MEMO RAAD
Aan: Van: Datum: Onderwerp:
de leden van de raad college van Heusden 24 januari 2012 kwalitatief evaluatieonderzoek combinatiefuncties
Doel: Aanleiding: Aard informatie:
ter kennisname/ter informatie toezegging openbaar
Geachte leden van de raad, Aanleiding Sinds 2007 neemt de gemeente Heusden deel aan de Impuls brede scholen, sport en cultuur. Hierdoor zijn er op dit moment 3,8 fte aan combinatiefunctionarissen actief. Sinds de start van de impuls is de deelname aan de regeling tekens met 1 jaar verlengd. Bij de behandeling van de voorjaarsnota in juni 2011 is gesproken over structurele deelname aan de regeling en de wijze waarop dit gefinancierd zou moeten worden. Besluitvorming hierover zou naar aanleiding van o.a. een kwalitatieve evaluatie kunnen plaatsvinden. Eind 2011 is een kwalitatief onderzoek naar het functioneren van de combinatiefunctionarissen uitgevoerd. Middels deze memo willen wij u van dit onderzoek op de hoogte brengen. Informatie In mei 2011 is door stichting de Schroef een evaluatierapport opgesteld. Dit rapport was kwantitatief van aard en gaf onvoldoende inzicht in de kwaliteit van het functioneren van de combinatiefunctionarissen. Hierop is door een onafhankelijke externe partij, Kennispraktijk, een kwalitatieve evaluatie uitgevoerd. Focus van dit onderzoek was om te achterhalen hoe organisaties, die gebruik maken van de combinatiefunctionarissen (o.a. scholen en sportverenigingen), de inzet van de functionarissen ervaren. Kennispraktijk heeft hierbij de opdracht gekregen om kritische vragen te stellen over onder andere: - de resultaten van de activiteiten van de combinatiefunctionarissen; - de financiële bijdrage van de betrokken partijen, nu en in de toekomt; - het werkgeverschap van de combinatiefunctionarissen bij Stichting de Schroef en Trefpunt Cultuureducatie. Evenals de kwantitatieve evaluatie is deze kwalitatieve evaluatie positief uitgevallen. Enkele van de conclusies van Kennispraktijk zijn: - het onderwijs en de naschoolse opvang zijn tevreden over de kwaliteit en kwantiteit van het aanbod van de combinatiefunctionarissen; - sportverenigingen geven aan dat zij, door de inzet van de combinatiefunctionarissen betere mogelijkheden hebben om hun maatschappelijke functie te vervullen; - de betrokken partijen zien de meerwaarde van de combinatiefunctionarissen en geven aan
dat zij, ondanks de bezuinigingen, bereid zijn om te kijken naar financieringmogelijkheden. Naast de bovenstaande positieve conclusies, zijn er in het onderzoek ook kritiekpunten naar voren gekomen. Zo werd bijvoorbeeld door alle betrokken partijen aangegeven dat de inbedding van de activiteiten van de combinatiefunctionarissen een aandachtspunt is. Alle resultaten van het aanvullend onderzoek zijn terug te vinden in het rapport van Kennispraktijk welke als bijlage bij deze memo is gevoegd. Het college heeft het rapport van Kennispraktijk in de vergadering van 24 januari voor kennisgeving aangenomen. Het college is positief over het feit dat de combinatiefunctionarissen effectief en doelmatig werken. Het college ziet dat door de inzet van de combinatiefunctionarissen maatschappelijke doelen verwezenlijkt worden. Om een structurele inbedding van de combinatiefunctionarissen mogelijk te maken wil het college dan ook kritisch kijken naar uitgaven die een vergelijkbaar doel dienen.
Bijlage:
rapport Kennispraktijk
Evaluatie onderzoek onder partners combinatiefuncties gemeente Heusden Verdiepende rapportage ter aanvulling op de evaluatieverslagen van Trefpunt Cultuureducatie en Stichting de Schroef
Marja Leijenhorst Johan Steenbergen
Inhoudsopgave Inleiding ................................................................................................................................................... 3 Doel van het onderzoek ...................................................................................................................... 3 Onderzoeksopzet................................................................................................................................. 3 De resultaten van het onderzoek ............................................................................................................ 4 Werkgeverschap is goed geregeld ...................................................................................................... 4 Realiseren van doelstelling aangaande sport- en cultuuraanbod ....................................................... 5 Realiseren van doelstelling aangaande de maatschappelijke functie................................................. 9 Realiseren van doelstelling aangaande samenwerkingsverbanden ................................................. 11 Wat maakt de combinatie wel of niet tot een succes? ..................................................................... 15 Conclusies .............................................................................................................................................. 17 Bronnen ................................................................................................................................................. 19 Bijlage 1 ................................................................................................................................................. 20
2
Inleiding Sinds 2008 zet de overheid en semioverheid in om een samenhangend aanbod tussen onderwijs, sport en cultuur te creëren. Hierdoor dient een rijke leeromgeving te ontstaan waarin kinderen en jongeren de kans krijgen om hun talenten optimaal te ontplooien, sociale vaardigheden op te doen en plezier te hebben. Hiertoe worden onder andere 2250 combinatiefunctionarissen aangesteld. Ook in de gemeente Heusden zijn verschillende combinatiefunctionarissen actief. In het voorjaar van 2011 heeft er een onderzoek plaatsgevonden naar de prestaties van de combinatiefuncties.1 Deze onderzoeken geven vooral zicht op cijfermatige gegevens (output). Het College van Heusden heeft aangegeven dat het deze evaluatie graag aangevuld ziet met de ervaringen van de betrokken partners uit het onderwijs, de kinderopvang, het sociaal-cultureel werk en de sport. De gemeente Heusden (Chantal Martens) heeft Kennispraktijk dan ook gevraagd een aanvullend onderzoek uit te voeren onder de partners die direct bij de combinatiefuncties zijn betrokken.
In onderhavige rapportage wordt eerst kort ingegaan op het doel van het onderzoek en de onderzoeksopzet. Het grootste deel van de rapportage bestaat uit de resultaten en de meest in het oog springende conclusies.
Doel van het onderzoek Doel van het onderzoek is zicht te krijgen op de ervaringen van de betrokken partners bij de combinatiefunctionarissen. Dit betreft zowel zicht op het proces (b.v. samenwerking en communicatie) als de waargenomen effecten (b.v. meer bewegen, beter aanbod en de meerwaarde van de combinatiefunctionaris).
Onderzoeksopzet Om dit zicht te verkrijgen is gekozen voor het afnemen van interviews bij negen partners.2 Aan de hand van een semigestructureerde gespreksleidraad zijn de interviews, die steeds iets meer dan een uur in beslag namen, afgenomen. De gesprekken zijn opgenomen met een voicerecorder en geanonimiseerd uitgewerkt. De kwalitatieve data-analyse is uitgevoerd met het softwareprogramma MAX QDA. Met dit programma zijn de uitspraken van de belanghebbenden ingedeeld in categorieën (coderen). 1
Zie: Kunst na school (2011). Verslag combinatiefuncties Cultuur gemeente Heusden en Trefpunt
Cultuureducatie Heusden en Stichting de Schroef (2011). Evaluatieverslag combinatiefuncties. 2
Zie bijlage 1 voor een overzicht van de partners waarmee de gesprekken zijn gevoerd.
3
De resultaten van het onderzoek
In dit hoofdstuk worden de belangrijkste resultaten neergezet. In de weergave van de resultaten is een indeling aangehouden die is gerelateerd aan verschillende categorieën. Begonnen wordt met kort stil te staan bij het werkgeverschap. Vinden de partners dat dit goed is geregeld? De volgende drie categorieën zijn gelieerd aan de door de gemeente Heusden opgestelde doelstellingen. Binnen iedere categorie zal deze doelstelling worden omschreven. De vierde categorie
is een meer
algemeen deel betreffende de ervaringen van de partners met de combinatiefunctionarissen en de mogelijke gevolgen als deze (deels) wegvallen. Ook is een aparte paragraaf gewijd aan de succes- en faalfactoren van de combinatiefunctionaris. Tot slot zullen de belangrijkste conclusies op een rij worden gezet.
Werkgeverschap is goed geregeld Het werkgeverschap van de combinatiefunctionarissen is formeel ondergebracht bij Stichting de Schroef en trefpunt Cultuureducatie. Met de partners zijn afspraken gemaakt over de ureninzet van de combinatiefunctionarissen en de betalingen. De partners kopen uren in van de formele werkgevers en zijn dus feitelijk de opdrachtgevers. De geïnterviewde, voor zover ze zicht hebben op de contracten, vinden de samenwerking en besluitvorming met De Schroef en trefpunt Cultuureducatie goed en soepel verlopen. Er wordt met de partners een overeenkomst opgesteld voor de inzet van een jaar. Geen van de partners wil dit werkgeverschap zelf op zich nemen en acht het op deze manier prima geregeld. Met de formele werkgevers is naast de contractuele zaken verder weinig contact.
De inhoudelijke aansturing van de combinatiefunctionarissen vindt (dus) ook plaats bij de (partner)organisaties (informele werkgevers). Dit gebeurt in de meeste gevallen door middel van werk- en prestatieafspraken en een welomschreven takenpakket. Op die manier ontstaat een goede verantwoording van de uren en de kosten die hiermee zijn gemoeid.
Wel bestaat bij enkele partners de wens iets meer contact te hebben met De Schroef en trefpunt Cultuureducatie. Een van de partners doet de suggestie om twee maal per jaar de verschillende partners en de formele werkgevers bij elkaar te laten komen om te kijken hoe zaken lopen. Ook kan op een dergelijk overleg worden bezien of gemeente-breed de doelstellingen worden gehaald. Dit zou dan een soort overlegorgaan kunnen zijn waarbij de formele werkgevers het voorzitterschap verzorgen en ook de wethouder sport/onderwijs/cultuur en de ambtenaren sport/cultuur/onderwijs
4
deel uitmaken van dit overleg. Op die manier kan steeds worden bezien hoe de voortgang (informerend) is en of de gestelde doelen al dan niet worden gehaald en of er bijstelling nodig is (lerend op weg zijn). Ook zien de partners van elkaar hoe ze zaken wel en niet aanpakken en kunnen ze leren van elkaars ervaringen.
Realiseren van doelstelling aangaande sport- en cultuuraanbod Een van de doelstellingen van de gemeente voor de inzet van de combinatiefunctionaris luidt als volgt: ‘Het aanbod van en deelname aan naschoolse sport en cultuur, voor zowel leerlingen van de basisschool als leerlingen van de middelbare school, uitbreiden’. Ten aanzien van deze doelstelling zijn verschillende vragen gesteld, zowel met betrekking tot de omvang van het aanbod als de aard en de kwaliteit van het aanbod. Ook zijn enkele vragen gesteld over wat de partners verwachten in de (nabije) toekomst.
Omvang van het naschoolse aanbod voldoende Op de scholen bestaat het aanbod uit naschoolse sport- en beweegactiviteiten en cultuuractiviteiten. Deze activiteiten worden gecoördineerd door de combinatiefunctionaris maar in de regel uitgevoerd door de sportvereniging. De directeur van een van de basisscholen geeft aan dat door de extra sportactiviteiten ook kinderen worden bereikt die normaal minder of niet aan sport doen. ‘Op onze school doen al veel kinderen aan sport, maar met de extra sportactiviteiten door de combinatiefunctionaris worden ook kinderen bereikt die van huis uit niet met sport in aanraking komen of worden gestimuleerd om te sporten .… dat is de echte winst’. Op deze basisschool uit Oudheusden wordt
al wel veel aan sport gedaan door de kinderen, het blijkt dat vooral de
cultuuractiviteiten die worden aangeboden door de combinatiefunctionaris een enorm succes te zijn. Eén van de schooldirecteuren merkt op dat de belangstelling voor sport juist iets groter is dan voor cultuur. ‘… sport is vaak wat toegankelijker ... kunst en cultuur kunnen dan ook wat laagdrempeliger worden aangeboden.’ De directeur is zeer tevreden over het binnen- en naschoolse sportaanbod, mede omdat de belangstelling van de leerlingen zo groot is. Dit komt, aldus de directeur, omdat er veel afwisseling is met het regulier aanbod zoals dat door de leerkracht tijdens de uren bewegingsonderwijs wordt gegeven: ‘… Op die manier komen de kinderen in aanraking met verschillende sport- en beweegactiviteiten die net even anders zijn dan het ‘eigen schoolprogramma’. Ook worden door de combinatiefunctionarissen naast clinics (zie elders) sportdagen en sportkampioenschappen georganiseerd, vaak samen met andere sportverenigingen
5
en scholen. Aan de schoolzwemkampioenschappen deden bijvoorbeeld 100 kinderen mee en dat is, aldus de vertegenwoordiger van de zwemvereniging, ‘een prima resultaat’. De vertegenwoordiger van de BSO stelt over het sportaanbod: ‘Op de BSO zitten kinderen van 8-12 jaar en die worden goed bereikt. Nu zijn ze vooral met de workshops bezig … en dat is nu uitgebreid. We hebben een MBO stagiaire die wel sport en spel geeft op het hockeyveld. Met name de kinderen van 10 jaar en ouder zijn het soms snel beu, de doelgroep wordt nu goed betrokken. Sporten zijn ook voor hun interessant. We zijn tevreden.’ Ook blijkt dat er de afgelopen tijd door de clinics doorstroming heeft plaatsgevonden naar sportverenigingen. Een geïnterviewde stelt: ‘Kinderen maken veel kennis met nieuwe sporten. Het aantal kinderen dat niet-structureel lid is van een sportvereniging is vrij hoog. Door de clinics gaan ze soms toch naar de sportvereniging.
Sommige combinatiefunctionarissen zijn nog maar kort aan de slag (vanaf 1 januari 2011). Voor scholen en sportverenigingen is dan ook niet altijd aan te geven of de extra sport- en beweegactiviteiten leiden tot bijvoorbeeld meer leden op de sportverenigingen. Wel geven twee sportverenigingen aan dat door de inspanningen van de combinatiefunctionaris (b.v. flyeren) er wat kinderen bij zijn gekomen. Ook al is niet exact aan te geven of er binnen sportverenigingen meer leden zijn bijgekomen dan nog sporten kinderen meer na schooltijd. Een voorzitter van een sportvereniging geeft aan: ‘ … ik kan nog niet goed inschatten of het aantal leden is toegenomen door de inspanningen van de combinatiefunctionaris, maar feit is dat veel kinderen op onze clinics afkomen na schooltijd. In die zin sporten ze hoe dan ook meer dan voordat de combinatiefunctionaris er was … Kinderen sporten simpelweg meer!’
Eén sportvereniging, waar de combinatiefunctionaris al wat langer werkzaam is, geeft aan dat door de bezoeken aan de scholen er nieuwe leden zijn bijgekomen ‘De sportclinics die door de combinatiefunctionaris zijn gegeven, hebben echt gezorgd voor ledenaanwas.’ Ook doordat de combinatiefunctionarissen zich soms uitdrukkelijk inzetten op ledenaanwas maakt dat er soms meer leden bijkomen.
Enige voorzichtigheid is geboden, want vrijwel geen van de geïnterviewden kan aangeven om hoeveel kinderen het precies gaat en soms is er geen sprake van ledengroei. Zo stelt een directeur van de basisschool dat er nog geen nieuwe kinderen lid zijn geworden van sportverenigingen, maar er heeft wel kennismaking plaatsgevonden met verschillende sporten. ‘… dit is uitermate waardevol. Het meest waardevol is dat de kids structureel sportaanbod hebben. Ons eigen doel van het onderwijs is een meer gevarieerd aanbod, dit is gerealiseerd, dit is een waardevol iets. Het meest
6
waardevol zou zijn als kinderen het structureel overnemen, dit gebeurt in mijn beeld nog niet’. Soms is de combinatiefunctionaris nog maar dusdanig kort bezig (enkele vanaf januari 2011) dat van ledengroei nog maar nauwelijks sprake kan zijn.
Met betrekking tot het cultuuraanbod worden soms ook mooie successen geboekt. Een voorbeeld zijn de cultuurworkshops in Oudheusden. In deze wijk is er geen cultuuraanbod en de kinderen worden van huis ook niet gestimuleerd om aan cultuur te doen. De combinatiefunctionaris heeft cultuurworkshops georganiseerd voor de kinderen en deze worden enorm goed bezocht. Men had gerekend op een paar kinderen per workshop, dit was veel te laag ingeschat. ‘We konden de vraag niet aan … en wat het mooiste is dat er binnen onze wijk echt iets gebeurt … er komen ook ouders en vrienden mee om te kijken wat de kinderen hebben gemaakt.’ Een directeur van een basisschool geeft aan dat door de komst van de combinatiefunctionaris er ook serieus aandacht wordt besteed aan de domeinen kunst & cultuur en sport. Door de overheid en inspectie worden scholen beoordeeld op hoe de opbrengsten zijn (opbrengst gericht werken). De directeur: ‘… en daarbij gaat het niet om de opbrengsten van sport en cultuur, maar om hoe het is gesteld met taal en rekenen. Punt! Als we daarop worden geïnspecteerd dan ligt het voor de hand dat we ons daar ook vooral op richten. Gevaar is dat de domeinen cultuur & kunst en sport er bij inschieten. De combinatiefunctionaris vangt dit als het ware op. Met haar komst wordt toch voldoende aandacht besteed aan beide domeinen.’
Hoge kwaliteit van het aanbod Ook over de kwaliteit zijn de scholen tevreden. Vaak worden door de sportverenigingen clinics gegeven. Er worden diverse activiteiten aangeboden, waardoor de kinderen in aanraking komen met verschillende sporten. Soms zijn dit traditionele sporten als basketbal, voetbal of volleybal, maar soms ook om een iets minder voor de hand liggende sport als rolstoelbasketbal, schermen en paardrijden. Uit de interviews blijkt dat de clinics niet alleen goed worden bezocht, maar de kinderen ervaren veel plezier aan deze clinics. Een directeur van het basisonderwijs stelt ten aanzien van de extra sport- en beweegactiviteiten het volgende: ‘De bedoeling is kinderen te activeren om aan sport te doen en ze in aanraking laten komen met sport. … dit loopt heel goed’. Een andere directeur heeft wat minder zicht op de kwaliteit van het aanbod: ‘… ik heb wat minder zicht op de kwaliteit van het aanbod. Ik loop wel eens binnen … maar vergeet niet dat ik geen kenner ben … de leerkrachten hebben veel meer zicht op de inhoud en van hen hoor ik louter positieve geluiden over hoe uitdagend de activiteiten zijn voor de kinderen …’ De combinatiefunctionarissen zelf, alhoewel ze de activiteiten veelal niet zelf geven, hebben ook een goed oog voor de kwaliteit, omdat ze de sport
7
goed kennen. Hoewel het gaat om vrijwilligers, wordt de kwaliteit van de clinics (toch) als goed ervaren door de partners. Een directeur van een basisschool geeft aan de kwaliteit ook goed is door de afstemming met anderen: ‘De combinatiefunctionaris werkt heel gestructureerd! Kinderen zijn erg tevreden … De jongerenwerker en de combinatiefunctionaris zijn aanvullend ze verrijken elkaar. De jongerenwerker kijkt net even anders naar kinderen (gedragsmatig)’. De vertegenwoordiger van de BSO is van mening dat vooral de diversiteit iets is waar de combinatiefunctionaris aan bijdraagt: ‘Voor de kids is het een stuk leuker, ze doen coole dingen. Ze komen in aanraking met sporten die ze anders niet zouden doen. Ik heb geen zicht of kinderen ook daadwerkelijk lid worden van de verenging, af en toe krijgen we wel van ouders wat terug, vaak zitten ze al op een sport, soms gaan ze switchen.’ Een van de vertegenwoordigers van de basisschool geeft aan: ‘De kwaliteit is goed, het is voor de trainers moeilijk om het niveau van de kinderen in te schatten, maar dit gaat goed.’
De indruk bestaat wel dat er op het gebied van sport iets meer diversiteit en aanbod is dan op het gebied van cultuur. Twee basisschool-directeuren geven aan dat er voor de meisjes vaak wat meer keus is dan voor de jongens en dat het aanbod van cultuur wat minder omvangrijk is. Een directeur geeft aan: ‘Het aanbod van kunst en cultuur is nog te verwaarlozen … ze zijn pas kort bezig. Het curriculum van de lessen bewegingsonderwijs hebben nu meer inhoud, dat is voor ons de meerwaarde. Kunst en cultuur komen nu meer onder de aandacht… gaat ook wel lukken.’ Er heeft bij deze school een duidelijke verbreding van het aanbod in de lessen bewegingsonderwijs plaatsgevonden.
Toekomstverwachtingen van het aanbod en werkwijze, nog meer en nog beter Zowel de scholen als sportverenigingen geven aan dat als de combinatiefunctionaris werkzaam blijft, het aanbod verruimd zal worden en de kwaliteit beter. Een directeur van een basisschool stelt het volgende: ‘De combinatiefunctionaris cultuur is al aan haar tweede schooljaar bezig en de combinatiefunctionaris sport is dit schooljaar gestart … ik ben nu al erg tevreden over wat ze bieden qua aanbod, dat zal alleen maar beter en structureler worden … mede ook door ervaringen die worden
opgedaan’.
De
directeur
denkt
zelfs
dat
door
de
inspanningen
van
de
combinatiefunctionaris-cultuur het zo maar zou kunnen zijn dat er een locatie komt waar cultuuractiviteiten worden aangeboden. De teneur is dat de kwaliteit van het aanbod al erg hoog is, maar zal alleen maar beter worden: meer op maat, meer activiteiten, betere afstemming binnenschools en buitenschools. Niet alleen hebben scholen en sportverenigingen ‘hoge’ verwachtingen voor de toekomst wat betreft nieuw aanbod, maar ook geven ze aan dat de combinatiefunctionaris kan ondersteunen bij het opstellen van beleid aangaande vrijwilligers,
8
bestuur en ledenaanwas. Als verbeterpunt zal ervoor moeten worden gezorgd dat de combinatiefunctionaris iets minder aanbodgericht werkt en meer in afstemming met het beleid van de sportvereniging en voornamelijk de school. Het is niet zo dat het aanbod bij scholen te veel wordt opgedrongen, de kinderen worden immers ook op hun wensen bevraagd. Maar meer afstemming bijvoorbeeld door middel van het opstellen van een jaarplan zou wenselijk zijn. Daarnaast geeft een directeur van een basisschool aan dat ze wel scherp moeten blijven op een mogelijke overkill aan activiteiten. ‘… als de kinderen geen belangstelling hebben in een bepaald aanbod dan moet je het ook durven schrappen. Kinderen hebben het al druk na school, ze zitten vaak al bij een club’. Wat betreft de toekomst in samenwerking met de jongerenwerker zegt de vertegenwoordiger van het sociaal-cultureel werk: ‘Er komt steeds meer aanvulling van de combinatiefunctionaris en de jongerenwerker. Ze zijn ieder op hun eigen terrein expert en zijn complementair ten opzichte van elkaar’.
Wat betreft cultuur geeft één directeur aan dat hij in de toekomst graag af zou willen van de zogenaamde ‘losse potjes subsidie’. Hij zou als de verschillende gelden die hij binnenkrijgt wel allemaal in de combinatiefunctionaris willen investeren.
Effecten inzet combinatiefunctionaris op ouderbetrokkenheid verschilt per partner Bijkomend effect van de inzet van de combinatiefunctionaris is dat de wijk bij de activiteiten worden betrokken. Als er voorstellingen of sportdagen zijn dan mogen ook ouders en mensen uit de wijk komen. De combinatiefunctionaris is steeds de verbinder met sport en cultuur . Zij heeft het netwerk, de tijd en de expertise om zaken te organiseren en tot stand te brengen. ‘Binnen de Wijkwinkel komt ze steeds in contact met ouders! Ze heeft een eigen stek’. Andere betrokken partijen geven aan dat de inzet van de combinatiefunctionarissen geen effect heeft op de ouderbetrokkenheid bij school, BSO en de sportvereniging ‘We hebben niet meer samenwerking met ouders … ouders regelen voor hulp (bij activiteiten) doen we ook zelf. De betrokkenheid van de ouders is niet groter. Doordat er meer ‘manifestaties’ zijn, zijn ze er wel meer, dat is logisch, maar de verhoudingen tussen school en ouders is niet anders geworden’, aldus een directeur van een basisschool.
Realiseren van doelstelling aangaande de maatschappelijke functie Deze doelstelling heeft betrekking op de maatschappelijke functie van sportverenigingen in de wijk en in het onderwijs en deze te vergroten en versterken. Om verenigingen in staat te stellen hun maatschappelijke functie vorm te geven, kunnen zij door combinatiefunctionarissen worden
9
ondersteund bij het vrijwilligersbeleid, de ledenwerving, het organiseren van buitenschools sportaanbod en de externe communicatie. Deze doelstelling is dus beperkt tot sportverenigingen en als zodanig is deze paragraaf dan ook iets geringer van omvang. De vragen aangaande deze doelstelling zijn immers alleen aan de vier vertegenwoordigers van de sportverenigingen gesteld.
Beleidsmatige versterking van sportverenigingen De combinatiefunctionaris blijkt vooral meerwaarde te hebben bij het beleidsmatig ondersteunen van de sportvereniging. Ze hebben veel kennis van zaken en zijn erg kundig. Unaniem geven de voorzitters van de
sportverenigingen aan dat
ze
zonder de ondersteuning van de
combinatiefunctionaris geen beleidsplan hadden opgesteld. Het gaat dan om beleid aangaande vrijwilligers, (jeugd)bestuur, ledenwerving (inclusief marketing en pr) en wet- en regelgeving. Alle sportverenigingen krijgen ondersteuning van de combinatiefunctionaris bij het opstellen of herschrijven van het vrijwilligersbeleid. Een voorzitter stelt: ‘We hebben de combinatiefunctionaris gevraagd om ons handboek vrijwilligers eens te herschrijven. Dat was behoorlijk verouderd. Zonder haar inzet was dit de eerste jaren niet vernieuwd.’ De combinatiefunctionaris ondersteunt ook bij het beleid aangaande werven van nieuwe leden en de coördinatie aangaande uitvoering van het plan. Dit doen de combinatiefunctionarissen bij drie van de vier verenigingen. Het blijkt dat bestuurders ook niet altijd de tijd hebben om rustig aan een plan te werken. Een van de voorzitters merkt op dat de meerwaarde is dat ideeën ook daadwerkelijk worden uitgevoerd in plaats van dat er binnen het bestuur steeds intenties worden uitgesproken. Ook worden de combinatiefunctionarissen soms ingezet om wet- en regelgeving uit te zoeken, bijvoorbeeld in geval van de Arbowet en de wet op hygiëne. Dit zijn vaak zaken die binnen de sportvereniging blijken te blijven liggen.
Geboden beleidsmatige ondersteuning van hoog niveau Over de beleidsmatige ondersteuning door de combinatiefunctionaris zijn de sportverenigingen uitermate tevreden. ‘… wat me opvalt, en dat is iets dat ik ook van de andere sportverenigingen hoor, is dat ze zo’n hoog niveau hebben. Ze werken heel planmatig, weten wat er in een beleidsplan moet staan en werken heel snel.’ Een andere voorzitter stelt: ‘Vooral beleidsmatig voelen we ons erg gesteund door de combinatiefunctionaris. Zij heeft de expertise, het netwerk en weet ook de weg in wet- en regelgeving. Dat geeft voor ons zekerheid. Zonder haar expertise hadden we dit niet voor
10
elkaar gekregen. Voelen ons echt gesteund door haar capaciteit, inhoud en netwerk.’ Een voorzitter geeft aan: ‘ We zijn heel erg tevreden. We hebben met haar een topper in huis!’.
Maatschappelijk functie van verenigingen versterkt Verschillende verenigingen geven aan dat door de inzet van de combinatiefunctionaris de maatschappelijke functie is versterkt. Er zijn verschillende activiteiten buiten de verenigingen georganiseerd. Zo geeft een sportvereniging aan ‘het is wel heel goed dat er bredere activiteiten worden georganiseerd, dit wordt ook vanuit de bond gestimuleerd, maar dat kwam er nooit van. Nu kan er wel veel tijd in gestoken worden, dat is fijn’. Er worden meer mensen bereikt en betrokken: ‘Vooral de ouders worden erbij betrokken en dat zorgt voor cohesie. Iedereen zit om het veld heen. Ook bijvoorbeeld met het beachvolleybal, alles zit door elkaar en gezamenlijk een biertje te drinken. Je ziet een beweging ontstaan. De combinatiefunctionaris heeft hiertoe een bijdrage geleverd (netwerk, samenwerking, …). De verenigingen geven aan nog verschillende wensen te hebben om de maatschappelijke functie nog verder te versterken. Zo stelt een vereniging: ‘In de toekomst willen we allochtone vrouwen betrekken met een aantal lessen, een soort danscursus. Als er voldoende animo is dan starten we een nieuwe groep. Dus echt op vraag van de bevolking in de wijk werken.’ Anderen geven aan de regeling graag nog breder in te zetten ‘Het enige jammere is dat de regeling aangeeft dat alleen scholen en sportverenigingen mogen worden betrokken. Ik zou graag veel meer informeel georganiseerd zien …. Buiten de institutionele kaders ook iets mogen organiseren. Is een kans. Een lossere manier van werken zou echt goed zijn … op een veldje bijvoorbeeld gewoon een activiteit organiseren valt bijvoorbeeld buiten de regeling. De verschillende partners kunnen elkaar ook ondersteunen: ‘Voor het organiseren van de grote sportactiviteit zijn veel vrijwilligers geworven via de Wijkwinkel. Kunnen wij leveren! Actieve participatie (betrokkenheid)’.
Realiseren van doelstelling aangaande samenwerkingsverbanden De derde doelstelling van de gemeente luidt: ‘Het versterken en verbeteren van de samenwerking tussen organisaties en verenigingen op het gebied van onderwijs, sport en cultuur, om zo de efficiëntie en effectiviteit van de inzet en het aanbod uit deze sectoren te vergroten.’ Deze doelstelling heeft dus vooral betrekking op de aard en wijze van de samenwerking. Hoe denken de partners hierover?
11
Samenwerking door combinatiefunctionaris als spin in het web De samenwerking tussen de onderwijsinstellingen en de combinatiefunctionarissen is goed. Er wordt bijvoorbeeld door de combinatiefunctionaris contact gezocht met de onderwijsinstelling als ze in de klas langs willen komen. Ook vindt er terugkoppeling plaats naar de directeur/leerkracht. Deze afstemming wordt als uitermate waardevol ervaren, omdat het belangrijk is voor de scholen dat er rekening gehouden wordt met het reguliere onderwijsprogramma. Op het gebied van samenwerking, communicatie en afstemming met andere partijen zijn in het onderwijs verschillende geluiden te horen. Sommigen geven aan dat er geen of minimale directe communicatie/ samenwerking is met andere partijen, dit loopt voornamelijk via de combinatiefunctionaris. Dit wordt door de partners als prettig ervaren. Zij zien het netwerk dat de combinatiefunctionaris opbouwt niet direct als hun eigen netwerk. Dit kan tot gevolg hebben dat bij het wegvallen van de combinatiefunctionaris het opgebouwde netwerk ook wegvalt. Anderen geven aan dat de combinatiefunctionaris een verbinder en bruggenbouwer is, dat er zonder de combinatiefunctionaris veel minder samenwerking was ontstaan met sport en cultuur. Zij zien het netwerk van de combinatiefunctionaris wel direct als hun eigen netwerk en zien daar ook voordelen voor hun zelf in. De combinatiefunctionaris legt tal van verbindingen en is als zodanig een spin in het web. Juist dit verbinden en contact leggen blijkt een meerwaarde voor bepaalde organisaties te zijn: ‘ Ze heeft contacten met de verenigingen gelegd en aangegeven wat we als BSO aan activiteiten kunnen doen. Zelf contact zoeken en onderhouden met de sportverenigingen is voor de BSO te veel moeite. Zonder haar was het contact er niet geweest’. De BSO geeft aan graag meer direct contact te willen met het basisonderwijs, bijvoorbeeld over ADVen sportdagen. Dit staat vaak wel in de schoolgidsen, maar zaken die op het laatste moment wijzigen niet, dit is wel erg waardevol om te weten, de combinatiefunctionaris kan hier een rol in spelen. Het onderwijs geeft ook aan nog beter te kunnen/willen samenwerken met de kinderopvang. De
communicatie,
samenwerking
en
afstemming
tussen
de
sportverenigingen
en
de
combinatiefunctionaris loopt goed, op verschillende plekken maken ze voor het gevoel echt onderdeel uit van het team. De combinatiefunctionaris komt bij de scholen veel makkelijker binnen dan de sportvereniging. Kinderen kennen de combinatiefunctionaris ook. Ook in de Sport zijn verschillende geluiden te horen. Er wordt aangegeven dat de communicatie volledig via de combinatiefunctionaris loopt en de vereniging hier de vruchten van plukt. Daarnaast wordt ook aangeven dat de communicatie en samenwerking beter is geworden tussen sportverenigingen en andere clubs en scholen. De combinatiefunctionaris legt contacten met andere clubs en scholen. De samenwerking is beter geworden, er worden samen activiteiten georganiseerd
12
door de school en verschillende sportclubs. Opgemerkt wordt dat de samenwerking tussen de clubs kan nog wel beter kan. Hier kan de combinatiefunctionaris een belangrijke rol in spelen. Waar sportverenigingen erg tevreden over zijn, is de vergroting van het bereik naar de kinderen van scholen. De sportverenigingen geven unaniem aan dat ze heel moeilijk binnenkomen bij scholen. Met de komst van de combinatiefunctionaris is dit helemaal verdwenen. Ze gaan naar de scholen toe, de scholen ontvangen ze en ze mogen vaak in de les aangeven welke activiteiten worden georganiseerd. Exemplarisch het volgende citaat: ‘Het is frappant, maar voordat de combinatiefunctionaris bij ons [sportvereniging] aan de slag was, kwamen wij, maar ook andere sportverenigingen de school niet binnen. Dat is nu heel anders … de combinatiefunctionaris is een echte verbinder en lijkt door het onderwijs veel serieuzer te worden genomen dat iemand van de sportvereniging.’ Vaak komen sportverenigingen er ook niet aan toe om zelf op scholen leden te werven. Met de komst van de combinatiefunctionaris is dit veel gemakkelijker geworden.
Wat nog beter kan in de samenwerking en communicatie zijn wat problemen rondom randvoorwaarden. Een sportvereniging geeft aan dat het voor bestuursleden soms lastig is om de juiste informatie op tijd aan te leveren bij de combinatiefunctionaris. Of om de opdracht duidelijk te verwoorden en af te kaderen. Ook onderwijsinstellingen ervaren in de samenwerking soms randvoorwaardelijke problemen. Bijvoorbeeld als de instelling vervoer of accommodatie moet regelen en dit lukt niet.
De combinatiefunctionaris blijkt een echte bruggenbouwer te zijn en legt verbindingen met scholen en zorgt ervoor dat er continuïteit optreedt. Effect van de samenwerking op het aanbod is, dat het ‘losse’ aanbod is toegenomen en van een goede kwaliteit is. Eén onderwijs instelling geeft aan dat het effect is dat de school een echte wijkfunctie krijgt. Daarnaast zijn er ook nieuwe gezamenlijke activiteiten georganiseerd. Andersom wordt er ook een effect aangegeven van goede activiteiten op de samenwerking. De samenwerkingspartners krijgen een positief beeld van elkaar en hierdoor kunnen de aanwezige contacten ook voor andere initiatieven gebruikt worden.
Continuïteit, duurzaamheid en inbedding , minder inzet leidt tot minder activiteiten De combinatiefunctionaris wordt zo langzamerhand een vertrouwd gezicht in het onderwijs en raakt steeds meer ingebed in de structuur van de school. Zowel het onderwijs als de sportverenigingen zien voldoende houvast in deze manier van werken voor de toekomst. Er is op dit moment nog niet voldoende draagkracht bij de organisaties om de activiteiten en samenwerkingsverbanden, die door
13
de combinatiefunctionaris zijn opgezet, voort te zetten. Het is echter wel wenselijk om deze werkzaamheden door te zetten. Unaniem wordt aangegeven dat als de inzet van de combinatiefunctionaris per direct zou verdwijnen of afnemen dit direct zijn weerslag zal hebben op de activiteiten. Deze zullen ook sterk afnemen of geheel verdwijnen. Dit zou als gevolg hebben dat er direct verschraling van het sport- en cultuuraanbod aan de kinderen zou plaatsvinden. Dit komt onder andere doordat de combinatiefunctionaris de contacten heeft en deze niet zomaar overgedragen kunnen worden. De onderwijsinstellingen en vrijwilligers bij de sportverenigingen hebben ook geen tijd om de taken over te nemen. ‘Het duurt wel enkele jaren om het huis goed op te bouwen dat er een voldoende fundament ligt om de inzet van combinatiefunctionarissen iets terug te brengen … zo ver zijn we nog niet, dat duurt nog even ’, zo stelt één van de directeuren van een basisschool.
Het is volgens de sportverenigingen mogelijk voor de combinatiefunctionaris om zich in de loop van de tijd wat terug te trekken en wellicht wat meer kwaliteitsbewaking te doen. Dit kan echter niet van de ene op de andere dag. Ze geven aan dat het daar nu nog veel te vroeg voor is en een termijn van enkele jaren nodig is om de werkzaamheden goed te verankeren. Er is nu nog niet voldoende ontwikkeld en geborgd, er is nog onvoldoende follow up. Op dit moment maken de uren en expertise van de combinatiefunctionaris echt het verschil. Het is voor de duurzaamheid een risico om dit nu te stoppen. Als ze nu weten dat de inzet over een bepaalde periode gaat afnemen dan kunnen ze daar samen met de combinatiefunctionaris beleid op schrijven, dan zouden ze in de toekomst sterk genoeg kunnen zijn. Er worden veel eisen gesteld aan sportverenigingen en daar kan nu door de komst van de combinatiefunctionaris (extra uren en deskundigheid) aan voldaan worden. Men vreest bij vertrek van de combinatiefunctionaris een uitstroom van bestuursleden omdat die dan teveel op hun bordje krijgen.
Activiteiten van de combinatiefunctionarissen niet goed afgestemd op gemeentelijke activiteiten Er is zowel binnen sport als onderwijs geen of weinig zicht op de gemeentelijke activiteiten op het gebied van sport. Wat betreft sportkompas geeft men aan dat het vreemd is dat de combinatiefunctionarissen hier niet bij worden betrokken of voor worden ingezet, dit zou een meerwaarde kunnen zijn. De combinatiefunctionaris wordt gezien als effectiever en efficiënter dan het sportkompas, onder andere vanwege de actieve entree in de scholen. Als nadeel van
14
Sportkompas wordt genoemd dat de keuze die de kinderen moeten maken al in het voorjaar gebeurt, terwijl de activiteiten in het najaar plaatsvinden. Voor kinderen is dit een lange periode, dan is het eigenlijk al weer weggezakt. De activiteiten van de combinatiefunctionaris zijn op korte termijn, dat is voor de kinderen prettiger.
Extra (co)financiering bespreekbaar De onderwijsinstellingen geven aan bereid te zijn om meer te betalen, maar dat de financiën er (waarschijnlijk) niet zijn. Onderwijs heeft geen potjes voor dit soort inzet. Ze willen er wel graag gezamenlijk over nadenken wat de mogelijkheden zijn, bijvoorbeeld om gelden te koppelen en te kijken of binnen de lumsum-regeling mogelijkheden liggen. Sportverenigingen geven aan bereid te zijn wat meer bij te dragen, maar niet veel meer, omdat het extra geld er waarschijnlijk niet is. Verenigingen willen wel wat extra’s organiseren of de contributie iets verhogen om wat bij te dragen. 15-20% meer is voor sommigen nog wel een optie. Eén vereniging geeft aan wel meer bij te kunnen dragen. Dat biedt hen ook de mogelijkheid om betere afspraken te maken en beleid te maken voor de langere termijn. Twee verenigingen geven aan dat de bereidheid zelf bij te dragen afhankelijk is van de opbrengsten, bijvoorbeeld in ledenaantal, maar ook overige opbrengsten die naar voren komen uit de evaluatie van de inzet van de combinatiefunctionaris.
Wat maakt de combinatie wel of niet tot een succes? Succesfactoren: enthousiasme, ingang in scholen, persoonlijke benadering Er worden een veelvoud aan factoren aangedragen die er voor zorgen dat de inzet van de combinatiefunctionaris een succes is. Het enthousiasme en de betrokkenheid van de combinatiefunctionaris zelf en de kwaliteit om dit over te brengen op anderen wordt het meeste genoemd. Daarna wordt de goede ingang in scholen als belangrijke factor bestempeld, de communicatie en afstemming met docenten en directie. Het feit dat de combinatiefunctionaris de ruimte krijg om in de klas de kinderen persoonlijk te informeren maakt dat de respons vanuit de kinderen hoog is. Andere genoemde succesfactoren zijn:
De combinatie van beleidsmatig kunnen werken en waar nodig ook kunnen uitvoeren
Het plezier dat kinderen in de activiteiten hebben
Het werven van nieuwe leden voor de sportverenigingen en culturele activiteiten
Naamsbekendheid van de vereniging
Dat de combinatiefunctionaris kindvriendelijk is
15
Dat de activiteiten makkelijk toegankelijk zijn
Ouderbetrokkenheid
Het in beweging krijgen van de kinderen
Vakkennis van de combinatiefunctionaris
De toegankelijkheid van de combinatiefunctionaris
Huidige en mogelijke faalfactoren/ struikelblokken: randvoorwaarden en minimale inbedding, De belangrijkste faalfactor vallen in twee onderdelen uiteen. Mogelijke toekomstige faalfactoren/ struikelblokken en huidige faalfactoren/ struikelblokken. De belangrijkste huidige faalfactor/struikelblok is de randvoorwaarden. Bijvoorbeeld het regelen van vervoer en accommodatie door de BSO of het aanleveren van informatie door bestuursleden van een vereniging aan de combinatiefunctionaris. Andere huidige faalfactoren zijn:
Weinig tijd bij kinderen, die hebben het al druk na school, zitten al bij een club en kunnen dus niet overal aan meedoen
Samenwerking tussen partijen, partijen die mogelijk toch vanuit eigen belang opereren
Ontbreken van een gezamenlijk plan
De belangrijkste toekomstige faalfactor die de betrokkenen noemen is de nu nog minimale inbedding. De activiteiten van de combinatiefunctionaris zijn nog niet verankerd in reguliere werkzaamheden/samenwerkingsverbanden. Dit heeft tijd nodig. Mocht de inzet van de combinatiefunctionaris wegvallen dan zal er verschraling / totale stop van het aanbod plaatsvinden, de samenwerkingsverbanden zullen waarschijnlijk wegvallen en de maatschappelijke functie die de sportvereniging vervult zal verminderen/ verdwijnen. Andere genoemde, toekomstige faalfactoren zijn:
Als de betrokkenheid van scholen/ het draagvlak binnen scholen minder wordt
Als de communicatie naar ouders niet voldoende is
Dat er geen zicht is op de ureninzet, dit zou tot gevolg kunnen hebben dat een combinatiefunctionaris ineens halverwege een opdracht moet stoppen omdat het aantal uren is verbruikt
16
Conclusies
Partners zijn tevreden over de inzet van de combinatiefunctionarissen in de gemeente Heusden. De combinatiefunctionarissen hebben allen een coördinerende functie. Een enkeling neemt ook de daadwerkelijke uitvoering van de activiteiten voor haar rekening. Dit is voornamelijk het geval bij de combinatiefunctionaris-cultuur. De uitvoering van de sport activiteiten wordt in de regel gedaan door (vrijwilligers van) de sportvereniging. Het onderwijs en de naschoolse opvang zijn tevreden over de kwantiteit en de kwaliteit van het aanbod. Door de inzet van de combinatiefunctionarissen als ‘spin in het web’ tussen de onderwijsinstellingen en de sportverenigingen/culturele instellingen is er veel meer tijdens- en naschools aanbod gerealiseerd. De sportverenigingen hebben door de inzet van de combinatiefunctionaris betere mogelijkheden om hun maatschappelijke functie in te vullen. De combinatiefunctionaris zorgt voor een beleidsmatige versterking van de sportvereniging onder andere op het gebied van vrijwilligers, wet- en regelgeving en toekomstvisie. De ondersteuning die de combinatiefunctionaris hierin biedt is van hoog niveau en goed bruikbaar voor de vereniging. Daarnaast is er meer ruimte om activiteiten voor het onderwijs en de wijk te ontplooien. Door de inzet van de combinatiefunctionaris zijn er nieuwe samenwerkingsverbanden ontstaan tussen sportverenigingen, onderwijsinstellingen, culturele instellingen en sociaal-cultureel werk. Deze samenwerkingsverbanden hebben een positief effect op de kwaliteit en de kwantiteit van het tijdens- en naschools aanbod op het gebied van sport en kunst & cultuur. Alle betrokken partijen zijn het er over eens dat de activiteiten die de combinatiefunctionaris heeft opgezet nog niet voldoende ingebed zijn. Mocht op dit moment de inzet van de combinatiefunctionarissen verminderen of stoppen dan zal dit volgens de betrokken partijen ook een vermindering of totale stop van het opgezette aanbod tot gevolg hebben. Men ziet voor de toekomst wel mogelijkheden om de inzet van de combinatiefunctionarissen te verminderen, maar nu kan dat nog niet. De inzet van de combinatiefunctionarissen zou ook door de gemeente zelf gebruikt kunnen worden voor het verbeteren van de gemeentelijke activiteiten op het gebied van sport. Echter de betrokken instellingen zijn (voor zover ze er zicht op hebben) enthousiaster over de inzet van de combinatiefunctionarissen en hun wijze van werken dan de bestaande gemeentelijke activiteiten.
17
De betrokken instellingen zien een meerwaarde van de inzet van de combinatiefunctionarissen. Om de inzet van de combinatiefunctionarissen ook in tijden van bezuiniging te waarborgen zijn de instelling bereid om te kijken naar mogelijkheden voor (meer) cofinanciering. Als succesfactoren van de inzet van de combinatiefunctionarissen worden het enthousiasme van de functionaris, de gecreëerde ingangen in het onderwijs en de persoonlijke benadering van de kinderen genoemd. Mogelijke faalfactoren zijn de tot op heden minimale inbedding van de werkzaamheden van de combinatiefunctionaris en mogelijke tekortkomingen in randvoorwaarden.
18
Bronnen Kunst na school (2011). Verslag combinatiefuncties Cultuur gemeente Heusden. Trefpunt Cultuureducatie Heusden.
Stichting de Schroef (2011). Evaluatieverslag combinatiefuncties.
19
Bijlage 1
Met vertegenwoordigers van de volgende partners zijn gesprekken gevoerd: -
Volleybalvereniging Minerva
-
Gymnastiekvereniging Inion
-
Hockeyclub VMHC
-
Zwemvereniging AquAmigos
-
Voetiusschool (basisschool)
-
Romero (basisschool)
-
Het Palet en Het Kompas (basisscholen)
-
Twern (sociaal-cultureel werk)
-
Mikz kinderopvang (BSO)
20