NOTA DOC.NR.
AAN
:
RESOC Kempen
:
CC : AUTEUR
BETREFT
:
Severine Appelmans
:
Voortgangsrapport economie december 2010
TER BESPREKING
TER INFORMATIE
DATUM
:
TER VERDUIDELIJKING
7 december 2010
VERTROUWELIJK
ANTWOORD A.U.B.
Inleiding Bij de opmaak van het Streekpact 2007-2012 lagen de kaarten anders dan vandaag. Het was hoogconjunctuur, de streek had op socio-economisch vlak een hele inhaalbeweging achter de rug ten opzichte van Vlaanderen en de ingrediënten waren aanwezig om deze nieuw verworven positie niet enkel te behouden maar om binnen een aantal welomschreven domeinen door te groeien tot een internationaal leidende regio. Niet veel later werden de kaarten opnieuw geschud. De financiële crisis heeft in de 2 de helft van 2008 geleid tot de belangrijkste wereldwijde economische crisis sinds decennia. Het effect van de crisis is op de Vlaamse maar ook op onze regionale economie nog steeds pijnlijk voelbaar: meer faillissementen, minder (industriële) productie, meer (tijdelijke) werkloosheid en ontslagen, besparingen bij bedrijven, overheden en consumenten,... Belangrijk is hoe we op korte termijn als regio uit de crisis gaan komen. Hoe snel zal de economie zich herstellen, tot op welk niveau en zullen er eventuele verschuivingen (bv tussen de sectoren) hebben plaatsgevonden? In welke mate heeft de Kempense industrie stand gehouden? Nog belangrijker is hoe we als regio de uitdagingen van de toekomst zullen aangaan. Als de Kempen zijn positie op socio-economisch vlak minstens wil behouden en liefst verbeteren, is het nodig dat onze bedrijven écht doordrongen raken van de „sense of urgency‟ en via (open) innovatie, creativiteit en het aanboren van buitenlandse markten hun concurrentiepositie verstevigen. Bedrijven an sich zijn niet creatief, mensen wel. Het talent en de competenties van onze mensen zorgen voor onze welvaart en ons welzijn. We moeten daar samen op inzetten met het Streekpact als toekomstplan en het Vlaamse transitiebeleid als faciliterend kader.
Dit document is als volgt opgebouwd: 0. 1. 2. 3. 4. 5.
Inleiding Economische analyse van de Kempen Samen inzetten op een innovatieve en toekomstgerichte Kempense economie Analyse van de strategische doelstellingen Ter afsluiting Bijlagen: 5.1.Overzicht van de aanbevelingen 5.2.Stand van zaken bedrijventerreinen 5.3.Brainstorm
1. Economische analyse van de Kempen De financiële crisis leidt in de 2de helft van 2008 tot de belangrijkste wereldwijde economische crisis sinds decennia. De impact op de economie en de arbeidsmarkt is zeer groot, ook in Vlaanderen. Wat het effect is van de financiële en economische crisis op onze regionale economie is vandaag voelbaar, maar zal pas in de komende jaren uit de cijfers (van zodra deze beschikbaar zijn) echt blijken1. Wel zien we dat we voor 2009 een lagere oprichtingsratio optekenen dan de voorgaande jaren en ligt het aantal faillissementen in 2008 en 2009 gevoelig hoger. Samengevat kunnen we uit de cijfers afleiden dat: Het BBP per inwoner in de Kempen tot 2005 net boven het Vlaamse gemiddelde lag maar vanaf dan tot 2008 er net onder Het aandeel van de industrie (37,5%) en de landbouw (1,4%) verder afgenomen is in de BTW (cijfers 2008) maar toch substantieel hoger blijft dan het gemiddelde in Vlaanderen (industrie: 26,5% en landbouw 0,8%). Tegenzijde van de medaille is dat de dienstensectoren een kleiner, maar stijgend, aandeel hebben in de BTW. Het aantal Kempense zelfstandigen sinds 2002 met gemiddeld 1% toenam t.o.v. 0,68% in Vlaanderen Het aantal Kempense ondernemingen van augustus 2009 tot augustus 2010 nog toenam met 2,4%. T.o.v. 1999 is 10 jaar later, in 2009, het aantal Kempense ondernemingen gestegen met 16,9% (in Vlaanderen met 11,5%). 2009 een lagere oprichtingsratio laat optekenen dan de voorgaande jaren en ook het aantal faillissementen in 2008 en 2009 terug hoger is. In 2009 telde het arrondissement Turnhout 334 falingen wat 32% hoger is dan in 2007. Dit jaar, van januari-oktober, waren er 295 falingen d.i. 6% meer dan in dezelfde periode het jaar voordien.
1
De impact van de crisis op de arbeidsmarkt kunnen we wel al zien in de (actuelere) cijfers. We verwijzen
hiervoor naar het volgende voortgangsrapport Talent.
2
1
Globale economische activiteit
Het bruto binnenlands product (bbp)2 van een land of van een regio is de marktwaarde van alle finale goederen en diensten die er op één jaar tijd worden geproduceerd. Het is een veel gebruikte maatstaf voor de welvaartscreatie van een land of regio. In 2008 werd in het arrondissement Turnhout volgens het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) meer dan 13,5 miljard euro aan finale goederen en diensten vervaardigd.3 Daarmee vertegenwoordigt de Kempen 21,0% van de economie van de provincie Antwerpen en 6,8% van de Vlaamse economie. Aangezien de grootte van de economie van een regio ook afhangt van de omvang van de regio zelf, is het BBP per inwoner een betere maatstaf om regio‟s met elkaar te vergelijken. Voor de Kempen bedroeg het BBP per capita in 2008 31.740 euro. Daarmee zat de Kempen iets onder het Vlaamse gemiddelde van bijna 32.400 euro en ver onder het gemiddelde van de provincie Antwerpen (ongeveer 37.700 euro). Binnen de provincie Antwerpen is de Kempen de regio met het laagste BBP per inwoner. Wanneer we kijken naar de evolutie van het BBP per inwoner (onderstaande figuur) zien we dat de Kempen tot 2005 net boven het Vlaamse BBP/inwoner zit en sindsdien net eronder. Figuur 1:
Evolutie van het BBP per inwoner, 1999 – 2008 (lopende prijzen)
40000 38000 36000 34000 32000 Kempen
30000
Provincie Antwerpen
28000
Vlaams Gewest
26000 24000 22000 20000 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
Bron: INR (bewerking: RESOC Kempen)
2
Het BBP wordt samengesteld door bij de bruto toegevoegde waarde tegen basisprijzen de productgebonden
belastingen op productie en invoer op te tellen en de productgebonden subsidies op productie en invoer af te trekken. 3
Uitgedrukt in de lopende prijzen van 2008.
3
Op regionaal niveau wordt de groeivoet van de economische groei berekend op basis van de evolutie van de bruto toegevoegde waarde. De bruto toegevoegde waarde4 (BTW) is het bedrag dat de productiefactoren van een land of regio aan de waarde van de verbruikte goederen en diensten toevoegen. Het is gelijk aan het verschil tussen de waarde van de geproduceerde goederen en diensten en de waarde van de in het productieproces verbruikte goederen en diensten. In 2008 was de BTW (in kettingeuro‟s, referentiejaar 2007) van onze regio 11,9 miljard euro. Als we kijken naar de evolutie van de BTW sinds 1999 zien we dat deze gegroeid is met +25%, tegenover gemiddeld +18% in de provincie Antwerpen en +20% in Vlaanderen. De laatste 9 jaar groeide de BTW van de Kempen jaarlijks met gemiddeld 2,95% (Vlaanderen: +2,2%, provincie Antwerpen: +1,9%). Deze hoge groeicijfers zijn vooral te danken aan de zeer sterke toename van de economische activiteit in de jaren 1999 en 2000 (met groeicijfers rond de 7% à 8%). Anderzijds kenden we ook een aantal periodes met negatieve groei (2001 en 2003). Figuur 2:
Ontwikkeling van de BTW tegenover het voorgaande jaar, 1999 – 2008 (in kettingeuro‟s, referentiejaar 2007))
10
8
6 Kempen 4
Provincie Antwerpen Vlaams Gewest
2
0 1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
-2
Bron: INR (bewerking: RESOC Kempen)
In de figuur zien we dat de evolutie van de BTW van de Kempen een zeer grillig patroon kent tot 2003 met veel extremere (positieve en negatieve) groeicijfers dan de Vlaamse economie, daarna leunt de curve meer aan bij de curve van de Vlaamse economie.
4
Het gaat om "bruto" toegevoegde waarde, wat wil zeggen dat het verbruik van vaste activa (= afschrijvingen) inbegrepen is. De waardering gebeurt tegen basisprijzen. Dat wil zeggen dat de productie niet de door de producent in rekening gebrachte belasting over de toegevoegde waarde omvat en ook niet mogelijke andere productgebonden belastingen zoals accijnzen. Wel zijn productgebonden subsidies inbegrepen.
4
2
Sectorale samenstelling van de Kempense economie
In 2008 vertegenwoordigde de industriële sector (verwerkende nijverheid en bouw) 37,5% van de Kempense economische activiteit5, terwijl de industrie gemiddeld in Vlaanderen goed is voor 26,5%. Dit betekent dat de prestaties van de Kempense economie nog steeds erg afhankelijk zijn van de prestaties van de vrij conjunctuurgevoelige industriële sectoren. In Vlaanderen is het belang van de industriële activiteit en de landbouw in de totale economie het laatste decennium blijven afnemen. Dit is ook het geval in de Kempen: in 2000 was de industrie immers nog goed voor bijna 43,81% van de economische activiteit in de Kempen. Ook de primaire sector (landbouw) heeft verder aan aandeel ingeboet (van 2.6% in 2000 naar 1,4% in 2008) maar blijft toch substantieel een hoger belang hebben dan gemiddeld in Vlaanderen (0.8%). Dit impliceert dat de dienstensectoren in de Kempen een kleiner, maar stijgend, deel van de economie (50,2%) vertegenwoordigen dan in de rest van Vlaanderen (61,5%). Toch mag niet vergeten worden dat de diensten wel meer dan de helft van de economische activiteit in de Kempen vertegenwoordigen. De commerciële diensten6 nemen 41,7% voor hun rekening (Vlaams gemiddelde: 51,8%). De openbare dienstensector (dit zijn onder andere de overheidsdiensten, defensie en het onderwijs) is goed voor 10.9% van de Kempense economie (Vlaams gemiddelde: 11,2%). Figuur 3:
Aandeel van de sectoren in de economische activiteit (% in het BTW) in de Kempen en Vlaanderen (2008)
Aandeel van de sectoren Totaal Overige diensten Openbaar bestuur, sociale zekerheid, onderwijs Financiële instellingen, zakelijke diensten
Vlaanderen Kempen
Handel, horeca, vervoer en communicatie Bouw Industrie Primaire sector 0% 10
%
20 30 40
50 60 70 80
90 100
%
%
%
%
%
%
%
%
%
Bron: INR (bewerking: RESOC Kempen)
5 6
Uitgedrukt in aandeel van de BTW in lopende prijzen.
In de grafiek terug te vinden onder de financiële instellingen en zakelijke dienstverlening en de handel, horeca en vervoer.
5
Tabel 1:
Sectorale samenstelling van de BTW (2008) Openbaar Handel,
Financiële
horeca, Primaire
vervoer
bestuur,
instellingen, sociale en zakelijke
zekerheid, Overige
sector
Industrie
Bouw
communicatie diensten
onderwijs
diensten
Totaal
Kempen
1,4%
29,1%
8,4%
20,0%
21,7%
10,9%
8,6%
100,0%
Vlaanderen
0,8%
20,5%
6,0%
24,2%
27,6%
11,2%
9,7%
100,0%
Bron: INR (bewerking: RESOC Kempen)
3
Zelfstandig ondernemerschap
Het aantal personen die een zelfstandige activiteit uitoefenen is sinds 2002 elk jaar gestegen van 26.118 tot 27.745 personen in 2008, d.i. een gemiddelde stijging van bijna 1 % per jaar. In die zelfde periode steeg het aantal zelfstandigen in Vlaanderen met een gemiddelde van 0,68%. In 2008 zijn 6,3% van de Vlaamse zelfstandigen actief in het arrondissement Turnhout. Figuur 4:
Aantal zelfstandigen in het arrondissement Turnhout (1999-2008)
Aantal zelfstandigen 28000
27500
27000 Kempen 26500
26000
25500 1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
Bron: INR (bewerking: RESOC Kempen)
4
Evolutie van het aantal ondernemingen
Eind augustus 2010 telt de Kempen 31.092 actieve BTW-plichtige ondernemingen. Dit is een stijging van 2,4% t.o.v. een jaar eerder. Het aantal BTW-plichtige ondernemingen nam daarmee procentueel meer toe dan in Vlaanderen (1,7%).
6
Als we over een periode van tien jaar kijken, zien we dat eind 2009 het aantal BTW-plichtige Kempense ondernemingen is toegenomen met 16,9 %, wat meer is dan in de provincie Antwerpen (13,5%) en Vlaanderen (11,5%). Waar eind 1999 het aantal BTW-plichtige ondernemingen in de Kempen 6,3 % van het totaal aantal BTW-plichtige Vlaamse ondernemingen uitmaakt, is dit eind 2009 gestegen naar 6,6%. Figuur 5:
Aantal ondernemingen (1999-2004-2009)
500000 450000 400000 350000 300000
Kempen
250000
Provincie Antwerpen
200000
Vlaanderen
150000 100000 50000 0 Eind 1999
Eind 2004
Eind 2009
Bron: KBO (bewerking: RESOC Kempen)
De oprichtingsratio in de Kempen (dit is het aandeel opgerichte ondernemingen in de loop van een jaar ten opzichte van het aantal actieve ondernemingen in het begin van het jaar) bedroeg 8,6% in 2009 (t.o.v. 8,3% in Vlaanderen). Het aandeel ondernemingen dat verdwijnt (uitgedrukt in procent van het aantal actieve ondernemingen) bedroeg in de Kempen 6,6% in 2009 (t.o.v. 7% in Vlaanderen). Wanneer de oprichtings- en uittrederatio aan elkaar worden gekoppeld bekomt men de netto groeiratio. Die geeft weer hoeveel ondernemingen er netto zijn bijgekomen in verhouding tot het aantal actieve ondernemingen. In 2009 ligt de netto groeiratio, net zoals de voorgaande jaren, hoger in de Kempen (2,0%) dan in Vlaanderen (1,3%). We zien wel dat de Kempen voor 2009 een lagere netto groeiratio laat optekenen dan in 2008, dit is volledig te wijten aan een lagere oprichtingsratio.
2007 Oprichtingsratio
Kempen Vlaams Gewest
Uittrederatio
Kempen Vlaams Gewest
Netto groeiratio
Kempen Vlaams Gewest
2008
9,5 8,8 7,0 7,0 2,5 1,8
2009
9,2 8,5 6,6 6,4 2,6 2,1
8,6 8,3 6,6 7,0 2,0 1,3
Bron: KBO (bewerking: RESOC Kempen)
Eén van de redenen van het verdwijnen van ondernemingen is het faillissement. Het aantal faillissementen hangt in zekere mate samen met de algemene economische toestand. Zo zien we
7
dat het aantal faillissementen in 2008 en 2009 terug hoger ligt, na de daling in 2006 en 2007. In 2009 waren er 334 falingen in de Kempen, wat 32% hoger is dan in 2007. Figuur 6:
Aantal faillissementen (2004-2009)
6000 5000 4000 Kempen
3000
Provincie Antwerpen Vlaams Gewest
2000 1000 0 2004
2005
2006
2007
2008
2009
Bron: KBO (bewerking: RESOC Kempen)
Het absolute aantal falingen moet uiteraard ook gerelateerd worden aan het totaal aantal actieve ondernemingen. Daarbij blijkt dat in 2009 ongeveer 1,11% van de Kempense ondernemingen failliet is gegaan, slechts een zeer klein verschil met Vlaanderen (1,09%). Voor 2010 hebben we cijfers van Graydon Belgium voor de periode januari tot oktober. In die periode waren er in de Kempen 295 falingen, dat is 6% meer dan in dezelfde periode van 2009.
2. Samen inzetten op een innovatieve en toekomstgerichte Kempense economie Als we willen dat de Kempense ondernemers en werknemers, bedrijven en kennisinstellingen mee op de kar springen van (open) innovatie, kennisdeling en internationalisering, moeten we als regionale streekactoren hierin onze rol opnemen. Samen, met het Streekpact als kader en met de hulp van Vlaanderen en Europa moeten we er in slagen om de Kempense economie klaar te maken voor de toekomst.
Inspelen op het Vlaams beleid gericht op transitie De laatste jaren zien we dat het Vlaamse beleid steeds meer doordrongen raakt van een „sense of urgency‟, het besef dat er nu iets moet gebeuren of dat Vlaanderen anders verder dreigt weg te zakken in de rangschikking van Europese regio‟s.
8
Vlaanderen in Actie (ViA), oorspronkelijk gericht op het behalen van de doelstellingen uit de Lissabon-strategie en het Pact van Vilvoorde wil ontwikkelen tot hét toekomstproject van Vlaanderen. Het doel van ViA is om Vlaanderen, via 7 doorbraakprojecten tegen 2020 naar de top vijf van Europese regio's te leiden. Om de uitvoering van de doorbraken te verzekeren, lanceerde ViA in januari 2009 het Pact 2020. In het Pact 2020 zitten o.a. doelstellingen m.b.t. internationalisering, innovatie, ondernemerschap, de lerende samenleving en competentiebeleid. ViA werd in het Vlaams regeerakkoord 2009-2014 ingeschreven. Sindsdien werkt de Vlaamse overheid concrete acties uit om het regeerakkoord/Vlaanderen in Actie uit te voeren. In december 2009 sloten de Vlaamse regering en de sociale partners het Vlaamse werkgelegenheids- en investeringsplan (WIP) af, om de noodzakelijke impuls van het Vlaamse herstelplan verder te zetten maar tegelijkertijd via een transitiebeleid Vlaanderen stapsgewijs te begeleiden naar een toekomstgerichte en kennisgedreven economie. Begin oktober lanceerde de Vlaamse regering een groenboek voor een „nieuw industrieel beleid‟ (NIB). Het Groenboek volgt op de staten-generaal van de Industrie van begin dit jaar en heeft als doel te komen tot een innovatieve industriële sector met meer concurrentiekracht. De laatste jaren heeft Vlaanderen aan concurrentiekracht ingeboet door het stilvallen van de productiviteitsgroei. Bovendien heeft de economie en de industrie wereldwijd op tien jaar tijd grondige veranderingen ondergaan. Zo drukt ICT meer en meer een stempel op de economie, is er de globalisering, de opkomst van groeilanden en het toenemende belang van ecologie en klimaat. Centraal in het NIB staat het inzicht dat er nood is aan een nieuw productiviteitsoffensief gebaseerd op transformerende innovatie. Het traditioneel productiviteitsmodel loopt tegen zijn grenzen aan. Het nieuwe model richt zich op de latente productiviteitswinsten in een kenniseconomie door een betere benutting van spillovers7 en ongebruikt creatief potentieel. Dit wordt goed geïllustreerd door het concept van de Fabriek van de Toekomst (FT)8 (Factory of the Future). Het NIB is een hoeksteen van het sociaal contract voor een duurzame werkgelegenheid. Speciale aandacht gaat naar tewerkstelling waarbij ieders talent en mogelijkheden benut kunnen worden. De Vlaamse regering wil ook werk maken van kortere vergunningsprocedures, energie-efficiënte investeringen, informatiseringsprocessen, aantrekken van buitenlandse investeringen, versterkte export en een versterkt vormings- en arbeidsmarktbeleid. Het Groenboek moet eind dit jaar leiden tot een witboek. Aanbevelingen/aandachtspunten: -
-
Ook de Kempense bedrijfswereld dient doordrongen te worden van de „sense of urgency‟ o.a. op het vlak van (open)innovatie. Acties moeten zich dan ook richten op het sensibiliseren en ondersteunen van bedrijven om de transitie naar een nieuwe economie te maken. Een nieuwe economie heeft ook implicaties naar de arbeidsmarkt. Binnen de doelstellingen van de pijler Talent van het Streekpact moet hier de nodige aandacht naar gaan.
7
Het gaat hier over productiviteitswinsten die kunnen ontstaan door kruisbestuiving, het delen van kennis tussen bedrijven en kennisinstellingen. 8 Dit is een dienstenbedrijf voor het „maken‟ van oplossingen op basis van : (1) sterke innovatie en designcompetentie, (2) klantgerichtheid en netwerking, (3) energie- en materiaalefficiënte technologie en (4) creatief menselijk potentieel en het versterken van het sociaal kapitaal. De FT is ingeschakeld in een sterk netwerk van performante maak-, proces- en dienstenbedrijven.
9
-
-
-
Zorgen dat de Kempense bedrijven, kennisinstellingen en intermediairen hun weg vinden naar de Vlaamse subsidies en steunmaatregelen die opgezet worden binnen ViA, het WIP en het toekomstige NIB. In het kader van het WIP werd door het agentschap ondernemen in juni 2010 gevraagd aan de RESOC‟s om alle prioritaire investeringsprojecten die passen binnen het kader van het WIP op te lijsten. We moeten verder opvolgen wat er met deze inventarisatie gebeurt en blijvend steun verlenen aan de projecten die bijdragen aan de realisatie van het Streekpact. Een sterke, toekomstgerichte Kempense economie heeft een sterke industriële basis nodig. De industrie is een belangrijke motor voor werkgelegenheid (5 tot 8 jobs in de dienstensector per industriejob), zeker in de Kempen gezien de relatief hoge aanwezigheid van de secundaire sector. Het NIB van de Vlaamse overheid kan onze industrie ondersteunen bij het omswitchen naar een innovatieve industriële sector met meer concurrentiekracht. Vanuit de regio moeten we dan ook de acties die in dit kader worden opgezet op de voet volgen.
Het Streekpact Kempen als toekomstplan voor de regio RESOC Kempen is actief aan de slag gegaan met het Streekpact. Per pijler zijn er „trekkers‟ die de voortgang mee bewaken, op de maandelijkse RESOC-vergadering komt telkens één van de Streekpactpijlers aan bod, onze partners dragen het Streekpact mee uit en het is dé toetssteen voor de werking van SERR/RESOC. We hebben het gevoel dat deze aanpak zijn vruchten begint af te werpen. De streekvisie begint steeds meer te leven bij onze stakeholders, het geeft de richting weer waar we samen naar toe willen. De Streekpactwerking zorgt er ook voor dat de verschillende streekactoren elkaars werking beter kennen en op zoek gaan naar mogelijkheden voor samenwerking. Langs de andere kant stellen we vast dat RESOC Kempen en het Streekpact bij sommige actoren toch nog te weinig bekend zijn, we moeten dan ook elke opportuniteit blijven aangrijpen om het Streekpact onder de aandacht te brengen. Aanbevelingen/aandachtspunten: -
Het is belangrijk dat we het Streekpact blijven uitdragen als hét toekomstplan voor de regio Niet alle acties uit het Streekpact worden vandaag opgenomen. Het is de rol van RESOC Kempen om hier de aandacht op te blijven vestigen.
Samenwerking is het sleutelwoord We stellen samen vaak vast dat door gebrek aan samenwerking nog steeds kansen worden gemist. Vaak worden er verschillende initiatieven georganiseerd met het zelfde doel, los van elkaar. Samenwerking kan leiden tot meer efficiëntie, elkaar minder voor de voeten lopen, voorkomen dat bedrijven en ondernemers het bos niet meer door de bomen zien en finaal er voor zorgen dat we méér kunnen doen. Als regio moeten we hier dan ook nog meer op inzetten. Aanbevelingen/aandachtspunten: -
Actief op zoek gaan naar mogelijkheden om samen te werken Actoren samen brengen met het oog op toekomstige samenwerking en het vormen van clusters
10
3. Analyse van de strategische doelstellingen Het doel van deze analyse is te kijken in welke mate we voortgang boeken binnen de vooropgestelde strategische doelstellingen. In het eerste voortgangsrapport Economie werd een overzicht gegeven van de verschillende acties binnen de pijler. Het heeft weinig meerwaarde om dit hier opnieuw te doen. In onderstaand overzicht worden enkel nieuwe projecten of bestaande projecten/acties vermeldt waar we bijkomende informatie over hebben. Strategische doelstelling 1: Stimuleren van ondernemerschap Uit de cijferanalyse blijkt dat eind augustus 2010 de Kempen 31.092 actieve BTW-plichtige ondernemingen telt. Dit is een stijging van 2,4% t.o.v. een jaar eerder. De oprichtingsratio in de Kempen bedroeg 8,6% in 2009 (t.o.v. 8,3% in Vlaanderen). Het aandeel ondernemingen dat verdween bedroeg in de Kempen 6,6% in 2009 (t.o.v. 7% in Vlaanderen). In 2009 ligt de netto groeiratio, net zoals de voorgaande jaren, hoger in de Kempen (2,0%) dan in Vlaanderen (1,3%). De Kempen laat voor 2009 wel een lagere netto groeiratio optekenen dan in 2008, dit is volledig te wijten aan een lagere oprichtingsratio. Overzicht van de acties Verbetering imago ondernemerschap bij het grote publiek en kansengroepen Aan de Open Bedrijvendag (OBD) van 2010, die in het teken stond van „hernieuwbare energie‟, namen 25 bedrijven (8 minder dan in 2009) deel uit het arrondissement Turnhout waaronder 6 actief in hernieuwbare energie. Drie bedrijven uit de Kempen werden geselecteerd voor het Innovatieparcours omdat ze innovatie hoog in het vaandel dragen. De gemeentes Balen en Olen waren OBD-gemeente. De OBD telde 178.000 bezoekers in de provincie Antwerpen. Topper in onze regio was Tops Food uit Olen met 7.500 bezoekers. In het 1ste voortgangsrapport werd de aanbeveling gedaan de OBD te koppelen aan de speerpuntsectoren uit het Streekpact. Binnen Kempen Duurzaam werd bekeken of aan de OBD verschillende bedrijvenparcours konden gekoppeld worden rond duurzame energie. Dit was praktisch gezien niet meer haalbaar. Het idee zit even in de koelkast maar kan in de toekomst, gekoppeld of los van de OBD opnieuw opgepikt worden. Sinds 10 september zendt RTV elke vrijdagavond in prime time het economisch programma Economix uit. RTV maakt het programma in partnership met VOKA Kempen en Mechelen. Het doel is om een positief beeld te geven over ondernemerschap en het bedrijfsleven, het richt zich daarom niet enkel naar ondernemers maar ook naar werknemers en consumenten. Stimulering van ondernemerschap bij leerlingen Op het platform onderwijs-arbeidsmarkt hebben VOKA, VLAJO en UNIZO hun projecten m.b.t. het stimuleren van ondernemerschap aan elkaar voorgesteld. Dit kan een eerste stap zijn in het komen tot meer samenwerking. UNIZO organiseerde in 2010 voor de eerste maal de Summer Academy 2010. Gedurende één week zijn 25 ondernemende studenten uit het laatste jaar secundair onderwijs en 25 uit het
11
laatste jaar hoger onderwijs begeleid door experts en topsprekers die samen op zoek gegaan naar hun talenten, ondernemende vaardigheden en professionele toekomstplannen. Voor het project Vliegende Startersbrigade van VOKA Mechelen, Antwerpen – Waasland en Kempen worden subsidies gezocht om opnieuw op te starten. Aanbeveling: -
Waar mogelijk moet een verdere afstemming van de bestaande projecten worden gerealiseerd. VOKA, VLAJO en UNIZO moeten de bedrijven nog meer warm maken om aan deze initiatieven mee te werken door o.a. het aanbieden van bedrijfsbezoeken en de coaching van miniondernemingen.
Begeleiding van (pré-)starters, ondernemers en kaderleden Innotek organiseerde in 2010 met financiële steun van EFRO voor de eerste maal trajecten MINI-MBA ondernemerschap voor kaderleden en mensen die een nieuwe business plant willen ontwikkelen. Bryo van Voka staat voor Bright Young en is een netwerk van jonge, gedreven mensen die goesting hebben om hun idee in de praktijk om te zetten. Deelnemers aan Bryo, worden 3 jaar lang begeleid bij alle uitdagingen, problemen en beslissingen die op hun weg liggen voor, tijdens en kort na de opstart of overname van een eigen zaak. Dit via gezamenlijke activiteiten tussen gelijkgestemden, maar ook via individuele coaching. Vanaf november 2010 wordt Bryo over heel Vlaanderen uitgerold. Opstart van ondernemingen vanuit kansengroepen Het ESF-project „Ondernemen werkt‟ wil mensen met ondernemersaspiraties begeleiden naar een zelfstandige activiteit. Het project is een samenwerking tussen VDAB, UNIZO, SVMB (Sociaal Verzekeringsfonds voor zelfstandigen) en Syntra. De VDAB detecteert werkzoekenden met ondernemersaspiraties en screent op ondernemerscompetenties. Indien de werkzoekende slaagt in de screening, wordt hij doorverwezen naar UNIZO. UNIZO neemt de trajectbegeleiding van de werkzoekenden op zich. De eerste fase omvat een intake en oriëntering en eventueel een opleiding bedrijfsbeheer. De tweede fase omvat de intensieve begeleiding naar de eigenlijke opstart van de zelfstandige activiteit door UNIZO of een activiteitencoöperatie. Tussen november 2008 en september 2009 werden in de arrondissementen Mechelen en Kempen 91 werkzoekenden doorverwezen door de VDAB naar UNIZO (Ondernemen werkt I). Hiervan zijn er nog 7 in fase 1, zijn er 2 in aanvraag voor fase 2 en zit er 1 in fase 2. Twintig personen of bijna 22% van de doorverwezen personen heeft ondertussen een zelfstandige activiteit opgestart. Van de door VDAB doorverwezen personen van oktober 2009 tot eind september 2010 (Ondernemen Werkt II), 70 in totaal, zijn er 51 in fase 1 en 4 hebben er al een zelfstandige activiteit opgestart. Mechelen & Kempen
Ondernemen
Ondernemen
Werkt I
Werkt II
F1 bezig
7
51
F1 uitval
61
15
12
Aanvraag F2
2
0
F2 bezig
1
0
F2 uitval
0
0
Opstart ZO
20
4
Totaal
91
70
Bron: cijfers UNIZO op 31/10/2010 (bewerking RESOC Kempen)
ESF-agentschap Vlaanderen voert op dit moment een bevraging uit- via een Europees instrument om regionaal ondernemerschap in kaart te brengen (de COPIE-tool) - bij beleidsmakers, adviseurs en ondernemers uit de kansengroepen. Deze bevraging brengt de belangrijkste sterktes, zwaktes, kansen en uitdagingen in het ondernemerschapsbeleid per RESOC-gebied in kaart. Aanbeveling: -
Van zodra de resultaten beschikbaar zijn van de COPIE-tool, kan hier in de regio verder mee aan de slag gegaan worden. Dit kan een opdracht zijn van de RESOC-werkgroep diversiteitsmanagement.
Begeleiding van groeibedrijven tanGO van SPK, één van de 9 proeftuinen binnen de beleidsmaatregel ‟de gazellesprong‟ (ViA), is een geïntegreerd begeleidingsconcept voor groeibedrijven via persoonlijke begeleiding door een bedrijfservaren mentor/gids. Het concept bestaat uit een strategisch traject, dat uit 3 modules bestaat: strategieformulering, strategie-implementatie en strategie-opvolging. Indien nodig wordt het traject aangevuld worden met direct relevante en praktijkgerichte competentietrainingen. Het project is opgestart in juli en heeft een looptijd van 2 jaar. Begeleiding van bedrijven in moeilijkheden SPK begeleidt sinds begin dit jaar via het project Doorstartplan KMO's die in hun continuïteit bedreigd worden terwijl er nog voldoende doorstartpotentieel aanwezig is, bij de implementatie van hun strategische doorstartplannen. Aanbeveling: -
Vaak wordt te lang gewacht vooraleer er ingegrepen wordt. Sensibiliseren van KMO‟s om een preventief bedrijfsbeleid te voeren en wanneer blijkt dat de continuïteit van de onderneming bedreigd wordt een doorstartplan op te starten.
Voortgang doelstelling Naast de bestaande initiatieven zijn er in het afgelopen jaar een aantal zeer mooie initiatieven bijkomend opgezet die het ondernemerschap in de Kempen stimuleren. Een programma als Economix wordt uitgezonden in prime time en bereikt daardoor alle segmenten van de bevolking, dus niet enkel diegenen die al overtuigd zijn. De Summer Academy laat toe om jonge gedreven mensen een week onder te dompelen en te laten stilstaan bij hun ambities en (ondernemerschaps)vaardigheden. De sterkte van Bryo, dat in andere regio‟s zijn meerwaarde al
13
heeft bewezen, is dat het zowel de combinatie maakt van gezamenlijke activiteiten en bij elkaar steun vinden in het netwerk, als individuele begeleiding en dit voor de eerste drie cruciale jaren. Daarnaast verwelkomen we de aandacht die Vlaanderen heeft enerzijds voor de specifieke problemen van groeibedrijven en daarbinnen de proeftuin tanGo in onze regio en anderzijds voor bedrijven die een doorstart moeten maken. Strategische doelstelling 2: voorzien van voldoende en goed uitgeruste economische infrastructuur Overzicht van de acties en verdere ontwikkelingen Ruimte om te ondernemen – bedrijventerreinen In bijlage vindt u een stand van zaken van de projecten voor de ontwikkeling van greenfields, voor het efficiënter invullen van bestaande terreinen en voor het saneren van bestaande, maar vervuilde gronden (brownfields). De Vlaamse overheid is bezig met de voorbereiding van een kaderdecreet ruimtelijke economie met volgende doelstellingen: 1) een adequate monitoring van de vraag naar versus het aanbod aan bedrijventerreinen, op subregionaal niveau en de introductie van een knipperlichtfunctie bij tekorten; 2) de verkorting van de doorlooptijd tussen het moment van bestemming tot de feitelijke realisatie; en 3) de verduurzaming van de bedrijventerreinen (vooral het verlengen van de houdbaarheidsdatum) door kwaliteitscriteria en instrumenten voor onder andere inrichting, uitgifte en beheer. In de herziening van het RSPA wordt voorgesteld om geen opdeling meer te maken binnen de hoofddorpen. In de praktijk zou dit betekenen dat elke gemeente in onze regio een lokaal bedrijventerrein kan realiseren. De IOK gaat haar website vernieuwen zodat bedrijven informatie terugvinden over het huidig en toekomstig aanbod aan lokale en regionale bedrijventerreinen in de regio. Binnen het project „Ondernemingsvriendelijke Kempen‟ van de steden Geel en Turnhout, in samenwerking met IOK, wordt de opmaak van een digitaal platform bestemd voor betere informatieverlening vanuit de lokale overheid naar de ondernemer voorzien (inclusief info m.b.t. beschikbare bedrijventerreinen). Een eerste testversie voor de ondernemers wordt verwacht ten laatste 1 mei 2011 en de implementatie van het systeem moet afgerond zijn voor 1 december 2011. Aanbevelingen: -
-
In de komende jaren komt er vooral bedrijfsruimte bij in de Noorderkempen. Een goede spreiding van de bedrijventerreinen over het hele arrondissement Turnhout is een aandachtspunt. De ontwikkeling van de bedrijventerreinen in het kader van de afbakeningsprocessen kleinstedelijk gebied Mol en kleinstedelijk gebied Geel (Berkenbossen, Stenehei, Kievermont en stedelijk woonwerkpark) is afhankelijk van de mobiliteitsafwikkeling in het gebied. Een goede afstemming tussen enerzijds de visie over de aanpak van de mobiliteitsknelpunten en de ontwikkeling van de bedrijventerreinen is nodig om niet onnodig tijd te verliezen.
14
-
Opvolging van de verdere ontwikkelingen in het kader van de herziening van het RSPA.
Parkmanagement Bij elke nieuwe ontwikkeling van een bedrijventerrein door IOK wordt parkmanagement opgenomen. IOK heeft daarnaast een aanvraag ingediend binnen de oproep bedrijventerreinmanagement voor streekgebonden parkmanagement. In het voorstel is een actieve betrokkenheid van de LON‟s voorzien en er zal een regelmatige terugkoppeling op het RESOC worden gegeven in functie van betrokkenheid van de vakbonden. Een besluit wordt verwacht tegen medio december. Aanbeveling: Extra subsidies om duurzame acties op te zetten op het niveau van bestaande bedrijventerreinen blijven nodig om bedrijven te overhalen om mee te stappen in het verhaal. De POM Antwerpen heeft hier in het verleden al oproepen over gelanceerd. Het succes tot dusver van deze oproepen lijkt een continuering te kunnen verantwoorden. Toeristische infrastructuur Toerisme Provincie Antwerpen wil de huidige infrastructuur in het Netepark in Herentals, zoals het Netepark zelf, Hidrodoe en Blosocentrum verder integreren en verbinden rond het thema „(water en) kindvriendelijkheid‟. Men wil voorzien in een aanbod dat zowel afgestemd is op dagrecreanten als op verblijftoeristen. Op die manier moet een geïntegreerde voorzieningencluster ontstaan. Samen met de verschillenden partners (stad Herentals voor Netepark, Bloso en Hidrodoe) wordt nagedacht over samenwerken en promoten van de drie attracties als één geheel. In de nabije toekomst zal een folder gelanceerd worden rond recreatie in 'landschapspark Netepark'. Deze zal voornamelijk gericht zijn op groepen en een daguitstap voorstellen. Eind december 2009 besliste de deputatie het kaderplan Kempense meren te hanteren als uitgangspunt voor de verdere uitvoeringsfase. Een belangrijk onderdeel van het plan is de toekomst van het Molse Zilvermeer, waar onder meer gedacht wordt aan het uitbouwen van kabelski, windsurfen, paalwoningen en drijvende hutten. Dit betekent dat voor het Zilvermeer de claim van ontginningsgebied dient opgeheven te worden. Momenteel huurt de provincie het domein van SCR Sibelco via een erfpachtovereenkomst die nog enkele tientallen jaren loopt. Om het verlies voor SCR Sibelco te compenseren, gaat de provincie op zoek naar nieuw ontginningsgebied. Daartoe heeft zij een grote zoekzone afgebakend in het noordoosten van Mol, waarbinnen onderzocht zal worden of er in de toekomst zandontginning mogelijk is. De opmaak van een RUP voor de Hoofdknoop (Zilvermeer-Sunparks-Zilverstrand)- Schansheidevervangend ontginningsgebied werd in 2010 opgestart. De eerste stap in de plan-MER procedure, de terinzagelegging van de kennisgevingsnota, is afgerond. Aanbeveling: -
Verder opvolgen van het actieplan Kempense meren, gezien de mobiliteitsproblematiek en andere (toeristische) ontwikkelingen in het gebied zoals het communicatiecentrum van de bergingssite (cAt-project). De werkzaamheden om het Turnhouts Vennengebied in zijn oude glorie te herstellen lopen verder. Parallel hieraan worden er inspanningen geleverd om aan de aanwezige landbouwers
15
duurzame oplossingen te bieden door hen van groene gewestplanbestemmingen uit te ruilen naar volwaardige landbouwgebieden. Tegen 2011 wordt er ism Natuurpunt, Stad Turnhout, Provincie Antwerpen en Regionale Landschappen Grote en Kleine Nete werk gemaakt van de uitbouw van recreatieve ontsluiting met als doel in 2012 een voor de Provincie Antwerpen gebiedsdekkend wandelknooppuntennetwerk te hebben. Welaangeduide wandelpaden moeten het gebied meer herkenbaarheid geven waardoor meer mensen de weg vinden naar en door dit uitzonderlijk waardevol gebied. De ontwikkelingen in het gebied, hebben de regio zeer aantrekkelijk gemaakt voor recreanten. Een aantal lokale landbouwers hebben hier op ingespeeld door hun activiteiten te verbreden (hoevetoerisme, ijsverkoop,...). Vier promotoren Lokale Diensteneconomie hebben in samenwerking met de provincie en 15 gemeenten een aanvraag ingediend bij het agentschap werk & sociale economie voor het onderhoud van de Kempense toeristische infrastructuur onder de naam Routedokters. Het project loopt tot 31 december 2013 en zal 9,33 VTE werkgelegenheid creëren in de Kempen. Aanbeveling: -
Het is voor de Kempense lokale besturen mogelijk om nog op een later tijdstip aan te sluiten bij het project Routedokters. Indien lokale besturen dit niet in eigen beheer doen, is het een opportuniteit om hier nog op in te tekenen. Meer algemeen blijft de koppeling tussen de uitbouw en het onderhoud van toeristische infrastructuur en werkmogelijkheden voor de sociale economie een aandachtspunt.
Voortgang doelstelling Het kaderdecreet ruimtelijke economie zou een antwoord moeten bieden op een aantal reeds gesignaleerde knelpunten: het gebrek aan een goede inventarisatie van de vraag naar en het aanbod van bedrijventerreinen en dus het zichtbaar maken van (toekomstige) tekorten en de lange doorlooptijd tussen het moment van bestemming tot de feitelijke realisatie. Hopelijk slaagt de Vlaamse overheid er in het kaderdecreet en de uitvoering er van snel te realiseren. Positief is het schrappen van het onderscheid binnen de hoofddorpen in de herziening van het RSPA. Indien dit gehandhaafd blijft, wordt de mogelijkheid gegeven aan elke gemeente in de regio om minstens een terrein te voorzien voor lokale bedrijvigheid. De intentie van IOK om via een vernieuwde website, het huidig en toekomstig aanbod aan bedrijventerreinen toegankelijk te maken is toe te juichen. M.b.t. het voeren van parkmanagement is de streek hoopvol dat het project van IOK om streekgebonden parkmanagement op te zetten wordt goedgekeurd. De acties op het vlak van toeristische infrastructuur krijgen verdere uitvoering. Strategische doelstelling 3: Mobiliteit: garanderen van de toegankelijkheid van de Kempen als regio, als van de woonkernen en economische centra Personenvervoer over de weg De voorbereidende werkzaamheden voor de Kempense Noord-Zuid zitten op schema. Medio juni 2011 zou het aannemersconsortium effectief starten met de werken. De werken hebben een geplande duurtijd van 30 maanden, m.a.w. tot eind 2013. Een communicatiebureau zal een plan opmaken en vanaf begin volgend jaar instaan voor de communicatie m.b.t. de werken. Tot dan zal
16
AWV zelf instaan voor de communicatie. Er zullen infosessies georganiseerd worden volgens een 3 trapsstrategie (eerst de betrokken gemeentebesturen, dan de belangenverenigingen en dan de bevolking). De infosessie voor de belangenverenigingen (de sociale partners en RESOC Kempen) had plaats eind november. Knelpunten m.b.t. de minderhindermaatregelen worden opgenomen door de gereactiveerde stuurgroep minderhinder, de verdere aanpak op het vlak van communicatie zal bepaald worden door de stuurgroep communicatie. Aan de sociale partners en RESOC Kempen wordt gevraagd om mee een draagvlak te creëren voor het project, via de eigen kanalen informatie m.b.t. de werken te verspreiden en signalen vanuit het veld door te geven. Een bereikbaarheidsadviseur zal instaan voor de communicatie met de bedrijven. Aanbeveling: -
Het opvolgen van de werken en de minderhindermaatregelen via de stuurgroep minderhinder, het mee creëren van een draagvlak o.a. via het verspreiden van informatie en het opnemen van de signaalfunctie.
RESOC Kempen nam in haar bezwaar van de herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) de verbinding Turnhout tot Noord-Brabant als missende verbinding op. Deze verbinding maakt ook onderdeel uit van de provinciale Mobiliteitsstudie „Gebiedsgerichte visie in de Noorderkempen‟. Aanbeveling: -
Het opvolgen en vertolken van onze visie in de workshops opgezet n.a.v. de Mobiliteitsstudie „Gebiedsgerichte visie in de Noorderkempen‟
Bij de opening van de doortocht van Herselt, maakte de minister-president een ringweg terug bespreekbaar. De aanleg van een ringweg vraagt evenwel nog een aanpassing van het RSV en ook de financiering dient nog verder uitgeklaard. Aanbeveling: -
Indien de gemaakte bezwaren bij de herziening van het RSV geen vertaling krijgen in de definitieve versie, onze vragen opnieuw stellen bij de opmaak van een nieuw RSV.
Het aangepaste masterplan 20209 voorziet voor de E313 een extra rijstrook tussen Ranst en het knooppunt met de A102, een mogelijke verbreding tussen Ranst en de Antwerpse ring, de omvorming van de pechstrook tot een spitsstrook en de aanpassing van het knooppunt met de Antwerpse ring. Dit laatste zal in twee fases gebeuren, eerst in functie van een optimale aansluiting met de Oosterweelverbinding, nadien wordt het hele complex heringericht. Het plan-MER voor de eerste fase E313 (Antwerpen-Oost tot Ranst) is aanbesteed en de aanbesteding van de werken voor de aanleg van de spitsstrook zal zo snel mogelijk gebeuren. De uitbreiding naar 3 rijstroken voor het wegvak Ranst – Lummen is niet opgenomen in het masterplan 2020. Wel is een studie door AWV opgestart om de mobiliteitseffecten in kaart te brengen van een uitbreiding van de E313 Ranst tot Lummen naar 2X3 rijstroken. Deze is inschuifbaar in de procedure plan-MER voor de 2de fase. Periodiek zal RESOC Kempen in overleg gaan met het kabinet Crevits om de voortgang op te volgen. Het opnieuw asfalteren van grote delen van de E313 ten gevolge van de winterschade van vorig jaar is uitgesteld. Doordat de procedures langer aangesleept hebben dan verwacht, zal de ingreep
9
Beslissing Vlaamse regering 29 september 2010
17
ten vroegste in maart 2011 plaats vinden. Indien nodig zullen er wel noodherstellingen plaats vinden. Aanbeveling: -
Verder aandringen op een snelle realisatie van de maatregelen m.b.t. de E313 in het masterplan 2020 en de uitbreiding Ranst-Lummen met een derde rijvak.
Busvervoer Voor de lokale invulling van de Mobiliteitsvisie 2020 in de regio Kempen zijn De Lijn, IOK en de sociale partners reeds een eerste maal in overleg getreden. Aanbeveling: -
Verbeterpunten blijven aankaarten bij De Lijn en de minister van mobiliteit.
Na een evaluatie van de extra buslijnen van het bedrijfsvervoerplan Geel-Oevel, is door De Lijn beslist om het systeem bij te sturen. Naast het op korte termijn vervangen van de standaardbussen door een meer aangepast vraaggestuurd vervoersysteem wil De Lijn op middellange termijn het concept “vanpooling” verder bestuderen, ontwikkelen en implementeren. Een werkgroep, waarin ook RESOC Kempen vertegenwoordigd is, zal zich buigen over het uitwerken van dit alternatief. Minister Crevits garandeerde dat er 1 systeem voor busgebruikers zal gelden tijdens het verloop van de werkzaamheden aan de fly-over. Er zal onderzocht worden of het huidige systeem van 6 buslijnen door een verschuiving van budgetten kan behouden blijven, hetzij volledig, hetzij via kleine aanpassingen. Aanbeveling: -
-
-
-
Het openbaar vervoer is een belangrijke factor binnen de minderhindermaatregelen voor de werken aan de fly-over, daarom blijven we pleiten voor het behoud van de 6 buslijnen tijdens de werken. Indien blijkt dat ook na de werken aan de fly-over bepaalde lijnen rendabel zijn, pleiten we er voor om deze te bestendigen. We moeten er op toezien dat de huidige dienstverlening van de Lijn niet wordt afgebouwd vooraleer het vraagafhankelijk systeem voldoende is uitgewerkt en dat het vraagafhankelijk systeem niet wordt afgeschaft zonder een goed alternatief (bv in de vorm van vanpooling). Tijdens de werkzaamheden aan de fly-over ter hoogte van Geel-West vragen we om tijdelijke randparkings te voorzien langs weerskanten van het Albertkanaal zodat werknemers daar kunnen overstappen op de buslijnen om tijdig en snel op het werk te geraken. De Lijn dient ten alle tijden doorgang te hebben tijdens de werken. Om dit verhaal te doen slagen is het noodzakelijk dat zowel de werkgevers- en werknemersorganisaties als de betrokken lokale besturen, mee aan de kar blijven trekken.
Treinverkeer Met minister Vervotte werd afgesproken om een tweejaarlijks dialoogmoment te voorzien onder de vorm van een spoorplatform met NMBS, Infabel, de betrokken kabinetten en administraties. De minister stelde in mei l.l. een aantal verbeteringen van het personenvervoer voor op korte termijn
18
(o.a. extra rollend materieel op lijn 15 en uitbreiding capaciteit treinen Turnhout-Brussel tijdens de spits) en op langere termijn (het versnellen van de plaatsing van een bijkomende wisselverbinding in Herentals richting Turnhout, de ingebruikname van een volwaardig spoor 3 in Herentals, perronverlenging in Olen, electrificatie Herentals-Mol). We stellen vast dat van de beloofde verbeteringen op korte termijn nog maar weinig gerealiseerd is en dat de timing voor de realisatie van de verschillende lange termijn infrastructuurwerken weer opgeschoven zijn. Aanbevelingen: -
Voortgang verder opvolgen via het spoorplatform, aandringen op een snelle realisatie van de gedane beloftes.
Fietsverkeer De bereikbaarheid van de Kempense lokale en regionale bedrijventerreinen per fiets laat vaak te wensen over. Slecht verlichte, ontbrekende of slecht onderhouden fietspaden kunnen voor gevaarlijke situaties zorgen. Afhankelijk van het type weg is dit de bevoegdheid van de betrokken gemeente of Vlaamse overheid. In functie van de veiligheid van werknemers en het stimuleren van het gebruik van de fiets voor woon-werkverkeer moeten knelpunten op dit vlak in kaart worden gebracht en weggewerkt. De provincie Antwerpen is bezig met de ontwikkeling van de zogenaamde bovenlokale functionele fietsroutes. Dit zijn fietsroutes voor fietsverplaatsingen van meer dan 5 km en opgemaakt in functie van woon-werk-, woon-schoolen woon-winkelverkeer. Het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk (BFF) vormt het wensbeeld. Lang niet alle aangegeven fietsroutes liggen er al en sommige stukken zijn aan verbetering toe. Het BFF is opgebouwd uit fiets-o-strades, functionele routes en alternatieve routes. De provincie wil de gemeentebesturen stimuleren om delen van het bovenlokaal netwerk aan te leggen. Ze geeft hiervoor subsidies. Fietspaden op het BFF kunnen vanuit het Fietsfonds gesubsidieerd worden voor 80%. Voor de aanleg van fietspaden buiten het BFF of voor sommige kosten die niet gedekt worden door het Fietsfonds (zoals verlichting) kunnen de lokale besturen een subsidie aanvragen voor 40% van de kosten. Aanbevelingen: -
-
Fietsverkeer van en naar bedrijventerreinen opnemen als aandachtspunt binnen het parkmanagement. Indien blijkt dat de bereikbaarheid per fiets door werknemers en bedrijven als een knelpunt wordt gezien, kan de parkmanager de betrokken wegbeheerder aanspreken. Aandacht voor woonwerkverkeer per fiets in het mobiliteitsbeleid van lokale besturen.
Bedrijfsvervoerplannen De vaststelling dat er nog steeds te weinig bedrijfsvervoerplannen worden opgemaakt en dat het pendelfonds onvoldoende wordt aangewend, blijft overeind. Aanbevelingen: -
Bij individuele bedrijven met overlegorganen willen we aandringen om het thema op de agenda te plaatsen in het gebruikelijke sociaal overleg.
19
-
-
Wat de bedrijfsvervoerplannen op het niveau van de bedrijventerreinen betreft, sporen we de lokale besturen, de ondernemingen en de werknemersorganisaties aan om samen per bedrijventerrein te bekijken welke maatregelen kunnen worden genomen. Iedere actor dient op zijn actieterrein verantwoordelijkheid op te nemen. Dit kan ook onderdeel zijn van parkmanagement. De sociale partners en de lokale besturen moeten de mogelijkheden van het Pendelfonds een grotere bekendheid geven.
Voortgang doelstelling Voor wat het wegverkeer betreft, kunnen we stellen dat de realisatie van de missing link Kempense Noord-zuid vrij goed op schema zit. De communicatie over de werken liep vertraging op, maar het is alleszins de intentie van AWV om de streekactoren hierbij te betrekken. Wat het verdere traject richting Aarschot betreft, is positief dat voor de minister-president een ringweg rond Herselt terug bespreekbaar is. Positief is dat de E313 meegenomen is in het Masterplan 2020, alleen hebben we nog weinig zicht op wat er precies en wanneer gerealiseerd zal worden. Het derde rijvak E313 (Ranst tot Lummen) is niet opgenomen in het Masterplan, maar er wordt wel verder studiewerk rond verricht. De streek is de laatste maanden in overleg getreden met De Lijn over het bedrijfsvervoerplan GeelOevel. Het project krijgt, via een bijsturing, een laatste kans. Over de verdere toekomstplannen van De Lijn m.b.t. het regionaal openbaar busvervoeraanbod dient verder overleg te worden opgezet. Op het spoorplatform in mei l.l. deed de minister een aantal beloftes, maar daar is in de praktijk nog weinig van te merken.
Strategische doelstelling 4: innovatiekracht van de Kempen verhogen Overzicht van de acties en verdere ontwikkelingen Voka Kempen start op 25 januari 2011 met een Marketplace International & Innovation. Doel is om een aantal concrete cases te identificeren van bedrijven die een (nieuwe) markt over de grenzen willen aftasten. Voor de cases worden er gericht contacten opgebouwd en eventueel ook bezoeken georganiseerd ter plaatse met kennisinstellingen, overheidsinstanties en bedrijven. De deelnemers zijn ondernemers, bedrijfsleiders, innovatie - en exportmanagers, bij voorkeur van KMO‟s, die hun exportinspanningen willen enten op innovatie, of met hun innovaties de internationale toer op willen. Op 19 oktober 2010 organiseerde het Innovatiecentrum provincie Antwerpen de eerste keer een KMO-kennisbeurs. De KMO-kennisbeurs is er voor ondernemers die slim willen innoveren en daarom geïnteresseerd zijn in contacten met kennisinstellingen uit de regio. In aanloop van de beurs konden ze hun vragen/gezochte expertise doorgeven aan het Innovatiecentrum. Het Innovatiecentrum zorgde er voor dat ze dan op de dag van de beurs zelf korte persoonlijke afspraken kregen met de juiste kennisinstellingen. Het Innovatiecentrum Antwerpen organiseerde daarnaast in 2010 zes research@lunch meetings en er staat er nog één gepland dit jaar. Innovatie@gemeente, de roadshow van het
20
Innovatiecentrum Antwerpen door de Kempen om innovatie bij bedrijven te stimuleren in samenwerking met de gemeentebesturen is net afgerond. Er is nog geen beslissing gevallen over het al dan niet verlenen van EFRO-steun aan Kempen Duurzaam II. Een beslissing wordt midden december verwacht. Voka Kempen wil in 2011 een Innovatieplatform oprichten, een soort van market place waar bedrijven, kennisinstellingen en andere stakeholders rond innovatie worden samengebracht, dit o.a. met het oog op het stimuleren van samenwerking. De K.H. Kempen en Stad Turnhout bundelen de krachten op het gebied van innovatie en valorisatie tot één integraal en krachtig project Innovatie Transfer Kempen in de geest van open innovatie. Het project concentreert zich rond de uitbouw van een wetenschapspark in Geel en het Innovatiepark Turnhout (meer info vindt u in het voortgangsrapport Zorg, Welzijn & Life Sciences). Voortgang doelstelling Eerder stelden we het al onze bedrijven moeten doordrongen worden van de sense of urgency op het vlak van (open) innovatie om (internationaal) te kunnen concurreren. Heel wat acties worden al opgezet, maar met te weinig effect. Onze Kempense KMO‟s boren nog niet genoeg hun innovatiepotentieel aan. De regio moet hier verder op inzetten en de krachten bundelen. In die zin verwelkomen we dan ook de idee van een Kempens Innovatieplatform. Strategische doelstelling 5: stimuleren lokaal economisch beleid Overzicht van de acties en verdere ontwikkelingen Binnen het project „Ondernemingsvriendelijke Kempen‟ van de steden Geel en Turnhout, in samenwerking met IOK, werden reeds 2 lerende netwerken voor de ambtenaren lokale economie georganiseerd. Er blijkt meer interesse voor puur wetgevende thema‟s (hoe de wetgeving correct uitvoeren), dan beleidsmatige aspecten (bv hoe een actief economisch beleid voeren?). Met EFRO-steun en Vlaamse middelen zet Cipal het e-government platform IRIS op. Het platform zal voor de 70 steden en gemeenten van de provincie Antwerpen een betere en vlottere dienstverlening garanderen naar de bedrijven toe. Met IRIS zullen de bedrijfsgegevens uit het VKBO (Verrijkte Kruispuntbank voor Ondernemingen) uitzuiveren, vervolledigen, actualiseren en ontsluiten naar de bedrijven en lokale besturen. Dat bevordert de interactie tussen bedrijven en overheden. Enerzijds kan het lokale bestuur een betere dienstverlening garanderen en gerichte informatie toesturen aan bedrijven. Anderzijds zal het voor bedrijven mogelijk zijn om hun overheidsadministratie via de applicatie te regelen en om overheidsinformatie op een uniforme en gestructureerde manier te raadplegen. In het najaar van 2011 plant CIPAL een eerste testversie van IRIS waarin de gewenste functionaliteiten getest kunnen worden, zodat in 2012 overgegaan kan worden tot de implementatie van het project. Voor het project administratieve vereenvoudiging op provinciaal niveau met het oog op het wegwerken van administratieve overlast die ondernemers ervaren, heeft de provincie Limburg (de hoofdpromotor) ondertussen de offerte uitgeschreven. De bedoeling is om de opdracht dit jaar nog te gunnen, zodat er begin volgend jaar gestart kan worden. De provincie Antwerpen
21
(als copromotor) heeft binnen het project een deelproject, een scan naar twee steden binnen de provincie opgenomen. Deze kan dan als basis dienen voor een instrument ten dienste van de andere gemeenten van onze provincie. Aanbevelingen: -
De projecten Ondernemingsvriendelijke Kempen, het e-government platform IRIS en het project administratieve vereenvoudiging hebben elk hun eigen invalshoek, maar toch ook wel gemeenschappelijke doelstellingen. Het is belangrijk dat er een goede afstemming en samenwerking tot stand komt. In 2009 bracht het provinciebestuur alle detailhandel in de provincie in kaart, onderzocht het de koopstromen en stelde het een databank met alle info over detailhandel ter beschikking van alle Antwerpse steden en gemeenten. Daarop ontwikkelde men een provinciale toekomstvisie rond detailhandel. De provincie opteert voor een kernversterkend beleid, met een onderscheid tussen funshopping en runshopping, het zorgen voor minimumvoorzieningen en aandacht voor diversiteit. Er wordt onderscheid gemaakt tussen ontwikkelingspolen, aandachtsgebieden en shoppingcentra. Binnen de Kempen werd Turnhout geselecteerd als een bovenregionale ontwikkelingspool en Mol, Geel en Herentals als een regionale ontwikkelingspool. Per ontwikkelingspool werden aanbevelingen voorgesteld. Bedoeling is nu dat de betrokken schepencolleges deze gaan bespreken en feedback geven. Aan de provinciale visie werd een nieuw subsidiereglement gekoppeld. Bedoeling is om de steden en gemeenten aan te sporen om acties en initiatieven op poten te zetten ter bevordering van detailhandel in hun gemeente om zo de provinciale visie mee vorm te geven. In de eerste projectoproep 2010 kregen 16 Antwerpse gemeenten een gunstig advies, waaronder voor ons arrondissement de steden Turnhout en Geel en de gemeente Retie. Stad Turnhout zet met de middelen acties op om het imago en de positionering van de stad te versterken, zo werd recent een winkelbeleidsplan opgemaakt en kernversterkende maatregelen genomen in samenspraak en verdergaand op de initiatieven van Vlaanderen en de provincie. Stad Geel laat een analyse maken in het kader van stadsvernieuwing en de gemeente Retie werkt aan een plan om concrete acties op te zetten. De volgende oproep wordt in de komend weken verspreid en zal lopen tot 28 februari. De provincie Antwerpen werkt ook al aan een vervolg in de vorm van een grensoverschrijdend koopstromenonderzoek in samenwerking met Nederlandse partners. De bedoeling is om in 2011 een vooronderzoek voor de grensoverschrijdende detailhandelstudie uit te voeren.
Aanbeveling: -
We moedigen de betrokken besturen (Turnhout, Mol, Geel en Herentals) aan om verder aan de slag gaan met de aanbevelingen in de detailhandelstudie. De provinciale subsidies kunnen lokale besturen uit de Kempen ondersteunen bij het evalueren van hun detailhandelsbeleid of kunnen een steuntje geven bij het opzetten van acties ter verbetering. We raden de lokale besturen aan om hier ook effectief gebruik van te maken.
Voortgang doelstelling De projecten Ondernemingsvriendelijke Kempen, het e-government platform IRIS en het project administratieve vereenvoudiging dienen nog op kruissnelheid te komen.
22
Wat betreft het opzetten van een detailhandelbeleid heeft de provincie een faciliterend kader opgezet, het is aan de lokale besturen om hier actief op in te spelen. Strategische doelstelling 6: Promotie van de Kempen als woon-, werk-, toeristische en investeringsregio Overzicht van de acties en verdere ontwikkelingen Begin januari verwacht RURANT vzw meer duidelijkheid over de Vlaamse co-financiering voor het project Regional branding 2: Pure Kempen, een uitdagend merk”. RURANT vzw gaat hiervoor in zee met 3 sterke partners: Toerisme Provincie Antwerpen (TPA), Unizo Kempen en vzw Kempens Landschap. Het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) heeft reeds steun toegezegd aan het project. Het naar buiten brengen van de Kempen als investeringsregio is in belangrijke mate een opdracht van Flanders Invest & Trade. Een pragmatische aanpak is aangewezen, aangezien het geen zin heeft om een regio te promoten als er weinig vrije ruimte om te ondernemen is. Desalniettemin wil IOK hier nog een visie over ontwikkelen. De workshop “Hoe de Kempen uitbouwen als innovatieve en ondernemende regio” die plaatsvond tijdens het 5 jaar RESOC event heeft geleid tot een inventarisatie van mogelijke actiepunten (zie bijlage 3). Er dient na te gaan wie welke ideeën verder kan operationaliseren. Voortgang doelstelling Het regional branding-project heeft vertrekkend vanuit de eigenheid van de streek een beeldmerk ontwikkeld. Het komt er nu op aan om in Regional branding 2 het beeldmerk „Pure Kempen‟ ook effectief in de markt te zetten.
23
4. Ter afsluiting Voor alle strategische doelstellingen stellen we vast dat er in de streek inspanningen worden geleverd om ze te realiseren. De resultaten hiervan, de vooruitgang die we voor de doelstelling boeken, is evenwel vaak weinig of moeilijk meetbaar. Gaan we vooruit en niet alleen dat, gaan we ook snel genoeg vooruit om als regio de uitdagingen van de toekomst aan te kunnen? Slagen we er in om genoeg jonge mensen te overtuigen van hun ondernemerstalenten en de stap te zetten naar het ondernemerschap? Is er genoeg ruimte voor bedrijven om zich hier te vestigen of hun activiteiten uit te breiden? Worden de mobiliteitsproblemen voldoende (snel) aangepakt? Worden bedrijven zich er steeds meer van bewust dat ze moeten innoveren om hun concurrentiepositie veilig te stellen en stemmen lokale besturen hun beleid genoeg af op de noden van ondernemers? Kortom, is het voldoende of moeten we een tandje bijsteken?
24
Bijlage 1: Samenvattend overzicht van de aanbevelingen Samen inzetten op een innovatieve en toekomstgerichte Kempense economie Aanbevelingen Inspelen op het Vlaams beleid gericht op transitie
-
sensibiliseren en ondersteunen van bedrijven om de transitie naar een nieuwe economie te maken
-
aandacht voor de implicaties van een nieuwe economie naar de arbeidsmarkt (pijler Talent)
-
Vlaamse subsidies en steunmaatregelen die opgezet worden binnen ViA, het WIP en het toekomstige NIB onder de aandacht brengen
-
verder opvolgen inventarisatie investeringsprojecten i.k.v. het WIP
-
opvolgen van de acties die in dit kader van het Nieuw Industrieel Beleid worden opgezet
Het Streekpact Kempen als toekomstplan voor de regio
-
het Streekpact blijven uitdragen als hét toekomstplan voor de regio
-
aandacht vestigen op acties uit het Streekpact die niet worden opgenomen
Samenwerking
-
actief inspelen op samenwerkingsmogelijkheden
-
actoren samen brengen
Strategische doelstelling 1: stimuleren van ondernemerschap Aanbevelingen Stimuleren van ondernemerschap bij leerlingen Stimuleren van ondernemerschap bij kansengroepen
-
verdere afstemming van de bestaande projecten
-
bedrijven nog meer warm maken om aan deze initiatieven mee te werken
-
aan de slag gaan met resultaten COPIE-tool
25
Begeleiden bedrijven moeilijkheden
-
sensibiliseren van KMO‟s om een preventief bedrijfsbeleid te voeren en indien nodig een doorstartplan op te starten
in
Strategische doelstelling 2: voorzien van voldoende en goed uitgeruste economische infrastructuur Economische infrastructuur
Aanbevelingen
Bedrijventerreinen
-
aandacht voor een goede spreiding van de bedrijventerreinen over het hele arrondissement
-
goede afstemming tussen enerzijds de visie over de aanpak van de mobiliteitsknelpunten en de ontwikkeling van de bedrijventerreinen in het kader van de afbakeningsprocessen kleinstedelijk gebied Mol en kleinstedelijk gebied Geel
-
opvolgen verdere ontwikkelingen in het kader van de herziening van het RSPA.
Parkmanagement
-
het belang van extra subsidies voor duurzaamheidsacties op bedrijventerreinen onderstrepen
Toeristische infrastructuur
-
verder opvolgen kaderplan Kempense meren
-
aandacht voor mogelijkheden voor de sociale economie binnen de uitbouw en onderhoud van de toeristische infrastructuur
Strategische doelstelling 3: Mobiliteit: garanderen van de toegankelijkheid van de Kempen als regio, als van de woonkernen en economische centra Personenvervoer over de weg
Aanbevelingen
Noordzuidverbinding
-
opvolgen van de werken en de minderhindermaatregelen via de stuurgroep minderhinder, het mee creëren van een draagvlak o.a. via het verspreiden van informatie en het opnemen van de signaalfunctie
-
verder opvolgen Mobiliteitsstudie „Gebiedsgerichte visie in de Noorderkempen‟
-
aandacht voor ringweg Herselt in RSV
-
Verder aandringen op een snelle realisatie van de maatregelen m.b.t. de E313 in het masterplan 2020 en de uitbreiding Ranst-Lummen met een derde rijvak.
E313
Alternatieve vervoersmodi
Aanbevelingen
26
Busvervoer
-
verbeterpunten openbaar vervoersaanbod in de regio blijven signaleren
-
verdere opvolging aanpak bedrijfsvervoerplan Geel-Oevel
Spoorvervoer
-
voortgang verder opvolgen via het spoorplatform, aandringen op een snelle realisatie van de gedane beloftes
Fietsverkeer
-
fietsverkeer van en naar bedrijventerreinen opnemen als aandachtspunt binnen het parkmanagement.
-
aandacht in het mobiliteitsbeleid van lokale besturen
-
thema op agenda sociaal overleg individuele bedrijven
-
op niveau van bedrijventerreinen overleg tussen sociale partners en lokale besturen, kan onderdeel zijn van parkmanagement
-
bekendheid Pendelfonds verhogen
Bedrijfsvervoerplannen
Strategische doelstelling 4: innovatiekracht van de Kempen verhogen Innovatie
Aanbevelingen -
inspanningen versterken o.a. door samenwerking
Strategische doelstelling 5: stimuleren lokaal economisch beleid Stimuleren lokaal economisch beleid
Aanbevelingen -
goede afstemming en samenwerking tussen de projecten Ondernemingsvriendelijke Kempen, het egovernment platform IRIS en het project administratieve vereenvoudiging
-
uitbouwen van een detailhandelsbeleid door lokale besturen
Strategische doelstelling 6: Promotie van de Kempen als woon-, werk-,toeristische en investeringsregio Promotie
Aanbevelingen -
verder in de markt zetten beeldmerk Pure Kempen
27
Bijlage 2: Stand van zaken bedrijventerreinen STAND VAN ZAKEN ONTWIKKELING GREENFIELDS Regionaal bedrijventerrein Stand van zaken
Nettooppervlakte (ha) *
Balen - Holven 3
Infrastructuurwerken volledig klaar, zone voor aaneengesloten bebouwing is volledig uitverkocht. Enkele percelen 8 voor regionale bedrijvigheid toegewezen.
Grobbendonk Beverdonk
Project door NV De Scheepvaart, Eerste spadesteek nieuwe toegangsweg op 10/12/2009.
Herentals Geelseweg
Volledige zone is verkocht aan 2 bedrijven.
Beerse - BeerseZuid
De aanleg van de bufferzone en gemeenschappelijke parking is uitgevoerd. Dit najaar zal de aanplanting van de 31,7 bufferzone starten. Na het verkrijgen van de bouwvergunning kan de aanleg van de hoofdinfrastructuur starten.
Herentals Dompel
De nodige infrastructuurwerken zijn beëindigd zodat de koper zijn bouwvergunning kan aanvragen en verkrijgen.
Olen -Portaal Lammerdries
Onteigeningsmachtiging verkregen. Enkel nog wachten op verwerving gronden Ministerie van Landsverdediging 5 indien deze vrij van gebruik zijn.
Oud-Turnhout Bentel
De infrastructuurwerken zijn quasi beëindigd. Op korte termijn wordt oplossing verwacht voor de vernietiging door 13,8 de Raad van State van dit plan. Beschikbare gronden late najaar 2010.
Turnhout Veedijk Hoogstraten - De Kluis
Eerste fase van de aanleg van de bufferzone uitgevoerd. Nu wachten op het verkrijgen van de bouwvergunning 42,0 voor de algemene infrastructuurwerken en aanleg tweede fase bufferzone.
Dessel - Stenehei 3
Is voorlopig mee opgenomen in lopend afbakeningsproces kleinstedelijk gebied Mol.
Geel - Liessel
GRUP is goedgekeurd. Minnelijke onderhandeling zijn lopende, maar verlopen moeizaam.
2
3
Onteigeningsmachtiging werd verkregen. Parallel worden gronden in kader van lokale grondenbank verworven. 45 Nog een aantal gronden te verwerven. 9 -
28
Mol Berkenbossen
Is voorlopig mee opgenomen in lopend afbakeningsproces kleinstedelijk gebied Mol.
24,1
Lokaal bedrijventerrein Laakdal Langvoort
RUP Nikelaan is definitief goedgekeurd en onteigeningsmachtiging werd verkregen. Parallel heeft IOK al de 9 meerderheid van de gronden minnelijk verworven.
Lille - De Leend
Gronden zijn moeilijk verwerfbaar met een onduidelijke haalbaarheid tot gevolg.
Meerhout - De Zeggeman 2
RUP is in opmaak.
Retie - De Bempdekens Arendonk - Hoge Mauw
Wachten op stand Agentschap Infrastructuur rond timing doortrekking ring. Voorlopig staat dit geagendeerd op de 3 begroting van 2012. IOK heeft ontwerpplan opgemaakt.
Geel - De Heze
Opmaak RUP is lopende.
Onteigeningsmachtiging is verkregen en parallel zijn de minnelijke onderhandelingen lopende.
Kasterlee RUP is goedgekeurd. Minnelijke onderhandelingen zijn volop lopende. Gierlebaan Geel - Kievermont Is voorlopig mee opgenomen in lopend afbakeningsproces kleinstedelijk gebied Geel. Merksplas Geen concrete acties tot hiertoe. * schatting op basis van gegevens uit 2006 STAND VAN ZAKEN EFFICIENTERE INVULLING VAN BESTAANDE TERREINEN Bedrijventerrein Stand van zaken
-
8,3 12 -
Bijkomende oppervlakte (ha)
Herentals - Wolfstee
Gronden zijn volledig toegewezen aan één bedrijf. Infrastructuurwerken zijn uitgevoerd, waardoor het 4,7 bedriijf zijn bouwvergunning kan aanvragen.
Herentals - Hannekenshoek
IOK maakt hiervoor een ruimtelijke visie op. Medio 2009 werd de strategienota door de betrokken 10 partijen goedgekeurd. Deze nota werd in 2010 in een ruimtelijke visie vertaald als basis voor de toekomstige ontwikkeling. De uitgewerkte concepten met een aantal inrichtingsvoorstellen en met nieuwe
29
stedenbouwkundige voorschriften zullen in 2011 een mogelijk eindbeeld geven aan de transformatie van het bestaande weefsel. Olen - Hoogbuul
Onderhandelingen met eigenaars zijn lopende, verlopen moeizaam, maar hoopvol.
9
Eindhoutsebaan
Terrein is ontsloten, wegen en nutsinfrastructuur zijn klaar. Laatste concessie naar Leysen NV
24,8
STAND VAN ZAKEN SANERING BROWNFIELDS Terrein Stand van zaken
Oppervlakte (ha)
Balmatt
De sloop van de gebouwen werd afgerond in februari 2009 (in opdracht van SOV). De 1ste fase van de bodemsaneringswerken is opgestart op 2 juni 2009 en deze werden afgerond in de maand december 2009. Het betreft de ontgravingswerken in kader van sanering van perceel 1445 k2, dit perceel is dus gesaneerd voor wat betreft het vaste deel van de aarde. De 2de fase van werken zal begin 2010 worden aanbesteed, dit omvat de ontgraving op het andere perceel van Balmatt. De werken zouden ook in 2010 kunnen opstarten. De 3de fase van werken, met name de aanpak van het verontreinigde grondwater zal pas opstarten na uitvoering van vorige fasen, via het verwijderen van de kernen van verontreiniging, en via de bemaling die hiervoor nodig is (met nodige waterzuivering) zal immers ook al een deel van het grondwater gesaneerd zijn na afloop van die eerste 2 fasen. Indien mogelijk zal OVAM voor het lanceren van de opdracht van de 2de fase contact opnemen met de eigenaar/herontwikkelaar teneinde de sanering af te stemmen op het toekomstig gebruik. VITO heeft de terreinen aangekocht.
Belgonucleaire
De ontmanteling van de site zal ongeveer 5 jaar duren. De werknemers die momenteel aan de slag zijn bij Belgonucleaire hebben een opleiding gekregen over veiligheidsvoorschriften en ontmantelingstechnieken. Deze werknemers zijn nu bezig met de ontmanteling van de eerste handschoenkasten. De volgende drie jaar zullen er per jaar ongeveer vijftig handschoenkasten worden verwerkt. Het vijfde en laatste jaar wordt de infrastructuur in de gebouwen van Belgonucleaire volledig ontmanteld.
6,2
30
Bijlage 3: Hoe de Kempen uitbouwen als innovatieve en ondernemende regio? Tijdens het event ter gelegenheid van 5 jaar RESOC vond onder begeleiding van het Innovatiecentrum Antwerpen een workshop plaats rond de vraag “Hoe de Kempen uitbouwen als innovatieve en ondernemende regio?”. De workshop heeft geleid tot een aantal randvoorwaarden en creatieve ideeën om met deze voorwaarden aan de slag te gaan. Op 10 november werden de resultaten van de workshop gepresenteerd aan de RESOC bestuurders en werd er nagedacht over verdere operationalisering. Een aantal van de acties worden reeds opgenomen binnen de streek. Voor anderen is het zoeken naar de meest geschikte actor om dit verder op te nemen. Randvoorwaarden:
-
Zorg voor aanbod aan grondstoffen Ruimte om te ondernemen Streef naar een goed gebalanceerde business portfolio Creëer een efficiënte en innovatieve administratie/overheid vereenvoudiging procedures Vermindering loonlasten Goed sociaal overleg Los de mobiliteitsproblematiek op Zorg voor een match tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt afstemming/samenwerking onderwijs-bedrijfsleven Trek de creatieve klasse aan Creëer een creatief ondernemersklimaat (met veel starters) Versterk de innovatiekracht in de regio
Overzicht resultaten Thema
Output workshop 20 mei 2010
Output workshop 10 november 2010
Aanpasbaar wonen en werken
Creative Hub
Turnhout 2012: regiobrede creatieve impuls
Integrale aanpak wonen en werken
Creatieve cluster binnen Kempen Duurzaam
Arbeidspooling
“Nieuwe werken”: ICT en mogelijkheden voor KMO‟s
Open innovatie platform/initiatief
Gedeeld werkgeversschap: sociale campus Herentals?
thuiswerken
–
mogelijkheid
Interface VOKA/ Innovatieraad ITK 31
Co-Working: zoektocht naar een gemeenschappelijke werkplek/kantoorboten Communicatie & netwerktechnologie
Regional branding Kempen portaal, Kempens label, Tv-serie, bekende Kempenaren promoten de streek
Website Pure Kempen - RURANT Kempenconferentie Streekhuis/-campus www.locateinlimburg.be
MVO
Kempense bedrijven dragen deel van de winst af aan maatschappelijke projecten (geselecteerd door Kempenaars)
Idee voor MVO Masterclass VOKA? Opzet Streekfonds Boudewijnstichting)
(cfr.
Koning
Lokaal Fonds – cAt-project: inzetten op MVO projecten? Sociaal uitzendkantoor Mobiliteit
Woon-werkverkeer openbaar vervoer fietsgebruik stimuleren, Cambio, autodelen
en
Nieuwe fietspunten Actie gratis Cambio Fiets-o-strades: bereikbaarheid Van-pooling
Shared Services
Financiële hefbomen
Centrale kinderopvang op bedrijventerrein
KOBE
Infoborden op industrieterrein met alle vacatures
Voorbeeld Meer
Streekfonds
Streekfonds West-Vlaanderen
Crowd funding
Rabobank als enigste streekrekening aanbiedt
Win-winlening
vacaturewebsite
Transportzone
bank
die
een
Vroegere voorbeelden SPIKE/ EFRO Koploperproject “Alternatieve financiering”
32