week 39 – 21 september 2015 – opdrachten blokles niveau C
Deze les is een blokles. In deze les gebruik je alle stappen van het stappenplan lezen. •
Je voorspelt waar de tekst over zal gaan.
•
Je beantwoordt vragen over moeilijke woorden en moeilijke stukjes tekst.
•
Je beantwoordt vragen over de tekst.
•
Je beantwoordt vragen over verwijswoorden en verbanden
•
Je kiest samenvattende zinnen bij de tekst.
•
Je maakt een sleutelschema bij de tekst.
Tekst lezen volgens het stappenplan 1. Voer de stap ‘Voor het lezen’ van het stappenplan uit: A) kijk naar de buitenkant van de tekst en voorspel waar het over gaat. _______________________________________________________________________
_______________________________________________________________________ B) Weet je al iets af van dit onderwerp? Heb je er iets over gehoord, gelezen of gezien? Denk na over je voorkennis en noteer kort de belangrijkste dingen. _______________________________________________________________________
_______________________________________________________________________ C) Wat zou je graag nog willen weten? Noteer minstens twee zaken. _______________________________________________________________________ _______________________________________________________________________ 2. Lees nu de hele tekst. Probeer tijdens het lezen verbanden te leggen tussen informatie in verschillende tekstdelen, en tussen de tekst en je eigen kennis. Controleer tussentijds steeds of je het nog begrijpt en probeer onduidelijkheden op te helderen! Noteer onbekende woorden die je tegenkomt en wat je denkt dat ze betekenen. _______________________________________________________________________ pagina 1 van 5 pagina 1 van 5
week 39 – 21 september 2015 – opdrachten blokles niveau C
_______________________________________________________________________
_______________________________________________________________________ 3. Vat de tekst na afloop kort voor jezelf samen en geef antwoord op deze vragen: -
Klopten je voorspellingen? Wat klopte wel en wat niet?
-
Welke nieuwe kennis heb je opgedaan?
Vragen over de tekst: hoe goed begrijp je alles? Beantwoord na het lezen van de tekst de onderstaande vragen. 1. Lees: Je komt ze … situaties te redden (r. 1-4). Waarom kom je de stoere mannen (en vrouwen) van de KNRM liever niet tegen? A. Omdat je dan de regels op het water niet kent. B. Omdat je dan de regels overtreden hebt. C. Omdat je dan in een gevaarlijke situatie zit. D. Omdat je dan tegen een duiker bent gevaren. 2. Naar wie verwijst het woordje wij in regel 25? A. De vrijwilligers van de KNRM. B. De vrijwilligers van de Noord- en Zuidhollandse Reddingmaatschappij. C. Het bestuur van de KNRM. D. Het bestuur van de Noord- en Zuidhollandse Reddingmaatschappij. 3. Wat betekent het woord aanvankelijk (regel 27)? A. afhankelijk B. eindelijk C. in het begin D. officieel 4. Hoe komt het dat het werkgebied van de KNRM breder is geworden dan wat het in het begin was (destijds alleen rondom Den Helder, de Waddeneilanden en Hoek van Holland)? A. Omdat de KNRM vroeger meer reddingen deed voor de beroepsvaart en tegenwoordig meer voor de pleziervaart. B. Omdat de KNRM vroeger minder landelijke bekendheid had en dus minder schenkingen kreeg van donateurs. C. Omdat de KNRM vroeger minder reddingsstations en getrainde vrijwilligers tot haar beschikking had. D. Omdat de KNRM vroeger minder en mindere grote schepen en ander materieel tot haar beschikking had.
pagina 2 van 5 pagina 2 van 5
week 39 – 21 september 2015 – opdrachten blokles niveau C
5. Welk tussenkopje past ook boven het tekstdeel Watersport zorgt voor veel werk? A. 100.000ste geredde bevond zich ter hoogte van Enkhuizen B. Stuurloos door tros in schroef C. Vrijheid op het water is mooi D. Zeemanschap is er niet beter op geworden 6. Het signaalwoord omdat in regel 49 geeft een reden aan. Waarvoor wordt hier een reden gegeven? A. Voor het feit dat de 100.000ste geredde zich op een plezierjacht bevond. B. Voor het feit dat de KNRM steeds vaker moet uitrukken. C. Voor het feit dat steeds minder Nederlanders een boot bezitten. D. Voor het feit dat steeds minder zeilers ervaring hebben met open water. 7. In regel 58 zegt Olaf Tompot dat de boten en duikers letterlijk en figuurlijk in elkaars vaarwater zitten. Wat is de figuurlijke betekenis van in elkaars vaarwater zitten? A. elkaar helpen B. elkaar tegenspreken C. elkaar tegenwerken D. elkaar uitdagen 8. Waarover gaat de tekst als geheel vooral? A. De KNRM is sinds haar oprichting commerciëler geworden en rukt vooral uit voor de beroepsvaart. B. De KNRM is sinds haar oprichting groter geworden en rukt vooral uit voor de beroepsvaart. C. De KNRM is sinds haar oprichting kleiner geworden en rukt vooral uit voor de beroepsvaart. D. De KNRM is sinds haar oprichting moderner geworden en rukt vooral uit voor de pleziervaart.
Een Venn-diagram maken Lees de uitleg. Een Venn-diagram is een sleutelschema dat bestaat uit twee cirkels. Met een Venndiagram kun je overeenkomsten en verschillen laten zien. In het midden schrijf je de dingen die het hetzelfde zijn.
Maak een Venn-diagram over de overeenkomsten en verschillen tussen de KNRM vroeger (ten tijde van de oprichting van haar voorganger in 1824) en de KNRM nu.
pagina 3 van 5 pagina 3 van 5
week 39 – 21 september 2015 – opdrachten blokles niveau C
KNRM vroeger
KNRM nu
Uitdrukkingen uit de scheepvaart (extra opdracht) Nederland heeft een rijke geschiedenis in de scheepvaart, denk bijvoorbeeld aan de VOC. Dit is goed terug te zien in onze taal. Heel veel uitdrukkingen vinden hun oorsprong in de scheepvaart, zo ook de onderstaande uitdrukkingen. Wat betekenen ze? Werk samen met een klasgenoot en probeer zo veel mogelijk betekenissen te vinden. UITDRUKKING
BETEKENIS
er is geen man overboord
het loopt de spuigaten uit
er is geen land met hem te bezeilen
nog heel wat voor de boeg hebben
het over een andere boeg gooien
pagina 4 van 5 pagina 4 van 5
week 39 – 21 september 2015 – opdrachten blokles niveau C
alle zeilen bijzetten
dat zet geen zoden aan de dijk
ergens mee opgescheept zitten
het hoofd boven water houden
er zijn kapers op de kust
dat raakt kant noch wal
het gaat voor de wind
je moet roeien met de riemen die je hebt
het roer omgooien
in hetzelfde schuitje zitten
schoon schip maken
overstag gaan
tussen wal en schip vallen
Kijk op http://home.online.nl/zizo-zeilen/spreekwoorden.html voor nog meer uitdrukkingen die afkomstig zijn uit de scheepvaart!
pagina 5 van 5 pagina 5 van 5