week 51 – 15 december 2014 – opdrachten niveau B
Tekst lezen en een argumentenschema maken 1. Lees de tekst met het stappenplan. Kom je nog moeilijke woorden tegen in de tekst? Gebruik dan de woordhulp. 2. In de tekst komen zowel voorstanders als tegenstanders van het verbod aan het woord. Er worden argumenten gegeven vóór en tegen het verbod op wilde circusdieren. De volgende argumenten worden genoemd: •
Men vreest dat de dieren naar Oost-Europa verdwijnen en daar slecht worden behandeld.
•
Bezoekersaantallen lopen niet terug.
•
Bezoekersaantallen zouden teruglopen.
•
Circus zonder dieren is ook boeiend.
•
Circus zonder wilde dieren zou niet boeiend zijn.
•
Circussen zijn niet in staat dieren de zorg te verlenen die ze nodig
Foto: ANP
hebben. •
Dieren ondervinden weinig stress tijdens het reizen.
•
Er is goede opvang voor circusdieren geregeld door Wilde Dieren de Tent Uit.
•
Het leven in een circus staat haaks op natuurlijk gedrag van dieren.
•
Mensen willen worden vermaakt met wilde dieren.
•
Optredens zijn niet meer van deze tijd.
•
Veel gereis, beperkte beschikbare ruimte en soms aan de ketting leggen tasten gezondheid en dierenwelzijn aan.
•
Wilde dieren in het circus is een traditie.
Bespreek elk argument in je groepje en noteer het aan de goede kant in het schema. 3. Schrijf ook in het schema of het een voorstander of een tegenstander is. Kies uit: •
Staatssecretaris Dijksma
•
Vereniging van Nederlandse Circus Ondernemingen
•
Circus Herman Renz
•
Dierenbeschermingsorganisaties
Twijfel je over iemands standpunt? Schrijf erbij waarom je twijfelt. 4. Wat is jouw standpunt? Ben je het eens met het verbod? Ik ben het wel/niet eens met het verbod op wilde circusdieren, omdat _________ _________________________________________________________________
pagina 1 van pagina 5 1 van 5
week 51 – 15 december 2014 – opdrachten niveau B
Argumenten voor het verbod
Argumenten tegen het verbod
pagina 2 van pagina 5 2 van 5
week 51 – 15 december 2014 – opdrachten niveau B
De tekst samenvatten 1. Lees de uitleg.
Als je een tekst samenvat, vertel je in het kort het belangrijkste van de tekst. Je mag dat in je eigen woorden doen. Je kunt dezelfde volgorde van de informatie in de tekst aanhouden, maar dat hoeft niet. Bij de tekst over het verbod op wilde circusdieren, kun je je samenvatting zo opbouwen: Er komt een verbod. De argumenten voor het verbod zijn: … Er zijn ook mensen tegen het verbod. De argumenten tegen het verbod zijn: …
2. Schrijf nu een samenvatting van de tekst. Gebruik het schrijfkader.
Geen wilde dieren meer in het circus Er komt een verbod op _________________________________________ Dat heeft ___________________________________________________ Wilde dieren mogen niet meer in het circus optreden, omdat ___________ ___________________________________________________________ Tegenstander van het verbod is __________________________________ Deze organisatie vindt _________________________________________ Tegenargumenten zijn: ________________________________________ ___________________________________________________________ Dierenbeschermers zijn ________________________________________ ___________________________________________________________ ___________________________________________________________ Een circus zonder wilde dieren ___________________________________ ___________________________________________________________
pagina 3 van pagina 5 3 van 5
week 51 – 15 december 2014 – opdrachten niveau B
Vragen beantwoorden over de tekst 1. Volgens Dijksma tast het vele gereis, de beperkte beschikbare ruimte en het soms aan de ketting leggen het dierenwelzijn aan (r. 2-4). Wat wordt bedoeld met het aantasten van het welzijn? ___________________________________________________________________ 2. In regel 32-33 staat: Het leven dat dieren in het circus leven staat haaks op hun natuurlijk gedrag. Wat kun je ook zeggen in plaats van staat haaks op? A. is net zoiets als B. is het tegenovergestelde van C. is gevaarlijker dan 3. Waarom denk je dat Circus Herman Renz het verbod op het gebruik van wilde dieren ‘pijnlijk’ noemt (r. 25)? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ 4. In het Algemeen Dagblad van 15 december 2014 stond dit stukje over de 39-jarige olifant Buba, die al 22 jaar de ster is van het Freiwald Menagerie Circus: Stilletjes staat de 10-jarige Sharon onder de olifant. Ze begrijpt niets van de maatregel van die mevrouw uit Den Haag die ook Sharon heet. ‘Wat is er wild aan haar Buba? Hoezo is ze ongelukkig? We voetballen samen. Elke dag.’ (…) Moeder Natascha: ‘Hier is ze gelukkig. Soms staat de tent naast naast een bos en dan moet je haar met de takken zien spelen. En eenzaam? Wij zijn haar familie. Buba is mijn zus. Ik was tien toen ze kwam. En in de staltent is ze ook niet alleen, daar staat ze met Smiley en Schasa (twee zebra’s).’ Kun je je voorstellen wat deze circusfamilie meemaakt? Hoe zou jij je voelen als je bijvoorbeeld je huisdier weg zou moeten doen? _________________________________________________________________ _________________________________________________________________
pagina 4 van pagina 5 4 van 5
week 51 – 15 december 2014 – opdrachten niveau B
Een dierenscène spelen (extra) In r. 16-17 worden voorbeelden genoemd van dieren die niet meer in het circus mogen optreden: olifanten, tijgers, leeuwen, giraffen, zebra’s, zeeleeuwen, neusberen, apen, nijlpaarden en exotische runderen. 1. Bedenk bij drie van deze dieren een voorbeeld van hun natuurlijk gedrag en een voorbeeld van hun leven in het circus.
dier
leven in het circus
natuurlijk gedrag
2. Bedenk samen een klein toneelstukje over één of meer van deze drie dieren. Verwerk dit in je toneelstukje: •
Een dierenverzorger uit het circus
•
Het laatste optreden
•
Het afscheid van het dier
•
Het leven van het dier nadat het het circus heeft verlaten
3. Speel het toneelstukje uit voor de klas.
pagina 5 van pagina 5 5 van 5