&)(-)292+7%2;)-792+ QMX1SRXEKIER[IMWYRKIR
-RWXVYGXMSRWJSVYWIERHMRWXEPPEXMSRMRWXVYGXMSRW -RWXVYGXMSRWH YXMPMWEXMSRIXEZMWHIQSRXEKI +IFVYMOWEER[MN^MRKIRQSRXEKILERHPIMHMRK -WXVY^MSRMHMYWSIHMQSRXEKKMS -RWXVYGGMSRIWHIYWS]HIQSRXENI -RWXVY£¶IWHIYWSIHIQSRXEKIQ
+&
-/(-/()1
Ter informatie
Inhoud
Lees eerst zorgvuldig de informatie in dit boekje door. Het geeft belangrijke tips voor de veiligheid, de installatie, het gebruik en het onderhoud van het apparaat. Bewaar deze gebruiks- en montageïnstructies zorgvuldig.
Overzicht van het apparaat . . . . . . . . . 34 Veiligheidsinstructies. . . . . . . . . . . . . . 35 voor aansluiting en werking voor het werken met het apparaat voor het werken met kook- en verwarmingsapparaten met open vlam
Garantie Voor het aangeschafte apparaat gelden de garantiebepalingen die door de vertegenwoordiging van de moederorganisatie in het land van aankoop zijn uitgegeven. Eventuele bijzonderheden hiervoor zal de leverancier, bij wie het apparaat is gekocht, desgevraagd verschaffen. Om aanspraak te kunnen maken op eventuele garantie is het overleggen van de rekening in ieder geval vereist.
Voor het eerste gebruik . . . . . . . . . . . . 35 Eerste reiniging Het bedieningspaneel De afzuigkap voorbereiden voor afvoer naar buiten De afzuigkap voorbereiden voor recirculatie
Het gebruik van het apparaat . . . . . . . . 36
Algemene opmerking
De halogeenlampen inschakelen De motor in- en uitschakelen De gewenste stand kiezen De standaardinstelling wijzigen De automatische nalooptijd vastleggen Gebruiksduurafhankelijke verklikkers Algemene richtlijn voor het gebruik
U moet er rekening mee houden dat met het installeren van een afzuigkap alleen het verluchtingsprobleem in de keuken niet altijd opgelost is. Voor een optimaal rendement en een maximale ventilatie heeft de afzuigkap voldoende en juist toegevoerde lucht nodig. Een te laag rendement en lawaaioverlast zijn bijna altijd het gevolg van plannings- of bedieningsfouten. Bijvoorbeeld: –
–
Te weinig luchttoevoer.
Schoonmaak en onderhoud . . . . . . . . . 37
Gevolg: het toerental van de ventilatiemotor stijgt, de verluchtingscapaciteit daalt en het lawaai neemt toe.
De metalen vetfilter schoonmaken De koolfilter vervangen (bij recirculatie) Een halogeenlamp vervangen
Oververzadigde filtermatten. Gevolg: de verluchtingscapaciteit van de afzuigkap daalt en de damp wordt onvoldoende gezuiverd.
Hulp bij storingen . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Voorbeeld hoe een afzuigkap en een toestel met brander zonder gevaar gelijktijdig kunnen worden gebruikt:
Montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Een vensterschakelaar verhindert het gebruik van de afzuigkap wanneer het raam dicht is.
Inhoud van de levering Afmetingen voor de montage Vereisten aan de keuken De montage voorbereiden De bevestigingsgaten boren Circulatieluchtleiding aansluiten (alleen bij recirculatie) Het binnenstel monteren De afvoerbuis monteren (alleen bij luchtafvoer) De bovenste schouwmantel aanbrengen Alternatieve montagevolgorde De onderste schouwmantel aanbrengen Ventilatierooster erin zetten Het bedieningspaneel inzetten Motor en dampscherm bevestigen Het rooster weer op zijn plaats steken
Typeplaatje
Luchtafvoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
IKD 954.1
33
Overzicht van het apparaat
Schouw
Bedieningspaneel
Dampscherm
Vetfilter en halogeenlampen
34
IKD 954.1
Veiligheidsinstructies
Voor het eerste gebruik
voor aansluiting en werking
Eerste reiniging
Onderhoud en reparatie mogen enkel door een erkend vakman volgens de bestaande veiligheidsvoorschriften worden uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden vormen een gevaar voor uw veiligheid.
Glazen oppervlakken –
Apparaten met luchtafvoer mogen niet op een schoorsteen of een schouw voor verbrandingsgassen noch op een verluchtingsschouw voor stookruimtes worden aangesloten. Wanneer de lucht in een ongebruikte schoorsteen wordt geleid, is in elk geval de toestemming van de verantwoordelijke schoorsteenveger vereist.
Met een normaal schoonmaakmiddel voor glas afvegen.
Roestvrij stalen oppervlakken –
Met een vochtige lap en een scheutje afwasmiddel schoonmaken. Vervolgens afdrogen.
Het bedieningspaneel
Bij de luchtafvoer moet met de wettelijke voorschriften rekening worden gehouden.
–
Met een zachte, pluisvrije doek afvegen.
De minimumafstand tussen afzuigkap en fornuis bedraagt 650 mm.
Het bedieningspaneel
De stekker moet ook na de montage nog bereikbaar zijn. Is dat niet het geval moet bij het schoonmaken en het onderhoud de netzekering worden uitgeschakeld.
Het bedieningspaneel bevindt zich aan de voorkant van de schouw van de afzuigkap. De toetsen staan in werkelijkheid onder elkaar; in de afbeeldingen zijn ze omwille van de plaats naast elkaar geplaatst.
voor het werken met het apparaat De vetfilter moet regelmatig schoongemaakt of vervangen worden. Wanneer het apparaat met een met vet verzadigde filter wordt gebruikt, bestaat brandgevaar!
bedieningspaneel
De afzuigkap alleen gebruiken als de vetfilter ingezet is. Nooit onder de afzuigkap flamberen! Brandende pitten van gasfornuizen en gaskooktafels moeten steeds met potten of pannen afgedekt zijn. Bij het gebruik van friteuses steeds in de buurt blijven. Door oververhitting in brand geraakte olie of vetstof kan de afzuigkap in brand zetten. De glazen plaat en het dampscherm niet overdreven of eenzijdig belasten. Niets aan de reling hangen! Bij glasbreuk bestaat gevaar van verwondingen door vallende glasscherven! Kinderen steeds uit de buurt van de afzuigkap houden.
De afzuigkap voorbereiden voor afvoer naar buiten
voor het werken met kook- en verwarmingsapparaten met open vlam
Voor de eerste ingebruikneming als afzuigkap met afvoer naar buiten moet u de teller voor de koolfiltercontrole desactiveren. Hierbij blijft het apparaat uitgeschakeld.
Voorzichtigheid is geboden bij het gelijktijdig gebruik van een afzuigkap met luchtafvoer en een brander waarvoor omgevingslucht vereist is, zoals bijv. verwarmingsapparaten op gas, olie of steenkool, geisers en waterverwarmers. Bij het gebruik van de afzuigkap kan aan de brander lucht onttrokken worden die voor de verbranding noodzakelijk is. Vergiftigings- en ontploffingsgevaar!
–
Veilig werken is mogelijk wanneer bij gelijktijdig gebruik van afzuigkap en brander de onderdruk in de ruimte in kwestie de grens van 0,04 mbar niet overschrijdt. Op die manier vermijdt men dat de verbrandingsgassen teruggezogen worden.
Gelijktijdig op de beide in de afbeelding gemarkeerde toetsen drukken. De teller van de koolfiltercontrole wordt daardoor uitgeschakeld.
De afzuigkap voorbereiden voor recirculatie
Dat is het geval wanneer door niet afsluitbare openingen in ramen en deuren, een luchttoevoer/-afvoerkast of technische maatregelen zoals wederzijdse blokkering voldoende verbrandingslucht wordt toegevoerd.
Als u de afzuigkap op recirculatie wilt instellen, moet u de gebruiksduurteller voor de koolfilter weer activeren. Hierbij blijft het apparaat uitgeschakeld. –
Nakijken of de koolfilters ingelegd zijn.
Bij de beoordeling moet steeds rekening worden gehouden met de verluchtingssituatie in de volledige woning. Zo worden bijv. deze regels niet toegepast voor het gebruik van kookapparaten (zoals kooktafels en gasfornuizen). In geval van twijfel steeds het advies van de verantwoordelijke schoorsteenveger inwinnen.
–
Gelijktijdig op de beide in de afbeelding gemarkeerde toetsen drukken. De gebruiksduurteller voor de koolfilter wordt weer ingeschakeld en op 0 gezet.
Wanneer de afzuigkap uitsluitend op recirculatie - met koolfilter - wordt gebruikt, bestaat er geen beperking in het gebruik.
IKD 954.1
35
Het gebruik van het apparaat Gelieve de veiligheidsinstructies te respecteren!
–
De halogeenlampen inschakelen –
Om voor afloop van de 15 minuten of vanuit een andere stand naar de standaardinstelling te wisselen, drukt u op de toets ,,standaardinstelling”. Het bijhorende controlelampje brandt.
Druk op de onderste toets om de halogeenlampen onafhankelijk van de motor in- of uit te schakelen.
De standaardinstelling wijzigen Als u wilt, kunt u de standaardinstelling bij levering natuurlijk door uw eigen voorkeurstand vervangen.
De motor in- en uitschakelen –
–
Schakel het apparaat in en kies met de plus- of min-toets de stand die u als standaard wilt vastleggen.
–
Terwijl het controlelampje boven de toets ,,standaardinstelling” knippert, drukt u zolang op deze toets tot het controlelampje blijft branden. De nieuwe standaardinstelling is dan geregistreerd.
Druk op de Aan-Uit-toets op het bedieningspaneel om de afzuigkap in of uit te schakelen. Als het apparaat ingeschakeld is, brandt het controlelampje boven deze toets.
Bij het inschakelen wordt eerst de standaardinstelling gekozen. Bij levering is de afzuigkap op een gemiddeld toerental ingesteld. Deze instelling combineert een goede afzuigcapaciteit met een laag geluidsniveau. Deze instelling kunt u zonder probleem veranderen als u een andere stand verkiest (zie ,,De standaardinstelling wijzigen”).
De automatische nalooptijd vastleggen
De gewenste stand kiezen –
Na het koken kunt u de afzuigkap op de ingestelde stand nog 15, 30 of 60 minuten laten nalopen om de resterende dampen te verwijderen. Na afloop van de ingestelde tijd worden de motor en de verlichting automatisch uitgeschakeld.
De gewenste stand kiest u met de plus- of min-toets: de min-toets verlaagt het toerental van de motor, de plus-toets verhoogt het toerental.
Opmerking: Als u na het inschakelen van de afzuigkap de eerste keer op één van beide toetsen plus of min hebt gedrukt, knippert 10 seconden lang het controlelampje boven de toets ,,standaardinstelling”. Als u tijdens die 10 seconden op deze toets drukt, wordt de standaardinstelling door de actuele instellingen vervangen. –
–
Druk één keer op de toets zonder opschrift onder de drie controlelampjes om de afzuigkap 15 minuten in de actuele stand te laten nalopen. Gedurende die tijd knippert het overeenkomstige controlelampje.
–
Druk een tweede keer op deze toets om de nalooptijd tot 30 minuten te verlengen; drie keer drukken zorgt voor een nalooptijd van één uur.
–
Om de ingestelde nalooptijd te veranderen drukt u zo vaak op de toets zonder opschrift tot het controlelampje voor de gewenste nalooptijd knippert. De nalooptijd begint dan weer vanaf nul.
–
Tijdens de nalooptijd kunt u de afzuigkap natuurlijk ook om het even wanneer uitschakelen.
Om onmiddellijk de hoogste stand in te stellen, drukt u op de in de afbeelding gemarkeerde toets voor de intensieve stand.
De intensieve stand levert ca. 20% meer vermogen dan de hoogste stand die u met de plus-toets kunt instellen. Het controlelampje boven de toets toont aan dat de intensieve stand is ingesteld; tegelijk knippert ook het controlelampje met het cijfer 15: De intensieve stand wordt na 15 minuten automatisch uitgeschakeld en het apparaat schakelt dan weer over op de standaardinstelling.
36
IKD 954.1
Gebruiksduurafhankelijke verklikkers
Schoonmaak en onderhoud
Het reinigingsinterval voor de vetfilter
Het apparaat bij alle schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden stroomloos maken door de stekker uit te trekken of de netzekering uit te schakelen! Geen schuurmiddelen of bijtende schoonmaakproducten gebruiken!
Het apparaat kan slechts naar behoren functioneren als de vetfilter relgelmatig schoongemaakt wordt. Daarom knippert na ca. 100 werkingsuren het in de afbeelding gemarkeerde controlelampje, zodat u eraan denkt de vetfilter schoon te maken. –
Schakel de afzuigkap uit en trek de stekker uit of schakel de zekering uit.
–
Maak de vetfilter schoon (zie par. ,,De metalen vetfilter schoonmaken”).
–
Druk vervolgens op de toets ,,Reset” om de gebruiksduurteller weer op nul te zetten en het controlelampje uit te schakelen.
Het schoonmaken gebeurt zowel aan de binnen- als aan de buitenkant met een vochtige lap en een zacht vloeibaar schoonmaakmiddel. Bedieningspaneel –
Het bedieningspaneel af en toe met een zachte, pluisvrije doek voorzichtig afvegen.
Glazen oppervlakken Het reinigingsinterval voor de koolfilter
–
Als u de afzuigkap met recirculatie gebruikt, moet niet alleen de vetfilter schoongemaakt worden, maar moeten ook de beide koolfilters regelmatig vervangen worden. Het controlelampje voor de koolfilter knippert na ca. 200 werkingsuren om u daaraan te herinneren. –
Schakel de afzuigkap uit en trek de stekker uit of schakel de zekering uit.
–
Maak de vetfilter schoon (zie par. ,,De vetfilter schoonmaken”) en vervang de koolfilter (zie par. ,,De koolfilter vervangen” op pag. 6).
–
Druk na het vervangen van de filter op de toets ,,Reset” om de gebruiksduurteller weer op nul te zetten en het controlelampje uit te schakelen.
Het dampscherm en de glazen plaat met een vochtige lap en een scheutje afwasmiddel of normale glasreiniger schoonmaken.
Roestvrij stalen onderdelen –
Roestvrij stalen oppervlakken met een vochtige lap en een scheutje afwasmiddel schoonmaken. Vervolgens goed afdrogen. Af en toe met een in de handel verkrijgbaar onderhoudsprodukt voor roestvrij staal behandelen.
De metalen vetfilter schoonmaken De metalen vetfilter moet worden schoongemaakt als het controlelampje van de filter op het bedieningspaneel knippert, echter tenminste om de 2 maanden. –
De twee schroeven verwijderen die het metalen rooster onder de afzuigkap vasthouden.
–
Het rooster met de vetfilter afnemen.
Algemene richtlijn voor het gebruik Apparaat
Stand van
Aan de lucht wordt onttrokken
Afvoer naar buiten
Recirculatie
inschakelen
als u begint te koken
als u begint te koken
uitschakelen
5 min. na het koken 15 min. na het koken
de deur
open
dicht
het raam
dicht
open
vochtigheid
X
—
warmte
X
—
vet
X
X
geuren
X
X houderbeugel
–
IKD 954.1
37
De houderbeugel verwijderen en de vetfilter uitnemen.
–
Het rooster, de houderbeugel en de filter in de vaatwasser schoonmaken. Voor u de filter weer inzet, eerst goed uitspoelen en afdrogen.
–
De filter met de houderbeugel aan het rooster vastmaken.
–
Het rooster weer inzetten en vastschroeven.
–
Vervolgens bij ingeschakelde motor op de toets ,,Reset” drukken om de gebruiksduurteller voor de vetfilter op 0 te zetten.
Hulp bij storingen Herstellingen enkel door een erkend vakman! Bij herstellingen moet het apparaat stroomloos gemaakt worden door de stekker uit te trekken of de zekering uit te schakelen.
De koolfilter vervangen (bij recirculatie)
Steeds eerst controleren of u geen bedieningsfout hebt gemaakt. Een aantal problemen kunt u zelf oplossen.
Een koolfilter neemt geurstoffen op tot de actieve kool verzadigd is. De filter kan niet gereinigd of geregenereerd worden en moet na 200 gebruiksuren c.q. minstens na 6 maanden door een nieuwe originele filter worden vervangen. –
Het rooster met de metalen vetfilter afnemen en beide schoonmaken (zie ,,De metalen vetfilter schoonmaken”).
–
De arrêteerklemmen losmaken en de gebruikte koolfilters verwijderen.
Storing
Oorzaak
Oplossing
Afzuigkap uitschakelen is niet mogelijk.
Elektronisch onderdeel defect.
Stekker uittrekken, service contacteren.
De halogeenverlichting werkt niet.
Lamp defect.
Lamp vervangen.
Lichtdiode werkt niet.
Lichtdiode defect.
Service contacteren.
Het vermogen van de afzuigkap daalt.
Filter niet op tijd vervangen.
Filter vervangen.
Typeplaatje –
Twee nieuwe koolfilters inzetten en bevestigen.
–
De metalen vetfilter en het rooster weer op hun plaats steken en vastschroeven.
–
Na het vervangen van de filter met ingeschakelde motor op de toets ,,Reset” drukken om de gebruiksduurteller voor de koolfilter weer op 0 te zetten.
Het typeplaatje wordt zichtbaar na het verwijderen van de vet- of koolfilter. Gelieve voor of terwijl u de afzuigkap installeert de volgende gegevens van het typeplaatje te noteren voor eventuele vragen aan onze service-afdeling: Fabricagenummer:
Typenummer:
Een halogeenlamp vervangen Opgelet! Defecte halogeenlampen alleen door lampen van hetzelfde type vervangen. –
Het rooster onder het dampscherm losschroeven en afnemen.
–
De defecte halogeenspot naar onder uittrekken.
–
Een nieuwe spot (20 watt) voorzichtig in de fitting drukken en het rooster weer op zijn plaats steken.
38
IKD 954.1
Montage Gevaar! De afzuigkap mag alleen door erkend vakpersoneel gemonteerd en op het elektriciteitsnet aangesloten worden. Gelieve de veiligheidsrichtlijnen op pagina 35 te respecteren!
Vereisten aan de keuken
Voor een aantal arbeidsfasen heeft de monteur minstens één helper nodig.
Voor de bevestiging geschikte plafonds
Gelieve ook de opmerkingen i.v.m. de luchtafvoer op pagina 42 te lezen.
Opgelet! De plafondconstructie moet het totale gewicht van de eilandafzuigkap kunnen dragen.
Inhoud van de levering
De afzuigkap wordt zodanig aan het plafond bevestigd dat er tussen het kookvlak en de onderkant van de afzuigkap een afstand van minstens 650 mm blijft.
Tweedelig binnenstel met motor, schakel- en stuureenheid en bedieningselement Tweedelige schouwbekleding
Prinicipieel is de monteur voor de keuze van het juiste bevestigingsmateriaal verantwoordelijk. De bevestiging moet bij eilandafzuigkappen aangepast zijn aan het eigen gewicht van de afzuigkap en de hefboomkrachten die bij zijdelingse druk op het gemonteerde apparaat ontstaan.
Glazen dampscherm met rooster en metalen vetfilter Afvoerbuis Bevestigingsmateriaal, binnenzeskantsleutel en boormal
De bijgeleverde pluggen en schroeven zijn geschikt voor plafonds van holle bakstenen of betonstenen met een wanddikte van 20 mm.
IKDEM 954.1: Bij de afzuigkappen met externe motor wordt de motor afzonderlijk geleverd.
Voor massieve betonplafonds moet u speciale betonpluggen uit de gespecialiseerde handel gebruiken.
Afmetingen voor de montage
Voor massieve houten plafonds moet u houten schroeven met een voldoende dikte en lengte gebruiken. Elektrische aansluiting De afzuigkap is voorzien van een normale stekker; daarom moet in de buurt van de montageplaats een stopcontact (230 V wisselstroom) zijn. Gevaar! Bij alle montage- en onderhoudswerkzaamheden moet de afzuigkap van het elektriciteitsnet gescheiden worden. Als de stekker na de montage niet meer bereikbaar is, moet u de desbetreffende huishoudzekering uitschakelen. Recirculatie Geen bijzondere vereisten. In de schouw zijn luchtspleten aangebracht; de afzuigkap kan zonder problemen met recirculatie worden gebruikt. Luchtafvoer naar boven Op de montageplaats van de afzuigkap moet in het plafond een afvoerleiding met een diameter van 150 mm voorhanden zijn. Luchtafvoer naar voor of naar achter In plaats van naar boven kunt u de luchtafvoer ook naar voor of naar achter leiden en de afvoerbuis (150 mm diameter) door een muur leggen. Omwille van de constructie van de afzuigkap is een luchtafvoer opzij slechts mogelijk na een aanpassing in de fabriek. Luchtafvoer met externe motor (IKDEM 954.1) Als de lucht naar boven wordt afgevoerd, moet behalve het luchtafvoerkanaal (150 mm diamter) en de externe stroomkabel op de montageplaats van de afzuigkap ook de stuurleiding van de externe motor uit het plafond komen (ca. 1000 mm vrije kabellengte.
IKD 954.1
39
De montage voorbereiden
Het binnenstel monteren
Aangezien het binnenstel en de schouw voor het transport ineengestoken zijn, moet u die beide delen eerst van elkaar losmaken. Bovendien moet onder het dampscherm het rooster met de vetfilter verwijderd worden.
Zeker nu is een helper nodig.
–
De beide schouwmantels naar boven van het binnenstel aftrekken.
–
De beide gekartelde schroeven verwijdern die het metalen rooster onder het dampscherm vasthouden.
–
Het rooster en de vetfilter afnemen.
–
Vooraleer u met het ophangen van de afzuigkap begint, moet u ervoor zorgen dat u onder de montageplaats voldoende plaats hebt; hiervoor kunt u bijv. het fornuis voorlopig verschuiven.
–
Probeer dan eerst of de bovenste schouwmantel van onder over het onderste binnenstel (met motor) kan worden geschoven. Indien ja, kunt u meteen de volgende stappen uitvoeren; indien niet, leest u dan eerst het hoofdstuk ,,Alternatieve montagevolgorde” op pagina 41. Opgelet! Als de afzuigkap gemonteerd is, moet de afstand tussen de onderkant van de afzuigkap en het fornuis minstens 650 mm bedragen.
–
De bevestigingsgaten boren In de verpakking vindt u een kartonnen boormal om de boorgaten te markeren. –
Zoek eerst het middelpunt van de kookplaat en markeer dit punt op het plafond of op de draagplaat.
–
Houd de boormal zo tegen het plafond dat het gemarkeerd punt en het middelpunt van de boormal op elkaar liggen. Het middelpunt van de boormal dient om de boormal op de juiste plaats te leggen. Alleen de vier buitenste gaten moeten geboord worden.
–
De boormal zo draaien dat de denkbeeldige lijn tussen twee willekeurige boorpunten evenwijdig met de voorkant van het fornuis verloopt. Belangrijk: Als u de gaten anders boort kunt u de afzuigkap niet zo monteren dat het bedieningspaneel aan dezelfde kant zit als de bedieningselementen van de kookplaat.
voor achter
lijn evenwijdig met de voorkant van het fornuis
Denk eraan bij het markeren van de boorgaten dat de stroomkabel en ev. de stuurleiding van de externe motor door de luchtafvoeropening in de afzuigkap worden geleid. Als de kabels op de juiste manier geplaatst zijn, kunt u ze probleemloos in de schouw onderbrengen. –
Bevestiging aan het plafond: de vier gemarkeerde gaten met een 10 mm-boor boren en de pluggen inzetten.
–
Bevestiging aan een draagplaat: de gemarkeerde gaten met een 8 mm-boor boren.
–
Het onderste binnenstel zo ver insteken tot de onderkant zich tenminste 700 mm boven de kookplaat bevindt.
–
Het binnenstel met de schroeven in de bovenste steunen vastklemmen. De passende binnenzeskantsleutel is met de afzuigkap meegeleverd. Zorg ervoor dat de schroeven stevig vastgedraaid zijn.
De afvoerbuis monteren (alleen bij luchtafvoer) Als u de afzuigkap met luchtafvoer naar buiten gebruikt, moet u een luchtafvoerbuis plaatsen vooraleer u de schouwmantel monteert. –
Steek de meegeleverde afvoerbuis een eind in de luchtafvoeropening in het plafond en steek het dan op de onderste opening in het binnenstel.
–
De buis boven en onder met de meegeleverde buisklemmen bevestigen.
Circulatieluchtleiding aansluiten (alleen bij recirculatie) –
Reductiestuk (B) vast op de ontluchtingsopening (D) van de motor steken.
–
Afgeleiding (A) met de uitlaatopening naar buiten op het reductiestuk (B) steken.
Het bovenste binnengeraamte met de steunen naar de zijkant en de ontluchtingsopening van de motor naar achteren aan het plafond schroeven. Bevestiging aan een draagplaat: vier schroeven M6 x 80 met borgringen en moeren.
40
IKD 954.1
De bovenste schouwmantel aanbrengen –
Het bedieningspaneel inzetten
De bovenste schouwmantel over het binnenstel schuiven en met 2 schroeven vastschroeven. Bij gebruik van een externe motor erop letten dat de stuurleiding van de motor door het binnenstel naar beneden naar de schakel- en bedieningseenheid wordt geleid. In de tussenbodem van het binnenstel zijn uitsparing voor de kabel voorzien.
Alternatieve montagevolgorde De bovenste schouwmantel van boven over het onderste binnenstel schuiven.
–
Het bovenste binnenstel op het onderste binnenstel steken en vastklemmen. U meet het best eerst de vereiste hoogte.
–
Het binnenstel aan het plafond vastschroeven.
–
De bovenste schouwmantel naar boven schuiven en aan het binnenstel vastschroeven.
Het bedieningspaneel indien nodig uitpakken.
–
Het onder de afzuigkap hangende bedieningselemenent aan de binnenkant door de opening in de schouwmantel steken.
–
Het bedieningspaneel dan van buiten correct in de opening steken. Voorzichtig drukken tot u merkt dat het bedieningspaneel op de juiste plaats zit.
Motor en dampscherm bevestigen
Als u merkt dat de bovenste schouwmantel niet van onder over het binnenstel kan worden geschoven, gaat u anders tewerk: –
–
–
Het glazen dampscherm met vier schroeven aan het binnenstel bevestigen.
De onderste schouwmantel aanbrengen Afzuigkap met een externe motor: Indien nodig moet u nu onder de afzuigkap plaats maken zodat u de onderste schouwmantel over het binnenstel kunt schuiven. –
De schouwmantel over het binnenstel schuiven; ervoor zorgen dat de opening voor het bedieningspaneel naar voor gericht is.
–
Als u de mantel niet de hele tijd wilt vasthouden, kunt u ze onderaan met een schroevendraaier aan het binnestel vastklemmen.
–
Het deksel van het schakel- en bedieningselement afnemen en de stuurleiding van de externe motor op de afgebeelde klemstrook aansluiten.
–
Het deksel vervolgens weer op de schakel- en stuureenheid schroeven.
Alle afzuigkappen: –
De voedingskabel met de overeenkomstige kabel van de schakelen stuureenheid verbinden.
–
De schakel- en stuureenheid met twee schroeven boven de middelste lijst in de opening van de afzuigkap bevestigen.
Ventilatierooster erin zetten –
–
Recirculatie: ventilatierooster in de opening in de onderste schouw plaatsen en het daarbij in de afgeleiding vastklikken. Luchtafvoer: ventilatierooster als sierkap in de opening in de onderste schouw plaatsen.
IKD 954.1
41
Het rooster weer op zijn plaats steken –
Luchtafvoer naar een bestaande afvoerschacht De afgezogen lucht mag enkel naar een bestaande afvoerschacht geleid worden wanneer deze van een vochtisolatie voorzien is en niet voor verwarmingsdoeleinden wordt gebruikt.
Het rooster met de metalen vetfilter weer inzetten en vastschroeven.
Zijaanzicht
Luchtafvoer
Bovenaanzicht
De afzuigkap kan met een vaste of een flexibele buis aan de luchtafvoerleiding worden aangesloten. Gebruik een ronde buis met 150 mm doorsnede of een rechthoekig luchtafvoerkanaal met een doorsnede van 90 x 220 mm. Bij het aanbrengen van de luchtafvoer kunt u zich aan de volgende schetsen oriënteren:
Niet vergeten: Wanneer de afvoerleiding door koude ruimtes loopt kan condensatievocht ontstaan.
Luchtafvoer door de muur
Wanneer de afvoerleiding verschillende hoeken, een grote lengte of een kleinere diameter heeft, kan het afzuigvermogen sterk gereduceerd worden. Bovendien is in dat geval een ongelijkmatige en luidruchtige werking van de motor niet uit te sluiten. Belangrijk is de juiste overgang van de afvoerleiding naar de schouw: FOUT!
Juist
Beste oplossing
Hiervoor wordt in de muur een telescopische muurkast ingebouwd, die aan verschillende muurdikten kan worden aangepast. De afvoerbuis moet lichtjes naar buiten afhellen, zodat het condenswater kan aflopen. Luchtafvoer door het plafond en het dak
Deze constructie is enkel aan te bevelen wanneer de afvoerbuis niet hoger dan 2,5 m is. Bovendien moet de buis thermisch geïsoleerd zijn of moet een wateropvang geïnstalleerd worden.
42
IKD 954.1