494.053 Zie toelichting bij de lasten. -1.531.688 -36.187
38
Programma 2 Toerisme en vrije tijd 2.1 Inleiding In dit programma bevinden zich onderwerpen op het gebied van cultuur, sport en evenementen. Maar ook het rijke verleden onder en boven de grond maakt hier onderdeel van uit (cultuurhistorie, archeologie). Wijk bij Duurstede is een aantrekkelijke gemeente om te verblijven en inwoners en ondernemers varen wel bij dat aantrekkelijke (economische vestigings-) klimaat. De gemeente heeft belang bij het investeren in toerisme en draagt bij aan de toeristische ontwikkeling op meerdere fronten. Het is een programma dat financieel voor een flink deel bestaat uit subsidies voor verenigingen en instellingen, zoals muziekscholen, de bibliotheek en sportverenigingen. Het programmablad is gesplitst in drie verschillende onderwerpen te weten: recreatie, cultuur en sport. Onder de betreffende onderwerpen worden verschillende punten uitgewerkt. 2.2 Hoofdlijnen van het programma Recreatie Visie Rivierfront De kracht van de gemeente ligt niet alleen in het rijke verleden, maar ook in het waterrijke heden en met name de ligging aan de rivier. De Visie Rivierfront is van belang voor de toekomst van Wijk bij Duurstede. Hiervoor ontbreken op dit moment voldoende gemeentelijke investeringsmiddelen om dit verder uit te werken. Ontwikkelingen zoals die door andere partijen kunnen worden geïnitieerd, in lijn met de visie, worden omarmd. Toerisme en recreatie De gemeente Wijk bij Duurstede heeft belang bij investeren in toerisme, inwoners en ondernemers varen wel bij een aantrekkelijk (economisch vestigings-)klimaat. De gemeente draagt bij aan toeristische ontwikkelingen op meerdere fronten. Recreatieve voorzieningen Het Recreatieschap Midden-Nederland, een gemeenschappelijke regeling waaraan 11 gemeenten en de provincie deelnemen, wordt al geruime tijd kritisch gevolgd. Hierbij speelt de afweging tussen nut en noodzaak een belangrijke rol. Daarnaast heeft het schap te maken met een aanzienlijke bezuinigingstaakstelling. Kinderboerderij Kinderboerderij De Vliert heeft als voorziening een groot maatschappelijk draagvlak in onze gemeente. Heel veel inwoners maken hiervan gebruik. De instandhouding van de kinderboerderij met de huidige ruime openingstijden leidt in de huidige constructie de komende jaren tot hogere kosten.
39
Evenementen Wijk bij Duurstede heeft een rijke traditie op het gebied van evenementen in alle kernen. Deze kenmerken zich door veelzijdigheid en door een grote mate van betrokkenheid van de inwoners. In 2013 is het aantal evenementen uitgebreid door Wijk nog Leuker met de organisatie van de Dijkenloop en de Nieuwjaarsduik. Cultuur Cultuurnota/amateuristische cultuurbeoefening De huidige cultuurnota dateert uit 2009. Hierin zijn de kaders voor het cultuurbeleid omschreven. Om de benoemde doelstellingen te behalen subsidieert de gemeente Wijk bij Duurstede verschillende evenementen en initiatieven die gericht zijn op cultuur. Daarnaast is een cultuurcoach actief. Deze functionaris heeft een groot netwerk binnen het culturele werkveld en heeft een belangrijke aanjaagfunctie binnen de gemeente Wijk bij Duurstede, met name toegespitst op de basisscholen. Bibliotheek De Wijkse bibliotheek maakt deel uit van de Stichting Regiobibliotheek Zuid-Oost Utrecht (ZOUT). In alle drie de kernen is een bibliotheekvoorziening aanwezig. In 2010 is de bibliotheek Cothen ook opgenomen in ZOUT. In Cothen en Langbroek is de bibliotheekvoorziening samen met andere voorzieningen in de dorpshuizen gehuisvest. In de kern Wijk bij Duurstede wordt onderzocht welke mogelijkheden er zijn om de huisvesting te combineren met andere voorzieningen. Monumentenzorg Hierbij gaat het om het verlenen van medewerking aan de uitvoering van het rijksbeleid ten aanzien van het cultuurhistorisch erfgoed in de gemeente Wijk bij Duurstede. De gemeente Wijk bij Duurstede heeft beleid ontwikkeld om het beheer en behoud van de monumentale waarden zo optimaal mogelijk te bevorderen. Archieven/ RHC Het Regionaal Historisch Centrum (RHC) Zuidoost Utrecht is er voor iedereen die interesse heeft in de geschiedenis en de bewoners van het Kromme-Rijngebied en de Utrechtse Heuvelrug. Bovendien voert het voor de participerende gemeenten de Archiefwet 1995 uit. De Gemeenschappelijk Regeling RHC is op 1 januari 2010 ontstaan als opvolger van het Streekarchivariaat Kromme-Rijngebied en de Utrechtse Heuvelrug. De deelnemende gemeenten zijn Bunnik, Houten, Rhenen, Utrechtse Heuvelrug en Wijk bij Duurstede. Vanaf 2014 treedt ook de gemeente Vianen toe. Het RHC beheert de rijke historische archieven en collecties van en uit deze gemeenten vanaf 1300 tot heden. Sport In de vigerende sportnota zijn verschillende doelstellingen opgenomen voor de sport. Deze doelstellingen zijn onder te verdelen in drie verschillende groepen namelijk: breedtesport, stimulering doelgroepen en accommodaties. Om tot de doelstellingen te komen subsidieert de 40
gemeente Wijk bij Duurstede de sportverenigingen. Daarnaast financiert de gemeente eventuele nieuwbouw en de instandhouding van sportaccommodaties. Ondanks de bezuinigingen wordt met minder of kleinere initiatieven geprobeerd om de doelstellingen die benoemd zijn in de sportnota te behalen. 2.3 Beleidsinhoudelijke resultaten Recreatie Visie Rivierfront In 2013 zijn er echter geen concrete initiatieven geweest om de visie verder concreet vorm te geven. Stadshaven In 2013 zijn meerdere gesprekken gevoerd met een beoogd exploitant met als doel te komen tot een gunning van de exploitatie en het beheer van de Stadshaven. Begin 2014 is inmiddels de exploitatieovereenkomst getekend. Hiermee ontstaat een publiek-private samenwerkingsvorm waarmee de aantrekkelijkheid van de Stadshaven als Poort voor de Binnenstad wordt vergroot en het aantal recreatieve functies wordt uitgebreid. Toerisme en recreatie In 2013 is er regionaal samengewerkt aan de Krommerijnstreek. Er zijn voorbereidingen getroffen voor de nieuwe Gebiedscoöperatie “O-gen” waar binnen het voormalige Streekhuis is opgegaan. Wij staan positief tegenover deelname in deze nieuwe organisatie. Ook is er gewerkt aan regionale promotie van de Krommerijnstreek. In 2013 is er een groot promotieproject, op initiatief van de VVV, door de provincie goedgekeurd om de Krommerijn als gebied op de kaart te zetten. Agrotoerisme Buitengebied In 2013 is er wegens prioriteitsstelling nog geen beleid gemaakt voor Vrijkomende Agrarische Bedrijven (VAB). Met dit beleid willen we meer generieke ontwikkelingsgerichte voorwaarden scheppen om functieveranderingen bij bedrijven in het Buitengebied mogelijk te maken. Hiermee voorkomen we dat er incidentele criteria worden ontwikkeld die moeten worden getoetst aan het Bestemmingsplan Buitengebied. Het is de bedoeling dit VAB-beleid in 2014 te ontwikkelen. Verordening Paracommercie Eind 2013 heeft de gemeenteraad de Verordening Paracommercie vastgesteld. Deze actie volgt enerzijds direct uit de vaststelling van het horecabeleid medio 2013 en was anderzijds verplicht als gevolg van landelijke wetgeving per 1 januari 2014. In deze verordening staat omschreven onder welke voorwaarden paracommerciële instellingen horeca-activiteiten mogen ontplooien. Ten aanzien van de bestaande juridische kaders geeft deze verordening een verruiming van de mogelijkheden.
41
De verordening wordt (onder andere) via een nieuw plaatselijk horecaoverleg, waarin ook paracommerciële instellingen zitting hebben, in 2014 geëvalueerd. Dit is nodig omdat al in het traject richting vaststelling is gebleken dat met name bij sportverenigingen er verschil bestaat tussen de vastgestelde regeling en de handhaving in de praktijk. Het kan wenselijk blijken om de huidige regeling op onderdelen aan te passen. . Recreatieve voorzieningen Het Recreatieschap Midden-Nederland heeft te maken met een aanzienlijke bezuinigingstaakstelling. Mede hierdoor heeft de Stuurgroep Recreatieschappen in 2013 geconstateerd dat er bij de betrokken gemeenten draagvlak is om tot opheffing van het recreatieschap over te gaan. Om dit te realiseren is in 2013 een liquidatieplan geschreven waarbij de gemeenten begin 2014 het besluit hebben genomen om tot liquidatie/opheffing over te gaan. Een onderdeel van dit liquidatieplan is dat de verantwoordelijkheid voor het zoeken van een rechtsopvolger bij de betreffende gemeenten is neergelegd. Voor onze gemeente betekent dit dat we in 2014 met de voorbereidingen moeten starten om een rechtsopvolger voor de Gravenbol te zoeken die alle rechten en plichten overneemt. Hierbij speelt mee dat we een standpunt moeten innemen over de gewenste functie(s) van deze voorziening. In 2013 heeft de Stichting Wijk nog Leuker (WnL) voor het eerst als pilot de exploitatie van de Gravenbol overgenomen. Dit was een reactie op het voornemen van het recreatieschap om de exploitatie van deze voorziening af te stoten vanwege een bezuiniging. Concrete elementen in de pilot waren de investering in speeltoestellen en de invoering van betaald parkeren. De insteek is om het beheer van de Gravenbol op een andere wijze vorm te geven tegen minder kosten zodat het terrein toegankelijk blijft voor recreanten. Bovendien dienen extra inkomsten te worden verkregen uit horeca en evenementen. Het is nog onduidelijk in hoeverre deze recreatievoorziening genoeg opbrengt om kostenneutraal beheerd te gaan worden. Kinderboerderij In 2013 is een begin gemaakt met een pilot om het beheer van de kinderboerderij via een andere constructie te gaan regelen. Bovendien werd in 2013 duidelijk dat de huidige subsidiestructuur van meerjarige overeenkomsten niet conform de Algemene Wet Bestuursrecht is. Deze nieuwe inzichten hebben ertoe geleid dat in december 2013 de uitvoeringsovereenkomst met de kinderboerderij is opgezegd met ingang van 1 januari 2015. De bedoeling is om per die datum een nieuwe constructie te hebben. Evenementen In 2013 is het aantal evenementen uitgebreid door Wijk nog Leuker met de organisatie van de Dijkenloop en de Nieuwjaarsduik. Om de beoordeling van de toetsingscriteria voor evenementen te vereenvoudigen en het proces van vergunningverlening te optimaliseren is in 2013 gestart met de vormgeving van een nieuw evenementenbeleid. De besluitvorming hierover staat gepland in 2014. In 2013 zijn er 65 grote en kleinere evenementen geweest in Wijk bij Duurstede waarvan 5 niet eerder zijn georganiseerd.
42
Wat wilden we bereiken 1. Het onderbrengen van de exploitatie van de Stadshaven bij een private partij. 2. Het in stand houden van en waar nodig bijdragen aan toeristische promotieactiviteiten in de Krommerijn Streek. Wat gingen we er voor doen 1. Instandhouding van bestaande initiatieven en nieuwe initiatieven stimuleren. 2. Kostendekkend maken van de leges van commerciële evenementen en verhogen van de leges van niet-commerciële activiteiten.
Wat hebben we bereikt één gunning van de exploitatie en het beheer van de Stadshaven. Begin 2014 is inmiddels de exploitatieovereenkomst getekend. Het promotieproject op initiatief van VVV is in 2013 heeft een subsidie van provincie gekregen en kan hiermee van start.
Wat hebben we gedaan
Toelichting op realisatie
Er zijn verschillende culturele instellingen financieel ondersteund. Daarnaast is de cultuurcoach ingezet. In 2013 is getracht zoveel mogelijk de leges van commerciële activiteiten te verhogen.
Cultuur Museum Dorestad In 2013 zijn de gesprekken gestart met het museumbestuur om de mogelijkheden voor andere huisvesting te verkennen. De gemeente wil, als onderdeel van een bezuinigingstaakstelling, het huidige museumpand aan de Muntstraat verkopen en tegelijkertijd een andere locatie voor het museum realiseren. In 2013 is nader onderzoek verricht naar de mogelijkheden van herhuisvesting van het museum in het gemeentekantoor. Vooralsnog blijkt er meer draagvlak te zijn voor verhuizing naar de vrijgekomen ruimte in het Oude Raadhuis aan de Markt. De verwachting is dat het museum in 2014 met de gemeente een intentieverklaring zal afsluiten waarin onder meer afspraken worden vastgelegd over de tijdelijke sluiting, de tijdelijke opslag van de inventaris en het ontwikkelen en realiseren van een ondernemingsplan voor de nieuwe locatie. Calypso Theater Het Calypso Theater is een presenterend en producerend theater, dat gericht is op de inwoners van Wijk bij Duurstede. In 2013 heeft het theater zich verder bezig gehouden met het uitbreiden en doorvoeren van nieuwe initiatieven waarmee de financiële positie wordt verstevigd. Op dit moment wordt gewerkt aan versterking van de horecafunctie. Cultuurnota/amateuristische cultuurbeoefening Het werkgeverschap van de cultuurcoach is in 2013 overgenomen door de bibliotheek ZOUT. Vanwege het aflopen van de provinciale subsidieregeling Cultuurparticipatie in 2012 is er minder geld beschikbaar voor culturele initiatieven. Dit betekende dat de verschillende organisaties op een andere manier inkomsten moesten genereren om initiatieven te ontplooien. Daarnaast is in 2012 besloten om de subsidies van de muziekverenigingen en de muziekscholen vanaf 2013 te verlagen. 43
Bibliotheek De bibliotheek heeft in 2013 diverse gesprekken gevoerd over mogelijke (her-)huisvesting en participatie in de Brede School. Uiteindelijk bleek dit vanuit financieel oogpunt niet haalbaar te zijn. Er zijn andere opties onderzocht zoals mogelijke huisvesting in het gemeentekantoor en betrokkenheid bij de ontwikkelingsplannen van het voormalige postkantoorgebied. Vooralsnog zijn hier nog geen concrete acties uit voortgekomen. De bibliotheek had in 2013 met een bezuiniging van € 30.000 te maken. Deze is gerealiseerd door een efficiëntere bedrijfsvoering. De provincie streeft naar een fusie van alle regiobibliotheken met het Bibliotheek Service Centrum (BiSC), zodat één grote bibliotheekorganisatie ontstaat. Hierover bestaat echter nog geen overeenstemming en besluitvorming wordt niet op korte termijn verwacht. Monumentenzorg In september 2013 zijn vooralsnog 63 van de 74 voorlopig aangewezen “objecten” definitief aangewezen als gemeentelijk monument. Medio 2013 zijn de "Beleidsnota Archeologie en Archeologische beleidskaart voor het grondgebied van de gemeente Wijk bij Duurstede" en de "Erfgoedverordening gemeente Wijk bij Duurstede 2012" vastgesteld en in werking getreden. Eind 2013 hebben de eerste eigenaren een beroep gedaan op de gemeentelijke subsidieregeling voor restauratiewerkzaamheden aan het gemeentelijke monument. Daarnaast is in 2013, in samenwerking met een groot aantal andere overheidsinstanties, een start gemaakt met de UNESCO-nominatie van de Romeinse Limes. Hiermee krijgt de herkenbaarheid en de historische waarde van deze historische grensaanduiding een prominente plek. Prestatie indicator Er worden definitief gemeentelijke monumenten aangewezen.
Bron Aangewezen gemeentelijke monumenten.
Streefwaarde 2013 Realisatie 2013 74 63
Archieven/ RHC In 2013 werden er aan het RHC 1.314 fysieke bezoeken aan de studiezaal gebracht, waarmee het bezoekersaantal voor het eerst sinds jaren weer is gestegen en terug is op het niveau van 2001. De website, een belangrijk kanaal voor het verschaffen van informatie (ook wel de digitale studiezaal genoemd), werd bijna 250.000 keer bezocht. Hiermee werden de cijfers uit 2012 geëvenaard.
44
Wat wilden we bereiken 1. RHC. Het bijeenbrengen, inventariseren, beheren en toegankelijk maken van een collectie (schriftelijke) goederen in relatie tot het rijke verleden van Wijk bij Duurstede, alsmede het cultuurhistorisch erfgoed in aanraking brengen met de inwoners van Wijk bij Duurstede en (ver) daarbuiten.
2. Invulling en uitvoering geven aan de in de cultuurnota geformuleerde doelstellingen en criteria.
3. Het culturele profiel van de gemeente Wijk bij Duurstede versterken (één van de peilers van city marketing). 4. Een goede bibliotheekvoorziening in stand houden in de 3 kernen.
5. Het behouden, beheren en versterken van het cultuurhistorisch erfgoed, waaronder monumenten, beeldbepalende panden, objecten, terreinen, cultuurhistorische structuren en archeologische waarden. 6. Het behouden en beheren van het RHC voor een volledige informatievoorziening aan bezoekers.
Wat hebben we bereikt De belangrijkste wapenfeiten uit 2013 waren: de totstandkoming van het Acquisitieplan 2014-2018 voor de verwerving van nietoverheidsarchieven, het nieuwe Inspectieplan 2014-2018, de ambtelijke voorbereiding van en de bestuurlijke besluitvorming over de aansluiting van Vianen, en de acquisitie van een viertal belangrijke collecties afbeeldingen en boeken. Specifiek voor Wijk bij Duurstede waren: voltooiing van de inventaris op het archief van het Gemeentebestuur Cothen 1948-2006, alsmede de activiteiten voor het boek De Wederopbloei van Wijk en voor de Open Monumentendag. In 2013 zijn verschillende doelgroepen in aanraking gekomen met cultuur. De gemeente heeft verschillende organisaties financieel ondersteund. Het programma Citymarketing is als bestuurlijke prioriteit vastgesteld. Handhaving van de huidige culturele voorzieningen. De bibliotheekvoorzieningen in de 3 kernen blijven gehandhaafd. In 2013 is gestart met de voorbereidingen van de verhuizing van de bibliotheekdependance in het dorpshuis in Langbroek naar de Oranjehof. Vaststelling en uitvoering van het gemeentelijke beleid.
Openstelling en uitbouwen van de functies van het RHC.
45
Wat gingen we er voor doen 1. Gemeente stelt subsidie beschikbaar. De gemeente Wijk bij Duurstede zorgt voor onderlinge verbanden en het stimuleren/implementeren van culturele initiatieven. 2. Het verkrijgen van een archeologische waardenbeleidskaart waarna een archeologische beleidskaart met archeologieverordening kan worden samengesteld; dit is op basis van de nieuwe Wet op de Archeologische Monumentenzorg (WAM).
Wat hebben we gedaan Inzetten van de cultuurcoach. Ter beschikking stellen van subsidies.
Toelichting op realisatie Door de inzet van de cultuurcoach en de activiteiten die zij ontplooit, is de cultuurparticipatie onder jongeren aanzienlijk vergroot. Daarnaast hebben we subsidie ter beschikking gesteld voor lokale initiatieven die betrekking hebben op cultuur.
Medio 2013 zijn de "Beleidsnota Uitvoering van het gemeentelijk beleid. Archeologie en Archeologische beleidskaart voor het grondgebied van de gemeente Wijk bij Duurstede" en de "Erfgoedverordening gemeente Wijk bij Duurstede 2012" vastgesteld en in werking getreden.
Prestatie indicator
Bron
3. De gemeente Wijk bij Duurstede ondersteunt minstens 20 culturele initiatieven/organisaties.
Uitgegeven subsidies en ondersteuning van de cultuurcoach.
Streefwaarde 2013 20
Realisatie 2013 20
Sport Nieuwbouw sporthal/turnhal Mariënhoeve In 2013 is veel tijd en energie gestoken in het realiseren van een solide fundament voor het zelfbeheer van de accommodaties op het sportpark Mariënhoeve. Dit wordt uitgevoerd door de Stichting Wijksport die als eerste aanspreekpunt fungeert voor alle gebruikers en verenigingen op het sportpark. Uiteindelijk heeft dit in 2013 geresulteerd in het opstellen van een gunningsleidraad en het beoordelen van verschillende ontwerpen voor een nieuwe sporthal/turnhal. Het plannen van de bouw en het beschikbaar stellen van het krediet zal verder worden uitgewerkt in 2014.
46
Subsidies In 2012 is het besluit genomen om de jeugdlidsubsidie met ingang van het jaar 2013 te halveren naar € 8 per jeugdlid. Daarnaast is de keuze gemaakt om een gedeelte van het bedrag voor incidentele initiatieven naar beneden bij te stellen. De kans is aanwezig dat vanaf het jaar 2013 de contributie bij de sportverenigingen zal stijgen. Bij deze bezuinigingen blijft het een aandachtspunt dat inwoners de (financiële) mogelijkheden houden om te kunnen blijven deelnemen aan sportactiviteiten. Investeringen sportaccommodaties In het jaar 2013 waren verschillende sportprojecten die doorliepen. Dit waren de bouw van de sporthal/turnhal en het vraagstuk omtrent het zwembad. Daarnaast is gekeken of er mogelijkheden zijn om het gymonderwijs in Cothen onder te brengen in sporthal de Rijnsloot. Alle projecten kenden stuk voor stuk een eigen dynamiek en een eigen planning, die afzonderlijk uitgewerkt zijn. De sporthal/turnhal is hierboven besproken. Met betrekking tot de toekomstige sluiting van het zwembad zijn spelregels en randvoorwaarden geformuleerd waar een initiatief aan moet voldoen. In samenwerking met Sportstichting Cothen is het bewegingsonderwijs van gymzaal de Kamp overgebracht naar sporthal de Rijnsloot en zijn de mogelijkheden uitgebreid. Daaropvolgend is de gymzaal in Cothen gesloopt. Wat wilden we bereiken 1. Het in stand houden van het sportaccommodaties waarbij de financiële positie van de gemeente in acht wordt genomen.
2. Het toegankelijk houden van sport/sportvoorzieningen voor iedere inwoner van de gemeente Wijk bij Duurstede, ondanks de verminderde inkomsten van de verenigingen door het verlagen van de subsidies. Wat gingen we er voor doen 1. Minimabeleid in stand houden.
2. Verenigingen waar nodig ondersteunen met informatie voor het verwerven van inkomsten.
Wat hebben we bereikt De accommodaties zijn in stand gehouden. De sporthal in Cothen is aangepast zodat de gebruikers van de gymzaal in Cothen daar gebruik van kunnen maken. In 2013 is dit gerealiseerd en is de gymzaal in Cothen gesloopt. Project van bouw nieuwe sporthal Mariënhoeve is gevorderd tot het indienen van offertes van verschillende aannemers. Sportvoorzieningen zijn toegankelijk gebleven.
Wat hebben we gedaan Er is niet bezuinigd op het minimabeleid. Kinderen hebben hier in 2013 ook gebruik van gemaakt. De combinatiefunctionaris heeft in samenspraak met de vrijwilligerscoördinator van de Stichting Binding bijeenkomsten
Toelichting op realisatie De uitvoering van deze regeling ligt bij de RDWI. Er is een stijging te zien in het aantal deelnemers. Diverse verenigingen hebben deelgenomen aan de georganiseerde activiteiten.
47
georganiseerd voor vrijwilligers. Verenigingen zijn de mogelijkheid geboden zich op te geven bij regionale workshops waarbij de gemeente een deel van de kosten betaald heeft. Prestatie indicator
Bron
Streefwaarde 2013
Aantal mensen, zowel jeugd als Cijfers die de verenigingen aanleveren als zij volwassenen, dat sport bij gesubsidieerde subsidie aanvragen (mocht de hele subsidie verenigingen in stand houden. verdwijnen, dan is deze bron niet meer van toepassing).
2.4
4.200
Realisatie 2013
Cijfers nog niet bekend
Onze gerealiseerde ombuigingen in één oogopslag
Voorgestelde ombuigingen Versoberen lopende projecten (nieuwe Hordenhal) Verkopen gebouwen en gronden Totaal
Streven 2013
Realisatie 2013
€ 10.000
€ 10.000
€ 1.255.000 €1.255.000
€ 904.000 € 914.000
Toelichting: De verkoop van Singel 11 heeft helaas niet meer plaats kunnen vinden in 2013 en is doorgeschoven naar 2014. Daarmee is de ombuiging verkopen gebouwen en gronden niet geheel gerealiseerd. In 2014 zal het restant bedrag alsnog gerealiseerd worden vanwege verkoop van Singel 11. 2.5
Reserves
Reservemutaties Onttrekking bestemmingsreserve Mariënhoeve; sloop clubgebouw postduivenvereniging Totaal toevoeging programma 2
Toevoeging Onttrekking
Totaal
€ 51.310 € 51.310
-€ 51.310 -€ 51.310
€0
48
2.6
Financiële recapitulatie
2. - Toerisme & vrije tijd Lasten
Rekening Begroting 2012 2013
Rekening 2013
Afwijking 2013
Toelichting
Sport Sport
1.108.342 1.094.163
1.185.562
91.399 Het saldo van baten en lasten op dit product bedraagt 74N Er zijn kosten gemaakt voor de bemiddeling tussen Stichting Wijksport en de verenigingen (39N). Er is een onderschrijding op de sportsubsidies (8V). Er is een overschrijding op het electraverbruik van gymzaal de Kamp (22N). Op de bijdrages voor het sportcomplex in Langbroek is minder uitgegeven (9V). Er zijn meer sportruimtes verhuurd (17V). Het saldo op de kapitaallasten bedraagt 2V. Het saldo op de doorbelaste uren bedraagt 50N. -813 Geen noemenswaardige verschillen -39.568 Het saldo van baten en lasten op dit product bedraagt 40V Minder incidentele en overige subsidies 7V. Het saldo op de doorbelaste uren bedraagt 33V. -69.908 Het saldo van baten en lasten op dit product bedraagt 48V In 2001 is er een baat genomen voor nog te ontvangen subsidie van Bouwfonds. Deze subsidie is niet ontvangen. Dit levert een nadeel op van 23N. Kleine verschillen 1N. Er is minder uitgegeven aan het onderzoek naar de verhuizing van het museum 14V. Het saldo op de doorbelaste uren bedraagt 57V. -39.229 Het saldo van baten en lasten op dit product bedraagt 39V Er zijn nog geen aanspraken gedaan op de vergoeding voor gemeentelijke monumenten. Dit bedrag blijft beschikbaar in het BR monumenten. 20V Het saldo op de doorbelaste uren bedraagt 39V. -32.027 Het saldo van baten en lasten op dit product bedraagt 25V Een verwachte inkomstenpost bij de kermis is uitgebleven (8N). Kleine verschillen 1N. Het saldo op de doorbelaste uren bedraagt 34V. -1.689 Het saldo van baten en lasten op dit product bedraagt 2V Het saldo op de doorbelaste uren bedraagt 2V. -60.242 De kosten als gevolg van vandalisme en schades zijn lager (3V). Lager doorbelaste uren (57V). 15.655 Het saldo van baten en lasten op dit product bedraagt 20N. Hogere doorbelasting van uren (16N) en lagere opbrengsten huur vanwege lagere servicekosten (die met de huur verrekend worden; 4N).
Cultuur Openbare bibliotheek Kunst & Cultuur
487.916 289.350
446.332 235.209
445.519 195.641
Museum
187.918
285.467
215.559
Monumentenzorg
164.085
181.813
142.584
Evenementen en volksfeesten
118.138
144.231
112.204
Recreatievoorzieningen
245.257
241.304
239.615
Speelvoorzieningen Archieven
129.767 159.882
177.100 142.771
116.858 158.426
2.890.654 2.948.390
2.811.968
Totaal lasten
-136.422
49
Baten
Rekening Begroting 2012 2013
Rekening 2013
Afwijking 2013
Toelichting
Sport 210.944
81.500
98.597
17.097 Zie toelichting lasten.
Openbare bibliotheek Kunst & Cultuur Museum Monumentenzorg Evenementen en volksfeesten Recreatievoorzieningen Speelvoorzieningen Archieven
90.319 21.600 58.562 24.264 46.322 3.903 0 130.437
92.010 26.207 68.205 24.821 46.800 4.413 0 135.773
92.010 26.207 45.883 24.822 39.970 4.692 0 131.735
0 0 -22.322 Zie toelichting lasten. 1 -6.830 Zie toelichting lasten. 279
Totaal baten
586.351
479.729
463.917
-15.812
Saldo programma -2.304.303 -2.468.661 -2.348.051 (De doorbelaste uren worden in programma 7 nader toegelicht.)
120.610
Sport
Cultuur
-4.038 Zie toelichting lasten.
50
Programma 3
Ondernemen, werk en sociale zekerheid
3.1 Inleiding Er is binnen dit programma veel in beweging. Zowel vanuit het kabinetsbeleid als vanuit de economische ontwikkeling en de effecten daarvan op de arbeidsmarkt en sociale zekerheid in onze gemeente. 3.2 Hoofdlijnen per programma Participatiewet (voorheen Wet Werken naar Vermogen) (1) De Wet Werken naar Vermogen is in 2012 door de val van het kabinet controversieel verklaard. In 2013 is het sociaal akkoord gesloten en heeft de Participatiewet verder vorm gekregen. In december 2013 is de wettekst aan de Tweede Kamer aangeboden. Er komt één regeling voor de ‘onderkant van de arbeidsmarkt’: Participatiewet. De wet treedt vermoedelijk op 1 januari 2015 in werking. Met deze wet worden de Wet Werk en Bijstand (WWB) en de Wet sociale werkvoorziening (WSW) samengevoegd. De uitvoering van de Participatiewet komt te liggen bij de Regionale Sociale Dienst (RSD) die onderdeel uitmaakt van de gemeenschappelijke regeling Regionale Dienst Werk en Inkomen (GR RDWI). In GR-verband is een begin gemaakt met het opstellen van regionale kaders. Het streven is om besluitvorming van de kaders op gemeenteniveau voor 1 juli 2014 te laten plaatsvinden. GR RDWI (2) Sinds januari 2013 is er één gemeenschappelijke regeling voor de uitvoering van de Wet Werk en Bijstand en de Wet Sociale Werkvoorziening, de Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Werk en Inkomen (GR RDWI). Wet werk en bijstand (WWB) (3) De WWB wordt uitgevoerd door de Regionale Sociale Dienst. De RSD heeft zich met name ingezet om de instroom in de uitkering te beperken en de uitstroom te bevorderen. Wet sociale werkvoorziening (WSW) (4) Biga Groep bv is de uitvoerder van de WSW. Het contract met Biga loopt tot 31-12-2014. Met de op handen zijnde wetswijzigingen heeft de GR RDWI met Biga een begin gemaakt met het ontwikkelen uitvoeringsarrangementen waarin een nauwere samenwerking tussen Biga en de RSD wordt beoogd. Wet participatiebudget (5) Met de Wet participatiebudget ontving de gemeente budgetten voor re-integratie en educatie. Voor inburgering is geen budget meer ontvangen. Inburgeraars zijn met ingang van 2013 zelf verantwoordelijk voor hun inburgering. Zij kunnen gebruik maken van het sociaal leenstelsel.
51
Minimabeleid, Bijzondere Bijstand en Schuldhulpverlening (6) Het gemeentelijk minimabeleid, bijzondere bijstand en schuldhulpverlening worden door de RSD uitgevoerd. De laatste jaren is een toename te zien in het gebruik van deze regelingen waardoor ook de kosten zijn gestegen. Wijkse Werkplaats (7) Het project de Wijkse Werkplaats is een initiatief dat aansluit op de behoefte aan een lokaal verzamelpunt waar instanties en werkgevers samenwerken om vraag naar en aanbod van medewerkers samen te laten komen en van waaruit medewerkers begeleid worden. De vraag van de werkgever staat centraal. De doelgroep bestaat uit mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt: mensen met een bijstandsuitkering of indicatie sociale werkvoorziening en met de komst van de Participatiewet in 2015 (deels) de Wajong. De lokale aanpak om deze mensen naar werk toe te leiden loopt vooruit op de komst van de Participatiewet. Economie (8) Sinds het laatste kwartaal van 2013 is Nederland officieel uit de recessie. De Nederlandse economie groeide in dat kwartaal met 0,1 procent. Het herstel is echter nog marginaal: de export is wel gestegen, maar de daling van de consumptie van huishoudens houdt aan en ook de werkloosheid stijgt nog steeds. Formeel is Nederland uit de recessie, maar van echt economisch herstel is zeker nog geen sprake. Daarvoor staan nog te veel seinen op rood. Het is moeilijk om als gemeente invloed uit te oefenen op de grote macro-economische ontwikkelingen. Het college probeert op de schaal van Wijk bij Duurstede ondernemers te faciliteren door vanuit de gemeentelijke rol lokale aannemers een goede positie te geven binnen onze woningbouwprojecten. Bijvoorbeeld door hen uit te nodigen zich te presenteren aan de inwoners die deelnemen aan (collectief) particulier opdrachtgeverschap (invulling van vrije bouwkavels). Ook het mogelijk nader vorm te geven initiatief met betrekking tot een Wijkse Werkplaats past binnen dit streven. Het Economisch Actie Programma (EAP) is samen met de ondernemerskring opgesteld om de lokale economie te ondersteunen. Veel van de opgenomen maatregelen zijn afgerond. Sommige onderdelen bleken ook op andere wijze gefinancierd te kunnen worden. 3.3
Beleidsinhoudelijke resultaten
Participatiewet (voorheen Wet Werken naar Vermogen) (1) Wat wilden we bereiken Vaststellen van regionaal en lokaal beleid in aansluiting op het Meerjarenbeleidkader sociale- en economische participatie 2011-2014. Een ‘aanvullend strategisch kader’ is opgesteld. Uitgangspunt is dat wie (gedeeltelijk) kan werken, ook gaat werken. Iedereen ‘werkt naar vermogen’.
Wat hebben we bereikt De Wet Werken naar Vermogen is in 2012 door de val van het kabinet controversieel verklaard. In 2013 is het sociaal akkoord gesloten en heeft de Participatiewet verder vorm gekregen.
52
Wat gingen we er voor doen 1. Het ‘aanvullend strategisch kader’ wordt aangepast aan de huidige situatie.
Wat hebben we gedaan In november 2013 is een begin gemaakt met het opstellen van een regionaal beleidskader.
Toelichting op realisatie Door landelijke ontwikkelingen is de regionale kaderstelling stil komen te liggen. Besluitvorming over de kaders vindt, naar verwachting, plaats voor 1 juli 2014.
GR RDWI -gemeenschappelijke regeling Regionale Dienst Werk en Inkomen (2) Wat wilden we bereiken Wat hebben we bereikt 1. De nieuwe Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst - de GR RDWI is een feit Werk en Inkomen (GR RDWI), waarmee de GR RSD en de GR - de raad heeft een kaderstellende rol SWZ worden samengevoegd, is op 1 januari 2013 een feit. 2. De raad wordt in de gelegenheid gesteld om haar kaderstellende en controlerende rol vorm te geven en wordt betrokken door de vertegenwoordigende collegeleden. Wat gingen we er voor doen 1. De P&C cyclus van de GR RDWI wordt gemonitord door het college en de raad. Hiervoor worden zo nodig separate overleggen georganiseerd.
Wat hebben we gedaan Er zijn geen separate overleggen georganiseerd. Wel heeft de Rekenkamercommissie een onderzoek gedaan naar de effectiviteit van re-integratie door de RSD.
Toelichting op realisatie De conclusies en aanbevelingen in het rapport worden nader uitgewerkt in 2014.
Wet werk en bijstand (WWB) (3) De WWB wordt uitgevoerd door de Regionale Sociale Dienst. De RSD heeft zich met name ingezet om de instroom in de uitkering te beperken en de uitstroom te bevorderen. Door de economische situatie is het cliëntenbestand in regionaal verband met ca. 15% gestegen. Het tekort op het I-deel is gestegen, echter door de toekenning van de incidentele en aanvullende uitkering (IAU en MAU) voor gemeenten De Bilt en Utrechtse Heuvelrug is het tekort omgezet in een overschot.
53
Wat wilden we bereiken Wat hebben we bereikt 1. Het terugdringen van het tekort op het I-deel door de instroom in het Door de economische situatie is het cliëntenbestand van de RSD cliëntenbestand te verminderen en de uitstroom te vergroten. gestegen. Het tekort op het I-deel is gestegen, echter door de toekenning van de incidentele en aanvullende uitkering (IAU en MAU) voor gemeenten De Bilt en Utrechtse Heuvelrug is het tekort omgezet in een overschot. Wat gingen we er voor doen 1. De RSD geeft uitvoering aan het Jaarplan. Het belangrijkste doel is instroom in het cliëntenbestand te beperken en uitstroom te vergroten. Door maandelijkse monitoring wordt het effect van het Jaarplan beoordeeld en zo nodig tussentijds bijgesteld.
Wat hebben we gedaan Door middel van handhaving en reintegratie de instroom beperken en de uitstroom bevorderen. Desondanks is het cliëntenbestand van de RSD gestegen.
Toelichting op realisatie Landelijk is het werkloosheidspercentage gestegen. Zo is het ook het geval in onze regio.
Wet sociale werkvoorziening (WSW) (4) Biga Groep bv is de uitvoerder van de WSW. Het contract met Biga loopt tot 31-12-2014. Met de op handen zijnde wetswijzigingen heeft de GR RDWI met Biga een begin gemaakt met het ontwikkelen uitvoeringsarrangementen waarin een nauwere samenwerking tussen Biga en de RSD wordt beoogd. Wat wilden we bereiken Het ontwikkelen van uitvoeringsarrangementen RSD en Biga vooruitlopend op de komst van de Participatiewet en het aflopen van het contract met Biga per 1-12-2014. Dit is een taak van de gemeenschappelijke regeling RDWI. Wat gingen we er voor doen Een werkgroep vanuit de GR RDWI heeft een begin gemaakt met het ontwikkelen van dagarrangementen.
Wat hebben we gedaan --
Wat hebben we bereikt De GR RDWI heeft een begin gemaakt met het ontwikkelen van uitvoeringsarrangementen. Besluitvorming vindt plaats in 2014.
Toelichting op realisatie --
54
Wet participatiebudget (5) Met de Wet participatiebudget ontving de gemeente budgetten voor re-integratie en educatie. Voor inburgering is geen budget meer ontvangen. Inburgeraars zijn met ingang van 2013 zelf verantwoordelijk voor hun inburgering. Zij kunnen gebruik maken van het sociaal leenstelsel. De budgetten voor re-integratie en educatie nemen af. Wat wilden we bereiken De beschikbare middelen voor re-integratie en educatie worden zo doeltreffend mogelijk ingezet, zodat mensen stijgen op de participatieladder met als maximaal doel economische zelfredzaamheid. Wat gingen we er voor doen 1. In het Jaarplan van de RSD wordt opgenomen hoe de beschikbare middelen worden ingezet en wat de effecten hiervan zijn. Uitgangspunt hiervoor is de plaats van waar men staat op de participatieladder en de groeipotentie om treden te stijgen op de participatieladder. Afhankelijk hiervan worden de middelen ingezet.
Wat hebben we bereikt De middelen zijn doeltreffend ingezet om uitstroom uit de uitkering te bevorderen.
Wat hebben we gedaan De middelen zijn ingezet voor de mensen met groeipotentie op de participatieladder naar treden 5 of 6.
Toelichting op realisatie Dit heeft geresulteerd in uitstroom uit de uitkering.
Minimabeleid, bijzondere bijstand en schuldhulpverlening (6) Het gemeentelijk minimabeleid, bijzondere bijstand en schuldhulpverlening worden door de RSD uitgevoerd. De laatste jaren is een toename te zien in het gebruik van deze regelingen waardoor ook de kosten zijn gestegen. Het gebruik van schuldhulpverlening is nog verder toegenomen. In 2013 is verder onderzocht of schuldhulpverlening op een andere manier (met andere partijen/organisaties) uitgevoerd kan worden met als doel om efficiency te verhogen en de kosten te beperken. Dit heeft geresulteerd in een nieuwe werkwijze van Bureau Schuldregeling die ingaat in 2014. Wat wilden we bereiken De efficiency van de uitvoering van schuldhulpverlening verhogen en de kosten beperken.
Wat hebben we bereikt De RSD heeft de uitvoering van schuldhulpverlening geoptimaliseerd. Lokale ketenpartners krijgen een grotere rol in het traject van schuldhulpverlening voor de Wijkse inwoners. 55
Wat gingen we er voor doen De uitvoering schuldhulpverlening wordt geëvalueerd.
Wat hebben we gedaan De evaluatie is uitgevoerd.
Toelichting op realisatie Het resultaat is een andere werkwijze van de uitvoering waarin lokale ketenpartners een grotere rol krijgen.
Wijkse Werkplaats (7) Het project de Wijkse Werkplaats is een initiatief dat aansluit op de behoefte aan een lokaal verzamelpunt waar instanties en werkgevers samenwerken om vraag naar en aanbod van medewerkers samen te laten komen en van waaruit medewerkers begeleid worden. De vraag van de werkgever staat centraal. De doelgroep bestaat uit mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt: mensen met een bijstandsuitkering of indicatie sociale werkvoorziening en met de komst van de Participatiewet in 2015 (deels) de Wajong. De lokale aanpak om deze mensen naar werk toe te leiden loopt vooruit op de komst van de Participatiewet. Wat wilden we bereiken De Wijkse Werkplaats wordt ontwikkeld om als vehikel te dienen om iedereen ‘naar vermogen’ te kunnen laten werken/ participeren. Wat gingen we er voor doen In overleg met ondernemers, zorg- en welzijnsinstellingen, RSD en Biga de Wijkse Werkplaats en de werkwijze verder vorm geven.
Wat hebben we bereikt De Wijkse Werkplaats is een feit.
Wat hebben we gedaan De Wijkse Werkplaats is doorontwikkeld.
Toelichting op realisatie - Lokale re-integratieprojecten zijn uitgevoerd - De website www.wijksewerkplaats.nl is gerealiseerd - Een werkplek voor het ‘loket Wijkse Werkplaats’ op het industrieterrein is gerealiseerd
Economie Economisch Actie Programma (EAP) (8) Het Economisch Actie Programma is een beleidsprogramma met als doelstelling behoud en versterking van de lokale economie. Ter realisatie van deze doelstelling bestaat het Economisch Actie Programma uit 8 programmalijnen. Deze programmalijnen worden door middel van 7 (geprioriteerde) acties gerealiseerd. Voor deze acties heeft de gemeenteraad budget vrijgemaakt. Naast de acties waarvoor budget vrij is gemaakt bestaat het EAP uit een Groslijst waarin acties zijn opgenomen die uitgevoerd worden als de gebudgetteerde acties zijn voltooid. De 7 acties zijn in samenspraak met ondernemersverenigingen door het college en de gemeenteraad vastgesteld. Van de 7 acties zijn de volgende acties uitgevoerd: • Versnellen uitgifte vrije kavels; • Project Frisse Scholen (middels ander budget); 56
• • •
Onderzoek Biomassa centrale; Bijdrage aan de camerabeveiliging Broekweg in het kader van versterken ondernemerschap; Citymarketing;
Wat wilden we bereiken 1. Behoud en bevordering van een gezond economisch klimaat.
2. Betere samenwerking tussen gemeente en bedrijfsleven.
Wat hebben we bereikt • De nieuwe Structuurvisie Detailhandel is op 8 oktober 2013 vastgesteld; • Aanzet gegeven voor een sterkere samenwerking tussen belangenvertegenwoordigers en gemeente; • Deelgenomen aan projecten ter versterking van de lokale arbeidsmarkt. • Meerdere malen per jaar overleg met de belangenvertegenwoordigers van het Wijkse bedrijfsleven; • Het college heeft in 2013 viermaal het lokale bedrijfsleven bezocht; • Partneroverleg Citymarketing is opgestart; • Overleg gemeente, OKW en Stichting Parkbeheer Bedrijventerreinen Wijk bij Duurstede is opgestart.
Wat gingen we er voor doen Verdere uitvoering geven aan het EAP. Haalbaarheidsonderzoek Van Dijk’s Koel- en Vrieshuis.
Wat hebben we gedaan Er is een stedenbouwkundige schets opgesteld t.b.v. de herstructurering van Van Dijk’s Koel- en Vrieshuis.
Toelichting op realisatie De gemeente en eigenaren van het bedrijventerrein Van Dijk’s Koel- en Vrieshuis hebben samen opdracht gegeven voor het maken van een stedenbouwkundige schets ten behoeve van de herstructurering. Deze is eind 2013 opgeleverd en geeft een beeld van hoe de toekomstige situatie eruit zou kunnen zien. Door de provincie Utrecht is subsidie toegekend voor het maken van deze stedenbouwkundige schets.
Citymarketing.
Er is een programmamanager
•
Vanaf 1 juli 2013 is het programmamanagement voor 57
Citymarketing aangesteld.
Bijdrage aan project Wijkse Werkplaats
Er is een financiële bijdrage verstrekt aan de Wijkse Werkplaats maar ook met menskracht wordt de Wijkse Werkplaats ondersteund.
Uitvoeren Regioconvenant De samenwerking met bedrijventerreinen Zuid Oost Utrecht. regiogemeenten voortzetten om bedrijventerreinen te ontwikkelen met als kader het Regioconvenant bedrijventerreinen. Uitvoeren Nota Marktbeleid. Een onderzoek is gestart naar de verzelfstandiging van de markt.
Ontwikkelen bedrijventerrein Broekweg Noord.
De financiële haalbaarheid van de ontwikkeling van Broekweg Noord is nader onderzocht.
citymarketing gestart. Voor 1 juli 2013 zijn acties Citymarketing vanuit het EAP uitgevoerd; • Qua interne organisatie is eind 2013 een programma start up gehouden voor alle interne disciplines die raken aan citymarketing, te weten: parkeer en verkeer, dienstverlening, recreatie, toerisme en evenementen, horeca en detailhandel. Er is een meedenkgroep opgericht die bestaat uit gemeente, WGSP en ondernemers. Projecten van de Wijkse Werkplaats worden voorgelegd aan ondernemers en ondernemers hebben de mogelijkheid eigen ideeën in te brengen om de lokale arbeidsmarkt te versterken. Conform het Regioconvenant wordt er een aantal malen per jaar overlegd met de regiogemeenten om de actiepunten uit het regioconvenant uit te voeren. Afgelopen jaar is overleg gevoerd over de verhouding te herstructureren bedrijventerreinen - nieuw te ontwikkelen terreinen. Dit proces is nog niet afgerond. Het college heeft besloten om een onderzoek te starten naar de mogelijkheid om de Wijkse markt te verzelfstandigen. De opdracht voor dit onderzoek is gegeven aan I&O Research. I&O Research werkt samen met de branchevereniging Detailhandel en Ambulante Handel en heeft meerdere verzelfstandigingtrajecten begeleid. De gemeente is partner in het proces. Om te onderzoeken of de ontwikkeling van Broekweg Noord financieel haalbaar is, zijn gesprekken gestart met de eigenaren die nu (een gedeelte van) de gronden van dit toekomstig terrein in bezit hebben. Het verkrijgen van een reëel beeld van de aankoopprijs van de grond en het verder verfijnen van de kosten voor de aanleg van de noodzakelijke civieltechnische infrastructuur waren nodig om de financiële haalbaarheid van Broekweg Noord te kunnen beoordelen. Om te onderzoeken of de ontwikkeling van Broekweg Noord financieel haalbaar is, zijn in 2013 gesprekken gestart met de eigenaren die nu (een gedeelte van) de gronden van dit toekomstig terrein in bezit hebben. Het 58
verkrijgen van een reëel beeld van de aankoopprijs van de grond en het verder verfijnen van de kosten voor de aanleg van de noodzakelijke civieltechnische infrastructuur waren nodig om de financiële haalbaarheid van Broekweg Noord te kunnen beoordelen. Investeren in de belangenvertegenwoordigers.
Prestatie indicator
Evaluatie van de uitgevoerde acties. Minimaal 1x per kwartaal overleg met belangenvertegenwoordigers
Minimaal 2 nieuwe acties worden uitgevoerd: - versterking lokaal ondernemerschap - citymarketing;
Er is meerdere malen overleg gevoerd met de belangenvertegenwoordigers van het Wijkse bedrijfsleven.
Bron
Streefwaarde 2013
-
Realisatie 2013
-
Minimaal 4 maal per jaar overleg.
Er zijn meerdere overleggen gevoerd in 2013 met de belangenvertegenwoordigers over wisselende onderwerpen. Tevens is het college vier keer in 2013 met de Ondernemerskring Wijk bij Duurstede op bedrijvenbezoek geweest. In 2013 zijn de EAP Het programma Citymarketing is per 1 juli 2013 gestart. In acties Citymarketing dat kader worden diverse acties ondernomen gericht op de en Haalbaarheidseconomische versterking van de binnenstad. In 2013 is met onderzoek Van Dijk’s name gewerkt aan het creëren van draagvlak en Koel- en Vrieshuis samenwerking met winkeliers/ondernemers(verenigingen) in afgerond. de binnenstad. Dit is een langdurig proces. Het programma citymarketing loopt af in 2017. Ten behoeve van de herstructurering van Van Dijk’s Koel- en Vrieshuis is een stedenbouwkundige schets opgesteld in cofinanciering met de eigenaren van het terrein. Door de provincie is in dat kader een subsidie toegekend.
59
Structuurvisie Detailhandel (9) Door de inzet van een mediator is begin 2013 het overleg tussen gemeente en winkeliers/ondernemers uit de binnenstad en de twee buurtwinkelcentra over de Structuurvisie Detailhandel hervat. Ook zijn duidelijke spelregels afgesproken over afvaardiging en omgangsregels. Daardoor was het mogelijk om overeenstemming te bereiken over een nieuwe Structuurvisie Detailhandel. Door het formuleren van een duidelijke visie op de detailhandel en door de start van het programma Citymarketing biedt de gemeente een toekomstperspectief voor alle winkelcentra in onze gemeente. Internetwinkelen en de aanhoudende economische crisis maken het voor ondernemers niet makkelijk om het hoofd boven water te houden. De structuurvisie detailhandel bevat een duidelijk wensbeeld wat betreft het aantal supermarkten in Wijk bij Duurstede: van 5 naar 4. Idealiter wordt daarbij het volume van de supermarkt in de Hoogstraat herverdeeld over de buurtwinkelcentra De Horden en De Heul. Dit maakt groei van de daar gevestigde supermarkten mogelijk. De vernieuwing van de supermarkt en Welkoop op het AgruniekRijnvalleiterrein is een planologisch verworven recht en daardoor voor de gemeente een gegeven. Wat wilden we bereiken 1. Een nieuwe detailhandelsvisie waarin een duidelijk beeld wordt gegeven van de invloed van de ontwikkelingen in Wijk bij Duurstede op de bestaande winkelstructuur. 2. Een aantrekkelijk en sterk winkelbestand, afgestemd op recente ontwikkelingen. Een sterk winkelbestand betekent onder andere voldoende winkelaanbod in meerdere segmenten en een laag percentage aan leegstaand winkeloppervlak
Wat gingen we er voor doen Een detailhandelsvisie vaststellen.
Wat hebben we bereikt Vaststelling van de Structuurvisie Detailhandel d.d. 8 oktober 2013.
Vaststelling van de Structuurvisie Detailhandel d.d. 8 oktober 2013. Gestart met Programma Citymanagement. Vaststelling van de Structuurvisie Detailhandel d.d. 8 oktober 2013. Gestart met Programma Citymanagement.
Wat hebben we gedaan De gemeenteraad heeft op 8 oktober 2013 de Structuurvisie Detailhandel vastgesteld. Uitvoering geven aan de adviezen en In het najaar van 2013 is een acties uit de detailhandelsvisie om het onderzoek gestart naar het winkelbestand sterk te houden en te toekomstbestendig maken van de versterken. warenmarkt. De andere acties worden in 2014 uitgevoerd.
Toelichting op realisatie In overleg met winkeliers/ondernemers is een nieuwe Structuurvisie Detailhandel opgesteld. De Structuurvisie Detailhandel bevat een actiepuntenplan voor de binnenstad. Deze acties raken ook aan citymarketing en worden in dat verband in 2014 opgepakt.
60
Prestatie indicator
Bron
Streefwaarde 2013
Realisatie 2013
De afgeronde detailhandelsvisie. Vermindering leegstand winkels.
Gemeente
Voorjaar 2013
8 Oktober 2013
Detailhandelsvisie
Vanaf 2013
In 2013 is in samenwerking met de ondernemersvereniging uit de binnenstad gestart met een inventarisatie.
Bedrijventerreinen De bedrijventerreinen Broekweg en Langshaven zijn klaar voor de toekomst. In 2012 is de revitalisering van Broekweg voltooid en Langshaven is woonrijp gemaakt. De openbare ruimte is daarmee op een hoog ambitieniveau gerealiseerd. Daarnaast kunnen de ondernemers gebruik maken van een glasvezelnetwerk en participeren in een collectief (camera-)beveiligingssysteem. Met de actualisatie van het bestemmingsplan in 2011 zijn ook de gebruiksmogelijkheden vergroot. Nu deze inhaalslag is gemaakt is het zaak de behaalde kwaliteit vast te houden in de beheerfase. De gemeente werkt daarvoor nauw samen met de Stichting Parkbeheer Bedrijventerreinen Wijk bij Duurstede. Doel is met de beide bedrijventerreinen een substantiële bijdrage te leveren aan het behoud en de ontwikkeling van de lokale economie en werkgelegenheid. Broekweg Noord is opgenomen als toekomstig bedrijventerrein in de Structuurvisie Wijk bij Duurstede 2020 onder de titel “Uitbreiding en revitalisering bedrijventerrein”. In totaal gaat het om een terrein van 8,4 ha. Uitbreiding van bedrijventerreinen is op last van de rijks- en provinciale overheid beperkt. Nieuwe bedrijventerreinen worden pas toegestaan wanneer bestaande bedrijventerreinen worden geherstructureerd. Dit om leegstand van bedrijventerreinen en verrommeling van het landschap tegen te gaan. Op basis van provinciaal beleid (Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie) mag de gemeente nu 4,2 ha. op Broekweg Noord uitbreiden onder voorwaarde dat een bestaand bedrijventerrein wordt geherstructureerd. Dit is ook als zodanig vastgelegd in het regioconvenant Bedrijventerreinen. De gemeente kiest ervoor om Van Dijk’s Koel- en Vrieshuis te herstructureren. In het voorjaar van 2012 is gestart met het voeren van gesprekken met de eigenaren van de locatie en bebouwing op Van Dijk’s Koel- en Vrieshuis. De Ontwikkelingsmaatschappij Utrecht (dochter van de provincie Utrecht) geeft ondersteuning in de zin van advies. In 2012 is een ambtelijke werkgroep gestart met het verkennen van de mogelijkheden van ontwikkeling van Broekweg Noord in financiële, ruimtelijke en stedenbouwkundige zin. In het najaar van 2012 zijn de resultaten ter besluitvorming voorgelegd aan het college. Om te onderzoeken of de ontwikkeling van Broekweg Noord financieel haalbaar is, zijn in 2013 gesprekken gestart met de eigenaren die nu (een gedeelte van) de gronden van dit toekomstig terrein in bezit hebben. Het verkrijgen van een reëel beeld van de aankoopprijs van de grond en het verder verfijnen van de kosten voor de aanleg van de noodzakelijke civieltechnische infrastructuur waren nodig om de financiële haalbaarheid van Broekweg Noord te kunnen beoordelen. 61
Wat wilden we bereiken 1. Realisatie van een goed ondernemersklimaat voor huisvesting van bedrijven op de bedrijventerreinen.
2. Behoud en waar mogelijk uitbreiden van het aantal arbeidsplaatsen op de bedrijventerreinen. Wat gingen we er voor doen Beheer van de bedrijventerreinen in samenwerking met Stichting Parkbeheer Bedrijventerreinen Wijk Bij Duurstede(SPBW).
Wat hebben we bereikt In het licht van de recessie is Wijk bij Duurstede een goede omgeving voor bedrijfsvestiging. Het aantal faillissementen en gedwongen bedrijfsbeëindigingen is, in relatie tot andere delen van Nederland, laag. Het aantal arbeidsplaatsen in Wijk bij Duurstede is al meerdere jaren op een gelijk nivo met kleine schommelingen.
Wat hebben we gedaan Overleg met de SPBW met als doel overdracht van het beheer van het openbaar groen van de bedrijventerreinen aan de SPBW.
Gronduitgifte van de laatste kavels op In 2013 zijn meerdere bedrijventerrein Langshaven. verkoopgesprekken gevoerd met potentiële kopers. Een van deze gesprekken heeft geleid tot een concept koopovereenkomst welke in 2014 definitief wordt. Verkenning ontwikkeling Onderzoek naar financiële bedrijventerrein Broekweg Noord in haalbaarheid ontwikkeling combinatie met herstructurering Van Broekweg Noord. Dijk’s Koel- en Vrieshuis.
Toelichting op realisatie Het openbaar groen op de bedrijventerrein wordt gedurende de revitalisering door de gemeente verzorgd. Het doel is om dit beheer over te dragen aan de SPBW. Hiervoor dient de SPBW een vorm van structurele financiering te realiseren. Hiervoor zijn de gesprekken in 2013 opgestart.
Om te onderzoeken of de ontwikkeling van Broekweg Noord financieel haalbaar is, zijn in 2013 gesprekken gestart met de eigenaren die nu (een gedeelte van) de gronden van dit toekomstig terrein in bezit hebben. Het verkrijgen van een reëel beeld van de aankoopprijs van de grond en het verder verfijnen van de kosten voor de aanleg van de noodzakelijke civieltechnische infrastructuur waren nodig om de financiële haalbaarheid van Broekweg Noord te kunnen beoordelen.
62
Prestatie indicator
Bron
Staat van onderhoud
Terreinschouw
Jaarlijks vindt er een terreinschouw plaats van bedrijventerrein Broekweg. Dit zal ook in 2013 e.v. uitgevoerd worden.
Uitgifte kavels
Grondexploitatie
Aantal arbeidsplaatsen
Provinciaal Arbeidsplaatsen Register (PAR)
In 2013 is een akkoord bereikt met een ondernemer op Langshaven om een kavel van 2.300 m² af te nemen. Hierdoor resteert er nog 9.900 m² (3 kavels) aan uit te geven bedrijfsgrond op Langshaven. De verkoop zal in 2014 definitief worden gemaakt. Door de resterende bedrijfsgrond te verkopen zal het aantal arbeidsplaatsen stijgen. Er dient wel rekening gehouden te worden met de huidige economische situatie waarin eerder arbeidsplaatsen verloren gaan dan dat er arbeidsplaatsen bijkomen. In het verkoopbeleid van bedrijfsgrond is de wens uitgesproken dat er per verkochte ha. grond 14 arbeidsplaatsen gecreëerd moeten worden. Er is nog 14.000 m² bedrijfsgrond uit te geven waardoor er ca. 20 arbeidsplaatsen zijn te realiseren. Naast deze uitgifte van bedrijfsgrond is het niet te voorspellen hoe de economie en daarmee de arbeidsmarkt zich ontwikkelt.
3.4
Streefwaarde 2013
Realisatie 2013
In maart 2013 heeft de laatste schouw plaatsgehad. In principe is er een perceel van 2.300 m² verkocht.
N.v.t.
Onze gerealiseerde ombuigingen in één oogopslag
Voorgestelde ombuigingen RSD eigen bijdrage schuldhulpverlening Totaal
Streven 2013 € 7.000 € 7.000
Realisatie 2013 € 7.000 € 7.000
Toelichting op de ombuigingen Vanaf 2014 is de eigen bijdrage schuldhulpverlening niet meer mogelijk.
63
3.5 Reserves Reservemutaties Onttrekking bestemmingsreserve Streekfonds Economisch Actie Plan Inburgering nieuwkomers Totaal toevoeging programma 3
Toevoeging Onttrekking
Totaal
€ 1.750 € 26.392 € 36.435 € 64.577
-€ 1.750 -€ 26.392 -€ 36.435 -€ 64.577
€0
64
3.6
Financiële recapitulatie
3. - Ondernemen, werk, sociale zekerheid Lasten
Rekening Begroting 2012 2013
Rekening Afwijking 2013 2013
Beheer Gemeentelijke eigendommen
96.219
112.957
103.474
-9.483
Markten
38.361
37.820
28.115
-9.705
204.326
164.543
139.744
-24.799
Economische ontwikkeling
Nutsbedrijven Plattelandsontwikkelingen Inkomen
3.731 25.786 3.520.162
3.657 22.796 3.552.923
3.658 25.300 4.078.143
1 2.504 525.220
Minima en armoedebeleid
436.624
456.370
429.350
-27.020
Wet participatiebudget
505.150
396.858
458.724
61.866
Werkgelegenheid Grondexploitatie bedrijven
1.900.929 826.015
1.677.977 441.353
1.721.929 273.448
43.952 -167.905
Totaal lasten
7.557.304
6.867.254
7.261.885
394.631
De kosten voor het realiseren van verkoop gemeentelijke eigendommen zijn lager dan begroot (20V). Aangezien het verkoopproces nog niet is afgerond zal een deel van de kosten in 2014 verwerkt worden. Hogere doorbelaste uren (11N). Er was geen inhuur noodzakelijk voor marktbeheer (6V). De electriciteitsverbruik en de tarieven zijn gestegen (3N). Lagere doorbelaste uren (6V). Een deel van de geraamde kosten vanuit het EAP is doorgeschoven naar volgend jaar (13 V). Kosten worden gedekt uit de reserve. I.v.m. lagere kosten is ook de onttrekking aan de reserve lager geweest. Uren 11V. Geen bijzonderheden. Meer doorbelaste uren (3N). Het saldo van baten en lasten op dit product bedraagt 32V. Er zijn een eindafrekeningen en crediteringen ontvangen voor afgeronde projecten (20V). Op het project wijkse werkplaats is nog een bedrag over (9V). Door nieuwe wetgeving is er voor 3 jaar een voordeel op de BBZ omdat de eigen bijdrage vervalt (23V). Het saldo op de doorbelaste uren bedraagt 20N. Het saldo van baten en lasten op dit product bedraagt 25V In tegenstelling tot de regionale trend zijn de kosten voor de bijzondere bijstand voor de gemeente dit jaar lager dan begroot (18V). Daarnaast zijn de kosten voor het lokale loket lager (7V). Het saldo van baten en lasten op dit product bedraagt 54V Er is een voordeel van 77V door het terugontvangen van teveel betaalde BTW over 2008-2012. Een post terug te betalen bijdrages reintegratie is overgebracht naar de RDWI (12N). Er is een overschrijding op de uitvoeringskosten inburgering (31N) doordat er nog wel trajecten lopen terwijl de bijdrages van het rijk al teruglopen. Kleine verschillen 5V. Het saldo op de doorbelaste uren bedraagt 15V. Het saldo van baten en lasten op dit product bedraagt 0,5 N (geen noemenswaardige verschil). Het saldo van baten en lasten op dit product bedraagt 140V. Dit is de winstneming op bedrijventerrein Langshaven/Broekweg. Het saldo wordt gestort in de reserve grondbeleid.
65
3. - Ondernemen, werk, sociale zekerheid Rekening Begroting Baten 2012 2013
Rekening Afwijking 2013 2013
Beheer 7.633
10.944
912.015
901.071
Markten Economische ontwikkeling Nutsbedrijven Plattelandsontwikkelingen Inkomen Minima en armoedebeleid Wet participatiebudget Werkgelegenheid Grondexploitatie bedrijven
4.049 60.237 0 0 2.558.385 0 348.240 1.787.858 1.687.054
17.348 8.500 0 0 2.446.085 0 273.404 1.677.977 441.353
18.786 10.473 0 0 3.002.978 0 389.517 1.721.348 413.624
1.438 1.973 0 0 556.893 0 116.113 43.371 -27.729
Totaal baten
6.453.456
4.875.611
6.468.741
1.593.130
-1.103.848 -1.991.643
-793.145
1.198.498
Gemeentelijke eigendommen
Saldo programma
De verantwoording van de verkoop gemeentelijke eigendommen zijn functioneel verwerkt. De taakstelling staat in programma 7 vermeld. De taakstelling voor verkoop van gemeentelijke eigendommen bedraagt 1.255K. Daarvan is daadwerkelijk 904K gerealiseerd. Het tekort in 2013 bedraagt € 350K. De Singel 11 wordt in 2014 verkocht. Geen bijzonderheden. Geen bijzonderheden.
Zie toelichting bij lasten. Zie toelichting bij lasten. Zie toelichting bij lasten. Zie toelichting bij lasten.
(De doorbelaste uren worden in programma 7 nader toegelicht.)
66
Programma 4
Veiligheid
4.1 Inleiding Wijk bij Duurstede is een relatief veilige gemeente, zo blijkt uit de politiecijfers. Wijk bij Duurstede behoort tot de 10% veiligste gemeenten van Nederland. Vrijwel voor alle delicten geldt dat de gemeente Wijk bij Duurstede lager scoort dan het landelijke en regionale gemiddelde. De doelstelling is dan ook dat de veiligheid ten minste op het huidige niveau gehandhaafd blijft. Het is de missie van de gemeente en haar partners een veiligheidsbeleid tot uitvoering te brengen met als resultaat enerzijds een afname van criminaliteit en anderzijds de verbetering van de leefbaarheid. De gemeente vervult haar voortrekkersrol en speelt een actieve rol in de regionale samenwerking. Door ingrijpen aan de voorkant (preventie) wordt voorkomen dat er zwaar moet worden ingezet aan de achterkant (repressie). Alle schakels van de veiligheidsketen moeten worden benut om resultaat te kunnen bereiken. 4.2 Hoofdlijnen van het programma De hoofdlijnen in dit programma worden gevormd door het Integraal Veiligheidsplan (IVP) en de Wet op de Veiligheidsregio’s (Wvr). Het Integraal Veiligheidsplan liep van 2010 tot en met 2013 en is in 2011 tussentijds geëvalueerd. Dit heeft geleid tot een kleine bijstelling van de speerpunten voor 2012 en 2013. Gekozen is voor maatregelen die bijdragen aan het verhogen van de veiligheid en die (zoveel mogelijk) binnen de bestaande veiligheidsbudgetten worden uitgevoerd. Daarnaast is in 2013 gewerkt aan het Integraal Veiligheidsplan 2014-2018. Integraal Veiligheidsplan/Openbare orde en veiligheid In het Integraal Veiligheidsplan 2010-2013 zijn de speerpunten voor die periode bepaald en is aangegeven door middel van welke projecten de speerpunten opgepakt zullen worden. De speerpunten voor 2013 waren: overlast, fietsendiefstal, fysieke veiligheid (verkeersveiligheid en crisisbeheersing) en woninginbraken. Om de stijgende lijn van het aantal woninginbraken te doorbreken is in 2013 geïnvesteerd in de regie op de aanpak van woninginbraken. Er is nauw samengewerkt met de verschillende partners zoals politie, woningbouwcorporaties en het OM om de woninginbraken aan te pakken. Door verstrekkende en geborgde afspraken te maken met politie, woningbouwcoöperaties en andere partijen is gewerkt aan een structureel lager aantal woninginbraken. Het aantal (pogingen tot) woninginbraken is in 2013 met 45% gedaald ten opzichte van 2012. Van 108 naar 59 inbraken. Hiermee zitten we weer op het meerjarig gemiddelde. Ook burgerparticipatie is in deze van zeer groot belang. Burgers worden actief geïnformeerd over de veiligheid in en rondom de woning. Door lokale en regionale wervingscampagnes is het aantal Burgernetdeelnemers in 2013 toegenomen met maar liefst 57,5%. Wijk bij Duurstede behoort daarmee in 2013 tot één van de sterkste stijgers in de regio. Van onze inwoners doet 9,7% mee (dat zijn 2.248 inwoners), tegenover een regionaal gemiddelde van 7,8%. Naast inzet voor de speerpunten vanuit het integraal veiligheidsplan is in 2013 een enorme inzet geleverd vanwege een piek aan overvallen in het begin 2013. Gemeente, politie en winkeliers hebben de handen ineengeslagen om deze ontwikkeling te stoppen. Deze overvallen zijn gestopt nadat de politie twee verdachten heeft aangehouden. Op het gebied van preventie heeft de gemeente de nodige stappen gezet. Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) heeft bij de winkeliers in onze gemeente preventiebezoeken afgelegd. 67
Aangezien het integraal veiligheidsplan tot en met 2013 loopt is in 2013 het integraal veiligheidsplan 2014-2018 opgesteld. Om te bepalen waar de gemeente Wijk bij Duurstede de komende periode extra op wil inzetten, is in 2013 begonnen met een veiligheidsanalyse op basis van gegevens. Deze uitkomsten zijn besproken in een expertmeeting bestaande uit zowel internen als externen. Deze voorzet is in een voorbespreking van de raad aan de orde geweest. Zodoende heeft de raad in een vroeg stadium aan het college de kaders van het lokale veiligheidsbeleid meegeven. Zo is gekomen tot een breed gedragen IVP waarbij zowel de raad als de partners in veiligheid zich kunnen vinden in de speerpunten voor de komende jaren. Op basis van de veiligheidsanalyse, ervaringen van de professionals, regionale en lokale ontwikkelingen en de voorbespreking met de gemeenteraad wordt er de komende vijf jaar ingezet op persoonsgerichte aanpak, woninginbraken, en alcohol- en drugsoverlast. Ook de partners stemmen hun beleid af op deze prioriteiten en werken samen aan een sluitende aanpak van veiligheidsproblemen binnen deze thema’s. Wet op de Veiligheidsregio’s De brandweerposten van Wijk bij Duurstede en Cothen/Langbroek zijn enkele jaren geleden, net als die van de andere 25 Utrechtse gemeenten, overgegaan naar de Veiligheidsregio Utrecht (VRU). Voor de gemeente Wijk bij Duurstede is van belang dat de VRU voldoet aan de gestelde eisen op het gebied van veiligheid en opkomsttijden. Dat was in 2013 het geval. Binnen de VRU is in 2013 gewerkt aan (de start van) diverse projecten om organisatorische, financiële en operationele prestaties te verbeteren. De gemeente heeft op deze stukken een zienswijze gegeven. Het betreft het nieuwe Regionaal Crisisplan. Het Regionaal Crisisplan beschrijft de organisatie, verantwoordelijkheden en taken en bevoegdheden ten tijde van een ramp of crisis. Het nieuwe crisisplan is een aanzienlijk verbeterd en vereenvoudigd ten opzichte van het huidige crisisplan. Het nieuwe crisisplan legt de nadruk op de zelfredzaamheid van de burger. Daarnaast zijn een aantal regelingen in het plan geactualiseerd en verbeterd, wat heeft geresulteerd in een handzamer en flexibeler te gebruiken crisisplan. De Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdingsprocedure (GRIP) is in het nieuwe crisisplan aanzienlijk verbeterd. Het voorgaande crisisplan was voornamelijk gebaseerd op de klassieke ‘flitsramp’, met een bron- en effectgebied. In het nieuwe crisisplan is de GRIP-regeling aangepast, zodat de structuur ook toepasbaar is op sociale crisistypen als maatschappelijke onrust of zedenzaken. In de zienswijze heeft de gemeente waardering uitgesproken voor het onderwerp zelfredzaamheid van de burger. Daarnaast heeft de gemeente aangeven in het verleden meermaals aandacht gevraagd voor het feit dat de crisisbeheersing niet alleen op de ‘klassieke flitsramp’ gericht dient te zijn maar ook ingezet moet kunnen worden voor incidenten die raken aan maatschappelijke onrust. Het is goed om te zien dat in het concept regionaal crisisplan hier ruimschoots aandacht voor is gekomen. Daarnaast heeft de VRU gewerkt aan het project ‘Veiligheidszorg op maat’. Het project Veiligheidszorg op maat levert te zijner tijd een nieuw dynamisch dekkingsplan op, gebaseerd op een (brand) risicoanalyse, een integrale benadering van (brand)veiligheid en een bestuurlijke kostenbaten afweging. Dit nieuwe dekkingsplan zal de basis vormen voor spreiding van personeel, brandweerkazernes en materieel in de regio. Duidelijk is dat er geen knelpunten zijn in de gemeente Wijk bij Duurstede als het gaat om brandweerposten, voertuig- en personeelsbezetting. Wij verwachten voor onze gemeente dan ook geen grote veranderingen op dit gebied.
68
Vreedzame wijken en scholen Een speerpunt voor 2013 vanuit het integraal veiligheidsplan is het delict ‘overlast’. Een belangrijk onderdeel in de aanpak is het Jongeren op Straat overleg (JoS) waarbij verschillende disciplines (gemeente, politie en jongerenwerk) elkaar om de twee weken ontmoeten om informatie uit te wisselen en plannen van aanpak te maken. Dit overleg vindt plaats om overlast van jongeren te reduceren. Het JoS heeft zich de afgelopen jaren effectief bewezen. In 2012 is het idee ontstaan om het Jongeren op Straat overleg (JoS) verder door te ontwikkelen richting ‘De Vreedzame Wijk’. Tijdens de overleggen gedurende het jaar kwam echter naar voren dat de jongerengroepen zich anders manifesteerden dan voorheen. Vroeger was er sprake van hechte jongerengroepen die zich op één plek ophielden, terwijl er in 2013 meer gesproken kon worden over een jongerennetwerk. Verschillende personen bevinden zich in verschillende groepen, die zich weer op verschillende plekken in de gemeente begeven. Het idee van de Vreedzame Wijk in relatie tot het JoS was specifiek gericht op het omgaan met vaste groepen en de buurt. Nu dit is weggevallen is er gekozen voor een andere aanpak, namelijk de kopstukken aanpak. Deze aanpak wordt ook verder in de regio Utrecht toegepast voor de aanpak van overlastgevende- en criminele jongerengroepen. Kopstukken zijn de personen waar de andere groepsleden tegenop kijken en die de meeste invloed uitoefenen binnen de groep. Bij de kopstukkenaanpak worden deze kopstukken intensief gevolgd. De aanpak dient uitstraling en effect te hebben (voorbeeld of afschrikeffect) op de andere leden van de jeugdgroep. Daarnaast wordt er ingezet op jongeren die een positieve rol kunnen vervullen in het verminderen van de overlast en op meelopers in de groep. Deze veelbelovende aanpak maakt gebruik van de groepsdynamica en wordt uitgevoerd op domein, groep en individu. Voor het reguliere JoS vindt er een vooroverleg plaats waarin er wordt afgestemd met de politie en Stichting Binding over zorgen en/of vragen over bepaalde individuen die deel uitmaken van één of meer jongerengroepen. Deze nieuwe manier van werken levert niet alleen een betere integrale afstemming op tussen de verschillende betrokken partijen, waardoor de jongerenoverlast op een effectieve manier kan worden aangepakt, het zorgt er ook voor dat de hulp- en zorgvragen van bepaalde individuen sneller aan het licht komen, waardoor er aan de welzijnskant eerder ingegrepen kan worden om deze jongeren weer 'op het rechte pad te krijgen'. De stijging van de streefwaarden van 100 naar 122 in 2013 is lastig te duiden. De reden hiervoor is dat er meerdere factoren aan die stijging ten grondslag kunnen liggen, die niet direct gerelateerd hoeven te zijn aan het JoS. Afgelopen zomer was het bijvoorbeeld erg mooi weer, wat betekent dat groepen jongeren vertier zoeken bij het water in de haven of op andere plekken in de gemeente. Omwonenden zouden hier overlast van kunnen ervaren wat dan gemeld wordt bij de politie als ' jongerenoverlast'. Deze 'momentopname meldingen' zouden een verklaring kunnen geven van de stijging van de streefwaarden in 2013, maar staan los van de jongerenproblematiek die wordt aanpakt met het JoS-overleg. 4.3 Beleidsinhoudelijke resultaten Wat wilden we bereiken De veiligheid dient tenminste op het huidige niveau gehandhaafd te blijven.
Wat hebben we bereikt In 2013 is het totaal aantal misdrijven in Wijk bij Duurstede met 4% gedaald ten opzichte van 2012, namelijk van 717 in 2012 naar 691 in 2013. Wijk bij Duurstede zet daarmee de dalende trend van de afgelopen jaren door. Deze daling is opnieuw sterker dan de gemiddelde ontwikkeling in de regio (-1%). 69
Wat gingen we er voor doen Uitvoeren Integraal Veiligheidsplan 2011-2013 (IVP).
Opstellen Integraal Veiligheidsplan 2014-2018.
Investeren in vreedzame wijk en school.
Wat hebben we gedaan Er is uitvoering gegeven aan de speerpunten overlast, fietsendiefstal, fysieke veiligheid, en woninginbraken. Overvallen werd een bijkomend speerpunt. In 2013 is het IVP voor de periode 2015-2108 opgesteld.
Toelichting op realisatie In 2013 is uitvoering gegeven aan het Integraal Veiligheidsplan. Met name op het gebied van woninginbraken heeft de gemeente in 2013 opnieuw geïnvesteerd in de regie op de aanpak van woninginbraken. Daarnaast is veel geinvesteerd in de tijdelijke problematiek van overvallen. In het IVP wordt aangegeven welk beleid de gemeente hanteert, hoe de samenwerking met andere partijen is georganiseerd en welke resultaten de gemeente wil behalen. Door alle aspecten van veiligheid in het IVP samen te brengen wordt inzichtelijk gemaakt op welke beleidsterreinen veiligheid speelt en wie er zoal mee te maken hebben. Het IVP maakt duidelijk wat de ambitie is van de gemeente op het gebied van veiligheid en welke speerpunten komende jaren centraal staan. Een meerwaarde van het IVP ten opzichte van het voorgaande IVP is dat wordt ingezet op de regierol van de gemeente en dat er meer verbindingen worden gelegd tussen interne en externe partijen. Onderzoek gedaan naar de Ipv vreedzame wijk en school is gekozen voor de haalbaarheid van vreedzame wijk en persoonsgerichte aanpak. school.
Prestatie indicator
Bron
Totaal aantal meldingen Vernielingen Jeugdoverlast Woninginbraken (poging + geslaagd)
Rapportage geregistreerde criminaliteit (politie) Rapportage geregistreerde criminaliteit (politie) Rapportage geregistreerde criminaliteit (politie) Rapportage geregistreerde criminaliteit (politie)
Streefwaarde 2013 760 260 100 50
Realisatie 2013
691 125 122 59
70
4.4 Onze gerealiseerde ombuigingen in één oogopslag Er zijn geen ombuigingen in programma 4. 4.5 Reserves Reservemutaties Onttrekking bestemmingsreserve Brandweergarage Cothen/Langbroek
Toevoeging
Totaal toevoeging programma 4 4.6
€0
Onttrekking
Totaal
€ 11.409
-€ 11.409
€ 11.409
-€ 11.409
Financiële recapitulatie
4. - Veiligheid Lasten
Rekening 2012
Begroting 2013
Rekening Afwijking 2013 2013
Toelichting
Veiligheid en handhaving Brandweer rampenbestrijding
Openbare orde en veiligheid Huiselijk geweld
Totaal lasten
1.693.419
1.747.288 1.708.587
323.293
266.034
270.665
28.096
28.331
26.287
2.044.807
2.041.653 2.005.540
-38.701 Het saldo van baten en lasten op dit product bedraagt 58V. De kosten voor de brandkranen vielen lager uit (2V); de verwachting is dat deze kosten in de toekomst hoger gaan uitvallen. De bijdrage aan de VRU was lager dan begroot omdat de VRU 2013 met een voordelig resultaat heeft afgesloten (15V; zie ook paragraaf Verbonden Partijen). De doorbelaste uren op rampenbestrijding waren lager (32V). Ook de kosten voor oefeningen en personeelsontwikkeling waren lager (8V). Deels zijn de kosten op de kostenplaats geboekt. Vanwege de BTW berekenen wij kosten aan de VRU door (zie baten) en worden deze kosten weer bij ons in rekening gebracht. Per saldo geen effect op het resultaat. 4.631 Het saldo van baten en lasten op dit product bedraagt 4N. De kosten op adviezen van derden waren hoger (2N) en er zijn meer uren doorbelast (2N). -2.044 Lagere doorbelaste uren (2V).
-36.113
Baten
Veiligheid en handhaving Brandweer rampenbestrijding Openbare orde en veiligheid Huiselijk geweld
30.250 0 0
0 0 0
19.455 940 0
19.455 Zie toelichting op lasten. 940 Zie toelichting op lasten. 0
Totaal baten
30.250
0
20.395
20.395
-2.041.653 -1.985.144
56.509
Saldo programma
-2.014.557
(De doorbelaste uren worden in programma 7 nader toegelicht.)
71
Programma 5
Verkeer en bereikbaarheid
5.1 Inleiding Korte schets van de inhoud van het programma Inleiding Binnen het programma verkeer en bereikbaarheid wordt vooral gewerkt aan de uitvoering van het actieplan ‘Vrij baan voor de fiets’. De ontwikkeling van een aantal inbreidings- en uitbreidingslocaties zorgt ook voor een aantal verkeers- en bereikbaarheidsvraagstukken. 5.2 Hoofdlijnen van het programma Verkeers- en vervoersplan Mede in samenhang met de ontwikkeling van (binnenstedelijke) woningbouwlocaties is het wenselijk om een Verkeers- en Vervoersplan op te stellen. Daarmee wordt beter in beeld gebracht welke (toekomstige) verkeersstromen er zijn en hoe de verkeerscirculatie alsmede de verkeersveiligheid kan worden verbeterd. Gemeentelijk veer Het Wijkse Veer had al enige jaren te maken met een teruglopend aantal overzettingen. Voornaamste oorzaken waren dat het veer verkeer ‘verliest’ aan snelwegen die zijn verbreed (met name de A2) en de nog steeds teruglopende economie (met name bouwverkeer). Daarnaast namen kosten van gasolie toe. Hierdoor stond de kostendekkendheid onder druk. Tot en met 2012 maakten wij de keuze om de tarieven bijna jaarlijks te verhogen, zodat de meerjarenramingen mogelijk toch zouden worden gehaald. Opnieuw een tariefsverhoging zou naar alle waarschijnlijkheid leiden tot nog verdere terugval in het aantal overzettingen. Om deze reden hebben wij niet gekozen voor aanpassingen van het tarief. Op basis van de uitkomsten van een onderzoek naar de voor- en nadelen van privatisering van het gemeentelijk veer is in december 2012/begin 2013 ambtelijk een voorstel voorbereid met daarin een advies om tot privatisering over te gaan. 5.3 Beleidsinhoudelijke resultaten Verkeers- en vervoersplan Voor de nabije toekomst staan de nodige ontwikkelingen op stapel. Zowel ontwikkelingen in de kleine kernen als rond de binnenstad en op de locaties van de huidige sport- en zwemvoorzieningen in De Horden en De Heul. Al deze ontwikkelingen zorgen voor extra verkeer en veranderende verkeersstromen. Met name in het kader van de voorgenomen ontwikkelingen op de kop van de Steenstraat en de Hoogstraat is het wenselijk opnieuw te kijken naar de huidige verkeersstructuur en de knelpunten daarin en de gewenste verkeersstructuur om te komen tot een bereikbare, leefbare en veilige stad. In 2013 hebben we naar aanleiding van de begrotingsbehandeling in 2012 prioriteit gegeven aan de opzet en uitwerking van nieuw parkeerbeleid. Het opstellen van het VVP wordt in 2014 opgepakt.
72
Wat wilden we bereiken 1. De knelpunten aanpakken die zijn geïnventariseerd in het actieplan ‘Vrij baan voor de fiets’.
2. Een visie op wat de gewenste verkeersstructuur in en rondom Wijk bij Duurstede is en wat de gewenste verkeersstromen zijn en hoe dat (veilig) bereikt kan worden.
Wat gingen we er voor doen 1. Uitvoering geven aan de in de jaarschijven van het actieplan ‘Vrij baan voor de fiets’ genoemde maatregelen.
2. In beeld brengen huidige situatie d.m.v. onderzoek. Formuleren gewenste situatie en de maatregelen om dat te bereiken.
Wat hebben we bereikt De acties uit de jaarschijven 2011-2012, zoals de bebording Verlengde Euvenpad en Lekdijk Oost, als mede het fietsparkeren bij bushaltes en de aanleg van de rotonde Remus bij het Revius uit het hebben we uitgevoerd. Het fietsparkeren binnenstad wordt meegenomen in het parkeerbeleid. Het Verkeer en Vervoerplan, de visie op de verkeersstructuur, hebben wij doorgeschoven naar 2014. Bij de begrotingsbehandeling van de begroting 2013 hebben wij de raad toegezegd te komen met een nieuw parkeerbeleid voor de binnenstad en de schil daaromheen. Dit hebben wij prioriteit gegeven boven het opstellen van het nieuwe Verkeer en Vervoerplan. In de tweede helft van 2013 zijn wij gestart met een cocreatief traject om gezamenlijk met inwoners en stakeholders te komen voor een gedragen parkeervisie voor binnenstad en schil.
Wat hebben we gedaan De jaarschijven 2011-2012, waarin onder andere opgenomen warende bebording Verlengde Euvenpad en Lekdijk Oost, fietsenstallingen bij bushaltes en de aanleg van de rotonde Remus hebben we nagenoeg geheel uitgevoerd. In 2013 hebben wij op diverse plaatsen tellingen uitgevoerd als voorbereiding voor een nieuw VVP. Het traject voor het VVP hebben wij nog niet opgestart. Knelpunten zijn nog niet geïnventariseerd.
Toelichting op realisatie Het onderdeel fietsparkeren binnenstad hebben we nog niet uitgevoerd. Dit nemen wij mee in het nieuwe parkeerbeleid. De acties uit de jaarschijf 2013-2014, zoals de aansluiting met fietsvoorzieningen Oranjehof, en de verkeersmaatregelen Cothen lopen mee in andere projecten als de aanpak van de N227 in Langbroek en exploitatie de Kamp. In 2014 pakken we het VVP op. We hebben dit als gevolg van het oppakken van het parkeerbeleid doorgeschoven.
73
Aanpak N227 Langbroek In het kader van de aanpak van het groot onderhoud van de N227 (Cotherweg-Doornseweg) in Langbroek door de provincie hebben wij samen met het Dorpsplatform Langbroek in overleg met de provincie ons ingezet voor het verbeteren van de verkeersveiligheid op de traverse Langbroek. Wat wilden we bereiken Het verbeteren van de verkeersveiligheid door het verbeteren van de oversteekbaarheid en het verlagen van de snelheden op de traverse.
Wat hebben we bereikt In uitgebreid overleg tussen de provincie en het Dorpsplatform Langbroek en de gemeente heeft de provincie maatregelen in de plannen voor de N227 opgenomen die de snelheden bij in- en doorrijden van Langbroek moeten gaan verlagen. Tevens zijn er, mede ook in relatie tot de ontsluiting van Oranjehof maatregelen opgenomen in het plan die het oversteken van de vele fietsers verbeteren, waarbij meteen de veiligheid voor deze fietsers wordt verbeterd. Ook zijn er maatregelen bij de oversteek Langbroekerdijk met de N227 opgenomen die met name de situatie voor fietsers, maar ook voor automobilisten verbeterd. Gezien het medebelang hebben wij besloten bij te dragen in de kosten voor deze locatie.
Veerzaken Bij de exploitatie van de gemeentelijke veerpont werd gestreefd naar kostendekkendheid. Gezien systematiek van kostentoerekening binnen de begroting, werden meer kosten gemaakt dan dat er inkomsten werden ontvangen. De voor- en nadelen van eventuele privatisering van het veer werden in 2012 onderzocht en heeft in 2013 geleid tot een afgerond onderzoek. De ervaringen van de buurgemeente Buren zijn daarbij betrokken. Zeker indien verkoop/privatisering zou blijken te leiden tot een structureel batig saldo en de tot op heden toegerekende kosten organisatiebreed kunnen worden vermeden dan wel anderszins kunnen worden toegerekend, is onderhavige optie interessant. Wat wilden we bereiken 1 Blijvende structurele kostendekkende exploitatie van het veer.
2 Duidelijkheid over de vraag of privatisering van het veer een interessante optie is.
Wat hebben we bereikt Op basis van onze ervaringen in het verleden en in verband met een nog steeds teruglopend aantal overzettingen hebben wij moeten constateren dat een kostendekkende exploitatie niet (langer) tot de mogelijkheden behoort. Uit onderzoek is gebleken dat privatiseren de beste optie is en hebben wij in 2013 het veer geprivatiseerd met ingang van 1.1.2014. 74
Wat gingen we er voor doen Wat hebben we gedaan Onderzoek naar kosten/baten ingeval We hebben onderzocht of van voortzetting gemeentelijk veer privatisering een optie is. vergeleken met privatisering alsmede onderzoek naar feitelijke mogelijkheden van privatisering zal naar verwachting eind 2012 aan het college worden voorgelegd, vergezeld van een advies.
Prestatie indicator
Bron
Het aantal overzettingen op het veer blijft gelijk aan 2012.
Eigen metingen op het veer en rekeningcijfers.
5.4
Streefwaarde 2013
Realisatie 2013
690.000 overzettingen 650.000 overzettingen
Onze gerealiseerde ombuigingen in één oogopslag
Voorgestelde ombuigingen Calamiteitenweg Mariënhoeve Totaal 5.5
Toelichting op realisatie Op basis van het resultaten van het onderzoek hebben wij het veer geprivatiseerd. Dit heeft geleid tot structurele voordelen op de begroting.
Streven 2013 € 15.000 € 15.000
Realisatie 2013 € 15.000 € 15.000
Reserves
Reservemutaties Toevoeging en onttrekking bestemmingsreserve Onderhoud watergangen; Baggerplan Totaal toevoeging programma 5
Toevoeging Onttrekking € 63.390 € 63.390
€ 123.607 € 123.607
Totaal -€ 60.217 -€ 60.217 75
5.6
Financiële recapitulatie
5. - Verkeer & Bereikbaarheid Lasten
Rekening 2012
Begroting 2013
Rekening 2013
Afwijking 2013
Verkeer Gladheidbestrijding
-29.856 Als gevolg van gunstige weersomstandigheden is de aankoop van strooizout lager dan geraamd (11V). Lagere doorbelaste uren (19V).
120.920
164.331
134.475
59.742
78.343
66.345
Veerdiensten
1.381.533
1.733.744
1.734.716
Totaal lasten
1.562.195
1.976.418
1.935.536
Veerdiensten
0 8.586 1.119.960
0 7.060 1.340.000
0 23.119 1.371.225
0 Niet van toepassing 16.059 Er is haven- en kadegeld afgerekend over voorgaand jaar. 31.225 De opbrengsten zijn hoger dan met de voorjaarsnota was verwacht (18V). Vrijval van de voorziening levert een voordeel op (13V).
Totaal baten
1.128.545
1.347.060
1.394.343
47.283
Saldo programma -433.650 -629.358 -541.193 (De doorbelaste uren worden in programma 7 nader toegelicht.)
88.165
Binnenhavens
-11.998 Uren 14 V. Overige afwijkingen 2N. 972 Geen bijzonderheden. -40.882
Baten
Verkeer Gladheidbestrijding Binnenhavens
76
Programma 6
Zorg, welzijn en onderwijs
6.1 Inleiding Binnen dit programma komt er vanuit het rijksbeleid veel op gemeenten af. De geplande decentralisatie van rijks- en provincietaken zou moeten plaatsvinden per 1 januari 2015. In 2013 is met name aan de voorbereiding van de transitie Awbz en Jeugdzorg gewerkt, zowel in regionaal verband als lokaal. Voor het gezondheidsbeleid en het sportbeleid lag er de ambitie om tot nieuwe beleidskaders te komen. Op het gebied van sport- en onderwijshuisvesting waren er een aantal al in gang gezette eigen ambities. Ook het horecabeleid is herijkt op basis van nieuwe regelgeving en van de wensen in het Integraal Veiligheidsplan (2009) ten aanzien van vergroting van de veiligheid en vermindering van de overlast.
6.2 Hoofdlijnen van het programma Decentralisatie van taken: algemeen Drie grote taken komen naar de gemeente: - de taken op het gebied van 'begeleiding incl. kortdurend verblijf', die nu nog onderdeel zijn van het AWBZ-pakket; - alle taken op het gebied van de jeugdzorg, nu deels bij de provincie belegd, deels bij het Rijk; - de uitvoering van de Participatiewet, een samenvoeging van 3 wetten: WWB, WSW en Wajong (m.u.v. duurzaam en volledig arbeidsongeschikten). In de regio Kromme Rijn Heuvelrug werkt Wijk bij Duurstede samen met Bunnik, De Bilt, Utrechtse Heuvelrug en Zeist. Die samenwerking is op het gebied van sociale zaken en de sociale werkvoorziening sinds 2006 geformaliseerd in een gemeenschappelijke regeling (GR); sinds 2013 is dat de GR RDWI. De invoering van de Participatiewet wordt dan ook regionaal voorbereid (zie hiervoor verder programma 3 Ondernemen). Voor de decentralisatie van de jeugdzorgtaken naar de gemeenten is regionale samenwerking een vereiste. Ook hiervoor is de regio Kromme Rijn Heuvelrug de basis. De decentralisatie van de AWBZ-taken tenslotte is van de drie het meest lokaal georiënteerd maar ook hier wordt dankbaar gebruik gemaakt van de regionale overleg- en werkstructuur voor uitwisseling en ondersteuning. Insteek voor alle drie de transities is: "Lokaal wat kan, (boven)regionaal wat moet". De implementatie en uitvoering van de nieuwe taken hebben een grote impact op de financiële positie van onze gemeente: een groot deel van de gemeentelijke begroting zal zo meteen bestemd zijn voor het maatschappelijke domein. Ook om die reden is regionale samenwerking – met name waar het de risicobeheersing betreft ten aanzien van de Participatiewet en de nieuwe Jeugdwet – absoluut noodzakelijk. In eigen huis legt de voorbereiding van de decentralisaties een grote druk op de bestaande formatie. Het streven is om de voorbereiding en implementatie budgetneutraal te doen, dat wil zeggen binnen de door het rijk beschikbaar gestelde invoeringsbudgetten.
77
De gedecentraliseerde taken zullen – net als de Wmo en WWB nu – open einde regelingen zijn. Het college heeft echter gesteld dat ook voor de uitvoering van de taken de budgetten leidend zullen zijn en het ambitieniveau volgend. De precieze omvang van de risico's voor de gemeente is nog onduidelijk omdat de besluitvorming op rijksniveau nog niet is afgerond. Een inschatting is opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen. Wmo Beleid en loket Het doel van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is dat iedereen mee moet kunnen doen in de samenleving, ongeacht leeftijd, (functie) beperking of maatschappelijke of economische positie. Er zijn negen prestatievelden opgenomen waarbij de gemeente het beleid heeft vastgelegd in het Wmo beleidsplan voor de jaren 2009 - 2012. In 2013 is het beleidsplan verlengd tot 2014 met enige aanpassingen. Naar verwachting zal er in juni 2014 een nieuwe 'Wmo 2015' door de Tweede en Eerste Kamer worden vastgesteld. De nieuwe taken, in combinatie met de nieuwe Wmo 2015, vragen om een andere visie, doelstellingen, uitgangspunten en daarmee een meer integrale opzet van het huidige Wmo-beleid en de daarmee samenhangende beleidsterreinen binnen het sociale domein. Hieronder volgt een korte opsomming van de tot nu toe bekende ontwikkelingen. Wmo: Transitie van taken en actuele ontwikkelingen In het regeerakkoord Rutte II (najaar 2012) is opgenomen dat op de Hulp bij het Huishouden 40% bezuinigd wordt per 1-1-2015. In de huidige voorbereidingen op de transitie wordt verkend hoe deze bezuiniging gerealiseerd kan worden. Bijvoorbeeld door de hulp als ‘voorliggende voorziening’ in te zetten en (lichtere) cliënten naar particuliere zorg te verwijzen, een deel van de hulp bij het huishouden eruit te lichten en in een vrijwilligers- of dagbestedingsproject onder te brengen etc. Momenteel worden de juridische-, praktische- en beleidsmatig interessante opties verkend. Conform het regeerakkoord Rutte II zouden per 1-1-2015 de functies 'begeleiding' en ‘persoonlijke verzorging’ vanuit de AWBZ naar de gemeente overgeheveld worden, met een korting op beide budgetten van 25%. Inmiddels is bekend dat de persoonlijke verzorging toch niet overgeheveld zal worden naar gemeenten. De gemeenten hebben daarop via de VNG laten weten niet akkoord te gaan met de transitie AWBZ onder deze voorwaarden. Het is nog niet duidelijk welke gevolgen deze ontwikkelingen hebben voor de behandeling van de wet in de Tweede en Eerste Kamer en voor de invoeringsdatum van de transitie AWBZ. Gedurende 2013 heeft de gemeente zich in haar voorbereiding op de nieuwe taken ook steeds moeten aanpassen aan de actuele ontwikkelingen. De beoogde resultaten in de begroting 2013 zijn daarom niet meer actueel. In deze verantwoording wordt daarom uitgegaan van de meest actuele situatie en de tot dusverre bereikte resultaten. De transitie AWBZ-begeleiding borduurt voort op de overheveling in 2009/2010 van de onderdelen 'ondersteunende- en activerende begeleiding' naar de Wmo voor mensen met een lichte beperking (verstandelijk / fysiek, zintuiglijk, psychisch en psychogeriatrisch). Deze transitie is destijds goed verlopen.
78
Vanuit de AWBZ komt nu de 'extramurale begeleiding' naar de Wmo. Dit betreft mensen met matige tot zware beperkingen op het terrein van sociale redzaamheid, bewegen en verplaatsen, psychisch functioneren, geheugen en oriëntatie en/of probleemgedrag (o.a. mensen met een verstandelijke, zintuiglijke, lichamelijke en/of psychiatrische beperking). Het gaat hier om individuele begeleiding, groepgerichte begeleiding (dagbesteding incl. vervoer) en kortdurend verblijf. Met de overheveling van de AWBZ-begeleidingsfuncties naar de Wmo worden wij als gemeente verantwoordelijk voor het compenseren van de beperkingen in de zelfredzaamheid en participatie van deze inwoners. Daarnaast wordt er vanuit het Rijk steeds meer ingezet op steeds langer thuisblijven wonen ongeacht beperking, het activeren en versterken van het sociale netwerk en de eigen mogelijkheden van inwoners en het vervangen van professionele zorg door informele zorg. Er zal dus een enorme verschuiving plaatsvinden van zorg en voorzieningen naar (waar mogelijk) welzijn, preventie en ondersteuning door mantelzorgers en vrijwilligers. Deze ontwikkelingen zullen op de langere termijn betekenen dat er een groter beroep zal worden gedaan op de Wmo. Bovenstaande ontwikkelingen vragen om een investering in welzijn en preventie, zodat de financiële risico’s die op de gemeente afkomen kunnen worden beheerst. De korting van 40% op de hulp bij het huishouden in combinatie met de korting van 25% op de nieuwe functie begeleiding is echter fors en het risico bestaat dat het huidige voorzieningenniveau en de kwaliteit van zorg en voorzieningen niet gehandhaafd kunnen blijven. Wmo: Cliëntondersteuning Gemeenten zijn sinds de invoering van de Wmo verantwoordelijk voor het bieden van ondersteuning aan mensen die (tijdelijk) verminderd zelfredzaam zijn bij het oplossen van een vraag of een situatie, die dusdanig complex is dat men het niet zelf (of met de omgeving) kan oplossen. De uitvoering van deze cliëntondersteuning was voor een groot deel verplicht ondergebracht bij Stichting MEE. Een wijziging in de regelgeving geeft gemeenten op termijn volledige zeggenschap over de besteding van het betreffende budget. Dit zal per 1-1-2015 worden doorgevoerd en zal worden meegenomen in het AWBZ-decentralisatietraject. Wmo: De Kanteling Het belangrijkste doel van het landelijke project De Kanteling is om de uitvoering van de Wmo zo te ‘kantelen’ dat participatie meer centraal gaat staan. De focus komt daarbij meer te liggen op preventie en versterking van het sociale netwerk en de eigen mogelijkheden van inwoners. Oplossingen dienen gezocht te worden in de volgorde: ‘eigen mogelijkheden (wat kunnen inwoners zelf)’, ‘sociaal netwerk’, ‘algemene voorzieningen, ‘individuele voorzieningen’. Dit vraagt om een nieuwe manier van denken en doen: vanuit gewenste resultaten en oplossingen voor ervaren problemen en niet slechts vanuit de bestaande voorzieningen. Ons Wmo-loket is al voor een groot deel gekanteld, ook door de brede samenwerking met Stichting Binding. In toenemende mate (zoals ook blijkt uit de Benchmark-onderzoeken) wordt het toekennen van individuele voorzieningen vervangen door (voorliggende) arrangementen op het terrein van wonen, welzijn en zorg, bijvoorbeeld een combinatie van hulp door een vrijwilliger en groepsactiviteiten aangeboden door Stichting Binding en het E&E gasthuis.
79
Transitie Jeugdzorg Op 1 januari 2015 wordt volgens planning de nieuwe Jeugdwet ingevoerd. Gemeenten worden dan verantwoordelijk voor vrijwel alle taken op het gebied van zorg voor jeugd. De wet spreekt hierbij over ‘jeugdhulp’. Gemeenten zijn nu al verantwoordelijk voor preventief jeugdbeleid (bijvoorbeeld jeugdgezondheidszorg) en na 1 januari 2015 óók voor de huidige provinciale jeugdzorg, de jeugd-GGZ (geestelijke gezondheidszorg), de zorg voor kinderen met een beperking (KmB), jeugdbescherming, jeugdreclassering en de voorzieningen uit de huidige AWBZbegeleiding en verzorging voor jeugdigen. Het idee achter de nieuwe Jeugdwet is dat er een meer samenhangend beleid te voeren is door de bestuurlijke en de financiële verantwoordelijkheid onder te brengen bij één overheid, de gemeente. Uitgangspunt bij de decentralisatie is de noodzaak tot een grondige herziening van de huidige werkwijze in de jeugdzorg. Het gaat dus niet alleen om een overheveling van taken, maar vooral ook om het opnieuw vormgeven van de zorg voor jeugdigen (binnen hun sociale context met waar nodig een integrale aanpak van de problematiek). Het systeem moet simpeler en met meer aandacht voor preventie en vroegtijdige hulp. In december 2013 zijn de meest recente gegevens over het budget dat de gemeenten krijgen door het Rijk bekendgemaakt. In mei 2014 komt duidelijkheid over de definitieve budgetten. Gezondheidsbeleid De gemeente is op basis van de Wet Publieke Gezondheidszorg (WPG) verantwoordelijk voor de uitvoering van taken betreffende de publieke gezondheidszorg. Daarnaast dienen wij samenhang en afstemming met de curatieve gezondheidszorg en geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen te bewaken. Daarmee zijn wij verantwoordelijk voor de uitvoering van: - Het verwerven van inzicht in de lokale gezondheidssituatie van de bevolking. - Het bewaken van gezondheidsaspecten in bestuurlijke beslissingen. - Het bijdragen aan opzet, uitvoering en afstemming van preventieprogramma’s voor gezondheidsbevordering. - Het bevorderen van technische hygiënezorg. - Het bevorderen van hulp bij rampen. Om de vier jaar dient er een nieuwe lokale nota opgeteld te worden waarin deze verantwoordelijkheden aan bod komen, in lijn met de landelijke nota van het ministerie van VWS. Landelijke prioriteiten voor collectieve preventie staan hierin vastgesteld. Aangezien de landelijke nota twee jaar vertraging heeft opgelopen, is de lokale nota in 2012 verlengd met twee jaar. Gezondheidsbeleid heeft raakvlakken met andere beleidsterreinen zoals de Wmo, wonen, werken, sociale zaken, onderwijs, verkeer en milieu en sport. De bezuinigingen in de AWBZ, OGGZ, Wmo, sport etc. kunnen gevolgen hebben voor de gezondheidstoestand van de inwoners. Die gezondheidstoestand wordt gemonitord door de GGD Midden Nederland.
80
Een integrale agenda voor het maatschappelijk domein Het wordt steeds duidelijker dat met de drie grote decentralisaties van taken niet alleen een overheveling van taken plaats gaat vinden maar dat sprake zal zijn van een transformatie, die zich zal uitstrekken tot het hele sociale domein en daarbuiten. Daarbij kan gedacht worden aan bundeling en samenvoeging van de nieuwe taken, ten opzichte van elkaar maar ook ten opzichte van bestaande gemeentelijke taken. Daarbij is sprake van een inhoudelijke keuze om tot verbetering van de kwaliteit te komen maar er is ook de noodzaak vanuit het rijksbeleid om mensen eerst een beroep te laten doen op hun eigen kracht en netwerk. Pas als die onvoldoende zijn, zal een hulpaanbod gedaan worden. Om ondanks de bezuinigingen toch kwaliteit te kunnen leveren, is de gemeente wel genoodzaakt om tot verdere integratie en afstemming over te gaan en zo tot een efficiënte uitvoering te komen. Daarbij zal naast professioneel ook vrijwillig aanbod ingezet worden. Gelet op het voorgaande en de besluiten die genomen zijn om de gemeente om te vormen tot een regie-organisatie, ligt het voor de hand om voorstellen te doen voor een nieuwe, integrale afweging van al het beleid op het maatschappelijk domein, rond de hoofdthema's participatie, Wmo en jeugdzorg. Die afweging zou moeten uitmonden in een sociale beleidsagenda 2014-2018. Onderwijs Onderwijs: Passend onderwijs Per 1 augustus 2014 wordt de Wet Passend Onderwijs van kracht, die tot doel heeft om het plaatselijke en regionale onderwijsaanbod optimaal af te stemmen op de behoeften van de individuele leerlingen. Hiervoor zijn door het rijk regio’s samengesteld, waarin de schoolbesturen voor Primair- en Voortgezet Onderwijs (elk) een Samenwerkingsverband vormen. In de regio Zuidoost Utrecht - Bunnik, De Bilt, Utrechtse Heuvelrug, Zeist en Wijk bij Duurstede - worden daarvoor twee verenigingen opgericht. Onderwijs: leerlingenvervoer In samenspraak met de Adviesraad Leerlingenvervoer wordt bekeken, hoe de uitvoering van het vervoer kan worden aangepast. Onderwijs: huisvesting Het aantal kinderen in de gemeente neemt al jaren gestaag af, wat zichtbaar is in een terugloop van het aantal leerlingen op de basisscholen. Dit heeft ook gevolgen voor de onderwijshuisvesting: scholen met meer leerlingen dan waarvoor lokalen beschikbaar zijn dienen eerst gebruik te maken van leegstaande lokalen elders. Onderwijs: Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE ) VVE is bedoeld voor kinderen met een (dreigende) taal- of ontwikkelachterstand. Deze zgn doelgroepkinderen volgen een VVE-programma op de peuterspeelzaal of het kinderdagverblijf (het voorschoolse deel) en in groep 1 en 2 van de basisschool (het vroegschoolse deel). Doel is om hen zonder achterstand te laten instromen in groep 3.
81
6.3 Beleidsinhoudelijke resultaten Wmo / Transitie AWBZ-taken 2012 en 2013 stonden in het teken van de voorbereiding op de komst van de AWBZ-functies naar de Wmo. Er is in kaart gebracht om welke mensen het gaat, hoeveel dit er zijn en waar deze mensen terecht kunnen. Het huidige zorgaanbod wordt bekeken om te oordelen wat er ontbreekt dan wel dubbel is. Bovendien is een traject gestart om te komen tot vernieuwing van het zorgaanbod. Verder is er een visievormend en kaderstellend traject doorlopen in samenwerking met (vrijwilligers)organisaties en inwoners/cliënten. Het Wmo-beleidsplan is in 2013 met 1,5 jaar verlengd in afwachting van de komst van de nieuwe AWBZ-taken en de vaststelling van een nieuwe Wmo 2015 De transitie zorgt voor een toenemende druk op de Wmo en op het Wmo-loket. De transitie vraagt om meer specialistische kennis en meer medewerkers, met name bij het Wmo loket (de uitvoerders). Als gemeente hebben we versterking nodig op ambtelijk niveau: we moeten bekijken hoe we de nieuwe zorg gaan inkopen (voorheen de taak van het regionale zorgkantoor) of wij gaan aanbesteden en met welke organisaties wij contracten gaan afsluiten. Ook zal de invoering goed ingeregeld moeten worden en zullen er diverse documenten (zoals verordeningen en beleidsplannen) moeten worden vastgesteld. Regionaal wordt samengewerkt met de gemeenten in de regio Kromme Rijn Heuvelrug. Wat wilden we bereiken 1. Inwoners uit de gemeente Wijk bij Duurstede kunnen participeren ongeacht leeftijd, (functie) beperking of maatschappelijke en economische positie.
Wat hebben we bereikt 1. Elke 6 weken vindt overleg plaats met de Wmo-adviesraad. Deze geeft het Wmobeleid en de nieuwe transitietaken AWBZ mede vorm. 2. Er worden regelmatig bijeenkomsten, klankbordgroepen en discussiebijeenkomsten georganiseerd voor inwoners, organisaties en andere betrokkenen. 3. Inwoners kunnen bij het Wmo-loket terecht wanneer zij vragen of problemen hebben op het gebied van wonen, zorg, welzijn of inkomen. Het Wmo-loket kijkt in overleg met inwoners naar passende oplossingen waarbij eerst gekeken wordt naar het eigen netwerk, dan naar algemene voorzieningen (welzijn) dan naar collectieve voorzieningen (bv regiotaxi) en tot slot naar individuele voorzieningen 2. De Kanteling is ingevoerd in de Wmo. Projectplan De Kanteling is opgesteld en geïmplementeerd in de werkwijze van het Wmo-loket. 3. De transitie van nieuwe taken en verantwoordelijkheden 1. M.b.t. de voorbereiding op de transitie Awbz is het volgende gerealiseerd: naar de Wmo verloopt soepel waarbij inwoners passende - ontwikkeling en uitvoering van diverse pilots gericht op vernieuwing van het hulp en ondersteuning krijgen aangeboden (gelet op de zorgaanbod; eigen verantwoordelijkheid en eigen kunnen). - er is een analyse van de cliëntgegevens, doelgroepen e.d. uitgevoerd; - er is een marktconsultatie onder de aanbieders van AWBZ-zorg gehouden; 82
-
er is een regionaal samenwerkingsverband opgezet; er zijn (regionale) afspraken gemaakt over inkoop; er zijn bijeenkomsten en klankbordgroepen georganiseerd voor organisaties, inwoners en andere betrokkenen; de kadernota/Beleidsnota AWBZ is opgesteld en vastgesteld.
Wat gingen we er voor doen 1. Uitvoering geven aan het Wmobeleidsplan gericht op de negen prestatievelden.
Wat hebben we gedaan 1. Er zijn diverse projecten uitgevoerd gericht op de negen prestatievelden binnen de Wmo. 2. We hebben ons voorbereid op de komst van de nieuwe taken (transitie AWBZ). 2. Het evalueren en opnieuw opstellen Het Wmo-beleidsplan is na evaluatie1,5 jaar van een Wmo-beleidsplan. verlengd t/m 1 juni 2014.
3. Het aanpassen van de Wmoverordening en bijbehorende beleidsregels. 4. Het opstellen van een projectplan/ notitie De Kanteling. 5. Contracten, samenwerkingsovereenkomsten en subsidieovereenkomsten afsluiten met zorgaanbieders, organisaties en partijen die de nodige hulp en ondersteuning kunnen bieden.
Toelichting op realisatie Zie onder punt 3 ‘wat wilden we bereiken?’
Gezien de nieuwe taken die op de gemeente afkomen en de grote samenhang met het wmobeleid is ervoor gekozen geen nieuw Wmobeleidsplan op te stellen. In plaats daarvan zal in 2014 een integrale beleidsagenda voor het gehele sociale domein worden ontwikkeld inclusief ouderenbeleid en vrijwilligerswerkbeleid.
De nieuwe gekantelde Wmo-verordening is opgesteld en vastgesteld. Projectplan De Kanteling is opgesteld en geïmplementeerd in de werkwijze van het Wmoloket. 1. De Hulp bij het Huishouden is opnieuw aanbesteed. 2. M.b.t. de transitie AWBZ hebben we ons voorbereid op de inkoop van de nieuwe functies. 3. Voor de hulpmiddelen is een contract opgesloten met Welzorg. 83
4. Voor de regiotaxi is een contract afgesloten met Connexxion. 5. Een nieuw contract voor de levering van trapliften is in voorbereiding.
Activiteiten Stichting Binding Stichting Binding is voortgekomen uit een aantal welzijnsorganisaties en is sinds 2009 actief op het brede gebied van welzijn en zorg. In opdracht van de gemeente biedt de stichting de volgende diensten: - jeugd- en jongerenwerk - ouderenwerk, in samenwerking met het E&E gasthuis - vrijwilligerssteunpunt, inclusief de makelaarsfunctie voor de maatschappelijke stage voor scholieren voortgezet onderwijs - mantelzorgondersteuning en op individuele basis: - hulp en begeleiding voor mensen/gezinnen met diverse maar vaak complexe problemen (signaleringsnetwerk) - buurtbemiddeling bij conflicten - sociaal-juridisch advies aan mensen met een laag inkomen (sociaal raadswerk) Daarnaast is bij Stichting Binding het Wmo-loket ondergebracht. Het Wmo-loket wordt inhoudelijk en beleidsmatig aangestuurd door de gemeente. Binding biedt ook huisvesting aan de RSD t.b.v. de lokale loketfunctie en aan het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). De gezamenlijke huisvesting maar ook de politieke ontwikkelingen, i.c. de taken die naar de gemeente toe komen, stimuleren verdergaande samenwerking, zowel intern als extern (bijvoorbeeld met de RSD, zorginstellingen etc.). De Rekenkamercommissie heeft in 2012 een onderzoek gedaan naar de subsidiëring van Stichting Binding door de gemeente en de effecten van deze subsidie. Eén van de aanbevelingen was om het Dienstenboek 2014 beter te koppelen aan het gemeentelijk beleid en de gemeentelijke doelen; dat is gebeurd. Aangegeven wordt welke prestaties nodig zijn om de gestelde resultaten, en daarmee de gemeentelijke doelen, te behalen. Tussentijds is de voortgang van het gestelde in het Dienstenboek 2013 gemonitord en achteraf is systematisch bekeken wat wel en wat niet is gedaan/bereikt. Voor wat betreft het jeugd- en jongerenwerk vindt er een verschuiving plaats van een focus op de brede doelgroep naar de smallere doelgroep van jongeren die, tijdelijk of structureel, extra aandacht behoeven. Zie verder onder Jeugdbeleid. Voor het ouderenwerk is de beoogde samenwerking met andere partijen goed van de grond gekomen, zowel waar het gaat om het delen van ruimte (E&E Gasthuis), het aanbieden van activiteiten, als het leveren van voorzieningen zoals Tafeltje Dekje. Zie ook onder Ouderenbeleid.
84
Het vrijwilligerssteunpunt gaat verder op de ingeslagen weg. In 2013 is afgezien van de formulering van een nieuw beleidskader, omdat het voornemen is om een integrale sociale agenda op te stellen, waarvan de verschillende beleidsterreinen deel uitmaken. De kaderstelling rond positie en taken van vrijwilligers kan niet los gezien worden van de visie op het gehele sociale domein. De huidige ontwikkelingen in de samenleving (Kanteling in de Wmo, de drie grote transities) leggen alle meer verantwoordelijkheid bij de burgers zelf: we moeten toe naar een Participatiemaatschappij. Om die reden is het plan om eerst te komen tot een samenhangende kaderstelling voor het sociale domein (en daarbij tevens voor het deelonderwerp vrijwilligerswerk). De overgang van AWBZ-functies naar de Wmo zal naar verwachting leiden tot meer overbelasting bij mantelzorgers en daardoor tot meer hulpvragen bij het steunpunt mantelzorgondersteuning. Het signaleringsnetwerk ontwikkelt zich goed in de setting van Binding en de coördinator functioneert als een spin in het web. Er is een link met het project Buurtbemiddeling maar ook met het Wmo-loket, het sociaal-raadswerk en het CJG. In 2013 is de gemeente (onder toepassing van maatwerkafspraken) aangesloten bij het Meldpunt Zorg & Overlast. Door de inzet van het Meldpunt kan indien noodzakelijk een indicatie voor bemoeizorg worden verkregen. Een aantal projecten is bij Stichting Binding opgestart om te onderzoeken hoe vanaf 2015 een geïntegreerd aanbod van diensten en zorg voor (groepen) inwoners vorm kan krijgen. Wat wilden we bereiken Wat hebben we bereikt 1. Een gezonde financiële situatie en goede bedrijfsvoering bij Binding. Gerealiseerd. Er is ook een begin gemaakt met het vormen van reserves. 2. Een rechtmatige en efficiënte subsidierelatie met Stichting Binding. Gerealiseerd.
Wat gingen we er voor doen 1. Binding stimuleren met de beschikbare middelen maximale resultaten te behalen. Periodieke monitoring van de financiële situatie. 2. Heldere formulering van de gemeentelijke doelen en vertaling naar de te leveren prestaties in het Dienstenboek. Tussentijdse monitoring, desgeswenst bijsturing en systematische evaluatie achteraf a.d.h.v. het jaarverslag. 3. Er wordt onderzocht of in samenwerking met het jongerenwerk en het Revius gerichte voorlichtingsactiviteiten voor alcohol en drugs kunnen worden georganiseerd. Dit moet binnen de huidige financiële middelen worden uitgevoerd.
Wat hebben we gedaan Begroting en jaarrekening worden uitgebreid besproken en geëvalueerd. Tussentijds zijn er regelmatige gesprekken. Het Dienstenboek sluit steeds beter aan op de gemeentelijke doelen, de voortgang wordt tussentijds gemonitord en er is een transparante verantwoording. Gerealiseerd. De jongerenwerkers geven voorlichting in de brugklassen van het Revius.
Toelichting op realisatie In 2012 en 2013 liepen er bezuinigingstrajecten die ook impact voor Binding hadden.
85
Jeugdbeleid, jeugd(gezondheids)zorg en Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Binnen de gemeente Wijk bij Duurstede werd in 2013 gebruik gemaakt van een nota Integraal Jeugdbeleid genaamd “Opgroeien in Wijk bij Duurstede”. Het doel van de nota was het formuleren van beleid gericht op het creëren van een eigen plek in de samenleving voor de jeugd. Hierbij moet gedacht worden aan ruimte op straat om elkaar te ontmoeten en mogelijkheden voor persoonlijke ontwikkeling. De nota was reeds verlopen en hebben wij in 2012 geëvalueerd. In 2013 is een nieuw beleidskader opgesteld, met medeneming van de beoogde bezuinigingen, en ter inzage gelegd. De definitieve vaststelling door de raad vindt in februari 2014 plaats. De taken op het gebied van de jeugdgezondheidszorg worden uitgevoerd door Vitras/CMD (0-4 jaar) en de GGD Midden-Nederland (4-19 jaar). De afgelopen tijd heeft er op regioniveau een discussie plaatsgevonden over de vraag hoe de jeugdgezondheidszorg in de toekomst organisatorisch onder te brengen. Hierbij speelt onder andere de wens van gemeenten om de jeugdgezondheidszorg van 0 tot 19 jaar in een geïntegreerde organisatie onder te brengen. Een dergelijke geïntegreerde organisatie heeft voldoende body om de decentralisatie van de jeugdzorg tegemoet te treden. Deze wens kan op meerdere wijzen gestalte krijgen. In 2013 zijn de nodige voorbereidingen wel getroffen, maar is nog niet duidelijk geworden voor welk scenario zal worden gekozen. Deze keuze zal in de 1e helft van 2014 wel worden gemaakt. Het Centrum voor Jeugd en Gezin bestaat sinds mei 2011 en heeft de volgende functies: informatie- en advies m.b.t. opvoeden en opgroeien, licht pedagogische hulpverlening en coördinatie van zorg. Eind 2013 is besloten de inloopfunctie van het CJG te integreren in het Wmo-loket. De openingstijden zijn hiermee verruimd. De zgn. outreachende werkwijze, dat wil zeggen het actief ophalen van de vraag daar waar ouders/opvoeders al komen, zoals op scholen, is gehandhaafd. Ook houden inwoners de mogelijkheid vragen te stellen via de website en een eigen telefoonnummer. Met het oog op de transitie jeugdzorg heeft het CJG in 2013 geëxperimenteerd met de vorming van een ‘sociaal team jeugd’. Met geld van de provincie is een ambulant hulpverlener van een (nu nog) provinciale jeugdzorginstelling gedetacheerd naar de gemeenten. Deze ambulant hulpverlener heeft in het ‘team jeugd’ geparticipeerd. Zij is ingezet in de gezinnen waar meervoudige vraagstukken spelen op het gebied van opvoeden en opgroeien. In Wijk bij Duurstede werkt zij nauw samen met de schoolmaatschappelijk werker, die in het kader van een lokale pilot in januari 2013 is gestart ter versterking van het lokale veld en de aansluiting met het onderwijs. De ervaringen zijn tot nog toe zeer positief. De inzet van de schoolmaatschappelijk werker heeft geleid tot kortere lijnen met het onderwijs en dus snellere hulp aan kinderen/gezinnen die dat nodig hebben. Door de inzet van de ambulant hulpverlener in gezinnen konden meldingen bij Bureau Jeugdzorg Utrecht achterwege blijven. De meerwaarde van de jeugdhulpverlener is dat zij meerdere interventies binnen 1 casus kan toepassen, zodat er snel een omslag kan komen in een gezin dat al langer in een vaak negatieve spiraal zit. Het CJG is de komende tijd volop in ontwikkeling. Bij de overheveling van de jeugdzorgtaken naar de (samenwerkende) gemeenten zal het CJG gaan dienen als front office voor alle jeugdzorgactiviteiten van de gemeente. Hier zal het CJG gefaseerd naartoe groeien, waarbij het laagdrempelige karakter van het CJG inlooppunt als vraagbaak voor alle vragen over opvoeden en opgroeien niet uit beeld mag raken. 86
Combinatiefuncties In 2009 heeft het college ingestemd met het deelnemen aan de rijksregeling: Impuls brede scholen, sport en cultuur. Deze Impuls is bestemd om combinatiefunctionarissen in te zetten op scholen, in de kinderopvang, in de sport en binnen cultuurorganisaties. Per combinatiefunctie financiert het Rijk 40% en een gedeelte komt uit het veld. In 2013 waren er net als in 2012 vier combinatiefunctionarissen aanwezig verdeeld over 2,3 fte. (Sport 0,9 fte, cultuur 0,45 fte, maatschappelijke stage 0,45fte en arrangementen primair onderwijs 0,45fte). Zij hebben verschillende activiteiten ontplooid binnen de verschillende sectoren om de ontwikkelkansen van kinderen te vergroten. Sinds 2013 zijn alle combinatiefunctionarissen in dienst bij externe partijen (zie programma 2 over combinatiefunctionaris cultuur). Transitie jeugdzorg De voorbereiding op de transitie Jeugdzorg is in 2013 voortvarend opgepakt. Dit is gebeurd in samenwerking met de provincie (nu immers nog verantwoordelijk voor de provinciale jeugdzorg) en de regiogemeenten (Regio Kromme Rijn Heuvelrug). Er is inmiddels inzicht in aard en omvang van toekomstige taken, de huidige zorgvraag en de cliëntstromen zodat wij de juiste afwegingen kunnen maken ten behoeve van de inrichting en organisatie van het nieuwe stelsel. In september/oktober 2013 zijn zgn. regionale transitie-arrrangementen opgesteld, waarin met de zorgaanbieders afspraken zijn gemaakt over de continuïteit van de zorg in 2015. Verder is er een ‘regionaal beleidskader jeugdhulp route Zuidoost’ opgesteld. In dit beleidskader stellen de samenwerkende gemeenten voor de periode 2014–2018 de kaders vast voor de wijze waarop invulling zal worden gegeven aan de stelselherziening die voortkomt uit de Jeugdwet. Het beleidskader omvat de visie, ambities en resultaten. Het beleidskader is, inclusief een lokale paragraaf, begin 2014 aan de gemeenteraad ter besluitvorming aangeboden.
Wat wilden we bereiken 1 Het creëren van een eigen plek in de samenleving voor de jeugd.
Wat hebben we bereikt Door de komst van de JOP op Marienhoeve is er een extra fysieke plek gecreëerd voor jongeren. Ook de mobiele ontmoetingsplek van Stichting Binding heeft een aantrekkende kracht op jongeren. De jongerenwerkers komen hierdoor in contact met de jongeren en stimuleren hen om deel te nemen in de maatschappij. 2 Het bieden van laagdrempelige zorg en advies voor een ieder. Inloopfunctie CJG geïntegreerd in Wmo loket: verruimde openingstijden. 3 Het voorzien in een netwerk met achterliggende voorzieningen indien Eerste aanzet tot vorming sociaal team jeugd. nodig.
87
Wat gingen we er voor doen 1 Het opstellen van nieuw jeugdbeleid.
2 Doorontwikkeling van het CJG.
Wat hebben we gedaan Het beleidskader Jeugd gemeente Wijk bij Duurstede 2014-2018 is geformuleerd en ter inzage gelegd. De vaststelling is gepland voor februari 2014. - Inloopfunctie geïntegreerd in Wmo loket. - Eerste aanzet/experiment met vorming sociaal team jeugd. - Pilot inzet schoolmaatschappelijk werk.
Toelichting op realisatie De effecten van de bezuinigingen hebben wij eerst met Stichting Binding besproken. Aan de hand daarvan is in samenspraak met de directeur, de jongerenwerkers, een vertegenwoordiger van het Revius, de politie en beleidsambtenaren een nieuw beleidskader geformuleerd. Dit beleidskader heeft ter inzage gelegen. Integratie leidt tot ruimere openingstijden en dus mogelijkheden voor inwoners om vragen te stellen Met behulp van provinciaal geld is geëxperimenteerd met een sociaal team jeugd, dat bestaat uit verschillende disciplines en in staat is snel juiste hulp te bieden.
Prestatie indicator
Bron
Percentage kinderen 13-14 jaar met overgewicht.
GGD Atlas
16
Percentage kinderen jonger dan 16 jaar dat alcohol gebruikt.
GGD Atlas
34
Percentage kinderen 13-14 jaar met een verhoogde score op de SDQ2.
GGD Atlas
2
Streefwaarde 2013
Realisatie 2013
11% (gebaseerd op cijfers uit 2012. Cijfers uit 2013 zijn niet bekend) 30% (gebaseerd op cijfers uit 2012. Cijfers uit 2013 zijn niet bekend. Percentage kinderen dat in de afgelopen vier weken alcohol heeft gebruikt).
13 14% (gebaseerd op cijfers uit 2012. Cijfers uit 2013 zijn niet bekend)
Strength and diffiiculties questionnaire. Bij kinderen met een score boven een bepaald punt is mogelijk sprake van psychosociale problematiek 88
Gezondheidsbeleid Er is een nieuwe lokale gezondheidsnota ontwikkeld ‘Gezond meedoen in Wijk’ voor de jaren 2014-2018. De lokale gezondheidscijfers van de GGD Midden Nederland zijn leidend geweest om het gesprek aan te gaan met het veld (nulde, eerste- en tweedelijnszorg) om zo te komen tot nieuwe speerpunten voor de komende jaren. Zo zijn er diverse bijeenkomsten geweest, enquêtes uitgezet, interviews gehouden en is er apart overleg met huisartsen geweest. De gezondheidsnota is door het college vastgesteld en zal in februari 2014 aangeboden worden aan de gemeenteraad ter vaststelling. Er zijn drie speerpunten opgenomen in de nota: Speerpunt 1: de psychische pijler (gelet op sociale weerbaarheid, eenzaamheid en depressie); Speerpunt 2: overgewicht; Speerpunt 3: alcohol en drugs. De gezondheidsnota is een integrale nota geworden gekoppeld aan de transitie AWBZ, transitie Jeugd en de Participatiewet. Samenhang is er met het Ouderenbeleid, Wmo-beleid, Jeugd- en jongerenwerk, Horecabeleid, Handhavingsbeleid en Openbare Orde en Veiligheid. Er is in kaart gebracht hoe te komen tot een uitwerking van de speerpunten. De uitvoering van de ‘psychische pijler’ vraagt om een trekker en er kan worden aangehaakt op bestaande netwerken (waaronder het Signaleringsnetwerk). Er bestaat al een werkgroep ‘gezond gewicht’ voorzien van een trekker, die anders moet worden ingericht (vorm en structuur) om efficiënter en effectiever met actieve samenwerkingspartners aan de slag te gaan. De voorbereidingen zijn al getroffen om hiertoe te komen. Voor de pijler ‘alcohol en drugs’ bestaat nog geen integrale werkgroep. Er zijn voorbereidingen getroffen om vanuit de gemeente relevante beleidsterreinen hierop aan te sluiten waaronder Openbare Orde en Veiligheid, Horeca en Handhaving. Met publieke en private partijen dienen de werkgroepen versterkt te worden om tot een integraal actieplan te komen en hier uitvoering aan te geven. Aangezien de ‘vorige’ gezondheidsnota in 2013 nog leidend was, is er uitvoering gegeven aan de speerpunten van die nota. Voorlichting is gegeven aan basisschoolleerlingen via het project Gezonde School en Genotsmiddelen. Dit project, ingekocht bij de GGD Midden Nederland, bestaat uit lessen voor groep 8 over roken en alcohol en er worden ouderavonden georganiseerd. Ook dit jaar is met de werkgroep Gezond gewicht uitvoering gegeven aan het actieplan om meer bewegen, gezond eten en een gezonde leefstijl te bevorderen. Eenzaamheid en kwetsbaarheid komen veelal voor onder de doelgroep senioren. De gemeente heeft subsidie beschikbaar gesteld voor het lokale activiteitenprogramma KWIEK. Er is een multi-dimensionaal interventieprogramma opgezet rond bewegen, medicatie, voeding en het bevorderen van sociale vaardigheden. Doel hierbij is kwetsbaarheid te verminderen, zelfredzaamheid te verhogen en kwaliteit van leven te behouden. Dit programma is aangeboden aan 75 senioren boven de 64 jaar die zelfstandig thuis wonen in de gemeente Wijk bij Duurstede. Aan het programma is ook een wetenschappelijk onderzoek gekoppeld waar NUZO (Netwerk Utrecht Zorg Ouderen) subsidie voor heeft verleend. Het Julius Centrum van het UMC verricht dit onderzoek. Dit om de effecten te meten op de mate van kwetsbaarheid onder deze doelgroep. Op dit moment loopt het programma KWIEK nog. Er volgt een evaluatie van de uitvoering; zijn de doelen behaald en is het nuttig om dit project voortgang te bieden?
89
Er is met het WIEL ( Wijkse Integrale Eerstelijn) integrale afstemming en samenwerking geweest. Er is een kerngroep opgezet; deze is relatief klein, maar wel werkbaar en nog in ontwikkeling. Het WIEL wordt gezien als aanspreekpunt voor de eerste lijn. Vanwege beperkte omvang in de kerngroep is gekozen voor twee netwerk-bijeenkomsten per jaar. Deze worden goed bezocht door gemiddeld 35 personen. Dit zijn onder andere de huisartsen, fysiotherapeuten, ergotherapeut, Stichting MEE, Indigo,Vitras/CMD, Buurtzorg, GGD Midden Nederland, Dagcentrum Uitwijk, diëtisten, Stichting Binding en het Wmo-loket.
Wat wilden we bereiken 1. Het blijven verwerven van inzicht in de lokale gezondheidssituatie. 2. Het beschermen en bevorderen van de gezondheid van inwoners uit de gemeente Wijk bij Duurstede.
Wat hebben we bereikt Monitoren gezondheidscijfers en cijfers geanalyseerd voor de nieuwe gezondheidsnota voor de jaren 2014-2018. De wettelijk verplichte taken zijn uitgevoerd. Wij nemen deze af bij de GGD Midden Nederland. Tevens is er uitvoering gegeven aan de speerpunten uit de gezondheidsnota die leidend was voor het jaar 2013.
Wat gingen we er voor doen 1. Het bijhouden van gegevens over de gezondheidstoestand van onze inwoners: De GGD komt om de vier jaar met een gezondheidsmonitor.
Wat hebben we gedaan Om te komen tot speerpunten voor de nieuwe gezondheidsnota zijn de gezondheidscijfers van de GGD MN geanalyseerd.
2. Het vaststellen van de kaders van de nieuwe nota gezondheidsbeleid door de raad. Vervolgens de nota nader uitwerken zodat de conceptversie de inspraak ingaat. De definitieve versie voor de periode 2013- 2017 wordt uiteindelijk door college en raad ter vaststelling aangeboden.
Er is een nieuwe gezondheidsnota voor de jaren 2014-2018 ontwikkeld die in 2013 door het college is vastgesteld nadat enkele inspraakreacties waren verwerkt. Februari 2014 zal de nota aan de raad ter vaststelling worden aangeboden.
Toelichting op realisatie Cijfers van de vorige metingen (jeugd, volwassenen en senioren) zijn vergeleken met de meest recente cijfers en er is een vergelijking gemaakt met de regio. Zo werd inzichtelijk welke gezondheidsproblemen aandacht vragen.
90
Prestatie indicator Het percentage jongeren (9-11 en 13-16 jaar) met overgewicht neemt geleidelijk af per jaar.
Bron GGD atlas
Het percentage volwassenen (18 jaar en ouder) dat de beweegnorm3 haalt ligt in 2015 5% hoger ten opzichte van 2008. In 2015 is het aantal 55-plussers dat gebruik maakt van het beweeg-aanbod, afgestemd op hun leeftijd, met 10% gestegen ten opzichte van 2007.
Volwassengezondheidsmonitor GGD
Streefwaarde 2013 Realisatie 2013 16% 12% (9-11 jr) 11% (13-16 jr) (gebaseerd op cijfers 2012. Cijfers 2013 zijn niet bekend) 66% 61% 64% - 4.
Bouwen voor doelgroepen Binnen de gemeente wordt er van verschillende kanten gekeken naar mogelijkheden om te bouwen voor specifieke doelgroepen, zoals mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking. In de nieuw op te stellen gemeentelijke Woonvisie wordt een nieuwe behoeftebepaling van aard en aantal zorgwoningen opgenomen. Wat wilden we bereiken Levensloopbestendige woningen, die bij het ontstaan van beperkingen bij de bewoners, eenvoudig aangepast kunnen worden.
Wat hebben we bereikt 1. Er is een BTBV-commissie samengesteld die tekeningen van (nieuwbouw) woningen en wijken toetst. Het secretariaat van deze commissie is ondergebracht bij stichting Binding. 2. Alle (nieuwbouw) woningen worden getoetst op bereikbaarheid, toegankelijkheid, bruikbaarheid en veiligheid. 3. Er zijn nieuwe 55-plus woningen gebouwd volgens dit concept: Oranjepoort in Langbroek, bij het Ewoud en Elisabethgasthuis, woningen in Cothen.
3
beweegnorm: ten minste vijf dagen per week een half uur matig intensief bewegen. Hoeft niet aaneengesloten te zijn, kunnen georganiseerde of ongeorganiseerde sporten zijn of bewegingsvormen in de vrije tijd (zoals fietsen en wandelen) en tijdens dagelijkse verplichtingen (zoals huishoudelijk werk, klussen, fietsen of wandelen van en naar werk of school). 4 Dit was een onder-deel van de sport-nota maar wordt niet meer gemeten. De sportdeelname onder 55 plussers moet gemeten worden met een apart onderzoek. Gezien bezuinigingen is het niet meer mogelijk dergelijke onderzoeken uit te laten voeren vanuit het sportbudget. De beweegnorm (zoals hierboven aangegeven) wordt wel meegenomen in de gezondheidsmonitor
91
Wat gingen we er voor doen 1 Bepalen aan welke voorwaarden een dergelijke wijk moet voldoen. 2 Checklisten vaststellen. 3 Draakvlak creëren zowel intern als extern.
Wat hebben we gedaan Er is een toetsingkader m.b.t. levens-loopbestendig bouwen opgesteld en vastgesteld. Uitgevoerd. 1. Er zijn folders voor inwoners en projectontwikkelaars ontworpen en verspreid. 2. Er zijn intern en extern diverse (voorlichtings)bijeenkomsten georganiseerd.
Toelichting op realisatie
Onderwijs Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) Op grond van de wetgeving die in 2010 van kracht is geworden, moeten gemeenten bevorderen dat zoveel mogelijk kinderen met een taalachterstand een Voorschools- (op Peuterspeelzalen of in Dagopvang) of Vroegschools (in groep 1/2 van de basisschool) VVE-programma volgen. Wat wilden we bereiken 1. Deelname van alle (zoveel mogelijk) doelgroepkinderen 2. Nog betere afstemming tussen Voor- en Vroegschools aanbod
Wat gingen we er voor doen Voortzetten van overleg en vervolgafspraken met Consultatiebureau, Peuterspeelzalen, Dagopvang en scholen.
Prestatie indicator Percentage deelname doelgroep
Wat hebben we gedaan Regelmatige overleggen met: -alle instellingen (3x) -Werkgroep VVE (2x) -alle scholen afzonderlijk (1x) -consultatiebureau (2x)
Bron
Wat hebben we bereikt Gerealiseerd. Gerealiseerd, blijft in beeld als permanent aandachtspunt.
Toelichting op realisatie De overlegstructuur is in 2013 voortgezet. In het bijzonder zijn aan de orde geweest: -doelstelling; -het meten van de resultaten van VVE; -ouderbetrokkenheid.
Streefwaarde 2013 80
Realisatie 2013 95
92
Onderwijshuisvesting Toen de raad besloot tot nieuwbouw voor het Revius viel tegelijk het besluit om het bestaande pand te verbouwen tot een brede school primair onderwijs. Er volgde een discussie over welke scholen er in de brede school moesten komen en welke andere functies. In 2013 is besloten af te zien van de verbouwing van het “oude Revius” voor de huisvesting van de Brede School De Horden. De bouwkundige staat van het gebouw bleek ongeschikt voor hergebruik die moet voldoen aan de huidige vereisten. Er wordt overgegaan tot nieuwbouw met handhaving van de gymzaal. Het is de bedoeling, dat het gebouw in de 2e helft van 2015 in gebruik wordt genomen. In 2013 is het overleg met de schoolbesturen over het Integraal HuisvestingsPlan 2015-2025 voortgezet. In december 2013 bleek, dat (nog) niet alle schoolbesturen met het concept-plan konden instemmen. Wat wilden we bereiken Doel van het Project Brede School De Horden is de verbouw van het huidige pand van Revius Lyceum aan de Middelweg zodat bovenstaande organisaties er in gevestigd kunnen worden.
Wat hebben we bereikt Er is besloten om niet tot verbouw over te gaan maar om op de locatie nieuwbouw te realiseren.
Wat gingen we er voor doen In 2012 wordt samen met de participanten gewerkt aan een programma van eisen voor de verbouw van de school. Daarbij wordt vooral ook gekeken naar de financiële situatie. Eind 2012 wordt gestart met de verbouw van het pand zodat het eind derde / vierde kwartaal 2013 door participanten kan worden betrokken.
Wat hebben we gedaan Na het besluit om over te gaan tot nieuwbouw is daarvoor een Programma van Eisen opgesteld en is de architect-selectie opgestart.
Toelichting op realisatie Het project is omgeschakeld van verbouw naar nieuwbouw.
Ouderenbeleid In 2011 heeft het college het besluit genomen om de looptijd van de ouderennota te verlengen tot en met 2012 omdat er geen directe aanleiding was om de bestaande beleidskaders aan te passen. Het doel was om een nieuwe Ouderennota aan de raad voor te leggen. Inmiddels is besloten de kaders voor nieuw ouderenbeleid mee te nemen in een integrale beleidsagenda. Gelet op de toename van het aantal mensen met dementie in Wijk bij Duurstede, is de afgelopen periode gewerkt aan het opzetten van ketenzorg dementie. Deze ketenzorg is bijna geformaliseerd met relevante partners in samenwerking met de gemeente Bunnik. Er wordt binnenkort een aanvraag ingediend bij het zorgkantoor / Agis om financiële middelen beschikbaar te krijgen vanaf januari 2013. Het bijbehorende actieplan zal onder andere gericht zijn op het aanstellen van een casemanager en het opzetten van een ontmoetingscentrum.
93
Wat wilden we bereiken 1 Een nieuwe nota ouderenbeleid met daarin opgenomen nieuwe speerpunten voor de komende vier jaar vanaf 2013.
2. Ketenzorg dementie is geformaliseerd en er wordt uitvoering gegeven aan het plan van aanpak.
Wat gingen we er voor doen 1. Door middel van een integraal proces wordt input geleverd voor de nieuwe nota. Er worden nieuwe speerpunten ter vaststelling aan het college en de raad aangeboden.
2. Ieder jaar wordt een jaarplan vastgesteld behorende bij de speerpunten uit de nieuwe ouderennota. 3. Er wordt uitvoering gegeven aan het jaarplan. 4. Er is een getekende samenwerkingsovereenkomst ketenzorg dementie.
Wat hebben we bereikt Er zijn voorbereidingen getroffen om tot nieuwe speerpunten te komen met input vanuit het veld. Enquêtes en interviews zijn gehouden. Een start is gemaakt met de uitwerking van de nota. Gelet op de Maatschappelijke Agenda die in 2014 opgesteld zal worden, is besloten de ouderennota daarvan onderdeel te laten uitmaken. Er is om deze reden in 2013 dan ook geen aparte ouderennota opgesteld. De Keten is versterkt met diverse samenwerkingspartners waaronder huisartsen. Er is een nieuw jaarplan opgesteld en er is nieuwe financiering ontvangen van Achmea voor de coördinator (eenmalig) en de casemanager dementie die in 2013 is aangenomen en werkzaam is bij Stichting Binding voor de gemeente Wijk bij Duurstede en Bunnik. Het bestand van de casemanager is aardig opgelopen, nl. tot 24 cliënten uit alleen al Wijk. Er is gewerkt aan het opzetten van een ontmoetingscentrum voor dementeren en hun mantelzorgers dat in het E&E gasthuis moet komen. Er is afstemming met zorgverleners bereikt over vroegsignalering tot aan opname om zo een keten te krijgen in het belang van de dementerenden en hun mantelzorgers.
Wat hebben we gedaan - Gesprekken gevoerd met inwoners en organisaties over wensen m.b.t. nieuw ouderenbeleid. - Input wordt niet verwerkt in een separate ouderennota maar opgenomen in integrale beleidsagenda voor het hele sociale domein N.v.t.
Toelichting op realisatie Besluit om geen separate ouderennota op te stellen hangt samen met de drie transities. In januari 2014 is de raad per memo geïnformeerd.
N.v.t. Deze is opgesteld en ondertekend door de samenwerkingspartners met veel pers-aandacht.
N.v.t. De keten is van toepassing op de gemeenten Wijk bij Duurstede en Bunnik. Veel samen-
N.v.t.
94
werkingspartners delen wij, maar andere zijn specifiek per gemeente zoals de huisartsen. 5. Er wordt uitvoering geven aan het actieplan ketenzorg dementie.
Jaarplan opgesteld en uitvoering gegeven aan het jaarplan
Horecabeleid Horeca is een belangrijke functie binnen de gemeente. Zowel agrariërs, verenigingen en ondernemers ontplooien horeca-activiteiten. Daarbij is sprake van tegengestelde belangen. Op 25 juni 2013 is het horecabeleid door de raad vastgesteld. Het horecabeleid biedt voor alle partijen (meetbare) ontwikkelingsmogelijkheden zonder dat deze mogelijkheden ten koste gaan van andere partijen. Hierbij wordt vooral geadviseerd dat betrokkenen moeten samenwerken. De directe aanleiding voor het opstellen van dit beleid was het Integraal Veiligheidsplan uit 2009. Negatieve trends in de horecasector zelf, maar ook bij de andere partijen die horeca-activiteiten ontplooien, waren aanleiding een integraal horecabeleid op te stellen. Verder spelen nieuwe wet- en regelgeving en verouderd beleid een rol. De huidige kaders en de huidige situatie voor de horecasector gaven ook de aanleiding het gemeentelijk horecabeleid te actualiseren. Het beleid is erop gericht om de gesignaleerde knelpunten op te lossen richting (horeca-)ondernemers, bewoners, (toeristische) bezoekers en handhavende instanties. Het horecabeleid biedt de gemeente een kader waarmee op passende wijze kan worden geacteerd op horeca-activiteiten in de gemeente. De kernpunten van het horecabeleid zijn: - een concreet toetsingskader voor horeca-activiteiten in het buitengebied. Kernpunt hiervan is dat horeca als nevenactiviteit maximaal 100m² mag zijn, voor maximaal 30 personen en tot 20.00u geëxploiteerd mag worden; - een Verordening Paracommercie waarin randvoorwaarden aangegeven zijn waarbinnen paracommerciële instellingen horeca-activiteiten mogen uitoefenen. Hoofdzaak is dat aangegeven is wat wel en wat niet eerlijke concurrentie is. Concreet wordt voorgesteld dat verenigingen en instellingen 3 evenementen per jaar mogen organiseren en 6 maal een bijeenkomst van persoonlijke aard. Tot slot zijn de openingstijden gesteld op maximaal 2 uur voor de eerste activiteit tot 2 uur na de laatste activiteit. Wat dit laatste punt betreft, kan de raad ervoor kiezen om per vereniging en instelling voor ieder aparte openingstijden te formuleren; - geeft aan dat de coördinatie naar buiten toe voor verbetering vatbaar is en stelt daarom voor een horecaplatform op te richten en een horeca-coördinator aan te wijzen. Het beleid waarborgt het belang van iedere partij maar ook het algemene belang door te streven naar balans en samenwerking. Het streven naar een complementair aanbod is belangrijk voor de gemeente. Het is mogelijk dat iedere partij zich profileert (naar de leden, naar de toerist, naar de recreant, naar de inwoners) maar alleen door elkaar te betrekken en onderling afspraken te maken.
95
Wat wilden we bereiken 1.De horecasector dient een zo optimaal mogelijke bijdrage te (blijven) leveren aan het economische klimaat en het voorzieningenniveau van Wijk bij Duurstede. Horeca als trekker in het centrum, als ondersteuner van het winkelklimaat in dorps- en wijkcentra en als pijler van het toeristische klimaat. 2.Het horecabeleid moet een bijdrage leveren aan enerzijds het tegengaan van oneigenlijke concurrentie door paracommercie, onduidelijkheid over ontwikkelingsmogelijkheden van horeca als nevenactiviteit én horeca in het buitengebied en anderzijds de -te- beperkte mogelijkheden om de (toeristische) bezoekers beter te kunnen bedienen.
Wat hebben we bereikt Het horecabeleid geeft voor het centrum, de kernen en het buitengebied richtinggevende kaders mee. Het beleid c.q. de geboden mogelijkheden zijn een balans tussen de tegenstrijdige belangen van ondernemers, agrariërs en (sport)verenigingen en is het resultaat van een 4-jarig lang durend proces.
Onderdeel van het horecabeleid is de Verordening Paracommercie. In het beleid is een gedetailleerd voorstel gedaan wat deze verordening zou inhouden. Uiteindelijk is de verordening op 10 december 2013 door de raad vastgesteld. Ofschoon de verordening een verruiming van de mogelijkheden geeft, is tevens geconstateerd dat de verordening niet altijd goed aansluit op de praktijk. In 2014 zal onder begeleiding van de horeca-coördinator en via het horecaplatform een evaluatie plaatsvinden. Dit moet uiteindelijk leiden tot een aanpassing van de verordening. 3.Het horecabeleid moet een kader bieden om te kunnen In het horecabeleid is een uitgebreide passage opgenomen over hoe om te optreden tegen de wildgroei en overlast door terrassen, gaan met terrassen. overmatig alcoholgebruik door de jeugd, overlast in Het horecabeleid verwijst inzake overmatig alcoholgebruik naar de “Nota uitgaansgebieden en het gericht toepassen van de wet BIBOB. lokaal gezondheidsbeleid 2008-2011” en de nota “Opgroeien in Wijk bij Duurstede Nota integraal jeugdbeleid 2004-2009”. De gemeente ontplooit op dit moment twee activiteiten om het alcoholgebruik onder jongeren terug te dringen (voorlichting door de GGD op basisscholen en inzetten van jongerenwerkers om voorlichting te geven op de middelbare school) Het horecabeleid laat toe om niet alleen bij de verlening van de DHWvergunning, maar ook bij het verlenen van de exploitatie-vergunning te toetsen aan de Wet Bibob, maar doet hierover geen nadere uitspraken. Dit loopt via het veiligheidsspoor. 4.Het horecabeleid moet richtlijnen omvatten voor de In het derde kwartaal van 2013 is begonnen met de implementatie van het handhaving zodat achterstanden in de behandeling van horecabeleid in concrete regelgeving (beleidsregels, bestemmings- plannen, horecavergunningaanvragen en overtredingen die plaatsvinden verordeningen e.d.) De implementatie loopt door tot in 2014. Na implementen aanzien van de paracommercie, extensieve recreatie en tatie kan er goed gehandhaafd worden. Drank- en Horecawet kunnen worden aangepakt. In 2013 zijn middelen gereserveerd voor een nieuwe DHW-BOA. 5.Het horecabeleid moet daar waar dit mogelijk is uitgaan van Het horecabeleid is een set van afspraken tussen de belangengroepen. Ook 96
het duurzaamheidbeginsel.
Wat gingen we er voor doen Tegengaan van oneigenlijke concurrentie van paracommerciële instellingen.
Tegengaan onduidelijkheid over ontwikkelingsmogelijkheden van horeca als nevenfunctie (mede in het buitengebied).
Tegengaan onduidelijkheid over ontwikkelingsmogelijkheden van ‘horeca als nevenfunctie in het buitengebied’. Verruiming mogelijkheden bedienen (toeristische) bezoekers.
Tegengaan wildgroei en overlast door terrassen.
de wensen van de raad en het ambtelijk apparaat zijn met elkaar verweven. Met name het proces en de resultaten daaruit zijn te betitelen als duurzaam. Door de horeca-coördinator en het horecaplatform blijft het thema ‘horeca’ actueel en levend in de praktijk. Wat hebben we gedaan Toelichting op realisatie De definitieve versie van de Verordening Paracommercie is op 10 december 2013 door de raad vastgesteld. De verordening biedt regels voor paracommerciële instellingen om horeca-activiteiten te ontplooien. De term “ondergeschikte horeca” is in het horecabeleid vervangen door “horeca als nevenactiviteit”. Dit begrip wordt in het beleid duidelijk en uitgebreid gedefinieerd. Idem aan vorige. Doordat horeca zich onder voorwaarden overal mag ontwikkelen, is de verwachting dat de aantrekking van zowel het buitengebied als de kernen zal toenemen. Het horecabeleid doet een concreet voorstel voor terrassenbeleid. De paragraaf kan geïnterpreteerd worden als beleidsregel. Formeel moet dit nog worden verwerkt in de APV.
Het horecabeleid stelt randvoorwaarden ten aanzien van horeca als nevenactiviteit. Voor het buitengebied wordt dit gedetailleerd uitgewerkt.
In 2014 zal er uitvoering worden gegeven aan de maatregelen die het horecabeleid voorstelt.
97
6.4
Onze gerealiseerde ombuigingen in één oogopslag
Voorgestelde ombuigingen GGD Wmo bezuinigingen Leerlingenvervoer Huisvesting scholen Totaal
6.5
Streven 2013 € 14.000 € 78.000 € 12.500 € 50.000 € 154.500
Realisatie 2013 € 14.000 € 78.000 € 12.500 € 50.000 € 154.500
Reserves
Reservemutaties
Toevoeging
Onttrekking
Totaal
Toevoeging Algemene Reserve Opheffing BR tbv kapitaallasten Brede school Cothen
€ 343.441
€ 343.441
Opheffing BR tbv kapitaallasten Cultuurhuis Cothen
€ 711.757
€ 711.757
€ 12.082
€ 12.082
€ 328.913
€ 328.913
Opheffing BR tbv kapitaallasten verbouwing 't Wijkhuis Toevoeging bestemmingsreserve Wmo Onttrekkingen bestemmingsreserves Opheffing BR Cultuurhuis Cothen Opheffing BR verbouwing 't Wijkhuis Opheffing BR Brede school Cothen AWBZ begeleiding Totaal onttrekking programma 6
€ 1.396.193
€ 711.757
-€ 711.757
€ 12.081
-€ 12.081
€ 343.441
-€ 343.441
€ 15.000
-€ 15.000
€ 1.082.279
€ 313.914
98
6.6
Financiële recapitulatie
6. - Zorg, welzijn en onderwijs Rekening Begroting Lasten 2012 2013
Rekening Afwijking 2013 2013
Toelichting
Gezondheidszorg Volksgezondheid
330.593
326.169
315.932
Begraven
252.469
290.086
261.069
Ouderenzorg Algemeen beleid welzijn
115.885 108.215
92.833 141.156
92.593 128.323
Voorziening gehandicapten
47.597
18.616
11.121
Sociaal-cultureel werk
78.932
258.445
366.356
93.339 2.668.904
95.195 2.848.066
95.943 2.535.885
Stichting Binding
177.864
226.935
226.196
Alg. maatschapp. werk
348.466
321.862
322.180
Wmo beleid
264.340
349.013
326.219
Vrijwilligerswerkbeleid Wmo voorz. en verstrekkingen
-10.237 Het saldo van baten en lasten op dit product bedraagt 10V Een te vorderen BTW-bedrag op de inkopen door de GGD is terugbetaald aan de gemeenten (5V). Er zijn minder incidentele subsidieaanvragen (2V). Kleine verschillen (1V). Het saldo op de doorbelaste uren bedraagt 2V. -29.017 Het saldo van baten en lasten op dit product bedraagt 70V Er zijn meer begrafenissen geweest dan begroot (41V). Het saldo op de doorbelaste uren bedraagt 29V. -240 Geen noemenswaardige verschillen -12.833 Het saldo van baten en lasten op dit product bedraagt 13V Kleine verschillen 1V. Het saldo op de doorbelaste uren bedraagt 12V. -7.495 Het saldo van baten en lasten op dit product bedraagt 7V Minder aanvragen voor bijdragen of subsidies ontvangen (7V). 107.911 Het saldo van baten en lasten op dit product bedraagt 80V De kosten voor het Walplantsoen vallen hoger uit (4N). Er zijn meer huuropbrengsten bij het Walplantsoen (2V). Het saldo op de kapitaallasten bedraagt 75V ivm nieuwe investeringen en afboeken eigendom. Het saldo op de doorbelaste uren bedraagt 6V. 748 Geen noemenswaardige verschillen -312.181 Het saldo van baten en lasten op dit product bedraagt 374V Over alle deelproducten zijn minder uitgaven geweest wat per saldo resulteert in een voordeel van 310V. Bij wonen is er een grote verbouwing over het jaar heen getild, bij rollen en vervoer speelt de problematiek met Welzorg en de zorgvuldige uitvoering van de Kanteling. Ook op de huishoudelijke hulp in natura als in PGB is minder uitgegeven door uitvoering van de Kanteling. Ook het WMO loket heeft minder kosten gemaakt in afwachting van de veranderingen tbv de transities. Het saldo op de doorbelaste uren bedraagt 24V. -739 Het saldo van baten en lasten op dit product bedraagt 1V Er is een overschrijding op steunpunt matelzorg 5N. Kleine verschillen 1N. Het saldo op de doorbelaste uren bedraagt 7V. 318 Het saldo van baten en lasten op dit product bedraagt 0V Er is een overschrijding op de subsidies (4N). -22.794 Het saldo van baten en lasten op dit product bedraagt 23V Er is een bedrag over op de invoeringsgelden en budget voor voorbereidende werkzaamheden transities (32V). Kleine verschillen 2V. Het saldo op de doorbelaste uren bedraagt 11N.
99
399.966
292.151
277.324
82.611
181.790
165.764
Peuterspeelzaalwerk Jeugdgezondheidszorg
41.669 531.302
15.732 525.324
15.720 572.109
Openbaar onderwijs
142.174
193.890
64.489
1.942.835
2.040.792
2.036.954
965.188
778.766
740.810
1.328 8.593.678
0 8.996.821
0 8.554.986
Jeugdbeleid
Kinderopvang
Onderwijshuisvesting
Lokaal onderw.bel./leerl.vervoer
Vormings- en ontwikk.werk
Totaal lasten
-14.827 Het saldo van baten en lasten op dit product bedraagt 15V Kleine verschillen 2V. Het saldo op de doorbelaste uren bedraagt 13V. -16.026 Het saldo van baten en lasten op dit product bedraagt 14V Er zijn minder huurinkomsten (3N). Er is een voordeel op de subsidie voor peuterspeelzaalwerk (5V). Er is minder uitgegeven voor de inspecties door de GGD (6V) omdat er minder herinspecties hoefden worden uitgevoerd. Kleine verschillen 2V. Het saldo op de doorbelaste uren 4V. -12 Zie tekst kinderopvang. 46.785 Het saldo van baten en lasten op dit product bedraagt 47N Kleine verschillen 2N. Het saldo op de doorbelaste uren bedraagt 45N. -129.401 Het saldo van baten en lasten op dit product bedraagt 8V De uitgaven voor het onderhoud aan de binnenkant van de schoolgebouwen van het openbaar onderwijs zijn lager dan geraamd (116V), De inkomsten zijn ook lager dan geraamd (121N). Het saldo op de doorbelaste uren bedraagt 14V. -3.838 Het saldo van baten en lasten op dit product bedraagt 7V Er is een overschrijding op de onderhoudslasten aan de buitenkant van de schoolgebouwen (9N). Er is een overschrijding op de OZB (31N), grotendeels door dubbele lasten Revius. De kosten voor plaatsing en huur voor de noodlokalen bij de Wegwijzer zijn lager (20V). Kleine verschillen 8V. Het saldo op rentelasten en investeringen is 6V. Het saldo op de kapitaallasten 27V. Het saldo op de doorbelaste uren 14N. -37.956 Het saldo van baten en lasten op dit product bedraagt 43V Er is een forse onderschrijding op het budget van leerlingenvervoer (96V). Per 1-8-2012 is er een nieuw contract met de vervoerder. Dit heeft een flinke bezuiniging op de kosten opgeleverd. Daarnaast is er een lichte daling van het aantal leerlingen die gebruik maken van het aangepast vervoer. Er zijn extra uitgaven gedaan voor pilot om een aantal leerlingen om te oefenen met openbaar vervoer. Er is een overschrijding op het gas en electraverbruik bij de Opstap (9N), er daar ook meer verhuurd (6V). Er zijn kosten gemaakt voor het oude Revius gebouw welke niet waren begroot (8N). Er is een overschrijding op de post servicepunt brede scholen (7N), er was hier teveel bezuinigd. Het saldo op de kapitaallasten 17N. Het saldo op de doorbelaste uren bedraagt 19N. 0 Subsidie is vervallen 2013 -441.835
100
6. - Zorg, welzijn en onderwijs Rekening Begroting Baten 2012 2013
Rekening Afwijking 2013 2013
Toelichting
Gezondheidszorg Volksgezondheid Begraven
0 130.623
0 124.803
0 165.902
0 41.099 Zie toelichting bij lasten.
0 0 0 16.535 0 434.271 15.000 0 0
0 0 0 18.410 0 373.444 15.000 0 0
0 0 0 206.333 0 435.446 15.000 0 0
0 0 0 187.923 Zie toelichting bij lasten. 0 62.002 Zie toelichting bij lasten. 0 0 0
0 0 30.820 104.103
0 0 0 62.000
0 0 0 59.648
0 0 0 -2.352 Zie toelichting bij lasten.
44.693 120.359 201.424 0
160.601 146.504 177.418 0
39.214 149.458 182.813 0
-121.387 Zie toelichting bij lasten. 2.954 Zie toelichting bij lasten. 5.395 Zie toelichting bij lasten. 0
1.097.828
1.078.180
1.253.814
175.634
-7.495.850 -7.918.641 -7.301.171
617.470
Welzijn Ouderenzorg Algemeen beleid welzijn Voorziening gehandicapten Sociaal-cultureel werk Vrijwilligerswerkbeleid Wmo voorz. en verstrekkingen Stichting Binding Alg. maatschapp. werk Wmo beleid
Jongeren Jeugdbeleid Kinderopvang Jeugdgezondheidszorg Peuterspeelzaalwerk
Onderwijs Openbaar onderwijs Onderwijshuisvesting Lokaal onderw.bel./leerl.vervoer Vormings- en ontwikk.werk
Totaal baten Saldo programma
(De doorbelaste uren worden in programma 7 toegelicht) Vanwege een verschuiving van combinatiefuncties in 2013 van Lokaal onderwijsbeleid/leerlingen vervoer naar Jeugdbeleid wijken de bedragen bij de lasten rekening 2012 af met de presentatie in de jaarrekening 2012. Er is € 80.527 meer op Jeugdbeleid gepresenteerd in bovenstaand overzicht en ditzelfde bedrag is in mindering gebracht op Lokaal onderwijsbeleid/leerlingenvervoer. Per saldo is het totaalbedrag gelijk.
101
Programma 7
Dienstverlening en belastingen
7.1 Inleiding Dit programma gaat over de bestuurlijk meest relevante aspecten van de onderwerpen dienstverlening en belastingen. Ook de onderwerpen bestuur en organisatie komen aan de orde. In de paragrafen bedrijfsvoering en lokale heffingen worden de onderdelen bedrijfsvoering en organisatie en belastingen verder uitgediept. 7.2 Hoofdlijnen van het programma Dienstverlening Efficiëntere dienstverlening en de klant centraal stellen Om de dienstverlening verder te digitaliseren en te ondersteunen is besloten tot de invoering van zaakgericht werken. Alle klantverzoeken, uitgezonderd vragen om informatie die direct beantwoord worden, worden zaakgericht afgehandeld. Zaakgericht werken is voor gemeenten een goede en relatief eenvoudige manier om: • de klant te informeren over de voortgang van de afhandeling van zijn aanvragen; • intern de voortgang te monitoren en te bewaken; • de werkprocessen voor de afhandeling van aanvragen te stroomlijnen; • managementinformatie te verkrijgen over behaalde serviceniveaus en normen. Met zaakgericht werken kan dan zowel de dienstverlening aan de klant worden verbeterd als de interne efficiëntie van de dienstverleningsprocessen. Belastingen Door de huidige financiële situatie zijn we genoodzaakt geweest de belastingen te verhogen. Bij grootschalige ombuigingen is het altijd de vraag wat het meest gerechtvaardigd is: de lasten leggen bij gebruikers van voorzieningen of specifieke doelgroepen of te kiezen voor generieke lastenverhoging (door OZB-verhoging). Om tot een sluitende begroting te komen was in totaal een bedrag van € 300.000 extra inkomsten noodzakelijk. Mede gerelateerd aan de onbenutte OZB-capaciteit van € 890.000 (de onbenutte ruimte was € 1,2 miljoen minus € 0,3 miljoen) was dit naar onze mening een acceptabele lastenverhoging. Bovendien ging deze verhoging gepaard met een verlaging van de rioolheffing. Bestuur en organisatie Organisatiekoers ‘Sterke samenleving, kleine(re) overheid’ 2012-2015 Een toenemende complexiteit en omvang van vraagstukken op gemeentelijk niveau vergt van onze gemeente meer strategisch vermogen op een hoger niveau. Omdat we niet bekend zijn met deze mate van complexiteit en grootte van de vraagstukken en de daarmee gepaard gaande ondoorzichtigheid nemen ook de (financiële) risico’s toe. Het tempo waarmee ontwikkelingen in onze huidige maatschappij elkaar opvolgen vraagt van ons wendbaarheid en snelheid om hier adequaat op in te kunnen spelen. Daarbij blijft de opdracht om een dienstverlening van goede 102
kwaliteit te leveren, die bovendien robuust is. In 2012 zijn we een koers ingeslagen, die haar horizon heeft op eind 2015, waarbij we ons ontwikkelen tot een regiegemeente. Deze ontwikkeling moet ons helpen om onze wens om bestuurlijk zelfstandig te blijven ter bescherming van onze identiteit en voorzieningenniveau te realiseren. Daarvoor zullen we • Wendbaarder en strategischer moeten worden; • Kwaliteit toe moeten laten nemen; • Kwetsbaarheid moeten verminderen; • Kosten moeten besparen -> aan de organisatieontwikkeling hangt een taakstelling van € 1.166.400 per eind 2015. In deze ontwikkeling naar een regiegemeente blijft de structuur van de gemeentelijke organisatie zoals wij die nu kennen, namelijk raad, college en ambtelijke organisatie, overeind. Maar binnen de ambtelijke organisatie zal een fundamentele organisatiewijziging worden doorgevoerd. In 2013 is binnen het programma Duurzaam gezonde organisatie een basis gelegd voor de realisatie van deze organisatiewijziging. Binnen het programma Kleine(re) overheid is onderzoek gedaan naar het op afstand plaatsen van de uitvoering van een aantal taken. Het programma Sterke samenleving is onder andere gestoeld op de overtuiging dat een sterke samenleving geen grote overheid nodig heeft. Ook al zijn 'wij en zij' daar nu misschien wel aan gewend. Dit is ook waarnaar verwezen wordt als we spreken over ‘Kleine(re) overheid’→ wij zijn niet slechts klein(er) omdat we zelf niet meer uitvoeren, wij zijn straks ook klein(er) in onze rol. Zo klein als mogelijk is, omdat er anderen zijn die op z'n minst net zo sterk, of misschien soms wel sterker zijn dan wij. Of omdat wij op onderwerpen gewoon besluiten als overheid, al dan niet op termijn, niet meer aan zet te willen zijn. Daarom is binnen het programma Sterke samenleving in 2013 de werkwijze rondom co-creatie verder vormgegeven. Samen met de raad is een brainstormsessie gehouden over co-creatie, waarbij is ingegaan op gewenste doelen, de aanpak en de aandachtspunten. Op basis daarvan is eind 2013 een ambtelijke werkgroep aan de slag gegaan met hoe dit verder vormgegeven kan worden voor onze gemeente. Een eindresultaat hiervan volgt in 2014. Het nieuwe Parkeerbeleid is vormgegeven in samenwerking met belanghebbenden vanuit de samenleving. Op het gebied van zelfbeheer is het aantal initiatieven in de samenleving flink uitgebreid, in 2013 zijn er in totaal 91 zelfbeheerobjecten bijgekomen, voornamelijk in het openbaar groen. Taken op Afstand Onderdeel van de ontwikkeling naar een regiegemeente is het op afstand plaatsen van de uitvoering van gemeentelijke taken. Hoewel de gemeente wel verantwoordelijk blijft voor de uitvoering van taken, is het zelf uitvoeren geen kerntaak van de gemeente. Taken worden daarom binnen kaders en onder regie uitgevoerd door anderen. Dit moet bijdragen aan de doelen om kwaliteit toe te laten nemen, kwetsbaarheid te verminderen en kosten te besparen. Er zijn 15 onderzoeken uitgevoerd onder leiding van een extern bureau. De wijze waarop deze onderzoeken zijn uitgevoerd en die in belangrijke mate de kwaliteit van het resultaat bepaalde, was niet van dien aard dat er een besluit voor wel of geen uitplaatsing op kon volgen. Daarom is
103
eind 2013 een plan van aanpak bedacht voor het vervolg van deze onderzoeken; in 2014 zullen de onderzoeken voor het op afstand plaatsen van Beheer taken, Milieu en Handhaving en Bedrijfsvoering in huis voortgezet worden. Kwaliteitsmeting Gemeente Wijk bij Duurstede heeft in de periode september 2012 – februari 2013 een kwaliteitsmeting uitgevoerd in samenwerking met de provincie Utrecht. De aanleiding was de organisatiekoers van de gemeentelijke organisatie. De organisatiekoers is gericht op een kleinere en efficiëntere organisatie om zo slagvaardig om te kunnen gaan met de actuele en toekomstige uitdagingen die op de gemeente afkomen. Hierbij moeten kwaliteit van de organisatie (bestuurlijk en ambtelijk) en de ambities van de gemeente in balans zijn. Volgend uit de kwaliteitsmeting heeft het college, met betrokkenheid van de raad, een verbeterplan geschreven. Aan dit plan is in 2013 uitvoering gegeven voor de punten Verbetering financiële situatie en Visie op samenwerking. Dit heeft respectievelijk een geoptimaliseerde P&C-cyclus opgeleverd, vastgelegde prioriteiten in de bestuurlijke agenda en een visie op samenwerking die in februari 2014 door de raad is vastgesteld. In 2014 krijgen de punten Verbetering samenspel raad-, B&W, ambtelijke organisatie, Verbetering integraliteit, Visie op uitvoering en prioritering en Professionalisering ambtelijke organisatie een inhoudelijk vervolg. Procesoptimalisatie Verzilvering van voorspelbare uitstroom door procesoptimalisatie heeft in 2013 2,24 fte opgeleverd. In totaal is tot en met 2013 7,1 fte verzilverd. Er zijn echter minder procesoptimalisaties uitgevoerd dan voor 2013 gepland. Dit heeft voornamelijk te maken met het inzicht dat de gehanteerde methodiek voor optimalisatie te eenzijdig ingestoken was, namelijk alleen vanuit het oogpunt van verspillingen. Daarom is samenwerking gezocht met de gemeente Houten. De door hun gevolgde lean methodiek is samengebracht met Wijkse elementen ten aanzien van procesgericht werken. Het grote voordeel van de Houtense methodiek is dat die ruimte biedt om daadwerkelijk met vernieuwingen te komen en dus minder vasthoudt aan de bestaande procesgang. Er is gezamenlijk een training gegeven aan zeven Wijkse collega’s. Zij zijn nu in staat om in teams van twee optimalisatietrajecten te begeleiden. De nieuwe methodiek is voor het eerst toegepast bij het ontwerp van het nieuwe proces Bestuurlijke informatievoorziening. 7.3
Beleidsinhoudelijke resultaten
Dienstverlening Wat wilden we bereiken 1. We willen de dienstverlening versterken door de afhandeling van de klantcontacten efficiënter te organiseren en waar mogelijk
Wat hebben we bereikt Een efficiëntere afhandeling van het telefonisch klantcontact en het klantcontact bij de receptie door een splitsing aan te brengen in de afhandeling van deze contacten. Hierdoor vallen wachttijden aan de telefoon door het afhandelen van contact bij de receptie weg en andersom.
104
te dereguleren.
2. Wij stellen de klant centraal door voor iedere doelgroep de dienstverlening aan te bieden via het best passende kanaal.
Wat gingen we er voor doen Doorontwikkelen klantcontactcentrum. Het programma Antwoord zal hierbij mede als leidraad worden gebruikt.
Invoering van een Balie-omgevingsvergunning voor bepaalde bouwwerkzaamheden. Dit is een vergunning voor bouwwerkzaamheden, die volgens een snelle procedure wordt verleend. Desgewenst ’klaar terwijl u wacht’. Dit is mogelijk omdat het bouwplan niet door de gemeente wordt getoetst aan de geldende eisen. Dat doet de verantwoordelijke architect. De voorbereidingen voor de invoering van zaakgericht werken en een zaaksysteem brengt ons een stapje dichterbij dit doel.
Wat hebben we gedaan Toelichting op realisatie Het projectplan voor het ontwikkelen Vanwege de ontwikkeling naar regiegemeente is besloten de van een KCC dat voldoet aan het uitgangspunten voor het KCC te herijken aan die ontwikkeling. landelijke programma Antwoord© vastgesteld.
Uitgebreid testtraject uitgevoerd ten aanzien van drie zaaksystemen (Proeftuin Zaakgericht werken).
Een zaaksysteem is voor het KCC een belangrijk middel voor adequate informatievoorziening ten behoeve van dienstverlening. Hierin zijn zowel technische aspecten getest alsmede gebruiksvriendelijkheid. Bij dit testtraject zijn verschillende medewerkers betrokken uit de hele organisatie. Hiermee is bij de gebruikers meer inzicht ontstaan over de eisen die zij aan een dergelijk systeem stellen. Alle ervaringen, eisen en wensen worden meegenomen in het selectietraject voor een zaaksysteem. Zowel vanuit leveranciers als vanuit andere gemeenten is er interesse voor de degelijke wijze waarop Wijk bij Duurstede dit heeft aangepakt. Het zaaksysteem ondersteunt dienstverlening via alle klantcontactkanalen. En stelt ons in staat om de verschillende werkprocessen op een uniforme, efficiënte wijze versneld te digitaliseren.
105
Praktische voorbereiding op het KCC.
In aanloop naar het KCC worden nu al stappen gezet die de overgang naar het nieuwe KCC zullen vergemakkelijken en ook al bijdragen aan het vergroten van de kwaliteit en verminderen van kwetsbaarheid. Zo is het klantcontactkanaal post al ondergebracht bij de frontoffice. En is er een roulatiesysteem opgezet zodat medewerkers ingevoerd raken in zowel balietaken, als postafhandeling, telefoonafhandeling en receptietaken. Om de dienstverlening via de kanalen telefoon en receptie te verbeteren is een aantal maatregelen doorgevoerd. Zo wordt de telefoon nu bemand door een medewerker die daarvoor volledig is vrijgemaakt. Terwijl een andere medewerker mensen te woord staat bij de receptie. Deze werkzaamheden worden dus niet langer gecombineerd. Wel worden deze werkzaamheden gecombineerd met taken die even makkelijk neergelegd kunnen worden op het moment dat er gebeld wordt of er iemand zich bij de receptie meldt. Daarnaast is er een pilot uitgevoerd met het afhalen van rijbewijzen en reisdocumenten bij de receptie in plaats van bij de balies. Dit om wachttijden van inwoners te verkorten. Deze pilot is afgerond, maar de beoogde nieuwe werkwijze wordt niet ingevoerd omdat de kwaliteit van deze toch niet onbelangrijke producten met deze werkwijze onvoldoende is geborgd. Daarnaast moesten hiervoor een aantal processtappen worden toegevoegd die het proces inefficiënt maken.
106
Deels gaan werken op afspraak.
Meer en betere digitale producten aanbieden.
Deregulering.
Invoering Balieomgevingsvergunning (op afspraak)
Er is gewerkt aan het met ingang van 2014 bieden van de mogelijkheid om voor bepaalde bouwwerkzaamheden een Balieomgevingsvergunning aan te vragen. Dit is een vergunning voor bouwwerkzaamheden, die volgens een snelle procedure wordt verleend. Desgewenst ’klaar terwijl u wacht’. Dit is mogelijk omdat het bouwplan niet door de gemeente wordt getoetst aan de geldende eisen. Dat doet de verantwoordelijke architect. De behandeling van deze vergunning is op afspraak.
De inspanningen in het kader van zaakgericht werken en de ontwikkeling rondom het KCC hebben alle inzet en aandacht gevraagd van dat deel van de organisatie dat ook bij de uitvoering van deze voorgenomen activiteiten nodig was. Besloten is om prioriteit te geven aan eerstgenoemde activiteiten omdat deze als katalysator kunnen dienen voor de laatstgenoemde activiteiten. Invoering digitale aangifte overlijden. Door deze nieuwe werkwijze is onze dienstverlening weer een stukje efficiënter en klantvriendelijker geworden.
Het onderzoek uit 2009 naar de mogelijkheden rondom deregulering is in 2013 niet opnieuw tegen het licht gehouden.
De inspanningen in het kader van zaakgericht werken en de ontwikkeling rondom het KCC hebben alle inzet en aandacht gevraagd van dat deel van de organisatie dat ook bij de uitvoering van deze voorgenomen activiteiten nodig was. Besloten is om prioriteit te geven aan eerstgenoemde activiteiten omdat deze als katalysator kunnen dienen voor de laatstgenoemde activiteiten. In de praktijk wordt er wel gestreefd om mogelijkheden voor deregulering aan te grijpen. Zo is er een nieuwe bomenverordening opgesteld met als doel de kap van bomen op voorhand als wel of niet vergunningplichtig aan te wijzen. Dit is ook gedaan in het kader van slimmer werken, wat zowel voordeel oplevert voor inwoners als voor de organisatie.
107
Prestatie indicator Plan van aanpak voor het opstellen van een KCC in relatie tot programma Antwoord uitvoeren. Werken op afspraak. Producten digitaal aanbieden. Deregulering.
Bron Programma Antwoord; Gemeente Bunnik POW POW SIRA Consulting rapport
Belastingen Wat wilden we bereiken 1. De lastendruk blijft rond het provinciale gemiddelde. 2. De bezuinigingen worden ingevuld door een mix van bezuinigingen en inkomstenverhoging. 3. Inbedding debiteurenbeheer belastingen in de eigen organisatie.
Wat gingen we er voor doen Raadsdiscussie over noodzakelijke OZB-verhoging en verhoging toeristenbelasting.
Wat hebben we gedaan Raadsdiscussie gevoerd.
Prestatie indicator
Bron
Aantal WOZ bezwaren.
Streefwaarde 2013
Streefwaarde 2013 Waarderings- 1.1 % ; kamer en BSR Landelijk: 2,6% in 2011
5 producten 10 producten
Realisatie 2013 Uitgevoerd.
1 1 Niet uitgevoerd.
Wat hebben we bereikt De lastendruk in onze gemeente is nog altijd op een acceptabel niveau. De bezuinigingen zijn grotendeels gerealiseerd zoals we ons hebben voorgenomen bij het opstellen van de begroting 2013. Voor zover nog sprake is van debiteurenbeheer (sinds 2012 in handen van BSR) is dit opgenomen in onze eigen financiële administratie. Toelichting op realisatie De raad heeft ingestemd met de door ons voorgestelde OZBverhoging.
Realisatie 2013 Uit informatie van BSR is ons gebleken dat het aantal bezwaarschriften substantieel is toegenomen tot 3,8 %. Dat is overigens in de lijn van de landelijke ontwikkelingen. Dit wordt mogelijk veroorzaakt door de waardeontwikkeling van het onroerend goed. Daarnaast is het aantal bureaus dat zich opwerpt als belangenbehartiger (op basis van “no cure no pay”) fors toegenomen, hetgeen heeft geleid tot veel meer bezwaarschiften. In totaal zijn 399 bezwaarschriften ontvangen waarvan er 390 in 2013 werden afgewikkeld. 108
Bestuur en organisatie Wat wilden we bereiken Uitvoeren van de programma’s uit de koers.
Wat hebben we bereikt Aan de organisatieontwikkeling hangt een taakstelling van € 1.166.400 per eind 2015. Per eind 2013 is het resultaat van alle inspanningen dat per eind 2015 € 416.389. structureel is gerealiseerd door verzilvering, € 150.000. structureel is gerealiseerd door Taken op Afstand (RID) en € 180.000 is gerealiseerd door losse maatregelen (externe inhuur + verschraling arbeidsvoorwaarden). Dit brengt het totaal nog te realiseren op € 420.011. Toch blijkt dat m.n. door het stokken van de spontane uitstroom de verzilveringstaakstelling vanaf nu een probleem oplevert. Deze opgave zal dus ook door andere programmaonderdelen (m.n. Taken op Afstand) moeten worden opgevangen.
Wat gingen we er voor doen Wat hebben we gedaan Uitvoeren resultaten kwaliteitsmeting. Verbeterpunt Verbetering financiële situatie: de P&C-cyclus is geoptimaliseerd en er zijn prioriteiten in de bestuurlijke agenda vast gelegd.
Toelichting op realisatie Deze verbeteractie is hiermee afgerond. Verbetering van de financiële situatie blijft echter continu een aandachtspunt voor B&W.
Verbeterpunt Visie op De raad heeft met het college gesproken over intergemeentelijke samenwerking: vastgestelde visie op samenwerking. Hieruit is een visie op intergemeentelijke samenwerking. samenwerking voortgekomen die in februari 2014 door de raad is vastgesteld. Verbeterpunt Verbetering samenspel raad-, B&W, ambtelijke organisatie: besluit tot uitvoering van Ontwikkeltraject Raad en college.
Onder de vlag van het programma Kleine(re) overheid (onderdeel van de organisatiekoers ‘Sterke samenleving, kleine(re) overheid’ 2012-2015) wordt het project ‘Ontwikkeltraject raad en college’ uitgevoerd onder gezamenlijk opdrachtgeverschap. Het besluit tot dit project is in januari 2014 genomen. Dit project heeft nauwe 109
banden met de overige projecten binnen dit programma die de ambtelijke organisatie betreffen en ook ingaan op het samenspel met raad en college. Onderdeel van de dagelijkse praktijk is de toetsing van de Verbeterpunt Verbetering integraliteit: bevorderen houding en integraliteit van B&W-voorstellen en raadsvoorstellen. gedrag voor integraal werken.
Uitvoeren van keuzes m.b.t. taken op afstand.
Procesoptimalisaties van circa 10 processen inclusief verzilvering.
Verbeterpunt Visie op uitvoering en prioritering: er zijn voorbereidingen getroffen voor de overdracht aan de nieuwe raad en college.
Het overdrachtsdocument analyseert de Structuurvisie 2020 op basis van de huidige ontwikkeling en trends en voorziet tot slot in een advies voor al dan niet van een herijking van de in de visie opgenomen doelen.
Verbeterpunt Professionalisering ambtelijke organisatie: de onderliggende verbeteracties zijn ondergebracht in projecten waaraan in 2014 uitvoering wordt gegeven.
Dit verbeterpunt vindt zijn weerslag in de uitvoering van het programma Kleine(re) overheid van de organisatiekoers in de jaren 2014 en 2015.
Er zijn, onder leiding van een extern bureau, vijftien taken onderzocht op (on)wenselijkheid van het op afstand plaatsen van de uitvoering van deze taken.
De wijze waarop deze onderzoeken zijn uitgevoerd en die in belangrijke mate de kwaliteit van het resultaat bepaalde was niet van dien aard dat er een besluit voor wel of geen uitplaatsing op kon volgen. Daarom is eind 2013 een plan van aanpak bedacht voor het vervolg van deze onderzoeken.
Het Wijkse Veer is geprivatiseerd.
De veerpont met toebehoren en het veerkantoor met ondergrond is verkocht aan Ton Paulus Beheer BV (met ingang van 1 januari 2014). Dit project liep parallel aan de hierboven genoemde onderzoeken en is in huis uitgevoerd. • Implementatie van het in 2012 ontworpen debiteurenproces. • Optimalisatie werkwijzen bestuurssecretariaat.
Verzilvering/procesoptimalisatie.
110
• •
Training lean coaches
7.4
Nieuw ontwerp proces Bestuurlijke informatievoorziening a.h.v. leanmethodiek. Invoering van diverse maatregelen t.b.v. verlagen werkdruk team Juridische zaken, hiermee is een formatieuitbreiding overbodig gemaakt.
In samenwerking met Houten zeven collega’s opgeleid tot lean coach. Zij gaan het optimaliseren van werkprocessen begeleiden.
Onze gerealiseerde ombuigingen in één oogopslag
Voorgestelde ombuigingen Minimaliseren gemeentepagina Wijkse Courant Verhuur ruimten gemeentehuis Personele flexibiliteit Verhogen OZB met 9% (gekoppeld aan een besparing op de rioolheffing) Verbreden/verhogen toeristenbelasting Verhogen trouwleges met 5% Uitgavenstop Vrijvallen bestemmingsreserves tgv algemene reserve Verlaging raadskosten Totaal
Streven 2013 € 4.000 € 10.000 € 50.000 € 300.000 € 9.600 € 3.000 € 50.000 - € 30.000 € 6.530 € 403.130
Realisatie 2013 € 4.000 € 10.000 € 50.000 € 300.000 € 8.600 €0 € 50.000 - € 30.000 € 6.530 € 399.130
Toelichting De ombuigingen toeristenbelasting en verhogen trouwleges zijn niet (geheel) gerealiseerd.
111
7.5
Reserves
Reservemutaties Onttrekking Algemene Reserve Budgetoverhevelingen 2012-2013 Deminimusregeling Spar Toevoeging en onttrekkingen bestemmingsreserves BTW compensatiefonds Afschrijvingslasten gemeentehuis Projectmatig werken Programma Slimme Werkprocessen Totaal toevoeging programma 7
Toevoeging
€ 158.744 € 158.744
Onttrekking
Totaal
€ 242.618 € 1.923
-€ 242.618 -€ 1.923
€ 5.733 € 462.663 € 3.849 € 8.640 € 725.426
-€ 5.733 -€ 462.663 -€ 3.849 € 150.104 -€ 566.682
112
7.6
Financiële recapitulatie
7. - Dienstverlening en Belastingen Rekening Begroting Rekening Lasten 2012 2013 2013 Bestuur Bestuursorganen 1.415.521 1.273.509 1.253.119
Raadsgriffie Bestuurlijke samenwerking
Afwijking 2013
Toelichting
-20.390 Een voordeel op salarislasten en representatiekosten raad en raadscommissies (23V) en lagere doorbelasting huisvestingskosten (8V). Extra accountantskosten vanwege meerwerk SiSa controle (11N). Binnen algemene baten en lasten staat een bezuinigingsstelpost bestuursorganen van € 57K. Met het voordeel op deze post is de bezuinigingstaakstelling in 2013 voor 1/3 gerealiseerd. -8.330 Het voordeel betreft minder doorbelaste uren, naast enkele kleine voordelen.. -8.133 Het voordeel betreft minder doorbelaste uren.
252.088 8.565
207.114 11.968
198.784 3.835
Bestuursondersteuning B&W
893.455
1.140.015
1.281.700
Rechtsbescherming
245.855
284.392
261.817
141.685 Het saldo van baten en lasten op dit product bedraagt 124N. Nadeel doorbelaste uren (350N) vanwege het traject met Berenschot. Op inhuur advisering organisatiekoers een voordeel (169V); met de jaarrekening wordt dit overgeheveld naar 2014 omdat dit benodigd is voor de betreffende projecten. Tenslotte een voordeel op kapitaallasten programma digitaal werken (39V). Tenslotte is er een nadeel vanwege een uitkering aan een weduwe waar verzekeringsinkomsten tegenover staan (per saldo € 0). Verder zijn er nog wat kleinere afwijkingen. -22.575 Minder externe expertise noodzakelijk geweest (4V). Lagere doorbelaste uren (19V).
423.644
482.543
442.415
0 -40.128 Kosten voor systeem- en webbeheer vallen gunstig uit (5V). Lagere doorbelaste uren (35V).
Bedrijfsvoering
Communicatie Voorlichting en communicatie Media
14.795
14.980
13.332
-1.648 Lagere doorbelaste uren (2V).
Publiekszaken Bewonersparticipatie
103.951
8.500
52.367
0 43.867 Hogere doorbelaste uren (44N) door interne verschuiving. In de begroting 2013 waren geen uren gepland voor bewonersparticipatie. Vanaf 2014 zijn de uren structureel geraamd.
Burgerzaken/Publiekszaken
983.618
837.908
859.644
21.736 Het saldo van baten en lasten op dit product bedraagt 12N Er zijn meer kosten gemaakt voor programmatuur binnen het KCC (17N). Dit is een allocatie van programmakosten die eerder binnen dienstverlening vielen. Daar zijn de kosten lager uitgevallen. Er is een onderschrijding op dienstverlening door derden (9V). Er is minder gebruik gemaakt van externe expertise. Er is een onderschrijding op kadastrale informatie (6V). Er zijn meer reisdocumenten uitgegeven (20V), hier tegenover staan ook meer afdrachten (10N). Er zijn minder inkomsten huwelijken bijzondere locaties (9N). Kleine verschillen 1N. Het saldo op de doorbelaste uren bedraagt 10N.
113
Verkiezingen
52.502
22.887
13.039
Beleggingen Financieringsfunctie Gemeentefonds Alg. Uitk. Algemene lasten en baten
0 0 0 0 485.596
0 0 0 0 609.780
0 0 0 0 449.062
Belastingen / Hondenbelasting Precariorechten Lokale heffingen
0 0 541.614
0 0 215.280
0 0 176.254
0
329.000
277.527
Financiën Geldleningen
Regionale samenwerking bel. Bel./waardering, heffing/inning
-9.848 Lagere doorbelasten uren (10V). 0 0 0 0 -160.718 Er zijn geen onvoorziene lasten geweest (64V). Daarnaast worden binnen product stelposten begroot; daar wordt echter niet op geboekt. De stelposten die betrekking hebben op de loonsommen zijn meegenomen in de loonsomanalyse voorafgaand aan deze recapitulatie (237V). De overige stelposten betreffen: (kapitaallasten) vervangende investeringen (12N, bestuursorganen raad (57N), uitgavenstop bezuiniging 2013 (50N), BTW verhoging (20V). De werkelijke kapitaallasten zijn op de betreffende producten op de programma's toegelicht. Van de bezuinigingstaakstelling bestuursorganen raad is € 20.000 gerealiseerd (zie product bestuursorganen). De overige twee stelposten moeten ook gezien worden in relatie tot verklaringen op de overige programma's. En tenslotte saldi kostenplaatsen is meegenomen in de analyse van de uren (per saldo op lasten en baten 70N). 0 0 -39.026 Lagere doorbelaste uren (52V). Wettelijke dotatie voorziening voor dubieuze . debiteuren (17N). Lagere onderhoudskosten programmatuur (4V). -51.473 Uitvoeringskosten BSR zijn voordeliger dan geraamd (40V). Inhuur medewerker is overgeheveld naar apparaatskosten waardoor op dit product een voordeel ontstaat van (11V). 0
0
0
0
Mutaties Reserves
1.912.611
1.548.567
2.046.700
498.133 Het saldo van baten en lasten op dit product bedraagt 553N. Conform de nota Grondbeleid is per saldo toegevoegd aan de BR grondbeleid (66N, bestaande uit een toevoeging aan de BR van 169 en onttrekking aan de BR van 103). Daarnaast is het overschot op Wmo (328) toegevoegd aan de BR Wmo conform het raadsbesluit uit 2008 om overschotten c.q. tekorten in enig jaar te muteren op de BR Wmo. Deze toevoeging is een nadeel op dit product (328N). Tenslotte is er aan een aantal bestemmingsreserves minder onttrokken omdat er ook minder kosten zijn gemaakt zoals het baggerplan, monumentenbeleid en EAP (158V).
Totaal lasten
7.333.815
6.986.443
7.329.595
343.152
114
Baten
Rekening Begroting 2012 2013
Rekening 2013
Afwijking 2013
Toelichting
Bestuur Bestuursorganen Raadsgriffie Bestuurlijke samenwerking
0 18.719 11.759
0 0 0
200.333 0 0
50.957 0
0 0
17.471 0
0 0
0 0
0 0
0 451.151 0
0 362.500 0
0 372.471 0
7.463 92.890 1.381.174
0 85.000 1.611.150
112 97.167 1.393.556
Op basis van de actuariële berekening is er een overschot in de voorziening wethouderspensioenen; het 200.333 overschot is met deze jaarrekening vrijgevallen. 0 0
Bedrijfsvoering Bestuursondersteuning B&W Rechtsbescherming
17.471 Zie toelichting op lasten. 0 Niet van toepassing
Communicatie Voorlichting en communicatie Media
Publiekszaken Bewonersparticipatie Burgerzaken/Publiekszaken Verkiezingen
Financiën Geldleningen Beleggingen Financieringsfunctie Gemeentefonds Alg. Uitk. Algemene lasten en baten
17.966.764 17.178.196 17.358.329 25.625
1.410.706
-13
Belastingen / Hondenbelasting Precariorechten
103.705 3.476
113.049 11.264
114.940 20.060
Lokale heffingen
301.833
24.840
22.736
0
338.000
276.518
Bel./waardering, heffing + inning
3.289.282
3.846.477
3.809.917
Mutaties Reserves
3.887.503
2.279.919
2.224.897
Regionale samenwerking bel.
0 Niet van toepassing 0 Niet van toepassing 0 9.971 Zie toelichting op lasten. 0 112 12.167 Meer dividend ontvangen van de BNG en Vitens dan verwacht (12V). -217.594 Er zijn minder rentelasten doorbelast naar de exploitatie (is een voordeel op de betreffende producten), maar geeft een nadeel op de financieringsfunctie (217N). 180.133 Postieve bijstelling van het accres over 2013 i.v.m. hogere rijksuitgaven dan in de septembercirculaire2013 werd verwacht. -1.410.719 De verantwoording van de verkoop gemeentelijke eigendommen zijn functioneel verwerkt in programma 3. De taakstelling verkoop gemeentelijke eigendommen staat hier begroot (€ 1.255K). Daarvan is daadwerkelijk 904K gerealiseerd. Het tekort in 2013 bedraagt € 350N. Verder is hier een stelpost begroot voordeel kapitaallasten restantkredieten, omdat niet alle begrote investeringen daadwerkelijk gedaan worden. De daadwerkelijke kapitaallasten zijn op de betreffende producten verwerkt en toegelicht. Het betreft een bedrag van € 52.000. Het restant betreft doorbelaste uren (per saldo op lasten en baten 70N). 1.891 Geen bijzonderheden 8.796 Het innen van"reguliere" precariobelasting dient nog voor 2 jaar opgelegd te worden. Dit levert eenmalig een voordeel op (9V). -2.104 Er is minder toeristenbelasting geïnd (1N) en er zijn minder opbrengsten aanmaningen en dwangbevelen (1N). -61.482 De uitvoeringskosten BSR worden intern doorbelast naar ozb, reiniging en riool in verband met kostendekkendheid. Doordat de uitvoeringskosten lager uitvallen, zullen de doorbelastingen ook lager zijn waardoor de baten lager weergegeven worden (61N). -36.560 De inkomsten OZB zijn door meer verminderingen en vernietigingen lager dan begroot (37N). -55.022 Zie toelichting op lasten.
Totaal baten
27.592.299 27.261.101 25.908.495
-1.352.606
Saldo programma
20.258.484 20.274.658 18.578.901
-1.695.757
Vanwege een verschuiving van belastingen/WOZ van Bel./waardering, heffing + inning naar Lokale heffingen wijken de bedragen bij de baten rekening 2012 af met de presentatie in de jaarrekening 2012. Er is € 18.268 meer gepresenteerd op Lokale heffingen in bovenstaand overzicht en ditzelfde bedrag is in mindering gebracht op Bel./waardering, heffing + inning. Per saldo is het totaalbedrag gelijk. 115
Uren (doorbelastingen) In de programma’s zijn verschuivingen te zien in de doorbelastingen. Deze zijn niet in de programma’s nader toegelicht, maar worden in dit programma organisatiebreed toegelicht. In onderstaande tabel zijn de verschuivingen per programma te zien. Programma
Begroting
Rekening
Saldo
2013
5.112.577
4.885.001
227.576
V
2 Toerisme & vrije tijd
642.333
508.642
133.691
V
3 Ondernemen, werk, sociale zekerheid
356.727
358.572
-1.845
N
4 Veiligheid
354.160
322.251
31.909
V
5 Verkeer & bereikbaarheid
482.248
385.928
96.320
V
1.188.652
1.165.325
23.327
V
1 Woonomgeving
6 Zorg, welzijn en onderwijs 7 Dienstverlening en belastingen Totaal
2013
Voordeel/
2013
Nadeel
2.528.219
2.782.199
-253.980
N
10.664.916
10.407.918
256.998
V
De interne doorbelastingen van programma’s 1 t/m 6 zijn nagenoeg allemaal lager dan geraamd. Dit komt enerzijds doordat de apparaatskosten lager zijn dan geraamd. Hierdoor zijn de doorbelastingen naar de producten/programma’s eveneens lager. De lagere apparaatskosten zal in de volgende alinea toegelicht worden. Anderzijds zijn interne verschuivingen geweest. De grootste verschuiving is dat begin 2013 besloten is om personele capaciteit vrij te maken voor projecten rondom regieorganisatie en zaakgericht werken. De verantwoording van deze doorbelastingen zijn verwerkt in programma 7 waardoor dit programma een nadeel oplevert. Op de totale doorbelasting is voordeel van € 257.000 (V) ontstaan ten opzichte van de begroting 2013 inclusief de voor- en najaarsnota (zie bovenstaande tabel). Een voordeel van € 135.000 (V) is het gevolg van uitgestelde migratiekosten bij de RID. De migratie stond gepland voor medio 2013. De RID heeft besloten om gemeente Soest als eerste te migreren naar de nieuwe omgeving. Gemeente Wijk bij Duurste staat nu gepland in maart 2014. Het budget wordt daarom door middel van budgetoverheveling naar 2014 overgebracht (zie ook paragraaf 1.4). De elektriciteitstarieven zijn hoger dan geraamd waardoor op elektriciteitsverbruik gemeentehuis een nadeel ontstaat van € 20.000 (N). Er is voordeel op de kapitaalslasten doordat investeringen zijn uitgesteld naar 2014 € 31.000 (V). Door het afsluiten van nieuwe verzekeringspolissen is een voordeel gerealiseerd € 13.000 (V). Op bedrijfsgezondheidspakket en arbo-pakket zijn tevens voordelen behaald van € 18.000 (V). Op abonnementen/boekwerken is een voordeel van € 10.000 (V). Niet alle onderhoudswerkzaamheden zijn noodzakelijk geweest waardoor op onderhoud van programmatuur een voordeel is gerealiseerd van € 25.000 (V). Ook het budget voor personeelsontwikkeling is niet volledig benut; dit geeft een voordeel van € 20.000 (V). Het restant betreft kleine afwijkingen op meerdere posten van € 25.000 (V). 116
Voor een overzicht van de werkelijke apparaatskosten verwijzen wij u naar bijlage 3.1 kostenverdeelstaat. Loonsomanalyse Tabel loonsommen Omschrijving Begrote loonsom (incl. begrotingswijzigingen) Stelposten Begrote loonsom na aftrek stelposten Werkelijke loonsom Resultaat Dekking Eindresultaat loonsommen
Bedrag € 9.468.096 209.751 9.677.847 9.557.399 120.448 91.242 211.690
Op de loonsommen bedraagt het voordeel ongeveer € 212.000 (V) zoals uit bovenstaande tabel blijkt. Op de post salarissen is er een nadeel van € 123.000 (N); hier tegenover staan de stelposten stijging salarislasten en overwerk van € 208.000 (V). Op uitkeringen voormalig personeel is er een voordeel van € 47.000 (V); onder andere vanwege minder wachtgelden. Er wordt ruim € 30.000 (V) salariskosten gedekt uit het OP salarislasten archief. Tenslotte hebben we nog een voordeel van € 38.000 (V) vanwege teruggaaf premie WAO/WIA en € 3.000 (V) vanwege zwangerschapsuitkering. * De stelposten staan op het product algemene baten en lasten (zie ook recapitulatie programma 7).
Op de post inhuur derden is een voordeel gerealiseerd van ongeveer € 150.000. Met name op de post dienstverlening door derden zijn we zeer terughoudend geweest met inhuur. Voor de volledigheid melden we hierbij dat de verzilvering van de formatie in 2013 gerealiseerd is. De betreffende loonsommen zijn met de begroting afgeraamd (verwerkt in de begrote loonsom). Tevens is er een toevoeging aan de bestemmingsreserve Programma slimme werkprocessen geraamd van € 141.446 ( het positieve verschil tussen de taakstelling en de aframing van de loonsommen). Deze toevoeging is verwerkt met deze jaarrekening.
117
2. Paragrafen
118
§ 2.1
Inleiding
Evenals in de voorgaande jaren volgen hierna, conform het Besluit Begroting en Verantwoording, de paragrafen. Deze paragrafen handelen over een aantal belangrijke onderwerpen met betrekking tot de financiële functie, als een dwarsdoorsnede van de jaarrekening, die binnen de verschillende programma’s terug te vinden zijn. De volgende paragrafen zijn opgenomen: Weerstandsvermogen en risicobeheersing De paragraaf bevat een berekening van de weerstandscapaciteit en een inschatting van de risico’s. Met weerstandscapaciteit wordt bedoeld: al die elementen waarmee tegenvallers eventueel bekostigd kunnen worden. Het weerstandsvermogen is de weerstandscapaciteit in relatie tot de risico’s. Het geeft aan hoe robuust de jaarrekening is. Onderhoud kapitaalgoederen Deze paragraaf gaat met name in op de onderhoudstoestand en de kosten van instandhouding van de wegen, bruggen, riolering, gebouwen en groene gebieden c.q. stroken. Dit is van belang, omdat de onderhoudskosten van kapitaalgoederen een substantieel deel beslaan. Bedrijfsvoering Bedrijfsvoering bestaat traditioneel uit de onderdelen personeel, informatisering, automatisering, communicatie, organisatie, financieel beheer (waaronder de administratieve organisatie en de interne controle) en huisvesting. Deze paragraaf geeft inzicht in de stand van zaken en de beleidsvoornemens omtrent de bedrijfsvoering. Het gaat daarbij om het uitvoeren van de programma’s in het programmaplan en om de continuïteit van de gemeente. Verbonden partijen Hier wordt inzicht gegeven in de relaties van de gemeente met derde rechtspersonen waarin bestuurlijke invloed wordt uitgeoefend en waarmee financiële belangen gemoeid zijn. Grondbeleid De hoofdlijnen van het te voeren grondbeleid komen in deze paragraaf aan de orde. Het geeft een stand van zaken in de lopende grondexploitaties en andere te ontwikkelen gebieden. Treasury De treasuryparagraaf is sinds 2001 een verplicht onderdeel bij de begroting en het jaarverslag. Het doel is de uitvoering van de treasuryfunctie transparant te maken. Lokale heffingen Het overzicht van lokale heffingen geeft inzicht in de tarieven van de gemeentelijke heffingen en belastingen.
119
§ 2.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing 1. Inleiding Conform het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en gemeenten (BBV art 9) is het verplicht in de begroting en jaarrekeningen de beleidslijnen vast te leggen met betrekking tot het Weerstandsvermogen. Het Weerstandsvermogen geeft een cijfermatig inzicht in de buffer die onze gemeente heeft om tegenvallers op te vangen. Hierbij worden de niet uit de jaarrekening dan wel begroting blijkende risico’s vergeleken met onze niet-geoormerkte reserves. Het gaat hierbij om risico’s die niet zijn opgenomen in het inhoudelijke gedeelte van begroting en jaarrekening dan wel niet zijn te ondervangen door bijvoorbeeld verzekeringen. Met niet geoormerkte reserves wordt bedoeld de reserves die kunnen worden ingezet voor acute tegenvallers. Zowel de weerstandscapaciteit als de risico inventarisatie zijn onderdelen die aan verandering onderhevig zijn. In de begroting en jaarrekening wordt dit geactualiseerd. Daarnaast geven gemeentelijke kengetallen een goede indruk over de financiële positie van onze gemeente en het weerstandsvermogen. In hoofdstuk 7 wordt hier nader op ingegaan. 2. Relatie weerstandscapaciteit en weerstandsvermogen Als basis voor de bepaling van het weerstandsvermogen is de nota Weerstandsvermogen. Hierin is onder andere bepaald dat de benodigde beschikbare weerstandscapaciteit in principe groter of gelijk moet zijn aan het bedrag aan risico’s. Figuur 1: Relatie weerstandscapaciteit en weerstandsvermogen
Risico’s
Benodigde weerstandscapaciteit
Beschikbare weerstandscapaciteit (Alg reserve, bestemmingsreserve, stille reserve, etc.)
Weerstandsvermogen (verhouding tussen benodigd en beschikbaar)
120
Aansluiting met provinciale berekeningswijze Sinds de begroting 2014 zoeken wij aansluiting bij de provinciale wijze van berekening van het weerstandsvermogen. De provincie maakt onderscheid in ‘weerstandscapaciteit vermogen’ (incidentele weerstandscapaciteit) waarbij de som van de algemene reserve, niet geoormerkte bestemmingsreserves worden vergeleken met de gecorrigeerde omzet , en in ‘weerstandscapaciteit exploitatie’ (structurele weerstandscapaciteit) waarbij de som van het begrotingssaldo, het bedrag onvoorzien en de resterende belastingcapaciteit wordt vergeleken met de omzet. Onderstaand is de weerstandscapaciteit vermogen nader uitgewerkt. Tabel 1. Ontwikkeling Algemene reserve vrij aanwendbaar
(Bedragen in €)
14.000.000
Bedrag aan risico’s
12.000.000 10.000.000
W eerstands-capaciteit excl bestem mingsreserve
8.000.000 6.000.000
Reserve vrij aanwendbaar, excl bestem mingsreserve Excl best reserve
4.000.000 2.000.000 0
2006
2008
2010
2012
Jaarrekening 2013
Reserve vrij aanwendbaar, inclusief bestem mingsreserves incl best reserve (berekening miv 2014)
In vergelijking met voorgaande jaren zijn nu ook de niet geoormerkte bestemmingsreserves toegevoegd aan deze weerstandscapaciteit. Dit zorgt er voor dat het berekende bedrag aan weerstandsvermogen op papier toeneemt5. Wij passen ons hierbij aan de wijze van berekening die de provincie toepast bij het bepalen van het weerstandsvermogen. Dit zorgt voor een betere vergelijking van gegevens met gemeenten in de regio. Het bedrag aan risico’s is ten opzichte van de jaarrekening iets verlaagd, dit betrof onder andere risico’s in het kader van de decentralisaties van rijkstaken, en grondexploitaties.
5
Het totaalbedrag aan reserves blijft echter gelijk.
121
3. Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit wordt gevormd door de niet geoormerkte en dus vrij besteedbare reserves. Hierbij valt te denken aan de algemene reserve, de stille reserves, onbenutte capaciteit van onroerende zaak belasting, en de post onvoorzien (dekking voor onvoorziene begrotingsuitgaven). In tegenstelling tot eerdere jaren zijn nu ook de niet geoormerkte bestemmingsreserves toegevoegd aan deze weerstandscapaciteit. Tabel 2. Opbouw weerstandscapaciteit jaarrekening 2013
onderverdeling algemene reserve bestemmingsreserve stille reserve post onvoorzien weerstandscapaciteit
bedrag 5.667.304 1.208.573 643.000 64.000 7.582.877
Naast de Algemene reserve bestaat de weerstandscapaciteit uit de niet geoormerkte bestemmingsreserves, stille reserves, budget onvoorzien, en onbenutte capaciteit belastingen en heffingen. Niet geoormerkte bestemmingsreserves Dit betreft bestemmingsreserves die door de raad zijn ingesteld met een specifieke bestemming maar waar nog geen concrete verplichting aan is gekoppeld. In theorie kan de raad deze reserve weer laten vervallen naar de algemene reserve. Deze bedragen worden meegenomen in de berekening van het weerstandsvermogen. Zie voor een overzicht van de bestemmingsreserves de bijlage in deze jaarrekening. Stille reserves Stille reserves worden gevormd door eigendommen (met name gronden en gebouwen) die een hogere marktwaarde (WOZ waarde) vertegenwoordigen dan in de balans als boekwaarde is opgenomen en dat het betreffende eigendom binnen een periode van 1 jaar geliquideerd kan worden zonder dat dit leidt tot ondermijning van de continuïteit van de uitvoering van de gemeentelijke taken. In de begroting 2013 is aangegeven om een aantal gemeentelijke panden en gronden te gaan verkopen. In de zomer van 2013 heeft er een actualisatie van deze gemeentelijke panden plaatsgevonden. Dit heeft geleid tot een herwaardering van de post stille reserves. Tevens is een inschatting gemaakt van mogelijke te verkopen panden en opbrengsten. Voorzichtigheidshalve is hiervan 80% genomen (executiewaarde) voor de bepaling van de stille reserve. Deze overwaarde is bepaald op € 643.000. Als tegenhanger van stille reserves staat de gemeente garant voor een aantal geldleningen (ruim € 5 miljoen) en fungeren wij als achtervang via het WSW voor woningcorporaties (ruim € 114 miljoen). 122
Post onvoorzien Ter dekking van onvoorziene begrotingsuitgaven in de loop van het jaar is in de begroting als onderdeel van het overzicht Algemene Dekkingsmiddelen en Onvoorzien een budget onvoorzien opgenomen. In beginsel is dit € 64.000 per jaar. Onbenutte capaciteit OZB belastingen Onze gemeente heeft nog een bedrag aan onbenutte capaciteit OZB belastingen van € 891.000. In onze nota weerstandsvermogen is echter bepaald dat de onbenutte belastingcapaciteit niet wordt meegenomen in de berekening van de weerstandscapaciteit. Vooralsnog is dit bedrag dan ook niet meegenomen in de berekening van onze weerstandscapaciteit. Onbenutte capaciteit heffingen In onze gemeente zijn de afvalstoffenheffing, reinigingsrecht en rioolheffing erop gericht om kostendekkend de voorzieningen te kunnen leveren aan de inwoners. De onbenutte capaciteit is dus nihil en wordt verder buiten beschouwing gelaten.
4. Weerstandscapaciteit exploitatie De structurele weerstandscapaciteit (exploitatie’) wordt bepaald door de som van het begrotingssaldo, het bedrag onvoorzien en de resterende belastingcapaciteit wordt vergeleken met de omzet. Onderstaand is de weerstandscapaciteit ezploitatie nader uitgewerkt. Onderstaand een weergave van de ontwikkeling van de weerstandscapaciteit exploitatie:
123
5. Risico’s De relevante risico’s in het kader van het weerstandsvermogen zijn posten waarvoor (nog) geen dekking is aangewezen in begroting en waarvan de gevolgen indien die zich voordoen gedekt moeten worden uit het vermogen van de gemeente. Een risico is de kans (percentage) dat een bepaalde gebeurtenis zich voordoet vermenigvuldigd met het financiële effect (bedrag) van die gebeurtenis. Er wordt onderscheid gemaakt tussen reguliere en niet-reguliere risico’s en tussen incidentele en structurele risico’s. De reguliere risico’s zijn die zaken waarvoor in de begroting of via een verzekering dekking is voorzien. Niet reguliere risico’s zijn de zaken waarvoor (nog) geen dekking is aangewezen en waarvan de gevolgen gedekt moeten worden uit het vermogen van de gemeente. Incidentele risico’s zijn risico’s die als ze zich voordoen eenmalig van dekking voorzien moeten worden en die daarna geen invloed meer hebben op het vermogen of de begroting van de gemeente. Structurele risico’s hebben een langdurig effect op het vermogen of de begroting van de gemeente. Indien het structurele risico’s betreft wordt het risicobedrag over 4 begrotingsjaren gesaldeerd. De risico’s zijn onderverdeeld in een aantal categorieën. Het totaalbedrag aan risico’s bedraagt: Tabel 3. Recapitulatie risicobedragen (Bedrag in €) Onderverdeling Bedrag
Mutatie ten opzichte van begroting 2014
Uitvoering gemeentelijke taken
2.990.500
1.524.500
Rampen en Calamiteiten
1.200.000
0
Bedrijfsvoering en Financiën
540.001
-194.999
Projecten en grondexploitaties
920.000
-255.000
Bestuurlijke aangelegenheden
110.000
90.000
5.760.501
1.164.500
Totaal risico’s
De afgelopen periode is het risicobedrag van de gemeente met ruim een miljoen euro gestegen. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door de risico’s vanuit de komende decentralisaties. Deze zijn geactualiseerd en in vrijwel alle gevallen hoger ingeschat dan een half jaar geleden.
124
Tabel 4. Top 3 van grootste risico’s Nr Soort risico Bedrag in € 1 Decentralisatie jeugdzorg 940.000 2 Grondexploitaties 870.000 3 Open einde regelingen 520.000 4 Decentralisatie AWBZ 375.000 5 Onduidelijkheden algemene uitkering 350.000 Totaal 3.055.000 Deze risicos beslaan derhalve meer dan de helft van het totale bedrag aan risico’s. Onderverdeling van risico’s in incidentele en structurele risico’s Een aantal risico’s is ingeschat als structureel (doorwerkend effect op de gemeentelijke begroting), een aantal risico’s als incidenteel. Als er sprake is van structurele risico’s wordt het risicobedrag vermenigvuldigd met factor 4 (aantal begrotingsjaren) om zo de structurele impact op de begroting weer te geven. Tabel 5. Onderverdeling van risico’s in structureel vs incidenteel O n d e rv e rd e lin g
B e d r a g in €
S tru c tu re e l
3 .3 9 7 .0 0 0
In c id e n te e l T o ta a l
2 .3 6 3 .5 0 1 5 .7 6 0 .5 0 1
Vergelijken we dit met de huidige weerstandscapaciteit dan is deze op dit moment incidenteel (reserves, slechts eenmaal inzetbaar), maar mochten we in de toekomst de onbenutte belastingcapaciteit hierin betrekken, dan levert dit een structurele component op. In tabel 8 wordt uitgebreid ingegaan op de specificatie van de geïnventariseerde risico’s. 6. Bepaling van het Weerstandsvermogen Het berekende bedrag aan risico’s en derhalve aan benodigd weerstandsvermogen) is in ruime mate afgedekt door de berekende weerstandscapaciteit Een deel van de algemene reserve wordt vervolgens geoormerkt ter afdekking van de risico’s. Hiertoe wordt het zogenaamde Reserve weerstandsvermogen berekend: Voor het weerstandsvermogen worden in eerste instantie de stille reserves, Niet geoormerkte bestemmingsreserves, de post onvoorzien en de door de provincie verplichte reserve van € 50 per inwoner (in totaal € 1.200.000) ingezet. Het restant bedrag is de Reserve weerstandsvermogen. 125
Tabel 6. Opbouw weerstandsvermogen onderverdeling totaal benodigd bedrag aan risico's bestem m ingsreserve stille reserve post onvoorzien verplichte reserve provincie reserve weerstandsverm ogen (sluitpost)
bedrag 5.760.501 1.208.573 643.000 64.000 1.200.000 2.644.928
7. Algemene reserve Vrij aanwendbaar De algemene reserve is op zijn beurt weer opgebouwd uit drie onderdelen; de verplichte reserve, de reserve weerstandsvermogen en de algemene reserve vrij aanwendbaar. De algemene reserve vrij aanwendbaar geeft het werkelijke bedrag weer dat vrij mag worden aangewend voor gemeentelijke uitgaven en geeft derhalve de speelruimte weer. Tabel 7. Verdeling Algemene reserve onderverdeling verplichte reserve reserve weerstandsverm ogen algem ene reserve vrij aanw endbaar (sluitpost) totaal algem ene reserve reserve vrij aanwendbaar incl beste reserve
bedrag 1.200.000 2.644.928 1.822.376 5.667.304 3.030.949
Indien één van de onderdelen van het weerstandsvermogen wordt aangewend voor andere zaken, dient de reserve weerstandsvermogen navenant te worden verhoogd ten laste van de algemene reserve vrij aanwendbaar of een ander beschikbaar dekkingsmiddel. Indicator De verhouding tussen risico’ en weerstandscapaciteit geeft een goede indicator van onze weerbaarheid. De capaciteit bedraagt € 7.582.877, het bedrag aan risico’s € 5.760.501. Dit resulteert in een weerstandsvermogen van 132%. Onze weerstandscapaciteit is derhalve ruim voldoende om de bestaande risico’s af te dekken. In het algemeen wordt een percentage boven de 100% als voldoende geacht. Wel is er een dalende trend waarneembaar ten opzichte van voorgaande meting. 126
8. Gemeentelijke kengetallen Stabiliteit: solvabiliteit De gemeentelijke solvabliteit (verhouding vreemd vermogen versus eigen vermogen) geeft een goed beeld van de financiële positie van onze gemeente. 2012 2011 Norm 2013 Debt ratio (schulden/ balanstotaal <80% 65% 66% 65% Onze debt ratio ligt nog ruim onder de gestelde norm. Flexibiliteit: schuldenpositie (bron; waarstaatjegemeente.nlcijfers per 31-12-2012, CBS) Wijk bij Gemiddeld Provincie Duurstede grootte < 25.000 Landelijk inwoner 1.444 1.229 1.899 2.296 1.614 1.745 2.341 2.725 in +667 +200 +800 +450
Netto schuld per inwoner Bruto schuld per inwoner Ontwikkeling van schulden periode 2009-2012 per inwoner Netto schuld als deel van de inkomsten Netto schuldquote gecorrigeerd voor uitleenquote
74
54
72
73
66
40
56
57
Onze schuldenpositie is de afgelopen jaren weliswaar opgelopen maar we bevinden ons nog steeds binnen een acceptabele marge.
127
9. Bijlage: Overzicht van geïnventariseerde risico’s Onderstaand een totaal overzicht van de geïnventariseerde risico’s. Risico’s van minder dan € 10.000 worden niet meegeteld in de berekening van het benodigde weerstandsvermogen. Deze risico’s worden vermeld zonder nadere specificatie. In het overzicht zijn de risico’s ingedeeld in de volgende categorieën: • Uitvoering gemeentelijke taken • Rampen en Calamiteiten • Bedrijfsvoering en Financiën • Projecten en grondexploitaties • Bestuurlijke aangelegenheden
128
Gemeentelijke taken risico
detailering
stand van zaken
struct risicobedrag ureel 2013 vs incide nteel
bedrag vorige periode
Gemeentelijke taken Milieu Financien: open einde regelingen
Bodemverontreiniging (WMO,Leerlingenvervoer, bijstand, toekomstig AWBZ, jeugdzorg, participatie).
De kaart wordt regulier geupdate Voor de WMO (en AWBZ) is een bestemmingsreserve (2x 250.000) aanwezig.
I S
50.000 520.000
50.000 250.000
Regiegemeente / taken op afstand;
In dit geval gaan de kosten deels voor de baat uit;kosten van opleiding, inhuur, frictiekosten, overhead
Het Project Taken op afstand, gestart in 2012, In 2013 is voor 15 taken onderzocht worden of het mogelijk is om taken op afstand te plaatsen, in 2014 vindt vervolgonderzoek plaats.
I
pm
0
Ontwikkeling organisatiekoers
Bezuinigingstaakstelling organisatie.
Project ingericht.
I
210.000
Outsourcing sportfaciliteiten;
Gemeente blijft risicodrager ; Gemeente heeft een aantal Het college is Raad van Toezicht van sportfaciliteiten ondergebracht bij derden (Stichting Wijksport, Stichting Wijksport; risico verminderd. Sp St Cothen, Sp St Langbroek); Gemeente is rechtsopvolger in Stichting Wijksport en bij Sp St Cothen).
S
100.000
100.000
Integriteit
Morele aansprakelijkheid (imagoschade, ethische verantwoordelijkheid.
I
10.000
10.000
Onvoldoende handhaving leidt tot kosten voor faciliteren
Bij evenementen .
I
10.000
10.000
het aspect integriteit is ondergebracht in functioneringsgesprekken, screening van nieuw personeel Het strict innen van borgsommen bij grote evenementen.
129
Onvoldoende handhaving
Op bouwzaken en RO
Handhavingsprobleem komt echter vooral naar voren bij de kleinere zaken/projecten. De grotere zaken zijn in beeld; In 2012 inventarisatie buitengebied afgerond, risicoprofiel opgesteld
I
25.000
25.000
Financiering huisvesting onderwijs verschuift van gemeente naar schoolbesturen
In theorie budgetneutraal, maar risico op taakverwaarlozing onderhoud scholen dat vervolgens bij gemeente als rekening wordt gepresenteerd.
Integraal Huisvestingsplan in de maak
I
58.000
76.000
Beperkte invloed op begroting betreft VRU, GGD MN, RHC, BSR, RID, RDWI, Recreatieschap, Welstand, ODRU en uitgaven bij gemeenschappelijke regelingen:
Kadernota’s vragen voor begroting en doelstellingen meegeven bij opstellen begrotingen (0-lijn)
GR ODRU
Omgevingsdienst Regio Utrecht / RUD in oprichting
Transitiekosten 2013 zijn verwerkt in jaarrekening, verwachting voor 2014 zijn beperkt door strakkere sturing,
I
12.500
0
GR RID
RID;Budgetten staan voor enkele jaren vast
Migratie van systemen loopt uit, levert mogelijke frictiekosten op (verlenging van lopende contracten); Overdracht van harde kant gepland voor 2014.
I
25.000
0
Decentralisatie Rijkstaken
Er doen zich op tal van terreinen risico’s voor: organisatorisch, Voor de drie decentralisatietrajecten is ten behoeve van de beheersing en sturing een juridisch, imago, regionale samenwerking, frictiekosten vanwege programmastructuur ingericht. doorlopende verplichtingen, uiteenlopen van vraag en aanbod (wachtlijsten), opleidingen en ook financieel. Veel is er nog onzeker. Onderstaand is een uitwerking gemaakt van de financiële risico’s op basis van de meest recente informatie; Zowel onzekerheid over kosten van implementatie als het budget dat is gekoppeld aan de rijkstaken.
Decentralisatie Rijkstaken Jeugdzorg
Betreft open einde regeling; geen ervaring aanwezig bij gemeente op dit terrein, onvoldoende zicht op clienten, bestedingen; Er is tevens sprake van frictiekosten (gemeente dient, in het kader van de continuïteit van de zorg) de lopende contracten over te nemen.
Budgetten zijn bekend (4,7 miljoen voor 2015). De gemeeente wordt de komende jaren gekort oplopend tot 15%. Vraag is echter nog niet helder. Inmiddels wel inzicht in aantal clienten maar niet in de financiële vertaling daarvan.
S
940.000
315.000
130
Wij schatten het totale risico grofweg op 10% (gemiddeld oplopende korting), de kans is op 50% ingeschat Decentralisatie Rijkstaken Participatie: Dit bevat het taakveld: WWB (gebundelde uitkering + participatiebudget (3,4mln) en WSW (1,6 mln); ondergebracht bij RDWI (RSD + Biga)
WWB: Door de ontschotting van het I-deel binnen de GRgemeenten wordt een evt. overschot of tekort op het I-deel door alle gemeenten gedragen. Hierdoor kan het tekort afnemen of in nadelig geval toenemen.
De gemeente is eigen risicodrager voor het I-deel, tot maximaal 10% van het budget (3,1 mln): 310.000 euro. In de begroting wordt een deel van dit risico al ondervangen als stelpost 50.000 euro. Het resterende deel (260.000 euro) blijft als risico intact. Tevens nieuwe doelgroep van aanvragen van mensen met beperking, voorheen vallend onder Wajong. Impact op budget nog niet helder. Regionale inschatting ongeveer 125 personen
S
260.000
100.000
Decentralisatie Rijkstaken Participatie
WSW: Het rijk voert een bezuiniging door op de WSW-gelden; geleidelijk teruglopende uitkeringen per indicatie; van 26.000 naar 22.500. Baten lopen terug, lasten (vanwege lopende CAOverplichtingen) blijven bij ongewijzigd beleid intact.
Plusminus 62 indicaties.
S
217.000
0
Decentralisatie Rijkstaken AWBZ, betreft nieuwe taak Begeleiding
Gemeentelijk budget (na korting van 1,5 mln)) bedraagt 4,5 miljoen. Dit betreft een open einde regelingen.Daarnaast betreft het voor de gemeente een nieuwe doelgroep, en zijn instellingen nog niet helder. De rijksbijdrage via het gemeentefonds is mogelijk niet toereikend terwijl het uitgangspunt is om de uitvoering ervan binnen het beschikbare budget uit te voeren. De druk op de Wmo, zijnde een open-eind regeling, kan toenemen.
Lokaal is er wel een structuur aanwezig van WMO; De gemeente staat derhalve voor de uitdaging deze te realiseren. Er is nog geen adequate inschatting van de lasten. De kans schatten wij in op 25% (korting).
I
375.000
275.000
WMO
Betreft eveneens een open einde regeling, de aangekondigde korting op budgetten Huishoudelijke hulp WMO vanaf 2015 bedragen 40%. Dit vergt aanpassing van beleid en aanpak.
I
75.000
130.000
Onzekere belastingopbrengst
Invoering precariobelasting onzeker door mogelijke problemen bij de precarioheffing.
I
50.000
0
2.990.500
1.341.000
totaal Gemeentelijke taken
131
Rampen en calamiteiten risico
detailering
stand van zaken
Rampen en calamiteiten
Ramp Amsterdam Rijnkanaal en/of Rijn en Lek
Rampen en calamiteiten
Ramp (brand/ontploffing) bij tankstation
Rampen en calamiteiten Rampen en calamiteiten Rampen en calamiteiten Rampen en calamiteiten
Extra kosten als gevolg van calamiteiten Schade Natuurgeweld Schade aan bomenbestand als gevolg van natuurverschijnselen Risico’s voor volksgezondheid
struct risicobedrag ureel 2013 vs incide nteel
Totaalbedrag
1.200.000
bedrag vorige periode
1.200.000
Bestaand beveiligingsbeleid actualiseren; Verplichte audits (DIGID, BAG).
stand van zaken structureel vs incidenteel
In 2013 beveiligingsscan uitgevoerd, I geen verhoogd risico; eind 2013 bestaande informatiebeveiligingsbeleid geactualiseerd; uitvoering DIGID audit in gang gezet Onduidelijkheid van rijksbeleid voor Volgen van mei/sept In de decembernota is een bedrag S ontvangsten;Komende jaren herschikking van circulaire. van 15 euro per inwoner (± 350.000 gelden (verdeelsleutel) levert mogelijk fluctuaties euro) opgenomen. in algemene uitkering.
bedrag vorige periode
Algemene Uitkering
Verlies van Informatie
risicobedrag 2013
(Informatie) beveiliging
beheersmaatre gel
risico
detailering
Bedrijfsvoering
50.000
50.000
350.000
0
132
Onjuiste BTW aangiften/aanslagen
Volgen Het traject Horizontaal toezicht S ontwikkelingen op het Belastingdienst is van start gegaan. gebied van BCF; In 2014 volgt een convenant. Jaarlijkse update op basis van aanbevelingen rapport accountant Betreft naast WSW achtervang (110 miljoen), Terughoudendheid bij Onze garanties nemen af, achtervang S tevens directe garanties (4 miljoen); Risico op aangaan (WSW) neemt echter toe. verplichtingen neemt, door de financiele crisis toe garantieverplichtingen
BTW
Garantstellingen
Werkkosten
Bezuinigingsopgave: specifiek Verkoop gebouw (en) Invoering werkkosten.
Bedrijfsprocessen
Onvoldoende grip op bedrijfsprocessen.
Financien
2013 gerealiseerd: panden en groep I Vastlegging Werkkosten succesvol ingevoerd. procedure en controls. Goede vastlegging PSW; met o.a. vastleggen van kritieke werkprocessen. bedrijfsprocessen .
100.000
100.000
40.000
10.000
1
550.000
0
25.000
0
540.001
735.000
structureel vs incidenteel
stand van zaken
beheersmaatregel
bedrag vorige periode
Projecten
Huidige actualisatie van de bestemmingsplannen kan Bij projecten Betreft een actualisatie waarbij S planschade opleveren, daarnaast bij projecten derden. planschadeberekening geen grootschalige individuele laten maken en wijzigingen worden opgenomen. meenemen in Wel kunnen voor hele gebieden begroting project; Bij verruimingen optreden. Er kan exploitaties derden weliswaar planschade ontstaan kosten verhalen op maar dit weegt dan niet op tegen het eigen voordeel dat de indiener ontwikkelaar (contractueel) heeft. Onderlinge afhankelijkheid met financiële effecten Financieel Het beleid is hierop ingericht. I ontkoppelen lopende risico vervallen projecten;
risicobedrag 2013
Planschade
detailering
risico
Projecten en grondexploitatie
50.000
50.000
0
125.000
133
Grondexploitaties
Onzekere woningmarkt met risico op dalende opbrengsten grondexploitaties
Tussentijdse actualisering van grondexploitaties en aanpassen van planning en uitgaven (2x per jaar herziening) ; Actualisatie grondexploitaties gebeurt 2x per jaar Daarnaast worden ieder kwartaal de projecten De Engk, De Kamp, Langshaven en Oranjehof geactualiseerd.
I Uit de actualisatie GREX komt een risicobedrag van 3,3 mln euro (afgerond) naar voren (jaarrekening 2013), waarbij er voor 2,5 mln euro opgevangen kan worden in de Grex zelf. Voor twee grexen komt er bij een 'worst case scenario een verlies uit, van tesamen 934.000 euro. Dit bedrag, minus een aanwezige reserve grondbedrijf van 64.000 euro wordt als risicobedrag opgenomen.
870.000
1.000.000
totaal projecten
920.000
1.175.000
totaal bestuur
structureel vs incidenteel
stand van zaken
nvt I Vormen van Theoretisch 3 wethouders x 100k x 2 I voorziening/ jaar = 600.000 a een kans van 15% reserve.
bedrag vorige periode
Verschuivingen binnen de raad Geen voorziening voor wachtgelden getroffen
risicobedrag 2013
Bestuur Politiek Wachtgelden
beheersmaatre gel
risico
detailering
Bestuurlijke aangelegenheden
20.000 90.000
20.000 0
110.000
20.000
134
§
2.3.
Onderhoud kapitaalgoederen
Inleiding De gemeente Wijk bij Duurstede heeft een groot deel van haar vermogen geïnvesteerd in voorzieningen voor haar inwoners, zoals wegen, verlichting, riolering, groen, speelplaatsen, straatmeubilair en gebouwen. Het onderhoud van deze zogenaamde ‘kapitaalgoederen’ is van cruciaal belang voor het functioneren van de gemeente op diverse gebieden. Ook voor de inwoners is de kwaliteit van hun leefomgeving van groot belang; teruglopende kwaliteit kan leiden tot kleine ergernissen, klachten of zelfs serieuze ongelukken. In 2004 heeft de gemeenteraad het gebouwenbeheersplan vastgesteld; derhalve maakt het geen deel uit van het Integrale Beheerplan Openbare Ruimte (IBOR). Gezien de vele ontwikkellocaties wordt het plan jaarlijks geactualiseerd en ter besluitvorming aangeboden aan het college. In november 2010 zijn de beheerplannen IBOR voor de periode 2011-2014 vastgesteld op basis van een sobere beeldkwaliteit. Binnen het IBOR zijn de beheeronderdelen Wegen, Groen, Watergangen, Bruggen en Viaduct, Openbare Verlichting en tot slot Verkeer en Straatmeubilair op een integrale wijze opgesteld. In 2013 zijn de werkzaamheden afgerond en is het beheeronderdeel Waterbouwkundige constructies (Duikers, beschoeiingen en stuwen) aan deze cyclus toegevoegd. In het voorjaar 2013 zijn indicatief de investeringsprojecten 2014-2017 opgesteld en bij de kadernota vastgesteld. Bij de tweede fase IBOR (2015-2018) zullen de lijst investeringsprojecten definitief worden gemaakt. De benodigde middelen zullen worden aangevraagd in de kadernota 2015. In totaal is er sinds 1-1-2010 voor een bedrag van € 216.000 structureel en € 142.000 eenmalig omgebogen/omgevormd/bezuinigd op het onderhoud aan de Openbare Ruimte (tot en met 2013). Het gekozen onderhoudsbeeld minimum/Sober en de bezuinigingen zorgen ervoor dat er veel minder tot geen preventief onderhoud meer wordt gepleegd en dat de onderhoudstoestand van de beheeronderdelen snel achteruit gaat. Op de lange termijn kan dit inhouden dat er meer investeringsprojecten worden aangevraagd. In 2011/2012/2013 zijn diverse groeninvesteringsprojecten uitgevoerd en worden er in 2014 nog uitgevoerd. In de periode 2015-2020 zal met name op investeringsprojecten wegen, bruggen en beschoeiingen moeten worden ingezet. Het IBOR gaat nog niet in op detailniveau van het onderhoud, maar is opgesteld op het zogenaamde netwerkniveau; er wordt inzicht verkregen in de benodigde middelen over een periode van 4 jaar, uitgaande van het minimale onderhoudsniveau waarbij de veiligheid nog wel wordt gegarandeerd. Op basis van het Integrale Beheerplan worden de individuele jaarplannen opgesteld. In deze jaarplannen worden de onderhoudswerken gedetailleerd beschreven, die in de begrotingsjaren zullen worden uitgevoerd met het ter beschikking staande budget.
135
Afhankelijk van het soort onderhoud wordt ook de keuze gemaakt in de wijze van dekking van de kosten. In hoofdlijnen kan het onderhoud in de volgende soorten gesplitst worden: Groot, Dagelijks en Serviceonderhoud (dekking via voorziening IBOR); Nieuwe investeringen (voorzieningen, bestemmingsreserves, activering) en kapitaallasten te dekken via de exploitatie. In tabel 1 vindt u de verschillende kapitaalgoederen waarover in deze paragraaf wordt gerapporteerd en het jaar van vaststelling van het betreffende beheerplan. Op de volgende pagina’s worden de grootste kapitaalgoederen één voor één uitgelicht. Hierbij worden diverse onderwerpen nader toegelicht, waaronder de invloed op de begroting en de uitgevoerde werken in 2013.
Tabel 1. Overzicht beheerplannen tot en met 2013
Kapitaalgoederen Wegen Gebouwen Verkeer Kunstwerken Riolering Watergangen Verlichting Groen Beschoeiingen, Duikers en stuwen
Beheerplan Wegen Gebouwen Straatmeubilair, borden e.d. Bruggen en viaducten Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP IV) Plassen en beekjes Lantaarnpalen e.d. Groen Beheersplan Waterbouwkundige constructies
Jaar van vaststelling 2010 2004 2010 2010 2013 2010 2010 2010 2014
136
Wegen Beheerplan Wegen Naam beheerplan Jaar vaststelling 2010 IBOR Onderhoud Wegen Naam voorziening Actualisatie plan Jaarlijks d.m.v. jaarplan Te onderhouden kapitaalgoederen : Rijbanen, fietspaden, voetpaden, pleinen en woonerven, parkeerstroken, overige stroken Doel: Het beheerplan geeft inzicht in de actuele kwaliteit en de benodigde budgetten voor het uitvoeren van het onderhoud aan het wegennet om het vastgestelde kwaliteitsniveau Minimum te bereiken/handhaven. Beleidskader: Het Beheerplan Wegen geeft de kaders aan waarbinnen de onderhoud- en renovatieplannen worden vervaardigd. Het beheerplan Wegen en het daarna opgestelde jaarplan Wegen 2013 maakt onderdeel uit van het Integraal Beheerplan Openbare Ruimte 2011 – 2014. Het beleidskader wordt bepaald door enkele wetten, t.w. Wegenwet, Wet Herverdeling Wegenbeheer, Burgerlijk Wetboek, Wet Milieubeheer. Er is ook een relatie met andere beleidsterreinen zoals riolering, verkeersveiligheid, groen, milieu, sociale veiligheid en activabeleid. Financiële situatie 2013: In het kader van het IBOR is een voorziening 8610040 gevormd. Deze voorziening wordt gevuld door de budgetten van alle grootboeknummers (6-nummers) de kostensoorten groot onderhoud, dagelijks onderhoud, inspecties en werkzaamheden derden over te boeken naar de voorziening. In de voorziening zijn vervolgens kostensoorten per beheerdiscipline gevormd. Vanuit deze kostensoorten binnen de voorziening worden alle onderhoudskosten, beschreven in de beheerplannen, bekostigd. Investeringskosten, kapitaalslasten (rente en afschrijven) en belastingen maken geen onderdeel uit van de voorziening IBOR. De kapitaallasten zijn de afschrijvingen en rentelasten voor diverse reconstructie- en aanpassingwerkzaamheden (investeringsprojecten) van wegen en verkeerssituaties binnen de gemeente Voor wegen zijn er in 2013 geen investeringsprojecten uitgevoerd. In 2013 zijn alle werkzaamheden uit de planning uitgevoerd, met uitzondering van de Willem Alexanderweg naast project De Kamp in Cothen. Deze asfaltweg staan al drie jaar op de planning om te vervangen, echter project De Kamp is vertraagd. Het zou kapitaalvernietiging zijn om op deze wegen de asfaltdeklagen te vervangen, terwijl er nog volop zwaar bouwverkeer overheen rijdt. Inmiddels is bekend dat Project De Kamp naar verwachting nog wel enkele jaren zal doorlopen. In verband met de veiligheid moet de Willem Alexanderweg in 2014 toch worden aangepakt. Het hiervoor gereserveerde geld blijft in de voorziening staan tot uitvoering in 2014. Tevens is de Promenade en een deel van de 137
Hoogstraat nog niet herstraat in verband met een uit te voeren groenplan en het glasvezelproject. Na uitvoering van dit project wordt dit herstraatproject alsnog in 2014 uitgevoerd. De huidige stand van de voorzieningen en de begrote toevoegingen vanuit de 6-posten zijn voldoende om de onderhoudswerkzaamheden voor wegen en verkeerssituaties uit het beheerplan 2011-2014 uit te kunnen voeren. Door een structurele bezuiniging van € 40.000 in de begroting 2013 is met name het serviceonderhoud wegen nog verder ingekrompen. Dit houdt dat er nog minder aan meldingen en verzoeken voldaan kan worden, tenzij het de veiligheid echt in gevaar brengt. De sobere onderhoudsvariant en de bezuinigingen /ombuigingen houden in dat op de langere termijn (2e termijn IBOR 2015-2018) eerder investeringsprojecten zullen worden aangevraagd omdat de onderhoudsstaat sneller verslechterd en er vrijwel geen preventief onderhoud meer wordt uitgevoerd. Op termijn kan dit betekenen dat de kosten oplopen. Met name op het gebied van wegen zal dit na 2014 aan de orde komen. In de kadernota 2013 is reeds een indicatieve lijst met verwachte investeringsprojecten Openbare Ruimte (waaronder Wegen) vastgesteld voor 2014 –2017. Deze indicatieve lijst zal na de nieuwe inspectierondes en met het uitwerken van het IBOR-plan fase 2 worden aangepast naar de nieuwe inzichten en met de kadernota 2015 worden aangeboden.
138
Wegen Lasten Belastingen Verzekeringen Onderhoud programmatuur Groot onderhoud Dagelijks onderhoud Service onderhoud Inspecties/onderzoek Kapitaallasten, rente Kapitaallasten, afschrijving Doorberekening SBP Doorberekening Bedrijfsvoering Doorberekening PMB Doorberekening Beheer Doorberekening Beheer Buitendienst Baten Opbrengst vergunningen en rechten Overige inkomsten/ontvangsten Schadevergoeding verzekering Verkoop grond en terreinen
Begroting 2013
Werkelijk 2013
Verschil 2013
12.000 103 1.800 385.690 231.399 122.000 15.000 93.798 162.142 0 0 0 235.605 49.541
13.555 0 2.088 283.049 225.445 117.856 4.375 90.398 158.778 249 1.167 392 224.014 28.254
-1.555 103 -288 102.641 5.954 4.144 10.625 3.400 3.364 -249 -1.167 -392 11.591 21.287
15.000 14.520 3.000 22.000
23.036 3.526 6.483 24.750
-8.036 10.994 -3.483 -2.750
139
Bruggen / Viaduct
Naam beheerplan Naam voorziening
Beheerplan kunstwerken IBOR onderhoud bruggen
Jaar vaststelling
2010
Actualisatie plan
Jaarlijks (d.m.v. jaarplan)
Te onderhouden kapitaalgoederen: Alle gemeentelijke verkeers-, fiets- en voetgangersbruggen (48 stuks) en 1 viaduct. Doel: Het beheerplan Bruggen/Viaduct geeft inzicht in de actuele kwaliteit en de benodigde budgetten voor het uitvoeren van het onderhoud aan alle gemeentelijke bruggen en viaduct om het vastgestelde kwaliteitsniveau Sober te bereiken/handhaven. Beleidskader: Het Beheerplan Bruggen/Viaduct geeft de kaders aan waarbinnen de onderhoud- en renovatieplannen worden vervaardigd. Het beheerplan Bruggen en het daarna opgestelde jaarplan Bruggen 2013 maakt onderdeel uit van het Integraal Beheerplan Openbare Ruimte 2011 – 2014. Het beleidskader wordt verder bepaald door enkele wetten, t.w. Wegenwet, Burgerlijk Wetboek, Wet Milieubeheer. Er is ook een relatie met andere beleidsterreinen zoals wegen, riolering, verkeersveiligheid, groen, milieu, sociale veiligheid en activabeleid Financiële situatie in 2013: In het kader van het IBOR is een voorziening 8610040 gevormd. Deze voorziening wordt gevuld door de budgetten van alle grootboeknummers (6-nummers) de kostensoorten groot onderhoud, dagelijks onderhoud, inspecties en werkzaamheden derden over te boeken naar de voorziening. In de voorziening zijn vervolgens kostensoorten per beheerdiscipline gevormd. Vanuit deze kostensoorten binnen de voorziening worden alle onderhoudskosten, beschreven in de beheerplannen, bekostigd. Investeringskosten, kapitaalslasten (rente en afschrijven) en belastingen maken geen onderdeel uit van de voorziening IBOR. De kapitaallasten zijn de afschrijvingen en rentelasten voor diverse reconstructie- en aanpassingwerkzaamheden (investeringsprojecten) aan bruggen binnen de gemeente. Voor bruggen zijn er in 2013 geen nieuwe investeringsprojecten uitgevoerd. In 2013 zijn alle werkzaamheden uit de planning uitgevoerd, met uitzondering van de reconstructie Horsterbrug in Cothen Deze brug staat sinds vorig jaar op de planning om groot onderhoud te krijgen, echter dit project is vertraagd door een juridisch geschil. (een deel van de brug lag op particulier terrein waar geen recht van opstal gevestigd was. Inmiddels is dit hersteld en zijn eind 2013 de werkvoorbereidingen opgestart. Uitvoering van dit project zal plaatsvinden in de zomer van 2014. Het gereserveerde geld wordt daarom doorgeschoven naar 2014. 140
De huidige stand van de voorzieningen en de begrote toevoegingen vanuit de 6-posten zijn voldoende om de onderhoudswerkzaamheden voor Bruggen en het viaduct uit het beheerplan 2011-2014 uit te kunnen voeren. De sobere onderhoudsvariant en de bezuinigingen /ombuigingen houden in dat op de langere termijn (2e termijn IBOR 2014-2018) eerder investeringsprojecten zullen worden aangevraagd omdat de onderhoudsstaat snel verminderd en er vrijwel geen preventief onderhoud wordt uitgevoerd. Met name op het gebied van bruggen zal dit na 2014 aan de orde komen. In de kadernota 2013 is reeds een indicatieve lijst met verwachte investeringsprojecten Openbare Ruimte (waaronder Bruggen) vastgesteld voor 2014 –2017. Deze indicatieve lijst zal na de nieuwe inspectierondes en met het uitwerken van het IBOR-plan fase 2 worden aangepast naar de nieuwe inzichten en met de kadernota 2015 worden aangeboden.
Bruggen Lasten Groot onderhoud Dagelijks onderhoud Inspecties Kapitaallasten, rente Kapitaallasten, afschrijving Doorberekening Beheer Doorberekening buitendienst
Begroting 2013 Werkelijk 2013 110.000 5.000 2.500 19.212 18.892 21.184 7.802
9.378 103 1.500 19.212 18.892 15.405 4.155
Verschil 2013 100.622 4.897 1.000 0 0 5.779 3.647
141
Riolering
Naam beheerplan
Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) IV Riolering/GRP IV
Jaar vaststelling
2013
Jaarlijks Naam voorziening Actualisatie plan Te onderhouden kapitaalgoederen: Het gehele gemeentelijk rioolstelsel, inclusief bergbezink- en overstortvoorzieningen en de drukriolering, inclusief alle pompgemalen en bijbehorende zaken. Doel: Het beleid- en gedeeltelijke beheerplan geeft inzicht in de noodzakelijke onderhoud- en nieuwbouwwerkzaamheden en daartoe benodigde budgetten over de planperiode. Tevens wordt het gemeentelijk rioleringsplan gebruikt voor de bepaling van de hoogte van het rioolrecht. In het GRP III is een lijst van investeringen opgenomen, die noodzakelijk zijn om de riolering in de gemeente op het vereiste niveau te brengen. Deze lijst bevat investeringen voor vervanging, verbetering en aanleg/uitbreiding. Beleidskader: Het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) is een beleid- en beheerrapportage ineen, die uitmondt in gedetailleerde werkplannen. De wettelijke vereisten, ook van de zijde van het hoogheemraadschap, de provincie en de milieu-inspectie, zijn hierin verwerkt. Het Gemeentelijk Rioleringsplan IV en het IBOR plan 2011-2014 zijn onderling op elkaar afgestemd. Financiële situatie in 2013: De kosten voor het onderhoud en verbetering aan de riolering worden in de exploitatiebegroting en –rekening opgenomen. Gaandeweg de uitvoering van het GRP IV worden de werken die gerealiseerd zijn geactiveerd en de kapitaallasten opgenomen in de exploitatie. Het verschil tussen de lasten op de exploitatie en de baten uit de rioolrechten wordt toegevoegd, dan wel onttrokken, aan de voorziening riolering/GRP IV. Eind 2012 heeft de gemeenteraad in het kader van de bezuinigingen besloten om de rioolheffing met € 30 per aansluiting te verlagen door ondermeer het ambitieniveau/doelen bij te stellen tot het wettelijk niveau en eventueel economische afschrijvingen te verlengen. In 2013 is een nieuw GRP IV opgesteld (november 2013 vastgesteld) waarin de ambitie is verlaagd om de lastendruk voor de inwoners te beperken. De rioolheffing is nog niet kostendekkend.
142
Begroting Riolering: Begroting 2013 Lasten Elektriciteitsverbruik Bijdragen aan derden Belastingen Waterverbruik Verzekeringen Telefoonkosten Beheerssysteem Onderhoud programmatuur Kostentoerekening aan heffingen Groot onderhoud Dagelijks onderhoud Overige uitgaven Kapitaallasten, rente Kapitaallasten, afschrijving Doorberekening Dienstverlening Doorberekening SBP Doorberekening Beheer Doorberekening Beheer Buitendienst Doorberekening PMB Doorberekening Bedrijfsvoering Baten Opbrengst rioolrechten Verloop voorziening Riolering: Beginsaldo 2013 Onttrekkingen: Toevoegingen: Eindsaldo 2013
Werkelijk 2013
Verschil 2013
45.250 1.100 40 90 1.500 10.200 30.000 1.000 154.000 122.624 143.096 159.327 403.421 271.841 0 27.275 195.907 29.647 0 0
58.414 1.634 7 145 2.153 12.670 20.243 0 154.000 109.380 100.044 96.164 380.533 268.266 1.075 0 140.143 81.220 1.226 55.841
-13.164 -534 33 -55 -653 2.470 9.757 1.000 0 15.244 43.052 63.163 22.889 3.575 -1.075 27.275 55.764 -51.573 -1.226 -55.841
1.849.530
1.895.394
-45.864
2.906.234 27.078 271.426 3.150.582 143
Groen
Groenbeheerplan 2010 Naam beheerplan Jaar vaststelling Onderhoud groen Jaarlijks Naam voorziening Actualisatie plan Te onderhouden kapitaalgoederen: De gehele groene inrichting van het gemeentelijk openbaar gebied, t.w. hagen, heesters, gazons, ruwgras, bosplantsoen, bomen en ecologische watergangen. Doel: Het beheerplan Openbaar Groen geeft inzicht in de actuele kwaliteit en de benodigde budgetten voor het uitvoeren van het onderhoud aan alle het openbaar groen/gemeentelijke groenvoorzieningen om het vastgestelde kwaliteitsniveau Sober (en voor begraafplaatsen en centra “Basis”) te bereiken/handhaven. Naast het Groenbeheerplan is er het groenbeheersysteem (Dgdialog), een rekenmodule waarin alle groendata zijn opgenomen, gekoppeld met een digitale kaart. Beleidskader: De nu geldende beleidskaders worden gevormd door het groenstructuurplan en visie. Het Beheerplan Groen geeft de kaders aan waarbinnen de onderhoud- en renovatieplannen worden vervaardigd. Het beheerplan Groen en het daarna opgestelde jaarplan groen 2013 maakt onderdeel uit van het Integraal Beheerplan Openbare Ruimte 2011 – 2014. Elk jaar worden er gedetailleerde jaarplannen uitgewerkt voor het daaropvolgende jaar. Financiële situatie in 2013: In het kader van het IBOR is een voorziening 8610040 gevormd. Deze voorziening wordt gevuld door de budgetten van alle grootboeknummers (6-nummers) de kostensoorten groot onderhoud, dagelijks onderhoud, inspecties en werkzaamheden derden over te boeken naar de voorziening. In de voorziening zijn vervolgens kostensoorten per beheerdiscipline gevormd. Vanuit deze kostensoorten binnen de voorziening worden alle onderhoudskosten, beschreven in de beheerplannen, bekostigd. Investeringskosten, kapitaalslasten (rente en afschrijven) en belastingen maken geen onderdeel uit van de voorziening IBOR. Voor groen zijn er in 2013 investeringen aangevraagd voor het boomverjongingsplan Wijkerweg en Bovenwijkerweg en is het bestek afgerond voor het boomverjongingsplan Langbroekerdijk (uitvoering in 2014). Tevens zijn er een aantal onderdelen uit het Landschapsontwikkelingsplan uitgevoerd en is er achterstallig onderhoud ingelopen. De kapitaallasten zijn de afschrijvingen en rentelasten voor diverse reconstructie- en aanpassingwerkzaamheden aan openbaar groen binnen de gemeente. De huidige stand van de voorzieningen en de begrote toevoegingen vanuit de 6-posten zijn krap voldoende om de 144
onderhoudswerkzaamheden voor groen uit het beheerplan 2011-2014 uit te kunnen voeren. Door het sobere onderhoudsniveau vind er wel een flinke verschraling in uitstraling en diversiteit plaats van het openbaar groen. Begroting Openbaar Groen: Begroot 2013 Werkelijk 2013 Verschil 2013 Lasten Representatiekosten 2.500 3.777 -1.277 Groot onderhoud 210.000 242.890 -32.890 Werkzaamheden door derden 103.000 97.294 5.706 Onderhoud beplantingen 24.051 18.570 5.481 Dagelijks onderhoud begraafplaatsen 24.130 21.127 3.003 Overige uitgaven -17.000 -17.000 0 Kapitaallasten, rente 28.406 14.991 13.415 Kapitaallasten, afschrijving 47.975 37.340 10.635 Doorberekening SBP 8.265 62.654 -54.389 Doorberekening Beheer 304.410 348.488 -44.078 Doorberekening Beheer Buitendienst 1.142.018 973.706 168.312 Doorberekening Bedrijfsvoering 0 2.730 -2.730 Baten Opbrengst huren 17.000 13.751 3.249 Verkoop grond en terreinen 7.500 2.347 5.153
145
Gebouwen
Gebouwbeheersplan Jaar raadsvaststelling 2004 Gebouwenbeheer Jaarlijks Actualisatie Te onderhouden kapitaalgoederen: Beheer en onderhoud van gemeentelijke gebouwen en scholen, inclusief de daarbij behorende terreinen. Doel: Het technisch en functioneel in stand houden van de gemeentelijke (school)gebouwen. Het gebouwenbeheersplan geeft inzicht in de te verwachten onderhoudskosten. Beleidskader: Met instandhouding van de gebouwen wordt concreet bedoeld: het onderhoud en de noodzakelijke vervanging van bouwkundige elementen, alsmede de technische installaties van de huidige situatie. In het verleden werd in het beheersplan uitgegaan van een eeuwigdurende instandhouding, waarbij het huidig gebruik wordt gecontinueerd. Vanaf 2009 heeft het college vastgesteld om zogenaamde ‘stopjaren’ in te voeren in het gebouwenbeheersplan voor die panden die betrokken zijn bij toekomstige ontwikkelingen. Een stopjaar is het jaar van sloop. Financiële situatie in 2013: De gebouwen in eigendom en onderhoud bij de gemeente vinden we terug in diverse producten en programma’s. De onderhoudskosten van deze gebouwen worden ten laste gebracht van de voorziening gebouwenbeheer. Voor de schoolgebouwen zijn daarenboven nog aanvullende voorzieningen voor onderhoud aan binnen- en buitenkant. Voor het verwachte verloop van deze voorzieningen verwijzen wij naar het in de bijlagen opgenomen overzicht ‘reserves en voorzieningen’.
Naam beheerplan
Kasteel Het grootonderhoud aan de Bourgondische toren en deels aan de ruïne muren is afgerond. De muziektent en bestrating volgt in 2014. Overig Het college heeft eerder besloten om de onderhoudsactiviteiten van een groot aantal gebouwen te beperken tot klachten- en contractonderhoud, omdat deze gebouwen worden aangeboden voor bouwontwikkeling, waarbij sloop de 1e optie is. Bij het onverhoopt doorexploiteren zal er veel achterstallig onderhoud aanwezig zijn, waardoor incidenteel de onderhoudskosten zullen stijgen. De huidige stand van de voorzieningen en de begrote toevoegingen zijn voldoende om de onderhoudswerkzaamheden uit het beheersysteem uit te kunnen voeren.
146
Watergangen Naam beheerplan Naam voorziening
Beheerplan watergangen Onderhoud watergangen
Jaar vaststelling
2010
Actualisatie plan
Jaarlijks
Te onderhouden kapitaalgoederen: Alle gemeentelijke watergangen en waterpartijen. Doel: Het beheerplan watergangen geeft inzicht in de kwaliteit en de benodigde budgetten voor het uitvoeren van het onderhoud aan alle gemeentelijke watergangen om het vastgestelde kwaliteitsniveau Basis, de watergangen moeten voldoen aan de eisen van de keur, te handhaven. Beleidskader: De Keur van het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden (HDSR) en de Flora en Faunawet vormt het wettelijke kader voor het beheer van de watergangen in de gemeente Wijk bij Duurstede. Het HDSR heeft de gemeente Wijk bij Duurstede aangesteld als onderhoudsplichtige. Het schonen van de watergangen dient regelmatig plaats te vinden, en zeker vóór de vooraf aan te kondigen schouw om het maatgevende af- en/of aanvoer van water veilig te stellen. Er wordt sowieso 1 keer per jaar geschoond, op aangeven van de HDSR kan een tweede keer noodzakelijk zijn. Het beheerplan Watergangen en het daarna opgestelde jaarplan watergangen 2013 maakt onderdeel uit van het Integraal Beheerplan Openbare Ruimte 2011 – 2014. Elk jaar worden er gedetailleerde jaarplannen uitgewerkt voor het daaropvolgende jaar. Voor de waterbouwkundige constructies is eind 2013 een nieuw beheerplan opgesteld dat vanaf 1 januari 2014 in werking zal treden. Hieronder vallen beschoeiingen, duikers en stuwen. Financiële situatie in 2013: In het kader van het IBOR is een voorziening 8610040 gevormd. Deze voorziening wordt gevuld door de budgetten van alle grootboeknummers (6-nummers) de kostensoorten groot onderhoud, dagelijks onderhoud, inspecties en werkzaamheden derden over te boeken naar de voorziening. In de voorziening zijn vervolgens kostensoorten per beheerdiscipline gevormd. Vanuit deze kostensoorten binnen de voorziening worden alle onderhoudskosten, beschreven in de beheerplannen, bekostigd. Investeringskosten, kapitaallasten (rente en afschrijven) en belastingen maken geen onderdeel uit van de voorziening IBOR. De kapitaallasten zijn de afschrijvingen en rentelasten voor diverse reconstructie- en aanpassingwerkzaamheden (investeringsprojecten) van watergangen binnen de gemeente. Voor watergangen zijn er in 2013 geen investeringsprojecten uitgevoerd. Eind 2013 is het beheerplan waterbouwkundige constructies (beschoeiingen, duikers en stuwen) opgesteld en vanaf januari 2014 in werking getreden.
147
Begroting Watergangen: Begroting 2013 Werkelijk 2013 Lasten Investeringen Groot onderhoud Dagelijks onderhoud Kapitaallasten, rente Kapitaallasten, afschrijving Doorberekening SBP Doorberekening Beheer Doorberekening Beheer Buitendienst Baten Opbrengst huren
Verschil 2013
86.450 55.000 9.306 14.304 8.926 48.789 1.170
45.336 18.199 0 0 16.774 72.537 795
41.114 36.801 9.306 14.304 -7.848 -23.748 375
50
45
5
148
§
2.4
Bedrijfsvoering
Inleiding De missie van de organisatie van Wijk bij Duurstede is dat de gemeentelijke organisatie de samenleving helpt haar eigen toekomst vorm te geven. Kernwaarden hierbij zijn betrouwbaar, flexibel en verantwoordelijk. Dit loopt via een breed scala aan producten en diensten. Vanuit de bedrijfsvoering vertaalt dit zich in begrippen als continuïteit en standaardisatie. Een solide bedrijfsvoering is daarbij van essentieel belang. Wat wilden we bereiken 1. Realiseren van een betrouwbare, flexibele en verantwoordelijke organisatie 2. Vermindering bedrijfsvoeringkosten 3. Financiën en automatisering op orde Wat hebben we gedaan Organisatiekoers ‘Sterke samenleving, kleine(re) overheid’ 2012-2015 In het licht en de nadere uitwerking van de organisatiekoers in 2013 is het eerste doel Realiseren van een betrouwbare, flexibele en verantwoordelijke organisatie geactualiseerd: De toenemende complexiteit en omvang van vraagstukken op gemeentelijk niveau vergt van onze gemeente meer strategisch vermogen op een hoger niveau. Omdat we niet bekend zijn met deze mate van complexiteit en grootte van de vraagstukken en de daarmee gepaard gaande ondoorzichtigheid nemen ook de (financiële) risico’s toe. Het tempo waarmee ontwikkelingen in onze huidige maatschappij elkaar opvolgen vraagt van ons wendbaarheid en snelheid om hier adequaat op in te kunnen spelen. Daarbij blijft de opdracht om een dienstverlening van goede kwaliteit te leveren, die bovendien robuust is. In 2012 zijn we een koers ingeslagen, die haar horizon heeft op eind 2015, waarbij we ons ontwikkelen tot een regiegemeente. Deze ontwikkeling moet ons helpen om onze wens om bestuurlijk zelfstandig te blijven ter bescherming van onze identiteit en voorzieningenniveau te realiseren. Daarvoor zullen we: • wendbaarder en strategischer moeten worden; • kwaliteit toe moeten laten nemen; • kwetsbaarheid moeten verminderen; • kosten moeten besparen. In programma 7 is nader ingegaan op de programma’s van de organisatiekoers en de resultaten die in 2013 in dit kader zijn gerealiseerd.
149
Personeel en organisatie Strategische Personeelsplanning Al in 2011 is de basis gelegd voor een kwalitatieve en een kwantitatieve analyse van ons personeelsbestand. De kwalitatieve analyse geeft inzicht in de opbouw en kwaliteiten van ons medewerkersbestand op zowel organisatie als afdelingsniveau. De kwantitatieve analyse betreft de actuele formatie en bezetting. In 2013 is het instrument om de kwalitatieve analyse te kunnen maken verder ingericht (Competentie Compleet). Dit instrument helpt om te sturen op de mobiliteit van de medewerkers. Organisatieontwikkeling In het kader van de ontwikkeling van de organisatie is er in overeenstemming met de vakbonden een nieuw Sociaal Statuut opgesteld. Het Sociaal Statuut is specifiek toegeschreven op processen van taakoverheveling.
Personeelsontwikkeling Op het gebied van personeelsontwikkeling zijn diverse stappen gezet. Naast de reguliere opleidingen en trainingen van medewerkers, is er een organisatiebrede training “Kaas” georganiseerd, waarin aandacht is besteed aan het leren omgaan met veranderingen. Deze training is ontstaan vanuit de behoefte om medewerkers mee te nemen in de veranderende organisatie. Daarnaast is er aandacht geweest voor Loopbaanbegeleiding van medewerkers. Er is o.a. in regionaal samenwerkingsverband een training “Baas in Eigen loopbaan” ontwikkeld in samenwerking met het A+O Fonds. Daarnaast hebben een aantal medewerkers met onze interne loopbaanbegeleiders een loopbaanbegeleiding traject gevolgd. Werkkostenregeling Op 1 januari 2013 is gemeente Wijk bij Duurstede overgegaan op de Werkkostenregeling. De implementatie hiervan is goed verlopen. In het kader van horizontaal toezicht is er contact geweest met de Belastingsdienst, die de implementatie van de WKR als zeer succesvol heeft aangemerkt. Daar zijn we trots op! Overig Er is onder andere een regeling aanstelling in algemene dienst, een thuiswerkregeling, laptop en tablet regeling, reglement commissie werk-naarwerk opgesteld. Daarnaast is gewerkt aan een betere positionering in de regio, door intensievere samenwerking met de negen gemeentes in het samenwerkingsverband i-run. Tevens is de gemeente per december 2013 aangesloten bij het samenwerkingsverband Werken in het Hart van Nederland. Om een niet-structurele bezuinigingsdoelstelling te realiseren is medewerkers de mogelijkheid geboden gebruik te maken van een eenmalige regeling deeltijdontslag met terugkeergarantie. Daarvan is beperkt gebruik gemaakt. De arbodienstverlening is opnieuw aanbesteed. De nieuwe Arbodienstverlener is Claris, wat tevens een bezuiniging heeft opgeleverd. Voor het project Taken Op Afstand heeft het team P&O een bijdrage geleverd aan de privatisering van het Veer.
150
Verminderen bedrijfsvoeringkosten Aan de organisatieontwikkeling hangt een taakstelling van € 1.166.400 per eind 2015. Uitvoering van de activiteiten voortvloeiend uit de organisatiekoers leveren per eind 2015 een resultaat op van € 746.389 structureel (stand van zaken eind 2013). Een deel hiervan is gerealiseerd door verzilvering, door het op afstand zetten van taken en door een aantal losse maatregelen. In programma 7 wordt nader ingegaan op de gerealiseerde bezuiniging. Samenwerking Het doel van samenwerking is een verdere verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening op het gebied van de bedrijfsvoering, vermindering van de kwetsbaarheid en een verbetering van de efficiency. Kortom minder meer kosten. In 2013 is een verkenning gedaan voor de hele organisatie naar gemeenten waarmee samengewerkt wordt. Voor bedrijfsvoering bleek dat met een groot palet aan gemeenten wordt samengewerkt, zelfs met gemeenten ver buiten de provincie Utrecht. Na de verkenning is samen met de raad een visie op intergemeentelijke samenwerking opgesteld. De kaders die in deze visie worden meegegeven gelden voortaan ook voor samenwerking op het gebied van bedrijfsvoering. Regionale ICT-Dienst (RID) Medio 2012 is de RID Utrecht van start gegaan. Deze duurzame samenwerking op het gebied van ICT tussen de gemeenten Baarn, Bunnik, De Bilt, Soest, Utrechtse Heuvelrug en de RSD Kromme Rijn Heuvelrug is succesvol. Harmonisatie wordt opgepakt, dienstverlening gestandaardiseerd en continuïteit gewaarborgd. In 2013 hebben de medewerkers, werkzaam in de informatievoorziening bij elke Rid gemeente, elkaar beter leren kennen en zijn er verschillende projectgroepen gestart. Deze projectgroepen richten zich met name op de nieuwe ontwikkelingen (vaak wettelijke verplichtingen) die zich bij uitstek lenen om gezamenlijk op te pakken en voor zover mogelijk uit te komen op 1 gezamenlijk ondersteunend systeem. Voorbeelden hiervan zijn de projectgroep modernisering Gba, en de ontwikkeling van de BGT (basisregistratie grootschalige topografie. Dit scheelt in de beheerkosten en zorgt ervoor dat de gemeenten op het vlak van de systeemtechnische ondersteuning van hun werkprocessen minder kwetsbaar zijn. Begin 2014 start een eerste gezamenlijke aanbesteding van een belangrijke systeemcomponent in de digitale gegevensuitwisseling van gemeenten. Ook zijn in 2013 gezamenlijk trainingen gevolgd met als doel om het functioneel beheer van systeem te professionaliseren. Tot slot is er veel werk verzet om het gezamenlijke ICT beleid op te zetten die nodig is om te werken in de nieuwe Ict infrastructuur. De medewerkers van de gemeente Wijk bij Duurstede werken vanaf het tweede kwartaal van 2014 in de nieuwe Ict infrastructuur. Echter, de verwachting is dat de afronding van de migratie nog doorloopt tot aan de zomer van 2014.
151
Samenwerking met Bunnik De samenwerking met Bunnik heeft zich in 2013 voortgezet op praktisch en uitvoerend niveau. In 2012 is geconcludeerd door beide gemeenten, dat ieder een andere insteek voor organisatieontwikkeling had gekozen. Ook het tijdpad van de organisatieontwikkeling liep uit elkaar. Dit stond verdergaande vormen van samenwerking op dat moment in de weg. Financiën en automatisering op orde Informatiebeleid In 2013 is de Visie op de informatievoorziening vastgesteld. Hierin wordt uiteengezet op welke wijze het team informatievoorziening de komende jaren de organisatiekoers kan gaan ondersteunen en welke aandachtsgebieden en rollen hierbinnen zijn benoemd. Ook is in 2013 het nieuwe informatiebeveiligingsbeleid opgesteld. Grotendeels betreft dit het oude beleid, wat in een nieuwe, landelijke structuur is gegoten. Dit document betreft een groeidocument wat momenteel al is bijgewerkt naar aanleiding van de eisen die zijn gesteld door de BAG audit, door het DigiD assessment en door de veranderingen in de eisen die gesteld worden aan de Basisregistratie Personen (BRP). Begin 2014 is de proeftuin zaakgericht werken afgerond, waarin alle eisen en wensen zijn verzameld die nodig zijn voor een aanbesteding van een zaaksysteem. In 2014 wordt de aanbesteding gestart voor dit systeem, wat het primaire systeem gaat worden voor de digitalisering van de verschillende werkprocessen van de gemeente. Met een zaaksysteem kunnen de producten en diensten van de gemeente volledig digitaal worden afgehandeld. Met de komst van de nieuwe taken in het sociale domein moet het huidige informatiebeleid nader worden bekeken. De complexe vraagstukken ten aanzien van de eigenaarschap van gegevens, gegevensuitwisseling op een gestandaardiseerde wijze, privacy wetgeving en de benodigde (stuur)informatie op operationeel, tactisch en strategisch niveau heeft zijn effect op de huidige inrichting van de informatie architectuur, de samenwerking in de regio en de wijze waarop we de informatievoorziening hebben georganiseerd. In 2014 moeten hier nadere verkenningen worden gedaan en daarbij moeten er ook voor begin 2015 concrete werkbare oplossing worden opgeleverd. Naar een effectieve planning en control Het afgelopen jaar zijn stappen gezet om de planning en control cyclus te optimaliseren. Onze gemeente heeft in de afgelopen jaren een aantal trajecten doorlopen om de Planning en Control-Cyclus te verbeteren. Het huidige model voldoet, maar wordt wel ervaren als inefficiënt. Ook wordt het proces als rommelig ervaren in de zin dat gedurende het traject nog wel eens van ‘koers’ wordt veranderd. Begin 2013 is er nader onderzoek gedaan naar de huidige stand van zaken en problematiek rondom de P&C. De belangrijkste conclusie was dat het de gemeente ontbreekt aan een gedragen visie en regie op het P&C proces. Ook zijn rollen, bevoegdheden en verantwoordelijkheden niet helder afgebakend. Dit vertaalt zich in onduidelijkheden in het proces, dat zijn weerslag heeft op de kwaliteit van het
152
eindproduct. Daarnaast wordt geconstateerd dat de kwaliteit van de documenten beter kan, er is te veel focus op de financiën in relatie tot beleidsinhoudelijke aspecten en de samenhang tussen de verschillende P&C- documenten kan beter. In de zomer is in een vervolgtraject aandacht geweest voor visievorming en draagvlak, het vastleggen van rollen, taken en bevoegdheden, met specifieke focus op het management. De belangrijkste aandachtspunten zijn inmiddels opgepakt en uitgewerkt. In deze jaarrekening is voor het eerst volgens deze gewerkt met centrale regie en toetsing van kwaliteit en integraliteit door programma-coordinatoren. Deze uitgangspunten zullen worden toegepast op de komende P&C-documenten waarbij tevens aandacht is voor het verbeteren van de sturingsmogelijkheden en het efficiënter en effectiever inrichten van de huidige P&C. In het komende jaar wordt hier verder op ingezet. Voor wat betreft de nadere uitwerking van prestatie-indicatoren en doelen, hiervoor is in 2013 specifiek in de voorjaarsnota een start gemaakt. In samenspraak met de auditcommissie is de focus het afgelopen jaar sterk gericht geweest op risicomanagement. De oriëntatie van gegevenscontrole naar procescontroles heeft zich in 2013 verder ontwikkeld. Meer en meer zijn processen ingericht op basis van (geautomatiseerde) gegevensstromen, waarbij aan de hand van procesmetingen goed kan worden gevolgd in welke mate wordt voldaan aan de eisen van rechtmatigheid. De inrichting van de Wmo -administratie is hiervan een voorbeeld. Overige onderwerpen De wet Revitalisering Generiek Toezicht Op 1 oktober 2012 is de Wet Revitalisering Generiek toezicht in werking getreden. Deze wet zorgt voor een vereenvoudiging van het toezicht tussen de verschillende bestuurslagen, het zogenoemde 'interbestuurlijk toezicht'. Het belangrijkste uitgangspunt van de wet is dat het interbestuurlijk toezicht verschuift van verticaal toezicht naar horizontale verantwoording. Dit betekent dat niet langer de provincies en het Rijk, maar de gemeenteraden primair verantwoordelijk zijn voor het toezicht op de uitvoering van de gemeentelijke medebewindtaken. De provincies houden in tweede lijn verticaal toezicht op de gemeenten maar stellen zich daarbij terughoudend op. Het Rijk houdt toezicht op de provincies en behoudt het toezicht op gemeenten voor die terreinen waar de provincies geen taken en expertise hebben. Zo heeft iedere decentrale overheid per beleidsterrein slechts te maken met één verticale toezichthouder en wordt het interbestuurlijk toezicht sterk vereenvoudigd. De daadwerkelijke implementatie van de wet wordt gefaseerd uitgerold. Colleges dienen te verantwoording af te leggen aan de hand van kengetallen en toetsing aan wettelijke eisen. In 2013 is gestart met de verantwoording over de Wet Kinderopvang waarbij via college aan raad is gerapporteerd en vervolgens informatie is ontsloten via de website waarstaatjegemeente.nl. Ambtelijk zijn hiervoor analyses gemaakt over hoe en in welke mate deze informatie kan worden gebruikt in de reguliere P&C cyclus. In 2014 volgt een aantal andere beleidsvelden, waaronder
153
Wabo, archief, milieu,huisvestingwet en volgt nadere besluitvorming over de wijze van rapportage van college naar raad over deze medebewindstaken.
Communicatiebeleid In 2013 is de communicatie voor verschillende projecten/beleid opgepakt volgens de nieuwe werkwijze: Factor C. Dit is een methode die ervoor zorgt dat beleid en projecten vanaf het begin communicatiever zijn. Projectleiders en beleidsadviseurs werken hierin nauw samen met communicatieadviseurs. Met praktische tools zijn de stakeholders, hun rol en hun belang, expliciet gemaakt. Daardoor staan ze op het netvlies van iedere betrokkene. De effectiviteit van het beleid wordt zo groter. De communicatieaanpak wordt samen ontworpen als vast onderdeel van het project. Het up to date houden van de gemeentelijke website www.wijkbijduurstede.nl heeft ook in 2013 veel tijd gevraagd. Hierbij is steeds rekening gehouden met het feit dat de website voor iedereen raadpleegbaar moet zijn, ook voor mensen met een beperking. We mogen dan ook weer het logo ‘drempelvrij’ (het groene mannetje met de 3 sterren) dragen. Twitter is actief ingezet. We hebben inmiddels ruim 1.000 volgers en dit aantal groeit nog steeds. Helaas zijn er in 2013 verschillende tragische gebeurtenissen geweest, waarbij grote inzet van Communicatie nodig was. Contractenbeheer In verband met het (tijdelijk) vertrek van de afdelingssecretaresse is de uitvoering van het contractbeheer overgenomen door het team Documentaire Informatievoorziening. De contracten in de applicatie zijn up-to-date gehouden, maar het totale beheer is niet geactualiseerd in verband met onzekerheid over de toekomst van de huidige contractbeheerapplicatie. Arbeidsomstandigheden De BHV-organisatie is op orde, er vinden regelmatig oefeningen plaats die worden uitgezet door de ploegleiders bij de werf en bij het gemeentehuis. Er wordt aandacht besteed aan de meldingsprocedure gevallen van agressie en geweld. De acties voortvloeiend uit het RI&E zijn uitgevoerd. Post en archief In 2013 is het postproces geoptimaliseerd wat geleid heeft tot de overdracht van de postregistratie aan de afdeling Dienstverlening. Tegelijk is daarmee dankzij efficiencywinst een formatiereductie gerealiseerd van 0,5 fte. Samen met Juridische Zaken is het register van gemeenschappelijke regelingen opgesteld en vastgesteld. Het contractbeheer is overgenomen van de afdelingssecretaresse Bedrijfsvoering. De wettelijke bewaartermijn van cliëntendossiers Wet Werk en Bijstand is verkort en de dossiers zijn volgens de vastgelegde procedure vernietigd.
154
§
2.5
Verbonden partijen
De gemeente Wijk bij Duurstede heeft bestuurlijke en financiële belangen bij een aantal verbonden partijen. Het betreft met name gemeenschappelijke regelingen. Belang voor de raad Een gemeente kan grotendeels zelf bepalen hoe een bepaalde taak wordt uitgevoerd. De gemeente kan er bijvoorbeeld voor kiezen de uitvoering zelf ter hand te nemen of juist die uitvoering te regelen via een gemeenschappelijke regeling met een aantal regiogemeenten. Soms zijn er ook andere oplossingen mogelijk, zoals het verstrekken van een subsidie aan een private stichting of het inkopen van diensten van een andere gemeente. Het belang van verbonden partijen is dat deze vaak beleid uitvoeren dat de gemeente in principe (ook) zelf kan doen. Kernvraag is dus steeds of de doelstellingen van de verbonden partijen nog steeds corresponderen met die van de gemeente en of de doelstellingen van de gemeente via de verbonden partijen gerealiseerd worden. Het tweede belang betreft het budgettaire beslag en de financiële risico’s, die de gemeente met de verbonden partijen kan lopen en de daaruit voortvloeiende budgettaire gevolgen. De belangrijkste gemeenschappelijke regelingen waarin de gemeente Wijk bij Duurstede participeert, worden hieronder opgesomd. Veiligheidsregio Utrecht (VRU) Op 1 oktober 2010 is de Wet veiligheidsregio’s in werking getreden. Deze wet beoogt een efficiënte en kwalitatief hoogwaardige organisatie van de brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening en crisisbeheersing onder één regionale bestuurlijke regie. De wet bepaalt dat veiligheidsregio’s als gemeenschappelijke regeling moeten worden vormgegeven op de schaal van de politieregio’s. Met de realisatie van de Wet veiligheidsregio’s is het fundament gelegd voor de organisatie van rampenbestrijding en crisisbeheersing met het beoogde doel: de burgers beter te beschermen tegen risico’s. De gemeentebesturen zijn primair verantwoordelijk voor de organisatie van rampenbestrijding en crisisbeheersing. De VRU fungeert als samenwerkingsverband van en voor de gemeenten. De deelnemende gemeenten betreffen de 26 gemeenten uit de Provincie Utrecht, waaronder Wijk bij Duurstede. Voor de uitvoering van haar wettelijke taken dient de VRU iedere 4 jaar de volgende documenten vast te stellen: • Regionaal risicoprofiel • Beleidsplan • Regionaal crisisplan
155
In 2013 heeft een actualisatie van het regionaal risicoprofiel (RRP) plaatsgevonden. Hiervoor zijn risicovolle situaties per gemeente geactualiseerd. Er is gekeken naar onder andere de BRZO bedrijven (in verband met een onderzoek naar bedrijfsbrandweertrajecten), transportrisico’s door de komst van basisnet, natuurbrand door een nieuw verspreidingsmodel en risico-index en agrarische bedrijven in relatie tot risico op zoönosen (overdracht van dier op mens). Er is nog geen dynamisch risicoprofiel (actueel risicobeeld) gerealiseerd. Om een actueel risicobeeld te kunnen scheppen, wordt een informatiesysteem ontwikkeld waarin bestaande informatiesystemen gekoppeld kunnen worden. Naar verwachting zal dit informatiesysteem deels in 2014 gerealiseerd zijn. Op 13 december 2013 heeft het algemeen bestuur VRU het nieuwe crisisplan vastgesteld. Op basis van dit plan worden in 2014 de rampbestrijdingsplannen en (niet verplichte) incident-bestrijdingsplannen geactualiseerd. Inmiddels is gestart met de implementatie van dit crisisplan, waaronder het actualiseren van diverse deelplannen, leidraden en procedures. Dit moet ertoe leiden dat het nieuwe crisisplan op 1 mei 2014 is geïmplementeerd. In het regionaal crisisplan is ook de bovenregionale samenwerking beschreven. Het project Veiligheidszorg op maat levert te zijner tijd een nieuw dynamisch dekkingsplan op, gebaseerd op een (brand) risicoanalyse, een integrale benadering van (brand)veiligheid en een bestuurlijke kostenbaten afweging. Dit nieuwe dekkingsplan zal de basis vormen voor spreiding van personeel, brandweerkazernes en materieel in de regio. Duidelijk is dat er geen knelpunten zijn in de gemeente Wijk bij Duurstede als het gaat om brandweerposten, voertuig- en personeelsbezetting. Wij verwachten voor onze gemeente dan ook geen grote veranderingen op dit gebied. Financiën De bijdrage aan de gemeenschappelijke regeling en de gebouwgebonden kosten voor de brandweerkazerne te Cothen/Langbroek bedraagt in 2013 € 1.549.712 (begroot € 1.564.570). Een voordeel van € 15.000. Gemeenschappelijke regeling Regionale Dienst Werk en Inkomen (RDWI) voor heen Regionale Sociale Dienst (RSD) en Sociaal Werkvoorzieningschap Zeist (SWZ) De Regionale Dienst Werk en Inkomen is de gemeenschappelijke regeling tussen de gemeenten Bunnik, Utrechtse Heuvelrug, De Bilt, Zeist en Wijk bij Duurstede. Doel van de RDWI is om mensen uit de aangesloten gemeenten, die tijdelijk geen inkomen hebben, een financieel vangnet te bieden. Daarnaast wordt gekeken op welke wijze mensen zo snel mogelijk begeleid kunnen worden naar betaald werk of een andere dagbesteding. De afdeling werkvoorzieningschap heeft haar exploitatie voor 4 jaar uitbesteed aan de BIGA groep (t/m 2014). De wettelijke verantwoordelijkheid blijft uitgevoerd worden door de gemeenschappelijke regeling, die het contact houdt met de BIGA groep. 156
Financiën De uitvoeringskosten voor de RSD die ten laste komen van de gemeente Wijk bij Duurstede bedragen in 2013 € 893.553 (begroot € 893.707). Gemeenschappelijke regeling GGD Midden Nederland De taken die voortvloeien uit de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid worden door de GGD Midden-Nederland in regionaal verband uitgevoerd. De GGD voert voor de gemeente basistaken uit op het gebied van jeugdgezondheidszorg, algemene gezondheidszorg, gezondheidsbevordering en epidemiologie. Naast de basistaken kan de GGD keuzetaken uitvoeren in opdracht van het gemeentebestuur. De gemeente heeft sinds de invoering van de Wet kinderopvang in 2005 een toezichthoudende taak. Deze bestaat eruit dat de GGD in opdracht van de gemeente de opvang door kindercentra en gastouders inspecteert en de gemeente adviseert om hierop al dan niet te handhaven. Sinds ondermeer de misbruikaffaire in Amsterdam stelt het Rijk strengere eisen aan dit toezicht en monitoort de onderwijsinspectie hoe effectief het toezicht is, dat wil zeggen of het handhavingsbeleid op orde is en of de inspecties en de handhaving gestructureerd plaatsvinden. Naar aanleiding van de bezuinigingstaakstelling is de inrichting van het GGD huis tot stand gekomen. In dit model is een onderscheid gemaakt in beleidsarme en beleidsrijke taken, waarbij afgesproken is welke zaken gemeenschappelijk worden uitgevoerd, welke regionaal en welke lokaal. Met name het maken van regionale keuzes is nieuw. De wettelijk verplichte taken bevinden zich in het dak, op de eerste verdieping de regionale taken en op de onderste verdieping de lokale taken. De lokale taken behoren niet meer tot de inwonersbijdrage. Financiën De bijdrage voor het basispakket is € 12,30 per inwoner; in de begroting is een bedrag opgenomen van € 273.002. De werkelijke bijdrage is uitgekomen op € 267.950. Gemeenschappelijke regeling Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied Behartiging van de bovengemeentelijke belangen van recreatie, van natuur en landschap, waaronder begrepen het dragen van de kosten die gepaard gaan met de instandhouding en verbetering van voorzieningen en het ontwikkelen van een samenhangend beleid op het gebied van de openluchtrecreatie, alsmede de natuur- en landschapsbescherming. Financiën De gemeentelijke bijdrage voor 2013 bedraagt in totaal € 43.083, er was € 43.794 begroot.
157
Welstand en Monumenten Midden Nederland Welstand en Monumenten Midden Nederland heeft tot haar zorg de instandhouding en bevordering van het bouwkundig schoon, de welstandszorg, het landschap- en stedenschoon, waaronder de monumentenzorg, alsmede de zorg voor de ruimtelijke kwaliteit in zijn algemeenheid begrepen in de deelnemende gemeenten. Financiën Deze GR is in principe kostenneutraal. Er worden door de GR leges geheven voor welstandstoezicht. Deze leges worden in rekening gebracht bij de aanvrager en door de gemeente een op een afgedragen aan Welstand en Monumenten Midden Nederland. Deze afdracht voor 2013 bedraagt € 24.645.
Gemeenschappelijke regeling Afvalverwijdering Utrecht De doelstelling is op een doelmatige en uit oogpunt van milieuhygiëne verantwoorde wijze sturing te geven aan het afvalstoffenbeleid in de provincie Utrecht. De AVU werkt samen met en in opdracht van de provincie Utrecht en de Utrechtse gemeenten aan de verbetering van het milieu met betrekking tot afval. Daarbij wordt gestreefd naar het bereiken van een zo gunstig mogelijk effect tegen zo laag mogelijke kosten. Namens de gemeenten zorgt de AVU voor de regie van het door de inwoners aangeboden huishoudelijk afval. De AVU doet dit door de organisatie en de regeling van transport, overslag, bewerking en verwerking van afval. Financiën Op basis van de hoeveelheid ingezameld en verwerkt afval worden de kosten doorberekend. De kosten worden gedekt door de inkomsten uit de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten. Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Regio Utrecht De gemeentelijke taken op het gebied van milieuhandhaving worden uitgevoerd door deze gemeenschappelijke regeling. In 2012 is de Milieudienst Zuidoost Utrecht gefuseerd met Milieudienst Noordwest Utrecht. Hierdoor is de Omgevingsdienst Regio Utrecht ontstaan. Deze omgevingsdienst zal in de toekomst verder doorgroeien tot de regionale uitvoeringsdienst Utrecht (RUD). Bij het vormen van de ODRU en de voorbereidende werkzaamheden voor de RUD zijn er zaken buiten de begroting om gebeurd. Dit is begin 2013 aan het licht gekomen en is gedurende het jaar grondig uitgezocht en geanalyseerd. Na diverse verbeterpogingen is de directrice op non actief gezet en uiteindelijk ontslagen. De huidige interim directeur en interim controller hebben een document opgesteld om de ODRU met een eenmalige investering van de gemeenten weer op orde te krijgen. Dit plan bedraagt € 3,3 miljoen en is grotendeels nodig voor het laten afvloeien van overbodig (overhead) personeel en investeringen in de infrastructuur. Dit komt bovenop het nadeel van 2013 van € 1,1 miljoen welke grotendeels is ontstaan door niet te factureren inzet voor de RUD en het niet halen van de (veel te hoge) acquisitiedoelstelling. 158
Dit resulteert voor de gemeente Wijk bij Duurstede is een nadeel van € 23.237 op de bijdrage aan de ODRU. Voor de eenmalige investering voor ODRU op orde heeft de gemeente zelf een voorziening getroffen in 2013 om deze kosten van € 79.692 te dekken. Financiën Jaarlijks wordt een jaarplan vastgesteld waarop de te betalen bijdrage wordt gebaseerd. Op basis van het afgesloten contract is er een minimum af te nemen verplichte reguliere uren en een gedeelte van de uren heeft een tijdelijk karakter. Deze taken zijn uitgevoerd en gefactureerd. De gemeentelijke bijdrage voor de reguliere uren betreft € 176.700 conform begroting. De bijdrage voor de tijdelijke uren is € 33.500 conform begroting. Daarnaast heeft de omgevingsdienst enkele aanvullende opdrachten uitgevoerd op archeologisch gebied in de grondexploitaties. Omdat er binnen de GR meer kosten zijn gemaakt dan vooraf begroot is er een nadeel op de jaarrekening. Dit nadeel wordt verdeeld over de gemeenten op basis van de reguliere uren. Voor de gemeente Wijk bij Duurstede bedraagt dit nadeel € 23.237. Omdat dit al begin 2013 vorm kreeg is er binnen het budget milieubeheer rekening gehouden met deze kosten. Gemeenschappelijke regeling Vuilstortplaats Maarsbergen Het belang is het voorkomen en zoveel mogelijk beperken van schadelijke effecten op het fysieke milieu ter plaatse en in de omgeving van de gesloten stortplaats Maarsbergen, gemeente Utrechtse Heuvelrug. Financiën Er is geen jaarlijkse gemeentelijke bijdrage verschuldigd. De saneringskosten worden voor zover mogelijk gedekt door de beschikbare financiële middelen. In 2007 zijn het beheer en de nazorg van de stortplaats overgedragen aan de provincie en de grond wordt verkocht. Dit op basis van eerder opgestelde overeenkomsten. De samenwerkende gemeenten blijven tot het jaar 2037 financieel verantwoordelijk. Naar het zich nu laat aanzien worden er geen grote financiële risico’s verwacht. Gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum (RHC) Op 1 januari 2010 is de nieuwe gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum in werking getreden waaraan de volgende vijf gemeenten deelnemen: Bunnik, Houten, Rhenen, Utrechtse Heuvelrug en Wijk bij Duurstede. Het doel van het RHC is het in het samenwerkingsgebied uitvoering geven aan de Archiefwet 1995, alsmede het vervullen van de functie van regionaal kennis- en informatiecentrum. Dit op het gebied van de lokale en regionale geschiedenis door het opbouwen en beheren van een zo breed mogelijke collectie (regionaal) historische bronnen en deze op een zo actief mogelijke wijze dienstbaar maken voor een breed publiek. In 2011 is een nieuwe archiefbewaarplaats in gebruik genomen. Financiën De werkelijke bijdrage van Wijk bij Duurstede voor 2013 bedraagt € 79.691 (conform begroting).
159
Gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Rivierenland (BSR) De BSR te Tiel is een gemeenschappelijk regeling van het Waterschap Rivierenland, AVRI (Afvalverwijdering Rivierenland) en een aantal omliggende gemeenten (Tiel, Culemborg, Geldermalsen, Lingewaal, West Maas en Waal, Neerijnen en Maasdriel). In 2013 zijn ook gemeente IJsselstein en Montfoort aangesloten. Het betreft de WOZ, rioolrechten, afvalstoffenheffing, reinigingsrechten en hondenbelasting die aan de BSR zijn overgedragen. Aansluiting bij de BSR te Tiel heeft als doel om de continuïteit te waarborgen en kostenbesparing bij de uitvoering van de WOZ en een aantal overige gemeentelijke belastingen/ heffingen te realiseren. Met ingang van 1 januari 2012 is de uitvoering van de meeste lokale belastingen overgedragen aan BSR te Tiel. In het jaar 2012 was nog sprake van een zogenaamde dienstverleningsovereenkomst, maar per 1 januari 2013 is Wijk bij Duurstede lid van de gemeenschappelijke regeling BSR. Financiën De uitvoeringskosten voor de BSR die ten laste komen van de gemeente Wijk bij Duurstede bedragen in 2013 € 276.500 (€ 299.000 begroot) . Gemeenschappelijke regeling Regionale ICT Dienst (RID) Per 1 juli 2012 is de gemeenschappelijke regeling RID opgericht. Dit is een intergemeentelijke samenwerking op het gebied van informatie- en communicatietechnologie van de gemeenten Baarn, Bunnik, De Bilt, Soest, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede en de Regionale Sociale Dienst Kromme Rijn Heuvelrug. De hoofddoelstelling van deze samenwerking is "het zorg dragen voor een betere ICT dienstverlening voor de deelnemende organisaties". Samenwerking biedt schaalvoordelen waardoor onder andere de kwetsbaarheid wordt verminderd en de kwaliteit verbeterd wordt. De RID beperkt zich in eerste instantie tot de "koude kant" oftewel de ICT infrastructuur, de geautomatiseerde werkplekken, de kantoorautomatisering en de telefonie. De ambitie is om de samenwerking geleidelijk te verdiepen. Financiën De volledige bijdrage van Wijk bij Duurstede voor 2013 bedraagt € 620.280. Dit bedrag geldt als alles ook daadwerkelijk overgedragen is aan de RID. Aangezien in 2013 nog niet is overgegaan op de nieuwe omgeving is de werkelijke bijdrage € 398.750. Deze bijdrage betreft de bijdrage voor personele lasten en bedrijfsvoeringkosten. Het resterende bedrag is bestemd voor bestaande verplichtingen (zoals onderhoud computerapparatuur, onderhoud programmatuur, datacommunicatie e.d.). Een deel van het budget wordt overgeheveld naar 2014 voor de bekostiging van de migratie.
160
§ 2.6 Grondbeleid
Algemeen De gemeente Wijk bij Duurstede staat tot circa 2025 voor een ontwikkelopgave in het kader van woningbouw en bedrijventerreinen. Binnen de Structuurvisie Wijk bij Duurstede 2020 is deze totale gemeentelijke woningbouwopgave uitgewerkt. De realisatie van de woningopgave en bedrijventerreinen is afhankelijk van een aantal belangrijke randvoorwaarden, zoals het planologische kader van de Provincie Utrecht en economische ontwikkelingen (met name op het gebied van de woningmarkt). De Provincie Utrecht bepaalt door middel van de Provinciale Structuurvisie (hierna: PRS) hoeveel en waar woningen mogen worden toegevoegd. De PRS geeft ook richtlijnen waar nog uitbreiding van bedrijventerreinen wordt toegestaan. Uitbreiding wordt gekoppeld aan herstructurering van bestaande bedrijventerreinen. Samenwerkingsagenda Provincie Utrecht en focusgebieden In de in 2013 vastgestelde PRS spreekt de provincie haar voorkeur uit voor inbreiding boven uitbreiding ten aanzien van woningbouw. Dat betekent bijvoorbeeld concreet dat de uitbreidingslocatie De Geer III op korte termijn niet voor grootschalige woningbouwontwikkeling in aanmerking komt. Binnen de kern Wijk bij Duurstede zijn een aantal binnenstedelijke woningbouwlocaties. De gemeente Wijk bij Duurstede geeft gehoor aan de wens van de provincie om vooral op deze locaties woningen toe te voegen. Tegelijkertijd heeft de gemeente bij de provincie aandacht gevraagd voor de complexiteit van deze woningbouwontwikkeling. Dit heeft erin geresulteerd dat de gemeente en provincie Utrecht een samenwerkingsagenda zijn aangegaan. In de samenwerkingsagenda zijn de focusgebieden vastgelegd waarop beide partijen hun activiteiten en middelen willen concentreren, namelijk: • Centrum-schil (locatie Zandweg van Kerkhof en Postkantoor) • De Engk • Toekomstbestendige kerngebieden o De Horden (woningtoevoeging) o De Heul (woningtoevoeging) o De Hoogstraat (transformeren naar woningbouwlocatie) In de concretisering van de samenwerking in deze gebieden is extra aandacht besteed aan de volgende thema’s: duurzame binnenstedelijke ontwikkeling (woonomgeving en woning), efficiënter gebruik van ruimte en (bestaand) vastgoed (voorkomen/oplossen leegstand, herstructureren en meervoudig gebruik), pauzelandschappen, vernieuwde vormen van opdrachtgeverschap en organische gebiedsontwikkeling.
161
De afspraken uit de samenwerkingsagenda zijn vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst tussen de Provincie Utrecht en de gemeente Wijk bij Duurstede. Deze overeenkomst is op 3 april 2013 feestelijk ondertekend. Regioconvenant Bedrijventerreinen en herstructurering Van Dijk’s Koel- en Vrieshuis Met dit convenant beogen partijen een actieve regionale samenwerking te voeren ten behoeve van een optimale ruimtelijk economische ontwikkeling van de regio Zuidoost Utrecht. Hiervoor maken de gemeenten afspraken over het aanbieden van voldoende, goed gesegmenteerde, bedrijventerreinen en over het op peil houden en daar waar nodig verbeteren van de kwaliteit van bedrijventerreinen. Gemeenten maken praktische afspraken over bedrijventerreinen in de regio, waar individuele gemeenten in samenwerking met ondernemers en andere betrokken partijen actief mee aan de slag kunnen en dat leidt tot een duurzame bedrijventerreinensituatie waarin vraag en aanbod optimaal op elkaar zijn afgestemd. Aan het Regioconvenant Bedrijventerreinen is ook een uitvoeringsagenda gekoppeld. Hierin staan tot 2014 diverse acties benoemd die in een intergemeentelijke werkgroep Bedrijventerrein worden uitgewerkt. Het gaat om zaken als kennisdeling ten aanzien van herstructurering en monitoren van grondprijzen. In 2013 hebben met de gemeenten Veenendaal, Utrechtse Heuvelrug en Renswoude twee overleggen in het kader van het Regioconvenant Bedrijventerreinen plaatsgevonden. Uitbreiding van bedrijventerreinen is op last van de Provincie Utrecht beperkt. Nieuwe bedrijventerreinen worden pas toegestaan wanneer bestaande bedrijventerreinen worden geherstructureerd. Dit om leegstand van bedrijventerreinen en verrommeling van het landschap tegen te gaan. Op basis van de PRS mag de gemeente nu 4,2 ha. op Broekweg Noord uitbreiden onder voorwaarde dat een bestaand bedrijventerrein wordt geherstructureerd. Daarna is er nog een uitbreiding van 4,2 ha. voorzien. Dit is ook als zodanig vastgelegd in het regioconvenant Bedrijventerreinen. De gemeente kiest ervoor om Van Dijk’s Koel- en Vrieshuis te herstructureren. Sinds 2012 voert de gemeente gesprekken met de eigenaren van bedrijventerrein Van Dijk’s Koel- en Vrieshuis. In 2013 is door gemeente en eigenaren gezamenlijk opdracht gegeven aan een stedenbouwkundig bureau voor het opstellen van een stedenbouwkundig plan. Dit plan geeft inzicht hoe nieuwe bebouwing in de toekomst op het bedrijventerrein geprojecteerd kan worden. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de landschappelijke inpassing. Voor het maken van dit stedenbouwkundig plan heeft de gemeente in september 2013 in samenwerking met de eigenaren van het bedrijventerrein een subsidieaanvraag ingediend bij de provincie Utrecht. Deze subsidieaanvraag wordt op korte termijn gehonoreerd.
162
Economische ontwikkelingen Ons land is sinds het laatste kwartaal van 2013 officieel uit de recessie. Volgens cijfers van het CBS is de Nederlandse economie in het vierde kwartaal 2013 met 0,1 procent gegroeid ten opzichte van het derde kwartaal. Ook op de woningmarkt lijkt het dieptepunt bereikt. Toch wordt een stevig herstel van de bouwproductie op korte termijn nog niet verwacht. Dat heeft te maken met het aarzelend vertrouwen van de consument, maar ook met de financiële positie van de woningbouwcorporaties. De door het Rijk opgelegde verhuurdersheffing heeft de investeringsruimte van woningbouwcorporaties drastisch ingeperkt. Bij consumenten zien we dat er vraag is naar starterswoningen en/of kleine kavels. De gemeente kan ervoor kiezen om in projecten deze vraag naar woningbouw te faciliteren. Kleinere kavels betekent meer kans op verkoop, maar tegelijkertijd een lagere grondopbrengst voor de grondexploitatie. De gemeente kan er ook voor kiezen om deze vraag niet te faciliteren en te wachten tot er vanuit de markt hiervoor weer vraag naar is. Wanneer hiervoor gekozen wordt, bestaat het risico dat gronden niet of later worden verkocht, hetgeen ook van invloed is op de grondexploitatie. Nota Grondbeleid Met de vaststelling van de nota Grondbeleid in januari 2011 is de keuze gemaakt voor het voeren van een actievere grondpolitiek. Een doelstelling van het grondbeleid is o.a. het bevorderen van maatschappelijk gewenst ruimtegebruik. In september 2011 heeft de raad ingestemd met het instellen van een reserve Grondbeleid en het inrichten van een grondbedrijf. Tevens werd onderbouwd hoe hoog deze reserve zou moeten zijn en hoe de voeding ervan kan worden gerealiseerd. De omvang van de reserve grondbeleid is bij de instelling bepaald op een streefbedrag van 2,7 miljoen. Een surplus tot een maximum van 2,0 miljoen kan dienen als bestemmingsreserve voor strategische aankopen. Voeding van de reserve vindt in eerste instantie plaats uit de opbrengsten van grondexploitaties. Op 31 december 2012 was het saldo van de reserve grondbedrijf nul. Op 31 december 2013 was het saldo toegenomen tot bijna € 66.000,--. Wet Voorkeursrecht Gemeenten Op 2 februari 2013 is van rechtswege het voorkeursrecht vervallen op de uitbreidingslocaties de Geer III, Zuidwijk, het gebied nabij de locatie Rijnvallei en voor bedrijventerrein Broekweg Noord. Wanneer de gemeente het voorkeursrecht hier had willen voortzetten, had voor de betreffende gronden een bestemmingsplan moeten worden vastgesteld in 2012. Omdat in de PRS inbreiding de voorkeur heeft boven uitbreiding is bewust besloten om hier geen actie op te ondernemen. Na herijking van de PRS in 2018 kan bekeken worden of er sprake is van een koerswijziging bij de Provincie Utrecht die het vestigen van nieuwe voorkeursrechten op uitbreidingslocaties rechtvaardigt. Nota Grondprijzen 2013 In januari 2011 is de Nota Grondbeleid 2009 ‘focus op regie’ vastgesteld. Het grondprijsbeleid vormt een uitwerking van dit beleid.
163
In de Nota Grondprijzen zijn uitgangspunten vastgesteld voor een transparante, marktconforme wijze van grondprijsbepaling in de te onderscheiden marktsegmenten. Daarnaast biedt de nota de vereiste onderbouwing voor de uitgifteprijzen die in de grondexploitaties en exploitatieplannen gehanteerd worden. De Nota Grondprijzen heeft de volgende doelen: - uniformiteit en objectiviteit: gelijksoortige zaken worden gelijk behandeld; - transparantie: het is voor marktpartijen, burgers en gemeentebestuur duidelijk welke grondprijzen de gemeente hanteert en hoe de grondprijzen tot stand komen; - draagvlak: door transparantie, objectiviteit en uniformiteit worden de gehanteerde prijzen eerder geaccepteerd. In april 2013 is door de raad de Nota Grondprijzen 2013 vastgesteld. De grondprijzen zijn voor een aantal woningcategorieën (met name grote kavels in de vrije sector) naar beneden bijgesteld gelet op de situatie op de woningmarkt. Ieder jaar wordt onderzocht of de nota aanpassing behoeft. Uit intern onderzoek naar de gemiddelde grondprijzen in oktober/november 2013 in onze gemeente is gebleken dat de grondprijzen zoals genoemd in de nota Grondprijzen 2013 nog marktconform zijn en derhalve nu geen inhoudelijke aanpassing behoeven. In het najaar van 2014 wordt opnieuw onderzoek gestart opdat duidelijk wordt of de prijzen moeten worden aangepast. Notitie Herontwikkelingslocaties Op 8 januari 2013 is de Notitie Herontwikkelingslocaties 2013 vastgesteld. Door de notitie Herontwikkelingslocaties is inzichtelijk gemaakt wat de effecten zijn die optreden op financieel-economisch, sociaal-maatschappelijk en volkshuisvestelijk gebied en vanuit het oogpunt van de gemeentelijke voorzieningen bij ontwikkeling of afstoten van locaties en panden op korte en langere termijn. Op basis daarvan is een prioritering aangebracht in de ontwikkeling (door derden of in samenwerking met derden) van de verschillende locaties en panden. Het vormt tevens een toetsingskader bij de beoordeling van initiatieven vanuit de markt. Afgesproken is om deze notitie –zowel gelet op de economische situatie als de weerbarstige ontwikkelingen op de woningmarkt- elk half jaar te actualiseren. In november 2013 is een actualisatie van de Notitie Herontwikkelingslocaties uitgevoerd. Onderzocht is of er nieuwe ontwikkelingen gaande zijn en of op basis daarvan de planning en prioritering aanpassing behoeft. Dat bleek niet het geval. De resultaten van deze actualisatie zijn geïntegreerd in het Projectenboek. Op die manier ontstaat een integraal beeld van de BIE’s (Bouwgrond in exploitatie) en NIEGG’s (Niet in exploitatie genomen gronden) in onze gemeente. Het Projectenboek is onderdeel van de halfjaarlijkse actualisaties van de grondexploitaties. Door ieder half jaar te actualiseren houdt de gemeente maximale regie over zowel BIE’s als NIEGG’s. Nota Bovenwijkse Voorzieningen De Nota Bovenwijkse Voorzieningen is in 2013 nog niet opgesteld wegens gebrek aan ambtelijke capaciteit. In de gemeente Wijk bij Duurstede is het gebruikelijk om via een anterieure overeenkomst aan marktpartijen een bijdrage te vragen voor bovenwijkse voorzieningen. Het werken met een Nota Bovenwijkse Voorzieningen vraagt om een omslag in het denken en handelen. Voordeel van een nota is dat voor marktpartijen 164
transparanter wordt waarvoor een bijdrage wordt gevraagd en waarop de hoogte van de bijdrage is gebaseerd. Voor onze interne organisatie wordt door een nota duidelijker welke bedragen gereserveerd moeten worden voor bovenwijkse voorzieningen. De nota dwingt ertoe gelden te oormerken voor bovenwijkse voorzieningen. Dit leidt tot meer transparantie in de gemeentelijke financiële huishouding op. Daarnaast speelt mee dat de bijdrage in de kosten die wordt gevraagd aan marktpartijen is gebaseerd op het aantal gerealiseerde woningen. Gelet op de crisis in de woningmarkt en de als gevolg daarvan onzekere woningbouwproductie is het lastig om een redelijke en billijke bijdrage vast te stellen. Het streven is om in het voorjaar van 2014 een Nota Bovenwijkse Voorzieningen aan het college van Burgemeester en Wethouders ter besluitvorming voor te dragen. Woningbouwprogramma In 2013 zijn 183 woningen in onze gemeente opgeleverd. In de kern Wijk bij Duurstede ging het om 78 woningen in De Geer II, 38 woningen in De Engk en 9 aan de Hoogstraat. In Cothen zijn in De Kamp 15 woningen opgeleverd en in Langbroek 43 in De Oranjehof. De woningbouwproductie lag hiermee bijna 30 woningen boven het productieniveau van 2012. Stand van zaken grondexploitaties per 31 december 2013 en winstnemingen Het grondbeleid en de grondexploitaties leveren een belangrijk aandeel in het ruimtelijke programma. Daarbij moeten opbrengsten en kosten zo veel mogelijk in balans worden gehouden. De baten en ook de financiële risico’s bepalen de financiële positie van de gemeente. Deze positie is van groot belang voor de duurzame kwaliteit van onze woon- en leefomgeving, de kwaliteit van het voorzieningenniveau en de dienstverlening aan de inwoners van onze gemeente. Voor alle projecten van de afdeling Strategie, Beleid en Projecten (grondexploitaties en exploitaties derden) is de financiële stand van zaken per 31 december 2013 vastgesteld. Voor projecten van derden is geen sprake van het zelf ontwikkelen van een gebied maar van het toetsen en begeleiden van plannen. De financiële administratie sluit aan bij de systematiek van de grondexploitaties. In deze paragraaf is naast de boekwaarden een korte toelichting opgenomen op de (beleidsmatige) ontwikkelingen in 2013. Financiële resultaten actualisatie In onderstaande tabel is het financiële resultaat van de actualisatie van de grondexploitaties weergegeven.
165
Resultaten actualisaties/herzieningen (in € op contante waarde per 1 januari 2014)
De Kamp Broekweg/Langshaven Oranjehof Beatrixschool Brandweer Cothen Hordencentrum De Geer II Uem en Wennekes De Engk Zandweg van Kerkhof Middelweg Oost Totaal
Mastergrex Winstneming 2014 exclusief 3.028.025 3.372.740 1.190.176 1.099.289184.180 350.847 64.954 83.451 478.328 928.399 9.916 28.641 7.430.193
Verlies Voorziening
1.099.289-
Mastergrex 2014 inclusief 3.028.025 2.182.564 184.180 350.847 64.954 83.451 478.328 928.399 9.916 28.641 7.339.306
Bij het bepalen van het financiële resultaat van de actualisatie van de grondexploitaties zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: • rentekosten : 4,0%; • renteopbrengsten : 4,0%; • renteberekening contante waarde : 4,0%; • inflatie/prijspeilcorrectie kostenstijging : 2,0%; • inflatie/prijspeilcorrectie opbrengstenstijging : 0,0%.
166
Vergelijking resultaten (in € op contante waarde) 2014 t.o.v. 2013 Grex
De Kamp Broekweg/Langshaven Oranjehof Beatrixschool Brandweer Cothen Hordencentrum De Geer II Uem en Wennekes De Engk Zandweg van Kerkhof Middelweg Oost Totaal
2013 Grex
3.590.182 3.339.001 1.219.951235.299 459.423 116.016 110.258 467.570 792.109 75.000 9.929 7.974.836
2014
3.028.025 3.372.740 1.099.289184.180 350.847 64.954 83.451 478.328 928.399 9.916 28.641 7.430.193
Mastergrex 2014 inclusief 562.15733.739 120.662 51.119108.57651.06226.80710.758 136.290 65.08418.712 544.643-
In bovenstaande tabel is het verschil aangegeven tussen de resultaten van de actualisatie 2014 ten opzichte van de actualisatie 2013. Het totale saldo van alle grondexploitaties is € 7.430.193 Voor de elf grondexploitaties gezamenlijk is het resultaat ten opzichte van de Mastergrex van vorig jaar verslechterd met € 544.643. Deze daling van het resultaat ligt bij het project De Kamp. In de Kamp is het woningbouwprogramma aangepast, waardoor lagere grondopbrengsten worden gerealiseerd. De verschillen in eindresultaat van de andere grondexploitaties komt voor het merendeel voort uit technische aanpassingen. Omdat de grondexploitaties elk half jaar nauwkeurig worden geactualiseerd, worden steeds de laatste inzichten op het gebied van kosten en opbrengsten verwerkt. Daarbij wordt opgemerkt dat de gemeente de opbrengsten reëel raamt gebaseerd op de huidige situatie op de woningmarkt. Hoewel de woningmarkt het dieptepunt lijkt te hebben bereikt, wordt herstel van de bouwproductie op korte termijn nog niet verwacht. De bouwproductie zal naar verwachting in 2014 verder dalen. Dit onder andere vanwege de verwachte afname van de bouwproductie van woningcorporaties als reactie op de verhuurdersheffing en de druk op koopkracht en leencapaciteit bij particuliere kopers. De verwachtingen van marktanalisten over het moment van herstel zijn niet eensluidend, mogelijk zou 2014 een overgangsjaar kunnen zijn op weg naar stabilisatie of herstel.
167
Reserve grondbeleid Er is een reserve grondbeleid ingesteld waarin de positieve saldi van de grondexploitaties gestort worden en er zijn voorzieningen ingesteld ter afdekking van de nadelige saldi van de grondexploitaties. De reserve grondbeleid wordt in principe gevoed vanuit de positieve resultaten van grondexploitaties. Daarnaast zijn andere incidentele bronnen mogelijk. Te denken valt aan verkoopopbrengst van gronden of panden die niet zijn opgenomen in een grondexploitatie, of ontvangen vergoedingen in het kader van de uitvoering van het anti-speculatiebeding of ontvangen subsidies van derden. Bij het instellen van de nota Instellen reserve grondbeleid zijn ook spelregels geformuleerd voor het doen van tussentijdse winstnemingen. Deze sluiten aan op de richtlijnen van de BBV waarbij aan de volgende voorwaarden moet worden voldaan: • Het project dient voor minimaal 60% te zijn gerealiseerd. • Winst mag pas worden uitgenomen, indien minimaal 60% van de voorgecalculeerde opbrengst van een (deel)complex is gerealiseerd, de boekwaarde negatief is en ook negatief blijft met inbegrip van alle (voorzichtig geraamde) nog te verwachten kosten. • Pas bij 100% realisatie van de grondopbrengsten wordt de volledige winst genomen (wordt het complex gesloten), mits bijna alle kosten zijn gemaakt en ook de behoedzaam geraamde nog te maken kosten geheel zijn gedekt door de gerealiseerde verkopen. Indien (tussentijds) winst uit grondexploitaties kan worden genomen, wordt deze toegevoegd aan de algemene reserve grondbeleid. Dit heeft geen directe invloed op de begroting van de algemene dienst, wel op de reservepositie van de gemeente als geheel. Na afronding van de werkzaamheden in het exploitatiegebied en verwerking van alle kosten en opbrengsten kan de grondexploitatie worden afgesloten en wordt het eindresultaat toegevoegd aan de algemene reserve grondbeleid. Het toepassen van deze spelregels betekent dat op elk moment voldoende inzicht moet kunnen worden gegeven in de stand van de diverse grondexploitaties en projecten van derden (uitgaven, inkomsten, resultaten, risico’s, e.d.). Voor de verliesgevende grondexploitaties zijn voorzieningen opgenomen om de te verwachten verliezen op te vangen. Begin 2013 was het saldo van de reserve grondbeleid nul. Positief was dat in de loop van 2013 het saldo kon worden aangevuld met een winstneming uit Langshaven (€ 140.176). De reserve is vervolgens ingezet voor tekorten op de grondexploitaties Stookerterrein, Postkantoor en Aan de oude Haven. Voor Oranjehof blijkt uit de actualisatie dat een lagere voorziening nodig is dan was getroffen. Het aframen van de voorziening betekent een voordeel die ten gunste van de reserve wordt gebracht. Het totale bedrag wat uit de reserve is genomen is daarmee lager dan het totale bedrag aan tussentijdse winstnemingen waardoor een saldo van € 65.848 resteert. Per saldo heeft de reserve daarmee ook dit jaar haar functie als buffer vervuld. De voor- en nadelen van het grondbedrijf konden worden opgevangen binnen de reserve. De reserve staat echter eind van 2013 onverminderd onder druk. Dit betekent concreet dat nieuwe grondexploitaties worden geopend wanneer deze een positief resultaat laten zien. 168
P e r 3 1 d e c e m b e r 2 0 1 3 h e b b e n d e v o lg e n d e m u ta tie s o p d e re s e rv e g ro n d b e le id p la a tsg e v o n d e n : G ro n d e x p lo ita tie (b e d ra g e n x € 1 .0 0 0 ) S ta n d re se rv e p e r 3 1 -1 2 -2 0 1 2
B e d ra g -
T o e v o e g in g e n W in stn e m in g L a n g sh a v e n /B ro e k w e g A fra m e n v o o rz ie n in g O ra n je h o f
140 29
O n ttre k k in g e n A an de oude H aven T e n e m e n v e rlie s S to o k e rte rre in
119-
A fb o e k e n b o e k w a a rd e P o stk a n to o r
38-
A fre k e n in g P o stk a n to o r m e t V o lk sb e la n g
45-
S ta n d re se rv e p e r 3 1 -1 2 -2 0 1 3
66
Toelichting tabel:
• • •
• • •
De winstneming Langshaven/Broekweg is conform de spelregels zoals opgenomen in de nota “Grondbeleid, focus op regie”; De kosten van het project “Aan de oude Haven” worden afgeboekt tot een bedrag van € 50.000, zijnde de hoogte van de vergoeding Het project Stookerterrein bevindt zich in de afrondende fase. Begin 2014 wordt een kavel verkocht en daarnaast wordt een kavel gesplitst waarvoor een bestemmingsplanwijziging nodig is. Gezien het feit dat de grondexploitatie zo goed als afgerond is, is deze niet meegenomen in de actualisatie van PAS BV. De laatste kosten/opbrengsten zijn berekend en op grond daarvan is een verlies genomen van € 18.791,35. Met de resterende budgetten voor de laatste uitgaven kan het plan worden afgerond na verkoop van de laatste kavels. De actualisatie Oranjehof is positiever dan in het voorjaar van 2013: daarom kan de voorziening iets worden afgeraamd. Voor het Postkantoor is geen vastgestelde grondexploitatie. Vanuit Volksbelang wordt de BV die is opgericht voor het postkantoor ontbonden. Alle gemaakte kosten door Volksbelang en de gemeente worden over en weer met elkaar verrekend.
169
Voeding reserve grondbeleid Een grondexploitatie valt in principe onder het grondbedrijf. Dit betekent dat het resultaat ten gunste of ten laste van het grondbedrijf valt. Echter voor een aantal projecten zijn specifiek afspraken gemaakt: de resultaten van deze projecten vallen ten gunste of ten laste van de Algemene Dienst. Voor het beheer van de reserve grondbeleid is het goed om te weten welke projecten kunnen bijdragen of aanspraak maken op “de reserve van het grondbedrijf. Daarnaast is voor het beheer van de reserve grondbeleid een cashflowschema gemaakt. Op deze manier is inzichtelijk te maken of de reserve grondbeleid beschikt over voldoende financiële middelen.
Toelichting op de tabel “Voeding reserve grondbeleid” Voeding reserve grondbeleid (bedragen x € 1.000) 8.000 7.000 6.000 5.000 Bedrag 4.000
Storting Stand van de reserve
3.000 2.000 1.000 2014
2015
2016
2017
2018
Jaar
2015 2016 2016 2016 2017 2017 2017 2017 2018 2018
Langshaven/Broekweg Brandweer Cothen Uem en Wennekes De Engk Middelweg Oost Beatrixschool Zandweg van Kerkhof De Geer II Hordencentrum De Kamp Totaal
Eindwaarde 2.360 395 538 1.044 34 215 12 98 79 3.684 8.459
Winstbestemming Algemene Dienst Reserve Grondbeleid 2.360 395 538 1.044 34 215 12 98 79 3.684 753 7.706
170
In de tabel en bijbehorend staatje is te zien dat de reserve grondbeleid in 2015 wordt gevoed vanuit grex Langshaven/Broekweg. In 2014 is geen storting voorzien. Vanaf 2015 wordt de reserve weer gevoed waarbij in 2018 de grootste storting plaatsvindt door inkomsten vanuit de Kamp. In de tabel is niet uitgegaan van tussentijdse winstnemingen. Omdat de nota grondbeleid tussentijds winst nemen wel mogelijk maakt kan de werkelijke storting in de reserve (deels) eerder plaatsvinden dan hier gepresenteerd.
Voorzieningen grondbeleid V e r w a c h t e r e s u lt a t e n n a d e lig e g r o n d e x p lo it a t ie s p e r 0 1 - 0 1 - 2 0 1 4 G r o n d e x p lo it a t ie V e r w a c h t r e s u lt a a t * O r a n je h o f 1 .0 9 9 T o ta a l 1 .0 9 9 -
V o o r z ie n in g n a d e lig e g r o n d e x p lo it a t ie s B a la n s p e r 0 1 - 0 1 - 2 0 1 3 A f r a m e n v o o r z ie n in g g r e x S to o k e r te r r e in V e r la g e n v o o r z ie n in g g r e x O r a n je h o f B a la n s p e r 3 1 - 1 2 - 2 0 1 3
B e d r a g v o o r z ie n in g 2 .2 3 3 1 .1 0 5 291 .0 9 9
* N e tto C o n ta n te W a a r d e ( b e d r a g e n x € 1 .0 0 0 )
De voorziening voor Oranjehof is verlaagd vanwege de gunstiger uitkomst van de actualisatie. De voorziening Stookerterrein is vanwege de afrondende fase waarin de grex zich bevind ingezet ten behoeve van de grondexploitatie. Daarmee is de voorziening teruggebracht tot 0.
171
Meerjarenprognose grondexploitaties
Hardheid cijfers In het algemeen kan worden gesteld dat voor de kosten en opbrengsten die binnen twee jaar worden gemaakt of gerealiseerd, de zekerheid van de cijfers hoger is dan voor de kosten en opbrengsten die pas over vijf of zes jaar plaatsvinden. Om die reden is in de tabel op de vorige bladzijde een globale analyse gemaakt van de verwachte kasstroom per jaar. Tot 2019 zal nog een bedrag worden uitgegeven van ongeveer € 11,9 miljoen. En zal nog een bedrag worden ontvangen van ongeveer € 28,0 miljoen. Het saldo dat in deze tabel wordt gepresenteerd is niet gelijk aan de voeding die in dat jaar in de reserve grondbeleid wordt gestort. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat het nemen van winst uit grondexploitaties is gebonden aan strikte regels. Winst mag pas worden genomen indien minimaal 60% van de voorgecalculeerde opbrengst van een (deel)complex is gerealiseerd, de boekwaarde negatief is in ook negatief blijft met inbegrip van alle (voorzichtig geraamde) nog te verwachten kosten.
De grondexploitaties in cijfers Het volgende overzicht geeft inzicht in de boekwaarde van de bouwgrondexploitaties in 2013. Complex
Bouwgrond in exploitatie Uem en Wennekes Oranjehof Stookerterrein Van Kerkhof-Zandweg Beatrixschool Brandweer Cothen De Kamp De Engk De Geer II* Middelweg Oost Hordencentrum *(deels) Veilingpark* Aan de oude haven/van Zoest* Langshaven Broekweg
Boekwaarde 31-12-2012 x € 1.000 44 4.977 1.112 80 163 1.255 208 190 84 16 13 872-
Niet in exploitatie genomen gronden Postkantoor Jozefschoolterrein 213 *exploitatie van derden 7.483
Kosten Opbrengsten 2013 2013 x € 1.000 x € 1.000
Saldo Winst/Verlies Afwaarderen Voorziening Boekwaarde 2013 2013 Grex 31-12-2013 31-12-2013 x € 1.000 x € 1.000 x € 1.000 x € 1.000 x € 1.000
129 633 138 106 24 15 760 1.068 69 920 12 3 5 273
206 569 10 150 28 183 350 3 11 145
7764 138 96 24 15 610 1.040 114570 9 85 129
127 -
44 -
83 -
4.283
1.699
2.584
19-
1.105 -
1.099 -
-
1140
83-
333.941 126 96 104 178 1.864 1.249 76 570 93 8 17 603-
213
173 37
1.105
1.099
7.900
In 2013 is conform de spelregels voor € 140.000 aan winst genomen uit de grex Langshaven. Voor Stookerterrein, Aan de oude Haven en Postkantoor zijn verliezen genomen. De reeds bestaande voorziening voor Oranjehof is naar beneden bijgesteld. Resultaten van de actualisatie per 1 januari 2013 Hieronder wordt een overzicht gegeven van de grondexploitaties zoals die in 2013 werden onderscheiden. Bouwgrond in exploitatie (BIE): Grondexploitaties van de gemeente Wijk bij Duurstede. De Engk In 2013 is een groot aantal werkzaamheden uitgevoerd in De Engk. Zowel de nieuwbouw als de verbouwing van het Ewoud en Elisabeth gasthuis is eind 2013 opgeleverd. Daarnaast zijn werkzaamheden uitgevoerd om begin 2014 te kunnen starten met het bouwen van bouwplan De Nieuwe Singel (deelgebied 2). Deze werkzaamheden bestonden uit het verleggen van de Dirk Fockstraat, het slopen van het schoolgebouw op de hoek van de Dirk Fockstraat-David van Bourgondiëweg en het bouwrijp maken van de bouwlocatie. De eerste fase van bouwplan Steenstraat van Volksbelang is eind 2013 opgeleverd waarna direct de voorbereidingen voor fase 2 zijn begonnen. Om te kunnen starten met de aanleg van de watergang in 2014 moesten een aantal parkeerterreinen worden gerealiseerd en diende er een aantal nieuwe achterontsluitingen te worden gemaakt voor twaalf bewoners aan de David van Bourgondiëweg die in de huidige situatie via de voorzijde zijn ontsloten. Hoewel het tempo van uitvoering hoog ligt, blijft het een financiële uitdaging om de grondexploitatie sluitend te houden. In 2013 is continu gekeken naar mogelijkheden om te bezuinigen waarbij het ambitieniveau zoveel mogelijk op peil dient te blijven. Dit is ook de opgave voor de komende jaren. De Kamp Het archeologisch onderzoek voor dit projectgebied zit in de laatste fase. In het laboratorium worden de vondsten geanalyseerd en beschreven, waarna alleen de eindrapportage nog rest. Het beschrijven van dit stukje Cothense geschiedenis, dat halverwege 2014 afgerond zal worden, heeft bij elkaar ca 2 ton euro gekost.
In 2013 zijn de 15 woningen in collectief particulier opdrachtgeverschap gebouwd en opgeleverd. De parallelweg van de Bloemenwaard, waar 11 van deze woningen langs liggen, is woonrijp gemaakt en de openbare verlichting is geplaatst. Het Kersenpad is verbreed en voorzien van een halfverharding. Om de verbreding over de gehele lengte mogelijk te maken is een stukje grond van de Nederduitsch hervormde kerk aangekocht. Het pad is nu bruikbaar ook voor rolstoelgebruikers.
174
Eind 2013 is de woningbouwstichting Cothen gestart met de bouw van het appartementencomplex voor starters; dit complex van 15 huurwoningen zal in de loop van 2014 worden opgeleverd. Langs de Heiligenweg is ook de bouw gestart van een 7-tal koop starterwoningen. De oplevering van deze woningen zal naar verwachting eind 2014 plaats vinden. De overeenkomst tussen gemeente en woningbouwstichting, waarin de koop van kavels voor de twee bovenstaande projecten en een 11-tal kavels voor sociale huurwoningen elders in De Kamp, is in 2013 opgesteld en zal in 2014 notarieel worden verwerkt. In dezelfde overeenkomst neemt de gemeente 4 te slopen woningen van de woningbouwstichting over, die gelegen zijn langs De Kamp. De verkoop van de vrije kavels verloopt stroef. Inmiddels is wel een optie genomen op een tweetal kavels. Het initiatief om een viertal patiowoningen en vijf appartementen in het luxe segment te realiseren in CPO verband is gestart eind 2012; de belangstelling is tot op heden nog niet groot. De ontwikkeling van bouwplannen voor een 13-tal woningen langs de Toon van Dijkstraat is ter hand genomen; de woningen zullen begin 2014 in de verkoop worden genomen. Tevens loopt momenteel een haalbaarheidsonderzoek naar de realisatie van hofjeswoningen, geschikt voor eenpersoonshuishoudens. Hiertoe zullen een viertal grotere kavels worden samengevoegd. Sporthal Rijnsloot, eigendom van sportstichting Cothen, is aangepast ten behoeve van het onderbrengen van het bewegingsonderwijs van de basisscholen in Cothen. De renovatie is afgerond en vanaf de zomervakantie in 2013 maken de basisscholen naar volle tevredenheid gebruik van de nieuwe mogelijkheden. Eind 2013 is de oude gymzaal aan de Rijnweide gesloopt. Het woonrijp maken van dit stukje terrein en de inrichting als speeltuin zal worden opgepakt in 2014. Stookerterrein Op de bouw van 2 woningen na is het Stookerterrein afgerond. Het woonrijp maken van de locatie is begin 2013 opgepakt en afgerond. Een van de vijf vrije sectorwoningen is nog niet verkocht; de aannemer heeft aangegeven de grond te willen kopen, zodat de woning afgebouwd (binnenwerk) kan worden en verhuurd, in afwachting van een koper. Dit plan wordt in 2014 verder uitgewerkt. Beatrixschool In samenwerking met de woningbouwstichting Cothen is op de locatie Kromme Stelakker 6-8 een seniorenappartementencomplex ontwikkeld. Het betreft een complex van 16 woningen. Inmiddels is de samenwerkingsovereenkomst tussen woningbouwstichting en gemeente ondertekend. In 2013 is het bestemmingsplan onherroepelijk geworden en is de omgevingsvergunning verleend. Jammer genoeg heeft de woningbouwstichting er toe moeten besluiten dat de bouw voorlopig wordt uitgesteld, mogelijk zelfs tot 2017. Deze beslissing hangt samen met door de rijksoverheid opgelegde strengere financiële regelgeving richting corporaties. Om het gebied beschikbaar te houden voor de woningbouwstichting en de realisatie van het ontworpen seniorencomplex is een optieovereenkomst opgesteld en ondertekend.
175
Brandweer (Locatie Kerkdwarsweg) Samen met een bouwende partij (Westerhof Wonen) is in de loop van 2012 een aantal woningen ontwikkeld voor deze locatie. Direct aan de Kromme Rijn liggen 2 vrijstaande woningen. Verder maakt een tweekapper onderdeel uit van het plan. In een overeenkomst met Westerhof Wonen (oktober 2012) is vastgelegd dat zij deze woningen te koop aanbieden en de gemeente de grond verkoopt tegen een overeengekomen residuele waarde. De woningen staan sinds oktober 2012 te koop maar de belangstelling was ook in 2013 gering. Uem en Wennekes In mei 2012 is een ontwikkel- en realisatieovereenkomst afgesloten met Van Wijnen Projectontwikkeling. In 2013 is het terrein met provinciale subsidie bouwrijp gemaakt en is de woningbouwontwikkeling gestart. In 2014 worden de eerste 10 (goedkope en middeldure) woningen opgeleverd. Verwacht wordt dat de overige duurdere woningen in een lager tempo en wellicht na een eerste herstel van de woningmarkt worden gebouwd.
De gemeentelijke plankosten zijn in 2013 door de ontwikkelaar betaald. Begin 2015 worden de gemeentelijke kavels door deze partij afgenomen, ongeacht of deze zijn verkocht of niet. Daarmee komen begin 2015 de meeste inkomsten voor de gemeente binnen. Voor de periode daarna zijn kosten geraamd om te bereiken dat door de ontwikkelaar een goede openbare ruimte aan de gemeente wordt overgedragen. Van Kerkhof -Zandweg De gemeenteraad heeft in april 2013 een grondexploitatie vastgesteld met betrekking tot de verplaatsing van het tankstation en garagebedrijf Van Kerkhof &Visscher. In eerste instantie is begin 2013 onderzocht of een herontwikkeling in samenwerking met woningstichting Volksbelang (inclusief 13 woningen Hoogstraat) haalbaar is. Dat bleek niet het geval te zijn. Vervolgens is met de provincie en Van Kerkhof onderzocht of een verplaatsing van het garagebedrijf en tankstation in combinatie met herontwikkeling op de Zandweg haalbaar is. In de zomer van 2013 is hierover tussen Van Kerkhof, provincie en gemeente principeovereenstemming bereikt.
Met de verplaatsing wordt invulling gegeven aan de Structuurvisie Wijk bij Duurstede 2020. Het is de bedoeling om in het vrijkomende gebied aan de Zandweg woningen te realiseren. Daarbij wordt ook de tijdelijk aan De Nieuwe Schakel verhuurde voormalige brandweerkazerne betrokken. Het tankstation komt direct aan de nieuwe rotonde Zandweg/Remus. Dat is nog voor het transformatorstation aan de Langbroekseweg. Het garagebedrijf komt iets verderop aan de Graaf van Lynden van Sandenburgweg, direct na het transformatorstation. Een deel van de daar gelegen volkstuinen moet hiervoor verplaatst worden. In maart 2014 is de aanbesteding van woningbouw aan de Zandweg met goed resultaat afgerond. Vanaf eind april 2014 is het ontwerp bestemmingsplan voor de verplaatsing en woningbouw in procedure gebracht.
176
Oranjehof In 2013 is de bouw van de multifunctionele accommodatie Oranjepoort gestart. De oplevering heeft juist voor het einde van het jaar plaats gevonden. De Piet de Springerschool heeft de kerstvakantie gebruikt om de verhuizing naar de MFA rond te krijgen. Ook hebben enkele bewoners van de bovengelegen appartementen de sleutel ontvangen. De bouwactiviteiten rondom het complex Oranjepoort zijn volop in gang. In november 2013 is het tweede cpo project, bestaande uit een achttal woningen opgeleverd. Verder is de bouw gestart van het project Willemshof, bestaande uit 7 rijwoningen, en het project De Weteringen, bestaande uit vier hoekwoningen en twee tussenwoningen. Er wordt volop gewerkt aan weer een tweetal projecten, bestaande uit 8 rijwoningen en 10 twee onder één kapwoningen, die in 2014 op de markt zullen worden gebracht. Het aantrekken van de woningmarkt waarover landelijk wordt gesproken, is aan de verkoop van de vrije kavels in Oranjehof nog niet af te lezen. Vooral de vraag naar grotere kavels blijft nog steeds achter.
Onderhandelingen met Spar en Volksbelang over het behoud van een buurtsuper in de MFA worden gevoerd en een oplossing begint zich langzaamaan af te tekenen. Een buurtsuper in een kern van slechts 2000 inwoners lijkt zonder creativiteit niet te exploiteren. Door de samenwerking met zorgaanbieders en de inzet van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in de winkel kunnen juist genoeg financiën worden gegenereerd om de exploitatie rond te krijgen. Ook een nauwe samenwerking met de stichting dorpshuis Langbroek pakt positief uit voor de partijen dorpshuis en buurtsuper. Middelweg oost Nadat in 2012 het nieuwe Revius college in gebruik is genomen, is de voormalige locatie van de school aan de Middelweg Oost beschikbaar gekomen voor nieuwe ontwikkelingen. De helft van het terrein is aangewezen voor de realisatie van de Brede School de Horden, waarin naast de basisscholen De Driehoek en 't Baken ook kinderopvang Kind en Co zal worden gehuisvest. Naar verwachting zal de nieuwbouw gereed zijn tegen 2016. De bestaande gymzaal kan worden ingepast in het nieuwe ontwerp. De sloop van het in onbruik geraakte Revius gebouw heeft plaats gevonden eind 2013. Met de bestemming 'maatschappelijke doeleinden' die momenteel rust op het huidige terrein, is voor de nieuwbouw van de brede school geen bestemmingsplanwijziging nodig.
De andere helft van het terrein is aangewezen voor de ontwikkeling van woningbouw. Er zijn diverse ontwikkelmodellen doorgerekend, waarmee de in de grondexploitatie opgenomen opbrengst kan worden gerealiseerd. Het model, waarvan momenteel de haalbaarheid wordt onderzocht, bestaat uit 3 grotere vrije sector kavels en een 15-tal betaalbare grondgebonden woningen bestemd voor eenpersoons en (eventueel) tweepersoonshuishoudens. De woningen, die rondom een gezamenlijke binnentuin worden gesitueerd, dienen te voorzien in een behoefte, waar nog nauwelijks aandacht voor bestaat in de huidige woningbouwprogramma's. Voor de woningbouw is een bestemmingsplanwijziging noodzakelijk. Naar verwachting wordt het woningbouwproject gelijktijdig met de nieuwbouw van de brede school gerealiseerd en opgeleverd tegen 2016.
177
Hordencentrum Sporthal De Horden is in handen van een particuliere eigenaar. Het nabijgelegen parkeerterrein is eigendom van de gemeente. In 2012 zijn diverse gesprekken gevoerd met de projectontwikkelaar van De Horden over de mogelijkheden en de grondexploitatie die het gevolg daarvan is. Geconculeerd is dat, in verband met de verkoopbaarheid, meergezinswoningen in een niet al te hoge prijsklasse voor de hand liggen. Dat maakt het echter financieel onhaalbaar om verdiept te parkeren wat vervolgens weer tot een vermindering van het woningprogramma en de opbrengsten leidt. Samen met de in 2013 uitblijvende duidelijkheid over de nieuwbouw van een sporthal op Mariënhoeve maakt dit dat er in 2013 nog weinig voortgang is geboekt. Na besluitvorming over de nieuwe sporthal op Marienhoeve in het eerste kwartaal van 2014 worden de gesprekken met de ontwikkelaar en de omwonenden van het Hordencentrum geïntensiveerd. Deze gesprekken moeten medio/eind 2014 leiden tot een visie en een ontwikkel- en realisatieovereenkomst. Dan kan ook de grondexploitatie verder worden uitgewerkt. De Hordenhal is door de gemeente nog tot 1 juli 2015 gehuurd met een opzegtermijn van drie maanden. Bedrijventerrein Broekweg/Langshaven In 2013 zijn geen kavels verkocht. Wel is er een akkoord bereikt met een ondernemer om een kavel van 2300m2 af te nemen in 2014. Per 31 december 2013 resteert ca. 1,4 ha uitgeefbare grond op bedrijventerrein Langshaven en ca. 0,2 ha uitgeefbare grond op bedrijventerrein Broekweg. Van de uitgeefbare grond op bedrijventerrein Langshaven is ca. 84% uitgegeven (gemeten naar oppervlakte). Met Stichting Parkbeheer Bedrijventerreinen Wijk bij Duurstede werden in 2013 afspraken gemaakt over het beheer en onderhoud van de bedrijventerreinen.
Bouwgrond in exploitatie (BIE): Grondexploitaties van derden/Projectadministraties
De Geer II In De Geer II zijn, of worden, door RABO-Bouwfonds, Woningstichting Volksbelang en Zondag Bouwgroep in totaal zo'n 220 woningen (en 12 zorgeenheden in het Droomhuis) gebouwd. Eind 2013 zijn naast die 12 zorgeenheden circa 144 woningen in gebruik. De bijdrage in de gemeentelijke kosten voor dit plan wordt door RABO-Bouwfonds naar rato van de voortgang van de verkoop van kavels betaald. Het bewaken van en de discussie omtrent de kwaliteit van de over te dragen openbare ruimte vergt meer tijd (en daardoor tot meer kosten) dan was voorzien. Naar verwachting worden er in 2014 zo'n 32 woningen opgeleverd. Daarmee ontwikkelt de wijk zich gestaag verder. Waarschijnlijk zal de wijk in 2016 of 2017 worden afgerond. Aan de Oude Haven ( Van Zoestterrein) In 2013 hebben er verschillende gesprekken tussen de gemeente en Binnenstadwoningen plaatsgevonden over de situatie die was ontstaan met betrekking tot de discussie over de verschijningsvorm van het bouwplan. Deze gesprekken hebben inmiddels geleid tot een doorbraak waardoor
178
er in 2014 gebouwd zal gaan worden. Voorwaarde is wel dat de huidige kopers hun koopovereenkomst niet laten ontbinden en dat er zich nog één of twee extra kopers aandienen.
Niet in exploitatie genomen grondexploitaties (NIEGG) De prioritering van de NIEGG’s is vastgelegd in de het projectenboek. Het projectenboek bevat daarmee een integraal overzicht van alle BIE’s en NIEGG’s binnen onze gemeente. Wat betreft de NIEGG is voor een periode tot 2015 uiteengezet welke locaties op welke manier ontwikkeld worden. Jozefschool Nadat in 2012 in het gebouw van de Jozefschool asbest werd aangetroffen, is de school in december 2012 gesloopt. De Jozefschool is opgenomen in het woningbouwprogramma. In 2013 hebben er geen financiële mutaties plaatsgevonden.
Postkantoor Het Postkantoorgebied is een onderdeel van de samenwerkingsagenda tussen de provincie Utrecht en de gemeente Wijk bij Duurstede. Het jaar 2013 heeft vooral in het teken gestaan van het afmaken van de stuctuurvisie. In juni 2013 is een conceptstructuurvisie aan de gemeenteraad voorgelegd. De gemeenteraad vond echter dat het communicatietraject met de buurt, ondanks de diverse inspraakmomenten, onvoldoende was geweest. Dit heeft ertoe geleid dat verschillende informatie-avonden zijn georganiseerd. Aanvankelijk vonden deze avonden alleen met buurtbewoners plaats, later zijn hiervoor ook de in het gebied aanwezig ontwikkelaars uitgenodigd. In een interactief proces zijn de elementen uit de structuurvisie doorgenomen en daar waar nodig (of gewenst) aangepast. Het proces heeft geleid tot een vernieuwd concept dat in 2014 door de raad is vastgesteld.
Herontwikkellocaties Het Wijkhuis Conform de notitie Herontwikkelingslocaties is de planning voor ontwikkeling van het Wijkhuis nader opgeschort. Per 1 oktober 2013 is het Wijkhuis tijdelijk verhuurd aan Nogges en Meer. Deze organisatie is hoofdhuurder van het pand en gebruikt dit als ruimte voor dagbesteding voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Naast Nogges en Meer is speel-o-theek Catrein hier gevestigd. De huurovereenkomst met Nogges en Meer wordt begin 2014 geëvalueerd. Walplantsoen
179
De panden Walplantsoen 10 en 12 zijn eigendom van de gemeente. In Walplantsoen 10 is een gymzaal gevestigd die wordt gebruikt door twee basisscholen. Walplantsoen 12 huisvest buitenschoolse opvang De Bik. Voor de huurders van beide panden zijn pas in 2015 alternatieven beschikbaar. Vertaald naar beschikbaarheid van het Walplantsoen voor woningbouw betekent dit dat deze locatie pas –afhankelijk van de discussie over de Brede School De Horden- in 2015 ontwikkeld kan worden.
Risico’s voor alle projecten Inleiding In het kader van de actualisatie van de Mastergrex is tevens het risicoprofiel van de grondexploitaties in beeld gebracht. Aan de analyse liggen aannames ten grondslag over de kans van optreden van een bepaald risico en het (maximale) effect op de grondexploitatie. De risico’s zijn vervolgens gewaardeerd aan de hand van de opgestelde actualisatie van de grondexploitaties. De inventarisatie en waardering bij elkaar vormen de input van de Monte Carlo risicoanalyse. De Monte Carlo analyse is een statistische analyse waarbij met een groot aantal berekeningen het totale financiële risico wordt geanalyseerd. In deze analyse is het risicoprofiel per project berekend aan de hand van 10.000 simulaties. Elk scenario varieert in de mee te nemen risico’s (kans van optreden) en het effect van dit risico (bandbreedte en zwaartepunt) op de grondexploitatie. Een risico laat zich omschrijven als afwijking op het verwachte (meest realistische) scenario. Een risico kan dus zowel negatief als positief zijn . Positieve risico’s worden ook wel als kans gezien. Hoe groter de afwijking is ten opzichte van de geactualiseerde (meest realistische) grondexploitaties, hoe groter het risicoprofiel is. Dat betekent dat ook bij positieve grondexploitaties sprake kan zijn van een hoog risicoprofiel, bijvoorbeeld als de opbrengsten mogelijk veel lager uitvallen dan bij het meest realistische scenario van uit is gegaan. Resultaat risico-analyse Het totale resultaat op de grondexploitaties binnen de gemeente Wijk bij Duurstede bedraagt circa € 7.338.000. Per grondexploitatie is een Monte Carlo simulatie uitgevoerd, uitgaande van een ondergrens van het resultaat met 90% waarschijnlijkheid. Op basis daarvan bedraagt de ondergrens van het positieve resultaat op alle grondexploitaties samen met 90% waarschijnlijkheid circa € 3.924.100. In de onderstaande tabel is een overzicht weergegeven. Dit betekent een risicoprofiel van circa € 3.414.000.
In onderstaande tabel staan de resultaten van de Monte Carlo risicoanalyse samengevat. In de tabel is het minimale exploitatieresultaat weergegeven bij een zekerheid van 90 %. Dat wil zeggen dat er met 90 % zekerheid kan worden gesteld dat de resultaten van de grondexploitaties niet lager zullen uitvallen dan met de Monte Carlo risicoanalyse is berekend. In dat geval is slechts 10 % kans dat het resultaat slechter wordt.
180
Beatrixschool Brandweergarage Cothen De Engk De Geer II De Kamp Hordencentrum Broekweg/Langshaven Oranjehof Middelweg Oost Uem en Wennekes Zandweg van Kerkhof
Resultaat grex Monte Carlo Risicoprofiel Minimum t.o.v. resultaat (90%) 184.000 184.000351.000 259.000 92.000928.000 306.0001.234.00083.000 77.000 6.0003.028.000 2.335.000 693.00065.000 8.400 56.6002.182.000 2.183.000 1.000 628.000628.00029.000 1.200 27.800478.000 478.0009.900 44.500 34.600 7.337.900 3.974.100 3.363.800-
Uitgaande van de 90 % waarschijnlijkheid ontstaat voor drie projecten een negatief saldo. Dit betreft de projecten De Engk, Zandweg van Kerkhof en Oranjehof. Het gezamenlijke tekort dat ontstaat bedraagt ongeveer € 938.300. Voor de overige projecten kan worden gesteld dat de risico’s zoals deze nu zijn gedefinieerd kunnen worden opgevangen binnen de grondexploitatie. Om de risico’s te kunnen opvangen is dus een weerstandscapaciteit nodig van ongeveer € 938.300. Daarmee kan met 90 % zekerheid het risico op de grondexploitatie worden opgevangen. Ten opzichte van het geconsolideerde exploitatieresultaat is het benodigde weerstandsvermogen gelijk aan ongeveer 13 %. Om het resultaat in perspectief te plaatsen is de risico-analyse eveneens uitgevoerd bij een zekerheid van 75 %. Dat wil zeggen dat met 75% zekerheid kan worden gesteld dat de resultaten van de grondexploitaties niet lager zullen uitvallen dan met de Monte Carlo analyse is berekend.
181
Beatrixschool Brandweergarage Cothen De Engk De Geer II De Kamp Hordencentrum Broekweg/Langshaven Oranjehof Middelweg Oost Uem en Wennekes Zandweg van Kerkhof
Resultaat grex Monte Carlo Risicoprofiel Minimum t.o.v. resultaat (75%) 184.000 184.000351.000 277.000 74.000928.000 99.0001.027.00083.000 77.000 6.0003.028.000 2.449.000 579.00065.000 16.700 48.3002.182.000 2.190.000 547.000547.00029.000 3.400 25.600478.000 478.0009.900 63.600 7.337.900 4.430.700 2.968.900-
Van alle berekeningen heeft 75 % een geconsolideerd resultaat van minimaal € 4,3 miljoen. Hierbij is het geconsolideerde risicoprofiel bepaald op een maximum van circa € 2,9 miljoen en het benodigde weerstandsvermogen op maximaal € 646.000. Dit is ongeveer 9 % van het exploitatieresultaat. Wanneer de benodigde weerstandscapaciteit van 2013 met 2014 wordt vergeleken dan is het risicoprofiel afgenomen. Bij 90 % zekerheid is de weerstandscapaciteit afgenomen van € 1,51 miljoen naar € 0, 94 miljoen. Bij 75 % zekerheid is de weerstandscapaciteit afgenomen van € 0,82 miljoen naar € 0,65 miljoen. Conclusie Op basis van de twee tabellen kan worden geconcludeerd dat het geconsolideerde exploitatieresultaat dat uit de Monte Carlo analyse naar voren komt, positief is. Dit resultaat zal zich bevinden tussen ongeveer € 3,9 miljoen en € 4,3 miljoen. Het verschil in de benodigde weerstandscapaciteit bedraagt dus ongeveer € 400.000. Kortom, voor 15%-punt extra zekerheid zal het weerstandsvermogen met ongeveer € 400.000 moeten toenemen. De positieve uitkomst van het exploitatieresultaat wil echter niet zeggen dat op elk moment voldoende financiële middelen voorhanden zijn. Hiervoor wordt een integrale cashflowanalyse uitgevoerd.
182
Aanbevelingen vanuit de risicoanalyse Reserve grondbeleid Op basis van de risicoprofielen van de elf grondexploitaties samen is het benodigde weerstandsvermogen bepaald op € 646.000 tot € 938.300. Dit afhankelijk van het zekerheidsniveau. Het binnen de gemeente aanwezige weerstandsvermogen is ongeveer € 7.500.000. Dit is echter niet enkel voor de grondexploitaties maar voor alle risico’s binnen de gemeente. Binnen de reserve grondbeleid is op dit moment in ieder geval geen vrij besteedbaar geld dat de gemeente direct ter beschikking heeft om onverwachte tegenvallers op te kunnen vangen. Financiële sturing op grote projecten De gemeente kan de macro-economische ontwikkelingen en de weerslag die dit heeft op onze woningmarkt niet of nauwelijks sturen. De gemeente kan wel sturen op het toevoegen van aantallen en type woningen op de lokale woningmarkt. En op het tijdstip wanneer woningen aan de woningvoorraad worden toegevoegd. Hiervoor gebruikt de gemeente het instrument van het woningbouwprogramma. Op die manier wordt voorkomen dat in een onevenwichtige woningmarkt woningbouwprojecten met elkaar gaan concurreren. De gemeente houdt grip op de grondexploitaties door deze elk half jaar te actualiseren. Op die manier is er maximaal inzicht in kosten en opbrengsten en is het mogelijk om hierin steeds te verfijnen en te detailleren. De sturing die de gemeente kan uitoefenen, is niet voor alle projecten even groot. Voor projecten Beatrixschool, Brandweergarage Cothen, De Geer II, Stookerterrein en Uem en Wennekes is het grootste deel aan kosten reeds gemaakt. Veelal zijn prijsafspraken met ontwikkelende partijen gemaakt en is het nu afwachten totdat er woningen worden verkocht en grondopbrengsten kunnen worden gerealiseerd. De genoemde projecten hebben ook niet direct het hoogste risicoprofiel. De sturing zal daarom met name moeten liggen bij het project met het hoogste risicoprofiel, zoals de Kamp en De Engk. De grondexploitatie van de Kamp is door de situatie op de woningmarkt het meest onder druk komen te staan. Het woningbouwprogramma voor dit gebied is onder invloed van de situatie op de woningmarkt bewust door de gemeente aangepast. In plaats van vast te houden aan een woningbouwprogramma met grote –in de huidige markt niet lopende grote kavels- is gekozen voor kleinere kavels opdat deze in de huidige markt nog wel verkopen. Deze keuze heeft gevolgen voor het eindresultaat van de grondexploitatie De Kamp. Grondexploitatie De Engk bestaat uit verschillende deelprojecten. Voor een aantal deelgebieden wordt als gevolg van de situatie op de woningmarkt ook hier een herziening van het woningbouwprogramma voorbereid. De effecten hiervan op de eindresultaten zullen nauwkeurig in beeld worden gebracht.
183
§
2.7
Treasury en financiering
Inleiding De treasuryfunctie gaat over de bewaking van de geldstromen en de liquiditeitspositie van de gemeente. Hierbij valt te denken aan de financiering van het beleid (met eigen middelen of geleende gelden) en het uitzetten van geldmiddelen die niet direct nodig zijn. Ook hoort het dagelijks betalingsverkeer tot de treasuryfunctie. Treasury heeft als doel om een optimaal resultaat te bereiken tussen rentelasten en rentebaten, met in achtneming van de risico’s. De uitvoering van treasury wordt wettelijk geregeld in de wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO). Het beleid voor de treasuryfunctie van de gemeente Wijk bij Duurstede is vastgelegd in het treasurystatuut, dat in 2010 is herzien en door de Raad is vastgesteld. De belangrijkste punten uit dit statuut, naast de voorschriften op grond van de Wet FIDO zijn: - Gelden worden alleen uitgezet bij banken met een kredietwaardigheid van minimaal de zogenaamde double A-rating. Naast de financiële instelling moet ook het land waar de instelling is gevestigd een double A-rating hebben bij het uitzetten van middelen; dit geldt zowel voor korte als langlopende financiële instrumenten. - De rating moet door minimaal 2 van de 3 gerenommeerde ratingbureaus afgegeven zijn. - Voor contracten met een looptijd langer dan een jaar, aangegaan met een kredietrating vanaf AA, wordt een ratingclausule opgenomen. - Het aantrekken van langlopende leningen doen wij door offertes aan te vragen bij tenminste 3 financiële instellingen. - De kasgeldlimiet (8,5% van de jaarbegroting) wordt niet overschreden. - De renterisico-norm (20% van de jaarbegroting) wordt niet overschreden. Hierna wordt op bovenstaande onderdelen ingegaan. Algemene ontwikkelingen en rentebeleid Er wordt geen fictieve rente toegekend aan het vermogen en ook geen bespaarde rente. Wel wordt er bespaarde rente ten gunste van de exploitatie gebracht. Voor de berekening van de kapitaallasten is een rentepercentage van 4,5% gehanteerd. De rente voor kortlopende kasgeldleningen met een looptijd van 1 maand bedroeg in 2013 gemiddeld 0,11% (in 2012 0,5%). Het rentepercentage voor kortlopende leningen was dus erg laag; zelfs nog lager dan in 2012. In maart hebben we wederom een kasgeldlening van 1 jaar (valt niet onder de kasgeldlimiet) verlengd met 1 jaar tegen een rentepercentage van 0,55% (was in 2012 1,30%).
184
De Wet HOF (Wet Houdbaarheid Overheidsfinanciën) en schatkistbankieren Op 11 december 2013 is de wet houdbare overheidsfinanciën (wet Hof) officieel gepubliceerd. In die wet worden de Europese normen verankerd voor de hoogte van de overheidsschuld en de jaarlijkse groei van de overheidsschuld. Die normen raken ook gemeenten, omdat de gemeenteschulden en financieringtekorten van gemeenten meetellen in de overheidsschuld van Nederland. Alle gemeenten samen krijgen een plafond voor het totale EMU-tekort van gemeenten in een jaar. Dat plafond wordt volgens de wet na bestuurlijk overleg voor een bepaalde periode overeengekomen. Voor 2014 bedraagt het plafond voor de gezamenlijke gemeenten 0,32% van het bruto binnenlands product. Met het plafond wordt de groei van de netto schuld (volgens de definitie voor het EMU-saldo) van de gezamenlijke gemeenten in een jaar beperkt. Het wetsvoorstel verplicht schatkistbankieren is op 13 december 2013 in het Staatsblad gepubliceerd. De wet is op 15 december 2013 van kracht geworden met een overgangsbepaling tot 31 december 2013. Tegelijkertijd met de wet is een ministeriele regeling van kracht geworden. Onderdeel van die regeling is de rekening-courantovereenkomst die iedere decentrale overheid krijgt met de Staat der Nederlanden. De regeling bevat verder onder meer de verplichting voor decentrale overheden een tussenrekening te openen bij een of meerdere banken, zodat aan de verplichting tot deelname aan schatkistbankieren kan worden voldaan. Het wetsvoorstel verplicht alle decentrale overheden om hun overtollige (liquide) middelen aan te houden in de schatkist. Het woord ‘overtollig’ verwijst naar alle middelen die decentrale overheden niet onmiddellijk nodig hebben voor de publieke taak. Een decentrale overheid behoudt, op basis van de wet Fido, de mogelijkheid om leningen te verstrekken en uitzettingen te verrichten uit hoofde van de publieke taak. Deelname aan schatkistbankieren verandert daar niets aan. Bij de gemeente Wijk bij Duurstede is er in 2013 geen sprake van overtollige middelen waardoor er nog geen sprake is geweest van schatkistbankieren. Leningenportefeuille De opgenomen leningen hebben per 1 januari 2013 een nominale waarde van € 30.819.723 met een met vaste rentepercentages variërend van 1,30% tot 5,85%. In 2013 is een nieuwe “kasgeldlening” van € 6 miljoen met een looptijd van 1 jaar aangetrokken tegen een rentepercentage van 0,55%. De “kasgeldlening” wordt hier gepresenteerd omdat deze buiten de kasgeldlimiet valt. Er is in 2013 wederom voor deze lening gekozen omdat de rente erg laag is, namelijk 0,55% (in 2012 1,30%). Verder hebben we geen nieuwe leningen in 2013 aangetrokken voor de totale financiering. Van deze € 30 miljoen is overigens € 3,2 miljoen (ultimo 2013) doorgeleend aan de woningbouwstichting Volksbelang, conform de in het verleden gemaakte afspraken. Het verschil in onderstaande tabel tussen begroting en rekening betreft de 1-jarige “kasgeldlening”.
185
(Bedragen x € 1.000) Tabel 1 Stand langlopende leningen
Begroting 2013
Rekening 2013
Stand van de leningen per 1 januari 2013
€
25.820
30.820
Nieuwe leningen
€
0
6.000
Reguliere aflossingen
€
-2.018
-7.018
Stand per 31 december 2013
€
23.802
29.802
Kasgeldlimiet en renterisico In 2013 is Wijk bij Duurstede onder de kasgeldlimiet en de renterisiconorm gebleven. Kortlopende financiering: kasgeldlimiet De kasgeldlimiet stelt een limiet aan het renterisico op korte termijn financiering. Met name voor kortlopende financiering kan het renterisico groot zijn. Wijzigingen in de korte rente hebben direct invloed op de rentelasten. Wij mogen in totaal niet meer dan 8,5% van de begrotingsomvang (totale lasten) aan leningen van korter dan 1 jaar hebben. Hieronder vallen dus de rekening courant bij de BNG (rood staan) en de aangetrokken kasgeldleningen. Dit maximum is wettelijk vastgelegd in de Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden. In tabel 2 is de toegestane kasgeldlimiet berekend. Conform de jaarrekening mochten we in 2013 € 3,7 miljoen aan kortlopende leningen aantrekken. Hier zijn we ruimschoots onder gebleven. Toelichting bij de tabel: De definitie voor vlottende schuld is: schulden met een rentetypische looptijd van minder dan één jaar, met uitzondering van crediteuren. De definitie voor vlottende middelen is: vorderingen met rentetypische looptijd van minder dan één jaar, met uitzondering van voorraden en debiteuren.
186
Tabel 2. Berekening kasgeldlimiet 2013
Omvang per 1 januari 2013
(Bedragen x € 1.000)
€
Toegestane kasgeldlimiet in percentage van de begrotingsomvang
Begroting 2013
Rekening 2013
43.490
43.630
8,5%
8,5%
a.
Toegestane kasgeldlimiet in geld
€
3.697
3.709
b.
Vlottende schulden
€
8.166
5.503
c.
Vlottende middelen
€
4.164
3.411
d.
Totaal vlottende schuld ( b -/- c)
€
4.002
2.092
Toets aan kasgeldlimiet (d -/- a )
€
-305
1.617
187
Langlopende financiering: renterisicoberekening De renterisico norm stelt een limiet aan het renterisico voor de lange termijn financiering. Het renterisico op de vaste schuld moet minder zijn dan 20% van de omvang van de jaarbegroting. Dit wil zeggen dat het niet toegestaan is om in één jaar een groot deel (meer dan 20%) van de af te lossen leningen opnieuw te financieren. Het doel hiervan is om spreiding in de rentetypische looptijden in de leningenportefeuille te krijgen waardoor veranderingen in de rente vertraagd doorwerken in de rentelasten. Tabel 3. Berekening renterisico
Begroting 2013 1a Renteherziening op vaste schuld o/g 1b 2 3a 3b 4 5 6 7 8 9 10
Renteherziening op uitgezette lange leningen Netto renteherziening (1a -/- 1b) Nieuw aangetrokken vaste schuld Nieuw verstrekte lange leningen Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a -/-3b) Betaalde aflossingen Herfinanciering (laagste van 4 en 5) Renterisico op vaste schuld (2 + 6) Begrotingstotaal Vastgesteld percentage Renterisiconorm (9 * 8) Toets renterisico-norm (10) Renterisico op vaste schuld (7) 11 Ruimte (10 -/- 7)
(Bedragen x € 1.000) Begroting Rekening 2013 na 2013 wijzigingen
0
0
0
0 0 0 0 0 2.018 0 0 43.490 20% 8.698 8.698 0 8.698
0 0 2.018 0 0 45.301 20% 9.060 9.060 0 9.060
0 0 6.000 6.000 7.018 6.000 6.000 43.630 20% 8.726 8.726 6.000 2.726
pagina 188
Liquiditeitspositie Kengetal Solvabiliteit Liquiditeit (current) Liquiditeit (quick)
2013 21% 1,48 0,54
2012 20% 1,25 0,63
2011 22% 0,86 0,46
2010 27% 0,59 0,36
De solvabiliteit geeft de mate aan waarin we aan de langlopende verplichtingen kunnen blijven voldoen. De solvabiliteitsratio (eigen vermogen/ totaal vermogen) bedraagt ultimo 2013 21%. Bij bedrijven ligt een gezonde solvabiliteitsratio tussen de 20 – 25%; bij gemeenten ligt de ratio vaak boven de 50%. Dit komt met name door de bestemmingsreserves en financieringsfunctie van het eigen vermogen. De solvabiliteitsratio van onze gemeente ligt beneden dit gemiddelde, maar is ten opzichte van 2012 licht gestegen. De liquiditeit is bepaald aan de hand van twee ratio’s, namelijk de current ratio (vlottende activa/vlottende passiva) en de quick ratio (gelijk aan de current maar zonder bij de vlottende activa de voorraden grondexploitaties mee te nemen). Met beide ratio’s wordt een beeld verkregen van het vermogen om te voldoen aan de kortlopende verplichtingen. De current ratio is gezond als deze boven de 2 ligt. Ten opzichte van voorgaand jaren is er een stijgende lijn te zien, maar voldoet nog niet aan de norm. De quick ratio is exclusief de grondexploitaties omdat deze niet eenvoudig te gelde te maken zijn. Evenals bij de current ratio is deze te laag.
pagina 189
§
2.8
Lokale heffingen
Uitgangspunten beleid 2013 Op 18 december 2012 zijn de volgende besluiten over de belastingtarieven genomen: indeling Verhoging OZB tarieven
Tarieven afvalstoffen
Tarieven rioolheffing
Tarief toeristenbelasting Tarieven leges en precario Tarieven hondenbelasting
De OZB tarieven zijn t.o.v. 2012 gecorrigeerd voor de WOZ-waardeontwikkeling in Wijk bij Duurstede en verhoogd met 2,4% inflatiecorrectie; daarnaast zijn de tarieven verhoogd met 6%. Het tarief voor de afvalstoffenheffing is t.o.v. 2012 verlaagd. Het tarief voor 2012 bedroeg € 215,16. Door verlaging van het tarief met € 2,90 wordt voor 2013 een kostendekkend resultaat bereikt. Het tarief voor 2013 is vastgesteld op € 212,26. Het tarief voor rioolheffing is t.o.v. 2012 verlaagd tot € 190,15 (en voor zogenaamd klein eigendom is het tarief vastgesteld op € 62,49). Ten opzichte van het tarief van 2012 zou het tarief voor 2013 in principe stijgen met 5%. In het gemeentelijk rioleringsplan (GRPIII), ter vaststelling aan de raad aangeboden op 29 september 2009, is na wijziging bij Amendement opgenomen dat de rioolheffing tot en met 2015 met 5% per jaar moet stijgen en vervolgens in 2016 met 1,4%. Na verhoging, inclusief inflatiecorrectie zou het tarief € 220,15 zijn geworden. Er is een nieuw GRP IV vastgesteld met een lager ambitieniveau; dit heeft geleid tot een tariefsverlaging van € 30,00 per aansluiting. Om die reden is het tarief voor 2013 bepaald op € 190,15. Het tarief voor toeristenbelasting is t.o.v. 2012 verhoogd met € 0,20 en is voor 2013 vastgesteld op: € 1,20 per persoon per overnachting. Tarieven voor leges en precario zijn verhoogd met 2,4 %; tevens werden enkele tarieven kostendekkend gemaakt. Hondenbelasting: indexering van 2,4%.
pagina 190
Belastingtarieven De geraamde en de gerealiseerde opbrengsten van de belangrijkste belastingen en heffingen over 2013 alsmede de tarieven van 2012 en 2013 zijn: Opbrengst begroot 2013
Gerealiseerde opbrengst 2013
Tarief 2013 (ozb percentage v/d waarde)
Tarief 2012 (ozb percentage v/d waarde)
Onroerende-zaakbelastingen woningen: - eigenaren
€
2.950.498 €
3.032.300 %
0,1183 %
0,0985
niet-woningen: - eigenaren - gebruikers
€ €
587.379 € 308.600 €
482.988 % 294.628 %
0,1578 % 0,1223 %
0,1375 0,1147
- totaal Toeristenbelasting (aanslagen verzonden in januari 2014) Hondenbelasting (eerste hond)
€ €
3.846.477 € 19.840 €
3.809.917 18.831 * €
1,20 €
1,00
€
113.049 €
114.939 €
60,00 €
58,56
Afvalstoffenheffing
€
2.009.474 €
1.898.816 €
212,26 €
215,16
Rioolheffing
€
1.849.530 €
1.895.394 €
190,15 €
204,98
pagina 191
Belastingdruk / -opbrengsten Om een indruk te krijgen van de belastingdruk en de belastingopbrengsten van de gemeente Wijk bij Duurstede is het wenselijk onze gemeente te vergelijken met de andere gemeenten in de provincie Utrecht. Deze gegevens ontlenen wij aan een publicatie van de provincie Utrecht van mei 2013, getiteld “Begrotingspositie 2013 van de Utrechtse Gemeenten”. Belastingdruk Dit geeft de gemiddelde lasten aan per huishouden van de OZB, de reinigingsheffingen en de rioolheffing. De gemiddelde geraamde belastingdruk van alle (26) gemeenten in de provincie Utrecht bedraagt voor 2013 € 666 per huishouden. De geraamde belastingdruk van Wijk bij Duurstede is € 689 per huishouden. Wijk bij Duurstede bezet daarmee de 10e plaats. Dit houdt in dat 9 gemeenten duurder zijn en 16 gemeenten goedkoper.
De opbrengsten toeristenbelasting worden daadwerkelijk pas in 2014 ontvangen omdat de aanslagen eerst in januari 2014 worden verzonden; voor toeristenbelasting 2013 is in totaal € 21.767 aan aanslagen opgelegd, waarbij nog geen rekening is gehouden met correcties na bezwaarschriften. Met ingang van 2013 wordt ook voor het eerst toeristenbelasting voor passagiersschepen geheven. Kwijtschelding In december 2012 is besloten in te stemmen met het uniforme kwijtscheldingsbeleid van BSR. Het kwijtscheldingsbeleid in hoofdlijnen: 1. Kosten van bestaan Bij het beoordelen van kwijtscheldingsverzoeken worden de kosten van bestaan, evenals in voorgaande jaren, gesteld op 100% van de normuitkering als bedoeld in artikel 16 van de Uitvoeringsregeling invorderingswet 1990. 2. Verruiming kwijtscheldingsnormen voor 65 plussers Bij het beoordelen van kwijtscheldingsverzoeken betreffende rijksbelastingen wordt ten aanzien van 65 plussers uitgegaan van de geldende bijstandsnormen. 3. Kwijtschelding voor ondernemers
pagina 192
Ondernemers kunnen geen kwijtschelding krijgen van rijksbelastingen. Met betrekking tot belastingen, geheven door lagere verheden, bestaat sinds 1 april 2011 de mogelijkheid om ook kwijtschelding voor ondernemers mogelijk te maken, mits het verzoek om kwijtschelding betrekking heeft op belastingheffing in de privésfeer. 4. Kosten van kinderopvang Kosten van kinderopvang worden bij de behandeling van kwijtscheldingsverzoeken betreffende rijksbelastingen niet aangemerkt als uitgaven. Per 1 januari 2012 geldt voor alleenstaande ouders dat aanvullende heffingskortingen bij de berekening van het inkomen niet langer buiten beschouwing worden gelaten Daar staat tegenover dat het voor lokale overheden per 1 januari 2012 mogelijk is om de kosten van kinderopvang aan te merken als uitgave.
pagina 193
3. Jaarrekening
pagina 194
§ 3.1 Uitgangspunten samenstellen jaarrekening De gehanteerde uitgangspunten bij het opstellen van de jaarrekening hebben achtereenvolgens betrekking op: Toepassing Besluit Begroting en Verantwoording Op 1 januari 2004 is het ‘Besluit Begroting en Verantwoording’ (hierna te noemen BBV) van kracht geworden. Deze jaarrekening sluit aan bij de in dit besluit gegeven richtlijnen. Waarderingsgrondslagen vaste activa De uitgangspunten voor het activabeleid uit de in 2005 vastgestelde nota ‘Activa’ zijn gehanteerd. De immateriële - en materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen verkrijging- of vervaardigingprijs, in voorkomende gevallen verminderd met ontvangen subsidies of andere bijdragen van derden. De financiële vaste activa zijn deels opgenomen tegen verkrijgingwaarde en deels tegen de nominale waarde. Afschrijvingen Activa met een aanschafwaarde lager dan € 10.000 worden in het jaar van aanschaf direct ten laste van de rekening van baten en lasten gebracht. De vaste activa worden afgeschreven volgens de (verwachte) economische levensduur. Afschrijving van de activa vindt plaats op lineaire basis vanaf het jaar van investeren en met inachtneming van de verwachte gebruiks- of nuttigheidsduur. Activa waarvan de kapitaallasten worden gedekt uit opbrengsten worden afgeschreven op annuïteiten basis. Op basis van de nieuwe voorschriften BBV en conform de beheersverordening ex artikel 212 Gemeentewet is een nota ‘Activa’ opgesteld en door de raad vastgesteld in november 2005. Deze nota is per 1 januari 2006 van kracht. Vanaf 2014 is een nieuwe nota van toepassing (begin 2014 vastgesteld). Rente Bij de vaststelling van de begroting 2004 is besloten over te gaan op een markt- conform rentepercentage en niet meer te rekenen met het systeem van bespaarde rente. Bij het bepalen van de kapitaallasten wordt over de boekwaarde van de activa een rentepercentage van 4,5% berekend. Dit wordt als inkomst verantwoord op de kostenplaats kapitaallasten. De werkelijk betaalde rente over korte en lange termijn leningen wordt hierop in mindering gebracht. Het saldo wordt overgeboekt naar de exploitatie op de grootboekrekening saldo financieringsfunctie. Vorderingen De vorderingen zijn opgenomen tegen de nominale waarde. Indien vorderingen dubieus zijn te achten dan wordt dit vermeld in de toelichting bij de betreffende post.
pagina 195
Voorraden De voorraden en de bouwgronden zijn gewaardeerd tegen verkrijging- dan wel vervaardigingprijs. De opbrengst van verkochte bouwgronden worden in mindering gebracht op de verkrijging- dan wel vervaardigingprijs. Winstneming vindt plaats op basis van een jaarlijks op te stellen prognose van het resultaat van een grondcomplex, nadat de grondverkopen zijn gerealiseerd. Bij eventuele voorgecalculeerde verliezen worden hiervoor voorzieningen gevormd. Aan de grondexploitaties wordt rente toegerekend, voor zover verwacht wordt dat zij daadwerkelijk in exploitatie genomen gaan worden. Reserves Reserves worden gevormd conform door de raad genomen besluiten. Dit geldt eveneens voor de onttrekkingen. Belangrijke afwijkingen zijn vermeld in de toelichting op de balans. Bestemmingsreserves zijn de voor een specifiek doel afgezonderde bestanddelen van het eigen vermogen. Het instellen van en beschikken over reserves is onderhevig aan de richtlijnen die zijn opgenomen in de nota ‘Reserves en voorzieningen’ die door de raad is vastgesteld op 29 juni 2004 en de nota’s ‘actualisatie reserves en voorzieningen’. De laatste actualisatie nota reserves en voorzieningen is in december 2012 vastgesteld. Stelselwijziging Met ingang van 2008 zijn de bepalingen in het BBV ten aanzien van de voorzieningen gewijzigd. Het BBV schrijft nu voor dat de meeste onder artikel 44, 2e lid bedoelde voorzieningen als "overlopende passiva" moeten worden beschouwd. Bij het opmaken van de jaarrekening is hiermee rekening gehouden. Bij de balanspost "overlopende passiva" is het verloop van de vooruit ontvangen middelen toegelicht. Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd met een bepaald doel. Er is een min of meer (on)zekere verplichting die te zijner tijd een schuld kan worden. Ook de voorzieningen vallen onder de richtlijnen van de nota “Reserves en voorzieningen’, zie ook hiervoor bij reserves. Overlopende passiva: Met ingang van 2008 zijn de bepalingen in het BBV ten aanzien van de voorzieningen gewijzigd. Het BBV schrijft nu voor dat de meeste onder artikel 44, 2e lid bedoelde voorzieningen als "Vooruitontvangen middelen" op de balanspost "Overlopende passiva" moeten worden verantwoord.
pagina 196
Overige activa en passiva De waardering van de overige activa en passiva geschiedt in het algemeen op nominale waarden. Wanneer hiervan wordt afgeweken is dit in de toelichting bij de desbetreffende post vermeld. Grondslagen resultaatbepaling Deze grondslagen zijn grotendeels ontleend aan de waarderingsgrondslagen. Voor het overige geldt dat de lasten en baten zoveel mogelijk worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben. Verliezen worden verantwoord op het moment dat ze voorzienbaar zijn; winsten worden eerst verantwoord nadat ze gerealiseerd zijn.
pagina 197
§ 3.2 Het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening Raming voor wijziging Omschrijving programma Lasten Baten Saldo 1. Woonomgeving 15.558 10.421 -5.137 2. Toerisme en vrij tijd 2.896 429 -2.467 3. Ondernemen, werk en soc. 6.469 4.693 -1.776 4. Veiligheid 2.101 0 -2.101 5. Verkeer en bereikbaarheid 1.624 1.116 -508 6. Zorg, welzijn en onderwijs 9.235 1.102 -8.133 7. Dienstverlening en belastingen 4.773 744 -4.029 Subtotaal programma’s 42.656 18.505 -24.151 Omschrijving algemene dekkingsmiddelen: Gemeentefonds Algemene 17.563 17.563 Lokale belastingen: OZB 3.477 3.477 Hondenbelasting 108 108 Precariobelasting 11 11 Toeristenbelasting 10 10 Overige 5 5 Lasten invordering 371 -371 Financieringsfunctie 1.611 1.611 Deelnemingen en beleggingen 85 85 Onvoorzien 64 -64 Subtotaal alg. dekkingsmiddelen 435 22.870 22.435
(Bedragen x € 1.000)
Raming begrotingsjaar ná Lasten Baten Saldo 15.484 10.259 -5.225 2.948 480 -2.468 6.867 4.876 -1.991 2.042 0 -2.042 1.976 1.347 -629 8.997 1.078 -7.919 4.946 2.041 -2.905 43.260 20.081 -23.179
Realisatie begrotingsjaar Lasten Baten Saldo 13.988 8.728 -5.260 2.812 464 -2.348 7.262 6.469 -793 2.006 20 -1.986 1.935 1.394 -541 8.555 1.254 -7.301 4.984 866 -4.118 41.542 19.195 -22.347
17.178 17.178
17.358 17.358
3.846 113 11 20 5
3.846 113 11 20 5 429 -429 1.611 1.611 85 85 64 -64 493 22.869 22.376
3.810 115 20 19 4
3.810 115 20 19 4 299 -299 1.394 1.394 97 97 0 0 299 22.817 22.518
Begrotingsafwijkingen Lasten Baten Saldo -1.496 -1.531 -35 -136 -16 120 395 1.593 1.198 -36 20 56 -41 47 88 -442 176 618 38 -1.175 -1.213 -1.718 -886 832 0
180
0 0 0 0 -130 0 0 -64 -194
-36 2 9 -1 -1 0 -217 12 0 -52
180 0 -36 2 9 -1 -1 130 -217 12 64 142
Gerealiseerd totaal saldo baten en lasten
43.091 41.375 -1.716
43.753 42.950
-803
41.841 42.012
171
-1.912
-938
974
Mutaties reserves Geraliseerde resultaat Ombuigingen Resultaat incl. ombuigingen
399 512 113 43.490 41.887 -1.603 1.645 1.645 43.490 43.532 42
1.548 2.280 45.301 45.230
732 -71 0 -71
2.047 2.225 43.888 44.237
178 349
499 -1.413
-55 -993
-554 420
43.888 44.237
349
-1.413
-993
420
45.301 45.230
Voor de toelichting op de afwijkingen verwijzen u naar de programmaverantwoording. Er is geen aanwending geweest van de post onvoorzien in 2013. In de bijlage is een overzicht van incidentele baten en lasten opgenomen.
pagina 198
§ 3.3
Bestemming rekeningresultaat
Inleiding Bij de vaststelling van het rekeningresultaat wordt onderscheid gemaakt in het resultaat voor bestemming en het resultaat na bestemming. Dit systeem is ingevoerd bij het Besluit Begroting & Verantwoording (BBV) in 2004 met de bedoeling dat de gemeenteraad nadrukkelijk dient te besluiten over toevoegingen en onttrekkingen aan reserves. Het systeem werkt als volgt: 1. Eerst wordt een ‘rekeningresultaat voor bestemming’ berekend, dit zijn de baten 2013 min de lasten 2013. De reservemutaties worden buiten beschouwing gelaten; 2. Dan wordt het saldo van de reservemutaties ten gunste/ten laste van het rekeningresultaat voor bestemming gebracht; 3. Hieruit volgt dan het ‘rekeningresultaat na bestemming’; 4. Tenslotte worden “voorstellen voor overheveling van budgetten van 2013 naar 2014” gedaan en in mindering gebracht op het saldo rekeningresultaat na bestemming, waaruit het ‘rekeningresultaat na bestemming inclusief voorstellen’ volgt. Dit saldo kan vervolgens worden vergeleken met het resultaat dat is gepresenteerd in de Decembernota 2013, welke op 10 december 2013 is vastgesteld. Rekeningresultaat na bestemming Saldo van de rekening baten en lasten voor bestemming Mutaties reserves Saldo van de rekening van baten en lasten na bestemming Budgetoverhevelingen Jaarrekeningresultaat 2013 na bestemming inclusief voorstellen
€ € € € €
171.110 178.197 349.307 348.152 1.155
Vergelijking met het saldo van de Decembernota 2013 Er resteert een resultaat na bestemming van € 1.155 voordelig. In de Decembernota werd het rekeningresultaat na bestemming berekend op € 71.120 nadelig. Het uiteindelijke resultaat valt dus € 72.275 positiever uit.
pagina 199
Overzicht verloop resultaatprognose 2013 N = nadelig, V = voordelig Resultaat Meerjarenbegroting 2013-2016 Ombuigingen Resultaat Begroting 2013 Mutaties Najaarsnota 2013 Amendement Najaarsnota 2013 Resultaat na Najaarsnota 2013 Decembernota 2013 Resultaat na Decembernota 2013 Mutaties Jaarrekening 2013 Resultaat Jaarrekening 2013 na bestemming Budgetoverhevelingen van 2013 naar 2014 Resultaat Jaarrekening 2013
Bedragen in € 1.602.685 N 1.644.630 V
41.945 V 35.599 V 135.000 N
57.456 N 13.664 N
71.120 N 420.427 V
349.307 V 348.152 N
1.155 V
Budgetoverhevelingen Daar activiteiten niet uitgevoerd c.q. afgerond konden worden in 2013, acht het college het noodzakelijk om voor een bedrag ad € 348.152 aan budgetten over te hevelen naar 2014, zie onderstaande specificatie. De budgetoverhevelingen worden begrotingstechnisch verwerkt in 2e begrotingswijziging 2014, die wordt vastgesteld bij deze jaarrekening. Reservemutaties Zie onderstaande specificatie.
pagina 200
(Bedragen in €)
Bestemming rekeningresultaat 2013 Totaal lasten, exclusief mutaties in de reserves Totaal baten, exclusief mutaties in de reserves Saldo exploitatie voor bestemming Mutaties algemene reserve Programma 1 Woonomgeving Programma 6 Zorg, welzijn en onderwijs Programma 7 Dienstverlening en belastingen Mutaties bestemmingsreserves Programma 1 Woonomgeving Programma 2 Toerisme en vrije tijd Programma 3 Ondernemen, werk en sociale zekerheid Programma 4 Veiligheid Programma 5 Verkeer en bereikbaarheid Programma 6 Zorg, welzijn en onderwijs Programma 7 Dienstverlening en belastingen
Debet 41.841.239
Credit 42.012.349 171.110
Toevoeging Onttrekking 237.659 0 1.067.280 0 0 244.541 1.304.939 244.541 190.715 0 0 0 63.390 328.913 158.744 741.762
166.288 51.310 64.577 11.409 123.607 1.082.280 480.885 1.980.356
Saldo exploitatie na bestemming Budgetoverheveling van 2013 naar 2014; begrotingswijziging 2 Programma Slimme Werkprocessen Bijdrage RID - migratie ICT Woonwagens BSR Verhuur gemeentehuis B&W personeelsontwikkeling Speelvoorzieningen Saldo na bestemming inclusief voorstellen
Saldo 237.659 1.067.280 -244.541 1.060.398 24.427 -51.310 -64.577 -11.409 -60.217 -753.367 -322.141 -1.238.594 349.307
169.000 135.000 18.914 18.000 2.734 2.371 2.133 348.152 1.155
pagina 201
Specificatie reservemutaties Mutaties algemene reserve Storting IBOR Uit BR Glasvezel voor herstelwerkzaamheden Totaal toevoeging programma 1 Opheffing BR tbv kapitaallasten Brede school Cothen Opheffing BR tbv kapitaallasten Cultuurhuis Cothen Opheffing BR tbv kapitaallasten verbouwing Wijkhuis Totaal toevoeging programma 6
Toevoeging 195.479 42.180
Saldo
237.659 343.441 711.757 12.082 1.067.280
Budgetoverhevelingen 2012-2013 Deminimusregeling Spar Totaal onttrekking programma 7 Mutaties bestemmingsreserves Fonds volkshuisvesting; startersleningen Fonds volkshuisvesting; samenvoegen woningen Bushaltes Duurzaamheidsfonds Glasvezel voor herstelwerkzaamheden Grondbeleid Totaal toevoeging programma 1
Onttrekking
242.618 1.923 -244.541 Toevoeging
Onttrekking 2.905
Saldo
21.494
169.221
4.909 12.921 42.180 103.373 24.427
Mariënhoeve; sloop clubgebouw postduivenvereniging Totaal onttrekking programma 2
51.310
Streekfonds Economisch Actie Plan Inburgering nieuwkomers Totaal onttrekking programma 3
1.750 26.392 36.435
Brandweergarage Cothen/Langbroek Totaal onttrekking programma 4
11.409
-51.310
-64.577
-11.409
pagina 202
Mutaties bestemmingsreserves Onderhoud watergangen; Baggerplan Totaal onttrekking programma 5 Opheffing BR Cultuurhuis Cothen Opheffing BR verbouwing 't Wijkhuis Wmo Opheffing BR Brede school Cothen AWBZ begeleiding Totaal onttrekking programma 6 BTW compensatiefonds Afschrijvingslasten gemeentehuis Projectmatig Werken Programma Slimme Werkprocessen Totaal onttrekking programma 7
Toevoeging 63.390
Onttrekking 123.607
Saldo -60.217
711.757 12.081 328.913 343.441 15.000 -753.367
158.744
5.733 462.663 3.849 8.640 -322.141
pagina 203
3.4 Balans per 31 december 2013 (Bedragen x € 1.000)
ACTIVA
Ultimo
Ultimo
2013
2012
Vaste activa Immateriële vaste activa - Kosten van geldleningen en het saldo van agio en disagio - Kosten van onderzoek en ontwikkeling Materiële vaste activa - Investeringen met een economisch nut - gronden uitgegeven in erfpacht - overige investeringen met een economisch nut - Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut Financiële vaste activa - Kapitaalverstrekkingen aan: - deelnemingen - Leningen aan: - woningbouwcorporaties - deelnemingen - Overige langlopende leningen u/g - Bijdragen aan activa in eigendom van derden - WWB/niet WWB vorderingen
Totaal vaste activa
8
83
8
83
41.932
44.913
38.997 2.935
42.074 2.839
5.301
4.701
73
73
3.250 65 171 1.709 33
3.817 65 190 460 98
47.241 49.697
Ultimo
2013
2012
Eigen vermogen - Algemene reserve vrij aanwendbaar
12.543 5.667
12.372 4.465
- Bestemmingsreserves - Resultaat na bestemming
6.527 349
7.663 244
Voorzieningen - Voorzieningen
8.938 8.938
8.708 8.708
29.825
30.841
29.802
30.820
24
22
51.306
51.922
Netto vlottende schulden met rente typische looptijd korter dan één jaar - Banken - Kasgeldleningen - Crediteuren - Overige schulden
7.296 2.900 0 2.917 1.478
6.752 2.055 0 2.867 1.829
Overlopende passiva - Nog af te dragen belastingen - Vooruitontvangen bedragen
1.125 651 474
1.748 735 1.012
8.420
8.500
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer - binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen - binnenlandse banken en overige financiële instellingen - binnenlandse bedrijven - buitenlandse instellingen, fondsen, banken, bedrijven en overige sectoren - Waarborgsommen
Totaal vaste passiva Vlottende passiva
Voorraden - Grond- en hulpstoffen: - Niet in exploitatie genomen bouwgronden - Onderhanden werk, waaronder gronden in exploitatie
7.898
5.249
213 7.685
297 4.952
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar - Vorderingen op openbare lichamen - Verstrekte kasgeldleningen - Overige vorderingen
2.363 53
2.961 40
2.310
2.921
185 0 184
95 0 95
2.038 2.038
2.418 2.418
Overlopende activa
Ultimo
Vaste passiva
Vlottende activa
Liquide middelen - Kassaldi - Banken
(Bedragen x € 1.000)
PASSIVA
Totaal vlottende activa
12.484 10.723
Totaal vlottende passiva
Totaal-generaal
59.725 60.420
Totaal-generaal Gewaarborgde geldleningen
59.725 60.420 116.131
114.597
pagina 204
§ 3.5 Toelichting op de balans Activa Op de activazijde van de balans staan de zaken die de gemeente in eigendom heeft en een bepaalde waarde vertegenwoordigen. De onderverdeling van de activa zijde is als volgt: Vaste Activa – Die zaken die de gemeente heeft aangeschaft ten behoeve van de uitvoering van haar taken en die een verwachte levensduur van meer dan 1 jaar hebben. Deze aankopen worden geactiveerd en over een bepaald aantal jaren afgeschreven. De voorwaarden voor activeren en afschrijven zijn vastgelegd in de nota activa die met ingang van 2006 van kracht is. Vlottende Activa – Voorraden (over het algemeen van gronden) die kunnen worden ingezet om inkomsten te genereren, vorderingen op personen en instanties die naar verwachting op korte termijn (binnen één jaar) te innen zijn en de liquide middelen (kasgeld en banktegoeden). Vorderingen worden tegen nominale waarde opgenomen, wanneer er sprake is van dubieuze vorderingen dan wordt dit in de toelichting vermeld. Vaste activa De vaste activa kent onder het Besluit Begroting en Verantwoording de volgende onderverdeling: - Immateriële vaste activa; dit betreft uitsluitend bedragen voor onderzoek en ontwikkeling van een actief. Deze kosten mogen worden geactiveerd en dienen binnen een periode van 5 jaar volledig te worden afgeschreven. - Materiële vaste activa met een economisch nut; dit betreft activa die een bepaalde economische waarde vertegenwoordigen en verhandelbaar zijn of bijdragen aan het genereren van inkomsten. Deze activa moeten worden geactiveerd en afgeschreven volgens de richtlijnen die in de nota activa zijn opgenomen. - Materiële vaste activa met een uitsluitend maatschappelijk nut; activa met een bepaalde economische waarde die niet verhandelbaar zijn en waar geen inkomsten uit gegenereerd worden. Deze activa mogen worden geactiveerd en worden bij voorkeur zo snel mogelijk afgeschreven. - Financiële vaste activa; hieronder vallen de langlopende leningen uitgezet geld en deelnemingen, verhoogd met de WWB en niet-WWB vorderingen van sociale zaken. Tevens vallen hier de bijdragen aan activa in eigendom van derden onder. Hierna volgt de specificatie van de verschillende soorten activa. Voor een specificatie van de verschillende investeringsbedragen wordt verwezen naar de investeringsstaat activa in 4. Bijlagen.
pagina 205
Alle bedragen zijn in euro’s (€).
Vaste activa
Immateriële vaste activa
Kosten van onderzoek en ontwikkeling Boekwaarde per 01-01-2013 Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Bijdragen van derden Afwaarderingen Boekwaarde per 31-12-2013
83.246
Bijdragen aan activa in eigendom van derden
Overige immateriële activa
-
Totaal
-
83.246 -
-36.499
36.499-
-38.953
38.953-
7.794
-
-
7.794
In 2013 heeft een correctie plaatsgevonden voor de overschrijding op het krediet verplaatsen sportvelden Mariënhoeve. Dit bedrag is ten laste van de exploitatie gebracht. In bovenstaand overzicht hebben wij dit gepresenteerd bij afwaarderingen.
pagina 206
Materiële vaste activa Investeringen met een economisch nut Gronden en terreinen
Boekwaarde per 01-01-2013
Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Bijdragen van derden Afwaarderingen Boekwaarde per 31-12-2013
Bedrijfsgebouwen
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
2.333.612
30.574.371
7.588.426
0 -76.760 -29.724
196.792 -1.251.549 -1.211.353 -19.000
399.613
2.227.128
28.289.261
Vervoermiddelen
736.691
Machines, apparaten en installaties
321.577
Overige materiële activa
Totaal
519.456 42.074.133
112.197
-273.171
-325.844 -196.138
-21.245 -89.074
7.714.868
214.709
211.258
708.601 -1.675.398 -291.706 -2.091.165 -19.000 0 339.947 38.997.171
De investeringen betreffen de volgende zaken: • op Bedrijfsgebouwen Brede School de Horden; • op Grond-, weg- en waterbouwkundige werken pompunits, maatregelen ten behoeve van waterkwaliteitsspoor en rioleringen Steenstraat en Dirk Fockstraat; • op Overige materiële activa informatie- en besturingssysteem (SAP platform).
pagina 207
De desinvesteringen betreffen: • op Gronden en terreinen De Wijngaard (€ 48.000) en het Feuniksgebouw (€ 29.000). De Wijngaard is gesloopt en het Feuniksgebouw is verkocht. De grond van De Wijngaard wordt ingebracht in grondexploitatie De Engk. Voor een nadere toelichting verwijzen wij u naar de paragraaf Grondbeleid. • op Bedrijfsgebouwen in verband met sloop van De Wijngaard (€ 14.000), Revius (€ 990.000), gymlokaal De Kamp (€ 26.000), David van Bourgondiëweg 7 peuterspeelzaal ( € 36.000) en schoolgebouw (€ 52.000) en op het Feuniksgebouw (€ 128.600) in verband met verkoop. • op Vervoersmiddelen in verband met privatisering van het veer (€ 326.000). •
op Machines, apparaten en installaties het Feuniksgebouw (€ 21.000) in verband met verkoop.
De bijdragen van derden betreft de subsidie van de woningbouwstichting voor het Cultuurhuis Cothen. Voor een gedetailleerd overzicht verwijzen wij u naar de Investeringsstaat activa in de bijlagen.
pagina 208
Materiële vaste activa Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut
Gronden en terreinen
Boekwaarde per 01-01-2013
Bedrijfsgebouwen
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
Totaal
234.075
70.431
2.534.356
2.838.862
Investeringen Desinvestering Afschrijvingen Bijdragen van derden Afwaarderingen
330.405
0
-12.621
-6.839
5.083 -35.319 -183.234 -1.477
335.488 35.319202.6941.477-
Boekwaarde per 31-12-2013
551.859
63.592
2.319.409
2.934.860
De investeringen betreffen de volgende zaken: • op Gronden en terreinen wegwerken achterstanden groen • op Grond-, weg- en waterbouwkundige werken calamiteitenweg Mariënhoeve en bermen Grauwacke. De desinvesting op Grond-, weg- en waterbouwkundige werken betreft de veerstoep (€ 35.319) in verband met privatisering van het veer. De bijdrage van derden betreft een bijdrage uit het OP Bermen Grauwacke.
pagina 209
In 2013 is één van de vier leningen die doorgeleend zijn aan de woningbouwstichting Volksbelang afgelost (ruim € 500.000). De voorziening die gevormd is voor mogelijke oninbaarheid van de debiteuren Sociale Zaken wordt op het uitstaande saldo in mindering gebracht. De investeringen op Bijdragen aan activa in eigendom van derden betreffen MFA Oranjepoort (€ 1,65 miljoen) en bouw sporthal Mariënhoeve (€ 36.000). De bijdragen van derden op deze post betreft een bijdrage van Openbaar Onderwijs van € 100.000 voor MFA Oranjepoort, € 200.000 subsidie van de provincie Cultuurhuizenfonds en € 115.000 subsidie Kleine kernenbeleid.
pagina 210
Vlottende activa Voorraden (voor een nadere toelichting op de grondexploitaties verwijzen wij u naar de paragraaf Grondbeleid)
pagina 211
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
Vorderingen op openbare lichamen Overige vorderingen Debiteuren Belasting debiteuren Overig Totaal
2013 52.614
2012 39.546
789.917 292.979 1.227.310
1.621.963 321.955 977.293
2.362.820
2.960.757
De stand van de debiteuren is met ruim € 800.000 afgenomen ten opzichte van 2012. In 2013 konden we eindelijk tot overeenstemming komen met Volksbelang waardoor een grote post verrekend kon worden. Daarnaast werpt het strakker debiteurenbeleid zijn vruchten af. De voorziening dubieuze debiteuren is met ruim € 13.000 gedaald. De voorziening belastingdebiteuren is met ongeveer € 16.000 toegenomen. In overleg met de BSR is de hoogte van de voorziening bepaald: 10% van de openstaande vorderingen 2013 en 15% van de openstaande vorderingen 2012. In 2013 hebben we een bedrag van € 37.000 moeten afboeken in verband met oninbaar verklaard. De toename overige vorderingen kan verklaard worden door de volgende posten: • toename nog te ontvangen bedragen (€ 177.000) •
toename van vooruitbetaalde bedragen (€ 30.000)
De nog te ontvangen bedragen betreffen onder andere nog te ontvangen subsidies , huuropbrengsten, afrekeningen met het RHC en de VRU, teruggaaf basispremie WAO/WIA en teruggaaf BTW reïntegratie. De vooruitbetaalde bedragen betreffen onder andere onderhoudscontracten en abonnementen 2014.
pagina 212
Liquide middelen
2013 Kassaldi Banken
466 184.437
Totaal
184.903
2012 466 94.585 95.051
Het saldo op de bankrekeningen bij de ING en Rabobank worden regelmatig afgeroomd naar de BNG. Eind 2013 is dat niet gebeurd, waardoor er hier een hoger saldo stond dan voorgaand jaar. Begin 2014 is dit alsnog gebeurd. Bovendien zijn er een aantal rekeningen bij de Rabobank opgezegd vanwege privatisering van het veer. De kredietfaciliteit bij de Rabobank bedraagt € 22.689.
Overlopende activa
Overlopende activa
2013 2.038.193
2012 2.417.968
pagina 213
Specificatie Nog te ontvangen voorschotten v/h ministerie Nog te ontvangen omzetbelasting Nog te ontvangen compensatie BTW Overige nog te ontvangen bedragen Vooruitbetaalde bedragen Overige overlopende activa
2013 0 0 2.026.291 122 1.273 10.507 2.038.193
Het saldo overlopende activa betreft de bedragen die zijn vooruitbetaald voor het volgende boekjaar of nog niet zijn ontvangen maar wel betrekking hebben op het lopende boekjaar.
De nog te ontvangen compensatie BTW is lager dan voorgaand jaar. De vooruitbetaalde bedragen betreffen voorschotbetalingen en fiets privé. De overige overlopende activa bestaat onder andere uit aanslagen lokale belastingen voor diverse objecten en de voorlopige afdrachten legeskas.
pagina 214
Passiva Aan de passivazijde van de balans wordt de wijze waarop de gemeente-eigendommen (activazijde) zijn gefinancierd weergegeven. Hierin wordt de volgende onderverdeling gemaakt: Vaste passiva – het Eigen Vermogen (reserves), voorzieningen en vaste schulden (van één jaar of langer). Vlottende passiva – de vlottende schulden die over het algemeen naar verwachting binnen een jaar weer worden voldaan, waaronder debetsaldi van bankrekeningen en kasgeld leningen. Onder de vlottende passiva vallen tevens de overlopende passiva, waaronder crediteuren, vooruit ontvangen bedragen en de nog te betalen bedragen over het boekjaar.
Vaste passiva Eigen vermogen Hieronder vallen de algemene reserves en bestemmingreserves. Deze middelen zijn gevormd door het toevoegen van de rekeningresultaten en overige toevoegingen ten laste van de exploitatie. Ultimo 2013 was de stand van de reserves als volgt:
pagina 215
Eigen vermogen Algemene reserve vrij aanwendbaar
Saldo 31-12-2012 Bestemming rekeningresultaat 2012 Saldo 1-1-2013
4.465.043 -100.754 4.364.289
Bestemmings reserves Totaal
7.663.226 0 7.663.226
12.128.269 -100.754 12.027.515 -
Vermeerderingen Verminderingen
1.446.803 -143.787
843.942 -1.980.356
2.290.745 2.124.143-
Saldo 31-12-2013
5.667.305
6.526.811
12.194.116
Hieronder volgt een gedetailleerd overzicht van de reserves en de mutaties.
pagina 216
De toevoegingen aan de Algemene reserve betreffen onder andere de opheffingen van de bestemmingsreserves ’t Wijkhuis, Brede School Cothen en Cultuurhuis ten gunste van de algemene reserve conform de begroting (ombuiging financieel technische maatregelen). Dit waren gekoppelde reserves ter dekking van de kapitaallasten. Daarnaast is er € 195.000 toegevoegd uit het IBOR conform de begroting. En een deel van de BR glasvezel voor herstelwerkzaamheden is teruggevloeid naar de Algemene reserve omdat niet het gehele bedrag benodigd zal zijn voor herstelwerkzaamheden. De onttrekking aan de Algemene reserve betreft de budgetoverhevelingen naar 2013 uit de jaarrekening 2012.
pagina 217
De BR Wmo is gevormd met niet bestede budgetten uit voorgaande jaren en is uitsluitend bestemd voor Wmo voorzieningen. De reserve wordt aangehouden om schommelingen en incidentele uitgaven op te vragen. Door de Raad is in oktober 2008 besloten dat jaarlijks het saldo van overdan wel onderschrijding, ten laste dan wel ten gunste komt van deze reserve. Bij de uitvoering van Wmo-beleid is een enorm voordeel behaald door in te zetten op de “kanteling” binnen de Wmo. Dit voordeel zal zich structureel voortzetten. Er wordt nog uitgezocht hoe hoog de buffer in deze reserve daadwerkelijk moet zijn zodat een deel in 2014 eventueel vrij kan vallen ten gunste van de algemene reserve. De BR Brede school Cothen is opgeheven ten gunste van de Algemene reserve conform de begroting 2013 (ombuiging financieel technische maatregelen). De BR Mariënhoeve betreft beschikbare gelden voor de herstructurering van het sportcomplex. Deze gelden dienen ter dekking van de investeringen in de openbare ruimte als de eindfase van de herstructurering is bereikt. De BR Fonds Volkshuisvesting is bij raadsbesluit van 13 december 2005 ingesteld met als doel de financiële ruimte bij keuzes op het gebied van Volkshuisvesting te vergroten. De gemeente ontvangt van derden vergoedingen op grond van anti-speculatiebedingen en de huisvestingsverordening; deze vergoedingen dienen ter voeding van de reserve. De reserve is ingesteld op grond van de Huisvestingsverordening 2004. De BR Brandweergarage Cothen/Langbroek is opgeheven. In 2013 is een laatste onttrekking gedaan ter dekking van de gebouwgebonden kosten. De BR BTW compensatiefonds is opgeheven (conform nota reserves en voorzieningen – actualisatie 2012). De BR Gemeentehuis dient ter dekking van de kapitaallasten van de verbouwing. De BR Projectmatig werken is opgeheven (conform nota reserves en voorzieningen – actualisatie 2012). De BR Monumentenbeleid is ten behoeve van de afronding van het monumentenbeleid. De uitvoering hiervan is doorgeschoven naar 2014. De BR Bushaltes was bestemd voor aanpassing van bushaltes in verband met toegankelijkheid voor gehandicapten. De aanpassingen zijn afgerond. Met de nota reserves & voorzieningen actualisatie december 2012 is besloten het restantbedrag vrij te laten vallen. De BR Cultuurhuis is opgeheven ten gunste van de Algemene reserve conform de begroting 2013 (ombuiging financieel technische maatregelen). De BR Streekfonds is ter financiering van kleinschalige projecten op het platteland. De BR Duurzaamheidsfonds was ingesteld voor een periode van 2 jaar ter ondersteuning van lokale klimaatiniatieven en het opstellen van de duurzaamheidsmonitor. Met de nota reserves & voorzieningen actualisatie december 2012 is besloten deze reserve nog aan te houden tot en met 2013. De BR Slimme werkprocessen is met de najaarsnota 2012 ingesteld om het mogelijk te maken aan de voorkant de formatieverzilvering in te boeken. Het surplus moet beschikbaar blijven om fricties in de tijd of formatie op te lossen. In 2013 is het overschot (ten opzichte van de
pagina 218
taakstelling) toegevoegd aan de bestemmingsreserve. Tevens is een onttrekking gedaan ter dekking van tijdelijke inhuur bij het bestuurssecretariaat. De BR EAP is ter dekking van de uitgaven op het krediet economisch actie plan. De BR Opleiding organisatie is met de nota reserve en voorzieningen actualisatie december 2012 gevormd uit de voorziening opleidingskosten organisatie. Wanneer aanvragen voor opleidingen het budget overschrijden, kan een beroep worden gedaan op deze reserve. De BR Uitwisselingsdoeleinden is met de nota reserves & voorzieningen actualisatie december 2012 gevormd uit de voorziening St. Jumelage. Deze bevat het geschonken batig saldo van de Stichting Wijk bij Duurstede-Jicin in verband met de liquidatie van deze stichting. De schenking heeft plaatsgevonden onder de voorwaarde dat het bedrag zal worden aangewend voor uitwisselingsdoeleinden in de meest brede zin van het woord. De BR AWBZ begeleiding: met de nota reserves & voorzieningen actualisatie december 2012 is deze ingesteld om de financiële risico’s die de gemeente loopt met de komst van de AWBZ begeleiding af te dekken. Hiervoor is de helft van de BR Wmo ingezet. De BR Glasvezel voor herstelwerkzaamheden is met de jaarrekening 2012 gevormd. Het bedrag is beschikbaar voor herstelwerkzaamheden naar aanleiding van de aanleg van glasvezel zoals bijvoorbeeld het verzakken van stoepen hetgeen zich naar verloop van tijd alsnog kan voordoen. Een deel is terug gevloeid naar de Algemene reserve omdat niet het volledige bedrag benodigd zal zijn voor herstelwerkzaamheden. De BR Onderhoud Watergangen is bestemd voor de uitvoering van het Baggerplan en uitvoering toekomstig onderhoud van watergangen. De BR Inburgering nieuwkomers was bestemd voor nabetalingen aan de Regionale Sociale Dienst (RSD) in verband met in het verleden gestarte inburgeringstrajecten die nog niet afgerond waren. De bestemmingsreserve is opgeheven. De BR Uitvoeringslasten RSD dient als buffer voor eventuele aanvullende bijdragen aan de RSD die de uitvoering van de WWB etc. voor de gemeente doet. De BR Verbouwing ’t Wijkhuis is opgeheven ten gunste van de Algemene reserve conform de begroting 2013 (ombuiging financieel technische maatregelen). De BR Grondbeleid is in 2011 door de Raad ingesteld om te voorkomen dat kosten van negatieve grondexploitaties een te grote invloed hebben op de algemene middelen en zodat de algemene reserve gevrijwaard blijft van al te grote fluctuaties. De reserve wordt gevoed met positieve opbrengsten uit grondexploitaties en met opbrengsten uit antispeculatiebedingen. Per saldo is er een bedrag van € 65.848 toegevoegd. Zie voor de toelichting de paragraaf Grondbeleid. De BR Beëindiging dienstverbanden is ingesteld met de najaarsnota 2012 voor de kosten die jaarlijks gemoeid gaan met het WW en ontslagrisico als gevolg van gedwongen ontslagen. Dit heeft zich in 2013 niet voorgedaan.
pagina 219
Voorzieningen Voorzieningen maken onderdeel uit van het vreemd vermogen en worden gevormd ten laste van de exploitatie wegens: - verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, maar wel redelijkerwijs te schatten is; - op de balansdatum bestaande risico's ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs te schatten is; - kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot een gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren. Het kenmerkende aan voorzieningen ten opzichte van reserves is dat er een onderbouwing aan ten grondslag ligt waaruit de hoogte van de verwachte uitgaven blijkt.
pagina 220
Voorzieningen
Saldo 1-1-2013 Vermeerderingen Aanwendingen Verminderingen Saldo 31-12-2013
8.708.122 2.615.318 -2.174.778 -211.150 8.937.512
De verliesvoorzieningen grondexploitaties worden bij de grondexploitaties gepresenteerd. Zo worden ook de dubieuze debiteuren, debiteuren SoZa en belastingen elders gepresenteerd.
pagina 221
De VZ ODRU op orde is in 2013 gevormd. Bij de najaarsnota is melding gemaakt van een risico bij de ODRU in verband met grote tegenvallers in de jaarrekening 2012 en 2013 en extra kosten die mogelijk gemaakt moeten worden om de organisatie bij de ODRU op orde te krijgen. De incidentele kosten voor de periode 2014-2016 worden door de ODRU voor alle deelnemende gemeenten gezamenlijk op € 3,3 miljoen geraamd. Voor de gemeente Wijk bij Duurstede betekent dit een incidenteel nadeel van ± € 80.000. De VZ reiniging: het tarief voor reinigingsrechten is kostendekkend. Overschotten en tekorten op het product reiniging lopen via de voorziening. De VZ pensioenen wethouders: elk jaar wordt er een actuariële berekening gemaakt voor de wethouderspensioenen. Op grond van deze berekening wordt de storting en de onttrekking gedaan. De VZ preventief onderhoud De Windroos: uit deze voorziening worden de kosten betaald die de gemeente maakt voor het gebouwonderhoud van de Windroos. De VZ riolering/GRP II: het tarief voor riolering is kostendekkend. Overschotten en tekorten op het product riolering lopen via de voorziening. De VZ onderhoud speelvoorzieningen: ten behoeve van onderhoudskosten van de speelvoorzieningen. In 2013 geen mutaties geweest.
pagina 222
De VZ groot onderhoud Wijkse veer is opgeheven in verband met de privatisering van het veer. De VZ Integraal beheerplan openbare ruimte: conform beheerplannen zijn in 2013 stortingen gedaan. De onttrekkingen hebben betrekking op kosten in verband met het onderhoud van de openbare ruimte. De VZ onderhoud gebouwen: conform onderhoudsplanning zijn in 2013 stortingen gedaan. De onttrekkingen hebben betrekking op het onderhoud van gemeentelijke gebouwen.
pagina 223
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer Oorspr.
Nummer
bedrag €
Laatste Rentejaar afl.
perc.
Schuldrestant Opgenomen 31-12-2012
2013
Afgelost
Schuldrestant
2013
31-12-2013
Leningen Gemeente Wijk bij Duurstede 5.000.000 BNG314798
2013
1,300%
5.000.000
6.000.000 BNG331698
2014
0,550%
0
2.722.681 BNG90872
2020
5,850%
1.089.073
431.091 BNG98973
6.000.000
5.000.000
0
0
6.000.000
136.134
952.938 43.109
2014
3,720%
86.218
43.109
5.000.000 BNG 40.103532
2013
3,955%
1.000.000
1.000.000
0
10.200.000 BNG 40.103819
2051
4,970%
10.114.943
89.285
10.025.658
2023
4,930%
462.724
32.690
430.034
578.829 BNG 40.88967 5.000.000 BNG40.107147
2014
1,750%
5.000.000
0
5.000.000
4.250.000 BNG 40.107355
2032
3,540%
4.250.000
150.064
4.099.936
6.451.282
26.551.675
tussentelling
27.002.957
6.000.000
Leningen Woningstichting Volksbelang Wijk bij Duurstede 554.571 BNG78798
2013
4,750%
501.329
501.329
0
528.039 BNG72589
2038
4,410%
490.492
10.444
480.047
1.795.347 BNG74654
2040
3,980%
1.729.832
34.726
1.695.106
1.114.657 BNG76220
2041
4,100%
1.095.113
20.346
1.074.767
566.845
3.249.920
0
21.520 1.999
tussentelling
3.816.766
0
Waarborgsommen Waarborgsommen
21.520 0
1.999
tussentelling
21.520
1.999
0
23.519
totaaltelling
30.841.243
6.001.999
7.018.127
29.825.114
Overige
In 2013 is een één-jarige geldlening van € 5 miljoen afgelost en een nieuwe lening van € 6 miljoen opgenomen. Eén van de leningen doorgeleend aan de woningbouwstichting Volksbelang is in 2013 afgelost.
pagina 224
Vlottende passiva Netto vlottende schulden met een rente typische looptijd korter dan één jaar
Banken Kasgeldleningen Crediteuren Overige schulden Totaal
2013 2.900.199 0 2.917.284 1.478.165 7.295.647
2012 2.055.242 0 2.867.444 1.829.030 6.751.716
Het tekort op de bank is ultimo 2013 € 845.000 hoger. Daarnaast hebben we met name in de tweede helft van 2013 geen kasgeldleningen aan hoeven trekken (net zoals in 2012). Het crediteurensaldo ultimo 2013 is € 50.000 hoger dan ultimo 2012 en de overige schulden zijn ruim € 350.000 lager. Dit komt onder ander doordat er conform afspraken afgelost is op de schuld bij de Bestuurscommissie Openbaar Onderwijs. De post nog te betalen is ruim € 120.000 lager dan in 2012. Het kredietfaciliteit bij de BNG bedraagt € 3.500.000.
Overlopende passiva
Nog af te dragen belastingen
2013 650.936
2012 735.471
pagina 225
Specificatie Nog af te dragen loonbelasting en premies salarissen Nog af te dragen omzetbelasting Overige overlopende passiva
572.846 48.815 29.275 650.936
De overlopende passiva zijn in 2013 lager dan in 2012 met name vanwege de nog af te dragen omzetbelasting.
Vooruitontvangen bedragen Saldo 1-1-2013 toevoegingen vrijgevallen bedragen aanwendingen Saldo 31-12-2013*
1.012.414 2.353 -541.185 473.582
* Ingevolge een wijziging in de BBV in 2008, dienen de van andere overheidslichamen, zowel Europees als Nederlands, ontvangen middelen separaat opgenomen te worden op de balans van de gemeente. Deze middelen dienen op de balans verantwoord te worden onder de balanspost OVERLOPENDE PASSIVA.
pagina 226
Hieronder volgt een detailoverzicht van de overlopende passiva. Overlopende passiva OP onderhoud wegen OP Veilingterrein OP salarislasten archief OP Stadshaven 2e fase OP Oranjehof OP Vikinghof/Kromme Rijnoevers OP Uem en Wennekes OP de Engk OP Cultuurparticipatie OP Educatiegelden Wet Participatie Overlopende passiva ex artikel 49 BBV
Saldo 01-01-2013 Ontvangen bedragen 87.500,00 0,00 1.883,00 0,00 50.418,03 0,00 24.221,00 0,00 289.500,00 0,00 89.685,13 0,00 243.000,00 0,00 200.000,00 0,00 26.207,00 0,00 0,00 2.353,00 1.012.414,16 2.353,00 0,00
Vermindering Saldo 31-12-2013 1.477,00 86.023,00 1.325,00 558,00 32.258,00 18.160,03 0,00 24.221,00 289.500,00 0,00 59.439,31 30.245,82 130.978,59 112.021,41 0,00 200.000,00 26.207,00 0,00 0,00 2.353,00 541.184,90 473.582,26
Voor één van de medewerkers, die overgekomen is van de BRU naar de gemeente, hebben we een aantal jaar geleden een bedrag van de BRU ontvangen ter dekking van de salarislasten. Jaarlijks wordt een bedrag op de betreffende kostenplaats verwerkt. De Oranjehof en Uem en Wennekes worden in de paragraaf Grondbeleid nader toegelicht. We hebben een subsidie ontvangen voor cultuurparticipatie onder de voorwaarde dat de gemeente ook investeert in cultuurparticipatie. Binnen de gemeente is er een cultuurcoach die allerlei activiteiten organiseert en een belangrijke aanjaagfunctie heeft (vanaf 1 mei 2013 in dienst bij de regiobibliotheek ZOUT). Niet uit de balans blijkende verplichtingen Gewaarborgde geldleningen De gemeente staat garant voor een aantal gewaarborgde geldleningen voor de binnen de gemeente opererende woningbouwverenigingen en – stichtingen alsmede een aantal Wijkse verenigingen en instellingen. De totale omvang van de afgegeven garanties is als volgt te specificeren:
pagina 227
Gewaarborgde geldleningen gemeente Wijk bij Duurstede Aantal in 2013
Schuldrest 31-12-2012
Schuldrest 31-12-2013
Gemeentegaranties particulieren ABN Amro ABN Amro Achmea Aegon Direktbank Florius Fortis ASR Obvion ING Bank ING Bank Rabobank Rabobank Rabobank Reaal verz. SNS bank Stater Nederland Westland/Utrecht Quion
(was Fortis Bank)
(was AMEV) Cothen Wijk bij Duurstede Kromme Rijnstreek Utrechtse Heuvelrug Utrecht en omstreken
8 4 2 2 3 45 9 9 3 27 20 3 6 14 2 2 1
221.528 68.632 57.208 72.871 58.871 783.451 327.840 439.531 45.658 787.779 424.341 71.212 0 251.216 375.410 163.361 102.730 45.378 4.297.017
202.518 56.320 43.238 71.774 41.563 682.724 289.944 354.206 37.729 657.852 367.168 61.805 0 364.441 342.647 163.361 85.716 45.378 3.868.385
0 85.911 0 0 85.911
0 75.487 0 0 75.487
11.561.000 78.716.000 19.937.000 110.214.000
12.521.000 75.521.000 24.145.000 112.187.000
114.596.928
116.130.872
Leningen aan niet-particulieren BNG BNG SWS SNS bank
Bibliotheek WbD Sportvereniging CDW Mariënhoeve Korfbalver. Viking
1
WSW achtervangpositie WSW WSW WSW
Woningbouwstichting Cothen Woningstichting Volksbelang Woonzorg Nederland
Totaal gewaarborgde geldleningen
In 2013 is er geen aanspraak gemaakt op de door ons afgegeven gewaarborgde geldleningen.
pagina 228
Begrotingsrechtmatigheid Bij de rechtmatigheidcontrole vormt het begrotingscriterium een belangrijk toetsingscriterium. In de toelichting op het BADO wordt begrotingsrechtmatigheid omschreven als: “Financiële beheershandelingen, die ten grondslag liggen aan de baten en lasten, alsmede de balansposten, dienen tot stand te zijn gekomen binnen de grenzen van de geautoriseerde begroting en hiermee samenhangende programma’s (begrotingscriterium). In de begroting zijn de maxima voor de lasten vermeld die door de raad zijn vastgesteld. Dit houdt in dat de financiële beheershandelingen dienen te passen binnen de begroting, waarbij het juiste programma, de toereikendheid van het begrotingsbedrag, alsmede het begrotingsjaar van belang zijn.” De toe te passen normen voor het begrotingscriterium zijn op hoofdlijnen door de wetgever bepaald (artikel 189, 190 en 191 van de Gemeentewet) en worden door de gemeenteraad zelf nader ingevuld en geconcretiseerd. Dit gebeurt door middel van de begroting en via de verordening op het financieel beheer ex artikel 212 van de Gemeentewet. Het normenkader voor het begrotingscriterium bestaat uit de door de raad vastgestelde begroting 2011. Met de controle op de juiste toepassing van het begrotingscriterium wordt getoetst of het budgetrecht van de gemeenteraad is gerespecteerd. Hierbij wordt getoetst of er afwijkingen zijn tussen begroting en realisatie middels een analyse van de lasten per programma. Bij eventuele overschrijdingen van de lasten wordt vervolgens getoetst in hoeverre de raad hier (via begrotingswijzigingen) achteraf goedkeuring voor heeft verleend. Heeft dit niet plaatsgevonden dan is er in principe sprake van een onrechtmatigheid. Hier kan van worden afgeweken in een aantal gevallen. Te denken valt aan open einde regelingen waarbij vooraf niet goed in te schatten was hoeveel de lasten exact zullen zijn. Tevens kunnen hogere lasten worden gecompenseerd door een onttrekking uit reserve of voorziening. Dit is eveneens niet onrechtmatig aangezien de raad hiervoor separaat een besluit neemt over de onttrekkingen aan reserves. De in de kadernota ‘Rechtmatigheid’ genoemde criteria zijn voor onze gemeente leidraad voor de controle op begrotingsrechtmatigheid. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in de volgende zeven soorten overschrijdingen en de daarbij behorende consequentie voor het oordeel van de onafhankelijke accountant: Tabel: overzicht van soorten overschrijdingen van begrotingsrechtmatigheid Nr
Soorten van overschrijdingen
1
Kostenoverschrijdingen inzake activiteiten die niet passen binnen het bestaande beleid en waarvoor men tegen beter weten in geen voorstel tot begrotingsaanpassing heeft ingediend. Bijvoorbeeld de doelgroep c.q. de activiteiten zijn in de praktijk aantoonbaar ruimer geïnterpreteerd dan in regelgeving (subsidieregeling, -verordening) was gedefinieerd.
Onrechtmatig maar telt niet mee voor het oordeel
Onrechtmatig en telt mee voor het oordeel X
pagina 229
2
3 4
5
6
6a 6b 7
7a 7b
Kostenoverschrijdingen die passen binnen het bestaande beleid, maar waarbij de onafhankelijke accountant ondubbelzinnig vaststelt dat die ten onrechte niet tijdig zijn gesignaleerd. Bijvoorbeeld: de verwachte kostenoverschrijding op jaarbasis was via tussentijdse informatie al wel bekend, maar men heeft geen voorstel tot begrotingsaanpassing ingediend en dit is in strijd met de budgetregels zoals afgesproken met de raad. Kostenoverschrijdingen die geheel of grotendeels worden gecompenseerd door direct gerelateerde opbrengsten, bijvoorbeeld via subsidies of kostendekkende omzet Kostenoverschrijdingen bij open einde (subsidie)regelingen. Vaak blijkt vanwege dit open karakter in het kader van het opmaken van de jaarrekening een (niet eerder geconstateerde) overschrijding. Kostenoverschrijdingen die worden gecompenseerd door extra inkomsten die niet direct gerelateerd zijn. Over de aanwending van deze extra inkomsten heeft de raad nog geen besluit genomen. Kostenoverschrijdingen inzake activiteiten welke achteraf als onrechtmatig moeten worden beschouwd omdat dit bijvoorbeeld bij nader onderzoek van de subsidieverstrekker, belastingdienst of een toezichthouder blijkt (bijvoorbeeld een belastingnaheffing). Het zal hier in de praktijk vaak gaan om interpretatieverschillen bij de uitleg. van wet- en regelgeving die na het verantwoordingsjaar aan het licht komen. Er zijn dan geen rechtmatigheidgevolgen voor dat verantwoordingsjaar. Wel zal de gemeente er voor moeten zorgen dat de overschrijdingen getrouw in de jaarrekening worden weergegeven. Ook kunnen er gevolgen zijn voor het lopende jaar. - geconstateerd tijdens verantwoordingsjaar - geconstateerd na verantwoordingsjaar Kostenoverschrijdingen op activeerbare activiteiten (investeringen) waarvan de gevolgen voornamelijk zichtbaar worden via hogere afschrijvings- en financieringslasten in het jaar zelf of pas in de volgende jaren. - jaar van investeren - afschrijvings- en financieringslasten in latere jaren
X
X X
X
X X
X X
pagina 230
totaal
6.986.443 45.300.910
7.329.595 43.887.940
conclusie
7
tweede analyse
7.261.885 2.005.540 1.935.536 8.554.986
verschil
6.867.254 2.041.653 1.976.418 8.996.821
werkelijke baten
3 4 5 6
1.495.501 werkelijke lasten lager dan begroot 136.422 werkelijke lasten lager dan begroot werkelijke lasten hoger dan begroot, open 394.631- einde regeling, RDWI 36.113 werkelijke lasten lager dan begroot 40.882 werkelijke lasten lager dan begroot 441.835 werkelijke lasten lager dan begroot werkelijke lasten hoger dan begroot; betreft naast extra uren voor project Berenschot vooral mutaties reserves (WMO en 343.152- grondexploitaties) 1.412.970
begrote baten
13.988.430 2.811.968
analyse
15.483.931 2.948.390
verschil
werkelijke lasten
1 2
programma
begrote lasten
Tabel: Overzicht van lasten, begroot en werkelijk:
rechtmatig rechtmatig 4.875.611
6.468.741
27.261.101
25.708.162
1.593.130 nr 4
rechtmatig rechtmatig rechtmatig rechtmatig
1.552.939-
rechtmatig
Bevindingen 2013
Voor de programma’s 1,2, 4, 5 en 6 is er sprake van lagere werkelijke lasten dan begroot, en derhalve geen onrechtmatige overschrijdingen. Bij Programma 3 en 7 was er sprake van lagere begrote lasten dan werkelijke lasten. Deze werden niet gecompenseerd door direct gerelateerde hoger dan begrote baten. Bij programma 3 was er weliswaar sprake van een hogere baat maar dit betrof de verkoop van gebouwen. De afwijking in hogere lasten in programma 3 betrof open einde regelingen (inkomen en participatie) . Bij programma 7 betrof het hoger dan voorziene lasten voor mutaties reserves (dotatie aan bestemmingsreserves grondbedrijf, en WMO), beide dotaties aan reserves zijn gerelateerd aan raadsbesluiten, derhalve rechtmatig. Een analyse van de kredieten gaf eveneens geen onrechtmatigheden weer. Derhalve geen onrechtmatigheden geconstateerd.
pagina 231
Topinkomens (semi)overheid Topfunctionarissen in de (semi) publieke sector mogen niet meer verdienen dan 130% van het salaris van een minister. Dit wordt normering topinkomens genoemd. De regels voor de (semi)publieke sector zijn vastgelegd in de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT). Deze regels stellen onder andere: • Topfunctionarissen mogen niet meer verdienen dan het wettelijke maximum: de WNT-norm. Jaarlijks wordt dit bedrag vastgesteld in een ministeriele regeling. • Topfunctionarissen moeten altijd openbaar maken wat zij verdienen of dit nu meer of minder is dan de norm. • Bonussen, winstdelingen en andere vormen van variabele beloning zijn niet toegestaan. Bij de samenstelling van de hier opgenomen verantwoording uit hoofde van de WNT zijn de Beleidsregels toepassing WNT d.d. 27 februari 2014, inclusief de wijziging van 12 maart 2014, van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als uitgangspunt gehanteerd. De gemeente Wijk bij Duurstede herkent de door de Minister van BZK in zijn kamerbrief d.d. 27 februari 2014 onderkende uitvoeringsproblemen met betrekking tot externe niet-topfunctionarissen. In lijn met paragraaf 6 van de (gewijzigde) Beleidsregels toepassing WNT legt de gemeente geen verantwoording af over externe niet-topfunctionarissen. Uit onderzoek naar de jaarinkomens 2013 blijkt dat geen van de medewerkers bij de gemeente Wijk bij Duurstede de maximale bezoldigingsnormen overschrijdt. Hierbij publiceren wij conform de wet de bezoldigingsgegevens van de topfunctionarissen: gemeentesecretaris en griffier. Bestuurders (burgemeester en wethouders) zijn uitgezonderd van de publicatie.
Naam
voorzieningen ten behoeve van beloningen duur van het betaalbaar op belastbare vaste en dienstverband omvang van beloning variabele termijn totale in het jaar (in dienstverband 2013 bezoldiging ontslagvergoeding? onkostenvergoedingen (pensioen) dagen) (fte)
functie(s) J.J. LouisaMuller gemeentesecretaris 84.531 M. van Esterik griffier 59.992
84
11.944
96.559
365
1,00
nee
0
8.149
68.141
365
0,89
nee
pagina 232
§ 3.6 Kostenverdeelstaat Ec. Omschrijving Cat.
Hulpkostenplaatsen Huisves- Receptie Concern Bedrijfsting staf voering
Totaal
1.0
Lasten Salarissen
7.900.866
3.0 3.1 3.3 3.4
Uitbestede uren Energie Investeringen Overige goederen
232.081 165.741 28.126 1.695.501
112.150 4.482 157.298
6.0 6.1 6.1
Reserveringen Rente Afschrijvingen
222.320 257.388 667.643
198.320 238.179 517.284
Totale lasten
Kostenplaatsen Strategie Beleid Dienstver- Beheer Projecten excl. lening PMB
424.717 1.948.215
11.169.666 1.227.713
250.000
250.000
1.516.658 1.326.476
Kostendragers Beheer buitendienst
939.016 1.127.494
0
10.364
61.643
42.738
51.685
2.074
19.393 975.425
38.622
80.691
81.349
0 0
0 17.357 137.412
0 0
486 2.832
426.791 3.108.166
Project Management bureau
65.651 53.591 4.251 107.325
618.290 0
2.717
24.000 1.366 10.115
1.616.923 1.453.223 1.072.050 1.393.793
621.007
11.169.666
Baten 3.4
Ontvangsten derden
-644.608
-116.128
Totaal baten
-644.608
-116.128
0
10.525.058 1.111.585
250.000
Te verdelen saldo
-86.106
-117.223
-35.622
-274.976
-86.106
-117.223
-35.622
-274.976
340.685 2.990.943
HKP HKP HKP HKP
Huisvesting Receptie Concernstaf Bedrijfs-voering
0 0 0 0
KP KP KP KP KP
Strategie Beleid Proj. Dienstverlening Beheer Beheer buitendienst Beheer inz. belastingen Reserve Mutaties
0 0 0 0 0 0
Totaal doorberekend
0 -1.111.585 -250.000 -340.685 -2.990.943
Saldo
10.525.058
-668.794 -250.000
17.829 11.167 -369.681
135.883 59.124 46.211 -3.232.161
0
-14.553
0
-14.553
-644.608
1.581.301 1.178.247 1.072.050 1.393.793
606.454
10.525.058
30.116 13.594 10.625 159.190
201.153 14.280 194.169 1.294.901
92.516 38.284 29.923 448.327
122.150 43.947 34.349 514.639
0
69.146 29.087 22.734 340.622
40.518 31.669 474.481
2.190.352 1.893.333 1.513.430 1.940.461 819.979 463.000
-2.190.352 -1.893.333 20.209 0
-1.552.478 18.838 18.838 -1.959.299 -819.979
-463.000
0
0
0
0
-1.581.301 -1.178.247 -1.072.050 -1.393.793 0
0
0
0
-606.454
10.525.058
0
10.525.058
pagina 233
3.7 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de Gemeenteraad van de gemeente Wijk bij Duurstede
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2013, inclusief de SiSa-bijlage van gemeente Wijk bij Duurstede gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013 en de programmarekening over 2013 met de toelichtingen, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen, alsmede de SISA-bijlage.
Verantwoordelijkheid van het College van Burgemeester en Wethouders Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Wijk bij Duurstede is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en de ‘Beleidsregels toepassing Wet Normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT), alsmede voor het opstellen van het jaarverslag’ in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen. Het College van Burgemeester en Wethouders is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
pagina 234
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden, het Besluit accountantscontrole decentrale overheden en de ‘Beleidsregels toepassing WNT’, inclusief het Controleprotocol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, alsmede voor de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de gemeente. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten en toevoegingen aan reserves. Deze goedkeuringstolerantie is door de Gemeenteraad bij raadsbesluit van 17 februari 2014 vastgesteld. Voor de in de toelichting opgenomen verantwoording uit hoofde van de WNT zijn de in de ‘Beleidsregels toepassing WNT’, inclusief het Controleprotocol WNT opgenomen controletoleranties gehanteerd. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
pagina 235
Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van gemeente Wijk bij Duurstede een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2013 als van de activa en passiva per 31 december 2013 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en de ‘Beleidsregels toepassing WNT’. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2013, in alle van materieel belang zijnde aspecten, rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de relevante wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 213 lid 3 onder d Gemeentewet vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening Arnhem, 7 mei 2014 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. Origineel getekend door F.E. van Kommer RA
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V., Meander 901, 6825 MH Arnhem, Postbus 5381, 6802 EJ Arnhem T: 088 792 00 26, F: 088 792 94 04, www.pwc.nl ‘PwC’ is het merk waaronder PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. (KvK 34180285), PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V. (KvK 34180284), PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. (KvK 34180287), PricewaterhouseCoopers Compliance Services B.V. (KvK 51414406), PricewaterhouseCoopers Pensions, Actuarial & Insurance Services B.V. (KvK 54226368), PricewaterhouseCoopers B.V. (KvK 34180289) en andere vennootschappen handelen en diensten verlenen. Op deze diensten zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin onder meer aansprakelijkheidsvoorwaarden zijn opgenomen. Op leveringen aan deze vennootschappen zijn algemene inkoopvoorwaarden van toepassing. Op www.pwc.nl treft u meer informatie over deze vennootschappen, waaronder deze algemene (inkoop)voorwaarden die ook zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam.
pagina 236
4. Bijlagen
pagina 237
4.1.1. Baten en lasten per product (Bedragen x € 1.000)
Func- Pr. Product tie 210.11 210.12 210.2 210.4 211.1 240.1 550.1 560.1 721.1 722.1 723.1 810.1 820.1 822.1 822.3 823.1 830.1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Wegen, straten en pleinen Bruggen Straatreiniging Openbare verlichting Verkeersmaatregelen Watergangen Natuurbescherming Openbaar groen Reiniging Riolering Milieu Ruimtelijke ordening Volkshuisvesting/woningen Bouw- en woningtoezicht Handhaving Leges bouw- en woningtoezicht Grondexploitatie woningen Subtotaal programma 1
510.1 530.1 540.1 541.1 541.2 541.3 560.2 560.3 580.1
2 2 2 2 2 2 2 2 2
Openbare bibliotheek Sport Kunst & Cultuur Museum Monumentenzorg Archieven Evenementen en volksfeesten Recreatievoorzieningen Speelvoorzieningen Subtotaal programma 2
Rekening 2012 lasten baten 1.367 491 198 558 443 245 73 1.605 1.829 1.896 530 701 302 336 299 0 6.159 17.033
137 0 0 8 22 0 0 15 2.160 2.021 8 -6 177 34 0 798 4.996 10.370
488 1.109 289 188 164 160 118 245 130 2.891
90 211 22 59 24 130 46 4 0 586
Begroting 2013 lasten baten 1.131 55 95 0 38 0 545 8 375 21 430 0 54 0 1.784 24 1.826 2.134 1.621 1.849 592 8 685 0 283 189 298 20 283 4 0 518 5.444 5.429 15.484 10.259 446 1.094 235 286 182 143 144 241 177 2.948
92 82 26 68 25 136 47 4 0 480
Rekening 2013 lasten baten 1.095 85 153 555 430 325 82 1.694 1.835 1.754 533 554 245 324 256 0 4.069 13.989
58 0 0 7 20 0 0 16 2.146 1.895 9 0 175 27 0 440 3.935 8.728
445 1.185 196 216 143 158 112 240 117 2.812
92 99 26 46 25 132 40 4 0 464
pagina 238
Func- Pr. Product tie Gemeentelijke eigendommen Markten Economische ontwikkeling Deelnemingen/Nutsbedrijven Plattelandsontwikkeling Inkomen Werkgelegenheid Minima- en armoedebeleid Participatiebudget Grondexploitatie bedrijven Subtotaal programma 3
Rekening 2012 lasten baten 96 8 38 4 204 60 4 0 26 0 3.520 2.558 1.901 1.788 437 0 505 349 826 1.687 7.557 6.455
Begroting 2013 lasten baten 113 11 38 17 164 9 4 0 23 0 3.553 2.446 1.678 1.678 456 0 397 274 441 441 6.867 4.876
Rekening 2013 lasten baten 103 912 28 19 140 10 4 0 25 0 4.078 3.003 1.722 1.721 429 0 459 390 273 414 7.261 6.469 1.709 271 26 2.006
310.1 310.2 320.1 330.1 341.1 610.1 611.1 614.1 623.1 830.1
3 3 3 3 3 3 3 3 3 3
120.1 140.1 140.3
4 Brandweer en rampenbestrijding 4 Openbare orde en veiligheid 4 Huiselijk geweld Subtotaal programma 4
1.694 323 28 2.045
30 0 0 30
1.748 266 28 2.042
0 0 0 0
210.3 221.1 223.1
5 Gladheidbestrijding 5 Binnenhavens 5 Veerdiensten Subtotaal programma 5
121 60 1.381 1.562
0 9 1.120 1.129
164 78 1.734 1.976
0 7 1.340 1.347
420.1 421.1 480.1 511.1 620.1 620.2 620.6 620.7 620.8
6 6 6 6 6 6 6 6 6
142 1.943 1.046 1 116 108 178 348 264
45 120 201 0 0 0 15 0 0
194 2.041 779 0 93 141 227 322 349
161 147 177 0 0 0 15 0 0
Openbaar onderwijs Onderwijshuisvesting Lokaal onderwijsbeleid Vormings- en ontwikkelingswerk Ouderenzorg Algemeen beleid welzijn Stichting Binding Algemeen maatschappelijk werk Wmo beleid
19 1 0 20
134 0 66 23 1.735 1.371 1.935 1.394 65 2.037 741 0 93 128 226 322 326
39 149 183 0 0 0 15 0 0
pagina 239
622.1 630.1 630.2 630.3 650.1 650.2 652.1 714.1 715.1 724.1
6 6 6 6 6 6 6 6 6 6
Wmo hh verz., verstrekkingen, PGB's Sociaal-cultureel werk Jeugdbeleid Vrijwilligerswerkbeleid Kinderopvang Peuterspeelzaalwerk Voorziening gehandicapten Volksgezondheid Jeugdgezondheidszorg Begraven Subtotaal programma 6
Rekening 2012 lasten baten 2.669 434 79 17 319 0 93 0 83 0 42 104 48 0 331 0 531 31 253 131 8.595 1.098
001.1 002.1 002.2 002.3 002.5 003.1 003.2 005.1 006.1 580.2 911.0 913.2 914.1 921.1 922.1 930.1 937.1 939.1 940.1 940.2 980.1
7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7
Bestuursorganen Bestuursondersteuning B&W Rechtsbescherming Voorlichting en communicatie Bewonersparticipatie Burgerzaken/Publiekszaken Verkiezingen Bestuurlijke samenwerking Raadsgriffie Mediabeleid Geldleningen Beleggingen Saldo financieringsfunctie Algemene uitkering gemeentefonds Algemene baten en lasten Belast / Waarderingen,heffing + inning Belastingen / Hondenbelasting Precariorechten Lokale heffingen Regionale samenwerking bel. Mutaties reserves Subtotaal programma 7
1.415 893 246 423 104 984 53 9 252 15 0 0 0 0 486 18 0 0 523 0 1.913 7.334
0 51 0 0 0 451 0 12 19 0 7 93 1.381 17.966 26 3.289 104 3 302 0 3.888 27.592
1.274 0 1.140 0 284 0 483 0 9 0 838 363 23 0 12 0 207 0 15 0 0 0 0 85 0 1.611 0 17.178 610 1.340 0 3.846 0 113 0 11 215 25 329 338 1.548 2.280 6.987 27.190
244 47.261
47.260
71 45.301 45.301
Func- Pr. Product tie
Rekeningsaldo Totalen
Begroting 2013 lasten baten 2.848 373 258 18 292 0 95 0 182 0 16 62 19 0 326 0 525 0 290 125 8.997 1.078
Rekening 2013 lasten baten 2.536 436 366 206 277 0 96 0 166 0 16 60 11 0 316 0 572 0 261 166 8.555 1.254 1.253 1.282 262 442 52 860 13 4 199 13 0 0 0 0 449 0 0 0 176 278 2.047 7.330
200 17 0 0 0 372 0 0 0 0 0 97 1.394 17.358 0 3.810 115 20 23 277 2.225 25.908
349 44.237 44.237
pagina 240
4.1.2. Verschillen tussen begroting en rekening van € 25.000 en hoger Functie Pr. Product
Functie Pr. Product
210.11 210.2 211.1 240.1 550.1 560.1 722.1 723.1 810.1 823.1 830.1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Wegen,straten en pleinen V Straatreiniging N Verkeersmaatregelen N Watergangen V Natuurbescherming N Openbaar groen V Riolering N Milieu V Ruimtelijke ordening V Leges bouw- en woningtoezichtN Grondexploitatie woningen N
39 115 56 105 28 82 87 60 131 78 119
530.1 540.1 541.1 541.2 560.2 580.1
2 2 2 2 2 2
Sport Kunst & Cultuur Museum Monumentenzorg Evenementen en volksfeesten Speelvoorzieningen
N V V V V V
74 39 48 39 25 60
310.1 320.1 610.1 614.1 623.1 830.1
3 3 3 3 3 3
Gemeentelijke eigendommen Economische ontwikkeling Inkomen Minima- en armoedebeleid Participatiebudget Grondexploitatie bedrijven
V V V V V V
911 25 32 27 54 141
120.1
4 Brandweer en rampenbestrijding
V
58
210.3 221.1 223.1
5 Gladheidbestrijding 5 Binnenhavens 5 Veerdiensten
V V V
30 28 30
480.1 622.1 630.1 715.1 724.1
6 6 6 6 6
Lokaal onderwijsbeleid Wmo hh verz., verstrekkingen, PGB's Sociaal-cultureel werk Jeugdgezondheidszorg Begraven
V V V N V
44 375 80 47 70
001.1
7 7 7 7 7 7 7 7 7 7
Bestuursorganen Bestuursondersteuning B&W Voorlichting en communicatie Bewonersparticipatie Saldo financieringsfunctie Algemene uitkering gemeentefonds Algemene baten en lasten Belast/Waarderingen, heffing + inning Lokale heffingen Mutaties reserves
V 221 N 125 V 41 N 43 N 217 V 180 N 1.321 N 36 V 37 N 554
002.1 002.3 002.5 914.1 921.1 922.1 930.1 940.1 980.1
V = Voordelig N = Nadelig pagina 241
4.1.3 Kasstroomoverzicht 2013 (indirecte methode) (2)
Een kasstroomoverzicht is een overzicht dat informatie geeft over het verloop van de veranderingen in geldmiddelen gedurende het boekjaar. In het onderstaande overzicht wordt weergegeven waaruit geldmiddelen beschikbaar zijn gekomen en waar geldmiddelen voor gebruikt zijn. Het saldo van de liquide middelen is in 2013 toegenomen met € 89.000 van € 95.000 ultimo 2012 naar € 184.000 ultimo 2013
Kasstroom uit operationele activiteiten: (1)
Resultaat exploitatie na bestemming Aanpassingen voor: (3) Kapitaallasten afschrijvingen Kapitlaallasten rente en financieringsfunctie Toevoegingen aan algemene en bestemmingsreserves Onttrekkingen uit algemene en bestemmingsreserves Toevoegingen aan voorzieningen Onttrekkingen uit voorzieningen Toevoegingen aan overlopende passiva Onttrekkingen uit overlopende passiva
( x € 1.000 )
€ 349 +
€ 2.330 + € 366 + € 2.291 + -€ 2.124 € 2.615 + -€ 2.386 €2 + -€ 541 -
pagina 242
Veranderingen in werkkapitaal: (4) (5) (6) Afname niet in exploitatie genomen bouwgronden Toename in exploitatie genomen bouwgronden Afname debiteuren Afname debiteuren belastingen Toename vorderingen op openbare lichamen Toename overige vorderingen Afname overlopende activa Toename bank- en girosaldi als kortlopende schuld Toename crediteuren Afname overige schulden Afname overlopende passiva Kasstroom uit operationele activiteiten ( a )
€ 84 + -€ 2.733 € 832 + € 29 + -€ 13 -€ 250 € 380 + € 845 + € 50 + -€ 351 -€ 85 -
€ 1.690
Kasstroom uit investeringsactiviteiten: (1) Investeringen in immateriele vaste activa Investeringen in materiele vaste activa met economisch nut Desinvesteringen materiele vaste activa met economisch nut Bijdragen van derden voor materiele vaste activa met economisch nut Bijdragen van derden voor materiele vaste activa met maatschappelijke nut Investeringen in materiele vaste activa met maatschappelijke nut Desinvesteringen materiele vaste activa met maatschappelijke nut Investeringen in financiele vaste activa Bijdragen van derden voor financiele vaste activa Kasstroom uit investeringsactiviteiten ( b )
€0 -€ 709 € 1.675 + € 19 + €1 + -€ 335 € 35 + -€ 1.686 € 415 +
-€ 585 pagina 243
Kasstroom uit financieringsactiviteiten: (1) Ontvangsten uit langlopende schulden en bankkrediet Aflossingen langlopende schulden en bankkrediet
-€ 7.018 -
Kasstroom uit financieringsactiviteiten ( c )
-€ 1.016
Toename geldmiddelen ( a + b + c )
€ 6.002 +
€ 89
Toelichting op het kasstroomoverzicht 2013 (1) Een van de kenmerken van het kasstroomoverzicht is de indeling van de kasstromen naar de activiteiten waarmee zij samenhangen. de drie activiteitenterreinen zijn als volgt nader te omschrijven: - onder operationele activiteiten vallen transacties en gebeurtenissen die veelal direct leiden tot opbrengsten en kosten in de exploitatierekening. - onder investeringsactiviteiten vallen investeringen in en desinvesteringen van immateriële, materiële en financiële vaste activa. - onder financieringsactiviteiten vallen de activiteiten ter financiering van de operationele en investeringsactiviteiten. (2) De indirecte methode houdt in dat vanuit het exploitatieresultaat de mutaties in geldmiddelen worden herleid. (3) Om aansluiting te kunnen maken tussen mutaties in geldmiddelen en het exploitatieresultaat zijn er aanpassing nodig voor posten in de programmarekening die geen invloed hebben op ontvangsten en uitgaven in dezelfde periode (4) Werkkapitaal is de som van alle vlottende activa en alle vlottende passiva. (5) Als het totale bedrag van debiteuren aan het einde van het financiële boekjaar lager is dan aan het begin van het jaar (eerst 1.622K en op het einde 790K), dan zijn de debiteuren 832K minder schuldig aan de gemeente. Zodoende wordt deze 832K genoteerd als een positieve kasstroom. (6) Voor de openstaande crediteuren geldt hetzelfde principe, maar dan met een omgekeerd effect: de te betalen crediteuren nemen toe met 50K. Dit betekent dat er minder betalingen zijn verricht. De toename van crediteuren wordt genoteerd als een positieve kasstroom.
pagina 244
4.2 Investeringsstaat activa Nr. Omschrijving 168 170 173 176 178 180 182 185 188 192 196 200 203 204 206 208 211 212 217 228 231 232 296 335 339 371 484 555 556 627
Grondkosten B.B.S. Langbroek (School met de Bijbel Grondkosten O.B.S. Langbroek (Piet de Springer) Openbaar onderwijs De Opstap Grondkosten Openb. Onderwijs De Werkschuit Grondkosten Openb. Onderwijs De Werkschuit Grondkosten Openbaar onderwijs 't Baken Grondkosten Openb. Onderwijs 't Baken Grondkosten Openb. Onderwijs De Horn Grondkosten Bijzonder onderwijs De Wijngaard Grondkosten Bijz. onderwijs De Wegwijzer Grondkosten Bijzonder onderwijs De Wegwijzer Grondkosten Grondkosten Feuniks voorheen St. Antonius Bijzonder onderwijs De Klim-op Grondkosten Bijz. onderwijs De Klim-op Grondkosten Bijzonder onderwijs De Hoeksteen Grondkosten Bijzonder onderwijs De Hoeksteen Grondkosten Bijzonder onderwijs De Windroos Grondkosten Bijzonder onderwijs De Windroos Grondkosten Bijzonder onderwijs De Regenboog Grondkosten Aankoop gronden etc. Mariënhoeve 2e fase Aanleg/inrichting Mariënhoeve 1e fase Verbetering infrastructuur Mariënhoeve Grond vm landbouwschool Aanpassing/uitbr. begr.pl. Groenewoud Uitbr. begr.pl. Langbroek Slopen gebouwen Vikinghofterrein Derde urnenmuur Grondkosten hoogstamboomgaard Romeinenbaan Grondkosten MFA-VO Grond Trekweg 1 Kleine Ros MVA:EN:Gronden en terreinen
Boekwaarde 01-01-2013 26.867,57 39.916,14 48.645,24 22.149,15 69.378,18 45.517,90 119.447,29 177.211,49 48.019,02 35.435,48 19.296,61 28.741,31 84.899,77 28.802,57 33.908,73 90.786,30 102.443,88 43.184,79 113.141,88 32.516,73 7.362,13 27.453,32 12.955,42 562.926,91 1.604,46 2.082,58 17.052,70 32.500,00 335.000,00 124.364,04 2.333.611,59
Vermeerdering 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Vermindering 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Afschrijving 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 6.822,36 2.525,52 0,00 18.051,12 839,16 1.041,48 443,88 0,00 0,00 0,00 29.723,52
DesinBoekwaarde vestering 31-12-2013 0,00 26.867,57 0,00 39.916,14 0,00 48.645,24 0,00 22.149,15 0,00 69.378,18 0,00 45.517,90 0,00 119.447,29 0,00 177.211,49 48.019,02 0,00 0,00 35.435,48 0,00 19.296,61 28.741,31 0,00 0,00 84.899,77 0,00 28.802,57 0,00 33.908,73 0,00 90.786,30 0,00 102.443,88 0,00 43.184,79 0,00 113.141,88 0,00 32.516,73 0,00 539,77 0,00 24.927,80 0,00 12.955,42 0,00 544.875,79 0,00 765,30 0,00 1.041,10 0,00 16.608,82 0,00 32.500,00 0,00 335.000,00 0,00 124.364,04 76.760,33 2.227.127,74
pagina 245
Nr. Omschrijving 4 5 10 55 56 57 58 153 154 157 160 161 162 163 165 166 171 172 174 175 177 179 181 183 184 189 190 191 195 199 201 202 205 207
Verbouw stadhuis Herstel hekwerk stadhuis Verbouw/uitbreiding Gemeentehuis ARBO-milieu-aanp. werkplaats Verv. dakbedekking gemeentewerf Verv. plafond kantine gemeentewerf Aanbouw loods Cothen Beveiliging De Horn ICT-project Bouw B.B.S. Langbroek (school met de bijbel) Bouw 8e lokaal B.B.S. Cothen (Carolusschool) Bouw O.B.S. Langbroek (Piet de Springer) Verbouw B.B.S. Langbroek (School met de Bijbel) Verbouw B.B.S. Cothen (Carolusschool) Bouw O.B.S. Langbroek (Piet de Springer) Uitbr. O.B.S. Langbroek (Piet de Springer) Uitbreiding/renovatie Carolusschool Speeltoestellen op schoolpleinen Openbaar onderwijs De Opstap Stichtingskosten Openb. Onderwijs De Opstap Uitbr. met 3 lokalen Openb. Onderwijs De Werkschuit Stichting en inr. Openb. Onderwijs De Werkschuit Stichting en inr. Openb. Ond. 't Baken Bouw en inr. Openb. Onderwijs 't Baken stichting en inr. Openb. Ond. De Opstap Integratie De Springplank Openb. Ond. De Horn Stichting en inrichting Bijz. onderwijs De Wijngaard Stichting en inrichti Bijz. onderw. De Wijngaard Uitbr. met 2 lokalen Bijz. onderwijs De Wegwijzer Stichting en inr. Bijz. onderwijs De Wegwijzer Stichting en inr. Feuniks voorheen St. Antonius Bijzonder onderw. De Klim-op Stichting en inr. Bijz. onderwijs De Klim-op Stichting en inrichting Bijz. onderwijs De Hoeksteen Stichting en inr. Bijz. onderwijs De Hoeksteen Stichting en inr.
Boekwaarde 01-01-2013 83.104,32 248,94 60.236,73 3.210,02 923,23 108,73 4.820,24 624,98 42.203,14 4.026,37 136.902,59 28.604,94 27.833,90 71.106,38 33.351,06 107.511,76 17.250,91 4.529,04 6.658,51 61.327,03 147.857,82 118.865,11 234.908,65 1.993,67 446.145,82 6.166,50 4.671,10 66.095,64 49.774,56 82.611,51 84.319,86 223.008,53 107.105,78 212.229,17
Vermeerdering 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Vermindering 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Afschrijving 20.816,76 133,08 6.652,32 446,52 923,23 108,73 556,92 453,84 8.591,52 1.378,68 6.886,32 1.701,72 2.090,40 2.911,44 1.678,80 4.766,76 5.752,80 3.270,96 2.213,28 5.555,40 12.504,48 6.070,20 11.901,96 1.993,67 16.564,68 3.866,40 1.666,56 9.096,24 4.719,00 10.126,68 6.012,24 15.729,36 6.519,00 12.931,20
DesinBoekwaarde vestering 31-12-2013 0,00 62.287,56 0,00 115,86 0,00 53.584,41 0,00 2.763,50 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 4.263,32 0,00 171,14 0,00 33.611,62 0,00 2.647,69 0,00 130.016,27 0,00 26.903,22 0,00 25.743,50 0,00 68.194,94 0,00 31.672,26 0,00 102.745,00 0,00 11.498,11 0,00 1.258,08 0,00 4.445,23 0,00 55.771,63 0,00 135.353,34 0,00 112.794,91 0,00 223.006,69 0,00 0,00 0,00 429.581,14 2.300,10 0,00 3.004,54 0,00 0,00 56.999,40 0,00 45.055,56 72.484,83 0,00 0,00 78.307,62 0,00 207.279,17 0,00 100.586,78 0,00 199.297,97
pagina 246
Nr. Omschrijving 209 210 214 215 216 218 219 222 224 225 241 246 247 248 249 254 256 257 259 260 261 262 268 269 307 308 370 375 401 402 411 414 424 434
Bijz. onderwijs De Windroos Stichting en inr. Bijz. onderwijs De Windroos Stichting en inr. Bijz. ond. De Wijngaard Integratie kleuteronderw. Bijz. ond. De Windroos Uitbreiding met 3 lokalen Bijz. onderwijs De Regenboog Stichting en inr. Feuniks voorheen St. Antonius uitbreiding Bijz. ond. De Driehoek Verb. MAVO-LOM-school Bijz. ond. De Driehoek 2 lok.+ inr. 5e en 6e groep Verbouw MAVO (Revius) Aanvullend krediet Revius Bouw/inrichting gymlokaal binnenstad Bouw/inrichting gymlokaal De Kamp Bouw/inrichting gymlokaal Weidedreef Vervangen boilers gymlokaal Weidedreef Bouw/inrichting gymlokaal Weidedreef Bouw/inrichting Vikinghal Investeringsbijdr. sporthal Cothen Investeringsbijdr. uitbr. sporthal Cothen Aankoop pand tbv museum Nieuwe locatie museum Groot herstel kasteel Duurstede (incl. vloerdelen) Bijdr. in verbouwingskosten museum Restauratie stadstoren Herstel luid- en slagwerk stadstoren Verbouw peuterspeelzaal DvB 7 Groot onderhoud Walplantsoen 12 Verb/uitbr. Gemeentehuis Verv. leien dakbed. + part. voegen gevels Stadhuis Huisv. basissch. 2001 (div. wijz.) Gymzaal binnenstad, dakbed. & goten Voorbereidingskrediet + trap kasteel Duurstede Huisvesting Carolusschool Uitbreiding BBS De Windroos Vervanging dakbedekking gymzaal Weidedreef
Boekwaarde 01-01-2013 127.350,74 120.047,72 9.471,66 113.828,21 321.135,82 61.156,55 236.903,34 89.594,16 1.130.570,73 5.068,79 81.778,25 30.702,99 37.658,70 1.909,73 11.223,81 14.891,65 12.908,41 90.057,92 10.316,33 449.453,13 10.374,70 4.466,36 10.661,99 6.751,71 38.792,41 8.998,51 5.319.297,78 22.889,34 386.902,10 12.939,18 39.846,98 17.016,60 121.348,03 7.910,76
Vermeerdering 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Vermindering 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Afschrijving 6.706,80 6.447,24 766,80 5.837,64 14.181,60 5.040,36 8.841,00 3.016,32 32.474,16 129,84 13.707,36 5.110,68 4.755,60 237,48 1.295,64 14.891,65 1.954,08 6.105,60 1.146,24 13.372,92 576,36 1.489,44 3.516,00 844,08 3.642,24 1.847,88 483.573,00 5.566,44 14.435,52 438,60 10.502,40 567,24 4.046,16 1.318,56
desinBoekwaarde vestering 31-12-2013 0,00 120.643,94 0,00 113.600,48 8.704,86 0,00 0,00 107.990,57 0,00 306.954,22 56.116,19 0,00 0,00 228.062,34 0,00 86.577,84 846.998,57 251.098,00 4.938,95 0,00 0,00 68.070,89 25.592,31 0,00 0,00 32.903,10 0,00 1.672,25 0,00 9.928,17 0,00 0,00 0,00 10.954,33 0,00 83.952,32 0,00 9.170,09 0,00 436.080,21 0,00 9.798,34 0,00 2.976,92 0,00 7.145,99 0,00 5.907,63 35.150,17 0,00 0,00 7.150,63 0,00 4.835.724,78 0,00 17.322,90 0,00 372.466,58 0,00 12.500,58 0,00 29.344,58 0,00 16.449,36 0,00 117.301,87 0,00 6.592,20
pagina 247
Nr. Omschrijving 444 449 450 459 474 475 477 488 489 498 499 507 508 510 521 527 528 534 538 542 550 551 571 572 573 576 577 578 581 584 585 590 591 593
Onderwijshuisvesting Revius Gymlokaal Weidedreef, vervanging armaturen Gemeentewerkplaats, bescherming betonvloer Verv. CV-ketels en boiler gyml. binnenstad Verv. onderwijsleerpakket Driehoek, Horn, Windroos Noodlokaal SBO De Driehoek Kosten gebruiksvoorzieningen scholen Asbestsanering Veiligheidsbeglazing; fase 1 Kosten gebruiksvergunningen (BBS) Bouwk. aanpassingen kasteel Duurstede Brede School Cothen Aanp. schoolgebouw DvB 7 Verv. onderwijspakket De Wegwijzer Gebruiksvergunning brandweergar. WbD Verv. ond. leerpakket 11e gr. Wegwijzer Beveiliging schoolgeb. primair onderwijs Onderwijsimpuls Aanp. gebruiksvoorz. kasteel convect. toiletgeb. b Vochtproblemen Brede school Noorderwaard Noodlokalen De Horn 1e inrichting 8e groep De Driehoek Revius locatie VO bouwkosten Revius locatie VO bouwrijp maken Revius locatie VO personele kosten Bouw streekarchief 1 (40 jaar afschrijving) Bouw streekarchief 2 (25 jaar afschrijving) Renovatie/uitbreiding Carolus Oude postkantoor Milieustraat wasplaats Milieustraat KGA-depot Brede School De Horden (MFA PO) Tijdelijke huisvesting 't Knikkertje (DvBweg 1) Bibliotheek
Boekwaarde 01-01-2013 147.804,55 3.478,89 737,87 7.117,43 11.200,32 37.864,44 44.832,84 10.612,32 2.200,00 41.090,52 19.630,28 3.350.150,09 53.624,72 6.532,96 15.459,24 6.532,96 9.726,82 537.729,31 37.994,44 5.774,76 8.729,22 9.224,85 10.111.687,47 537.040,04 55.088,08 913.481,69 23.000,04 462.274,52 504.339,59 29.453,29 74.947,88 488.488,69 184.014,88 509.799,03
Vermeerdering 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2.697,09 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 8.466,67 0,00 0,00 0,00 1.040,25 22.124,23 7.261,36 8.740,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 146.245,03 0,00 0,00
Vermindering 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Afschrijving 3.545,64 1.926,60 737,87 2.030,28 1.599,96 1.183,32 1.043,16 2.937,36 787,32 972,12 1.509,96 95.342,12 1.625,04 816,72 821,76 816,72 2.431,56 16.071,96 2.813,93 1.155,00 8.729,22 922,56 88.841,52 6.752,16 960,12 9.755,52 999,96 12.788,04 14.161,32 2.506,68 3.421,08 0,00 8.333,16 13.796,52
desinBoekwaarde vestering 31-12-2013 144.258,91 0,00 0,00 1.552,29 0,00 0,00 0,00 5.087,15 0,00 9.600,36 0,00 36.681,12 0,00 43.789,68 0,00 7.674,96 0,00 1.412,68 0,00 40.118,40 0,00 18.120,32 0,00 3.257.505,06 51.999,68 0,00 0,00 5.716,24 0,00 14.637,48 0,00 5.716,24 0,00 7.295,26 0,00 521.657,35 0,00 43.647,18 0,00 4.619,76 0,00 0,00 0,00 8.302,29 0,00 10.023.886,20 0,00 552.412,11 0,00 61.389,32 0,00 912.466,17 0,00 22.000,08 0,00 449.486,48 0,00 490.178,27 0,00 26.946,61 0,00 71.526,80 0,00 634.733,72 0,00 175.681,72 0,00 496.002,51
pagina 248
Nr. Omschrijving 594 595 634 650 651
Verbouwing 't Wijkhuis Voorzieningen Cothen (Cultuurhuis) 90 graden variant streekarchief (40 jaar afschr) Brede School De Horden aanvullend budget Brede School De Horden restantbudget Revius MVA:EN: Bedrijfsgebouwen
Nr. Omschrijving 549 Mariënhoeve verplaatsen sportvelden IVA:Kosten onderzoek en ontwikkeling Nr. Omschrijving 91 319 320 321 324 325 326 327 328 330 331 332 387 443 455 458 478 479 480 481
Rec. langs Singel 2e fase Riolering buitengebied Riolering buitengebied Cothen 1e fase Riolering buitengebied Cothen 2e fase Riolering buitengebied Langbroek Renovatie gemaal vLvS-weg Riolering buitengebied Cothen 3e fase Riolering buitengebied Cothen 4/5e fase Verv. riolering Bredeweg Cothen Riolering 4e en 5e fase Cothen/Langbroek Riolering buitengebied Langbroek 3/4e fase Gemeentelijk rioleringsplan Opstellen rioleringsplan/Voorber. randvoorz. LB Bergbezinkingsvoorziening Langbroek Aanlegsteiger haven binnenstad Onderh. hekwerk en bestr. Vijzelgemaal Voorber. riolering buitengebied WbD Voorbereiding BBV Cothen Opstellen onderhoudsadvies Riolering De Heul
Boekwaarde 01-01-2013 12.078,56 740.816,59 115.250,00 0,00 0,00 30.574.370,81
Vermeerdering 0,00 0,00 0,00 217,80 0,00 196.792,43
VerminAfschrijDesinBoekwaarde dering ving vestering 31-12-2013 0,00 1.725,48 0,00 10.353,08 19.000,00 19.517,60 0,00 702.298,99 0,00 3.000,00 0,00 112.250,00 0,00 0,00 0,00 217,80 0,00 0,00 0,00 0,00 19.000,00 1.211.353,42 1.251.549,11 28.289.260,71
Boekwaarde 01-01-2013 83.246,24 83.246,24
Vermeerdering -38.953,18 -38.953,18
Vermindering 0,00 0,00
Afschrijving 36.498,66 36.498,66
DesinBoekwaarde vestering 31-12-2013 0,00 7.794,40 0,00 7.794,40
Boekwaarde 01-01-2013 27.187,44 20.317,81 113.292,93 56.548,69 730.169,86 1.498,79 56.882,66 53.109,85 10.784,88 46.367,79 149.511,85 151.151,01 65.022,64 616.749,23 12.395,44 7.574,08 112.721,91 506.062,73 12.181,66 184.586,14
Vermeerdering 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Vermindering 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Afschrijving 2.644,92 4.813,08 13.362,00 4.952,88 20.442,00 503,88 4.662,24 3.323,76 3.536,76 13.498,08 26.117,16 4.136,52 1.566,96 15.719,76 399,84 218,28 3.929,16 14.681,88 325,08 7.033,56
DesinBoekwaarde vestering 31-12-2013 0,00 24.542,52 0,00 15.504,73 0,00 99.930,93 0,00 51.595,81 0,00 709.727,86 0,00 994,91 0,00 52.220,42 0,00 49.786,09 0,00 7.248,12 0,00 32.869,71 0,00 123.394,69 0,00 147.014,49 0,00 63.455,68 0,00 601.029,47 0,00 11.995,60 0,00 7.355,80 0,00 108.792,75 0,00 491.380,85 0,00 11.856,58 0,00 177.552,58
pagina 249
Nr. Omschrijving 482 483 509 515 522 540 548 558 559 564 635 636 637 638 639 640 642 656
Vervangen drukriolering gemaaltjes Aanbrengen telemetriesysteem Pompunits Voorber. en toezicht aanleg 3 BBV's WbD Uitvoering aanleg riolering buitengebied BBV Molenvliet WbD BBV Frankenweg WbD Voorber. rioolstelsel Broekweg BBV Prins Hendrikweg Ombouwen rioolstelsel Broekweg Vervanging verkeerslichten Zandweg Opstellen vervanging renovatieplan Maatregelen tbv waterkwaliteitsspoor Actualiseren BRP/opstellen OAS Verv./afk. riolering Margr. Beatr. en Marijkelaan Verv. 131 pompunits (excl. pompen) Verv./afk. riolering De Engk Verv. en afkoppelen riolering Steenstraat Verv. en afkoppelen riolering Dirk Fockstraat MVA:EN:Grond-, weg- en waterbouwkundige wrkn
Nr. Omschrijving 145 146 473 530 561 574 575 582 586 596 597
Bouw veerpont Investeringen Wijkse veer Vervanging DAF-vrachtwagen Renovatie transportriool WbD Tractor en houtversnipperaar Propellers veer Scheepsmotoren veer Veegwagen Schmidt Auto's Daihatsu en Toyota Dyna Generator veer Werfbeurt veer MVA:EN:Vervoermiddelen
Boekwaarde 01-01-2013 36.048,72 58.203,25 136.548,46 1.300.794,78 549.246,67 922.495,68 46.855,64 394.695,18 873.257,32 33.106,80 0,00 0,00 25.502,50 0,00 54.449,55 19.935,20 203.169,43 0,00 7.588.426,57
Vermeerdering 0,00 57.825,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 172.400,74 0,00 0,00 15.296,06 0,00 16.761,59 137.329,32 399.612,71
Vermindering 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Afschrijving 1.983,24 4.563,72 4.371,24 36.352,44 16.382,88 20.423,64 1.200,48 8.171,16 20.803,44 6.114,84 0,00 0,00 418,08 0,00 1.831,56 326,76 4.359,24 0,00 273.170,52
DesinBoekwaarde vestering 31-12-2013 0,00 34.065,48 0,00 111.464,53 0,00 132.177,22 0,00 1.264.442,34 0,00 532.863,79 0,00 902.072,04 0,00 45.655,16 0,00 386.524,02 0,00 852.453,88 0,00 26.991,96 0,00 0,00 0,00 172.400,74 0,00 25.084,42 0,00 0,00 0,00 67.914,05 0,00 19.608,44 0,00 215.571,78 0,00 137.329,32 0,00 7.714.868,76
Boekwaarde 01-01-2013 177.183,11 7.683,63 573,43 143.584,88 15.159,12 34.884,86 138.921,92 59.237,96 24.671,17 15.273,27 119.517,23 736.690,58
Vermeerdering 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Vermindering 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Afschrijving 134.885,64 4.224,96 573,43 3.226,44 3.789,72 5.135,76 11.512,80 13.198,80 7.730,16 2.208,12 9.652,56 196.138,39
DesinBoekwaarde vestering 31-12-2013 42.297,47 0,00 3.458,67 0,00 0,00 0,00 0,00 140.358,44 0,00 11.369,40 29.749,10 0,00 127.409,12 0,00 0,00 46.039,16 0,00 16.941,01 13.065,15 0,00 109.864,67 0,00 325.844,18 214.708,01
pagina 250
Nr. Omschrijving 41 244 351 453 487 492 497 502 520 523 525 532 537 539 543 557 567 568 579 600 601 631
Aanschaf meubilair Verv. CV gymlokaal binnenstad Herstelwerkzaamheden Singel 11 Brandwerende container gemeentewerf Vervanging zoutstrooier Vervanging telefooncentrale Informatievoorziening raadsleden Vervanging meubilair e.d. Verv. routers, actieve componenten e.d. 2005 Herinr. Oude Raadhuis Aanpassen publieke ruimtes Vervanging zoutstrooier Vervangen branderautomaten Beheerplan meubilair/meubilair wethouders Vervanging zoutstrooier AED defibrillators Verv. ict-apparatuur (2008) Feuniks Walplantsoen 14 Uitbreiding SAN/NAS Verwarmingsinstallaties bijzonder onderwijs Verwarmingsinstallaties openbaar onderwijs Liftmachinekamers en brandmeldinstallatie MVA:EN:Machines, apparaten en installaties
Nr. Omschrijving 397 486 493 517 544 546 547
Verv. opzetstrooier en 3 schaftwagens Infrastructuur OL 2000 Verv. Relationeel Database Man. Systeem Ondergrondse containers voor hh-afval Vervanging schaftkeet Verv. prog. electr. berichten (Groupwise) Verv. fysieke netwerkbekabeling
Boekwaarde 01-01-2013 4.400,40 2.469,72 807,55 1.954,41 3.039,23 94.662,65 0,00 24.607,35 6.395,79 1.441,43 10.789,86 9.771,74 2.172,10 40.740,54 2.961,60 6.745,71 5.694,17 27.481,50 51.389,55 24.051,44 0,00 0,00 321.576,74
Vermeerdering 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Vermindering 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Afschrijving 879,96 445,68 807,55 1.954,41 1.460,28 14.240,04 0,00 9.525,12 6.395,79 487,56 2.831,52 2.442,96 543,00 5.415,96 2.961,60 2.244,72 5.694,17 6.236,76 21.500,28 3.006,36 0,00 0,00 89.073,72
DesinBoekwaarde vestering 31-12-2013 0,00 3.520,44 0,00 2.024,04 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 1.578,95 0,00 80.422,61 0,00 0,00 0,00 15.082,23 0,00 0,00 0,00 953,87 0,00 7.958,34 0,00 7.328,78 0,00 1.629,10 0,00 35.324,58 0,00 0,00 0,00 4.500,99 0,00 0,00 21.244,74 0,00 0,00 29.889,27 0,00 21.045,08 0,00 0,00 0,00 0,00 21.244,74 211.258,28
Boekwaarde 01-01-2013 10.620,02 19.614,71 4.298,53 36.929,32 4.551,90 1.404,70 52.904,83
Vermeerdering 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Vermindering 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Afschrijving 2.654,88 13.687,56 4.298,53 10.790,16 910,32 1.404,70 8.247,36
DesinBoekwaarde vestering 31-12-2013 0,00 7.965,14 0,00 5.927,15 0,00 0,00 0,00 26.139,16 0,00 3.641,58 0,00 0,00 0,00 44.657,47
pagina 251
Nr. Omschrijving 552 565 570 580 583 626 645
Programma Digitaal Werken Verv. centrale en pc besturingssystemen (2008) Vervanging financieel pakket (Key2financiën) Vervanging ICT beheerapparatuur Milieustraat containeropstelplaats/opslag veegvuil Afvalbakken hondenpoep SAP platform MVA:EN:Overig
Nr. Omschrijving 632 Wegwerken achterstanden groen MVA:MN:Gronden en terreinen Nr. Omschrijving 271 Kerktoren 283 Herstel kozijnen kinderboerderij 297 Verbouw dorpshuis Langbroek MVA:MN: Bedrijfsgebouwen Nr. Omschrijving 90 93 94 95 96 97 98 99 101 103 105
Herinrichting Kokkestraatje Rec. Karolingersweg Oost Rec. Langs de Wal Onderhoud Pr. Hendrikweg Herinrichting Walplantsoen 1e fase Herstel schade keermuurtjes Hordenplein Rec. Molenvliet Herinrichting Walplantsoen 2e fase Herinrichting Oeverstraat./Dijkstr. Onderzoek verkeerssituatie Rijndijk Duurzaam veilig inrichten Noorderwaard-Noord
Boekwaarde 01-01-2013 259.042,89 46.996,75 39.516,33 3.229,39 3.858,75 36.487,38 0,00 519.455,50
Vermeerdering 28.535,15 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 83.661,63 112.196,78
Vermindering 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Afschrijving 185.486,93 18.564,36 26.932,92 804,24 2.205,00 4.455,60 11.263,36 291.705,92
DesinBoekwaarde vestering 31-12-2013 0,00 102.091,11 0,00 28.432,39 0,00 12.583,41 0,00 2.425,15 0,00 1.653,75 0,00 32.031,78 0,00 72.398,27 0,00 339.946,36
Boekwaarde 01-01-2013 234.075,44 234.075,44
Vermeerdering 330.404,97 330.404,97
Vermindering 0,00 0,00
Afschrijving 12.621,42 12.621,42
DesinBoekwaarde vestering 31-12-2013 0,00 551.858,99 0,00 551.858,99
Boekwaarde 01-01-2013 2.816,62 5.055,51 62.558,44 70.430,57
Vermeerdering 0,00 0,00 0,00 0,00
Vermindering 0,00 0,00 0,00 0,00
Afschrijving 637,68 483,72 5.717,64 6.839,04
DesinBoekwaarde vestering 31-12-2013 0,00 2.178,94 0,00 4.571,79 0,00 56.840,80 0,00 63.591,53
Boekwaarde 01-01-2013 1.582,76 3.035,75 25.250,23 6.510,27 19.045,22 5.429,05 29.879,99 20.502,33 34.556,33 3.762,21 42.111,25
Vermeerdering 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Vermindering 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Afschrijving 161,76 470,04 3.366,84 868,20 2.717,64 622,44 4.707,60 2.648,88 3.689,16 424,80 3.974,76
DesinBoekwaarde vestering 31-12-2013 0,00 1.421,00 0,00 2.565,71 0,00 21.883,39 0,00 5.642,07 0,00 16.327,58 0,00 4.806,61 0,00 25.172,39 0,00 17.853,45 0,00 30.867,17 0,00 3.337,41 0,00 38.136,49
pagina 252
Nr. Omschrijving 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 123 124 125 126 127 394 409 426 431 440 442 466 560 562 589 599 628 654
Duurzaam veilig inrichten De Horden Duurzaam veilig inrichten De Engk Herinrichting omgeving Langs de Wal/Singel Rec. omgeving Romeinenbaanflats Rec. Gansfortstraat Rec. Peperstraat Rec. Hordenweg/Romeinenbaan Herinrichting Promenadeplein Aanleg wandelpad Singel Herinrichting dorpskern Cothen Kruispunt Zandweg/Steenstr./Veldpoortstr. Rec. Amerongerwetering Langbroek Rec. Bredeweg Rec. Trekweg Rec. Langbroekse/Bovenwijkerweg Aanbrengen 60 km zone Rijn-/Lekdijk Groot onderhoud wegen Project bromfietsers op de rijbaan Reconstructie veerstoepen Duurzaam veilig inrichten Cothen fase 1 DV inrichten Schepen en Rivieren Rec. omg. kruising Zandweg-Frankenweg DV inrichten De Heul/Dorestadplantsoen Uitvoeren meetprogramma Restauratie brug Singel VB krediet Mariënhoeve calamiteitenweg Baggerplan Vervangen stroomvoorziening op de Markt Bermen Grauwacke MVA:MN:Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
Boekwaarde 01-01-2013 66.156,29 6.129,98 15.032,18 46.878,33 40.350,15 17.937,82 82.936,14 19.508,14 32.935,27 81.855,00 66.375,97 25.395,68 48.870,72 101.397,92 232.787,51 10.830,71 728.180,36 16.799,11 39.243,40 58.019,64 36.571,16 9.328,31 59.139,69 48.315,18 426.924,68 10.391,32 0,00 14.400,04 0,00 2.534.356,09
Vermeerdering 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2.128,39 0,00 0,00 2.954,25 5.082,64
Vermindering 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 1.477,00 1.477,00
Afschrijving 4.923,36 471,60 1.541,64 3.660,36 3.572,64 1.658,04 7.953,00 1.529,52 3.119,88 7.751,04 4.764,72 4.566,12 4.904,88 8.054,88 16.969,56 1.618,32 46.421,88 1.206,60 3.924,36 3.630,24 2.285,76 583,08 2.464,08 1.029,00 18.891,60 449,28 0,00 1.599,96 36,57 183.234,09
DesinBoekwaarde vestering 31-12-2013 0,00 61.232,93 0,00 5.658,38 0,00 13.490,54 0,00 43.217,97 0,00 36.777,51 0,00 16.279,78 0,00 74.983,14 0,00 17.978,62 0,00 29.815,39 0,00 74.103,96 0,00 61.611,25 0,00 20.829,56 0,00 43.965,84 0,00 93.343,04 0,00 215.817,95 0,00 9.212,39 0,00 681.758,48 0,00 15.592,51 35.319,04 0,00 0,00 54.389,40 0,00 34.285,40 0,00 8.745,23 0,00 56.675,61 0,00 47.286,18 0,00 408.033,08 0,00 12.070,43 0,00 0,00 0,00 12.800,08 0,00 1.440,68 35.319,04 2.319.408,60
pagina 253
Nr. Omschrijving 149 360 361 362 363
Aandelen WMN Aandelen BNG Aandelen BNG Aandelen BNG Aandelen BNG FVA: Kapitaalverstrekking aan deeln.
Nr. Omschrijving 343 345 346 349
Lening woningbedrijf 78798 Lening woningbouw 74654 Lening woningbedrijf 72589 Lening woningbouw 76220 FVA: Leningen aan woningbouwcorporaties
Nr. Omschrijving 344 Grootboek Nationale Schuld 554 Lening Vitens FVA: Overige langlopende leningen Nr. Omschrijving 150 151 152 291 641 644 652
Onrendabele aansl. gasnet Onrendabele aansl. gasnet Onrendabele aansl. gasnet Huisvesting gehandicapten: Wijkerweg 15 Sporthal Oranjehof MFA Oranjepoort Sportpark Mariënhoeve bouw sporthal FVA: Bijdragen aan activa in eigendom van derden
Boekwaarde 01-01-2013 18.831,88 3.981,92 2.949,57 7.963,84 38.993,33 72.720,54
Vermeerdering 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Vermindering 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Boekwaarde 31-12-2013 18.831,88 3.981,92 2.949,57 7.963,84 38.993,33 72.720,54
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Boekwaarde 01-01-2013 501.329,00 1.729.832,24 490.492,09 1.095.112,14 3.816.765,47
Vermeerdering 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Vermindering 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Aflossing 501.329,00 34.726,00 10.444,00 20.346,00 566.845,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Boekwaarde 31-12-2013 0,00 1.695.106,24 480.048,09 1.074.766,14 3.249.920,47
Boekwaarde 01-01-2013 7.351,24 182.398,60 189.749,84
Vermeerdering 0,00 0,00 0,00
Vermindering 0,00 0,00 0,00
Aflossing 0,00 18.500,00 18.500,00
Boekwaarde 31-12-2013 0,00 7.351,24 0,00 163.898,60 0,00 171.249,84
Boekwaarde Vermeer01-01-2013 dering 11.752,62 0,00 13.454,91 0,00 1.132,15 0,00 4.082,93 0,00 429.097,44 0,00 0,00 1.650.000,00 0,00 36.117,56 459.520,05 1.686.117,56
Vermindering 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 415.000,00 0,00 415.000,00
Afschrijving 839,52 680,64 104,64 1.116,72 11.002,56 7.416,66 0,00 21.160,74
Boekwaarde 31-12-2013 10.913,10 12.774,27 1.027,51 2.966,21 418.094,88 1.227.583,34 36.117,56 1.709.476,87
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
pagina 254
Nr. Omschrijving 569 Startersleningen FVA: Leningen aan deelnemingen Nr. Omschrijving 602 603 608 609 610 611 612 613 614 616 617 618 619 620 621 622 623 624 625 629 633 648 653
Grondexploitatie Veilingpark Grondexploitatie De Kamp Grondexploitatie Stookerterrein Grondexploitatie Oranjehof Grondexploitatie Beatrixschool Grondexploitatie De Geer II Grondexploitatie Uem en Wennekes Grondexploitatie Hordencentrum Grondexploitatie Brandweer Cothen De Engk-deelgebied 0- Uitbreiding E&E Gasthuis De Engk-deelgebied 1-Bouwlocatie Dirk Fockstraat De Engk-deelgebied 2-Locatie Revius De Engk-deelgebied 4A- Locatie de Opstap De Engk-deelgebied 4B- Seniorenwoningen Woonzorg De Engk-deelgebied 5A- Inrichting kleine stempels De Engk-deelgebied 5B- Steenstraat zuid De Engk-deelgebied 6- Locatie De Driehoek De Engk-deelgebied 7- Herinrichting Gansfortstraat De Engk-deelgebied 8-De Watergang Grondexploitatie Aan de Oude Haven (Zoestterrein) De Enkg - Deelgebied 9 - Steenstraat Grex van Kerkhof Zandweg Grondexploitatie Middelweg Oost Voorraden: OH werk (bouwgronden in exploitatie)
Boekwaarde 01-01-2013 64.558,00 64.558,00
Vermeerdering 0,00 0,00
Vermindering 0,00 0,00
Boekwaarde VermeerVermin01-01-2013 dering dering 16.000,00 3.285,26 11.325,00 1.254.618,23 759.548,00 149.857,65 1.111.738,65 137.597,25 1.123.511,85 4.976.661,93 633.165,52 569.446,99 80.144,35 23.868,60 0,00 190.179,09 68.905,10 182.984,00 44.237,19 129.222,65 205.978,59 84.008,73 11.859,36 2.686,70 162.923,27 14.648,45 0,00 -246.108,34 389.383,49 25.070,56 128.069,30 1.675,00 0,00 114.667,01 250.913,61 0,00 60.540,31 0,00 0,00 -707.506,86 0,00 0,00 79.336,13 238.974,97 0,00 -253.075,33 14.188,01 0,00 151.830,76 0,00 0,00 212.548,67 126.363,65 0,00 485.872,15 46.429,86 2.500,00 12.638,45 5.357,43 1.297,44 182.117,53 0,00 0,00 0,00 106.289,52 10.439,18 0,00 920.280,05 350.000,00 8.141.441,22 3.881.955,78 2.635.097,96
Aflossing 0,00 0,00
Boekwaarde 31-12-2013 0,00 64.558,00 0,00 64.558,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Boekwaarde 31-12-2013 7.960,26 1.864.308,58 125.824,05 5.040.380,46 104.012,95 76.100,19 -32.518,75 93.181,39 177.571,72 118.204,59 129.744,30 365.580,62 60.540,31 -707.506,86 318.311,10 -238.887,32 151.830,76 338.912,32 529.802,01 16.698,44 182.117,53 95.850,34 570.280,05 9.388.299,04
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
pagina 255
Nr. Omschrijving 605 Grondexploitatie Postkantoor 646 Grondexploitatie Jozefschool Voorraden: Niet in exploitatie bouwgronden Nr. Omschrijving 606 Grondexploitatie Langshaven / Broekweg Voorraden: OH werk bouwgr. in expl. bedrijventerr.
Boekwaarde 01-01-2013 0,00 213.372,74 213.372,74
Vermeerdering 127.390,09 0,00 127.390,09
Vermindering 127.390,09 0,00 127.390,09
Boekwaarde 01-01-2013 -871.509,60 -871.509,60
Vermeerdering 413.623,70 413.623,70
Vermindering 144.700,00 144.700,00
0,00 0,00 0,00
Boekwaarde 31-12-2013 0,00 0,00 0,00 213.372,74 0,00 213.372,74
0,00 0,00
Boekwaarde 31-12-2013 0,00 -602.585,90 0,00 -602.585,90
pagina 256
4.3 Staat van over te brengen kredieten GB nr.
Omschrijving
Datum raadsbesluit
Act. nrs
7002050 Vervanging telefooncentrale 7002054 Informatievoorz. raadsleden 7002065 Vervanging meubilair wethouders
B&W 08-04-2008 Begr. 2005 nw beleid VJN 2006
492 497 539
600 5.752 14.715
7002077 Liftmachinekamers/brandmeldinstallatie
Kadernota 2011-2014
631
7002078 Vervanging SAP platform 7002079 Zonnepanelen gemeentehuis 7002100 Programma Digitaal Werken
B&W 18-12-2012 Raad 10-12-2013 Raad 03-10-2006
645 655 552
7210071 7221005 7421101 7443003 7443004 7443005 7480020 7480030
B&W 21-05-13/NJN 2013 Raad 25-05-2010 B&W 20-04-2010 Raad 08-07-2008 Raad 08-07-2008 Raad 08-07-2008 B&W 06-05-2004 Raad 21-12-2004
654 599 601 571 572 573 534 507
Bermen Grauwacke Baggerplan Verwarmingsinst. openb. basisond. Revius locatie VO bouwkosten Revius loc. VO bouwrijp maken Revius loc. VO personele kst Onderwijsimpuls scholen Brede School Cothen
Vermind. 2013
01-01-
2013
Vermeerd. Overnemen 2013 2014
0,00 0,00 0,00
X 5.752 14.715
175.000
0,00
175.000
110.000 0 90.499
83.661,63 0,00 28.535,15
26.338 40.000 61.963
170.000 214.567 45.000 12.491 25.058 13.545 191.738 158.477
2.954,25 0,00 0,00 1.040,25 22.124,23 7.261,36 0,00 2.697,09
1.477,00
168.523 214.567 45.000 X X X 191.738 155.780
7480034 Brede School De Horden (MFA PO)
Raad 29-09-2009
590
3.761.511
146.245,03
3.615.266
7480036 Brede school De Horden aanv. budget 7480037 BS De Horden restantbudget Revius 7530025 Mariënhoeve verplaatsen sportvelden
Raad 28-05-2013 Raad 28-05-2013 Raad 17-11-2009
650 651 549
1.550.000 350.000 -38.953
217,80 0,00 -38.953,18
1.549.782 350.000 X
7530026 Mariënhoeve calamiteitenweg
Raad 17-11-2009
589
18.768
2.128,39
16.640
7530027 Sportpark Mariënhoeve bouw sporthal 7541010 Convect./toiletgeb./bestr. kasteel
Raad 19-03-2013 B&W 23-05-2006
652 538
50.000 8.467
36.117,56 8.466,67
13.882 X
7541310 Bouw streekarchief 1 (40 jaar) 7560010 Wegw. achterstanden groen
Project 18-08-2008 576 Raad 17-08-2010/B&W 27-09-2011 632
15.295 529.504
8.740,00 330.404,97
6.555 199.099
7630003 Voorz. Cothen (Cultuurhuis)
Raad 12-05-2009
595
7630004 MFA Oranjepoort
Raad 12-01-2010/VJN 2012
644
7722018 7722027 7722031 7722032 7722034 7722035 7722036 7722037 7722038
Telemetiesysteem Pompunits B&W 23-03-2004 Omb. rioolstelsel Broekweg Raad 29-01-2008 Opstellen verv. renovatieplan B&W 31-01-2012 GRP III Maatr. tbv kwaliteitsspoor B&W 31-01-2012 GRP III Verv./afk. riolering Margriet-, Beatrix-, Marijkelaan B&W 31-01-2012 GRP III Verv. 131 pompunits (excl. pompen) B&W 31-01-2012 GRP III Verv./afk. riolering De Engk B&W 31-01-2012 GRP III Verv./afk. riolering Steenstraat B&W 31-01-2012 GRP III Verv./afk. riolering Dirk Fockstraat B&W 02-04-2013 GRP III
Totaal verminderingen en vermeerderingen activa 2013
483 559 635 636 638 639 640 642 656
0
19.000,00
1.650.000 1.650.000,00 415.000,00 188.827 35.000 50.000 224.000 50.000 144.600 30.065 126.831 180.000
57.825,00 0,00 0,00 172.400,74 0,00 15.296,06 0,00 16.761,59 137.329,32
X X 131.002 35.000 50.000 X 50.000 129.304 X 110.069 42.671
10.151.355,57 2.691.253,91 435.477,00 7.398.646,39
pagina 257
7002101 7210070 7221005 7320002
Professionalisering projectmatig werken Aanleg glasvezelnetwerk Baggerplan EAP Restantbudget
Raad 01-04-2008 B&W 25 oktober 2011 Raad 25-05-2010 Raad 02-02-2010
BR BR BR BR
3.850 0 236.561 5.000
3.287,37 3.291,12 123.607,48 3.000,00
24.750,00
X X 112.953 2.000
7320003 EAP Werklandschap Cothen
Raad 02-02-2010
BR
14.000
6.700,85
7320004 EAP Lokaal ondernemerschap
Raad 02-02-2010
BR
1.288
750,00
7.299 538
7320005 EAP Marktbeleid en parkeren
Raad 02-02-2011
BR
3.500
0,00
3.500
7320007 EAP City Marketing
Raad 02-02-2010
7550100 Vikinghof/Kromme Rijnoevers 7560011 Nederlangbroekse kastelenpad 7722030 Invoering WION
19-08-2008 24-04-2013 subs. verz. Raad 03-02-2009
BR
15.941
15.941,15
X
OP S/Grex V
100.029 107.125 74.356
59.439,31 0,00 690,00
40.590 107.125 X
561.650
216.707,28
24.750,00
274.005
In de raad van 29 mei 2013 is besloten om € 350.000 af te ramen van krediet 7443004 tgv 7480037 en door B&W is 19-02-2013 besloten € 256.300 toe te voegen aan 7560010 zie raadsbesluit 17-08-2010. AR = Algemene Reserve BR = Bestemmings Reserve OP = Overlopend Passiva V = Voorziening B = Bijdragen derden S = Subsidie X = afgerond in 2013, niet overnemen naar 2014 Voor kredieten die zijn afgerond en die ten laste worden gebracht van een reserve en waarvoor nog een bedrag resteert, geldt dat de betreffende reserve minder wordt belast. Voor kredieten die zijn afgerond en worden geactiveerd waarvoor nog een bedrag resteert, geldt dat de vrijvallende kapitaallasten worden verwerkt in de eerstvolgende begroting.
pagina 258
4.4 Staat van personele sterkte en personeelslasten Personele sterkte Omschrijving
Fte
Aantal personeelsleden
Burgerlijke stand Algemene dienst
9 170
0,50 149,70
* Onder fte wordt verstaan de formatie omgerekend naar een volledige werkweek Personeelslasten
Omschrijving
Salarislasten Niet in premieverband betaalde sociale lasten en overige personeelslasten van eigen personeel
Totaalbedrag personeelslasten
(Bedragen x € 1.000)
Begroting na wijziging 2013
Werkelijk 2013
9.558
9.395
120
162
9.678
9.557
pagina 259
4.5 Kerngegevens 31-12-2012
31-12-2013
23.035 5.669 14.042 3.324 928
23.042 5.599 13.899 3.544 958
178
212
6.121 1.932
6.121 1.932
5.025 268 13
5.025 268 13
9.369 2.355
9.552 2.437
180 77 103
180 77 103
Lengte van de recreatieve fiets-, ruiter- en wandelpaden (km)
16
16
Lengte van de waterwegen (km)
72
72
825.000
825.000
1. Sociale structuur Aantal inwoners 0 t/m 19 jaar 20 t/m 64 jaar 65 jaar en ouder waarvan 75-84 jaar Aantal periodiek bijstandsgerechtigden Aantal werkzame personen Aantal bedrijfsvestingen 2. Fysieke structuur Oppervlakte gemeente (ha) waarvan binnenwater waarvan historische stads- of dorpskern Aantal woningen waarvan sociale huurwoningen Lengte van de wegen (km) waarvan binnen de bebouwde kom waarvan buiten de bebouwde kom
Aantal m2 openbaar groen
pagina 260
3. Financiële structuur Uitgaven rekening van baten en lasten per inwoner
€
1.960 €
1.957
Opbrengst belastingen en heffingen per inwoner
€
321 €
336
Algemene uitkering uit het Gemeentefonds per inwoner
€
780 €
753
Uitgaven investeringen per inwoner
€
51 €
98
Boekwaarde vaste activa per inwoner
€
2.153 €
2.049
Eigen financieringsmiddelen per inwoner
€
527 €
529
Vaste schuld per inwoner Vaste schuld woningbouw per inwoner
€ €
1.172 € 166 €
1.152 141
pagina 261
4.6 Specifieke uitkeringen (SISA)
pagina 262
pagina 263
pagina 264
pagina 265
pagina 266
pagina 267
4.7 Realisatie bezuinigingen 2013 Nr. Omschrijving bezuinigingsvoorstel Thema 1 Organisatiekoers 2 - minimaliseren gemeentepagina Wijkse Courant 3 - verhuur ruimten gemeentehuis 4 - personele flexibiliteit Thema 2 Voorzieningen 5 - versoberen lopende projecten (nieuwe Hordenhal) Thema 4 Verkoop/verhuur eigendommen 10 - verkoop gebouwen en gronden en snippergroen 11 - lagere beheerkosten Thema 5 Gemeenschappelijke regelingen 12 - GGD Thema 6 Wmo 13 - Wmo bezuinigingen Thema 7 RSD 15 - eigen bijdrage schuldhulpverlening Thema 8 Open einderegelingen 16 - leerlingenvervoer Thema 10 Inkomsten verhogen 22 - verhogen OZB met 9% 24 - verbreden/verhogen toeristenbelasting 25 - verhogen trouwleges met 5% Thema 11 Financieel technische maatregelen 26 - uitgavenstop 27 - vrijvallen bestemmingsreserves t.g.v. AR Thema 12 Uitgaven verlagen 28 - verlaging raadskosten (5%) 30 - GPR8 inhuur externen 31 - beheer openbare ruimte 32 - huisvesting scholen 33 - calamiteitenweg Mariënhoeve
Bezuinigingsopdracht Gerealiseerd Programma 4.000 10.000 50.000
4.000 10.000 50.000
7 7 7
10.000
10.000
2
1.255.000
904.000
2 2
14.000
14.000
6
78.000
78.000
6
7.000
7.000
3
12.500
12.500
6
300.000 9.600 3.000
300.000 8.600 0
7 7 7
50.000 -30.000
50.000 -30.000
7
6.530 5.000 50.000 50.000 15.000
6.530 5.000 50.000 50.000 15.000
7 1 1 6 5
pagina 268
4.8 Staat van incidentele baten en lasten Functies
KPL 210.3 240.1 980.1 310.1 310.1 980.1 940.1 830.1 980.1 980.1 980.1 530.1 980.1 980.1 980.1 723.0 723.0 610.0 623.0 001.1
Ontwikkeling ICT Gladheidsbestrijding Watergangen Mutaties reserve Gemeentelijke eigendommen Gemeentelijke eigendommen Mutaties reserve Belastingen, heffing en invordering Grondexploitaties Mutaties reserve grondbeleid Volkshuisvesting Mutaties reserve Mutaties reserve Sport Mutaties reserve Mutaties reserve Mutaties reserve Milieubeheer Milieubeheer Inkomen Wet partipatiebudget Bestuursorganen
Lasten Baten x € 1.000 80 -11 124 124 10 904 195 17 66 66 21 21 51 51 150 60 77 23 -20
Nadeel (N)/ Voordeel (V)
N V N V N V N N V N V N V N N
N N N V 77 V 200 V
Toelichting
Projectkosten voorbereiding migratie nieuwe ict-omgeving Aankoop strooizout eenmalig lager dan een gemiddeld jaar. Investeringen watergangen Onttrekking BR watergangen Eenmalige kosten voor de verkoop van gemeentelijke eigendommen Verkoop van gemeentelijke eigendommen Toevoeging aan de AR (IBOR retour) Extra dotatie aan de voorziening dubieuze debiteuren Saldo grondexploitaties Saldo grondexploitaties naar reserve grondbeleid Vergoeding voor het samenvoegen van woningen Vergoeding samenvoegen van woningen naar Fonds Volkshuisvesting Onttrekking BR Mariënhoeve Sloop gebouw postduivenvereniging, aanleg parkeerplaatsen. Saldo mutatie BR programma slimme werkprocessen Saldo mutatie BR Glasvezel herstelwerkzaamehden Toevoeging aan voorziening tekort jaarrekening ODRU 2013 crediteringen door eindafrekeningen projecten voorgaande jaren voordeel op teveel betaalde BTW 2008-2012 Op basis van de actuariële berekening is er een overschot in de voorziening wethouderspensioenen; het overschot is met deze jaarrekening vrijgevallen.
pagina 269
Besluit van burgemeester en wethouders Datum B&W-vergadering Behandelend ambtenaar Afdeling
6 mei 2014 Joop Muilerman Concernstaf
Portefeuillehouder Paraaf afdelingshoofd
Jan Burger
Rapportnummer
A-stuk
Onderwerp: Jaarrekening 2013
Besluit(en): 1. Het jaarverslag en de jaarrekening 2013 worden vastgesteld en voor behandeling doorgeleid aan de gemeenteraad. 2. De productenrekening 2013 wordt vastgesteld. 3. De wethouder financiën wordt gemandateerd om eventuele laatste tekstwijzigingen of aansluitingscorrecties door te voeren in het jaarverslag en de jaarrekening 2013. 4. Er wordt kennis genomen van het accountantsverslag 2013. Openbaar: Naar raad:
Ja Ja, ter behandeling Secretaris
Akkoord Bespreken
Besluit B&W:
Paraaf secretaris:
Burgemeester
Wethouder Robbert Peek
Wethouder Jan Burger
Samenvatting t.b.v. besluitenlijst Aanleiding Het opmaken van het jaarverslag en de jaarrekening 2013 en de productenrekening 2013. Doel Het verlenen van decharge door de gemeenteraad voor het gevoerde financiële beleid in 2013. Uitvoering/communicatie Het jaarverslag en de jaarrekening 2013, alsmede het accountantsverslag, worden aangeboden aan de auditcommissie. De voorbespreking in de raad vindt plaats op 27 mei 2014. De vaststelling staat geagendeerd voor de raadsvergadering op 8 juli 2014. De productenrekening wordt vastgesteld door het college van B&W en op verzoek ter inzage gegeven aan de raad. Het jaarverslag en de jaarrekening 2013 worden gepubliceerd op de gemeentelijke website. Na vaststelling in het college worden de stukken verspreid aan de raadsleden en zal een persbericht worden uitgegeven.
Integraal adviesrapport Voortraject & achtergronden Hierbij bieden wij de jaarstukken aan ter verantwoording van het gevoerde (financiële) beleid over 2013. De jaarstukken bestaan uit het jaarverslag met daarin opgenomen de jaarrekening en de productenrekening. De productenrekening is een intern stuk dat de ambtelijke organisatie aan het college aanbiedt. Het jaarverslag met de jaarrekening zijn de verantwoordingsstukken van het college aan de raad. U wordt gevraagd de stukken vast te stellen. Het jaarverslag bestaat uit 4 delen, te weten de programmaverantwoording (beleidsverantwoording), de paragrafen, de jaarrekening (cijfermatige verantwoording van het resultaat en de balans, inclusief de controleverklaring) en de bijlagen. In de aanbiedingsbrief voorafgaand aan het jaarverslag worden de belangrijkste conclusies van het jaarverslag aangegeven. Financieel resultaat Het voordelig resultaat na bestemming bedraagt € 349.307. Met deze jaarrekening wordt in totaal € 348.152 aan budgetten overgeheveld, waarmee het jaarrekeningresultaat op € 1.155 voordelig uit komt. Onderstaand overzicht geeft het verloop weer van de resultaatprognoses 2013: Overzicht verloop resultaatprognose 2013 N = nadelig, V = voordelig Resultaat Meerjarenbegroting 2013-2016 Ombuigingen Resultaat Begroting 2013 Mutaties Najaarsnota 2013
Bedragen in € 1.602.685 N 1.644.630 V 41.945 V 35.599 V
Amendement Najaarsnota 2013 Resultaat na Najaarsnota 2013 Decembernota 2013 Resultaat na Decembernota 2013 Mutaties Jaarrekening 2013 Resultaat Jaarrekening 2013 na bestemming Budgetoverhevelingen van 2013 naar 2014 Resultaat Jaarrekening 2013
135.000 N 57.456 N 13.664 N 71.120 N 420.427 V 349.307 V 348.152 N 1.155 V
Er resteert een resultaat na bestemming van € 1.155 voordelig. In de Decembernota werd het rekeningresultaat na bestemming berekend op € 71.120 nadelig. Het uiteindelijke resultaat valt dus na het overhevelen van de restantbudgetten € 72.275 positiever uit. Hieronder geven wij u een overzicht van de afwijkingen per programma (zie ook aanbiedingsbrief uit het jaarverslag).
Afwijkingen per programma ten opzichte van de stand bij de Decembernota 2013: Omschrijving programma 1. Woonomgeving 2. Toerisme en vrije tijd 3. Ondernemen, werk en sociale zekerheid 4. Veiligheid 5. Verkeer en bereikbaarheid 6. Zorg, welzijn en onderwijs 7. Dienstverlening en belastingen Totaal programma's
Bedrag in € -35.000 120.000 1.198.000 56.000 88.000 618.000 -1.625.000 420.000
Voor-/ nadeel N V V V V V N V
Voor meer informatie wordt verwezen naar de jaarrekening 2013 in de bijlage.
Opties Het niet vaststellen van de jaarstukken 2013 is geen optie omdat het college verplicht is conform artikel 197, lid 1 van de Gemeentewet verantwoording af te leggen over het door hem gevoerde bestuur, onder overlegging van de jaarrekening en het jaarverslag. Overwegingen Financieel Het resultaat wordt ten gunste van de algemene reserve gebracht. Accountantsverslag Noot van de opsteller: het accountantsrapport moet nog opgeleverd worden; deze wordt 2 mei aanstaande met de wethouder financiën besproken. De verwachting is dat er een goedkeurende verklaring afgegeven zal worden.
Advies Wij adviseren u de jaarstukken 2013 vast te stellen, zodat deze tijdig aangeleverd kunnen worden voor de vervolgprocedure. De stukken worden ter behandeling doorgeleid aan de raad. Tevens adviseren wij u de productenrekening vast te stellen. Deze is bedoeld voor intern gebruik en zal, op verzoek, aan de raad ter inzage worden verstrekt. Vervolgprocedure Na vaststelling van de jaarstukken 2013 worden deze verstuurd aan de raadsleden en de pers. Op 27 mei 2014 vindt de voorbespreking plaats in de raad; de besluitvorming staat geagendeerd voor 8 juli 2014. Daarna zullen de jaarstukken naar de provincie Utrecht opgestuurd worden. Bijlagen: Control Advisering Jaarverslag en jaarrekening 2013 Productenrekening 2013 Accountantsverslag 2013
Bijlage I
Control
Afstemming & communicatie Aangemeld voor/besproken in poho op: Collegiaal getoetst door:
25 april 2014 Sandra van Middelkoop
Raad wordt actief geïnformeerd. De ondernemingsraad is ingelicht. Stukken naar contentbeheer gestuurd. Er heeft inspraak plaatsgevonden. Gevolgen voor Dienstverlening en VIND afgestemd. Er zijn mogelijkheden om met de gemeente Bunnik samen te werken.
Juridische zaken & rechtmatigheid Wet-/en regelgeving:
BBV; Financiële beheersverordening ex art 212 van de Gemeentewet.
Het besluit is niet in strijd met Europese, landelijke of gemeentelijke wet- en regelgeving. Europatoets bijgevoegd. Bezwaar en beroep nvt
Financiële zaken Het besluit heeft financiële gevolgen. Financiële dekking Het resultaat wordt ten gunste van de algemene reserve gebracht.
Begrotingswijziging De begrotingswijziging betreft de budgetoverhevelingen. Vink aan wat van toepassing is (in te vullen door financieel consulent): Er hoeft geen (programmaoverstijgende) begrotingswijziging naar de raad. De begrotingswijziging moet worden opgenomen in de voorjaarsnota. De begrotingswijziging moet worden opgenomen in de najaarsnota. √
De begrotingswijziging moet separaat aan de raad worden voorgelegd.
Bijlage II
Advisering
Geraadpleegde consulenten Bedrijfsvoering Monique Prinsen, communicatieadviseur
Andere afdelingen Er zijn geen andere afdelingen geraadpleegd bij de totstandkoming van het rapport.
Externe instanties en/of adviesraden PWC accountants De accountant heeft een goedkeurende verklaring afgegeven. Auditcommissie De jaarstukken 2013 en het accountantsverslag zullen besproken worden in het auditoverleg.
Geachte collega raadsleden, Op 19 mei 2014 heeft het audit-overleg namens de Gemeenteraad gesproken over het accountantsverslag en de bevindingen van de huisaccountant PwC, bij de controle van de jaarrekening 2013 van de gemeente Wijk bij Duurstede. In dit memo rapporteren wij u over de werkzaamheden van het audit-overleg in het verslaggevingsjaar 2013, zaken en bevindingen vanuit de controle, waarvan het auditoverleg van mening is dat hierop nadrukkelijk de aandacht van de Raad gevestigd dient te worden, aangevuld met onze beoordeling ten aanzien van deze zaken. Daarnaast zijn in dit memo enkele organisatorische zaken met betrekking tot het audit-overleg opgenomen, waarover door de Raad een besluit genomen dient te worden. Op onderdelen zijn wij wat uitvoeriger dan u van ons gewend bent, dit in verband met het toetreden van nieuwe leden tot onze Gemeenteraad. Managementsamenvatting
Het auditoverleg heeft met de accountant gesproken over interim controle en controle van de jaarrekening 2013. Met uitzondering van enkele aanbevelingen ten behoeve van de versterking van de verantwoording en interne beheersing, zijn er geen bijzonderheden aan de orde. De accountant verstrekt een goedkeurende controleverklaring; Het verdient de aanbeveling in 2014 voor de grondexploitatie ook middels scenarioanalyse de actualisaties te beoordelen; Een versterking van de interne controlefunctie is noodzakelijk: deze versterking moet worden gezien in het brede perspectief van interne beheersing, als ook verbijzonderde interne controle. Dit is een speerpunt voor het audit-overleg in 2014; De kwaliteit van de verslaggeving kan worden versterkt. Daarmee is reeds gestart. Met het college is besproken dat er nog meer wordt getracht de verbinding te leggen tussen beleid en financiële realisatie.
Werkzaamheden audit-overleg Het audit-overleg treedt namens de Gemeenteraad op als opdrachtgever van de onafhankelijke accountant. Zij voert ten minste twee maal per jaar overleg met de accountant aangaande de beoordeling van de accountant over de kwaliteit van de interne beheersing en de bevindingen bij de controle van de jaarstukken van de gemeente Wijk bij Duurstede. Deze overleggen zijn voor het verslagjaar 2013 gevoerd op 25 november 2013 (naar aanleiding van de interim controle) en 19 mei 2014 naar aanleiding van de gecontroleerde jaarstukken 2013. Het auditoverleg vindt plaats in aanwezigheid van de afgevaardigde raadsleden, de portefeuillehouder, de betrokken ambtelijke ondersteuning (hoofd financiën en directeur bedrijfsvoering), de raadsgriffier en uiteraard de accountant. Tot en met het najaar was er ook een toehoorder vanuit de rekenkamercommissie aanwezig. Bij de bespreking in het voorjaar van 2014 was dit niet het geval in verband met wijzigende samenstelling van deze commissie. Algemene beeldvorming PwC verstrekt een goedkeurende controleverklaring, onder voorbehoud van het raadsbesluit dat wordt genomen inzake de grondexploitaties. Hierover verderop in de notitie meer. In brede zin is waarneembaar dat de hoeveelheid bevindingen tijdens de controle van de jaarrekening, maar ook in de interimcontrole in de afgelopen jaren sterk is afgenomen. De kwaliteit van de verantwoording is in de afgelopen jaren toegenomen, maar kan verder worden verbeterd, door verbinding te leggen tussen beleid, beleidsrealisatie en financiële realisatie. Eventueel kan op dat vlak ook nog een koppeling worden gemaakt met de voorspelbaarheid van het resultaat: in welke
mate is de realisatie van beleid voorspellend voor de uitkomsten in de begroting en is het al dan niet zinnig tussentijds de begroting bij te stellen. Het auditoverleg ziet deze laatste bevinding wel in een ruimere context. De afgelopen jaren heeft Wijk bij Duurstede veel geïnvesteerd in het versterken van de maatregelen van interne beheersing, risicomanagement (onderdeel geworden van voor- en najaarsnota) en de koppeling van doelstellingen met de begrotingsteksten. Dat een verdere versterking mogelijk is onderkent ook het audit-overleg. Gelijktijdig constateert zij wel dat mogelijke risico’s in het kader van de voorspelbaarheid van de begroting (thans 1% afwijking in jaarresultaat ten opzichte van totale begrotingsstromen), ook reeds hun plaats krijgen in de risico-paragraaf die vast onderdeel is gemaakt van de voor- en najaarsnota. In 2013 is daarbij zelfs nog additioneel een decembernota aan toegevoegd door het college. Er is dus reeds een redelijk breed spectrum aan maatregelen doorgevoerd. Het audit-overleg neemt in dit kader vooral de aanbeveling over de verbinding tussen de verschillende verslaggevingselementen te leggen: beleid- en kaderstelling verbinden met begroting, realisaties financieel verbinden met realisaties beleid (is alles gedaan, wat moet nog, hoe is dit alles verklarend voor resultaten), verbanden leggen met beheersbaarheid van financiële realisaties in relatie tot risicomanagementmodel (risicokaart) en voorts steeds de impact op vermogen en resultaat blijven bepalen. Wat het audit-overleg betreft gaat het derhalve om het onderkennen van de gevoeligheid van de begroting en de noodzakelijke maatregelen die dat vraagt. Het auditoverleg zal expliciet de ontwikkeling van kwalitatieve analyses in begroting, voor- en najaarsnota en jaarrekening volgen en hierover rapporteren aan de raad. Bijzondere controles op verzoek audit-overleg Grondexploitaties Het audit-overleg heeft voor de controle 2013 expliciet de grondexploitaties als punt van aandacht benoemd. Zij heeft de accountant gevraagd aandacht te besteden aan de wijze van waardering (inschattingen management), de gehanteerde risicoanalyses en de daarmee samenhangende kwaliteit van de verantwoording. Overall kan worden vastgesteld dat de inschattingen die door het college zijn gemaakt aangaande de grondexploitaties binnen de normenkaders voor de controle vallen. De accountant meldt dat zij de programmatische inschatting en fasering (aantallen in de tijd) heeft getoetst aan de passendheid binnen het provinciale beleid, maar wel als optimistisch (binnen de norm) beschouwt. Concreet heeft het audit overleg uitgebreid de gevoeligheid van deze verkoopprognose aan de orde gehad. Daarbij is aan de orde geweest dat het achterblijven van verkopen in 2014 mogelijke impact kan hebben op de waardering van de grondexploitaties alsdan, zonder afbreuk te doen aan de waardering per 31-12-2013. Daarnaast is de mogelijkheid om meer met scenario-analyse te werken in dit kader gedaan door de accountant. Dit ligt in lijn met het advies dat door PAS BV is gegeven. Het audit-overleg ziet dit als waardevolle aanbeveling aan het college. Inkoopbeleid
Het inkoopbeleid is als speerpunt benoemd in verband met de gewijzigde nationale verslaggevingsregels. De accountant heeft in dit kader een specifieke deelwaarneming gedaan. De voornaamste bevinding is dat het inkoopbeleid geactualiseerd dient te worden, in het bijzonder in relatie tot de nieuwe wetgeving. Ook de kaders om af te wijken van het eigen beleid kunnen worden versterkt. Weerstandsvermogen structureel en incidenteel Het onderscheid structureel en incidenteel weerstandsvermogen geeft een verbetering van het inzicht in de weerstandscapaciteit. Over de omvang van het weerstandvermogen worden geen uitspraken gedaan; de maatregelen die getroffen (kunnen) worden om de gevolgen van als structureel benoemde risico’s te kunnen beperken spelen hierbij een belangrijke rol. Structurele risico’s dienen, dienen structureel te worden afgedekt. De disbalans tussen het incidentele en structurele weerstandsvermogen kan vanuit dat perspectief ook worden verklaard. Het college zal zich moeten blijven inspannen om de risico’s te beheersen en adequate maatregelen te treffen om er op deze wijze voor te zorgen dat de structurele risico’s worden vermeden en wanneer deze zich toch voor doen direct maatregelen kunnen worden genomen om de financiële consequenties te beperken. Overige bevindingen die aandacht behoeven Verbijzonderde interne controle De accountant steunt voor een deel van haar controle op de werkzaamheden van de (verbijzonderde) interne controle. Om te kunnen steunen op de werkzaamheden van de interne controle, moeten deze werkzaamheden voldoende kwaliteit en zekerheid bieden ten aanzien van de aspecten getrouwheid en rechtmatigheid. Door een wijziging in accountantsrichtlijn ISA610, zijn de eisen met ingang van 2014 verscherpt, hetgeen ook een versterking vraagt in de interne controle. De noodzakelijke maatregelen zijn voorgelegd aan de interne organisatie en worden nader door het college opgepakt. Het audit overleg is van mening dat in brede zin heroriëntatie en kaders noodzakelijk zijn in het kader van interne controle/beheersing. Deze ziet onder andere op: -
Risicomanagement in brede zin; Het samenstellen van interne controleprogramma’s; Interne controles/toetsing op de interne beheersing; Interne controles op specifieke verantwoordingen;
Het is raadzaam dit aspect in samenwerking met buurgemeenten op te pakken, mede in het kader van scholing, kennisopbouw en –overdracht, en beperkte formatieruimte. Voorspelbaarheid van het resultaat Door de accountant is in het rapport aangegeven dat de voorspelbaarheid van de begroting voldoende is. Het auditoverleg deelt deze mening, maar wel vanuit het navolgende perspectief:
-
-
-
-
De afwijking in percentage van de begroting (totale stromen) bedraagt 1%, wat ten opzichte van landelijk niet uitzonderlijk is; Het kwalitatief structurele resultaat, zoals berekend door PwC ligt in lijn met de begrotingsdoelstellingen die zijn benoemd in de decembernota van het college. Dit document vormt een aanvulling op de begroting, waarmee actuele ontwikkelingen zijn verbonden met de begroting. De voorspelbaarheid wordt daarmee versterkt; In de voor- en najaarsnota wordt adequaat aandacht besteed aan risicomanagement en de impact die dit op de begroting kan hebben. Daarmee worden ook tussentijds voorspellers voor de begroting geïncorporeerd in de planning & controlcylus De verantwoordings- en begrotingsdocumentatie kan in informatiewaarde toenemen door ook een verband te leggen tussen realisatie beleid ten opzichte van voorgenomen beleid, begroting, realisatie, risico’s en de beïnvloedbaarheid daarvan. In de huidige wijze van rapporteren wordt voldoende koppeling gezocht tussen incidentele nadelen en incidentele dekkingen daarvoor.
Zij heeft daarnaast kennisgenomen van de diverse staatjes die zijn opgenomen in het accountantsverslag en vastgesteld dat het totaal perspectief van deze analyses past in de bovenstaande opsomming. Opdracht accountant en rol audit-overleg komende periode De opdracht tot de controle van de jaarrekeningen van Wijk bij Duurstede, is verstrekt voor de periode 2011 tot en met het boekjaar 2013. Dit is 1 jaar korter dan gebruikelijk en wordt veroorzaakt doordat gezamenlijk met Bunnik aanbesteding heeft plaatsgevonden in 2011. In overleg met de ambtelijke organisatie is het voorstel van het auditoverleg de opdracht met 1 jaar te verlengen, zodat na een periode van 4 jaar weer een meervoudige aanbesteding kan plaatshebben. Aan de accountant is in dit kader reeds om een offerte gevraagd. Naar aanleiding van het gesprek over deze offerte (uitgangspunten dienstverlening) is door de accountant de vraag voorgelegd in hoeverre zowel overleg met de auditcommissie als de totale raad gevoerd dient te worden. Op steeds meer plekken vindt het overleg nog ‘slechts’ met de auditcommissie plaats en niet meer in de voltallige raad. Het is dan aan de audit commissie om verantwoording af te leggen aan de raad over haar werkzaamheden en die van de accountant. De ervaring tot op heden is dat er in de bespreking in de voltallige raad/voorbespreking geen nieuwe vragen aan de orde komen die niet reeds door het audit overleg zijn voorgelegd aan de accountant OF die niet door de portefeuillehouder of leden vanhet audit overleg beantwoord kunnen worden. Eventuele vragen die niet beantwoord kunnen worden, hebben nog tijd tot aan de raadsvergadering van vaststelling om schriftelijk beantwoord te worden. In dit kader stelt het auditoverleg voor om voor het verslagjaar 2014 op proef te bekijken of dit een werkbare situatie is. Wanneer de raad daarmee akkoord gaat betekent dit wel dat: -
Het auditoverleg vooraf rapporteert ten aanzien van de controleopdracht en speerpunten aan de accountant; Tussentijds rapporteert ten aanzien van haar bevindingen bij de interimcontrole; Uitgebreid rapporteert (conform huidige wijze van rapporteren) in de voorbespreking. Op de verdiepingsvragen/speerpunten bij de controle van de jaarrekening kan een verdiepingssessie met de accountant worden gepland ten behoeve van de voltallige
raad: onderwerpen als interne sturing/beheersing en rol van de raad zouden dan aandacht kunnen krijgen.
Aan de Raad wordt gevraagd om in te stemmen met een volledige vertegenwoordiging door het audit overleg naar de accountant en advisering aan de Raad op basis van de bevindingen van accountant en audit overleg.
Tot slot College, maar bovenal de ambtelijke organisatie hebben wederom met verbetering in kwaliteit een goed stuk werk neergelegd. De organisatie blijkt jaarlijks weer bereid en in staat verbeteringen te realiseren. Wat ons betreft verdient dat wederom complimenten. De dikke bundel die jaarverslag en jaarrekening heten, komen maar niet zo tot stand. Dat realiseren wij ons ter dege… Wij zien dan ook graag uit naar de verdere doorontwikkeling van deze stukken! Namens het auditoverleg,
Tijmen Baas (voorzitter)
Wietze Smit
Hans van Dijk
Wijk bij Duurstede, 27 juni 2014 betreft: agendapunt 7 raadsvergadering 8 juli 2014 Behandelmemo Van: agendacommissie Aan: raads- en steunfractieleden
Betreft Wet Markt en Overheid
behandeld door: M.A.C. van Esterik Toestelnummer:
595 584
Doel activiteit Besluitvorming Toelichting Op 1 juli 2012 is de Wet markt en overheid van kracht geworden, een wijziging van de Mededingingswet. De wijziging van deze wet geeft een aantal regels waaraan overheden moeten voldoen als zij of overheidsbedrijven voor hen economische activiteiten uitvoeren. Waarbij een economische activiteit als volgt gedefinieerd wordt: “iedere activiteit bestaande uit het aanbieden van goederen en/of diensten op een bepaalde markt” Doel van deze wet is om zo gelijk mogelijke concurrentieverhoudingen tussen overheden en bedrijven te creëren. De wet is op 1 juli 2012 in werking getreden, maar geeft de gemeente twee jaar de tijd om bestaande activiteiten in overeenstemming te brengen met de regeling. Uiterlijk 1 juli 2014 moet de gemeente Wijk bij Duurstede voldoen aan de Wet markt en overheid. De gemeente Wijk bij Duurstede voert ook economische activiteiten uit. Een aantal economische activiteiten dat de gemeente ontplooit is in het algemeen belang en worden om deze reden onder kostprijs uitgevoerd. Hierdoor voldoen ze niet aan de Wet markt en overheid. Door deze activiteiten van algemeen belang te verklaren, zijn deze uitgezonderd van de wet en kunnen ze onder kostprijs aangeboden blijven worden aan de doelgroep. Aan u als gemeenteraad wordt gevraagd een aantal economische activiteiten aan te wijzen als activiteiten die plaatsvinden in het algemeen belang als bedoeld in artikel 25 h, vijfde lid van de Mededingingswet. Digitale bijlage bij het raadsvoorstel Activiteiten Motivering algemeen belang Ter inzage liggende stukken Rapport B&W Portefeuillehouder: Jan Burger Technische vragen bij: mevrouw
[email protected] en c.c. aan de griffie
1
Raadsvergadering, 8 juli 2014
Voorstel aan de Raad
Nr.:
20140708 7 RV
Agendapunt:
7
Datum:
24 juni 2014
Onderwerp: − Wet markt en overheid activiteiten aanmerken als activiteiten in het algemeen belang Onderdeel raadsprogramma: Programma 2: Toerisme en vrije tijd Portefeuillehouder: Jan Burger
Voorgesteld besluit De onderstaande economische activiteiten aanwijzen als activiteiten die plaatsvinden in het algemeen belang als bedoeld in artikel 25 h, vijfde lid, van de Mededingingswet: - Exploitatie sportpark de Nieuwe Kamp - Verhuur gymzaal Walplantsoen - Verhuur Hordenhal en Vikinghal - Verhuur maatschappelijk vastgoed Korte samenvatting Per 1 juli 2014 moeten overheden die economische activiteiten verrichten op de markt voldoen aan de Wet markt en overheid. Doel van deze wijziging in de Mededingingswet is om zo gelijk mogelijke concurrentieverhoudingen tussen overheden en bedrijven te creëren. De gemeente Wijk bij Duurstede voert ook economische activiteiten uit. Een aantal economische activiteiten die de gemeente ontplooit zijn in het algemeen belang en worden om deze reden onder kostprijs uitgevoerd. Hierdoor voldoen ze niet aan de Wet markt en overheid. Door deze activiteiten van algemeen belang te verklaren, zijn deze uitgezonderd van de wet en kunnen ze onder kostprijs aangeboden blijven worden aan de doelgroep. Aanleiding Op 1 juli 2012 is de Wet markt en overheid van kracht geworden, een wijziging van de Mededingingswet. De wijziging van deze wet geeft een aantal regels waaraan overheden moeten voldoen als zij of overheidsbedrijven voor hen economische activiteiten uitvoeren. Waarbij een economische activiteit als volgt gedefinieerd wordt: “iedere activiteit bestaande uit het aanbieden van goederen en/of diensten op een bepaalde markt” Doel van deze wet is om zo gelijk mogelijke concurrentieverhoudingen tussen overheden en bedrijven te creëren. De wet is op 1 juli 2012 in werking getreden, maar geeft de gemeente twee jaar de tijd om bestaande activiteiten in overeenstemming te brengen met de regeling. Uiterlijk 1 juli 2014 moet de gemeente Wijk bij Duurstede voldoen aan de Wet markt en overheid.
Specifiek (beoogd doel) Het doel van het besluit is om de activiteiten, zoals genoemd, aan te merken als activiteiten die plaatsvinden in het algemeen belang en op dezelfde wijze worden voortgezet. Dit in overeenstemming met de Wet markt en overheid. Meetbaar Met het aanwijzen van de economische activiteiten als activiteiten in het algemeen belang is het mogelijk om deze activiteiten op dezelfde manier uit te blijven voeren als nu. Voor de sportdeelname is het van belang dat de verenigingen niet geconfronteerd worden met een verhoging van de huren van de sportaccommodaties. Ook voor de organisaties die gebruik maken van maatschappelijk vastgoed is het van belang dat zij niet geconfronteerd worden met huurverhogingen zodat zij hun maatschappelijke doelstellingen kunnen behalen. De voordelen voor het algemeen belang, wegen in deze op tegen de nadelen voor de eventuele belangen van derden. Acceptabel Overwegingen die leiden tot het besluit Binnen de gemeente Wijk bij Duurstede ontplooien we verschillende economische activiteiten die vallen onder de Wet markt en overheid. Bij de uitvoering van deze economische activiteiten moet de gemeente aan de volgende gedragsregels voldoen: Functiescheiding: er moet een functiescheiding (organisatieonderdelen en personen) zijn tussen economische en publieke activiteiten; Gegevensgebruik: Gegevens uit publiekrechtelijke bevoegdheden mogen niet voor economische activiteiten gebruikt worden, mits marktpartijen er ook over beschikken; Integrale kostendoorberekening: Overheidsorganisaties moeten de integrale kostprijs in hun tarief doorberekenen; Bevoordelingsverbod: een overheidsorgaan mag zijn overheidsbedrijf geen voordelen verschaffen die andere marktpartijen niet ook krijgen. Naast de gedragsregels zijn er in de wet ook economische activiteiten opgenomen die uitgevoerd worden door een overheid maar die vallen buiten de werking van de Wet markt en overheid. Dit zijn de volgende: - verrichten van economische activiteiten voor andere overheden ter uitvoering van de publiekrechtelijke taak; - economische activiteiten ten aanzien waarvan een steunmaatregel in de zin van de Europese staatssteunregels is getroffen; - economische activiteiten of bevoordeling van overheidsbedrijven in het algemeen belang. Inventarisatie Net als andere gemeenten ontplooit de gemeente Wijk bij Duurstede ook activiteiten die vallen onder de werking van de Wet markt en overheid. Na inventarisatie blijkt dat de volgende economische activiteiten onder de Wet markt en overheid vallen en voldoen aan de gedragsregels zoals hierboven gesteld en waar verder geen actie op ondernomen hoeft te worden: Aanbieden pasfotoservice Verhuur en verkoop van gemeentelijke gronden Verhuur van het gemeentehuis, museum, bibliotheek
De volgende activiteiten voldoen niet aan de gedragsregel van de wet dat de integrale kostprijs in rekening wordt gebracht, aan de andere gedragsregels wordt wel voldaan: - Exploitatie sportpark de Nieuwe Kamp - Verhuur gymzaal Walplantsoen - Verhuur Hordenhal en Vikinghal - Verhuur maatschappelijk vastgoed Voor de sportaccommodaties geldt dat in de sportnota expliciet is opgenomen dat de sportaccommodaties onder de kostprijs worden aangeboden omdat het van belang is dat sport voor iedereen toegankelijk moet zijn en dat financiën geen beperking mogen zijn. De sportaccommodaties moeten betaalbaar zijn voor iedereen. Ondanks dat dit besluit al genomen is, is het wenselijk en noodzakelijk om dit te formaliseren via dit raadsbesluit. De verhuur van maatschappelijk vastgoed aan verschillende maatschappelijke organisaties is vastgelegd in verschillende B&W rapporten die gaan over de specifieke gebouwen. Gezien de doelstellingen die de maatschappelijke organisaties hebben, is het van belang dat de financiën geen beperking mogen zijn tijdens het uitvoeren van hun maatschappelijke taak. In de bijlage is per economische activiteit aangegeven wat de motivering is om deze aan te merken als activiteit die plaatsvindt in het algemeen belang. Hierbij is ook gekeken naar gelijke concurrentieverhoudingen tussen de overheid en bedrijven. Draagvlak De sportverenigingen en maatschappelijke organisaties zullen geen bezwaar hebben tegen hetzelfde beleid met betrekking tot de tariefstelling van de accommodaties. Ook Stichting Wijksport zal geen bezwaar indienen op het moment dat de gemeente haar verhuuractiviteiten voor de binnensportaccommodaties staakt, op het moment dat de nieuwe binnensportaccommodatie op Marienhoeve klaar is. (Planning 30 juni 2015). Realistisch Het is realistisch om de activiteiten zoals aangegeven aan te merken als activiteiten in algemeen belang. Dit gezien de onderbouwing zoals gegeven in de bijlage bij het raadsbesluit. Kanttekeningen bij het voorgestelde besluit Het besluit om de activiteiten aan te merken als activiteiten die uitgevoerd worden in het algemeen belang is een besluit dat open staat voor bezwaar en beroep. Na publicatie van het raadsbesluit, is er dus een mogelijkheid dat een belanghebbende bezwaar indient. Echter gezien het draagvlak lijkt de kans hierop klein. Alternatieven Het is mogelijk om de genoemde activiteiten niet aan te merken als activiteiten die uitgevoerd worden in het algemeen belang. Op dat moment moet de gemeente voldoen aan de gedragsregels zoals deze gesteld zijn in de wet en de kostprijzen van de verschillende economische activiteiten berekenen en vervolgens doorbereken aan de gebruikers. Gezien het maatschappelijk belang van de organisaties die voordeel hebben is dit niet wenselijk.
Tijdgebonden Op 1 juli 2014 moet de gemeente voldoen aan de Wet markt en overheid. Voldoet de gemeente hier niet aan, dan kan de controlerende instantie Autoriteit Consument & Markt (na onderzoek) een last onder dwangsom opleggen. Aanpak/uitvoering Op het moment dat uw raad het besluit heeft genomen om de activiteiten aan te merken dat zij uitgevoerd worden in algemeen belang, vinden er geen veranderingen plaats en worden de economische activiteiten uitgevoerd, zoals ze nu ook worden uitgevoerd. Communicatie Op het moment dat uw raad een besluit heeft genomen zal het besluit gepubliceerd worden en ter inzage worden gelegd, zodat belanghebbenden de mogelijkheid krijgen om eventueel beroep en bezwaar in te dienen. Financiën Niet van toepassing Bijlagen Activiteiten motivering algemeen belang
Burgemeester en wethouders van Wijk bij Duurstede,
Janneke Louisa-Muller secretaris
Tjapko Poppens burgemeester
Raadsbesluit
De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 juni 2014, nr. 20140708 7 RV
gelet op de Mededingingswet, Wet markt en overheid.
besluit: De onderstaande economische activiteiten aanwijzen als activiteiten die plaatsvinden in het algemeen belang als bedoeld in artikel 25 h, vijfde lid, van de Mededingingswet: Exploitatie sportpark de Nieuwe Kamp Verhuur gymzaal Walplantsoen Verhuur Hordenhal en Vikinghal Verhuur maatschappelijk vastgoed
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van dinsdag 8 juli 2014 De raad voornoemd,
griffier,
voorzitter,
Bijlage activiteiten motivering in Algemeen Belang Activiteit Doelgroep Exploitatie sportpark de Voetbalvereniging SVF Nieuw Kamp te Cothen
Verhuur gymzaal Walplantsoen
Belangenafweging en motivering De gemeente heeft in de sportnota aangegeven dat zij een maatschappelijke taak heeft in het exploiteren van sportaccommodaties. Dit om sport en sportactiviteiten toegankelijk te houden voor alle inwoners van de gemeente Wijk bij Duurstede. De voetbalvelden in Cothen zijn de enige sportvelden die nog in beheer zijn van de gemeente Wijk bij Duurstede. Binnen de kern Cothen is er geen private stichting/ ondernemer die te kennen heeft gegeven dat hij/zij de voetbalvelden willen exploiteren of dat zij schade ondervinden van het exploiteren van de voetbalvelden door de gemeente. Om deze reden is er geen risico dat concurrentieverstoring kan ontstaan met andere ondernemingen en is het gewaarborgd dat er geen concurrentievervalsing gaat plaatsvinden. Verschillende Net als bij de binnensportverenigingen buitensportaccommodaties geldt ook voor de binnensportaccommodaties dat de gemeente in de sportnota heeft aangegeven dat zij een maatschappelijke taak heeft in het exploiteren van sportaccommodaties. Dit om sport en sportactiviteiten toegankelijk te houden voor alle inwoners van de gemeente Wijk bij Duurstede. Tot de binnensportaccommodatie op Mariënhoeve wordt opgeleverd is er geen andere aanbieder binnen Wijk bij Duurstede die kan voorzien in de vraag van binnensportverenigingen en particulier sporten voor binnensportaccommodaties. Om deze reden is er tot die tijd geen sprake van concurrentievervalsing. En is het gelegitimeerd om de verhuur van gymzaal Walplantsoen aan sportverenigingen aan te merken als algemeen belang. Op het moment dat de binnensportaccommodatie op
Verhuur Hordenhal en Vikinghal
Verhuur maatschappelijk vastgoed
Mariënhoeve in gebruik wordt genomen, zal de gemeente de verhuur aan sportverenigingen staken. Verschillende Net als bij de binnensportverenigingen buitensportaccommodaties geldt ook en incidentele voor de binnensportaccommodaties gebruikers dat de gemeente in de sportnota heeft aangegeven dat zij een maatschappelijke taak heeft in het exploiteren van sportaccommodaties. Dit om sport en sportactiviteiten toegankelijk te houden voor alle inwoners van de gemeente Wijk bij Duurstede. Tot de binnensportaccommodatie op Mariënhoeve wordt opgeleverd is er geen andere aanbieder binnen Wijk bij Duurstede die kan voorzien in de vraag van binnensportverenigingen en particulier sporten voor binnensportaccommodaties. Om deze reden is er tot die tijd geen sprake van concurrentievervalsing. En is het gelegitimeerd om de verhuur van gymzaal Walplantsoen aan sportverenigingen aan te merken als algemeen belang. Op het moment dat de binnensportaccommodatie op Mariënhoeve in gebruik wordt genomen, zal de gemeente de verhuur aan sportverenigingen staken Verschillende De gemeente Wijk bij Duurstede maatschappelijke heeft verschillende gebouwen in organisaties beheer en verhuurt aan maatschappelijke organisaties die geen winstoogmerk hebben en maatschappelijke doelstellingen nastreven. Deze doelstellingen dragen bij aan het creëren van een positief woonklimaat in de gemeente Wijk bij Duurstede. De verhuur van de accommodaties onder de kostprijs dragen bij aan het algemeen belang. De kans dat de verhuur van de accommodaties onder kostprijs concurrerend is voor andere ondernemingen die vastgoed verhuren is erg klein. Dit omdat de maatschappelijke organisaties die huren van de gemeente geen
financiële middelen hebben om marktconforme huurprijzen te betalen. Bij dit besluit in algemeen belang gaat het om de volgende accommodaties: - voormalige Gymzaal weidedreef (nu in gebruik als voedselbank) - Voormalig kleine ros (nu in gebruik als opslag voor o.a. carnavalswagens) – voormalige Wijkhuis (nu in gebruik door Nogges) - Oude stadhuis – Kinderboerderij de Vliert - Loods werf (Kringloop Nogges) - Stichting de nieuwe Schakel (Zandweg 10)
Besluit van burgemeester en wethouders Datum B&W-vergadering Behandelend ambtenaar Afdeling Portefeuillehouder Paraaf afdelingshoofd
24 juni 2014 Debby van Zetten Strategie, Beleid en Projecten Jan Burger
Rapportnummer
B-stuk
Onderwerp: Wet Markt en Overheid
Besluit(en): 1. De raad voor te stellen om de volgende economische activiteiten aan te wijzen als activiteiten die plaatsvinden in het algemeen belang als bedoeld in artikel 25 h, vijfde lid, van de Mededingswet: - Exploitatie sportpark de Nieuwe Kamp - Verhuur gymzaal Walplantsoen - Verhuur Hordenhal en Vikinghal - Verhuur maatschappelijk vastgoed
Openbaar: Naar raad:
Ja Ja, ter behandeling
Secretaris
Akkoord Bespreken
Besluit B&W: Paraaf secretaris:
Burgemeester
Wethouder Hans Marchal
Wethouder Jan Burger
Wethouder Wil Kosterman
Samenvatting t.b.v. besluitenlijst Aanleiding Per 1 juli 2014 moeten overheden die economische activiteiten verrichten op de markt voldoen aan de Wet markt en overheid. Doel van deze wijziging in de Mededingingswet is om zo gelijk mogelijke concurrentieverhoudingen tussen overheden en bedrijven te creëren en om deze reden bevat de wet gedragsregels voor overheden waar zij aan moeten voldoen. De gemeente Wijk bij Duurstede voert ook economische activiteiten uit. Een aantal economische activiteiten die de gemeente ontplooit zijn in het algemeen belang en worden om deze reden onder kostprijs uitgevoerd. Hierdoor voldoen ze niet aan de Wet markt en overheid. Door deze activiteiten van algemeen belang te verklaren, zijn deze uitgezonderd van de wet en kunnen ze onder kostprijs aangeboden worden aan de doelgroep. Doel De raad een aantal economische activiteiten aan laten wijzen als activiteiten die plaatsvinden in het algemeen belang zodat de activiteiten op dezelfde manier uitgevoerd kunnen worden. Uitvoering/communicatie Op het moment dat het college in heeft gestemd met het voorgestelde besluit, wordt dit aangeboden aan de gemeenteraad. Met de griffie is afgestemd dat het direct als hamerstuk geagendeerd wordt voor de vergadering van 8 juli aanstaande. Na vaststelling door de raad wordt het besluit gepubliceerd op de gemeentepagina en op de website met de mededeling dat het besluit ter inzage wordt gelegd en openstaat voor beroep en bezwaar.
2
Integraal adviesrapport Voortraject & achtergronden Wet markt en overheid Op 1 juli 2012 is de Wet markt en overheid van kracht geworden, een wijziging van de Mededingingswet. De wijziging van deze wet geeft een aantal regels waaraan overheden moeten voldoen als zij of overheidsbedrijven voor hen economische activiteiten uitvoeren, waarbij een economische activiteit als volgt gedefinieerd wordt: “iedere activiteit bestaande uit het aanbieden van goederen en/of diensten op een bepaalde markt” Doel van deze wet is om zo gelijk mogelijke concurrentieverhoudingen tussen overheden en bedrijven te creëren. De wet is op 1 juli 2012 in werking getreden, maar geeft de gemeente twee jaar de tijd om bestaande activiteiten in overeenstemming te brengen met de regeling. Dus uiterlijk 1 juli 2014 moet de gemeente Wijk bij Duurstede voldoen aan de Wet markt en overheid. Zoals aangegeven zijn in de wet 4 gedragsregels opgenomen waaraan een overheid moet voldoen als zij economische activiteiten ontplooien. Dit zijn de volgende: - Functiescheiding: er moet een functiescheiding (organisatieonderdelen en personen) zijn tussen economische en publieke activiteiten - Gegevensgebruik: Gegevens uit publiekrechterlijke bevoegdheden mogen niet voor economische activiteiten gebruikt worden, mits marktpartijen er ook over beschikken - Integrale kostendoorberekening: Overheidsorganisaties moeten de integrale kostprijs in hun tarief doorberekenen - Bevoordelingsverbod; een overheidsorgaan mag zijn overheidsbedrijf geen voordelen verschaffen die andere marktpartijen niet ook krijgen. Naast de regels zijn er in de wet ook economische activiteiten opgenomen die uitgevoerd worden door een overheid maar die niet vallen onder de Wet markt en overheid. Dit zijn de volgende: - verrichten van economische activiteiten voor andere overheden ter uitvoering van de publiekrechtelijke taak - economische activiteiten ten aanzien waarvan een steunmaatregel in de zin van de Europese staatssteunregels is getroffen - economische activiteiten of bevoordeling van overheidsbedrijven in het algemeen belang. Met betrekking tot het laatste punt moet de gemeenteraad bepalen welke activiteiten aangemerkt worden als activiteiten die uitgevoerd worden in het algemeen belang. Binnen de gemeente Wijk bij Duurstede zijn er geen overheidsbedrijven aanwezig. Om deze reden concentreert dit voorstel zich alleen op de economische activiteiten die de gemeente Wijk bij Duurstede ontplooit. Economische activiteiten van de gemeente Wijk bij Duurstede Net als andere gemeenten ontplooit de gemeente Wijk bij Duurstede ook activiteiten die vallen onder de werking van de Wet markt en overheid. Na inventarisatie blijkt dat de volgende economische activiteiten onder de Wet markt en overheid vallen en voldoen aan de 4 gedragsregels zoals hierboven gesteld en waar verder geen actie op ondernomen hoeft te worden: - Aanbieden pasfotoservice - Verhuur en verkoop van gemeentelijke gronden - Verhuur van het gemeentehuis, museum, bibliotheek
3
De volgende activiteiten voldoen niet aan de gedragsregel dat de integrale kostenprijs doorberekend wordt, aan de andere gedragsregels uit de wet wordt wel voldaan: - Exploitatie sportpark de Nieuwe Kamp - Verhuur gymzaal Walplantsoen - Verhuur Hordenhal en Vikinghal - Verhuur maatschappelijk vastgoed Om bovengenoemde activiteiten uit te zonderen van de Wet markt en overheid moet een besluit worden genomen dat deze economische activiteiten plaatsvinden in het algemeen belang. Opties 1 Het is mogelijk om de activiteiten zoals benoemd niet aan te merken als activiteiten die ontplooit worden in het algemeen belang en niet uit te zonderen van de Wet markt en overheid. Dit houdt in dat de activiteiten zoals benoemd moeten voldoen aan de gedragsregels die zijn vastgelegd in de wet. Voor de genoemde activiteiten moet dan de kostprijs eerst berekend en vervolgens doorgerekend worden aan de gebruikers. De sportverenigingen en andere maatschappelijke organisaties zullen dan meer huur moeten betalen voor het gebruik van de sportaccommodaties en maatschappelijk vastgoed. Overwegingen Juridisch Zoals aangegeven moet de gemeente Wijk bij Duurstede voor het ontplooien van economische activiteiten voldoen aan de gedragsregels zoals deze zijn vastgelegd in de Wet markt en overheid. De gemeente moet uiterlijk 1 juli 2014 voldoen aan deze regels of de gemeenteraad moet een besluit hebben genomen dat de activiteiten waarbij niet wordt voldaan aan de gedragsregels in het algemeen belang zijn zoals opgenomen in artikel 25h, vijfde lid van de Mededingingswet zodat deze uitgezonderd zijn van de Wet markt en overheid. Voldoet de gemeente hier niet aan, dan kan de controlerende instantie Autoriteit Consument & Markt (na onderzoek) een last onder dwangsom opleggen. Maatschappelijke effecten Sportaccommodaties In de sportnota is opgenomen dat de gemeente de maatschappelijke taak heeft de sportzalen betaalbaar te houden voor de gebruikers. Achterliggende gedachte hierbij is dat iedereen, ongeacht de financiële positie, de mogelijkheid heeft om binnen de gemeente te sporten en de sportdeelname zo hoog mogelijk te houden. Gezien dit uitgangspunt wordt de tariefstelling van de binnensportaccommodaties (Hordenhal, Vikinghal en gymzaal op het Walplantsoen) en de buitensportaccommodatie (voetbal de Nieuwe Kamp in Cothen) alleen jaarlijks geïndexeerd en wordt de kostprijs niet berekend. De wet is bedoeld om de concurrentieverhoudingen tussen overheden en bedrijven te verbeteren. Buitensportaccommodatie Er is geen andere private ondernemer die bij de gemeente te kennen heeft gegeven dat hij/zij een voetbalveld wil exploiteren in de kern Cothen. Met betrekking tot de Nieuwe Kamp worden er dus geen andere belangen geschaad op het moment dat deze activiteit wordt aangemerkt als een activiteit in het algemeen belang en dus niet valt onder de Wet markt en overheid.
4
Binnensportaccommodaties Met betrekking tot de verhuur van de Hordenhal, Vikinghal en de exploitatie van de gymzaal op het Walplantsoen is er tot dat de binnensportaccommodatie op Mariënhoeve wordt opgeleverd geen andere aanbieder binnen Wijk bij Duurstede die kan voorzien in de vraag van de sportverenigingen en de particuliere sporters voor binnensportaccommodaties. Op het moment dat de nieuwe binnensportaccommodatie op Mariënhoeve wordt opgeleverd krijgen de binnensportverenigingen en particuliere sporters een plaats in deze nieuwe accommodatie. Als gemeente zullen wij dan de Hordenhal, de Vikinghal en het Walplantsoen niet meer verhuren. Deze activiteiten zullen dan wegvallen. Ondanks dat deze activiteiten hoogstwaarschijnlijk binnen nu en een jaar niet meer aan de orde zijn, is het van belang dat voor het laatste jaar een besluit voor algemeen belang wordt genomen, zodat wij voldoen aan de wet. Wellicht ten overvloede maar voor de volledigheid. De andere sportaccommodaties in onze gemeente (sportpark Oranjehof, sporthal de Rijnsloot, Sportpark Marienhoeve en het zwembad) worden geëxploiteerd door zelfstandige stichtingen die een bijdrage krijgen van de gemeente. Omdat zij niet aangemerkt worden als een bestuursorgaan, vallen deze stichtingen en daarmee de verhuur van deze sportaccommodaties niet onder de Wet markt en overheid.
Verhuur maatschappelijk vastgoed Naast de sportaccommodaties zijn er ook andere gemeentelijke gebouwen die de gemeente onder kostprijs aan maatschappelijke organisaties en stichtingen zonder winstoogmerk verhuurt. (zie voor de lijst de bijlage) Een voorbeeld is de verhuur van de boerderij en hooiberg aan kinderboerderij de Vliert. De verschillende accommodaties worden onder de kostprijs ter beschikking gesteld omdat de organisaties die er gebruik van maken een maatschappelijke doelstelling hebben en geen financiële middelen hebben om marktconforme huurprijzen te betalen. De kans dat de verhuur van de accommodaties onder kostprijs concurrerend is voor andere ondernemingen die vastgoed verhuren is erg klein. Om deze redenen is het mogelijk en van belang om de verhuur van maatschappelijk vastgoed als algemeen belang aan te merken. Voor de verhuur van gemeentelijk vastgoed heeft uw college op 4 maart 2014 ingestemd met de denkrichting om een eenduidig systeem te ontwikkelen voor huurprijsberekening, dat gebruikt zal gaan worden ongeacht de vraag of er sprake is van maatschappelijk vastgoed dan wel commerciële verhuur. Voordeel hiervan is dat het systeem dan transparanter wordt en er volledig inzicht is in de (feitelijke) subsidie die de gemeente verleent. De indirecte subsidies door het onder kostprijs verhuren van de accommodaties zijn dan namelijk niet meer aan de orde. Op dit moment wordt er echter nog gewerkt aan deze nieuwe systematiek. Planning van besluitvorming is nog niet bekend. Tot het nieuwe verhuursysteem eventueel in werking treedt, is het van belang om de verhuur van maatschappelijk vastgoed aan maatschappelijke organisaties zonder winstoogmerk aan te merken als economische activiteit in het algemeen belang. Risico’s Het kan zijn dat belanghebbenden zich melden bij de Autoriteit Consument & Markt en dat de laatste de gemeente gaat controleren op de uitvoering van de Wet. Het kan zijn dat er dan zaken naar boven komen die de gemeente nader moet regelen. Op dit moment wordt dat echter niet voorzien. Advies Gezien het bovenstaande adviseer ik u om de raad voor te stellen de genoemde activiteiten aan te merken als activiteiten in het algemeen belang.
5
Vervolgprocedure Als uw college heeft ingestemd zal het voorstel voor de raad (zie bijlage) geagendeerd worden voor de raadsvergadering van 8 juli aanstaande. Na vaststelling door de raad wordt het besluit gepubliceerd op de gemeentepagina en ter inzage gelegd, en is beroep en bezwaar mogelijk. Bijlagen: Control Advisering Bijlage motivering in algemeen belang Raadsvoorstel
6
Bijlage I
Control
Afstemming & communicatie Aangemeld voor/besproken in poho op: Collegiaal getoetst door:
Juridische zaken & rechtmatigheid Wet-/en regelgeving:
16 juni 2014 Danny Liemburg
Wet markt en overheid
Het besluit is niet in strijd met Europese, landelijke of gemeentelijke wet- en regelgeving. Bezwaar en beroep Er is bezwaar en beroep mogelijk
Financiële zaken Het besluit heeft geen financiële gevolgen.
Bijlage II
Advisering
Bedrijfsvoering Loes Broos, consulent Juridische Zaken, stemt in met het voorstel Karin Borsje, communicatieadviseur, stemt in met het voorstel Andere afdelingen Jeroen van Veenendaal, vastgoedmedewerker, stemt in met het voorstel Bert van de Brand, afdelingshoofd beheer, stemt in met het voorstel Mariska Romijn, beleidsadviseur sociale zaken, stemt in met het voorstel
Externe instanties en/of adviesraden
Bijlage activiteiten motivering in Algemeen Belang Activiteit Doelgroep Exploitatie sportpark de Voetbalvereniging SVF Nieuwe Kamp te Cothen
Verhuur gymzaal Walplantsoen
Belangenafweging en motivering De gemeente heeft in de sportnota aangegeven dat zij een maatschappelijke taak heeft in het exploiteren van sportaccommodaties. Dit om sport en sportactiviteiten toegankelijk te houden voor alle inwoners van de gemeente Wijk bij Duurstede. De voetbalvelden in Cothen zijn de enige sportvelden die nog in beheer zijn van de gemeente Wijk bij Duurstede. Binnen de kern Cothen is er geen private stichting/ ondernemer die te kennen heeft gegeven dat hij/zij de voetbalvelden willen exploiteren of dat zij schade ondervinden van het exploiteren van de voetbalvelden door de gemeente. Om deze reden is er geen risico dat concurrentieverstoring kan ontstaan met andere ondernemingen en is het gewaarborgd dat er geen concurrentievervalsing gaat plaatsvinden. Verschillende Net als bij de binnensportverenigingen buitensportaccommodaties geldt ook voor de binnensportaccommodaties dat de gemeente in de sportnota heeft aangegeven dat zij een maatschappelijke taak heeft in het exploiteren van sportaccommodaties. Dit om sport en sportactiviteiten toegankelijk te houden voor alle inwoners van de gemeente Wijk bij Duurstede. Tot de binnensportaccommodatie op Mariënhoeve wordt opgeleverd is er geen andere aanbieder binnen Wijk bij Duurstede die kan voorzien in de vraag van binnensportverenigingen en particulier sporten voor binnensportaccommodaties. Om deze reden is er tot die tijd geen sprake van concurrentievervalsing. En is het gelegitimeerd om de verhuur van gymzaal Walplantsoen aan sportverenigingen aan te merken als algemeen belang. Op het moment dat de binnensportaccommodatie op Mariënhoeve in gebruik wordt
Verhuur Hordenhal en Vikinghal
Verhuur maatschappelijk vastgoed
genomen, zal de gemeente de verhuur aan sportverenigingen staken. Verschillende Net als bij de binnensportverenigingen buitensportaccommodaties geldt ook en incidentele voor de binnensportaccommodaties gebruikers dat de gemeente in de sportnota heeft aangegeven dat zij een maatschappelijke taak heeft in het exploiteren van sportaccommodaties. Dit om sport en sportactiviteiten toegankelijk te houden voor alle inwoners van de gemeente Wijk bij Duurstede. Tot de binnensportaccommodatie op Mariënhoeve wordt opgeleverd is er geen andere aanbieder binnen Wijk bij Duurstede die kan voorzien in de vraag van binnensportverenigingen en particulier sporten voor binnensportaccommodaties. Om deze reden is er tot die tijd geen sprake van concurrentievervalsing. En is het gelegitimeerd om de verhuur van gymzaal Walplantsoen aan sportverenigingen aan te merken als algemeen belang. Op het moment dat de binnensportaccommodatie op Mariënhoeve in gebruik wordt genomen, zal de gemeente de verhuur aan sportverenigingen staken Verschillende De gemeente Wijk bij Duurstede maatschappelijke heeft verschillende gebouwen in organisaties beheer en verhuurt aan maatschappelijke organisaties die geen winstoogmerk hebben en maatschappelijke doelstellingen nastreven. Deze doelstellingen dragen bij aan het creëren van een positief woonklimaat in de gemeente Wijk bij Duurstede. De verhuur van de accommodaties onder de kostprijs dragen bij aan het algemeen belang. De kans dat de verhuur van de accommodaties onder kostprijs concurrerend is voor andere ondernemingen die vastgoed verhuren is erg klein. Dit omdat de maatschappelijke organisaties die huren van de gemeente geen financiële middelen hebben om marktconforme huurprijzen te
betalen. Bij dit besluit in algemeen belang gaat het om de volgende accommodaties: - voormalige Gymzaal weidedreef (nu in gebruik als voedselbank) - Voormalig kleine ros (nu in gebruik als opslag voor o.a. carnavalswagens) – voormalige Wijkhuis (nu in gebruik door Nogges) - Oude stadhuis – Kinderboerderij de Vliert - Loods werf (Kringloop Nogges) - Stichting de nieuwe Schakel (Zandweg 10)
VERSLAG RAADSVERGADERING 13 mei 2014 Samenvattend verslag van de openbare vergadering van de gemeenteraad van de gemeente Wijk bij Duurstede Voorzitter Griffier
de heer T.R. Poppens mevrouw M.A.C. van Esterik
Leden SP
de heer J. Brouwer mevrouw C.A.J. de Groot de heer J. Oechies de heer J.G. Pouw de heer S. Uitslag
VVD
de heer J.W.A. van Dijk de heer S. Segboer de heer R. Vinke
GroenLinks
de heer W.W.J. Janssen de heer N. van Staaden de heer A.J. Willems
D66
mevrouw G.M. Adema
PCG
de heer G. Taute
CDA
de heer G. Migchels mevrouw A.J.G. Vernooij
BurgerBelangen Nu
de heer W.G. Smit
PvdA
de heer T.V. Baas
Afwezig m.k.
de heer A. van Veen (D66)
Gasten
de heer J. Jongejan, formateur de heer F. van der Tol, informateur
Wethouders
de heer J.A.G. Burger mevrouw W.A.J. Kosterman de heer J. Marchal de heer drs. R.W. Peek, demissionair wethouder
Gemeentesecretaris
mevrouw J.J. Louisa-Muller
Notulist
mevrouw J.M. Kiep-de Jongh notulistenbureau Leeuwenburgh Vendrig
Verslag raad 13 mei 2014
1
AGENDA 1. 2. 3.
Opening Vaststelling van de agenda Spreekrecht
Kort opiniërend debat 4. Coalitieakkoord ‘Wij(k) voor elkaar, samenleving en gemeente samen sterk’ Installatie wethouders/raadsleden 5. Pitch kandidaat-wethouders 6. Onderzoek geloofsbrieven van de kandidaat-wethouders 7. Benoeming wethouders 8. Afleggen eed/verklaring en belofte door de wethouders 9. Onderzoek geloofsbrieven van de nieuwe leden van de raad 10. Afleggen eed/verklaring en belofte door nieuwe raadsleden 11. Sluiting
1. Opening De voorzitter opent de vergadering met een korte overweging, waarin hij aangeeft dat de gemeenteraad ten dienste van de plaatselijke gemeenschap in vergadering bijeen is. Hij verzoekt de aanwezigen staande een ogenblik stilte in acht te nemen. Hij memoreert dat een nieuwe raadsperiode is aangebroken en is verheugd dat er zo veel belangstellenden op de publieke tribune aanwezig zijn. Hij heet de collega’s van de ambtelijke organisatie in het bijzonder welkom. Hij geeft aan dat dit tevens de laatste raadsvergadering is van locoburgemeester en wethouder Robbert Peek. Hij heet hem daarom van harte welkom. Hij meldt het bericht van verhindering van de heer Van Veen. 2. Vaststelling van de agenda De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 3. Spreekrecht Hiervan wordt geen gebruik gemaakt. Kort opiniërend debat 4. Coalitieakkoord ‘Wij(k) voor elkaar, samenleving en gemeente samen sterk’ De voorzitter richt een speciaal woord van welkom in de richting van de heer Jongejan, die als formateur er in geslaagd is een akkoord te bereiken. Hij heet ook de heer Frans van Tol, informateur, van harte welkom. Het coalitieakkoord zal worden ingeleid door de heer Burger, coalitieleider. Daarna zullen de andere coalitiepartijen hun visie geven op het akkoord. Vervolgens krijgen de overige fracties gelegenheid om op het coalitieakkoord te reageren. Daarna zullen de kandidaat-wethouders worden voorgesteld.
Verslag raad 13 mei 2014
2
De heer Jongejan refereert aan het traject dat in de afgelopen weken is doorlopen. Er is een ander tijdperk aangebroken waarin wat anders wordt verwacht van mensen. Het gaat om meedoen. De coalitie wil transparant en open werken en politiek bedrijven. In het kader van bezuinigingen worden problemen van de rijksoverheid bij de gemeente gelegd. De coalitie heeft een heldere visie neergezet en gedebatteerd vanuit welke waarden er zal worden gecommuniceerd. Het coalitieakkoord staat vol met visie en heeft een andere manier van werken in zich. De regels waren in de vergaderingen ondersteunend aan wat de mensen wilden. Wijk bij Duurstede mag trots zijn dat deze raadsleden bereid zijn om in de komende vier jaar zitting te nemen in de raad en dat de wethouders bereid zijn de kar te trekken. De gemeente telt 23.000 inwoners en dat betekent een grote verantwoordelijkheid. De inwoners zijn de aandeelhouders van deze gemeente en kunnen ervoor kiezen om in de komende vier jaar mee te doen. Hij roept de inwoners op de uitgestoken hand te pakken en wenst een ieder heel veel succes in de komende tijd. (De aanwezigen reageren met applaus). De heer Burger geeft aan dat er in de afgelopen weken hard gewerkt is aan het coalitieakkoord van vier partijen. De titel is niet zomaar gekozen. Onder andere de onderwerpen woningbouw, zorg, voorzieningen, versterking binnenstad, versterking buurtcentra, duurzaamheid, groen onderhoud, speelvoorzieningen en recreatie zijn opgenomen. De rode draad is dat zaken met elkaar zullen worden opgepakt. De overheid dient er te zijn wanneer dat nodig is, maar de mensen moeten ook aangesproken worden op hun eigen verantwoordelijkheid. Dit is een enorme uitdaging die in daden zal moeten blijken. Het vertrouwen binnen de coalitie is in de afgelopen weken enorm gegroeid. Partijen zijn bereid om te luisteren. Het zijn bestuurders die niet aan de zijlijn toekijken, maar weten wat er in de maatschappij leeft. Die de organisatie het werk laten doen wat zij moet doen. Dit is een andere bestuurscultuur. De SP heeft heel veel vertrouwen in de nieuwe periode en wil daaraan graag haar bijdrage leveren. Hij bedankt de vele insprekers voor hun bijdragen waar zeker rekening mee gehouden zal worden in de komende periode. Afsluitend bedankt hij de heer Jongejan en Hester met een boeket. (De aanwezigen reageren met applaus). De heer Willems (GroenLinks) refereert aan de ijkpunten. De titel zegt al heel veel. De achterban is tevreden over het akkoord. Duurzaamheid blijft een belangrijk onderwerp voor GroenLinks. GroenLinks zal zich richten tot portefeuillehouder Marchal indien nodig. Met het oog op de regiegemeente is er nog genoeg te doen voor de nieuwe coalitie. (De aanwezigen reageren met applaus). De heer Taute (PCG) spreekt zijn dank uit richting de heer Jongejan voor de begeleiding van het proces en Hester voor het op papier stellen van het akkoord. De verandering van tijdperk is al genoemd. Deze veranderingen zijn alleen samen met de samenleving te overkomen. Hij citeert uit het coalitieakkoord dat de PCG streeft naar een gemeentebestuur dat dicht bij de burger staat, betrouwbaar en consequent is en zelf het goede voorbeeld geeft. De PCG wil voorts zorgdragen voor de zwakkeren in de samenleving en rentmeester zijn over de natuur. De PCG staat voor een degelijk financieel beleid. Een leefbaar en vitaal buitengebied. Denken in kansen. Zorgen voor elkaar. Het coalitieakkoord is een gedegen niet dichtgetimmerd visiedocument waar de samenleving bij zal worden betrokken. Samenvattend; een goed programma, goede mensen en onderling vertrouwen. De PCG heeft er zin in. Verslag raad 13 mei 2014
3
(De aanwezigen reageren met applaus). De heer Baas (PvdA) geeft aan dat het coalitieakkoord dicht bij het verkiezingsprogramma van de PvdA komt. Veel mensen uit de samenleving hebben meegesproken in de afgelopen weken. Het akkoord biedt ruimte om Wij(k) voor elkaar te realiseren. De bestuurlijke inrichting is een hele verstandige. Bestuurders maken onderling afwegingen en leggen verbindingen tussen dossiers. Dit maakt dat keuzes integraal zijn en dat de risico’s van de transities en uitdagingen het hoofd geboden kunnen worden. Het akkoord gaat uit van een financieel sterke en solide gemeente, maar er zijn nog wat uitdagingen te gaan. Het akkoord staat vol met wensen die uitgaan van het mensdenken en kracht halen uit de samenleving. De gemeente neemt haar rol als dat nodig is. Bij de transities wordt ingezet op preventie. Het akkoord is gericht op draagvlak in de raad. Het akkoord zet de stip op de horizon en dient in gezamenlijkheid te worden uitgevoerd. Hij is ervan overtuigd dat dit het college met de wethouders die straks worden voorgesteld wel is toevertrouwd. (De aanwezigen reageren met applaus). De heer Segboer (VVD) is blij dat er weer een college is. De VVD zal goede voorstellen steunen. Met de voorgestelde wethouders is in de afgelopen jaren goed samengewerkt. De VVD plaatst wel vraagtekens bij de rol van de PvdA die aanschuift bij een meerderheid. De VVD is van mening dat er in het akkoord geen keuzes worden gemaakt, maar toch is er een aantal goede punten dat zal worden gesteund. Als voorbeeld noemt hij de huizenbouw, de push voor CPO en goedkope koopwoningen. De doelgroepen voor sociale woningbouw nemen drastisch af. De financiële afspraken lijken in eerste instantie best okay, maar in vergelijking tot de ambities betekent voor de zorg, een zwembad, duurzaamheid zullen de financiële afspraken geen stand houden, of er komt niets van de ambities terecht. Voorts wijst hij op een aantal zaken die expliciet worden genoemd, maar dit was al allemaal afgesproken; de meerjarenbegroting dient sluitend te zijn. De N271 wordt veiliger gemaakt. Het integraal veiligheidsplan ligt er ook al en hoeft alleen nog maar gemaild te worden. De coalitie geeft geen prioriteit aan het economisch programma. Op zondag blijft het zoals het is waardoor er omzet misgelopen zal worden. LTO wordt in de kou gezet door de coalitiepartijen. Er wordt niet ingezet op fietsveiligheid in combinatie met landbouwverkeer. Geen hagelkanonnen. De VVD zal zich constructief opstellen om het goede te doen voor Wijk bij Duurstede, maar het wordt wel heel hard werken. (De aanwezigen reageren met applaus). Mevrouw Adema (D66) geeft aan dat haar fractie blij is met de verkiezingsuitslag en de zetelwinst die haar fractie behaalde. Dit biedt in de oppositie alle ruimte. D66 wenst de nieuwe coalitie veel succes is en benieuwd naar de nieuwe politiek. Veel van de opmerkingen van de VVD zou D66 ook kunnen maken, maar zij doet het niet. Gewortelde wethouders zullen keuzes moeten maken die hen niet geliefd zullen maken. Als het verantwoorde keuzes zijn, zal D66 dit steunen. Haar fractie gaat er vanuit dat het IHP er daadwerkelijk gaat komen. De toegezegde kerntakendiscussie wordt tegemoet gezien. Zij is blij met de ruimte voor initiatief van burgers en bedrijven. Heldere keuzes op het financiële vlak moeten nog gemaakt worden. D66 is blij met de financiële spelregels, maar het meerjarenperspectief merkt zij aan als wankel. De opmerking dat voldoende zorg gegarandeerd moet zijn, ook al zullen hiervoor de gemeentelijke lasten moeten stijgen, kan niet meteen op de steun van D66 rekenen. Zij
Verslag raad 13 mei 2014
4
spreekt de hoop uit dat het nieuwe bestuur een hecht team vormt, evenwichtig is en in balans zal blijken te zijn. (De aanwezigen reageren met applaus). De heer Migchels (CDA) heeft het coalitieprogramma gelezen met het verkiezingsprogramma van het CDA in gedachten. Hij heeft niet alle vertrouwen in de markt en de overheid. Het zijn maatschappelijk betrokken mensen die ertoe doen. In het coalitieakkoord ligt het accent net iets te veel op de overheid. Bij zorg wordt geredeneerd vanuit bekende zorgaanbieders, maar het lokaal ondernemerschap blijft hier onderbelicht. Voor het creëren van werkgelegenheid kan het MKB een bijdrage leveren aan extra lokale werkgelegenheid. Hij wijst op de ideeën van het OKW en merkt dit aan als een gemiste kans. Het CDA ziet gebiedsgericht kansen bieden ook niet terug in het akkoord. Het betreft een visie op hoofdlijnen, maar een aantal zaken is wel in detail uitgewerkt. Hij noemt in dit kader de wat verbloemde formulering met betrekking tot windmolens die mogelijkheden biedt. Op het gebied van veiligheid wordt er niets over burgerparticipatie gezegd. Ook drugs komt niet terug in het coalitieakkoord. Afsluitend concludeert hij dat het in hoofdlijnen een document betreft waar veel van het CDA denken in terugkomt. Met betrekking tot ondernemerschap zijn er zaken blijven liggen. Daar waar het concreter wordt, wordt het spannend. Hij heeft begrepen dat de oppositie nadrukkelijk zal worden betrokken. Hij wenst de wethouders veel succes in hun belangrijke ambt. (De aanwezigen reageren met applaus). De heer Smit (BurgerBelangen Nu) merkt op dat de meest ondenkbare combinatie een coalitie heeft gevormd. Hij veronderstelt dat de PCG een naamswijziging zal moeten doorvoeren; Progressief Christelijke Groepering. Het coalitieprogramma bevat een aantal prima doelen. Voor deze doelen heeft BurgerBelangen Nu gestreden in haar verkiezingsprogramma. De financiën op orde. De woningbouw aanjagen. De zorgtaken een zachte landing in de samenleving bezorgen. Op weg naar de ideale samenleving lopen de wegen van de partijen uiteen. Het zal moeilijk worden om iedereen op hetzelfde pad te houden in de komende vier jaar. BurgerBelangen Nu zal de coalitie op kritische en opbouwende wijze volgen. (De aanwezigen reageren met applaus). Installatie wethouders/raadsleden 5. Pitch kandidaat-wethouders De voorzitter geeft aan dat de coalitiepartijen hun wethouder kort zullen introduceren. De heer Brouwer (SP) geeft aan dat de SP acht jaar geleden een risico nam door iemand van buiten te kiezen, maar in de afgelopen jaren zijn er mooie dingen gedaan. Hij is trots dat hij SP’er is. Hij draagt de heer Jan Burger voor als wethouder, want Jan Burger moet gewoon doorgaan. (De aanwezigen reageren met applaus).
Verslag raad 13 mei 2014
5
De heer Willems (GroenLinks) geeft aan dat er met het vertrek van Wil Kosterman een vrouw verdwijnt uit de fractie. Wil opereert vaak vanuit haar gevoel, hij vanuit rede, maar zaken komen toch bij elkaar. Hij heeft er vertrouwen in dat Wil mooie dingen gaat doen voor Wijk bij Duurstede. (De aanwezigen reageren met applaus). De heer Taute (PCG) presenteert Hans Marchal. Hij staat dicht bij de inwoners, is benaderbaar, staat open voor vele vragen, is kundig op het terrein waarop hij wordt ingezet, ervaren, enthousiast, authentiek, heeft een groot verantwoordelijkheid gevoel. Hij neemt vervolgens de profielschets door en concludeert dat Hans Marchal aan alle eisen voldoet. (De aanwezigen reageren met applaus). De heer Baas (PvdA) verduidelijkt waarom de PvdA deelneemt aan deze coalitie. Hij refereert aan de verkiezingsuitslag die maakte dat zijn partij zich bescheiden diende op te stellen. De PvdA opereert liever binnen de coalitie op links dan dat zij in de oppositie blijft. De PvdA neemt haar verantwoordelijkheid. De budgetten staan onder spanning. Het zou niet verantwoord zijn als de PvdA dan ook nog eens uit zou zijn op een plaats in het college, maar aan deze coalitie kan wel kennis en inbreng gegeven worden. (De aanwezigen reageren met applaus). De voorzitter biedt de kandidaat-wethouders gelegenheid voor hun pitch. De heer Burger merkt op dat één van de grootste uitdagingen op het gebied van de werkgelegenheid ligt. De gemeente gaat als overheid samen met bedrijven en zelfstandig optreden. Partijen zullen met elkaar moeten optrekken om ervoor te zorgen dat problemen worden aangepakt. Hij maakt de klus graag af in de komende jaren. (De aanwezigen reageren met applaus). Mevrouw Kosterman was 12 jaar geleden kandidaat raadslid. Zij verkondigde destijds dat zij last had van een mening. Het hebben van een mening was niet de enige reden om de politiek in te gaan. Zij wilde iets doen voor haar woonplaats. In de rol van wethouder hoopt zij met haar mening iets te kunnen betekenen voor de Wijkse gemeenschap. Zij noemt een uitstekende jeugdzorg, het bouwen van een brede school, het integraal huisvestingsplan, er moet iets gebeuren met de huisvesting voor de bibliotheek, het museum en het kasteel. Toerisme kan intensiever. Citymarketing moet de kracht van de stad versterken. Zij heeft ontzettend veel zin om zich hiervoor te gaan inzetten. Zij hoopt op een positieve en opbouwende samenwerking waarin zij de ruimte krijgt om te doen wat zij moet doen. In haar jeugd ging het vaak om vriendjespolitiek. Gelukkig heeft men dat al enkele decennia achter zich gelaten. Wijk heeft een goede bestuurlijke cultuur. Er wordt fatsoenlijk met elkaar omgegaan en er is geen achterkamertjespolitiek. Zij hoopt dit te behouden. Afsluitend geeft zij aan dat men op haar kan rekenen. (De aanwezigen reageren met applaus).
Verslag raad 13 mei 2014
6
De heer Marchal werd 20 jaar geleden wethouder in Langbroek. Na de herindeling is hij inmiddels 18 jaar raadslid. Hij zal zijn vertrouwde plekje missen. Hij kan straks niet meer namens Gerrit spreken. De knop gaat om. Waar hij als raadslid voor stond, staat hij ook als bestuurder voor. Hij blijft gewoon Hans. Hij gaat deze nieuwe uitdaging met evenveel enthousiasme aangrijpen. Het coalitieakkoord en de portefeuilleverdeling bieden voldoende mogelijkheden. Hij ziet uit naar de contacten met de samenleving en een goede samenwerking met de ambtelijke organisatie en de gemeenteraad. Hij weet hoe een raadslid in de oppositie zich voelt. Waar nodig zal hij het initiatief nemen en de uitdaging aangaan. Er liggen kansen in het buitengebied. De glasvezel staat bovenaan zijn lijstje. Voorts moet hij zijn groene kant laten zien. Deze verantwoordelijkheid heeft men gezamenlijk uitgesproken. Het is inderdaad een gekleurde samenstelling, maar gekleurd is beter dan kleurloos. Er is harmonie en chemie. De formateur heeft een uitstekende rol gespeeld in de versterking daarvan. Hij hoopt dat raad en college onder Gods zegen met elkaar het beste mogen zoeken voor Wijk bij Duurstede. (De aanwezigen reageren met applaus). 6. Onderzoek geloofsbrieven van de kandidaat-wethouders De voorzitter verzoekt de leden Migchels, Adema en Smit om zitting te nemen in de commissie van onderzoek voor de geloofsbrieven. De voorzitter schorst de vergadering voor het onderzoek van de geloofsbrieven. De voorzitter heropent de vergadering en geeft het woord aan de heer Migchels. De heer Migchels deelt mee dat de commissie de geloofsbrieven van de kandidaatwethouders heeft onderzocht en in orde bevonden. Gebleken is dat Jan Burger, Wil Kosterman en Hans Marchal aan alle in de Gemeentewet gestelde eisen voldoen. De commissie adviseert tot hun benoeming. (De aanwezigen reageren met applaus). 7. Benoeming wethouders De voorzitter constateert dat de raadsleden dit advies overnemen en gaat over tot stemming. De commissie van stemopneming wordt gevormd door de leden Smit en Van Dijk. De voorzitter schorst de vergadering voor het tellen van de stemmen. De voorzitter heropent de vergadering en geeft het woord aan de heer Van Dijk. De heer Van Dijk merkt op dat de stembriefjes zullen worden vernietigd nadat de uitslag van de stemming bekend is gemaakt. Er zijn in totaal 54 stemmen uitgebracht, 52 geldige stemmen en 2 blanco stemmen als volgt: Jan Burger: 16 stemmen Wil Kosterman: 18 stemmen Hans Marchal: 18 stemmen Dit houdt in dat alle wethouders zijn benoemd. (De aanwezigen reageren met applaus).
Verslag raad 13 mei 2014
7
8. Afleggen eed/verklaring en belofte door de wethouders De voorzitter leest de tekst van de verklaring en belofte voor: Ik verklaar dat ik om tot wethouder benoemd te worden rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik verklaar en beloof dat ik om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk, enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik beloof dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet en dat ik de wetten zal nakomen en mijn plichten als wethouder naar eer en geweten zal vervullen. De heer Burger antwoordt met de woorden: Dat verklaar en beloof ik. (De aanwezigen reageren met applaus). De voorzitter leest de tekst van de verklaring en belofte voor: Ik verklaar dat ik om tot wethouder benoemd te worden rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik verklaar en beloof dat ik om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk, enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik beloof dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet en dat ik de wetten zal nakomen en mijn plichten als wethouder naar eer en geweten zal vervullen. Mevrouw Kosterman antwoordt met de woorden: Dat verklaar en beloof ik. (De aanwezigen reageren met applaus). De voorzitter leest de tekst van de eed voor: Ik zweer dat ik om tot wethouder benoemd te worden rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer dat ik om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk, enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet en dat ik de wetten zal nakomen en mijn plichten als wethouder naar eer en geweten zal vervullen. De heer Marchal antwoordt met de woorden: Zo waarlijk helpe mij God Almachtig. (De aanwezigen reageren met applaus). 9. Onderzoek geloofsbrieven van de nieuwe leden van de raad De voorzitter merkt op dat er door de benoeming van de wethouders drie posities vacant zijn binnen de raad. De kandidaten van de SP en GroenLinks worden vanavond geïnstalleerd. De kandidaat van de PCG wordt op 27 mei a.s. geïnstalleerd. De commissie van onderzoek van de geloofsbrieven wordt wederom gevormd door de leden Migchels, Adema en Smit. De voorzitter schorst de vergadering voor onderzoek van de geloofsbrieven. De voorzitter heropent de vergadering en geeft het woord aan de heer Migchels. De heer Michgels deelt mee dat de commissie de geloofsbrieven van de kandidaat-raadsleden heeft onderzocht en in orde bevonden. Gebleken is dat Corrie de Groot en Niek van Staaden aan alle in de Gemeentewet gestelde eisen voldoen. De commissie adviseert tot hun toelating als lid van de gemeenteraad. Verslag raad 13 mei 2014
8
(De aanwezigen reageren met applaus). De voorzitter adviseert de raadsleden te benoemen en bedankt de commissie van onderzoek van de geloofsbrieven voor haar werkzaamheden. 10. Afleggen eed/verklaring en belofte door nieuwe raadsleden De voorzitter leest de tekst van de verklaring en belofte voor: Ik verklaar dat ik om tot lid van de raad benoemd te worden rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik verklaar en beloof dat ik om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk, enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik beloof dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet en dat ik de wetten zal nakomen en mijn plichten als lid van de raad naar eer en geweten zal vervullen. Mevrouw De Groot (SP) antwoordt met de woorden: Dat verklaar en beloof ik. De heer Van Staaden (GroenLinks) antwoordt met de woorden: Dat verklaar en beloof ik. (De aanwezigen reageren met applaus). 11. Sluiting De voorzitter bedankt de aanwezigen voor hun inbreng en sluit de vergadering om 22.45 uur. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 27 mei 2014. De griffier,
De voorzitter,
M.A.C. van Esterik
T.R. Poppens
Verslag raad 13 mei 2014
9
VERSLAG VOORBESPREKING Mastergrondexploitatie 2014 en Monte Carlo simulatie grondexploitaties 13 mei 2014
Samenvattend verslag van de openbare voorbespreking van de gemeenteraad van de gemeente Wijk bij Duurstede
Gespreksleider
mevrouw W.J. de Jongh
Griffiemedewerker
mevrouw A. van Wees
Leden SP
de heer J. Oechies
VVD
de heer J. W.A. van Dijk
GroenLinks
de heer A.J. Willems
D66
de heer R. van Geijtenbeek
PCG
de heer G. Taute
CDA
de heer Migchels (schuif later aan)
BurgerBelangen Nu
de heer W.G. Smit
PvdA
de heer T.V. Baas
Ambtelijk
de heer D. van Liemburg
Portefeuillehouder
de heer J.A.G. Burger
Notulist
mevrouw J.M. Kiep-de Jongh notulistenbureau Leeuwenburgh Vendrig
Beeldvorming De gespreksleider opent de voorbespreking en heet iedereen welkom. Zij constateert dat er geen insprekers zijn. De heer Van Liemburg houdt een presentatie. De grondexploitaties worden halfjaarlijks geactualiseerd. De mastergrex maakt onderdeel uit van de jaarrekening. De nota grondbeleid en de structuurvisie vormen de basis. In totaal zijn er elf grondexploitaties voor een netto Voorbespreking Mastergrondexploitatie 2014 en Monte Carlo simulatie grondexploitaties, 13 mei 2014
1
totaalbedrag van € 7,4 mln. Het saldo is ten opzichte van 2013 met een half miljoen teruggelopen, want op De Kamp worden kleinere kavels met minder opbrengst gerealiseerd. De reserve grondbedrijf staat los van de algemene reserve. Voor 2014 is er een saldo van € 66.000 in kas. De opbrengsten van de grondexploitaties voeden de reserves. De Monte Carlo simulatie is een risicoanalyse. Vergeleken met vorig jaar is het risicoprofiel afgenomen. De heer Van Dijk (VVD) informeert wat dit betekent. Wethouder Burger antwoordt dat er onder de nul onmiddellijk moet worden afgedekt. Dit betreft voornamelijk Oranjehof en De Engk. Afgezet tegen een winstpakker kan dit ongeveer een miljoen schelen. De heer Van Liemburg vervolgt zijn presentatie en geeft aan dat de organisatie in control is. De halfjaarlijkse evaluatie leidt tot een goede grip op de projecten en de mogelijkheid tot bijsturing. Er is gewisseld van planeconoom. Voorgesteld is om de posten onvoorzien binnen de grondexploitaties te herzien. De bouwproductie is gezien de omstandigheden goed. De verkoop van dure woningen en kavels stagneert nog steeds. Er worden keuzes gemaakt tussen wel bouwen en lagere opbrengsten of later bouwen met latere opbrengsten. Hij refereert aan het woonwensenonderzoek dat inzicht biedt in de wensen met betrekking tot het gewenste type woningen. Neutrale of positieve grondexploitaties worden opgestart. Een herziene grondexploitatie voor De Engk komt separaat richting de raad. De gespreksleider biedt gelegenheid om vragen te stellen. De heer Taute (PCG) refereert aan het risico van € 900.000 met betrekking tot de ontwikkeling van de resultaten en informeert hoe groot de kans is dat het fonds negatief wordt. Wethouder Burger antwoordt dat er goed gestuurd moet worden. Alles wat in De Kamp wordt gebouwd betekent winst waarmee een buffer ingebouwd kan worden. Bij het Stokerterrein is het verlies al genomen. Oranjehof en De Engk blijven een beetje schommelen rond de nul. De markt trekt weer een beetje aan. Er is inmiddels een kavel verkocht op Langshaven. De heer Van Liemburg vult aan dat verliezen meteen genomen moeten worden, winsten kunnen pas later gepakt worden. De heer Willems (GroenLinks) verwijst naar de aanbevelingen en informeert waarom geadviseerd wordt om halfjaarlijks te evalueren aangezien dit al wordt gedaan. De heer Van Liemburg antwoordt dat een aantal zaken wat concreter uitgewerkt kan worden. Bij De Engk zijn de beheermaatregelen genoemd, maar deze kunnen nog wat scherper gesteld worden. Hij beaamt dat er sprake is van wat wenelementen met betrekking tot het nieuwe bureau. Wethouder Burger vult aan dat de adviezen worden opgevolgd. De heer Smit (Burgerbelangen Nu) merkt op dat de Monte Carlo methode door veel gemeenten wordt gebruikt om een specifiek project te beheersen. Voorbespreking Mastergrondexploitatie 2014 en Monte Carlo simulatie grondexploitaties, 13 mei 2014
2
Wethouder Burger antwoordt dat één en ander per grondexploitatie wordt toegepast. Onder de streep leidt één en ander tot een aantal risico’s. Een grondexploitatie met 100 woningen is al veel voor Wijk bij Duurstede. In grote steden gaat het om aantallen van een heel andere orde. De heer Oechies (SP) spreekt zijn complimenten uit dat één en ander steeds beter stuurbaar wordt. Hij verzoekt om verduidelijking met betrekking tot de afboeking inzake de oude haven. Wethouder Burger antwoordt dat het om een vergoeding van € 50.000 gaat. Het overige betreft ambtelijke uren. De heer Van Liemburg vult aan dat een projectmanager één en ander begeleidt. Soms zijn de kosten hoger. Als voorbeeld noemt hij het van Zoestterrein. De heer Oechies (SP) vraagt of er meer van dergelijke projecten zijn. Dit wordt ontkend. De heer Smit (BurgerBelangen Nu) merkt op dat dit een project van derden betreft dat wordt meegenomen in de grondexploitatie omdat er wat op wordt afgeboekt. Wethouder Burger verduidelijkt dat er slechts € 50.000 wordt vergoed. De heer Baas (PvdA) is van mening dat één en ander in de dienstverlening thuishoort. Wethouder Burger vervolgt dat bepaalde risico’s ingecalculeerd worden. Het valt onder de grondexploitatie, maar het zou ook ergens anders afgeboekt kunnen worden. De heer Smit (BurgerBelangen Nu) wijst op precedentwerking. Met dit voorbeeld kan ook bij allerlei andere zaken waar op tekort gekomen wordt geld afgeboekt worden. Wethouder Burger geeft aan dat de systematiek is dat één en ander op de grondexploitatie wordt afgeboekt. Er zijn ook grondexploitaties van derden opgenomen. Er zijn van te voren afspraken gemaakt over de kosten en dergelijke. De heer Van Geijtenbeek (D66) merkt op dat de postkantoorlocatie niet in exploitatie wordt genomen, maar er worden wel kosten afgeboekt. Wethouder Burger legt uit dat de uren die gemaakt worden op de grondexploitatie worden afgeboekt. De heer Baas (PvdA) verduidelijkt dat bij niet in exploitatie genomen gronden het verlies door het grondbedrijf dient te lopen. De heer Migchels (CDA) informeert welke acties op korte termijn worden genomen om de resultaten te verbeteren. Wethouder Burger antwoordt dat er kosten worden gemaakt. In slechte tijd wordt geprobeerd het verlies te beperken door zaken bij te stellen. De komende tijd wordt De Engk nader Voorbespreking Mastergrondexploitatie 2014 en Monte Carlo simulatie grondexploitaties, 13 mei 2014
3
bekeken. Zaken die uitgesteld kunnen worden, kunnen blijven liggen als dit niet te veel kosten met zich meebrengt. In sommige gevallen kan ook juist voor vermarkting gekozen worden. De heer Van Dijk (VVD) wijst op de dalende tendens en noemt als voorbeeld De Kamp, Oranjehof en brandweerlocatie Cothen. Hij informeert in hoeverre één en ander is verdisconteerd. Wethouder Burger antwoordt dat de markt langzaam aantrekt. Het komt altijd uit tussen de € 4 mln. en € 9 mln. Over het algemeen wordt er niet al te veel risico gelopen omdat er grondexploitaties tussen zitten die altijd grote plussen zullen opleveren. Hij beaamt dat het inderdaad een behoorlijke marge betreft. De heer Smit (BurgerBelangen Nu) heeft eerder al aangegeven waarom zijn fractie moeite heeft met het toepassen van de Monte Carlo methode. Hoe meer simulaties, des te groter de dempende werking op uitschieters naar boven of beneden. Er worden steeds nieuwe scenario’s ingevoerd waardoor de grote bandbreedte blijft bestaan. Er moet geactualiseerd worden op basis van de daadwerkelijke marktwaarde. Zijn fractie vraagt zich af of het eigenlijk wel echte actualisaties betreft. Zijn fractie vraagt zich voorts af of een reserve van € 66.000 dan toereikend zal zijn. Wethouder Burger antwoordt dat een paar zaken door elkaar gehaald worden. Halfjaarlijks wordt bekeken of de grondprijzen moeten worden bijgesteld. De Monte Carlo analyse staat los van de grondwaarden. Als er een grondexploitatie wordt afgesloten, kan het overschot in de post gestort worden. Winst mag pas genomen worden als deze daadwerkelijk gerealiseerd is. Daarnaast moet bekeken wordt wat er gedaan moet worden om risico’s te beperken als deze zich aandienen. De heer Willems (GroenLinks) informeert naar de actualisatie van De Engk. De heer Van Liemburg antwoordt dat De Engk technisch is geactualiseerd. Wethouder Burger vult aan dat hierbij ook bekeken moet worden welke acties Volksbelang onderneemt. Eén en ander zal waarschijnlijk leiden tot een verlaging op deze grondexploitatie. Oordeelsvorming De gespreksleider constateert dat één en ander door kan voor besluitvorming in de raad zonder debat. Zij bedankt de aanwezigen voor hun inbreng en sluit de voorbespreking.
Toezeggingen: Er zijn geen toezeggingen gedaan.
Voorbespreking Mastergrondexploitatie 2014 en Monte Carlo simulatie grondexploitaties, 13 mei 2014
4
VERSLAG VOORBESPREKING Kadernota 2015-2018 en voorjaarsnota 2014 10 juni 2014
Samenvattend verslag van de openbare voorbespreking van de gemeenteraad van de gemeente Wijk bij Duurstede
Gespreksleider
mevrouw W.J. de Jongh
Griffier
mevrouw M.A.C. van Esterik
Leden SP
mevrouw C.A.J. de Groot de heer J. Oechies
VVD
de heer J.W.A. van Dijk de heer S. Segboer
GroenLinks
de heer W.W.J. Janssen de heer A.J. Willems
D66
de heer R. van Geijtenbeek de heer A. van Veen
PCG
de heer G. Taute
CDA
de heer G. Migchels de heer W.J. van der Spek
BurgerBelangen Nu
de heer W.G. Smit
PvdA
de heer T.V. Baas
Ambtelijk
de heer J. Muilerman mevrouw A. Sloot
Portefeuillehouder
de heer J. Marchal
Notulist
mevrouw J.M. Kiep-de Jongh notulistenbureau Leeuwenburgh Vendrig
Voorbespreking Kadernota 2015-2018 en voorjaarsnota 2014, 10 juni 2014
1
Beeldvorming De gespreksleider opent de voorbespreking en heet iedereen welkom. Zij schetst het doel van de avond en constateert vervolgens dat er geen insprekers zijn. Wethouder Marchal geeft een presentatie. Hij geeft aan dat er vanmiddag een memo is verstuurd met betrekking tot de meicirculaire. Vooraf werd verondersteld dat de meicirculaire positief zou uitvallen, maar uiteindelijk valt één en ander wat tegen. Er is een toename ten opzichte van de septembercirculaire, maar deze voordelen waren reeds verwerkt. Hij wijst op de overheveling van het buitenonderhoud onderwijs die inmiddels als risico is opgenomen. Bekeken moet worden hoeveel het achterstallig onderhoud precies bedraagt. De onderdelen WMO, AWBZ en jeugdzorg zijn budgettair neutraal opgenomen. De budgetten zijn leidend, maar het mag duidelijk zijn dat deze zaken als risico worden aangemerkt. De voorjaarsnota 2014 is een afwijkingsrapportage over de eerste drie maanden. Hij maakt zich zorgen over het structurele nadeel dat tot 2018 in de Kadernota is opgenomen. De ombuigingen blijken moeilijk realiseerbaar en soms niet haalbaar te zijn. De meicirculaire is ruim € 200.000 negatief. Hij komt hier nog nader op terug met een plan van aanpak, omdat er actie ondernomen dient te worden. De Kadernota is richtinggevend met een financieel doorkijkje, maar het coalitieakkoord moet hierin nog verwerkt worden. Hij wijst in dit kader op de taakstelling van € 300.000 tot € 500.000 vanuit de decembernota. Er zijn nog keuzes mogelijk. Het college heeft enkele posten aangemerkt die meegenomen moeten worden, maar uiteindelijk is het laatste woord aan de raad. Hij toont vervolgens de Kadernota na verwerking van de meicirculaire. Het buitenonderhoud scholen is hierin opgenomen. Hij schetst vervolgens het proces van de Kadernota naar de begroting. Het college heeft in een eerste sessie over de speerpunten gesproken. Eén en ander wordt vertaald in de komende weken en daarna volgt een terugkoppeling richting raad op 8 juli a.s. De huidige financiële positie verreist nieuwe bezuinigingen. De wens van het college is om de pijn aan het begin van het traject te nemen om te komen tot een reëel sluitende begroting. Ook de beheerplannen dienen sluitend te zijn. De samenleving en betrokken partners worden in deze ombuigingen meegenomen. De begroting wordt opgebouwd met verschillende domeinen met de focus op de speerpunten met scherpe en heldere informatie. Over going concern zaken wordt globale informatie verstrekt. De gespreksleider biedt gelegenheid om vragen te stellen over de voorjaarsnota. De heer Taute (PCG) merkt op dat in de voorjaarsnota de post precarioheffing als opbrengst is opgenomen voor een bedrag van € 200.000. Wethouder Marchal antwoordt dat dit bedrag in alle doorrekeningen is opgenomen. Alle risicovolle posten moeten eruit gehaald worden. Als zaken via de OZB worden geregeld, betekent dit wel een beslag op de OZB. Zeker is wel dat de burger betaalt. De heer Smit (BurgerBelangen Nu) wijst op de juridische problemen met betrekking tot het heffen van precariorechten waar de raad het college eerder op heeft gewezen. Deze € 200.000 zou als meevaller moeten worden gezien als deze daadwerkelijk geïnd kan worden. Wethouder Marchal is het hiermee eens. De gemeente moet zich niet rijk rekenen.
Voorbespreking Kadernota 2015-2018 en voorjaarsnota 2014, 10 juni 2014
2
De heer Van Dijk (VVD) verwijst naar het overzicht van ombuigingen dat op pagina 14 is opgenomen; hij informeert gezien de herziene voorjaarsnota inclusief de meicirculaire waar één en ander op uit gaat komen. Wethouder Marchal antwoordt dat er actie zal moeten volgen. Gedacht wordt aan een uitgavenstop of iets dergelijks. De heer Migchels (CDA) is van mening dat het om € 400.000 gaat en vraagt zich af of er wel gesproken moet worden over nieuw beleid. Wethouder Marchal vervolgt dat dit inderdaad de vraag is en wijst in dit kader op de nieuwe weg en de cofinanciering met de Provincie. Bepaald moet worden of er überhaupt ruimte is voor nieuw beleid. De heer Oechies (SP) wijst op de taken die weg gaan bij de gemeente en informeert of er enig zicht op is wat dit oplevert. Wethouder Marchal antwoordt dat het helder is dat het budget leidend is tenzij blijkt dat mensen geen zorg meer kunnen krijgen. Men blijft aan het rekenen maar tot vandaag is er nog geen helderheid over de budgetten. De heer Baas (PvdA) begrijpt dat wordt geopteerd voor een uitgavenstop en het niet inzetten van nieuw beleid en verzoekt om verduidelijking. De heer Taute (PCG) vult aan dat door het uitstellen van onderhoud aan wegen en bruggen investeringen dichterbij komen. Wethouder Marchal antwoordt dat een uitgavenstop nog nader bekeken moet worden. Hij wijst op de risico’s bij IBOR. Als zaken niet gedaan worden, worden de kosten op termijn alleen maar groter. Wegen en bruggen zijn pijnpunten, bij groen valt het nog wel mee. Hij is van mening dat er een fonds gecreëerd moet worden, maar hiervoor is (nog) geen geld beschikbaar. Hij wil niet achterover leunen en niets doen. De heer Willems (GroenLinks) merkt op dat de gemeente zich beter had moeten voorbereiden op de toekomst. Hij informeert hoe groot het reservoir is waaruit geput kan worden om een ombuiging van € 500.000 te realiseren. Wethouder Marchal antwoordt dat bij de eerste sessie de uitkomsten van de meicirculaire nog niet bekend was. Het reservoir is niet zo groot. In de komende weken worden er zaken geformuleerd die vervolgens met de raad zullen worden gedeeld. Hij benadrukt de noodzaak voor een buffer. De heer Van Veen (D66) heeft geconstateerd dat de toon van de Kadernota redelijk positief is, maar de risico’s zijn groter dan zij lijken. Er moet ongeveer €10 mln. aan investeringen worden gedaan. Hij informeert naar de leen- en aflossingscapaciteit van de gemeente in het licht van de liquiditeitspositie. Wethouder Marchal antwoordt dat er nog leencapaciteit voor handen is. Dit wordt nog nader nagegaan. Met betrekking tot onderwijshuisvesting wijst hij op grote investeringen die gedaan Voorbespreking Kadernota 2015-2018 en voorjaarsnota 2014, 10 juni 2014
3
moeten worden. De contracten met betrekking tot de openbare verlichting lopen volgend jaar af. Eén en ander wordt vervolgens in eigen beheer uitgevoerd wat een aanzienlijke besparing oplevert. Daarnaast is er ruimte binnen de afvalstoffenheffing. De heer Segboer (VVD) constateert dat de actuele financiële stand anders is dan in de Kadernota wordt geschetst. Het coalitieakkoord is nog niet doorgerekend. Hij vraagt zich af of het wel zinnig is om over de Kadernota te spreken als één en ander nog drastisch wordt herzien. Wethouder Marchal antwoordt dat het coalitieakkoord wordt doorgerekend voor 8 juli a.s. Sommige gemeenten hebben gekozen om alles door te schuiven naar de begrotingsbehandeling. Zaken die spelen kunnen in het achterhoofd worden meegenomen. De heer Segboer (VVD) kan moeilijk de kaders lezen waar hij een besluit over moet nemen. De heer Baas (PvdA) heeft hetzelfde gevoel en stelt voor om een traject te starten om met elkaar in dialoog te gaan en zo veel mogelijk voorstellen te doen om richting de begroting een sluitend document op te stellen. Wethouder Marchal hoopt op begrip dat het coalitieakkoord nog niet is doorgerekend. De heer Baas (PvdA) verduidelijkt dat hij graag wil mee denken om het proces zinvoller te maken. De heer Taute (PCG) wil helder hebben hoe groot het probleem is voordat hij de diepte in gaat over allerlei bezuinigingsvoorstellen ingaat. Wethouder Marchal antwoordt dat bepaald moet worden hoe hard de posten zijn die op pagina 43 zijn vermeld. De gespreksleider constateert dat de aanwezigen behoefte hebben aan een datum wanneer die ‘hardheid’ van de posten kan worden teruggekoppeld. De heer Willems (GroenLinks) is van mening dat het een misvatting is dat er een oplossing voor handen is als bekend is hoe groot het financiële probleem precies is en stelt voor om een strategische discussie te voeren. De heer Smit (BurgerBelangen Nu) merkt op dat er een reëel doel moet zijn. Dit doel moet gekwantificeerd worden. De heer Segboer (VVD) geeft aan dat er een opdracht ligt om in november een sluitende begroting te presenteren. De heer Willems (GroenLinks) vervolgt dat de gemeente Almelo een bepaalde werkwijze heeft gehanteerd met behulp van de Argumentenfabriek, dat is een mooi voorbeeld van hoe ook in Wijk een takendiscussie kan worden gevoerd. De heer Smit (BurgerBelangen Nu) spreekt zijn complimenten uit voor het memo en verwijst naar de 2e paragraaf, 2e alinea dat Wijk bij Duurstede een voordeelgemeente is. De Voorbespreking Kadernota 2015-2018 en voorjaarsnota 2014, 10 juni 2014
4
overheid heeft een herverdeling van middelen gemaakt. Hij informeert wat Wijk bij Duurstede fout heeft gedaan. De overheid wil dat gemeenten zich op bepaalde taken concentreren en hen daarvoor belonen. Mevrouw Sloot antwoordt dat de herijking van het gemeentefonds één van de onderdelen is die effect hebben. Daarnaast is er een onderwijskorting. De herverdeling geeft aan dat Wijk bij Duurstede meer geld krijgt voor onderwijs. De heer Baas (PvdA) wijst op de doelstelling. Als er wordt gesproken over bezuinigingen moet er een dusdanige discussie gevoerd worden op welke domeinen men bereid is om concessies te doen. Vervolgens moet bepaald worden waar nog ruimte is om ‘de ellende’ op te vangen. Wethouder Marchal antwoordt dat op dit moment het traject van de ombuigingen wordt gevolgd. Daarnaast loopt het traject van de Kadernota en Begroting. Voor 8 juli worden de diverse sporen helder gemaakt. Alle reeds ingediende bezuinigingsvoorstellen worden nogmaals bekeken, maar daarnaast zal er een aanvullende takendiscussie gevoerd moeten worden. De heer Baas (PvdA) ziet pijn in beeld en hoe te bekijken hoe dit opgelost kan worden. De wethouder zegt wat willen en kunnen wij nog. De pijn aan de voorkant nemen betekent een heel stevige discussie voeren over de heilige huisjes. Wethouder Marchal beaamt dat het college nu de pijn wil nemen om schoon schip te maken, maar om te anticiperen op de komende jaren moet er nogal wat gedaan worden. Hij wil gevrijwaard worden van de discussies die steeds opnieuw gevoerd worden. De heer Oechies (SP) merkt op dat de systematiek van de ombuigingen volkomen onduidelijk is. Hij roept het college op aan te geven hoe dit werkelijk in elkaar zit. Als een meevaller wordt verwacht en de verschillen worden duidelijk is het onbegrijpelijk hoe dit zomaar kan. Wethouder Marchal antwoordt dat voornamelijk wordt gedoeld op de budgetten voor de AWBZ en jeugdzorg. Daar zit geen systematiek in. De staatssecretaris zegt steeds dat het goed komt met de jeugdzorg. Bij de septembercirulaire is eigenlijk een te groot voordeel ingeboekt waardoor de meicirculaire nu een nadeel laat zien. De heer Migchels (CDA) refereert aan de term takendiscussie, maar heeft daarbij het woord kern niet gehoord. Wethouder Marchal antwoordt dat er een participatiematrix is ontwikkeld en ook binnenkort met de raad wordt besproken, onder meer ook met de discussie over wat voor soort gemeente wil Wijk bij Duurstede zijn. Een kerntakendiscussie zou hierbij een prominente plaats kunnen innemen. De heer Smit (BurgerBelangen Nu) wijst op de openheid van stukken. Per kwartaal wordt er een liquiditeitenoverzicht opgesteld. Hij vraagt al jaren om een cashflowchart en informeert of het liquiditeitenoverzicht ook aan de raad beschikbaar wordt gesteld.
Voorbespreking Kadernota 2015-2018 en voorjaarsnota 2014, 10 juni 2014
5
Wethouder Marchal antwoordt dat hij nog geen kennis heeft genomen van dit overzicht, maar natuurlijk zal één en ander via de griffie worden verstrekt. De heer Willems (GroenLinks) roept zijn collega’s op om een kerntakendiscussie te voeren binnen de eigen fractie en uit te spreken wat de gemeente niet meer moet doen om ruimte te creëren. Er loopt een aantal dingen tegelijk die op enig moment bij elkaar moeten komen. De discussie over de regiegemeente loopt al langer. Deze moet bijna samenvallen met een kerntakendiscussie. Portefeuillehouder Poppens licht nog kort toe dat de participatiematrix een uitvloeisel is van een manier om tot een regieorganisatie te komen. De raad wil graag een gestructureerde discussie voeren over de rol die de gemeente dient in te nemen. Deze discussie vindt 15 juli plaats. De financiële doelstelling is losgekoppeld van de regieorganisatie. De vraag is of de raad in de komende drie weken al een takendiscussie wil voeren om tot de bezuinigingen te komen. Op 24 juni volgt een voorbespreking over de participatiematrix ter voorbereiding op 15 juli, op 8 juli is dan de Kadernota behandeling. De gespreksleider merkt op dat de Kadernota op 8 juli wordt behandeld in de raad, waarbij de agenda nog nader met de agendacommissie wordt ingevuld (wel/niet in de middag starten etc.). Wethouder Marchal vult aan dat het coalitieakkoord wordt doorgerekend voor die tijd. De periode van half juli tot september wordt gebruikt voor het opstellen van de begroting en dan worden er discussies gevoerd met raad en samenleving. De gespreksleider wijst op de toezegging over het verstrekken van overzichten aan de raad met betrekking tot de leencapaciteit&liquiditeit en de ‘hardheid’ van de bedragen opgenomen op pagina 43. De heer Segboer (VVD) verzoekt om ook duidelijk te maken welke besluiten worden voorgelegd. De heer Van Veen (D66) verwijst naar pagina 28 het fonds bovenwijks en verzoekt om verduidelijking. Wethouder Marchal antwoordt dat dit fonds wordt gevoed uit de grondexploitaties. Er wordt op voorhand niet vanuit gegaan dat de investeringen uit dit fonds kunnen worden gehaald. De gespreksleider concludeert dat de Kadernota wordt geagendeerd bij debat op de agenda van de raadsvergadering van 8 juli a.s. en dat er voor die tijd nog de toegezegde informatie beschikbaar wordt gesteld. Oordeelsvorming De gespreksleider informeert of de voorjaarsnota voor besluitvorming geagendeerd dient te worden. De heer Migchels (CDA) wil graag debatteren of er een uitgavenstop moet komen of dat het op een andere manier opgelost moet worden. Voorbespreking Kadernota 2015-2018 en voorjaarsnota 2014, 10 juni 2014
6
De heer Smit (BurgerBelangen Nu) wil graag debat zodat het college de richtinggevende punten kan destilleren. De heer Willems (GroenLinks) geeft aan dat de voorjaarsnota door kan naar de besluitvorming om te voorkomen dat zaken door elkaar gaan lopen. De heer Oechies (SP) onderschrijft de suggestie van BurgerBelangen Nu. De heer Taute (PCG) wil debatteren over de maatregelen voor 2014 omdat deze anders niet meer terugkomen. De heer Van Dijk (VVD) wil in debat en sluit zich aan bij de argumenten van de PCG. De heer Van Veen (D66) sluit zich bij de vorige sprekers aan. De heer Baas (PvdA) sluit zich ook aan bij de vorige sprekers met de oproep om de hand op de knip te houden in 2014. De gespreksleider constateert dat de voorjaarsnota doorgaat naar het onderdeel debat in de raadsvergadering van 8 juli a.s. Zij bedankt de aanwezigen voor hun inbreng en sluit de voorbespreking.
Toezeggingen • Verstrekken overzicht met betrekking tot leencapaciteit&liquiditeit • Verstrekken duidelijkheid ‘hardheid’ van cijfers vermeld op pagina 43
Voorbespreking Kadernota 2015-2018 en voorjaarsnota 2014, 10 juni 2014
7
VERSLAG VOORBESPREKING Integraal Beheerplan Openbare Ruimte 2015-2018 24 juni 2014
Samenvattend verslag van de openbare voorbespreking van de gemeenteraad van de gemeente Wijk bij Duurstede
Gespreksleider
de heer J.B. Smudde
Griffier
mevrouw M.A.C. van Esterik
Leden SP
de heer S. Uitslag
VVD
de heer F. van Lynden van Sandenburg
GroenLinks
de heer A.J. Willems
D66
de heer R. van Geijtenbeek
PCG
de heer M. Petri
CDA
de heer G. Migchels
BurgerBelangen Nu
de heer R. van der Wal
PvdA
de heer T.V. Baas
Ambtelijk
de heer B. van de Brand de heer A. Vervoort
Portefeuillehouder
de heer J. Marchal
Notulist
mevrouw J.M. Kiep-de Jongh notulistenbureau Leeuwenburgh Vendrig
Beeldvorming De gespreksleider opent de voorbespreking en heet iedereen welkom. Hij schetst het doel van de avond en constateert vervolgens dat er geen insprekers zijn. De heer Van de Brand houdt een presentatie. Sinds 2011 wordt met beheerplannen gewerkt. Deze beheerplannen zijn ontstaan na een inventarisatie van het areaal binnen de gemeente. Hij Voorbespreking Integraal Beheerplan Openbare Ruimte 2015-2018, 24 juni 2014
1
verduidelijkt dat alle vierkante meters gras en rozenperkjes in kaart zijn gebracht. Vervolgens is het kwaliteitsniveau van dit moment als vertrekmoment genomen. Op basis van de landelijke kentallen is een beheerplan opgesteld. De raad bepaalt de beeldkwaliteit. De gemeente heeft slecht een beperkt budget voor de openbare ruimte. Dit heeft geresulteerd in een sober onderhoudsniveau. Daarnaast zijn er enkele hotspots aangemerkt. De budgetten zijn in een voorziening ondergebracht. In 2010 bleek dat er € 2,3 mln. nodig was voor het beheer conform de kentallen. Op dat moment was er op basis van de kentallen sprake van een tekort van € 300.000. Gevolg was verschraling van de openbare ruimte en burgers werden ontevreden omdat zij moesten wennen aan de nieuwe situatie. Daarnaast was er minder sprake van maatwerk. Bomen werden niet meer vervangen. In het asfalt ontstonden scheuren. Hierdoor ontstaan problemen in de toekomst die zullen leiden tot grotere investeringen. Voor het huidige beheerplan is alles opnieuw in kaart gebracht. Gebleken is dat de onderhoudstoestand beter is dan werd verwacht, behalve ten aanzien van asfalt, bruggen, damwanden en beschoeiingen waardoor er in 2018-2019 geïnvesteerd zal moeten worden. De landelijke kengetallen geven aan dat de gemeente bijna € 600.000 tekort komt voor het beheer van het areaal op het 6- niveau. Als de gevraagde incidentele investeringen worden toegekend, red men het waarschijnlijk net. De raad dient aan te geven of hij tevreden is met het 6- niveau. Als dit opgetrokken moet worden, zijn daar kosten aan verbonden. In de beheerplannen wordt er vanuit gegaan dat hiervoor geen ruimte is op dit moment. Middelen kunnen ook anders ingezet worden. Als het basisbudget jaarlijks met 20% verhoogt wordt, wordt bereikt dat er op langere termijn minder investeringen nodig zijn, maar op dit moment zijn de middelen hiervoor niet voor handen. Er zou ook een algemene spaarvoorziening gecreëerd kunnen worden voor de investeringen die op termijn nodig zijn. Het leasecontract openbare verlichting biedt wellicht mogelijkheden om ruimte te winnen, maar dit wordt nog onderzocht op dit moment. Zelfbeheer kan zich voordoen in allerlei vormen. Dit leidt tot grotere tevredenheid van burgers en een hogere kwaliteit, maar leidt niet tot kostenbesparing door de uren die nodig zijn voor overleg en afstemming. Vervolgens is het mogelijk om taken op afstand te plaatsen, maar hiervoor wordt eerste de discussie in de raad afgewacht of men deze kant op wil gaan. Samenvattend geeft hij aan de raad dient aan te geven welk kwaliteitsniveau men wenst, wat heeft men daar voor over en op welke manier dient te openbare ruimte onderhouden te worden. De gespreksleider biedt gelegenheid om vragen te stellen. De heer Willems (GroenLinks) begrijpt dat in de huidige Kadernota jaarlijks gemiddeld € 150.000 extra gevraagd wordt en daarmee wordt nog niet gespaard voor de extra investeringen van 2018. Dit wordt bevestigd. De heer Uitslag (SP) hoorde dat zelfbeheer tot meer tevredenheid onder burgers leidt, maar niet tot een besparing. Bij het vermarkten van onderhoudstaken werd niet aangegeven of ervaringen van andere gemeenten leren dat er besparingen mogelijk zijn. De heer Van de Brand antwoordt dat toen het college besloot dat taken op afstand geplaatst zouden worden er al behoorlijk voorwerk was gedaan. Ervaringencijfers gaven aan dat er een besparing van 15% gerealiseerd zou kunnen worden. Hij veronderstelt dat dit een bedrag van € 150.000 tot € 200.000 zou kunnen opleveren.
Voorbespreking Integraal Beheerplan Openbare Ruimte 2015-2018, 24 juni 2014
2
De heer Baas (PvdA) informeert naar het oordeel met betrekking tot groenbeheer in relatie tot sociale veiligheid. Op sommige plaatsen is sprake van erg veel struiken waardoor weinig voetpad overblijft. De heer Van de Brand antwoordt dat wanneer het 6- niveau wordt gehanteerd dit niet betekent dat op elk moment dit niveau wordt gehaald als zaken bijvoorbeeld slechts twee maal per jaar worden onderhouden. De beleidslijn is om in te grijpen wanneer er klachten binnenkomen met betrekking tot de veiligheid. Bij meldingen en verzoeken wordt altijd bepaald of er sprake is van urgentie. De heer Van Lynden (VVD) refereert aan de investeringen na 2018 en vraagt of er een causaal verband is tussen het beperkte budget voor onderhoud en deze hogere kosten. Wethouder Marchal antwoordt dat er inderdaad een causaal verband is. Hoe eerder zaken worden geconstateerd, des te goedkoper zaken hersteld kunnen worden. De heer Migchels (CDA) verwijst naar het ontstaan van kosten in verband met overleg en vraagt hoe logisch dit is als er op een andere manier met verantwoordelijkheden wordt omgegaan. Vertrouwen geven en loslaten. Het nieuwe college wil de burger meer verantwoordelijkheden geven. Hij vraagt of hierdoor de kosten wellicht zullen dalen. Wethouder Marchal antwoordt dat er besparingen mogelijk zijn bij beheer van de openbare ruimte, maar bij zelfbeheer wordt meer aan speeltuinbeheer gedacht. De heer Migchels (CDA) verduidelijkt dat wanneer er op een andere manier wordt omgegaan met burgers, hen meer loslaten, de kosten meer teruggedrongen kunnen worden. Wethouder Marchal vervolgt dat wanneer iets afgesproken wordt en vervolgens wordt het losgelaten, is er geen sprake van toezicht en controle. Dit is wel een uitdaging. De heer Van de Brand vult aan dat de spelregels zodanig zijn dat geprobeerd wordt om zo veel als mogelijk over te laten aan de burger naar eigen inzicht, maar er zijn grenzen. Als er deskundigheid aanwezig is, kan de gemeente terugtreden. Wethouder Marchal geeft aan dat hij binnenkort spreekt met het Groenberaad over het verder vormgeven. Het idee is meer kwaliteit voor hetzelfde geld. De heer Willems (GroenLinks) informeert wat de gemeente verliest in het geval van uitbesteden. De heer Van de Brand antwoordt dat de gemeente goede kaders en randvoorwaarden mee dient te geven die de politiek van belang vindt. Men verliest de directe contacten met de burgers. Strakkere aansturing, minder maatwerk, meer afstand. De heer Migchels (CDA) merkt op dat er juist meer maatwerk zal komen als er wordt gewerkt met een lokale hovenier dan wanneer het werk wordt gegund aan de goedkoopste. In de zorg wordt gekozen voor ketenbenadering. In een marktconstructie wordt steeds het gevecht aangegaan. Bij partners zal er sprake zijn van lagere transactiekosten.
Voorbespreking Integraal Beheerplan Openbare Ruimte 2015-2018, 24 juni 2014
3
Wethouder Marchal kan deze redenering volgen. Hij veronderstelt dat er een verdienmodel mogelijk is. De heer Van de Brand vult aan dat één en ander nog niet zo ver is uitgezocht. Lokale aannemers is een optie, maar daarnaast moet er ook gedacht worden aan de herplaatsing van het huidige personeel en de vraag of de lokale ondernemer inderdaad in staat is om zaken goedkoper te doen. Voort wijst hij op het integreren van mensen met een beperking en het contract dat met Biga is gesloten. Bij het plaatsen van taken op afstand zijn er veel opties mogelijk die eerst allemaal nader onderzocht moeten worden. Bij de begraafplaatsen is de proef mislukt, maar wellicht is het een volgende keer wel succesvol. Wethouder Marchal beaamt dat er mogelijkheden zijn, maar er moeten daartoe wel enkele praktische hobbels overwonnen worden. Dit punt is nog niet van tafel, maar er moet wel uitgebreid naar gekeken worden. Op voorhand denkt hij dat de gemeente zich hier niet rijk mee moet rekenen. De heer Uitslag (SP) is van mening dat het voorbeeld van de zorg bij uitstek aantoont dat het introduceren van een verdienmodel zich erg slecht verdraagt met de noodzaak van kostenbeheersing. In de zorg heeft het tot een kostenexplosie geleid door de introductie van het winstoogmerk. Hij roept het college op om deze optie snel weer te vergeten. Wethouder Marchal antwoordt dat één en ander zeker tegen het licht gehouden zal worden met inachtneming van de gemaakte kanttekeningen. De heer Uitslag (SP) wijst op ervaringen van andere gemeenten waaruit moet blijken of één en ander daadwerkelijk wordt waargemaakt. Wethouder Marchal vult aan dat het aantal fte’s in Wijk bij Duurstede onder de norm ligt. Van een marktpartij wordt natuurlijk verwacht dat er efficiënt gewerkt wordt, maar veel verschil zal hier niet in te vinden zijn. De heer Van der Wal (BurgerBelangen Nu) vraagt of overwogen is om aan een aantal zichtbepalende toegangswegen een hoger niveau toe te kennen voor de uitstraling van de gemeente. De heer Vervoort antwoordt dat er is gekozen voor een sober model. Voor de binnenstad en de begraafplaatsen is gekozen voor het basisniveau. Voor ontsluitingswegen kan ook voor dit niveau gekozen worden, maar dit vergt wel meer budget. Wethouder Marchal vult aan dat één en ander voor wegen en bruggen na 2018 schrijnend aan de orde komt. Hij is van mening dat dit geen optie is. Een 5 of een 8 voor wegen acht hij niet verstandig. De heer Van der Wal (BurgerBelangen Nu) merkt op dat bij bouwvergunningen een besluit is genomen dat aan zichtbepalende wegen een ruimere bouwvergunning wordt toegepast. De raad is dus al akkoord gegaan met het voeren van een ander beleid. Wethouder Marchal is van mening dat bij wegenbeheer aan een bepaald niveau voldaan moet worden. Voorbespreking Integraal Beheerplan Openbare Ruimte 2015-2018, 24 juni 2014
4
De heer Migchels (CDA) merkt op dat op deze plaatsen meer uitgegeven zou kunnen worden aan groen. In een wijk mag zomaar een dakkapel geplaatst worden, dus dat past wel binnen deze logica. Wethouder Marchal vult aan dat burgers in de wijk zelf het openbaar groen gaan onderhouden. De gespreksleider informeert of de heer Van der Wal bedoelde meer geld binnen IBOR voor de uitvalswegen of een verschuiving. De heer Van der Wal (BurgerBelangen Nu) antwoordt dat het hem om meer geld gaat. Wethouder Marchal hij hoort graag of de raad meer of minder geld wil uitgeven, want dit wordt vervolgens in het college afgewogen richting Kadernota en begroting. Na 2018 is er sprake van extra kosten. Hij hoort graag van de raad of het college hierop moet anticiperen. De heer Migchels (CDA) is trots dat het gemeentelijk apparaat fors onder de norm opereert. Gezien de financiële situatie acht hij het niet verstandig om meer geld in te zetten op dit onderdeel, maar het is wel verstandig om alvast na te denken over fondsvorming zodat er na 2018 niet ineens heel grote problemen ontstaan. Wethouder Marchal vervolgt dat door reserveringen een onderhoudsvoorziening ontstaat voor hetgeen wat op de gemeente afkomt. Hij wil graag de verantwoordelijkheid nemen. De heer Van Lynden (VVD) merkt op dat dit geld nu ook in onderhoud gestoken kan worden om ervoor te zorgen dat het minder nodig zal zijn om te investeren. Wethouder Marchal antwoordt dat geanticipeerd moet worden op dit onderhoud in een onderhoudsvoorziening. Er is jaarlijks structureel € 300.000 extra nodig. Er is gekozen om het sobere niveau te handhaven. De heer Van Lynden (VVD) verduidelijkt dat door nu te bezuinigen op onderhoud de gemeente zichzelf geconfronteerd ziet met grotere uitgaven in de toekomst. Wethouder Marchal antwoordt dat door nu te reserveren deze investeringen straks gedaan kunnen worden. De toekomstige kostenpost wordt lager hierdoor, maar wordt niet weggewerkt. In de Kadernota is aangegeven wat er nodig is. Dat gaat om tonnen. De gespreksleider constateert dat met een beperkte uitgave aan de Molenvlietbrug nu niet voorkomen gaat worden dat deze straks zal moeten worden vervangen. Dit wordt bevestigd. De heer Vervoort vult aan dat een dergelijke brug altijd groot onderhoud nodig heeft na een bepaalde periode. Bij riolering wordt geld in een fonds gestopt zodat dit vrijgemaakt kan worden als het nodig is. Een investering op termijn is onontkoombaar. De heer Van Lynden (VVD) is niet tegen het treffen van voorzieningen om noodzakelijke investeringen te kunnen plegen, maar hij ging er vanuit dat het lagere niveau van onderhoud
Voorbespreking Integraal Beheerplan Openbare Ruimte 2015-2018, 24 juni 2014
5
op dit moment veroorzaakt dat de investeringen hoger zijn. Hij begrijpt nu dat dit niet het geval is. Wethouder Marchal beaamt dat het en/en is. Als in 2011 voor een ander niveau was gekozen had men meer aan onderhoud kunnen doen en had het wellicht anders uit kunnen pakken. Sowieso is er sprake van groot onderhoud en grootschalige aanpak van bruggen en wegen. De heer Van Geijtenbeek (D66) informeert in hoeverre vervangingsinvesteringen te plannen zijn en als dit het geval is of er een reden is om één en ander niet mee te nemen in IBOR. Wethouder Marchal antwoordt dat één en ander goed te plannen is, maar er is voor gekozen om dit via investeringen te doen. Er kan gekozen worden voor een jaarlijkse dotering om onvoorziene investeringen te voorkomen. De heer Van Geijtenbeek (D66) vervolgt dat het wel erg gemakkelijk wordt om er niet meer over na te denken als er een grote post wordt gecreëerd. Wethouder Marchal merkt op dat alles aan onderhoudsplannen is gerelateerd. Daaruit volgen de zaken die gedaan moeten worden. De heer Van Geijtenbeek (D66) is van mening dat er altijd keuzes mogelijk zijn. Wethouder Marchal vervolgt dat een onderhoudsvoorziening jaarlijks opnieuw kritisch wordt bekeken. Als blijkt dat er teveel is opgenomen, valt er een gedeelte vrij. Als er een inhaalslag nodig is, moet er extra gedoteerd worden. De gespreksleider informeert of er nog ideeën of suggesties zijn voor de portefeuillehouder. De heer Migchels (CDA) geeft aan dat een soortgelijke discussie ook gevoerd kan worden over scholen. In tijden van crisis is het makkelijk om een probleem vooruit te schuiven. Hij vraagt zich af of deze discussie niet principiëler gevoerd dient te worden door de kapitaallasten op een goede manier op te nemen. Wethouder Marchal gaat deze discussie zeker aan, maar dit moet eerst in het college besproken worden. Bij onderwijshuisvesting speelt inderdaad een soortgelijk probleem. Er komen zaken op de gemeente af waarvoor geen euro in de begroting is opgenomen. De heer Migchels (CDA) merkt op dat de logische consequentie is dat er extra bezuinigd zal moeten worden. Wethouder Marchal vervolgt dat hij reëel wil zijn. Wellicht dat het probleem niet in één jaar, maar wel in twee jaar opgelost kan worden. Het college is voornemens om in deze periode te anticiperen zodat zaken ook na deze periode goed en verantwoord geregeld zijn. De heer Baas (PvdA) merkt op dat integraal per dossier in beeld moet zijn wat hebben wij nu, wat komt er op ons af, wat gaan wij doen, welke standpunten nemen wij in. Er wordt wel afgeschreven, dus een deel van de lasten is wel in de begroting opgenomen. Reserveren vooraf is prima, maar het moet wel duidelijk zijn waar het over gaat voor de korte, middellange en lange termijn. Voorbespreking Integraal Beheerplan Openbare Ruimte 2015-2018, 24 juni 2014
6
Wethouder Marchal onderschrijft dit. De heer Van Lynden (VVD) begrijpt dat met de bestaande budgetten het huidige onderhoudsniveau gehandhaafd kan blijven, maar dat men niet helemaal tevreden is met het huidige onderhoudsniveau. Hij stelt voor te kijken naar de mogelijkheden zoals deze zijn opgenomen in de prestentatie, maar die nog onvoldoende zijn uitgewerkt. Participatie en het verhogen van het budget als dat noodzakelijk is, maar ervoor waken dat de mensen in de wijken niet ook nog eens moeten betalen voor het verhogen van dit budget. Wethouder Marchal neemt deze suggestie mee. De heer Willems (GroenLinks) vraagt of er binnen IBOR nog wordt geprioriteerd. Wethouder Marchal wijst in dit kader op de hotspots. Hij beaamt dat er sprake kan zijn van een bepaalde beleving op het moment dat er nog niet gesnoeid is. De gespreksleider bedankt de aanwezigen voor hun inbreng en sluit de voorbespreking.
Toezeggingen: Er zijn geen toezeggingen gedaan.
Voorbespreking Integraal Beheerplan Openbare Ruimte 2015-2018, 24 juni 2014
7
VERSLAG VOORBESPREKING Bestemmingsplan herontwikkeling/verplaatsing van Van Kerkhof 24 juni 2014
Samenvattend verslag van de openbare voorbespreking van de gemeenteraad van de gemeente Wijk bij Duurstede
Gespreksleider
de heer J.C. Bloemheuvel
Griffier
mevrouw M.A.C. van Esterik
Leden SP
de heer J. Oechies
VVD
de heer J. de Keijzer
GroenLinks
de heer A.J. Willems
D66
de heer R. van Geijtenbeek
PCG
de heer M. Petri
CDA
de heer G. Migchels
BurgerBelangen Nu
de heer W.G. Smit
PvdA
de heer T.V. Baas
Ambtelijk
de heer J. Veenstra, projectleider
Portefeuillehouder
de heer J.A.G. Burger de heer J. Marchal
Notulist
mevrouw J.M. Kiep-de Jongh notulistenbureau Leeuwenburgh Vendrig
Beeldvorming De gespreksleider opent de voorbespreking en heet iedereen welkom. Hij schetst het doel van de avond en constateert vervolgens dat de indieners van zienswijzen zijn uitgenodigd voor deze voorbespreking. De heer Onink zal gebruik maken van het spreekrecht.
Voorbespreking Bestemmingsplan herontwikkeling/verplaatsing van Van Kerkhof, 24 juni 2014
1
De heer Onink spreekt in. Hij is eigenaar van Fit for all. De gang van zaken heeft hem bevreemd. Er werd aanvankelijk over woningbouw gesproken, maar nu wordt gesproken over woningbouw met daaronder een praktijk voor fysiotherapie. Het was hem niet bekend dat dergelijke activiteiten ontplooid zouden worden. Na de bekendmaking in de krant waren en slechts twee werkdagen om te reclameren. Hij merkt één en ander aan als niet ondernemersvriendelijk. De gespreksleider biedt gelegenheid om vragen te stellen aan inspreker. De heer Willems (GroenLinks) informeert of het ruimtelijk niet relevant is dat daar wellicht een huisartsenpraktijk komt. De gespreksleider merkt op dat dit een bestuurlijke vraag is voor de portefeuillehouder. De heer Onink verduidelijkt dat hij fysiotherapeut is. De heer Migchels (CDA) vraagt of er bezwaar wordt gemaakt dat er een concurrent dichtbij komt. De heer Onink antwoordt dat hij het niet fijn vindt als er een concurrent op zo’n korte afstand komt. Daarnaast vindt hij vreemd dat het plan op het allerlaatste moment wordt gewijzigd. Als er een andere bestemming komt, zou er ook een fitnesscentrum gebouwd zou kunnen worden. Voorts wijst hij op oud zeer dat hij het achterliggende pand wilde kopen, maar meegedeeld werd dat de gemeente medewerking zou verlenen aan de wijziging van de bestemming. De gespreksleider bedankt de heer Onink voor zijn bijdrage. De heer Veenstra houdt een presentatie. De structuurvisie Wijk bij Duurstede 2020 is in 2010 vastgesteld. Van Kerkhof heeft eind 2012 aangegeven iets met zijn tankstation en garagebedrijf te willen. Met Volksbelang is bekeken of een ontwikkeling met woningen aan de Hoogstraat mogelijk zou zijn, maar dit bleek niet het geval te zijn. De fractievoorzitters zijn een aantal keren vertrouwelijk bijgepraat. In april 2013 heeft de raad een grondexploitatie vastgesteld. De raad is per memo een aantal keren geïnformeerd over de voortgang. Vervolgens is de grondexploitatie opnieuw vastgesteld. In juli 2013 is een principe overeenstemming bereikt. De Provincie levert een belangrijke financiële bijdrage. Dit heeft geleid tot een aanbesteding. In mei en juni is een aantal overeenkomsten ondertekend. Het ontwerpbestemmingplan heeft zes weken ter inzage gelegen. Er is veel contact geweest met de omgeving. Ambtelijk en bestuurlijk wordt er vanuit gegaan dat De Nieuwe Schakel elders een nieuw plek zal vinden. Voor de omwonenden is tweemaal een informatieavond georganiseerd. Met de omwonenden van de Zandweg is intensiever gesproken. Er werd een klankbordgroep geformeerd. In de richting van inspreker; hetgeen werd gepubliceerd in de krant was een reactie van een journalist op hetgeen op de informatieavond naar voren kwam. De publicatie van het bestemmingsplan heeft vier weken daarvoor plaatsgevonden. Er zijn diverse onderzoeken uitgevoerd. Het verkeer op de Zandweg zal niet toenemen omdat verkeersaantrekking voor woningen minder is dan voor een tankstation. Op de Langbroekseweg zal wel sprake zijn van verkeerstoename. Het geluid blijft binnen de normen. Voor het geluid vanuit de zaal van de Gouden Leeuw moet nog een oplossing gevonden worden. Dit zal een combinatie zijn van maatregelen aan de zaal en de woningen. De bodem is onderzocht en bevat geen bijzondere zaken. Op de oude locatie zal onderzoek Voorbespreking Bestemmingsplan herontwikkeling/verplaatsing van Van Kerkhof, 24 juni 2014
2
plaatsvinden op het moment dat beide panden gesloopt zijn, maar er worden geen bijzonderheden verwacht. Het onderzoek naar flora en fauna heeft geen bijzonderheden opgeleverd. Op de locatie van het tankstation en het garagebedrijf verwacht men boven archeologie te kunnen bouwen. De Zandweg is zoveel verstoord en opgehoogd dat archeologie niet meer aanwezig is. Met een groenafscheiding wordt bekeken hoe het garagebedrijf van de omgeving kan worden afgeschermd. Als de boomgaard in de toekomst van functie verandert, moet één en ander fatsoenlijk in het landschap worden ingepast. De ontsluiting is nadrukkelijk besproken. De Graaf Lynden van Sandenburgweg is te druk om te kunnen keren. Men zal moeten doorrijden naar de rotonde. De gewenste afstand tot de woningen bedraagt 10 meter. De dichtstbijzijnde woning ligt op een afstand van 36 meter. Hij toont vervolgens een afbeelding van de inrit van het tankstation. Er is nadrukkelijk geen mogelijkheid voor LPG en ook geen shop mogelijk gemaakt. De dichtstbijzijnde woning ligt op een afstand van 60 meter. Voor de woningen aan de Zandweg is een aanbesteding gehouden. Ontwikkelaars hebben hun plannen kunnen indienen. Eén en ander sluit aan bij de wensen van de omwonenden. Hij toont vervolgens de huidige stand van zaken. Het gebouw is wat teruggeplaatst om de zijgevel van de Gouden Leeuw beter zichtbaar te maken. Aan de achterzijde wordt de zijgevel doorgetrokken om het geluid van de Gouden Leeuw wat af te schermen. Hij wijst op de vluchtweg van de appartementen. De vluchtweg van de Gouden Leeuw en een aantal containers bevinden zich op grond van de gemeente zonder dat daar toestemming voor afgegeven is. Dit wordt op gelost door aan de voorzijde twee parkeerplaatsen voor laden en lossen te maken. De vluchttrap wordt geïntegreerd in die van de appartementen en er wordt een gebouwde voorziening voor de containers gemaakt. Het garagebedrijf krijgt een bedrijfsbestemming, maar nadrukkelijk geen detailhandels. Het tankstation zonder LPG en een shop. Hij wijst op het terrein dat is geruild met Rijnvallei waar de bestemming detailhandel aan wordt gegeven zodat er parkeerruimte en buitenruimte gerealiseerd kan worden, maar nadrukkelijk geen gebouwen, hooguit een overkapping voor winkelwagentjes. De goothoogte komt overeen met de woningen van het Veilingterrein. Er worden maatschappelijke voorzieningen gerealiseerd op de begane grond. Dit kan een huisartsenpraktijk zijn, maar ook een praktijk voor fysiotherapie. Hij gaat in op de procedure. Er zijn twee zienswijzen ingediend. In één zienswijze worden vragen gesteld die niet direct met het bestemmingsplan te maken hebben. Fit for all wijst op concurrentie. In het bestemmingsplan worden alleen ruimtelijke aspecten meegenomen. Het is nog niet zeker dat er een praktijk voor fysiotherapie komt. In de kernen kan in elk woonhuis een praktijk voor fysiotherapie van 50m² gevestigd worden. De zienswijzen zijn aangemerkt als niet ruimtelijke relevant en leiden niet tot wijziging van het bestemmingsplan. De vaststelling van het plan is voorzien in juli. Daarna is er een beroepsmogelijkheid bij de Raad van State voor de indieners van een zienswijze en volgt er een omgevingsvergunning. Met betrekking tot de regels voor het milieu zijn geen bezwaar en beroep mogelijk. De gespreksleider biedt gelegenheid om vragen te stellen naar aanleiding van de presentatie. De heer Oechies (SP) merkt op dat het om een lijvig document gaat. Hij wijst op de discrepantie tussen de veronderstellingen van de projectleider en de expliciete tekst in de verhalen van onderzoekers. Met betrekking tot archeologie wordt aangegeven dit wel aangetroffen kan worden op het beoogde terrein. Hij informeert hoeveel vertraging dit oplevert voor beide projecten. De heer Veenstra antwoordt dat er geen archeologie wordt verwacht omdat het daar gewoon aanwezig is, maar er wordt zodanig gebouwd dat er geen contact bestaat met de archeologie. Voorbespreking Bestemmingsplan herontwikkeling/verplaatsing van Van Kerkhof, 24 juni 2014
3
De heer Oechies (SP) neemt aan dat er ook geheid moet worden. De heer Veenstra vervolgt dat men een aantal meters de grond in kan gaan zonder problemen te veroorzaken. De feitelijke fundering blijft boven de archeologische waarde. De gespreksleider biedt gelegenheid om vragen te stellen aan de portefeuillehouder. De heer Willems (GroenLinks) begrijpt dat de gemeente niet gaat over economisch ordenen gezien de maatschappelijke laag die is voorzien op de onderste verdieping. Hij wijst op de ruilovereenkomst tussen Rijnvallei en de gemeente. Dit wordt afgerond voordat de raad het bestemmingsplan vaststelt. Om vertraging te voorkomen wordt dit voorstel wel aan de raad voorgelegd. Hij informeert naar de consequentie als de ruilovereenkomst niet tot stand komt vanwege beroep bij de Raad van State. Wethouder Marchal antwoordt dat de ruilovereenkomst is afgerond en geen belemmering meer vormt. Het proces bij de Raad van State is niet van invloed op deze deal. De heer Oechies (SP) merkt op dat de uitrit van de benzinepomp gelijk komt met de uitrit van de Jumbo. Als het plan wordt gewijzigd door de uitkomst bij de Raad van State komt de uitrit van Jumbo anders te liggen. De heer Veenstra antwoordt dat het mogelijk is dat de Raad van State het bestemmingsplan vernietigt. In dat geval moet er naar alternatieve oplossingen gekeken worden. Als dit niet lukt, zal Rijnvallei iets gaan bouwen waarbij verwacht wordt dat er geen gebruik gemaakt kan worden van de inrit en wordt het uitsluitend een in- en uitrit voor Van Kerkhof. De heer Migchels (CDA) vraagt of een groenafscheiding komt voor de bewoners van de Bramengaard voor mogelijke lichthinder door auto’s. Wethouder Marchal antwoordt dat deze er komt en in zelfbeheer zal worden onderhouden. De heer Smit (BurgerBelangen Nu) heeft een duidelijke voorkeur uitgesproken bij de realisatie van dit plan. Zijn fractie kan zich vinden in de ruimtelijke aspecten. Hij wijst op de financiële consequenties voor de gemeente. In de stukken is vermeld dat de actualisatie van de grondexploitatie volgt op 8 juli. Hij zou graag een totaalplan ter beoordeling krijgen. Het plan dat toeziet op de ruimtelijke aspecten is geagendeerd voor 1 juli. De financiële gevolgen van dit plan zijn geagendeerd voor 8 juli. Hij stelt voor om de ruimtelijke aspecten ook voor 8 juli te agenderen. Wethouder Marchal antwoordt dat één en ander inderdaad een mijlpaal is waar al jaren naar wordt uitgekeken. De grondexploitaties zijn in de vorige raad aan de orde geweest en daar was dit een onderdeel van. De genoemde datum van 8 juli is een omissie. De exploitatie heeft dankzij een bijdrage van de Provincie wat ruimte gekregen waardoor het mogelijk is om eventuele tegenvallers op te vangen. De heer Smit (BurgerBelangen Nu) begrijpt dat er op 8 juli duidelijkheid komt wat één en ander oplevert. Wethouder Marchal vervolgt dat er een grondexploitatie voor handen is. Dit is een onderdeel van de jaarrekening. Er werd ten onrechte vanuit gegaan dat de grondexploitaties bij de Voorbespreking Bestemmingsplan herontwikkeling/verplaatsing van Van Kerkhof, 24 juni 2014
4
jaarrekening zouden worden vastgesteld. De grondexploitaties moesten vooruitlopend op de jaarrekening vastgesteld worden. De gespreksleider vult aan dat één en ander op 27 mei heeft plaatsgevonden. Het plan en het besluit passen binnen het vaststellen van de grondexploitaties. De heer Smit (BurgerBelangen Nu) geeft aan dat de grondexploitaties die op 27 mei werden vastgesteld tijdens de vergadering al door de portefeuillehouder werden ontkracht. Wethouder Marchal beaamt dat het om de situatie van dat moment ging. Hij verwacht dat er niet zo heel veel gebeurd is binnen de grondexploitaties. Er is inderdaad nog een aantal onzekerheden, maar deze risico’s zijn op voorhand nog niet in geld te vertalen. De grondexploitaties worden aan het einde van het jaar opnieuw vastgesteld. De heer Smit (BurgerBelangen Nu) ziet één en ander toch graag terug op papier. Wethouder Marchal merkt op dat om de zoveel tijd een actualisatie van de grondexploitaties plaatsvindt. Hij kan zich voorstellen dat er om een vertrouwelijk doorkijkje gevraagd wordt. De gespreksleider geeft aan dat deze gegevens a.s. vrijdag in het vertrouwelijke gedeelte voor de raad beschikbaar zijn zodat deze ingezien kunnen worden voor de voorgenomen besluitvorming op 1 juli. De heer De Keijzer (VVD) geeft aan dat zijn fractie tevreden is over het project en de huidige stand van zaken. Het levert werkgelegenheid op voor de korte en langere termijn en daarnaast wordt het aanzien van de stad beter. Hij informeert naar de veiligheid van de schooljeugd en vraagt of het college een garantie kan afgeven. Wethouder Marchal antwoordt dat wanneer de jeugd zich aan de verkeersregels houdt zich geen problemen zullen voordoen. De heer Veenstra vult aan dat de jeugd wellicht een andere weg gaat zoeken. Geprobeerd is om het kiezen van de juiste weg zo makkelijk mogelijk te maken door naast de toegangsweg een fiets- en voetpad aan te leggen dat aansluit op de bestaande voorzieningen. Het is niet onmogelijk om een andere route te kiezen. De heer Oechies (SP) merkt op dat destijds bij het vaststellen van dat bestemmingsplan is gevraagd om een verkeersintensiteitenonderzoek. Hij begrijpt dat nu wordt uitgegaan van dezelfde intensiteiten, maar er moet wel rekening gehouden worden met de leerlingen van het Revius. Zijn fractie vraagt zich af of de rotonde wel toereikend is en roept op om een echt onderzoek te doen zoals door voormalig wethouder is toegezegd. Wethouder Marchal geeft aan dat er geen garanties met betrekking tot de veiligheid kunnen worden gegeven. Er is ambtelijk wel degelijk gekeken naar de verkeersintensiteit. Gelet op de capaciteit van de rotonde worden daar geen problemen verwacht. De heer De Keijzer (VVD) wijst op de veiligheid op de Zandweg. Hij vraagt of er rekening is gehouden met aan- en afvoer in het geval daar een praktijk wordt gevestigd. Voorts wijst hij op de veiligheid tijdens de bouw. Er is weinig ruimte om te parkeren.
Voorbespreking Bestemmingsplan herontwikkeling/verplaatsing van Van Kerkhof, 24 juni 2014
5
Wethouder Marchal antwoordt dat er wordt geparkeerd achter het gebouw. De parkeernorm is ruim voldoende om dit probleem te ondervangen. Tijdens de bouw zijn de garage en het tankstation daar al weg. De heer Veenstra antwoordt dat de huidige ontsluitingsweg en het achterterrein prima geschikt zijn voor bevoorrading. De heer Petri (PCG) geeft aan dat zijn fractie blij is dat er eindelijk wat gebeurt met betrekking tot de verplaatsing van Van Kerkhof. Hij informeert of er ondergrondse tanks komen bij het tankstation waardoor men toch wel diep de grond in moet. Hij informeert voorts wanneer er daadwerkelijk begonnen wordt. Wethouder Marchal antwoordt dat er in het najaar wordt begonnen. Ondergrondse tanks zullen geen problemen veroorzaken wat archeologie betreft. De heer Oechies (SP) informeert wat er gebeurt met de gebruikers van de Nieuwe Schakel. Wethouder Marchal antwoordt dat er gesprekken plaatsvinden met de gebruikers om iets te vinden. Hij is ervan overtuigd dat men eruit gaat komen. Er is bereidheid om mee te werken. De heer Oechies (SP) merkt op dat de voorzitter van de Nieuwe Schakel nog niet door de gemeente was benaderd. Hij roept op om haast te maken. Wethouder Marchal antwoordt dat hij dit aan wethouder Burger zal doorgeven. Oordeelsvorming Alle fracties geven aan dat het onderwerp voor besluitvorming door kan op 1 juli a.s. De fractie van BBNu heeft daarbij nog de uitdrukkelijke wens om de huidige stand van zaken m.b.t. de grondexploitatie te kunnen inzien.
De gespreksleider concludeert dat de vertrouwelijke financiële gegevens a.s. vrijdag ter inzage gelegd worden. Dit onderwerp wordt geagendeerd voor de besluitvorming in de raadsvergadering van 1 juli a.s. Hij bedankt de aanwezigen voor hun inbreng en sluit de voorbespreking.
Toezeggingen: Huidige stand van zaken grondexploitatie Verplaatsing Van Kerkhof in vertrouwelijke stukkenkast ter inzage leggen
Voorbespreking Bestemmingsplan herontwikkeling/verplaatsing van Van Kerkhof, 24 juni 2014
6